Variatie in de kuil 2010

12
Variatie in de kuil Suzan Nicolasen, onderzoeker Diervoeding

description

Uitleg over de variatie in graskuilen en hoe deze betrouwbaar te bemonsteren. Gepresenteerd op de Expertbijeenkomst Veehouderij, juli 2010

Transcript of Variatie in de kuil 2010

Page 1: Variatie in de kuil 2010

Variatie in de kuil

Suzan Nicolasen, onderzoeker Diervoeding

Page 2: Variatie in de kuil 2010

Variatie in de kuil

● Doel :

● Variatie in kuil vaststellen

● Proefopzet:

● 2 homogene graskuilen intensief bemonsteren

● 1 heterogene graskuil intensief bemonsteren

● 1 maïskuil intensief bemonsteren

● Bemonsteren door gehele verticale profiel

● Monsters splitsen boven en onder

Page 3: Variatie in de kuil 2010

Materiaal & methode

● 3 graskuilen en 1 maïskuil intensief bemonsterd

● Horizontale variatie bepaald d.m.v. het nemen van 11-13 submonsters

● Verticale variatie bepaald d.m.v. het analyseren van het boven en onder monster

29

Page 4: Variatie in de kuil 2010

Materiaal & methode

Monstername punten

Silage Wijk

snijvlak

X

X X X X

X

X

X X X X

X

X

Silage Bunnik

snijvlak

X

X X X

X

X

X X X X

Xong. 25 m

ong. 7 m ong. 6 m

ong. 25 m

X = monstername punt volgens protocol

X = extra monsters

Page 5: Variatie in de kuil 2010

Materiaal & methode

● Monsters geanalyseerd met NIRS ● ds

● pH

● ammoniak

● RE

● RC

● RAS (niet met nirs)

● VCOS

● suiker

● vet

● Cl

● NDF

● ADF

● ADL

31

Page 6: Variatie in de kuil 2010

Materiaal & methode

● Verschillen berekend met de Z-score

● Z-score = variatie t.o.v. de “onvermijdelijke”variatie bepaald door:

● meetfout

● “werkelijke” verschil tussen aangrenzende monsters

32

Page 7: Variatie in de kuil 2010

Resultaten

Grote verschillen tussen boven en onder

Kuil Wijk

33

L1 L2 L3 C R3 R2 R11B

3B

5B7B

330

345

360

375

390

405

DS

Breedte richting

Lengterichting

Variatie in DS, bovenzijde van de kuil

L1 L2 L3 C R3 R2 R11O

3O

5O

7O

330

345

360

375

390

405

DS

Breedte richting

Lengterichting

Variatie in DS, onderzijde van de kuil

Page 8: Variatie in de kuil 2010

Resultaten

Kuil Wijk

L1 L2 L3 C R3 R2 R11B

3B

5B

7B

160

167.5

175

182.5

190

RE

Breedte richting

Lengterichting

Variatie in RE, bovenzijde van de kuil

L1 L2 L3 C R3 R2 R11O

3O

5O

7O

160

167.5

175

182.5

190

RE

Breedte richting

Lengterichting

Variatie in RE, onderzijde van de kuil

Page 9: Variatie in de kuil 2010

Resultaten

Kuil Wijk

L1 L2 L3 C R3 R2 R11B

3B

5B

7B

4

4.1

4.2

4.3

4.4

4.5

pH

Breedte richting

Lengterichting

Variatie in pH, bovenzijde van de kuil

L1 L2 L3 C R3 R2 R11O

3O

5O

7O

4

4.1

4.2

4.3

4.4

4.5

pH

Breedte richting

Lengterichting

Variatie in pH, onderzijde van de kuil

Page 10: Variatie in de kuil 2010

Resultaten

Z-scores voor intensieve monstername (Wijk)scores < 1 zijn perfect

0.0

0.1

0.2

0.3

0.4

2 samples 3 samples 4 samples 5 samples 6 samples

abso

lute

z-s

core

36

Page 11: Variatie in de kuil 2010

Conclusie

● Verticale variatie >> horizontale variatie

● Bemonsteren door het hele verticale profiel is cruciaal. Dit is volgens huidige monstername protocol.

● 2 of 3 submonsters per kuil leidt tot Z-scores <1

37

Page 12: Variatie in de kuil 2010

Vragen?