UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN...

171
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2014 – 2015 De motieven voor schenkingen onder levenden gerelateerd aan de profielkenmerken van de schenker. Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master of Science in de Handelswetenschappen Eline Buyle & Annelies Dhaemers onder leiding van Mevr. Elke Vandorpe & Prof. Carine Smolders

Transcript of UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN...

Page 1: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

UNIVERSITEIT GENT

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE

ACADEMIEJAAR 2014 – 2015

De motieven voor schenkingen onder levenden

gerelateerd aan de profielkenmerken van de

schenker.

Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van

Master of Science in de Handelswetenschappen

Eline Buyle & Annelies Dhaemers

onder leiding van

Mevr. Elke Vandorpe & Prof. Carine Smolders

Page 2: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...
Page 3: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

UNIVERSITEIT GENT

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE

ACADEMIEJAAR 2014 – 2015

De motieven voor schenkingen onder levenden

gerelateerd aan de profielkenmerken van de

schenker.

Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van

Master of Science in de Handelswetenschappen

Eline Buyle & Annelies Dhaemers

onder leiding van

Mevr. Elke Vandorpe & Prof. Carine Smolders

Page 4: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

I

Vertrouwelijkheidsclausule

PERMISSION

Ondergetekenden verklaren dat de inhoud van deze masterproef mag geraadpleegd en/of

gereproduceerd worden, mits bronvermelding.

Naam student 1: Eline Buyle

Naam student 2: Annelies Dhaemers

Page 5: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

II

Voorwoord

Deze masterproef vormt het sluitstuk van de opleiding Handelswetenschappen met als afstudeerrichting

Accountancy en Fiscaliteit. Doorheen deze opleiding hebben wij de kans gekregen om onze kennis en

ervaring uit te breiden op verscheidene vlakken. Onze opleiding richtte zich niet enkel op economisch

aspect, maar ook op sociaal, psychologisch, financieel en juridisch vlak. Na het aanraken van deze

onderwerpen waren we in staat om doelgericht en bereidwillig een keuze te maken voor Accountancy

en Fiscaliteit als afstudeerrichting.

Het parcours van deze opleiding verliep niet altijd zonder slag of stoot. Daarom willen wij graag de

mensen bedanken die ons tijdens de goede en minder goede periodes hebben bijgestaan en gesteund.

Ook tijdens het drukke masterjaar konden wij steeds op hulp rekenen voor het volbrengen van de

masterproef. In het bijzonder willen wij eerst en vooral mevr. Elke Vandorpe bedanken voor de hulp die

zij heeft geboden bij het verzamelen van de data voor de uitwerking van onze masterproef en de

adviesverlening bij eventuele problemen. Bovendien ook een bedanking aan prof. Carine Smolders voor

de uitgebreide en interessante infosessie omtrent de analyse van de logistische regressie. Tenslotte ook

onze eeuwige dank aan familie, vrienden en kennissen voor de hulp en steun bij het verzamelen van de

enquêtes.

De keuze voor het onderwerp ‘schenkingen’ lag, naar eigen mening, redelijk voor de hand. In de

opleiding hadden we reeds een inleiding tot successie- en registratierechten gekregen waardoor onze

interesse werd aangewakkerd voor het relatief ruime onderwerp. De keuze om na te gaan wat de

specifieke motieven tot schenken zijn, ligt enerzijds aan het feit dat hieromtrent nog weinig onderzoek

naar is verricht in Vlaanderen. Anderzijds mag ook het sociale aspect niet worden vergeten. Door

recente media-aandacht wordt de nieuwsgierigheid bij de bevolking geprikkeld om meer te weten te

komen over hun eigen fiscale mogelijkheden. Tot slot hebben wij voor een duo masterproef gekozen

omdat we doorheen de opleiding al meerdere groepsopdrachten samen tot een goed eind hebben

volbracht. Hierdoor was er reeds onderling vertrouwen aanwezig die deze samenwerking stimuleerde.

Page 6: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

III

Inhoudsopgave

VERTROUWELIJKHEIDSCLAUSULE........................................................................................................ I

VOORWOORD ................................................................................................................................... II

INHOUDSOPGAVE ............................................................................................................................ III

LIJST VAN DE FIGUREN...................................................................................................................... VI

LIJST VAN DE TABELLEN .................................................................................................................... VI

INLEIDING ......................................................................................................................................... 1

1 ONDERZOEK NAAR DE MOTIEVEN VAN SCHENKEN ..................................................................... 3

1.1 Aanleiding van het onderzoek ...................................................................................................................... 3

1.2 Probleemstelling .......................................................................................................................................... 3

1.3 Maatschappelijk nut van het onderwerp ..................................................................................................... 4

1.4 Definities...................................................................................................................................................... 4

1.5 Inzicht in bestaand onderzoek naar de motieven tot schenken .................................................................... 5

1.5.1 Wegwijs in motieven tot schenkingen ....................................................................................................... 5

I. Schenking versus erfenis ............................................................................................................................ 6

II. Altruïsme of ‘Exchange’ ............................................................................................................................. 7

III. Een ander motief om te schenken ............................................................................................................. 8

IV. Consensus ................................................................................................................................................ 12

1.5.2 Wegwijs in motieven tot niet schenken ................................................................................................... 13

1.5.3 Het profiel van de schenker in kaart gebracht ......................................................................................... 14

1.6 Inleiding in het Belgisch rechtssysteem m.b.t. schenkingen ........................................................................15

1.6.1 Schenking versus testament .................................................................................................................... 15

1.6.2 Schenkingen onder levenden ................................................................................................................... 16

1.6.3 Soorten schenkingen ................................................................................................................................ 18

I. Handgift ................................................................................................................................................... 18

Page 7: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

IV

II. Bankgift .................................................................................................................................................... 18

III. Notariële schenking ................................................................................................................................. 19

1.6.4 Voorwaarden verbonden aan officiële schenking ................................................................................... 19

1.6.5 Schenkingsrechten van roerende en onroerende goederen in Vlaanderen ............................................ 21

I. Tarieven roerende goederen ................................................................................................................... 22

II. Tarieven onroerende goederen ............................................................................................................... 22

III. Tarieven bouwgronden (Art. 2.8.4.2.1 VCF) ............................................................................................ 23

1.6.6 Antimisbruikbepaling bij schenkingen ..................................................................................................... 24

1.6.7 Fiscale druk binnen de Vlaamse Provincies ............................................................................................. 24

2 MOTIEVEN VAN SCHENKINGEN: ONDERZOEK UIT DE PRAKTIJK ................................................. 28

2.1 Dataverzameling .........................................................................................................................................28

2.1.1 Opzet en inhoud van de enquête............................................................................................................. 28

2.1.2 Aanpak dataverzameling .......................................................................................................................... 28

2.1.3 Omschrijving en omvang steekproef ....................................................................................................... 29

2.1.4 Voor- en nadelen van dataverzameling ................................................................................................... 30

2.2 Hypothesen .................................................................................................................................................31

2.3 Model .........................................................................................................................................................34

2.3.1 Sociaal motief om te schenken ................................................................................................................ 38

2.3.2 Financieel motief om te schenken ........................................................................................................... 44

2.3.3 Fiscaal motief om te schenken ................................................................................................................. 50

2.3.4 Sociaal motief om niet te schenken ......................................................................................................... 55

2.3.5 Financieel motief om niet te schenken .................................................................................................... 59

2.3.6 Fiscaal motief om niet te schenken ......................................................................................................... 62

2.3.7 Het algemene model tot schenken .......................................................................................................... 65

2.3.8 Vergelijkende analyse van de motieven .................................................................................................. 73

2.4 Conclusie van het onderzoek ......................................................................................................................75

3 AANBEVELINGEN ..................................................................................................................... 77

Page 8: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

V

4 LIJST VAN DE GERAADPLEEGDE WERKEN/ BIBLIOGRAFIE ................................................... LXXVIII

5 BIJLAGEN ........................................................................................................................ 2.4—82

5.1 Enquête ............................................................................................................................................. 5.1—82

5.2 Synthesetabel literatuur .................................................................................................................... 5.2—88

5.3 Media publicaties ............................................................................................................................... 5.3—96

5.3.1 Lagere schenkingsrechten zullen ontwijking belastingen beperken............................................... 5.3—96

5.3.2 Inspectie Financiën sabelt lager schenkingstarief neer .................................................................. 5.3—98

5.3.3 Lang sparen en trouwen maken je rijk .......................................................................................... 5.3—100

5.4 Output SPSS ..................................................................................................................................... 5.4—102

5.4.1 Uiteenzetting variabelen ............................................................................................................... 5.4—102

5.4.2 Logistische regressie omtrent motieven ....................................................................................... 5.4—110

5.4.2.1 Logistische regressie met sociaal motief als afhankelijke ................................................... 5.4—110

5.4.2.2 Logistische regressie met financieel motief als afhankelijke............................................... 5.4—116

5.4.2.3 Logistische regressie met fiscaal motief als afhankelijke .................................................... 5.4—123

5.4.2.4 Logistische regressie met sociaal motief tot niet schenken als afhankelijke ...................... 5.4—129

5.4.2.5 Logistische regressie met financieel motief tot niet schenken als afhankelijke .................. 5.4—134

5.4.2.6 Logistische regressie met fiscaal motief tot niet schenken als afhankelijke ....................... 5.4—138

5.4.2.7 Logistische regressie van het algemeen model tot schenken ............................................. 5.4—145

5.4.3 Profielkenmerken van de schenker .............................................................................................. 5.4—156

5.4.3.1 Frequenties .......................................................................................................................... 5.4—156

5.4.3.2 Gemiddeldes ........................................................................................................................ 5.4—161

Page 9: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

VI

Lijst van de figuren Figuur 1: Stellingen van Schenkingen (Ruis, 2013) ..................................................................................... 11

Figuur 2: Overloop van exchange naar altruïsme ...................................................................................... 12

Figuur 3: Synthesefiguur omtrent motieven .............................................................................................. 13

Figuur 4: Fiscale druk provincies 2014 ....................................................................................................... 26

Figuur 5: Dataverzameling enquêtes ......................................................................................................... 30

Figuur 6: Motieven tot schenken ............................................................................................................... 36

Figuur 7: Beroepsstatus binnen algemeen model ..................................................................................... 70

Lijst van de tabellen Tabel 1: Schenkingstarief van onroerende goederen in rechte lijn ........................................................... 22

Tabel 2: Schenkingstarief van onroerende goederen: andere categorieën ............................................... 23

Tabel 3: Schenkingstarieven bouwgrond in rechte lijn .............................................................................. 23

Tabel 4: Schenkingstarieven bouwgrond: andere categorieën .................................................................. 24

Tabel 5: Uiteenzetting dummy ................................................................................................................... 37

Tabel 6: Odds ratio sociaal motief .............................................................................................................. 39

Tabel 7: Resultatentabel logistische regressie met sociaal motief (significantie level: *=10%, **=5%,

***=10%) .................................................................................................................................................... 41

Tabel 8: Resultatentabel2 logistische regressie met sociaal motief (significantie level: *=10%, **=5%,

***=10%) .................................................................................................................................................... 43

Tabel 9: Odds ratio financieel motief ......................................................................................................... 45

Tabel 10: Resultatentabel logistische regressie met het financieel motief (significantie level: *=10%,

**=5%, ***=10%) ....................................................................................................................................... 47

Tabel 11: Resultatentabel2 logistische regressie met het financieel motief (significantie level: *=10%,

**=5%, ***=10%) ....................................................................................................................................... 49

Tabel 12: Odds ratio fiscaal motief ............................................................................................................ 51

Tabel 13: Resultatentabel logistische regressie met het fiscale motief (significantie level: *=10%, **=5%,

***=10%) .................................................................................................................................................... 52

Tabel 14: Resultatentabel2 logistische regressie met het fiscale motief (significantie level: *=10%,

**=5%, ***=10%)36 .................................................................................................................................... 54

Page 10: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

VII

Tabel 15: Odds ratio sociaal motief niet schenken .................................................................................... 56

Tabel 16: Resultatentabel logistische regressie met het sociale motief tot niet schenken (significantie

level: *=10%, **=5%, ***=10%) ................................................................................................................. 57

Tabel 17: Odds ratio financieel motief niet schenken ............................................................................... 59

Tabel 18: Resultatentabel logistische regressie met het financieel motief tot niet schenken (significantie

level: *=10%, **=5%, ***=10%) ................................................................................................................. 60

Tabel 19: Odds ratio fiscaal motief niet schenken ..................................................................................... 63

Tabel 20: Resultatentabel logistische regressie met het fiscale motief tot niet schenken (significantie

level: *=10%, **=5%, ***=10%) ................................................................................................................. 64

Tabel 21: Classificatie tabel van het motief fiscaal tot niet schenken ....................................................... 65

Tabel 22: Odds ratio algemeen model 1 .................................................................................................... 66

Tabel 23: Resultatentabel logistische regressie met het schenkingsgedrag (significantie level: *=10%,

**=5%, ***=10%) ....................................................................................................................................... 67

Tabel 24: Odds ratio algemeen model 2 .................................................................................................... 69

Tabel 25: Resultatentabel2 logistische regressie met het schenkingsgedrag (significantie level: *=10%,

**=5%, ***=10%) ....................................................................................................................................... 71

Tabel 26: Vergelijkende tabel motieven .................................................................................................... 73

Page 11: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

1

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Inleiding

Uit bestaande literatuur blijkt dat er nog weinig geweten is over de effectieve beweegredenen van

schenken bij de Vlaamse bevolking. Bovendien is duidelijk gebleken dat de Vlaamse bevolking

terughoudend is over dergelijke onderwerpen. De Vlaming is daarentegen wel geïnteresseerd in de

problematiek en zou meer kennis willen verwerven over het onderwerp. Toch is er een zekere drempel

aanwezig die moeilijk te overbruggen valt. Vaak komt ook naar voor dat de motieven tot schenken

verband hebben met erfenissen en meer bepaald met de onderwerpen ‘dood’ en ‘overlijden’. Zulke

onderwerpen schrikken vele mensen af, wat ervoor zorgt dat zulke gesprekken en activiteiten van

vermogensplanning op de lange baan worden geschoven.

De recente media-aandacht omtrent de hervorming van schenkingsrechten doet menig individu toch

nadenken over hun fiscale plannen en mogelijkheden. De regering speelt hierop in door te spreken over

een verlaging van de schenkingsrechten op onroerende goederen1. Politici hebben hierbij als standpunt

dat op heden weinig schenkingen volbracht worden, met als gevolg een relatief lage inkomst uit

schenkingsrechten2. Door de eventuele verlaging van de tarieven zouden mensen terug durven

schenken. Bovendien zullen mensen minder geneigd zijn fiscale constructies op te zetten om de

schenkingsrechten te omzeilen2. Hierdoor zou er een stijging van inkomsten bij de regering tot stand

komen omdat individuen niet langer wachten tot hun overlijden om hun vermogen en bezittingen over

te dragen. De beslissing tot een lager tarief voor schenkingen van onroerende goederen botste evenwel

op een negatief advies van de Inspectie Financiën1. Zij verwachten niet dat individuen vaker zullen

schenken indien de tarieven dalen. Op die manier wordt de stijging van inkomsten op lange termijn in

twijfel getrokken.

Daar het onderwerp ‘schenkingen’ steeds vaker naar voor komt en toch nog weinig geweten is over het

schenkingsgedrag én de motieven tot schenken van de Vlaamse bevolking, leek het zinvol om na te gaan

wat de beweegredenen zijn om schenkingen vandaag de dag te volbrengen. Bovendien wordt ook

nagegaan welke profielkenmerken kunnen gerelateerd worden aan de Vlaamse schenker. De eerste stap

1 De Tijd, Inspectie Financiën sabelt lager schenkingstarief neer,

http://www.tijd.be/politiek_economie/belgie_vlaanderen/Inspectie_Financien_sabelt_lager_schenkingstarief_neer.9626978-3137.art?highlight=schenking (consultatie 11 mei 2015). 2 De Tijd, Lagere schenkingsrechten zullen ontwijking belastingen beperken,

http://netto.tijd.be/dossier/erfenisgids/Lagere_schenkingsrechten_zullen_ontwijking_belastingen_beperken.9618

733-8011.art (consultatie 30 april 2015).

Page 12: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

2

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

tot onderzoek vereist een afname van enquêtes3 bij de Vlaamse bevolking in de grootsteden van

Vlaanderen. Hierbij werd een afname verwezenlijkt van 957 enquêtes die zowel online als mondeling

werden afgenomen. Evenwel bleek dit aantal onvoldoende groot te zijn om een representatief en

kwalitatief onderzoek te leiden naar de motieven tot schenken, waardoor er gebruik gemaakt werd van

een groter databestand met 4.413 respondenten.

Bovendien werden de onderzochte motieven tot schenkingen onderverdeeld in drie grote stromingen.

Uit de afname van enquêtes bleek namelijk dat respondenten schenken om (1) sociale redenen, zoals

bijvoorbeeld om hun naasten te helpen bij een belangrijke activiteit. Daarnaast schenken respondenten

ook vanuit (2) financiële redenen, meer bepaald schenken omwille van het feit dat ze voldoende

vermogen bezitten dat niet meer benut zal worden. Tot slot zullen respondenten ook schenken vanuit

(3) fiscale beweegredenen, met andere woorden, zo voordelig mogelijk vermogen overdragen.

Vervolgens werd van het databestand gebruik gemaakt om verscheidene logistische modellen uit te

voeren met als afhankelijke variabelen de drie grote stromen van motieven. Overigens werd ook een

bijkomend onderzoek verricht naar de motieven tot niet schenken en werd een algemeen model

opgesteld omtrent de respondenten die reeds een schenking hebben volbracht.

In het eerste luik van deze uiteenzetting zal dieper worden ingegaan op de sociale nood aan dit

onderzoek. Hierbinnen valt de probleemstelling van het onderwerp, het maatschappelijke nut en de

aanleiding van het onderzoek. Daarenboven omsluit het eerste luik een grondig literatuuroverzicht over

de bestaande theorieën rond motieven tot schenken. Vervolgens wordt het eerste luik afgesloten met

een wetgevend kader over schenkingen en de schenkingsrechten. Het tweede luik zal een beschrijving

geven van de uitgevoerde dataverzameling, de methodologie van de analyse en de opgestelde

hypothesen met als sluitstuk de resultaten van de uitgevoerde logistische modellen en een conclusie.

Tot slot omvat het derde luik van dit onderzoek aanbevelingen en een kritische kijk op het eigen

onderzoek.

3 Zie bijlage 5.1 Enquête

Page 13: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

3

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

1 Onderzoek naar de motieven van schenken

1.1 Aanleiding van het onderzoek In samenwerking met het Steunpunt Fiscaliteit en Begroting wordt in deze masterproef nagegaan wat

de drijfveer is om schenkingen te verrichten. Dit onderwerp is bewust gekozen aangezien het zowel

praktijkgericht is als een toepassing van de bestaande wetgeving van schenkingen en de

schenkingstarieven. Hierdoor wordt het mogelijk om de praktijk te kunnen toetsen aan de theoretische

modellen.

Het opzet van deze masterproef is om meer kennis te vergaren over wat de bevolking weet en kent over

de problematiek van schenkingen. Aan de hand van een opgestelde enquête4 wordt nagegaan wat de

fiscale kennis en achtergrond is van de respondenten. Op deze manier ontstaat een beeld van wat er bij

de Vlaamse bevolking over schenkingen leeft.

1.2 Probleemstelling De probleemstelling van deze uiteenzetting bestaat uit de motieven voor schenkingen onder levenden

gerelateerd aan de profielkenmerken van de schenker. Aan de hand van deze titel zullen verscheidene

hypotheses worden nagegaan. Deze problematiek gaat uit van fundamenteel onderzoek aangezien er

geen specifieke vraag werd gesteld binnen de bedrijfscultuur. Het antwoord op deze onderzoeksvraag is

daarom puur van algemeen belang voor de Vlaamse bevolking.

De probleemstelling gaat bovendien uit van een verklarende opvatting aangezien er stapsgewijs een

oplossing zal worden gevonden voor de vooropgestelde onderzoeksvraag. Dit zal zijn uitwerking vinden

aan de hand van primaire en secundaire bronnen. De primaire bron omsluit een enquête die

eigenhandig werd afgenomen. Daar tegenover bestaan de secundaire bronnen voornamelijk uit

bestaande literaire naslagwerken, recente artikelen uit vaktijdschriften, juridische bronnen,

gespecialiseerde handboeken, vakwoordenboeken, enz.

Tenslotte gaat het onderzoek uit van een korte termijnverloop aangezien de afname van enquêtes over

een periode van vijf weken werd gespreid. De populatie die in het vizier werd genomen, behelst de

Vlaamse bevolking. De afname van de enquête werd zoveel mogelijk gespreid over verschillende

belangrijke stadcentra in Vlaanderen. Op die manier wordt een representatief beeld gecreëerd over het

schenkingsgedrag bij de Vlaming.

4 Zie bijlage 5.1 Enquête

Page 14: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

4

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

1.3 Maatschappelijk nut van het onderwerp Het onderwerp ‘schenkingen en erfenissen’ is een vaak besproken thema, toch bestaat er een zekere

angst bij de Vlaming om openlijk over hun persoonlijke situatie te spreken. Het Steunpunt Fiscaliteit en

Begroting speelt hierop in door een grootschalig onderzoek te voeren naar de fiscale kennis en

achtergrond van de respondenten over schenkingen en erfenissen.

Ieder individu weet dat er belastingen dienen betaald te worden en zal grotendeels beamen dat deze

vaak te hoog zijn. Maar effectief de stap zetten om aan vermogensplanning te doen en dus het

optimaliseren van de belastingschuld is voor het overgrote deel van de Vlaamse bevolking een ‘ver van

mijn bed show’. Schenkingen worden vaak geassocieerd met de zegswijze ‘zich uitkleden voor het

slapengaan’ (Spruyt, 2008). Vandaag de dag hebben mensen het hier moeilijk mee omdat ze op die

manier al een deel van hun vermogen moeten afstaan voor hun overlijden. Mensen hebben liever

financiële zekerheid gedurende hun bestaan.

Tenslotte is het in de praktijk vaak moeilijk te bepalen of mensen schenken vanuit het oogpunt van

vrijgevigheid, voorzienbaarheid of vanuit een morele plicht. Het is ook vaak niet duidelijk of een

schenking uit morele plicht of uit een liefdadigheidsgevoel werd volbracht. Dit probleem komt vaak naar

bij de kwalificatie of een begunstiging al dan niet een schenking is. Met andere woorden, schenken uit

een echte vrijgevigheid kan worden aanschouwd als een echte schenking in tegenstelling tot een

schenking vanuit de morele plicht. (TPR & Kluwer, 2013)

1.4 Definities 1. ‘Inter vivos transfer’ kan worden geformuleerd als een schenking onder levenden. Dit betekent dat

er een vermogens- of goederenoverdracht plaatsvindt van schenker naar begunstigde, gedurende

het leven van de schenker. De schenking onder levenden staat in contrast met een schenking

opgemaakt in een testament of een erfenis aangezien bij dergelijke overdrachten de daad

plaatsvindt na de dood van de schenker. (Legal Information Institute, 2015)

2. ‘Gift giving’ is een intrigerend en universeel gedrag dat kan omschreven worden als een retorisch

gestuurde activiteit (Sherry, 1983). Met andere woorden, ‘gift giving’ kan worden omschreven als

het proces waarbij een individu een deel van zijn vermogen of een (on)roerend goed schenkt aan

een zelfbepaalde begiftigde.

3. ‘Bequest’ is het schenken van persoonlijke eigendom onder een testament. Een ‘bequest’ of erfenis

is niet altijd vanzelfsprekend. Het is eerder voorwaardelijk aangezien het afhankelijk is van een

Page 15: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

5

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

gebeurtenis, namelijk de dood van het individu dat het testament opmaakt. (Legal Dictionary,

2015)

4. Altruïsme houdt in dat de schenker een deel van zijn vermogen overdraagt aan de ontvanger

zonder enige tegenprestatie te verwachten. De schenker zal begiftigen met als enige reden een

goed gevoel te creëren zowel bij zichzelf als bij de ontvanger van de schenking. (Cox, 2004)

5. ‘Exchange’ bevat de overdracht van middelen naar begiftigden in ruil voor een of andere

tegenprestatie, vaak tegen betaling. (Villanueva, 2005)

6. ‘Joy-of giving’ hangt erg samen met het ‘warm-glow’ model. Schenken onder ’joy-of giving’

betekent dat de schenker enkel een ander zal begiftigen vanuit de voldoening van het schenken

zelf. (Konow, 2006)

7. ‘Warm glow’ wordt geformuleerd als de voorkeur voor het geven zelf.

8. ‘Accidental bequest’ of anders geformuleerd: het toevallig begiftigen van een persoon, omvat de

reguliere erfenissen. Wanneer een persoon sterft, zal zijn vermogen in ieder geval overgaan naar

descendenten of ascendenten ook al gaat de persoon in kwestie hier niet mee akkoord. (Kopczuk,

2010)

9. ‘Capitalistic spirit motive’ betekent dat rijkdom en het hebben van vermogen op zich een voordeel

is voor het individu. Het is in feite gelijklopend met het voorgaande ‘joy-of-giving’ model, maar het

gedrag van de schenker wordt niet beïnvloed door de verschillende belastingen. (Kopczuk, 2010)

10. ‘Wealth transfer taxation’ behelst de belasting op overdracht van een vermogen, de

schenkingsbelasting.

1.5 Inzicht in bestaand onderzoek naar de motieven tot schenken

1.5.1 Wegwijs in motieven tot schenkingen

In het algemeen kan er worden gesteld dat de motieven voor schenken en erven nog niet vaak zijn

onderzocht (Cox & Rank, 1992 en Villanueva, 2005). Schenkingen worden vaak binnenshuis geregeld,

met als reden dat schenkingen zich in de private en discrete sfeer bevinden (Smolders, 2012). Echter,

door deze trend is er weinig informatie beschikbaar over schenkingen die reeds zijn ontvangen of

gedaan. Bovendien stellen Komter en Vollebergh (1997) dat het moeilijk is om de motivaties van

Page 16: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

6

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

schenken vast te leggen aangezien mensen zich niet volledig bewust zijn van hun motieven. Uit deze

vaststellingen kan worden opgemaakt dat verder onderzoek aan de orde is.

I. Schenking versus erfenis

Als grondslag voor de analyse naar reeds bestaande literatuur over motieven van schenkingen en

erfenissen werd gebruik gemaakt van meerdere wetenschappelijke en fiscale bronnen. Zo haalt onder

andere Kopczuk (2010) meerdere motieven voor erfenissen aan zoals altruïsme, ‘exchange’, ‘joy-of

giving’, onbedoelde nalatenschappen, kapitalistische motieven, uitstelgedrag, andere psychologische

verklaringen en ten slotte een combinatie van de voorgaande motieven. Deze motieven worden zowel

aangehaald bij erfenissen als schenkingen. Hieruit kan worden opgevat dat de motieven van erfenissen

sterk gelijklopend zijn met de motieven voor schenkingen. Dit wordt ook gestaafd door onderzoek van

Van Houtven & Norton (2006); Mirrlees (2010); McGarry (2013) en Sherry (1983).

Hoewel de motieven van schenkingen en erfenissen gelijklopend zijn, worden er door Norton en Van

Houtven (2006) in hun literatuuronderzoek toch drie redenen aangehaald waarom schenkingen boven

erfenissen worden verkozen. Ten eerste heeft een schenking een meer vooropgesteld doel. Dit kan

bijvoorbeeld betekenen dat er een sterke link bestaat tussen het bedrag van de schenking en de

informele zorg. Stel dat een kind meer zorg en aandacht besteedt aan zijn ouders op latere leeftijd, kan

dit een positief effect veroorzaken in het bedrag van de schenking die de ouders verrichten naar het

kind. Voor het tweede voordeel wordt dieper ingegaan op de mogelijke aktes bij schenkingen en

erfenissen. Zo wordt er aangehaald dat de kostprijs om een schenkingsakte te laten opmaken minder

zwaar is dan de kostprijs om een testament, een mogelijke akte bij erfenis, te laten wijzigen. Tenslotte

kunnen schenkingen discreter worden uitgevoerd dan erfenissen. Zo kan er bijvoorbeeld geschonken

worden aan één kind zonder dat de andere kinderen hiervan kennis hebben. (Norton & Van Houtven,

2006)

Langs de andere kant is er ook een negatief aspect verbonden aan schenkingen in vergelijking met

erfenissen. In familiale omstandigheden worden erfenissen evenredig verdeeld onder de descendenten

in tegenstelling tot schenkingen. Schenkingen worden eerder disproportioneel verdeeld onder de

afstammelingen (Norton & Van Houtven, 2006). Dit kan voor wrijving zorgen aangezien onevenredige

verdelingen favoritisme benadrukken (Menchik, 1980). Bovendien blijkt ook uit recenter onderzoek van

Cox (2003) het begrip favoritisme naar voor te komen. Hier wordt gestaafd dat erfenissen een gelijke

verdeling kennen en schenkingen favoritisme kunnen veroorzaken naar één van de kinderen. Een

verklaring hiervoor is dat de schenker het ene geslacht boven het andere verkiest voor redenen zoals

Page 17: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

7

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

rijkdom en educatie. Ook de mogelijkheid tot succes van het kind is een verklaring die wordt gegeven

waarom het ene kind soms boven het andere wordt gekozen om te begiftigen. (Cox, 2003)

Een andere mogelijke verklaring waarom ouders disproportioneel schenken aan hun afstammelingen is

dat de kinderen die het dichtst bij zich staan vaker overgaan tot een wederdienst na het ontvangen van

een schenking. Kinderen die een zekere afstand hebben tegenover hun ouders zullen minder vaak een

gunst bewijzen na het ontvangen van een schenking. (Berry, 2008)

Tenslotte leert een evolutie in de tijd ons dat de kinderen die reeds zelf enige rijkdom hadden

verworven, vroeger het vaakst schenkingen ontvingen (Cox & Rank, 1992). Echter, deze trend is sterk

gewijzigd aangezien recenter onderzoek van Cox (2003) aantoont dat kinderen die minder welgesteld

zijn, meer worden begiftigd door hun ouders. McGarry (1999) geeft voor deze evolutie de verklaring dat

het aantal schenkingen van ouders naar kinderen toe een verband heeft met het huidige inkomen van

de begunstigden. Dit betekent dat kinderen met minder financiële middelen veeleer worden begiftigd

dan kinderen met voldoende financiële middelen.

II. Altruïsme of ‘Exchange’

Toegespitst op de motieven voor schenkingen zijn er twee grote strekkingen in de bestaande literatuur.

Enerzijds wordt er in de literatuur gesproken over ‘altruïsme’, anderzijds komt het begrip ‘exchange’

meer en meer naar voor. Altruïsme houdt in dat de schenker een deel van zijn vermogen overdraagt aan

de ontvanger zonder verwachting van enige tegenprestatie. Met andere woorden, de schenker begiftigd

met als reden om een goed gevoel te creëren zowel bij zichzelf als bij de ontvanger van de schenking

(Cox & Soldo, 2004). Binnen deze strekking wordt altruïsme onderverdeeld in ‘zuiver’ en ‘onzuiver’

altruïsme. Volgens Konow (2006) houdt zuiver altruïsme in dat een schenker een materialistisch of

psychisch voordeel toekent aan de begiftigde. Dit betekent dat er geen tegenprestatie wordt verwacht.

Onzuiver altruïsme behelst zowel het zuiver altruïsme als het begrip ‘warm glow’. Het motief ‘warm

glow’ wordt gedefinieerd als de voorkeur van de donor voor het geven zelf. Overeenkomstig blijkt uit

het literatuuronderzoek van Konow (2006) dat het motief om te schenken losstaat van het genoten

voordeel door de ontvanger.

Het prominente alternatief voor het altruïstisch motief is het ‘exchange’ gemotiveerd schenken

(Kopczuk, 2010). Deze strekking omvat de overdracht van middelen naar begiftigden in ruil voor een of

andere voorziening tegen betaling (Villanueva, 2005). Er wordt dus een tegenprestatie verwacht van de

begiftigde. ‘Exchange’ is echter niet het enige motief voor ‘inter-vivos’ schenkingen, andere redenen zijn

Page 18: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

8

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

ook altruïsme, familiale verplichtingen, ‘joy-of giving’ en sparen uit voorzorg (Norton & Van Houtven,

2006).

Ter conclusie van beide strekkingen kan worden gesteld dat in de bestaande literatuur zowel altruïsme

evenals ‘exchange’ als gelijkwaardige motieven worden beschouwd. Zo vinden Arrondel en Laferrère

(2001) dat zowel altruïsme als ‘exchange’ belangrijke motieven zijn. Nochtans is er geen van beide

modellen overheersender dan het andere. Omdat het niet eenvoudig is om één enkel motief te

ontdekken bij een schenking, wordt het model van ‘joy-of giving’ naar voor geschoven als best passende

motief voor schenkingen (Arrondel & Laferrère, 2001).

III. Een ander motief om te schenken

Naast de twee determinerende strekkingen zijn er ook verscheidene andere motieven om te schenken.

In het onderzoek van Nishiyama (2000) wordt als hypothese gesteld dat er drie beweegredenen

voorhanden zijn om te bepalen of een schenking al dan niet doelbewust is. Eerst en vooral bespreekt

Nishiyama (2000) altruïsme (zie supra 1.5.1), vervolgens kaart hij het motief ‘self-interest’ aan. Tot deze

categorie behoren zowel ‘joy-of giving’ als ‘warm glow’. Tenslotte vermeld hij het strategische motief,

waaronder ‘gift exchange’ schenkingen vallen (Nishiyama, 2000). De auteur gaat ervanuit dat

doelbewuste schenkingen vooral altruïsme als motief hebben, doch kunnen schenkingen ook

gedeeltelijk uitgevoerd worden uit een onbaatzuchtig of strategisch motief. Daarnaast kunnen de

andere motieven worden gecategoriseerd aan de hand van drie stromingen.

Emotionele motieven tot schenken

De Cock (2011) heeft in haar onderzoek gerefereerd naar de motieven die Sargeant en Woodliffe (2007)

aanhaalden met betrekking tot schenkingen aan het goede doel. De motieven tot schenken aan het

goede doel zijn altruïsme, eigenbelang, empathie, sympathie, angst, medelijden, schuldgevoel, sociale

rechtvaardigheid, prestige, ‘making a difference’ en belastingen (Sargeant & Woodliffe , 2007).

Een eerste emotioneel motief is het schenken vanuit eigenbelang. Dit betekent dat de schenker vanuit

eigenbelang zal schenken. Dit motief wordt aanzien als een rationeel proces waarbij de schenker de

kosten en voordelen van zijn schenking in kaart brengt. Dit proces verklaart niet alle schenkingen

aangezien ook vele schenkingen gebeuren zonder een voordeel te willen verkrijgen. Sommige

schenkingen worden anoniem verricht waardoor er geen direct voordeel verkregen wordt bij de

anonieme schenker. (Walker & Pharoah, 2002)

Page 19: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

9

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Bovendien kan er ook worden geschonken vanuit een gevoel voor empathie. Empathie wordt

omschreven als een individueel emotioneel gevoel van meeleven met anderen. Sargeant en Woodliffe

(2007) stellen uit hun onderzoek een sterke correlatie vast tussen het schenkingsgedrag en het niveau

van empathie van de schenker.

Naast het schenken vanuit empathie, is er ook een stroom die schenkt vanuit sympathie. Dit motief kan

ook worden aangehaald als motief voor het schenken onder levenden aangezien de schenker een goed

gevoel heeft bij de andere persoon (begunstigde). (Sargeant & Woodliffe , 2007)

Vervolgens hebben de motieven angst, medelijden en schuldgevoel een positieve impact op het

overgaan tot schenken. Met andere woorden, hoe groter het gevoel van angst, medelijden of

schuldgevoel voor de potentiële begunstigde, hoe groter de kans dat de schenker effectief gaat

begunstigen. (Sargeant & Woodliffe , 2007)

Daarnaast is schenken vanuit een sociale rechtvaardigheid een emotionele beweegreden tot schenken.

Miller (1977) stelt dat als er een grotere aandacht is bij de schenker voor de sociale rechtvaardigheid in

de wereld, deze persoon gemotiveerder zal zijn om schenkingen te doen in de hoop dat zijn gift een

invloed zal hebben op een betere wereld. Toch dient deze veronderstelling met een korreltje zout te

worden aangenomen aangezien dit aansluit bij de tijdsgeest van de jaren ‘80. Deze visie kan

geëvolueerd zijn.

Prestige en ‘making a difference’ zijn motieven die beide voortlopen vanuit een filantropisch inzicht.

Prestige is meer gericht naar de erkenning van personen in de schenkers naaste omgeving. Met andere

woorden, de schenker zal begiftigen met als doel om de schenking publiek bekend te maken en hiervoor

erkenning te krijgen. In tegenstelling tot prestige is ‘making a difference’ een individueel emotioneel

motief dat veroorzaakt wordt door de drang om een verschil te kunnen maken. (Sargeant & Woodliffe,

2007)

Voorts geeft McGarry (2013) vijf categorieën weer van motieven voor schenkingen onder levenden, één

hiervan is het ‘warm glow’ model. Dit geeft de schenkers een gevoel van voldoening door het schenken

zelf. Hierbij dient het positief effect van ‘double counting’ te worden aangehaald. Dit betekent dat

schenkingen zowel een positieve invloed hebben op de schenkers als op de begiftigden (Kopczuk, 2010).

Echter, volgens Konow (2006) kunnen deze effecten wel gemengde emoties met zich meebrengen.

Kortom, een grotere vrijgevigheid kan voor zowel een slechter of beter gevoel zorgen. Dit gevoel hangt

nauw samen met de omstandigheden van de schenking. (McGarry, 2013)

Page 20: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

10

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Tot slot werd ook in het onderzoek van Ruis (2013) een bevraging gedaan omtrent de redenen tot

schenken. Hierbij werd gebruik gemaakt van eigen empirisch onderzoek door middel van een enquête

afgenomen in 2013 en data uit de DNB Household Survey. De eigen data is onttrokken uit 215

Nederlandstalige respondenten met een leeftijdscategorie van boven de dertig. Uit de databank van

DNB Household Survey zijn er gegevens van 2000 Nederlandstalige bevolking betreffende de jaren 2009,

2010 en 2012 beschikbaar gesteld. Bovendien wordt in het onderzoek van Ruis (2013) een onderscheid

gemaakt tussen de huidige en toekomstige schenkers. Ruis (2013) heeft hiervoor gebruik gemaakt van

enkele stellingen die het gevoel beschrijven bij een schenking. Hierbij wordt de stelling ‘schenken geeft

mij een goed gevoel” geanalyseerd. Deze stelling kan worden gekoppeld aan het hierboven vermelde

‘joy-of giving’ model. Uit figuur 1 (zie hieronder) blijkt dat er een evenredig evenwicht bestaat tussen

huidige en toekomstige schenkers die het motief ‘joy-of giving’ hanteren.

Sociale motieven tot schenken

Naast de emotionele motieven tot schenken bestaat er ook een stroming van sociale motieven tot

schenken die een individu overhalen om zijn vermogen over te dragen.

Een eerste sociaal motief is het paternalistisch model van McGarry (2013). Dit houdt in dat de ouders

zich eerder zullen buigen over de consumptie van hun kinderen dan het nut van de schenking.

Bovendien blijkt het model tot voortbestaan van erfelijke eigenschappen, waar de ouders (schenkers)

investeren in de kinderen tot het voorbrengen van kleinkinderen, aan belang te winnen. Bij dit model

verzekert men zich tot het verder bestaan van hun familiale opvolgers. Met andere woorden, de ouders

schenken een deel aan hun kinderen waardoor de financiële toestand van de kinderen gunstiger wordt.

Op die manier hebben de kinderen een grotere financiële zekerheid waardoor de drempel tot

voortbrengen van eigen kinderen minder groot is. (McGarry, 2013)

Voorts geeft McGarry (2013) ook aan dat een ouder zal schenken indien er zich een belangrijke

gebeurtenis voordoet in het leven van zijn kind. Dit kunnen zowel positieve als negatieve

gebeurtenissen zijn. McGarry (2013) omschrijft dit als blijde gebeurtenissen, zoals het behalen van een

diploma door het kind, het huwelijk van het kind, het krijgen van kleinkinderen, enzovoort. De negatieve

gebeurtenissen omschrijft McGarry (2013) als ongunstige gebeurtenissen. Voorbeelden hiervan zijn een

negatieve dip in het inkomen van het kind, het ontslag van het kind, een scheiding van het kind en het

verliezen van de eigen woning door het kind. Hierbij dient te worden opgemerkt dat schenking van

ouders naar kinderen niet enkel zal plaatsvinden als er zich een belangrijke gebeurtenis voordoet, maar

dat een schenking ook kan plaatsvinden door andere motieven (McGarry, 2013).

Page 21: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

11

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Tot slot blijkt uit het onderzoek van Ruis (2013) dat het schenken “vanuit de behoefte om de personen

aan wie ik schenk te verzorgen” aansluit bij de sociale motieven tot schenken. Figuur 1 toont aan dat dit

motief sterk speelt zowel bij de huidige als bij de toekomstige schenkers. Tevens blijkt dat schenken

“vanuit een dringende morele verplichting en mijn naasten hebben de financiële middelen nodig om in

hun levensonderhoud te kunnen voorzien” beduidend minder doorslaggevend is om te schenken in

vergelijking met andere motieven uit figuur 1. Deze zwakke voorkeur is duidelijk aanwezig bij de huidige

en toekomstige schenker.

Fiscale/financiële motieven tot schenken

Ook bij de fiscale en financiële stroming haalt Ruis (2013) aan dat er bij het schenken met als motief

“omdat ik het geld niet meer zelf nodig heb” een grote discrepantie bestaat tussen de huidige en

toekomstige schenkers om deze stelling als motief aan te duiden. Bovendien stelt Ruis (2013) dat er nog

een ander motief tot schenken bestaat namelijk “de besparing van erfbelasting”. Dit motief heeft een

verband met de omvang van de overdracht van het vermogen onder levenden. Mensen die in de

toekomst van plan zijn een gedeelte van hun bezit over te dragen, zullen eerder overgaan tot schenken

in plaats van hun vermogen na te laten na de dood. De beweegreden hiervoor is dat men op die manier

hoge successiebelastingen kan vermijden. Uit figuur 1 blijkt dat dit motief niet zal spelen bij mensen die

nu een deel schenken of reeds een deel hebben geschonken bij de beslissing tot overdracht van

Figuur 1: Stellingen van Schenkingen (Ruis, 2013)

Page 22: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

12

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

vermogen. Vervolgens kan worden aangekaart dat een belastingbesparing nooit het enige motief zal zijn

om te schenken (Ruis, 2013).

Tot slot kan de belastingdruk ook een rol spelen als motief tot schenken. Met andere woorden, er is een

sterk tegengesteld verband tussen het niveau van belastingen en het aantal schenkingen. (Sargeant &

Woodliffe, 2007)

IV. Consensus

Zoals bij de bespreking van bovenstaande motieven vaak werd aangehaald, kunnen de motieven niet

altijd als doorslaggevend worden aanschouwd. Vaak is het zo dat meerdere motieven een individu

overtuigen om te schenken. Als besluit kan uit figuur 3 worden opgemaakt dat er eigenlijk geen

consensus is over de aard van een motief. Er wordt gesproken van twee uitersten zoals te zien in figuur

2, namelijk ‘exchange’ en altruïsme, hoewel de literatuur eerder neigt naar het altruïsme. Toch kan

gesteld worden dat er meerdere motieven tot schenken bestaan die tussen beide uitersten vallen. Dit

kan worden onderbouwd door de analyses van Dynan, Skinner en Zeldes (2002) aangezien zij een

combinatie van motieven vooropstellen in tegenstelling tot één overheersend motief. Dit betekent dat

er geen eenzijdige argumentatie is voor het gedrag van de schenker. Hieruit kan ook worden afgeleid

dat de aanwezigheid van motieven nadert tot een fundamentele heterogeniteit (Kopczuk, 2010).

Heterogeniteit behelst de verscheidene motieven die als een samenhangende combinatie de schenker

aanzetten tot begiftigen. Deze heterogeniteit van motieven kan ook worden gestaafd door het

onderzoek van Mirrlees (2010).

Voor een volledige uiteenzetting over de bestaande literatuur omtrent de motieven tot schenken wordt

verwezen naar de synthesetabel van de literatuur in bijlage 5.2.

Figuur 2: Overloop van exchange naar altruïsme

Page 23: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

13

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Figuur 3: Synthesefiguur omtrent motieven

1.5.2 Wegwijs in motieven tot niet schenken

In tegenstelling tot de motieven van schenkingen zijn er ook redenen om niet te schenken. Uit

onderzoek van Poterba (1998) blijkt dat de mature huishoudens zich eerst en vooral meer focussen op

hun middelen om eigen consumptie te financieren. Ten tweede zijn de mature huishoudens niet

overtuigd dat hun kinderen de middelen, die ze ontvangen als gift, op een correcte wijze aanwenden.

Bovendien hebben mature huishoudens een betere en grotere mogelijkheid om hun investeringen te

laten renderen. Indien de ouders betere financiële managers zijn, zal dit een maximalisatie teweeg

brengen van het bedrag dat de kinderen op latere termijn zullen ontvangen. Anders gezegd houden de

ouders liever hun vermogen nog enige tijd onder hun eigen hoede zodat ze hun vermogen kunnen

optimaliseren. Op deze manier zal er op latere termijn meer kunnen worden overgedragen naar de

kinderen. Ten slotte is een groot aantal huishoudens niet overtuigd dat de belastingen op het vermogen

en inkomen stabiel zullen blijven in de toekomst. Iemand die overtuigd is van een wijziging in de

belastingen zal geneigd zijn geen schenkingen te doen op korte termijn. Dit in de hoop dat het

belastingssysteem nog in gunstigere lijn zullen wijzigen. (Poterba, 1998)

Het internationaal aspect van bovenstaand onderzoek van Poterba wijst uiteindelijk uit dat slechts een

derde van de Amerikaanse huishoudens schenkingen doet. Vergelijkend met voorgaande vaststelling

blijkt uit het onderzoek van Villanueva (2005) dat West-Duitse ouders niet méér schenkingen doen in

vergelijking met Amerikaanse ouders, nochtans liggen daar de werkloosheidsvoordelen veel lager. Het

onderzoek van Villanueva (2005) is gebaseerd op zowel Amerikaanse data als West-Duitse data. De

grootste bron van informatie voor de Amerikaanse data is de case study van Gale en Scholz uit 1994. De

Page 24: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

14

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

West-Duitse gegevens komen uit het onderzoek van Reil-Held (1999). Deze maakt gebruik van de

German Socio Economic Panel.

1.5.3 Het profiel van de schenker in kaart gebracht

In het onderzoek van Smolders en Cottyn (2008) worden de verschillende profielkenmerken van

schenkers uiteengezet. Hierbij werden reeds verschillende resultaten bekomen die later gelinkt kunnen

worden aan onze eigen data-analyse. Allereerst vermelden Smolders en Cottyn (2008) het verband

tussen leeftijd en schenkingen. Hieruit blijkt dat de kans op schenkingen toeneemt naarmate de leeftijd

van de schenker stijgt. Als motief voor het uitstellen van schenkingen kan worden aangemerkt dat

schenkers zullen wachten tot ze een groter vermogen hebben opgebouwd en meer zekerheid hebben

over hun toekomst. Dit wordt ook gestaafd door onderzoek van Page (2003), Poterba (1998) en

Arrondel & Laferrère (2001).

Een tweede profielkenmerk dat besproken wordt door Smolders en Cottyn (2008) is het geslacht van de

schenker. Samenvattend kan worden geconcludeerd dat mannen minder vaak schenken dan vrouwen.

Daarenboven zullen mannen ook minder schenkingen ontvangen dan vrouwen. Kortom, vaders zouden

niet schenken aan hun kinderen en moeders zouden veeleer schenken aan hun dochters in plaats van

aan hun zonen. Deze lijn wordt ook doorgetrokken in het onderzoek van Cox (2003). Sargeant en

Woodliffe (2007) stellen bovendien in hun onderzoek dat vrouwen graag weten wat er effectief met het

geldbedrag zal gebeuren.

Ten derde wordt de gezondheid als profielkenmerk van de schenker onderzocht. Logischerwijs zou er

kunnen worden gesteld dat mensen overgaan tot schenkingen als ze zich in een slechte

gezondheidstoestand bevinden. Echter, uit onderzoek is gebleken dat vooral mensen die een goede

gezondheid hebben, schenken (Smolders & Cottyn, 2008). Een mogelijke verklaring voor deze stelling

kan zijn dat mensen die in een minder fraaie gezondheidstoestand verkeren zich niet te vroeg financieel

willen uitkleden om zo een financieel reserve te bezitten bij eventuele medische kosten.

Vervolgens blijkt dat huishoudens met meer financiële mogelijkheden vaker zullen schenken dan

mensen met een onstabiele vermogensbasis (Poterba, 1998). Anders gezegd betekent dit dat er een

significant verband bestaat tussen de compositie van het vermogen van een huishouden en de

mogelijkheid om te schenken. Dit verband kan worden uitgebreid naar gezinnen met minder financiële

mogelijkheden. Gezinnen met minder financiële mogelijkheden zullen niet aan al hun kinderen

schenken in vergelijking met huishoudens die meer financiële mogelijkheden hebben. Zij zullen eerder

een gelijke verdeling over de kinderen hanteren bij het schenken. (Smolders & Cottyn, 2008)

Page 25: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

15

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Toch is er bij bovenstaand profielkenmerk enige tegenstelling te vinden aangezien Arrondel en Lafferère

(2001) concluderen dat er geen invloed is van het vaste inkomen van de schenker. Blijkbaar heeft het

inkomen van de begunstigde wel mogelijks een positieve invloed op begiftigen (Arrondel & Lafferère,

2001).

Daarnaast tonen verscheidene onderzoeken aan dat er een positief verband bestaat tussen het niveau

van opleiding van de schenker en het vooruitzicht op schenken (Smolders & Cottyn, 2008). Als reden

hiervoor kan worden aangekaart dat mensen met een hoger opleidingsniveau een beter inzicht hebben

verworven omtrent de theoretische benadering rond schenkingsrechten en successierechten. Een meer

gefundeerd standpunt tot schenken is een logisch gevolg hiervan. Nochtans blijkt uit onderzoek van

Arrondel en Laferrère (2001) dat er geen verband bestaat tussen het al dan niet schenken en het

opleidingsniveau.

Tenslotte speelt de samenstelling van het gezin en burgerlijke status ook een rol in de beslissing tot het

overdragen van een deel van het vermogen. Op die manier blijkt dat alleenstaanden vaker overgaan tot

overdracht van hun vermogen dan gehuwden (Smolders & Cottyn, 2008). Aangezien een

weduwnaar/weduwe als een alleenstaande wordt beschouwd, zullen ook zij meer schenkingen

verrichten (Arrondel & Laferrère, 2001). Ook het aantal kinderen binnen het gezin heeft een positief

effect op het overdragen van vermogen onder levenden. Één van de verklaringen hiervoor kan zijn dat

ouders voornamelijk hun kinderen aan een huis of bouwgrond willen helpen of willen bijspringen bij

andere belangrijke beslissingen in het leven van hun kinderen (McGarry, 2013).

1.6 Inleiding in het Belgisch rechtssysteem m.b.t. schenkingen

1.6.1 Schenking versus testament

Artikel 894 van het Burgerlijk Wetboek stelt dat een schenking onder levenden een akte is waarbij de

schenker zich dadelijk en onherroepelijk van de geschonken zaak ontdoet ten voordele van de

begiftigde. In tegenstelling tot de definitie van het schenken stelt artikel 895 van het Burgerlijk Wetboek

dat een testament een akte is waarbij de erflater, voor de tijd dat hij niet meer in leven zal zijn, over het

geheel of een deel van zijn goederen beschikt, en die hij kan herroepen.

Het fundamentele verschil tussen beide definities is het tijdstip en de wijzigbaarheid die zich stellen bij

zowel schenkingen als testamenten. Een schenking wordt meestal uitgevoerd voor het overlijden én het

vermogen wordt onmiddellijk overgedragen naar de begunstigde. Enige nuance is hier noodzakelijk

aangezien er verschillende soorten schenkingen bestaan en er voorwaarden aan schenkingen kunnen

Page 26: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

16

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

worden verbonden5. Zoals de wettekst het zelf ook stelt, is een schenking onherroepelijk in tegenstelling

tot het testament. Een testament is niet definitief en kan dus op ieder moment worden gewijzigd. Het

besproken deel van het vermogen in het testament gaat slechts over bij overlijden van de opmaker.

(Spruyt, 2008)

1.6.2 Schenkingen onder levenden

Schenken onder levenden wordt aanzien als een verrijking van de ene persoon door verarming van de

andere persoon zonder verwachting van een tegenprestatie. Met andere woorden, er vindt een

vermogensverschuiving plaats samenhangend met een intentioneel element. (Cools & Debruyne, 2014)

Uit bovenstaande definitie van een schenking kunnen enkele voorwaarden worden gehaald die steeds

van toepassing dienen te zijn om een vermogensoverdracht als schenking te beschouwen. Volgende

voorwaarden dienen te zijn vervuld om als schenking te worden beschouwd:

Akte onder levenden

Zoals kan worden afgeleid uit artikel 894 van het Burgerlijk Wetboek, dat hierboven werd vermeld,

wordt een overdracht enkel als een schenking aanschouwd indien het vermogen onder levenden wordt

overgedragen. Indien geen sprake is van een overdracht van het vermogen onder levenden, wordt de

overgang van het vermogen als een erfenis beschouwd.

Aanvaarding

De schenking komt pas tot stand bij aanvaarding van het aanbod. Deze vindt meestal onmiddellijk plaats

na het schenkingsaanbod, maar het aanbod kan ook op een later tijdstip worden aanvaard of geweigerd.

De aanvaarding moet echter wel voor het overlijden van de schenker plaatsvinden. Bovendien geldt de

aanvaarding van de schenking zowel voor notariële schenkingen als voor alternatieve schenkingen. Bij

beide vormen dient de aanvaarding op correcte wijze te gebeuren. (TPR & Kluwer, 2013)

Tegenwoordige goederen

Logischerwijs kan worden gesteld dat een schenking onder levenden enkel tegenwoordige goederen

bevat en geen toekomstige goederen aangezien een schenking een onmiddellijke uitwerking heeft.

Artikel 943 Burgerlijk Wetboek houdt in dat een schenking onder levenden enkel de tegenwoordige

goederen van de schenker mag bevatten. Schenkingen van toekomstige goederen worden nietig

verklaart. Dit betekent dus dat er een directe overdracht gebeurt van de geschonken goederen of het

5 Zie 1.6.3 Soorten schenkingen

Page 27: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

17

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

geschonken vermogen. Bovendien is een schenking een translatieve overeenkomst. Dit betekent dat er

een effectieve overdracht van middelen moet plaatsvinden, wat duidelijk niet het geval is bij

toekomstige goederen. Tenslotte dient er ook een overdracht plaats te vinden van een goed of

vermogen dat eigendom is van de schenker zelf. Andermans goederen overdragen is een nietige

schenking. (TPR & Kluwer, 2013)

Ten kosteloze titel

Artikel 1105 van het Burgerlijk Wetboek beschrijft het contract uit vrijgevigheid als een contract waarbij

een partij aan de andere geheel om niet een voordeel verschaft. Hieruit kan worden geconcludeerd dat

een schenking kosteloos dient te worden verricht. Met andere woorden, bij een schenking onder

levenden wordt er geen evenwaardige tegenprestatie bedongen (Cools & Debruyne, 2014).

Als opmerking kan worden gemaakt dat de definitie van kosteloosheid niet eenduidig geïnterpreteerd

kan worden. Dit betekent dat er voorwaarden kunnen worden verbonden aan een schenking. Echter,

deze mogen niet te overheersend zijn aangezien het risico bestaat dat de schenking dan niet meer als

gift wordt aanzien. (TPR & Kluwer, 2013)

Intentioneel element

Een grondvereiste van schenkingen onder levenden is het intentioneel element, andergezegd ‘animus

donandi’, dat komt vanuit een vrijgevigheidsgedachte. De schenker heeft voornamelijk een intentie of

motief bij het bevoordelen van een ander. Het kenmerk ‘animus donandi’ speelt een doorslaggevende

rol in het bepalen of een ovedracht van vermogen al dan niet als een schenking onder levenden kan

worden gekwalificeerd. Het principe van ‘animus donandi’ wordt niet vermoed en dient dus steeds te

worden bewezen door de schenker, middels alle mogelijke bewijsmiddelen van het gemeen recht met

uitzondering van de eed. (Spruyt, 2008)

Materieel element

Noodzakelijk voor de bepaling van een schenking onder levenden is dat de ene partij zichzelf verarmt

om de andere partij te kunnen verrijken. Zoals hierboven aangehaald wordt dit dus aanschouwd als een

vermogensverschuiving onder levenden. Deze vermogensverschuiving kan vele vormen aannemen. Zo

kan je bijvoorbeeld schenken door goederen over te dragen of door een interest kwijt te schelden.

(Cools & Debruyne, 2014)

Page 28: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

18

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

In de praktijk is er vaak discussie omtrent het aanwezig zijn van het materiële element bij een schenking

onder last. Artikel 1104 1e lid van het Burgerlijk Wetboek stelt dat een contract of een verbintenis

vergeldend is wanneer elke partij zich verbindt iets te geven of te doen dat beschouwd wordt als

gelijkwaardig met wat men haar geeft of voor haar doet. Als de last die werd opgelegd, de waarde van

het geschonken deel overschrijdt, is er geen sprake van verrijking en dus is er geen materieel element

aanwezig (Spruyt, 2008). Tenslotte dient te worden opgemerkt dat een voorwaarde niet als een

objectieve waarde wordt beschouwd maar als een subjectief gegeven. De waardering van de overdracht

wordt subjectief beoordeeld en kan voor discussies zorgen. (TPR & Kluwer, 2013)

1.6.3 Soorten schenkingen

I. Handgift

Spruyt (2008) definieert de handgift als een fiscaalvrije schenking die door materiële overhandiging tot

stand komt. Deze vorm van schenken is populair bij de burger aangezien er slechts drie voorwaarden

zijn waaraan voldaan moet worden om een geldige handgift te bekomen:

o Er moet een materiële overdracht plaatsvinden van het over te dragen goed.

o Er moet een intentie aanwezig zijn bij de schenker.

o Er moet een correcte aanvaarding geschieden.

Er wordt bij deze vorm van schenken wel een beperking opgelegd. Een handgift beoogt enkel de

lichamelijke of onlichamelijke roerende goederen. Lichamelijke roerende goederen zijn goederen die

fysiek en tastbaar zijn, maar niet onroerend. Voor onlichamelijke goederen geldt het omgekeerde.

Onroerende goederen zijn sowieso uitgesloten van handgift. (Cools & Debruyne, 2014)

Het is bovendien niet noodzakelijk om een bewijs van handgift voor te leggen. Dit kan echter wel van

pas komen indien de fiscus op een later tijdstip om een bewijs van overdracht vraagt. Daarenboven kan

het ook voor discussie zorgen bij overlijden van de schenker. Indien erfgenamen op een later tijdstip

ontdekken dat een deel van hun toekomende erfenis reeds werd weggeschonken, kunnen zij met harde

bewijzen naar voor komen om aan te tonen dat de schenking op een onrechtmatige manier heeft

plaatsgevonden. (Spruyt, 2008)

II. Bankgift

Vandaag de dag is een overdracht via bankoverschrijving een geldige schenking. Ook bij deze vorm van

schenkingen is het aangewezen om een schriftelijk bewijs te hebben om dezelfde redenen als bij een

handgift. Enerzijds zorgt het bewijs ervoor dat het wel degelijk om een schenking gaat, anderzijds kan

men via bewijs ook aantonen welke voorwaarden en lasten zijn opgelegd aan de schenking. Toch is er

Page 29: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

19

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

enige twijfel of een bankgift volgens de regels van een onrechtstreekse schenking of volgens de regels

van een handgift dient te worden gekwalificeerd. (Spruyt, 2008)

De aanvaarding van een bankgift kan zowel uitdrukkelijk als stilzwijgend worden gecommuniceerd. Bij

een bankgift kan hierbij enige discussie ontstaan. Echter, algemeen wordt aanschouwd dat bij een

stilzwijgende aanvaarding, het niet ingaan tegen de overschrijving op de financiële rekening als

acceptatie van de schenking wordt aanschouwd. (TPR & Kluwer, 2013)

III. Notariële schenking

Een notariële of klassieke schenking brengt sowieso schenkingsrechten met zich mee. Dit omdat er

aanspraak moet gemaakt worden op het verlijden van de akte via de notaris. Bovendien stelt artikel 931

van het Burgerlijk Wetboek dat alle akten houdende schenkingen onder de levenden moeten worden

verleden door een notaris. Bovendien wordt in de gewone contractvorm; op straffe van nietigheid, een

minuut gehouden. Een akte op de minuut is een originele authentieke akte die op het kantoor van de

notaris blijft. Daarenboven wordt bij het registreren van de schenkingsakte geen rekening gehouden

met de inhoud van de akte, wat dus betekent dat het registreren van de akte geen rechtsgeldigheid met

zich meebrengt. (Cools & Debruyne, 2014)

Indien niet aan de vormvoorschriften uit artikel 931 van het Burgerlijk Wetboek is voldaan, geldt de

absolute nietigheid van de schenkingsakte. Deze absolute nietigheid kan niet worden verholpen door

een louter aanvaardingsbewijs. Indien de schenker en begiftigde de schenking toch willen laten

doorgaan, moet de schenking volledig opnieuw worden uitgevoerd. De absolute nietigheid wordt

relatief na het overlijden van de schenker. De fiscus zal ingevolge relatieve nietigheid niet zelf optreden,

wat betekent dat de fiscus enkel zal optreden als de erfgenamen zelf het vormgebrek van de schenking

inroepen met als reden dat de reservataire erfgenamen beschermd dienen te worden. (Spruyt, 2008)

1.6.4 Voorwaarden verbonden aan officiële schenking

Heel wat schenkingen worden bedongen onder voorwaarden, wat dus een verplichting aan de

begiftigde oplegt (Spruyt, 2008). De begiftigde is gebonden aan deze voorwaarden. Indien hij dit nalaat,

kan de schenker een herroeping van de schenking doorvoeren. Indien de schenking bij een notaris

wordt verleden, kunnen de modaliteiten in een notariële akte worden opgenomen. Echter, bij een hand-

of bankgift dient een begeleidend geschrift, ook het pact adjoint genoemd, bijgevoegd te worden.

(Spruyt, 2008)

Er zijn verscheidene voorwaarden die verbonden kunnen worden aan een officiële schenking. Hieronder

volgt een greep uit de niet gelimiteerde lijst met voorwaarden:

Page 30: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

20

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Schenking met voorbehoud van vruchtgebruik

Vruchtgebruik wordt gedefinieerd in artikel 578 van het Burgerlijk Wetboek. “Vruchtgebruik is het recht

om van een zaak waarvan de ander de eigendom heeft, het genot te hebben, zoals de eigenaar zelf,

maar onder de verplichting om de zaak zelf in stand te houden.” Dit betekent dat de schenker nog steeds

het genotsrecht heeft over de geschonken goederen. Met andere woorden, indien deze voorwaarde is

opgenomen in de schenkingsakte, beschikt de schenker nog steeds over het geschonken goed,

weliswaar enkel over het vruchtgebruik. Op die manier kan de schenker tegengaan dat hij het volledige

bewind over het geschonken goed verliest en zich onherroepelijk verarmt. (Spruyt, 2008)

Schenking met last

Een schenker kan, indien hij dit verkiest, verschillende lasten aan de begiftigde opleggen. De schenker

kan zowel de last opleggen ten behoeve van zichzelf als ten behoeve van een onafhankelijke partij. Een

last mag echter niet strijdig zijn met de openbare orde, wat betekent dat de last geoorloofd moet zijn.

(Spruyt, 2008)

Een ongeoorloofde last komt voor wanneer voorwaarden worden opgelegd die strijdig zijn met de

goede zeden van de maatschappij. Enkele voorbeelden hiervan zijn een last om een bepaald beroep niet

uit te oefenen, een bepaald individu niet te huwen of te huwen onder beperkende bepalingen. Hierbij

wordt er steeds een inbreuk gemaakt op de vrijheid van de persoon om te beslissen over zijn eigen doen

of laten. (Verbeke, 2009)

Schenking met last van vervreemdingsverbod

Ook na het vervreemden van het goed of deel van het vermogen kan de schenker nog steeds controle

hebben over het welbepaalde goed of vermogen. Dit kan door bij de schenking een voorwaarde van niet

vervreemding op te leggen. Deze vorm van voorwaarden komt vooral aan bod binnen de context om het

overgedragen goed binnen eenzelfde familieband te houden. Dit kan leiden tot een inbreuk op het

eigendomsrecht van de begiftigde, aangezien in artikel 537 van het Burgerlijk Wetboek, het eerste lid

wordt vermeld dat individuen vrij kunnen beschikken over hun toebehorende goederen, behoudens de

door de wet gestelde beperkingen. Toch wordt deze voorwaarde door de rechtspraak aanvaard als het

vervreemdingsverbod slechts voor een beperkte tijd geldt, namelijk tot aan het overlijden van de

begiftiger, én als het een rechtmatig doeleind heeft. (Spruyt, 2008)

Page 31: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

21

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Schenking onder opschortende en ontbindende voorwaarden

Een opschortende voorwaarde houdt in dat een schenkingsovereenkomst niet alleen afhangt van een

onzekere, maar ook van een toekomstige gebeurtenis. Dit heeft als gevolg dat de uitvoering van de

verbintenis wordt opgeschort tot aan het tijdstip dat de toekomstige gebeurtenis plaatsvindt. Deze

gebeurtenis moet mogelijk en geoorloofd zijn. Één van de eigenschappen bij schenkingen onder

opschortende voorwaarde is dat de begiftigde onmiddellijk een voorwaardelijk gebruiksrecht heeft over

het geschonken goed of geschonken vermogen. Dit voorwaardelijk gebruiksrecht wordt al dan niet

definitief na het vervullen van de welbepaalde voorwaarde.

Schenken met een handgift onder opschortende voorwaarde is niet mogelijk aangezien bij een handgift

de begiftigde altijd onmiddellijk en onherroepelijk in beschikking moet gesteld worden van de

geschonken zaak (Spruyt, 2008).

De uitwerking van de ontbindende voorwaarde veronderstelt het einde van de overeenkomst door deze

welbepaalde voorwaarde. Deze voorwaarde kan zowel wettelijk, uitdrukkelijk als stilzwijgend zijn. Na de

uitwerking van de voorwaarde wordt ervan uitgegaan dat de verbintenis nooit heeft plaatsgevonden.

(Cools & Debruyne, 2014)

1.6.5 Schenkingsrechten van roerende en onroerende goederen in Vlaanderen

De tarieven van de schenkingsbelasting kunnen afhankelijk zijn van verschillende factoren (Cools &

Debruyne, 2014):

Eerst en vooral zijn de tarieven van de schenking afhankelijk van de relatie die een schenker heeft met

de welbepaalde begiftigde. Zo zal bijvoorbeeld een schenking in rechte lijn een lager tarief uitmaken in

vergelijking met de situatie waar de schenker geen relatie heeft met de begiftigde.

Daarnaast speelt de vorm van het geschonken goed een rol in de bepaling van de tarieven. Een roerend

goed heeft namelijk vlakke tarieven, terwijl een onroerend goed een progressief tarief heeft. Bij

onroerende goederen zal de grootte van de schenking de hoogte van het tarief bepalen. Met andere

woorden, een onroerend goed dat meer waard is, zal belast worden aan een hoger tarief.

Tenslotte verschillen de schenkingstarieven naar gelang de gewesten. Aangezien in dit onderzoek enkel

toegespitst wordt op het Vlaamse gebied, zullen hieronder de Vlaamse tarieven worden besproken en

geïllustreerd.

Page 32: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

22

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

I. Tarieven roerende goederen

Artikel 2.8.4.1.1 §2, 1° van de Vlaamse Codex Fiscaliteit geeft de verschillende tarieven voor

schenkingen met onroerende goederen weer. Deze tarieven bedragen 3% en 7%. Het tarief van 3% is

van toepassing op schenkingen in rechte lijn, tussen echtgenoten, samenwonenden en gelijkgestelde

samenwonenden. De categorie ‘samenwonenden’ omvat in het Vlaams gewest de wettelijk

samenwonenden die een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd bij de ambtenaar van

burgerlijke stand. De categorie ‘gelijkgestelde samenwonenden’ omsluit feitelijk samenwonenden die

minimum één jaar een ononderbroken een gemeenschappelijke huishouding hebben gevoerd.

Daarnaast geldt het tarief van 7% in alle andere gevallen. (Cools & Debruyne, 2014)

II. Tarieven onroerende goederen

Tabel 1: Schenkingstarief van onroerende goederen in rechte lijn

Gedeelte van de schenking Tarief betrekkende schenkingen in rechte lijn, tussen echtgenoten en

samenwonenden

Van 0,01 tot 12 500 3%

Van 12 500 tot 25 000 4%

Van 25 000 tot 50 000 5%

Van 50 000 tot 100 000 7%

Van 100 000 tot 150 000 10%

Van 150 000 tot 200 000 14%

Van 200 000 tot 250 000 18%

Van 250 000 tot 500 000 24%

Boven 500 000 30%

Daarnaast geeft artikel 2.8.4.1.1 §1 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit de verschillende tarieven weer die

van toepassing zijn op schenkingen van onroerende goederen. Hierbij is het laagste tarief voor

schenkingen in rechte lijn en tussen echtgenoten-samenwonenden 3% indien het schenkingsbedrag

lager is dan 12.500 euro. Het progressief tarief kan opklimmen tot 30% indien er een bedrag van

500.000 euro wordt overgedragen. Met andere woorden, hoe groter de schenking, hoe hoger het tarief.

Bovendien wordt bij een schenking van een onroerend goed het tarief berekend per schenker en per

begiftigde. Stel dat een onroerend goed door een getrouwd koppel wordt geschonken aan hun enig

kind, dan worden de schenkingsrechten berekend per begiftigde, dus enige kind, en per schenker, dus

man en vrouw. Op die manier zal het onroerend goed voor de helft worden geschonken door de vrouw

en voor de helft door de man aan hun enig kind. (Cools en Debruyne, 2014)

Page 33: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

23

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Tabel 2: Schenkingstarief van onroerende goederen: andere categorieën

Gedeelte van de

schenking

Tarief betrekkende

schenkingen tussen broers

en zussen

Tarief betrekkende

schenkingen tussen ooms,

tantes, neven of nichten

Tarief betrekkende

schenkingen tussen alle

andere begiftigden

Van 0,01 tot 12 500 20% 25% 30%

Van 12 500 tot 25 000 25% 30% 35%

Van 25 000 tot 75 000 35% 40% 50%

Van 75 000 tot 175 000 50% 55% 65%

Boven 175 000 65% 70% 80%

Naast de tarieven in rechte lijn zijn er ook verschillen in de tarieven tussen broers en zussen, ooms en

tantes, neven en nichten en andere begiftigden. Bij de tarieven tussen broers en zussen is er een

minimum van 20% schenkingsbelasting bij een schenking van maximaal 12.500 euro. Het hoogste tarief

binnen deze categorie bedraagt 65% voor schenking boven 175.000 euro. Voor de tarieven tussen ooms,

tantes, neven en nichten geldt een minimumtarief van 25% voor een bedrag tot 12.500 euro. Dit in

tegenstelling tot het maximumtarief van 70% bij een schenking van 175.000 euro. De laatste categorie

bevat andere begiftigden, hierbij is het laagste tarief 30% van toepassing op schenkingen tot 12.500

euro. Het maximale tarief bedraagt 80% voor schenkingen boven 175.000 euro. Hierbij kan worden

opgemerkt dat er een grote discrepantie bestaat tussen de categorieën. Het grootste verschil van

schenkingstarieven ligt tussen de categorie ‘in rechte lijn’ en de categorie ‘andere begiftigden’.

III. Tarieven bouwgronden (Art. 2.8.4.2.1 VCF)

Tabel 3: Schenkingstarieven bouwgrond in rechte lijn

Gedeelte van de schenking Tarief betrekkende schenkingen in rechte lijn, tussen echtgenoten en

samenwonenden

Van 0,01 tot 12 500 1%

Van 12 500 tot 25 000 2%

Van 25 000 tot 50 000 3%

Van 50 000 tot 100 000 5%

Van 100 000 tot 150 000 8%

Van 150 000 tot 200 000 14%

Van 200 000 tot 250 000 18%

Van 250 000 tot 500 000 24%

Boven 500 000 30%

Page 34: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

24

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Tabel 4: Schenkingstarieven bouwgrond: andere categorieën

Gedeelte van de

schenking

Tarief betrekkende

schenkingen tussen broers

en zussen

Tarief betrekkende

schenkingen tussen ooms,

tantes, neven of nichten

Tarief betrekkende

schenkingen tussen alle

andere begiftigden

Van 0,01 tot 150 000 10% 10% 10%

Van 150 000 tot 175 000 50% 55% 65%

Boven 175 000 65% 70% 80%

Binnen de categorie ‘in rechte lijn’ gaan de tarieven van minimaal 1% tot 30%. Bij de andere

categorieën: broers, zussen, ooms, tantes, neven, nichten en anderen bedraagt het minimum

percentage 10 voor een schenking tot 150.000 euro. Echter, binnen de categorie ‘andere begiftigden’

bedraagt het maximum percentage 80. Dit is het hoogste schenkingstarief voor schenkingen van

bouwgronden.

1.6.6 Antimisbruikbepaling bij schenkingen

Door de hoge tarieven zijn mensen steeds vaker op zoek naar een oplossing om zo weinig mogelijk of

zelfs geen belastingen te betalen. De wetgever wil hier tegeningaan door het inbouwen van een nieuwe

antimisbruikbepaling. De antimisbruikbepaling is het ultieme wapen dat is ingeroepen om fiscaal

misbruik tegen te gaan. Fiscaal misbruik omsluit handelingen die in strijd zijn met de doelstellingen van

de fiscale wetgeving. Fiscaal misbruik wordt enerzijds uitgevoerd om een nadelige fiscale bepaling te

ontwijken of anderzijds om een voordelige fiscale bepaling te gebruiken. (Cools & Debruyne, 2014)

De fiscus kan aan de hand van de nieuwe antimisbruikbepaling, volstrekt kunstmatige constructies

aanpakken. De situatie wordt aanschouwd als een kunstmatige constructie indien de belastingplichtige

kiest voor dat ene lager belaste regime in omstandigheden waarin een normaal mens dat niet zou doen

tenzij om economische, sociale of financiële redenen. (Cools & Debruyne, 2014)

Indien er sprake is van fiscaal misbruik stelt men de niet-tegenwerpelijkheid in. De fiscus zal dan geen

rekening meer houden met de rechtshandelingen die fiscaal misbruik uitmaken. Dit kan grote fiscale

gevolgen hebben voor de belastingplichtige. De belastingsplichtige kan echter wel tegenbewijs leveren

door te motiveren dat minstens één ernstig niet-fiscaal motief meespeelde in de beslissing tot de

rechtshandeling die fiscaal misbruik uitmaakt. (Cools & Debruyne, 2014)

1.6.7 Fiscale druk binnen de Vlaamse Provincies

Om de resultaten van de gestelde hypotheses over de verschillende provincies te kunnen interpreteren,

wordt dieper ingegaan op de heffing van de belastingen, meer bepaald de fiscale druk, bij de

Page 35: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

25

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

verschillende provincies. Hierbij wordt duidelijk dat iedere provincie zelf de beslissingsbevoegdheid

heeft omtrent de lokale belastingheffing. De fiscale druk kan dus verschillen naargelang provincie.

(Vereniging Vlaamse Provincies, 2014)

Binnen de logistische modellen wordt nagegaan wat de invloed is van de regionale verschillen op het

motief tot schenken van de respondent. Daarom worden hieronder worden de fiscale belastingen per

provincie onder de loep genomen:

Antwerpen

De provincie Antwerpen heeft drie soorten belastingen: de algemene provinciebelasting, de

provinciebelasting voor bedrijven en opcentiemen op de onroerende voorheffingen6.

De algemene provinciebelasting bedraagt 36 euro per gezin, de provinciebelasting voor bedrijven is

afhankelijk van de oppervlakte en gaat van 92 tot 19.592 euro. De opcentiemen uit Antwerpen

bedragen 290 met een waarde per opcentiem van 470.803 euro. Tot slot heeft Antwerpen het grootste

aandeel, 136.533.000 euro, in de opbrengst van de opcentiemen op de onroerende voorheffing in

vergelijking met de andere provincies. (Vereniging Vlaamse Provincies, 2014)

Oost-Vlaanderen

De provincie Oost-Vlaanderen int twee soorten belastingen: de algemene provinciebelasting die zowel

van toepassing is op gezinnen als bedrijven en de opcentiemen op de onroerende voorheffingen7.

De opcentiemen bedragen 295 met een opbrengst van 88.411.465 euro. De algemene

provinciebelasting voor gezinnen is afhankelijk van de oppervlakte per woning en gaat van 32,70 euro

tot 1.306,70 euro. Bovendien heft Oost-Vlaanderen ook een Provinciebelasting voor bedrijven. Deze is

ook afhankelijk van de oppervlakte (hectares) met minimum 124 euro en maximum 906.946,70 euro.

Tenslotte blijkt dat Oost-Vlaanderen van alle Vlaamse Provincies de op één na laagste fiscale druk per

inwoner heeft. (Vereniging Vlaamse Provincies, 2014)

6 Provincie Antwerpen, Provinciebelastingen,

http://www.provincieantwerpen.be/provinciebestuur/financien/provinciebelastingen.html (consultatie 2 mei 2015). 7Provincie Oost-Vlaanderen, Beleidsinformatie, http://www.oost-

vlaanderen.be/public/over_provincie/beleid_bestuur/deputatie/alexander_vercamer/beleidsinformatie/ (consultatie 2 mei 2015).

Page 36: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

26

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

West-Vlaanderen

De provincie West-Vlaanderen heft een algemene provinciebelasting voor gezinnen en bedrijven, een

provinciebelasting op tweede verblijven, opcentiemen op de onroerende voorheffing en een belasting

op de jachtverloven en jachtvergunningen8.

De opcentiemen op onroerende voorheffing bedragen 332 met een opbrengst van 96.000.000 euro. De

algemene provinciebelasting voor gezinnen heeft een minimum van 17 euro en een maximum van 38

euro. De Algemene provinciebelasting voor bedrijven bedraagt in West-Vlaanderen minimaal 101 euro

en maximaal 70.230,69 euro. De belasting op tweede verblijven bedraagt forfaitair 116 euro.

(Vereniging Vlaamse Provincies, 2014)

Vlaams-Brabant

Vlaams-Brabant heeft verschillende belastingen: belasting op jachtverloven, aanplakborden, belasting

op vergunningsplichtige bedrijven en de opcentiemen op de onroerende voorheffing. De opcentiemen

voor Vlaams-Brabant bedraagt 332 met een opbrengst van 99.379.008 euro. (Vereniging Vlaamse

Provincies, 2014)

Figuur 4: Fiscale druk provincies 20149

8 Provincie West-Vlaanderen, Provinciebelastingen, http://www.west-

vlaanderen.be/overwvl/beleid_bestuur/provincialeAdministratie/provincialediensten/provinciebelastingen/Paginas/default.aspx (consultatie 2 mei 2015). 9 De Standaard, Laagste belastingdruk in Vlaams-Brabant, http://www.standaard.be/cnt/dmf20131212_00883778

(consultatie 2 mei 2015).

Page 37: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

27

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Samenvattend kan worden gesteld dat de belasting op gezinnen bij West-Vlaanderen het laagst kan zijn.

De belasting op bedrijven ligt beduidend hoger bij Oost-Vlaanderen en is het laagst bij Antwerpen. Tot

slot zijn de opcentiemen bij Oost-Vlaanderen het laagst. Bovendien blijkt uit figuur 4 dat de fiscale druk

in Vlaams-Brabant beduidend lager ligt tegenover de andere provincies9. Dit kan te wijten zijn aan het

feit dat Vlaams-Brabant geen algemene provinciebelasting heft voor gezinnen en bedrijven (Vereniging

Vlaamse Provincies, 2014). De fiscaliteitsdruk ligt echter het hoogst in West-Vlaanderen aangezien deze

provincie ook belastingen oplegt voor tweede verblijven en voor jachtverloven.

Page 38: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

28

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

2 Motieven van schenkingen: onderzoek uit de praktijk

2.1 Dataverzameling

2.1.1 Opzet en inhoud van de enquête

Na grondige studie omtrent de bestaande literatuur over de motieven tot schenken, wordt met dit

onderzoek nagegaan of de Amerikaanse visie op de motieven tot schenken overeenstemt met de visie

van de Vlaamse bevolking. Dit wordt nagegaan aan de hand van een enquête die werd afgenomen in de

drie grootsteden van Vlaanderen, namelijk Antwerpen, Vlaams-Brabant en Gent. Er werd toegespitst op

deze drie grootsteden met als reden dat wij niet enkel respondenten wouden bevragen uit de grootstad

Gent. Door het uitbreiden van het onderzoeksgebied, werd een representatievere steekproef bekomen.

De enquête, die opgesteld is in samenwerking met Steunpunt Fiscaliteit en Begroting, gaat eerst na wat

de profielkenmerken van de respondenten zijn. Nadien wordt gepeild naar de fiscale kennis van de

respondent om vervolgens de fiscale achtergrond te bevragen10. Bovendien werd de enquête anoniem

afgenomen aangezien er persoonlijke vragen werden gesteld, zoals bijvoorbeeld het gezinsinkomen en

de vraag of de respondent reeds een levensbedreigende ziekte heeft gehad.

2.1.2 Aanpak dataverzameling

Voor de verzameling van de papieren enquêtes werden vooral respondenten aangesproken in grote

winkelcentra en op beurzen. De bezochte beurzen zijn onder andere de beurs Wonen, het vakantiesalon

en Batibouw. Bovendien werd meermaals een rondvraag gedaan in de cafetaria’s van de IKEA

winkelketen te Gent en Wilrijk. In restaurants uit de buurt, op lokale kaarting ontmoetingen en op de

‘Shooting Club’ te Zelzate werden ook veel respondenten over de streep gehaald om de enquête in te

vullen.

Aangezien vooral werd toegespitst op de papieren enquêtes, wouden we ook het aantal online

enquêtes een duwtje in de rug geven. Dit hebben we verwezenlijkt door e-mails te verspreiden naar

zowel notarissen, advocaten als grote bedrijven, met name KBC, Eandis, vrouwen- en vakbonden, enz.

Bovendien werden bij de verspreiding van de online enquête ook vrienden, familie en kennissen

aangesproken en aangespoord om de enquête verder te verspreiden. Dit leidde ertoe dat de enquête

weid werd verspreid bij het bedrijf ‘Attentia’ te Gent en Vlaams-Brabant, in scholen en in rusthuizen.

Voor de dataverzameling werd bovendien vooral gefocust op mensen die reeds een vermogen hadden

opgebouwd. Dit gaat dan zowel over gepensioneerden als over de beroepsbevolking. Voor het afnemen

10

Zie bijlage 5.1 Enquête

Page 39: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

29

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

van de papieren enquêtes hebben we zowel de mensen zelf laten invullen als mondeling de vragen

gesteld. Na afloop van het individueel invullen van de enquête werden de vragen steeds met de

respondent in kwestie overlopen zodat de enquête volledig werd ingevuld. Dit bleek de juiste methode

aangezien vaak de respondenten vaak feedback gaven over het feit dat zij weinig fiscale kennis bezaten

en door het invullen van de enquête wel degelijk iets hadden bijgeleerd.

2.1.3 Omschrijving en omvang steekproef

Voor het verzamelen van de papieren enquêtes werd van start gegaan met het bevragen op grote

beurzen. Dit bleek vooral succesvol als er een voorziening was voor eet- en drankgelegenheden waar de

potentiële respondenten de mogelijkheid hadden om even tot rust te komen, zoals bijvoorbeeld een

grote cafetaria. De respondenten waren in zulke situaties sneller geneigd om deel te nemen aan de

bevraging omdat ze vaak de tijd konden nemen om de enquête zorgvuldig in te vullen. Ook werd

geprobeerd om de enquête mondeling af te nemen in de verschillende beurshallen. Hier was de respons

beduidend minder groot aangezien de potentiële respondenten eerder gehaast of te druk bezig waren.

Tenslotte werd op de drie beurzen een totaal van ongeveer 150 papieren enquêtes opgehaald. Zoals in

figuur 5 uiteengezet, representeert dit aantal 15 procent van de totale afname van de enquêtes.

Het grootste succes bij de afname van de papieren enquêtes was de rondvraag in de cafetaria’s van de

IKEA winkelketen. De reden hiervoor is overeenkomstig met bovenstaande reden dat de potentiële

respondenten tijd hadden voor het invullen van de enquête. Bovendien kwam hier de nood naar boven

om meer kennis te verwerven omtrent de problematiek van de schenkings- en erfbelasting. De

respondenten vroegen dan ook vaak meer uitleg over de gestelde vragen en vroegen naar

adviesverlening bij hun persoonlijke situatie. Dit toont opnieuw de maatschappelijke relevantie van het

onderwerp van ons onderzoek. Het totaal aantal opgenomen papieren enquêtes bij de winkelketen IKEA

is ongeveer 270, dit komt overeen met een percentage van 29 procent van de totale afname van

enquêtes.

De overige categorieën van plaatsen waar de papieren enquêtes werden verzameld, zoals de afname in

restaurants, kaarting, schietingen en familie en kennissen, representeren een percentage van 22

procent of een hoeveelheid van 170 enquêtes.

Ook al werd meer toegespitst op het verzamelen van papieren enquêtes, om op die manier een beter

zicht te krijgen op de volledigheid en de leeftijd van de respondent, toch werd bij de verzameling van

online enquêtes een percentage van 34 behaald. Dit percentage stelt een hoeveelheid van ongeveer 320

enquêtes voor. In totaal zijn er 957 volledige enquêtes opgehaald.

Page 40: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

30

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Figuur 5: Dataverzameling enquêtes

2.1.4 Voor- en nadelen van dataverzameling

Als grootste voordeel van de enquête wordt de anonimiteit van de respondent naar voor gebracht. Dit

kenmerk van de enquête heeft vele respondenten toch overgehaald om de persoonlijke enquête in te

vullen. Deze anonimiteit werd erg op prijs gesteld omdat vaak de kritiek werd gegeven dat het heel

persoonlijke vragen zijn die zonder anonimiteit vaak zouden worden opengelaten.

Een bijkomend voordeel is dat we de enquêtes zelf konden afnemen. Op die manier werden we

betrokken bij het verzamelen van de gegevens en werd het een eigen onderzoek. Dermate werd het

contact met de respondenten persoonlijker en deelden deze vaak hun ervaringen. Zo werd ook duidelijk

wat er leeft bij de Vlaamse bevolking omtrent het onderwerp schenking- en erfbelasting. Aangezien de

papieren enquêtes vaak persoonlijk werden afgenomen, werd een beter beeld gecreëerd over welke

richting het resultaat van het onderzoek zou uitgaan.

Een van de kritieken die de respondenten vaak hadden op de enquête is dat het een zeer ingewikkelde

en moeilijke enquête is voor mensen die niet veel afweten van het betreffende onderwerp. Vooral het

deel omtrent de fiscale kennis werd door velen opengelaten aangezien sommige vragen dubbelzinnig of

5%

23%

8%

5%

5% 3%

1% 5%

6%

5%

34%

Dataverzameling Beurs 'Wonen te Mechelen Ikea Gent Familie en kennissen

Shoppingcenter te Sint-Niklaas Beurs 'Vakantiesalon' te Brussel Kaarting te Lochristi

Schieting te Zelzate Restaurant 't Wethuis te Hijfte Ikea Wilrijk

Beurs 'Batibouw' te Brussel Online Dataverzameling

Page 41: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

31

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

niet geheel duidelijk waren. Toch werd steeds geprobeerd om een volledige enquête te verkrijgen door

hulp te geven bij het invullen van deze vragen omtrent fiscale kennis.

Bovendien werd ook vaak de opmerking gegeven dat er geen duidelijke volgorde in de vraagstelling

aanwezig was. Zo werd er eerst een vraag gesteld over de fiscale kennis, waarna er werd gevraagd of de

respondent reeds verhuisd was. Op die manier komt de enquête chaotisch over, maar werd de enquête

wel beknopt op vier pagina’s voorgesteld. Een tweede bedenking is dat de enquête beladen is met

moeilijke vragen waar de respondenten de tijd voor moeten nemen om deze grondig te kunnen

invullen. Aangezien de meeste mensen vandaag de dag vaak gehaast zijn, werd deze enquête als een

hele opgave beschouwd die enige tijd vergde.

2.2 Hypothesen Naar aanleiding van onze onderzoeksvraag zijn de hypothesen gebaseerd op de profielkenmerken van

de schenker. Bij de opmaak van de hypothesen wordt enerzijds toegespitst op de motieven van

respondenten die reeds geschonken hadden, anderzijds op de motieven van de respondenten die nog

niet geschonken hadden.

Als hypothesen worden volgende stellingen opgemaakt:

I. Iemand die reeds één of meerdere schenkingen ontvangen heeft, zal zelf één of meerdere

schenkingen doen.

Indien een persoon reeds een schenking ontvangen heeft, zal deze meer financiële zekerheid hebben.

Bovendien heeft deze persoon reeds kennis gemaakt met zowel de formaliteiten die bij het schenken

horen als de emotie van het ontvangen van de schenking. Logischerwijs zal deze persoon dit gevoel

willen creëren tegenover de begunstigde wanneer de financiële toestand van de schenker dit toelaat.

Deze logische redenering wordt ondersteund door onderzoek van Smolders (2012). In haar onderzoek

wordt geconcludeerd dat de kans tot schenken groter is wanneer men reeds in het verleden een gift

heeft ontvangen.

II. De respondenten met een hoger inkomen hebben voldoende vermogen dat ze niet meer

nodig hebben en zullen dus geneigd zijn een schenking te doen.

Uit onderzoek blijkt dat huishoudens met meer financiële mogelijkheden meer zullen schenken dan

mensen met een onstabiele vermogensbasis (Poterba, 1998). Anders gezegd betekent dit dat er een

significant verband bestaat tussen de compositie van het vermogen van een huishouden en de

Page 42: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

32

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

mogelijkheid om te schenken. Binnen het onderzoek wordt nagegaan of de resultaten uit het onderzoek

van Poterba uit 1998 nog steeds van toepassing zijn in de huidige samenleving.

III. Het hebben van kinderen heeft een positieve werking op het schenkingsgedrag van de

respondent.

Uit bevindingen van Smolders en Cottyn (2008) blijkt dat het aantal kinderen binnen een gezin ook een

positief effect heeft op het overdragen van een deel van het vermogen via schenkingen. Bovendien

geeft McGarry (2013) aan dat een ouder zal schenken indien er zich een belangrijke gebeurtenis

voordoet bij één van zijn/haar kinderen. Echter, deze reden zal in de meeste gevallen niet de enige zijn

waarom ouders naar kinderen schenken.

IV. Gepensioneerden doen vaker schenkingen in vergelijking met de andere beroepscategorieën.

Smolders en Cottyn (2008) stellen immers dat de kans op schenkingen toeneemt naarmate de leeftijd

van de schenker stijgt. Dit kan gelinkt worden aan een uitstelgedrag, aangezien mensen eerder wachten

tot ze een voldoende groot vermogen hebben vooraleer ze het gaan doorgeven aan bijvoorbeeld de

kinderen. Deze stelling wordt ook ondersteund door het onderzoek van Poterba (1998) die stelt dat

Amerikaanse huishoudens liever hun vermogen nog enige tijd onder hun eigen hoede houden zodat ze

hun vermogen kunnen optimaliseren. Op deze manier zal er op latere termijn meer kunnen worden

overgedragen naar de kinderen (Poterba, 1998).

V. Vrouwen schenken vaker dan mannen.

In het onderzoek van Smolders en Cottyn (2008) wordt vermeld dat Vlaamse mannen minder schenken

dan Vlaamse vrouwen. Dit wordt bovendien ondersteund door Amerikaanse data aangezien Cox (2003)

aangeeft dat vrouwen vaker begiftigen aan hun kinderen dan mannen.

VI. Respondenten met een slechte gezondheidstoestand schenken omwille van financiële

redenen.

Logischerwijs kan worden gesteld dat mensen overgaan tot schenken als ze zich in een slechte

gezondheidstoestand bevinden. Mensen zullen eerder geneigd zijn zelf te bepalen wat er met hun

vermogen gebeurt na de dood waardoor ze reeds de stap zullen zetten tot schenken. Toch kan ook het

omgekeerde van toepassing zijn op de Vlaamse bevolking. Als mensen in een minder fraaie

gezondheidstoestand verkeren, willen ze zich niet te vroeg financieel uitkleden om zo een financieel

reserve te bezitten. In het Amerikaanse onderzoek van Hayhoe en Stevenson (2006) blijkt dat

Page 43: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

33

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

gezondheidsproblemen een grens vormen om hulp te bieden aan anderen. Een van de verklaringen die

wordt gegeven, is dat door de slechte gezondheidstoestand er geen persoonlijke motivatie is of dat

mensen met een slechte gezondheidstoestand meer rekening houden met hun eigen noden en

mogelijkheden (Hayhoe & Stevenson, 2006).

VII. Mensen die het belangrijk vinden om te bepalen wat er met hun vermogen na hun dood zal

gebeuren, schenken omwille van fiscale redenen in vergelijking met mensen die het niet

belangrijk vinden te bepalen wat er met hun vermogen na hun dood gebeurt.

Amerikaanse data uit het onderzoek van Joulfaian (2005) toont aan dat er een significant effect bestaat

tussen belastingen en de beslissing om een schenking uit te voeren. Ook Sargeant en Woodliffe (2007)

halen het motief van de belastingdruk naar boven. Er wordt gesteld dat er een tegengesteld verband

bestaat tussen het niveau van belastingtarieven en het al dan niet schenken. Tot slot is het grootste deel

van de Amerikaanse huishoudens onzeker over de stabiliteit van de belastingen (Poterba, 1998). Dit

speelt mee in de keuze een schenking uit te voeren.

VIII. Respondenten die kinderen hebben, schenken met de reden dat ze hun (klein)kinderen willen

helpen.

Deze hypothese kan ook worden gestaafd met de literatuur uit hypothese 3. Daar stelde McGarry (2013)

dat ouders vaker schenken indien er zich een belangrijke gebeurtenis voordoet in het leven van

zijn/haar kind. Dit kunnen zowel positieve als negatieve gebeurtenissen zijn in het leven van het kind,

zoals bijvoorbeeld het aankopen van een huis of het verliezen van de eigen woning.

IX. Alleenstaanden schenken niet omwille van het feit dat ze geen begunstigden hebben aan wie

ze willen schenken.

Een alleenstaande zonder kinderen of dichte naasten zal minder bezig zijn met wat er met zijn

vermogen na de dood zal gebeuren aangezien er geen directe begunstigden zijn. Wanneer deze persoon

echter een sterke band heeft met een dicht familielid of een goed doel, is er wel een mogelijkheid om te

schenken. Deze laatste stelling kan in dit onderzoek niet worden bevraagd aangezien in de enquête niet

werd ondervraagt aan wie de schenking werd volbracht.

Page 44: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

34

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

X. Respondenten met een jonge leeftijd zullen niet schenken omwille van het feit dat ze

onvoldoende vermogen bezitten om te schenken.

Deze stelling valt logisch te benaderen aangezien mensen met een jonge leeftijd nog niet voldoende

financiële zekerheid hebben of een financieel vermogen hebben opgebouwd. Bovendien zullen deze

individuen vermoedelijk ook nog geen of te jonge afstammelingen hebben. Deze elementen zouden een

grote rol kunnen spelen in de beslissing van jonge mensen om nog niet te schenken.

2.3 Model Zoals hierboven vermeld (zie supra 2.1.3) hebben we voor een bijdrage van 957 enquêtes kunnen

zorgen. Om een representatiever model te analyseren, werd gebruik gemaakt van een groter

databestand dat een combinatie is van meerdere masterproefduo’s die hebben bijgedragen aan de

afname van enquêtes. Initieel startten we met een databestand van 4.413 respondenten. Maar als in

het onderzoek enkel rekening wordt gehouden met de respondenten die al dan niet hebben geschonken

én een motief hebben opgegeven, zal dit aantal aanzienlijk verminderen.

Methodologie

Binnen het onderzoek wordt gebruik gemaakt van een logistische regressie aangezien de afhankelijke

variabelen, namelijk de motieven tot schenken, dichotome variabelen zijn. Een dichotome variabele kan

slechts twee waarden aannemen. In dit geval zijn deze waarden ‘het al dan niet van toepassing zijn van

het specifieke motief’. Er wordt gebruik gemaakt van een logistische regressie om op die manier de

invloed van de verschillende onafhankelijke variabelen op de motieven tot schenken te analyseren.

Binnen een logistische regressie wordt er uitgegaan van een voorspellingsmodel. Er zal worden

nagegaan of de onafhankelijke variabelen samen een betere voorspellingskracht hebben op de

afhankelijke variabele in vergelijking met een model dat de onafhankelijke variabelen niet opneemt.

Een opmerking bij de afhankelijke variabelen is dat de categorieën tot schenken gerelateerd zijn aan de

variabele ‘al dan niet een schenking hebben gedaan’. Dit betekent dat de respondenten enkel maar een

motief in de enquête11 opgaven als ze hadden aangeduid reeds een schenking te hebben volbracht.

Deze opmerking dient ook voor ogen te worden gehouden bij de motieven tot niet schenken.

Binnen onze masterproef wordt een onderzoek verricht naar de motieven die respondenten hebben om

al dan niet te schenken. Aangezien de hoofdvraag gericht is naar de motieven tot schenken, worden de

11

Zie bijlage 5.1 Enquête

Page 45: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

35

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

drie categorieën van motieven telkens individueel in een logistische regressie gegoten. Met andere

woorden, de motieven tot al dan niet schenken worden de afhankelijke variabelen. Hieronder volgt een

algemene analyse op basis van het gehele databestand. Op die manier kunnen de effecten per motief

duidelijk worden geanalyseerd:

Motieven tot schenken

Als afhankelijke variabelen binnen onze logistische regressies nemen we een samenvoeging van de

verschillende motieven tot schenken. Uit de enquête blijkt dat er tien mogelijke motieven kunnen zijn

waarom een respondent heeft geschonken. Om een representatieve variabele te creëren, werden deze

motieven gecategoriseerd aan de hand van volgende criteria: financieel, fiscaal en sociaal motief.

Onder de financiële categorie12 vallen de motieven ‘ik heb voldoende vermogen dat ik niet meer nodig

zal hebben’ en ‘de financiële toestand van de begunstigden’. Deze categorie heeft een percentage van

22,6% en een odds op succes van 22,6%

77,4%= 0,292. Aangezien de odds op succes kleiner is dan één, kan

worden geconcludeerd dat er een grotere kans is op het niet hebben van een financieel motief.

De categorie fiscaal13 omvat de motieven ‘ik wil vermijden dat mijn nabestaanden nog te lang moeten

wachten op hun erfenis’, ‘de notaris heeft me de schenking aangeraden’, ‘ik ontwijk hierdoor de 27%-

tarieven in rechte lijn’, ‘ik vind de tarieven van de schenkingsrechten zeer billijk’ en ‘ik vind de tarieven

van de successierechten te hoog’. Deze categorie representeert een percentage van 24,4%. De odds op

succes bij het fiscaal motief bedraagt 24,4%

75,6%= 0,322, deze odds ratio ligt in lijn met de odds ratio van het

financieel motief.

De laatste categorie van motieven omsluit het sociale aspect14, deze omvat ‘ik wil mijn (klein)kinderen

aan een huis of een bouwgrond helpen of bijspringen bij een andere belangrijke besteding’ en ‘omwille

van gezondheidsredenen’. Deze categorie telt mee voor 28,9%, wat betekent dat deze categorie van

motieven hoger ligt dan de andere categorieën. De odds op succes bedraagt 28,9%

71,1%= 0,4065. Deze odds

ratio is kleiner dan één, wat betekent dat de odds op geen succes groter is dan de odds op succes. Met

andere woorden, de kans dat een respondent het sociaal motief aanduidt als reden om te schenken is

kleiner dan de kans dat een respondent dit motief niet aanduidt.

12

Zie bijlage 5.4.1 Uiteenzetting variabelen: Dummy_Motieven_Financieel 13

Zie bijlage 5.4.1 Uiteenzetting variabelen: Dummy_Motieven_Fiscaal 14

Zie bijlage 5.4.1 Uiteenzetting variabelen: Dummy_Motieven_Sociaal

Page 46: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

36

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Uit figuur 6 valt op te merken dat de drie categorieën geen 100% vormen, dit komt doordat de

respondenten de mogelijkheid hadden om meerdere antwoordmogelijkheden aan te vinken. Aangezien

de motieven zijn gecategoriseerd tellen de meerdere antwoordmogelijkheden binnen eenzelfde

categorie als één antwoord. Met andere woorden, wanneer een respondent heeft aangeduid dat hij een

schenking heeft gedaan voor meerdere fiscale redenen, zal dit uiteindelijk meetellen als één stem voor

het fiscaal motief. De respondenten die meerdere categorieën van motieven hebben aangehaald,

worden daarentegen dubbel meegerekend, dit betekent dat er geen primerende categorie aanwezig is.

Figuur 6: Motieven tot schenken

Motieven tot niet-schenken

Aangezien er uit eigen dataverzameling relatief weinig mensen een schenking hebben gedaan, leek het

interessant om ook de motieven tot niet schenken op te nemen in een logistische regressie. Ook deze

motieven werden samengebundeld tot drie categorieën van motieven. Deze categorieën van motieven

dragen dezelfde benaming dan de categorieën van motieven tot schenken.

De categorie financieel15 omvat de motieven ‘ik heb onvoldoende vermogen dat ik kan missen’, ‘ik wil

me niet te vroeg financieel uitkleden’ en ‘ik ben onzeker over mijn financiële mogelijkheden eens ik op

pensioen ben’. Deze categorie bevat 25,2% van de respondenten in vergelijking met de andere

categorieën. De odds op succes bij dit motief bedraagt 25,2%

74,8%= 0,337.

15

Zie bijlage 5.4.1 Uiteenzetting variabelen: Dummy_Niet_Motieven_Financieel

29%

24%

23%

24%

Motieven tot schenken

Sociaal motief

Fiscaal motief

Financieel motief

Ontbrekende gegevens

Page 47: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

37

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Als tweede categorie werden de fiscale motieven samengevoegd. De fiscale motieven16 omvatten ‘Ik

doe op andere manieren aan successieplanning’ en ‘ik vind het fiscaal voordeel te beperkt’. Slechts 2,5%

gaf hier een positief antwoord op. De odds op succes hierbij bedraagt 2,5%

97,5%= 0,0256 wat de laagste

odds op succes is tegenover de twee andere motieven van niet schenken.

Tenslotte omsluit de categorie sociaal17 de motieven ‘er zijn geen begunstigden aan wie ik wil schenken’

en ‘de vermoedelijke begunstigden zijn nog te jong’. 11,1% Van de respondenten gaf aan dat dit motief

een reden was om geen schenking te doen. Bij deze laatste categorie van motieven bedraagt de odds op

succes 11,1%

88,9%= 0,1249, met andere woorden, de odds dat de respondent dit motief verkiest is lager dan

de odds dat de respondent dit motief wel verkiest.

Uiteenzetting van de dummy variabelen

Tabel 5: Uiteenzetting dummy

Benoeming Dummy Indeling Ref.

Dummy_Schenking_Gedaan 1 = Reeds geschonken 0 = Geen schenking gedaan

Dummy_Geslacht 1 = Man 0= Vrouw

Dummy_Beroepsstatus_Zelfstandige 1 = Zelfstandige 0 = Andere

Dummy_Beroepsstatus_Voltijds 1 = Voltijds aan de slag 0 = Andere

Dummy_Beroepsstatus_Deeltijds 1 = Deeltijds aan de slag 0 = Andere

Dummy_Beroepsstatus_Student 1 = Student 0 = Andere

Dummy_Beroepsstatus_Werkzoekend 1 = Werkzoekend 0 = Andere

Dummy_Beroepsstatus_Pensioen 1 = Pensioen 0 = Andere

Dummy_Beroepsstatus_Huisvrouw_man 1 = Huisvrouw_huisman 0 = Andere

Dummy_Beroepsstatus_Andere 1 = Geen van voorgaande 0 = Andere

Dummy_Burgerlijke_Status_Samenwonend 1 = Samenwonend 0 = Andere

Dummy_Burgerlijke_Status_Gehuwd 1 = Gehuwd 0 = Andere

Dummy_Burgerlijke_Status_Gescheiden 1 = Gescheiden 0= Andere

Dummy_Burgerlijke_Status_Alleenstaand 1 = Alleenstaand 0=Andere

Dummy_Diploma_LagerOnderwijs 1 = Lager onderwijs 0= Andere

Dummy_Diploma_SecundairOnderwijs 1 = Secundair onderwijs 0= Andere

Dummy_Diploma_HogerOnderwijs 1 = Hoger onderwijs 0= Andere

Dummy_Diploma_AnderOnderwijs 1 = Geen van voorgaande 0= Andere

Dummy_Kinderen 1 = Ja 0= Nee

Dummy_Leeftijd_Jong 1 = 0 -30 jaar 0 = Andere

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld 1 = 31-59 jaar 0 = Andere

Dummy_Leeftijd_Oud 1 = 60+’ers 0 = Andere

Dummy_Gezondheidstoestand_Slecht 1 = Slecht 0= Andere

16

Zie bijlage 5.4.1 Uiteenzetting variabelen: Dummy_Niet_Motieven_Fiscaal 17

Zie bijlage 5.4.1 Uiteenzetting variabelen: Dummy_Niet_Motieven_Sociaal

Page 48: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

38

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Dummy_Gezondheidstoestand_Gemiddeld 1 = Gemiddeld 0= Andere

Dummy_Gezondheidstoestand_Goed 1 = Goed 0 = Andere

Dummy_Schenking_Ontvangen 1 = Schenking ontvangen 0 = Geen schenking ontvangen

Dummy_Bezit_Overdragen_Neen 1 = Geen bezit overdragen 0= Andere

Dummy_Bezit_Overdragen_ReedsGeschonken 1 = Reeds Geschonken 0 = Andere

Dummy_Bezit_Overdragen_NuSchenken 1 = Nu schenken 0= Andere

Dummy_Bezit_Overdragen_ToekomstigSchenken 1 = In toekomst schenken 0= Andere

Dummy_Bezit_Overdragen_WeetIkNiet 1 = Weet ik niet 0 = Andere

Dummy_Vermogen_Na_Dood_Belangrijk 1 = Belangrijk zelf bepalen vermogen na dood

0 = Andere

Dummy_Vermogen_Na_Dood_NietBelangrijk 1 = Niet belangrijk zelf bepalen vermogen na dood

0= Andere

Dummy_Vermogen_Na_Dood_GeenMening 1 = Geen mening 0 = Andere

Dummy_Motieven_Sociaal 1 = Sociaal motief 0 = Andere

Dummy_Motieven_Fiscaal 1 = Fiscaal motief 0 = Andere

Dummy_Motieven_Financieel 1 = Financieel motief 0 = Andere

Dummy_Niet_Motieven_Sociaal 1 = Sociaal motief tot niet schenken

0 = Andere

Dummy_Niet_Motieven_Fiscaal 1 = Fiscaal motief tot niet schenken

0 = Andere

Dummy_Niet_Motieven_Financieel 1 = Financieel motief tot niet schenken

0 = Andere

2.3.1 Sociaal motief om te schenken

Verwachtingen binnen het sociaal model

Eerst wordt nagegaan wat de verwachte resultaten zijn binnen het model van het sociaal motief. Om dit

te kunnen nagaan, worden de odds ratio’s berekend en geanalyseerd. Uit tabel 6 blijkt dat het geslacht,

het hebben van kinderen, de leeftijd 60+ hebben en het zijn van een inwoner uit Vlaams-Brabant,

Antwerpen of Oost-Vlaanderen een mogelijk verband kunnen hebben met het sociaal motief door een

odds ratio die hoger of gelijk is aan één.

Uit tabel 6 kan bovendien ook worden afgeleid dat het hebben van kinderen het grootste verband zou

kunnen hebben op het sociaal motief. Hierbij wordt ook in de hypothese verondersteld dat

respondenten met kinderen vaker zullen schenken met een sociaal motief in vergelijking met

respondenten die geen kinderen hebben. Deze hypothese werd ook bevestigd door McGarry (2013)

aangezien deze stelt dat ouders vaak schenken aan hun kinderen. Deze schenking kan dan eventueel

dienen als buffer bij negatieve inkomensschommelingen.

Page 49: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

39

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Tabel 6: Odds ratio sociaal motief18

Odds ratio

Dummy_Geslacht 1,12

Dummy_Kinderen 2,34

Dummy_Leeftijd_Jong 0,35

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld 0,86

Dummy_Leeftijd_Oud 1,20

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant 1,27

Dummy_Postcode_Antwerpen 2,03

Dummy_Postcode_WVlaanderen 0,45

Dummy_Postcode_OVlaanderen 1,24

Uiteenzetting van de onafhankelijke variabelen

Gezien er een juiste analyse dient te worden bekomen binnen dit logistisch model, werden de

‘frequencies19’ opgevraagd die enkel de onafhankelijke variabelen binnen het model opnemen. Om na

te gaan of vrouwen vaker schenken dan mannen, zal de variabele geslacht opgenomen worden in het

logistische model met als afhankelijke ‘het sociaal motief’. Bij de analyse van de frequenties wordt

duidelijk dat 53,8% van de respondenten aangeduid heeft man te zijn in tegenstelling tot 46,2% van de

respondenten die vrouwen zijn.

Het aantal kinderen van de respondenten kan een belangrijke invloed hebben op de motieven om

schenkingen te doen, daarom wordt deze variabele zeker niet vergeten in het logistische model. De

invloed van het al dan niet hebben van kinderen is duidelijk aanwezig bij de categorieën van motieven

aangezien de grootste groep van respondenten de categorie ‘sociaal motief’ als reden heeft aangegeven

om te schenken. Hierbij wordt duidelijk dat 91,4% van de respondenten in dit model kinderen heeft.

Bovendien wordt de categorie leeftijd opgenomen in dit model en werd deze categorie opgedeeld in

drie categorieën: jonge leeftijd, gemiddelde leeftijd en oudere leeftijd. De categorie ‘jonge leeftijd’

bestaat uit respondenten van 0 tot en met 30 jaar en de tweede leeftijdsgroep omsluit de respondenten

met een leeftijd tussen 31 en 59 jaar. Tenslotte bestaat de laatste categorie uit 60+’ers. Deze indeling is

gebaseerd op de evolutie in vermogensopbouw. Uit een artikel van De Tijd20 blijkt namelijk dat 60+’ers

een groter vermogen hebben opgebouwd in vergelijking met de twee andere leeftijdsgroepen, omdat

deze laatste nog hun vermogen dienen op te bouwen. Leeftijdswijs heeft 1,3% van de respondenten een

18

Zie bijlage 5.4.2.1.1 Crosstabs binnen logistische regressie met sociaal motief 19

Zie bijlage 5.4.2.1.3 Frequenties logit sociaal motief 20

De Tijd, Lang sparen en trouwen maken je rijk, http://m.tijd.be/9515037.art?sid=40557390 (consultatie 11 april 2015)

Page 50: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

40

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

leeftijd van 0 – 30 jaar in dit model. Hiertegenover staat een percentage van 46,3 van respondenten met

een leeftijd van 31 – 59 jaar in dit model. Tot slot heeft 52,4% van de respondenten aangeduid een

leeftijd te hebben boven de 60 jaar.

Vervolgens worden de belangrijkste provincies opgenomen om het effect van de fiscale druk te bepalen.

De provincies die worden opgenomen zijn: Oost-Vlaanderen (postcodes 9000 – 9999) , West-Vlaanderen

(postcodes 8000 – 8999), Antwerpen (postcodes 2000 – 2999) en Vlaams-Brabant (postcodes 1000 –

1999). De postcodes van Vlaams-Brabant bevatten ook de postcodes van Waals-Brabant, echter bij de

opmaak van ons databestand werden de Franstaligen uit het databestand verwijderd. Dit model heeft

10,1% van de respondenten aangeduid dat hij/zij in Vlaams-Brabant woonachtig in tegenstelling tot

39,2% van de respondenten die een woonplaats in Oost-Vlaanderen hebben. Antwerpen is

vertegenwoordigd met 15,2% van de respondenten binnen dit model. Tenslotte bevindt 35,6% van de

respondenten zich in West-Vlaanderen. Binnen deze variabelen wordt Oost-Vlaanderen als

referentiecategorie opgenomen aangezien de meeste data werd verzameld binnen deze provincie.

Tenslotte wordt ook nagegaan wat het effect van het maandelijks netto-gezinsinkomen is op de

beslissing én het motief tot schenken. De categorieën van het maandelijks netto-gezinsinkomen werden

opgedeeld volgens de opdeling in de enquête21: 0 – 1.500 euro, 1.501 – 3.000 euro, 3.001 – 4.500 euro,

4.501 – 7.500 euro en 7.500 of hoger. Met andere woorden, respondenten met een hoger maandelijks

netto-gezinsinkomen zouden betere mogelijkheden kunnen hebben om een schenking te doen. Uit de

statistieken blijkt dat een derde van de opgenomen respondenten binnen dit model (33,4% van de

geldige antwoorden) een maandelijks netto-gezinsinkomen heeft tussen de 1.501 euro en 3.000 euro.

Bevindingen uit het model

Om na te gaan of de volgende hypothese, ‘respondenten die kinderen hebben, schenken vaker met de

reden dat ze hun (klein)kinderen willen helpen’, van toepassing is in Vlaanderen, wordt in tabel 7

uiteengezet welke variabelen werden opgenomen in een logistisch model met als afhankelijke variabele

‘het sociaal motief’.

21

Zie bijlage 5.1 Enquête

Page 51: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

41

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Tabel 7: Resultatentabel logistische regressie met sociaal motief (significantie level: *=10%, **=5%, ***=10%)22

Exp(B) Wald Sig.

Dummy_Geslacht 1,208 1,041 ,308

Dummy_Kinderen 2,196 4,043 ,044**

Dummy_Leeftijd_Jong ,433 ,565 ,452

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld ,757 1,925 ,165

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant 1,072 ,053 ,818

Dummy_Postcode_Antwerpen 1,761 4,964 ,026**

Dummy_Postcode_WVlaanderen ,518 8,586 ,003***

Maandelijks netto gezinsinkomen 1,010 ,011 ,917

Constant ,229 10,571 ,001***

Aantal geobserveerden 613

-2 Log Likelihood 715,954

Nagelkerke R² 0,071

Cox-Snell Adj. R² 0,050

% Correct voorspeld 69,7%

Aan de hand van bovenstaande tabel wordt duidelijk wat de impact is van de onafhankelijke variabelen

op de afhankelijke variabele, met name het sociaal motief.

Als er geen verklarende variabelen worden opgenomen in het model, dan geven 183 respondenten van

de 613 die zijn opgenomen in het logistische model aan dat een sociale reden heeft meegespeeld in de

beslissing om te schenken. Dit vertegenwoordigt een percentage van 29,85. Bij de vergelijking met de

‘frequencies23’ van de Dummy_Motief_Sociaal wordt een licht verschil opgemerkt van bijna 1%.

Om na te gaan of de constante een meerwaarde geeft aan het model tot het bekomen van een valabele

analyse, werd de Wald test, samen met de significantie, geanalyseerd. De Wald test bedraagt 93,687

wat substantieel verschilt van 0 en dus kan worden besloten dat de constante een meerwaarde geeft

aan het voorspelde model.

Uit de classificatietabel22 met de constante variabele blijkt dat 70,1% van de variabelen reeds juist werd

voorspeld. Dit betekent dat 29,9% nog niet juist werd voorspeld. Dit is te wijten aan het feit dat er 183

geobserveerde waarnemingen anders worden weergegeven in de voorspelling van het model.

Binnen het model dat alle onafhankelijke variabelen opneemt, wordt een significantietest van het

globale model berekend. De Omnibus Test geeft dit weer en resulteert in een significant model

aangezien de p-waarde kleiner is dan 10%, namelijk 0,000. Dit betekent dus dat het model met de

22

Zie bijlage 5.4.2.1.2 Logistische regressie met sociaal motief 23

Zie bijlage 5.4.2.1.3 Frequenties logit sociaal motief

Page 52: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

42

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

onafhankelijke variabelen een verbetering is in vergelijking met het model dat enkel een constante

variabele opneemt.

De -2 Log Likelihood binnen dit model bedraagt 715,954, wat het verschil inhoudt tussen het model met

een constante en het model met de onafhankelijke variabelen. De -2 Log Likelihood hoort zo dicht

mogelijk bij nul te liggen zodat er een grote overeenkomst is tussen beide modellen. Binnen het model

met als afhankelijke variabele ‘het sociaal motief’ is er een redelijk groot verschil tussen beide modellen.

Echter, de -2 LL is afhankelijk van het aantal observaties en dus niet eenvoudig te interpreteren.

De Nagelkerke R² bedraagt 0,071 en geeft weer hoeveel variatie in het resultaat kan worden verklaard

door het model. Bovendien bedraagt de Hosmer and Lemeshow Test 0,179 en geeft de ‘goodness of fit’

weer van de logistische regressie. Dit percentage is groter dan de grens van 10%, wat betekent dat er

geen significante afwijking is tussen de voorspelde en de echte data.

De classificatietabel22 van het model dat de onafhankelijke variabelen opneemt, geeft weer in hoeverre

de respondenten in de juiste categorieën worden ondergebracht. Met het toevalpercentage wordt

nagegaan hoeveel de verbetering van het model zou moeten bedragen, ervan uitgaande dat er een

stijging is van minimaal 25%. In dit model blijkt dat het percentage licht daalt van 70,1% naar een

percentage van 69,7. Dit betekent dat het model, inclusief de acht onafhankelijke variabelen, er niet in

slaagt om de respondenten in de correcte categorie te plaatsen.

Uit tabel 7 blijkt dat het sociaal motief verklaard kan worden door het al dan niet hebben van kinderen

en door het bezitten van een woonplaats in West-Vlaanderen of Antwerpen. Dit blijkt ook uit de

individuele Wald test van deze onafhankelijke variabelen aangezien deze sterk verschilt van nul.

Daartegenover zijn het geslacht, inwoner zijn uit Vlaams-Brabant, de leeftijd en het inkomen van de

respondent niet significant binnen dit model. Enerzijds omdat hun significantie test groter is dan 10%,

anderzijds valt dit ook af te leiden uit de Wald test die bij deze onafhankelijke variabelen sterk aanleunt

bij nul.

Het hebben van kinderen heeft een grote invloed op het aanwezig zijn van sociaal motief om te

schenken. Als de respondent kind(eren) krijgt, zal de odds op een sociaal motief 2,196 keer groter zijn

tegenover een kinderloze respondent. Tenslotte om het effect binnen Vlaanderen te analyseren,

worden de provincies opgenomen met als referentie categorie ‘Oost-Vlaanderen’. Wanneer een

respondent inwoner is uit Antwerpen, zal deze 1,761 keer zoveel odds hebben om te kiezen voor een

sociaal motief tegenover een inwoner uit Oost-Vlaanderen.

Page 53: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

43

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

𝐿𝑜𝑔𝑖𝑡 (𝜋(𝒔𝒐𝒄𝒊𝒂𝒂𝒍 𝒎𝒐𝒕𝒊𝒆𝒇))

= −1,473 + 0,189𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐺𝑒𝑠𝑙𝑎𝑐ℎ𝑡 + 0,787 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐾𝑖𝑛𝑑𝑒𝑟𝑒𝑛

− 0,838 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐿𝑒𝑒𝑓𝑡𝑖𝑗𝑑−𝐽𝑜𝑛𝑔 − 0,278 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐿𝑒𝑒𝑓𝑡𝑖𝑗𝑑−𝐺𝑒𝑚𝑖𝑑𝑑𝑒𝑙𝑑

+ 0,07 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝑉𝑙𝑎𝑎𝑚𝑠−𝐵𝑟𝑎𝑏𝑎𝑛𝑡 + 0,566 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐴𝑛𝑡𝑤𝑒𝑟𝑝𝑒𝑛

− 0,659 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝑊𝑒𝑠𝑡−𝑉𝑙𝑎𝑎𝑛𝑑𝑒𝑟𝑒𝑛 + 0,01 𝑀𝑎𝑎𝑛𝑑𝑒𝑙𝑖𝑗𝑘𝑠 𝑔𝑒𝑧𝑖𝑛𝑠𝑖𝑛𝑘𝑜𝑚𝑒𝑛

Aangezien in vorig model geen verbetering te zien was in de classificatietabel van het model dat de

onafhankelijke variabelen opneemt, werd gezocht naar een meer zinvol model. Hierbij werd een model

gemaakt met de variabelen ‘burgerlijke status’, ‘kinderen’, ‘gezondheidstoestand’ en ‘reeds een

schenking ontvangen’24. Bij dit model werden 720 respondenten opgenomen in de analyse. Bovendien

wordt uit de classificatietabel24 duidelijk dat 70,4% van de respondenten goed voorspeld werd indien er

geen onafhankelijke variabelen worden opgenomen. Wanneer de onafhankelijke variabelen worden

opgenomen, geeft de classificatietabel een stijging weer van 0,2%. Deze stijging sluit evenwel niet aan

bij de ideale stijging van 25%. Toch blijkt aan de hand van de Omnibus Test dat dit model betekenisvol is

aangezien er een p-waarde is van 0,002. De Hosmer and Lemeshow Test wijst erop dat er geen

significante afwijkingen zijn tussen het constante model en het model met de zeven onafhankelijke

variabelen.

Tabel 8: Resultatentabel2 logistische regressie met sociaal motief (significantie level: *=10%, **=5%, ***=10%)24

Exp(B) Wald Sig.

Dummy_Burgerlijke_Status_Samenwonend ,835 ,325 ,569

Dummy_Burgerlijke_Status_Gescheiden 2,482 6,726 ,010***

Dummy_Burgerlijke_Status_Alleenstaand ,978 ,005 ,946

Dummy_Kinderen 2,275 4,985 ,026***

Dummy_Gezondsheidstoestand_Slecht 2,391 3,867 ,049**

Dummy_Gezondsheidstoestand_Goed 1,591 4,620 ,032**

Dummy_Schenking_Ontvangen ,729 3,441 ,064**

Constant ,147 20,9 ,000***

Aantal geobserveerden 720

-2 Log Likelihood 851,782

Nagelkerke R² 0,044

Cox-Snell Adj. R² 0,031

% Correct voorspeld 70,6

24

Zie bijlage 5.4.2.1.4 Logistische regressie 2 met sociaal motief

Page 54: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

44

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

De resultatentabel binnen het meer zinvolle model wijst uit dat burgerlijke status – gescheiden, het al

dan niet kinderen hebben, een slechte of goede gezondheidstoestand hebben en reeds een schenking

hebben ontvangen een invloed hebben op het kiezen van het sociaal motief. Anderzijds worden

burgerlijke status – samenwonend en burgerlijke status – alleenstaand niet significant bevonden binnen

tabel 8. Wanneer een persoon in een slechte gezondheidstoestand verkeert, zal deze 2,391 keer zoveel

odds hebben om te kiezen voor een sociaal motief tegenover een gemiddelde gezondheidstoestand.

Respondenten die reeds een schenking hebben ontvangen, hebben 0,729 keer minder odds om het

sociaal motief aan te duiden als motief bij het schenken. Tenslotte blijkt ook uit dit meer zinvolle model

dat het hebben van kinderen een grote invloed heeft op het kiezen van het sociaal motief als reden tot

schenken.

Bij de terugkoppeling naar de vooropgestelde hypothese of respondenten met kinderen vaker schenken

met reden om hun (klein)kinderen te helpen, kan worden opgemerkt dat beide modellen een

significantie vertonen bij de onafhankelijke variabele ‘Dummy_Kinderen’. De odds ratio’s liggen bij beide

modellen beduidend hoger dan één. Er kan zelfs gesteld worden dat wanneer een respondent kinderen

heeft, de odds tot sociaal motief om te schenken meer dan 2 keer zo groot is. Hierbij wordt de

vooropgestelde hypothese bevestigd en liggen de resultaten in lijn met de bestaande literatuur van

zowel Smolders en Cottyn (2008) als McGarry (2013).

2.3.2 Financieel motief om te schenken

Verwachtingen binnen het fiscaal model

Bij het financieel motief tot schenken wordt verwacht dat respondenten met een hoger inkomen

voldoende vermogen hebben en dus sneller zullen schenken. Enerzijds kan deze stelling logisch worden

opgevat, anderzijds wordt dit ook zo geconcludeerd in onderzoek van Poterba (1998). Poterba (1998)

stelt namelijk dat er een positief verband bestaat tussen het vermogen van een huishouden en de

mogelijkheid om te schenken. Echter, uit analyse van het logistische model zal blijken of het onderzoek

van Poterba (1998) achterhaald is en of op heden een andere conclusie dient te worden gesteld.

Bovendien wordt ook verwacht dat respondenten met een slechte gezondheidstoestand schenken

omwille van financiële redenen. Deze stelling wordt tegengesproken door Amerikaans onderzoek van

Hayhoe en Stevenson (2006) waaruit blijkt dat gezondheidsproblemen een barrière vormen om hulp te

bieden aan anderen. Binnen dit model wordt nagegaan of de Amerikaanse resultaten ook van

toepassing zijn op de Vlaamse bevolking.

Page 55: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

45

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Tabel 9: Odds ratio financieel motief25

Odds ratio

Dummy_Burgerlijke_Status_Samenwonend 1,41

Dummy_Burgerlijke_Status_Gescheiden 1,52

Dummy_Burgerlijke_Status_Alleenstaand 1,52

Dummy_Burgerlijke_Status_Gehuwd 0,62

Dummy_Gezondsheidstoestand_Slecht 1,20

Dummy_Gezondsheidstoestand_Goed 1,32

Dummy_Gezondsheidstoestand_Gemiddeld 0,70

Dummy_Kinderen 0,49

Dummy_Geslacht 1,40

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant 0,98

Dummy_Postcode_Antwerpen 2,56

Dummy_Postcode_WVlaanderen 0,35

Dummy_Postcode_OVlaanderen 1,39

Bovendien wordt uit tabel 9, die de odds ratio’s bevat van de onafhankelijke variabelen, verwacht dat

samenwonend zijn, gescheiden zijn, alleenstaand zijn, een slechte gezondheidstoestand hebben, een

goede gezondheidstoestand hebben, het geslacht en Antwerpenaar of Oost-Vlaming zijn een invloed

kunnen hebben met een odds ratio van één of meer dan één op het financieel motief tot schenken.

Tenslotte wordt verwacht dat gehuwd zijn, een gemiddelde gezondheidstoestand hebben, kinderen

hebben en inwoner zijn van Vlaams-Brabant of West-Vlaming een invloed met een odds ratio van

minder dan één zal hebben op het financieel motief tot schenken.

Uiteenzetting van de onafhankelijke variabelen26

De variabele burgerlijke status werd opgenomen in het logistisch model onder volgende categorieën:

samenwonend, gehuwd, gescheiden en alleenstaand. De meeste respondenten zijn gehuwd, goed voor

76,7% van de respondenten binnen dit model. Met andere woorden, meer dan 3/4de van de

respondenten is gehuwd. Slechts 4,7% van de respondenten duidde het antwoord gescheiden aan.

Hierbij kan worden gesteld dat de meeste gescheiden respondenten eerder de antwoordmogelijkheid

‘alleenstaande’ aanduidden in plaats van gescheiden. Dit kan je ook zien aan het hoger percentage van

de burgerlijke status alleenstaand, namelijk 9%.

De gezondheidstoestand van de respondenten werd opgedeeld in condities: slecht, gemiddeld en goed.

Uit de frequentietabel van het model blijkt dat het overgrote deel van respondenten (73,7%) aangeeft

25

Zie bijlage 5.4.2.2.1 Crosstabs binnen logistische regressie met financieel motief 26

Zie bijlage 5.4.2.2.3 Frequenties logit financieel motief

Page 56: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

46

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

dat hij/zij een goede gezondheid heeft. Dit in vergelijking met 4,4% van de respondenten die beweert

dat hij/zij een slechte gezondheid heeft. Tenslotte heeft 21,9% van de respondenten een gemiddelde

gezondheidstoestand. Hierbij dient te worden opgemerkt dat respondenten vaak sociaal wenselijk

antwoorden. Respondenten willen niet vaak toegeven dat hun gezondheidstoestand in slechte zin

evolueert.

Bovendien wordt ook de variabele ‘kinderen’ opgenomen in het model. Binnen het model heeft 91,4%

van de respondenten kinderen. Dit percentage stemt overeen met het percentage van respondenten die

kinderen hebben in het voorgaande model. Ook het geslacht wordt aanzien als een variabele die invloed

zou kunnen hebben op het financieel motief. Binnen het model zegt 53,8% van de respondenten man te

zijn. Daartegenover staat 46,2% van de respondenten die vrouw blijken te zijn.

Zoals in vorig model werd uiteengezet, worden ook provincies opgenomen om op die manier de

verschillen tussen de provincies in kaart te brengen. Uit de frequentietabel blijkt dat 10,1% van de

respondenten inwoners uit Vlaams-Brabant zijn, 15% van de respondenten inwoners uit Antwerpen zijn,

35,6% van de respondenten West-Vlamingen zijn en 39,3% Oost-Vlamingen.

Bevindingen uit het model

Bij het financieel motief om te schenken hebben 144 van de 613 respondenten27 dit motief als reden

aanschouwd. Dit stemt overeen met een percentage van 23,49%. In vergelijking met de twee andere

categorieën van motieven werd dit motief in het gehele databestand als minst aanwezig opgemerkt,

namelijk 22,6% in vergelijking met 24,4% voor het fiscaal motief en 28,9% voor het sociaal motief28. Dit

kan mogelijks een invloed hebben op de logistische regressie.

27

Zie bijlage 5.4.2.2.2 Logistische regressie met financieel motief 28

Zie bijlage 5.4.1 Uiteenzetting variabelen: Dummy_Motieven_Financieel

Page 57: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

47

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Uit tabel 10 kan worden afgeleid welke onafhankelijke variabelen worden opgenomen binnen het

logistisch model met als afhankelijke variabele ‘het financieel motief’.

Tabel 10: Resultatentabel logistische regressie met het financieel motief (significantie level: *=10%, **=5%, ***=10%)29

Exp(B) Wald Sig.

Dummy_Burgerlijke_Status_Samenwonend 1,168 ,234 ,629

Dummy_Burgerlijke_Status_Gescheiden 1,738 1,716 ,190

Dummy_Burgerlijke_Status_Alleenstaand 1,243 ,359 ,549

Dummy_Kinderen ,595 2,448 ,118

Dummy_Geslacht 1,447 3,325 ,068*

Maandelijks Gezinsinkomen ,970 ,102 ,749

Dummy_Gezondsheidstoestand_Slecht 1,296 ,266 ,606

Dummy_Gezondsheidstoestand_Goed 1,368 1,551 ,213

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant ,931 ,046 ,831

Dummy_Postcode_Antwerpen 1,577 3,002 ,083*

Dummy_Postcode_WVlaanderen ,408 12,373 ,000***

Constant ,383 3,751 ,053**

Aantal geobserveerden 613

-2 Log Likelihood 633,197

Nagelkerke R² 0,084

Cox-Snell Adj. R² 0,056

% Correct voorspeld 76,8%

Het model bevat 613 van de 751 respondenten die reeds een schenking hebben gedaan. Dit

representeert een percentage van 81,63 van de maximale totale respondenten die kunnen worden

opgenomen. Het logistische model wordt goed voorspeld voor een percentage 76,5 binnen het

logistische model met de constante. Dit betekent dat er zonder onafhankelijke variabelen 469

respondenten goed geclassificeerd zijn in tegenstelling tot de 144 respondenten die foutief worden

geclassificeerd. De Wald test bedraagt 153,610, wat substantieel verschilt van 0 en dus kan worden

besloten dat de constante een meerwaarde geeft aan het voorspelde model.

Binnen het model dat de onafhankelijke variabelen opneemt, bedraagt de Omnibus Test 0,000, wat wijst

op een betekenisvol globaal model. Ter verduidelijking betekent deze p-waarde dat het model met de

onafhankelijke variabelen een lichte verbetering is in vergelijking met het model dat enkel een

constante variabele opneemt aangezien de p-waarde kleiner is dan 10%. De Hosmer and Lemeshow Test

toont aan dat er een significantie is van 35,5%. Dit geeft weer dat er geen significant verschil is tussen de

voorspelde en de geobserveerde data.

29

Zie bijlage 5.4.2.2.2 Logistische regressie met financieel motief

Page 58: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

48

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

De classificatietabel binnen het model, dat de onafhankelijke variabelen omhelst, geeft een lichte

stijging aan van 0,3% van het aantal respondenten die correct worden geclassificeerd. Ondanks de

opname van elf onafhankelijke variabelen worden slechts vier respondenten correct geclassificeerd. Dit

toont aan dat het model inclusief de elf onafhankelijke variabelen er niet in slaagt om alle respondenten

in de juiste categorie te plaatsen.

Tabel 10 geeft weer dat slechts het geslacht en het inwonerschap van West-Vlaanderen of Antwerpen

een significantie bevatten in tegenstelling tot de andere variabelen die geen significantie hebben. Dit

resulteert in een hoge Wald test, met een maximum van 12,373 bij de inwoners van West-Vlaanderen.

Uiteindelijk blijkt dat als er meer respondenten uit Antwerpen komen, de odds op een financieel motief

zullen stijgen met 57,7% in vergelijking met Oost-Vlaanderen.

𝐿𝑜𝑔𝑖𝑡 (𝜋(𝒇𝒊𝒏𝒂𝒏𝒄𝒊𝒆𝒆𝒍 𝒎𝒐𝒕𝒊𝒆𝒇))

= −0,961 + 0,155 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐵𝑢𝑟𝑔𝑒𝑟𝑙𝑖𝑗𝑘𝑒𝑆𝑡𝑎𝑡𝑢𝑠−𝑆𝑎𝑚𝑒𝑛𝑤𝑜𝑛𝑒𝑛𝑑

+ 0,553 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐵𝑢𝑟𝑔𝑒𝑟𝑙𝑖𝑗𝑘𝑒𝑆𝑡𝑎𝑡𝑢𝑠−𝐺𝑒𝑠𝑐ℎ𝑒𝑖𝑑𝑒𝑛

+ 0,218 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐵𝑢𝑟𝑔𝑒𝑟𝑙𝑖𝑗𝑘𝑒𝑆𝑡𝑎𝑡𝑢𝑠−𝐴𝑙𝑙𝑒𝑒𝑛𝑠𝑡𝑎𝑎𝑛𝑑 − 0,520 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐾𝑖𝑛𝑑𝑒𝑟𝑒𝑛

+ 0,370 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐺𝑒𝑠𝑙𝑎𝑐ℎ𝑡 − 0,031 𝑀𝑎𝑎𝑛𝑑𝑒𝑙𝑖𝑗𝑘𝑠 𝐺𝑒𝑧𝑖𝑛𝑠𝑖𝑛𝑘𝑜𝑚𝑒𝑛

+ 0,259 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐺𝑒𝑧𝑜𝑛𝑑ℎ𝑒𝑖𝑑𝑠𝑡𝑜𝑒𝑠𝑡𝑎𝑛𝑑−𝑆𝑙𝑒𝑐ℎ𝑡 + 0,313 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐺𝑒𝑧𝑜𝑛𝑑ℎ𝑒𝑖𝑑𝑠𝑡𝑜𝑒𝑠𝑡𝑎𝑛𝑑−𝐺𝑜𝑒𝑑

− 0,072 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝑉𝑙𝑎𝑎𝑚𝑠−𝐵𝑟𝑎𝑏𝑎𝑛𝑡 + 0,456 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐴𝑛𝑡𝑤𝑒𝑟𝑝𝑒𝑛

− 0,896 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝑊𝑒𝑠𝑡−𝑉𝑙𝑎𝑎𝑛𝑑𝑒𝑟𝑒𝑛

Na meerdere pogingen om een zinvoller model te bekomen, werd gezocht naar variabelen die een

mogelijke invloed zouden hebben op het financieel motief30. Uiteindelijk werd er een significantie

gevonden voor het hebben van een diploma secundair onderwijs en het al dan niet hebben van

kinderen. Binnen dit vernieuwde model werden 679 respondenten opgenomen in de analyse. Hiervan

werden 519 respondenten correct geclassificeerd in tegenstelling tot de 160 respondenten die niet juist

werden gecategoriseerd. Dit leidt tot een percentage van 76,4% dat goed werd voorspeld in het model

met een constante.

Wanneer de onafhankelijke variabelen (kinderen – inkomen – diploma – leeftijd) worden opgenomen in

de logistische regressie, blijkt dat dit model in de Omnibus Test significant is. De Hosmer and Lemeshow

Test geeft een percentage van 30 aan waardoor er geen significante afwijkingen zijn tussen de

30

Zie bijlage 5.4.2.2.4 Logistische regressie 2 met financieel motief

Page 59: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

49

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

geobserveerde en voorspelde data. De tweede classificatietabel toont geen verbetering in vergelijking

met de classificatietabel van het model met de constante (76,4%).

Tabel 11: Resultatentabel2 logistische regressie met het financieel motief (significantie level: *=10%, **=5%, ***=10%)31

Exp(B) Wald Sig.

Dummy_Kinderen ,519 4,574 ,032**

Maandelijks Gezinsinkomen 1,069 ,455 ,500

Dummy_Geslacht 1,298 1,930 ,165

Dummy_Diploma_LagerOnderwijs ,651 1,094 ,296

Dummy_Diploma_SecundairOnderwijs ,659 4,030 ,045**

Dummy_Diploma_AnderOnderwijs ,000 ,000 ,998

Dummy_Leeftijd_Jong ,652 ,248 ,618

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld ,814 1,044 ,307

Constant ,552 2,196 ,138

Aantal geobserveerden 679

-2 Log Likelihood 719,829

Nagelkerke R² 0,047

Cox-Snell Adj. R² 0,031

% Correct voorspeld 76,4%

Uit de resultatentabel kan worden afgeleid dat wanneer een respondent kinderen heeft, de odds op een

financieel motief 0,519 keer kleiner is in vergelijking met respondenten die geen kinderen hebben. Deze

kans is behoorlijk laag in vergelijking met de kans die bestaat bij het sociaal motief want als de

respondent kind(eren) krijgt, zal de odds op een sociaal motief 2,196 keer groter zijn tegenover een

kinderloze respondent. Bovendien blijkt uit de resultatentabel dat wanneer een respondent het diploma

secundair onderwijs behaald heeft, de odds op een financieel motief 0,659 bedraagt tegenover het

diploma hoger onderwijs. Tenslotte toont tabel 11 aan dat het grootste deel van de variabelen niet

significant zijn binnen het model met afhankelijke variabele ‘het financieel motief’.

Kritische noot op het financieel motief: zoals hierboven aangehaald blijkt dat het financieel motief het

minst werd aangeduid als reden tot schenken. Bovendien kunnen de financiële motieven ook

geclassificeerd worden bij de andere motieven wat de lage respons kan verklaren. Zo kan bijvoorbeeld

het motief ‘financiële toestand van begunstigden’ ook worden aanschouwd als het helpen van anderen,

wat tot de categorie ‘sociaal motief’ behoort.

Als algemene conclusie kan worden gesteld dat de vooropgestelde hypothese, namelijk dat

respondenten met een hoger inkomen vaker zouden schenken, niet kan worden bevestigd noch

31

Zie bijlage 5.4.2.2.4 Logistische regressie 2 met financieel motief

Page 60: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

50

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

tegengesproken. Bij het eerste model met het financieel motief als afhankelijke variabele valt op te

merken dat de odds ratio van het maandelijks gezinsinkomen lager is dan één in vergelijking met het

tweede model waar de odds ratio licht groter is dan één. Bovendien kan uit de resultatentabellen ook

worden afgeleid dat het maandelijks gezinsinkomen geen significant effect heeft op het model met

financieel motief als afhankelijke variabele. Dit resultaat wordt ook bevestigd door de Wald test

aangezien deze bij beide modellen voor de onafhankelijke variabele ‘Maandelijks Gezinsinkomen’ dicht

aanleunt bij nul. Bijgevolg kan geen conclusie worden gesteld omtrent het onderzoek van Poterba

(1998).

Tenslotte kan de hypothese omtrent respondenten met een slechte gezondheidstoestand die schenken

omwille van financiële redenen niet worden bevestigd aangezien er geen significantie blijkt te zijn bij het

model met als onafhankelijke variabele ‘het financieel motief’. Bovendien kan er ook geen conclusie

worden gemaakt over het feit dat de Amerikaanse resultaten van Hayhoe en Stevenson (2006) al dan

niet in lijn liggen met de Vlaamse data.

2.3.3 Fiscaal motief om te schenken

Verwachtingen binnen het fiscaal model

Binnen het model met het fiscaal motief als onafhankelijke variabele kan een beeld worden gevormd

van de fiscale impact op het schenken. Hierbij wordt verwacht dat mensen die het belangrijk vinden om

te bepalen wat er met hun vermogen zal gebeuren na hun dood reeds hebben geschonken omwille van

fiscale redenen. Deze stelling wordt bevestigd door de Amerikaanse data die werd onderzocht in het

onderzoek van Joulfaian (2005). Bovendien zijn Sargeant en Woodliffe (2007) ook tot de constatatie

gekomen dat de fiscale druk wel degelijk een invloed heeft op het schenkingsgedrag. Er wordt gesteld

dat er een tegengesteld verband bestaat tussen het niveau van belastingtarieven en het al dan niet

schenken. Binnen dit model wordt nagegaan of deze constatatie ook geldt voor de Vlaamse bevolking.

Page 61: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

51

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Tabel 12: Odds ratio fiscaal motief32

Odds ratio

Dummy_Geslacht 0,99

Dummy_Kinderen 0,51

Dummy_Vermogen_Na_Dood_NietBelangrijk 3,15

Dummy_Vermogen_Na_Dood_GeenMening 1,63

Dummy_Vermogen_Na_Dood_Belangrijk 0,35

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant 0,86

Dummy_Postcode_Antwerpen 3,74

Dummy_Postcode_WVlaanderen 0,34

Dummy_Postcode_OVlaanderen 1,17

Tenslotte wordt van de opgenomen onafhankelijke variabelen een positief effect verwacht, met name

voor de variabelen ‘niet belangrijk zelf te bepalen wat er met het vermogen na de dood gebeurt’, ‘geen

mening omtrent wat er met het vermogen na de dood gebeurt’ en inwoner zijn van Antwerpen en Oost-

Vlaanderen aangezien de odds ratio’s groter zijn dan één. Er wordt verwacht dat het geslacht, het

hebben van kinderen, het belangrijk vinden wat er met het vermogen na de dood gebeurt en inwoner

zijn van Vlaams-Brabant en West-Vlaanderen een invloed hebben met odds kleiner dan één op het

fiscaal motief tot schenken.

Uiteenzetting van de onafhankelijke variabelen33

Om de analyse te maken van het fiscaal motief als afhankelijke variabele werden 415 van de 751

respondenten opgenomen in een logistische regressie33. Binnen dit aantal hebben er ongeveer evenveel

mannen als vrouwen een aandeel. De meeste respondenten binnen dit model hebben een maandelijks

netto gezinsinkomen dat ligt tussen 1.501 en 3.000 euro. Slechts 17,3% verdient meer dan 4.501 euro

én minder dan 1.500 euro. 90,8% Van de respondenten die werden opgenomen in dit model hebben

kinderen.

Om na te gaan of de respondenten het belangrijk vinden om te bepalen wat er met hun vermogen na

hun overlijden zal gebeuren, werd deze vraag opgenomen in het logistische model. In de enquête werd

de vraag gesteld of de respondenten het belangrijk vonden om zelf te bepalen wat er met hun

vermogen zal gebeuren na hun overlijden34. Hierop antwoordden 80,2% van de respondenten

opgenomen in het model bevestigend. 13,5% Vond het echter niet belangrijk om te bepalen wat er met

het vermogen zou gebeuren na het overlijden. Als laatste had ook 6,3% van de respondenten hier geen

32

Zie bijlage 5.4.2.3.1 Crosstabs binnen logistische regressie met fiscaal motief 33

Zie bijlage 5.4.2.3.3 Frequenties logit fiscaal motief 34

Zie bijlage 5.1 Enquête

Page 62: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

52

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

mening over in vergelijking met de andere antwoordmogelijkheden. Kortom, het grootste deel van de

respondenten vindt het effectief belangrijk om zelf te bepalen wat er met hun vermogen zal gebeuren

na overlijden.

Tenslotte worden ook de verschillende provincies in Vlaanderen opgenomen zodat er een beeld kan

worden gevormd van het effect van de fiscale druk op het schenken van een deel van het vermogen. De

inwoners van Vlaams-Brabant representeren een percentage van 9,6. Daarnaast heeft 14% van de

respondenten beweert inwoner te zijn van de provincie Antwerpen. Tenslotte bevat dit model 41%

respondenten die inwonerschap hebben in West-Vlaanderen tegenover 35,4% inwoner uit Oost-

Vlaanderen.

Bevindingen uit het model

Zoals hierboven aangekaart, worden 415 van de 751 respondenten die reeds een schenking hebben

volbracht, opgenomen in het model. In tabel 13 wordt weergegeven welke variabelen worden

opgenomen.

Tabel 13: Resultatentabel logistische regressie met het fiscale motief (significantie level: *=10%, **=5%, ***=10%)35

Exp(B) Wald Sig.

Dummy_Geslacht 1,027 ,012 ,912

Maandelijks Gezinsinkomen ,874 1,316 ,251

Dummy_Kinderen ,592 1,800 ,180

Dummy_Vermogen_Na_Dood_NietBelangrijk 2,236 6,263 ,012***

Dummy_Vermogen_Na_Dood_GeenMening 2,169 2,680 ,102*

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant ,682 ,850 ,356

Dummy_Postcode_Antwerpen 2,928 10,310 ,001***

Dummy_Postcode_WVlaanderen ,311 16,120 ,000***

Constant ,965 ,005 ,943

Aantal geobserveerden 415

-2 Log Likelihood 435,360

Nagelkerke R² 0,199

Cox-Snell Adj. R² 0,139

% Correct voorspeld 75,2%

De classificatietabel35 die enkel de constante opneemt, bevat een percentage van 71,3 juist voorspelde

gegevens. Dit betekent dat er 296 respondenten in de juiste categorie werden geclassificeerd in

vergelijking met 119 respondenten die niet correct werden gecategoriseerd door middel van de

constante. De Wald Test bedraagt 70,478 binnen dit model wat aanduidt dat de constante significant

35

Zie bijlage 5.4.2.3.2 Logistische regressie met fiscaal motief

Page 63: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

53

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

verschilt van nul. Initieel hadden 183 respondenten het fiscaal motief aangenomen als reden om te

schenken. Echter, in het logistische model zonder onafhankelijke variabelen worden 119 respondenten

opgenomen die effectief een financieel motief hebben aangeduid.

De Omnibus Test bedraagt 0,000, wat een betekenisvol globaal model voorstelt. De pseudo R

(Nagelkerke) bedraagt 0,199 en geeft weer hoeveel variatie in het resultaat kan worden verklaart door

het model. Bovendien heeft de Hosmer and Lemeshow Test een significantie van 15,6%. De significantie

is hoger dan 10%, wat duidt op een significant model. Echter, dient te worden opgemerkt dat de

‘goodness of fit’ beduidend lager is dan de logistische modellen bij de andere motieven.

De classificatietabel die de acht onafhankelijke variabelen opneemt, heeft een percentage van 75,2 goed

geclassificeerde respondenten. Dit betekent dat er een stijging is van 3,9% en dat 41 van de 119

respondenten die effectief een fiscaal motief hebben wel correct worden gecategoriseerd. Er dient te

worden opgemerkt dat de ideale stijging van 25% van het toevalpercentage niet werd gerealiseerd.

Tabel 13 geeft weer dat er een significantie is op het fiscaal motief voor de variabelen ‘niet belangrijk te

bepalen wat er met vermogen na de dood gebeurt’ en inwoner zijn van Antwerpen en West-

Vlaanderen. Dit valt ook op te maken uit de individuele Wald test die bij deze variabelen niet gelijk is

aan nul. Aan de andere kant wordt in tabel 13 duidelijk dat het geslacht, het inkomen, het hebben van

kinderen, geen mening hebben omtrent wat er met het vermogen gebeurt na de dood en inwoner zijn

van Vlaams-Brabant geen effect hebben op het kiezen van het fiscaal motief. Als een respondent het

niet belangrijk vind om te bepalen wat er met zijn/haar vermogen gebeurt na de dood, zal de odds voor

het hebben van een fiscaal motief 2,236 keer groter zijn dan als de respondent het wel belangrijk vindt.

Deze conclusie is niet logisch te benaderen aangezien er verwacht werd dat respondenten die het wel

belangrijk vonden om te bepalen wat er met het vermogen zal gebeuren na de dood eerder het

fiscaalmotief zouden aanvinken om op die manier successie- en erfbelasting te vermijden.

In de resultatentabel wordt ook weergegeven dat Antwerpenaren 2,928 keer meer odds hebben op een

fiscaal motief in vergelijking met de Oost-Vlamingen. Dit resultaat dient met kritisch oog te worden

benaderd aangezien Antwerpen een lage frequentie respondenten in het model vertegenwoordigt,

namelijk 14%. Dit betekent dat als enkele Antwerpenaren dit motief opgeven, dit zwaarder zal worden

meegerekend in het percentage over de gehele provincie Antwerpen en dus een vertekend beeld wordt

gegeven in de resultaten.

West-Vlaanderen heeft in de resultatentabel van het model met acht onafhankelijke variabelen een

beduidend hogere significantie in vergelijking met Oost-Vlaanderen. Bovendien valt te zien dat de odds

Page 64: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

54

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

van een West-Vlaming op een fiscaal motief 0,311 (kolom exp(B)) keer kleiner is dan voor de referentie-

categorie Oost-Vlaanderen. Zoals uit figuur 4 (zie supra 1.6.7) blijkt, kan dit resultaat te wijten zijn aan

het feit dat de fiscale druk in West-Vlaanderen het hoogst is.

𝐿𝑜𝑔𝑖𝑡 (𝜋(𝒇𝒊𝒔𝒄𝒂𝒍𝒆 𝒎𝒐𝒕𝒊𝒆𝒇))

= −0,036 + 0,027 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐺𝑒𝑠𝑙𝑎𝑐ℎ𝑡 − 0,134 𝑀𝑎𝑎𝑛𝑑𝑒𝑙𝑖𝑗𝑘𝑠 𝑔𝑒𝑧𝑖𝑛𝑠𝑖𝑛𝑘𝑜𝑚𝑒𝑛

− 0,525 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐾𝑖𝑛𝑑𝑒𝑟𝑒𝑛 + 0,805 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝑉𝑒𝑟𝑚𝑜𝑔𝑒𝑛𝑁𝑎𝐷𝑜𝑜𝑑−𝑁𝑖𝑒𝑡𝐵𝑒𝑙𝑎𝑛𝑔𝑟𝑖𝑗𝑘

+ 0,774 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝑉𝑒𝑟𝑚𝑜𝑔𝑒𝑛𝑁𝑎𝐷𝑜𝑜𝑑−𝐺𝑒𝑒𝑛𝑀𝑒𝑛𝑖𝑛𝑔 − 0,382 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝑉𝑙𝑎𝑎𝑚𝑠−𝐵𝑟𝑎𝑏𝑎𝑛𝑡

+ 1,074 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐴𝑛𝑡𝑤𝑒𝑟𝑝𝑒𝑛 − 1,168 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝑊𝑒𝑠𝑡−𝑉𝑙𝑎𝑎𝑛𝑑𝑒𝑟𝑒𝑛

Om een uitgebreid beeld te krijgen van de effecten op het fiscaal motief, werd bovendien een model

opgenomen met volgende variabelen: ‘leeftijd’, ‘kinderen’, ‘diploma’ en ‘al dan niet reeds een schenking

ontvangen’36. Binnen deze logistische regressie werden 721 respondenten van de 751 respondenten die

reeds een schenking hebben volbracht opgenomen. Dit vertaalt zich in een percentage van 96%.

De classificatietabel met de constante geeft aan dat 74,8% van de respondenten juist geclassificeerd

werden. Als de classificatietabel de zeven onafhankelijke variabelen opneemt, resulteert dit een

percentage van 75. Deze stijging is minder groot dan voorgaande logistische regressie hoewel er meer

significante variabelen werden opgenomen in het model.

Tabel 14: Resultatentabel2 logistische regressie met het fiscale motief (significantie level: *=10%, **=5%, ***=10%)36

Exp(B) Wald Sig.

Dummy_Leeftijd_Jong ,550 ,485 ,486

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld ,651 5,435 ,020***

Dummy_Kinderen ,485 6,259 ,012***

Dummy_Diploma_LagerOnderwijs ,455 3,941 ,047**

Dummy_Diploma_SecundairOnderwijs ,791 1,562 ,211

Dummy_Diploma_AnderOnderwijs ,753 ,183 ,668

Dummy_Schenking_Ontvangen ,639 6,021 ,014***

Constant 1,092 ,085 ,771

Aantal geobserveerden 721

-2 Log Likelihood 791,490

Nagelkerke R² 0,047

Cox-Snell Adj. R² 0,032

% Correct voorspeld 75%

36

Zie bijlage 5.4.2.3.4 Logistische regressie 2 met fiscaal motief

Page 65: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

55

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

De resultatentabel in het vernieuwde model geeft aan dat een gemiddelde leeftijd, het al dan niet

hebben van kinderen, het bezitten van een diploma lager onderwijs en al dan niet reeds een schenking

ontvangen significant zijn. Deze variabelen hebben dus een invloed op het fiscaal motief. De variabelen

‘jonge leeftijd’, ‘diploma secundair onderwijs’ en ‘ander onderwijs’ hebben geen invloed op het fiscaal

motief zoals blijkt uit tabel 14. Bovendien zien we dat de odds om wel versus niet een leeftijd te hebben

tussen de 31 en 59 jaar binnen het fiscaal motief 0,651 keer kleiner is dan de referentieleeftijd van 60+.

Als een respondent een leeftijd bereikt tussen de 31 en 59 jaar is de odds op een fiscaal motief 0,651

keer kleiner in vergelijking met de 60+’ers. Een respondent die kinderen heeft zal 0,485 keer minder

odds hebben om het fiscaal motief op te geven in vergelijking met een respondent die geen kinderen

heeft. Een respondent met een diploma ‘lager onderwijs’ heeft 0,455 keer minder odds om een fiscaal

motief aan te duiden in vergelijking met een respondent dat het diploma ‘hoger onderwijs’ op zak heeft.

Tenslotte kan uit de resultatentabel worden afgeleid dat respondenten die reeds een schenking hebben

ontvangen, 0,639 keer minder odds hebben om een fiscaal motief als reden aan te geven voor de

gedane schenking.

Als conclusie kan worden gesteld dat mensen die het niet belangrijk vinden om te bepalen wat er met

hun vermogen zal gebeuren na hun dood meer odds hebben op een fiscaal motief, ditzelfde geldt voor

de mensen die rond deze stelling geen mening hebben, in vergelijking met de mensen die het wel

belangrijk vinden om te bepalen wat er met hun vermogen zal gebeuren. Dit betekent dus dat de

hypothese niet wordt aanvaard in het model en dat de conclusie van de Vlaamse bevolking haaks

tegenover het Amerikaans onderzoek van Joulfaian (2005) en Sargeant en Woodliffe (2007) staat. Uit

onze eigen ervaring bij de afname van de enquêtes bleek dat respondenten meestal schenken omwille

van sociale redenen, meer bepaald om hun (klein)kinderen of anderen te helpen.

2.3.4 Sociaal motief om niet te schenken

Aangezien de meeste respondenten, namelijk 3.162 in vergelijking met 75137 respondenten die wel

reeds een schenking hadden gedaan, nog niet hadden geschonken tijdens de bevraging, worden ook de

motieven tot niet schenken opgenomen in meerder logistische regressies.

Verwachtingen binnen het sociaal model tot niet schenken

Binnen het model met als afhankelijke variabele ‘het sociaal motief om niet te schenken’ wordt

verwacht38 dat alleenstaanden niet zullen schenken omwille van het feit dat er geen begunstigden zijn

37

Zie bijlage 5.4.1 Uiteenzetting variabelen: Dummy_Schenking_Gedaan 38

Zie bijlage 5.4.2.4.1 Crosstabs binnen logistische regressie met sociaal motief tot niet schenken

Page 66: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

56

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

aan wie ze willen schenken. Met andere woorden, er wordt nagegaan of alleenstaanden vaker niet

schenken omwille van sociale redenen in vergelijking met de andere categorieën van burgerlijke status.

Bovendien kan uit tabel 15 worden verwacht dat het geslacht, de burgerlijke status samenwonend, de

burgerlijke status gescheiden, de burgerlijke status alleenstaanden, reeds een schenking ontvangen,

gemiddelde leeftijd en een jonge leeftijd een invloed met een odds ratio van één of meer dan één

hebben op het kiezen van het sociaal motief om niet te schenken. Tot slot kan worden verwacht dat het

hebben van kinderen, getrouwd zijn en een leeftijd van 60+ hebben, een invloed met een odds ratio van

minder dan één uitoefenen op de keuze van het sociaal motief tot niet schenken.

Tabel 15: Odds ratio sociaal motief niet schenken38

Odds ratio

Dummy_Geslacht 1,00

Dummy_Kinderen 0,72

Dummy_Burgerlijke_Status_Samenwonend 1,27

Dummy_Burgerlijke_Status_Gescheiden 1,10

Dummy_Burgerlijke_Status_Alleenstaand 1,01

Dummy_Burgerlijke_Status_Gehuwd 0,84

Dummy_Leeftijd_Jong 1,01

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld 1,32

Dummy_Leeftijd_Oud 0,54

Dummy_Schenking_Ontvangen 1,73

Uiteenzetting van de onafhankelijke variabelen39

Binnen het model met het sociaal motief tot niet schenken als afhankelijke, zijn er ongeveer evenveel

mannen als vrouwen opgenomen. De meerderheid van de opgenomen respondenten blijkt een inkomen

te hebben dat ligt tussen 1.501 en 3.000 euro. Daartegenover staat dat slechts 2,7% van de

respondenten binnen dit model een inkomen heeft van meer dan 7.500 euro. Bovendien blijkt 69% van

de respondenten binnen dit model kinderen te hebben en het overgrote deel van de respondenten

heeft een leeftijd tussen 31 en 59 jaar.

Tot slot valt bij de frequenties van de burgerlijke status op dat 57,7% gehuwd zijn en 18% van de

opgenomen respondenten samenwonend. Bovendien is 4,9% van de opgenomen respondenten binnen

dit model gescheiden in vergelijking met 19,4% van de respondenten die alleenstaand zijn.

Daarenboven heeft 34,1% van de opgenomen respondenten aangegeven reeds zelf een schenking te

hebben ontvangen.

39

Zie bijlage 5.4.2.4.3 Frequenties logit sociaal motief tot niet schenken

Page 67: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

57

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Bevindingen uit het model

Uit tabel 16 vloeit voort welke onafhankelijke variabelen worden opgenomen in het model met als

afhankelijke variabele ‘het sociaal motief tot niet schenken’.

Tabel 16: Resultatentabel logistische regressie met het sociale motief tot niet schenken (significantie level: *=10%, **=5%, ***=10%)

40

Exp(B) Wald Sig.

Dummy_Burgerlijke_Status_Samenwonend 1,136 ,572 ,450

Dummy_Burgerlijke_Status_Gescheiden 1,183 ,349 ,555

Dummy_Burgerlijke_Status_Alleenstaand 1,100 ,230 ,631

Dummy_Kinderen ,607 8,839 ,003***

Dummy_Geslacht 1,274 3,99 ,046**

Maandelijks Gezinsinkomen 1,194 7,205 ,007***

Dummy_Leeftijd_Jong 1,106 ,158 ,691

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld 1,521 3,926 ,048**

Dummy_Schenking_Ontvangen 1,603 15,012 ,000***

Constant ,061 97,646 ,000***

Aantal geobserveerden 2.765

-2 Log Likelihood 1.957,183

Nagelkerke R² 0,037

Cox-Snell Adj. R² 0,019

% Correct voorspeld 88,2%

Binnen dit logistische model worden 2.765 respondenten in de analyse opgenomen. Dit aantal

vertegenwoordigt een percentage van 62,7%.

Wanneer er geen onafhankelijke variabelen worden opgenomen, bevat de classificatietabel40 88,2%

respondenten die correct worden gecategoriseerd. Indien de negen onafhankelijke variabelen worden

opgenomen in de logistische regressie komt dit een significant model (Hosmer and Lemeshow Test) uit

van 19,9%. Dit betekent dat er geen significante afwijkingen zijn tussen de voorspelde en geobserveerde

data. De tweede classificatietabel die ontstaat na opname van de onafhankelijke variabelen verschilt

niet van de eerste die enkel de constante opneemt. Met andere woorden, het model dat de negen

onafhankelijke variabelen opneemt, bevat ook 88,2% respondenten die correct worden geclassificeerd.

Bij de analyse van de resultaten blijkt dat het al dan niet hebben van kinderen, het geslacht, het

maandelijks gezinsinkomen, het bereikt hebben van een leeftijd tussen 31 en 59 jaar en al dan niet

reeds een schenking ontvangen een significante invloed uitoefenen op de keuze om het sociaal motief

op te geven als reden voor geen schenking te doen. De andere variabelen werden echter niet significant

40

Zie bijlage 5.4.2.4.2 Logistische regressie met sociaal motief tot niet schenken

Page 68: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

58

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

bevonden zoals weergegeven in tabel 16. Wanneer een respondent kinderen heeft, zal de odds op een

sociaal motief tot niet schenken 0,607 keer kleiner zijn dan wanneer de respondent geen kinderen

heeft. Als de leeftijd van de respondent met een leeftijd tussen 31 en 59 jaar met één jaar toeneemt,

stijgen de odds op een sociaal motief om niet te schenken met 52,1%.

Daarenboven hebben respondenten die reeds een schenking ontvangen hebben 1,603 keer meer odds

om het sociaal motief op te geven als reden om niet te schenken. Kortom, wanneer de inkomensklasse

van de respondent toeneemt met één niveau, zal de odds op een sociaal motief om niet te schenken

met 19,4% toenemen. Tenslotte zal de odds op een sociaal motief tot niet schenken stijgen met 1,603

wanneer de respondent reeds een schenking heeft ontvangen.

𝐿𝑜𝑔𝑖𝑡 (𝜋(𝒔𝒐𝒄𝒊𝒂𝒂𝒍 𝒎𝒐𝒕𝒊𝒆𝒇𝒕𝒐𝒕 𝒏𝒊𝒆𝒕 𝒔𝒄𝒉𝒆𝒏𝒌𝒆𝒏))

= −2,798 + 0,127 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐵𝑢𝑟𝑔𝑒𝑟𝑙𝑖𝑗𝑘𝑒𝑆𝑡𝑎𝑡𝑢𝑠−𝑆𝑎𝑚𝑒𝑛𝑤𝑜𝑛𝑒𝑛𝑑

+ 0,168 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐵𝑢𝑟𝑔𝑒𝑟𝑙𝑖𝑗𝑘𝑒𝑆𝑡𝑎𝑡𝑢𝑠−𝐺𝑒𝑠𝑐ℎ𝑒𝑖𝑑𝑒𝑛

+ 0,095 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐵𝑢𝑟𝑔𝑒𝑟𝑙𝑖𝑗𝑘𝑒𝑆𝑡𝑎𝑡𝑢𝑠−𝐴𝑙𝑙𝑒𝑒𝑛𝑠𝑡𝑎𝑎𝑛𝑑 − 0,5 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐾𝑖𝑛𝑑𝑒𝑟𝑒𝑛

+ 0,242 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐺𝑒𝑠𝑙𝑎𝑐ℎ𝑡 + 0,177 𝑀𝑎𝑎𝑛𝑑𝑒𝑙𝑖𝑗𝑘𝑠 𝐺𝑒𝑧𝑖𝑛𝑠𝑖𝑛𝑘𝑜𝑚𝑒𝑛

+ 0,1 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐿𝑒𝑒𝑓𝑡𝑖𝑗𝑑−𝐽𝑜𝑛𝑔 + 0,419 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐿𝑒𝑒𝑓𝑡𝑖𝑗𝑑−𝐺𝑒𝑚𝑖𝑑𝑑𝑒𝑙𝑑

+ 0,472 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝑆𝑐ℎ𝑒𝑛𝑘𝑖𝑛𝑔𝑂𝑛𝑡𝑣𝑎𝑛𝑔𝑒𝑛

Tot slot wordt nagegaan of de vooropgestelde hypothese kan worden verklaard vanuit het model met

als afhankelijke variabele ‘het sociaal motief om niet te schenken’. Wanneer de odds in acht worden

genomen, kan worden gesteld dat de odds op een sociaal motief om niet te schenken bij een

alleenstaande 1,1 keer groter is. Dit resultaat ligt in lijn met de verwachte resultaten die werden

omschreven aan de hand van tabel 15 aangezien hierbij werd verwacht dat de burgerlijke status

samenwonend, gescheiden en alleenstaand een verband had met het kiezen van het sociaal motief om

niet te schenken. Hierbij dient echter uit tabel 16 te worden opgemerkt dat de verschillende categorieën

van burgerlijke status geen significant verband hebben binnen het model. Dit blijkt ook uit de Wald test

van deze niet significante variabelen.

Page 69: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

59

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

2.3.5 Financieel motief om niet te schenken

Verwachtingen binnen het financieel model tot niet schenken

Om na te gaan of respondenten met een jonge leeftijd niet zullen schenken omwille van het feit dat ze

onvoldoende vermogen bezitten, worden zowel inkomen als leeftijd opgenomen binnen het model.

Deze hypothese wordt gelinkt aan het financieel motief om niet te schenken aangezien bij het opmaken

van de dummy’s het motief onvoldoende vermogen geklasseerd werd bij de categorie financiële

motieven tot niet schenken. Deze hypothese werd logisch benaderd daar mensen met een leeftijd

tussen 0 en 30 jaar mogelijks onvoldoende financiële zekerheid hebben.

Uit tabel 17 wordt verwacht dat het geslacht, een jonge leeftijd hebben, een oude leeftijd hebben,

inwoner zijn van Vlaams-Brabant, Antwerpen, en West-Vlaanderen een mogelijke invloed hebben met

een odds ratio groter dan of gelijk aan één. Echter, het hebben van kinderen, inwoners zijn van West-

Vlaanderen en het hebben van een gemiddelde leeftijd hebben een odds ratio van kleiner dan één.

Tabel 17: Odds ratio financieel motief niet schenken41

Odds ratio

Dummy_Geslacht 1,00

Dummy_Kinderen 0,78

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant 1,09

Dummy_Postcode_Antwerpen 2,29

Dummy_Postcode_WVlaanderen 0,19

Dummy_Postcode_OVlaanderen 2,68

Dummy_Leeftijd_Jong 1,23

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld 0,49

Dummy_Leeftijd_Oud 2,54

Uiteenzetting van de onafhankelijke variabelen42

Binnen het model wordt de variabele ‘geslacht’ opgenomen om de impact van man of vrouw te zien op

het financieel motief tot niet schenken. Hieruit blijkt dat er 47,9% van de opgenomen respondenten

man blijkt te zijn in vergelijking met 52,1% dat aanduidt vrouw te zijn. Bovendien heeft het gros van de

respondenten (37,9%) een inkomen dat schommelt tussen 1.501 en 3.000 euro. 33% Van de

respondenten die worden opgenomen in het model heeft daarentegen een maandelijks gezinsinkomen

tussen 3.001 en 4.500 euro.

41

Zie bijlage 5.4.2.5.1 Crosstabs binnen logistische regressie met financieel motief tot niet schenken 42

Zie bijlage 5.4.2.5.3 Frequenties logit financieel motief tot niet schenken

Page 70: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

60

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Ook het hebben van kinderen kan een belangrijke variabele zijn binnen het financieel model tot niet

schenken. Zo blijkt dat 68,7% van de respondenten in dit model kinderen heeft. Inwoners uit Vlaams-

Brabant representeren een percentage van 5,6 in tegenstelling tot inwoners uit Antwerpen die een

percentage van 10 vertegenwoordigen. Daarnaast zijn 39,8% van de respondenten inwoners uit West-

Vlaanderen en 44,6% inwoners uit Oost-Vlaanderen. Hieruit is reeds zichtbaar dat de grootste groep

respondenten afkomstig is uit Oost-Vlaanderen. Tot slot heeft 22,9% van de respondenten een leeftijd

tussen 0 - 30 jaar, 62,9% een gemiddelde leeftijd tussen 31 - 59 jaar en 14,2% een oudere leeftijd van

60+.

Bevindingen uit het model

Om na te gaan of de respondenten met een jonge leeftijd niet schenken omwille van het financieel

motief43, worden de variabelen uit tabel 18 samengevoegd in een logistische regressie.

Tabel 18: Resultatentabel logistische regressie met het financieel motief tot niet schenken (significantie level: *=10%, **=5%, ***=10%)

43

Exp(B) Wald Sig.

Dummy_Geslacht 1,021 ,084 ,827

Maandelijks Gezinsinkomen ,737 32,339 ,000***

Dummy_Kinderen 1,107 ,669 ,413

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant ,584 6,983 ,008***

Dummy_Postcode_Antwerpen 1,316 3,643 ,056**

Dummy_Postcode_WVlaanderen ,203 177,473 ,000***

Dummy_Leeftijd_Jong ,577 11,004 ,001***

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld ,382 53,408 ,000***

Constant 2,257 19,604 ,000***

Aantal geobserveerden 2.670

-2 Log Likelihood 2668,007

Nagelkerke R² 0,191

Cox-Snell Adj. R² 0,131

% Correct voorspeld 75,7%

Binnen dit model worden 2.670 van de 4.413 respondenten opgenomen, wat een percentage van 60,5

representeert. Uit de classificatietabel43 van ‘Block 0’ blijkt dat 695 respondenten niet correct worden

geclassificeerd. Het aantal correct geclassificeerde respondenten omsluit 74% in vergelijking met de

classificatietabel binnen het model met de acht onafhankelijke variabelen die 75,7% bevat. Dit levert

43

Zie bijlage 5.4.2.5.2 Logistische regressie met financieel motief tot niet schenken

Page 71: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

61

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

een verbetering op van 1,7% tussen beide modellen. Indien wordt rekening gehouden met een ideale

stijging van 25% ter verbetering van het model, zou het toevalpercentage 76,9% bedragen van

respondenten die in de juiste categorie worden geclassificeerd. In dit model is dit niet van toepassing

dus dient te worden gesteld dat het model met de acht onafhankelijke variabelen er niet in slaagt om

alle respondenten juist te categoriseren.

Indien er binnen het model acht onafhankelijke variabelen worden ingecalculeerd, bedraagt de Omnibus

Test 0,000. Dit betekent dat de p-waarde kleiner is dan 10%, wat een significant model weergeeft. De -2

Log Likelihood bedraagt 2.668,007 en geeft het verschil weer tussen het model met de constante en het

model met de onafhankelijke variabelen. Hierbij kan worden geconcludeerd dat er binnen het model

met als afhankelijke variabele ‘het financieel motief om niet te schenken’ een redelijk groot verschil

bestaat tussen beide modellen.

De Nagelkerke R² bedraagt 0,191, wat betekent dat er 19,1% variatie in het resultaat kan worden

verklaard door het model. Bovendien levert de Hosmer and Lemeshow Test een significantie op van

0,637. Deze test verklaart de ‘goodness of fit’ van de logistische regressie en aangezien dit percentage

groter is dan de grens van 10% betekent dit dat er geen significante afwijking is binnen de opgenomen

data.

Als besluit valt uit tabel 18 op te maken dat alle opgenomen onafhankelijke variabelen significant zijn

binnen dit model met uitzondering van ‘geslacht’ en ‘kinderen’. Antwerpenaren hebben 1,316 keer

meer odds om het financieel motief te kiezen om niet te schenken dan Oost-Vlamingen. West-

Vlamingen hebben echter 0,203 keer minder odds om dit motief aan te halen in vergelijking met Oost-

Vlamingen. Deze grote discrepantie kan te wijten zijn aan het feit dat de West-Vlamingen 39,8%

vertegenwoordigen van het model in vergelijking met Antwerpenaren die slechts 10% omsluiten.

Daarenboven kan uit de resultatentabel worden geconcludeerd dat wanneer respondenten naar een

hoger niveau van inkomen gaan, de odds met 0,737 afnemen om het financieel motief aan te geven om

niet te schenken. Dit effect valt logisch te benaderen omdat er vanuit kan gegaan worden dat wanneer

een respondent een hoger niveau van inkomen bereikt, hij/zij niet zal aangeven onvoldoende vermogen

te hebben. Uiteindelijk kan worden gesteld dat wanneer respondenten onder de dertig jaar niet

schenken, ze 0,577 keer minder odds hebben dit motief aan te geven.

Page 72: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

62

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

𝐿𝑜𝑔𝑖𝑡 (𝜋(𝒇𝒊𝒏𝒂𝒏𝒄𝒊𝒆𝒆𝒍 𝒎𝒐𝒕𝒊𝒆𝒇𝒕𝒐𝒕 𝒏𝒊𝒆𝒕 𝒔𝒄𝒉𝒆𝒏𝒌𝒆𝒏))

= 0,814 + 0,021 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐺𝑒𝑠𝑙𝑎𝑐ℎ𝑡 − 0,306 𝑀𝑎𝑎𝑛𝑑𝑒𝑙𝑖𝑗𝑘𝑠 𝐺𝑒𝑧𝑖𝑛𝑠𝑖𝑛𝑘𝑜𝑚𝑒𝑛

+ 0,102 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐾𝑖𝑛𝑑𝑒𝑟𝑒𝑛 − 0,538 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝑉𝑙𝑎𝑎𝑚𝑠−𝐵𝑟𝑎𝑏𝑎𝑛𝑡 + 0,274 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐴𝑛𝑡𝑤𝑒𝑟𝑝𝑒𝑛

− 1,597 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝑊𝑒𝑠𝑡−𝑉𝑙𝑎𝑎𝑛𝑑𝑒𝑟𝑒𝑛 − 0,549 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐿𝑒𝑒𝑓𝑡𝑖𝑗𝑑−𝐽𝑜𝑛𝑔

− 0,963 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐿𝑒𝑒𝑓𝑡𝑖𝑗𝑑−𝐺𝑒𝑚𝑖𝑑𝑑𝑒𝑙𝑑

Bij de analyse van de reeds vermelde hypothese blijkt dat respondenten met een jonge leeftijd een hoge

significantie bevatten binnen het model. Dit betekent echter dat de hypothese dient te worden

verworpen en dat respondenten met een jonge leeftijd 0,577 keer minder odds hebben op een

financieel motief tot niet schenken. Dit resultaat werd niet verwacht, maar bij de afname van enquêtes

werd wel opgemerkt dat jonge respondenten eerder een sociaal motief hadden om niet te schenken.

Tabel 16 toont namelijk aan dat een jonge respondent 1,106 keer meer odds heeft op een sociaal motief

om niet te schenken. Daarentegen blijkt dat de variabele jonge leeftijd binnen het model, met het

sociaal motief tot niet schenken als afhankelijke variabele, niet significant is en dus geen eenduidige

conclusie kan worden getrokken.

2.3.6 Fiscaal motief om niet te schenken

Verwachtingen binnen het fiscaal model tot niet schenken

Bij de bestudering van het model met het fiscaal motief als onafhankelijke variabele wordt voorspeld

dat het geslacht, inwoner zijn van Vlaams-Brabant, inwoner zijn van Antwerpen, inwoner zijn van Oost-

Vlaanderen, het bezitten van een diploma ander onderwijs, het bezitten van een diploma hoger

onderwijs en het hebben van een oude leeftijd een mogelijke invloed hebben met een odds ratio hoger

dan of gelijk aan één. Daartegenover hebben zowel de variabele ‘kinderen’ als ‘inwoner van West-

Vlaanderen’, ‘diploma lager onderwijs’, ‘diploma secundair onderwijs’, ‘jonge leeftijd’ en ‘gemiddelde

leeftijd’ odds van minder dan één.

Page 73: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

63

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Tabel 19: Odds ratio fiscaal motief niet schenken44

Odds ratio

Dummy_Geslacht 1,54

Dummy_Kinderen 0,80

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant 2,12

Dummy_Postcode_Antwerpen 1,79

Dummy_Postcode_WVlaanderen 0,26

Dummy_Postcode_OVlaanderen 1,75

Dummy_Diploma_LagerOnderwijs 0,75

Dummy_Diploma_SecundairOnderwijs 0,78

Dummy_Diploma_AnderOnderwijs 1,48

Dummy_Diploma_HogerOnderwijs 1,24

Dummy_Leeftijd_Jong 0,68

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld 0,65

Dummy_Leeftijd_Oud 2,64

Uiteenzetting van de onafhankelijke variabelen45

Binnen het model werden 2.663 respondenten opgenomen. Dit aantal representeert 47,8% mannen en

52,2% vrouwen. Het maandelijks netto gezinsinkomen ligt voor 37,9% van de respondenten tussen

1.504 en 3.000 euro. Het overgrote deel van de respondenten heeft kinderen, namelijk 68,7%.

Bovendien is 5,6% van de respondenten inwoner van Vlaams-Brabant, 10% inwoner van Antwerpen,

39,7% inwoner van West-Vlaanderen en 44,8% inwoner uit Oost-Vlaanderen. Op vlak van de variabele

‘leeftijd’ heeft 22,9% van de respondenten een leeftijd tussen 0-30 jaar, 62,9% een gemiddelde leeftijd

tussen 31-59 en 14,1% van de respondenten een oude leeftijd van 60+.

Tot slot wordt ook nagegaan wat het effect van het hoogst behaalde diploma is op het kiezen van een

fiscaal motief tot niet schenken. Binnen de variabele hoogst behaalde diploma wordt er nagegaan of de

respondenten hoger onderwijs, secundair onderwijs of lager onderwijs gevolgd hebben. Hierbij blijkt dat

er 57,6% een diploma hoger onderwijs heeft behaald in vergelijking met het halen van een diploma

lager onderwijs of secundair onderwijs. Slechts 3% van de respondenten heeft een diploma lager

onderwijs en 37% van de respondenten heeft een diploma secundair onderwijs.

Bevindingen uit het model

Aan de hand van onderstaande tabel wordt duidelijk wat de impact is van de onafhankelijke variabelen

op de afhankelijke variabele, namelijk het fiscaal motief om niet te schenken.

44

Zie bijlage 5.4.2.6.1 Crosstabs binnen logistische regressie met fiscaal motief tot niet schenken 45

Zie bijlage 5.4.2.6.3 Frequenties logit fiscaal motief tot niet schenken

Page 74: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

64

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Tabel 20: Resultatentabel logistische regressie met het fiscale motief tot niet schenken (significantie level: *=10%, **=5%, ***=10%)

46

Exp(B) Wald Sig.

Dummy_Geslacht 1,526 2,819 ,093*

Maandelijks Gezinsinkomen 1,108 ,566 ,452

Dummy_Kinderen ,637 2,410 ,121

Dummy_Diploma_LagerOnderwijs ,650 ,324 ,569

Dummy_Diploma_SecundairOnderwijs ,839 ,415 ,519

Dummy_Diploma_AnderOnderwijs 1,677 ,676 ,411

Dummy_Leeftijd_Jong ,267 11,254 ,001***

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld ,314 15,318 ,000***

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant 1,230 ,263 ,608

Dummy_Postcode_Antwerpen ,980 ,003 ,954

Dummy_Postcode_WVlaanderen ,309 11,676 ,001***

Constant ,083 28,903 ,000***

Aantal geobserveerden 2.663

-2 Log Likelihood 617,4

Nagelkerke R² 0,075

Cox-Snell Adj. R² 0,017

% Correct voorspeld 97,3%

Binnen dit model worden er in totaal 2.663 respondenten opgenomen. Dit is gelijk aan een percentage

van 60,3. In classificatietabel met enkel de constante zijn er slechts 72 respondenten foutief

gecategoriseerd. Dit leidt tot een groot percentage van 97,3 (zie tabel 21) correct geclassificeerde

variabelen. Dit percentage overschrijdt de 90% wat ervoor zorgt dat er mogelijks geen verbeteringen

meer kunnen doorgevoerd worden door onafhankelijke variabelen op te nemen. Dit komt omdat er een

grote groepsongelijkheid bestaat tussen de twee groepen van de afhankelijke variabele, namelijk het

fiscaal motief tot niet schenken. Hierdoor wordt het dus moeilijk om nog een zinvoller model te vinden.

Dit blijkt ook uit de frequentietabel van het fiscaal motief om niet te schenken. Er blijkt slechts 2,5% van

de 3.162 respondenten dit motief te hebben opgenomen als reden om niet te schenken47. Hierdoor is

het niet zinvol dit model verder uiteen te zetten aangezien de resultaten mogelijks een vertekend beeld

geven.

46

Zie bijlage 5.4.2.6.2 Logistische regressie met fiscaal motief tot niet schenken 47

Zie bijlage 5.4.1 Uiteenzetting variabelen: Dummy_Niet_Motieven_Fiscaal

Page 75: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

65

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Tabel 21: Classificatie tabel van het motief fiscaal tot niet schenken46

Geobserveerd Voorspeld

Dummy_Niet_Motieven_Fiscaal Juiste %

,00 1,00

Dummy_Niet_Motieven_Fiscaal ,00 2591 0 100,0

1,00 72 0 ,0

Totale % 97,3

2.3.7 Het algemene model tot schenken

Om een duidelijk beeld te krijgen van de profielkenmerken van de schenker wordt tenslotte een

algemeen logistisch model opgemaakt. Dit houdt de voornaamste profielkenmerken van de schenker in

die mogelijks een effect hebben op het schenkingsgedrag.

Verwachtingen binnen het algemeen model

Bij de uitvoering van het algemene model tot schenken wordt verwacht dat iemand die reeds een

schenking heeft ontvangen sneller een schenking zal doen. Deze redenering wordt gevolgd door

onderzoek van Smolders (2012) aangezien Smolders stelt dat de odds tot schenken groter is indien men

zelf reeds een schenking heeft ontvangen. Daarnaast wordt ook voorspeld dat het hebben van kinderen

een positieve invloed heeft op het gedrag van de schenker. Met andere woorden, respondenten die

kinderen hebben zullen vaker schenken dan kinderloze respondenten. Ook hier wordt deze redenering

gevolg door Smolders en Cottyn (2008). Daarenboven staaft ook Amerikaanse data van McGarry (2013)

dat ouders vaker schenken bij belangrijke gebeurtenissen. Tenslotte wordt de vraag gesteld of vrouwen

vaker schenken dan mannen. Smolders en Cottyn (2008) constateren dat Vlaamse mannen minder

schenken dan de Vlaamse vrouwen.

Page 76: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

66

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Tabel 22: Odds ratio algemeen model 148

Odds ratio

Dummy_Geslacht 1,29

Dummy_Kinderen 4,95

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant 1,84

Dummy_Postcode_Antwerpen 1,66

Dummy_Postcode_WVlaanderen 0,87

Dummy_Postcode_OVlaanderen 0,76

Dummy_Schenking_Ontvangen 1,67

Dummy_Diploma_LagerOnderwijs 2,31

Dummy_Diploma_SecundairOnderwijs 1,02

Dummy_Diploma_AnderOnderwijs 0,96

Dummy_Diploma_HogerOnderwijs 0,84

Dummy_Leeftijd_Jong 0,03

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld 0,54

Dummy_Leeftijd_Oud 6,34

De odds voorspellen dat het geslacht, het hebben van kinderen, inwoner zijn van Vlaams-Brabant,

inwoner zijn van Antwerpen, reeds een schenking hebben ontvangen, het hebben van een diploma

lager onderwijs, het hebben van een diploma secundair onderwijs en het hebben van een oudere

leeftijd een invloed hebben van meer dan of gelijk aan één. Er wordt echter verwacht dat inwoner zijn

van West-Vlaanderen, inwoner zijn van Oost-Vlaanderen, het hebben van een diploma ander onderwijs

en hoger onderwijs en het hebben van een jonge of gemiddelde leeftijd een invloed hebben met een

odds van minder dan één.

Uiteenzetting van de onafhankelijke variabelen49

In totaal werden er binnen dit model 3.204 respondenten opgenomen. Hierbij zijn er ongeveer evenveel

mannen als vrouwen vertegenwoordigd. Bovendien heeft 37% van de respondenten een inkomen

tussen 1.501 – 3.000 euro. Het aantal respondenten die kinderen heeft, blijft behoorlijk groot, namelijk

73,2%. Inwoners uit Vlaams-Brabant vertegenwoordigen 6,5% van de respondenten, inwoners uit

Antwerpen 10,8%, inwoners uit West-Vlaanderen 38,8% en 43,9% binnen dit model wordt

vertegenwoordigd door inwoners uit Oost-Vlaanderen. Het gros van de respondenten (56,9%) heeft een

diploma hoger onderwijs, hiertegenover staat een percentage van 3,8 van respondenten die een

diploma lager onderwijs bezitten binnen het model. De meeste respondenten bevatten een leeftijd

tussen 31-59 jaar, namelijk 60%.

48

Zie bijlage 5.4.2.7.1 Crosstabs binnen logistische regressie van het algemeen model 1 49

Zie bijlage 5.4.2.7.3 Frequenties logit algemeen model 1

Page 77: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

67

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Naast de vraag of de respondent reeds geschonken heeft, werd ook een bevraging gedaan omtrent de

ontvangen schenkingen. Ook bij deze vraag waren er drie antwoordmogelijkheden waarbij het positieve

antwoord een percentage van 36,4% representeert in vergelijking met 63,6% van de ondervraagden die

nog geen schenking ontvangen hebben binnen het model. Met andere woorden, uit het totaal van 3.204

respondenten binnen dit model hebben 1.165 respondenten de vraag positief beantwoord.

Bevindingen uit het model

Het eerste model met als afhankelijke variabele reeds een schenking gedaan omvat de onafhankelijke

variabelen die in tabel 23 worden opgenomen.

Tabel 23: Resultatentabel logistische regressie met het schenkingsgedrag (significantie level: *=10%, **=5%, ***=10%)50

Exp(B) Wald Sig.

Dummy_Geslacht 1,143 1,682 ,195

Dummy_Schenking_Ontvangen 2,353 62,281 ,000***

Dummy_Kinderen 2,570 30,032 ,000***

Maandelijks Gezinsinkomen 1,274 17,374 ,000***

Dummy_Diploma_LagerOnderwijs 1,345 1,634 ,201

Dummy_Diploma_SecundairOnderwijs 1,002 ,000 ,984

Dummy_Diploma_AnderOnderwijs ,940 ,031 ,861

Dummy_Leeftijd_Jong ,022 101,369 ,000***

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld ,140 266,389 ,000***

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant 1,435 3,640 ,056**

Dummy_Postcode_Antwerpen 1,494 6,244 ,012***

Dummy_Postcode_WVlaanderen 1,000 ,000 ,999

Constant ,147 66,233 ,000***

Aantal geobserveerden 3.204

-2 Log Likelihood 2462,784

Nagelkerke R² 0,283

Cox-Snell Adj. R² 0,175

% Correct voorspeld 83,2%

Binnen dit model worden 3.204 respondenten in de analyse opgenomen. Dit houdt een percentage in

van 72,6. Bovendien worden 596 respondenten onjuist gecategoriseerd in het model met enkel de

constante. Dit omsluit een percentage van 81,4 juist voorspelde variabelen. Dit is opnieuw een groot

percentage dat te wijten kan zijn aan het feit dat er een grote discrepantie is tussen antwoordopties van

de variabele ‘reeds een schenking gedaan’.

50

Zie bijlage 5.4.2.7.2 Logistische regressie van het algemeen model 1

Page 78: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

68

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Indien er 12 onafhankelijke variabelen worden opgenomen, heeft het model een Omnibus Test van

0,000. Deze ligt lager dan 10% en dus zal het globale model betekenisvol zijn. De Hosmer and Lemeshow

Test geeft een significantie weer van 0,782. Dit percentage overschrijdt de 10% grens, hierdoor zijn er

geen grote afwijkingen te vinden tussen de voorspelde en geobserveerde data. De classificatietabel

binnen het model met de 12 onafhankelijk variabelen geeft een percentage van 83,2. Dit is een lichte

stijging van 1,8% in vergelijking met het model dat enkel de constante opneemt.

Uit de analyse van tabel 23 vloeit voort dat al dan niet een schenking ontvangen hebben, kinderen,

netto maandelijks gezinsinkomen, leeftijd, Vlaams-Brabant en Antwerpen een invloed uitoefenen op de

afhankelijke variabele. Indien een respondent kinderen verkrijgt, zal de odds 2,570 keer groter worden

op het uitvoeren van een schenking. Wanneer de schenker reeds zelf een schenking heeft ontvangen,

zal de odds op een schenking te doen meer dan dubbel zo groot zijn. Indien het inkomen van de

respondent met één niveau stijgt, zal dit resulteren in een hogere odds tot schenken van 1,274. Als de

respondent een leeftijd heeft tussen de 31 en 59 jaar zal de odds om zelf een schenking uit te voeren

dalen met 0,140 in vergelijking met 60+’ers. Hieruit kan worden geconcludeerd dat 60+’ers vaker zullen

schenken dan mensen met een gemiddelde of jonge leeftijd. In Vlaams-Brabant en Antwerpen is de

odds om een schenking te doen groter dan in Oost-Vlaanderen.

𝐿𝑜𝑔𝑖𝑡 (𝜋(𝒂𝒍 𝒅𝒂𝒏 𝒏𝒊𝒆𝒕 𝒆𝒆𝒏 𝒔𝒄𝒉𝒆𝒏𝒌𝒊𝒏𝒈 𝒈𝒆𝒅𝒂𝒂𝒏))

= −1,919 + 0,134 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐺𝑒𝑠𝑙𝑎𝑐ℎ𝑡 + 0,856 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝑆𝑐ℎ𝑒𝑛𝑘𝑖𝑛𝑔−𝑂𝑛𝑡𝑣𝑎𝑛𝑔𝑒𝑛

+ 0,944𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐾𝑖𝑛𝑑𝑒𝑟𝑒𝑛 + 0,242 𝑀𝑎𝑎𝑛𝑑𝑒𝑙𝑖𝑗𝑘𝑠 𝑛𝑒𝑡𝑡𝑜 − 𝑔𝑒𝑧𝑖𝑛𝑠𝑖𝑛𝑘𝑜𝑚𝑒𝑛

+ 0,361 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝑉𝑙𝑎𝑎𝑚𝑠−𝐵𝑟𝑎𝑏𝑎𝑛𝑡 + 0,401 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐴𝑛𝑡𝑤𝑒𝑟𝑝𝑒𝑛

+ 0,000 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝑊𝑒𝑠𝑡−𝑉𝑙𝑎𝑎𝑛𝑑𝑒𝑟𝑒𝑛 − 3,813 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐿𝑒𝑒𝑓𝑡𝑖𝑗𝑑−𝐽𝑜𝑛𝑔

− 1,965 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐿𝑒𝑒𝑓𝑡𝑖𝑗𝑑−𝐺𝑒𝑚𝑖𝑑𝑑𝑒𝑙𝑑 + 0,296 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐷𝑖𝑝𝑙𝑜𝑚𝑎−𝐿𝑎𝑔𝑒𝑟𝑂𝑛𝑑𝑒𝑟𝑤𝑖𝑗𝑠

+ 0,002 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐷𝑖𝑝𝑙𝑜𝑚𝑎−𝑆𝑒𝑐𝑢𝑛𝑑𝑎𝑖𝑟𝑂𝑛𝑑𝑒𝑟𝑤𝑖𝑗𝑠 − 0,062 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐷𝑖𝑝𝑙𝑜𝑚𝑎−𝐴𝑛𝑑𝑒𝑟𝑂𝑛𝑑𝑒𝑟𝑤𝑖𝑗𝑠

Bij de uitvoering van het algemeen model tot schenken werd verwacht dat iemand die reeds een

schenking heeft ontvangen, sneller een schenking zal doen. Voor deze hypothese kan een bevestigend

resultaat worden weergegeven. Uit tabel 23 blijkt namelijk dat reeds een schenking ontvangen hebben

een grote significantie heeft binnen het model. Bovendien is de odds om een schenking te volbrengen

meer dan dubbel zo groot bij een respondent die reeds een schenking heeft ontvangen. Deze resultaten

lopen overeenstemmend met het onderzoek van Smolders (2012).

Daarnaast werd ook voorspeld dat respondenten die kinderen hebben, vaker zullen schenken dan

kinderloze respondenten. Ook hier wordt een grote significantie vastgesteld en de kans om een

schenking te doen ligt in dezelfde lijn als voorgaande hypothese. Dit betekent dat wanneer een

Page 79: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

69

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

respondent kinderen heeft, de odds om een schenking te doen, toeneemt met 2,570. Ook hier wordt

deze redenering gevolg door Smolders en Cottyn (2008).

Tenslotte werd ook de vraag gesteld of vrouwen vaker schenken dan mannen. Echter, binnen dit model

wordt geconstateerd dat de variabele geslacht geen significant effect heeft op de onafhankelijke

variabele ‘schenking gedaan’. Dit betekent dat er geen eenduidige conclusie kan worden getrokken over

welk geslacht meer schenkt dan het andere.

Verwachtingen binnen het algemeen model 2

Binnen het tweede model wordt verwacht dat gepensioneerden vaker schenken in vergelijking met de

andere beroepscategorieën. Smolders en Cottyn (2008) stellen namelijk dat de odds op schenkingen

toeneemt naarmate de leeftijd van de schenker stijgt.

Om deze hypothese na te gaan, wordt een model opgemaakt dat de verschillende beroepscategorieën

opneemt. Hierbij wordt geacht dat het hebben van kinderen, zelfstandig zijn, huisman/vrouw zijn, op

pensioen zijn en het geslacht een invloed hebben op het uitvoeren van een schenking, daar de odds

groter of gelijk zijn aan één. Daarentegen oefenen voltijds werkenden, deeltijds werkenden, studenten,

werkzoekenden en andere beroepscategorieën een invloed uit met een odds van minder dan één.

Tabel 24: Odds ratio algemeen model 251

Odds ratio

Dummy_Kinderen 4,95

Dummy_Beroepsstatus_Zelfstandige 1,05

Dummy_Beroepsstatus_Voltijds 0,33

Dummy_Beroepsstatus_Deeltijds 0,61

Dummy_Beroepsstatus_Student 0,02

Dummy_Beroepsstatus_Werkzoekend 0,31

Dummy_Beroepsstatus_Huisvrouw_man 1,13

Dummy_Beroepsstatus_Pensioen 6,02

Dummy_Beroepsstatus_Andere 0,42

Dummy_Geslacht 1,29

Uiteenzetting van de onafhankelijke variabelen binnen model 252

Binnen het logistische model wordt de beroepsstatus in acht genomen om zo het effect te zien van het

beroep op het uitvoeren van een schenking. De respondent kon bij deze vraag kiezen uit de

antwoordmogelijkheden: zelfstandige, voltijds aan de slag, deeltijds aan de slag, student, werkzoekend,

51

Zie bijlage 5.4.2.7.4 Crosstabs binnen logistische regressie van het algemeen model 2 52

Zie bijlage 5.4.2.7.6 Frequenties logit algemeen model 2

Page 80: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

70

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

pensioen, huisvrouw/man en andere. Het overgrote deel van de respondenten is voltijds aan de slag,

deze representeren een percentage van 45,8%. Het aantal gepensioneerden bedraagt 20,1%, het aantal

zelfstandigen bedraagt 14,8%, het aantal deeltijds werkend bedraagt 10,7%, het aantal studenten

bedraagt 3,8%, het aantal werkzoekenden bedraagt 1,1%, het aantal huisvrouwen/mannen bedraagt

1,9% en het aantal andere beroepscategorieën bedraagt 1,8% van de respondenten.

Figuur 7 toont aan dat het overgrote deel van de respondenten binnen dit model voltijds werkend zijn.

De tweede grootste categorie bevat gepensioneerden die 711 respondenten inhouden. Slechts 39

respondenten zijn op zoek naar werk.

Figuur 7: Beroepsstatus binnen algemeen model

Bovendien worden er opnieuw ongeveer evenveel mannen als vrouwen opgenomen binnen dit model

en heeft 73% van de opgenomen respondenten kinderen. Ook hier ligt het maandelijks gezinsinkomen

in lijn met voorgaande modellen, namelijk het grootste deel van de respondenten (37,2%) heeft een

inkomen tussen 1.501 en 3.000 euro.

0

200

400

600

800

1000

1200

1400

1600

1800

Beroepsstatus

Zelfstandig

Voltijds werkend

Deeltijds werkend

Student

Werkzoekend

Huisvrouw/man

Gepensioneerd

Anderen

Page 81: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

71

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Bevindingen uit het model 2

Tabel 25: Resultatentabel2 logistische regressie met het schenkingsgedrag (significantie level: *=10%, **=5%, ***=10%)53

Exp(B) Wald Sig.

Maandelijks Gezinsinkomen 1,321 29,525 ,000***

Dummy_Kinderen 3,422 65,733 ,000***

Dummy_Beroepsstatus_Zelfstandige ,222 107,634 ,000***

Dummy_Beroepsstatus_Voltijds ,124 291,908 ,000***

Dummy_Beroepsstatus_Deeltijds ,149 110,805 ,000***

Dummy_Beroepsstatus_Student ,024 13,522 ,000***

Dummy_Beroepsstatus_Werkzoekend ,119 11,943 ,001***

Dummy_Beroepsstatus_Huisvrouw_man ,226 19,683 ,000***

Dummy_Beroepsstatus_Andere ,127 21,562 ,000***

Dummy_Geslacht 1,135 1,614 ,204

Constant ,156 97,900 ,000***

Aantal geobserveerden 3.532

-2 Log Likelihood 2.919,903

Nagelkerke R² 0,229

Cox-Snell Adj. R² 0,143

% Correct voorspeld 80,9%

Wanneer enkel een constante wordt opgenomen binnen het model, wordt 80% onmiddellijk correct

geclassificeerd binnen de juiste categorie. Echter, als er tien onafhankelijke variabelen worden

opgenomen in het model, zal dit percentage een lichte stijging kennen van 0,9%, namelijk 80,9%. Er is

dus een lichte verbetering van het model wanneer deze onafhankelijke variabelen worden opgenomen.

Dit kan te wijten zijn aan het hoge percentage dat al van toepassing was wanneer enkel een constante

werd opgenomen.

De Omnibus Test toont een significantie aan daar de p-waarde kleiner is dan 10%. Het globale model is

betekenisvol en kan tot zinvolle resultaten leiden. De Hosmer and Lemeshow Test is 74,3%, wat

aantoont dat er geen significante afwijkingen zijn en er dus een goed model is opgesteld.

Tot sluit zijn alle variabelen binnen dit model, samengevat in tabel 25, significant en invloedrijk op de

afhankelijke variabele met uitzondering van de variabele ‘geslacht’. Een zelfstandige respondent heeft

0,222 keer minder odds om reeds een schenking te hebben gedaan in vergelijking met de

gepensioneerden. Bovendien heeft een respondent die een voltijds beroep heeft 0,124 keer minder

odds om een schenking te doen in vergelijking met een gepensioneerde. Een huisvrouw/man heeft

53

Zie bijlage 5.4.2.7.5 Logistische regressie van het algemeen model 2

Page 82: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

72

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

0,226 keer minder odds om een schenking te doen in vergelijking met gepensioneerden. Dit kan te

wijten zijn aan het feit dat er slechts enkelen hebben opgegeven deze beroepsstatus te hebben.

Daarnaast bevat het inkomen ook een significantie. Wanneer het inkomen van de respondent een klasse

opschuift, zal de odds tot het volbrengen van een schenking toenemen met 32,1%. Tenslotte is de odds

op het volbrengen van een schenking 3,422 keer groter bij een respondent met kinderen.

𝐿𝑜𝑔𝑖𝑡 (𝜋(𝒂𝒍 𝒅𝒂𝒏 𝒏𝒊𝒆𝒕 𝒆𝒆𝒏 𝒔𝒄𝒉𝒆𝒏𝒌𝒊𝒏𝒈 𝒈𝒆𝒅𝒂𝒂𝒏))

= −1,855 + 0,126 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐺𝑒𝑠𝑙𝑎𝑐ℎ𝑡 − 1,504 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐵𝑒𝑟𝑜𝑒𝑝𝑠𝑠𝑡𝑎𝑡𝑢𝑠−𝑍𝑒𝑙𝑓𝑠𝑡𝑎𝑛𝑑𝑖𝑔𝑒

− 2,088 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐵𝑒𝑟𝑜𝑒𝑝𝑠𝑠𝑡𝑎𝑡𝑢𝑠−𝑉𝑜𝑙𝑡𝑖𝑗𝑑𝑠 − 1,903 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐵𝑒𝑟𝑜𝑒𝑝𝑠𝑠𝑡𝑎𝑡𝑢𝑠−𝐷𝑒𝑒𝑙𝑡𝑖𝑗𝑑𝑠

− 3,733 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐵𝑒𝑟𝑜𝑒𝑝𝑠𝑠𝑡𝑎𝑡𝑢𝑠−𝑆𝑡𝑢𝑑𝑒𝑛𝑡 − 2,130 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐵𝑒𝑟𝑜𝑒𝑝𝑠𝑠𝑡𝑎𝑡𝑢𝑠−𝑊𝑒𝑟𝑘𝑧𝑜𝑒𝑘𝑒𝑛𝑑

− 1,488 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐵𝑒𝑟𝑜𝑒𝑝𝑠𝑠𝑡𝑎𝑡𝑢𝑠−𝐻𝑢𝑖𝑠𝑣𝑟𝑜𝑢𝑤𝑀𝑎𝑛 − 2,061 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐵𝑒𝑟𝑜𝑒𝑝𝑠𝑠𝑡𝑎𝑡𝑢𝑠−𝐴𝑛𝑑𝑒𝑟𝑒

+ 1,230 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝐾𝑖𝑛𝑑𝑒𝑟𝑒𝑛 + 0,278 𝑀𝑎𝑎𝑛𝑑𝑒𝑙𝑖𝑗𝑘𝑠 𝐺𝑒𝑧𝑖𝑛𝑠𝑖𝑛𝑘𝑜𝑚𝑒𝑛

Bij de analyse van het tweede algemeen model kan worden gesteld dat gepensioneerden vaker

schenken dan de andere beroepscategorieën. Dit is te wijten aan het feit dat de andere

beroepscategorieën telkens significant zijn maar minder odds hebben dan één. De vooropgestelde

hypothese kan dus worden aanvaard en het resultaat van dit model ligt in de lijn met de bestaande

literatuur van Smolders en Cottyn (2008).

Page 83: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

73

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

2.3.8 Vergelijkende analyse van de motieven

Tab

el 2

6:

Ve

rge

lijke

nd

e t

abe

l mo

tie

ven

Page 84: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

74

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Na de uitvoering van de logistische regressies met de individuele motieven tot schenken en tot niet

schenken, wordt een algemene vergelijking gemaakt in tabel 26 aan de hand van de profielkenmerken

van de schenker.

Bij de modellen die de motieven tot schenken opnemen, valt op te merken dat de onafhankelijke

variabele ‘geslacht’ enkel een significantie bevat in het model met het financieel motief als afhankelijke

variabele. Hierbij wordt ook duidelijk dat de odds op een financieel motief bij een man, 1,447 keer

groter is in vergelijking met een vrouw. Het hebben van kinderen werd bij alle stromingen opgenomen

in het model, toch is enkel bij het model met het sociaal motief een significantie op te merken.

Zowel de variabelen ‘inwoner van Antwerpen’ als ‘inwoner van West-Vlaanderen’ hebben bij alle

modellen, die de motieven tot schenken opnemen, een significantie. Hierbij valt op dat bij de inwoners

van West-Vlaanderen telkens een heel hoge significantie aanwezig is, namelijk 1%. Doch is er steeds een

negatieve odds, wat betekent dat de odds bij een inwoner van West-Vlaanderen op een welbepaald

motief steeds minder groot is dan bij de Oost-Vlaming. Bij de variabele ‘inwoners van Antwerpen’ is er

bij ieder motief een significantie te vinden, echter deze verschilt van sterkte per motief. Een andere

overeenstemming tussen de motieven is dat de variabele ‘Maandelijks Gezinsinkomen’ geen

significantie bevat.

Bij de motieven tot niet schenken werd geconstateerd dat de variabele ‘geslacht’ bij twee van de drie

motieven een significantie bevat. Hieruit volgt dat deze significantie hoger is bij het sociaal motief tot

niet schenken in vergelijking met het fiscaal motief tot niet schenken. Bovendien zijn de odds bij de

variabele ‘geslacht’ voor beide modellen telkens groter dan één. De variabele ‘kinderen’ bevat slechts

een hoge significantie binnen het sociaal motief om niet te schenken en de odds zijn kleiner dan één.

Een andere overeenstemming bij de motieven tot niet schenken is dat de variabele ‘leeftijd tussen 31 –

59 jaar’ steeds een significantie bevat. De significantie is daarentegen wel sterker bij het financieel en

het fiscaal motief in vergelijking met het sociaal motief tot niet schenken. Toch is er bij het financieel en

fiscaal motief tot niet schenken een odds die kleiner is dan één, in vergelijking met de odds bij het

sociaal motief tot niet schenken. Daarentegen is het hebben van een jonge leeftijd enkel significant bij

het financieel en fiscaal motief tot niet schenken. Het maandelijks gezinsinkomen kent bij het sociaal en

financieel motief een grote significantie, toch zijn de odds bij het sociaal motief groter dan één, waar de

odds bij het financieel motief minder dan één bedragen.

Kritisch gezien moet bij deze vergelijking worden opgemerkt dat er steeds een verschil in steekproef is

gezien het verschil in motief. Toch is er enige vergelijking mogelijk van de verschillende kenmerken.

Page 85: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

75

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

2.4 Conclusie van het onderzoek Om te evalueren wat de motieven tot schenken zijn bij de Vlaamse bevolking, werden individuen op

verschillende beurzen, winkelcentra, enz. in de Vlaamse grootsteden ondervraagd. Hieruit blijkt dat

wanneer er op zoek wordt gegaan naar het meest dominerende motief binnen Vlaanderen, er geen

overheersend motief aanwezig is. Toch is het sociaal motief meer aanwezig binnen de dataset, namelijk

28,89% in vergelijking met de twee andere motieven. Het financieel motief werd het minst gekozen als

beweegreden om te schenken, namelijk 22,64%54. Kortom, de discrepantie tussen de drie stromingen

van motieven valt te verwaarlozen. Met andere woorden, er kan geen eenduidige conclusie worden

gemaakt omtrent een overheersend motief.

Uit bovenstaande alinea kan worden afgeleid dat de resultaten overeenstemmen met de reeds

bestaande literatuur van Arrondel en Laferrère (2001). Zij stellen dat geen enkel van de motieven

overheersend is. Toch wordt er binnen hun onderzoek gekozen voor het ‘joy-of giving’ model als best

passend motief voor schenkingen onder levenden. Het ‘joy-of giving’ model sluit nauw aan bij het ‘warm

glow’ gevoel dat ontstaat bij het schenken. Dit ligt in lijn met de gevonden resultaten daar er niet één

dominerend motief aanwezig is bij de Vlaamse bevolking, toch wijken de resultaten uit naar een lichte

voorkeur voor het sociaal motief. Andere bestaande literatuur die overeenstemmen met de resultaten

bevat het onderzoek van Kopczuk (2010), McGarry (2013) en Konow (2006).

Het onderzoek toont bovendien aan dat de stelling ‘respondenten met kinderen gaan vaker schenken

met een sociaal motief dan kinderloze respondenten’ kan bevestigd worden. Als de respondent

kind(eren) krijgt, zal dit leiden tot een stijging van de keuze tot een sociaal motief tegenover een

kinderloze respondent. Bovendien hebben mensen die het belangrijk vinden om te bepalen wat er met

hun vermogen zal gebeuren na hun dood niet meer kans op een fiscaal motief. Ditzelfde geldt ook voor

de respondenten die geen mening hebben omtrent deze stelling in vergelijking met respondenten die

het wel belangrijk vinden te bepalen wat er met hun vermogen zal gebeuren na hun overlijden.

Om het bijkomend effect van de profielkenmerken op de motieven tot niet schenken te onderzoeken

werd per motief een logit-regressie uitgevoerd. Het sociaal motief werd door 11,10% van de

respondenten als beweegreden tot niet schenken gekozen. Hier tegenover hebben 25,24% van de

respondenten het financieel motief aangeduid als reden om niet te schenken. Tenslotte bevat het fiscaal

motief tot niet schenken slechts 2,5% van de respondenten55. Met andere woorden, één vierde van de

respondenten zal dus niet schenken omwille van het financieel motief. Dit kan te wijten zijn aan het feit

54

Zie bijlage 5.4.1 Uiteenzetting variabelen 55

Zie bijlage 5.4.1 Uiteenzetting variabelen

Page 86: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

76

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

dat de data voor 57,17% bestaat uit respondenten met een leeftijd tussen 31 en 59 jaar56. Deze

leeftijdsgroep kan nog geen nood hebben aan het overdragen van hun vermogen of hun vermoedelijke

begunstigden zijn nog te jong.

Bij verder onderzoek omtrent de motieven tot niet schenken kan worden gevonden dat mensen met

een jonge leeftijd eerder niet schenken omwille van een ander dan financieel motief. Uiteindelijk kan

ook hier voor enkele stellingen geen eenduidigheid worden gevonden omdat deze geen significantie

bevatten binnen de uitgevoerde modellen. Een mogelijke reden hiervoor is dat er binnen het

databestand van 4.413 respondenten slechts 1.228 respondenten een motief hebben aangeduid tot niet

schenken55. Dit zorgt ervoor dat de resultaten binnen de logistische modellen met een korrel zout

dienen te worden aangenomen.

Daarnaast werd dieper ingegaan op de algemene profielkenmerken van de schenker. Deze werden

opgenomen binnen twee algemene modellen die kunnen leiden tot volgende onderzoeksresultaten. Er

werd verwacht dat iemand die reeds een schenking heeft ontvangen, sneller een schenking zal doen. Dit

werd ook bevestigd in het model, daar de odds om een schenking te volbrengen dubbel zo groot is bij

respondenten die reeds een schenking ontvangen hebben. Deze resultaten liggen in lijn met reeds

bestaand onderzoek van Smolders (2012). Bovendien zullen respondenten met kinderen vaker schenken

dan kinderloze respondenten.

Er kan geen eenduidig resultaat worden bekomen over de vraag of mannen vaker schenken dan

vrouwen. Een mogelijke verklaring voor deze vaststelling kan zijn dat er binnen de modellen ongeveer

evenveel vrouwen als mannen worden opgenomen. Ook werd gevonden dat gepensioneerden vaker

schenken dan de andere beroepscategorieën. Dit resultaat ligt in de lijn met de bevindingen van

Smolders en Cottyn (2008).

Tenslotte kan uit de bevonden data een algemeen profiel van de schenker worden opgemaakt. De

gemiddelde schenker binnen onze dataset is een man die een leeftijd heeft van 61 jaar. Bovendien is de

schenker gepensioneerd en gehuwd. De schenker heeft kinderen en een maandelijks netto-

gezinsinkomen tussen 1.501 en 3.000 euro. Daarenboven heeft de schenker een diploma hoger

onderwijs behaald, een goede gezondheidstoestand en is inwoner uit Oost-Vlaanderen. Tot slot heeft de

doorsnee schenker reeds 5 keer een schenkingen gedaan57.

56

Zie bijlage 5.4.1 Uiteenzetting variabelen: Dummy_Leeftijd_Gemiddeld 57

Zie bijlage 5.4.3 Profiel van de schenker

Page 87: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

77

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

3 Aanbevelingen Om een meer uitgebreid beeld te krijgen over de beweegredenen om een schenking te volbrengen,

dient er toekomstig onderzoek te worden verricht. Dit is niet eenvoudig daar iedere respondent pas een

motief kan aanduiden als deze reeds een schenking heeft gedaan. Binnen dit onderzoek was er relatief

weinig data beschikbaar van respondenten die reeds een schenking hebben volbracht én daarbij een

motief aanduidden. Door de grote dataset binnen het onderzoek zou dit een vertekend beeld kunnen

geven en kan geen veralgemening worden gedaan voor de gehele Vlaamse populatie.

Ook binnen de enquête waren niet alle vragen even eenduidig. Zo werden bij de burgerlijke status de

antwoordmogelijkheden ‘gescheiden’ en ‘alleenstaand’ als aparte categorieën beschouwd terwijl het in

realiteit vaak zo is dat respondenten die gescheiden zijn, ook alleenstaand zijn. Ook is mogelijk dat

gescheiden respondenten een nieuwe partner hebben waarmee ze samenwonen, deze zullen eerder

aanduiden dat ze samenwonen in plaats van gescheiden. Bovendien werd er in de enquête niet

opgenomen aan wie de schenking werd volbracht (kinderen, naasten, enz.) waardoor geen consensus

kon worden gevonden over wie het vaakst begunstigd wordt. Dit vormt een interessant onderwerp voor

verder onderzoek. Zo kan bijvoorbeeld worden nagegaan wat de beweegredenen zijn van respondenten

die schenken aan het goede doel in vergelijking met respondenten die schenken aan kinderen of

naasten.

Er kan ook verder onderzoek worden verricht naar de vorm en het bedrag van de gedane schenking. Dit

zou interessante resultaten opleveren voor de Vlaamse of Belgische bevolking. Toch dient hier enige

voorzichtigheid te worden opgemerkt omdat respondenten vaak sociaal wenselijk antwoorden. Bij het

eigen onderzoek bleek dat respondenten er niet altijd voor open staan om hun geldzaken openlijk te

bespreken.

Bovendien lijkt het ook nuttig om de motieven tot schenken te achterhalen volgens de reeds bestaande

literatuur. Hierbij komen de motieven altruïsme en ‘exchange’ vaak naar voor, dus zou het nuttig zijn de

aanwezigheid van deze motieven na te gaan bij de Vlaamse bevolking. Binnen het eigen onderzoek

waren deze strekkingen niet overduidelijk aanwezig bij de motieven die werden opgenomen in de

enquête.

Tot slot zijn er in de literatuur omtrent de motieven tot schenken veel tegenstrijdige resultaten te

vinden (zie 1.5.1 Consensus), hierdoor is het niet eenvoudig om aan te voelen of de bevonden resultaten

weldegelijk bruikbaar zijn en in lijn liggen met voorgaande onderzoeken.

Page 88: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

LXXVIII

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

4 Lijst van de geraadpleegde werken/ bibliografie

Arrondel, A. & Lafferrère, L. (2001). Taxation and wealth transmission in France. Journal of Public

Economics, 79, pp. 3–33.

Berry, B. (2008). Transfers from Living Parents to Adult Children: Who Is Helped and Why? American

Journal of Economics and Sociology, 67(2), pp. 207-240.

Cools, H. & Debruyne, E. (2014). Praktisch Registratie- en Successierecht. 5de editie. Berchem: Uitgeverij

De Boeck.

Cox, D. & Rank, M. (1992). Inter-Vivos Transfers and Intergenerational Exchange. The Review of

Economics and Statistics, 74(2), pp. 305-314.

Cox, D. & Soldo, B. (2004). Motivation for Money and Care that Adult Children Provide for Parents:

Evidence from "Point-Black" Survey Questions, Chestnut Hill: Center for Retirement Research at Boston

College.

Cox, D. (2003). Private Transfers within the Family: Mothers, Fathers, Sons and Daughters, Boston:

Economics Department.

De Cock, S. (2011). Motieven van individuele gift-giving en charitable gift-giving, Gent: Universiteit Gent.

De Standaard, Laagste belastingdruk in Vlaams-Brabant. [Online]

Te raadplegen op: http://www.standaard.be/cnt/dmf20131212_00883778

[Consultatie 2 mei 2015].

De Tijd, Inspectie Financiën sabelt lager schenkingstarief neer. [Online] Te raadplegen op: http://www.tijd.be/politiek_economie/belgie_vlaanderen/Inspectie_Financien_sabelt_lager_schenkingstarief_neer.9626978-3137.art?highlight=schenking [Consultatie 11 mei 2015]. De Tijd, Lagere schenkingsrechten zullen ontwijking belastingen beperken. [Online]

Te raadplegen op:

http://netto.tijd.be/dossier/erfenisgids/Lagere_schenkingsrechten_zullen_ontwijking_belastingen_bepe

rken.9618733-8011.art [Consultatie 30 april 2015].

De Tijd, Lang sparen en trouwen maken je rijk. [Online]

Te raadplegen op: http://m.tijd.be/9515037.art?sid=40557390 [Consultatie 11 april 2015].

Dynan, K., Skinner, J. & Zeldes, S. (2002). The Importance of Bequests and Life- Cycle Saving in Capital Accumulation: A New Answer, American Economic Review, 92(2), pp. 274-278.

Page 89: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

LXXIX

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Hayhoe, C. & Stevenson, M. (2006). Financial Attitudes and Inter Vivos Resource Transfers from Older

Parents to Adult Children, Springer Science Plus Business Media.

Hill, G. & Hill, K. (2015). Legal Dictionary by Farlex. [Online]

Te raadplegen op: http://legal-dictionary.thefreedictionary.com/bequest

[Consultatie 21 maart 2015].

Joulfaian, D. (2005). Working paper: Choosing between Gifts and Bequests: how Taxes affect the Timing

of Wealth Transfers, Cambridge: Journal of Public Economics.

Komter, A. & Vollebergh, W. (1997). Gift Giving and the Emotional Significance. Journal of Marriage and

Family, 59(3), pp. 747-757.

Konow, J. (2006). Mixed Feelings: Theories and Evidence, Marymount: Munich Personal RePEc Archive.

Kopczuk, W. (2010). Working paper: Economics of Estate Taxation: a Brief Review of Theory and

Evidence, Cambridge: National Bureau of Economic Research.

Martin, P. & Bruce, T. (2015). Legal Information Institute. [Online]

Te raadplegen op: https://www.law.cornell.edu/wex/inter_vivos_transfer

[Consultatie 21 maart 2015].

McGarry, K. (1999). Inter vivos transfers and intended bequests. Journal of Public Economics, Volume 73,

pp. 321-351.

McGarry, K. (2013). An Analysis of Family Transfers: Theory and Evidence, California: Economic and

Social Research Institute (ESRI).

Menchik, P. (1980). Primogeniture, Equal Sharing and the US Distribution of Wealth. Quarterly Journal of

Economics, 94(2), pp. 299-316.

Miller, D. (1977). Altruism and threat to a belief in a just world. Journal of Experimental Psychology, pp.

113-124.

Mirrlees, J. (2010). Economic Principles of Wealth and Wealth Transfer Taxation. Dimensions of Tax

Design. Oxford: Oxford University Press, pp. 760-770.

Nishiyama, S. (2000). Bequests, Inter Vivos Transfers, and Wealth Distribution, Washington:

Congressional Budget Office.

Page, B. (2003). Bequest taxes, inter vivos gifts, and the bequest motive. Journal of Public Economics ,

Volume 87, pp. 1219-1229.

Page 90: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

LXXX

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Poterba, J. (1998). Working paper: Estate and Gift Taxes and Incentives for Inter Vivos Giving in the

United States, Cambridge: National Bureau of Economic Research.

Provincie Antwerpen, Provinciebelastingen. [Online] Te raadplegen op: http://www.provincieantwerpen.be/provinciebestuur/financien/provinciebelastingen.html [Consultatie 2 mei 2015]. Provincie Oost-Vlaanderen, Beleidsinformatie. [Online] Te raadplegen op: http://www.oost-vlaanderen.be/public/over_provincie/beleid_bestuur/deputatie/alexander_vercamer/beleidsinformatie/ [Consultatie 2 mei 2015]. Provincie West-Vlaanderen, Provinciebelastingen. [Online]

Te raadplegen op: http://www.west-

vlaanderen.be/overwvl/beleid_bestuur/provincialeAdministratie/provincialediensten/provinciebelastin

gen/Paginas/default.aspx

[Consultatie 2 mei 2015].

Ruis, J. (2013). Economische argumenten om te heffen over schenkingen en erfenissen, Tilburg:

Centerdata: Instituut voor Dataverzameling en Onderzoek.

Sargeant, A. & Woodliffe, L. (2007). Gift giving: an interdisciplinary review. International Journal of

Nonprofit and Voluntary Sector Marketing, Volume 12, pp. 275-307.

Sherry, J. (1983). Gift Giving in Anthropological Perspective. The Journal of Consumer Research, 10(2),

pp. 157 - 168.

Smolders, C. & Cottyn, A. (2008). Deelproject: Evaluatie van de hervorming van de schenkingsrechten op

roerende goederen en bouwgronden, Gent: Steunpunt beleidsrelevant Onderzoek, Fiscaliteit &

Begroting.

Smolders, C. (2012). To Give or Not to Give? Intervivos Gifts of Mobile Property and Donor Profile Before

and After the 2004 Flemish Gift Tax Reform. Inherited Wealth, Justice and Equality, Volume 165, pp.

210-228.

Spruyt, E. (2008). Deel 1 De juridische invalshoek. AFT, afl. 08-03(208), pp. 17 - 104.

TPR & Kluwer (2013). Schenkingen, Mechelen: Kluwer.

Van Houtven, C. & Norton, E. (2006). Inter-vivos Transfers and Exchange. Southern Economic Journal,

73(1), pp. 157-172.

Verbeke, A. (2009). Handboek Estate Planning. 2e editie. Gent: Larcier.

Page 91: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

LXXXI

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Vereniging Vlaamse Provincies (2014). Fiscaliteit van de Vlaamse provincies initiële budgetten 2014.

[Online]

Te raadplegen op:

http://www.vlaamseprovincies.be/public/uploads/files/Fiscaliteit_van_de_Vlaamse_provincies_initiele_

budgetten_2014.pdf

[Consultatie 2 mei 2015].

Villanueva, E. (2005). Inter Vivos Transfers and Bequests in three OECD Countries. Economic Policy, pp.

505-565.

Walker C., Pharoah, C. (2002). A Lot To Give, Londen: Hodder and Stoughton.

Page 92: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.1—82

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

5 Bijlagen

5.1 Enquête

Beste deelnemer,

In het kader van onze masterproef doen wij een bevraging met als doel

inzicht te verwerven in schenkingen en erfenissen.

Alvast bedankt voor uw deelname.

1. U bent: Man Vrouw

Uw partner is: Man Vrouw

2. Wat is uw postcode? . . . .

3. Wat is de beroepsstatus van u en uw partner?

Zelfstandig

e

Voltijds

aan de slag

(loondienst

)

Deeltijds

aan de slag

(loondienst

)

Studen

t

Werk-

zoeken

d

Pensioe

n

Huisvrouw

/ huisman Andere

Uzelf

Uw partner

4. Indien u/uw partner aan de slag bent in loondienst, wat is uw functie? (slechts 1 antwoord

mogelijk)

Arbeider Bediende Ambtenaar Kaderlid

Uzelf

Uw partner

5. Wat is de burgerlijke status van u/uw partner? (slechts 1 antwoord mogelijk)

Samenwonend Gehuwd Gescheiden Alleenstaand

Uzelf

Uw partner

Page 93: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.1—83

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

6. Wat is het hoogste diploma behaald door: (slechts 1 antwoord mogelijk)

Lager

onderwijs

Secundair

onderwijs

Hoger

onderwijs Andere

Uzelf

Uw partner

7. Indien u kinderen heeft, hoeveel kinderen heeft u, vul dit aan in onderstaande tabel:

Biologische

kinderen Stiefkinderen Adoptiekinderen

Kinderen jonger dan 10 jaar

Kinderen ouder dan 10 jaar die nog thuis wonen

Kinderen ouder dan 10 jaar die alleen wonen

8. Wat is uw maandelijks netto-gezinsinkomen uit arbeid of zelfstandige activiteiten? (1 antwoord

mogelijk)

0 – 1.500 euro 1.501 - 3.000 euro 3.001 - 4.500 euro 4.501 - 7.500 euro > 7.500 euro

9. Hoeveel personen dragen bij aan het gezinsinkomen? ……. Personen

10. Ik ben nu …… jaar en mijn partner is …… jaar.

11. Hoe zou u uw gezondheidstoestand omschrijven:

Zeer slecht Slecht Gemiddeld Goed Zeer goed

12. Heeft u het hoofd moeten bieden aan een levensbedreigende ziekte in de laatste 2 jaar?

Ja Neen

13. Aantal nog in leven zijnde ouders? 0 1 2

14. Aantal nog in leven zijnde ouders van uw partner? 0 1 2

15. Bent u eigenaar van de gezinswoning? Ja, sinds . . . . (jaar) Neen

16. Wat is uw woonsituatie?

Koopwoning met lopende hypothecaire lening m.b.t. deze woning

Koopwoning zonder lopende hypothecaire lening m.b.t. deze woning

Huurwoning

Sociale huurwoning

Page 94: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.1—84

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

17. We willen graag nagaan hoe ver uw fiscale kennis strekt:

Welke stellingen met betrekking tot verminderingen op de registratierechten zijn op u van

toepassing?

Ik weet dat deze

verminderingen

bestaan

Ik ken de percentages/

bedragen die van

toepassing zijn op

deze begrippen

Ik heb van

deze

vermindering

genoten

Deze verminderingen

zouden me stimuleren

om een eigen woning

aan te kopen

Het gewone abattement

Het verhoogde

abattement

De meeneembaarheid

18. Bent u in het verleden al eens verhuisd? Ja Neen

19. Zou u omwille van de volgende redenen verhuizen?

Naar een andere provincie Naar een ander gewest

Omwille van fiscale redenen ja nee ja nee

Voor een job ja nee ja nee

20. Op wie zijn de tarieven in tabellen 1, 2 en 3 hieronder van toepassing? (meerdere antwoorden

mogelijk)

1 2 3

Tabel Kinderen Echtgenoten Broers/zussen Kleinkinderen Samenwonenden Anderen

1

2

3

21. Vindt u de bovenstaande percentages aanvaardbaar? (vervolg op volgende bladzijde)

Die uit tabel 1 Ja Neen

Die uit tabel 2 Ja Neen

Die uit tabel 3 Ja Neen

22. Heeft u zelf reeds een erfenis ontvangen van minstens 2.500 euro?

Ja, hoeveel erfenissen? ………, en de recentste erfenis werd ontvangen in . . . . (jaar)

Neen

Page 95: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.1—85

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Weet ik niet

23. Beoordeel de volgende stellingen:

1 Zijn de schenkingsrechten op roerende en onroerende goederen

hetzelfde in Vlaanderen? Ja Neen Weet ik niet

2 Worden schenkingen altijd bij de erfenis geteld indien de erflater

binnen de 3 jaar na de schenking overlijdt? Ja Neen Weet ik niet

3 Zijn de schenkingsrechten op roerende goederen verschillend in

Vlaanderen, Vlaams-Brabant en Wallonië? Ja Neen Weet ik niet

4 Is de 3% en 7%- regel enkel geldig bij een schenking via notariële

akte? Ja Neen Weet ik niet

5 Kan je aan een officiële schenking voorwaarden verbinden inzake de

toewijzing van de opbrengsten? (vb. kasbons: rente blijft bij de

schenker tot het einde van zijn dagen)

Ja Neen Weet ik niet

23. Als u met een hand- of bankgift fiscaalvrij kan schenken, waarom zou je dan geregistreerd

schenken, met andere woorden, wat is het voordeel verbonden aan de schenkingen waarop u

schenkingsrechten betaalt?

De 3-jaar regel

(deze worden niet bij de erfenis geteld als men overlijdt binnen de termijn van 3 jaar na de

schenking)

De oorsprong van het geld is bekend bij eventuele problemen van de erfgenamen met de

fiscus

Er is meer duidelijkheid voor de erfgenamen

Andere: ……………………………………………………………………………………………………………………………………..

24. Heeft u reeds één of meerdere schenkingen gedaan van minstens 2.500 euro?

Ja , hoeveel schenkingen? ………, en de recentste schenking werd gedaan in . . . . (jaar)

Neen

Weet ik niet

25. Onder welke vorm vond de recentste gedane schenking plaats?

Handgift Bankgift Notariële schenking

26. De recentste gedane schenking betrof een schenking van:

Roerende goederen Onroerende goederen Bouwgrond

27. Welke redenen spelen een rol in de beslissing om reeds een schenking te doen?

Ik heb voldoende vermogen dat ik niet meer nodig zal hebben

Ik wil mijn (klein)kinderen aan een huis of een bouwgrond helpen of bijspringen bij een andere

belangrijke besteding

Page 96: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.1—86

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Omwille van gezondheidsredenen

De financiële toestand van de begunstigden

Ik wil vermijden dat mijn nabestaanden nog te lang moeten wachten op hun erfenis

De notaris heeft me de schenking aangeraden

Ik ontwijk hierdoor op legale manier de 27%-tarieven in rechte lijn

Ik vind de tarieven van de schenkingsrechten zeer billijk

Ik vind de tarieven van de successierechten te hoog

Andere: namelijk ………………………………………………………………………………………………………

28. Welke van de volgende redenen liggen aan de basis van het feit dat u nog niet geschonken heeft?

Ik heb onvoldoende vermogen dat ik kan missen

Ik wil me niet te vroeg financieel uitkleden

Ik ben onzeker over mijn financiële mogelijkheden eens ik op pensioen ben

Er zijn geen begunstigden aan wie ik wil schenken

Ik doe op andere manieren aan successieplanning

Ik vind het fiscaal voordeel te beperkt

De vermoedelijke begunstigden zijn nog te jong

Andere: namelijk ……………………………………………………………………………………………………….

29. Heeft u reeds zelf een schenking ontvangen van minstens 2.500 euro?

Ja , hoeveel schenkingen? ………, en de recentste schenking werd gedaan in . . . . (jaar)

Neen

Weet ik niet

30. Onder welke vorm vond de recentste ontvangen schenking plaats?

Handgift Bankgift Notariële schenking

31. De recentste ontvangen schenking betrof een schenking van:

Roerende goederen Onroerende goederen Bouwgrond

32. Zou een wijziging in de wetgeving u aanzetten tot het plannen van uw successie?

Ja Neen Weet ik niet

33. Vindt u het belangrijk om zelf te bepalen wat er na uw dood met uw vermogen gebeurt?

Ja Neen Geen mening

34. Bent u bewust bezig met vermogensplanning?

- Voor u Ja Neen Weet ik niet

- Voor uw ouders Ja Neen Weet ik niet

35. Kent u de volgende technieken voor successieplanning? (meerdere antwoorden mogelijk)

Testament Generation skipping

Page 97: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.1—87

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Huwelijkscontract Legaat of duo-legaat

Handgift Andere

Bankgift Geen antwoord

36. Heeft u of bent u van plan een gedeelte van uw bezit over te dragen?

Neen

Ja, ik heb reeds een deel geschonken

Ja, ik schenk nu al een deel

Ja, ik ben van plan in de toekomst een deel te schenken.

37. Wanneer het tarief van de schenkingsbelasting stijgt, zal ik geneigd zijn geen schenking te doen.

Akkoord Niet akkoord Geen mening

38. Doet u schenkingen aan het goede doel?

Neen Ja, soms Ja, geregeld

Page 98: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.2—88

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

5.2 Synthesetabel literatuur Auteurs Onderzoeksvraag

Hypothesen

Data Conclusies

Resultaten

Land

Arrondel

en

Laferrère,

1999

Dit onderzoek test of de

bestaande economische

modellen omtrent

schenkingen ook

belastingen in rekening

nemen. Ook gaat men

de relatie tussen

schenkingen en

erfenissen met de

successietarieven in

Frankrijk na.

Administratieve gegevens:

‘kosteloze

vermogensverschuivingen’

uit 1987 en 1994

‘National households

survey’ uit 1992 waar

gegevens gevonden zijn

van gemiddeld 10 000

gezinnen uit Frankrijk.

Er zijn sterke reacties bij

de populatie met

betrekking tot

belastingen. Bovendien is

altruïsme enkel duidelijk

zichtbaar wanneer de

kinderen van de

begiftigde jong

volwassenen zijn. Echter

altruïsme is niet duidelijk

zichtbaar als men kijkt

naar de totale

schenkingen in Frankrijk.

In verband met

‘exchange’ blijkt dat dit

motief het gedrag van de

schenker ook niet

verklaart. Uiteindelijk is

het motief ‘joy-of giving’

het beste alternatief met

betrekking tot het gedrag

van de schenker.

Tenslotte blijken

motieven niet duidelijk

aflijnbaar te zijn, deze

hangen af van meerdere

factoren.

Frankrijk

Berry,

2008

Wie wordt geholpen en

waarom?

Health and Retirement

Study (HRS)

Ouders schenken eerder

aan kinderen met een

lager inkomen dan

kinderen met een hoger

inkomen. Bovendien

schenken ouders vaker

naar kinderen die dichtbij

Amerika

Page 99: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.2—89

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Auteurs Onderzoeksvraag

Hypothesen

Data Conclusies

Resultaten

Land

wonen.

Cox, 2003 Wie schenkt wat en aan

wie?

Household Survey Data Vrouwen begiftigen

eerder kinderen dan

mannen. Bovendien is

favoritisme naar geslacht

mogelijk .

Amerika

Cox en

Rank, 1992

Welk motief domineert?

Altruïsme of ‘exchange’?

National Survey of

Families and Households:

13,017.

Data uit 1987 en mei

1988.

Het ‘exchange’ model is

meer van toepassing op

schenkingen dan

altruïsme. Tegenstellend

zal de respondent zijn

inkomen afhangen van

mogelijke schenkingen en

de bedragen, wat

overeenkomt met het

‘exchange’ model.

Amerika

Cox en

Soldo,

2004

Waarom helpen

volwassen kinderen hun

ouders zonder

compensaties?

Health and Retirement

Study uit 2000

Aantal respondenten:

1133

Vrouwen geven vaker

hulp aan ouders dan

mannen. Bovendien zijn

er diepgaande verschillen

tussen de

profielkenmerken en de

hulp die men geeft aan

een ouder.

Amerika,

Boston

Joulfaian,

2005

De bedoeling van deze

scriptie is om na te gaan

wat het patroon van de

schenkingen is bij de

rijken.

Voor dit model werd

gebruik gemaakt van

‘Estate Tax Data’ en de

exploitatie van variaties in

staatserfenissen,

schenkingen en de

meerwaarde van

belastingtarieven.

De empirische resultaten

tonen aan dat belastingen

een significant effect

hebben op de beslissing

om een schenking te

doen. De bevindingen

tonen aan dat bij de

rijken het effect van de

belastingen vooral tot

uiting komt bij hun

Amerika,

Cambridge

Page 100: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.2—90

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Auteurs Onderzoeksvraag

Hypothesen

Data Conclusies

Resultaten

Land

‘lifetime transfers’.

Komter en

Vollebergh,

1997

In dit onderzoek wordt nagegaan tot welke relatie het schenken bestaat en wat de graad van afstand is in de sociale relatie gebaseerd op vlak van Nederlandse data.

Sample van 513

Nederlandstalige

respondenten die een

enquête hebben

beantwoord over gift

giving in Nederland in

1992.

Gift giving naar

familieleden is niet alleen

gebaseerd op gevoelens

en affecties vanuit hun

eigen gemeenschap maar

ook gebaseerd op

gevoelens en morele

verplichtingen

daarbuiten. Uiteindelijk

blijkt ook dat gift-giving

aan vrienden vaker

vergezeld is met

gevoelens, emoties of

affecties.

Nederland

Konow,

2006

Deze paper bevat de

theoretische en

empirische analyse van

experimenten die de

tegenliggers van

motieven over

schenkingen nagaan.

Dit onderzoek is

gebaseerd op enkele

experimenten. Hierbij

werd gebruik gemaakt van

de ‘Subsidy Subset and

Pooled Charity

observaties.

De resultaten duiden aan

dat schenken niet geheel

gemotiveerd is vanuit het

zuivere altruïsme of

‘warm glow’-gevoel

alleen. De resultaten van

gevoelens zijn gemengd.

Bovendien kan grotere

vrijgevigheid

geassocieerd worden met

betere of slechtere

gevoelens, afhankelijk

van de condities.

Amerika, Los

Angeles

Kopczuk,

2010

Dit onderzoek geeft een

overzicht over de

wenselijkheid van

belastingen op

schenkingen en

erfenissen. De kritische

perspectieven van de

pro en contra-

Literatuurstudie Geen consensus over de

motieven tot schenken en

erven. Bovendien is het

vinden van motieven

belangrijk, maar kunnen

slechts gevonden worden

uit de praktijk en niet uit

Amerika

Page 101: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.2—91

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Auteurs Onderzoeksvraag

Hypothesen

Data Conclusies

Resultaten

Land

argumenten met

betrekking tot

belastingen worden

nagegaan en de

gedragswijzigingen van

belastingen op

schenkingen en

erfenissen.

de theorie.

McGarry,

2013

Schenkingen tussen

familieleden vergeleken

met de complete

financiële steun die men

kan krijgen bij de

overheid zoals

pensioenen,

gezondheidszorg, …

Initieel werd gebruik

gemaakt van de HRS

cohort study (1993, 1995,

1998, 2004 en 2010).

Daarnaast werden de

gegevens van McGarry uit

2012 geïmplementeerd in

het onderzoek. Dit zorgt

voor een steekproef van

3400 gezinnen en 10.000

kinderen.

Ouders geven graag aan

hun kinderen, dit wil

zeggen dat hulp door

eigen familie een

belangrijke hulp is in het

opvangen van negatieve

inkomensschommelingen.

Bovendien is er ook een

sterk verband terug te

vinden tussen de nood en

het geven. Indien

kinderen meer nood

hebben aan middelen, zal

naargelang de nood in die

mate geschonken

worden.

Tenslotte hangt Altruïsme

af van inkomen,

schenkingen en

liquiditeiten. ‘Exchange’

hangt eerder af van niet

waardeerbare middelen

zoals terugkerende hulp,

sociale engagementen, …

Amerika,

Cambridge

Page 102: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.2—92

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Auteurs Onderzoeksvraag

Hypothesen

Data Conclusies

Resultaten

Land

McGarry,

1999

Een model om

schenkingen tussen

ouders en kinderen te

analyseren. Bij dit model

wordt meer rekening

gehouden met het

geobserveerd gedrag en

niet enkel op het

altruïstisch of exchange

model.

Dit empirisch model

maakt gebruik van data

van de ‘Health and

Retirement Study’

(respondenten geboren

van 1931 t.e.m. 1941) en

van ‘Asset and Health

Dynamics Study’ (geboren

in 1923 of eerder).

De data die geobserveerd

is in dit onderzoek sluit

aan bij de voorgaande

bevindingen. Schenkingen

onder levenden worden

vaak disproportioneel

gedaan naar minder

welvarende kinderen. Bij

erfenissen is er een

gelijke behandeling

tussen de kinderen.

Amerika,

Chicago

Menchik,

1980

Bewijs van

vermogensverdelingen

tussen kinderen door

o.a. geslacht, leeftijd,

grootte gezin, grootte

vermogen, enz.

Gegevens van Inheritance

Tax Division of the

Connecticut State Tax

Department. Een totaal

van 1.050 vermogens

zitten in deze dataset voor

de Jaren 1931, 1938, en

1944;

Erfenissen worden eerder

gelijk verdeeld als de

kinderen een

tegengesteld geslacht

hebben. Bovendien doet

de Leeftijd van kinderen

er niet toe. Ook

discriminatie naar

geslacht is verleden tijd.

Amerika,

Connecticut

Mirrlees,

2010

Deze paper schetst de

problemen die er aan de

hand zijn met de

belastingen t.o.v. rijkere

mensen en

vermogensoverdrachten.

Literatuurstudie Het effect van het

invoeren van de

rijkentaks en de belasten

op overdrachten van

geld.

Amerika,

Canada

Nishiyama,

2000

Het meten van

tijdsvoorkeuren en

altruïsme gerelateerd

aan de output van de

Economisch Kapitaal-

ratio en de grootte van

de transfers.

Flow data van Gale and

Scholz (1994) gerelateerd

aan de ‘Survey of

Consumer Finance (SCF)’

uit 1986. Survey is

gebaseerd op data van

1983 tot 1985.

Het altruïstisch motief is

erg klein voor

schenkingen in de

Verenigde Staten.

Bovendien komt het

geven van kinderen aan

ouders weinig voor.

Uit cijfers blijkt dat de

nationale welvaart zou

Amerika

Page 103: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.2—93

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Auteurs Onderzoeksvraag

Hypothesen

Data Conclusies

Resultaten

Land

dalen in Amerika met 14

of 20% als er geen

transferts aanwezig zijn.

Norton en

Van

Houtven,

2006

Ontwikkelen van een conceptueel framework dat verklaart waarom inter-vivos schenkingen worden gedaan i.p.v. erfenissen.

Bovendien ook een directe studie naar de motivatie ‘exchange’.

Data uit de 1993 en 1995-

golven van AHEAD

enquêtes die werden

afgenomen door de

Universiteit van Michigan.

Als een ouder een

schenking onder

levenden geeft, gaat dit

merendeels naar de

kinderen toe. Bovendien

blijkt dat als een kind

meer zorg toedient aan

de ouders op latere

leeftijd, er een grotere

kans is om een schenking

te ontvangen.

‘Exchange’ is tenslotte

een goed motief voor

schenkingen onder

levenden.

Amerika,

Michigan

Poterba,

1998

Deze paper beschrijft de

huidige

schenkingsbelasting

regels dat gebruikt

worden voor

schenkingen in de US.

Het onderzoek is

gebaseerd op cross-

sectionele regressies

waarbij gebruik gemaakt

werd van de ‘Survey of

Consumer Finances’ uit

1995.

Het internationaal aspect

wijst uiteindelijk uit dat

slechts een derde van de

Amerikaanse

huishoudens schenkingen

doet. Tenslotte blijkt dat

huishoudens met meer

financiële mogelijkheden

meer zullen schenken dan

mensen met een

onstabiele

vermogensbasis.

Amerika,

Cambridge

Ruis, 2013 Rechtvaardigen van de

argumenten die in de

economische literatuur

naar voren komen voor

een belastingheffing

In dit onderzoek werd

gebruik gemaakt van

eigen empirisch

onderzoek door middel

van een enquête

In de economische

literatuur komt naar

voren dat de economie

gebaat is bij een

belastingheffing over

Nederland

Page 104: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.2—94

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Auteurs Onderzoeksvraag

Hypothesen

Data Conclusies

Resultaten

Land

over schenkingen en

nalatenschappen.

afgenomen (2013) en data

uit de DNB Household

Survey (2009, 2010 en

2012). Totaal waren er

2215 Nederlandstalige

respondenten.

schenkingen en

nalatenschappen.

Sargeant

en

Woodliffe,

2005

Deze paper onderzoekt,

in harmonie met

bestaand werk, de

ontwikkeling van een

model van het

schenkingsgedrag dat

verwervers van fondsen

gebruiken om middelen

te verkrijgen.

Literatuurstudie Er is meer interesse in

schenken. Bovendien is er

verder onderzoek op

verschillende vlakken

vereist.

Amerika,

Indiana en

Bristol

Sherry,

1983

Opstellen van een model

die het geef-proces

beschrijft. Dit om zo

meer onderzoek te

bemoedigen naar het

gedrag van een

schenker.

Literatuuronderzoek Een beschrijving van de

verschillende motieven.

Bovendien geeft deze

paper een basis van

bestaande literatuur over

het geef-proces.

Amerika,

Chicago

Smolders,

2012

De impact van de

belastingherziening met

betrekking tot giften.

Dit onderzoek maakt

gebruik van 212

Interviews met mensen op

een beurs (+50 jaar) en

4708 verrichtingen in 9

registratiekantoren

Hieruit blijkt dat vrouwen

vaker schenken dan

mannen. Bovendien is de

kans tot schenken groter

wanneer men reeds in

het verleden een gift

heeft gekregen. Ook blijkt

dat de gezondheidsstatus

er niet toe doet en dat

schenkers meer

altruïstisch gezind zijn. Zij

zorgen graag voor het

welzijn van kinderen en

België,

Vlaanderen

Page 105: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.3—95

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Auteurs Onderzoeksvraag

Hypothesen

Data Conclusies

Resultaten

Land

kleinkinderen.

De gemiddelde leeftijd

van schenker is 79 jaar.

Smolders

en Cottyn,

2008

Profiel van de schenkers

en begunstigden op

basis van de notariële en

onderhandse

schenkingsaktes

neergelegd bij 9

registratiekantoren.

De inventaris van

notariële en onderhandse

schenkingsaktes in negen

Vlaamse

registratiekantoren sinds

2000.. De data betreft

2686 cases uit 2000-2007.

De gemiddelde leeftijd

van een schenker is 76,8

jaar.

Er is een positief

afnemend effect van

leeftijd en kans tot

begiftigen aanwezig.

Bovendien komen

schenkingen in rechte lijn

het vaakst voor.

Ook blijkt dat jonge

begunstigden eerder een

kleiner bedrag aan

schenkingen krijgen dan

oudere begunstigden.

België,

Vlaanderen

Villanueva,

2005

Deze paper focust op de

relatie tussen het

levenslang inkomen van

een persoon en het

aantal erfenissen en

schenkingen onder

levenden dat dit individu

aan zijn/haar kinderen

schenkt.

Amerika, Duitsland and

Groot-Brittanië

Grootste informatiebron

is Gale and Scholz (data

uit de 1983 golf van de

Survey of Consumer

Finances).

West Duitsland

Grootste

informatiebron is Reil-

Held (1999). Deze persoon

rapporteert data van de

1988 golf van de German

Socio Economic Panel

(GSOEP).

De relatie tussen het

inkomen van de ouders,

het welzijn na 50 jaar en

de verwachte erfenissen

is gelijklopend met

ouderen die wel/geen

kinderen hebben in de 3

OECD landen. Bovendien

is in de landen waar de

ouderen een hogere

graad van welzijn

bezitten, de relatie tussen

het inkomen en de

verwachte erfenissen

zwakker dan in de andere

situatie.

Amerika,

Duitsland en

Groot-

Brittanië

Page 106: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.3—96

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

5.3 Media publicaties

5.3.1 Lagere schenkingsrechten zullen ontwijking belastingen beperken

De Tijd - 03 april 2015 13:50

De geplande verlaging van de schenkingsrechten zal de overheid zeker op korte termijn geld opleveren,

zeggen de meeste specialisten. Huiseigenaars zullen meer schenkingen doen en minder proberen om de

belasting te ontwijken.

De Vlaamse regering staat dicht bij een akkoord om de schenkingsrechten op onroerende goederen te

verlagen. Ze mikt op een opbrengst van 50 miljoen euro dit jaar en 120 miljoen per jaar op langere

termijn.

Specialisten verwachten dat de belastingverlaging op korte termijn positieve gevolgen zal hebben voor

de begroting. ‘De tarieven zijn nu zo hoog dat er weinig schenkingen zijn’, signaleert Sven Nelis van

vermogensadvocaten Delboo Deknudt. Werner Heyvaert van het advocatenkantoor Jones Day zit op

dezelfde golflengte. ‘Veel mensen zullen schenkingen doen.’

Bovendien zullen huiseigenaars minder geneigd zijn fiscale constructies op te zetten om de

schenkingsrechten te omzeilen. Nelis: ‘Sommige eigenaars zullen kiezen voor een iets duurdere

oplossing die gemoedsrust geeft.’

Rijke Vlamingen brengen nu soms onroerende goederen in in een vennootschap. Ze schenken later de

aandelen in die vennootschap weg en betalen dan weinig of geen belastingen. Die constructies kunnen

wel een risico inhouden. ‘Als ze alleen als doel hebben belastingen te omzeilen, kan de fiscus alsnog een

belasting heffen’, zegt Nelis. Heyvaert merkt op dat ook een patrimoniumvennootschap geld kost.

Maar niet iedereen is zo optimistisch. ‘De nieuwe tarieven blijven veel te hoog, vooral voor schenkingen

niet in rechte lijn’, waarschuwt Gerd Goyvaerts, fiscaal advocaat van het kantoor Tiberghien. Het tarief

moet dalen naar maximaal 15 à 20 procent. Zolang de schenkingsrechten hoger blijven dan de

registratierechten van 10 procent, blijft een schenking lastig. Het effect van het voorstel van de Vlaamse

regering zal minder groot zijn dan beoogd.’

Over de budgettaire gevolgen op lange termijn zijn de meningen meer verdeeld. Bart Van Opstal van de

federatie van notarissen gelooft dat er ook op lange termijn een positief effect zal zijn.

Page 107: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.3—97

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

‘De praktijk leert dat veel mensen nu al hun vermogen roerend maken’, zegt Van Opstal. ‘Neem het

voorbeeld van een koppel. Bij het overlijden van de eerste partner gaat de gezinswoning vrij van

successie naar de andere partner, meestal de vrouw. Later heeft de vrouw meer zorg nodig en verhuist

ze naar een rusthuis. Dan wordt de woning meestal verkocht. In dat geval int de overheid geen

successierechten op de gezinswoning. De overheid creëert nu dus een extra belastbare basis. Er zal een

groot terugverdieneffect zijn.’

Heyvaert stipt aan: ‘In het slechtste geval zullen de schenkingsrechten en successierechten

communicerende vaten zijn. Het verlies aan successierechten zal niet opwegen tegen de hogere

opbrengst van schenkingsrechten.’

Economen reageren voorzichtiger. Peter Vanden Houte van ING en Johan Van Gompel van KBC zeggen

dat de overheid vroeger belastingen zal innen. De netto-impact op langere termijn is volgens hen

moeilijk te voorspellen.

Page 108: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.3—98

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

5.3.2 Inspectie Financiën sabelt lager schenkingstarief neer

De Tijd - 28 april 2015 01:00

De Vlaamse regering heeft net voor de paasvakantie beslist de tarieven voor een schenking van

onroerend goed fors te verlagen. Zo wil ze mensen aansporen om meer vastgoed te schenken.

Het voorstel van Vlaams minister van Financiën Annemie Turtelboom (Open VLD) botste nochtans op

een negatief advies van de Inspectie van Financiën, de waakhond van de minister zeg

maar. Oppositiepartij Groen kon het advies inkijken.

De lagere schenkingsrechten zijn slecht nieuws voor de Vlaamse begroting, waarschuwt de

Inspectie. Dat staat haaks op het uitgangspunt van de Vlaamse regering, die hoopt op extra geld in het

laatje. De Inspectie van Financiën wijst erop dat de budgettaire effecten waar Turtelboom van uitgaat

‘louter gissingen zijn die op generlei wijzen worden onderbouwd.’

Ook bij de verlaging van de schenkingstarieven voor roerende goederen werd de meeropbrengst in

twijfel getrokken, maar de inkomsten blijven al jaren stijgen.

De waakhond stelt ook dat in een moeilijke budgettaire context een voorzichtig fiscaal beleid nodig is,

terwijl het voorstel ‘ontegensprekelijk een verhoogd risico qua fiscale ontvangsten op korte en

middellange termijn in zich draagt’.

Na het advies heeft de Vlaamse regering haar beslissing aangepast voor de hoogste schijf in niet-rechte

lijn. Maar de andere tarieven zijn onaangetast. Turtelboom verdedigt die beslissing. ‘Ook bij de verlaging

van de schenkingstarieven voor roerende goederen werd de meeropbrengst in twijfel getrokken, maar

de inkomsten blijven al jaren stijgen’, zegt ze. ‘Voor de berekening hebben we ons gebaseerd op input

van het terrein. We merken inderdaad aan de eerste reacties dat er nu wel bereidheid is om te

schenken.’

Door de schenkingstarieven aan te passen hoopt de Vlaamse regering ook de bouwsector een duwtje in

de rug geven. 'Die sector, die belangrijk is in Vlaanderen, heeft het nu moeilijk.'

Vlaams fractievoorzitter Björn Rzoska (Groen) wijst erop dat de Vlaamse begroting sowieso al een half

miljard euro in het rood gaat en dat de lagere schenkingsrechten nog meer onzekerheid creëren. Hij

noemt de maatregel ook ‘sociaal onrechtvaardig.’

Page 109: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.3—99

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

De Inspectie stelt dat het regeerakkoord een vereenvoudiging van de schenkingsrechten vermeldt,

terwijl dat ‘moeilijk anders geïnterpreteerd kan worden dan als een verlaging van de belasting op

vermogen’. Dat ligt gevoelig voor coalitiepartner CD&V, die in de federale regering voor een

vermogenswinstbelasting pleit.

Page 110: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.3—100

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

5.3.3 Lang sparen en trouwen maken je rijk

De Tijd - 20 juni 2014 05:00

In België is de inkomensongelijkheid relatief laag. Het vermogen daarentegen is ongeveer 45 keer

ongelijker verdeeld dan het inkomen. Schokkend voor velen, maar er zijn enkele natuurlijke

verklaringen. Die maken de ongelijkheid misschien wel onvermijdelijk.

Door Andreas Tirez. Hij blogt op Economieblog.be en is kernlid van de liberale denktank Liberales.

Enkele weken voor de verkiezingen publiceerde de Universiteit Antwerpen een studie over de

vermogensongelijkheid in België. De conclusie is duidelijk: de vermogensongelijkheid is vele malen

groter dan de inkomensongelijkheid. De vraag is of dat niet voor een groot deel een volkomen

natuurlijke situatie is, en dus onvermijdelijk.

De opbouw van een vermogen is een accumulatief proces, waarbij jaar na jaar gespaard wordt. De

verschillen in inkomen worden jaar na jaar opgebouwd en uitvergroot in het vermogen. Dat leidt

uiteindelijk tot verschillen die vele malen groter zijn dan de inkomensongelijkheid.

Een eerste simpele verklaring voor de grote vermogensongelijkheid is dan ook de leeftijd. Ouderen

zullen gemiddeld tientallen keren meer vermogen hebben dan jongeren, omdat deze laatsten hun

vermogen nog moeten opbouwen. Zelfs als de vermogensopbouw per leeftijdscategorie op een perfect

gelijke manier zou gebeuren, dan nog zou de totale vermogensverdeling erg ongelijk zijn. Dat

leeftijdseffect is er ook bij de inkomensverdeling, maar veel minder sterk. Dat is te zien op de grafiek die

het jaarinkomen weergeeft per leeftijdscategorie voor koppels en alleenstaanden.

De figuur toont nog een ander belangrijk element. Het inkomen van een gezamenlijke aangifte ligt

ongeveer tweemaal zo hoog als van een individuele aangifte. Gemiddeld ligt het gezamenlijke inkomen

zelfs iets lager dan het dubbele van het individuele inkomen, vooral in het begin en op het einde van het

volwassen leven.

De inkomens van koppels en alleenstaanden liggen gemiddeld dus niet zo ver uiteen als dat per persoon

wordt bekeken. Men zou dan ook verwachten dat iemand die samenwoont niet rijker is dan iemand die

alleen woont. In de praktijk is dat echter wel zo, omdat koppels per persoon minder kosten hebben.

Een samenwonend koppel heeft immers schaalvoordelen. Vraag dat maar aan gescheiden koppels. Veel

kosten zijn per persoon goedkoper voor samenwonenden dan voor alleenstaanden: je hebt maar één

Page 111: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.3—101

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

keuken en badkamer nodig, of je nu alleen bent of met twee. Dat heeft ook een impact op de

verwarmingskosten, de internetkosten, de meubels,... tot zelfs hotelvakanties toe. Door de lagere

kosten per persoon kan de gemiddelde tweeverdiener veel meer sparen dan een alleenstaande.

Die schaalvoordelen hoeven niet zeer groot te zijn om te leiden tot een grote vermogensongelijkheid

tussen samenwonenden en alleenstaanden. Ik heb dat gesimuleerd op basis van de gegevens in de

bovenstaande figuur. Ik ga uit van een spaarquote van 2 tot 15 procent voor de gemiddelde

alleenstaande en van 2 tot 25 procent voor het gemiddelde koppel (naargelang het inkomen). Bij een

reële rente van 2 procent per jaar resulteert dat in een gemiddeld vermogen van 143.000 euro voor een

85-jarige alleenstaande en van 587.000 euro voor een 85-jarig koppel.

Het koppel is dus ruim vier keer vermogender (rijker) dan de alleenstaande, wat per persoon neerkomt

op ruim het dubbele, terwijl het inkomen van iemand die samenwoont ongeveer gelijk is aan dat van

een alleenstaande, en gemiddeld er zelfs iets onder ligt.

Deze twee simpele aspecten tonen aan dat een groot deel van de zeer hoge vermogensongelijkheid

verklaard kan worden door heel gewone omstandigheden, zoals trouwen/samenwonen en lang sparen.

En dus niet zozeer door een losgeslagen kapitalisme of een asociale belastingpolitiek.

Page 112: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—102

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

5.4 Output SPSS

5.4.1 Uiteenzetting variabelen

Frequenties

Dummy_Schenking_Gedaan

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Geen schenking gedaan 3162 71,7 80,8 80,8

Reeds geschonken 751 17,0 19,2 100,0

Total 3913 88,7 100,0 Missing System 500 11,3 Total 4413 100,0

Dummy_Geslacht

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Vrouw 2232 50,6 51,2 51,2

Man 2124 48,1 48,8 100,0

Total 4356 98,7 100,0 Missing System 57 1,3 Total 4413 100,0

Dummy_Beroepsstatus_Zelfstandige

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 3665 83,1 84,1 84,1

Zelfstandige 694 15,7 15,9 100,0

Total 4359 98,8 100,0 Missing System 54 1,2 Total 4413 100,0

Dummy_Beroepsstatus_Voltijds

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 2512 56,9 57,6 57,6

Voltijds aan de slag 1847 41,9 42,4 100,0

Total 4359 98,8 100,0 Missing System 54 1,2 Total 4413 100,0

Dummy_Beroepsstatus_Deeltijds

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 3927 89,0 90,1 90,1

Deeltijds aan de slag 432 9,8 9,9 100,0

Total 4359 98,8 100,0 Missing System 54 1,2 Total 4413 100,0

Page 113: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—103

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Dummy_Beroepsstatus_Student

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 4031 91,3 92,5 92,5

Student 328 7,4 7,5 100,0

Total 4359 98,8 100,0 Missing System 54 1,2 Total 4413 100,0

Dummy_Beroepsstatus_Werkzoekend

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 4307 97,6 98,8 98,8

Werkzoekend 52 1,2 1,2 100,0

Total 4359 98,8 100,0 Missing System 54 1,2 Total 4413 100,0

Dummy_Beroepsstatus_Pensioen

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 3516 79,7 80,7 80,7

Pensioen 843 19,1 19,3 100,0

Total 4359 98,8 100,0 Missing System 54 1,2 Total 4413 100,0

Dummy_Beroepsstatus_Huisvrouw_man

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 4276 96,9 98,1 98,1

Huisvrouw/Huisman 83 1,9 1,9 100,0

Total 4359 98,8 100,0 Missing System 54 1,2 Total 4413 100,0

Dummy_Beroepsstatus_Andere

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 4279 97,0 98,2 98,2

Geen van voorgaande 80 1,8 1,8 100,0

Total 4359 98,8 100,0 Missing System 54 1,2 Total 4413 100,0

Dummy_Burgerlijke_Status_Samenwonend

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 3646 82,6 84,7 84,7

Samenwonend 661 15,0 15,3 100,0

Total 4307 97,6 100,0 Missing System 106 2,4 Total 4413 100,0

Page 114: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—104

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Dummy_Burgerlijke_Status_Gehuwd

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 1761 39,9 40,9 40,9

Gehuwd 2546 57,7 59,1 100,0

Total 4307 97,6 100,0 Missing System 106 2,4 Total 4413 100,0

Dummy_Burgerlijke_Status_Gescheiden

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 4117 93,3 95,6 95,6

Gescheiden 190 4,3 4,4 100,0

Total 4307 97,6 100,0 Missing System 106 2,4 Total 4413 100,0

Dummy_Burgerlijke_Status_Alleenstaand

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 3397 77,0 78,9 78,9

Alleenstaand 910 20,6 21,1 100,0

Total 4307 97,6 100,0 Missing System 106 2,4 Total 4413 100,0

Dummy_Diploma_LagerOnderwijs

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 4147 94,0 95,9 95,9

Lager Onderwijs 176 4,0 4,1 100,0

Total 4323 98,0 100,0 Missing System 90 2,0 Total 4413 100,0

Dummy_Diploma_SecundairOnderwijs

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 2685 60,8 62,1 62,1

Secundair Onderwijs 1638 37,1 37,9 100,0

Total 4323 98,0 100,0 Missing System 90 2,0 Total 4413 100,0

Dummy_Diploma_HogerOnderwijs

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 1933 43,8 44,7 44,7

Hoger Onderwijs 2390 54,2 55,3 100,0

Total 4323 98,0 100,0 Missing System 90 2,0 Total 4413 100,0

Page 115: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—105

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Dummy_Diploma_AnderOnderwijs

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 4204 95,3 97,2 97,2

Geen van voorgaande 119 2,7 2,8 100,0

Total 4323 98,0 100,0 Missing System 90 2,0 Total 4413 100,0

Dummy_Kinderen

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Geen Kinderen 1271 28,8 30,0 30,0

Kinderen 2967 67,2 70,0 100,0

Total 4238 96,0 100,0 Missing System 175 4,0 Total 4413 100,0

Dummy_Leeftijd_Jong

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 3319 75,2 78,9 78,9

Jonge leeftijd 888 20,1 21,1 100,0

Total 4207 95,3 100,0 Missing System 206 4,7 Total 4413 100,0

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 1802 40,8 42,8 42,8

Gemiddelde leeftijd 2405 54,5 57,2 100,0

Total 4207 95,3 100,0 Missing System 206 4,7 Total 4413 100,0

Dummy_Leeftijd_Oud

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 3293 74,6 78,3 78,3

Oudere leeftijd 914 20,7 21,7 100,0

Total 4207 95,3 100,0 Missing System 206 4,7 Total 4413 100,0

Dummy_Gezondsheidstoestand_Slecht

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 4124 93,5 97,8 97,8

Slechte gezondsheidstoestand 94 2,1 2,2 100,0

Total 4218 95,6 100,0 Missing System 195 4,4 Total 4413 100,0

Page 116: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—106

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Dummy_Gezondsheidstoestand_Gemiddeld

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 3640 82,5 86,3 86,3

Gemiddelde gezondsheidstoestand 578 13,1 13,7 100,0

Total 4218 95,6 100,0 Missing System 195 4,4 Total 4413 100,0

Dummy_Gezondsheidstoestand_Goed

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 672 15,2 15,9 15,9

Goede gezondsheidstoestand 3546 80,4 84,1 100,0

Total 4218 95,6 100,0 Missing System 195 4,4 Total 4413 100,0

Dummy_Schenking_Ontvangen

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Geen schenking ontvangen 2490 56,4 64,6 64,6

Schenking ontvangen 1362 30,9 35,4 100,0

Total 3852 87,3 100,0 Missing System 561 12,7 Total 4413 100,0

Dummy_Vorm_Schenking_Handgift

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 320 7,3 52,5 52,5

Handgift 290 6,6 47,5 100,0

Total 610 13,8 100,0 Missing System 3803 86,2 Total 4413 100,0

Dummy_Vorm_Schenking_Bankgift

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 394 8,9 64,6 64,6

Bankgift 216 4,9 35,4 100,0

Total 610 13,8 100,0 Missing System 3803 86,2 Total 4413 100,0

Dummy_Vorm_Schenking_Notarieel

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 506 11,5 83,0 83,0

Notariële Schenking 104 2,4 17,0 100,0

Total 610 13,8 100,0 Missing System 3803 86,2 Total 4413 100,0

Page 117: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—107

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Dummy_Bezit_Overdragen_Neen

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 555 12,6 59,0 59,0

Geen bezit overdragen 385 8,7 41,0 100,0

Total 940 21,3 100,0 Missing System 3473 78,7 Total 4413 100,0

Dummy_Bezit_Overdragen_ReedsGeschonken

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 840 19,0 89,4 89,4

Reeds Geschonken 100 2,3 10,6 100,0

Total 940 21,3 100,0 Missing System 3473 78,7 Total 4413 100,0

Dummy_Bezit_Overdragen_NuSchenken

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 922 20,9 98,1 98,1

Nu schenken 18 ,4 1,9 100,0

Total 940 21,3 100,0 Missing System 3473 78,7 Total 4413 100,0

Dummy_Bezit_Overdragen_ToekomstigSchenken

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 602 13,6 64,0 64,0

In toekomst schenken 338 7,7 36,0 100,0

Total 940 21,3 100,0 Missing System 3473 78,7 Total 4413 100,0

Dummy_Bezit_Overdragen_WeetIkNiet

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 841 19,1 89,5 89,5

Weet ik niet 99 2,2 10,5 100,0

Total 940 21,3 100,0 Missing System 3473 78,7 Total 4413 100,0

Dummy_Vermogen_Na_Dood_Belangrijk

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 414 9,4 15,0 15,0

Belangrijk zelf bepalen vermogen na dood

2341 53,0 85,0 100,0

Total 2755 62,4 100,0 Missing System 1658 37,6 Total 4413 100,0

Page 118: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—108

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Dummy_Vermogen_Na_Dood_NietBelangrijk

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 2534 57,4 92,0 92,0

Niet belangrijk zelf bepalen vermogen na dood

221 5,0 8,0 100,0

Total 2755 62,4 100,0 Missing System 1658 37,6 Total 4413 100,0

Dummy_Vermogen_Na_Dood_GeenMening

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 2562 58,1 93,0 93,0

Geen mening 193 4,4 7,0 100,0

Total 2755 62,4 100,0 Missing System 1658 37,6 Total 4413 100,0

Dummy_Motieven_Financieel

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

,00 581 13,2 77,4 77,4

1,00 170 3,9 22,6 100,0

Total 751 17,0 100,0 Missing System 3662 83,0 Total 4413 100,0

Dummy_Motieven_Fiscaal

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

,00 568 12,9 75,6 75,6

1,00 183 4,1 24,4 100,0

Total 751 17,0 100,0 Missing System 3662 83,0 Total 4413 100,0

Dummy_Motieven_Sociaal

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

,00 534 12,1 71,1 71,1

1,00 217 4,9 28,9 100,0

Total 751 17,0 100,0 Missing System 3662 83,0 Total 4413 100,0

Dummy_Niet_Motieven_Financieel

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

,00 2364 53,6 74,8 74,8

1,00 798 18,1 25,2 100,0

Total 3162 71,7 100,0 Missing System 1251 28,3 Total 4413 100,0

Page 119: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—109

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Dummy_Niet_Motieven_Fiscaal

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

,00 3083 69,9 97,5 97,5

1,00 79 1,8 2,5 100,0

Total 3162 71,7 100,0 Missing System 1251 28,3 Total 4413 100,0

Dummy_Niet_Motieven_Sociaal

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

,00 2811 63,7 88,9 88,9

1,00 351 8,0 11,1 100,0

Total 3162 71,7 100,0 Missing System 1251 28,3 Total 4413 100,0

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere Provincie 3826 86,7 93,8 93,8

Dummy postcode Vlaams-Brabant 255 5,8 6,2 100,0

Total 4081 92,5 100,0 Missing System 332 7,5 Total 4413 100,0

Dummy_Postcode_Antwerpen

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere Provincie 3658 82,9 89,6 89,6

Dummy postcode Antwerpen 423 9,6 10,4 100,0

Total 4081 92,5 100,0 Missing System 332 7,5 Total 4413 100,0

Dummy_Postcode_WVlaanderen

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere Provincie 2411 54,6 59,1 59,1

Dummy postcode West-Vlaanderen 1670 37,8 40,9 100,0

Total 4081 92,5 100,0 Missing System 332 7,5 Total 4413 100,0

Dummy_Postcode_OVlaanderen

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere Provincie 2348 53,2 57,5 57,5

Dummy postcode Oost-Vlaanderen 1733 39,3 42,5 100,0

Total 4081 92,5 100,0 Missing System 332 7,5 Total 4413 100,0

Page 120: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—110

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

5.4.2 Logistische regressie omtrent motieven

5.4.2.1 Logistische regressie met sociaal motief als afhankelijke

Crosstabs 5.4.2.1.1

Sociaal motief = 1 Sociaal motief = 0 Totaal Odds ratio

Dummy_Geslacht Man 122,00 284,00 406,00 0,43

Vrouw 95,00 248,00 343,00 0,38

Totaal 217,00 532,00 749,00 1,12

Dummy_Kinderen Kinderen 205,00 474,00 679,00 0,43

Geen Kinderen 10,00 54,00 64,00 0,19

Totaal 215,00 528,00 743,00 2,34

Dummy_Leeftijd_Jong Jonge leeftijd 1,00 7,00 8,00 0,14

Andere 216,00 525,00 741,00 0,41

Totaal 217,00 532,00 749,00 0,35

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld Gemiddelde leeftijd

93,00 248,00 341,00 0,38

Andere 124,00 284,00 408,00 0,44

Totaal 217,00 532,00 749,00 0,86

Dummy_Leeftijd_Oud Oudere leeftijd 123,00 277,00 400,00 0,44

Andere 94,00 255,00 349,00 0,37

Totaal 217,00 532,00 749,00 1,20

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant

Dummy postcode Vlaams-Brabant

22,00 45,00 67,00 0,49

Andere Provincie 170,00 441,00 611,00 0,39

Totaal 192,00 486,00 678,00 1,27

Dummy_Postcode_Antwerpen Dummy postcode Antwerpen

44,00 62,00 106,00 0,71

Andere Provincie 148,00 424,00 572,00 0,35

Totaal 192,00 486,00 678,00 2,03

Dummy_Postcode_WVlaanderen Dummy postcode West-Vlaanderen

47,00 204,00 251,00 0,23

Andere Provincie 145,00 282,00 427,00 0,51

Totaal 192,00 486,00 678,00 0,45

Dummy_Postcode_OVlaanderen Dummy postcode Oost-Vlaanderen

79,00 175,00 254,00 0,45

Andere Provincie 113,00 311,00 424,00 0,36

Totaal 192,00 486,00 678,00 1,24

Page 121: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—111

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Logit 5.4.2.1.2Case Processing Summary

Unweighted Casesa N Percent

Selected Cases

Included in Analysis 613 13,9

Missing Cases 3800 86,1

Total 4413 100,0 Unselected Cases 0 ,0 Total 4413 100,0

a. If weight is in effect, see classification table for the total number of cases.

Dependent Variable Encoding

Original Value Internal Value

,00 0 1,00 1

Block 0: Beginning Block

Classification Table

a,b

Observed Predicted

Dummy_Motieven_Sociaal Percentage Correct

,00 1,00

Step 0 Dummy_Motieven_Sociaal

,00 430 0 100,0

1,00 183 0 ,0

Overall Percentage 70,1

a. Constant is included in the model. b. The cut value is ,500

Variables in the Equation

B S.E. Wald df Sig. Exp(B)

Step 0 Constant -,854 ,088 93,687 1 ,000 ,426

Variables not in the Equation

Score df Sig.

Step 0 Variables

Dummy_Geslacht 1,318 1 ,251

Dummy_Kinderen 4,590 1 ,032

Dummy_Leeftijd_Jong 1,166 1 ,280

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld 1,441 1 ,230

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant 1,044 1 ,307

Dummy_Postcode_Antwerpen 12,268 1 ,000

Dummy_Postcode_WVlaanderen 16,573 1 ,000

Maandelijks gezinsinkomen ,245 1 ,621

Overall Statistics 30,398 8 ,000

Block 1: Method = Enter

Omnibus Tests of Model Coefficients

Chi-square df Sig.

Step 1

Step 31,434 8 ,000

Block 31,434 8 ,000

Model 31,434 8 ,000

Model Summary

Step -2 Log Likelihood Cox & Snell R Square

Nagelkerke R Square

1 715,954a ,050 ,071

a. Estimation terminated at iteration number 5 because parameter estimates changed by less than ,001.

Page 122: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—112

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Hosmer and Lemeshow Test

Step Chi-square df Sig.

1 11,419 8 ,179

Contingency Table for Hosmer and Lemeshow Test

Dummy_Motieven_Sociaal = ,00 Dummy_Motieven_Sociaal = 1,00 Total

Observed Expected Observed Expected

Step 1

1 53 52,383 8 8,617 61

2 61 54,200 6 12,800 67

3 42 48,106 19 12,894 61

4 42 44,570 17 14,430 59

5 43 44,349 19 17,651 62

6 42 41,332 19 19,668 61

7 47 44,306 20 22,694 67

8 38 42,533 30 25,467 68

9 37 35,776 25 26,224 62

10 25 22,445 20 22,555 45

Classification Table

a

Observed Predicted

Dummy_Motieven_Sociaal Percentage Correct

,00 1,00

Step 1 Dummy_Motieven_Sociaal

,00 416 14 96,7

1,00 172 11 6,0

Overall Percentage 69,7

a. The cut value is ,500

Variables in the Equation

B S.E. Wald df Sig.

Step 1a

Dummy_Geslacht ,189 ,185 1,041 1 ,308

Dummy_Kinderen ,787 ,391 4,043 1 ,044

Dummy_Leeftijd_Jong -,838 1,114 ,565 1 ,452

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld -,278 ,200 1,925 1 ,165

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant ,070 ,302 ,053 1 ,818

Dummy_Postcode_Antwerpen ,566 ,254 4,964 1 ,026

Dummy_Postcode_WVlaanderen -,659 ,225 8,586 1 ,003

Maandelijks gezinsinkomen ,010 ,093 ,011 1 ,917

Constant -1,473 ,453 10,571 1 ,001

Variables in the Equation

Exp(B)

Step 1a

Dummy_Geslacht 1,208

Dummy_Kinderen 2,196

Dummy_Leeftijd_Jong ,433

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld ,757

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant 1,072

Dummy_Postcode_Antwerpen 1,761

Dummy_Postcode_WVlaanderen ,518

Maandelijks gezinsinkomen 1,010

Constant ,229

a. Variable(s) entered on step 1: Dummy_Geslacht, Dummy_Kinderen, Dummy_Leeftijd_Jong, Dummy_Leeftijd_Gemiddeld, Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant, Dummy_Postcode_Antwerpen, Dummy_Postcode_WVlaanderen, Maandelijks gezinsinkomen.

Frequenties logit sociaal motief 5.4.2.1.3Dummy_Geslacht

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Vrouw 283 46,2 46,2 46,2

Man 330 53,8 53,8 100,0

Total 613 100,0 100,0

Page 123: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—113

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Dummy_Kinderen

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Geen Kinderen 53 8,6 8,6 8,6

Kinderen 560 91,4 91,4 100,0

Total 613 100,0 100,0

Dummy_Leeftijd_Jong

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 605 98,7 98,7 98,7

Jonge leeftijd 8 1,3 1,3 100,0

Total 613 100,0 100,0

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 329 53,7 53,7 53,7

Gemiddelde leeftijd 284 46,3 46,3 100,0

Total 613 100,0 100,0

Dummy_Leeftijd_Oud

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 292 47,6 47,6 47,6

Oudere leeftijd 321 52,4 52,4 100,0

Total 613 100,0 100,0

Wat is uw maandelijks netto-gezinsinkomen uit arbeid of zelfstandige activiteiten?

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

0 - 1.500 euro 100 16,3 16,3 16,3

1.501 - 3.000 euro 205 33,4 33,4 49,8

3.001 - 4.500 euro 182 29,7 29,7 79,4

4.501 - 7.500 euro 92 15,0 15,0 94,5

Meer dan 7.500 euro 34 5,5 5,5 100,0

Total 613 100,0 100,0

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere Provincie 551 89,9 89,9 89,9

Dummy postcode Vlaams-Brabant 62 10,1 10,1 100,0

Total 613 100,0 100,0

Dummy_Postcode_Antwerpen

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere Provincie 520 84,8 84,8 84,8

Dummy postcode Antwerpen 93 15,2 15,2 100,0

Total 613 100,0 100,0

Dummy_Postcode_WVlaanderen

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere Provincie 395 64,4 64,4 64,4

Dummy postcode West-Vlaanderen 218 35,6 35,6 100,0

Total 613 100,0 100,0

Page 124: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—114

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Dummy_Postcode_OVlaanderen

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere Provincie 373 60,8 60,8 60,8

Dummy postcode Oost-Vlaanderen 240 39,2 39,2 100,0

Total 613 100,0 100,0

Dummy_Schenking_Gedaan

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid Reeds geschonken 613 100,0 100,0 100,0

Logit 2 5.4.2.1.4Case Processing Summary

Unweighted Casesa N Percent

Selected Cases

Included in Analysis 720 16,3

Missing Cases 3693 83,7

Total 4413 100,0 Unselected Cases 0 ,0 Total 4413 100,0

a. If weight is in effect, see classification table for the total number of cases.

Dependent Variable Encoding

Original Value Internal Value

,00 0 1,00 1

Block 0: Beginning Block

Classification Table

a,b

Observed Predicted

Dummy_Motieven_Sociaal Percentage Correct

,00 1,00

Step 0 Dummy_Motieven_Sociaal

,00 507 0 100,0

1,00 213 0 ,0

Overall Percentage 70,4

a. Constant is included in the model. b. The cut value is ,500

Variables in the Equation

B S.E. Wald df Sig. Exp(B)

Step 0 Constant -,867 ,082 112,801 1 ,000 ,420

Variables not in the Equation

Score df Sig.

Step 0 Variables

Dummy_Burgerlijke_Status_Samenwonend

,798 1 ,372

Dummy_Burgerlijke_Status_Gescheiden

7,583 1 ,006

Dummy_Burgerlijke_Status_Alleenstaand

,360 1 ,549

Dummy_Kinderen 5,566 1 ,018

Dummy_Gezondsheidstoestand_Slecht

1,676 1 ,195

Dummy_Gezondsheidstoestand_Goed

1,792 1 ,181

Dummy_Schenking_Ontvangen 3,171 1 ,075

Overall Statistics 22,441 7 ,002

Page 125: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—115

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Block 1: Method = Enter

Omnibus Tests of Model Coefficients

Chi-square df Sig.

Step 1

Step 22,719 7 ,002

Block 22,719 7 ,002

Model 22,719 7 ,002

Model Summary

Step -2 Log Likelihood Cox & Snell R Square

Nagelkerke R Square

1 851,782a ,031 ,044

a. Estimation terminated at iteration number 4 because parameter estimates changed by less than ,001.

Hosmer and Lemeshow Test

Step Chi-square df Sig.

1 2,438 6 ,875

Contingency Table for Hosmer and Lemeshow Test

Dummy_Motieven_Sociaal = ,00 Dummy_Motieven_Sociaal = 1,00 Total

Observed Expected Observed Expected

Step 1

1 52 52,115 10 9,885 62

2 60 62,433 19 16,567 79

3 57 55,514 17 18,486 74

4 7 8,013 4 2,987 11

5 138 137,559 53 53,441 191

6 26 23,063 8 10,937 34

7 136 138,326 76 73,674 212

8 31 29,977 26 27,023 57

Classification Table

a

Observed Predicted

Dummy_Motieven_Sociaal Percentage Correct

,00 1,00

Step 1 Dummy_Motieven_Sociaal

,00 501 6 98,8

1,00 206 7 3,3

Overall Percentage 70,6

a. The cut value is ,500

Variables in the Equation

B S.E. Wald df Sig.

Step 1a

Dummy_Burgerlijke_Status_Samenwonend

-,181 ,317 ,325 1 ,569

Dummy_Burgerlijke_Status_Gescheiden

,909 ,351 6,726 1 ,010

Dummy_Burgerlijke_Status_Alleenstaand

-,022 ,324 ,005 1 ,946

Dummy_Kinderen ,822 ,368 4,985 1 ,026

Dummy_Gezondsheidstoestand_Slecht

,872 ,443 3,867 1 ,049

Dummy_Gezondsheidstoestand_Goed

,465 ,216 4,620 1 ,032

Dummy_Schenking_Ontvangen -,316 ,170 3,441 1 ,064

Constant -1,916 ,419 20,900 1 ,000

Page 126: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—116

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Variables in the Equation

Exp(B)

Step 1a

Dummy_Burgerlijke_Status_Samenwonend ,835

Dummy_Burgerlijke_Status_Gescheiden 2,482

Dummy_Burgerlijke_Status_Alleenstaand ,978

Dummy_Kinderen 2,275

Dummy_Gezondsheidstoestand_Slecht 2,391

Dummy_Gezondsheidstoestand_Goed 1,591

Dummy_Schenking_Ontvangen ,729

Constant ,147

a. Variable(s) entered on step 1: Dummy_Burgerlijke_Status_Samenwonend, Dummy_Burgerlijke_Status_Gescheiden, Dummy_Burgerlijke_Status_Alleenstaand, Dummy_Kinderen, Dummy_Gezondsheidstoestand_Slecht, Dummy_Gezondsheidstoestand_Goed, Dummy_Schenking_Ontvangen.

5.4.2.2 Logistische regressie met financieel motief als afhankelijke

Crosstabs 5.4.2.2.1

Financieel motief = 1

Financieel motief = 0

Totaal Odds ratio

Dummy_Burgerlijke_Status_Samenwonend Samenwonend 19,00 47,00 66,00 0,40

Andere 151,00 528,00 679,00 0,29

Totaal 170,00 575,00 745,00 1,41

Dummy_Burgerlijke_Status_Gescheiden Gescheiden 11,00 25,00 36,00 0,44

Andere 159,00 550,00 709,00 0,29

Totaal 170,00 575,00 745,00 1,52

Dummy_Burgerlijke_Status_Alleenstaand Alleenstaand 19,00 44,00 63,00 0,43

Andere 151,00 531,00 682,00 0,28

Totaal 170,00 575,00 745,00 1,52

Dummy_Burgerlijke_Status_Gehuwd Gehuwd 121,00 459,00 580,00 0,26

Andere 49,00 116,00 165,00 0,42

Totaal 170,00 575,00 745,00 0,62

Dummy_Gezondsheidstoestand_Slecht Slechte gezondsheidstoestand

7,00 20,00 27,00 0,35

Andere 163,00 560,00 723,00 0,29

Totaal 170,00 580,00 750,00 1,20

Dummy_Gezondsheidstoestand_Goed Goede gezondsheidstoestand

134,00 428,00 562,00 0,31

Andere 36,00 152,00 188,00 0,24

Totaal 170,00 580,00 750,00 1,32

Dummy_Gezondsheidstoestand_Gemiddeld Gemiddelde gezondsheidstoestand

29,00 132,00 161,00 0,22

Andere 141,00 448,00 589,00 0,31

Totaal 170,00 580,00 750,00 0,70

Page 127: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—117

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Dummy_Kinderen Kinderen 147,00 532,00 679,00 0,28

Geen Kinderen 23,00 41,00 64,00 0,56

Totaal 170,00 573,00 743,00 0,49

Dummy_Geslacht Man 103,00 303,00 406,00 0,34

Vrouw 67,00 276,00 343,00 0,24

Totaal 170,00 579,00 749,00 1,40

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant Dummy postcode Vlaams-Brabant

15,00 52,00 67,00 0,29

Andere Provincie 139,00 472,00 611,00 0,29

Totaal 154,00 524,00 678,00 0,98

Dummy_Postcode_Antwerpen Dummy postcode Antwerpen

41,00 65,00 106,00 0,63

Andere Provincie 113,00 459,00 572,00 0,25

Totaal 154,00 524,00 678,00 2,56

Dummy_Postcode_WVlaanderen Dummy postcode West-Vlaanderen

31,00 220,00 251,00 0,14

Andere Provincie 123,00 304,00 427,00 0,40

Totaal 154,00 524,00 678,00 0,35

Dummy_Postcode_OVlaanderen Dummy postcode Oost-Vlaanderen

67,00 187,00 254,00 0,36

Andere Provincie 87,00 337,00 424,00 0,26

Totaal 154,00 524,00 678,00 1,39

Logit 5.4.2.2.2Case Processing Summary

Unweighted Casesa N Percent

Selected Cases

Included in Analysis 613 13,9

Missing Cases 3800 86,1

Total 4413 100,0 Unselected Cases 0 ,0 Total 4413 100,0

a. If weight is in effect, see classification table for the total number of cases.

Dependent Variable Encoding

Original Value Internal Value

,00 0 1,00 1

Block 0: Beginning Block

Classification Table

a,b

Observed Predicted

Dummy_Motieven_Financieel Percentage Correct

,00 1,00

Step 0 Dummy_Motieven_Financieel

,00 469 0 100,0

1,00 144 0 ,0

Overall Percentage 76,5

a. Constant is included in the model. b. The cut value is ,500

Page 128: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—118

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Variables in the Equation

B S.E. Wald df Sig. Exp(B)

Step 0 Constant -1,181 ,095 153,610 1 ,000 ,307

Variables not in the Equation

Score df Sig.

Step 0 Variables

Dummy_Burgerlijke_Status_Samenwonend

1,029 1 ,310

Dummy_Burgerlijke_Status_Gescheiden

2,046 1 ,153

Dummy_Burgerlijke_Status_Alleenstaand

,481 1 ,488

Dummy_Kinderen 3,539 1 ,060

Dummy_Geslacht 3,282 1 ,070

Maandelijks gezinsinkomen ,190 1 ,663

Dummy_Gezondsheidstoestand_Slecht

,093 1 ,760

Dummy_Gezondsheidstoestand_Goed

,684 1 ,408

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant ,019 1 ,891

Dummy_Postcode_Antwerpen 12,755 1 ,000

Dummy_Postcode_WVlaanderen 19,539 1 ,000

Overall Statistics 34,435 11 ,000

Block 1: Method = Enter

Omnibus Tests of Model Coefficients

Chi-square df Sig.

Step 1

Step 35,147 11 ,000

Block 35,147 11 ,000

Model 35,147 11 ,000

Model Summary

Step -2 Log Likelihood Cox & Snell R Square

Nagelkerke R Square

1 633,197a ,056 ,084

a. Estimation terminated at iteration number 5 because parameter estimates changed by less than ,001.

Hosmer and Lemeshow Test

Step Chi-square df Sig.

1 8,849 8 ,355

Contingency Table for Hosmer and Lemeshow Test

Dummy_Motieven_Financieel = ,00 Dummy_Motieven_Financieel = 1,00 Total

Observed Expected Observed Expected

Step 1

1 57 59,492 9 6,508 66

2 56 54,485 6 7,515 62

3 54 52,874 8 9,126 62

4 46 50,331 16 11,669 62

5 50 46,807 10 13,193 60

6 47 45,545 13 14,455 60

7 45 41,760 13 16,240 58

8 40 42,770 21 18,230 61

9 46 42,165 18 21,835 64

10 28 32,770 30 25,230 58

Page 129: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—119

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Classification Tablea

Observed Predicted

Dummy_Motieven_Financieel Percentage Correct

,00 1,00

Step 1 Dummy_Motieven_Financieel

,00 467 2 99,6

1,00 140 4 2,8

Overall Percentage 76,8

a. The cut value is ,500

Variables in the Equation

B S.E. Wald df Sig.

Step 1a

Dummy_Burgerlijke_Status_Samenwonend

,155 ,321 ,234 1 ,629

Dummy_Burgerlijke_Status_Gescheiden

,553 ,422 1,716 1 ,190

Dummy_Burgerlijke_Status_Alleenstaand

,218 ,364 ,359 1 ,549

Dummy_Kinderen -,520 ,332 2,448 1 ,118

Dummy_Geslacht ,370 ,203 3,325 1 ,068

Maandelijks gezinsinkomen -,031 ,095 ,102 1 ,749

Dummy_Gezondsheidstoestand_Slecht

,259 ,503 ,266 1 ,606

Dummy_Gezondsheidstoestand_Goed

,313 ,251 1,551 1 ,213

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant -,072 ,335 ,046 1 ,831

Dummy_Postcode_Antwerpen ,456 ,263 3,002 1 ,083

Dummy_Postcode_WVlaanderen -,896 ,255 12,373 1 ,000

Constant -,961 ,496 3,751 1 ,053

Variables in the Equation

Exp(B)

Step 1a

Dummy_Burgerlijke_Status_Samenwonend 1,168

Dummy_Burgerlijke_Status_Gescheiden 1,738

Dummy_Burgerlijke_Status_Alleenstaand 1,243

Dummy_Kinderen ,595

Dummy_Geslacht 1,447

Maandelijks gezinsinkomen ,970

Dummy_Gezondsheidstoestand_Slecht 1,296

Dummy_Gezondsheidstoestand_Goed 1,368

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant ,931

Dummy_Postcode_Antwerpen 1,577

Dummy_Postcode_WVlaanderen ,408

Constant ,383

a. Variable(s) entered on step 1: Dummy_Burgerlijke_Status_Samenwonend, Dummy_Burgerlijke_Status_Gescheiden, Dummy_Burgerlijke_Status_Alleenstaand, Dummy_Kinderen, Dummy_Geslacht, Maandelijks gezinsinkomen, Dummy_Gezondsheidstoestand_Slecht, Dummy_Gezondsheidstoestand_Goed, Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant, Dummy_Postcode_Antwerpen, Dummy_Postcode_WVlaanderen.

Frequenties logit financieel motief 5.4.2.2.3

Dummy_Burgerlijke_Status_Samenwonend

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 554 90,4 90,4 90,4

Samenwonend 59 9,6 9,6 100,0

Total 613 100,0 100,0

Page 130: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—120

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Dummy_Burgerlijke_Status_Gescheiden

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 584 95,3 95,3 95,3

Gescheiden 29 4,7 4,7 100,0

Total 613 100,0 100,0

Dummy_Burgerlijke_Status_Alleenstaand

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 558 91,0 91,0 91,0

Alleenstaand 55 9,0 9,0 100,0

Total 613 100,0 100,0

Dummy_Burgerlijke_Status_Gehuwd

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 143 23,3 23,3 23,3

Gehuwd 470 76,7 76,7 100,0

Total 613 100,0 100,0

Dummy_Gezondsheidstoestand_Slecht

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 586 95,6 95,6 95,6

Slechte gezondsheidstoestand 27 4,4 4,4 100,0

Total 613 100,0 100,0

Dummy_Gezondsheidstoestand_Goed

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 161 26,3 26,3 26,3

Goede gezondsheidstoestand 452 73,7 73,7 100,0

Total 613 100,0 100,0

Dummy_Gezondsheidstoestand_Gemiddeld

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 479 78,1 78,1 78,1

Gemiddelde gezondsheidstoestand 134 21,9 21,9 100,0

Total 613 100,0 100,0

Dummy_Kinderen

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Geen Kinderen 53 8,6 8,6 8,6

Kinderen 560 91,4 91,4 100,0

Total 613 100,0 100,0

Dummy_Geslacht

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Vrouw 283 46,2 46,2 46,2

Man 330 53,8 53,8 100,0

Total 613 100,0 100,0

Page 131: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—121

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Wat is uw maandelijks netto-gezinsinkomen uit arbeid of zelfstandige activiteiten?

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

0 - 1.500 euro 101 16,5 16,5 16,5

1.501 - 3.000 euro 205 33,4 33,4 49,9

3.001 - 4.500 euro 181 29,5 29,5 79,4

4.501 - 7.500 euro 92 15,0 15,0 94,5

Meer dan 7.500 euro 34 5,5 5,5 100,0

Total 613 100,0 100,0

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere Provincie 551 89,9 89,9 89,9

Dummy postcode Vlaams-Brabant 62 10,1 10,1 100,0

Total 613 100,0 100,0

Dummy_Postcode_Antwerpen

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere Provincie 521 85,0 85,0 85,0

Dummy postcode Antwerpen 92 15,0 15,0 100,0

Total 613 100,0 100,0

Dummy_Postcode_WVlaanderen

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere Provincie 395 64,4 64,4 64,4

Dummy postcode West-Vlaanderen 218 35,6 35,6 100,0

Total 613 100,0 100,0

Dummy_Postcode_OVlaanderen

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere Provincie 372 60,7 60,7 60,7

Dummy postcode Oost-Vlaanderen 241 39,3 39,3 100,0

Total 613 100,0 100,0

Logit 2 5.4.2.2.4

Case Processing Summary

Unweighted Casesa N Percent

Selected Cases

Included in Analysis 679 15,4

Missing Cases 3734 84,6

Total 4413 100,0 Unselected Cases 0 ,0 Total 4413 100,0

a. If weight is in effect, see classification table for the total number of cases.

Dependent Variable Encoding

Original Value Internal Value

,00 0

1,00 1

Page 132: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—122

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Block 0: Beginning Block Classification Table

a,b

Observed Predicted

Dummy_Motieven_Financieel Percentage Correct

,00 1,00

Step 0 Dummy_Motieven_Financieel

,00 519 0 100,0

1,00 160 0 ,0

Overall Percentage 76,4

a. Constant is included in the model. b. The cut value is ,500

Variables in the Equation

B S.E. Wald df Sig. Exp(B)

Step 0 Constant -1,177 ,090 169,345 1 ,000 ,308

Variables not in the Equation

Score df Sig.

Step 0 Variables

Dummy_Kinderen 5,003 1 ,025

Maandelijks gezinsinkomen ,792 1 ,373

Dummy_Geslacht 2,698 1 ,100

Dummy_Diploma_LagerOnderwijs ,546 1 ,460

Dummy_Diploma_SecundairOnderwijs

3,027 1 ,082

Dummy_Diploma_AnderOnderwijs 4,729 1 ,030

Dummy_Leeftijd_Jong ,009 1 ,923

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld ,199 1 ,655

Overall Statistics 18,602 8 ,017

Block 1: Method = Enter

Omnibus Tests of Model Coefficients

Chi-square df Sig.

Step 1

Step 21,643 8 ,006

Block 21,643 8 ,006

Model 21,643 8 ,006

Model Summary

Step -2 Log Likelihood Cox & Snell R Square

Nagelkerke R Square

1 719,829a ,031 ,047

a. Estimation terminated at iteration number 20 because maximum iterations has been reached. Final solution cannot be found.

Hosmer and Lemeshow Test

Step Chi-square df Sig.

1 9,522 8 ,300

Contingency Table for Hosmer and Lemeshow Test

Dummy_Motieven_Financieel = ,00 Dummy_Motieven_Financieel = 1,00 Total

Observed Expected Observed Expected

Step 1

1 66 63,904 7 9,096 73

2 62 58,704 9 12,296 71

3 51 58,080 21 13,920 72

4 67 65,991 17 18,009 84

5 54 52,554 14 15,446 68

6 55 57,728 22 19,272 77

7 44 41,605 13 15,395 57

8 46 44,227 16 17,773 62

9 42 46,527 25 20,473 67

10 32 29,680 16 18,320 48

Page 133: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—123

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Classification Table

a

Observed Predicted

Dummy_Motieven_Financieel Percentage Correct

,00 1,00

Step 1 Dummy_Motieven_Financieel

,00 519 0 100,0

1,00 160 0 ,0

Overall Percentage 76,4

a. The cut value is ,500

Variables in the Equation

B S.E. Wald df Sig.

Step 1a

Dummy_Kinderen -,657 ,307 4,574 1 ,032

Maandelijks gezinsinkomen ,066 ,098 ,455 1 ,500

Dummy_Geslacht ,261 ,188 1,930 1 ,165

Dummy_Diploma_LagerOnderwijs -,429 ,410 1,094 1 ,296

Dummy_Diploma_SecundairOnderwijs

-,417 ,207 4,030 1 ,045

Dummy_Diploma_AnderOnderwijs -20,234 10359,094 ,000 1 ,998

Dummy_Leeftijd_Jong -,427 ,857 ,248 1 ,618

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld -,206 ,202 1,044 1 ,307

Constant -,595 ,401 2,196 1 ,138

Variables in the Equation

Exp(B)

Step 1a

Dummy_Kinderen ,519

Maandelijks gezinsinkomen 1,069

Dummy_Geslacht 1,298

Dummy_Diploma_LagerOnderwijs ,651

Dummy_Diploma_SecundairOnderwijs ,659

Dummy_Diploma_AnderOnderwijs ,000

Dummy_Leeftijd_Jong ,652

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld ,814

Constant ,552

a. Variable(s) entered on step 1: Dummy_Kinderen, Maandelijks gezinsinkomen, Dummy_Geslacht, Dummy_Diploma_LagerOnderwijs, Dummy_Diploma_SecundairOnderwijs, Dummy_Diploma_AnderOnderwijs, Dummy_Leeftijd_Jong, Dummy_Leeftijd_Gemiddeld.

5.4.2.3 Logistische regressie met fiscaal motief als afhankelijke

Crosstabs 5.4.2.3.1

Fiscaal motief = 1

Fiscaal motief = 0

Totaal Odds ratio

Dummy_Geslacht Man 99,00 307,00 406,00 0,32

Vrouw 84,00 259,00 343,00 0,32

Totaal 183,00 566,00 749,00 0,99

Dummy_Kinderen Kinderen 159,00 520,00 679,00 0,31

Geen Kinderen 24,00 40,00 64,00 0,60

Totaal 183,00 560,00 743,00 0,51

Dummy_Vermogen_Na_Dood_NietBelangrijk Niet belangrijk zelf bepalen vermogen na dood

32,00 33,00 65,00 0,97

Andere 104,00 338,00 442,00 0,31

Totaal 136,00 371,00 507,00 3,15

Dummy_Vermogen_Na_Dood_GeenMening Geen mening 11,00 19,00 30,00 0,58

Page 134: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—124

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Andere 125,00 352,00 477,00 0,36

Totaal 136,00 371,00 507,00 1,63

Dummy_Vermogen_Na_Dood_Belangrijk Belangrijk zelf bepalen vermogen na dood

93,00 319,00 412,00 0,29

Andere 43,00 52,00 95,00 0,83

Totaal 136,00 371,00 507,00 0,35

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant Dummy postcode Vlaams-Brabant

15,00 52,00 67,00 0,29

Andere Provincie 154,00 457,00 611,00 0,34

Totaal 169,00 509,00 678,00 0,86

Dummy_Postcode_Antwerpen Dummy postcode Antwerpen

52,00 54,00 106,00 0,96

Andere Provincie 117,00 455,00 572,00 0,26

Totaal 169,00 509,00 678,00 3,74

Dummy_Postcode_WVlaanderen Dummy postcode West-Vlaanderen

34,00 217,00 251,00 0,16

Andere Provincie 135,00 292,00 427,00 0,46

Totaal 169,00 509,00 678,00 0,34

Dummy_Postcode_OVlaanderen Dummy postcode Oost-Vlaanderen

68,00 186,00 254,00 0,37

Andere Provincie 101,00 323,00 424,00 0,31

Totaal 169,00 509,00 678,00 1,17

Logit 5.4.2.3.2

Case Processing Summary

Unweighted Casesa N Percent

Selected Cases

Included in Analysis 415 9,4

Missing Cases 3998 90,6

Total 4413 100,0 Unselected Cases 0 ,0 Total 4413 100,0

a. If weight is in effect, see classification table for the total number of cases.

Dependent Variable Encoding

Original Value Internal Value

,00 0 1,00 1

Block 0: Beginning Block

Classification Tablea,b

Observed Predicted

Dummy_Motieven_Fiscaal Percentage Correct

,00 1,00

Step 0 Dummy_Motieven_Fiscaal

,00 296 0 100,0

1,00 119 0 ,0

Overall Percentage 71,3

a. Constant is included in the model. b. The cut value is ,500

Variables in the Equation

Page 135: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—125

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

B S.E. Wald df Sig. Exp(B)

Step 0 Constant -,911 ,109 70,478 1 ,000 ,402

Variables not in the Equation

Score df Sig.

Step 0 Variables

Dummy_Geslacht ,262 1 ,609

Maandelijks gezinsinkomen ,130 1 ,718

Dummy_Kinderen 3,689 1 ,055

Dummy_Vermogen_Na_Dood_NietBelangrijk

12,085 1 ,001

Dummy_Vermogen_Na_Dood_GeenMening

2,521 1 ,112

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant ,292 1 ,589

Dummy_Postcode_Antwerpen 36,763 1 ,000

Dummy_Postcode_WVlaanderen 29,836 1 ,000

Overall Statistics 62,510 8 ,000

Block 1: Method = Enter

Omnibus Tests of Model Coefficients

Chi-square df Sig.

Step 1

Step 61,987 8 ,000

Block 61,987 8 ,000

Model 61,987 8 ,000

Model Summary

Step -2 Log Likelihood Cox & Snell R Square

Nagelkerke R Square

1 435,360a ,139 ,199

a. Estimation terminated at iteration number 5 because parameter estimates changed by less than ,001.

Hosmer and Lemeshow Test

Step Chi-square df Sig.

1 11,897 8 ,156

Contingency Table for Hosmer and Lemeshow Test

Dummy_Motieven_Fiscaal = ,00 Dummy_Motieven_Fiscaal = 1,00 Total

Observed Expected Observed Expected

Step 1

1 30 30,665 4 3,335 34

2 38 34,534 1 4,466 39

3 35 38,363 9 5,637 44

4 32 34,575 10 7,425 42

5 34 32,571 8 9,429 42

6 37 32,465 7 11,535 44

7 26 24,636 9 10,364 35

8 28 28,480 15 14,520 43

9 18 22,932 26 21,068 44

10 18 16,779 30 31,221 48

Classification Table

a

Observed Predicted

Dummy_Motieven_Fiscaal Percentage Correct

,00 1,00

Step 1 Dummy_Motieven_Fiscaal

,00 271 25 91,6

1,00 78 41 34,5

Overall Percentage 75,2

a. The cut value is ,500

Variables in the Equation

Page 136: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—126

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

B S.E. Wald df Sig.

Step 1a

Dummy_Geslacht ,027 ,241 ,012 1 ,912

Maandelijks gezinsinkomen -,134 ,117 1,316 1 ,251

Dummy_Kinderen -,525 ,391 1,800 1 ,180

Dummy_Vermogen_Na_Dood_NietBelangrijk

,805 ,322 6,263 1 ,012

Dummy_Vermogen_Na_Dood_GeenMening

,774 ,473 2,680 1 ,102

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant -,382 ,414 ,850 1 ,356

Dummy_Postcode_Antwerpen 1,074 ,335 10,310 1 ,001

Dummy_Postcode_WVlaanderen -1,168 ,291 16,120 1 ,000

Constant -,036 ,498 ,005 1 ,943

Variables in the Equation

Exp(B)

Step 1a

Dummy_Geslacht 1,027

Maandelijks gezinsinkomen ,874

Dummy_Kinderen ,592

Dummy_Vermogen_Na_Dood_NietBelangrijk 2,236

Dummy_Vermogen_Na_Dood_GeenMening 2,169

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant ,682

Dummy_Postcode_Antwerpen 2,928

Dummy_Postcode_WVlaanderen ,311

Constant ,965

a. Variable(s) entered on step 1: Dummy_Geslacht, Maandelijks gezinsinkomen, Dummy_Kinderen, Dummy_Vermogen_Na_Dood_NietBelangrijk, Dummy_Vermogen_Na_Dood_GeenMening, Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant, Dummy_Postcode_Antwerpen, Dummy_Postcode_WVlaanderen.

Frequenties logit fiscaal motief 5.4.2.3.3

Dummy_Geslacht

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Vrouw 207 49,9 49,9 49,9

Man 208 50,1 50,1 100,0

Total 415 100,0 100,0

Wat is uw maandelijks netto-gezinsinkomen uit arbeid of zelfstandige activiteiten?

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

0 - 1.500 euro 72 17,3 17,3 17,3

1.501 - 3.000 euro 143 34,5 34,5 51,8

3.001 - 4.500 euro 128 30,8 30,8 82,7

4.501 - 7.500 euro 54 13,0 13,0 95,7

Meer dan 7.500 euro 18 4,3 4,3 100,0

Total 415 100,0 100,0

Dummy_Kinderen

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Geen Kinderen 38 9,2 9,2 9,2

Kinderen 377 90,8 90,8 100,0

Total 415 100,0 100,0

Page 137: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—127

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Dummy_Vermogen_Na_Dood_NietBelangrijk

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 359 86,5 86,5 86,5

Niet belangrijk zelf bepalen vermogen na dood

56 13,5 13,5 100,0

Total 415 100,0 100,0

Dummy_Vermogen_Na_Dood_GeenMening

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 389 93,7 93,7 93,7

Geen mening 26 6,3 6,3 100,0

Total 415 100,0 100,0

Dummy_Vermogen_Na_Dood_Belangrijk

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 82 19,8 19,8 19,8

Belangrijk zelf bepalen vermogen na dood

333 80,2 80,2 100,0

Total 415 100,0 100,0

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere Provincie 375 90,4 90,4 90,4

Dummy postcode Vlaams-Brabant 40 9,6 9,6 100,0

Total 415 100,0 100,0

Dummy_Postcode_Antwerpen

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere Provincie 357 86,0 86,0 86,0

Dummy postcode Antwerpen 58 14,0 14,0 100,0

Total 415 100,0 100,0

Dummy_Postcode_WVlaanderen

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere Provincie 245 59,0 59,0 59,0

Dummy postcode West-Vlaanderen 170 41,0 41,0 100,0

Total 415 100,0 100,0

Dummy_Postcode_OVlaanderen

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere Provincie 268 64,6 64,6 64,6

Dummy postcode Oost-Vlaanderen 147 35,4 35,4 100,0

Total 415 100,0 100,0

Logit 2 5.4.2.3.4

Case Processing Summary

Unweighted Casesa N Percent

Selected Cases

Included in Analysis 721 16,3

Missing Cases 3692 83,7

Total 4413 100,0 Unselected Cases 0 ,0 Total 4413 100,0

a. If weight is in effect, see classification table for the total number of cases.

Page 138: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—128

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Dependent Variable Encoding

Original Value Internal Value

,00 0 1,00 1

Block 0: Beginning Block

Classification Tablea,b

Observed Predicted

Dummy_Motieven_Fiscaal Percentage Correct

,00 1,00

Step 0 Dummy_Motieven_Fiscaal

,00 539 0 100,0

1,00 182 0 ,0

Overall Percentage 74,8

a. Constant is included in the model. b. The cut value is ,500

Variables in the Equation

B S.E. Wald df Sig. Exp(B)

Step 0 Constant -1,086 ,086 160,381 1 ,000 ,338

Variables not in the Equation

Score df Sig.

Step 0 Variables

Dummy_Leeftijd_Jong ,000 1 ,987

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld 5,847 1 ,016

Dummy_Kinderen 7,553 1 ,006

Dummy_Diploma_LagerOnderwijs 1,678 1 ,195

Dummy_Diploma_SecundairOnderwijs

,146 1 ,703

Dummy_Diploma_AnderOnderwijs ,223 1 ,637

Dummy_Schenking_Ontvangen 7,645 1 ,006

Overall Statistics 23,394 7 ,001

Block 1: Method = Enter

Omnibus Tests of Model Coefficients

Chi-square df Sig.

Step 1

Step 23,220 7 ,002

Block 23,220 7 ,002

Model 23,220 7 ,002

Model Summary

Step -2 Log Likelihood Cox & Snell R Square

Nagelkerke R Square

1 791,490a ,032 ,047

a. Estimation terminated at iteration number 4 because parameter estimates changed by less than ,001.

Hosmer and Lemeshow Test

Step Chi-square df Sig.

1 11,820 7 ,107

Page 139: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—129

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Contingency Table for Hosmer and Lemeshow Test

Dummy_Motieven_Fiscaal = ,00 Dummy_Motieven_Fiscaal = 1,00 Total

Observed Expected Observed Expected

Step 1

1 62 60,060 8 9,940 70

2 98 93,419 16 20,581 114

3 74 76,330 22 19,670 96

4 36 40,052 15 10,948 51

5 35 42,589 22 14,411 57

6 60 59,496 20 20,504 80

7 76 72,057 26 29,943 102

8 75 69,557 31 36,443 106

9 23 25,440 22 19,560 45

Classification Table

a

Observed Predicted

Dummy_Motieven_Fiscaal Percentage Correct

,00 1,00

Step 1 Dummy_Motieven_Fiscaal

,00 535 4 99,3

1,00 176 6 3,3

Overall Percentage 75,0

a. The cut value is ,500

Variables in the Equation

B S.E. Wald df Sig.

Step 1a

Dummy_Leeftijd_Jong -,599 ,860 ,485 1 ,486

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld -,429 ,184 5,435 1 ,020

Dummy_Kinderen -,725 ,290 6,259 1 ,012

Dummy_Diploma_LagerOnderwijs -,787 ,396 3,941 1 ,047

Dummy_Diploma_SecundairOnderwijs

-,234 ,187 1,562 1 ,211

Dummy_Diploma_AnderOnderwijs -,284 ,662 ,183 1 ,668

Dummy_Schenking_Ontvangen -,447 ,182 6,021 1 ,014

Constant ,088 ,303 ,085 1 ,771

Variables in the Equation

Exp(B)

Step 1a

Dummy_Leeftijd_Jong ,550

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld ,651

Dummy_Kinderen ,485

Dummy_Diploma_LagerOnderwijs ,455

Dummy_Diploma_SecundairOnderwijs ,791

Dummy_Diploma_AnderOnderwijs ,753

Dummy_Schenking_Ontvangen ,639

Constant 1,092

a. Variable(s) entered on step 1: Dummy_Leeftijd_Jong, Dummy_Leeftijd_Gemiddeld, Dummy_Kinderen, Dummy_Diploma_LagerOnderwijs, Dummy_Diploma_SecundairOnderwijs, Dummy_Diploma_AnderOnderwijs, Dummy_Schenking_Ontvangen.

5.4.2.4 Logistische regressie met sociaal motief tot niet schenken als afhankelijke

Crosstabs 5.4.2.4.1

Sociaal motief

tot niet schenken = 1

Sociaal motief tot

niet schenken = 0

Totaal Odds ratio

Dummy_Geslacht Vrouw 164,00 1.485,00 1.649,00 0,11

Vrouw 164,00 1.485,00 1.649,00 0,11

Totaal 350,00 2.807,00 3.157,00 1,00

Dummy_Kinderen Kinderen 216,00 1.877,00 2.093,00 0,12

Page 140: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—130

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Geen Kinderen 135,00 841,00 976,00 0,16

Totaal 351,00 2.718,00 3.069,00 0,72

Dummy_Burgerlijke_Status_Samenwonend

Samenwonend 74,00 485,00 559,00 0,15

Andere 276,00 2.301,00 2.577,00 0,12

Totaal 350,00 2.786,00 3.136,00 1,27

Dummy_Burgerlijke_Status_Gescheiden Gescheiden 17,00 124,00 141,00 0,14

Andere 333,00 2.662,00 2.995,00 0,13

Totaal 350,00 2.786,00 3.136,00 1,10

Dummy_Burgerlijke_Status_Alleenstaand Alleenstaand 73,00 578,00 651,00 0,13

Andere 277,00 2.208,00 2.485,00 0,13

Totaal 350,00 2.786,00 3.136,00 1,01

Dummy_Burgerlijke_Status_Gehuwd Gehuwd 186,00 1.599,00 1.785,00 0,12

Andere 164,00 1.187,00 1.351,00 0,14

Totaal 350,00 2.786,00 3.136,00 0,84

Dummy_Leeftijd_Jong Jonge leeftijd 84,00 666,00 750,00 0,13

Andere 267,00 2.136,00 2.403,00 0,13

Totaal 351,00 2.802,00 3.153,00 1,01

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld Gemiddelde leeftijd

234,00 1.686,00 1.920,00 0,14

Andere 117,00 1.116,00 1.233,00 0,10

Totaal 351,00 2.802,00 3.153,00 1,32

Dummy_Leeftijd_Oud Oudere leeftijd 33,00 450,00 483,00 0,07

Andere 318,00 2.352,00 2.670,00 0,14

Totaal 351,00 2.802,00 3.153,00 0,54

Dummy_Schenking_Ontvangen Schenking ontvangen

153,00 866,00 1.019,00 0,18

Geen schenking ontvangen

191,00 1.875,00 2.066,00 0,10

Totaal 344,00 2.741,00 3.085,00 1,73

Logit 5.4.2.4.2Case Processing Summary

Unweighted Casesa N Percent

Selected Cases

Included in Analysis 2765 62,7

Missing Cases 1648 37,3

Total 4413 100,0 Unselected Cases 0 ,0 Total 4413 100,0

a. If weight is in effect, see classification table for the total number of cases.

Dependent Variable Encoding

Original Value Internal Value

,00 0 1,00 1

Page 141: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—131

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Block 0: Beginning Block

Classification Tablea,b

Observed Predicted

Dummy_Niet_Motieven_Sociaal Percentage Correct

,00 1,00

Step 0 Dummy_Niet_Motieven_Sociaal

,00 2438 0 100,0

1,00 327 0 ,0

Overall Percentage 88,2

a. Constant is included in the model. b. The cut value is ,500

Variables in the Equation

B S.E. Wald df Sig. Exp(B)

Step 0 Constant -2,009 ,059 1163,683 1 ,000 ,134

Variables not in the Equation

Score df Sig.

Step 0 Variables

Dummy_Burgerlijke_Status_Samenwonend

2,963 1 ,085

Dummy_Burgerlijke_Status_Gescheiden

,000 1 ,993

Dummy_Burgerlijke_Status_Alleenstaand

,447 1 ,504

Dummy_Kinderen 8,226 1 ,004

Dummy_Geslacht 6,506 1 ,011

Maandelijks gezinsinkomen 12,764 1 ,000

Dummy_Leeftijd_Jong ,230 1 ,631

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld 3,341 1 ,068

Dummy_Schenking_Ontvangen 21,824 1 ,000

Overall Statistics 52,945 9 ,000

Block 1: Method = Enter

Omnibus Tests of Model Coefficients

Chi-square df Sig.

Step 1

Step 52,705 9 ,000

Block 52,705 9 ,000

Model 52,705 9 ,000

Model Summary

Step -2 Log Likelihood Cox & Snell R Square

Nagelkerke R Square

1 1957,183a ,019 ,037

a. Estimation terminated at iteration number 5 because parameter estimates changed by less than ,001.

Hosmer and Lemeshow Test

Step Chi-square df Sig.

1 11,048 8 ,199

Page 142: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—132

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Contingency Table for Hosmer and Lemeshow Test

Dummy_Niet_Motieven_Sociaal = ,00 Dummy_Niet_Motieven_Sociaal = 1,00 Total

Observed Expected Observed Expected

Step 1

1 262 257,695 11 15,305 273

2 250 255,652 26 20,348 276

3 258 258,916 25 24,084 283

4 259 253,459 21 26,541 280

5 255 260,199 36 30,801 291

6 252 244,684 25 32,316 277

7 236 237,469 37 35,531 273

8 246 245,075 41 41,925 287

9 219 229,725 57 46,275 276

10 201 195,126 48 53,874 249

Classification Table

a

Observed Predicted

Dummy_Niet_Motieven_Sociaal Percentage Correct

,00 1,00

Step 1 Dummy_Niet_Motieven_Sociaal

,00 2438 0 100,0

1,00 327 0 ,0

Overall Percentage 88,2

a. The cut value is ,500

Variables in the Equation

B S.E. Wald df Sig.

Step 1a

Dummy_Burgerlijke_Status_Samenwonend

,127 ,168 ,572 1 ,450

Dummy_Burgerlijke_Status_Gescheiden

,168 ,284 ,348 1 ,555

Dummy_Burgerlijke_Status_Alleenstaand

,095 ,199 ,230 1 ,631

Dummy_Kinderen -,500 ,168 8,839 1 ,003

Dummy_Geslacht ,242 ,121 3,990 1 ,046

Maandelijks gezinsinkomen ,177 ,066 7,205 1 ,007

Dummy_Leeftijd_Jong ,100 ,253 ,158 1 ,691

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld ,419 ,211 3,926 1 ,048

Dummy_Schenking_Ontvangen ,472 ,122 15,012 1 ,000

Constant -2,798 ,283 97,646 1 ,000

Variables in the Equation

Exp(B)

Step 1a

Dummy_Burgerlijke_Status_Samenwonend 1,136

Dummy_Burgerlijke_Status_Gescheiden 1,183

Dummy_Burgerlijke_Status_Alleenstaand 1,100

Dummy_Kinderen ,607

Dummy_Geslacht 1,274

Maandelijks gezinsinkomen 1,194

Dummy_Leeftijd_Jong 1,106

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld 1,521

Dummy_Schenking_Ontvangen 1,603

Constant ,061

a. Variable(s) entered on step 1: Dummy_Burgerlijke_Status_Samenwonend, Dummy_Burgerlijke_Status_Gescheiden, Dummy_Burgerlijke_Status_Alleenstaand, Dummy_Kinderen, Dummy_Geslacht, Maandelijks gezinsinkomen, Dummy_Leeftijd_Jong, Dummy_Leeftijd_Gemiddeld, Dummy_Schenking_Ontvangen.

Page 143: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—133

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Frequenties logit sociaal motief tot niet schenken 5.4.2.4.3

Dummy_Geslacht

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Vrouw 1426 51,6 51,6 51,6

Man 1339 48,4 48,4 100,0

Total 2765 100,0 100,0

Wat is uw maandelijks netto-gezinsinkomen uit arbeid of zelfstandige activiteiten?

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

0 - 1.500 euro 363 13,1 13,1 13,1

1.501 - 3.000 euro 1047 37,9 37,9 51,0

3.001 - 4.500 euro 923 33,4 33,4 84,4

4.501 - 7.500 euro 356 12,9 12,9 97,3

Meer dan 7.500 euro 76 2,7 2,7 100,0

Total 2765 100,0 100,0

Dummy_Kinderen

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Geen Kinderen 858 31,0 31,0 31,0

Kinderen 1907 69,0 69,0 100,0

Total 2765 100,0 100,0

Dummy_Burgerlijke_Status_Samenwonend

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 2268 82,0 82,0 82,0

Samenwonend 497 18,0 18,0 100,0

Total 2765 100,0 100,0

Dummy_Burgerlijke_Status_Gescheiden

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 2630 95,1 95,1 95,1

Gescheiden 135 4,9 4,9 100,0

Total 2765 100,0 100,0

Dummy_Burgerlijke_Status_Alleenstaand

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 2228 80,6 80,6 80,6

Alleenstaand 537 19,4 19,4 100,0

Total 2765 100,0 100,0

Dummy_Burgerlijke_Status_Gehuwd

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 1169 42,3 42,3 42,3

Gehuwd 1596 57,7 57,7 100,0

Total 2765 100,0 100,0

Dummy_Leeftijd_Jong

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 2151 77,8 77,8 77,8

Jonge leeftijd 614 22,2 22,2 100,0

Total 2765 100,0 100,0

Page 144: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—134

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 1023 37,0 37,0 37,0

Gemiddelde leeftijd 1742 63,0 63,0 100,0

Total 2765 100,0 100,0

Dummy_Leeftijd_Oud

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 2356 85,2 85,2 85,2

Oudere leeftijd 409 14,8 14,8 100,0

Total 2765 100,0 100,0

Dummy_Schenking_Ontvangen

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Geen schenking ontvangen 1823 65,9 65,9 65,9

Schenking ontvangen 942 34,1 34,1 100,0

Total 2765 100,0 100,0

5.4.2.5 Logistische regressie met financieel motief tot niet schenken als afhankelijke

Crosstabs 5.4.2.5.1

Financieel motief tot niet schenken = 1

Financieel motief tot niet schenken = 0

Totaal Odds ratio

Dummy_Geslacht Man 380,00 1.128,00 1.508,00 0,34

Vrouw 415,00 1.234,00 1.649,00 0,34

Totaal 795,00 2.362,00 3.157,00 1,00

Dummy_Kinderen Kinderen 511,00 1.582,00 2.093,00 0,32

Geen Kinderen 286,00 690,00 976,00 0,41

Totaal 797,00 2.272,00 3.069,00 0,78

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant Dummy postcode Vlaams-Brabant

44,00 123,00 167,00 0,36

Andere Provincie 691,00 2.110,00 2.801,00 0,33

Totaal 735,00 2.233,00 2.968,00 1,09

Dummy_Postcode_Antwerpen Dummy postcode Antwerpen

121,00 177,00 298,00 0,68

Andere Provincie 614,00 2.056,00 2.670,00 0,30

Totaal 735,00 2.233,00 2.968,00 2,29

Dummy_Postcode_WVlaanderen Dummy postcode West-Vlaanderen

113,00 1.084,00 1.197,00 0,10

Andere Provincie 622,00 1.149,00 1.771,00 0,54

Totaal 735,00 2.233,00 2.968,00 0,19

Dummy_Postcode_OVlaanderen Dummy postcode Oost-Vlaanderen

457,00 849,00 1.306,00 0,54

Andere Provincie 278,00 1.384,00 1.662,00 0,20

Totaal 735,00 2.233,00 2.968,00 2,68

Dummy_Leeftijd_Jong Jonge leeftijd 212,00 538,00 750,00 0,39

Andere 584,00 1.819,00 2.403,00 0,32

Totaal 796,00 2.357,00 3.153,00 1,23

Page 145: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—135

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld Gemiddelde leeftijd

381,00 1.539,00 1.920,00 0,25

Andere 415,00 818,00 1.233,00 0,51

Totaal 796,00 2.357,00 3.153,00 0,49

Dummy_Leeftijd_Oud Oudere leeftijd 203,00 280,00 483,00 0,73

Andere 593,00 2.077,00 2.670,00 0,29

Totaal 796,00 2.357,00 3.153,00 2,54

Logit 5.4.2.5.2

Case Processing Summary

Unweighted Casesa N Percent

Selected Cases

Included in Analysis 2670 60,5

Missing Cases 1743 39,5

Total 4413 100,0

Unselected Cases 0 ,0 Total 4413 100,0

a. If weight is in effect, see classification table for the total number of cases.

Dependent Variable Encoding

Original Value Internal Value

,00 0 1,00 1

Block 0: Beginning Block

Classification Tablea,b

Observed Predicted

Dummy_Niet_Motieven_Financieel Percentage Correct

,00 1,00

Step 0 Dummy_Niet_Motieven_Financieel

,00 1975 0 100,0

1,00 695 0 ,0

Overall Percentage 74,0

a. Constant is included in the model. b. The cut value is ,500

Variables in the Equation

B S.E. Wald df Sig. Exp(B)

Step 0 Constant -1,044 ,044 560,769 1 ,000 ,352

Variables not in the Equation

Score df Sig.

Step 0 Variables

Dummy_Geslacht ,250 1 ,617

Maandelijks gezinsinkomen 54,660 1 ,000

Dummy_Kinderen 7,289 1 ,007

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant ,055 1 ,815

Dummy_Postcode_Antwerpen 44,744 1 ,000

Dummy_Postcode_WVlaanderen 222,251 1 ,000

Dummy_Leeftijd_Jong 5,672 1 ,017

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld 78,485 1 ,000

Overall Statistics 350,139 8 ,000

Page 146: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—136

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Block 1: Method = Enter

Omnibus Tests of Model Coefficients

Chi-square df Sig.

Step 1

Step 373,789 8 ,000

Block 373,789 8 ,000

Model 373,789 8 ,000

Model Summary

Step -2 Log Likelihood Cox & Snell R Square

Nagelkerke R Square

1 2688,007a ,131 ,191

a. Estimation terminated at iteration number 5 because parameter estimates changed by less than ,001.

Hosmer and Lemeshow Test

Step Chi-square df Sig.

1 6,090 8 ,637

Contingency Table for Hosmer and Lemeshow Test

Dummy_Niet_Motieven_Financieel = ,00 Dummy_Niet_Motieven_Financieel = 1,00 Total

Observed Expected Observed Expected

Step 1

1 257 254,246 14 16,754 271

2 271 276,570 31 25,430 302

3 224 224,029 26 25,971 250

4 234 230,540 41 44,460 275

5 207 209,810 67 64,190 274

6 198 191,967 68 74,033 266

7 172 176,646 93 88,354 265

8 163 168,295 106 100,705 269

9 154 143,019 104 114,981 258

10 95 99,880 145 140,120 240

Classification Table

a

Observed Predicted

Dummy_Niet_Motieven_Financieel Percentage Correct

,00 1,00

Step 1 Dummy_Niet_Motieven_Financieel

,00 1894 81 95,9

1,00 569 126 18,1

Overall Percentage 75,7

a. The cut value is ,500

Variables in the Equation

B S.E. Wald df Sig.

Step 1a

Dummy_Geslacht ,021 ,097 ,048 1 ,827

Maandelijks gezinsinkomen -,306 ,054 32,339 1 ,000

Dummy_Kinderen ,102 ,125 ,669 1 ,413

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant -,538 ,204 6,983 1 ,008

Dummy_Postcode_Antwerpen ,274 ,144 3,643 1 ,056

Dummy_Postcode_WVlaanderen -1,597 ,120 177,473 1 ,000

Dummy_Leeftijd_Jong -,549 ,166 11,004 1 ,001

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld -,963 ,132 53,408 1 ,000

Constant ,814 ,184 19,604 1 ,000

Page 147: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—137

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Variables in the Equation

Exp(B)

Step 1a

Dummy_Geslacht 1,021

Maandelijks gezinsinkomen ,737

Dummy_Kinderen 1,107

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant ,584

Dummy_Postcode_Antwerpen 1,316

Dummy_Postcode_WVlaanderen ,203

Dummy_Leeftijd_Jong ,577

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld ,382

Constant 2,257

a. Variable(s) entered on step 1: Dummy_Geslacht, Maandelijks gezinsinkomen, Dummy_Kinderen, Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant, Dummy_Postcode_Antwerpen, Dummy_Postcode_WVlaanderen, Dummy_Leeftijd_Jong, Dummy_Leeftijd_Gemiddeld.

Frequenties logit financieel motief tot niet schenken 5.4.2.5.3

Dummy_Geslacht

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Vrouw 1392 52,1 52,1 52,1

Man 1278 47,9 47,9 100,0

Total 2670 100,0 100,0

Wat is uw maandelijks netto-gezinsinkomen uit arbeid of zelfstandige activiteiten?

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

0 - 1.500 euro 363 13,6 13,6 13,6

1.501 - 3.000 euro 1011 37,9 37,9 51,5

3.001 - 4.500 euro 881 33,0 33,0 84,5

4.501 - 7.500 euro 344 12,9 12,9 97,3

Meer dan 7.500 euro 71 2,7 2,7 100,0

Total 2670 100,0 100,0

Dummy_Kinderen

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Geen Kinderen 836 31,3 31,3 31,3

Kinderen 1834 68,7 68,7 100,0

Total 2670 100,0 100,0

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere Provincie 2521 94,4 94,4 94,4

Dummy postcode Vlaams-Brabant 149 5,6 5,6 100,0

Total 2670 100,0 100,0

Dummy_Postcode_Antwerpen

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere Provincie 2403 90,0 90,0 90,0

Dummy postcode Antwerpen 267 10,0 10,0 100,0

Total 2670 100,0 100,0

Dummy_Postcode_WVlaanderen

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere Provincie 1608 60,2 60,2 60,2

Dummy postcode West-Vlaanderen 1062 39,8 39,8 100,0

Total 2670 100,0 100,0

Page 148: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—138

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Dummy_Postcode_OVlaanderen

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere Provincie 1478 55,4 55,4 55,4

Dummy postcode Oost-Vlaanderen 1192 44,6 44,6 100,0

Total 2670 100,0 100,0

Dummy_Leeftijd_Jong

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 2058 77,1 77,1 77,1

Jonge leeftijd 612 22,9 22,9 100,0

Total 2670 100,0 100,0

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 991 37,1 37,1 37,1

Gemiddelde leeftijd 1679 62,9 62,9 100,0

Total 2670 100,0 100,0

Dummy_Leeftijd_Oud

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 2291 85,8 85,8 85,8

Oudere leeftijd 379 14,2 14,2 100,0

Total 2670 100,0 100,0

5.4.2.6 Logistische regressie met fiscaal motief tot niet schenken als afhankelijke

Crosstabs 5.4.2.6.1

Fiscaal motief tot niet

schenken = 1

Fiscaal motief tot niet

schenken = 0 Totaal

Odds ratio

Dummy_Geslacht Man 46,00 1.462,00 1.508,00 0,03

Vrouw 33,00 1.616,00 1.649,00 0,02

Totaal 79,00 3.078,00 3.157,00 1,54

Dummy_Kinderen Kinderen 50,00 2.043,00 2.093,00 0,02

Geen Kinderen 29,00 947,00 976,00 0,03

Totaal 79,00 2.990,00 3.069,00 0,80

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant

Dummy postcode Vlaams-Brabant

8,00 159,00 167,00 0,05

Andere Provincie

65,00 2.736,00 2.801,00 0,02

Totaal 73,00 2.895,00 2.968,00 2,12

Dummy_Postcode_Antwerpen Dummy postcode Antwerpen

12,00 286,00 298,00 0,04

Andere Provincie

61,00 2.609,00 2.670,00 0,02

Totaal 73,00 2.895,00 2.968,00 1,79

Dummy_Postcode_WVlaanderen Dummy 11,00 1.186,00 1.197,00 0,01

Page 149: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—139

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

postcode West-Vlaanderen

Andere Provincie

62,00 1.709,00 1.771,00 0,04

Totaal 73,00 2.895,00 2.968,00 0,26

Dummy_Postcode_OVlaanderen Dummy postcode Oost-Vlaanderen

42,00 1.264,00 1.306,00 0,03

Andere Provincie

31,00 1.631,00 1.662,00 0,02

Totaal 73,00 2.895,00 2.968,00 1,75

Dummy_Diploma_LagerOnderwijs Lager Onderwijs

2,00 103,00 105,00 0,02

Andere 77,00 2.969,00 3.046,00 0,03

Totaal 79,00 3.072,00 3.151,00 0,75

Dummy_Diploma_SecundairOnderwijs Secundair Onderwijs

25,00 1.142,00 1.167,00 0,02

Andere 54,00 1.930,00 1.984,00 0,03

Totaal 79,00 3.072,00 3.151,00 0,78

Dummy_Diploma_AnderOnderwijs Geen van voorgaande

3,00 80,00 83,00 0,04

Andere 76,00 2.992,00 3.068,00 0,03

Totaal 79,00 3.072,00 3.151,00 1,48

Dummy_Diploma_HogerOnderwijs Hoger Onderwijs

49,00 1.747,00 1.796,00 0,03

Andere 30,00 1.325,00 1.355,00 0,02

Totaal 79,00 3.072,00 3.151,00 1,24

Dummy_Leeftijd_Jong Jonge leeftijd 14,00 736,00 750,00 0,02

Andere 65,00 2.338,00 2.403,00 0,03

Totaal 79,00 3.074,00 3.153,00 0,68

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld Gemiddelde leeftijd

40,00 1.880,00 1.920,00 0,02

Andere 39,00 1.194,00 1.233,00 0,03

Totaal 79,00 3.074,00 3.153,00 0,65

Dummy_Leeftijd_Oud Oudere leeftijd 25,00 458,00 483,00 0,05

Andere 54,00 2.616,00 2.670,00 0,02

Totaal 79,00 3.074,00 3.153,00 2,64

Logit 5.4.2.6.2

Case Processing Summary

Unweighted Casesa N Percent

Selected Cases

Included in Analysis 2663 60,3

Missing Cases 1750 39,7

Total 4413 100,0 Unselected Cases 0 ,0 Total 4413 100,0

a. If weight is in effect, see classification table for the total number of cases.

Page 150: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—140

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Dependent Variable Encoding

Original Value Internal Value

,00 0 1,00 1

Block 0: Beginning Block

Classification Tablea,b

Observed Predicted

Dummy_Niet_Motieven_Fiscaal Percentage Correct

,00 1,00

Step 0 Dummy_Niet_Motieven_Fiscaal

,00 2591 0 100,0

1,00 72 0 ,0

Overall Percentage 97,3

a. Constant is included in the model. b. The cut value is ,500

Variables in the Equation

B S.E. Wald df Sig. Exp(B)

Step 0 Constant -3,583 ,119 899,404 1 ,000 ,028

Variables not in the Equation

Score df Sig.

Step 0 Variables

Dummy_Geslacht 4,186 1 ,041

Maandelijks gezinsinkomen ,045 1 ,833

Dummy_Kinderen 1,972 1 ,160

Dummy_Diploma_LagerOnderwijs ,017 1 ,895

Dummy_Diploma_SecundairOnderwijs

,416 1 ,519

Dummy_Diploma_AnderOnderwijs 1,039 1 ,308

Dummy_Leeftijd_Jong ,513 1 ,474

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld 7,834 1 ,005

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant 4,262 1 ,039

Dummy_Postcode_Antwerpen 2,302 1 ,129

Dummy_Postcode_WVlaanderen 18,376 1 ,000

Overall Statistics 47,865 11 ,000

Block 1: Method = Enter

Omnibus Tests of Model Coefficients

Chi-square df Sig.

Step 1

Step 44,554 11 ,000

Block 44,554 11 ,000

Model 44,554 11 ,000

Model Summary

Step -2 Log Likelihood Cox & Snell R Square

Nagelkerke R Square

1 617,400a ,017 ,075

a. Estimation terminated at iteration number 7 because parameter estimates changed by less than ,001.

Hosmer and Lemeshow Test

Step Chi-square df Sig.

1 16,551 8 ,035

Page 151: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—141

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Contingency Table for Hosmer and Lemeshow Test

Dummy_Niet_Motieven_Fiscaal = ,00 Dummy_Niet_Motieven_Fiscaal = 1,00 Total

Observed Expected Observed Expected

Step 1

1 259 258,533 1 1,467 260

2 263 261,994 1 2,006 264

3 262 266,339 7 2,661 269

4 264 264,175 4 3,825 268

5 234 230,437 1 4,563 235

6 239 242,203 9 5,797 248

7 253 253,824 8 7,176 261

8 262 258,247 5 8,753 267

9 264 259,977 7 11,023 271

10 291 295,272 29 24,728 320

Classification Table

a

Observed Predicted

Dummy_Niet_Motieven_Fiscaal Percentage Correct

,00 1,00

Step 1 Dummy_Niet_Motieven_Fiscaal

,00 2591 0 100,0

1,00 72 0 ,0

Overall Percentage 97,3

a. The cut value is ,500

Variables in the Equation

B S.E. Wald df Sig.

Step 1a

Dummy_Geslacht ,423 ,252 2,819 1 ,093

Maandelijks gezinsinkomen ,103 ,136 ,566 1 ,452

Dummy_Kinderen -,451 ,290 2,410 1 ,121

Dummy_Diploma_LagerOnderwijs -,431 ,758 ,324 1 ,569

Dummy_Diploma_SecundairOnderwijs

-,175 ,272 ,415 1 ,519

Dummy_Diploma_AnderOnderwijs ,517 ,629 ,676 1 ,411

Dummy_Leeftijd_Jong -1,321 ,394 11,254 1 ,001

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld -1,159 ,296 15,318 1 ,000

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant ,207 ,404 ,263 1 ,608

Dummy_Postcode_Antwerpen -,020 ,352 ,003 1 ,954

Dummy_Postcode_WVlaanderen -1,175 ,344 11,676 1 ,001

Constant -2,489 ,463 28,903 1 ,000

Variables in the Equation

Exp(B)

Step 1a

Dummy_Geslacht 1,526

Maandelijks gezinsinkomen 1,108

Dummy_Kinderen ,637

Dummy_Diploma_LagerOnderwijs ,650

Dummy_Diploma_SecundairOnderwijs ,839

Dummy_Diploma_AnderOnderwijs 1,677

Dummy_Leeftijd_Jong ,267

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld ,314

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant 1,230

Dummy_Postcode_Antwerpen ,980

Dummy_Postcode_WVlaanderen ,309

Constant ,083

a. Variable(s) entered on step 1: Dummy_Geslacht, Maandelijks gezinsinkomen, Dummy_Kinderen, Dummy_Diploma_LagerOnderwijs, Dummy_Diploma_SecundairOnderwijs, Dummy_Diploma_AnderOnderwijs, Dummy_Leeftijd_Jong, Dummy_Leeftijd_Gemiddeld, Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant, Dummy_Postcode_Antwerpen, Dummy_Postcode_WVlaanderen.

Page 152: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—142

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Frequenties logit fiscaal motief tot niet schenken 5.4.2.6.3

Dummy_Geslacht

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Vrouw 1389 52,2 52,2 52,2

Man 1274 47,8 47,8 100,0

Total 2663 100,0 100,0

Wat is uw maandelijks netto-gezinsinkomen uit arbeid of zelfstandige activiteiten?

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

0 - 1.500 euro 362 13,6 13,6 13,6

1.501 - 3.000 euro 1009 37,9 37,9 51,5

3.001 - 4.500 euro 877 32,9 32,9 84,4

4.501 - 7.500 euro 344 12,9 12,9 97,3

Meer dan 7.500 euro 71 2,7 2,7 100,0

Total 2663 100,0 100,0

Dummy_Kinderen

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Geen Kinderen 834 31,3 31,3 31,3

Kinderen 1829 68,7 68,7 100,0

Total 2663 100,0 100,0

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere Provincie 2514 94,4 94,4 94,4

Dummy postcode Vlaams-Brabant 149 5,6 5,6 100,0

Total 2663 100,0 100,0

Dummy_Postcode_Antwerpen

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere Provincie 2397 90,0 90,0 90,0

Dummy postcode Antwerpen 266 10,0 10,0 100,0

Total 2663 100,0 100,0

Dummy_Postcode_WVlaanderen

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere Provincie 1607 60,3 60,3 60,3

Dummy postcode West-Vlaanderen 1056 39,7 39,7 100,0

Total 2663 100,0 100,0

Dummy_Postcode_OVlaanderen

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere Provincie 1471 55,2 55,2 55,2

Dummy postcode Oost-Vlaanderen 1192 44,8 44,8 100,0

Total 2663 100,0 100,0

Dummy_Diploma_LagerOnderwijs

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 2582 97,0 97,0 97,0

Lager Onderwijs 81 3,0 3,0 100,0

Total 2663 100,0 100,0

Page 153: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—143

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Dummy_Diploma_SecundairOnderwijs

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 1679 63,0 63,0 63,0

Secundair Onderwijs 984 37,0 37,0 100,0

Total 2663 100,0 100,0

Dummy_Diploma_AnderOnderwijs

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 2600 97,6 97,6 97,6

Geen van voorgaande 63 2,4 2,4 100,0

Total 2663 100,0 100,0

Dummy_Diploma_HogerOnderwijs

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 1128 42,4 42,4 42,4

Hoger Onderwijs 1535 57,6 57,6 100,0

Total 2663 100,0 100,0

Dummy_Leeftijd_Jong

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 2052 77,1 77,1 77,1

Jonge leeftijd 611 22,9 22,9 100,0

Total 2663 100,0 100,0

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 987 37,1 37,1 37,1

Gemiddelde leeftijd 1676 62,9 62,9 100,0

Total 2663 100,0 100,0

Dummy_Leeftijd_Oud

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 2287 85,9 85,9 85,9

Oudere leeftijd 376 14,1 14,1 100,0

Total 2663 100,0 100,0

Logit 5.4.2.6.4

Case Processing Summary

Unweighted Casesa N Percent

Selected Cases

Included in Analysis 2690 61,0

Missing Cases 1723 39,0

Total 4413 100,0 Unselected Cases 0 ,0 Total 4413 100,0

a. If weight is in effect, see classification table for the total number of cases.

Dependent Variable Encoding

Original Value Internal Value

,00 0 1,00 1

Page 154: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—144

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Block 0: Beginning Block

Classification Tablea,b

Observed Predicted

Dummy_Niet_Motieven_Fiscaal Percentage Correct

,00 1,00

Step 0 Dummy_Niet_Motieven_Fiscaal

,00 2620 0 100,0

1,00 70 0 ,0

Overall Percentage 97,4

a. Constant is included in the model. b. The cut value is ,500

Variables in the Equation

B S.E. Wald df Sig. Exp(B)

Step 0 Constant -3,622 ,121 894,640 1 ,000 ,027

Variables not in the Equation

Score df Sig.

Step 0 Variables

Dummy_Leeftijd_Jong ,559 1 ,455

Maandelijks gezinsinkomen ,000 1 ,984

Dummy_Schenking_Ontvangen ,119 1 ,730

Dummy_Leeftijd_Oud 24,220 1 ,000

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant 4,416 1 ,036

Dummy_Postcode_Antwerpen 1,407 1 ,236

Dummy_Postcode_OVlaanderen 6,651 1 ,010

Overall Statistics 43,146 7 ,000

Block 1: Method = Enter

Omnibus Tests of Model Coefficients

Chi-square df Sig.

Step 1

Step 40,462 7 ,000

Block 40,462 7 ,000

Model 40,462 7 ,000

Model Summary

Step -2 Log Likelihood Cox & Snell R Square

Nagelkerke R Square

1 608,533a ,015 ,070

a. Estimation terminated at iteration number 7 because parameter estimates changed by less than ,001.

Hosmer and Lemeshow Test

Step Chi-square df Sig.

1 5,075 8 ,750

Contingency Table for Hosmer and Lemeshow Test

Dummy_Niet_Motieven_Fiscaal = ,00 Dummy_Niet_Motieven_Fiscaal = 1,00 Total

Observed Expected Observed Expected

Step 1

1 248 248,477 2 1,523 250

2 233 233,360 2 1,640 235

3 235 234,095 1 1,905 236

4 253 254,104 4 2,896 257

5 298 298,408 7 6,592 305

6 275 278,157 10 6,843 285

7 269 265,763 4 7,237 273

8 309 306,167 7 9,833 316

9 259 258,839 10 10,161 269

10 241 242,632 23 21,368 264

Page 155: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—145

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Classification Tablea

Observed Predicted

Dummy_Niet_Motieven_Fiscaal Percentage Correct

,00 1,00

Step 1 Dummy_Niet_Motieven_Fiscaal

,00 2620 0 100,0

1,00 70 0 ,0

Overall Percentage 97,4

a. The cut value is ,500

Variables in the Equation

B S.E. Wald df Sig.

Step 1a

Dummy_Leeftijd_Jong ,114 ,330 ,118 1 ,731

Maandelijks gezinsinkomen ,110 ,134 ,675 1 ,411

Dummy_Schenking_Ontvangen ,305 ,266 1,315 1 ,251

Dummy_Leeftijd_Oud 1,273 ,304 17,589 1 ,000

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant 1,537 ,488 9,914 1 ,002

Dummy_Postcode_Antwerpen 1,247 ,457 7,432 1 ,006

Dummy_Postcode_OVlaanderen 1,290 ,356 13,123 1 ,000

Constant -5,298 ,508 108,707 1 ,000

Variables in the Equation

Exp(B)

Step 1a

Dummy_Leeftijd_Jong 1,120

Maandelijks gezinsinkomen 1,116

Dummy_Schenking_Ontvangen 1,357

Dummy_Leeftijd_Oud 3,572

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant 4,651

Dummy_Postcode_Antwerpen 3,479

Dummy_Postcode_OVlaanderen 3,631

Constant ,005

a. Variable(s) entered on step 1: Dummy_Leeftijd_Jong, Maandelijks gezinsinkomen, Dummy_Schenking_Ontvangen, Dummy_Leeftijd_Oud, Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant, Dummy_Postcode_Antwerpen, Dummy_Postcode_OVlaanderen.

5.4.2.7 Logistische regressie van het algemeen model tot schenken

Crosstabs 1 5.4.2.7.1

Reeds geschonken

Geen schenking gedaan

Totaal Odds ratio

Dummy_Geslacht Man 406,00 1.508,00 1.914,00 0,27

Vrouw 343,00 1.649,00 1.992,00 0,21

Totaal 749,00 3.157,00 3.906,00 1,29

Dummy_Kinderen Kinderen 679,00 2.093,00 2.772,00 0,32

Geen Kinderen 64,00 976,00 1.040,00 0,07

Totaal 743,00 3.069,00 3.812,00 4,95

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant

Dummy postcode Vlaams-Brabant

67,00 167,00 234,00 0,40

Andere Provincie

611,00 2.801,00 3.412,00 0,22

Totaal 678,00 2.968,00 3.646,00 1,84

Dummy_Postcode_Antwerpen Dummy postcode Antwerpen

106,00 298,00 404,00 0,36

Page 156: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—146

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Andere Provincie

572,00 2.670,00 3.242,00 0,21

Totaal 678,00 2.968,00 3.646,00 1,66

Dummy_Postcode_WVlaanderen

Dummy postcode West-Vlaanderen

251,00 1.197,00 1.448,00 0,21

Andere Provincie

427,00 1.771,00 2.198,00 0,24

Totaal 678,00 2.968,00 3.646,00 0,87

Dummy_Postcode_OVlaanderen Dummy postcode Oost-Vlaanderen

254,00 1.306,00 1.560,00 0,19

Andere Provincie

424,00 1.662,00 2.086,00 0,26

Totaal 678,00 2.968,00 3.646,00 0,76

Dummy_Schenking_Ontvangen Schenking ontvangen

331,00 1.019,00 1.350,00 0,32

Geen schenking ontvangen

402,00 2.066,00 2.468,00 0,19

Totaal 733,00 3.085,00 3.818,00 1,67

Dummy_Diploma_LagerOnderwijs Lager Onderwijs

55,00 105,00 160,00 0,52

Andere 692,00 3.046,00 3.738,00 0,23

Totaal 747,00 3.151,00 3.898,00 2,31

Dummy_Diploma_SecundairOnderwijs Secundair Onderwijs

280,00 1.167,00 1.447,00 0,24

Andere 467,00 1.984,00 2.451,00 0,24

Totaal 747,00 3.151,00 3.898,00 1,02

Dummy_Diploma_AnderOnderwijs Geen van voorgaande

19,00 83,00 102,00 0,23

Andere 728,00 3.068,00 3.796,00 0,24

Totaal 747,00 3.151,00 3.898,00 0,96

Dummy_Diploma_HogerOnderwijs Hoger Onderwijs

393,00 1.796,00 2.189,00 0,22

Andere 354,00 1.355,00 1.709,00 0,26

Totaal 747,00 3.151,00 3.898,00 0,84

Dummy_Leeftijd_Jong Jonge leeftijd 8,00 750,00 758,00 0,01

Andere 741,00 2.403,00 3.144,00 0,31

Totaal 749,00 3.153,00 3.902,00 0,03

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld Gemiddelde leeftijd

341,00 1.920,00 2.261,00 0,18

Andere 408,00 1.233,00 1.641,00 0,33

Totaal 749,00 3.153,00 3.902,00 0,54

Dummy_Leeftijd_Oud Oudere leeftijd 400,00 483,00 883,00 0,83

Andere 349,00 2.670,00 3.019,00 0,13

Totaal 749,00 3.153,00 3.902,00 6,34

Page 157: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—147

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Logit 1 5.4.2.7.2

Case Processing Summary

Unweighted Casesa N Percent

Selected Cases

Included in Analysis 3204 72,6

Missing Cases 1209 27,4

Total 4413 100,0 Unselected Cases 0 ,0 Total 4413 100,0

a. If weight is in effect, see classification table for the total number of cases.

Dependent Variable Encoding

Original Value Internal Value

Geen schenking gedaan 0 Reeds geschonken 1

Block 0: Beginning Block

Classification Tablea,b

Observed Predicted

Dummy_Schenking_Gedaan

Geen schenking gedaan

Reeds geschonken

Step 0 Dummy_Schenking_Gedaan

Geen schenking gedaan 2608 0

Reeds geschonken 596 0

Overall Percentage

Classification Table

a,b

Observed Predicted

Percentage Correct

Step 0 Dummy_Schenking_Gedaan

Geen schenking gedaan 100,0

Reeds geschonken ,0

Overall Percentage 81,4

a. Constant is included in the model. b. The cut value is ,500

Variables in the Equation

B S.E. Wald df Sig. Exp(B)

Step 0 Constant -1,476 ,045 1057,041 1 ,000 ,229

Variables not in the Equation

Score df Sig.

Step 0 Variables

Dummy_Geslacht 8,323 1 ,004

Dummy_Schenking_Ontvangen 28,225 1 ,000

Dummy_Kinderen 124,658 1 ,000

Maandelijks gezinsinkomen 2,566 1 ,109

Dummy_Diploma_LagerOnderwijs 22,604 1 ,000

Dummy_Diploma_SecundairOnderwijs

,137 1 ,711

Dummy_Diploma_AnderOnderwijs ,343 1 ,558

Dummy_Leeftijd_Jong 145,056 1 ,000

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld 58,487 1 ,000

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant 15,418 1 ,000

Dummy_Postcode_Antwerpen 14,935 1 ,000

Dummy_Postcode_WVlaanderen 3,549 1 ,060

Overall Statistics 586,071 12 ,000

Page 158: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—148

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Block 1: Method = Enter

Omnibus Tests of Model Coefficients

Chi-square df Sig.

Step 1

Step 615,596 12 ,000

Block 615,596 12 ,000

Model 615,596 12 ,000

Model Summary

Step -2 Log Likelihood Cox & Snell R Square

Nagelkerke R Square

1 2462,784a ,175 ,283

a. Estimation terminated at iteration number 7 because parameter estimates changed by less than ,001.

Hosmer and Lemeshow Test

Step Chi-square df Sig.

1 4,770 8 ,782

Contingency Table for Hosmer and Lemeshow Test

Dummy_Schenking_Gedaan = Geen schenking gedaan

Dummy_Schenking_Gedaan = Reeds geschonken

Total

Observed Expected Observed Expected

Step 1

1 317 317,989 3 2,011 320

2 313 313,091 7 6,909 320

3 290 291,828 21 19,172 311

4 289 288,929 28 28,071 317

5 292 284,726 28 35,274 320

6 258 266,702 54 45,298 312

7 248 244,104 55 58,896 303

8 240 237,784 77 79,216 317

9 199 200,916 120 118,084 319

10 162 161,930 203 203,070 365

Classification Table

a

Observed Predicted

Dummy_Schenking_Gedaan

Geen schenking gedaan

Reeds geschonken

Step 1 Dummy_Schenking_Gedaan

Geen schenking gedaan 2515 93

Reeds geschonken 445 151

Overall Percentage

Classification Table

a

Observed Predicted

Percentage Correct

Step 1 Dummy_Schenking_Gedaan

Geen schenking gedaan 96,4

Reeds geschonken 25,3

Overall Percentage 83,2

a. The cut value is ,500

Page 159: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—149

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Variables in the Equation

B S.E. Wald df Sig.

Step 1a

Dummy_Geslacht ,134 ,103 1,682 1 ,195

Dummy_Schenking_Ontvangen ,856 ,108 62,281 1 ,000

Dummy_Kinderen ,944 ,172 30,032 1 ,000

Maandelijks gezinsinkomen ,242 ,058 17,374 1 ,000

Dummy_Diploma_LagerOnderwijs ,296 ,232 1,634 1 ,201

Dummy_Diploma_SecundairOnderwijs

,002 ,114 ,000 1 ,984

Dummy_Diploma_AnderOnderwijs -,062 ,355 ,031 1 ,861

Dummy_Leeftijd_Jong -3,813 ,379 101,369 1 ,000

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld -1,965 ,120 266,389 1 ,000

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant ,361 ,189 3,640 1 ,056

Dummy_Postcode_Antwerpen ,401 ,161 6,244 1 ,012

Dummy_Postcode_WVlaanderen ,000 ,116 ,000 1 ,999

Constant -1,919 ,236 66,233 1 ,000

Variables in the Equation

Exp(B)

Step 1a

Dummy_Geslacht 1,143

Dummy_Schenking_Ontvangen 2,353

Dummy_Kinderen 2,570

Maandelijks gezinsinkomen 1,274

Dummy_Diploma_LagerOnderwijs 1,345

Dummy_Diploma_SecundairOnderwijs 1,002

Dummy_Diploma_AnderOnderwijs ,940

Dummy_Leeftijd_Jong ,022

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld ,140

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant 1,435

Dummy_Postcode_Antwerpen 1,494

Dummy_Postcode_WVlaanderen 1,000

Constant ,147

a. Variable(s) entered on step 1: Dummy_Geslacht, Dummy_Schenking_Ontvangen, Dummy_Kinderen, Maandelijks gezinsinkomen, Dummy_Diploma_LagerOnderwijs, Dummy_Diploma_SecundairOnderwijs, Dummy_Diploma_AnderOnderwijs, Dummy_Leeftijd_Jong, Dummy_Leeftijd_Gemiddeld, Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant, Dummy_Postcode_Antwerpen, Dummy_Postcode_WVlaanderen.

Frequenties logit algemeen model tot schenken 1 5.4.2.7.3

Dummy_Geslacht

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Vrouw 1633 51,0 51,0 51,0

Man 1571 49,0 49,0 100,0

Total 3204 100,0 100,0

Wat is uw maandelijks netto-gezinsinkomen uit arbeid of zelfstandige activiteiten?

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

0 - 1.500 euro 445 13,9 13,9 13,9

1.501 - 3.000 euro 1187 37,0 37,0 50,9

3.001 - 4.500 euro 1043 32,6 32,6 83,5

4.501 - 7.500 euro 427 13,3 13,3 96,8

Meer dan 7.500 euro 102 3,2 3,2 100,0

Total 3204 100,0 100,0

Page 160: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—150

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Dummy_Kinderen

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Geen Kinderen 860 26,8 26,8 26,8

Kinderen 2344 73,2 73,2 100,0

Total 3204 100,0 100,0

Dummy_Postcode_Vlaams-Brabant

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere Provincie 2996 93,5 93,5 93,5

Dummy postcode Vlaams-Brabant 208 6,5 6,5 100,0

Total 3204 100,0 100,0

Dummy_Postcode_Antwerpen

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere Provincie 2857 89,2 89,2 89,2

Dummy postcode Antwerpen 347 10,8 10,8 100,0

Total 3204 100,0 100,0

Dummy_Postcode_WVlaanderen

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere Provincie 1961 61,2 61,2 61,2

Dummy postcode West-Vlaanderen 1243 38,8 38,8 100,0

Total 3204 100,0 100,0

Dummy_Postcode_OVlaanderen

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere Provincie 1798 56,1 56,1 56,1

Dummy postcode Oost-Vlaanderen 1406 43,9 43,9 100,0

Total 3204 100,0 100,0

Dummy_Schenking_Ontvangen

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Geen schenking ontvangen 2039 63,6 63,6 63,6

Schenking ontvangen 1165 36,4 36,4 100,0

Total 3204 100,0 100,0

Dummy_Diploma_LagerOnderwijs

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 3081 96,2 96,2 96,2

Lager Onderwijs 123 3,8 3,8 100,0

Total 3204 100,0 100,0

Dummy_Diploma_SecundairOnderwijs

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 2021 63,1 63,1 63,1

Secundair Onderwijs 1183 36,9 36,9 100,0

Total 3204 100,0 100,0

Dummy_Diploma_AnderOnderwijs

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 3129 97,7 97,7 97,7

Geen van voorgaande 75 2,3 2,3 100,0

Total 3204 100,0 100,0

Page 161: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—151

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Dummy_Diploma_HogerOnderwijs

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 1381 43,1 43,1 43,1

Hoger Onderwijs 1823 56,9 56,9 100,0

Total 3204 100,0 100,0

Dummy_Leeftijd_Jong

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 2605 81,3 81,3 81,3

Jonge leeftijd 599 18,7 18,7 100,0

Total 3204 100,0 100,0

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 1282 40,0 40,0 40,0

Gemiddelde leeftijd 1922 60,0 60,0 100,0

Total 3204 100,0 100,0

Dummy_Leeftijd_Oud

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 2521 78,7 78,7 78,7

Oudere leeftijd 683 21,3 21,3 100,0

Total 3204 100,0 100,0

Crosstabs 2 5.4.2.7.4

Reeds geschonken

Geen schenking gedaan

Totaal Odds ratio

Dummy_Kinderen Kinderen 679,00 2.093,00 2.772,00 0,32

Geen Kinderen 64,00 976,00 1.040,00 0,07

Totaal 743,00 3.069,00 3.812,00 4,95

Dummy_Beroepsstatus_Zelfstandige Zelfstandige 124,00 502,00 626,00 0,25

Andere 626,00 2.658,00 3.284,00 0,24

Totaal 750,00 3.160,00 3.910,00 1,05

Dummy_Beroepsstatus_Voltijds Voltijds aan de slag 179,00 1.536,00 1.715,00 0,12

Andere 571,00 1.624,00 2.195,00 0,35

Totaal 750,00 3.160,00 3.910,00 0,33

Dummy_Beroepsstatus_Deeltijds Deeltijds aan de slag

51,00 339,00 390,00 0,15

Andere 699,00 2.821,00 3.520,00 0,25

Totaal 750,00 3.160,00 3.910,00 0,61

Dummy_Beroepsstatus_Student Student 1,00 184,00 185,00 0,01

Andere 749,00 2.976,00 3.725,00 0,25

Totaal 750,00 3.160,00 3.910,00 0,02

Dummy_Beroepsstatus_Werkzoekend Werkzoekend 3,00 40,00 43,00 0,08

Andere 747,00 3.120,00 3.867,00 0,24

Totaal 750,00 3.160,00 3.910,00 0,31

Dummy_Beroepsstatus_Huisvrouw_man Huisvrouw/Huisman 16,00 60,00 76,00 0,27

Andere 734,00 3.100,00 3.834,00 0,24

Totaal 750,00 3.160,00 3.910,00 1,13

Dummy_Beroepsstatus_Pensioen Pensioen 370,00 440,00 810,00 0,84

Page 162: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—152

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Andere 380,00 2.720,00 3.100,00 0,14

Totaal 750,00 3.160,00 3.910,00 6,02

Dummy_Beroepsstatus_Andere Geen van voorgaande

6,00 59,00 65,00 0,10

Andere 744,00 3.101,00 3.845,00 0,24

Totaal 750,00 3.160,00 3.910,00 0,42

Dummy_Geslacht Man 406,00 1.508,00 1.914,00 0,27

Vrouw 343,00 1.649,00 1.992,00 0,21

Totaal 749,00 3.157,00 3.906,00 1,29

Logit 2 5.4.2.7.5

Case Processing Summary

Unweighted Casesa N Percent

Selected Cases

Included in Analysis 3532 80,0

Missing Cases 881 20,0

Total 4413 100,0 Unselected Cases 0 ,0 Total 4413 100,0

a. If weight is in effect, see classification table for the total number of cases.

Dependent Variable Encoding

Original Value Internal Value

Geen schenking gedaan 0 Reeds geschonken 1

Block 0: Beginning Block

Classification Tablea,b

Observed Predicted

Dummy_Schenking_Gedaan

Geen schenking gedaan

Reeds geschonken

Step 0 Dummy_Schenking_Gedaan

Geen schenking gedaan 2850 0

Reeds geschonken 682 0

Overall Percentage

Classification Table

a,b

Observed Predicted

Percentage Correct

Step 0 Dummy_Schenking_Gedaan

Geen schenking gedaan 100,0

Reeds geschonken ,0

Overall Percentage 80,7

a. Constant is included in the model. b. The cut value is ,500

Variables in the Equation

B S.E. Wald df Sig. Exp(B)

Step 0 Constant -1,430 ,043 1125,402 1 ,000 ,239

Page 163: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—153

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Variables not in the Equation

Score df Sig.

Step 0 Variables

Maandelijks gezinsinkomen 3,051 1 ,081

Dummy_Kinderen 146,468 1 ,000

Dummy_Beroepsstatus_Zelfstandige ,391 1 ,532

Dummy_Beroepsstatus_Voltijds 137,863 1 ,000

Dummy_Beroepsstatus_Deeltijds 10,194 1 ,001

Dummy_Beroepsstatus_Student 31,061 1 ,000

Dummy_Beroepsstatus_Werkzoekend

3,416 1 ,065

Dummy_Beroepsstatus_Huisvrouw_man

,086 1 ,770

Dummy_Beroepsstatus_Andere 3,758 1 ,053

Dummy_Geslacht 7,501 1 ,006

Overall Statistics 546,864 10 ,000

Block 1: Method = Enter

Omnibus Tests of Model Coefficients

Chi-square df Sig.

Step 1

Step 546,225 10 ,000

Block 546,225 10 ,000

Model 546,225 10 ,000

Model Summary

Step -2 Log Likelihood Cox & Snell R Square

Nagelkerke R Square

1 2919,903a ,143 ,229

a. Estimation terminated at iteration number 8 because parameter estimates changed by less than ,001.

Hosmer and Lemeshow Test

Step Chi-square df Sig.

1 5,134 8 ,743

Contingency Table for Hosmer and Lemeshow Test

Dummy_Schenking_Gedaan = Geen schenking gedaan

Dummy_Schenking_Gedaan = Reeds geschonken

Total

Observed Expected Observed Expected

Step 1

1 344 342,379 6 7,621 350

2 338 336,245 13 14,755 351

3 326 324,333 29 30,667 355

4 272 269,131 33 35,869 305

5 209 207,951 31 32,049 240

6 268 271,760 51 47,240 319

7 293 295,459 61 58,541 354

8 277 288,464 81 69,536 358

9 265 268,602 122 118,398 387

10 258 245,676 255 267,324 513

Classification Table

a

Observed Predicted

Dummy_Schenking_Gedaan

Geen schenking gedaan

Reeds geschonken

Step 1 Dummy_Schenking_Gedaan

Geen schenking gedaan 2685 165

Reeds geschonken 510 172

Overall Percentage

Page 164: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—154

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Classification Tablea

Observed Predicted

Percentage Correct

Step 1 Dummy_Schenking_Gedaan

Geen schenking gedaan 94,2

Reeds geschonken 25,2

Overall Percentage 80,9

a. The cut value is ,500

Variables in the Equation

B S.E. Wald df Sig.

Step 1a

Maandelijks gezinsinkomen ,278 ,051 29,525 1 ,000

Dummy_Kinderen 1,230 ,152 65,733 1 ,000

Dummy_Beroepsstatus_Zelfstandige -1,504 ,145 107,634 1 ,000

Dummy_Beroepsstatus_Voltijds -2,088 ,122 291,908 1 ,000

Dummy_Beroepsstatus_Deeltijds -1,903 ,181 110,805 1 ,000

Dummy_Beroepsstatus_Student -3,733 1,015 13,522 1 ,000

Dummy_Beroepsstatus_Werkzoekend

-2,130 ,616 11,943 1 ,001

Dummy_Beroepsstatus_Huisvrouw_man

-1,488 ,335 19,683 1 ,000

Dummy_Beroepsstatus_Andere -2,061 ,444 21,562 1 ,000

Dummy_Geslacht ,126 ,099 1,614 1 ,204

Constant -1,855 ,188 97,900 1 ,000

Variables in the Equation

Exp(B)

Step 1a

Maandelijks gezinsinkomen 1,321

Dummy_Kinderen 3,422

Dummy_Beroepsstatus_Zelfstandige ,222

Dummy_Beroepsstatus_Voltijds ,124

Dummy_Beroepsstatus_Deeltijds ,149

Dummy_Beroepsstatus_Student ,024

Dummy_Beroepsstatus_Werkzoekend ,119

Dummy_Beroepsstatus_Huisvrouw_man ,226

Dummy_Beroepsstatus_Andere ,127

Dummy_Geslacht 1,135

Constant ,156

a. Variable(s) entered on step 1: Maandelijks gezinsinkomen, Dummy_Kinderen, Dummy_Beroepsstatus_Zelfstandige, Dummy_Beroepsstatus_Voltijds, Dummy_Beroepsstatus_Deeltijds, Dummy_Beroepsstatus_Student, Dummy_Beroepsstatus_Werkzoekend, Dummy_Beroepsstatus_Huisvrouw_man, Dummy_Beroepsstatus_Andere, Dummy_Geslacht.

Frequenties logit algemeen model 2 5.4.2.7.6

Wat is uw maandelijks netto-gezinsinkomen uit arbeid of zelfstandige activiteiten?

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

0 - 1.500 euro 487 13,8 13,8 13,8

1.501 - 3.000 euro 1314 37,2 37,2 51,0

3.001 - 4.500 euro 1150 32,6 32,6 83,6

4.501 - 7.500 euro 467 13,2 13,2 96,8

Meer dan 7.500 euro 114 3,2 3,2 100,0

Total 3532 100,0 100,0

Page 165: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—155

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Dummy_Kinderen

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Geen Kinderen 953 27,0 27,0 27,0

Kinderen 2579 73,0 73,0 100,0

Total 3532 100,0 100,0

Dummy_Beroepsstatus_Zelfstandige

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 3010 85,2 85,2 85,2

Zelfstandige 522 14,8 14,8 100,0

Total 3532 100,0 100,0

Dummy_Beroepsstatus_Voltijds

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 1915 54,2 54,2 54,2

Voltijds aan de slag 1617 45,8 45,8 100,0

Total 3532 100,0 100,0

Dummy_Beroepsstatus_Deeltijds

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 3153 89,3 89,3 89,3

Deeltijds aan de slag 379 10,7 10,7 100,0

Total 3532 100,0 100,0

Dummy_Beroepsstatus_Student

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 3397 96,2 96,2 96,2

Student 135 3,8 3,8 100,0

Total 3532 100,0 100,0

Dummy_Beroepsstatus_Werkzoekend

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 3493 98,9 98,9 98,9

Werkzoekend 39 1,1 1,1 100,0

Total 3532 100,0 100,0

Dummy_Beroepsstatus_Huisvrouw_man

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 3465 98,1 98,1 98,1

Huisvrouw/Huisman 67 1,9 1,9 100,0

Total 3532 100,0 100,0

Dummy_Beroepsstatus_Pensioen

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 2821 79,9 79,9 79,9

Pensioen 711 20,1 20,1 100,0

Total 3532 100,0 100,0

Dummy_Beroepsstatus_Andere

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 3470 98,2 98,2 98,2

Geen van voorgaande 62 1,8 1,8 100,0

Total 3532 100,0 100,0

Page 166: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—156

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Dummy_Geslacht

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Vrouw 1777 50,3 50,3 50,3

Man 1755 49,7 49,7 100,0

Total 3532 100,0 100,0

5.4.3 Profielkenmerken van de schenker

5.4.3.1 Frequenties

Wat is uw maandelijks netto-gezinsinkomen uit arbeid of zelfstandige activiteiten?

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

0 - 1.500 euro 108 14,4 15,6 15,6

1.501 - 3.000 euro 236 31,4 34,2 49,8

3.001 - 4.500 euro 207 27,6 30,0 79,7

4.501 - 7.500 euro 103 13,7 14,9 94,6

Meer dan 7.500 euro 37 4,9 5,4 100,0

Total 691 92,0 100,0

Missing

Weet ik niet 41 5,5 7 1 ,1 System 18 2,4 Total 60 8,0

Total 751 100,0

Dummy_Geslacht

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Vrouw 343 45,7 45,8 45,8

Man 406 54,1 54,2 100,0

Total 749 99,7 100,0 Missing System 2 ,3 Total 751 100,0

Dummy_Beroepsstatus_Zelfstandige

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 626 83,4 83,5 83,5

Zelfstandige 124 16,5 16,5 100,0

Total 750 99,9 100,0 Missing System 1 ,1 Total 751 100,0

Dummy_Beroepsstatus_Voltijds

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 571 76,0 76,1 76,1

Voltijds aan de slag 179 23,8 23,9 100,0

Total 750 99,9 100,0 Missing System 1 ,1 Total 751 100,0

Page 167: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—157

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Dummy_Beroepsstatus_Deeltijds

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 699 93,1 93,2 93,2

Deeltijds aan de slag 51 6,8 6,8 100,0

Total 750 99,9 100,0 Missing System 1 ,1 Total 751 100,0

Dummy_Beroepsstatus_Student

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 749 99,7 99,9 99,9

Student 1 ,1 ,1 100,0

Total 750 99,9 100,0 Missing System 1 ,1 Total 751 100,0

Dummy_Beroepsstatus_Werkzoekend

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 747 99,5 99,6 99,6

Werkzoekend 3 ,4 ,4 100,0

Total 750 99,9 100,0 Missing System 1 ,1 Total 751 100,0

Dummy_Beroepsstatus_Huisvrouw_man

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 734 97,7 97,9 97,9

Huisvrouw/Huisman 16 2,1 2,1 100,0

Total 750 99,9 100,0 Missing System 1 ,1 Total 751 100,0

Dummy_Beroepsstatus_Pensioen

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 380 50,6 50,7 50,7

Pensioen 370 49,3 49,3 100,0

Total 750 99,9 100,0 Missing System 1 ,1 Total 751 100,0

Dummy_Beroepsstatus_Andere

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 744 99,1 99,2 99,2

Geen van voorgaande 6 ,8 ,8 100,0

Total 750 99,9 100,0 Missing System 1 ,1 Total 751 100,0

Page 168: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—158

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Dummy_Burgerlijke_Status_Samenwonend

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 679 90,4 91,1 91,1

Samenwonend 66 8,8 8,9 100,0

Total 745 99,2 100,0 Missing System 6 ,8 Total 751 100,0

Dummy_Burgerlijke_Status_Gehuwd

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 165 22,0 22,1 22,1

Gehuwd 580 77,2 77,9 100,0

Total 745 99,2 100,0 Missing System 6 ,8 Total 751 100,0

Dummy_Burgerlijke_Status_Gescheiden

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 709 94,4 95,2 95,2

Gescheiden 36 4,8 4,8 100,0

Total 745 99,2 100,0 Missing System 6 ,8 Total 751 100,0

Dummy_Burgerlijke_Status_Alleenstaand

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 682 90,8 91,5 91,5

Alleenstaand 63 8,4 8,5 100,0

Total 745 99,2 100,0 Missing System 6 ,8 Total 751 100,0

Dummy_Diploma_LagerOnderwijs

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 692 92,1 92,6 92,6

Lager Onderwijs 55 7,3 7,4 100,0

Total 747 99,5 100,0 Missing System 4 ,5 Total 751 100,0

Dummy_Diploma_SecundairOnderwijs

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 467 62,2 62,5 62,5

Secundair Onderwijs 280 37,3 37,5 100,0

Total 747 99,5 100,0 Missing System 4 ,5 Total 751 100,0

Page 169: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—159

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Dummy_Diploma_HogerOnderwijs

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 354 47,1 47,4 47,4

Hoger Onderwijs 393 52,3 52,6 100,0

Total 747 99,5 100,0 Missing System 4 ,5 Total 751 100,0

Dummy_Diploma_AnderOnderwijs

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 728 96,9 97,5 97,5

Geen van voorgaande 19 2,5 2,5 100,0

Total 747 99,5 100,0 Missing System 4 ,5 Total 751 100,0

Dummy_Kinderen

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Geen Kinderen 64 8,5 8,6 8,6

Kinderen 679 90,4 91,4 100,0

Total 743 98,9 100,0 Missing System 8 1,1 Total 751 100,0

Dummy_Leeftijd_Jong

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 741 98,7 98,9 98,9

Jonge leeftijd 8 1,1 1,1 100,0

Total 749 99,7 100,0 Missing System 2 ,3 Total 751 100,0

Dummy_Leeftijd_Gemiddeld

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 408 54,3 54,5 54,5

Gemiddelde leeftijd 341 45,4 45,5 100,0

Total 749 99,7 100,0 Missing System 2 ,3 Total 751 100,0

Dummy_Leeftijd_Oud

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 349 46,5 46,6 46,6

Oudere leeftijd 400 53,3 53,4 100,0

Total 749 99,7 100,0 Missing System 2 ,3 Total 751 100,0

Page 170: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—160

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Dummy_Gezondsheidstoestand_Slecht

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 723 96,3 96,4 96,4

Slechte gezondsheidstoestand 27 3,6 3,6 100,0

Total 750 99,9 100,0 Missing System 1 ,1 Total 751 100,0

Dummy_Gezondsheidstoestand_Gemiddeld

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 589 78,4 78,5 78,5

Gemiddelde gezondsheidstoestand 161 21,4 21,5 100,0

Total 750 99,9 100,0 Missing System 1 ,1 Total 751 100,0

Dummy_Gezondsheidstoestand_Goed

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere 188 25,0 25,1 25,1

Goede gezondsheidstoestand 562 74,8 74,9 100,0

Total 750 99,9 100,0 Missing System 1 ,1 Total 751 100,0

Dummy_Postcode_Brussel

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere Provincie 611 81,4 90,1 90,1

Dummy postcode Brussel 67 8,9 9,9 100,0

Total 678 90,3 100,0 Missing System 73 9,7 Total 751 100,0

Dummy_Postcode_Antwerpen

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere Provincie 572 76,2 84,4 84,4

Dummy postcode Antwerpen 106 14,1 15,6 100,0

Total 678 90,3 100,0 Missing System 73 9,7 Total 751 100,0

Dummy_Postcode_WVlaanderen

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere Provincie 427 56,9 63,0 63,0

Dummy postcode West-Vlaanderen 251 33,4 37,0 100,0

Total 678 90,3 100,0 Missing System 73 9,7 Total 751 100,0

Page 171: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDElib.ugent.be/.../214/856/RUG01-002214856_2015_0001_AC.pdf · 2015. 11. 7. · 733-8011.art (consultatie 30 april 2015). 2 ...

Bijlage 5.4—161

Buyle Eline & Dhaemers Annelies – Master Accountancy & Fiscaliteit

Masterproef: Motieven bij schenken

Dummy_Postcode_OVlaanderen

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

Valid

Andere Provincie 424 56,5 62,5 62,5

Dummy postcode Oost-Vlaanderen 254 33,8 37,5 100,0

Total 678 90,3 100,0 Missing System 73 9,7 Total 751 100,0

5.4.3.2 Gemiddeldes Case Processing Summary

Cases

Included Excluded Total

N Percent N Percent N Percent

Mijn leeftijd is: 749 99,7% 2 0,3% 751 100,0% Hoeveel schenkingen werden reeds gedaan?

670 89,2% 81 10,8% 751 100,0%

Report

Mijn leeftijd is: Hoeveel schenkingen werden

reeds gedaan?

Mean 60,9907 5,3119 N 749 670 Std. Deviation 11,52090 77,59392

Case Processing Summary

Cases

Included Excluded Total

N Percent N Percent N Percent

Vul per categorie in hoeveel kinderen u heeft.-Kinderen jonger dan 10 jaar-Biologische kinderen

228 30,4% 523 69,6% 751 100,0%

Vul per categorie in hoeveel kinderen u heeft.-Kinderen ouder dan 10 jaar die nog thuis wonen-Biologische kinderen

268 35,7% 483 64,3% 751 100,0%

Vul per categorie in hoeveel kinderen u heeft.-Kinderen ouder dan 10 jaar die alleen wonen-Biologische kinderen

404 53,8% 347 46,2% 751 100,0%

Report

Vul per categorie in hoeveel kinderen u

heeft.-Kinderen jonger dan 10 jaar-

Biologische kinderen

Vul per categorie in hoeveel kinderen u

heeft.-Kinderen ouder dan 10 jaar die

nog thuis wonen-Biologische kinderen

Vul per categorie in hoeveel kinderen u

heeft.-Kinderen ouder dan 10 jaar die

alleen wonen-Biologische kinderen

Mean ,23 ,76 1,77 N 228 268 404 Std. Deviation ,630 ,912 1,044