Twaalfde CM ziekenhuisbarometer · keer een rapport over de ziekenhuishygiëne met resultaten per...

51
Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 1 Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer Opzet van de studie Reeds twaalf jaar op rij publiceert CM de evolutie op jaarbasis van de gemiddelde ziekenhuisfactuur betaald door onze leden. Deze resultaten zijn gebaseerd op de analyse van zo’n 1,4 miljoen facturen 1 van CM-leden voor hun ziekenhuisopnames in 2015, in de 101 Belgische ziekenhuizen opgenomen in deze studie. 2 Deze jaarlijkse studie laat ons toe om de evolutie van de factuur bij ziekenhuisopname sinds 2003 op te volgen. Aan de hand hiervan formuleren we een aantal aanbevelingen voor een betere financiële bescherming van de patiënt. De ziekenhuizen worden elk jaar betrokken bij de analyses. Zij krijgen reeds voor publicatie de kans om te reageren op hun resultaten. Op die manier worden fouten in de registratie en de facturatie zo goed mogelijk gedetecteerd en krijgen we een correcter beeld van de realiteit. 3 Op de CM-website vindt de surfer voor elk ziekenhuis de mediaan factuur per dienst terug. Op deze manier kan hij de prijzenpolitiek van de verschillende ziekenhuizen in België met elkaar vergelijken. Deze studie spreekt zich niet uit over de verhouding tussen prijs en kwaliteit. Het onderzoek gaat enkel over de financiële toegankelijkheid van een ziekenhuisverblijf. 4 Er is echter steeds meer informatie over de kwaliteit van ziekenhuizen beschikbaar en ook CM tracht hier zijn steentje aan bij te dragen. Net zoals onze ziekenhuisbarometer, zijn dit slechts instrumenten die een verbeterde dialoog tussen patiënt en arts over prijs en kwaliteit moeten realiseren 5 : - Op www.zorgkwaliteit.be publiceren de Vlaamse ziekenhuizen hun resultaten op verschillende kwaliteitsindicatoren. 6 Het Plateforme pour l'Amélioration continue de la Qualité des soins et de la Sécurité des patients (PAQS) streeft een gelijkaardige publicatie van kwaliteitsindicatoren na voor de Franstalige ziekenhuizen. 7 Een bezoek aan deze websites kan de patiënt ondersteunen in het formuleren van gerichte kwaliteitsvragen. 1 Het betreft de patiëntenfacturen alvorens tegemoetkoming in het kader van de maximumfactuur 2 Zie bijlage 4 achteraan. 3 Ook na publicatie zijn we bereid de nodige correcties aan te brengen voor wat betreft onze kostenmodule. 4 Een ‘duur’ ziekenhuis biedt dus niet noodzakelijk een betere zorgkwaliteit aan dan een ‘goedkoop’ ziekenhuis, en omgekeerd. 5 Wanneer een ziekenhuis hoger uitkomt qua prijs of slechter uitkomt qua kwaliteit, kan dit immers het gevolg zijn van het aanbieden van hooggespecialiseerde zorg of het behandelen van een doelpubliek dat extra vatbaar is voor complicaties. 6 Dit is een verwezenlijking van Het Vlaams Indicatorenproject voor Patiënten en Professionals (VIP²). Ziekenhuizen kunnen zelf kiezen hun resultaten op de website te publiceren. 7 http://www.paqs.be/

Transcript of Twaalfde CM ziekenhuisbarometer · keer een rapport over de ziekenhuishygiëne met resultaten per...

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 1

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer

Opzet van de studie

Reeds twaalf jaar op rij publiceert CM de evolutie op jaarbasis van de gemiddelde

ziekenhuisfactuur betaald door onze leden. Deze resultaten zijn gebaseerd op de analyse van zo’n

1,4 miljoen facturen1 van CM-leden voor hun ziekenhuisopnames in 2015, in de 101 Belgische

ziekenhuizen opgenomen in deze studie.2

Deze jaarlijkse studie laat ons toe om de evolutie van de factuur bij ziekenhuisopname sinds 2003

op te volgen. Aan de hand hiervan formuleren we een aantal aanbevelingen voor een betere

financiële bescherming van de patiënt.

De ziekenhuizen worden elk jaar betrokken bij de analyses. Zij krijgen reeds voor publicatie de

kans om te reageren op hun resultaten. Op die manier worden fouten in de registratie en de

facturatie zo goed mogelijk gedetecteerd en krijgen we een correcter beeld van de realiteit.3

Op de CM-website vindt de surfer voor elk ziekenhuis de mediaan factuur per dienst terug. Op deze

manier kan hij de prijzenpolitiek van de verschillende ziekenhuizen in België met elkaar

vergelijken.

Deze studie spreekt zich niet uit over de verhouding tussen prijs en kwaliteit. Het onderzoek gaat

enkel over de financiële toegankelijkheid van een ziekenhuisverblijf.4 Er is echter steeds meer

informatie over de kwaliteit van ziekenhuizen beschikbaar en ook CM tracht hier zijn steentje aan

bij te dragen. Net zoals onze ziekenhuisbarometer, zijn dit slechts instrumenten die een

verbeterde dialoog tussen patiënt en arts over prijs en kwaliteit moeten realiseren5:

- Op www.zorgkwaliteit.be publiceren de Vlaamse ziekenhuizen hun resultaten op

verschillende kwaliteitsindicatoren.6 Het Plateforme pour l'Amélioration continue de la

Qualité des soins et de la Sécurité des patients (PAQS) streeft een gelijkaardige publicatie

van kwaliteitsindicatoren na voor de Franstalige ziekenhuizen.7 Een bezoek aan deze

websites kan de patiënt ondersteunen in het formuleren van gerichte kwaliteitsvragen.

1 Het betreft de patiëntenfacturen alvorens tegemoetkoming in het kader van de maximumfactuur 2 Zie bijlage 4 achteraan. 3 Ook na publicatie zijn we bereid de nodige correcties aan te brengen voor wat betreft onze kostenmodule. 4 Een ‘duur’ ziekenhuis biedt dus niet noodzakelijk een betere zorgkwaliteit aan dan een ‘goedkoop’ ziekenhuis, en omgekeerd. 5 Wanneer een ziekenhuis hoger uitkomt qua prijs of slechter uitkomt qua kwaliteit, kan dit immers het gevolg zijn van het aanbieden van hooggespecialiseerde zorg of het behandelen van een doelpubliek dat extra vatbaar is voor complicaties. 6 Dit is een verwezenlijking van Het Vlaams Indicatorenproject voor Patiënten en Professionals (VIP²). Ziekenhuizen kunnen zelf kiezen hun resultaten op de website te publiceren. 7 http://www.paqs.be/

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 2

- Ook het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid publiceerde onlangs voor de tweede

keer een rapport over de ziekenhuishygiëne met resultaten per ziekenhuis.8

- Aan Vlaamse kant worden de rapporten van de Zorginspectie over de Vlaamse ziekenhuizen

gepubliceerd.9

- In de CM heupstudie publiceerden we in december 2015 ook kwaliteitsindicatoren van alle

Belgische ziekenhuizen voor het plaatsen van een totale heupprothese.

- CM en het Intermutualistisch Agentschap (IMA) hebben ook reeds verschillende studies

gepubliceerd rond het volume van bepaalde ingrepen in de Belgische ziekenhuizen. Bij

bepaalde ingrepen bestaat er immers een link tussen de kwaliteit van uitvoering van een

ingreep en het aantal keren dat de ingreep al werd uitgevoerd. Momenteel bestaan er

volumelijsten per ziekenhuis voor longkankerchirurgie, slokdarmkankerchirurgie en

pancreaskankerchirurgie.

De afschaffing van de ereloonsupplementen op medische prestaties in tweepersoonskamers en

meerpersoonskamers in het dagziekenhuis vanaf 27 augustus 2015 vormt bij uitstek de belangrijkste

evolutie voor de patiëntenfactuur in het ziekenhuis. De ereloonsupplementen op medische

prestaties bij klassieke opname in een twee- of meerpersoonskamer werden reeds verboden op 1

januari 2013, terwijl er sinds 1 januari 2010 al een algemeen verbod bestaat voor

kamersupplementen op twee- of meerpersoonskamers. Een ziekenhuisarts kan dus enkel

ereloonsupplementen aanrekenen wanneer de patiënt voor een eenpersoonskamer kiest. Deze

ereloonsupplementen kunnen oplopen tot het vastgelegd maximaal toegelaten plafond in het

betrokken ziekenhuis, maar een arts kan er eveneens voor kiezen om minder of geen

ereloonsupplementen te vragen. Minister De Block heeft aangekondigd dat ze in het kader van de

hervorming van de ziekenhuisfinanciering komaf wil maken met ereloonsupplementen.10

In 2015 werd ook een nieuwe vereenvoudigde patiëntenfactuur uitgewerkt die de ziekenhuizen

vanaf 1 januari 2016 in gebruik konden nemen. Dit factuurmodel werd verplicht vanaf 1 oktober

2016 en beoogt de patiënt een toegankelijker overzicht te geven van de aangerekende kosten.

Ter ere van het CM congres op 20 juni 2015 organiseerden we een grootschalige ledenenquête,

waaraan ruim 50.000 leden deelnamen. Voor de ziekenhuissector springen in deze enquête vooral

volgende resultaten in het oog:

- Een ruime meerderheid verkiest bij ziekenhuisopname het verblijf in een

eenpersoonskamer (73%). Eveneens staan ze achter het principe van de gelijke vergoeding

voor medische behandeling ongeacht de kamerkeuze (86%).

8 www.wiv-isp.be/nl/pershoek/strijd-tegen-zorginfecties-ontdek-de-score-van-elk-ziekenhuis 9 Beschikbaar op de website van de Vlaamse Zorginspectie http://www4wvg.vlaanderen.be/wvg/zorginspectie/inspectieverslagen/Paginas/ziekenhuizen_verslagen.aspx ; TestAankoop biedt een module aan die deze resultaten samenvat: www.test-aankoop.be/gezondheid/hospitalisatie/dossier/inspectieresultaten-kwaliteit-ziekenhuizen-voor-internistisch-zorgtraject 10 De Standaard, De Block pakt ongelijke tarieven in ziekenhuizen aan, 20 juni 2016, 13.

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 3

- De steun aan het principe van zorgconcentratie (79% akkoord) en de bereidheid om een

zekere afstand af te leggen om naar een kwaliteitsvol referentieziekenhuis te gaan (46% is

zelfs bereid meer dan 50km af te leggen).

Samenvatting van de opvallendste vaststellingen voor 2015

Gemiddelde factuur o De gemiddelde factuur voor een klassieke opname (alle kamers) werd 1% goedkoper en

staat in 2015 op een gemiddeld bedrag van 555 euro.

Een eenpersoonskamer werd in 2015 eveneens 1% goedkoper. Deze gemiddelde

factuur daalde van 1.476 euro in 2014 tot 1.463 euro in 2015.

De tweepersoonskamers werd in 2015 2% goedkoper. De gemiddelde factuur

daalde van 284 euro in 2014 tot 278 euro in 2015.

Het verschil tussen een eenpersoonskamer en een gemeenschappelijke kamer

bedraagt aldus een vijfvoud. o De gemiddelde factuur voor een dagopname (alle kamers) werd daarentegen duurder:

+4 procent voor chirurgische ingrepen en +13 procent voor niet-chirurgische ingrepen.

Hiermee komt de gemiddeld patiëntenfactuur (alle kamers) voor het chirurgisch

dagziekenhuis op 170 euro en voor het niet-chirurgisch dagziekenhuis op 41 euro.

Er is enkel sprake van een kostenstijging in de eenpersoonskamers. De

gemiddelde factuur steeg voor de chirurgische ingrepen in een

eenpersoonskamer met 1% van 730 euro in 2014 naar 735 euro in 2015. De

gemiddelde factuur voor de niet-chirurgische ingrepen in een

eenpersoonskamer steeg met 2% van 427 euro in 2014 naar 437 euro in 2015.

De gemiddelde prijs daalt wat betreft de kamers voor twee of meer personen (-

6% en -1%). Hiermee daalt de gemiddelde factuur voor chirurgische ingrepen in

een gemeenschappelijke kamer van 130 euro in 2014 naar 122 euro in 2015.

Voor niet-chirurgische ingrepen in een gemeenschappelijke kamer zien we een

verwaarloosbare daling van 24,99 euro in 2014 naar 24,79 euro in 2015.

De factuur in een eenpersoonskamer voor chirurgische ingrepen bedraagt aldus

een zesvoud van de factuur in twee- of meerpersoonskamers. Het verschil

tussen de eenpersoonskamers en de gemeenschappelijke kamers voor niet-

chirurgische ingrepen bedraagt een vijfvoud.

Ereloonsupplementen o De totale massa aangerekende ereloonsupplementen in eenpersoonskamers is gestegen

met 4%. Dit ligt in de lijn met de gemiddelde stijging van 5% per jaar van de afgelopen

jaren.

o Deze toename volgt voornamelijk uit het systematischer aanrekenen van supplementen

op technische prestaties. Dit zijn prestaties waarbij de patiënt de arts niet ziet. Ter

illustratie: In 2015 steeg de globale massa ereloonsupplementen op klinische biologie

verder met 17%, op anatomopathologie met 16,5% en op de prestaties medische

beeldvorming door de connexisten11 met 13,9%.

o In het klassiek ziekenhuis steeg het gemiddeld aangerekend bedrag

ereloonsupplementen in eenpersoonskamers met 1% in 2015. Deze trend onderscheidt

11 Connexisme is de mogelijkheid om sommige onderzoeken of behandelingen uit een ander specialisme zelf uit te voeren

wanneer dat gebeurt met het oog op de eigen specialistische diagnosestelling of behandeling van de patiënt: bijvoorbeeld beeldvorming van de buik door een specialist in maag- en darmziekten. Bron: FOD Sociale Zaken en Volksgezondheid.

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 4

zich van de jaarlijkse 3,4% groei die we de afgelopen 14 jaar gezien hebben.

Desalniettemin, zien we dat op tien jaar tijd, de groei 4% bedroeg.

o 12 ziekenhuizen hebben het maximaal percentage ereloonsupplementen in

eenpersoonskamers verhoogd: bij 7 van de 12 ziekenhuizen gaat het om een verhoging

van 50 tot 100%.

o Bij 23 ziekenhuizen nam het gemiddeld ereloonsupplement met meer dan 10% toe ten

opzichte van 2014.

o In 2015 waren er 32 ziekenhuizen waarin op medische prestaties maximaal 100%

ereloonsupplementen konden worden aangerekend, ten opzichte van 38 ziekenhuizen in

2014.

o In 14 ziekenhuizen stond het maximum plafond ereloonsupplementen in 2015 op 300%.

o In 2015 vertegenwoordigden deze ereloonsupplementen in de factuur voor een klassieke

hospitalisatie in een eenpersoonskamer 900 euro van het factuurtotaal van 1463 euro.

Kamersupplementen o De totale massa kamersupplementen in eenpersoonskamers in klassieke hospitalisatie is

toegenomen in 2015 met 0,4%. Het gemiddeld aangerekend bedrag kamersupplementen

bij klassieke hospitalisatie is gedaald met 3%.

o Het gemiddeld aangerekend bedrag voor een chirurgische dagopname vermindert in

2015 met 1%. Ook in het niet-chirurgisch dagziekenhuis daalt dit bedrag met 1%.

o Bepaalde individuele ziekenhuizen hebben echter hun kamersupplementen enorm

opgetrokken ten opzichten van 2014. Dit heeft te maken met het uitbreiden van het

aanbod eenpersoonskamers, aangezien steeds meer ziekenhuizen ‘luxe

eenpersoonskamers’ aanbieden tegen hogere kamersupplementen dan de standaard

eenpersoonskamer.

o Deze supplementen kunnen immers variëren van gemiddeld 18 euro per dag (in het

UZA) tot 164 euro (in de Cliniques Universitaires Saint-Luc).

Opnames in eenpersoonskamers o In 2015 waren er in totaal 174.500 opnames in eenpersoonskamers, wat een toename

van 4.339 opnames betekent ten opzichte van 2014. Het aantal opnames bedraagt

gemiddeld:

23 procent bij een klassieke opname:

68,5% in de materniteit

10,5% in de geriatrie en revalidatie

In de pediatrie nam het aantal eenpersoonskamers de voorbije jaren

telkens toe, maar dit aandeel blijft in 2015 stabiel op 38% van de

verblijven.

In het dagziekenhuis is het aandeel opnames in eenpersoonskamers veel

kleiner, namelijk 4,7 procent:

7,7% voor chirurgische ingrepen

3,9% voor niet-chirurgische ingrepen.

o De toename van de opnames in de eenpersoonskamers bedraagt 2,5% en van het aantal

opnames in tweepersoonskamers 1,5%.

De uitbreiding van het aanbod eenpersoonskamers in vele ziekenhuizen (renovaties

en nieuwe constructies) beantwoordt duidelijk aan een vraag12 bij de

patiëntenpopulatie en zal een verdere stijging van het aantal opnames in

eenpersoonskamers stimuleren.

12 Ook bij de enquête die ter gelegenheid van het CM Congres van juni 2015 afgenomen werd, antwoordde 73% van de

respondenten (van de in totaal meer dan 51.000) dat ze een opname in een eenpersoonskamer verkiezen.

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 5

De ligduur in het klassiek ziekenhuis o De ligduur bij klassieke hospitalisatie zet zijn dalende trend verder. De gemiddelde

ligduur in het klassiek ziekenhuis (alle kamers) daalde van 6,5 dagen in 2006 naar 5,5

dagen in 2015.

o De gemiddelde ligduur in een eenpersoonskamer op de materniteit daalde van 4,7

dagen in 2014 naar 4,3 dagen in 2015. Op de dienst geriatrie en revalidatie zien we dan

weer voornamelijk op de twee en meerpersoonskamers een opvallende daling van 16,7

dagen in 2014 naar 16,0 dagen in 2015.

o Deze dalende trend verklaart mede de verlaging van de gemiddelde factuur.

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 6

CM-achtpuntenplan om geneeskunde met twee snelheden te

vermijden

Het aanrekenen van kamer- en ereloonsupplementen in de ziekenhuizen neemt geleidelijk toe en

de verschillen tussen de ziekenhuizen blijven groot. Deze verschillen zouden ertoe kunnen leiden

dat er twee types ziekenhuizen gaan ontstaan: ziekenhuizen voor de ‘rijken’ en ziekenhuizen voor

de minder gegoeden. Deze tendens naar een duale geneeskunde moeten we tegengaan, vindt CM.

Deze acht concrete voorstellen van CM dragen daartoe bij.

1. Een beperking van de ereloonsupplementen in eenpersoonskamers

De ereloonsupplementen in eenpersoonskamers kennen sinds 2004, het beginjaar van onze

metingen, elk jaar een forse stijging.

Aangezien deze supplementen verboden werden in twee- of meerpersoonskamers en alleen nog in

de eenpersoonskamers gevraagd kunnen worden, ontstaat het risico dat artsen druk gaan

uitoefenen op hun patiënt om hen voor een eenpersoonskamer te doen kiezen. Deze evolutie kan

op termijn leiden tot een duale geneeskunde, met twee soorten ziekenhuizen. Aan de ene kant

ziekenhuizen waarin het medisch korps meer kan verdienen en waarin er systematisch

eenpersoonskamers worden aangeboden. Aan de andere kant, betaalbare ziekenhuizen, die echter

moeilijkheden ondervinden in het aantrekken van artsen en meer gegoede patiënten.

Ziekenhuizen, die met overheidssubsidies gebouwd worden, die voor de verzorging van de

patiënten worden gefinancierd, en waar artsen werkzaam zijn wier prestaties in grote mate worden

terugbetaald door de sociale zekerheid, moeten medische zorg aanbieden die voor iedereen gelijk

is en voor iedereen betaalbaar blijft.

Zeker voor bevallingen, waarbij de ouders meestal voor eenpersoonskamer kiezen, dringt deze

beperking zich op. Ereloonsupplementen vormen in sommige ziekenhuizen een reëel financieel

risico voor de jonge ouders.

De afschaffing van ereloonsupplementen op medische prestaties in twee- of meerpersoonskamers is

een goede zaak voor de toegankelijkheid tot gespecialiseerde medische hulp in het ziekenhuis. Het

is echter niet verdedigbaar dat het inkomen van de ziekenhuisarts momenteel afhankelijk is van de

kamerkeuze. Daarom pleiten we in de eerste plaats voor een degelijke herijking van de

nomenclatuur, namelijk een rechtvaardiger waardering voor intellectuele prestaties daar waar nu

de technische prestaties soms overgewaardeerd worden. Minister De Block heeft het RIZIV de

opdracht gegeven hier werk van te maken. Ten tweede pleiten we voor een herziening van het

systeem van ereloonsupplementen. Minister De Block heeft aangekondigd dat ze komaf wil maken

met de ereloonsupplementen, maar voor de uitwerking hiervan geven we de voorkeur aan het

overlegmodel. In het Medicomut akkoord van 2016-2017, dat op 21 december 2015 gesloten werd,

wordt een diepgaande discussie tussen de artsen en de ziekenfondsen rond de

ereloonsupplementen voorzien. Ook de ziekenhuizen hebben een belangrijke rol in een dergelijke

discussie, omdat ze via het systeem van de afdrachten een deel van hun financiering uit de

erelonen halen. Een beperking van de ereloonsupplementen heeft aldus ook een invloed op wat de

ziekenhuizen van artsen kunnen vragen als bijdrage in de ziekenhuisfinanciering. De uitgewerkte

strategie moet er bovendien voor zorgen dat specialisten zich gemotiveerd blijven engageren voor

het aanbieden van zorg in de ziekenhuizen, zodat we geen vlucht naar de private zorgverlening

creëren. De eenzijdig opgelegde besparingen van oktober 2016 brengen het voortbestaan van het

Medicomut akkoord en de daaraan gekoppelde afspraken in gevaar. CM pleit voor een ernstig en

constructief debat over de supplementen met het oog op het maken van bepaalde afspraken ter

bescherming van de patiënt, met respect voor de objectieve financiële noden van de ziekenhuizen

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 7

en met een correcte vergoeding van artsen. Volledige transparantie van de financiële stromen is

een essentieel onderdeel om als partners tot een beter systeem te komen.

2. Een verbod op ereloonsupplementen voor technische prestaties.

Onder ‘technische prestaties’ verstaan wij prestaties waarbij er geen enkel contact met de patiënt

plaatsvindt en waarbij de patiënt dus niet zelf voor zijn zorgverlener kiest (typische voorbeelden

hiervan zijn: prestaties voor klinische biologie en radiologie). Het aanrekenen van deze

supplementen past niet in de logica van een arts-patiënt relatie en er bestaan grote

praktijkverschillen tussen de ziekenhuizen. Jammer genoeg zien we eveneens opnieuw een

verontrustende stijging van de ereloonsupplementen op dit type prestaties.

Voor de technische prestaties klinische biologie in de ambulante zorg ligt er momenteel een

ontwerp van Koninklijk Besluit klaar, dat het resultaat is van het overleg tussen de

artsenvertegenwoordigers en de Verzekeringsinstellingen. Dit ontwerp beoogt de supplementen op

deze erelonen in te perken, het aanrekenen van administratiekosten te verbieden en de financiële

transparantie te verbeteren.

3. Garantie van de vrije keuze van arts ongeacht het kamertype

Als ziekenfonds krijgen wij regelmatig signalen van patiënten dat zij verplicht worden voor een

eenpersoonskamer te ‘kiezen’ indien zij door een bepaalde arts willen behandeld worden. Dit is

onaanvaardbaar, want de kamerkeuze mag op geen enkele manier de bereidheid van een arts

beïnvloeden om een patiënt te verzorgen en mag evenmin een invloed hebben op de

beschikbaarheid van de arts. De Orde der Geneesheren stelt dat het weigeren van zorg aan een

patiënt op basis van de kamerkeuze ingaat tegen de geneeskundige plichtenleer (advies van 22

februari 2014). Ook de Federale Commissie Rechten van de patiënt heeft geoordeeld dat een arts

zijn patiënt niet mag beïnvloeden door bepaalde voorwaarden voor behandelingen op te leggen

tegen de wil van de patiënt in (zoals de keuze voor een eenpersoonskamer) (advies 24 oktober

2014).

4. Het uitbouwen van voldoende ambulante structuren om de verkorting van de ligduur op te

vangen

Het verminderen van de ligduur kan voor bepaalde medische zorgen een positieve evolutie vormen,

wanneer dit efficiënter en minstens even kwaliteitsvol georganiseerd kan worden. Hiervoor moeten

er wel voldoende adequate ambulante zorgvoorzieningen uitgebouwd zijn, daar waar dit nu nog

niet overal het geval is. Eveneens moeten we de patiënt hoeden voor een mogelijk hogere

ambulante factuur, daar de ambulante zorg niet per se goedkoper is dan de ziekenhuiszorg en niet

noodzakelijk goedkoper wordt aangeboden. Bovendien verschuiven bepaalde kosten hierdoor uit de

dekking van de hospitalisatieverzekeringen.

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 8

5. Een kostenraming voor patiënten vóór hun ziekenhuisopname

De variatie in de facturen voor de patiënt is enorm. Tien procent van de patiënten in het klassiek

ziekenhuis betaalt, alle kamers samengeteld, minder dan 50 euro, maar een andere tien procent

moet meer dan 1.339 euro neertellen en bij één op de honderd opnames loopt de factuur zelfs op

tot meer dan 6.615 euro. Om verrassingen te vermijden is het dus wenselijk dat patiënten voor hun

opname een kostenraming zouden krijgen, hetzij op het moment van de afspraak, hetzij via een

‘kostprijssimulator’ op de website van het ziekenhuis. Meer dan een ziekenhuis stelt reeds

dergelijke simulator online ter beschikking. CM juicht dit toe en moedigt de andere ziekenhuizen

aan hier ook werk van te maken. Artikel 8§2 van de wet op de patiëntenrechten preciseert

bovendien dat de financiële gevolgen van de ziekenhuisopname deel uit maken van de informatie

die de patiënt moet ontvangen om zijn geïnformeerde toestemming te kunnen geven voor de te

ontvangen zorgen.

6. Solidariseren van de kost van niet-terugbetaalde geneesmiddelen onder de

ziekenhuispatiënten, zodat geen enkele patiënt voor een onaangename verrassing komt te

staan

CM pleit voor het solidariseren van de kost voor niet-terugbetaalde geneesmiddelen. Elke patiënt

zou dan per opname 32 euro betalen, ongeacht zijn of haar eigen gebruik van niet-terugbetaalde

geneesmiddelen. Deze vorm van forfaitarisering zou de onvoorspelbare variatie van de kost van niet

terugbetaalde geneesmiddelen doen verdwijnen.

7. Een patiëntenfactuur van maximaal 200 euro voor een opname met overnachting in een

kamer van twee of meer personen

Zonder ereloonsupplementen, met goed vergoed medisch materiaal en gesolidariseerde niet-

terugbetaalde geneesmiddelen moet het mogelijk zijn de factuur voor elke patiënt in een kamer

voor twee of meer personen in elk ziekenhuis te beperken tot 200 euro. In 2015 hadden, dankzij

het beschermingsmechanisme van de maximumfactuur (MAF), slechts 12 procent (eveneens 12% in

2014) van de opnames in kamers voor twee of meer personen, oftewel iets minder dan 69.000

patiënten, een factuur hoger dan 200 euro. Zo kan elke patiënt er op rekenen dat hij of zij nooit

meer dan 200 euro uit eigen zak zal moeten betalen.

8. Een correcte en transparante financiering van de ziekenhuizen die de verpleegkundige zorg

en andere personeelskosten beter dekt

De stijgende ereloonsupplementen in eenpersoonskamers en de grote variatie tussen de

ziekenhuizen en artsen doen vragen rijzen over de mechanismes van de ziekenhuisfinanciering.

Welk aandeel van de artsenhonoraria is er werkelijk nodig voor een correcte ziekenhuisfinanciering?

De financiële druk op de artsen om mee de werking van het ziekenhuis te financieren, is voor

sommige specialisten een reden om zich op een privépraktijk te richten waar zij vrij hun

honorarium kunnen bepalen.

Een transparantere en correctere financiering van de ziekenhuizen, zou deze continue stijging van

ereloonsupplementen en de sluipende privatisering van de geneeskunde tegengaan. Als CM eisen we

een verduidelijking van de bestemming van ereloonsupplementen. Het volledig aandeel ten laste

van de patiënt in de totale inkomsten van de ziekenhuizen groeit van jaar tot jaar en maakt

vandaag zo’n 10% van hun budget uit, namelijk meer dan 1,7 miljard euro. Als dit bedrag verder

blijft stijgen, is er sprake van een de facto privatisering. De hervorming van de

ziekenhuisfinanciering laat ook toe om een einde te maken aan de voortdurende en kunstmatige

verhoging van het aantal opnames. Het aantal opnames komt dan terug in lijn met de werkelijke

bevolkingsevoluties en de werkelijke toestand van de publieke gezondheid.

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 9

Het Plan van Aanpak van Minister De Block van 24 april 2015 vormt hier een belangrijke aanzet toe

door een hervormingskader uit te tekenen op basis van de input van de verschillende betrokken

actoren. Er lopen verschillende studies die een correcte nieuwe financiering moeten

verwezenlijken, maar deze dreigen onder tijdsdruk slechts beperkte resultaten op te leveren. Deze

resultaten moeten vervolgens ook aanvaard worden door de spelers op het terrein. Er worden in het

kader van de besparingen voor 2017 eveneens grote inspanningen van de ziekenhuizen gevraagd. De

ziekenhuizen worden aangemaand om via netwerken met andere ziekenhuizen het aanbod te

rationaliseren en om in dit nieuwe organisatiekader kwaliteitsvolle zorg te blijven aanbieden. De

regelgeving om dergelijke aanpassingen te maken wordt nog volop uitgewerkt. Een besparing op

een solidaire financiering van de ziekenhuisfinanciering, dreigt de kosten te verschuiven naar de

patiënt.

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 10

Zes tips voor de patiënt om onaangename verrassingen te vermijden

1. Kies kostenbewust of u een eenpersoonskamer of een gemeenschappelijke kamer

wenst. Informatie over de kost van de verschillende kamertypes vindt u op de

opnameverklaring die u wordt voorgelegd ten laatste op het moment van de opname. U kan

de opnameverklaring ook vooraf opvragen (de ziekenhuizen zijn vanaf nu verplicht deze

kosteninformatie op hun website te publiceren). Zeker voor een dagopname, waar u

maximaal enkele uren gebruik zal maken van uw kamer is dit belangrijk. Het verschil in

prijs tussen een eenpersoonskamer en een kamer voor twee of meer personen is er nog

groter dan bij een klassieke opname. Als patiënt kunt u zich steeds aan conventietarief

laten behandelen, wanneer u kiest voor een twee- of meerpersoonskamer.

2. Vraag uw arts te schatten wat de kost van de ingreep zal zijn (medisch materiaal en

ereloon). Bij een heelkundige ingreep bijvoorbeeld, kan de kost van het medisch materiaal

(implantaten of hechtmiddelen die in het lichaam blijven) hoog oplopen. De hoogte van het

ereloon kan en mag besproken worden. Vraag uw arts ook naar eventuele alternatieve

behandelingswijzen die financieel toegankelijker zijn en even kwaliteitsvol.

3. Vergelijk ziekenhuistarieven op www.cm.be/ziekenhuisfactuur om een indicatie van de

prijs te vinden. Hier vindt u de mediaan van verschillende kostenposten per

ziekenhuisdienst (onder het tabblad ‘Facturen (CM-barometer), bepaalde vaste tarieven

waaraan u zich kan verwachten (onder het tabblad ‘Tarieven’) en de contactgegevens van

de ziekenhuizen (onder het tabblad ‘Algemene Informatie’). Kijk hierbij met name naar het

maximaal plafond ereloonsupplementen dat de artsen mogen aanrekenen (te vinden bij

‘Tarieven’) en houd er rekening mee dat een hospitalisatieverzekering mogelijk maar een

lager percentage ereloonsupplementen dekt. Bespreek deze prijsindicatie verder met uw

arts om een zo correct mogelijke inschatting van de prijs te krijgen.

4. Vraag naar de tarieven van de ‘diverse kosten’ (televisie, telefoon, internet, maaltijd

voor de begeleidende partner of ouder… ). Elk ziekenhuis heeft een lijst ‘diverse kosten’

die u kan consulteren op de website of bij de ontvangstbalie. Consulteer deze lijst

voorafgaandelijk zodat u bewust kunt kiezen of u van deze bijkomstige diensten of

goederen gebruik wilt maken. Dit zijn kosten die losstaan van de medische zorg.

Opgelet: in het kader van onze studie en in de module op onze website rekenen we bij

‘diverse kosten’ ook niet-terugbetaalde medische prestaties.

5. Indien u vragen heeft over uw factuur, raden wij u aan zowel CM als het ziekenhuis in

kwestie te contacteren.. Onze medewerkers kunnen u uitleg geven over de inhoud van uw

factuur en nagaan of er geen fouten of onwettige aanrekeningen in staan. In die gevallen

kan de dienst ledenverdediging uw factuur betwisten bij het ziekenhuis. Het is ook

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 11

belangrijk het ziekenhuis te contacteren inzake deze vragen, maar ook in geval van

vertraging van betaling of moeilijkheden om het bedrag binnen de termijn te betalen.

6. Kijk zeker verder op onze website voor meer informatie over een ziekenhuisopname en

aarzel niet om ons te contacteren: www.cm.be/cm-dienstverlening-hospitalisatie/index.jsp

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 12

Vergelijkingsmodule voor de ziekenhuistarieven op cm.be

CM biedt op haar website een interactieve module aan om de prijzenpolitiek van de ziekenhuizen

te vergelijken (www.cm.be/ziekenhuisfactuur). Deze vergelijkingsmodule wordt elk jaar

geactualiseerd. Je kiest een kamertype, een type opname (met of zonder overnachting) en een

dienst of ingreep, selecteert vervolgens de gewenste ziekenhuizen en je krijgt het detail van de

kosten in de gekozen ziekenhuizen. De bedragen zijn opgesplitst in rubrieken zoals honoraria en

supplementen voor materiaal.

Om de tabel vlotter te kunnen lezen, staan de cijfers in verschillende kleuren.

Rood: dit ziekenhuis past de tarieven van de 25 procent duurste ziekenhuizen toe.

Oranje: dit ziekenhuis past de tarieven van de 25 procent ziekenhuizen met gemiddelde

tarieven toe.

Groen: dit ziekenhuis past de tarieven van de goedkoopste ziekenhuizen toe (onder de

mediaan). Ereloonsupplementen van minder dan 1 procent worden automatisch in het groen

aangeduid, ongeacht de mediaanwaarde.

De bedragen in deze vergelijking zijn gemiddelden (mediane waarden) op basis van de facturen van

2015. Deze bedragen zijn geen engagement: de werkelijke factuur kan lager of hoger zijn al

naargelang de zwaarte van de ingreep, het al dan niet geconventioneerd zijn van de geneesheer,

het type materiaal en de verblijfsduur. De gefactureerde bedragen geven ook geen enkele indicatie

over de kwaliteit van de zorg.

Indien het ziekenhuis ‘rode of oranje cijfers’ vertoont, raden wij de patiënten aan waakzaam te

zijn en meer informatie te vragen over de supplementen om verrassingen te vermijden.

Wanneer de waarden van de gekozen ziekenhuizen in het groen vermeld staan, kan de factuur toch

nog hoog zijn (ze hangt immers onder meer af van de ernst van de gezondheidstoestand en de

verblijfsduur), maar ze zal relatief lager zijn dan in ziekenhuizen waarvoor de resultaten in rood of

oranje aangeduid zijn voor dezelfde ingreep.

In ieder geval kunnen de patiënten die aangesloten zijn bij CM in geval van een overdreven hoge of

incorrecte factuur terecht bij CM-medewerkers. Elk jaar worden op deze manier enkele miljoenen

euro aan CM-leden terugbetaald.

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 13

Inhoud Opzet van de studie .................................................................................................. 1

Samenvatting van de opvallendste vaststellingen voor 2015 ................................................. 3

CM-achtpuntenplan om geneeskunde met twee snelheden te vermijden .................................. 6

Zes tips voor de patiënt om onaangename verrassingen te vermijden .................................... 10

Vergelijkingsmodule voor de ziekenhuistarieven op cm.be.................................................. 12

Analyse van de ziekenhuisfacturen van 2015 ................................................................... 14

1. Evolutie van het aantal ziekenhuisopnames ........................................................... 14

2. Evolutie van het aantal opnames in eenpersoonskamers en regionale verschillen ............. 17

Klassieke opnames ............................................................................................. 17

Dagziekenhuis .................................................................................................. 18

3. Evolutie van de gemiddelde factuur per kamertype en regionale verschillen .................. 19

Klassieke opnames ............................................................................................. 19

Chirurgisch dagziekenhuis .................................................................................... 20

4. De ereloonsupplementen ................................................................................. 21

Wat veranderde er op 1 januari 2013 en op 27 augustus 2015? ....................................... 21

De maxima volgens de opnameverklaringen .............................................................. 22

Werkelijk aangerekende ereloonsupplementen: klassieke opnames in eenpersoonskamers ..... 24

Hoeveel kost een bevalling in het ziekenhuis?............................................................ 27

Hoeveel kost een pacemaker-ingreep (implantatie, verwijdering of vervanging)? ................ 29

Chirurgisch dagziekenhuis .................................................................................... 30

Inkomsten van de ziekenhuizen uit patiëntenbetalingen naargelang het kamertype ............. 31

11. De kamersupplementen voor eenpersoonskamers ................................................ 32

Klassieke opnames ............................................................................................. 32

Dagziekenhuis .................................................................................................. 34

12. De kost van het materiaal ............................................................................. 34

Chirurgische ingreep met klassieke opname .............................................................. 35

Chirurgisch dagziekenhuis .................................................................................... 35

13. De niet-vergoede geneesmiddelen ................................................................... 37

Klassiek .......................................................................................................... 37

Chirurgisch dagziekenhuis .................................................................................... 38

Bijlage 1: Overzichtstabellen van de gemiddelde kost voor de patiënt ................................... 39

Bijlage 2: Methodologie ............................................................................................ 45

Bijlage 3: Ereloonsupplementen, wettelijk toegestaan? ..................................................... 48

Bijlage 4: Ziekenhuizen opgenomen in deze studie ........................................................... 49

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 14

Analyse van de ziekenhuisfacturen van 2015

1. Evolutie van het aantal ziekenhuisopnames

In België tellen we sinds 2011 meer dan 3,2 miljoen ziekenhuisopnames per jaar. Bijna de helft

daarvan (47%) zijn dagopnames en dit aandeel blijft stijgen (+2% ten opzichte van 2014). De laatste

10 jaar is het aantal klassieke opnames toegenomen met 1%, terwijl het aantal dagopnames toenam

met gemiddeld 4,1%. De huidige trend houdt dus een belangrijke ontwikkeling van de dagopname

in. Dit type opname is immers minder belastend voor de maatschappij en comfortabeler voor de

patiënt, die sneller terug naar huis kan gaan. Als we naar internationale statistieken kijken, zal dit

type opname wellicht nog veel toenemen in de volgende jaren. Dit heeft niet alleen te maken met

het feit dat bestaande behandelingen minder zwaar worden door de verbeterde technieken

(bijvoorbeeld operaties via kijkbuis), ook komen er nieuwe vormen van behandeling bij waarvoor

geen overnachting vereist is (vb. nieuwe geneesmiddelen voor chemotherapie bij kanker). Jaarlijks

komen er voor heel het land zo’n 50.000 dagopnames13 bij, zodat we in 2015 uitkwamen op 1,69

miljoen dagopnames.

Dagopnames vervangen deels de klassieke opnames (bijvoorbeeld voor cataractoperaties, of voor de

behandeling van spataders), maar ook het aantal klassieke opnames stijgt. In 2015 telden we

32.500 klassieke opnames meer dan in 2014 (groei van 1,8 procent). Dit brengt het totaal op 1,9

miljoen klassieke opnames op nationaal niveau (Zie figuur 1).

Ook de daling in de verblijfsduur bij de klassieke opnames met 2% tussen 2014 en 2015 is

kenmerkend voor de voorbije jaren. Onze gemiddelde verblijfsduur blijft echter hoger dan het

gemiddelde in onze buurlanden. Het aantal ziekenhuisbedden zou dus kunnen afgebouwd worden,

mits een voldoende uitbouw van financieel toegankelijke ambulante zorgstructuren. De rol van

ziekenhuizen kan vervolgens wel worden uitgebreid, rekening houdend met de maatschappelijke

vooruitgang, zoals thuishospitalisatie en transmurale zorg.

Bovendien is de groei van het aantal opnames groter dan wat er op basis van de groei en de

vergrijzing van onze bevolking kan worden verwacht. Het huidig financieringssysteem is daarvan de

oorzaak: Om dezelfde financiering te blijven krijgen, moeten de ziekenhuizen noodzakelijk

wedijveren om een zo groot mogelijk aantal opnames.

Dit is één van de redenen waarom we een onmiddellijke grondige herziening van de

ziekenhuisfinanciering vragen.

13 Bij de dagopnames worden bepaalde forfaits niet meegerekend, namelijk de forfaits voor dialyse, chronische pijn en manipulatie poortkatheter. Bovendien werden de opnames gefactureerd met een ‘miniforfait’ (afgeschaft in 2014, maar ter identificatie aan 0 EUR gefactureerd) niet betrokken in deze studie, omdat de aard van deze opnames te heterogeen is voor een zinvolle analyse. Deze verschillende forfaits zijn zeer frequent en hun aantal stijgt fors, maar ze kunnen vanuit medisch oogpunt niet als een echte dagopname worden beschouwd. Voor de facturatie en de opnameverklaring behoren het miniforfait en het forfait chronische pijn echter wel tot de dagopname (financieel oogpunt).

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 15

Figuur 1: Evolutie van het aantal ziekenhuisopnames in België 2002-2015

We maken onderscheid tussen chirurgisch en niet-chirurgisch dagziekenhuis. In het niet-chirurgisch

dagziekenhuis worden heel wat relatief snelle ingrepen gedaan zoals de verwijdering van een

tandwortel in het kaakbeen, het wegnemen van goedaardige gezwellen via kijkbuis, het

radiologisch in beeld brengen van de kransslagaders, enzovoort. Andere veel voorkomende types

behandelingen in niet-chirurgisch dagziekenhuis zijn de kankerbehandeling met geneesmiddelen

(chemotherapie), de nierdialyse en de chronische pijnbehandeling. Deze twee laatsten beschouwen

we eerder als ambulante prestaties en dus niet als echte ziekenhuisopnames.

De meest voorkomende chirurgische dagingrepen zijn ingrepen in de domeinen oftalmologie

(oogheelkunde), orthopedie (heelkunde van het steun- en bewegingsapparaat), stomatologie

(mond- en kaakheelkunde), oto-rhino-laryngologie (ingrepen door neus-, keel-, oorartsen, kortweg

ORL of NKO), urologie (operatieve behandelingen aan de urinewegen en/of mannelijke

geslachtsorganen) en gynaecologie (operatieve behandelingen aan het vrouwelijk

voortplantingssysteem). Oftalmologie en orthopedie zijn samen goed voor de helft van de ingrepen

in het chirurgisch dagziekenhuis.

Figuur 2 geeft een idee van de verdeling van de verschillende pathologieën bij de chirurgische

dagopnames.

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 16

Figuur 2: Aandeel van de verschillende pathologieën in het aantal dagopnames

De klassieke opnames (dus de opnames mét overnachting) in deze studie zijn gegroepeerd volgens

de dienst waarbinnen de patiënt verzorgd werd. Volgende vijf diensten werden weerhouden in de

analyses: heelkunde, inwendige geneeskunde14, pediatrie, materniteit en de dienst geriatrie en

revalidatie. Figuur 3 geeft de verdeling van de opnames weer overheen deze diensten.

Figuur 3: Aandeel van de selectie van diensten in de klassieke opnames

14 Patiënten die een heelkundige ingreep ondergingen maar toch op de dienst inwendige geneeskunde verbleven, worden in

deze studie ondergebracht bij de dienst heelkunde.

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 17

2. Evolutie van het aantal opnames in eenpersoonskamers en regionale

verschillen

In België hangt de hoogte van de ziekenhuisfactuur in de eerste plaats af van de kamerkeuze van de

patiënt. Een patiënt die kiest voor een eenpersoonskamer betaalt een vijfvoud van wat een patiënt

betaalt die zijn kamer deelt met één of meerdere personen. De hogere prijs heeft niet alleen

betrekking op de kamer zelf (kamersupplementen, zie punt 5), maar ook op de prijs die de arts

aanrekent (ereloonsupplementen, zie punten 3 en 4). Om de patiëntenfactuur te evalueren is het

dus belangrijk te weten in welk kamertype een patiënt terecht komt.

Klassieke opnames

Het aandeel van de opnames in eenpersoonskamers (berekend op basis van het aandeel opnames

waarbij een kamersupplement werd aangerekend15) neemt licht toe in 2015, gemiddeld 23 procent

bij een klassieke opname 68,5 procent in de materniteit en 10,5 procent in de geriatrie en

revalidatie. In de pediatrie nam het aantal eenpersoonskamers de voorbije jaren telkens toe en

lijkt het in 2015 stabiel te blijven aan 38% van de verblijven. We zien wel een duidelijke tendens in

de stijging van het aandeel eenpersoonskamers, die zich in bepaalde ziekenhuizen zeer

uitgesproken voordoet. Bij bepaalde ziekenhuizen maken de opnames in eenpersoonskamers 40%

van het totaal aantal opnames uit, of zelfs meer (Het Hôpital Civil Marie Curie in Charleroi en het

CHIREC in Brussel). Deze tendens is nog niet zichtbaar in het nationale aandeel, maar begint zich te

onthullen in de provinciale cijfers. Het aantal beschikbare eenpersoonskamers zal in de toekomst

verder toenemen, op het tempo van de nieuwe infrastructuurwerken en/of renovaties die de

ziekenhuizen ondernemen.

Figuur 4: Kamerkeuzebeleid per ziekenhuis, aantal eenpersoonskamers in 2012 en 2015

15 In een aantal gevallen wordt geen kamersupplement aangerekend terwijl de patiënt toch in een éénpersoonskamer ligt,

(bijvoorbeeld om medische redenen). De eenpersoonskamer was dan geen expliciete keuze van de patiënt. In dit geval beschouwen wij dit ook als een opname in een twee- of meerpersoonskamer.

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 18

De meerderheid van de opnames gebeurt dus nog steeds in twee- of meerpersoonskamers, maar de

materniteit vormt hierop de uitzondering: daar is zowel de vraag naar als het aanbod aan

eenpersoonskamers veel groter.

Deze cijfers verbergen grote verschillen tussen de ziekenhuizen. In het AZ Oudenaarde, het UZA,

CHC Saint-Vincent en Sainte-Elisabeth (Luik, belangrijke materniteit) en het AZ Klina, waren er

respectievelijk 69%, 59%, 53% en 44% opnames in eenpersoonskamers (op basis van de gehanteerde

CM facturen). Aan de andere kant van het spectrum, zien we het Centre de Santé des Fagnes en la

Clinique André Renard met slechts 13% en 12% opnames in een eenpersoonskamer, maar drie

ziekenhuizen hebben zelfs een nog beperkter aandeel opnames in een eenpersoonskamer (CH

Epicura, het ziekenhuiscentrum van Dinant, Universitair Kinderziekenhuis Koningin Fabiola).

De verschillen op provinciaal niveau zijn af te lezen in figuur 5:

Figuur 5: Proportie kamertype per provincie, klassieke opnames, 2015

Dagziekenhuis

In het dagziekenhuis is het aandeel opnames in eenpersoonskamers veel kleiner: 7,7 procent voor

chirurgische ingrepen, 3,9 procent voor niet-chirurgische. In sommige gevallen is er dan ook bijna

geen sprake van een kamer en rust je gewoon even uit in een zetel.

Ook deze cijfers verbergen grote verschillen tussen ziekenhuizen. In het CHC St Vincent-Ste

Elisabeth zijn meer dan 60% van de chirurgische dagopnames in een eenpersoonskamer, terwijl in

CHC St Joseph en CHIREC er respectievelijk sprake is van 33% en 32% opnames in een

eenpersoonskamer. In andere ziekenhuizen worden er nooit eenpersoonskamers aangerekend in het

chirurgisch dagziekenhuis. De variatie op niveau van de provincies is zichtbaar op figuur 6.

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 19

Figuur 6: proportie kamertype per provincie, chirurgisch dagziekenhuis, 2015

3. Evolutie van de gemiddelde factuur per kamertype en regionale

verschillen

Klassieke opnames

Een klassieke opname in het ziekenhuis daalde in zijn geheel (alle kamers) met 1 procent voor de

patiënt in 2015. Deze gehele kostendaling geldt voor beide kamertypes: 1% daling in 1PK en 2% in

2PK.

We komen in 2015 uit op een gemiddelde van 278 euro ten laste van de patiënt voor een opname in

kamers voor twee of meer personen, en een vijfvoud daarvan, namelijk 1.463 euro, voor een

opname in een eenpersoonskamer. Het gemiddelde over alle kamertypes heen bedraagt 555 euro.

Over de periode van 2004 tot 2015 betekent dit een jaarlijkse reële stijging van 1,2 procent in

eenpersoonskamers (ter herinnering: dit bedroeg 5% in 2014!) en een jaarlijkse reële daling van 3,1

procent in kamers voor twee of meer personen (zie figuur 7).

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 20

Figuur 7: Evolutie van de gemiddelde kost per opname, per kamertype

Chirurgisch dagziekenhuis

De evolutie van de factuur in het dagziekenhuis vertoont gelijkenissen met deze in het klassiek

ziekenhuis, maar de recente evolutie is toch verschillend. Daar waar in het klassieke ziekenhuis de

prijs globaal daalt met 1%, stellen we in het chirurgisch dagziekenhuis een gemiddelde stijging van

4% vast (1% in de eenpersoonskamers en -6% in de kamers voor twee of meer personen). Zo komen

we in 2015 uit op een gemiddelde van 122 euro ten laste van de patiënt voor een dagopname in

kamers voor twee of meer personen. Ook hier vermenigvuldigen we dit bedrag met 6 voor de

eenpersoonskamers, namelijk 735 euro ten laste van de patiënt voor een dagopname in een

eenpersoonskamer.

De gemiddelde kostprijs over alle kamertypes heen bedraagt 170 euro. Over de periode van 2009

tot 2015 betekent dit een jaarlijkse reële stijging van 3,0 procent in eenpersoonskamers en van 2,1

procent in kamers voor twee of meer personen (zie figuur 8). De verklaring voor deze stijging

bespreken we in de volgende punten, maar kort samengevat zijn zowel de ereloonsupplementen

als de materiaalkost hiervoor verantwoordelijk.

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 21

Figuur 8: Evolutie van de factuur voor de patiënt in chirurgisch dagziekenhuis, prijzen 2015

4. De ereloonsupplementen

Wat veranderde er op 1 januari 2013 en op 27 augustus 2015?

Op 1 januari 2013 verbood de overheid alle ereloonsupplementen in kamers voor twee of meer

personen in het klassiek ziekenhuis. De overheid behield wel de mogelijkheid om

ereloonsupplementen aan te rekenen in het dagziekenhuis.

Vanaf 1 juli 2014 zou het verbod ook gelden voor oncologische zorg in het dagziekenhuis en werd

het verbod voor patiënten met verhoogde tegemoetkoming of met het statuut van ‘chronisch ziek’

terug hersteld zoals dat voorheen ook al bestond16. Behalve voor oncologische zorg, bleven

ereloonsupplementen dus toegestaan in kamers voor twee- of meer personen in het

dagziekenhuis. We hebben steeds aangedrongen op een totaalverbod voor honorariasupplementen

in kamers voor twee- of meer personen, ongeacht het type hospitalisatie. De nieuwe regering heeft

hier navolging aan gegeven door een volledig verbod in te voeren, van kracht sinds 27 augustus

2015.

De tariefzekerheid voor patiënten in kamers voor twee of meer personen is dus momenteel

gegarandeerd. De situatie in eenpersoonskamers is echter een heel ander verhaal:

Sinds 1 januari 2015 hebben 12 ziekenhuizen het percentage ereloonsupplementen in

eenpersoonskamers verhoogd. Deze verhoging volgde ook in een aantal andere

ziekenhuizen in 2016. Bovendien werden de ereloonsupplementen systematischer

toegepast: bij 23 ziekenhuizen verhoogde het gemiddeld ereloonsupplement met meer

dan 10% ten opzichte van 2014!

16 Dit verbod bestond al voor deze patiënten (door de wet op de ‘beschermde patiënten’) maar het verbod van 1 januari

2013 had als onbedoeld neveneffect dat deze bescherming werd opgeheven.

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 22

Terwijl er ‘slechts’ een beperkt aantal ziekenhuizen hun ereloonsupplementen heeft

verhoogd in eenpersoonskamers, heeft een veel groter aantal zijn kamersupplementen

verhoogd, die eveneens de factuur ten laste van de patiënt verzwaart.

Het aandeel van de opnames in een eenpersoonskamer begint zichtbaar te stijgen,

zowel voor de klassieke hospitalisatie als voor het dagziekenhuis. Momenteel is het

aandeel eenpersoonskamers 23% voor de klassieke hospitalisatie en 7,7% voor het

chirurgisch dagziekenhuis.

De maxima volgens de opnameverklaringen

Het maximaal percentage ereloonsupplementen is het maximum dat elk ziekenhuis met zijn

artsen afspreekt. Dit maximum (per kamertype) staat in de opnameverklaring die elke patiënt ter

ondertekening ten laatste bij het begin van de opname krijgt voorgelegd, en is uitgedrukt in

procent van het officieel tarief per prestatie17. Op de opnameverklaring duidt de patiënt zijn/haar

kamerkeuze aan. Uit deze opnameverklaringen leiden wij af dat in 2015 32 ziekenhuizen de artsen

nooit meer dan 100 procent ereloon mogen aanrekenen (figuur 9), ten opzichte van 38 in 2014.

Twaalf ziekenhuizen trokken hun maxima op in 2015 (van voorheen 100, 110, 150, 175 of 200

procent naar 110, 115, 125 of 150, 200 of 250 procent; bij 7 van de 12 ziekenhuizen gaat het om

een verhoging van 50 tot 100%). In 2014 hadden zes ziekenhuizen hen dit voorgedaan. In 14

ziekenhuizen stond het maximum plafond ereloonsupplementen in 2015 op 300%.

Figuur 9: Maximaal aan te rekenen ereloonsupplement in elk ziekenhuis 2015

In onderstaande figuur zien we een rangschikking van de maximale plafonds van zowel 2010 als

2015. De x-as vertegenwoordigt hierin de plaats in de rangschikking en niet één bepaald ziekenhuis,

waardoor een bepaald ziekenhuis bijvoorbeeld voor 2010 nog in het midden van de reeks kan staan

en voor 2015 een stuk naar rechts kan zijn opgeschoven. Door deze weergave zien we hoe op een

periode van vijf jaar tijd steeds meer ziekenhuizen hogere maxima plafonds hanteren en hoe de

groep ziekenhuizen met maxima van 100% wegslinken:

17 Het officieel tarief is gelijk aan de som van de RIZIV- vergoeding plus het persoonlijk aandeel van de patiënt voor de

betreffende prestatie.

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 23

Figuur 10: Rangschikking van maximale ereloonsupplementen in 2010 en 2015

De gegevens, geüpdatet voor 2016 werden gevisualiseerd op de kaart van België in figuur 11.

Figuur 11: Maximaal aan te rekenen ereloonsupplement 2016, per ziekenhuis op de kaart van

België

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 24

Werkelijk aangerekende ereloonsupplementen: klassieke opnames in eenpersoonskamers

Naast de maxima is het ook leerrijk te analyseren wat de werkelijk toegepaste

ereloonsupplementen waren in 2015. Deze bedroegen gemiddeld 66 procent. De reden waarom dit

veel lager ligt dan de maxima, is dat er op heel wat artsenprestaties geen ereloonsupplementen

(mogen) worden aangerekend18. In 2015 vertegenwoordigden deze ereloonsupplementen voor de

klassieke opnames 900 euro van het factuurtotaal van 1463 euro.

De ereloonsupplementen zijn toegenomen met 1% ten opzichte van vorig jaar. Op tien jaar tijd zijn

ze gegroeid met 4,3%.

Het Brusselse ziekenhuis CHIREC blijft de hoogste bedragen aanrekenen voor vergelijkbare

behandelingen. Dit lees je af van de kolommen ‘gemiddeld procent ereloonsupplement’ in tabel 1.

De rangschikking gebeurt op basis van ‘gemiddeld percent ereloonsupplement’, aangezien dit een

vergelijkbaar gegeven is. De totale gemiddelde factuur voor de patiënt daarentegen is geen

vergelijkbaar gegeven, want deze hangt af van de zwaarte van de behandelingen in het

ziekenhuis. Zo is er bij een academisch ziekenhuis over het algemeen sprake van een hogere

gemiddelde factuur ook al rekent het procentueel minder ereloonsupplementen aan.

Bij deze 12de barometer, stellen we vast dat de ‘top 10’ van Tabel 1, elk jaar ongeveer dezelfde

blijft. De vier eerste ziekenhuizen uit deze tabel komen sinds 2004 zelfs systematisch elk jaar

terug.

De kleine groep ziekenhuizen uit tabel 1 overschaduwt de veel grotere groep van ziekenhuizen waar

de facturen stabieler blijven van jaar tot jaar. In tabel 2 vind je de top-tien van de minst dure

ziekenhuizen in eenpersoonskamers.

Tabel 1: Top-tien van de ziekenhuizen met de hoogste gemiddelde ereloonsupplementen (in

procent) in eenpersoonskamers voor klassieke opnames (van hoger naar lager)

18 Voorbeelden hiervan zijn forfaitaire honoraria voor medische beeldvorming en klinische biologie.

Gemeente Ziekenhuis

gemiddelde

totale patiënten-

factuur

maximum1

procent

ereloon-

supplement

Toename/afname

gemiddeld ereloon-

supplement in 2015

gemiddeld

procent

ereloon-

supplement

1. Bruxelles2 CHIREC 3.023 € 300% -1,16% 171%

2. Rocourt CHC St. Vincent & Ste. Elisabeth 2.435 € 275% 0,62% 163%

3. Gosselies Clinique Notre-Dame De Grâce 2.495 € 250% -3,77% 153%

4. Bruxelles

Cliniques Universitaires Saint-Luc 4.213 € 300% -1,32% 150%

5. Brussel Europaziekenhuizen - Cliniques de L'Europe 2.668 € 300% 3,10%- 133%

6. Namur

Centre Hospitalier Regional Sambre et Meuse 2.382 € 200% 2,33% 132%

7. Bruxelles UVC Brugmann 2.570 € 300% -5,22% 127%

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 25

1 Percentage zoals vermeld op de opnameverklaring

2 Zes sites verspreid over Brussel en Waals-Brabant

Tabel 2: Top-tien van de ziekenhuizen met de laagste gemiddelde ereloonsupplementen (in

procent) in eenpersoonskamers (van lager naar hoger)

Gemeente Ziekenhuis

gemiddelde

totale patiënten-

factuur

maximum1

procent

ereloon

supplement

toename ereloon

supplement in 2015

gemiddeld

procent

ereloon

supplement

1. Oudenaarde AZ Oudenaarde 488 € 100% -40,91% 26%

2. Edegem UZ Antwerpen 859 € 200% -3,23% 30%

3. Izegem Sint-Jozefskliniek 897 € 100% 13,16% 43%

4. Arlon Vivalia (Cliniques du Sud-Luxembourg) 899 € 200% -13,46% 45%

5. Mouscron CH De Mouscron 1.139 € 100% -2,13% 46%

6. Heusden Sint-Franciskusziekenhuis 896 € 100% 0,00% 46%

7. Brasschaat AZ Klina 966 € 150% -29,85% 47%

8. Leuven RZ Heilig Hart Leuven 992 € 150% 0,00% 47%

9. Ieper Jan Yperman Ziekenhuis 963 € 100% 4,44% 47%

10. Genk Ziekenhuis Oost - Limburg 1.285 € 100% 17,07% 48%

1 Percentage zoals vermeld op de opnameverklaring

Het verschil tussen de ziekenhuizen blijkt ook als we deze groeperen per provincie (zie figuur 12).

Brussel is een grote uitschieter. In twee jaar tijd, na de totstandkoming van het CHU UCL Namur

(het ziekenhuis van Mont-Godine, het ziekenhuiscentrum van Dinant en de kliniek en materniteit

Ste Elisabeth zijn gefusioneerd), is de provincie Namen de duurste Waalse provincie geworden,

gevolgd door Waals-Brabant. In Vlaanderen zit Vlaams-Brabant het hoogst met twee ziekenhuizen

die de concurrentiële druk van Brussel ondervinden (RZ Sint Maria in Halle en AZ Jan Portaels,

Vilvoorde).

8. Namur CHU UCL Namur 2.420 € 200% 10,43% 127%

9. Bruxelles

Cliniques Universitaires Hôpital Erasme 3.150 € 300% -9,42% 125%

10. Ottignies Clinique Saint Pierre Ottignies 2.411 € 200% -1,59% 124%

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 26

Figuur 12: Samenstelling van de factuur voor de patiënt per provincie, klassieke opnames 2015

De variatie tussen de ziekenhuizen is dus groot, maar ook het soort ingreep bepaalt in sterke mate

het bedrag van de ereloonsupplementen. Dit is het gevolg van het feit dat ereloonsupplementen

berekend worden als een percent van de officiële tarieven. De ‘duurste’ behandelingen vinden

plaats in de diensten heelkunde en materniteit. Dit is goed zichtbaar in figuur 13.

Figuur 13: Evolutie van de ereloonsupplementen in eenpersoonskamers per dienst

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 27

Er is sprake van een grote ongelijkheid in de vergoeding van de verschillende artsenspecialismen.

De laatste jaren werden er een reeks inspanningen geleverd om deze verschillen weg te werken

door de vergoedingen van bijvoorbeeld geriaters en pediaters op te waarderen, maar er zijn nog

steeds grote verschillen zichtbaar.

De stijging van de ereloonsupplementen van de laatste jaren valt ook te verklaren door het feit dat

voordien enkel de zorgverstrekkers die rechtstreeks contact hadden met de patiënt erelonen

vroegen (de chirurg, de anesthesist,…). De afgelopen jaren stellen we een stijging vast in

ereloonsupplementen op toezichtshonoraria en de zogenaamde «technische prestaties» (klinische

biologie, radiologie, anatomopathologische analyses of genetische onderzoeken,…) (zie figuur 14).

De ereloonsupplementen op deze technische prestaties, uitgezonderd de toezichtshonoraria,

vertegenwoordigen momenteel 10% van het totaalbedrag gefactureerde supplementen. Deze dragen

dus in belangrijke mate bij aan de groei van de ereloonsupplementen van de afgelopen jaren. De

praktijken zijn erg verschillend tussen de ziekenhuizen onderling, maar neigen zich te

veralgemenen. Het lijkt ons echter niet normaal dat een zorgverstrekker die niet rechtstreeks met

de patiënt in contact staat, en voor wie de patiënt niet zelf kan kiezen, ereloonsupplementen

aanrekent.

Figuur 14: Evolutie van ereloonsupplementen in eenpersoonskamers, per type prestatie

Hoeveel kost een bevalling in het ziekenhuis?

In de materniteit kiezen patiënten het vaakst voor eenpersoonskamers. De grote meerderheid van

de moeders overnacht na de bevalling in een eenpersoonskamer.

Deze keuze brengt omvangrijke kamer- en ereloonsupplementen met zich mee. Daardoor is

bevallen in het ziekenhuis vaak duur. Voor een normale bevalling (geen keizersnede) betaal je

gemiddeld 181 euro in een tweepersoonskamer en 1.445 euro in een eenpersoonskamer. De

verschillen tussen de ziekenhuizen zijn groot (figuur 15).

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 28

Vlaanderen heeft het grootste aantal bevallingen in eenpersoonskamers. Daar zijn ze goedkoper

dan in Wallonië of Brussel. In Vlaanderen betaalde je in 2015 gemiddeld 1.186 euro, in Wallonië

1.816 euro en in Brussel 2.247 euro voor een bevalling in een eenpersoonskamer.

Figuur 15: Kost voor de patiënt van een klassieke bevalling: per kamertypes en per regio

De Brusselse ziekenhuizen bevinden zich dan ook, samen met enkele Waalse ziekenhuizen, in de

top 10 van duurste ziekenhuizen voor een natuurlijke bevalling: zie tabel 3.19

Tabel 3: Top-tien duurste ziekenhuizen voor een natuurlijke bevalling in een

eenpersoonskamer op basis van gemiddeld bedrag ereloonsupplementen (van lager naar hoger)

(van hoger naar lager)

Gemeente Ziekenhuis

Gemiddeld

totaalbedrag

(euro)

ten laste van de

patiënt

Gemiddeld

bedrag

kamer-supplem.

(euro)

Gemiddeld

bedrag (euro)

ereloon-

supplem.

1. Brussel Cliniques Universitaires Saint-Luc 3.171 € 867 € 2.011 €

2. Gosselies Clinique Notre-Dame De Grâce 2.790 € 485 € 2.004 €

3. Brussel CHIREC 2.742 € 583 € 1.868 €

4. Brussel Europaziekenhuizen - Cliniques de L'Europe 2.657 € 762 € 1.625 €

5. Luik CHC Cliniques Saint-Joseph 2.493 € 372 € 1.915 €

19 Het gemiddeld bedrag ereloonsupplementen is indicatief voor het bedrag waar je je kunt aan verwachten, maar opgelet:

het kan zijn dat de aan jou aangerekende bedrag ereloonsupplementen hier boven ligt! Voor een goede keuze wat betreft het ziekenhuis, vergelijk je best het maximaal percentage ereloonsupplementen (en het gemiddeld aangerekend bedrag ereloonsupplementen bij een gelijk maximumpercentage) en het gemiddeld bedrag kamersupplementen.

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 29

6. Rocourt CHC St. Vincent & Ste. Elisabeth 2.401 € 341 € 1.836 €

7. Ottignies Clinique Saint Pierre Ottignies 2.348 € 393 € 1.703 €

8. Brussel Kliniek Sint-Jan - Clinique Saint-Jean 2.129 € 382 € 1.499 €

9. Brussel UVC Brugmann 2.115 € 443 € 1.449 €

10. Namur CHU UCL Namur 2.073 € 374 € 1.467 € 1zes sites verspreid over Brussel en Waals-Brabant

Toch voeren sommige ziekenhuizen een gematigde prijspolitiek. In tabel 4 staan de tien

ziekenhuizen met de laagste gemiddelde factuur voor een bevalling in 2015. De regionale

verschillen zijn erg duidelijk: er staan voornamelijk Vlaamse ziekenhuizen in deze tabel.

Tabel 4: Top-tien goedkoopste ziekenhuizen voor een natuurlijke bevalling in een

eenpersoonskamer op basis van gemiddeld bedrag ereloonsupplementen (van lager naar hoger)

Gemeente Ziekenhuis

Gemiddeld

totaalbedrag

(euro)

ten laste van

de

patiënt

Gemiddeld

bedrag

kamer-supplem.

(euro).

Gemiddeld

bedrag (euro)

ereloon-

supplem

1. Edegem UZ Antwerpen 813,09 145,28 451,56

2. Auvelais Centre Hospitalier Régional sambre et Meuse 876,36 215,52 477,69

3. Genk Ziekenhuis Oost - Limburg 946,36 209,64 525,28

4. Gent AZ Jan Palfijn 971,2 166,96 588,14

5. Dendermonde AZ Sint-Blasius 982,09 148,68 595,25

6. Gent AZ Sint-Lucas 949,2 134,66 626,64

7. Sint-Truiden RZ Sint-Trudo 1003,7 165,78 637,19

8. Zottegem AZ Sint-Elisabeth 979,27 99,52 648,61

9. Mouscron CH De Mouscron 964,61 148,13 651,59

10. Deinze Sint-Vincentiusziekenhuis 1007,35 132,75 678,47

Hoeveel kost een pacemaker-ingreep (implantatie, verwijdering of vervanging)?

Ook voor een pacemaker-ingreep zien we dat de financiële toegankelijkheid in een

eenpersoonskamer verschilt per regio. In Brussel bedraagt het gemiddeld totaal bedrag ten laste

van de patiënt 2.574,04 €, in Wallonië 1.735,74 € en in Vlaanderen 1.639,54 €. De gemiddelde

bedragen ereloonsupplementen in de gewesten, bedragen respectievelijk 1.689,20 €, 1.182,82 € en

930,30 € (zie figuur 16).

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 30

Figuur 16: Gemiddelde bedragen voor de pacemaker ingreep, per regio 2015

Chirurgisch dagziekenhuis

Ook in de eenpersoonskamers in het chirurgisch dagziekenhuis kan de factuur hoog oplopen

omwille van de ereloonsupplementen. Deze bedroegen in 2015, gemiddeld 577 euro, of 4/5den van

de totale factuur van 735 euro. Tabel 5 geeft voor het voorbeeld van de orthopedische dagingrepen

de duurste ziekenhuizen weer voor opnames in eenpersoonskamers in 2015.

Tabel 5: Top 10 duurste ziekenhuizen orthopedie in dagziekenhuis, eenpersoonskamers 2015

1 Percentage zoals vermeld op de opnameverklaring

2 Zes sites verspreid over Brussel en Waals-Brabant

Gemeente Ziekenhuis

gemiddeld

totale factuur patiënt

gemiddeld bedrag

ereloon- supplementen

maximum1

procent

ereloon-

supplement

gemiddeld

procent

ereloon-

supplement

Bruxelles CHIREC 1.262 € 1.044 € 300% 212%

Soignies CH de La Haute Senne 1.115 € 955 € 300% 206%

Bruxelles Cliniques Universitaires Saint-Luc 1.040 € 931 € 300% 187%

Bruxelles UVC Brugmann 927 € 822 € 300% 185%

Eupen Sankt-Nikolaus Hospital 870 € 724 € 200% 171%

Seraing CH Bois De L'Abbaye et De Hesbaye 863 € 731 € 200% 160%

Hornu CH EpiCURA - Hornu - Frameries 733 € 629 € 250% 157%

Bruxelles Kliniek Sint-Jan - Clinique Saint-Jean 844 € 696 € 200% 156%

Bouge Clinique Saint-Luc 844 € 717 € 200% 155%

Gilly Grand Hôpital De Charleroi 777 € 660 € 200% 150%

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 31

In figuur 17 worden de verschillen per provincie duidelijk, waarbij ereloonsupplementen de

grootste variatie vertegenwoordigen.

Figuur 17: Patiëntenfactuur in het chirurgisch dagziekenhuis in eenpersoonskamers, per

provincie, 2015

Inkomsten van de ziekenhuizen uit patiëntenbetalingen naargelang het kamertype

Uit figuur 18 blijkt ook dat de totale inkomsten uit patiëntenbetalingen in eenpersoonskamers in

het klassiek ziekenhuis groter zijn dan deze uit de kamers voor twee of meer personen, hoewel er

dus meer opnames in kamers voor twee of meer personen zijn (zie punt 2). Voor het dagziekenhuis

(zowel chirurgisch als niet chirurgisch) blijven de totale inkomsten uit patiëntenbetalingen groter

uit de opnames in kamers voor twee of meer personen dan in eenpersoonskamers, omdat het aantal

opnames in eenpersoonskamers nog een stuk lager ligt dan deze in kamers voor twee of meer

personen.

0,00

200,00

400,00

600,00

800,00

1.000,00

1.200,00

1.400,00

1.600,00

euro

per

op

nam

e

Samenstelling van de patiëntenfactuur in het chirurgisch dagziekenhuis in 1-persoonskamers per provincie, 2013-2015

materiaal en diverse

geneesmiddelen

kamersupplement

honorariumsupplement

remgeld

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 32

Figuur 18: Totaal volume betalingen door patiënten per type hospitalisatie en kamer

De opnames in eenpersoonskamers vertegenwoordigen in 2015 maar 23 procent van alle opnames,

maar ze vertegenwoordigen wel 61 procent van de totale uitgaven van de patiënten voor klassieke

opnames. Het totaalbedrag aan uitgaven voor klassieke opnames door patiënten in

eenpersoonskamers was 643 miljoen euro en in kamers voor twee of meer personen 416,5 miljoen

euro. Als we hieraan de betaalde bedragen in dagopname toevoegen, bedraagt het huidige aandeel

waarvoor de patiënt instaat, alle kamertypes samengeteld, meer dan 1,7 miljard euro, oftewel zo’n

10% van de inkomsten van de acute ziekenhuizen.

11. De kamersupplementen voor eenpersoonskamers

Klassieke opnames

De kamersupplementen werden verboden voor ‘beschermde patiënten’ in 2006 en werden voor

iedereen afgeschaft in kamers voor twee of meer personen in 2010. Ze zijn echter nog steeds

toegelaten in eenpersoonskamers.

Uit de facturen blijkt er een enorme variatie in de kamersupplementen. Deze supplementen kunnen

immers variëren van gemiddeld 18 euro per dag in het UZA) tot 164 euro in (de Cliniques

Universitaires Saint-Luc). De hele reeks is zichtbaar in figuur 19. Deze geeft duidelijk aan dat een

opvallend aantal ziekenhuizen hun kamersupplementen in 2015 heeft verhoogd.

Deze supplementen kunnen beschouwd worden als « verblijfskosten ». De aanrekening van

dergelijke kosten is tot een zekere hoogte begrijpelijk. Het is daarentegen moeilijk te

verantwoorden om voor dit kamertype nog eens bijkomend kosten aan te rekenen voor de televisie,

een eigen koelkast en andere ‘comfortkosten’.

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 33

Figuur 19: Kamersupplement in eenpersoonskamer per ziekenhuis (gemiddelde op basis van

facturen)

Het gemiddelde is 50 euro per dag in het klassiek ziekenhuis. Dit betekent een stijging van 4

procent tegenover 2014. Deze stijging is zichtbaar in de volgende figuur (figuur 20).

Figuur 20: Evolutie van de kamersupplementen, klassieke opnames in éénpersoonskamers

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 34

Het spreekt voor zich dat opnames met een langere ligduur zich vertalen in een groter aandeel

kosten aan kamersupplementen op de factuur. Terwijl het gemiddelde bedrag aan

kamersupplementen 249 euro is, betaal je in de diensten geriatrie en revalidatie, ten gevolge van

de langere ligduur, gemiddeld 612 euro aan kamersupplementen.

Dagziekenhuis

Eenpersoonskamers komen minder vaak voor in dagziekenhuis. De prijs die ervoor aangerekend

wordt is echter vergelijkbaar met het klassiek ziekenhuis: 46 euro in chirurgisch dagziekenhuis (een

daling van 1 procent tegenover 2014) en 44 euro in niet-chirurgisch dagziekenhuis (-1 procent).

12. De kost van het materiaal

De sector van de implantaten (bijvoorbeeld heup- of knieprothesen, stents, pacemakers, maar ook

staafjes en vijsjes, vaatenten,…) en medische materialen (mini-camera’s voor kijkbuisoperaties,

katheters, hechtingsnietjes,…) is in volle ontwikkeling. Jaarlijks komen er nieuwe implantaten en

materialen bij die de oude vervangen of die nieuwe mogelijkheden introduceren in de

geneeskunde. We staan aan de vooravond van de introductie van op maat ontwikkelde en in 3D-

geprinte medische hulpstukken met nog ongekende mogelijkheden.

Aan deze technologische vernieuwing hangt uiteraard een prijskaartje. Gelukkig is het budget van

de Verplichte Verzekering voor dit type materialen de laatste jaren aanzienlijk verhoogd (jaarlijks

4,1 procent, zie groene balken in figuur 21). Het budget voor deze materialen kende in 2015 een

groei van 5,4%. We kunnen eveneens vaststellen dat de kosten ten laste van de patiënt voor

materiaalsupplementen of het niet-terugbetaald materiaal gestabiliseerd zijn, terwijl het bedrag

van de remgelden vermindert (naar 176 miljoen euro). Op een termijn van 9 jaar bekeken, zijn de

totaalkosten ten laste van de patiënt stabiel gebleven (zie figuur 21). Een belangrijk aandeel van

deze kost valt nu onder het systeem van de maximumfactuur. Toch moeten we alert blijven ten

aanzien van de hoge kosten waarmee de patiënt geconfronteerd wordt.

Figuur 21: Evolutie van de globale uitgaven voor implantaten en medisch materiaal

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 35

Chirurgische ingreep met klassieke opname

In 2011 werd de terugbetaling voor een lange lijst van orthopedische materialen verbeterd

(bijvoorbeeld staafjes en vijzen voor het vastzetten van een aantal ruggenwervels). Ook de vaak

gebruikte ‘vaatenten’ (artificiële overbruggingen voor grote verstopte bloedvaten) worden beter

terugbetaald. Ten slotte werd er in 2012 ook een duidelijkere regeling getroffen voor de vergoeding

van hechtingsankers voor zachte weefsels (bijvoorbeeld de kruisbanden), lijmen (voor het kleven

van moeilijk te hechten weefsels, bijvoorbeeld bij een urgentie zoals een slagaderbreuk), anti-

adhesie middelen (om het kleven te vermijden, bijvoorbeeld bij operaties waar zenuwweefsel

wordt blootgelegd) en hemostatica (bloedstelping). In 2014 keerde de dalende trend zich met een

stijging van de totaalkost voor materiaal in de heelkunde met 6%, ondanks de daling met 2% wat

betreft de facturatie voor niet-terugbetaalbaar materiaal, door een stijging van het remgeld met

7%. In 2015 zien we opnieuw een daling van 7% van de totaalkost voor materiaal. Het niet-

terugbetaalbaar materiaal daalt met 18% en het remgeld met 6%.

Figuur 22: Evolutie van de materiaalkost (euro per opname), dienst heelkunde

Merk op dat het gebruik van medisch materieel en implantaten veel meer voorkomt in de dienst

heelkunde, waar deze rubrieken 22 procent (of 164 euro) van de kost voor de patiënten uitmaken

(onafhankelijk van het kamertype).

Chirurgisch dagziekenhuis

Verschillen tussen facturen in het chirurgisch dagziekenhuis worden voor een groot deel verklaard

door het al dan niet gebruik van medische materialen. Dit is zichtbaar in figuur 23 en wordt ook

duidelijker aan de hand van een aantal voorbeelden.

Voorbeelden van chirurgische dagopnames in de oftalmologie zijn:

ingrepen op de oogleden, bijvoorbeeld omwille van een infectie of gezwel;

een greffe van het hoornvlies, bijvoorbeeld na een beschadiging door Herpes;

een heelkundige behandeling van glaucoom;

de behandeling van cataract door verwijderen van de ooglens, al dan niet gevolgd door

inplanten van een kunstlens.

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 36

Deze laatste ingreep is ook een typisch voorbeeld van een ingreep met een hoge materiaalkost voor

de patiënt. Het aandeel van de patiënt in de kost van kunstlenzen is groot.

Figuur 23: Chirurgisch dagziekenhuis: factuur per pathologie

Voorbeelden van chirurgische dagopnames in de orthopedie zijn:

Hechten van ligamenten in de wreef, bijvoorbeeld door omslaan van de voet;

Corrigeren van uitpuilende botten aan de basis van de grote teen (‘papegaaienbek’) door er

een pees overheen te hechten;

Fixeren van het sleutelbeen aan de schouder, na ontwrichting;

Verwijderen van de meniscus (kraakbeen in de knie)

We zien weinig evolutie in de samenstelling en verhoudingen van de facturen voor het chirurgisch

dagziekenhuis. Bij verschillende pathologieën, behalve urologie, zien we een lichte of grotere

daling van de ereloonsupplementen.

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 37

Figuur 24: Evolutie van de materiaalkost (euro per opname), dagopname in orthopedie en

oftalmologie

13. De niet-vergoede geneesmiddelen

Klassiek

De kost voor de patiënt voor niet-terugbetaalde geneesmiddelen (bijvoorbeeld: pijnstillers) blijft

gemiddeld genomen stabiel op 33 euro per opname over de jaren heen, maar kent een grote

variatie van patiënt tot patiënt. Dit is zeer duidelijk in figuur 25.

De helft van de patiënten betaalt minder dan 14 euro voor niet-terugbetaalde geneesmiddelen.

Voor 90 procent van de patiënten blijft de factuur voor deze rubriek onder de 70 euro en voor 94

procent onder de 100 euro.

Minder dan 1 procent van de patiënten heeft toch een geneesmiddelenfactuur van meer dan 1.000

euro. Dit kan oplopen tot 10.000 euro voor een opname en in extreme gevallen zelfs tot 20.000

euro per patiënt. Deze zware last voor een kleine minderheid geeft aan dat deze kost er zich prima

toe leent solidair verdeeld te worden onder alle patiënten.

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 38

Figuur 25: Spreiding van de kost van niet-terugbetaalde geneesmiddelen

Niet-terugbetaalde geneesmiddelen komen minder voor in de pediatrie (13 euro tegenover

gemiddeld 32 euro) en vaker in de materniteit (42 euro).

Chirurgisch dagziekenhuis

Bij chirurgische dagopnames betaal je gemiddeld 14 euro (=8 procent van de factuur) voor niet-

vergoedbare geneesmiddelen en voor oftalmologische ingrepen is deze kost gemiddeld het hoogst

(22 euro).

0

100

200

300

400

500

600

700

1 5 9 13 17 21 25 29 33 37 41 45 49 53 57 61 65 69 73 77 81 85 89 93 97

Ge

mid

de

lde

ko

st (€

) p

er

op

nam

e

Percentiel (1%=7354 patiënten)

Variatie in de factuur voor niet terugbetaalde geneesmiddelen opnames 2015

94% < 100 euro

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 39

Bijlage 1: Overzichtstabellen van de gemiddelde kost voor de patiënt

KLASSIEK ZIEKENHUIS

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 40

Ko

ste

n t

en

la

ste

va

n d

e p

ati

ën

t -

Pe

r k

am

erty

pe

Kla

ssie

ke o

pnam

en in d

e a

lgem

ene z

iekenhuiz

en -

Gegevens 2

015 -

in e

uro, prijzen 2

015

20

14

20

15

Groei

14

-1

5Sp

reid

ing 2

01

5

Gem

idd

eld

e b

ed

ragen

in

€ p

er o

pn

am

e

1 b

ed

2 o

f m

eer

bedden

1 b

ed

2 o

f m

eer

bedden

1 b

ed

2 o

f m

eer

bedden

1 b

ed

2 o

f m

eer

bedden

1 b

ed

2 o

f m

eer

bedden

Spreid

ing v

an o

pnam

es

23%

77%

23%

77%

170.161

562.601

174.500

570.759

1. D

e v

aste

ko

ste

n -

die

nie

t va

n d

e v

erb

lijf

sd

uu

r a

fha

ng

en

Honorariu

msupple

menten

794

1799

11%

-19%

54%

0%

55%

0%

Forfait

air

e h

onorariu

msupple

menten

0,4

0,0

0,1

0,0

-79%

0%

0%

0%

0%

Materia

als

upple

menten t

erugbetaalb

aar m

ateria

al

10

10

-29%

-1%

0%

0%

0%

0%

Nie

t-terugbetaalb

aar m

ateria

al

75

64

-18%

-18%

1%

2%

0%

2%

D-geneesm

iddele

n36

31

36

31

0%

1%

2%

11%

2%

11%

Div

erse s

upple

menten

47

33

46

34

-2%

2%

3%

12%

3%

12%

To

taa

l va

n d

e s

up

ple

me

nte

n886

71

888

71

0%

0%

60%

25%

61%

26%

Rem

geld

(R

G) o

p d

e f

orfait

air

e h

onoraria

21

16

21

16

-1%

-2%

1%

6%

1%

6%

RG

op d

e h

onoraria

18

18

18

18

2%

1%

1%

6%

1%

6%

RG

op h

et m

ateria

al

77

67

73

63

-5%

-5%

5%

24%

5%

23%

To

taa

l re

mg

eld

116

101

112

97

-3%

-4%

8%

35%

8%

35%

To

taa

l va

ste

ko

ste

n1.0

02

172

1.0

00

168

0%

-2%

68%

61%

68%

60%

2. D

e v

aria

be

le k

oste

n -

die

afh

an

ge

n v

an

de

ve

rb

lijf

sd

uu

r

De k

am

ersupple

menten

257

0249

0-3

%17%

0%

17%

0%

De s

upple

menten o

p d

e t

oezic

htshonoraria

101

0101

00%

-11%

7%

0%

7%

0%

To

taa

l va

n d

e s

up

ple

me

nte

n358

0350

0-2

%-1

1%

24%

0%

24%

0%

Rem

geld

op d

e v

erple

egdagprij

s97

92

94

90

-3%

-2%

7%

32%

6%

32%

0,62€ R

G/dag v

oor t

erug.geneesm

iddele

n4

54

5-3

%-2

%0%

2%

0%

2%

RG

toezic

hthonoraria

16

15

16

15

0%

-1%

1%

5%

1%

6%

To

taa

l re

mg

eld

117

112

114

110

-2%

-2%

8%

39%

8%

39%

To

taa

l va

ria

be

le k

oste

n474

112

464

110

-2%

-2%

32%

39%

32%

40%

To

taa

l R

G233

213

227

206

-3%

-3%

16%

75%

15%

74%

To

taa

l su

pp

lem

en

ten

1.2

43

72

1.2

37

71

-1%

0%

84%

25%

85%

26%

To

taa

l te

n la

ste

va

n d

e p

ati

ën

t1.4

76

284

1.4

63

278

-1%

-2%

100%

100%

100%

100%

Sp

reid

ing 2

01

4

Supplementen RG Supp. RG

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 41

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 42

CHIRURGISCH DAGZIEKENHUIS

Ko

ste

n p

er

zie

ke

nh

uis

op

na

me

te

n la

ste

va

n d

e p

ati

ën

t

Daghospita

lisatie

s in

alg

em

ene z

ieke

nhuiz

en -

LC

M g

egevens 2

015 -

prijz

en 2

015

Gem

iddeld

e b

edra

gen

Spre

idin

gG

roei

Ch

iru

rgis

ch

da

gz

iek

en

hu

is2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2015

2014-2

015

Aanta

l opnam

es

186.6

92

194.3

98

197.0

63

214.6

05

215.3

83

221.5

16

229.3

05

230.6

94

230.6

94

239.6

23

4%

Honora

rium

supple

mente

n52

55

54

56

55

56

57

58

57

58

34%

1%

Mate

riaals

upple

mente

n30

30

19

93

21

00

00%

35%

Nie

t-te

rugbeta

alb

aar

mate

riaal

00

00

67

76

69

5%

42%

D-G

eneesm

iddele

n15

15

13

12

11

11

11

13

12

14

8%

14%

Kam

ers

upple

mente

n4

44

43

33

33

42%

20%

Div

ers

e k

oste

n21

17

15

15

16

15

16

16

16

17

10%

8%

To

taa

l su

pp

lem

en

ten

122

121

106

97

88

94

94

96

95

103

61%

8%

Rem

geld

op h

onora

ria

99

99

98

88

88

5%

-2%

Rem

geld

mate

riaal

43

44

39

31

46

45

50

56

56

56

33%

0%

B e

n C

geneesm

iddele

n4

43

33

33

33

32%

-3%

Rem

geld

op d

ivers

en

00

00

00

00

00

To

taa

l re

mg

eld

55

56

51

43

58

56

61

67

67

67

39%

0%

To

taal te

n laste

van

pati

ën

t177

177

157

140

146

150

155

163

162

170

100%

4%

Supplementen RG

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 43

Ko

ste

n p

er

zie

ke

nh

uis

op

na

me

te

n la

ste

va

n d

e p

ati

ën

t

Daghospita

lisatie

s in

alg

em

ene z

ieke

nhuiz

en -

CM

gegevens 2

015 -

prijz

en 2

015

Gem

iddeld

e b

edra

gen in €

per

opnam

eG

roei

Spre

idin

g

Ch

iru

rgis

ch

da

gz

iek

en

hu

is2010

2011

2012

2013

2014

2015

2014-2

015

2015

1 b

ed

2 b

edden

1 b

ed

2 b

edden

1 b

ed

2 b

edden

1 b

ed

2 b

edden

1 b

ed

2 b

edden

1 b

ed

2 b

edden

1 b

ed

2 b

edden

1 b

ed

2 b

edden

Aanta

l opnam

en

13.7

47

201.6

36

14.3

76

207.1

40

14.5

04

214.8

01

15.3

01

215.3

93

16.1

83

220.2

88

18.5

37

221.0

86

15%

0%

6,4

%6,5

%6,3

%6,6

%6,8

%7,7

%

Honora

rium

supple

mente

n479

26

482

27

506

26

524

25

578

26

577

15

0%

-43%

79%

12%

Supple

mente

n o

p t

eru

gbeta

alb

are

mate

riale

n6

35

22

11

01

01

0-2

8%

26%

0%

0%

Nie

t-te

rugbeta

alb

aar

mate

riaal

86

13

612

78

69

713

939%

18%

2%

7%

D-G

eneesm

iddele

n12

11

12

11

12

11

14

12

16

14

16

14

3%

2%

2%

12%

Kam

ers

upple

mente

n44

044

043

045

047

046

0-1

%6%

0%

Div

ers

e k

oste

n19

16

17

15

15

16

15

16

16

16

15

17

-5%

5%

2%

14%

To

taa

l su

pp

lem

en

ten

560

56

574

61

591

61

606

60

667

64

669

55

0%

-14%

91%

45%

Rem

geld

op h

onora

ria

11

910

810

89

88

89

810%

5%

1%

6%

Rem

geld

mate

riaal

31

47

30

46

39

51

51

57

50

56

54

56

6%

1%

7%

46%

B e

n C

geneesm

iddele

n4

34

34

34

34

34

30%

-1%

1%

2%

Rem

geld

op d

ivers

en

00

00

00

00

00

00

To

taa

l re

mg

eld

46

59

44

57

53

62

63

67

62

66

66

67

7%

1%

9%

55%

To

taal te

n laste

van

pati

ën

t605

115

618

117

644

122

669

127

730

130

735

122

1%

-6%

100%

100%

Supplementen RG

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 44

Ko

ste

n p

er

op

na

me

te

n la

ste

va

n d

e g

eh

os

pit

alis

ee

rde

pa

tië

nt

-

Alle

ka

me

rty

pe

s

Daghospitalis

aties in a

lgem

ene z

iek

enhuiz

en -

LC

M g

egeve

ns 2

015 -

prijz

en 2

015

Gem

iddeld

e b

edra

gen

Ch

iru

rgis

ch

da

gz

iek

en

hu

is2014

2014

2014

2014

2014

2014

2014

2015

2015

2015

2015

2015

2015

2015

ort

hop

oftalm

osto

mato

NO

Kuro

logie

gyneco

andere

chir

ort

hop

oftalm

osto

mato

NO

Kuro

logie

gyneco

andere

chir

Aanta

l opnam

en

56.0

07

62.3

13

41.5

46

19.8

06

14.4

61

7.7

84

34.5

54

56.7

28

63.8

60

41.3

17

19.6

94

14.9

61

8.1

51

34.9

12

Honora

rium

supple

mente

n66

78

55

66

33

23

66

61

66

51

62

33

18

66

Supple

mente

n o

p t

eru

gbeta

alb

are

mate

riale

n1

00

00

00

10

00

00

0

Nie

t-te

rugbeta

alb

aar

mate

riaal

223

16

00

23

27

27

00

2

D G

eneesm

iddele

n11

22

10

810

814

12

23

10

811

714

Kam

er

supple

mente

n4

22

43

35

43

24

33

6

Div

ers

e k

oste

n8

10

33

73

83

17

912

35

73

84

16

To

taa

l su

pp

lem

en

ten

92

136

103

92

50

116

104

91

130

99

89

50

113

104

Rem

geld

op h

onora

ria

36

68

955

93

68

89

55

9

Rem

geld

mate

riaal

32

154

011

112

40

32

154

012

111

43

B e

n C

geneesm

iddele

n3

23

22

23

32

32

22

3

Rem

geld

op d

ivers

en

00

00

00

00

00

00

00

To

taa

l re

mg

eld

38

162

10

21

12

69

51

38

161

11

23

12

69

55

To

taal te

n laste

van

pati

ën

t130

298

112

113

61

185

155

129

292

111

112

61

182

159

Supplementen RG

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 45

Bijlage 2: Methodologie

De twaalfde barometer van de ziekenhuisfacturen werkt met facturatiegegevens van 1,4 miljoen

ziekenhuisopnames van CM-leden in 2015.20 De ziekenhuizen werden vooraf geïnformeerd en kregen

de kans om op hun eigen resultaten te reageren. Een groot aantal ziekenhuizen grepen de

gelegenheid om een aantal onduidelijkheden in de factuur uit te klaren.

Het onderzoek gebeurde op basis van opnames met overnachting (klassieke hospitalisatie) en

zonder overnachting (in dagziekenhuis) in 2015. Uitzonderlijke lange of extreem dure opnames zijn

weggefilterd*. Voor het klassiek ziekenhuis weerhouden we bovendien enkel de opnames die in één

enkele dienst plaatsvonden. Bij het weergeven van de tarieven maken we onderscheid tussen de

verschillende diensten en kamertypes.

* De precieze filtering van outliers gebeurt als volgt:

Stap 1: Alle facturen (voor de patiënt) voor opnames hoger dan 10 000 euro en met een ligduur

langer dan 30 dagen (voor geriatrie langer dan 90 dagen) worden gewist.

Stap 2: We analyseren de verdeling van de facturen (voor de patiënt) van elk ziekenhuis apart.

Indien het verschil tussen de 1 procent hoogste facturen (percentiel 100) van een

ziekenhuis en het 99ste percentiel groter is dan tien keer de Q-range (=verschil tussen 25ste

en 75ste percentiel) van dat ziekenhuis worden de facturen uit de p100 (de 1 procent

hoogste facturen dus) gewist.

Klassieke hospitalisatie

Vijf geselecteerde diensten

o dienst 21 - heelkunde

o dienst 22 - inwendige geneeskunde

o dienst 23 - pediatrie

o dienst 26 - verloskunde

o dienst 30 - geriatrie en revalidatie

NB: Opnames in inwendige geneeskunde die duidelijk een (therapeutische) chirurgische ingreep

omvatten werden getransfereerd naar de dienst heelkunde (8,9%).

2 kamertypes

o Gemeenschappelijke kamers (twee of meer personen)

o Eenpersoonskamers

Om het kamertype te bepalen, baseren wij ons op de magneetbandcodes 761600

(gemeenschappelijke kamer), 761622 (tweepersoonskamer) en 761644 (individuele kamer). We

treffen deze codes meestal aan als relatieve code op de lijn van de verpleegdagprijs, maar in

tweede instantie ook als prestatiecode met vermelding van het kamersupplement.

- Indien wij code 761644 aantreffen, beschouwen wij dit als een verblijf in een 1-

persoonskamer.

- Anders (bij code 761622 of 761600 of bij afwezigheid van codes) beschouwen wij dit als

een verblijf in een gemeenschappelijke kamer.

De analyse is dus opgedeeld in 10 strata (5 diensten en 2 kamertypes)

20 Het betreft de patiëntenfacturen alvorens tegemoetkoming in het kader van de maximumfactuur.

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 46

Dagziekenhuis

Chirurgisch dagziekenhuis : 6+1 geselecteerde behandelingen

o Orthopedische ingreep

o Oftalmologische ingreep

o Stomatologische ingreep

o Ingreep door neus-keel-oorarts

o Urologische ingreep

o Gynaecologische ingreep

o Heelkundige ingreep in een ander specialisme

Niet-chirurgisch dagziekenhuis: 3+1 geselecteerde behandelingen. Het niet-chirurgisch

dagziekenhuis omvat een reeks ingrepen die onderling sterk van elkaar verschillen. De

vergoeding gebeurt ook niet volgens pathologie of prestatie maar volgens de gemiddelde kost

met verschillende forfaits. Met de beschikbare informatie konden wij toch volgende

behandelingen onderscheiden :

o Nierdialyse

o Behandeling bij kanker: onco- en chemotherapie

o Behandeling voor chronische pijn

o Alle andere behandelingen in dagziekenhuis. Hier zitten dus de zogenaamde ‘maxiforfaits’,

de oude forfaits A, B, C en D en de nieuwe forfaits 1 tot en met 7.

Opgelet, geen enkele opname vergoed als ‘miniforfait’ werd in onze studie opgenomen. De aard

van deze opnames is immers veel te heterogeen voor een zinvolle analyse.

Twee kamertypes

o Gemeenschappelijke kamers en tweepersoonskamers

o Eenpersoonskamers

Het kamertype bepalen wij op basis van de magneetbandcodes 761611

(tweepersoonskamer) en 761633 (individuele kamer), als relatieve code op de lijn van de

verpleegdagprijs of als prestatiecode met vermelding van het kamersupplement (kan ook 0€

zijn).

- Code 761633 beschouwen wij als een verblijf in een 1-persoonskamer.

- Zonder code 761633 beschouwen wij de opname als een verblijf in een

gemeenschappelijke kamer of tweepersoonskamer.

De analyses werden gemaakt voor 14 strata (zeven behandelingen en twee kamertypes) voor de

chirurgisch dagziekenhuis en voor 8 strata (vier behandelingen en twee kamertypes) voor de niet-

chirurgisch dagziekenhuis.

Berekende gegevens 2015

Voor elk stratum berekenden we het gemiddelde voor de verschillende rubrieken van de

patiëntenfactuur en voor elk ziekenhuis. Tenminste indien er voor dat stratum en ziekenhuis

minstens 10 opnames plaatsvonden.

- Ereloonsupplementen (in procent van het officieel tarief)

- Materiaalsupplementen (in procent van het officieel tarief voor klassieke hospitalisatie en in

euro voor dagziekenhuis)

- Niet-terugbetaalde geneesmiddelen voor klassieke hospitalisatie en alle geneesmiddelen voor

dagziekenhuis (in euro)

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 47

- Diverse kosten21 MUG-vervoerskosten en codes 960xxx (960083, niet-terugbetaalde prestaties,

inbegrepen) behalve 960245, niet-vergoedbare implantaten (in euro)

- Kamersupplementen per dag (in euro)

En gemiddelde bedragen in euro van:

- Remgeld

- Supplementen

- Totale patiëntenfactuur

‘In procent van het officieel tarief’ betekent dat we de verhouding nemen van het gevraagde

supplement gedeeld door de som van het terugbetaalde bedrag en het remgeld. Op die manier

houden we rekening met de zwaarte van de ingreep, aan de hand van de officiële tarieven, en

worden honorarium- en kamersupplementen vergelijkbaar.

Bijvoorbeeld: het gevraagde supplement bij een operatie bedraagt 250 euro en het officiële tarief

bedraagt ook 250 euro, dan betekent dit een supplement van 100 procent. Eenzelfde supplement

bij een ingreep van (officieel) 1000 euro staat voor slechts 25 procent supplement.

De andere rubrieken worden weergegeven als gemiddelde kost in euro per opname of per dag.

Alle bedragen in deze studie zijn weergegeven in reële termen. De vermelde variatie door groei of

daling is dus reëel en niet het gevolg van inflatie.

Opgelet : Wat aangerekend wordt aan de patiënt bestaat telkens uit drie delen. Het bedrag ten

laste van de ZIV, het remgeld en de supplementen. Het ZIV-bedrag en het remgeld is duidelijk

omschreven. Over de supplementen is er meer discussie. De term ‘supplement’ dekt namelijk

verschillende ladingen. De supplementen omvatten alle bedragen strikt ten laste van de patiënt,

namelijk:

- de bedragen die bewust het officiële barema overschrijden

- de bedragen voor diensten, materiaal en prestaties die niet in de RIZIV-terugbetaling

voorkomen.

- de bedragen die ten laste worden gelegd van de patiënt volgens regels opgelegd door de

controlerende overheid

Wij beseffen dat een deel van deze aanrekeningen niet de keuze zijn van het ziekenhuis. Maar de

structuur van de factuur en de leesbaarheid ervan voor de patiënt laten niet toe de gegevens nog

meer te gaan opdelen.

21 Opgelet: onze definitie voor de kostenpost ‘Diverse kosten’ bevat dus ook niet-terugbetaalde prestaties. Het gaat dus niet louter om onkosten die op de lijst ‘diverse kosten’ van de individuele ziekenhuizen staan.

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 48

Bijlage 3: Ereloonsupplementen, wettelijk toegestaan?

Of een arts al dan niet ereloonsupplementen mag aanrekenen, hangt af van zijn statuut en van de

kamerkeuze. De kamerkeuze is van belang bij een opname: in een eenpersoonskamer kunnen artsen

in principe ereloonsupplementen vragen (behalve voor een aantal uitzonderingen die in het kader

hieronder staan opgelijst), terwijl dit in een twee- of meerpersoonskamer steeds verboden is. Het

statuut van de arts bepaalt voor de ambulante zorg in het ziekenhuis of een arts

ereloonsupplementen kan aanrekenen.

Geconventioneerde arts Niet-geconventioneerde arts

Gemeenschappelijke

kamer en

tweepersoonskamer

(Vanaf 27 augustus

2015)

Ereloonsupplementen verboden Ereloonsupplementen verboden

Eenpersoonskamer

Ereloonsupplementen toegelaten, behalve:

indien de gezondheidstoestand van de patiënt een eenpersoonskamer vereist;

bij opname in een eenpersoonskamer omdat er geen ander kamertype

beschikbaar is;

bij opname op de spoedafdeling of de afdeling intensieve zorg;

bij opname van een kind met een begeleidende ouder en indien de ouder geen

document ondertekende waarin uitdrukkelijk een eenpersoonskamer wordt

gevraagd.

Ambulante zorg in het

ziekenhuis

De patiënt kan kiezen voor een geconventioneerde arts (geen supplementen) en een

niet-geconventioneerde arts (mogelijk wel supplementen). Het conventiestatuut van

een arts, kan opgezocht worden op de website van het RIZIV, of de volgende CM

module:

www.inami.fgov.be/webprd/appl/psilverpages/nl/

www.cm.be/ziekte-en-behandeling/zorgverleners/opzoeken.jsp

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 49

Bijlage 4: Ziekenhuizen opgenomen in deze studie

Aalst Onze Lieve Vrouwziekenhuis Aalst

Aalst Algemeen Stedelijk Ziekenhuis

Antwerpen Ziekenhuisnetwerk Antwerpen

Arlon Vivalia (Cliniques du Sud-Luxembourg)

Ath CH EpiCURA - Ath

Auvelais Centre Hospitalier Regional Sambre et Meuse

Bonheiden Imelda Ziekenhuis

Bornem Sint-Jozefkliniek

Bouge Clinique Saint-Luc

Brasschaat AZ Klina

Brugge AZ Sint-Lucas

Brugge AZ Sint-Jan Brugge-Oostende

Brussel/Bruselles Europaziekenhuizen - Cliniques de L'Europe

Brussel/Bruselles Universitair Ziekenhuis Brussel

Brussel/Bruselles CHIREC

Brussel/Bruselles Cliniques Universitaires Saint-Luc

Brussel/Bruselles UVC/CHU Brugmann

Brussel/Bruselles Cliniques Universitaires Hôpital Erasme

Brussel/Bruselles Kliniek Sint-Jan - Clinique Saint-Jean

Brussel/Bruselles Hop. Univ. Des Enfants Reine Fabiola (Huderf)

Brussel/Bruselles Institut Jules Bordet - Jules Bordet Instituut

Brussel/Bruselles CHU St-Pierre/UMC St-Pieter

Brussel/Bruselles Hopitaux Iris Sud - Iris Zuid Ziekenhuizen

Charleroi CHU De Charleroi

Chimay Centre De Sante Des Fagnes

Deinze Sint-Vincentiusziekenhuis

Dendermonde AZ Sint-Blasius

Deurne AZ Monica

Diest AZ Diest

Dinant CHU UCL Namur

Edegem UZ Antwerpen

Eeklo AZ Alma

Eupen Sankt-Nikolaus Hospital

Geel AZ Sint-Dimpna

Genk Ziekenhuis Oost - Limburg

Gent AZ Maria Middelares

Gent UZ Gent

Gent AZ Jan Palfijn

Gent AZ Sint-Lucas

Gilly Grand Hôpital De Charleroi

Gosselies Clinique Notre-Dame De Grâce

Haine-Saint-Paul Centres Hospitaliers Jolimont (Jolimont - Lobbes)

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 50

Halle AZ Sint-Maria

Hasselt Jessaziekenhuis

Herentals AZ Herentals

Herstal Clinique Andre Renard

Heusden Sint-Franciskusziekenhuis

Hornu CH EpiCURA - Hornu - Frameries

Huy CHR De Huy

Ieper Jan Yperman Ziekenhuis

Izegem Sint-Jozefskliniek

Knokke-Heist AZ Zeno

Kortrijk AZ Groeninge

La louviere CHU Tivoli

Leuven UZ Leuven

Leuven RZ Heilig Hart Leuven

Libramont Vivalia (CH de l'Ardenne)

Liege CHR De La Citadelle

Liege CHC Cliniques Saint-Joseph

Liège CHU De Liège

Lier Heilig Hart Ziekenhuis

Lokeren AZ Lokeren

Maaseik Ziekenhuis Maas En Kempen

Malle AZ Sint-Jozef

Malmedy Clinique Reine Astrid

Marche-en-Famenne Vivalia (IFAC)

Mechelen AZ Sint-Maarten

Mol Heilig Hartziekenhuis Mol

Mons C.H.U. et Psychiatrie de Mons-Borinage

Mons CHR Mons-Hainaut

Mont-Godinne CHU UCL Namur

Montigny-Le-Tilleul CHU De Charleroi

Mouscron CH De Mouscron

Namur Centre Hospitalier Régional Sambre et Meuse

Namur CHU UCL Namur

Nivelles Centres Hospitaliers Jolimont (Tubize - Nivelles)

Oostende AZ Damiaan

Ottignies Clinique Saint Pierre Ottignies

Oudenaarde AZ Oudenaarde

Overpelt Mariaziekenhuis Noord-Limburg

Reet AZ Heilige Familie

Rocourt CHC St. Vincent & Ste. Elisabeth

Roeselare ALGEMEEN ZIEKENHUIS DELTA

Ronse AZ Glorieux

Sankt-vith Klinik Sint-Josef

Seraing CH Bois De L'Abbaye et De Hesbaye

Sint-Niklaas AZ Nikolaas

Twaalfde CM-ziekenhuisbarometer | p. 51

Sint-Truiden RZ Sint-Trudo

Soignies CH de La Haute Senne

Tielt Sint-Andriesziekenhuis

Tienen RZ Heilig Hart Tienen

Tongeren AZ Vesalius

Torhout Sint-Rembertziekenhuis

Tournai CHwapi

Turnhout AZ Turnhout

Verviers CH Peltzer - La Tourelle - Peltzer

Veurne AZ Sint-Augustinus

Vilvoorde AZ Jan Portaels

Waregem O.L.V. Van Lourdes Ziekenhuis Waregem

Wilrijk GZA- Ziekenhuizen

Zottegem AZ Sint-Elisabeth