Toekomstspoor | Vijf toekomstperspectieven voor het Jaar van de Ruimte 2015

10
| Toekomstperspectieven Toekomstperspectief Nederland Productieland 1/2 www.wiemaaktnederland.nl Nederland waterland is een sterk merk, maar ook een continue opgave. Het defini- eert ons landschap. Landschap waar daar- naast ook een sterke rol in is weggelegd voor landbouw, natuurbeheer en recreatie. Innovatie in landbouw en natuurbeheer biedt kansen voor duurzame voedselpro- ductie en ecologische diversiteit. Tegelij- kertijd spelen steeds meer partijen een rol in de ontwikkeling van ons landschap, van biologische boeren tot nieuwe onder- nemers. En hebben ontwikkelingen, zoals groei van het aantal windmolens, invloed op de ruimtelijke kwaliteit. Hoe grijpen deze ontwikkelingen op elkaar in? Wat betekent het watermanagement voor de ontwikkeling van het landschap en vice versa? Hoe verhouden recreatie en natuur- beheer zich tot elkaar? En hoe verhoudt landschap zich tot de stad? Over deze dynamieken gaat dit toekomstperspectief. Nederland is een land met een speciale band met water. Grote delen van ons land liggen onder de zeespiegel en grote rivieren door- snijden het landschap. Onze polders, dijken en uiterwaarden en het ingenieuze watermanage- ment zijn wereldwijd bekend. Nederland is goed beschermd tegen overstromingen, maar blijft kwetsbaar. We moeten rekening houden met de verandering van het klimaat. De zeespiegel stijgt, de bodem daalt. We krijgen steeds vaker te maken met periodes dat we veel water te verwerken hebben en soms kan het heel lang heel droog zijn. Tegelijkertijd is een goede zoet- watervoorziening cruciaal voor de Nederlandse samenleving en economie. Dat zijn opgaven waar de afgelopen decennia aan is gewerkt met programma’s zoals Ruimte voor de rivier. Het nieuwe Deltaprogramma geeft richting aan de inspanning voor de komende decennia. In het Deltaprogramma wordt de ambitie uit- gesproken maatregelen te vergroting van de waterveiligheid en de zoetwatervoorziening zo veel als mogelijk uit te voeren in integrale gebiedsontwikkelingen. Integrale gebiedsont- wikkelingen die vaak gaan over de verbinding Groen en blauw Nederland Sleutelwoorden: landschap, watermanagement, landbouw, veeteelt, platteland, recreatie, natuur

description

In 2013 is Vereniging Deltametropool begonnen met het Toekomstspoor. Er is een interviewronde onder experts en stakeholders gehouden, waaruit bleek dat er 1) tamelijk uiteenlopende beelden zijn over de toekomstige opgaven van de ruimtelijke ordening, 2) nog steeds nationale opgaven benoemd worden, en 3) de meest terugkerende vraag was “wie gaat erover?”. Op basis van de interviews zijn begin 2014 vijf toekomstperspectieven ontwikkeld en één vraag benoemd: --------------------------------------------------------------- 1. Nederland Productieland, 2. Nederland Netwerkland, 3. Nederland één grote stad, 4. Nederland Kringloopland, 5. Groen en Blauw Nederland, ?. Wat is de nationale rol? --------------------------------------------------------------- Meer informatie: http://deltametropool.nl/nl/ruimte_2015

Transcript of Toekomstspoor | Vijf toekomstperspectieven voor het Jaar van de Ruimte 2015

Page 1: Toekomstspoor  |  Vijf toekomstperspectieven voor het Jaar van de Ruimte 2015

| Toekomstperspectieven

Toekomstperspectief Nederland Productieland 1/2

www.wiemaaktnederland.nl

Nederland waterland is een sterk merk, maar ook een continue opgave. Het defini-eert ons landschap. Landschap waar daar-naast ook een sterke rol in is weggelegd voor landbouw, natuurbeheer en recreatie. Innovatie in landbouw en natuurbeheer biedt kansen voor duurzame voedselpro-ductie en ecologische diversiteit. Tegelij-kertijd spelen steeds meer partijen een rol in de ontwikkeling van ons landschap, van biologische boeren tot nieuwe onder-nemers. En hebben ontwikkelingen, zoals groei van het aantal windmolens, invloed op de ruimtelijke kwaliteit. Hoe grijpen deze ontwikkelingen op elkaar in? Wat betekent het watermanagement voor de ontwikkeling van het landschap en vice versa? Hoe verhouden recreatie en natuur-beheer zich tot elkaar? En hoe verhoudt landschap zich tot de stad? Over deze dynamieken gaat dit toekomstperspectief.

Nederland is een land met een speciale band met water. Grote delen van ons land liggen

onder de zeespiegel en grote rivieren door-snijden het landschap. Onze polders, dijken en uiterwaarden en het ingenieuze watermanage-ment zijn wereldwijd bekend. Nederland is goed beschermd tegen overstromingen, maar blijft kwetsbaar. We moeten rekening houden met de verandering van het klimaat. De zeespiegel stijgt, de bodem daalt. We krijgen steeds vaker te maken met periodes dat we veel water te verwerken hebben en soms kan het heel lang heel droog zijn. Tegelijkertijd is een goede zoet-watervoorziening cruciaal voor de Nederlandse samenleving en economie. Dat zijn opgaven waar de afgelopen decennia aan is gewerkt met programma’s zoals Ruimte voor de rivier. Het nieuwe Deltaprogramma geeft richting aan de inspanning voor de komende decennia.

In het Deltaprogramma wordt de ambitie uit-gesproken maatregelen te vergroting van de waterveiligheid en de zoetwatervoorziening zo veel als mogelijk uit te voeren in integrale gebiedsontwikkelingen. Integrale gebiedsont-wikkelingen die vaak gaan over de verbinding

Groen en blauw NederlandSleutelwoorden: landschap, watermanagement, landbouw, veeteelt, platteland, recreatie, natuur

Page 2: Toekomstspoor  |  Vijf toekomstperspectieven voor het Jaar van de Ruimte 2015

Toekomstperspectief Nederland Productieland 2/2

www.wiemaaktnederland.nl

van de wateropgave aan landschappelijke ont-wikkeling.

Aan die kant van de medaille is veel beweging. Het platteland is de afgelopen vijftig jaar getransformeerd van een landschap dat in het teken stond van landbouwproductie, naar een multifunctioneel landschap waar landbouw, natuurbeheer en recreatie samenkomen en waar steeds meer burgers zijn komen wonen en bedrijvigheid zich heeft gevestigd. De transitie naar duurzamere vormen van energieopwekking

laat met een groeiend aantal windmolens haar sporen achter in het landschap. Innovatie in landbouw en natuurbeheer bieden slimme mogelijkheden voor voedselproductie en voor het waarborgen en verbeteren van de ecologi-sche diversiteit. Het aantal particuliere initiatie-ven die een bijdrage leveren aan een duurzame plattelandsontwikkeling groeit. Net als het aan-tal initiatieven die bijdragen aan integratie van landschap en natuur met de stad, denk aan stadslandbouw.

“Versterken landschap en natuur onze ruimtelijke ordening of zijn ze een bijproduct?”

Spannende vragen• Wat betekent het Deltaprogramma voor de ontwikkeling van ons landschap?• Wat zijn de ontwikkelingen die de komende decennia op het landschap afkomen?• Hoe blijven de natuurwaarden, de economische waarden en recreatieve waarden van het land-

schap in balans?• Hoe verhouden landschap en stad zich tot elkaar?• Welke slimme verbindingen zijn er mogelijk?

Relevante literatuurPBL (2013) Leren van het energieke platteland; Lokale en regionale coalities voor duurzame plattelands-ontwikkeling, Den Haag juli 2013

Page 3: Toekomstspoor  |  Vijf toekomstperspectieven voor het Jaar van de Ruimte 2015

| Toekomstperspectieven

Toekomstperspectief Nederland Productieland 1/2

www.wiemaaktnederland.nl

Sleutelwoorden: urbanisatie, metropool, internationale concurrentie, stad en platteland, krimpgebieden

Nederland is de afgelopen 25 jaar fors verstedelijkt. Een ontwikkeling die zich naar verwachting ook komende decennia door zal zetten. Vanuit internationaal per-spectief is Nederland bijna één stedelijke regio. Nationaal bezien is echter duidelijk sprake van verschillende stedelijke regio’s, die elkaar overigens deels overlappen. De verstedelijking is in ons land niet gelijk verdeeld en tussen regio’s groeien de ver-schillen. Tot slot verandert met verstede-lijking de relatie tussen stad en platteland. Dit toekomstperspectief verkent de kansen en opgaven van verdere verstedelijking in Nederland.

In Nederland is de afgelopen decennia zowel het bebouwd oppervlak als het aandeel mensen dat in de stad woont toegenomen. In totaal is circa 8 procent van het oppervlak van Nederland bebouwd terrein. Een oppervlak dat tussen 1989 en 2008 met 16 procent is toegenomen. Van de Nederlandse bevolking woont momenteel 83 procent in de stad. In 1990 was dat nog 69

procent, een groei van 20 procent. Naar verwach-ting zal in 2025 87 procent van de bevolking in de stad wonen en in 2050 ruim 90 procent.

Maar de verstedelijking in Nederland is niet gelijk verdeeld. Binnen Nederland zullen er gebieden zijn waar de bevolking de komende decennia groeit, maar zijn er ook gebieden waar de bevolking krimpt en gebieden waar zowel groei als krimp mogelijk zijn, afhankelijk van economische en internationale ontwikkelingen. Krimp zal vrij zeker optreden in regio’s aan de rand van Nederland, zoals Oost-Groningen en Midden-Limburg. Stedelijke regio’s zoals Gro-ningen, Arnhem-Nijmegen en Utrecht zullen met grote waarschijnlijkheid blijven groeien. De ste-delijke regio’s in de Randstad hebben de beste uitgangspositie en dan met name de metro-poolregio’s Amsterdam, Rotterdam-Den Haag. Deze twee metropoolregio’s en Eindhoven zijn de belangrijke regio’s voor buitenlandse inves-teerders. Deze steden werken dan ook al samen om de internationale concurrentiepositie te vergroten.

Nederland één grote stad?

Page 4: Toekomstspoor  |  Vijf toekomstperspectieven voor het Jaar van de Ruimte 2015

Toekomstperspectief Nederland Productieland 2/2

www.wiemaaktnederland.nl

Verdere verstedelijking zal dus niet overal in dezelfde mate plaatsvinden. Sterker nog, het feit dat steden steeds meer hoogopgeleide mensen vasthouden, betekent dat hier de koop-kracht op de woningmarkt zal toenemen. In plat-telandsregio’s met huishoudens- en werkgelegenheidskrimp neemt de koopkrach-tige vraag juist af, waardoor de sociaaleconomi-sche verschillen tussen stad en platteland, tussen Randstad en plattelandsregio’s, scherper worden.

Tegelijkertijd vervaagt de grens tussen stad en platteland. Lang was het platteland het domein van de boer, maar tegenwoordig moet hij het landschap delen met recreërende stadsbewo-ners, burgers die op het platteland zijn komen wonen en andere bedrijvigheid, zoals dienstver-lening en handel. Het Nederlandse platteland is steeds meer verstedelijkt en van alle Nederlan-ders geworden.

“Verstedelijking in Nederland: ontwikkeling van complementaire krachten of een survival of the fittest?”

Spannende vragen• Wat biedt het perspectief van Nederland: een grote stad?• Met welke ruimtelijke voorwaarden kan de internationale concurrentiepositie van de Nederlandse

stedelijke regio’s versterkt worden? Welke rol spelen de regio’s daar zelf in en wat kunnen andere regio’s – in ons land of net over de grens gelegen – daaraan bijdragen?

• Wat betekent de verdere verstedelijking voor de nationale en regionale woningmarkt?• Wat zijn de ruimtelijke uitdagingen van steeds groter wordende verschillen tussen regio’s?• Hoe kunnen verschillende regio’s complementair aan elkaar zijn?• Hoe kunnen stad en platteland complementair aan elkaar zijn?

Relevante literatuurPBL (2010,) De staat van de ruimte 2010, De herschikking van stedelijk NederlandCPB (2010), Stad en land PBL (2011), Nederland in 2040 een land van regio’s; Ruimtelijke Verkenning 2011

Page 5: Toekomstspoor  |  Vijf toekomstperspectieven voor het Jaar van de Ruimte 2015

| Toekomstperspectieven

Toekomstperspectief Nederland Productieland 1/2

www.wiemaaktnederland.nl

Sleutelwoorden: circulaire economie, biobased economie, metabolisme, duurzaamheid, afval, energie, voedsel, grondstoffen, cradle-to-cradle

Nederland Kringloopland

De wereld zal de komende decennia te maken krijgen met een groeiende schaarste van grondstoffen. Tegelijkertijd groeit het bewustzijn dat we spaarzaam met het milieu moeten omgaan. Is het niet uit bescherming van onze aarde, dan is het wel om onze economie en samenleving te moderniseren en toekomstbestendig te maken. De circu-laire en bio based economie en een duur-zaam gebouwde omgeving worden gezien als kansen om hieraan te werken. Met dit toekomstperspectief verkennen we welke ruimtelijke vragen dit stelt.

Gedurende de 20e eeuw is de groeiende wereldbevolking een factor 34 keer meer mate-rialen gaan gebruiken, 27 keer meer mineralen, 12 keer meer fossiele brandstoffen en 3,6 maal meer biomassa. De mate waarin de mensheid natuurlijke hulpbronnen zoals water, energie, grondstoffen en vruchtbaar land consumeert stijgt nog steeds in rap tempo. Als gevolg daar-van is er sprake van toenemende schaarste en stijgen prijzen van brandstoffen en vele

grondstoffen en mineralen. Daarnaast wordt ons milieu belast, nemen bosarealen en vis-voorraden af en sterven dier- en plantensoorten uit. Met een toenemende wereldbevolking en mondiale economische groei zal de vraag naar natuurlijke hulpbronnen komende decennia toenemen. Hulpbronnen die eindig zijn.

Voor Nederland zullen de directe gevolgen van klimaatverandering de komende decennia naar verwachting gering zijn. Maar voor de Neder-landse economie is grondstoffenschaarste een bedreiging; de Nederlandse economie en vooral onze export leunen sterk op sectoren die veel energie en materialen gebruiken. Tegelijkertijd is een transitie naar een groene economie een kans voor onze nationale economie. Het kan onze concurrentiepositie versterken. Zuinige en schone technologieën kunnen een kostenvoor-deel opleveren en de mondiale markt voor schone en zuinige producten groeit snel. Het geeft bedrijven, gemeenschappen en regio’s nieuwe ontwikkelingsperspectieven. Door de innovatieve kracht van Nederland, de

Page 6: Toekomstspoor  |  Vijf toekomstperspectieven voor het Jaar van de Ruimte 2015

Toekomstperspectief Nederland Productieland 2/2

www.wiemaaktnederland.nl

(bestaande) economische structuur en de exportpositie zijn drie thema’s kansrijk voor een overgang naar een groene economie: biobased economie, circulaire economie en duurzame gebouwde omgeving.

Bio based betekent een zo efficiënt mogelijk gebruik van gewassen en biomassa voor voe-ding, veevoer, materialen, chemicaliën, energie en brandstof. Bij de circulaire economie staat de herbruikbaarheid van producten en grondstof-fen en het herstellend vermogen van natuurlijke hulpbronnen centraal. Met minimalisering van

waardevernietiging in het totale systeem en het streven naar waardecreatie in iedere scha-kel van het systeem. De duurzame gebouwde omgeving gaat over duurzame gebiedsontwik-keling en ‘groene gebouwen’ en de toepassing van technologieën voor duurzame ontwikkeling van stedelijke gebieden. Kortgezegd komt het neer op het sluiten van de kringlopen van ver-schillende stromen: grondstoffen, materialen, afval, energie, water en voedsel. Dit zal samen gaan met een ontwikkeling naar meer regionale productie (glokalisering).

“Zetten we de stap naar echte groene groei of blijft Nederland op te grote voet leven?”

Spannende vragen• Wat is de impact van meer regionale productie op het ruimtegebruik?• Wat betekent het sluiten van kringlopen voor gebouwen en gebieden?• Wat betekent hergebruik van materialen en grondstoffen voor distributie, opslag en verwerking

en welke ruimtelijke vragen zijn daaraan verbonden?

Relevante literatuurPBL (2013), Vergoenen en verdienen; op zoek naar kansen voor de Nederlandse economie, Den Haag TNO (2013), Kansen voor de circulaire economie in Nederland, Delft juni 2013

Page 7: Toekomstspoor  |  Vijf toekomstperspectieven voor het Jaar van de Ruimte 2015

| Toekomstperspectieven

Toekomstperspectief Nederland Productieland 1/2

www.wiemaaktnederland.nl

Sleutelwoorden: smart city, networked society, datanetwerken, mobiliteit, energie, verbondenheid, hubs, distributie, grensoverschrijdend, transitie, next generation infrastructures

Nederland Netwerkland

Ons land kent een fijnmazige infrastruc-tuur en is rijk bekabeld. De netwerken, aangelegd door de overheid en een hand-vol grote nutsbedrijven, zijn betrouwbaar en worden goed beheerd. Over land en water en via de lucht is Nederland goed verbonden met de regio en de rest van de wereld. Het gebruik van en de vereisten aan de infrastructuur en netwerken veran-deren echter met technologische innova-tie en economische en maatschappelijke veranderingen. Of het nu gaat om mobi-liteit, energie of data. Een toekomst van Nederland als land van smart cities en een network(ed) society gloort, maar daar zijn nieuwe infrastructuren voor nodig. Deze worden ook wel next generation infrastruc-tures genoemd. In de vervoers-, energie- en datanetwerken nemen de complexiteit en de behoefte aan flexibiliteit toe. Dat vraagt wat van de ruimtelijke inpassing van de netwerken, maar heeft ook indirect effect op ruimtelijke ontwikkelingen en ruimtelijke kwaliteit. In dit toekomstper-

spectief verkennen we deze directe en indirecte effecten.

De Internet of things verandert onze wereld in snel tempo. De netwerksamenleving, een samenleving gevormd door (digitale) sociale netwerken, evolueert snel. Een internationaal telecom bedrijf spreekt al van de networked society : een toekomstig ecosysteem waar wijd-verbreide internetverbondenheid de motor van maatschappelijke en economische ontwikkelin-gen is. En in 2013 zag de eerste Networked City Index het levenslicht. Waarbij de IT-infrastruc-tuur, -gebruik en -betaalbaarheid gekoppeld worden aan sociale, economische en milieu- dimensies. Voor het concept van de smart city bestaan dergelijke indexen al langer. In de smart city raken van oorsprong verschillende en afzonderlijke netwerken en infrastructuren steeds meer met elkaar verweven. Waren mobi-liteit, datanetwerken en energie tot voor kort gescheiden domeinen, in de nabij toekomst zul-len ze steeds meer met elkaar verweven raken. Denk aan elektrisch vervoer en zelfrijdende

Page 8: Toekomstspoor  |  Vijf toekomstperspectieven voor het Jaar van de Ruimte 2015

Toekomstperspectief Nederland Productieland 2/2

www.wiemaaktnederland.nl

voertuigen. Of aan smart grids die het gebruik van infrastructuur monitoren en realtime feed-back kunnen geven zodat bijvoorbeeld de leve-ring van elektriciteit afgestemd kan worden op de vraag of (openbaar) vervoersystemen op de intensiteit van verkeer.Het gebruik van en de vereisten aan de vervoers-infrastructuur in ons land en die ons land met de regio verbindt zal wijzigen door technologische innovaties als zelfrijdende voertuigen en innova-tief verkeersmanagement. De veranderingen die op onze vervoersnetwerken afkomen zijn ook afhankelijk van economische en sociaalmaat-schappelijke ontwikkelingen. Zo zal economische groei, de omvang van de wereldhandel, de olie-prijs en milieubeleid invloed hebben op de dis-tributiesector. Verdere opkomst van een internationale kenniseconomie zal invloed heb-ben op lange-afstandspersonenvervoer. Sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen leiden er al een aantal jaar toe dat het fietsgebruik in steden toeneemt en dat vervoersmiddelen vaker worden gedeeld via autodeelservices als Car2Go of WeGo. Tot slot zal een verschuiving in het wer-klandschap van monofunctionele kantoorgebou-wen naar meer dynamische en multifunctionele

werklocaties ook effect hebben op de vervoer-sintensiteiten in het mobiliteitsnetwerk en op de knooppunten daarin.

De komende decennia staan ons grote verande-ringen te wachten op het gebied van energie. Beleid is gericht op energiebesparing, groei van duurzame bronnen als zon, wind en biomassa en efficiënt gebruik van energie. Nieuwe tech-nologie maakt allerlei vormen van decentralisa-tie mogelijk, waarmee ingespeeld kan worden op nieuwe behoeften van gebruikers zoals het besparen van energiekosten en het oprichten van eigen lokale energienetten. En vanuit de samenleving komen steeds meer initiatieven voor eigen energieopwekking. In een vrije ener-giemarkt moeten nieuwe diensten en concepten worden gefaciliteerd. Al deze ontwikkelingen samen leiden tot een toenemende complexiteit, die vraagt om meer flexibiliteit. Aan de huidige energienetten worden nieuwe eisen gesteld en die zullen de komende decennia ingrijpend moeten worden aangepast. De transitie naar duurzame bronnen van energie hebben daar-naast invloed op ruimtelijke kwaliteit, denk aan windmolens en zonnepanelen.

“Maken we van Nederland een land van smart cities en de networked society of raken we verstrikt in een Gordiaanse knoop van netwerken?”

Spannende vragen• Hoe verhouden de verschillende type netwerken zich tot nutsvoorzieningen en de verantwoorde-

lijkheden daarvoor?• Wat zijn de uitdagingen op het gebied van internetverbondenheid in Nederland?• Welke invloed heeft de networked society, het gebruik van internet applicaties, op het gebruik van

ruimte?• Welke ontwikkelingen zijn er in het gebruik van data voor ruimtelijke planvorming en wat beteke-

nen die?• Wat betekenen de ontwikkelingen op het gebied van infrastructuren voor de ondergrond, de

ondergrondse netten?• Welke invloed hebben technologische innovaties in de automobielindustrie op het wegennetwerk

in ons land en in onze steden?• Wat zijn de effecten van sociaalmaatschappelijke ontwikkelingen als toename van fietsgebruik en

autodelen op onze steden?• Welk invloed hebben economische ontwikkelingen op de knooppunten in ons mobiliteitsnet-

werk?• Zijn onze internationale verbindingen voor distributie en personenvervoer toekomstbestendig?• Welke ruimtelijke implicaties heeft de toenemende complexiteit van energienetten?• Wat betekent de transitie naar duurzame vormen van energie voor de ruimtelijke kwaliteit?

Relevante literatuurPBL (2013), De ruimtelijke impact van hernieuwbare energie: een verkenning, Den Haag juni 2013TNO (2012), Ruimtelijke impact van technologie Vlaanderen 2020-2050, Delft december 2012De Waal M. (2013), De stad als interface; hoe nieuwe media de stad veranderen, Rotterdam 2013Deloitte (2012), Digital-age transportation; The future of urban mobility

Page 9: Toekomstspoor  |  Vijf toekomstperspectieven voor het Jaar van de Ruimte 2015

| Toekomstperspectieven

Toekomstperspectief Nederland Productieland 1/2

www.wiemaaktnederland.nl

Sleutelwoorden: maakindustrie, 3d-printing, nanotechnologie, biotechnologie, IT, productielandschap, campus, circulaire economie, globalisatie, distributie

Nederland Productieland

Waar verdient Nederland straks zijn brood mee? Begin 21e eeuw lag de focus nog op handel en de diensteneconomie. Maar de derde industriële revolutie, aan-gezwengeld door technologische inno-vaties, verandert de economie in hoog tempo. Zo draaien de door de regering benoemde economische topsectoren allen om productie en innovatie. Over waar het zwaartepunt zou moeten liggen valt te discussiëren, maar zeker is dat de maak-industrie en de landbouw razendsnel aan het veranderen zijn en dat dit kansen biedt voor de Nederlandse economie. Het stelt echter ook nieuwe vragen aan de ruimte-lijke inrichting van ons land, van regio’s en van steden. Met dit toekomstperspectief verkennen we wat deze nieuwe vragen zijn en welke strategische beslissingen hier-voor op nationaal niveau nodig zijn. Hoe ziet Nederland Productieland er straks uit?

De maakindustrie en landbouwsector zijn dankzij technologische innovaties razendsnel

aan het veranderen. Denk maar aan de innova-ties van de afgelopen jaren op het gebied van 3D-printing, nanotechnologie, biotechnologie en biomedische technologie. Door al deze innovaties zal kennis een grotere rol spelen in deze sectoren en zal de samenwerking tussen productie, R&D en wetenschap voor bepaalde sectoren steeds belangrijker worden. Het productielandschap zal veranderen. Naast kapitaalintensieve grote fabrieken die com-plexe producten maken, ook productielijnen die makkelijk op veranderende behoeften van supply chain-partners aanpasbaar zijn en lokale, mobiele en thuis-productielocaties. Innovatie in landbouw en veeteelt zal leiden tot produc-tieverhoging, intensivering en schaalvergroting en tot minder milieubelastende productie-methodes. Tot slot zal voedselproductie niet altijd meer op landbouwgronden of stallen plaatsvinden, maar ook in laboratoria.

Duurzaamheid gaat een steeds grotere rol spelen in productieprocessen. Belangrijkste aanjager hiervan is de schaarste van grondstof-

Page 10: Toekomstspoor  |  Vijf toekomstperspectieven voor het Jaar van de Ruimte 2015

Toekomstperspectief Nederland Productieland 2/2

www.wiemaaktnederland.nl

fen, maar ook het maatschappelijk bewustzijn groeit. Zodoende komt er meer aandacht voor en regulering van verschillende vormen van herge-bruik. Ook groeit collaborative consumption, wat robuustere producten zal vragen. De beweging naar meer duurzaamheid in productie en con-sumptie wordt ook wel de beweging naar een circulaire economie genoemd.

Naar verwachting neemt de fragmentatie in productieketens nog steeds toe, waarbij delen van de productie daar plaatsvinden waar de

kosten en kwaliteit van arbeid en transport het gunstigst zijn, overheidsbeleid bevorderlijk is of integratie van leveranciers of zelfs afnemers in het productieproces mogelijk is. Tegelijkertijd is er een beweging dat bedrijven die eerder hun productie verhuisden naar lagelonenlanden deze weer terughalen.

Tot slot zal de markt voor export internationaler worden, naast de EU en de VS zullen BRIC- landen en de ‘Next-11’ steeds grotere afnemers worden.

“Hoe moderniseren we de economie om niet te vervallen tot een hedendaagse versie van Nederland van net ná de Gouden Eeuw?”

Spannende vragen• Wat zijn de toekomstige kansrijke sectoren voor de Nederlandse economie en hoe verhouden die

zich tot de rest van Europa?• Hoe ziet het Nederlandse stedelijke productielandschap er over twintig jaar uit? Welke diversiteit

is er en hoe verhouden grootschalige fabrieken zich tot centrale stedelijke hubs, mobiele produc-tieomgevingen en thuisproductie en wat zijn onderlinge en internationale netwerken?

• Hoe ziet het agrarische productielandschap er in Nederland over twintig jaar uit?• In welke mate vragen de kansrijke sectoren van de Nederlandse maakindustrie agglomeratie en

clustering van activiteiten en gezamenlijke huisvesting van productie, onderzoek en ontwikke-ling? Welke regio’s lenen zich daarvoor? Hoe kunnen regio’s daarbij complementair aan elkaar zijn? Welke ruimtelijke faciliteiten zijn er al en wat is hier verder voor nodig?

• Welke invloed zal de ontwikkeling naar lokale, mobiele en thuis-productielocaties hebben op de stad en praktijk van ruimtelijke ordening?

• Wat is de invloed van meer hergebruik distributie en logistiek en op het Nederlandse produc-tielandschap?

• Hoe kan Nederland als productielocatie aantrekkelijker worden voor buitenlandse/internationale bedrijven en welke eisen stelt die aan productielocaties?

• De markt wordt internationaler, wat vraagt dat van de distributiecapaciteit van Nederland en Europa en welke ruimtelijke vragen stelt dit?

• Wat zijn de belangrijke (ruimtelijke) factoren voor het aantrekken van (internationaal) talent? Welke steden en regio’s hebben internationale aantrekkingskracht? Zijn er verschillen tussen kansrijke sectoren en tussen regio’s en steden?

• Welke bijdrage kan de nieuwe maakindustrie, naast motor voor (lokale) economie, leveren aan de (ruimtelijke) opgaven van onze steden, regio’s en ons land?

Relevante literatuurWRR (2013), Naar een lerende economie, investeren in het verdienvermogen van Nederland, Amsterdam University Press, Amsterdam 2013Foresight (2013), The future of manufacturing, a new era of opportunity and challenge for the UK, Government Office for Science, London 2013McKinsey Global Institute (2013), Disruptive technologies: Advances that will transform life, business, and the global economy, May 2013SER (2012), Verschuivende economische machtsverhoudingen, juni 2012OECD (2012), OECD science and technology outlook 2012