Tips wasverwerken Bij enf r om bijen houden februari 2010

24
Bij en biodiversiteit Tips wasverwerken Rozemarijn Bijenferomonen De twee Nosema’s Naar Ameland 4e jaargang/2 februari 2010 bijenhouden Nederlandse BijenhoudersVereniging

Transcript of Tips wasverwerken Bij enf r om bijen houden februari 2010

Page 1: Tips wasverwerken Bij enf r om bijen houden februari 2010

Bij en biodiversiteitTips wasverwerken

RozemarijnBijenferomonen

De twee Nosema’sNaar Ameland

4e jaargang/2februari 2010 bijenhouden

N e d e r l a n d s e B i j e n h o u d e r s V e r e n i g i n g

Page 2: Tips wasverwerken Bij enf r om bijen houden februari 2010

bijenhouden 2010/2 - februari # 2

Van de redactie

Inhoud Colofon

Bijenhouden, maandblad voor bijenhouders Jaargang 4, nummer 2, februari 2010 ISSN 0926-3357.Uitgegeven door de NBV. Verschijnt 11 keer per jaar omstreeksde 15e van de maand (in juli en augustus verschijnt één num-mer) in een oplage van 6.300 ex.

HoofdredacteurTineke Brascamp-van der Lee

RedactieKees van Heemert, M.J. van Iersel, Ardine Korevaar,Henk van der Scheer, Adindah Visser

Vaste medewerkersMarleen Boerjan, T. Elzenga, Nienke de Jong, H. Oude Essink,T. Thissen, Bertus Wieringa

Redactie & administratieMarga Canters (secr.), Grintweg 273, 6704 AP Wageningen, t 0317 42 24 22 f 0317 42 41 80 e [email protected] 53.90.42.897 ABN-AMRO, t.n.v. Bijenhouden.Tarieven voor handelsadvertenties op aanvraag bij de redactieNiet-commerciële advertenties in ‘Vraag en aanbod’ € 10 per 20woorden, elk extra woord € 0,25. Betaling bij opgave.

Alle in Bijenhouden gepubliceerde meningen en inzichtenblijven voor rekening van de auteurs. De redactie houdt zichhet recht voor de bijdragen in te korten of te redigeren. (Derecentste versie van het Groene Boekje wordt aangehouden).Overname van artikelen en illustraties alleen met vooraf-gaande toe stem ming van de redactie en met bronvermelding.Kopij, opgave en betaling van advertenties moeten uiterlijk achtweken vóór de datum van verschijning aan de redactie secretarisworden opgestuurd. Tekst bij voorkeur via e-mail insturen. Zomogelijk met foto’s of dia’s (digitaal 10 x 15 cm, 300 dpi).Afdelingen die een cursus organiseren wordt verzocht hier-over beknopte informatie aan de redactie secretaris te sturen.Verslagen graag beperken tot maximaal 450 woorden.

Vormgeving en opmaak Grafisch Atelier WageningenDruk Offset Service - Thieme Grafimedia Groep Omslagfoto De eerste krokussen, Astrid Schoots

JaarkleurenDe jaarkleuren zijn als volgt. De jaren eindigend op 0/5: | 1/6: | 2/7: | 3/8: | 4/9:

In deze maand van binnen blijven, geduld hebben en plannen maken schrijven we ook in de praktische sfeer: een artikel over de fijnekneepjes van het vak als het om omsmelten van was gaat. Terwijl je het leest, ruik je gewoon de was in alle stadia van zuiverheid.Meer te beschouwen als informatie rondóm het bijenhouden is een uitvoerig artikel waarin op een rijtje is gezet waarin Nosemaapis en Nosema ceranae van elkaar verschillen. Daarvan volgt in het maartnummer het tweede en laatste deel. De lijst van alle bijbe-horende literatuur is te vinden op www.bijenhouders.nl. Voor dat soort bijlagen heeft Bijenhouden voortaan een speciale plek gekre-gen, die is te vinden achter de link ‘Tijdschrift’. Van de Koninginnenteeltdag eind januari, die dit jaar voor een groot deel is ingevuld door drie vooruitstrevende Tsjechische imkers,zullen we in maart verslag doen. Extra informatie komt dan mogelijk ook op die webstek, om met onze Vlaamse vrienden te spreken.Een andere vernieuwing rond ons blad die het verdient om hier te worden vermeld, is het bestaan sinds enige tijd van een redactie-adviesgroep. Deze bestaat uit Astrid Schoots, Johan Calis en Lennard Pisa, die we kort geleden in die rol met een boerenkoolmaaltijdhebben ‘ingegeten’. Zij volgen het blad kritisch en voorzien ons als redactie gevraagd én ongevraagd van advies. Dat laatste mogennatuurlijk ook onze lezers. Met de redactieadviesgroep als steuntje in de rug blijven we eraan werken dat Bijenhouden bij ieder die(van) bijen houdt, welkom is.Tineke Brascamp

BijenweideBijen en het ‘Jaar van de Biodiversiteit’ Ardine Korevaar 3Van A-team naar B-teams Aat Rietveld 4

Praktijk Was verwerken Astrid Schoots 5

Uit de imkergemeenschap 7In memoriam Bas Gouda

Boekbesprekingen 8Bij-voorbeeld Kees van HeemertHoningbijen Tineke Brascamp

Imkerervaringen Ton Thissen 9Februari Schouwmaand

Bijenplant belicht Hennie Oude Essink 10Rozemarijn (Rosmarinus officinalis L.)

Biologie Theo Elzenga 12Een bijenvolk wordt geregeerd door geuren

Bijengezondheid Randy Oliver/Mari van Iersel 14Overzicht van recent onderzoek aan Nosema ceranae

Uit de imkergemeenschap 15Kamerlid reikt diploma’s uit

Fruitteelt in Nederland 7 Henk van der ScheerOver ‘de bloemetjes’ bij grootfruit 16

Uit de imkergemeenschap Gosse van der Velde 18Bevruchtingsstation Ameland

Buitensnippers Ardine Korevaar 19Dick Vunderinkfonds W. Oldenkamp 20’Eendrachtsvlag’ gehesen

De lezer schrijft 20Oproep bijen op begraafplaatsenWie heeft foto’s van Apis-soorten?

Cursusboek bijengezondheid te koop 20BD-imkerdag 20Cursussen, Familieberichten 21Foto van de maand Christel Blok-Bakkers 22Vraag en aanbod, Agenda 24

Page 3: Tips wasverwerken Bij enf r om bijen houden februari 2010

bijenhouden 2010/2 - februari # 3

Ardine KorevaarHet woord biodiversiteit komen we de laatste tijd steeds vakerin de media tegen. De Verenigde Naties hebben 2010 uitgeroepentot Internationaal Jaar van de Biodiversiteit en de NBV heeft zichonlangs aangesloten bij de Coalitie Biodiversiteit 2010. Dat is eenNederlands initiatief van overheden en maatschappelijke organi -saties gericht op behoud van de soortenrijkdom in Nederland.

Wat is er belangrijk aan biodiversiteit? Waarom houden deministeries van LNV en VROM en anderen zich ermee bezig?

DefinitieBiodiversiteit is een samentrekking van de woorden ‘biologische’

en ‘diversiteit’. Er bestaan meerdere definities, waarbij het steedsom drie niveaus van biologische verscheidenheid gaat, te weten:van leefgebieden (ecotopen), plant- en diersoorten en genen.

In het ‘Verdrag inzake biologische diversiteit’, besproken tijdensde VN-conferentie over Milieu en Ontwikkeling te Rio de Janeiro(1992) staat het als volgt: “Biologische diversiteit is de verscheiden-heid aan levende organismen, afkomstig uit alle leef gebieden zoalshet land, de zee, zoet water, en van de ecologische systemen waar-van zij deel uitmaken. Het gaat hierbij zowel om variatie binnenen tussen soorten als van ecosystemen” (Glowka et al., 1994)

Op dit moment zijn bijna 2 miljoen soorten organismen bekend,waarvan er zo’n 40.000 in Nederland voorkomen. Een groot deelvan de biodiversiteit is nog niet in kaart gebracht. De schattingvan het totale aantal soorten ligt tussen de 5 en 10 miljoen. Ookin Nederland worden nog voortdurend nieuwe soorten ontdekt.

BezorgdheidOp zich heeft het woord biodiversiteit een neutrale, beschrij-

vende betekenis. De grote belangstelling voor dit begrip komtvoort uit bezorgdheid over het verlies van de soortenrijkdom opaarde. Het verlies aan soorten en leefgebieden heeft nadeligegevolgen voor meerdere aspecten van het menselijk welzijn.

Al in de 90-er jaren realiseerde men zich dat met het kappenvan tropische bossen een belangrijke bron van plantengenenvoor veredeling van landbouwgewassen, tevens vindplaats vanwerkzame stoffen voor medicijnen, verloren dreigde te gaan.Ook drong het besef door dat aantasting van ecosystemen devoedsel- en energievoorziening (hout) van mensen bedreigt engebieden kwetsbaar kan maken voor natuurrampen.

Voor veel mensen is verarming van de natuur, dichtbij ofveraf, een benauwende gedachte.

Invloed van de landbouwDe Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties

noemt als voornaamste oorzaak voor het verlies van biodiversiteitop wereldschaal, de ontwikkelingen in de landbouw.

De huidige agrarische praktijk heeft grote invloed op de bio-diversiteit in ecosystemen die wij meestal aanmerken als natuur.Denk aan overbegrazing, ontbossing, het droogleggen van wet-lands (moerassen en waterrijke gebieden) en het beslag dat delandbouw legt op zoetwatervoorraden voor irrigatie. Ook (over) -bemesting en verkeerd gebruik van gewasbeschermingsmiddelenter voorkoming van ziekten en plagen vormen een bedreigingvoor het behoud van de soortenrijkdom. Op de lange termijn zoude waarde van het verlies aan biodiversiteit wel eens veel groterkunnen zijn dan de economische voordelen op korte termijn.

Een andere vorm van soortenverlies betreft de landbouwkundi-ge praktijken zelf. We zien hier intensivering – grote monocultures– en wereldwijd sterke vermindering van het aantal plant- endiersoorten dat voor landbouwproductie wordt gebruikt. Dan ishet extra nodig dat de genetische hulpbronnen beschikbaar blijvenom lokale genetische erosie en grotere kwetsbaarheid voor ziektenen plagen op te kunnen vangen.

Bijenweide

Bijen en het ‘Jaar van de Biodiversiteit’

Het afwijkende landzoogdier: de mensUiteindelijk zijn bevolkingsgroei en toenemende welvaart

sturende factoren. Geholpen door technologie veranderen wewereldwijd ons land- (en water-)gebruik, niet alleen door delandbouw, maar ook door mijnbouw, energiebehoefte, infra-structuur, verstedelijking, recreatie en toerisme. Dat alles zorgtvoor versnippering van biotopen en verlies van ecosystemen ende daarin levende soorten.

Internationale initiatieven Om de achteruitgang van biodiversiteit tegen te gaan, hebben

in 1992 de VN in Rio de Janeiro het Verdrag inzake BiologischeDiversiteit (CBD) opgesteld. Dit verdrag is gericht op het behoudvan de ecologische basis van de aarde in combinatie met econo-mische ontwikkeling. Het CBD kent drie hoofddoelstellingen: • behoud van biologische diversiteit,• duurzaam gebruik ervan,• eerlijke verdeling van de voordelen die het gebruik van genetische bronnen oplevert.

In 168 landen wordt actief deelgenomen aan dit verdrag. Dedeelnemers stelden zich ten doel dat per 2010 de snelheid van

Page 4: Tips wasverwerken Bij enf r om bijen houden februari 2010

bijenhouden 2010/2 - februari # 4

soortverlies zou afnemen. De Europese Unie heeft besloten datde achteruitgang dit jaar moet stoppen. Dit initiatief heet:Countdown 2010 (www.countdown2010.nl). Ook Nederland doethieraan mee. Er is een coalitie gevormd van overheden, maat-schappelijke organisaties en bedrijven die tezamen het voortouwzullen nemen in de communicatie over biodiversiteit: de CoalitieBiodiversiteit 2010. De NBV is aangesloten bij dit verbond enschaart zich daarmee achter de doelstellingen, te weten:• Mensen bewust maken van biodiversiteit in de eigen omgeving• Mensen bewust maken van de relatie tussen wat je hier doeten de gevolgen daarvan op andere plekken in de wereld

• Mensen aansporen tot concrete actie door duidelijk te makenwat je zelf kunt doen en door het beïnvloeden van (koop)gedrag.

Hoe past de bij(enhouder) in het plaatje?Arie Koster, stadsecoloog en bekend publicist, beschrijft op zijn

site hoe rijkdom aan soorten en aantallen van insecten – waarvande ene soort de andere oppeuzelt of parasiteert – zorgen voorbiologisch evenwicht. Daarvan profiteert men in de land- entuinbouw, maar ook elke grond- of groenbezitter heeft er pleziervan. Veel insecten – niet alleen bijen – hebben gevarieerd stuifmeelnodig, dat wil zeggen: veel verschillende bloemen. De productenvan bestuiving, zaden en vruchten, vormen voedsel voor mensen,vogels en kleine zoogdieren. En begroeiing, die liefst voor de winterniet gemaaid wordt, is onmisbaar als specifieke ‘nest-’ en schuil-plaats voor klein gedierte.

Om honingbijen probleemloos in stand te houden zijn groteoppervlakten bloemrijke vegetatie noodzakelijk. Wie het voor-gaande tot zich heeft laten doordringen, begrijpt dat elke bijen-houder die werkt aan de bijenweide en zich inzet voor ecolo-gisch beheer van die vegetatie bijdraagt aan biodiversiteit ineigen omgeving. Wat ligt meer voor de hand dan dat deCommissie voor Biotoopverbetering werk maakt van ecologischgroenbeheer, rijk aan voedend stuifmeel en bijdragend aan debiodiversiteit? De internationale belangstelling voor behoud vande soortenrijkdom is een steun in de rug bij het streven van deNBV om de dracht voor bijen en hun vitaliteit te verbeteren.

Meer informatiewww.minlnv.nl het Ministerie van Landbouw www.ecnc.org het European Centre for Nature Conservationwww.biodiversiteit.nl Nederlandse website over biodiversiteitwww.countdown2010.nl website van het Countdowninitiatiefwww.greenfacts.org wetenschappelijke feiten over biodiversiteitwww.biodiversiteitsjaar.nl website van Arie Koster

Van A-team naar B-teamsAat Rietveld, voorzitter NBV-commissie BiotoopverbeteringSoms wordt er nog wel eens een aflevering herhaald van deserie The A-team. Voor de jongeren onder ons: dat is een groepjevan vier mannen die met inzet van list en technologie strijdentegen onrecht en verdrukking. Bijzonder is dat elk lid van hetteam is gespecialiseerd. Eentje met spierballen en technischvernuft, een ander die humor in de strijd werpt, een derde isgoed in vrouwen versieren en een vierde heeft de hersens. Dezelaatste is dan ook de baas en rookt sigaren. Juist deze combi-natie van specialisaties maakt ze zo succesvol. Ze behalen danook wonderbaarlijke resultaten, ze winnen altijd. En dat zonderdat er doden vallen. Wat goede samenwerking al niet vermag!

Op sommige plaatsen in Nederland heeft men een voorbeeldgenomen aan The A-team. Men heeft B-teams opgericht, waartrouwens ook vrouwen aan deelnemen. Ook de B-teams knokkenvoor een goede zaak maar dan via praten en overleg. Er zijnverschillende namen voor dit verschijnsel, vast en zeker voort-gekomen uit ambtelijke pen: ‘Groenoverleg’, ‘Groene koepel’,‘Inspraakorgaan natuurbeleid’ zijn een paar voorbeelden. Ik stelvoor ze samen te vatten met de naam B-teams, waarin de B staatvoor biodiversiteit. Zo’n team heeft brede aandacht voor deleefomgeving en bestaat uit mensen uit organisaties met ver-stand van groen en natuur. Dergelijke teams geven gevraagden ongevraagd adviezen aan gemeenten omtrent hun ‘groen-beleid’. Er worden gezamenlijk initiatieven genomen ter bevor-dering van aangenaam en ecologisch groen, zoals Arie Kosterhet noemt. Groen dat gevarieerd onderdak en voedsel biedtaan een veelheid van dierlijk leven. Ze geven voorlichting aan burgers middels voorlichtings -

bijeenkomsten, stukken in kranten, lessen op scholen. Het B-teamkan ook reageren als ze dingen zien die anders zouden kunnenof moeten. Wordt er niet op een verkeerd tijdstip gemaaid?Worden de lindebomen niet precies tijdens de bloei gesnoeid?Ligt er grond onnodig lang braak? Worden de bermen ingezaaidmet een kruidenmengsel? De B-teams willen invloed uitoefenenen vooral iets doen en in veel gevallen lukt dit ook. De omgevingwordt er mooier van. De plaatselijke biodiversiteit wordt daad-werkelijk bevorderd. Het jaar 2010 is door de Verenigde Naties uitgeroepen tot

Internationaal Jaar van de Biodiversiteit. Kunnen wij imkersdaar iets mee behalve lid te worden van de Coalitie Biodiversiteit2010 (zie hiernaast)? Uit het bovenstaande kunt u opmakenwelk antwoord ik verwacht.Is er in uw omgeving al een ‘B-team’? Sluit u aan, bijvoor-

beeld als plaatselijke NBV-afdeling. Neem anders zelf het ini-tiatief tot opzetten van zo’n samenwerkingsverband met ban-den met de plaatselijke overheid. Nederland, let op: de B-teamskomen er aan. Nederland wordt dan (ook) voor bijen een betereplek om te gedijen.

Inzaaien van akkerranden kàn helpen

Page 5: Tips wasverwerken Bij enf r om bijen houden februari 2010

Sinds kort neemt het Bijenhuis geen oude raat meer inomdat de ingeleverde hoeveelheid te klein werd om renda-bel te verwerken. Ook was de kwaliteit niet altijd evengoed; in een enkel geval wandelde de vuilniszak bijna wegvanwege de wasmotlarven. Bijenwas wordt echter wel ingenomen; mits redelijk gerei-nigd levert deze € 4,- contant per kilo op.

Astrid SchootsRaten omsmelten, ramen schoonmaken, was zuiveren en ver-werken... Wie eenmaal de goede werkwijze heeft gevondendraait er zijn hand niet meer voor om. Maar voor je een efficiëntemanier hebt ontwikkeld, kun je maar al te vaak terugkijken opeen spoor van rommel, half mislukte bouwsels en uitvindingenen op een kliederboel die meer werk dan was opleverde. Ikspreek helaas uit ervaring. Maar het kan gelukkig eenvoudiger.Er zijn veel manieren en er rouleren vele tips. Hieronder eenselectie.

De zonnewassmelter is een broeikasje waarin oude raat doorzonnewarmte smelt. De uitgesmolten schone was loopt in eenopvangbakje, de restanten blijven achter een roostertje hangen.Er zijn kant-en-klare zonnewassmelters te koop, maar je kunt erook makkelijk zelf een maken. Bouwtekeningen zijn te vinden ino.a. het dikke bijenhoudershandboek van Schotman, op interneten op het Imkerforum.• Maak het smeltoppervlak niet te klein, er moeten minstenstwee broedkamerramen op passen. Een ondiepe bak geeftsneller de benodigde temperatuur, maar ik heb ook een hogevariant gezien waarbij de ramen niet plat liggen maar naastelkaar kunnen staan, zodat de was beter tussen de pophuidres-tanten kan wegstromen en er meer ramen tegelijk in kunnen.

• Als je de ramen of uitgesneden stukken raat met de bovenrandnaar beneden in de smelter legt, blijft er de minste was achter.Na afloop vormen de pophuidjes een mooi geraamte van deraat, met aan beide raatkanten een exacte afdruk van de cel-len.

• Wanneer je de raat niet uitsnijdt maar de ramen in hun geheelin de smelter plaatst, kunnen deze zelfs bruin verbranden.Gelukkig malen de bijen niet om de kleur van de raampjes.Door de hoge temperatuur worden nosemasporen gedood.

• Enkel of dubbel glas? Met enkel glas warmt de smelter natuur-

lijk sneller op. Maar dubbel glas isoleert twee kanten op: hetduurt langer voor de smelttemperatuur bereikt is, maar als ereven een wolkje voor de zon schuift, gaat het smelten gewoondoor doordat de warmte beter vastgehouden wordt. Ook eengoede isolatie aan zij- en onderkant helpt daarbij.

• Besteed vooraf veel aandacht aan het dichten van kieren om tevoorkomen dat er warmte en vooral heerlijk geurende was-dampen ontsnappen. Siliconenkit hecht alleen goed op schoonmateriaal: een eenmaal lekkende kast is lastig te repareren.Het kleinste lekje zal roverij uitlokken, en roverij is makkelijk teontketenen maar lastig af te leren. Daarom moet ook de dekselmet glasplaat goed afsluitbaar zijn, bijvoorbeeld met een dub-bele strook fietsbinnenband of rubber tochtband en een lichtdrukkende klem.

• Het opvangbakje mag niet van metaal zijn, omdat de wasdaardoor wat grauwgroen verkleurt. Dus dat oude cakeblik datprecies het goede formaat heeft: niet gebruiken. Een bakje meteen stuk bakpapier erin om de was op te vangen werkt goed.Was hecht niet aan bakpapier.

• De smelter werkt het best wanneer de zon loodrecht op hetglas schijnt en de stralen zo min mogelijk worden afgebogenof teruggekaatst, dus draai de smelter regelmatig met de zonmee. Bij de kringloopwinkel heb ik een draaikrukje gekocht enop de zitting een schuine plank gemonteerd waarop de was-smelter kan staan. In plaats van sjorren en schuiven met eenzware hete kast volstaat nu een zetje met de pink, om de was-smelter als een zonnebloem met de zon te laten meedraaien.

• Een nadeel van de zonnewassmelter is dat het gebruik ergweersafhankelijk is, maar het is een eenvoudige, vriendelijkeèn milieuvriendelijke manier. Als het weer niet erg tegen zit isde smeltcapaciteit voldoende voor de gemiddelde hobbyimker.

In een zak onder water Een manier waarbij je minder van de zon afhankelijk bent, is omde uitgesneden stukken raat in een dichtgebonden jute zak ofdubbele uienzak te doen. Stop deze in een grote ketel water. Bijverhitting zal de was smelten en op het water gaan drijven. Naafkoelen vind je in de zak alleen afval. • Verzwaar de waszak met een steen zodat hij niet gaat drijven.De drijfkracht van was is heel groot, waardoor het lastig is omde zak goed onder water te houden.

• Gebruik zacht water, bijvoorbeeld regenwater. In kraanwater zitmeestal kalk, waardoor de was iets grijzer en brosser wordt. Bijgebruik van kraanwater kan men schoonmaakazijn toevoegen.Het zuur bindt de kalk die in het water zit.

• Wanneer je de raten van te voren weekt komen de pophuidjesmakkelijker los van de was. In dat verband is het minder han-dig om de oude raat tot ballen te kneden, een advies dat gege-

Praktijk

Was verwerken foto’s As

trid Sch

oots

Draaibaar onderstel om zware wassmelter makkelijk met de zon mee te draaien

bijenhouden 2010/2 - februari # 5

Page 6: Tips wasverwerken Bij enf r om bijen houden februari 2010

bijenhouden 2010/2 - februari # 6

ven wordt om de wasmot minder kans te geven. • Gebruik geen gaasdoek van een of ander plastic, zoals de grotenetten die rond steigers gebonden worden. Een zak daarvan opmaat genaaid leek me geschikt om raat te smelten, maar helaassmolt ook de zak en kwam de hele prut in alle glorie bovendrijven. Een platte steen op de bodem had dit kunnen vermijden,en is ook handig tegen aanbranden van het afval.

• In plaats van een steen om te verzwaren kan je ook een soortwiel van metaaldraad buigen met een handvat eraan: zo kan jede zak een beetje opporren en uitpersen, wat het loslaten vande laatste restjes was bespoedigt.

• Deze methode is niet mijn favoriet geworden, ondanks hetenthousiasme van sommige gebruikers ervan. Maar alle geknoeiin de keuken heeft me wel opgeleverd dat mijn man in deschuur een gaspitje heeft aangelegd.

StoomwassmelterHierbij wordt in een grote ketel door middel van stoom de

was uit de raten gesmolten. De was loopt aan de onderkanteruit in een emmer, vermengd met stoom en water. Het vuilblijft achter in de zeefbak in de ketel. De gestolde was drijft ophet afkoelende water. Een stoomwassmelter is meestal vanroestvrij staal. Er bestaat ook een eenvoudiger versie in plastic.

Deze geweldige uitvinding leek mij lange tijd te hoog gegre-pen, tot we als vereniging besloten gezamenlijk een stoomwas-smelter aan te schaffen. Nu hebben we er op toerbeurt allemaalplezier van.

• Een stoomwassmelter kan ook zelf gefabriceerd worden. Ophet Imkerforum kom ik slimme ideeën tegen: sapstomers,ouderwetse dubbelwandige kookpotten, of constructies meteen behangafstomer, bijvoorbeeld met een eromheen dichtge-bonden puinzak (ramen in de zak, onderin gaatjes, uitdruipenboven een emmer) of gemonteerd boven gestapelde geperfo-reerde emmers in een regenton. Kortom, van alles is mogelijk.

• Er gaat voor mij niets boven de geur van gezuiverde bijenwas,maar zover is het in deze fase nog niet. In een afgesloten ruim-te geeft deze klus voor de meeste mensen geen aangename

reuk, zeker niet als je er langere tijd mee bezig bent. Ook doorhet vele vocht is het beter om dit buiten te doen. Maar bijenzijn wèl zo gek op deze geur, dat ze in de opvangemmer ver-drinken als deze niet bijendicht is gemaakt. En dan nog zullenze zich in de hete stoom doodvliegen. Raten smelten doe ik dusna vliegtijd of op koudere dagen. Helaas heb ik me daarin eenslelijk vergist: een keer toen ‘s avonds de vlucht al was opgehou-den werden de bijen toch door de geuren aangelokt en haddenzij in schemerdonker hun noodlottige rooftocht hervat: toen ikna een kwartier terugkwam waren er helaas vele bijen ver-dronken. Om dit tegen te gaan kan je een plastic slurf makentussen de stoomsmelter en het gat in het emmerdeksel.

• Plaats de ramen rechtop naast elkaar, zo kunnen de was en derestrommel goed naar beneden stromen. Jonge lege ratengeven weinig afval, maar wanneer je de hele inventaris vaneen in de winter gestorven volk omsmelt, zit er een vracht aanstuifmeel, voer en vaak dode bijen bij. In dat geval kan het hel-pen om de dikke afvallaag op de bodem nog eens om te roerenen opnieuw door te stomen, om de laatste wasresten eruit tekrijgen. Maar doorgaans werkt de stoomwassmelter heel gron-dig en is een stoombeurt van een dik half uur voldoende.

• Men kan de ramen waar nog veel suiker in zit ook van tevorenbehandelen: eerst ontzegelen, daarna 24 uur verzwaard in eenbak water zetten. De suiker lost op en de raat laat zich gemak-kelijker omsmelten.

• Let op het waterpeil in het reservoir, laat het niet droogkoken!• De ramen na afloop van het stomen afkloppen of afkrabbenom restjes eraf te krijgen. Doe dit vóór de ramen zijn afgekoeld.Hoe heter de ramen, hoe sneller je kan werken. Ik heb voor ditdoel stevige oude rubberhandschoenen.

• Wanneer de onderkant van de ramen nog in een dikke afval-laag staat, zit er teveel restvuil aan; in dat geval krijgen deramen nog een korte stoombeurt in de schoongemaakte ketel,dit keer andersom. Dan zijn ze goed schoon en hoef je er nietsmeer aan te doen.

• Wanneer je de ramen binnen opslaat, gaan ze vaak schimme-len omdat ze bij het stomen water hebben opgenomen. Dit isvooral het geval bij ramen die nog vol suiker zaten. Het helptdan om ze na het voorweken een extra spoelbeurt te gevenmet schoon water voor ze in de stomer gaan. Maar bij opslagonder een afdak in de buitenlucht heb je nergens last van. Zeworden kurkdroog, ruiken naar propolis en blijven spatschoon.

• De ramen worden door de hitte goed ontsmet en zijn naafloop in principe vrij van nosemasporen. Voor het doden vanAVB-sporen is 130°C nodig, wat de wassmelters niet halen.

• Alle restafval kan op de composthoop: het verteert tot prachtigrulle grond. Ook het water met suikerresten kan op de hoop alsvoeding voor het bodemleven, maar dek het goed toe tegenroverij.

Was zuiverenDe volgende stap is het verder zuiveren van de was. Voor de

volledigheid: echt zuivere bijenwas van een maagdelijk nieuwraatje is wit en geurloos. Jonge raat en zegelwas geven direct almooie goudgele was, maar meestal is de was die uit de smelterkomt nog niet schoon genoeg. • Verwarm de brokken was in een ketel met zacht water tot zo’n80°C, laten koken is niet nodig. Bij het smelten drijft de was op

De was uit de stoomwassmelter moet nog verder gezuiverd worden

Page 7: Tips wasverwerken Bij enf r om bijen houden februari 2010

bijenhouden 2010/2 - februari # 7

het water. Het vuil is iets zwaarder dan de was, zakt bij afkoe-len naar beneden en zet zich tegen de onderkant van het was-blok of de waskaas af. Als de was weer hard is kan je het vuil ofde zogeheten wasvoet eraf krabben. Deze restjes kunnen laterweer met andere raten omgesmolten worden.

• Deze methode staat of valt met het tempo van afkoelen. Hoelangzamer de was en het water afkoelen, hoe beter het vuil envooral het fijne stof door de dikke was kunnen zakken. Om hetafkoelen te vertragen werk ik liefst met grote hoeveelheden:veel was, veel water, grote ketel. Je kan de ketel na afloop ineen hooikist zetten of een pak kranten of een oude dekeneromheen binden. Dit vertraagde afkoelen geeft in een keereen beter resultaat dan wanneer je het hele proces een paarkeer herhaalt.

• Deze methode werkt nog beter wanneer je eerst met een zeefde grove verontreinigingen die op de hete vloeibare massa drij-ven, weg schept. Liever niet door een zeef gieten vanwegeextra complicaties: de zeef is snel vol en er is een opvangbaknodig. Ook kleven er risico’s aan het overgieten van een grotemassa hete vloeistof.

• Gebruik een ketel of pan met rechte wanden, anders krijg je dewaskaas er moeilijk uit. Een emaille pan is het gladst en gaatgeen (verkleurende) reactie aan met de was.

• Om de was eventueel te bleken: giet op lauw water dunnelaagjes vloeibare was en leg deze na stolling een paar maan-den in de zon ‘op de bleek’.

Tot slot: verwerkenOm kaarsen of kunstraat te maken kan de was het best ver-

warmd worden au bain Marie, ‘in het bad van Marie’. Dan hangtde pan met was ìn een pan heet water en wordt nu dus indirectverhit. Deze werkwijze hebben we te danken aan Maria vanAlexandrië, een alchemiste uit het oude Egypte die deze tech-niek ontwikkelde om bepaalde brouwsels langzaam op te war-men. Zorg dat er geen water in de was komt, anders gaan dekaarsen spetteren.

In het januarinummer 2007 van Bijenhouden staan tips omkaarsen te maken; in het maartnummer van 2008 vindt u advie-zen voor eigen kunstraatfabricage op een eenvoudig persje.

Stoomwassmelter in werkplaats Omgekeerde waskaas met dunne voet

In memoriam Bas GoudaOp 19 januari jl. overleed Bas Gouda, 86 jaar oud. Hij is meerdan 60 jaar lid geweest van de bijenteeltvereniging ‘De Bommelerwaard en Omstreken’. In dieperiode heeft hij ca. 12 jaar in het bestuurvan de vereniging gezeten, waarvan ca. 9jaar als voorzitter. De gezond heidsproblemenvan zijn vrouw brachten met zich mee datBas destijds zelf vond dat hij te weinig tijdhad om als voorzitter goed te kunnenfunctio neren en hij heeft deze functie toenneergelegd. Tot op het laatst heeft hij trouw vanuit zijnwoonplaats Bennekom de vergaderingenbijgewoond en was daarin opmerk zaamaanwezig. Voor zijn bijzondere verdiensten is Bas in november2008 benoemd tot erelid. Met het overlijden van Bas verliezenwij een markante persoonlijkheid, niet alleen binnen onzevereniging maar ook daarbuiten.

Het hoofdbestuur van de NBV wil zich graag aansluiten bij dewoorden van de bijenteeltvereniging De Bommelerwaard.

In de jaren 1984 tot 1992 is Bas hoofd -bestuurs lid geweest van de VBBN namens degroep Betuwe. In de vergadering viel hij opdoor goed te luisteren. Het is kenmerkendvoor hem dat hij in de discussie altijd eenopbouwende kritische noot liet horen. Voorde groep Betuwe was hij een goedevertegenwoordiger. De laatste jaren, toen hijin Bennekom woonde (en gastlid was bij dieafdeling) is hij zeer actief betrokken geweestbij de expositie in het Bijenhuis. Bezoekersvertel len over de bijenteelt, was zijn lust en

zijn leven. We zullen Bas missen, vooral zijn smakelijkeverhalen en anekdotes.NBV afd. Bommelerwaard e.o., hoofdbestuur NBV, vrijwilligersexpositieruimte, NBV afd. Bennekom ‘Veluwezoom’.

Page 8: Tips wasverwerken Bij enf r om bijen houden februari 2010

bijenhouden 2010/2 - februari # 8

Kees van HeemertHet is een bij-zondere ervaring om eenboek onder ogen te krijgen dat de bijenin het licht van de bijbel beschouwt. Deauteur heeft getracht om in 17 hoofdstuk-ken weer te geven hoe bijen in al haaraspecten in relatie tot bijbelse uitsprakengezien kunnen worden. Hij geeft in deinleiding van zijn boek aan dat de manierwaarop bijen functioneren, voor verschil-lende onderdelen van de menselijkesamenleving als voorbeeld genomen kanworden. De bij kan dienen als inspiratie-bron vanwege de bouw van de raat; hetgebruik van de bijenkorf als logo in hetwapen van Utah in Amerika; de betekenisdie bijen hadden binnen de Rooms Katho -lieke Kerk. Denk bij dat laatste aan dewas die voor de kaarsen werd ge bruikt bijde eredienst. Ook noemt de schrijver hetcelibaat, dat zou doen denken aan dewerksters in een bijenvolk “die vrij willigafstand deden van de seksuele lusten”.

In de inleiding motiveert de auteur deopzet van het boek aldus: het leven vande honingbij krijgt een extra dimensie alswe de bijen in bijbels perspectief zien. Of dit boek ontstond uit de behoefte omvanuit Protestants-Christelijk geloof eentegenwicht te bieden aan de betekenis diede bij vanuit Rooms-Katholieke levensbe-schouwing werd toegedacht, is onduidelijk.In feite is dit boek gewoon een informatiefalgemeen boek over bijen, bijenteelt en

de bijenhouderij. Het bevat mooie foto’sen tekst die heel herkenbaar alle aspectenvan de bijenwereld de revue laat passeren.Maar tegelijkertijd bevat het, in een kolomnaast de tekst over bijen, beschouwingenvan christelijke strekking. Veelal vergezeldvan bijbelteksten met vermelding van bij-belboek, hoofdstuk en verzen. In een toe-lichting wordt nog vermeld dat alle bijbel-gedeelten uit de Herziene Statenvertalingzijn, een Bijbelvertaling die in gebruik isbij de Gereformeerde Bond.Eén voorbeeld uit het bijenverhaal (p.65)met daarnaast de beschouwende tekstdie daarmee in verband wordt gebracht,noem ik hier om een idee te geven vanhet karakter van het boek. De auteur be -schrijft de functie van de voedsterbij, ver-meldt zijn interpretatie en koppelt deze aande bijbelse tekst die hij daarop van toepas-

Bij-voorbeeld door Piet van der Lugt; illustratieszijn van Peter Elshout en de auteur zelf.Uitgever Timotheüs, Harderwijk, uitgave 2009.ISBN: 978-90-79895-02-1; 114 pagina’s.

De honingbij als zinnebeelden voorbeeld

Bij-voorbeeld

Boekbesprekingen

Honingbijen door Jürgen Tautz; tekstadvies: TjeerdBlacquière (Plant Research International WURWageningen); fotografie: Helga HeilmannUitgever: KNNV Uitgeverij Uitvoering: 278 pag., 17 x 24 cm, genaaid gebon-den, full colour met talloze kleurenfoto’s ISBN: 978 90 5011 307 6; prijs: € 29,95. Onder andere te koop in het Bijenhuis

Duits boek nu ook in onze taal

Honingbijen Tineke BrascampHet boek Phänomen Honigbiene vanJürgen Tautz van de ‘Würzburger Bienen -gruppe’ is in het juli-augustusnummer2008 van Bijenhouden al lovend bespro-ken door Onno Bakker. Inmiddels heeft deEngelse vertaling ‘The buzz about bees’ inde populaire pers ruim aandacht getrok-ken. Andere vertalingen volgden. Nu is erdan de Nederlandse versie, uitgegevendoor KNNV Uitgeverij in Zeist, natuurlijkook te koop bij het Bijenhuis.

Dezelfde prachtige (macro)foto’s, dezelfdegeslaagde halfpopulaire verteltrant waar-door de lezer spelenderwijs brede kennisover de bij opdoet. Niet alleen kennis dieonder imkers al lang gemeengoed is, maarook treffende uitkomsten van recent onder -zoek. De vertaler, Bart Voorzanger, heeftzich laten adviseren door een bijendes-kundige. Het resultaat is een toegankelijktekst waarin maar weinig lijkt misgegaan,of het moet zijn het ‘fladderen’ met devleugels wat stertselende bijen zoudendoen. Dat verdient bewondering. Ook een prachtig boek om cadeau tedoen aan een bijna-imker om hem ofhaar over de streep te trekken óók bijen tegaan houden.

Jürgen Tautz (1949) is een Duitse gedrags-bioloog, sociobioloog en bijenexpert. Hij ishoogleraar aan de Universiteit vanWürzburg en won verscheidene prijzen ophet gebied van wetenschapscommunicatie.

sing vindt: “De voedsterbij zou ik willen zienals een beeld van de herder. Hij heeft tottaak om de gemeente te voeden met hetWoord van God. Persoonlijk geloof ik dat deouderlingen herders zijn. Zie Ha. 20/28.” In het laatste hoofdstuk ‘Mijn conclusie’spreekt hij in mooie volzinnen over dewondere wereld van de honingbij en deschrijver betoogt hoe hij met verstand allesop een rijtje heeft gezet. Hij komt tot deeindconclusie “dat God bestaat, dat Hij deSchepper is van alles wat we zien en nietzien en dat Hem daarom alle eer toekomt.”Rest de vraag voor welk publiek de schrijverdit boek bedoeld heeft. Misschien moetenwe de titel Bij-voorbeeld letterlijk nemen,maar dan zonder streepje. Er zijn veleandere voorbeelden te bedenken als weover bijen schrijven.Het boek is mooi en verzorgd uitgevoerd.

Page 9: Tips wasverwerken Bij enf r om bijen houden februari 2010

Liggen er ronde stuifmeelkorrels op devliegplank met een wit laagje, dan is hetvolk bezig beschimmelde kantramen metopgeslagen stuifmeel klaar te maken voorbroedbezetting. En zo voort en zo meer.Maar veel van wat ik volgens het boekjewaar zou kunnen nemen, tref ik bij mijnacht volken niet aan. En ik zie in mijnwaarnemingsijver allerlei zaken waarinhet boekje niet voorziet. Ik werd en wordsoms hoorndol van ‘Bij het vlieggat’,waarvoor het boek overigens geen blaamtreft. Het probleem zit nl. bij mij: na bijna15 jaar bijenhouden ben ik kennelijk nogsteeds niet in staat om details op devliegplank min of meer feilloos metomstandigheden binnen het volk teverbinden. Twijfel speelt daarbij een groterol: heb ik het wel goed gezien; heeft H.Storch wel de juiste conclusie getrokken?In elk geval heb ik één voornemen om hetmezelf in de toekomst iets makkelijker temaken: het boekje in plastic verpakt inmijn bijenstal leggen zodat ik het terplekke vaker dan nu kan raadplegen. DieStorch heeft waarschijnlijk in zijn levenmeer bijen gezien dan ik. Van zulke imkersmoet je het toch hebben.

bijenhouden 2010/2 - februari # 9

Ton Thissen

Februari Schouwmaand

illus

traties

Bertus

Wierin

ga

Imkerervaringen

Maand P.C. Hooft BijenjaarJanuari Louwmaand BoelmaandFebruari Sprokkelmaand SchouwmaandMaart Lentemaand BroedmaandApril Grasmaand BouwmaandMei Bloeimaand ZwermmaandJuni Zomermaand HaalmaandJuli Hooimaand TeeltmaandAugustus Oogstmaand HoningmaandSeptember Herfstmaand HeilmaandOktober Wijnmaand MedemaandNovember Slachtmaand RuimmaandDecember Wintermaand Leesmaand

Even naar de bijen kijkenAls je het de vrouw of de man van deimker vraagt, moet de mededeling vanzijn of haar partner: “Ik ga even naar debijen kijken” in februari anders opgevatworden dan in de rest van het jaar. Infebruari is de imker na een uur weer terug;in mei betekent dat ‘even’ meestal eenpaar uur zo niet een halve dag. Het zit hemin het verschil tussen ‘kijken naar’ en ‘na -kijken’. Vanaf eind maart staat de buiten -temperatuur je toe ook in het volk te kijken.Daarvóór moet je het van het kijken naarde vliegplank hebben. In februari wordt erniet of nauwelijks gevlogen. Maar op som -mige dagen kan het kwik tot 9ºC stijgenen dan kan er door een geoefend oog veelworden waargenomen. Er is ooit een boekje

over het vliegplankkijken verschenen. Het isdoor H. Storch geschreven en uit het Duitsvertaald onder de titel ‘Bij het vlieggat’.

Dit en datOp een paar mooie februaridagen ben ikmet dat boekje op de knieën wel eensvoor mijn kasten gaan zitten. Uiteraardverdiep ik mij dan in de in dit boekjebeschreven waarnemingen tijdens hetvoorjaar. Het werkt als volgt: als je dit ziet,is dat aan de hand. Zie je bv. veel wittesuikerkristallen op de vliegplank, danhaalt het volk voedsel uit gekristalliseerdevoerramen. Dus: zonder uitstel vloeibaarvoedsel geven. Zie je dwergdarren vliegendan heb je zeer waarschijnlijk met eenleggende onbevruchte moer te maken.

Page 10: Tips wasverwerken Bij enf r om bijen houden februari 2010

bijenhouden 2010/2 - februari # 10

Hennie Oude EssinkPalinka is een sterke aquavit, die al eeuwenlang zeer populair is in Hongarije. De oor-sprong ervan zal teruggaan naar de oudezogeheten aqua vitae reginae Hungariae,levenswater van de koningin van Honga -rije, stammend uit de 14e eeuw. Karel I,de onbetwiste koning van Hongarije van1300–1342, trouwde met de schoneElizabeth, een koningsdochter uit Polen.Op latere leeftijd kregen beide echteliedeneen ernstige vorm van jicht. De kruiden-kenner die als geneesheer hun kwaalbehandelde, masseerde hen met een olie,gewonnen uit de rijk geurende Rosmarinusen reikte hen een drankje aan, vervaardigdvan een extract uit de jonge bloeiendesteeltjes van dezelfde plant, gedrenkt inalcohol. De medicatie sloeg wondergoedaan en het drankje heette voortaan ‘aquavitae reginae’.

Twee eeuwen later zat de jicht nog steedsin de familie. Dit keer leed de bijna gelijk-namige vorstin Izabella van Hongarije aande kwaal. Ze kreeg bovendien ernstige ver-lammingsverschijnselen. Zij was al 72 jaar,toen zij het recept oppikte uit een oudgetijdenboek. Het distillaat van de roze-marijn zou haar niet alleen genezen, maarook zó verjongd hebben, dat de naburigekoning van Polen haar ten huwelijk vroeg.In de antieke wereld was de geneeskrach-tige werking van de plant weinig bekend.

Daar had zij vooral een culturele functie;men sierde er de bloemstukken voor brui-loften en begrafenissen mee. Studentenin het oude Griekenland droegen er eenkrans van als zij examens moesten doen:Rozemarijn steunde hun geheugen. OudeEgyptenaren kregen een tak mee in hungraf. De altijd groene plant stond immerssymbool voor onsterfelijkheid.

GeneeskrachtigDeze typische vertegenwoordiger uit hetMiddellandse-Zeegebied werd door deRomeinse legers meegenomen naar hetnoorden, de Alpen over. In de middeleeu-wen cultiveerden Benedictijner monnikende plant in hun kloosters en weldra was zijuitgezet in parken en tuinen. Nu ging devoornaamste belangstelling uit naar haarongekende geneeskrachtige eigenschap-pen. Met de soortnaam officinalis weesLinnaeus haar aan als apothekersplant. De naam van het geslacht Rosmarinuskomt uit het Latijn en betekent: dauw vande zee. Dauw (ros) waarschijnlijk vanwegede zilvergrijze beharing aan de onderzijdevan de blaadjes; van de zee (marinus) van-wege haar voornaamste standplaats aande zeekust.Rozemarijn is een van de zeven antiekebalsemkruiden uit de familie van deLipbloemigen (Labiatae); andere plantenin die reeks zijn basilicum, lavendel, mar-jolein, tijm, citroenmelisse en hysop. Zij

hebben gemeen dat zij een heerlijk aromaverspreiden en onmisbaar zijn in keukenen medicijnkast. Je treft ze aan in allewerelddelen, in alle milieus, op iederehoogte met een grote concentratie in degebieden rond de Middellandse Zee. Tot debestuivers horen zeker onze honingbijen,die uit de rijkelijk voorhanden nectar geu-rige en fijn smakende honingen bereiden.

Winterharde struikRosmarinus is een overjarige struik metopgaande, dichtopeenstaande takken metveel jonge, pluizige, rijk bloeiende scheuten.Sommige bedekken de bodem en komenniet hoger dan 50 cm; andere komenomhoog tot wel twee meter en vormenprachtige hagen langs wegen en afschei-dingen. In de natuur tref je haar veelal aanop een droge, zandige of rotsige grond,hoewel zij zich op iedere bodemsoortthuis voelt. Haar voorkeur gaat uit naareen klimaat met warme zomers en mildewinters. Vroeger hield men in onze strekende plant vaak in potten om te overwinte-ren; met ons hedendaagse mildere klimaatis dat niet meer nodig. Als de plant goedgeworteld is, verdraagt ze temperaturentot plm. -10°C.De langwerpige, naaldvormige blaadjesblijven ook in de winter altijd groen aande bovenzijde, viltiggrijs van onderen. Dezijkanten zijn overlangs naar binnengekruld: een typische aanpassing aan

foto’s Hen

nie Oud

e Essink

Rozemarijn kan uitgroeien tot forse struiken, waar je rijkbloeiende hagen van kunt maken die allerlei bezoekers aantrekken

Rozemarijn (Rosmarinus officinalis L.)

De tweelippige kelk vormt een klokje waaruit devijfdelige kroon tevoorschijn komt

Honingbij Sachembij

Bijenplant belicht

Page 11: Tips wasverwerken Bij enf r om bijen houden februari 2010

Behangersbij Groot langlijfje

droge tijden, omdat het een te grote ver-damping tegengaat, waardoor de plantniet snel zal verdrogen. Dit is ook de redendat de plant in ruime mate aromatischeoliën produceert, die de transpiratie vande bladeren reduceren.

BloemenAanpassing aan een grote droogte heeftook tot gevolg, dat de plant al in februari/maart rijkelijk bloeit met dikwijls in hetnajaar een nabloei tot de winterkoude ereen einde aan maakt.De bloemen staan aan de uiteinden van detakken in schijntrossen van 5 à 10 bijeenin de bladoksels van de zijloten. In principezijn de bloemen tweeslachtig; evenwel zijnde mannelijke delen soms zo ver geredu-ceerd, dat alleen het vrouwelijke deelfunctioneel is. Het is dan ook niet te ver-wonderen, dat de plant maar weinig pollenlevert. De bloemen staan met korte steel-tjes op de nagenoeg bladloze takjes. Zijhebben kleine eivormige, grijsviltigeschutblaadjes. Ook de eivormige kelk isviltig en donkergrijs. Ze vormt een twee-lippig klokje; de afstaande bovenlip heeftdrie puntige lobjes; de onderlip is twee-puntig. De lichtblauw/violette kroon komtals het ware uit de kelk tevoorschijn.Rechtop staat de bovenlip met twee spitstoelopende lobben; de brede onderlipheeft een grote holronde middenlob entwee naar boven gerichte zijlobben. Zij

vormen een uniek landingsplatform voorde vele bezoekers. Van de vier meeldraden ontbreken ermeestal twee of deze zijn rudimentair,zonder helmknoppen, aanwezig. De tweevruchtbare meeldraden komen boogvormignaar buiten gekromd; aan de benedenzijdezijn zij met elkaar vergroeid. Een tandvor-mig uitsteeksel verhindert de helmknoppenmee naar buiten te gaan en daardoor komtde boog onder spanning te staan. Om bijde nectar te komen, stoot de bezoekermet zijn kop tegen het uitsteeksel. Zie defoto met de Sachembij. Hierdoor schietende helmknoppen tevoorschijn en slaantegen de rug van het insect en bepoede-ren het met pollen. Vanuit het bovenstan-dig vruchtbeginsel komt in de zelfde boogde stijl naar boven. Bij de landing duwt debezoeker de middenlob van de onderlipterug. De stijl buigt daarbij neerwaarts enraakt met haar tweelobbig stempel dereeds met pollen bepoederde insectenrug.

NectarDe nectariën vormen een schijf rond deonderzijde van het vruchtbeginsel. Denectarafscheiding is vlak vóór en tijdensde rijping van de bloem bijzonder hoog enneemt daarna snel af. De hoeveelheid nectar per bloem is afhan -kelijk van haar grootte en deze hangtsamen met enerzijds de lokale bodem- enklimaatomstandigheden, anderzijds met

het soort bezoeker waarmee zij wil samen-leven. Als de plant langdurige en grotedroogte te verduren heeft, zal zij voordeelhebben van kleinere bloemen; tegelijker-tijd zullen in die droge omstandighedenook de bezoekers kleiner zijn. Groterehoningbijen en hommels gedijen beter ineen milder klimaat en treffen daar rozema-rijnstruiken aan waarvan de bloemen gro-ter zijn. Om dezelfde reden zal de plantook de hoeveelheid bloemen aanpassenen zullen in hogere en noordelijker strekende heesters forser zijn: rozemarijnstruikenvan 2 meter zul je in de droge, rotsigekustgebieden van de Middellandse zeeniet tegenkomen.

Honing en meerVoor onze bijen zijn rozemarijnheesterszeer attractief en bij voldoende aanbodoogsten we er een zeer fijne honing van.Van de rozemarijn, zowel in het wild alsgecultiveerd, wordt ruim commercieel ge -bruik gemaakt. Van een heel veld struikenkan men tweemaal oogsten; 75 kg bloeien-de toppen leveren een hele liter sterkkruidige olie op, die men medicinaal en inde cosmetica gebruikt. Het plantmateriaal,vers of volgens de regels gedroogd, geeftsmaak aan soepen, sauzen, vlees en vis.Gelukkig de imker, die zijn bijen kan uit-zetten op plaatsen waar van de plant eenruim aanbod is. Hij oogst de vroegste enmooiste honing van het seizoen.

Wolbij

bijenhouden 2010/2 - februari # 11

Aardbeivlinder Kolibrievlinder Sint-Jansvlinder

Page 12: Tips wasverwerken Bij enf r om bijen houden februari 2010

bijenhouden 2010/2 - februari # 12

Theo ElzengaIn een bijenkast is het donker. Bijen gebruiken hun ogen wan-neer ze een taak als haalbij of als wachter hebben, maar in dekast gaat alles op de tast….en op de geur! Dat geur zo’n belang-rijke rol heeft realiseren we ons niet altijd.

Vorig jaar stond in NRC-Handelsblad een berichtje dat de aan-dacht van imkers onmiddellijk zou moeten trekken. Daarin werdeen mogelijk verband ge legd tussen geurstoffen en wintersterf-te. Volgens dit artikel worden honingbijen die blootgesteld wor-den aan geurstoffen die worden afgegeven door bijenlarvenslechts drie tot zes weken oud. Bijen die niet in contact komenmet deze geurstoffen kunnen een half jaar oud worden en dat isnodig om de winter te kunnen overleven. Bijen die aan broed-zorg doen, en dus de geur van de larven waarnemen, blijken geenvitellogenine aan te maken en op te slaan. Vitellogenine is eenspeciaal eiwit dat als reservevoedsel dienst doet tijdens de win-ter (zie Bijenhouden oktober en november 2009, Red.). Zeerwaarschijnlijk zijn de bijen met veel vitellogenine beter bestandtegen infecties en stress. En ook dit zijn belangrijke eigenschap-pen om de lange winterperiode te doorstaan. Deze functies vanvitellogenine waren al langer bekend. Men ging er tot nu toe van-uit, dat werksters die zich met de broedzorg bezig hielden geenvitellogeninevoorraad aanleggen omdat ze na het voeren van delarven onvoldoende eigen reserve overhouden. Nu is gebleken datook werksters die geen larven voeren, maar kunstmatig wel aande geurstoffen van de larven worden blootgesteld, geen vitello-geninevoorraad aanleggen.

FeromonenBovenbeschreven studie past in een lange traditie van onder-

zoek naar geurstoffen in de ontwikkeling en het gedrag van velediersoorten, maar in het bijzonder van insecten. Geurstoffen dieals signaal worden gebruikt staan bekend als feromonen.

Het reukvermogen van insecten is fameus. De mannetjes vande zijdevlinder (Bombyx mori), een mot waarvan de rupsen wordengebruikt voor de zijdeproductie, kunnen via geurstoffen (bombykol)een vrouwtje vinden op kilometers afstand. Mannelijke mottenkunnen reageren op 1 molecuul bombykol per 10 miljoen mole-culen lucht.

In bijen is een bijzonder uitgebreid communicatiesysteem

gebaseerd op geurstoffen ontwikkeld. Hieronder een beknoptoverzicht van de meest bekende en onderzochte geurstoffen (iklaat de rol van geur bij bloemherkenning buiten beschouwing,maar ook daar is een interessant artikel aan te wijden).

BijengeurstoffenAlarmferomoon Dit wordt geproduceerd door de Koschevnikov -

klier, vlak bij de de angel. Het bestaat uit een mix van meer dan40 chemische stoffen, waarvan de meeste vluchtig zijn. Dit geur-signaal is van alle feromonen het minst specifiek. Het komt vrijwanneer een steek wordt gegeven en trekt andere werkstersaan om hetzelfde te doen. Het effect van dit feromoon heeftwaarschijnlijk elke imker wel eens aan den lijve ondervonden.

Darrenferomoon Darren produceren geurstoffen die anderedarren aantrekken. Dit feromoon speelt daarmee een belangrijkerol bij vorming van de ‘darrenwolken’ waarin de paringen met demaagdelijke koninginnen plaatsvinden.

Dufourklierferomoon / Eimarkeringsferomoon Deze klierbevindt zich in de vagina van de koningin en scheidt stoffen afdie het voor de werksters mogelijk maken om door de koningingelegde eieren te onderscheiden van de eieren afkomstig vanwerksters. Op grond van dit onderscheid worden de meeste eierendie zijn gelegd door werksters uit de raten verwijderd. Opmerke lijkis dat in moerloze volken de Dufourklier van werksters geurstoffengaat maken die veel meer lijken op de geurstoffen van een gezondekoningin. Mede hierdoor worden in moerloze volken de doorwerksters gelegde eieren niet langer opgeruimd.

Nasonovferomoon Dit wordt door werksters geproduceerd,met name bij het stertselen, en dient ter oriëntatie van anderebijen. Het is een van de eerst ontdekte feromonen en iedereimker kent de wat bloemige geur die wordt geproduceerd dooreen klier op de rug in het achterlijf van werksters (zie foto’s). Alin 1901 veronderstelde de Engelsman Frederic Sladen dat deNasonovklier een rol speelde bij het terugvinden van de korfdoor gedesorienteerde bijen.

Voetafdrukferomoon Bij werksters heeft deze geurstof eenrol bij de zoektocht naar nectargevende bloemen. Het voetaf-drukferomoon versterkt het effect van het Nasonovferomoon.

Het voetafdrukferomoon, dat door de koningin op de ratenwaarop ze loopt wordt achtergelaten, bestaat uit een olieachti-ge substantie die door de tarsaalklieren (de tarsus is de ‘voet’van de bij) wordt geproduceerd. Het onderdrukt de aanmaak vankoninginnendoppen en daarmee de vorming van zwermen. Hoeouder de koningin wordt hoe minder van dit feromoon wordt aan-gemaakt en dus hoe groter de kans op zwermgedrag in de kast.

Fourageerferomoon Dit feromoon, ethyloleaat, wordt doorde haalbijen uitgescheiden en stelt in werksterbijen de overgangvan broedzorg- naar haalbij uit. Hierdoor wordt de verhoudingtussen aanmaak en verzorging van broed en de toevoer van nec-tar en pollen automatisch in balans gehouden.

Koninginmandibulair (=monddeel) feromoon Dit feromoon,alleen uitgescheiden door de koningin, heeft een enorm effect ophet functioneren van het volk. a) Het onderdrukt de ontwikke-

Een bijenvolk wordt geregeerd door geurenBiologie

foto Bram Corne

lissen

Feromoon uit speekselklier van larven heeft groot effect

Page 13: Tips wasverwerken Bij enf r om bijen houden februari 2010

bijenhouden 2010/2 - februari # 13

ling van het ovarium van werksters, b) trekt darren aan tijdensde bruidsvlucht, c) houdt de zwermtros bij elkaar en d) houdt(samen met vier additionele geurstoffen afkomstig van, opmer-kelijk, verschillende klieren) werksters bijeen in de ‘hofhouding’.

Broed (herkennings) feromoon Dit feromoon, bestaande uittien verschillende vetzuuresters en geproduceerd in de speeksel-klieren van de larven, heeft een groot aantal effecten. Naast hetin het NRC-artikel beschreven effect, onderdrukt het de ontwik-keling van ovaria in werksters, wordt het gebruikt om werkster-larven van darrenlarven te onderscheiden, heeft het effect op detaakverdeling tussen de werksters etc. Werksters die aan dit fero-moon worden blootgesteld worden eigenlijk geheel anderebijen. Het gedrag verandert en de werking van de klieren waar-mee het voedsel voor de larven verandert. Deze veranderingenberusten op veranderingen in de hersenen. Afhankelijk van deleeftijd van werkster wordt in de hersenen de broedzorgfunctie(in jonge bijen) of die van haalbij (bij oudere bijen) extra ‘aange-zet’.

BalansSamen met het fourageerferomoon lijkt het broedherkennings-

feromoon de samenstelling van het volk en de balans tusseninkomsten (halen van nectar en pollen) en uitgaven (voeren vanlarven) te bepalen. Om dat te bereiken moeten de verschillendetaken in een volk op elkaar zijn afgestemd. Het aantal haalbijen,maar ook de snelheid en intensiteit waarmee bloemen wordenbezocht, bepalen hoeveel wordt binnengebracht. Het haalgedragvan een volk wordt beïnvloed door verschillende factoren. Debelangrijkste zijn de genetische aanleg, de kwaliteit van hetdrachtgebied, de aanwezigheid van een pollenvoorraad, de ruimtevoor verdere uitbouw van de voorraden en de opbouw van hetvolk, ofwel de relatieve aantallen haalbijen en broedzorgbijen.

De grootte van de voorraden en het aantal in een volk aan -wezige larven beïnvloeden elkaar: veel larven zorgen voor afnamevan de voorraad, terwijl veel voorraad leidt tot stimuleren van dekoningin om meer eieren te leggen. Maar naast deze indirectemanier van beïnvloeding, zorgen de larven door het afscheidenvan het broedherkenningsferomoon voor een directe sturing vande ‘haal’inspanning. In volken waar het broedherkenningsfero-moon bij wijze van experiment eenmalig van buitenaf was inge-spoten, was het aantal haalbijen 150% groter. Ook de inspanningvan elke individuele haalbij nam sterk toe. Haalbijen kwamenmet 30% grotere pollenvrachten terug bij de kast. Bijen diegespecialiseerd waren op nectar begonnen grotere hoeveelhe-den pollen binnen te brengen. De verscheidenheid aan pollen diewerd binnengebracht werd kleiner, wat mogelijk betekent dat

speurbijen die een goede dracht hebben gevonden, andere haal-bijen veel sterker gaan beïnvloeden om op dezelfde dracht tevliegen.

En de gemiddelde vlucht van een haalbij werd spectaculairkorter. Een onbehandelde haalbij deed gemiddeld 20 minuten overeen drachtvlucht. Bijen die extra feromoon kregen volbrachteneen fourageerbeurt in slechts vijf minuten!

Samenvattend: een volk met veel larven probeert de pollen-opbrengst, en daarmee de toegang tot meer eiwit als voer voorde larven, op alle mogelijke manieren te verhogen. Tegelijkertijdwordt de koningin aangezet tot het leggen van meer eieren, dewerksters besteden meer tijd aan de voeding van de koningin enzijn langer bezig met de zorg voor het broed. De combinatie vanal deze veranderingen is dat na negen dagen het onbehandeldevolk een raatoppervlak van 1250 cm2 had gevuld met broed, ter-wijl dit in de behandelde volken meer dan 1750 cm2 was.

BeïnvloedingHet is niet verwonderlijk dat men, gezien de diepgaande

effecten van broedherkenningshormoon op het functionerenvan een volk, al heeft geprobeerd om de ontwikkeling van bijen-volken te beïnvloeden. Momenteel wordt onderzoek gedaan ofhet mogelijk is om de ontwikkeling in een volk gedurende eenwinterperiode (in een klimaat waar de temperatuur relatief hoogblijft) gaande te houden met behulp van broedherkenningsfero-moon en een eiwitsupplement. Een ontwikkeling waar we in onsklimaat niet over hoeven te denken, mochten we dat al willen.

Maar dit overzicht maakt wel duidelijk dat de invloed van broedin het volk veel complexer is dan ik in ieder geval me bewust was.

LiteratuurI. Lamprecht, E. Schmolz & B. Schricker (2008) Pheromones in the life of

insects. Eur. Biophys. J. 37:1253–1260T. Pankiw (2007) Brood Pheromone Modulation of Pollen Forager

Turnaround Time in the Honey Bee (Apis mellifera L.) J. Insect Behav.20: 173-180

B. Smedal, M. Brynem, C. D. Kreibich & G. V. Amdam (2009) Brood phero-mone suppresses physiology of extreme longevity in honeybees (Apismellifera). J. Exp. Biol. 212: 3795-3801

R. R. Sagili & T. Pankiw (2009) Effects of Brood Pheromone ModulatedBrood Rearing Behaviors on Honey Bee (Apis mellifera L.) Colony Growth.J. Insect. Behav. 22:339–349

T. Pankiw, R R. Sagili & B. N. Metz (2009) Brood Pheromone Effects onColony Protein Supplement Consumption and Growth in the HoneyBee (Hymenoptera: Apidae) in a Subtropical Winter Climate. J. Econ.Entom. 121: 1749-1755

C. Alaux, Y. Le Conte, H. A. Adams, S. Rodriguez-Zas, C. M. Grozinger, S. Sinha& G. E. Robinson (2009) Regulation of brain gene expression in honeybees by brood pheromone. Genes, Brain and Behavior 8: 309-319

Vanuit een klier in het achterlijf verspreidt de werkster het Nasonovferomoon... ...en wijst zo haar zusters de weg

foto Bram Corne

lissen

foto Tinek

e Bras

camp

Page 14: Tips wasverwerken Bij enf r om bijen houden februari 2010

Schema van infectie door Nosema apis uit Bijenteelt 1978 (10): 1

bijenhouden 2010/2 - februari # 14

Randy Oliver, www.scientificbeekeeping.com - American Bee Journal,augustus 2009. Vertaling en bewerking Mari van Iersel.Randy Oliver praatte deze zomer de lezers van American BeeJournal bij over nieuwe onderzoekresultaten die consequentieskunnen hebben voor de imkerpraktijk. Voor onze lezers geven wehieronder een bewerkte vertaling.

De Spaanse onderzoeker dr. Mariano Higes bracht de wereld van debijenhouders twee jaar geleden hevig in beroering met het berichtdat een ‘nieuwe’ parasiet, Nosema ceranae, de oorzaak was van hetmassale verdwijnen van bijenvolken. Nieuw, omdat we tot dusverdachten alleen te maken te hebben met Nosema apis. Plotselingwas er een mogelijke schuldige voor de verdwijnziekte! De titelvan dit artikel verwijst naar de lijnrecht tegenover elkaar staandebevindingen over de gevolgen van deze nosema voor bijenvolkenin Spanje. Sommigen suggereerden dat zonder behandeling metantibiotica elk volk dat besmet is met N. ceranae gedoemd is tenonder te gaan. Anderen gaven aan weinig of geen verband te zientussen besmetting met N. ceranae en verdwijnziekte.

De ‘nosematweeling’ is geen tweelingHet zijn in feite meer neven. N. ceranae blijkt meer verwant met

N. vespula (van gewone wespen) dan met N. apis. Deze ontdekking

is belangrijk: wat we weten over N. apis kunnen we dus nietzomaar toepassen op N. ceranae. Bovendien zijn er verscheidenestammen (haplotypen) van N. ceranae, verschillend in virulentie.N. ceranae is een meer algemene parasiet, die verschillende gast-heren kan besmetten, bijvoorbeeld ook hommels.

Invloed van temperatuurBij N. apis is de temperatuur van grote invloed op het verloop

van besmetting en eventueel ziekte. Een volk gaat met enkelebesmette bijen de winter in. Deze verspreiden sporen naar hunburen in de wintertros; er ontstaan in de tros ‘besmette pakketjes’.Deze worden groter tegen het einde van de winter en verdwijnenin de lente als de besmette bijen uitvliegen en sterven in het veld.‘s Zomers is er meestal weinig nosema en in de herfst een kleinepiek. Ook dit hangt meestal samen met de temperatuur.

N. ceranae heeft een ander seizoenspatroon. In plaats vanperiodiek te pieken zoals zijn neef, is hij er het hele jaar en gedijthij in de zomer. Zelfs bij volop dracht in lente en zomer kunnenbesmette volken te gronde gaan.

Beide nosema’s infecteren het epitheelweefsel van de midden -darm, maar hier eindigt de overeenkomst. N. ceranae infecteertvervolgens de middendarmcellen en besmet daarna het helespijsverteringskanaal, inclusief de voedersap- en speekselklieren.

Bij een temperatuur van 25°C besmet N. ceranae bijen snellerdan N. apis. N. apis ontwikkelt zich vanaf 25°C – wat tamelijk koelis voor een bij –, gedijt bij 33°C (aan de lage kant als temperatuurvan het broednest), maar gaat dood bij 37°C (de temperatuur vanwarme vliegspieren of misschien van een broednest met ‘koorts’).N. ceranae daarentegen overleeft bij 37°C.

Samenvattend, N. ceranae is wat virulenter dan zijn neef enbeter aangepast aan warmte. We kunnen niet langer op dezomerwarmte vertrouwen (of op door bijen opgewekte koorts)voor het doen verdwijnen van nosema.

Nosema apis is een vervelend probleem voor koninginnen enveroorzaakt vaak een vroege stille moerwisseling. Waarschijnlijkwordt deze parasiet vooral op de koningin overgedragen bij af -koeling, zoals tijdens transport in een kluisje met enkele bijen. Ver -volgens kan de koningin een bron van besmetting worden om datde werksters de sporen opnemen bij oplikken van haar ontlas-ting. Gelukkig gaat N. ceranae niet snel op de koningin over, ditgebeurt pas in de laatste fase van het instorten van een volk.

Onderdrukking van immuniteit Nosema is belastend voor individuele bijen, vooral omdat ze de

darmfunctie belemmert. Bijen die met N. ceranae zijn geïnfecteerdverhongeren te midden van overvloed, eenvoudig omdat de spijs-vertering niet werkt. Tot overmaat van ramp onderdrukt N. ceranaehet bijenimmuunsysteem. Bijen mobiliseren hun immuunsysteemals antwoord op een besmetting met N. apis, maar blijkbaar onder-drukt N. ceranae dat systeem. Daar komt bij dat infectie metN. ceranae het niveau van ‘de fontein der jeugd’ van de bij, vitel-

Bijengezondheid

Overzicht van recent onderzoek aan Nosema ceranae

Een kus des doods of veel drukte om niks? (1)

A: Nosemasporen in het darmlumen B: De sporen ontkiemen

C: De primairkiemen dringen doorde peritrofe membranen en infec-teren een middendarmcel

D: Na vermenigvuldiging verlatenverschillende parasieten de cel

E: Deze infecteren de nabijliggen-de cellen

F: Uiteindelijk zijn praktisch allemiddendarmcellen geïnfecteerd

Page 15: Tips wasverwerken Bij enf r om bijen houden februari 2010

foto’s Mari v

an Ie

rsel

De vlekken en vegen van ontlasting rond het vlieggat zijn een duidelijke aan-wijzing dat dit volk is gestorven aan de gevolgen van Nosema apis

Mogelijk is dit volk is gestorven na besmetting met Nosema ceranae maardoor ontbreken van zichtbare aanwijzingen blijft dat gissen

bijenhouden 2010/2 - februari # 15

logenine, verlaagt, waardoor ze waarschijnlijk korter leven. Dus staan die arme bijen zowel bloot aan voedingsstress als aan

onderdrukking van de immuniteit; zo worden ze waarschijnlijk ooknog slachtoffer van latent aanwezige virussen. Aangezien nosemaeen bres slaat in de belangrijkste barrière tegen virusinfecties– een intact darmepitheel – kunnen we verwachten dat N. cera-naemet virussen gepaard zal gaan.

GedragsveranderingenHet meest opvallende effect van een besmetting met N. ceranae

is misschien het gebrek aan ontwikkeling van het volk door devroegtijdige dood van besmette haalbijen. Hierbij is ook van belangdat met nosema besmette bijen meestal bij lagere temperaturenfoerageren. Besmette bijen zouden wel eens tot een riskanterhaalgedrag over kunnen gaan. Mogelijk ook vliegen ze simpel-weg uit om te sterven, daarmee door ‘altruïstische zelfdoding’besmetting van nestgenoten voorkomend.

Een ander symptoom, dat vaak is gerapporteerd en beschreven,is dat de bijen geen suiker opnemen en massaal verdrinken in devoerbak. Men denkt dat ‘geen voer opnemen’ een goede indicatoris voor een besmetting met N. ceranae. N. ceranae veroorzaakt bijde bijen energetische stress, wat tot uiting komt in hun groterehonger en eetlust. Die stress zou kunnen verklaren waarombesmette bijen zich wagen aan gevaarlijker foerageergedrag,waardoor besmette kolonies ontvolkt raken.

Celdeling naast sporenvormingDe meeste nosemasoorten bij andere insecten besmetten de

larven. Onze ‘nosemaneven’ doen dat niet. Dit is vreemd omdatde volwassen bij in de zomermaanden maar een paar wekenleeft. Je zou dus verwachten dat de parasiet de bij vroeg in haarvolwassen leven besmet, zodat hij verschillende generaties heeft

doorlopen vóór de gastheer doodgaat, waardoor hij zich kan ver-menigvuldigen en uitbundig sporen produceren.

Overdracht van N. apis-sporen gebeurt meestal doordat huis-bijen bij het raatpoetsen sporen binnenkrijgen; bij N. ceranaemisschien door het eten van sporen in opgeslagen stuifmeel.Beide activiteiten worden gewoonlijk door zeer jonge bijen uit-gevoerd, dus zou je verwachten dat die snel besmet raken.

Merkwaardig genoeg, hoewel nosema in een paar dagen eencomplete reproductiecyclus kan doorlopen, schijnt massale sporen-vorming in jonge bijen niet voor te komen. Gekooide bijen diesporen toegediend kregen, vertoonden nauwelijks sporen in dedarm voor ze ongeveer 20 dagen waren (de leeftijd van haalbijen).Er was geen verband met de leeftijd ten tijde van de besmetting.Hetzelfde zag men bij gemerkte groepen van uitlopende bijen inmet N. ceranae besmette volken. [De bijen van al die groepenbleken pas op een leeftijd van ongeveer 20 dagen veel sporen inde darm te hebben. Red.]

Nosema is een eencellige parasiet die zich voortplant doorceldeling (vegetatief) en via sporen. Nu is bekend dat het tellenvan sporen van N. apis een middel is om de ernst van de nose-mabesmetting vast te stellen. Is dat bij N. ceranae ook zo? Hetblijkt dat N. ceranae in een vroeg stadium van besmetting meervegetatieve cellen produceert dan sporen, anders dan N. apis.Dus weinig sporen in de darm hoeft in geval van N ceranae niette betekenen dat de bij geen besmetting onder de leden heeft.

En wat te denken van de ontdekking van DNA van N. ceranaein voedersapklieren? Zouden nosemacellen kunnen wordendoorgegeven bij uitwisseling van voedersap tussen werksters? Erzijn nog veel onopgeloste vragen. Wordt vervolgd.

De bijbehorende literatuurlijst staat op www.bijenhouders.nlonder Tijdschrift - aanvullende informatie - februari 2010.

De 16 geslaagden van de Utrechtse basiscursus bijenhoudenmochten op zaterdag 19 december hun diploma ontvangen uithanden van Mariëtte Hamer, voorzitter van de Tweede Kamer -fractie van de PvdA. De feestelijke bijeenkomst werd gehoudenin het clubgebouw van de Tuindersvereniging ‘De Pioniers’ aande Kögllaan in het Utrechtse Voordorp. De enthousiaste nieuweimkers zijn al actief bijen aan het houden. Enkelen hebben hunvolken zelfs op het dak van hun huis staan. De ex-cursistenworden nog gesteund door hun docenten en coaches binnende vereniging. Bijenhoudersvereniging Utrecht e.o. organiseertook in 2010 weer een basiscursus. Er zijn al 20 belangstellenden,maar men kan nog informeren naar de mogelijkheden. Kijk opde website: www.bijenverenigingutrecht.nl.

Kamerlid reikt imkerdiploma’s uit

Mariëtte Hamer kijkt toe hoe Henk Verver, cursusleider, het diploma vanPatrick signeert

foto R

inus

Som

meijer

Page 16: Tips wasverwerken Bij enf r om bijen houden februari 2010

bijenhouden 2010/2 - februari # 16

In dit deel bespreek ik het aandeel van debloemetjes in de bestuiving en debevruchting van grootfruitgewassen; inhet volgende deel gaat het over het aan-deel daarin van ‘de bijtjes’.

De bloemen van grootfruitgewassenstaan in schermvormige trossen. De aan-tallen bloemen per tros variëren: 1-2 bijpruim, 1-4 bij kers, 5-8 bij appel en 6-10 bijpeer, afhankelijk van het ras en het typehout waarop de bloemknoppen zijn ge -vormd. Bij peer komen vaak samengesteldetrossen voor, waardoor het aantal bloemenper tros toeneemt. De meeste bloemenworden gevormd aan het kortlot en optweejarig of ouder hout. Uit de bloem-knoppen bij pitvruchten ontstaan ook bla-deren, vandaar de naam gemengde knop;bij steenfruit niet. Daardoor worden bijsteenfruit de takken kaal als er te veelbloemknoppen op het eenjarig hout wor-den gevormd. Bij steenfruit lopen eerst debloemknoppen uit, pas daarna de blad-knoppen. Steenfruit bloeit dus op ‘kaal’hout voordat de bladeren verschijnen.

Ontwikkeling bloemknopBloemknoppen passeren bepaalde uiter-lijke (fenologische) groeistadia, die prakti-sche betekenis hebben. Ten eerste neemtde gevoeligheid van bloemknoppen voorvorstschade met de tijd toe. Voor de ver-schillende ontwikkelingsstadia bestaandrempeltemperaturen, waar beneden ditsoort schade optreedt. Van die drempel-waarden wordt gebruik gemaakt bij hetautomatisch aan- en uitzetten van berege -ningsinstallaties om nachtvorst te bestrij-den. Ten tweede houdt de ontwikkeling

van bepaalde ziekten en plagen verbandmet de knopontwikkeling. De beslissingtot ‘spuiten’ wordt daarom wel genomenaan de hand van het groeistadium.In de gematigde luchtstreken is slecht weertijdens de bloei, vooral nachtvorst, de voor -naamste oorzaak van slechte vruchtzetting.Aangezien de kans op nachtvorst met hetvorderen van het seizoen afneemt en dekans op beter weer groter wordt, is onder-zocht of het mogelijk is om de bloei uit testellen. Bioregulatoren en het verspreidenvan kunstmatige mist leverden echter tewisselvallige uitkomsten op. Vandaar datnu in veredelingsprogramma’s gerichtwordt gezocht naar laatbloeiende rassen.Mocht dat lukken, dan zal de imker in detoekomst misschien wel moeten kiezen:óf reizen naar het fruit óf naar het kool-zaad.

BloembouwBloemen bevatten de organen voor degeslachtelijke voortplanting: stamper (v)en meeldraden (m). De stamper bestaatuit vruchtbeginsel(s), stijl(en) en stempel(s)met in de vruchtbeginsels zaadhokjes enzaadbeginsels. De meeldraden zijn onder-verdeeld in helmdraden bekroond methelmknoppen waarin het stuifmeel wordtgevormd. Verder hebben bloemen vangrootfruitgewassen groengekleurde kelk-bladen en overwegend witte, bij appelsoms wat roze gekleurde, kroonbladen. Debloemen van grootfruitgewassen zijn vijf-tallig, de bloemdelen komen voor in vijf-voud of in een veelvoud daarvan. Zowordt het vruchtbeginsel bij appel enpeer gevormd door vijf vruchtbladen enheeft het klokhuis vijf zaadhokjes, maar

afwijkingen met minder hokjes komenvoor. Per zaadhokje zijn er meestal tweezaadbeginsels en daarom is het maximumaantal zaden per vrucht meestal tien.Steenfruit wijkt van de regel af en bezitéén vruchtbeginsel gevormd door slechtséén vruchtblad. Ook bij steenfruit komenper hokje twee zaadbeginsels voor, maaromdat vrijwel altijd één daarvan te grondegaat, hebben steenvruchten maar éénzaad per vrucht.Het vruchtbeginsel bij appel en peervormt een geheel met de bloembodem enis dus een samengestelde vrucht; bijsteenfruit daarentegen staat het op debloembodem (afb. 1). Omdat het vruchtbe-ginsel bij appel en peer uit vijf vruchtbla-den bestaat, komen er ook vijf stijlen voormet elk een stempel. Bij appel zijn die stij-len onderaan vergroeid tot een buis.

Kieming van stuifmeel en groei vande stuifmeelbuisVoor de eigenlijke bevruchting moet destuifmeelkorrel eerst kiemen. Bij deze kie-ming verschijnt een stuifmeelbuis uit eenvan de kiemporiën van de stuifmeelkorrel(afb. 2). Een groot percentage kieming opde stempels garandeert dat veel stuif-meelbuizen door de stijlen naar benedengroeien. De kieming verloopt snel; bijappel even snel voor planteigen als voorvreemd stuifmeel. Pas tijdens de groei inde stijlen is er verschil in snelheid te zien. Een stuifmeelkorrel bevat twee cellen metelk een haploïde kern, d.w.z. één set chro-mosomen (n). Een stuif meelkorrel is name-lijk ontstaan uit een stuifmeelmoederceldie diploïd is (2n). Die moedercel deelt zich,waarbij per cel een halvering van het aan-

Henk van der ScheerFruitteelt in Neder land 7

Over ‘de bloemetjes’ bij grootfruit

Pruimenbloesem

foto’s Hen

k va

n de

r Sch

eer

PerenbloesemAppelbloesem

Page 17: Tips wasverwerken Bij enf r om bijen houden februari 2010

bijenhouden 2010/2 - februari # 17

tal chromosomen in de kern plaats vindt.Dat is de zgn. reductiedeling (meiose).Van die twee cellen per stuifmeelkorrelregelt er één, de vegetatieve cel, de kie-ming; de andere (generatieve = geslachte-lijke) cel zorgt voor de bevruchting. Kortna de kieming deelt die generatieve celzich eenmaal (= mitose). De kiemendestuifmeelbuis bevat daardoor twee man-nelijke geslachtscellen, de microgameten,met elk een haploïde kern (afb. 2).Stempels zijn ontvankelijk voor stuifmeelzodra ze vochtig zijn. Dat moment valtmeestal samen met het opengaan van debloem, maar het kan ook later zijn. Zoworden stempels bij het perenras Aguade Aranjuez pas vier dagen na het open-gaan van de bloem ontvankelijk.De vloeistof op de stempels is een uitste-kend kiemingsmedium voor de stuifmeel-korrels en bevat o.a. het element borium.Bij proeven in het laboratorium wordtdan ook vaak borium aan het mediumtoegevoegd om kieming van stuifmeel teverkrijgen. Bij pruim werkt dat echter niet.In die proeven blijkt toevoeging van gewas -beschermingsmiddelen soms nadelig tezijn voor de kieming, al is dat in het veldniet altijd reproduceerbaar. Toch wordtook daarom het gebruik van gewasbe-

schermingsmiddelen tijdens de bloei af -geraden.De temperatuur is van invloed op de kie-ming en groei van de stuifmeelbuis.Aangezien vruchtbomen vroeg in het jaarbloeien en het dan koud kan zijn, is heteen voordeel als stuifmeel gemakkelijk bijlagere temperaturen kiemt. In dat opzichtis bijvoorbeeld stuifmeel van het pruimen -ras Opal in het voordeel ten opzichte vanstuifmeel van Victoria. Stuifmeel van Opalkiemt evengoed bij 6 als bij 18°C, maarhet percentage kieming van het Victoria-stuifmeel neemt over dat temperatuur-traject gestaag toe.De groei van de stuifmeelbuis in de stijlbeperkt zich tot de top van die buis. Tijdensdie groei worden voedingsstoffen uit destijl opgenomen. Uiteindelijk groeit slechtséén stuifmeelbuis tot in de zaadknop, omdaar het zaadbeginsel te bevruchten.

BevruchtingIn het vruchtbeginsel in de stamperbevinden zich meerdere zaadknoppenmet in elk een zaadbeginsel. Dit bestaatuit meerdere cellen, waaronder de eicelmet de eikern en een centrale cel metdaarin twee poolkernen (afb. 3). Na bin-nendringen van de kiembuis via het zoge-naamde poortje in het zaadbeginsel ver-smelt de ene mannelijke kern met deeicelkern en vormt daarmee het diploïde(2n) embryo (kiem); de andere mannelijkekern versmelt met de twee poolkernen envormt zo het triploïde (3n) kiemwit, hetweefsel waarin het voedsel voor de kiemwordt opgeslagen. Er is dus sprake vaneen dubbele bevruchting.Soms vindt er geen reductiedeling (meiose)in het zaadbeginsel plaats en is de eicelkern

diploïd (2n). Versmelting met de haploïde(n) mannelijke kern levert dan een triploïde(3n) kiem op. In appel moet dat redelijkvaak voorkomen, omdat er nogal wat tri-ploïde appelrassen zijn.Zaadknoppen leven maar kort. Onderongunstige weersomstandigheden doetde kiembuis er zo lang over om bij hetpoortje te geraken, dat de zaadknoppenniet meer in leven zijn en bevruchting uit-blijft en daarmee de vruchtzetting.Vandaar het begrip ‘effectieve bestuivings-periode’ (EBP). De EBP wordt gedefinieerdals de levensduur van de zaadknop na hetopenen van de bloem, verminderd met detijd die de stuifmeelbuis nodig heeft omvanaf de stempel de zaadknop te bereiken.Aangezien bestuiving niet altijd plaatsvindt op de dag van bloemopening kaneen kortere levensduur van zaadknoppende bevruchting in de weg staan. Het isdaarom van groot belang dat bestuiver-bomen al stuifmeel leveren op het momentdat de eerste bloemen van het hoofdrasopengaan. Zo bleek uit waarnemingen in1965 bij peer dat Doyenné du Comice eenEBP van slechts één dag had en Conferencein dezelfde boomgaard een EBP van tiendagen. Overigens kan de EBP voor eenzelfderas aanzienlijk verschillen tussen locatiesen jaren.

ReferentiesTromp, J., Webster, A,D., Wertheim, S.J. (redac-

tie), 2006. Hoofdstuk 17: Bloei, bestuiving,bevruchting en vruchtzetting. In: Grond -beginselen van de fruitteelt. ISBN 90-5782-180-X. Backhuys Publishers, Leiden.

Wertheim, S.J. 1968. Nieuwe inzichten in debestuiving van appel en peer. MededelingenDirectie van de Tuinbouw 31(11): 45-50.

Bloesem van zoete kers

Afb 1. Schematische overlangse doorsnede van eenappelbloem (b.) en een zoete-kersenbloem (o.). Mettoestemming overgenomen uit ‘Grondbeginselenvan de fruitteelt’, Backhuys Publishers, Leiden

Afb 2. Schema van het ontstaan en de kieming vaneen stuifmeelkorrel (naar S. McCormick in PlantCell 5: 1265-1275 (1993)

Afb 3. Tekening van de zaadknop in de stamper

Page 18: Tips wasverwerken Bij enf r om bijen houden februari 2010

Gosse van der VeldeOp 13 mei 2009 zijn we gestart met dewerkzaamheden voor het bevruchtings-station Ameland. Op die dag hebben devrijwilligers overgelarfd van de AM0779.De hieruit voortkomende koninginnenzullen de darrenvolken leveren voor hetjaar 2010. Er zijn tussen de 50 en 60 vol-ken ingewinterd waaruit in het voorjaareen selectie van 16 volken voor Amelandgemaakt zal worden. Het bevruchtings-station (Buckfastdarren) heeft in 2009weer goed gefunctioneerd. Op 30 meistartte de eerste periode, die overtekendwas wat inzendingen betrof. We moestendan ook vele imkers teleurstellen en ver-wijzen naar de tweede periode.

BevruchtingsresultatenHet aantal aangeleverde kastjes liep rondde duizend. Die werden door de vrijwilligersvan de stichting naar Ameland gebrachten na afloop van de periode weer terug-gebracht naar Holwerd. De inzenderskwamen net als andere jaren hoofdzakelijkuit Nederland, Duitsland en België.Dit jaar hebben we voor de eerste maaldrie periodes van twee weken gedraaid, inplaats van twee periodes van drie weken. Erwaren mensen die dachten dat een periodevan twee weken te kort was en dat erdaarom een minder goed resultaat werdgeboekt. Maar tijdens de eerste periodewas het weer niet al te goed waardoor hetpercentage geslaagde bevruchtingen nietboven de 60% uit kwam.In de eerste periode zagen we verschillenin ontwikkeling van de koninginnen. Erwaren kastjes bij die reeds gesloten broedhadden terwijl in andere kastjes de konin-ginnen nog maar net aan de leg waren. Hetis uitermate belangrijk dat de koninginnenminstens vijf dagen oud zijn als ze naarAmeland worden gezonden. De tweeandere perioden logenstraften de veron-

derstelling dat de periode van twee wekente kort zou zijn voor een goed bevruchtings -resultaat, want de tweede en derde periodegaven een percentage geslaagde bevruch-tingen van 80-85%. Ook dit jaar scoordeneen aantal imkers weer 100% geslaagdebevruchtingen.De stations op de Duitse bevruchtings -eilanden werken al decennia lang metperiodes van twee weken. Voor vele imkerskwam het goed uit in verband met hunplanning voor een vakantie.

KoninginnenroosterIk kreeg twee meldingen van imkers diehun koninginnen van Ameland thuis weerop bruidsvlucht zagen gaan. Men kreegdaardoor twijfels over het slagen van debevruchting op het eiland.Mijn advies is dan ook om gedurende deeerste dagen dat de koninginnen weerthuis zijn, gebruik te maken van koningin-nenroosters totdat er gesloten broed inde kastjes is. Ook als er nog maar weinigeitjes zijn gelegd, is het zaak om eenkoninginnenrooster te plaatsen.

DarrenDe darrenvolken waren in alle periodes inuitstekende conditie. Elke tien dagen zijn zenagezien en er is nooit een dop aangezet.We hebben de volken regel matig bijge-voerd. Vooral de maand juli geeft wel stuif-meel maar weinig nectar op het eiland.De stichting had in 2007 een vijftal volkenvan het teeltstation gekocht om te gebrui-ken als darrenvolken. Daarvan zijn er in2009 vier uitgewinterd, waarvan er drie alsdarrenvolken naar Ameland zijn gebracht.Deze volken blijven op Ameland. Ze zijningevoerd en begin oktober hebben we er

nieuwe koninginnen op gezet. Dit zijn alledochters van AM0779 = FIV05744 x L05244.Hopelijk zullen de volken goed uitwinteren.De AM0779 = FIV05744 x L05244 is eencombinatie van twee zusters waarvan deFIV05744 een dochter was van de Li0355 xB391(NE) en L05244 een dochter vanLi0355 x NO61(TR). Dit is een lijn waaraanwe sinds 1998 hebben gewerkt. Van hetbegin af kwam één eigenschap heel duide -lijk naar voren en dat was de vitaliteit. Devolken waren bijna niet in de kasten tehouden, zo groot werden ze. Ook waszwermtraagheid voldoende aanwezig. Naeen aantal bewerkingen (u kunt dit terug-vinden in de pedigrees (afstammingen)en beschrijvingen op de website) haddenwe bereikt dat de volken voldeden aan deeigenschappen die de Buckfastteelt ver-eist. In het oog springt de geweldigehoningoogst die gehaald kon worden metvolken van deze lijn. Een aantal jaren zijnde koninginnen nog gericht gepaard omde volken zo stabiel te krijgen dat ze alsdarrenvolken kunnen fungeren.

2010Dit jaar is het weer de bedoeling om drieperiodes van twee weken te organiseren.De derde periode zal net als vorig jaarweer een tweede darrenlijn worden ge -plaatst. Het is nog niet bekend wat deafkomst van deze darrenvolken zal zijn. De inzenddata zijn als volgt vastgesteld:1e periode 29-5-2010, 2e periode 12-6-2010,3e periode 26-6-2010. Het tijdschemastaat in de tabel. (Het halen en brengenvan de bevruchtingskastjes is in allegevallen tussen 10.00 en 11.30 uur aan hetbegin van de bootsteiger te Holwerd.)Zie ook: www.buckfastameland.nl

bijenhouden 2010/2 - februari # 18

Uit de imkergemeenschap

Verslag Bevruchtingsstation Ameland 2009

Periode Overlarven Uitlopen Naar Ameland Terug van Ameland1e 12-5-10 24-5-10 29-5-10 12-6-20102e 26-5-10 7-6-10 12-6-10 26-6-20103e 9-6-10 21-6-10 26-6-10 10-7-2010

Het plaatsen van de bevruchtingskastjes op de bevruchtingsstand

foto Gos

se van

der Velde

Page 19: Tips wasverwerken Bij enf r om bijen houden februari 2010

vlak. Dat antennes zo’n belangrijke rolzouden spelen bij het neerkomen, haddende onderzoekers niet verwacht. Het bete-kent dat de bij de hellingsgraad van hetoppervlak goed zal moeten inschatten omhaar antennes adequaat te positionerenen ze gebruikt daarbij haar visuele sys-teem. Dat is buitengewoon verrassendvolgens de onderzoeker, omdat de bij opdat moment stationair in de lucht hangten dus geen afstandsschatting kan doendoor de bewegende beelden van haarfacetogen te combineren. Srinivasan ver-moedt dan ook dat de bij op deze korteafstand gebruik maakt van stereovisie enis vast van plan dit te gaan testen.

Tijdens het onderzoek viel ook op dat bijenbijzonder goed zijn uitgerust om op opper-vlakken te landen met een hellingshoekoplopend tot 60°. “Bijen houden hunlichaam horizontaal wanneer ze snel vlie-gen. Naarmate ze langzamer vliegen zakthun buik verder naar beneden, totdatachterpoten en antennes in een hoek vanongeveer 60° met de horizontaal komente liggen. Zodoende raken achterpoten enantennes tegelijk het landingsvlak als ditlicht hellend is”, concludeert Srinivasan.De betekenis van deze observatie laat zichnog raden. Zouden er veel bloemen zijnmet deze natuurlijk hellingshoek?Een prachtig filmpje over de landings -manoeuvres van de bij is te zien opwww.youtube.com, zoeken naar: “bij landtop een hellend vlak van twintig graden”.J. Exp. Biology 2010 213:262

bijenhouden 2010/2 - februari # 19

Buitensnippers

Bij landt als eenhelikopterMandyam Srinivasan is een ingenieur énneurowetenschapper met een buitenge-wone belangstelling voor bijen. “Ik ben aleen hele tijd gefascineerd door hoe eenwezentje met een brein van een sesam-zaadje de dingen kan doen die ze doet,”zegt Srinivasan. Al langere tijd onderzoekthij de waarneming door het insectenoogin relatie tot vluchtpatronen. Recent vroegSrinivasan zich af hoe het landen preciesin zijn werk gaat. Wat imkers natuurlijk alduizenden keren hebben gezien, heeftSrinivasan min of meer ontleed en beschre-ven. Opvallend is dat bijen in tegenstellingtot andere insecten heel voorzichtig landen.Een bij landt als een helikopter, waarbij delandingsprocedure in drie fasen kan wordenverdeeld. Het eerste stadium, wanneer zehet doel nadert (tot ongeveer 16 mm),mindert ze vaart en begint te zweven, omin het tweede stadium bijna stil in de luchtte hangen boven het doeloppervlak. Ingeval van een horizontaal of licht hellendvlak daalt de bij tot haar achterpoten hetoppervlak bijna raken, waarna ze, hetderde stadium, elegant en beheerst haarhele lijf neerzet.Moet de bij op een verticaal oppervlak ofplafond landen dan blijkt zij met haarantennes het oppervlak af te zoeken,waarna ze met de voorpoten houvastvindt en pas daarna midden- en achterpo-ten zachtjes neerzet. De antennes houdtze tijdens de zweeffase in een positieloodrecht ten opzichte van het landings-

Biodiversiteit, nogtwee kleintjes danHet onderstaand stukje gaat niet overbijen, ik waarschuw vast, dit in verbandmet de ‘diversiteit’. Vanwege de belang-stelling voor onze soortenrijkdom in ditnummer waren de volgende berichten temooi om niet te vermelden.

OnderkruipselsIn de outback van Australië zijn ca. 850nieuwe soorten ontdekt. Dit gortdrogegebied blijkt ondergronds een schat aanleven te herbergen, in raatvormige kalk-steengrotten die gevuld zijn met water.De onderzoekers kregen toegang tot deholten via natuurlijke bronnen of via boor-gaten van mijnwerkers en veedrijvers. Alhengelend haalden zij de meest bizarrediertjes naar boven. Kleine kreeftachtigen,pissebedden, kevers, spinnen, wormen,luizen, een hele dierentuin aan, voorname -lijk, insecten. Bijna alle dieren waren bleeken blind. De meeste beestjes hadden geenogen, maar wel grote voelsprieten om hunomgeving mee af te tasten. Ongeveer 30miljoen jaar geleden begon het binnenlandvan Australië steeds droger te worden ende nu gevonden soorten hebben zichgeleidelijk teruggetrokken en aangepastaan de laatste vochtige leefgebieden dieoverbleven, onder de grond.

MoordmestkeverOver aanpassing van soorten gesproken.De mestkever (Deltochilum valgum) voor-komend in het regenwoud van Peru, is deeerste mestkever die zich tot een echtroofdier heeft ontwikkeld. Amerikaanseonderzoekers observeerden dat dezesoort alleen nog maar levende miljoenpo-ten eet en dat is bijzonder. Er waren vijfsoorten, van de gevangen 132 ondersoor-ten mestkevers, die op de levende miljoen-poten afkwamen, maar D. valgum was deenige die niets anders op zijn menu had.Hij lijkt zelfs aangepast te zijn voor dejacht. Zijn poten zijn wat langer, zodat hijzijn prooi beter kan vastklemmen en zijnkop is wat dunner, waarmee hij beter ineen karkas kan. De verworden mestkeversschuift zijn kaken achter de kop van eenmiljoenpoot en wrikt net zo lang tot hijhem onthoofd heeft. Daarna eet hij hemhelemaal leeg. Noorderlicht, VPRO (beide berichten)

Ardine Korevaar

foto Tho

mas

ter H

eide

Bij landt als heli

Page 20: Tips wasverwerken Bij enf r om bijen houden februari 2010

BD-imkerdag 13 maart‘Imme en Imker,een intense relatie’

Programma9.00 u: Ontvangst met koffie en thee9.15 u: Opening door Jan Saal9.30 u: Inleiding ‘Astrid en haar Darren-

en Werksterkoor’.

In alle lezingen geeft de imker zijn eigenverhouding tot de bijen weer

10.00 u: Lezing door Günther Mancke:‘Imme und Imker’

11.30 u: Lezing door Jos Schuylenburgen Frits Burger: ‘Imme en Imker’

12.50 u: Uitreiking 1e exemplaar van delezingencyclus ‘De Bijen’ in eennieuwe Nederlandse vertalingdoor uitgeverij Christofoor

13.00 u: Lunchpauze +- De Boekentafel van de werk-groep met ‘De Bijen’

- Fam. Van Ipenburg met zaden,kruiden, kaarten en foto’s

- Bijenproducten van www. goldennature products.nl

- In de zaal een reeks silicaatschil-deringen van Ans Groene

14.00 u: Korte presentatie van de regio-groepen

14.45 u: Lezing door Wim van Grasstek:‘Imme en Imker’

16.15 u: Mededelingen door Jan Saal16.30 u: Sluiting

Entree: Dagprogramma incl.koffie/thee € 21,50.Dagprogramma incl. koffie/thee én lunch € 25,-.

AanmeldenU kunt zich aanmelden door het bedragvóór 3 maart over te boeken op rekening71.71.152 t.n.v. A. Varekamp, Wageningen,o.v.v. ‘BD-imkerdag 2010’. U kunt ook aande zaal betalen. Voor de lunch dient uwel vóór 8 maart te reserven bijWim van Grasstek, t 0317 317180, ewvangrasstek @planet.nl.De dag wordt georganiseerd door deBD-imker-werkgroep en wordt gehou-den op een nieuwe locatie: HogeschoolHelicon, Sokrateslaan 22a te Zeist. Ookniet-imkers zijn van harte welkom.

Wie heeft foto’s vanandere Apis-soorten?Theo Peeters start dit voorjaar in dit bladeen serie artikelen over de soorten binnenhet geslacht Apis naast onze honingbij.Zijn vraag is wie hem zou kunnen helpenmet goede foto’s van die andere Apis-soorten om zijn artikelen te illustreren.Vriendelijke verzoek om te reageren viaons redactiesecretariaate [email protected].

CursusboekBijengezondheidZoals we meldden in het novembernum-mer 2009 heeft de NBV een cursusBijengezondheid ontwikkeld en in decem-ber in definitieve vorm op de NBV-websi-te gepubliceerd. Inmiddels is daar eenhandleiding voor de praktijklessen aantoegevoegd. Op diverse plaatsen inNederland wordt deze cursus (binnenkort)gegeven door docenten uit eigen kring.Door deel te nemen kunnen imkers hunkennis opfrissen over het voorkomen enbestrijden van ziekten en plagen die onzebijen bedreigen. Voor cursisten die het cursusmateriaal lie-ver niet van het web halen, is het ook alsboek (in kleur) uitgegeven. Prijs € 5,- excl.verzendkosten. Graag een e-mail metaantal en adresgegevens naar: e [email protected]. De syllabus is inhet Bijenhuis ook los te koop.

Oproep begraafplaatsWie heeft er bijenkasten op een begraaf-plaats staan? Graag meer info over welkebegraafplaats, waar geplaatst, hoeveelkasten, hoe men er terecht is gekomen enhoe de dracht is in relatie tot de beplan-ting op de begraafplaats. Alle informatieis welkom en wordt gebruikt voor eenartikel over bijen op begraafplaatsen voorhet vakblad ‘De Begraafplaats’. Graag mailen of bellen met Ada Wille,t 071-34 19 097, m 06-23 37 97 09,e [email protected].

‘Eendrachtsvlag’gehesenW. OldenkampImkerijvereniging ‘Eendracht’ uit Beilen enomgeving heeft een druk seizoen achter derug. Tijdens de zomerfestiviteiten hebbende imkers in hun Bijenpark een expositiegeorganiseerd over het bijenhouden.Burgemeester Jan Broertjes van Midden-Drenthe opende de tentoonstelling doorde ‘Eendrachtsvlag’ te hijsen, daarmeeonthulde hij een permanent publicatiebordbij de ingang van het park.Bijdragen van het Dick Vunderinkfonds heb-ben de fabricage van het publicatiebordmede mogelijk gemaakt en daarnaast hetoptuigen van een praalwagen. Deze wagen,waarop vroegere en huidige manieren vanbijenhouden werden getoond, nam deelaan de optochten die rondom het winnenvan de Middenveldbokaal waren georga-niseerd. Met succes, want Beilen werd degelukkige winnaar van de trofee. Tijdensde zomeractiviteiten werd ook de Drentsefietsvierdaagse gehouden, waarvan deroute op aandringen van de imkers ditmaallangs het Bijenpark liep tijdens de tentoon-stelling. Dat resulteerde in veel belang-stelling. Imkers van de ‘Eendracht’ kijkenterug op een succesvolle pr-campagne.

bijenhouden 2010/2 - februari # 20

Zojuist verschenen

Dick Vunderinkfondsfoto T. K

roes

De lezer schrijft

Page 21: Tips wasverwerken Bij enf r om bijen houden februari 2010

4februari 2010

VERENIGINGSNIEUWS

Jaargang:...................................

......................................

# 21

Op 20 december 2009 is op 88-jarigeleeftijd overleden

PIET BEEKMAN

erelid van de BijenteeltverenigingZwolle e.o.Piet was bijna 55 jaar imker. Hij wasvanaf het begin in de Zwolse bijenteelt-vereniging actief. Na een zittingsperiodeals penningmeester werd hij in de lentevan 1981 voorzitter. In deze functie, diehij tot en met 1990 vervulde, heeft hijmeteen het belang van de bestrijdingvan de Varroamijt onderkend. Na over-dracht van de voorzittershamer bleef hijactief. Hij bezocht imkers op locatie enschreef van hen imkerprofielen in HetVlieggat. Hij hield zich bezig met voor-lichting, acties voor natuurbescherming,fondsenwerving en excursies. Een colle-giale imker, met gevoel voor humor enlichte ironie.Het bestuur van de BijenteeltverenigingZwolle e.o. wenst Janny, kinderen enkleinkinderen veel sterkte.

Bestuur en ledenNBV afdeling Zwolle e.O.

Op 2e Kerstdag bereikte ons het droevigebericht dat ons lid

KEES TIMMERMANS

op 67-jarige leeftijd is overleden.Kees is meer dan dertig jaar lid vanonze vereniging geweest waarin hij alspenningmeester en secretaris vele jarenactief was.Wij verliezen in hem een lid van de ver-eniging die de natuur na aan het hartlag. Hij was actief lid van het GeldersLandschap en het IVN en hij wist veelover drachtplanten en -bomen en venti-leerde dit ook onder de leden.De verschillende soorten linden methun diverse tijdstippen van bloeien zul-len ons Kees doen herinneren als eenecht natuurlijke imker.

Bestuur en ledenNBV afdeling Apeldoorn-Ugchelen

Familieberichten Cursussen

Almere: Basiscursus Imkerverenging Zuid-Flevoland start decursus in maart 2010 (4 x theorie op dins -dagavond en 8 x praktijk op zaterdag -morgen). Max. 12 deelnemers, kosten €125,-.Aanmelden en info: e [email protected],t 036 5327997, iwww.imkervereniging-zuidflevoland.nl

Amstelveen: Basis- enVervolgcursus In maart 2010 start afd. Amstelland metgenoemde cursussen. Henk Kooij,t 020 6452285, e [email protected].

Arnhem/Velp: BasiscursusOp 8 maart start men met theorie (4x) inNMEC Presikhaaf, gevolgd door praktijk(10x). Kosten €125,- incl. lesmateriaal enconsumpties. Henk Hoge, t 0316 529919,e [email protected]

Arnhem/Velp: KorfvlechtcursusGezellig een ochtend of avond met eengroep vlechten? Neemt u contact op metBart de Coo, e [email protected].

Bunnik/Houten e.o.:BasiscursusDe cursus start begin maart met theorie(6x). In april volgen praktijk (10x).Kosten €150,-, incl. excursies. Inl. H. van Berkel, t 030 6373657, e [email protected]

Deventer: Kennismakings- enBasiscursusIn maart start een kennismakingscursus(2 avonden en 1 dagdeel praktijk) in hetNME-centrum te Deventer. De praktijkles(half april) is tevens de eerste les van deBasiscursus. S. Sparenberg, t 0570 591215,e [email protected]

Eerbeek: BasiscursusIn februari starten de theorielessen, vanafapril de praktijklessen. Kosten €125,- (incl.documentatie, consumpties en examen).Harrie Leeflang, t 0313 654506,e [email protected].

Enschede: Basiscursus In april 2010 starten de theorielessen (4),gevolgd door praktijklessen (10), kosten€125,-. Henk Roerink, t 053 4327711,e [email protected],iwww.pelmolenimker.nl.

Gorinchem: BasiscursusOp 22 februari start Bijenhouders vereni gingGorinchem e.o. i.s.m. NatuurcentrumGorinchem (NME) en StreekcentrumOoievaarsdorp Het Liesvelt te Groot-Ammers, genoemde cursus. In totaal 5xtheorie (in Ottoland) gevolgd door 10xpraktijk (in Groot-Ammers), incl. excursie.Kosten €125,- incl. cursus- en examen -materiaal, koffie/thee, en gratis lidmaat -schap NBV en abonnement Bijenhoudenvoor 2010. Arnold Kool, t 0183 304022,e [email protected].

Groep Drenthe, Groningen,Overijssel-Oost: Basiscursus De cursus start voorjaar 2010, de cursus -plaats is afhankelijk van de herkomst vande cursisten. Eiso Eizinga, t 052 2481891,e [email protected] of bij Jaap Smit,t 050 3092668, e [email protected].

Groep Drenthe, Groningen,Overijssel-Oost: Vervolgcursus Ook ervaren imkers uit de vier Noordelijkeprovincies volgen deze cursus om zich teoriënteren op nieuwe kennis en inzichtenen hoe deze in de praktijk worden toege -past. Bijvoorbeeld eenvoudig koningin -nen teelt voor eigen gebruik. Eiso Eizinga,t 052 2481891, e [email protected] ofbij Jaap Smit, t 050 3092668,e [email protected].

Page 22: Tips wasverwerken Bij enf r om bijen houden februari 2010

bijenhouden 2010/2 - februari # 22

Helmond: Basiscursus8 Theorieavonden in februari en maart(dinsdagavond van 20.00–22.00 uur in deBijenhal), gevolgd door 8 praktijk morgensin april t/m september (zondagmorgen van9.30–12.00 uur). Kosten €120,- (incl. lid maat -schap). iwww.imkersvereniginghelmond.nl. Ad van Grinsven, t 049 2382914e [email protected].

Hilversum/Wijdemeren e.o.:BasiscursusAfd. Gooiland is op 6 februari jl. gestart metde eerste theorieles (vijf in totaal, om deweek). Het aantal praktijklessen is ± 12,over het bijenseizoen verdeeld. Kosten€125,-. maximaal aantal deelnemers acht.Aanmelden en info: Wim van der Wolk, t035 6246897, [email protected],iwww.bijenschanscorversbos.nl.

Horst: Basis- en Vervolgcursus In februari starten de theorie (5x), daarnapraktijk (12x) in praktijk centrum voorbijenteelt ‘t Zoemhukske in Horst. DeVervolgcursus ‘Duurzaam en vitaalimkeren’ start halver wege deze maand mettheorie (op ma.) en praktijk op de zaterdag(in de zomer). iwww.zoemhukske.nl. JoepVerhaegh, cursusleider, t 077 3983424,e [email protected] of bij JacquesBielen, e [email protected].

Liemers: Basiscursus In februari 2010 starten de theorielessen,gevolgd door praktijklessen. Kosten €100,-incl. werkboek. Introductieles in novem -ber en januari. Ton Thissen, t 0316 527437,e [email protected] of Piet van Schaik,t 026 3118663, e [email protected].

Middelbeers: BasiscursusBegin maart start de cursus met theorieles(5x), gevolgd door praktijklessen (10x). Decursus is bedoeld voor toekomstige imkersuit het gebied Kempenland (Goirle, Moer -gestel, Hilvaren beek, Oirschot, Reusel- DeMierden, Bladel en Eersel). De geslaagdenkrijgen een bijenkast met een volk en eeneenvoudige imkeruitrusting. Theoriedonderdagavond, praktijk zater dag middagin Streekhuis in Middelbeers. Lessengegeven door bevoegde leraar bijen teelt.Kosten €50,- incl. boek, cursus materiaalen koffie/thee. M. Kolsters, m 06 15203088,[email protected] of W. vd Oord,[email protected].

Middelbeers: GezondheidscursusVoor de imker met ervaring die zijn kennisover bijengezondheid wil vergroten biedtimkervereniging Middelbeers een cursusbijengezondheid aan. Deze cursus is op deeerste plaats bedoeld voor imkers uit hetgebied Kempenland. De cursus bestaat uit3 theorie- en 2 praktijklessen, door eenbevoegde leraar bijenteelt. Locatie Streek -huis in Middelbeers. Kosten €15,- incl.boek, koffie en thee. M. Kolsters, m 06 15203088, [email protected] of W. vd Oord, [email protected]..

Groep Midden Brabant:Basiscursus Cursusplaats: Goirle-Hilvarenbeek. Startin februari met theorielessen (5), praktijk -lessen (10) op de zaterdag, kosten €130,-.Bart de Krieger, t 0416 372035,e [email protected].

Noordoost-Nederland: kortecursus koninginnen kwekenIn samenwerking met de teeltvereni gin genzullen korte praktische cursussen konin -ginnen ‘kweken’ aangeboden worden voormeer ervaren imkers. De planning daar -van is nu nog niet bekend. Eiso Eizinga,t 0522 481891, e [email protected] ofbij Jaap Smit, t 050 3092668,e [email protected].

Rotterdam: Basiscursus De cursus is op 3 februari jl. gestart mettheorielessen (9) in het natuurcentrum

‘De Boshoek’ te Schiedam. Later in hetseizoen gevolgd door praktijklessen (16) teOud Verlaat. Inl.: Rene Kant, t 06 29542643,e [email protected]

Soest/Amersfoort(Eemkwartier): BasiscursusStart op wo. 3 maart met theorieles (4),gevolgd door praktijkles (9), in het CNME,Schothorsterlaan 21, 3822 NA Amersfoort.Leraar is Ben Som de Cerff uit IJsselstein.Kosten €125,- Laurent, m 06 24813489,e [email protected] of Jan,t 033 4611241, e [email protected].

Veldhoven: basiscursusAfd. St.Ambrosius Veldhoven start beginmaart genoemde cursus, 5 theorielessenin maart, gevolgd door 10 praktijklessenverdeeld over het bijenseizoen. Lessendoor een bevoegde leraar. De kosten zijn€150,- incl. cursusboek, hand-outs enconsumpties. W. van Erk, t 040 2535079,[email protected] of A. Tas, e [email protected].

Wageningen: Snuffelcursus De Volksuniversiteit start met een cursusvan drie dagdelen voor mensen die ietsover bijen en bijenhouden willen weten.Theorieles 23 maart en 6 april van 19.30-22.00 uur in het Bijenhuis en een praktijk -les op 29 mei bij een imker in Lienden.iwww.volkuniversiteit.nl/wageningen.

West-Betuwe: BasiscursusDe cursus duurt van half februari tot begin

Carnavalsoptocht 2009 in Hank, de wagen is van carnavalsvereniging ‘Bierieminie’. Ingestuurd door ArnoldKool uit Woudrichem, fotograaf is Christel Blok-Bakkers. De kinderen op de wagen heten Sarah en Hugo

Foto van de maand

Page 23: Tips wasverwerken Bij enf r om bijen houden februari 2010

bijenhouden 2010/2 - februari # 23

Vraag en aanbodTe koop: Buckfastbijenvolken op raam,dus in eigen kast (Spaarkast) over te zet-ten. Dirk Blanken, t 0595 423315(Warffum gem. Eemsmond).

Bijenvolken nodig? Belt u even. Ookverkopen wij alle imkermaterialen o.a.honingslingers, bijenkorven en kasten(Red Cedar of vurenhout), nieuw ofgebruikt, alle maten kunstraat. Infor -meer vrijblijvend naar onze specialeprijzen. Imkerij De Werkbij, Rhenen enEmst (gemeente Epe). Zie voor adres:www.dewerkbij.nl (met webwinkel), e [email protected], t 0317 612942.

Te koop: bijenvolken met of zonderkast, nieuw model bijenkasten. Allematen kunstraat, alle imkermaterialen.Ook honingverkoop. Openingstijden:zat. of na telefonische afspraak t 048545 42 76. Imkerdepot Mia v.d. Heijden,Voortsestraat 19, 5454 GR St.Hubert.

Te koop: bijenvolken Carnica F1 en enke-le volken met F0-koningin (bevrucht opWangerooge D.). Met kast is ook moge-lijk. A. Staals, t 040 2811287 (Eindhoven).

Vof het Ielgat. Voor imkermaterialen enbijenproducten. Geopend tijdens het bij-enseizoen van di. t/m vr.: 10.00-17.00uur. Zaterdag gesloten. In het wintersei-zoen: wo. van 13.00-17.00 uur. Voor actu-ele info: www.ielgat.nl, t 0592 389349.

Te koop: vitale, zachtaardige bijenvolkenCarnica F1 2009, op ramen mét of zonderkast. Joep Verhaegh, t 077 3983424(Horst L.).

Te koop: honing per 20 kg: acacia-, linde-bloemen-, koolzaad- en korianderhoning.Zeer goede kwaliteit en voldoende voor-raad. Imkerij Het Korfje, Nieuwleusen,t 0529 483585, e [email protected].

Wij kopen uw Nederlandse honing enverkopen alle soorten honing in groteen kleine hoeveelheden. Ook stuifmeel,honingkoek, honingsnoep e.d. Wij zijn déleverancier voor uw markt of braderie!Vraag vrijblijvend onze speciale prijzen.Imkerij De Werkbij, Rhenen en Emst(gemeente Epe), zie voor adres: iwww.dewerkbij.nl (met complete webwinkel),e [email protected], t 0317 612942.

ProPol Produkten BV, bekend als produ-cent van de bekende Ambrosia Honing -wijnen, heeft ook een ruim assortimentapitherapieproducten: crèmes, zeep,snoep etc. die uitermate geschikt zijnvoor wederverkoop. Vraag vrijblijvendnaar onze prijslijst. Voor informatie:t 0229 295848, e [email protected],iwww.propol.nl.

Inleveren en omruilen van oude raat enzegelwas in goede conditie, voor kunstraatmet korting bij imkerdepot Halle, t 0573461479, e [email protected]

Imkerswinkel De Linde aan de PastoorSmitsstraat 27 in Olland het juiste adresvoor al uw benodigde imkersartikelen; omvan uw hobby een succes te maken!Imkers artikelen zijn ook via internet tebestellen. Inkoop en verkoop van Neder -landse honing. Wilt u bijenvolken hurenvoor de bestuiving in 2010? Neem dan con -tact op met Imkerij De Linde uit OllandMarcus Mesu,m 06 20372232. Onze winkelis geopend op:woensdag van 13.00 uur tot20.00 uur en zaterdag van 9.00 uur tot15.00 uur. e [email protected],i www.imkerswinkeldelinde.nl.

Het Honingmagazijn, hét adres op deVeluwe en daarbuiten voor al uw imker-materialen, kijk op www.honingmaga-zijn.nl. Dagelijks geopend na telefoon-of emailafspraak: t 06 11950583e [email protected],Tongerenseweg Zuid 119, 8162 SB Epe.

Te koop: Spaarkasten (10-, 7-, 6-, of 3-raams uitvoering). Ook voor losse broed-en honingkamers, daken en bodems. Kijkop www.immenhof.nl. De Immen hof,Voorthuizen, t 0342 472837,m 06 53182006.

Te koop: Spaarkastramen zonder gleuf,gebruiksklaar €0,85/st. Tevens acacia-,korenbloem- en luzernehoning. ImkerijHeller, Zuidbroek,m 06 30950733.

Te koop: nieuwe Spaarkasten, Simplex -kasten, raampjes à €0,60. Red Cedar dusweerbestendig. Tegen zeer aantrekkelij-ke prijzen. Luijmes, Terborgseweg 33a,Dinxperlo, t 0315 651664.

Ook moe van uw energierekening?IHaveMyOwnEnergy zorgt voor verwar-ming en stroom door de zon en: • Belasting ontvangen i.p.v. betalen! • Meerwaarde woning! • Lagere maand-lasten! • Zelfstandigheid! • Gratis energie! Bel nu voor een vrijblijvend adviesgesprekop maat met Sjerp Snellen, Almere. m 06 50984984, t 036 5336569,e [email protected].

Domaine du Pioch (Zuid-Frankrijk) Theaen Nico Oudhof hebben hier een leukeboerderijcamping met een aantalvakantiewoningen en meer op eigenterrein. Volop mogelijkheden om eennatuurlijke vakantie te beleven. Alleinformatie op onze site: www.lepioch.frof bel 0033 467976172.

Bezoekerscentrum Imkerij Immenhof. Dit omvat een imkerij, wijngaard, tuinen,expositieruimte met permanente expo-sitie, terras en plantenverkoop. Een unieken gezellig uitstapje voor uw vereniging,familie of bedrijf. Voor meer info:iwww.imkerij-immenhof.nl of t 0243584543. Gonnie en Marcel Hallmans,Rijksweg 224, Molenhoek/Heumen.

Bijenteeltmuseum SEC De Bankörf.Inkoop van oude imkermaterialen enbijenboeken. Boeken in onze bijenbibli-otheek gratis ter inzage, catalogus aan-wezig. t 0592 389349, i www.ielgat.nl.

Inleveren en omruilen van oude raat enzegelwas in goede conditie, voor kunst-raat met korting bij imkerdepot Halle,t 0573 461479, e [email protected]

september en omvat 5 theorie-(Culemborg),gevolgd door 10 praktijklessen (Beusichem)Aan het einde van de cursus bent u in staatom zelfstandig een bijenvolk te hanteren.De cursus kost €125,-. Coen Musch,t 0345 573267, e [email protected] Jan Piet Frens, t 0345 519907.

Westland: Basiscursus Start in februari (theorielessen) in NME-centrum De Papaver in Delft. Van aprilt/m september worden er tien praktijk -lessen gegeven in de bijenstal. Kosten€90,-. Rob Warringa, t 015 3696366 ofHetty Snijders, t 015 3109002.

Zutphen: BasiscursusDeze cursus start begin maart mettheorie , later gevolgd door praktijk, allesin Zutphen. Ben Hilderink, t 057 5514720,e [email protected]

Page 24: Tips wasverwerken Bij enf r om bijen houden februari 2010

Het gehele jaar WeertNatuur- en Milieucentrum De IJzerenMan, Geurtsvenweg 4. t 049 5524893,e [email protected], www.nmcweert.nl

17 februari Loenen a/d VechtLezing ‘De relatie tussen hommels, bijenen bestuiving’, met dia’s, door Ton deVolder, beroepsimker (300 volken).a 20.00 uur in Cultureel Centrum‘t Web, Spinnerie 15. Joke van Ekris, t 0294 234164, e [email protected].

20 februari WageningenBijeenkomst NBV-groepen en HB.

23 februari RhenenBoeldag van 10.00-16.00 uur bij Imkerij DeWerkbij in Rhenen. Zie de advertentie inhet januarinummer. Op onze site kunt ude totale kavellijst inkijken.

25 februari BornerbroekLezing Klaas Sluiman: Honing kwaliteiten vermarkting van honing. a 19.30 u in‘Het Café’ (v.h. Café EEF). Organi sa tieNBV-groep Overijssel-Oost. Toegang gra-tis. F. Huijen, e [email protected].

26 februari RuinenLezing Klaas Sluiman over ‘Presentatievan honing in de meest uitgebreide zin’.a 20.00 uur in Hotel ‘Kuik’, Brink 17. JanMansier, t 0522 472152,[email protected] of bij Eiso Eizinga, t 0522481891. iwww.ruinerimkers.nl.

27 februari Rhede (D)Nederlands-Duitse Studiedag Non-Bijeen met als thema Bestuiving, van10-16 uur. Zie Bijenhouden januari 2010.

6 maart WageningenBijeenkomst van Bijengezondheids coör di -natoren, a 10.00 u, alle coördina torenhebben een uitnodiging ontvangen.

13 maart Zuidlaren (Gr.)Voorjaarsvergadering Buckfast Belan genVerenigd Regio Noord, van 10-15 uur.Met dr. Job van Praagh. Zie Bijenhoudenjanuari 2010.

13 maart WageningenAlgemene Ledenvergadering VCI in hetBijenhuis, Grintweg 273. Zie www.verenigingvancarnicaimkers.nl.

bijenhouden 2010/2 - februari # 24

Neder landseB i jenhoudersveren ig ingGrintweg 273, 6704 AP Wageningent 0317 422422 f 0317 424180e [email protected] www.bijenhouders.nlbank 53.90.42.897, postbank 84.68.01. Voor betalingen vanuit het buitenland: IBAN: NL62ABNA0539042897BIC: ABNANL2AOpeningstijden ma t/m vrij: 10.00-14.00 uur

Het B i jenhuis (winke l )Grintweg 273, 6704 AP Wageningen t 0317 422733, f 0317 424180e [email protected] i www.bijenhuis.nlbank 53.90.42.900, postbank 823276open 1 apr t/m 30 sep: di t/m vr 8.30-17.30uur, za 8.30 - 13.00 uur1 okt t/m 31 mrt: di t/m vr 8.30-17.00 uur

bi jen@wur P lant ResearchInternat iona l (PR I )(v.h. PPO-Bijen, Ambrosiushoeve)Centraal Meldpunt Bijenziekten (ma t/m vrijvan 9.00 - 17.00 uur, op afspraak) Postbus 16, 6700 AA Wageningen.Bezoekadres: Droevendaalsesteeg 1, 6708 PBWageningen, t 0317 481279, e [email protected] www.bijen.wur.nl

Spui t schade melden Inspectie Noord/Oost, Zwolle, t 038 4291300Inspectie West, Utrecht, t 030 6692669Inspectie Zuid, Eindhoven, t 040 2563800

Amer ikaans vu i lb roedGevallen of vermoedens van Amerikaansvuilbroed (AVB) altijd melden bij: AID Kerkrade t 045 5464185

Vraag & aanbodSchriftelijke opgave van adver

tenties

bij de redactiesecretaris, mw. M. Canters,

Grintweg 273, 6704 AP Wageningen,

e [email protected].

U krijgt voor de kosten een factuur

toegestuurd, vermeldt daarom uw

adresgegevens in uw opgave. Geen

geld overmaken of overschrijvingsfor-

mulieren opsturen!

Het tarief voor ‘Vraag & aanbod’ is

€ 10,- voor de eerste twintig woorden,

ieder woord meer €0,25.

bijenhouden 2010/2 - februari # 24

Agenda 13 maart ZeistBiologisch-Dynamische Imkerdag met alsthema ‘De relatie tussen imme en imker’.Zie bladzijde 20 in dit nummer.

26 maart RuinenBijenboelavond, zaal open 18.30 uur. aveiling 20.00 uur in Hotel ‘Kuik’, Brink17. Opgave tot 22 maart bij Jan Mansier, t 0522472152, [email protected] ofEiso Eizinga, t 0522 481891. iwww.ruinerimkers.nl.

27 maart Etten-LeurBijenmarkt van 8.00-16.00 uur bij hetwinkelcentrum. Aan voer van bijen v.a.07.30 uur, verkoop bijenmaterialen enhoning, voorlichting en educatie. BijWinkelcentrum Etten-Leur (volg deborden). H. Boot, m 06 30280783,e [email protected]

3 april BornerbroekBijenmarkt van 8.00-12.00 uur bij ‘HetCafé’, Entersestr. 2. Verkoop bijenvolkenen imkermateriaal, ruilbeurs, korfvlech-ten, honing proeven, gratis verlotingvan F1-bevruchte koninginnen (ook tebestellen). G. Alberts, t 0546 812435, e [email protected]. Van12.30-16.00 uur bijeenkomst Carni ca ver.Oost-Nederland. Inl.: Henk Roe rink, t 053 4327711, e [email protected]

5 april SchaykDe traditionele Bijenmarkt, van 10.00 tot14.00 uur in en rond Café ‘De Potter’,Schutsboomstr. 33, heet nu ‘Bijen natuur -lijk’. In de nieuwe opzet bijen, voor lichting,verkoop imker materiaal, stands en leukekinderactiviteiten. De markt is R.Westra,t 0486 411875, e [email protected]

10 april DriebergenBijen- en Natuurmarkt van 07.00-13.00 uurbij de Zonheuvelschool, Burgemeester park29. Diverse natuur- en milieuorganisaties,verkoop imkermaterialen, infostand overbijenhouden, cursussen en informatieover regionale ‘open imkerdag’ met fiets -route 12 juli. Hanneke Claus, t 034 3415133,Wim Oerlemans, t 034 3491597

24 april WageningenAlgemene Ledenvergadering NBV.

11 juli NBVInterregionale Open Imkerijdag.