TESO Journaal 2014 (Texelstroom)

16
J voor aandeelhouders – juni 2014 – Editie 11 Directeur Waddenfonds: ‘Beter milieu Waddengebied’ Kapitein enthousiast over nieuw aanlegsysteem Secretaris-generaal: ‘Haven: project om trots op te zijn’ Nieuwe boot: meer capaciteit, minder kosten Spaanse werf bouwt Ms. Texelstroom Noodaanlanding met succes getest ‘Veerhaven als toegangspoort aantrekkelijker maken’

description

Automooring (Moormaster), MS Texelstroom (2014-2015, LaNaval), Noodaanlanding New Dutch Ferry Texelstroom for TESO, Texel.

Transcript of TESO Journaal 2014 (Texelstroom)

Page 1: TESO Journaal 2014 (Texelstroom)

Journaalvoor aandeelhouders – Maart 2011 – Editie 8

Aangepast kruispunt moet opstoppingen verhelpenNieuwe veerhaven in Den Helder‘Havenontwikkeling noodzaak voor de regio’

voor aandeelhouders – juni 2014 – Editie 11

Directeur Waddenfonds: ‘Beter milieu Waddengebied’ Kapitein enthousiast

over nieuw aanlegsysteem Secretaris-generaal: ‘Haven: project om trots op te zijn’ Nieuwe boot: meer capaciteit, minder kosten Spaanse werf bouwt Ms. Texelstroom Noodaanlanding met succes getest ‘Veerhaven als toegangspoort aantrekkelijker maken’

Page 2: TESO Journaal 2014 (Texelstroom)

Bouwen aan de toekomstSedert de oprichting is het primaire doel van TESO te zorgen voor een optimale walverbinding. Wij staan voor een kwalitatief hoogwaardig en betrouwbaar vervoersproduct, in het heden én in de toekomst. Onze ambitie is om ‘tot in lengte van dagen’ als zelfstandige Texelse eigen veerdienst voort te bestaan en het eiland goed bereikbaar te houden met een betaalbare, be-trouwbare en veilige bootverbin-ding.

Het aftellen is nu echt begonnen! Want na geruime tijd van voor-bereiding hebben wij u op 9 mei kunnen meedelen dat de bouw van de Texelstroom is aanbe-steed. Een spannende tijd breekt aan, waarin de interne nieuw-bouwcommissies bestaande uit medewerkers van TESO en Rebotex hun aandeel zullen leveren in het proces van ‘detail engineering’ en de definitieve inrichting van het schip. Het TESO-projectteam zal frequent op de werf in Spanje aan-

wezig zijn om de bouw samen met het team van LaNaval voor te be-reiden en om met ingang van begin volgend jaar toezicht te houden op de daadwerkelijke bouw. De kiel-legging wordt verwacht in januari 2015, de tewaterlating in het derde kwartaal van 2015. Met ingang van het tweede kwartaal van 2016 hopen wij u hartelijk welkom te heten aan boord.

Bouwen aan de toekomst doet TESO ook door mee te bouwen aan een hoge bestuurlijke kwali-teit voor Texel. Ontmoetingen met Texelse besturen en bestuurders hebben bevestigd dat ons initiatief op brede steun kan rekenen. Bin-nenkort verwachten wij u meer te kunnen meedelen over de concrete uitwerking van dit project: in het belang van Texel en TESO.

Ik wens u veel leesplezier toe.

Met vriendelijke groet,Cees de Waal, directeur.

Automooring: voor veiligheid en milieu 3

Ms. Texelstroom: verdere verduurzaming 6

Spaanse werf bouwt nieuw schip 10

Noodaanlanding: meer continuïteit 12

‘Plannen veerhaven goed uitvoerbaar’ 14

TESO-medewerkers denken mee 16

INHOUD

COLOFON

TESO Journaal is een uitgave van Koninklijke NV Texels Eigen Stoomboot Onderneming Pontweg 1, 1797 SN Den Hoorn, Texel

PRODUCTIEMediabureau Langeveld & de RooySpinbaan 6, 1791 MC Den BurgTel. 0222 362600, e-mail [email protected]

Joop Rommets, redactie Stefan Krofft, vormgeving

FOTOGRAFIEStefan Krofft, Pieter de Vries, Joop Rommets, Waddenfonds, Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat, Scheepswerf LaNaval.

Dit magazine is op de meest milieuvriendelijke wijze tot stand gekomen en wordt toegezonden aan aandeelhouders en medewerkers van TESO. Om milieu en kosten te besparen wordt per huis-adres één TESO Journaal bezorgd, ook als op een adres meerdere aandeelhouders staan ingeschre-ven. Een extra exemplaar kunt u bij ons opvragen: tel. 0222 369600, e-mail [email protected].

Het onderzoek naar een verdere verduurzaming van de TESO organisatie wordt mede mogelijk gemaakt door:

Page 3: TESO Journaal 2014 (Texelstroom)

TESO Journaal - 3

Van de Klundert geeft hoog op over de ambities van TESO. ‘De omscha-keling in de nabije toekomst van olie naar gas is de volgende fase. Ook dat vindt het Waddenfonds erg belang-rijk. Gas is een relatief schone brand-stof. Bovendien loop je door het ge-bruik ervan niet meer het risico dat olie in de Waddenzee stroomt.’TESO is niet de eerste die op gas overschakelt. ‘In Duitsland wordt er al een tijdje mee gevaren. Ook in Neder-land bestaan die plannen. Het Wad-denfonds heeft geld beschikbaar gesteld om één schip van Doeksen (de rederij die de verbinding tussen Harlingen en Vlieland en Terschelling onderhoudt, red.) om te bouwen voor LNG. TESO kiest voor een ander sys-teem, met CNG, gecomprimeerd gas, en loopt daardoor ook voorop.’

Bram van de Klundert is sinds eind 2012 directeur van het Waddenfonds, dat eerder dat jaar door het Rijk werd overgedragen aan de provincies Noord-Holland, Friesland en Gronin-gen. Het fonds is bestemd voor ver-sterking van de ecologie en economie van het Waddengebied. Hiervoor is tot 2026 jaarlijks 28 miljoen euro be-schikbaar, in totaal 500 miljoen euro. Van de Klundert vervulde diverse managementfuncties op het ter-rein van ruimtelijke planning, milieu en natuurbeheer. Zo was hij onder meer werkzaam als directeur van de VROM-raad. Texel kent hij al sinds zijn jeugd. ‘Ik ben opgegroeid in Brabant. Als 14-jarige zeurde ik mijn moeder de kop gek of ik nou eens liftend naar Texel mocht. Ik had er een boek van Jac. P. Thijsse

over gelezen en wilde het wel eens met eigen ogen zien.’ Zijn moeder stemde toe, waarna Van de Klundert, net als de eveneens door Thijsse ge-inspireerde jonge Wolkers ooit deed (maar die keerde om toen zijn koeken op waren), op weg ging. ‘Ik kwam er. Onderweg ben ik wel een keer aange-houden door politie, die zich afvroeg of ze thuis wel wisten wat ik aan het doen was. De bootreis vond ik heel spannend en op het eiland heb ik mijn eerste eidereend en mijn eerste mantelmeeuw gezien. Ik heb een paar nachten in de jeugdherberg geslapen en ben weer naar huis gegaan.’

Hij zou nog vele malen terugkeren. ‘Tijdens mijn studie heb ik een paar maanden op het NIOZ rondgelopen. En later ben ik er heel vaak met mijn kinderen geweest. Ik vind Texel echt prachtig, heel bijzonder. En het wordt eigenlijk alleen maar mooier. Ja, dat meen ik. Dat plan voor die zandige variant van de dijk van de Prins Hen-drikpolder vind ik heel interessant. Die brakwatergebiedjes aan de oost-kant zijn schitterend. En de ontwikke-lingen om het karakter van de dorpen te versterken, juich ik ook erg toe.’

Veel lof heeft Van de Klundert ten slotte voor TESO. ‘Een mooi bedrijf met een enthousiaste directeur. Dat coö-peratieve karakter, met zo veel Texe-laars die mede-eigenaar zijn, spreekt me aan. Net als de hoge ambities op het gebied van veiligheid en milieu. Het heeft geen rol gespeeld in de be-sluitvorming om automooring financi-eel te steunen, maar ik vind TESO een erg sympathieke onderneming.’

Directeur Waddenfonds prijst veerdienst

PROJECT AUTOMOORING

Projecten steunen die via de normale kanalen moeilijk te financieren zijn, maar die toch waardevol zijn. Dat is volgens directeur Bram van de Klundert de rol van het Waddenfonds. ‘Additionele finan- ciering, noemen we dat. Automooring, het nieuwe aanlegsysteem van TESO, is een uitstekend voor-beeld van zo’n project. Het is geen verplichte maatregel, maar levert wel een bijdrage aan een beter milieu in het Waddengebied. Reden genoeg om geld beschikbaar te stellen.’

BRAM VAN DE KLUNDERT

‘Hoge ambities op gebied van veilig-

heid en milieu’

Page 4: TESO Journaal 2014 (Texelstroom)

4 - TESO Journaal

SIEBE RIEDSTRA

‘Een project om trots op te zijn:

als eiland, TESOen bestuurders’

‘Ik kom desnoods in de vroege och-tend om bij de oplevering te kunnen zijn’, verzekerde Siebe Riedstra, de hoogste ambtenaar van Infrastruc-tuur & Milieu, toen hij op 3 april 2013 de eerste heipaal sloeg in de Helder-se veerhaven. ‘Een project om trots op te zijn: als eiland, als TESO en als bestuurders.’

Siebe Riedstra heeft al ruim twintig jaar ambtshalve met TESO te maken. ‘Ik werk sinds 1993 bij Infrastruc-tuur & Milieu, dat tot 2010 Verkeer & Waterstaat heette. Al in de jaren negentig was ik betrokken bij beleid-vorming over de verbinding van de Waddeneilanden. Ik herinner me dat toen werd gesproken over de vraag of ook andere reders de kans moes-ten krijgen om de veerdienst te on-derhouden.’

Op 15 april 2009 doopte Riedstra in Madurodam de maquette van de Dokter Wagemaker. Het was de be-doeling dat staatssecretaris Tineke Huizinga dat zou doen. Toen zij verhin-derd bleek, kwam die eer toe aan de directeur-generaal Mobiliteit, de één-na-hoogste ambtenaar op het minis-terie. ‘Schepen worden door vrouwen gedoopt, maar omdat het een ma-quette was, mocht ik dat als man toch doen.’ Riedstra zei bij die gele-genheid de Dokter Wagemaker een mooie boot te vinden, die ‘een unieke verbinding’ onderhield en daarmee ‘de toegangspoort tot Texel’ vormde.

‘Ik kom nog wel eens in Madurodam. Dan zie ik de boot liggen en denk: daar was ik bij.’

Het ministerie van Infrastructuur & Milieu is verantwoordelijk voor de gang van zaken in de veerhavens. Als secretaris-generaal is Riedstra uit-stekend op de hoogte van de werk-zaamheden van het afgelopen jaar, waarin de lange fuik werd vervangen, een noodaanlanding werd aangelegd en het nieuwe afmeersysteem auto-mooring werd geïntroduceerd. ‘Een relatief klein project’, in zijn ogen, ‘maar wel een dat bestuurlijk veel aandacht vraagt. Je hebt te maken met veel belanghebbenden: TESO, de marine, Rijkswaterstaat en de ge-meenten Texel en Den Helder.’ Ried-stra prijst de ‘korte lijnen’, die hebben bijgedragen aan een succesvol ver-loop. ‘Ik heb veelvuldig contact gehad met TESO-directeur Cees de Waal, burgemeester Giskes en Rijkswater-staat.’ Eenmaal liet hij zich door De Waal bijpraten op de boot. ‘Dat was na een privébezoek. We spraken elkaar op de terugweg bij de kapitein op de brug. Efficiënt, vind je niet?’

De financiering van het project vroeg speciale en langdurige aandacht. Daarbij werden de economische be-langen van Texel en de belangen van TESO van begin af aan onderkend. De jaaromzet bij TESO bedraagt ongeveer 19 miljoen euro, verdiend door het vervoeren van maar liefst

3,6 miljoen passagiers. ‘Die mobiliteit moeten we als Rijksoverheid op een veilige manier opvangen en onder-steunen.’ Maar de noodzaak om te bezuinigen deed zich ernstig voelen. ‘Hoe krijg je de euro’s bij elkaar? Dat is toch vaak het belangrijkste pro-bleem. Het leggen van de financiële puzzel was het moeilijkst’, vat Ried-stra kort en bondig samen. ‘In totaal zijn we daar wel een jaar of vijf, zes mee bezig geweest. Ik ben geregeld ingeschakeld om een doorbraak te forceren.’

Vol lof is Riedstra voor het nieuwe aanlegsysteem automooring, dat op jaarbasis voor een besparing van circa 173.000 liter aan brandstof zorgt. Bovendien wordt 450.000 kilo CO2 en 6.200 NOx minder uitgestoten, terwijl de continuïteit van de veer-dienst er niet onder lijdt. ‘Ik heb al gezegd dat we een win-win-win-si-tuatie bereiken. Op gebied van be-reikbaarheid, duurzaamheid én vei-ligheid. Er is dus absoluut sprake van een goede investering.’

Hoogste ambtenaar ministerie vol lof over haven

PROJECT AUTO-MOORING

PROJECT AUTOMOORING

Page 5: TESO Journaal 2014 (Texelstroom)

TESO Journaal - 5

PROJECT AUTOMOORING

Kapitein René Kooiman met op de achtergrond de automooring-installatie in de fuik van Den Helder.

RENÉ KOOIMAN

‘In de praktijk is het een fluitje van

een cent’

Hij was volgens eigen zeggen ‘best sceptisch’, toen de directie besloot te gaan onderzoeken of automoo-ring iets voor TESO was. ‘Twee zuig-nappen die zo’n groot schip op zijn plaats houden. Dat geloofde ik niet zomaar.’ Hij was niet de enige, maar na twee weken ervaring hebben ka-pitein René Kooiman en de andere sceptici al hun twijfels laten varen. ‘In de voorgesprekken leek het heel ingewikkeld, maar in de praktijk is het een fluitje van een cent.’

De brug van de Dokter Wagemaker, een paar minuten over twee ’s mid-dags. Terwijl de haven van ’t Horntje steeds kleiner wordt en Den Helder dichterbij komt, geeft René Kooiman ontspannen uitleg over het nieuwe aanlandingssysteem. ‘Kom maar ge-woon aan boord en vaar mee. Dat werkt een stuk beter dan over de telefoon uitleggen hoe het allemaal werkt’, heeft hij de verslaggever uit-genodigd. Kooiman was lid van de TESO-dele-gatie die in december 2012 een kijkje nam op het Deense eiland Samsø, waar het systeem van automooring al werd toegepast. Ondanks zijn scepsis zag hij er wel de voordelen van in. ‘Vastleggen heeft wel iets. Als de motoren uitvallen, heb je anders

niks. Die zuignappen zijn een waar-borg dat je vast blijft liggen. Omdat de elektromotoren die de thrusters (speciaal soort scheepsschroeven, red.) aandrijven korter hoeven te draaien, bespaar je bovendien brand-stof, is de uitstoot van schadelijke stoffen kleiner en maak je minder gaten in de bodem van haven, waar-door de kans op ondermijning van de kade kleiner wordt.’De kwetsbaarheid van het systeem is goed te overzien, volgens Kooiman. ‘Je kunt er eigenlijk niet tegenaan varen. De moormasters worden be-schermd door een kooi. Het enige dat je niet helemaal kunt uitsluiten, is dat je wegvaart terwijl de zuignap-pen er nog aan zitten.’ Bij het binnenvaren van Den Helder blijkt dat dit risico te overzien is. De moormasters worden door een GPS-systeem geactiveerd, maar mogen pas in werking worden gebracht als de matroos beneden op het schip een seintje heeft gegeven dat het schip goed ligt. Dennis van der Slikke, de stuurman boven (de derde nautische medewerker zorgt tijdens de overtocht beneden op het schip voor de coördinatie), zet vervol-gens in overleg met Kooiman het systeem in werking. Het vastleggen zelf gebeurt helemaal automatisch.

Nadat de twee zuignappen zichzelf hebben vastgezogen aan een dikke ijzeren plaat op het schip, wordt de voorstuwing uitgezet. Dat gebeurt niet eerder dan dat op de brug een groene lamp is gaan branden en de kapitein en de stuurman op de ca-merabeelden hebben vastgesteld dat alles in orde is.

Terwijl de reizigers van boord gaan en de boot opnieuw wordt geladen, hebben de beide mannen drie mi-nuten de tijd om naar de brug aan de andere kant te verhuizen. Na een seintje van de verkeersleider in de toren herhaalt het hele proces zich, maar dan in omgekeerde volgorde. Kooiman: ‘Ik zal niet zeggen dat er nooit wat gebeurt, maar kans is wel heel klein.’ De eerste ervaringen na een paar weken zijn zeer positief. ‘Het werkt vlekkeloos. En de matro-zen zijn ook dik tevreden. Het werkt lekker rustig op het autodek, zonder die hard draaiende elektromotoren.’

Kapitein René Kooiman enthousiast over automooring

Page 6: TESO Journaal 2014 (Texelstroom)

6 - TESO Journaal

MS. TEXELSTROOM

Bert de Jonge en Dirk de Lugt tonen het computermodel van de MS. Texelstroom bij de maquette van de eerste Texelstroom.

Texelstroom: meer capaciteit, minder kostenMeer auto’s vervoeren om de wachttijden verder te beperken, een besparing op het verbruik van

brandstof, het duurzaam opwekken van energie aan boord en een vermindering van de uitstoot

van uitlaatgassen. TESO’s nieuwe schip Ms. Texelstroom, dat begin 2016 in de vaart komt, moet

aan ambitieuze voorwaarden voldoen. Projectleider Bert de Jonge en voorzitter van de Raad van

Commissarissen Dirk de Lugt vertellen erover.

Koninklijke N.V. Texels Eigen Stoomboot Onderneming (TESO) onderhoudt sinds 1907 de veerdienst tussen Texel en het vaste land. Van de ruim 3.100 aandeelhouders is het grootste gedeelte Texelaar. Sinds de oprichting van TESO is het doel hetzelfde gebleven: het verzorgen van een goede, betaalbare bootverbinding tussen Texel en de vaste wal. De kwaliteit van de dienstverlening en het belang van een stabiele verbinding staan voorop. Winst die wordt gemaakt, investeren wij primair in veiligheid, kwaliteit en continuïteit. Daarbij staat het belang van de reizi-ger centraal.

TESOTESO vaart momenteel met twee dubbeldeksschepen: ms. ‘Schulpengat’ bouwjaar 1990, capaciteit 240 PAE en 1750 passagiers en ms. ‘Dokter Wagemaker’ bouwjaar 2005, capaciteit 300 PAE en 1750 passagiers. Ms. ‘Schulpengat’ staat op de nominatie om te worden vervangen door een eind 2015 in de vaart te brengen nieuw schip: ms. ‘Texel-stroom (2)’. Het nieuwe schip zal tot 2030 door TESO als dienstboot worden ingezet en vervolgens tot 2040 als re-serveboot. Een belangrijk uitgangspunt voor het ontwerp van het nieuwe schip is dat de kwaliteitsverbeteringen die op ms. ‘Dokter Wagemaker’ zijn gerealiseerd ten opzicht van ms. ‘Schulpengat’ zullen worden geconsolideerd. Bij-voorbeeld: de bredere opstelstroken voor het in-en uitstappen van voertuigen en de toegankelijkheid van de salon voor mindervaliden met liften. Om de gewenste nieuwe kwaliteitsaspecten in kaart te brengen zijn vanaf 2011 tot medio 2013 de wensen en ideeën verzameld en door drie nieuwbouwcommissies, samengesteld uit medewerkers vanuit de disciplines technisch, nautisch en horeca, beoordeeld op meerwaarde en toepasbaarheid. Maritiem inge-nieursbureau C-Job Naval Architects is bij het nieuwbouwproject betrokken als scheepsbouwkundig expert en heeft het basisontwerp opgesteld. Ontwerpbureau Vripack is aangetrokken voor de exterieurstyling en het interieuront-werp.

In 2008 is door DTV Consultants een vervoerprognose opgesteld die zicht geeft op de waarschijnlijke vervoersont-wikkeling tot 2040, want het nieuwe schip dient gedurende de komende 25 jaar over een toereikende vervoerscapa-citeit te beschikken waarmee alle gebruikers met zo min mogelijk vertraging kunnen worden bediend. Op basis van de groeiverwachting in deze prognose is gezocht naar een capaciteitsverruiming ten opzichte van de voertuigcapaci-teit van ms. ‘Dokter Wagemaker’. Daarbij is door het projectteam nieuwbouw rekening gehouden met de huidige veerhaven-configuratie en de eisen van Rijkswaterstaat ten aanzien van de maximale belasting van de fuiken. Op basisbasis van het huidige ontwerp met een breder bovenvoertuigdek en een verlenging van het schip met vijf meter ten opzichte van ms. ‘Dokter Wagemaker’ kan een capaciteit van tenminste 340 PAE worden gerealiseerd, wat zal leiden tot minder wachttijden en dus tot een betere kwaliteit van de dienstverlening. Een ander voordeel daarvan is dat TESO op minder dagen een tweede boot zal hoeven in te zetten. Ms. ‘Texelstroom’ zal niet veel groter ogen dan ms. ‘Dokter Wagemaker’, vanwege de aangepaste vorm met een lagere positie van de stuurhuizen, het ontbreken van een Atrium en twee relatief kleine schoorstenen op het A-dek.

Naast capaciteitsvergroting is verduurzaming van de veerdienst een speerpunt; op alle aspecten van het ontwerp is nagedacht over mogelijkheden voor brandstofbesparing, het duurzaam opwekken van energie aan boord en vermindering van uitlaatgassen. Een belangrijke stap daarin is het schip gedeeltelijk te laten varen op aardgas (CNG). Een batterijenpakket zal de pieken in de energievraag opvangen en daarmee voor een gelijk matiger en schonere belasting van de motoren zorgen.

Inleiding

Algemene informatie

Lengte over alles: 135,40 mLengte tussen loodlijnen: 135,40 mLengte waterlijn: 135,40 mBreedte max.: 27,90 mbreedte romp: 22,00 mDiepte main deck:Diepte main deck: 7,18 mT design: 4,05 mT max.: 4,40 mVermogen motoren: 8000 ekW

Lower cardeck: 2 cars for disable and 169 cars or: 2 cars for disable, 50 cars and 34 trucksUpper cardeck:Upper cardeck: 209 cars

1750 passagiers

112

Algemeen plan

10 3

Page 7: TESO Journaal 2014 (Texelstroom)

TESO Journaal - 7

MS. TEXELSTROOM

‘Nog toegankelijker voor mindervalide reizigers’

De Texelstroom komt in de plaats van de in 1990 gebouwde Schulpengat, zal tot 2030 als dienstboot worden ingezet en daarna tot 2040 als reser-veboot. Al in 2012 is begonnen met de voorbereidingen op de bouw. ‘De eerste stap was het vastleggen van de ideeën en wensen die leven bij het personeel, de klanten en instellingen voor gehandicapten en ouderen. Het waren er een kleine 600. Deze zijn daarna op haalbaarheid en meerwaar-de bekeken door de nieuwbouwcom-missie, die bestond uit medewerkers van de disciplines technisch, nautisch en horeca. Uiteindelijk is ongeveer 60 tot 65 procent gehonoreerd’, vertelt Bert de Jonge.

Dat wil niet zeggen dat het uiteinde-lijke ontwerp van het nieuwe schip re-volutionair anders is. ‘Over het grote geheel zijn we erg tevreden over de Dokter Wagemaker. De meeste ver-beterpunten hebben te maken met voortschrijdend inzicht in de tech-niek.’

Het basisontwerp van het nieuwe schip is opgesteld door ma-ritiem ingenieursbureau C-Job Naval Architects. Ontwerpbureau Vripack hield zich bezig met het ontwerp van het interieur en de exterieur-styling. Belangrijk uitgangspunt is dat de Texelstroom zo energiezuinig moge-lijk moet zijn. ‘Een van de grootste bezwaren is dat de twee motoren op de Dokter Wagemaker niet efficiënt worden belast. Als het schip de haven uitvaart, moet het even versnellen om de zijwaartse stroom te kunnen op-vangen. Je hebt dan een paar minu-ten lang 5000 kiloWatt per uur nodig.

Tijdens de overtocht heb je 2000 nodig en in de haven loopt dat terug naar 1000 tot 1200. De gemiddelde belasting is niet meer dan dertig pro-cent. We willen de pieken eruit halen door een com-binatie van motoren en batterijen te gebruiken. Zo wordt je brandstofver-bruik ook efficiënter.’

Nieuw is ook dat de mo-toren op gas lopen. Het gebruik van deze rela-tief schone brandstof stuit wel op problemen. De Jonge: ‘In vloeibare vorm, LNG, heb je het minste volume nodig. Maar daarvoor is de in-frastructuur in Nederland nog niet klaar. LNG wordt alleen in vrachtwagens vervoerd, terwijl wij een

bunkerboot nodig hebben. Het alter-natief is CNG, gas in gecomprimeer-de vorm, net als het aardgas thuis. Dat is praktisch wel haalbaar, maar komt per pijpleiding bij Oost aan land. Er is zestien kilometer leiding voor nodig om het station dat op de haven komt te bevoorraden. Het on-derzoek naar het tracé loopt nog.’

Onduidelijk is nog of de leiding al vóór de oplevering van het nieuwe schip gereed zal zijn. ‘Maar twee van de vier motoren lopen ook op diesel. Dat is eventueel het alternatief als het gas nog niet beschikbaar is.’Dirk de Lugt is blij met deze vorm van energiebesparing. ‘Met het oog op de kosten. Maar ook omdat de verwachting is dat er op het gebied van milieuwetgeving veel gaat ver-anderen. Onder meer wat betreft de uitstoot van schadelijke stoffen. Die wordt veel minder met het nieuwe schip. We zijn als TESO zo uitste-kend voorbereid op de toekomst.’

Maar daarmee is de veerdienst er nog niet. De Jonge: ‘Een derde van alle brandstof gaat op aan zaken die niet met de voortstuwing te maken hebben. Dat zijn bijvoorbeeld de ventilatie, koeling, verlichting en horeca. Dat is op jaarbasis onge-veer 1 miljoen liter. Tegen de huidige prijzen gaat het om een bedrag van 700.000,- euro.’ De oplossing wordt gezocht in tal van kleinere maatregelen, zoals het gebruik van LED-verlichting en sen-soren. Energie wordt ook bespaard door warmte terug te winnen uit het koelwater en het schip daarmee te verwarmen in de nachtelijke uren, wanneer het in de haven ligt. Door hergebruik van drinkwater voor het doorspoelen van de toiletten wordt ook op het gebied van waterbespa-ring een nieuwe stap gezet. Nieuw is bovendien dat met zonnepane-len op het bovenste dek duurzame energie wordt opgewekt. De Lugt: ‘Dat zijn geen maatregelen die de grootste financiële voordelen ople-veren. Maar het laat wel zien waar

Exterieurontwerp

Vripack vond veel inspiratie in flora en fauna van het eiland, bijvoorbeeld in de kleuren en vormen van dennennaal-den en dennenappels maar ook in de vele vogels van het eiland, waaronder de dwergstern. Deze vogel heeft in pro-fiel een mooie vloeiende vorm en met haar grijze vleugeluiteinden en zwarte kopje heeft de dwergstern een sterke visuele uitstraling. DeDe zeeglijn van het schip is gebaseerd op de vleugelvorm van de dwergstern en tevens op de karakteristieke lijnen van de eerste ms. ‘Texelstroom’, die van 1966 tot 1991 bij TESO in de vaart is geweest. Grote glazen oppervlaktes in de passagiersverblijven zorgen voor veel daglicht en versterken daarmee het ‘Waddengevoel’ evenals de natuur-lijke kleuren; de zandkleur van de duinen en het groen van het helmgras keren op diverse plaatsen terug in het ont-werp. De glazen panelen worden ondersteund door een raster van bogen waarvan de vormen zijn geïnspireerd door de schubben van de dennenappels. Het logo van TESO zal geplaatst worden op het glas door middel van een lichtdoorlatende ‘one-way vison’ sticker.

Vripack heeft extra aandacht besteed aan de uitstraling van de voor- en achterzijde van het schip; dat is immers het meest in het oog springende gedeelte voor de wachtende passagiers op de kade als het schip de haven in vaart. De balkons aan beide kanten van het schip zijn in lijn met het profiel en de railings van de buitendekken worden voor-zien van plexiglas om zodoende luwte te creëren om extra comfort aan passagiers te bieden die tijdens de overtocht op het buitendek verblijven.

Duurzaamheid

Zo groen mogelijk varen was een belangrijke doelstelling naast een optimale continuïteit, veiligheid en betrouw-baarheid van het nieuwe schip. C-Job is erin geslaagd een schip te ontwerpen dat naast de benodigde capaciteitsver-ruiming voor tenminste 40 extra voertuigen ook voldoet aan de ambitieuze duurzaamheidseisen die door TESO zijn gesteld. Zo zal met het nieuwe schip zuiniger én schoner gevaren kunnen worden, dankzij het gebruik van gas in combinatie met batterijen. Energie wordt bespaard door met het terugwinnen van warmte uit het koelwater het schip te gaan verwarmen gedurende de nachtelijke uren, wanneer het schip in de haven van Texel ligt. Op het gebied vanvan waterbesparing wordt een nieuwe stap gezet door hergebruik van drinkwater voor het spoelen van de toiletten. Nieuw voor TESO is voorts dat duurzame energie aan boord zal worden opgewekt én gebruikt door gebruikmaking van zonnepanelen op het bovenste dek van het schip.

8 5

>

Page 8: TESO Journaal 2014 (Texelstroom)

8 - TESO Journaal

MS. TEXELSTROOM

TESO voor staat. Overigens vind ik het belangrijk op te merken dat de verbeteringen niet ten koste mogen gaan van de kwaliteit en de continuï-teit van de veerdienst. Die staan altijd voorop. Dat is dan ook de reden dat we geen revolutionaire nieuwe tech-nieken uitproberen. We gebruiken alleen beproefde concepten, die zich in de praktijk al hebben bewezen.’

Om ervoor te zorgen dat ook reizigers die niet zo vaak van

de boot gebruik maken de weg aan boord goed kunnen vinden, wordt extra aandacht besteed aan de be-wegwijzering. De Lugt: ‘Uit klanttevre-denheidsonderzoeken komt steeds naar voren dat onze klanten goed te spreken zijn over de prijs-kwali-teitverhouding en de meeste andere aspecten, maar dat ze vinden dat de oriëntatie aan boord te verbeteren is.’ De Jonge: ‘We gaan dat doen met een combinatie van kleuren, symbo-len en letters.’Daarnaast wordt de Texelstroom nog toegankelijker voor minder mobiele reizigers. De Jonge: ‘Veel invaliden komen nooit in de salon. Dat kost ze zoveel moeite, dat ze er maar niet aan beginnen. Op het nieuwe schip komen er liften op de kop van de dekken. Daar rijd je zo in met je rol-stoel.’Ook de medewerkers profiteren van ergonomische maatregelen. Zo krijgt de stuurman nog beter zicht op wat zich laag bij het water voor hem af-speelt en komt er een rechte in plaats van een schuine schacht naar de ma-chinekamer, wat de aan- en afvoer van materialen eenvoudiger maakt.

De Texelstroom zal zo’n 340 perso-nenauto’s kunnen vervoeren. Dat zijn er 40 meer dan de Dokter Wagema-ker. Onderzoeksbureau DTV Consul-tants voorspelde in de prognoses van 2008 dat de vervoerscijfers nog tot 2035 zullen

stijgen. Een belangrijke reden om een schip te bouwen dat meer auto’s kan vervoeren. Dat leidt tot minder wachttijden en een betere kwaliteit van de dienstverlening. Bijkomend voordeel is dat TESO minder vaak een tweede boot zal hoeven inzetten. Om dat te bereiken wordt het schip vijf meter langer dan de Dokter Wa-gemaker. Hoewel het bovendek bo-vendien iets breder wordt, zal de Texelstroom niet veel groter ogen. Dat is te danken aan de aangepaste vorm, met een lagere positie van de stuurhuizen, twee relatief kleine schoorstenen op het A-dek en het ontbreken van een atrium. Daarmee wordt het schip bovendien minder gevoelig voor zijwind, wat zowel de levensduur van de fuiken ten goede komt als een besparing van brandstof oplevert.

De Lugt concludeert dat met de komst van de Texelstroom een nieuwe stap wordt gezet in de ‘ver-duurzaming’ van de veerdienst en het vervoeren van passagiers tegen lagere kosten. ‘Zo kunnen we een bootkaartje over een langere peri-ode betaalbaar houden. Dat wil niet zeggen dat TESO de tarieven nooit meer hoeft te verhogen. Maar als dat moet, gebeurt dat met kleine stapjes, zodat we in 2030 voldoende midde-len hebben om weer een nieuw schip te kopen dat de Dokter Wagemaker vervangt.’

‘Verdere verduurzaming

van de veerdienst’

Koninklijke N.V. Texels Eigen Stoomboot Onderneming (TESO) onderhoudt sinds 1907 de veerdienst tussen Texel en het vaste land. Van de ruim 3.100 aandeelhouders is het grootste gedeelte Texelaar. Sinds de oprichting van TESO is het doel hetzelfde gebleven: het verzorgen van een goede, betaalbare bootverbinding tussen Texel en de vaste wal. De kwaliteit van de dienstverlening en het belang van een stabiele verbinding staan voorop. Winst die wordt gemaakt, investeren wij primair in veiligheid, kwaliteit en continuïteit. Daarbij staat het belang van de reizi-ger centraal.

TESOTESO vaart momenteel met twee dubbeldeksschepen: ms. ‘Schulpengat’ bouwjaar 1990, capaciteit 240 PAE en 1750 passagiers en ms. ‘Dokter Wagemaker’ bouwjaar 2005, capaciteit 300 PAE en 1750 passagiers. Ms. ‘Schulpengat’ staat op de nominatie om te worden vervangen door een eind 2015 in de vaart te brengen nieuw schip: ms. ‘Texel-stroom (2)’. Het nieuwe schip zal tot 2030 door TESO als dienstboot worden ingezet en vervolgens tot 2040 als re-serveboot. Een belangrijk uitgangspunt voor het ontwerp van het nieuwe schip is dat de kwaliteitsverbeteringen die op ms. ‘Dokter Wagemaker’ zijn gerealiseerd ten opzicht van ms. ‘Schulpengat’ zullen worden geconsolideerd. Bij-voorbeeld: de bredere opstelstroken voor het in-en uitstappen van voertuigen en de toegankelijkheid van de salon voor mindervaliden met liften. Om de gewenste nieuwe kwaliteitsaspecten in kaart te brengen zijn vanaf 2011 tot medio 2013 de wensen en ideeën verzameld en door drie nieuwbouwcommissies, samengesteld uit medewerkers vanuit de disciplines technisch, nautisch en horeca, beoordeeld op meerwaarde en toepasbaarheid. Maritiem inge-nieursbureau C-Job Naval Architects is bij het nieuwbouwproject betrokken als scheepsbouwkundig expert en heeft het basisontwerp opgesteld. Ontwerpbureau Vripack is aangetrokken voor de exterieurstyling en het interieuront-werp.

In 2008 is door DTV Consultants een vervoerprognose opgesteld die zicht geeft op de waarschijnlijke vervoersont-wikkeling tot 2040, want het nieuwe schip dient gedurende de komende 25 jaar over een toereikende vervoerscapa-citeit te beschikken waarmee alle gebruikers met zo min mogelijk vertraging kunnen worden bediend. Op basis van de groeiverwachting in deze prognose is gezocht naar een capaciteitsverruiming ten opzichte van de voertuigcapaci-teit van ms. ‘Dokter Wagemaker’. Daarbij is door het projectteam nieuwbouw rekening gehouden met de huidige veerhaven-configuratie en de eisen van Rijkswaterstaat ten aanzien van de maximale belasting van de fuiken. Op basisbasis van het huidige ontwerp met een breder bovenvoertuigdek en een verlenging van het schip met vijf meter ten opzichte van ms. ‘Dokter Wagemaker’ kan een capaciteit van tenminste 340 PAE worden gerealiseerd, wat zal leiden tot minder wachttijden en dus tot een betere kwaliteit van de dienstverlening. Een ander voordeel daarvan is dat TESO op minder dagen een tweede boot zal hoeven in te zetten. Ms. ‘Texelstroom’ zal niet veel groter ogen dan ms. ‘Dokter Wagemaker’, vanwege de aangepaste vorm met een lagere positie van de stuurhuizen, het ontbreken van een Atrium en twee relatief kleine schoorstenen op het A-dek.

Naast capaciteitsvergroting is verduurzaming van de veerdienst een speerpunt; op alle aspecten van het ontwerp is nagedacht over mogelijkheden voor brandstofbesparing, het duurzaam opwekken van energie aan boord en vermindering van uitlaatgassen. Een belangrijke stap daarin is het schip gedeeltelijk te laten varen op aardgas (CNG). Een batterijenpakket zal de pieken in de energievraag opvangen en daarmee voor een gelijk matiger en schonere belasting van de motoren zorgen.

Inleiding

Algemene informatie

Lengte over alles: 135,40 mLengte tussen loodlijnen: 135,40 mLengte waterlijn: 135,40 mBreedte max.: 27,90 mbreedte romp: 22,00 mDiepte main deck:Diepte main deck: 7,18 mT design: 4,05 mT max.: 4,40 mVermogen motoren: 8000 ekW

Lower cardeck: 2 cars for disable and 169 cars or: 2 cars for disable, 50 cars and 34 trucksUpper cardeck:Upper cardeck: 209 cars

1750 passagiers

112

Koninklijke N.V. Texels Eigen Stoomboot Onderneming (TESO) onderhoudt sinds 1907 de veerdienst tussen Texel en het vaste land. Van de ruim 3.100 aandeelhouders is het grootste gedeelte Texelaar. Sinds de oprichting van TESO is het doel hetzelfde gebleven: het verzorgen van een goede, betaalbare bootverbinding tussen Texel en de vaste wal. De kwaliteit van de dienstverlening en het belang van een stabiele verbinding staan voorop. Winst die wordt gemaakt, investeren wij primair in veiligheid, kwaliteit en continuïteit. Daarbij staat het belang van de reizi-ger centraal.

TESOTESO vaart momenteel met twee dubbeldeksschepen: ms. ‘Schulpengat’ bouwjaar 1990, capaciteit 240 PAE en 1750 passagiers en ms. ‘Dokter Wagemaker’ bouwjaar 2005, capaciteit 300 PAE en 1750 passagiers. Ms. ‘Schulpengat’ staat op de nominatie om te worden vervangen door een eind 2015 in de vaart te brengen nieuw schip: ms. ‘Texel-stroom (2)’. Het nieuwe schip zal tot 2030 door TESO als dienstboot worden ingezet en vervolgens tot 2040 als re-serveboot. Een belangrijk uitgangspunt voor het ontwerp van het nieuwe schip is dat de kwaliteitsverbeteringen die op ms. ‘Dokter Wagemaker’ zijn gerealiseerd ten opzicht van ms. ‘Schulpengat’ zullen worden geconsolideerd. Bij-voorbeeld: de bredere opstelstroken voor het in-en uitstappen van voertuigen en de toegankelijkheid van de salon voor mindervaliden met liften. Om de gewenste nieuwe kwaliteitsaspecten in kaart te brengen zijn vanaf 2011 tot medio 2013 de wensen en ideeën verzameld en door drie nieuwbouwcommissies, samengesteld uit medewerkers vanuit de disciplines technisch, nautisch en horeca, beoordeeld op meerwaarde en toepasbaarheid. Maritiem inge-nieursbureau C-Job Naval Architects is bij het nieuwbouwproject betrokken als scheepsbouwkundig expert en heeft het basisontwerp opgesteld. Ontwerpbureau Vripack is aangetrokken voor de exterieurstyling en het interieuront-werp.

In 2008 is door DTV Consultants een vervoerprognose opgesteld die zicht geeft op de waarschijnlijke vervoersont-wikkeling tot 2040, want het nieuwe schip dient gedurende de komende 25 jaar over een toereikende vervoerscapa-citeit te beschikken waarmee alle gebruikers met zo min mogelijk vertraging kunnen worden bediend. Op basis van de groeiverwachting in deze prognose is gezocht naar een capaciteitsverruiming ten opzichte van de voertuigcapaci-teit van ms. ‘Dokter Wagemaker’. Daarbij is door het projectteam nieuwbouw rekening gehouden met de huidige veerhaven-configuratie en de eisen van Rijkswaterstaat ten aanzien van de maximale belasting van de fuiken. Op basisbasis van het huidige ontwerp met een breder bovenvoertuigdek en een verlenging van het schip met vijf meter ten opzichte van ms. ‘Dokter Wagemaker’ kan een capaciteit van tenminste 340 PAE worden gerealiseerd, wat zal leiden tot minder wachttijden en dus tot een betere kwaliteit van de dienstverlening. Een ander voordeel daarvan is dat TESO op minder dagen een tweede boot zal hoeven in te zetten. Ms. ‘Texelstroom’ zal niet veel groter ogen dan ms. ‘Dokter Wagemaker’, vanwege de aangepaste vorm met een lagere positie van de stuurhuizen, het ontbreken van een Atrium en twee relatief kleine schoorstenen op het A-dek.

Naast capaciteitsvergroting is verduurzaming van de veerdienst een speerpunt; op alle aspecten van het ontwerp is nagedacht over mogelijkheden voor brandstofbesparing, het duurzaam opwekken van energie aan boord en vermindering van uitlaatgassen. Een belangrijke stap daarin is het schip gedeeltelijk te laten varen op aardgas (CNG). Een batterijenpakket zal de pieken in de energievraag opvangen en daarmee voor een gelijk matiger en schonere belasting van de motoren zorgen.

Inleiding

Algemene informatie

Lengte over alles: 135,40 mLengte tussen loodlijnen: 135,40 mLengte waterlijn: 135,40 mBreedte max.: 27,90 mbreedte romp: 22,00 mDiepte main deck:Diepte main deck: 7,18 mT design: 4,05 mT max.: 4,40 mVermogen motoren: 8000 ekW

Lower cardeck: 2 cars for disable and 169 cars or: 2 cars for disable, 50 cars and 34 trucksUpper cardeck:Upper cardeck: 209 cars

1750 passagiers

112

>

Page 9: TESO Journaal 2014 (Texelstroom)

TESO Journaal - 9

NOODAANLANDING

‘De verbinding tussen Texel en de vaste wal is van cruciaal belang, zowel voor de bewoners als voor de econo-mie op het eiland. Vandaar dat we de oude lange fuikwand in de haven van Den Helder hebben vervangen, zodat deze weer vijftig jaar meekan. Toch zou er bij een stremming van de veerhaven nog steeds geen boot kunnen afmeren. Dit hebben we op-gelost met de aanleg van een nood-aanlanding. Daarmee stellen we een bepaalde mate van garantie.’Dat besluit viel niet zomaar. Jaren-lang kon geen staatscommissaris of lid van Gedeputeerde Staten een werkbezoek aan Texel brengen of hij of zij werd om steun gevraagd. Iedere keer werd gerefereerd aan die storm-achtige dag in januari 2007, toen de Molengat de brug ramde, die daarbij zo beschadigd raakte dat de Dokter Wagemaker er een paar weken lang niet kon afmeren. In augustus 2012 kwam het verlossende woord en be-sloot het ministerie van Infrastruc-tuur en Milieu de benodigde midde-len beschikbaar te stellen.

Van Duin kan zich voorstellen dat de besluitvorming als traag is ervaren. Maar veel sneller had het volgens

haar niet kunnen gaan. ‘Een kwestie van het verdelen van schaarste. Het Rijk heeft nu eenmaal met enorme bezuinigingen te maken, ook op in-frastructuur’, legt Van Duin uit. ‘Bo-vendien is de aanleg van deze nood-voorziening een uitbreiding van de functionaliteiten. Die gaat veel verder dan regulier onderhoud. Vergelijk het met wegenbouw. Onderhoud van be-staande wegen is een verantwoorde-lijkheid van Rijkswaterstaat, maar bij de aanleg van een nieuwe weg moet de regering fiat geven.’Uiteindelijk werd toch financiële dek-king gevonden. ‘Door de crisis is de markt moeilijk voor aannemers, maar gunstig voor ons. Het totale beschik-bare budget voor de renovatie van de afmeerconstructie in de Helderse veerhaven bedroeg €6,5 miljoen. Bij de aanbesteding kwamen we onder dat bedrag uit. Normaal moet het verschil terug naar de kas van de Rijksoverheid, maar de minister vond het goed dat het geld in dit geval voor de noodaanlanding werd ge-bruikt.’

Inmiddels is de nieuwe voorziening gereed. Locatie is steiger 3 van de marinehaven, bij fort Harssens, op

een flinke steenworpafstand van de veerhaven. Bij tests op 14 april en 13 en 14 mei bleek de Dokter Wa-gemaker er zonder enig probleem te kunnen aanleggen. Tot tevreden-heid van Van Duin, die weliswaar niet de leiding over de dagelijkse organisatie had (die was in handen van projectmanager Marijke Visser), maar die zich wel geregeld van de werkzaamheden op de hoogte liet houden. ‘Alles is voorspoedig en zonder verrassingen verlopen. Er is gewerkt volgens afspraken, we zijn binnen de kosten gebleven en alles is op tijd afgerond. Dat is knap, zeker omdat tijdens de werkzaamheden gewoon kon worden doorgevaren en de dienstregeling geen hinder heeft ondervonden.’

Van Duin komt graag op Texel. ‘Het is een prachtig eiland. Ik ben er ja-renlang ’s zomers met de kinderen op vakantie geweest en kom er nog steeds jaarlijks. Met de boot varen die gebruik maakt van de voorzieningen van Rijkswaterstaat is extra leuk.’

LIZ VAN DUIN DIRECTEUR NETWERKONTWIKKELING RIJKSWATERSTAAT:

Ze is niet alleen een fervent Texel-ganger, maar ook directeur Net-werkontwikkeling bij Rijkswater-staat. In die functie speelde ze een belangrijke rol bij de aanleg van de noodaanlanding voor TESO in de haven van Den Helder. Liz van Duin geeft uitleg.

‘Noodaanlanding: bepaalde mate van garantie stellen’

Page 10: TESO Journaal 2014 (Texelstroom)

10 - TESO Journaal

SCHEEPSWERF

‘We hebben voor LaNaval gekozen op basis van de combinatie van prijs, kwaliteit en hun ervaring met uitda-gende projecten van vergelijkbare omvang’, vertelt directeur Cees de Waal. ‘Belangrijk was ook dat La-Naval zich nadrukkelijk in onze spe-cifieke organisatiefilosofie heeft ver-diept.’

Het vijftiende schip van TESO wordt gebouwd door een bedrijf waarvan de historie teruggaat tot 1909, toen de Sociedad Española de Construcción Naval werd opgericht. Deze onderne-ming kocht in 1915 een stuk grond aan de rivier Nervion en bouwde er een werf. LaNaval ontwierp en bouwde in de loop der jaren tal van soorten schepen, waaronder olie- en shut-tletankers, chemicaliëntankers, bulk-

schepen en tankers om LNG (gas) mee te vervoeren.

Eind 2006 werd de werf overgeno-men door Construcciones Navales del Norte, een volledig particuliere onder- neming. Aandeelhouders zijn indus-triële bedrijven die aan de scheeps-bouw zijn gerelateerd. Bij LaNaval werken 240 medewerkers in vaste dienst. Bij grote projecten worden extra mensen ingehuurd, tot wel 2.000 in totaal.Het werfterrein meet 300.000 vier-kante meter, met aparte secties voor staalbouw, zandstralen, fabricage van pijpen, schilderen en het afbouwen van de blokken waaruit schepen wor-den opgebouwd. De werf beschikt over twee scheepshellingen (van 290 bij 42,5 meter), waarop de schepen

worden gebouwd. Recent heeft La-Naval technisch complexe schepen voor de maritieme industrie ontwor-pen en gebouwd, zoals LNG-tankers, bagger- en offshore-schepen. ‘Daar-bij heeft de werf getoond goed om te kunnen gaan met innovatieve as-pecten en hoge technische eisen’, constateert De Waal.

Gevraagd naar haar specifieke kwa-liteiten wijst LaNaval op het vermo-gen niet alleen alle afspraken na te komen, maar ook aanpassingen te doen als dat tijdens het werk nodig blijkt. Op cruciale posities in het be-drijf werkt jong en hooggeschoold personeel, dat flexibel is. ‘Het beste bewijs is dat afnemers bij ons plegen terug te keren voor nieuwe orders’, laat LaNaval weten.

Werf LaNaval heeft uitstekende reputatieMet het ondertekenen van het contract voor de bouw van de Texelstroom heeft TESO een nieuwe en belangrijke stap gezet naar een duurzame toekomst. Daar ging een uitgebreid selectieproces aan vooraf, waarbij diverse Nederlandse en Europese werven betrokken waren. De keuze viel op LaNaval, een werf in Baskenland, in het noorden van Spanje.

Page 11: TESO Journaal 2014 (Texelstroom)

TESO Journaal - 11

SCHEEPSWERF

LaNaval beschikt over een eigen technisch bureau, met specifieke deskundigheid voor het ontwerpen van complexe schepen. ‘De afgelo-pen jaren hebben we diverse proces-sen geoptimaliseerd. Doel is zo groot mogelijke efficiëntie in termen van kosten, tijd en kwaliteit. Dit alles om een strikte naleving van de eisen van onze klanten te kunnen realiseren.’LaNaval beschikt over een vast net-werk van lokale leveranciers en onder- aannemers, waarvan de leverancier van de passagiers- en bemannings-accommodatie al vele veerboten en

cruiseschepen heeft ingericht. Ook een aantal van de aandeelhouders is betrokken bij het project Texel-stroom.Daarnaast werken enkele Nederland-se bedrijven mee aan de bouw van de Texelstroom. De Waal: ‘We kunnen nog niet alle namen bekend maken. Maar zeker is wel dat C-Job Naval Architects een belangrijk aandeel levert in het detailontwerp van het schip. De passagiersliften zijn van Record en het verwarmingssysteem wordt geleverd door De Haan.’Voor service en onderhoud van het

nieuwe vlaggenschip heeft TESO zich verzekerd van een compleet net-werk van Nederlandse leveranciers. ‘Dat is om onze belangrijkste taak te kunnen garanderen: de continuïteit van de veerdienst’, legt De Waal uit.

‘Ervaring met uit-dagende projecten

van vergelijkbare omvang’

Directies van TESO en LaNaval tekenen het contract voor de bouw van de MS. Texelstroom. Van links naar rechts: Aitor Urrutia Ibinaga (finan-cieel directeur LaNaval), Gonzalo Alvar (advocaat), Iñaki Irasuegui Gorostizaga (algemeen directeur LaNaval), Cees de Waal (directeur TESO), Franck van den Broeck (vice-voorzitter RvC TESO), Dirk de Lugt (president-commissaris TESO), Bert de Jonge (projectleider Texelstroom).

Page 12: TESO Journaal 2014 (Texelstroom)

12 - TESO Journaal

NOODAANLANDING

Alsof ze het al duizenden keren hadden gedaan, meerden kapitein Marcel Vermeulen en stuurman Arjen Kiltz maandag 14 april om 15.45 uur voor de eerste keer de Dokter Wagemaker af bij de noodaanlanding in Den Helder. Vervolgens werd de 22 meter lange en 6 meter brede nood-brug op de boot aangesloten.

Aan Henk Kleinloog, projectleider van aannemer Van den Biggelaar (de bouwer van de noodaanlanding), de

eer als eerste met zijn auto de boot op te rijden. Een auto van Rijkswaterstaat, de eigenaar van de noodaanlandig, ging als tweede aan boord. Ook dat verliep zonder enig probleem.

De noodaanlanding ligt bij steiger 3 in de marinehaven, op steenworpafstand van de veerhaven. De constructie be-staat uit een bruggenhoofd op de kade en een hefinrichting in het water en zorgt ervoor dat in geval van nood in ieder geval het benedendek kan

worden gebruikt. Daarmee kan de ver-binding met het eiland in tact blijven wanneer de veerhaven in Den Helder buiten gebruik zou raken.

De noodbrug kan auto’s en vrachtwa-gens dragen en eveneens worden ge-bruikt voor de nog te bouwen Texel-stroom. De brug ligt normaliter in Lauwersoog en kan binnen uiterlijk 48 uur in Den Helder in bedrijf zijn. Dins-dag 13 en woensdag 14 mei werd er nogmaals getest, waardoor alle drie de

Noodaanlanding met succes getest

Page 13: TESO Journaal 2014 (Texelstroom)

TESO Journaal - 13

NOODAANLANDING

vaarploegen de gelegenheid kregen de noodaanlanding te testen. Aan de zijkant van het schip werd met succes een loopbrug voor passagiers (gang-

way) met succes in gebruik genomen.Om de continuïteit van de verbinding aan beide zijden van het Marsdiep op-timaal te kunnen waarborgen, blijft

TESO zich samen met de gemeente Texel inzetten om in de toekomst ook op ’t Horntje over een noodaanlanding te kunnen beschikken.

Page 14: TESO Journaal 2014 (Texelstroom)

14 - TESO Journaal

Maar liefst 3,6 miljoen reizigers arrive-ren of vertrekken jaarlijks in de veer-haven bij ‘t Horntje. Texelaars en vaste gasten zijn het gewend, maar nieuwe- lingen krijgen een beeld van het eiland dat vast en zeker niet strookt met hun verwachtingen. Terwijl toeristische folders en websites fraaie plaatjes laten zien van de Slufter, de Hoge

Berg en historische dorpscentra, zien toeristen bij aankomst een soort in-dustrieterrein, met veel asfalt, stalen hekken en gebouwen die waarschijn-lijk nooit in aanmerking zullen komen voor een architectonische prijs.

Bij het 50-jarig bestaan van de haven in 2012 kondigde directeur Cees de

Waal in het TESO Journaal aan een project te starten met als doel ‘de toe-gangspoort tot het eiland aantrekkelij-ker te maken voor Texelaar en toerist’. Sindsdien is er heel wat gebeurd, ver-telt Jan Buijs, projectmanager van het Loodsprogramma, waarbij het project is ondergebracht.

De toegangspoort tot het eiland aantrekkelijker maken. Dat is een lang gekoesterde wens van

TESO-directeur Cees de Waal. Binnenkort is het zover en krijgt de Texelse veerhaven meer groen,

meer eenheid in architectuur en een minder industriële uitstraling.

VEERHAVEN TEXEL

Jan Buijs (projectmanager Loodsproject): ‘Ons ideaalbeeld is herstel van het duinlandschap.’

Veerhaven als toegangspoort Texel aantrekkelijker maken

Page 15: TESO Journaal 2014 (Texelstroom)

TESO Journaal - 15

VEERHAVEN TEXEL

JAN BUIJS

‘Plannen relatief simpel, goed

uitvoerbaar en niet te duur’

Een eerste visie op de vernieuwing van de veerhaven.

Voor wie dat niet weet: het Loods-programma komt voort uit een initia-tief van inwoners van Den Hoorn om hun dorp en omgeving (Wijk H) aan-trekkelijker en economisch vitaler te maken. ‘We hebben inmiddels twaalf deelprojecten opgezet. Daaronder de stichting van een schapenmuseum, de herinrichting van het dorpsplein en het opzetten van een netwerk van wandelpaden. Het ene is verder dan het andere, maar alle deelprojecten zijn in uitvoering.’

Voor het realiseren van de wens van de TESO-directeur werd een werk-groep in het leven geroepen, bestaand uit vertegenwoordigers van TESO, NIOZ, gemeente Texel, Staatsbosbe-heer, Rijkswaterstaat, het Hoogheem-raadschap, Woontij en de Loodsstich-ting. Zij stelden een programma van eisen op en organiseerden een prijs-vraag, waarvoor drie architectenbu-reaus werden uitgenodigd. Na een op 15 januari gehouden presentatie werd Bureau Parklaan tot winnaar uitgeroe-pen. ‘Ons ideaalbeeld is herstel van het duinlandschap, waarbij je vanaf de boot tussen de duinen door het eiland oprijdt. Dat zou een reconstructie zijn van hoe het vroeger was. Bij de aanleg van de haven begin jaren zestig zijn er een paar hoge duinen afgegraven. Maar die reconstructie is nu niet te be-talen. Vandaar dat we hebben gekozen voor maatregelen die op korte termijn al een verbetering betekenen. De plan-nen van Parklaan zijn relatief simpel, goed uitvoerbaar en niet te duur’, ver-telt Buijs.

Wat betreft de directie van TESO kunnen de maatregelen worden be-schouwd als een eerste stap en volgen in de toekomst mogelijk meer stap-pen richting reconstructie van hoe het vroeger was.Meest in het oog springend is de aanleg van een lange ‘boardwalk’. ‘De bestaande kades zijn heel steil en onaan-trekkelijk voor wandelaars. De board- walk wordt eroverheen gelegd. Je kunt er over wandelen, er komt een kiss &

ride-zone en bussen parkeren eraan. Waar mogelijk worden ook de hekken weggehaald of anders gesitueerd.’ Verder wordt meer eenheid aange-bracht in de architectuur. Zo krijgt de loods waarin de fietsenverhuur is on-dergebracht een houten omtimmering, geïnspireerd op de vormen van een wierschuur en van de nieuwbouw van museum Kaap Skil in Oudeschild. Er komt een eenvormig kleurenpalet voor hoofdgebouwen, hekken en meubilair. Als het Rijksvastgoed- en Ontwikke-lingsbedrijf wil meewerken, wordt het niet meer gebruikte gebouwtje van Rijkswaterstaat gesloopt. De fietsen-stalling wordt weggewerkt onder een viaduct. Ten slotte worden de parkeer-plaatsen heringericht en tussenstroken van helm voorzien. ‘Minder verharding en meer duinvegetatie, dat is het idee’, aldus Buijs.

Parklaan heeft een half jaar om de plannen nader uit te werken. Komend najaar wordt met de werkzaamheden gestart. Bedoeling is dat ze eind 2015 zijn afgerond. ‘Het zou mooi zijn als het klaar is als de nieuwe boot arriveert.’

Page 16: TESO Journaal 2014 (Texelstroom)

Ze was nog maar vijftien toen ze in 1971 een baantje achter het buffet kreeg. ‘Mijn werkgever was niet Rebotex of TESO, maar de firma Bruin & Snoek. We voeren nog met de kleine boten’, vertelt José Vermeulen-Vermuë. Na haar verhuizing naar Den Helder nam ze afscheid, maar vijf jaar later keerde ze terug. ‘Dat is inmiddels alweer dertig jaar geleden. Maar zo voelt het niet, hoor.’

Met veel plezier voorzag ze tiendui-zenden hongerige en dorstige rei-zigers van koffie, broodjes, soep en andere versnaperingen. Tegenwoor-dig werkt José achter de schermen. Als assistente van bedrijfsleider Arjen

Poelman houdt ze zich bezig met de roosters van het personeel. Daarnaast is ze lid van de horeca-nieuwbouw-commissie van de Texelstroom. In die functie dacht ze samen met zes col-lega’s van Rebotex mee over de in-richting van het horecagedeelte. ‘Heel leuk’, vindt ze. ‘We zijn nog nooit zo betrokken geweest bij de bouw van een nieuw schip.’ Meest in het oog in het ontwerp springt de open keuken. ‘We willen dat de mensen kunnen zien wat we doen als we soep maken en broodjes smeren. Openheid is van deze tijd. Bovendien: als er lekkere geuren uit de keuken komen, ben je sneller geneigd iets kopen.’

‘Ik vind het hartstikke leuk dat TESO ons als medewerkers de kans geeft mee te denken over de inrichting van het nieuwe schip. Wij moeten er nu eenmaal dagelijks mee aan de slag.’

Bart Tuitman werkt sinds zeven jaar bij de veerdienst. Als matroos en reser-vestuurman is hij één van de zes me-dewerkers die zich twee jaar geleden aanmeldden voor de nautische nieuw-bouwcommissie van de Texelstroom. Een collega-matroos, twee kapiteins en twee stuurlui zijn de andere leden. ‘Klanten en personeel hadden een kleine 600 punten ingebracht waaraan de nieuwe boot zou moeten voldoen. Wij hebben die allemaal doorgeno-

men en beoordeeld op toepasbaar-heid. ’Speciale aandacht hadden ze voor de werkbaarheid en de veiligheid, zowel voor medewerkers als voor pas-sagiers. Tuitman is ervan overtuigd dat deze op de Texelstroom nóg beter zullen zijn geregeld dan op de Dokter Wagemaker en de Schulpengat. Een belangrijke vooruitgang vindt hij de aanschaf van een rescuerunner, een groot soort waterscooter. ‘Op de hui-dige boten werken we met een MOB, een Man Overboord Boot. Deze wordt in noodgevallen vanaf het brugdek te water gelaten. De rescuerunner staat op het fietsendek. Die kun je dus veel sneller inzetten.’

Erik le Roux trad in dienst bij TESO tijdens de nieuwbouw van de Dokter Wagemaker. Als assistent-projectleider woonde hij een jaar lang bijna perma-nent bij de werf in Roemenië. Sinds-dien houdt hij zich als werkvoorbe-reider bezig met onderhoud en het oplossen van storingen. Een logische functie, want tijdens de nieuwbouw had hij het schip, de installaties en de bijbehorende leveranciers goed leren kennen.

In 2012 stelde Erik zich beschikbaar voor de technische nieuwbouwcom-missie van de Texelstroom. Uit inte-resse én om de vinger aan de pols te houden. ‘Je kunt wel een schip met al-lerlei technische snufjes bouwen, maar

dat maakt je ook kwetsbaar en gevoe-liger voor storingen. Evengoed kun je best vooruitstrevend zijn, maar dan met beproefde technieken.’ De lange periode waarvoor het schip wordt ge-bouwd, vormt daarbij een beperkende factor. ‘Je moet over 25 jaar nog aan reserveonderdelen kunnen komen. Of tenminste aan goede alternatieven.’Het beoogde resultaat noemt hij ‘inte-ressant’. ‘Ik verwacht dat bij de voort-stuwing uit de combinatie van gas en accu’s veel winst valt te behalen. Over het gebruik van de zonnepalen op het bovenste dek ben ik sceptischer. Eerst maar eens zien hoe de testinstallatie die nu op de Dokter Wagemaker staat zich houdt onder invloed van zout en wind.’

Meedenken over nieuw schip