Synthesedocument Waddengebied. Achtergronddocument B10.

download Synthesedocument Waddengebied. Achtergronddocument B10.

of 80

Transcript of Synthesedocument Waddengebied. Achtergronddocument B10.

  • 8/11/2019 Synthesedocument Waddengebied. Achtergronddocument B10.

    1/80

    Synthesedocument

    WaddengebiedAchtergronddocument B

    Deltaprogramma |Waddengebied

  • 8/11/2019 Synthesedocument Waddengebied. Achtergronddocument B10.

    2/80

    2Bijlage Deltaprogramma | Waddengebied

  • 8/11/2019 Synthesedocument Waddengebied. Achtergronddocument B10.

    3/80

    Inhoud

    Besuurlijke samenvating

    . Inroducie

    . Conex

    . He waddengebied

    . Advies Delacommissie

    . Programmaopdrach

    . Organogram

    .. Programmadireceur en programmaeam

    .. Schil

    .. Regionale suurgroep

    .. Kenniscordinaie

    . Werkwijze en paricipaie

    . Plek in he Delaprogramma

    . Probleemanalyse en opgaven

    . He zanddelend syseem

    .. Huidige opgave

    .. Opgave door zeespiegelsijging en bodemdaling

    . Probleemanalyse dijken en kunswerken

    .. Huidige veiligheidsopgave

    .. Toekomsige veiligheidsopgave

    .. Opgave door he wijzigen van

    de veiligheidsnormen

    . Probleemanalyse buiendijkse gebieden .. Huidige opgave

    .. Opgave door zeespiegelsijging en bodemdaling

    . Probleemanalyse Eems-Dollard esuarium

    .. Huidige opgave

    .. Opgave door zeespiegelsijging en bodemdaling

    . Overige opgaven

    .. Zoewaervoorziening op de eilanden

    .. Spuien van zoewaer op de Waddenzee

    . Samenhang me deelprogrammas

    . Inleiding

    . Suurknoppen in he hoodwaersyseem:

    suurknop waer

    . Suurknoppen in he zanddelend syseem:

    suurknop zand

    . Randvoorwaarden en uigangspunen

    . Dela-insrumenarium

    . Delamodel

    . Delascenarios

    . Effecmodules

    . Delaporaal

    . Rekennewerk

    . ECKB

    . Awegingscrieria

    . Vergelijkingssysemaiek

    . Basiswaarden

    . Kosen en baen

    .. Onderdeel Meerlaagsveiligheid

    .. Onderdeel Innovaieve dijken en kwelders

    .. Onderdeel Syseemkennis en Monioring

    en Pilos

    . Voorkeursraegie

    . He zanddelend syseem .. Probleemsches

    .. Reereniesraegie

    .. Voorkeursraegie

    .. Draagvlak

    .. Onzekerheden en alernaieven

    .. Agevallen sraegien

    . Innovaieve dijken en kwelders

    .. Probleemsches

    .. Reereniesraegie

    .. Voorkeursraegie

    .. Draagvlak .. Onzekerheden en alernaieven

    .. Agevallen sraegien

    . Meerlaagsveiligheid waddengebied, inclusie

    buiendijks gebied

    .. Probleemsches

    .. Reereniesraegie

    .. Voorkeursraegie meerlaagsveiligheid

    en draagvlak

    .. Voorkeursraegie Eemsdela en draagvlak

    .. Voorkeursraegie buiendijkse gebieden

    en draagvlak

    .. Voorkeursraegie Waddeneilanden en draagvlak

    .. Onzekerheden en alernaieven

    .. Agevallen sraegien Eemsdela

    . Syseemkennis, Monioring en Pilos

    .. Probleemsches

    .. Reereniesraegie

    .. Voorkeursraegie

    .. Draagvlak

    .. Onzekerheden en alernaieven

    . Robuusheid van de voorkeursraegie

    3Bijlage Deltaprogramma | Waddengebied

  • 8/11/2019 Synthesedocument Waddengebied. Achtergronddocument B10.

    4/80

    . Implemenaie van de voorkeursraegie

    . Proces en meekoppelkansen

    . Uivoering van de voorkeursraegie

    .. Zandige sraegie inclusie pilos, monioring en

    kennisonwikkeling

    .. Innovaieve sraegie voor harde keringen en

    kwelders

    .. Inegrale veiligheidssraegie per Waddeneiland

    .. Relaie me he naionale Delaprogramma

    . Implemenaie door overheden

    . Regionale onwikkelingen

    . Kennisagenda in

    Reerenies

    Begrippenlijs

    Bijlage Bevindingen van de reviewcommissie

    Bijlage Verwerking commissiebevindingen

    4Bijlage Deltaprogramma | WaddengebiedTerug naar inhoud

  • 8/11/2019 Synthesedocument Waddengebied. Achtergronddocument B10.

    5/80

    Besuurlijkesamenvating

    Di synhesedocumen beschrij hoe de voorsellen voor de

    voorkeursraegie in he Delaprogramma Waddengebied

    o sand gekomen zijn. Me da doel beschrij di docu-

    men in he kor de opdrach van he Delaprogramma en

    de wijze waarop he Delaprogramma naar de voorkeursra-egie hee oegewerk. Daarbij gaa he om de randvoor-

    waarden en uigangspunen die gehaneerd zijn en om de

    wijze waarop de vergelijkingssysemaiek is oegepas.

    Bij klimaaverandering onsaa de opgave om he wadden-

    gebied duurzaam veilig e houden en egelijkerijd de bij-

    zondere waarden e behouden: he waddengebied herberg

    zulke bijzondere waarden da he is opgenomen op de lijs

    van Wereldergoed van UNESCO en vrijwel in zijn geheel is

    aangewezen als Naura 2000-gebied.

    He waddengebied besaa ui de Hollands-Fries-Groningse

    vase wal, Waddenzee, Waddeneilanden me de voorlig-

    gende kus (kusundamen), Eems-Dollard en de buien-

    delas van de zeegaen.

    He waddengebied inclusie Waddenzee en buiendela's

    vorm een buffer egen de hoge golven van de Noordzee

    door de nauurlijke demping hiervan. Zonder deze buffer

    zouden de waerkeringen hoger en serker moeen zijn. De

    Delabeslissing Waerveiligheid en de Beslissing Zand vor-

    men he kader voor de voorkeursraegie voor he wadden-

    gebied. In he waddengebied is de voorkeursraegie gerich

    op he meegroeien me de zeespiegelsijging. Door de

    sijgende zeespiegelsijging hee he inergeijdengebied

    van de Waddenzee exra zand nodig. Als de zeespiegel ver-

    sneld sijg kan he zijn da he inergeijdengebied en de

    plaen de sijging nie meer kunnen bijhouden. De dem-

    pende werking die he waddengebied nu uioeen op degolven die van de Noordzee komen en de golven die binnen

    de Waddenzee opgewek worden, neem dan verder a.

    Daardoor bereiken de Noordzeegolven me meer energie de

    vase wal. Da kan leiden o exra werken aan de primaire

    keringen om de vase wal e kunnen blijven beschermen

    egen oversromingen. De opgave is he ijdig kunnen waar-

    nemen en kunnen inschaten van de gevolgen van klimaa-

    veranderingen (zeespiegelsijging, windkarakerisieken,

    emperauursijging) en he vinden van zo nauurlijk moge-

    lijke maaregelen om de bufferende werking van he wad-

    dengebied e kunnen behouden.

    In aanvulling hierop is he doel me aangepas kwelderbe-

    heer de nauurlijke opslibbing in de Waddenzee e verser-

    ken, mis da pas binnen de voorwaarden van de PKB Wad-

    denzee, de aanwijzing als Wereldergoed en Naura

    2000-insandhoudingsdoelen. Op grond van de huidige

    kennis zijn o 2100 geen zandsuppleies in de Waddenzee

    en he Eems-Dollard esuarium zel nodig voor de waervei-

    ligheid. Voor de nauurwaarden is di ook nie wenselijk.

    Vooralsnog volsaa he om zand e blijven suppleren aan de

    Noordzeekan van de Waddeneilanden, op he kusunda-

    Bijlage Deltaprogramma | WaddengebiedTerug naar inhoud 5

  • 8/11/2019 Synthesedocument Waddengebied. Achtergronddocument B10.

    6/80

    men, in aanvulling daarop, evenueel op de buiendelas.

    He werkend leren programma zal uiwijzen o di zand

    ijdig op een nauurlijke wijze naar de plaen en kwelders

    van de Waddenzee kan sromen.

    Voor de evenuele aanpassing van he suppleiebeheer in

    2020 vind kennisonwikkeling plaas over he benodigde

    volume, de echniek, de requenie en de locaies van de

    suppleies. Om zandsuppleies in de oekoms effeciever e

    kunnen uivoeren, me behoud van de waarde van he

    waddengebied, is meer syseemkennis nodig. Deze kennis

    kom o sand me een langjarig kennisprogramma, gerich

    op onderzoek, syseemkennis en monioring. He program-

    ma gaa in 2015 in uivoering, onder meer kleinschalige

    pilos o 2020 en grooschaliger pilos na 2020. Deze

    onderzoeken saan in de concep-kennisagenda van heDelaprogramma. Besluivorming over de definiieve ken-

    nisprogrammering moe nog plaasvinden en hang ook

    samen me he Kennis- en Innovaieprogramma Waer en

    Klimaa.

    Langs de Hollands-Fries-Groningse vase wal en de eilanden

    bieden waerkeringen bescherming egen oversromingen.

    De voorkeursraegie rondom de primaire waerkeringen

    rich zich op innovaie en een gebiedsgeriche en inegrale

    benadering. Zon honderd kilomeer van deze keringen

    voldoe nie aan de normen. Een deel van di deelgebied

    krijg een hogere norm vanwege de aanwezigheid van degasroonde. Dijkverserkingen komen o sand door aan-

    passingen aan de keringen aan e laen sluien bij gebieds-

    onwikkelingen en meerwaarde e creren voor uncies als

    nauur, recreaie en regionale economie. Langs de Friese en

    Groningse kus kan di vrijwel overal me innovaieve dijk-

    concepen, zoals brede groene dijken, muliuncionele

    dijken en overslagbesendige dijken. Ook bij Den Helder en

    Den Oever zijn innovaieve dijkconcepen me meerwaarde

    voor andere uncies mogelijk. Voor de verserking van vij

    dijkrajecen langs de Friese en Groningse vase wal worden

    o 2020 verkenningen conorm de MIRT-sysemaiek uige-

    voerd (geprogrammeerd in he nHWBP). En verder word in

    de periode 2014-2017 ook een projec oversijgende verken-

    ning uigevoerd voor de gehele Waddenzeedijk langs de

    Friese en Groningse vase wal, me deze voorkeursraegie

    als basis.

    Voor ieder Waddeneiland word een inegrale sraegie

    opgeseld voor he suppleiebeheer (voor en na 2020),

    dynamisch kusbeheer, kwelderonwikkeling, innovaieve

    dijkconcepen en rampenbeheersing, en word gezoch naar

    slimme combinaies. De buiendijkse gebieden worden

    robuuser voor oversromingsrisicos door deze risicos mee

    e wegen bij ruimelijke (her)onwikkelingen, zoals beschre-

    ven bij de delabeslissing Ruimelijke Adapaie.

    De voorkeursraegie zoewaer in he waddengebied is

    beschreven bij de voorkeursraegie van he Delaprogram-

    ma IJsselmeergebied. Voor de Waddeneilanden vorm de

    delabeslissing Zoewaer he kader voor de voorkeursrae-

    gie. De Waddeneilanden onvangen geen zoewaer ui he

    hoodwaersyseem. Deze eilanden hebben de ambiie om

    in 2020 zelvoorzienend e zijn voor drinkwaer. De inze is

    de zelvoorzienendheid voor overig zoewaergebruik, zoals

    voor de landbouw, e vergroen. Om waerekoren bij

    klimaaverandering e beperken, zijn maaregelen mogelijk

    om regenwaer en zoewaerlenzen nog beer e benuten

    en he waer zuiniger e gebruiken. De eilanden kunnenhiermee een voorrekkersrol vervullen voor andere delen

    van he land.

    He Delaplan Waerveiligheid en he Delaplan Zoewaer

    bevaten de maaregelen ui deze voorkeursraegie, die op

    kore ermijn in voorbereiding o uivoering gaan. De pro-

    grammering van dijkverserkingen vind plaas in he nieuw

    Hoogwaerbeschermingsprogramma (nHWBP). Voorgeseld

    word di voor maaregelen voor zoewaerbeschikbaarheid

    ook in samenhang e programmeren en e priorieren.

    De parijen die berokken zijn bij de voorkeursraegie

    waerveiligheid voor he waddengebied leggen onderdelenvan de sraegie vas in hun eigen plannen. He Delaplan

    Waerveiligheid beva de maaregelen die he Rijk program-

    meer voor de waerveiligheid in he waddengebied. He

    Rijk houd in he beheerplan voor Naura 2000 rekening

    me beheer van de kwelders en behoeve van waerveilig-

    heid. De provincie Groningen leg onderdelen van de voor-

    keursraegie vas in he nieuwe omgevingsplan da in 2015

    word vasgeseld, onder meer middels ruimere reserve-

    ringszones voor innovaieve dijkconcepen. De provincie

    Friesland neem onderdelen van de voorkeursraegie over

    in de sreekagendas en he provinciaal waerhuishoudings-

    plan en de bijbehorende programmeringen. To deze onder-

    delen behoren ook awegingen over ruimelijke adapaie

    voor de eilanden. Een regionaal besuurlijk plaorm beoor-

    deel o de prioriering van dijkverserkingen in he nHWBP

    voldoende aanslui bij gebiedsonwikkelingen.

    6Bijlage Deltaprogramma | WaddengebiedTerug naar inhoud

  • 8/11/2019 Synthesedocument Waddengebied. Achtergronddocument B10.

    7/80

    . Inroducie

    bouwing van de voorsellen, raceerbaarheid en ween-

    schappelijke kwaliei van de onderliggende sudies en de

    wijze waarop in de voorsellen me onzekerheden is omge-

    gaan. Zie bijlage 1 en 2 voor de resulaen van deze onaan-

    kelijke review en hoe deze opmerkingen zijn verwerk.Di synhesedocumen is he achergronddocumen bij

    Delaprogramma 2015 wa bere de voorkeursraegie

    waddengebied. He is daaroe op 16 juni 2014 vasgeseld

    door de Suurgroep Delaprogramma Waddengebied, door

    een schrielijk commenaarronde bij de leden van de schil.

    Hoodsuk 2 beschrij de karakerisieken van he wadden-

    gebied en de opdrach die vanui de Delacommissie aan he

    Delaprogramma Waddengebied is gegeven. Ook word de

    werkwijze beschreven die gehaneerd is om he Delapro-

    gramma Waddengebied ui e voeren, he organogram en

    he paricipaieproces.

    In hoodsuk 3 word geanalyseerd welke problemen kli-

    maaverandering voor he waddengebied me zich mee-

    breng. De opgave waarmee he Delaprogramma Wadden-

    gebied aan de slag is gegaan en waar een sraegie voor

    onwikkeld moe worden, word oegelich. Deze sraegie

    is agesemd me een aanal andere Delaprogrammas,

    zoals beschreven in hoodsuk 4. Hoodsuk 5 beschrij de

    randvoorwaarden en uigangspunen van he Delapro-

    gramma Waddengebied. In hoodsuk 6 worden de awe-

    gingscrieria beschreven en de wijze waarop de vergelij-

    Sinds de sar van he Delaprogramma in 2010 is er veel

    onderzoek verrich. Tussenijds zijn op basis van deze su-

    dies belangrijke beslissingen genomen over sraegien en

    maaregelen die mogelijk wel o nie kansrijk zijn en die

    vervolgens in he DP2015 al dan nie een plek hebben gekre-gen in voorkeursraegien en voorsellen voor delabeslis-

    singen. Op basis hiervan vind vana 2015 een nadere uiwer-

    king en uivoering van de voorgeselde maaregelen en

    sraegien plaas.

    He synhesedocumen gee een veranwoording van de

    keuzes die gemaak zijn, argumenen die daarbij een rol

    speelden en aannames die gehaneerd zijn. He documen

    beva derhalve inormaie die ook van belang is voor de

    onderbouwing en moivering van de plansudies en projec-

    besluien in he vervolgrajec (van Alphen/sa DC, 2014).

    Aangezien he beleid da voorvloei ui de voorsellen voor

    delabeslissingen en voorkeursraegien zal worden veran-

    kerd in beleidsdocumenen van he rijk, provincies, waer-

    schappen en gemeenen en de basis vorm voor he vervolg,

    is he van cruciaal belang da de onderbouwing van deze

    voorsellen van voldoende kwaliei is. Vanui deze opiek

    hee een panel van 40 onaankelijke expers, onder regie

    van he programma Kennis voor Klimaa, he concep van

    elk synhesedocumen beoordeeld op inhoudelijke onder-

    Bijlage Deltaprogramma | WaddengebiedTerug naar inhoud 7

  • 8/11/2019 Synthesedocument Waddengebied. Achtergronddocument B10.

    8/80

    kingssysemaiek is oegepas in he Delaprogramma.

    In hoodsuk 7 worden de voorkeursraegien beschreven

    en oegelich, zoals deze in maar 2014 zijn voorgeseld. Om

    he proces e beschrijven da geleid hee o deze voor-

    keursraegien word kor aangeduid welke sudies aan de

    basis liggen, welke awegingen gemaak zijn en welke argu-

    menen aan de basis liggen. Tenslote beschrij hoodsuk 8

    de wijze waarop de implemenaie van de voorkeursraegie

    word geborgd in diverse plannen. Er is in di documen

    voor gekozen om de nodige inormaie beknop weer e

    geven, opda he verloop en onderbouwing ook voor andere

    parijen begrijpelijk en oegankelijk is.

    He synhesedocumen isbesemd voor:

    Delacommissaris, de miniser van Inra-

    srucuur en Milieu en de miniser van

    Economische Zaken, als onvangers van

    he advies van elke suurgroep;

    andere deelprogrammas en sa Dela-

    commissaris (.b.v. samenhang in dela-

    beslissingen);

    besuurders en andere exerne generes-

    seerden (exerne veranwoording);

    achergronddocumen voor he nieuweNWP, projecleiders van oekomsige

    plansudies en beherende organisaies

    (overdrach naar planuiwerking en ui-

    voering);

    berokkenen bij de kennisagenda 2015-

    2020.

    He synhesedocumen

    a) gee inzich in en onderbouwing van de

    keuzes die gemaak zijn m.b.. de voor-

    keursraegie per gebied/delabeslissing.

    Deze argumenaie is beschreven vana de

    sar van he delaprogramma in 2010

    (me waar relevan een erugblik o op

    he advies van de Delacommissie in

    2008);

    b) verwijs naar onderliggend maeriaal,

    waarin de inhoudelijke onderbouwing vande keuzen meer in deail word beschre-

    ven;

    c) bied een basis waar vervolgonderzoeken

    en nadere uiwerkingen zich op kunnen

    baseren.

    8Bijlage Deltaprogramma | WaddengebiedTerug naar inhoud

  • 8/11/2019 Synthesedocument Waddengebied. Achtergronddocument B10.

    9/80

    . Conex

    gekenmerk word door dynamische en gevarieerde nauur.

    Di gebied hee bovendien ook een significane beekenis

    voor de biodiversiei op wereldschaal (CWSS, 2008). Daar-

    naas hee he waddengebied een unieke landschappelijke

    en culuurhisorische ideniei (miniserie van VROM,2007).

    Mede door he unieke karaker bezoeken jaarlijks vele hon-

    derdduizenden oerisen he gebied. Recreaie en oerisme

    zijn dan ook belangrijke economische secoren voor he

    2.1

    He waddengebied

    He waddengebied word gevormd door de Waddenzee, de

    Waddeneilanden, he Eems-Dollardgebied en de kuszones

    van de provincies Noord-Holland, Frysln en Groningen. In

    di gebied wonen bijna 400.000 mensen. De Waddeneilan-

    den en de Waddenzee zijn een nauurlijke buffer ussen de

    Noordzee en de vase wal en zijn daarmee een belangrijke

    schakel in de veiligheid voor he Noorden van Nederland.

    He waddengebied hee een uniek nauurlijk karaker en

    bijzondere schoonheid. He gebied is in 2009 zels uigeroe-

    pen o Wereldergoed omwille

    van he ei da he waddenge-

    bied n van de groose rese-

    rende ononderbroken inerge-

    ijdengebieden er wereld is.

    Nauurlijke processen zorgen

    ervoor da de nauurwaarde van

    he gebied uizonderlijk groo

    is.

    Vele planen en dieren, waar-

    onder vele rekvogels houden

    jaarlijks sand in he gebied da 0 50km

    Texel

    Terschelling

    Vlieland

    LeeuwardenGroningen

    Lauwersmeer Appingedam-

    Delfzijl

    Eems-Dollard

    estuarium

    WADDENZEE

    NOORDZEE

    IJsselmeer

    Assen

    Drachten

    Heerenveen

    Sneek

    Den Helder

    Ameland

    Schiermonnikoog

    Roumeroog

    Figuur 1 Het waddengebied: de Waddenzee, Waddeneilanden, Eems-

    Dollard en kustzones van NH, Frysln en Groningen. (Deltaprogramma

    Waddengebied, 2013a)

    Bijlage Deltaprogramma | WaddengebiedTerug naar inhoud 9

  • 8/11/2019 Synthesedocument Waddengebied. Achtergronddocument B10.

    10/80

    gebied. Voor de Waddeneilanden is oerisme de belangrijk-

    se secor. Daarom rich men zich erop om di markseg-

    men vas e houden en is he beleid vooral gerich op kwa-

    lieisverbeering, seizoensverlenging, he aanrekken van

    nieuwe doelgroepen en he onwikkelen van nieuwe vor-

    men van oerisme. Op he vaseland is nog geen sprake van

    inensie oerisme. Op een aanal locaies is sprake van

    concenraie van oerisme, bijvoorbeeld rond Lauwersoog

    en Wieringen (Delaprogramma Waddengebied, 2013a;

    RCW, 2012).

    In he waddengebied lig een belangrijk knooppun in he

    hoodenergienewerk. De regio Oos-Groningen huisves

    allereers een belangrijk deel van de gasinrasrucuur. Gas

    word gewonnen en geransporeerd naar andere delen van

    Nederland. Ten weede speel di knooppun een belang-rijke rol in inernaionale gasransporen. Gas ui bijvoor-

    beeld Rusland en Noorwegen word doorgevoerd naar

    Groo- Britanni, Duisland en overige landen binnen

    Europa (zie figuur 2). De gaswinning en ranspor lever

    jaarlijks ruim 10 miljard euro op voor de saaskas. Ten

    derde saan in he gebied van de Eemshaven energiecenra-

    les, die een aanzienlijke bijdrage leveren aan de energiebe-

    hoee van Nederland(Delaprogramma Waddengebied,

    2013a; Eemsdela, 2013).

    Een andere onwikkeling die relevan is voor he gebied is

    de duurzame onwikkeling van de havens. De gemeenen

    van de Waddenzeehavens herbergen 80% van alle indusrie-

    erreinen in he waddengebied en leveren daardoor een

    significane bijdrage aan de werkgelegenheid van he

    gebied. Daarmee zijn de zeehavens belangrijke ankers van

    de economie in he waddengebied. Van belang is daarom

    da de bereikbaarheid van de havens gewaarborgd blij, als

    uigangspun van he PKB-beleid en dus ook als randvoor-

    waarde voor de onwikkeling van waerveiligheidsmaarege-

    len voor he waddengebied. De waersaaswerken, waaron-

    der he vaargeulonderhoud, zijn beperk in omvang, volgen

    de nauurlijke morologische onwikkelingen en vinden

    uisluiend plaas indien de bereikbaarheid van de havens,

    de Waddeneilanden o de verkeersveiligheid in he geding

    zijn, zo omschrij de PKB. He sedimen da bij baggerwerk

    vrijkom word zoveel mogelijk in he syseem gelaen. Omzowel de nauurlijke onwikkeling als de bereikbaarheid

    duurzaam rech e kunnen doen is he nodig om voordu-

    rend aler e zijn op een goede asemming ussen de

    scheepvaar waarmee de (veer)verbindingen worden onder-

    houden en de onwikkeling van he nauurlijk syseem

    (RCW, 2008). In he waddengebied word ook gevis. Ne

    zoals indusrie, is visserij een secor die werkgelegenheid

    creer. Duurzame visserij (incl. schelpdier- en garnalenvis-

    serij) is een opgave in he gebied, die erop gerich is om de

    vissanden bodemauna e hersellen (RCW, 2008).

    N

    NL

    N

    N

    voedingsstation(s) [entry-punten]

    compressor-en mengstation

    compressorstation

    mengstation

    exportstation

    installatieondergrondseopslag

    installatievoor vloeibaar aardgas

    Geplandeuitbreidingen

    leiding hoogcalorisch gas

    installatieondergrondseopslag

    leiding Groningen-gas

    leiding hoogcalorisch gas

    leiding laagcalorisch gas

    leiding ontzwaveld gas

    leiding stikstof

    N

    L

    Berlin

    Hannover

    Groningen

    BBL

    8

    Figuur 2 Illustratie gastransportsystemen (Bron: www.nlog.nlen www.gasunie.nl)

    10Bijlage Deltaprogramma | WaddengebiedTerug naar inhoud

    http://www.nlog.nl/http://www.nlog.nl/
  • 8/11/2019 Synthesedocument Waddengebied. Achtergronddocument B10.

    11/80

    2.2

    Advies Delacommissie

    De Delacommissie boog zich in 2008 over de vraag hoe

    Nederland, gegeven de conex van klimaaverandering, de

    mogelijke zeespiegelsijging en de varirende rivieravoeren

    in de 21e eeuw, een aanrekkelijke plaas kan blijven voor

    huidige en oekomsige generaies om e wonen, e werken,

    e inveseren en e recreren. He zorgpun is da de ver-

    wache klimaaverandering mogelijk de veiligheid kan

    aanasen. Di vraag om een goede voorbereiding voor de

    verserking van de waerkeringen en aanpassing van landin-

    riching. In sepember 2008 hee de Delacommissie heinegrale advies Samenwerken me waeruigebrach,

    besaande ui 12 aanbevelingen (Delacommissie, 2008).

    Relevan voor he waddengebied zijn de aanbevelingen voor

    de Noordzeekus (aanbeveling 4, figuur 3) en he wadden-

    gebied (aanbeveling 5, figuur 4). De aanbeveling van de

    Noordzeekus is relevan vanwege de zandsuppleies op de

    Waddeneilanden.

    De Noordzeekus besaa ui Voordela en eilandkoppen in

    de Zuidweselijke dela, de Hollandse kus en de Noordzee

    kan van de Waddeneilanden. Cenraal in de aanbeveling 4,Noordzeekus saa da de bescherming van de kus ook bij

    sijging van de zeespiegel op orde moe blijven. In principe

    zijn er daarvoor wee oplossingsrichingen mogelijk;

    beschermen me harde keringen, zoals dijken en sorm-

    vloedkeringen die voor een bepaalde zeespiegelsijging zijn

    onworpen, en beschermen via zandsuppleies,zoda de

    zandige vooroever op nauurlijke wijze kan meegroeien

    me de zeespiegel (Delacommissie, 2008).De Delacommis-

    sie hee wa bere de kusveiligheid aanbevolen om de

    weede oplossingsriching e haneren en de veiligheid op

    orde e houden door zand e suppleren. Zandsuppleies zijn

    immers de kern van he huidige kusbeheer en bieden een

    goede mogelijkheid om me he klimaa mee e onwikke-

    len.

    De aanbeveling voor he waddengebied gaa ui van de

    mogelijkheid da he voorbesaan van de Waddenzee in zijn

    huidige saa nie vanzelsprekend is. In he advies van de

    Delacommissie word geseld da de zeespiegel ussen de

    65cm en 130 cm kan sijgen in 2100. Deze zeespiegelsijging

    kan he huidige morologische karaker van de Waddenzee

    Aanbeveling 5 waddengebied

    De zandsuppleies langs de Noordzeekus dragen

    bij aan he meegroeien van he waddengebied.

    He voorbesaan van de Waddenzee zoals wij die

    nu kennen, is echer nie vanzelsprekend. De

    onwikkelingen moeen in inernaionale conex

    worden geobserveerd en geanalyseerd.

    De bescherming van de eilandpolders en de kus

    van Noord-Nederland moe gewaarborgd blijven.

    Figuur 4 Aanbeveling waddengebied inclusief Waddenzee (Deltacommissie,

    2008)

    Aanbeveling 4 Noordzeekus

    Tot 2050

    Bouwen me de nauur. Voor de kus van Zee-

    land, Holland en de Waddeneilanden word de

    kusveiligheid op orde gehouden door he sup-

    pleren van zand, evenueel me verlegging van de

    sroomgeulen. De suppleies moeen zodanig

    worden uigevoerd da de kus de komende

    eeuw kan aangroeien.

    Op kore ermijn moeen zandwinlocaies gere-

    serveerd worden. Ook moe onderzoch wordenhoe deze groe volumes ecologisch, economisch

    en energeisch zo efficin mogelijk kunnen

    worden gesuppleerd.

    Na 2050

    Blijven suppleren - afankelijk van de zeespiegel-

    sijging me meer o minder zand

    Figuur 3 Aanbeveling Noordzeekust (Deltacommissie,2008)

    11Bijlage Deltaprogramma | WaddengebiedTerug naar inhoud

  • 8/11/2019 Synthesedocument Waddengebied. Achtergronddocument B10.

    12/80

    De oplossingssraegien om deze doelen e bereiken moe-

    en dan ook passen binnen de PKB Waddenzee (miniserie

    van VROM, 2007) en zullen gerealiseerd worden voor he

    gebied da de ocus is van he Delaprogramma Waddenge-

    bied: de Waddenzee, de Waddeneilanden, he Eems-Dollard

    esuarium, de vase land kuszones van Noord-Holland,

    Frysln en Groningen grenzend aan de Waddenzee (Figuur

    1). Hoewel de Asluidijk ook deel uimaak van de waervei-

    ligheid in he waddengebied, val di nie onder Delapro-

    gramma Waddengebied. De Asluidijk word verder opge-

    pak en uigewerk in he projec Toekoms Asluidijk, me

    als iniiaienemer RWS.

    2.4Organogram

    Opdrachgever van he Delaprogramma Waddengebied is

    de Miniser van Economische Zaken. Omda samenwerking

    cruciaal is om de gezamenlijke visie e onwikkelen, ver-

    oon he organogram een paricipaieve srucuur, zoals

    hieronder nader word oegelich.

    2.4.1 Programmadireceur en programmaeamDe spil in he Delaprogramma Waddengebied zijn de pro-

    grammadireceur en he programmaeam. De programma-

    direceur is veranwoordelijk voor he opsellen van he

    werkplan en he realiseren van de doelen. De programmadi-

    receur suur he programmaeam aan. De programmadi-

    receur van he Delaprogramma Waddengebied is Elze

    Klinkhammer. He programmaeam is gevormd ui mede-

    werkers van de samenwerkende miniseries, provincies,

    waerschappen en gemeenen. De inbreng van deze organi-

    saies die zich bezighouden me he waddengebied verloop

    via he programmaeam.

    2.4.2 SchilIn de schil komen veregenwoordigers van de samenwer-

    kende miniseries, provincies, waerschappen en gemeen-

    en in he waddengebied bijeen, vooragaand aan de verga-

    deringen van de regionale suurgroep. Veelal zijn di ook de

    uncionarissen die de overleggen van de regionale suur-

    groep ambelijk voorbereiden. De leden van he program-

    maeam zijn ook lid van de schil. In de schil word de voor-

    aanasen omda bij oenemende zeespiegelsijging ook de

    sedimenimpor acher zou kunnen blijven bij he sedi-

    mentranspor da de Waddenzee nodig hee om mee e

    groeien, groer word (Delacommissie, 2008; Kaba e al.,

    2009). He is voor deze opgave da de zandsuppleies, die de

    Delacommissie voor de kus en waddengebied voorsel,

    relevan zijn.

    De kus, en indirec de zeegasysemen, worden me da

    zand gevoed en daardoor word in ieder geval een neto

    kusacheruigang voorkomen. De Delacommissie beveel

    aan om morologische onwikkelingen van de Waddenzee

    in inernaionale conex e observeren en e analyseren.

    Ook de veiligheid van de woongebieden in he waddenge-

    bied dien e blijven gewaarborgd. De Delacommissie

    beveel aan om na e gaan o waerkeringen van eilandpol-ders en he Noorden van Nederland verbeerd moeen wor-

    den o da he nodig is om over e sappen op meer hoogwa-

    erbesendige inriching om bescherming e waarborgen

    (Delacommissie, 2008).

    2.3

    Programmaopdrach

    Uigaande van deze aanbevelingen, die gemaak zijn in

    relaie o klimaaverandering, is de opdrach van he Dela-

    programma Waddengebied om de volgende doelen e berei-

    ken (Delaprogramma Waddengebied, 2010a; Delapro-

    gramma Waddengebied, 2010b):

    1. he onwikkelen van een inegrale aanpak die de veilig-

    heid van de kus van de Wadden-eilanden en de vase-

    landskus op lange ermijn moe waarborgen. He is

    daarbij de inseek om een duurzame waerveiligheid e

    inegreren me de uncies nauur, recreaie en duurzame

    economische acivieien.

    2. he monioren van onwikkelingen (in rilaeraal verband)

    in he waddengebied op he gebied van de waerveiligheid

    en ecologie als effecen van de klimaaverandering.

    De ambiie is om e zoeken naar samenhang van inegrale

    oplossingen voor een duurzame waerveiligheid, behoud

    van nauur en duurzaam menselijk gebruik. He uigangs-

    pun daarbij is da de veiligheid nie acherui

    gaa(Delaprogramma Waddengebied, 2010a).

    12Bijlage Deltaprogramma | WaddengebiedTerug naar inhoud

  • 8/11/2019 Synthesedocument Waddengebied. Achtergronddocument B10.

    13/80

    gang van he programma besproken en word inormaie

    vanui de verschillende overheden uigewisseld.

    2.4.3 Regionale suurgroepHe Delaprogramma Waddengebied ken een regionale

    suurgroep me veregenwoordigers van de provincies

    Noord-Holland, Frysln en Groningen, de waerschappen

    Hunze & Aas, Noorderzijlves, Frysln en Hoogheemraad-

    schap Hollands Noorderkwarier, de Waddenzeekusge-

    meenen, de Waddeneiland-gemeenen, Rijkswaersaa en

    de opdrachgever, he miniserie van EZ. De voorziter is de

    gedepueerde van de provincie Frysln. De regionale suur-

    groep hee een periodiek besuurlijk overleg.

    De Suurgroep suur de programmaorganisaie aan, regis-seer he onwikkelen van de producen en voer besuurlijk

    overleg me berokken bewindspersonen. De suurgroep

    vind ook de berokkenheid van de regio belangrijk. De

    vicevoorziter van de regionale suurgroep zi bijeenkom-

    sen me de maaschappelijke organisaies in de regio voor

    om e komen o een volledige en zorgvuldige aweging bij

    de besluivorming.

    2.4.4 KenniscordinaieTer onderseuning van de visieonwikkeling word besaan-

    de kennis door de kenniscordinaor bij elkaar gebrach enkomen nieuwe inzichen o sand via he onderzoekspro-

    gramma waddengebied, da word aangesuurd door de

    kenniscordinaor, in overleg me he programmaeam en

    de programmadireceur. Uivoering van deze sudies vind

    plaas door kennisinsiuen zoals Delares, WUR-Alerra en

    WUR-Imares in samenwerking me adviesbureaus zoals HKV

    en Arcadis-Alkyon.

    2.5Werkwijze en paricipaie

    De werkwijze van he Delaprogramma Waddengebied

    word gekenmerk door een onwikkelingsgeriche aanpak.

    Di beeken da er nauw word samengewerk ussen over-

    heid, kennis, maaschappelijke organisaies en burgers

    (Rijksoverheid, 2014). Via een proces van coproducie on-

    wikkelen zij samen een visie, bedenken en oesen ze aler-

    naieven en brengen allerhande ypen van kennis in. Door

    deze coproducie komen gedragen sraegien o sand en

    word er geprofieerd van de zienswijzen van mensen die

    wonen, werken en recreren in he gebied. Voor de werk-

    wijze van he Delaprogramma, zie figuur 5.

    He verrekpun van he Delaprogramma Waddengebied is

    he Basisrappor voor he Plan van Aanpak da in juni 2010

    is gepreseneerd. Di Basisrappor ga een eerse inzich in

    de opgaven voor he waddengebied (Delaprogramma

    Waddengebied, 2010a). De eerse sap was een aanal voor-

    sellen voor onderzoek in de vorm van Quickscans. De

    Quickscans hadden vooral o doel om duidelijkheid e

    geven in he pale aan mogelijke oplossingen en maarege-

    len voor elk van de opgaven (Quick scans Delaprogramma

    Waddengebied, 2011). Deze Quickscans zijn uigevoerd in deperiode najaar 2010 /m najaar 2011 in samenwerking ussen

    weenschappers en programmaeam en waren gerich op

    volgende onderwerpen:

    1. Impac van de klimaaverandering en de nieuwe veilig-

    heidsnormering;

    2. Reducie golwerking door kwelders en slibvelden in

    Waddenzee en Eems-Dollard;

    3. Klimaabesendigheid buiendijkse gebieden langs de

    Waddenzee;

    4. Benvloeding Sormvloedhooge Eems-Dollard;5. Inegraal kus- en eilandbeheer;

    6. Sedimen budge and channel dynamics;

    7. Monioring;

    8. Innovaie dijken op Waddeneilanden en op vaselands-

    kus van waddengebied.

    9. Governance.

    In augusus 2011 zijn de eerse resulaen van de probleem-

    analyse uigebrach en zijn de huidige en oekomsige vei-

    ligheidsopgaven beschreven. Da was ook he momen

    waarop he onderzoek is gesar om na e gaan o en wan-

    neer evenuele knikpunen zullen opreden (Delaprogram-

    ma Waddengebied, 2011a; Delacommissaris, 2011).

    In de weede sap zijn de resulaen ui de quickscans verder

    uigewerk in vier clusers:

    Monioring en syseemkennis

    Noordzeekuszone eilanden

    Regionale veiligheidssraegie en governance

    Veiligheidsopgave

    13Bijlage Deltaprogramma | WaddengebiedTerug naar inhoud

  • 8/11/2019 Synthesedocument Waddengebied. Achtergronddocument B10.

    14/80

    De resulaen hiervan zijn gepreseneerd aan he bredere

    publiek ijdens de zogenaamde Oogsdag van he Delapro-

    gramma Waddengebied op 18 januari 2012. Zon 170 belang-

    sellenden ui verschillende secoren waren aanwezig en

    hebben inpu gegeven op de onderzoeksresulaen (Pro-

    grammaeam Waddengebied, 2012).

    In sepember 2012 is een aangescherpe probleemanalyse

    van he waddengebied uigebrach en zijn de mogelijke

    veiligheidssraegien beschreven (Delaprogramma Wad-

    dengebied, 2012). Hierui is de derde sap voor gekomen,

    namelijk de verdere uiwerking van de resulaen ui de vier

    clusersudies, in gebieds- en hemageriche opgaven:

    Zandige kus Dijken, kunswerken en harde keringen

    Eems-Dollard esuarium

    Eemsdela

    Meerlaagsveiligheid

    Syseemkennis en monioring

    In sepember 2013 is vanui de uigewerke gebieds- en

    hemageriche sudie de opgave beschreven en zijn vanui

    mogelijke sraegien, kansrijke sraegien gedesilleerd,

    die anwoord moeen geven op deze lange ermijn opgave.

    Kansrijke sraegien zijn gebaseerd op acuele kennis van-

    ui kennisproducen en inzichen van regionale overheden

    en sakeholders (Delaprogramma Waddengebied, 2013b).

    Op naionaal niveau zijn sakeholders berokken bij he

    Delaprogramma in he OIM (Overleg miniserie voor Inra-

    srucuur en Milieu). In he waddengebied zijn veregen-

    woordigers van een aanal belangenorganisaies ui he

    gebied me regelmaa uigenodigd om van gedachen e

    wisselen over de koers van he Delaprogramma. Ieder jaar

    hee een gedachewisseling me de regionale sakeholders

    plaasgevonden. Hun inpu en opmerkingen zijn in de

    regionale suurgroep besproken. Ook bij de Oogsdag waren

    sakeholders van regionale belangenorganisaies aanwezig.

    De regionale overheden zijn de provincies Noord-Holland,

    Frysln en Groningen, de 4 waerschappen Hoogheemraad-

    schap Noorderkwarier, Weterskip Frysln, WS Noorderzijl-

    ves en WS Hunze en Aas, de vij eilandgemeenen in he

    samenwerkingsverband De Waddeneilanden en 12 gemeen-

    en in de Vereniging van Waddenzeegemeenen.

    In de loop van 2014 zijn de kansrijke sraegien gebiedsge-

    rich verder uigewerk naar de voorkeursraegie van heDelaprogramma Waddengebied, in samenhang me Dela-

    beslissingen. Bij he bepalen van de voorkeursraegie is

    me name de koseneffeciviei en de maaschappelijke

    haalbaarheid van de kansrijke sraegien beoordeeld

    (SGDPW, 2014a) .

    2.6

    Plek in he Delaprogramma

    He Delaprogramma Waddengebied maak samen me

    Delaprogramma Kus, Zuidweselijke Dela, Rijnmond-

    Drechseden, Rivieren en IJsselmeergebied deel ui van de

    zes gebiedsgeriche Delaprogrammas van he naionaal

    Delaprogramma. Daarnaas besaan er ook drie generieke

    Delaprogrammas: Waerveiligheid, Zoewaervoorziening,

    Nieuwbouw & Hersrucurering.

    Voorsteldeltabeslissingen

    Voorkeurs-strategienMogelijke strategienAnalyse opgaven

    Figuur 5: verloop werkwijze Deltaprogramma (Deltacommissaris 2011)

    14Bijlage Deltaprogramma | WaddengebiedTerug naar inhoud

  • 8/11/2019 Synthesedocument Waddengebied. Achtergronddocument B10.

    15/80

    Een aanal van deze andere Delaprogrammas raak aan he

    Delaprogramma Waddengebied. Wederzijdse asemming

    dien daarom plaas e vinden (Delaprogramma Waddenge-

    bied, 2010a).

    De mees relevane programmas voor he Delaprogramma

    Waddengebied zijn:

    Delaprogramma Kus: Delaprogramma Waddengebied

    werk samen me Delaprogramma Kus en Delapro-

    gramma Zuidweselijke Dela in 3D verband (overleg van

    deze drie deelprogrammas) aan de beslissing Zand en de

    keuze van zandsuppleies na 2020;

    Delaprogramma Zuidweselijke Dela: Delaprogramma

    Waddengebied werk samen me di deelprogramma aanBiobouwers en Innovaieve dijkconcepen en kwelders;

    Delaprogramma IJsselmeergebied: is oeleverend aan

    Delaprogramma Waddengebied vanwege wijzigingen in

    he spuiregime van he IJsselmeer en evenueel mogelijke

    nadelige gevolgen daarvan voor de waerkwaliei en

    ecologie van de Waddenzee;

    Delaprogramma Waerveiligheid: he Delaprogramma

    Waddengebied is oeleverend aan Delaprogramma Vei-

    ligheid en aanzien van he afleiden van nieuwe risiconor-

    men;

    Delaprogramma Nieuwbouw&Hersrucurering: insamenwerking me Delaprogramma Waddengebied zijn

    mogelijkheden voor waerrobuus inrichen en bouwen

    verkend;

    Delaprogramma Zoewaer: kijk naar de wijze waarop de

    Waddeneilanden zelvoorzienend kunnen zijn me

    berekking o oekomsige zoewaervoorziening, in

    asemming me Delaprogramma Waddengebied.

    Figuur 6 op de volgende bladzijde gee aan da Delapro-

    gramma Waddengebied, Kus en Zuidweselijke Dela heb-

    ben samengewerk vanui n visie me berekking o n

    zanddelend kussyseem voor de gehele Nederlandse kus.

    In di 3D verband van 3 deelprogrammas is oegewerk

    naar oplossingen en/o ingrepen in he kussyseem, die op

    gecordineerde wijze verder invulling zal krijgen. Zie verder

    paragraa 4.3.

    15Bijlage Deltaprogramma | WaddengebiedTerug naar inhoud

  • 8/11/2019 Synthesedocument Waddengebied. Achtergronddocument B10.

    16/80

    Figuur 6 De negen deelprogrammas van het nationale Deltaprogramma (Deltacommissaris, 2010 en 2011)

    16Bijlage Deltaprogramma | WaddengebiedTerug naar inhoud

  • 8/11/2019 Synthesedocument Waddengebied. Achtergronddocument B10.

    17/80

    . Probleemanalyseen opgaven

    zeereep. He kan nie verder in de duinen doordringen dan

    o in de zeereep, omda de duinen in he verleden zeer

    efficin zijn vasgelegd door de mens. Daardoor is er vrijwel

    geen dynamiek meer aanwezig. Dergelijke menselijke ingre-

    pen asen nauurwaarden op de eilanden aan en verminde-ren he vermogen van de eilanden om mee e groeien me

    de zeespiegelsijging. Daarnaas veranderende zandplaen

    en (een deel van de) kwelders door veranderingen in he

    sromingsparoon in de Waddenzee door asluiing van de

    Zuiderzee (1933) en Lauwerszee (1969). Beide asluiingen

    zorgen voor een neto zandranspor van de Noordzeekus-

    zone naar de Waddenzee en gaa vooral en kose van krim-

    pende buiendelas (Delaprogramma Waddengebied,

    2011a; Wang, 2009). Naar verwaching zal de zandhonger

    van de Waddenzee ook oenemen bij zeespiegelsijging,

    waardoor zand ontrokken word aan he kusundamen

    van de eilanden (Delacommissaris, 2010).

    Uigangspun in de huidige opgave is da de Waddeneilan-

    den nie noemenswaardig van plaas mogen veranderen o

    eroderen. Daarom word sinds 2001 he kusundamen (he

    gebied ussen -20m NAP /m zeewering/binnenduinrand)

    me suppleies op peil gehouden (Delaprogramma Kus,

    2012).

    3.1

    He zanddelend syseem

    De Nederlandse kus is een zanddelend syseem; n

    geheel van (overwegend) zandige kusen, esuaria en zeega-

    en inclusie zandige oevers (sranden en duinen). De

    Noordzeekus, de Waddeneilanden, de buiendelas, de

    geulen en de Waddenzee maken deel ui van hezelde

    zanddelend syseem. Tussen deze delen vind acieve uiwis-

    seling van zand plaas. Neto zandranspor vind plaas van

    zuid naar noord (Delaprogramma Kus 2012). Deze gebie-

    den zijn dus onderling aankelijk van zand, waardoor de

    opgave voor de Noordzeekus van de eilanden serk samen-

    hang me de oekomsige onwikkeling van he Waddenzee

    syseem. Nauurlijke acoren en menselijke ingrepen ben-

    vloeden he zandranspor (Delaprogramma Waddenge-

    bied, 2011a).

    3.1.1 Huidige opgaveMenselijke ingrepen zoals de aanleg van de Asluidijk en

    he duinbeheer op de Waddeneilanden zijn van invloed op

    de nauurlijke dynamiek van he zandige syseem. Zo blij

    bijvoorbeeld bij de Waddeneilanden he zand seken in de

    Bijlage Deltaprogramma | WaddengebiedTerug naar inhoud 17

  • 8/11/2019 Synthesedocument Waddengebied. Achtergronddocument B10.

    18/80

    3.1.2 Opgave door zeespiegelsijging enbodemdalingEen van de gevolgen van de klimaaverandering is de ver-

    wache versnelde zeespiegelsijging. Als de zeespiegel snel-

    ler gaa sijgen is he de vraag o de eilanden en de plaen

    qua empo en beschikbaar volume zand nog voldoende

    kunnen meegroeien (Delaprogramma Waddengebied,

    2013a).De groei van wadplaen ontrek naar verwaching

    zand aan he kusgebied en de buiendelas. De Delascena-

    rios geven aan da zeespiegelsijging kan verwach worden

    van ussen de 35 en 85 cm voor he jaar 2100 (Delaprogram-

    ma Waddengebied, 2013a). Om he kussyseem in he wad-

    dengebied mee e laen groeien me de zeespiegelsijging

    zijn groere zandvolumes nodig.

    Voor he op peil houden van he kusundamen langs dehele Nederlandse kus (en is huidig beleid) is naar schating

    12 o 16 miljoen m3/jr suppleievolume nodig bij een zee-

    spiegelsijging van 20 cm/eeuw (de Ronde, 2008).

    He is duidelijk da op ermijn zandekoren zullen gaan

    onsaan als gevolg van zeespiegelsijging. Maar he is onze-

    ker waar (en o ) de zandekoren op ermijn zullen leiden

    o veiligheidsproblemen (Delaprogramma Waddengebied,

    2013a). Bij avoer van zand, bijvoorbeeld de Waddenzee in,

    zullen de buiendelas krimpen. Indirec kan hierdoor ook

    de kus van de eilanden serker gaan eroderen. Op langereermijn kan he aandeel inergeijdengebied da droogval

    verder anemen. Acueel is da de buiendelas van he

    Marsdiep, he Vlie en he Friesche Zeega nu al serk erode-

    ren, waarschijnlijk vooral door de asluiingen van de Zui-

    derzee en de Lauwerszee. De effecen van krimpende

    buiendelas op de veiligheidsopgave voor de lange ermijn

    zijn nu voor he waddengebied echer onvoldoende duide-

    lijk (Elias e al, 2012a). Als de buiendelas nog verder ane-

    men, dan zullen bij maagevende sormcondiies de hoge

    golven vanui de Noordzee van ca. 10 meer nie geredu-

    ceerd worden o ca. 5 meer als ze aankomen bij de eiland-

    koppen. Dan is he risico aanwezig da de beschermende

    werking van buiendelas verdwijn, me erosie van eiland-

    koppen o gevolg. Door de combinaie van sijgende zee-

    spiegel en dalende wadbodem is he mogelijk da de plaen

    in de Waddenzee di qua aanslibbing en opzanding nie

    meer kunnen bijhouden waardoor he wadvolume acher deeilanden zal oenemen. Gevolg is da er me vloed mr

    zand mee naar binnen kom, en me eb minder zand erug-

    kom riching buiendela. Korom he groere geijvolume

    veroorzaak in de Waddenzee een zandhonger, die aan de

    buiendela knaag omda er meer zand verdwijn dan er

    erugkom. He groere geijvolume leid nie alleen o

    erosie van de buiendelas, maar gee ook meer dynamiek

    van de geulen in de Waddenzee. Daardoor kunnen geulen e

    dich onder een dijk komen e liggen o vlak langs de kop o

    saar van een eiland gaan lopen.

    De diepe van deze geulen zal seeds meer een bedreigingvormen voor de veiligheidsuncie van keringen. Zie figuur

    6A en 6B .

    Figuur 6A Mogelijke effecten van zeespiegel-

    stijging op buitendeltas en eilanden

    (Deltaprogramma Waddengebied, 2012a)

    Figuur 6B Het opschuiven van geulen richting dijken op vaste wal (Deltaprogramma

    Waddengebied, 2014: Voorkeurstrategie DPW)

    18Bijlage Deltaprogramma | WaddengebiedTerug naar inhoud

  • 8/11/2019 Synthesedocument Waddengebied. Achtergronddocument B10.

    19/80

    De keuzes, die op ermijn aan de orde komen, zijn o he

    handhaven o verserken van de eilanddynamiek o da

    zoveel mogelijk (conorm he huidig beheer) moe worden

    vasgelegd, o da de Waddenzee kan meegroeien o da de

    nauurdoelen van he gebied moeen worden aangepas

    (Delaprogramma Waddengebied, 2011a). Ook word er

    verkend o organismen (zoals biobouwers) ingeze kunnen

    worden om via nauurlijke processen bij e dragen aan

    waerveiligheid.

    Uisluiend kiezen voor een saische oplossing zou implice-

    ren da de eilanden weliswaar nie meer verplaasen maar

    wel seeds dieper komen e liggen en opziche van de zee-

    spiegel. Langjarig onderzoek en monioring is nodig om de

    onwikkeling van de buiendelas in samenhang me deeilandkusen en de Waddenzeebekkens beer e begrijpen

    en e voorspellen. Daardoor word ook duidelijk o en op

    welke wijze miigaie mogelijk is. In een dynamisch syseem

    zoals de Waddenzee word een nieuw evenwich me groe

    ijdsverraging bereik omda zowel de zeespiegelsijging als

    de morologische aanpassingen langzame processen zijn

    (Delaprogramma Waddengebied 2012).

    3.2

    Probleemanalyse dijken

    en kunswerken

    De waerveiligheidsopgave voor de dijken en kunswerken

    in he waddengebied (zichjaar 2050, doorkijk 2100) besaa

    ui drie delen:

    1. Huidige opgave: de opgave doorda waerkering nu nie

    aan de huidige norm voldoen. Di zijn de uikomsen van

    de 3e oesing op veiligheid, die in 2011 is uigevoerd;

    2. Toekomsige veiligheidsopgave bij auonome onwikke-

    ling en klimaaopgave: door he wijzigen van hydraulische

    belasingen, me name door zeespiegelsijging, maar ook

    door morologische onwikkelingen in he waddengebied,

    zal de opgave in de ijd geleidelijk kunnen oenemen;

    3. Opgave door he wijzigen van de veiligheidsnormen: in

    he Delaprogramma worden de veiligheidsnormen her-

    zien. Di moe in de komende jaren nog worden uige-

    werk binnen he nHWBP. Di kan een wijziging van de

    huidige opgave beekenen, zowel een exra opgave als een

    kleinere opgave.

    He gebied van he vaseland van Groningen en Frysln

    word beveiligd door bijna 170 kilomeer harde waerkering

    (van Kornwerderzand o de Duise grens). Op de kop van

    Noord-Holland grens ongeveer 30 kilomeer waerkering

    aan he waddengebied. De waerkeringen op de Waddenei-

    landen zel hebben een lenge van ruim 130 kilomeer. Bij

    benadering is de hel hiervan hard (Waddenzeedijken) en

    de hel zach (duinen grenzend aan de Noordzee). In de

    waerkeringen rondom he waddengebied zijn 83 waerke-

    rende kunswerken (gemalen, sluizen, ec.) aanwezig. Ook

    de 32 kilomeer lange Asluidijk me hierin wee spuicom-

    plexen en wee schusluiscomplexen grens aan he wad-

    dengebied (Delaprogramma Waddengebied, 2013a).

    Me berekking o de waerveiligheid hee de Delacom-

    missie aanbevolen om he huidige veiligheidsniveau e

    verbeeren door de veiligheidsnorm e verbeeren me een

    acor 10 in 2050. Na 2050 zouden de veiligheidsniveaus me

    regelmaa geacualiseerd moeen worden (Delacommissie,

    2008). He Delaprogramma Veiligheid onderzoek de gevol-

    gen van een oversap naar een andere normering op basis

    van aalkansen en oversromingsrisico. Omda een nieuwe

    normering ook he waerveiligheidssyseem van dijken en

    waerkeringen in he waddengebied van belang is, is ooksamenwerking me he Delaprogramma Veiligheid nodig.

    3.2.1 Huidige veiligheidsopgaveDe huidige veiligheidsopgave volg ui de derde oesings-

    ronde van primaire waerkeringen over de periode 2006-

    2011. Di is een agerond en beleidsmaig vasgeseld docu-

    men door he Rijk in 2011 (Miniserie van Inrasrucuur en

    Milieu, 2011). Ui de 3eoesronde primaire waerkeringen

    blijk da zon 100 km dijken en duinen in he waddenge-

    bied (exclusie Asluidijk) nie voldoe aan de wetelijke

    veiligheidsnormen. He gaa me name om de sabiliei van

    bekleding en de macrosabiliei van he binnenalud

    (Delaprogramma Waddengebied, 2012).He Delaprogram-

    ma Waddengebied neem de huidige opgave als uigangs-

    pun, waarbij de verserking van primaire keringen loop via

    he nieuw Hoogwaerbeschermingsprogramma (nHWBP).

    He nHWBP 2014 2019 is gesar op 1 januari 2014 en beva

    5 projecen voor he waddengebied (Projec Oversijgende

    Verkenning Waddenzee). In deze planperiode is voor deze 5

    projecen voorzien in de planverkenning en voor 3 in de

    19Bijlage Deltaprogramma | WaddengebiedTerug naar inhoud

  • 8/11/2019 Synthesedocument Waddengebied. Achtergronddocument B10.

    20/80

    planuiwerking. De uivoering zal in de volgende planase

    worden opgenomen. Bij de verserkingsprojecen word

    explicie gekeken naar mogelijkheden om innovaieve en

    meer nauurlijke oplossingen in he waddengebied op

    relaie kore ermijn o uivoering e brengen (HWBP,

    2013). In he Eemsdela gebied, in de omgeving van Delzijl

    behoe de kusverdediging op kore ermijn aandach

    omda he in een aardbevingsgevoelig gebied lig en de

    gas- en energiesecor er gelegen is. Vanui he miniserie

    van Economische Zaken word onderzoek gedaan naar de

    gevolgen van de aardbevingen op de dijken in oosGronin-

    gen. De conclusie hierui is da de aardbevingen gevolgen

    kunnen hebben voor de dijken en da di meegenomen

    moe worden bij de aanpak van de dijken en de kunswer-

    ken (Visschedijk e al., 2014). Welke maaregelen genomenmoeen worden is nog nie bekend. Op di momen word

    een nader onderzoek gedaan wa di beeken voor he

    oes- en onwerpinsrumenarium (WTI 2011/2017). De

    opgave om de dijk- en kadeverserkingen aardbevingsbe-

    sendig e maken lig primair bij de waerschappen, in

    overleg me he Rijk en overige parners zoals de provincie

    Groningen.

    3.2.2 Toekomsige veiligheidsopgaveDe oekomsige veiligheidsopgave voor he waddengebied

    is vasgelegd in he rappor Toekomsige veiligheidsopgavevoor harde keringen in he waddengebied

    (Smale&Hoonhou, 2013). In di rappor is uigegaan van

    ongewijzigde veiligheidsnormen en oessysemaiek en er

    is alleen gekeken naar de oename in de hydraulische belas-

    ingen. Ui deze oename volg een opgave voor de primaire

    keringen en he waersyseem. In he onderzoek is alleen

    gekeken naar de harde keringen en nie naar de duinen en

    kunswerken. Ui di rappor volg een opgave hoeveel de

    harde waerkeringen verserk/verhoogd moeen worden bij

    verschillende scenarios van zeespiegelsijging en daarbij

    behorende wijzigingen in de belasingen. Ook een globale

    schating van de kosen is meegenomen (zie abel 1). Daar-

    bij is zowel rekening gehouden me he ei da de dijken

    exac op hooge zijn en rekening is gehouden me de reeds

    aanwezige overhooge. In di rappor is ook gekeken naar

    (lokale) effecen van morologische onwikkelingen (bij-

    voorbeeld migrerende geulen o veranderende voorlanden)

    op veranderingen in golfelasing voor keringen van de

    vaselandskus.

    Verder is in di onderzoek een aanal gevoeligheidsanalyses

    en behoeve van de oekomsige veiligheidsopgave is uige-voerd (Smale&Hoonhou, 2013) . En zijn scenarios doorge-

    rekend, waarbij de lange ermijn morologische syseemver-

    anderingen in de Waddenzee effec hebben op de

    waerveiligheid van dijken langs de vase landskus. De

    consequenies van deze scenarios in 2050 en 2100 op de

    benodigde kruinhooge zijn in beeld gebrach in he rap-

    por van Toekomsige veiligheidsopgave (Smale&Hoonhou,

    2013). Hierui volg da de benodigde kruinhooge voor

    primaire keringen word benvloed door een combinaie

    van klimaaverandering en morologische onwikkeling en

    syseemveranderingen van de Waddenzee zoalsbuiendelas, geulen en plaen.

    De waerveiligheidssraegien en aanzien van dijkverser-

    kingen moeen in samenhang worden bezien me srae-

    gien en aanzien van he zandige syseem Waddenzee. Di

    is een belangrijke principile uispraak van de voorkeursra-

    egie van he Delaprogramma waddengebied.

    Tabel Overzich inveseringskosen voor verschillende klimaascenarios ( en ) (Smale e al, )

    Jaar Klimaat-

    verandering

    Zeespiegel-

    stijging [m]

    Kosten dijkversterking,

    indien de dijken op orde zijn,

    excl. BTW [Meur]

    Kosten dijkversterking,

    rekeninghoudend met

    overhoogte,

    excl. BTW [Meur]

    Maig +,

    Snel +,

    Maig +,

    Snel +,

    20Bijlage Deltaprogramma | WaddengebiedTerug naar inhoud

  • 8/11/2019 Synthesedocument Waddengebied. Achtergronddocument B10.

    21/80

    De specifieke problemaiek rondom hoog waer en sorm-

    vloed in he Eems-Dollard esuarium is ook in he rappor

    van oekomsige veiligheidsopgave (Smale&Hoonhou,

    2013) beschreven. In he Eems-Dollard esuarium hang he

    veiligheidsprobleem serk samen me he probleem voor de

    nauur en de hoge roebelheid en slibgehale van he waer.

    Ui de analyse van de hisorische gegevens van waersanden

    is gebleken da de exreme hoogwaersanden in he esua-

    riumdeel een sijging veronen van ca. 1 cm/jaar. Da is

    aanzienlijk meer dan de zeespiegelsijging (van 0,2 cm/jaar).

    Ondanks de nadere analyse is he nog seeds onvoldoende

    duidelijk hoe deze rend in de oekoms zich zal voorzeten

    (Wang, 2013). Da beeken da he rekeninghouden me de

    zeespiegelsijging alleen nie voldoende is. Voor di laase

    onderwerp loop een apar rajec (zie paragraa 3.4).

    Rond de morologische onwikkeling van de Waddenzee

    besaan veel onzekerheden, zeker op lokaal niveau. Als de

    buiendelas onvoldoende sedimen bevaten kan di nega-

    ieve gevolgen hebben voor de veiligheid door verlaagde

    bescherming voor de kusen egen de golaanval (Wang e

    al., 2012a). De sraegie die daarom gekozen word is he

    monioren van he syseem en he inzeten op verbeering

    van (model) voorspellingen. Me de (huidige) sraegie van

    periodiek oesen en verserken van de waerkeringen,

    word de veiligheidsopgave geborgd.

    3.2.3 Opgave door he wijzigen van deveiligheidsnormenDe Delacommissie (2008) hee geadviseerd om de veilig-

    heidsnormen e herzien. Als de normen worden bijgeseld

    hee di invloed op de opgave aan de waerkeringen. De

    herziening van de veiligheidsnormen is voorbereid door he

    Delaprogramma Veiligheid. Belangrijke bouwseen zijn

    een weeal (basis) eisen aan de waerkeringen: de eis aan de

    waerkering voor de basisveiligheid en de economisch

    opimale oversromingskansen (DP2014). He Delapro-

    gramma waddengebied hee, ne als andere deelprogram-

    mas, een regionaal advies over de veiligheidsnormen opge-

    seld. Hieronder word ingegaan op he proces wa geleid

    hee o he uieindelijke advies over de veiligheidsnormen

    in he waddengebied.

    Eind 2011 is de Maaschappelijke Kosen Baen Analyse en

    Slachoffer Analyses (MKBA/SLA) landelijk opgeseld en naar

    de 2e kamer gesuurd. In de regionale suurgroep Delapro-

    gramma Waddengebied (SGDPW, 2012a) van 20 april 2012 is

    de conclusie da op basis van deze rapporen gn aanscher-

    ping van de huidige normen nodig is onderschreven. Wel is

    exra aandach gevraagd voor de gas/energie inrasrucuur

    en gevraagd om een nadere analyse van oversromingspa-

    ronen in dijkring 6.

    He Delaprogramma Waddengebied hee in 2012 verkend,

    wa de invloed is van he meenemen van schade aan de gas/

    energie inrasrucuur op de MKBA. Ui he rappor (Maas-

    kan e al, 2013a) blijk da de eisen aan de waerkeringen

    hoger uivallen als rekening gehouden word me deze exra

    schade. De Provincies Groningen en Frysln hebben in he

    voorjaar van 2012, nieuwe oversromingsbereke-ningen

    laen uivoeren en behoeve van de VNK2 sudie. Deze nieu-

    we berekeningen zijn op verzoek van de regio meegenomenin de landelijke berekeningen. Ook di bleek e leiden o

    andere eisen aan de waerkeringen. In he voorjaar 2013

    word landelijk me de aprilbrie van miniser Schulz een

    lijn ingeze om over e sappen naar normen op basis van

    oversromingskansen. Di vraag voor he waddengebied

    om een nadere uiwerking, vooral vanwege de verdergaande

    differeniaie van de normen. In de regionale suurgroep

    SGDPW van 21 juni 2013 word de nieuwe normensysema-

    iek oegelich en word ingesemd me de oversap. De

    regionale suurgroep gee opdrach o he maken van een

    eigen advies. In de zomer en he najaar 2013 word daaromdoor he deelprogramma gekeken naar de invloed van gas/

    energie inrasrucuur, de sandzekerheid van de regionale

    keringen, de evacuaieracies, de aanwezigheid van oeris-

    en op de eilanden en bodemdaling op de eisen aan de

    waerkeringen.

    Ui deze analyses (Maaskan e al., 2013b) blijk da he

    meenemen van de schade aan de gas/energie inrasrucuur

    en de evacuaieracies significane invloed kunnen hebben

    op de eisen aan de waerkeringen. He aannemen van de

    sandzekerheid van de regionale keringen en he nie mee-

    nemen van oekomsige bodemdaling leid nie o andere

    eisen aan de waerkeringen. De regionale suurgroep onder-

    schrij in november 2013 deze bevindingen. De suurgroep

    gee dan ook aan da de veiligheidsregios de landelijk

    bepaalde evacuaieracies voor Noord-Nederland en de

    Waddeneilanden zouden moeen onderschrijven voorda

    ingesemd kan worden me he meenemen van deze evacu-

    aieracie in de normen. Voor de eilanden word serk

    gewijeld aan de haalbaarheid van prevenieve evacuaie.

    21Bijlage Deltaprogramma | WaddengebiedTerug naar inhoud

  • 8/11/2019 Synthesedocument Waddengebied. Achtergronddocument B10.

    22/80

    In januari 2014 bespreek de suurgroep he opgeselde

    concep regionale advies over de veiligheidsnormen. He

    advies is om in principe ui e gaan van de landelijke ui-

    komsen (analyses DP Veiligheid), me een aanal kanteke-

    ningen. De suurgroep beslui om op de vase wal de lande-

    lijk bepaalde prevenieve evacuaieracie in he advies mee

    e nemen. Voor de rajecen op vase wal adviseer de suur-

    groep een norm van 1/3.000. Di advies wijk alleen op

    rajec 6_4 a van de landelijke echnische berekeningen.

    He awijkende advies word gegeven omda he verschil

    me de normhooge op de direc naasliggende rajecen

    vanui de gebiedskenmerken nie als logisch beschouwd

    word. De suurgroep adviseer om de economische schade

    door uival van gas/energie inrasrucuur in de Eemsdela

    mee e nemen. Di resuleer voor de waerkering van Eems-haven o de Duise grens in een hogere norm van 1/10.000

    voor de rajecen 6_7 en 6_8.

    Op de Waddeneilanden wens de suurgroep ui e gaan van

    0% prevenieve evacuaie en adviseer voor de dijken (de

    analyses voor de duinen waren landelijk oen nog nie

    beschikbaar) daarom hogere normen dan landelijk. Daarbij

    verzoek de suurgroep om een nadere analyse naar de

    mogelijkheden voor evacuaie op de eilanden e saren.

    In de regionale suurgroep SGDPW van 14 april 2014 worden

    de voorlopige bevinding van he onderzoek naar evacuaieop de Waddeneilanden besproken. He rappor van de Anea

    Group (Zuideveld Venema, 2014) laa zien da er mogelijkhe-

    den zijn om mensen e evacueren. He is echer onvoldoen-

    de duidelijk o de locaies voldoende geschik en veilig zijn

    en in hoeverre de capaciei oereikend is. De suurgroep

    beslui daarom om vas e houden aan de lijn om nu geen

    prevenieve evacuaie in de eisen aan de waerkeringen mee

    e nemen en vraag om di zo in he advies over de norme-

    ring e verwerken.

    In de regionale suurgroep van 26 mei 2014 word he concep

    advies besproken er vasselling. De suurgroep beslui om

    nog in he advies op e nemen da de norm voor de duinen op

    Vlieland bij gelijk zou moeen zijn aan de norm voor de dijk.

    Di leid o een aanpassing van de geadviseerde norm van

    1/300 naar 1/1000. De overige adviezen van de regio zijn op

    da momen - me uizondering van de evacuaieracie op de

    Waddeneilanden - landelijk al overgenomen.

    In juni 2014 hee de suurgroep via een schrielijke ronde

    haar definiieve advies vasgeseld (SGDPW, 2014c). He

    advies over geen evacuaie op de eilanden word in de lande-

    lijke suurgroep op 4 juni 2014 (SGDP, 2014) overgenomen.

    Alleen he advies om op Vlieland de norm voor de duinen op

    1/1.000 e zeten word landelijk nie overgenomen.

    De opgave voor de waerkeringen bij de voorgeselde nieu-

    we normen word door he Delaprogramma Veiligheid nog

    nader uigewerk. De VNK2 rapporen over dijkring 6 en de

    Friese Waddeneilanden (nog e verschijnen) geven een

    aangescherp beeld van de huidige oesand, in ermen van

    oversromingskansen. He is de verwaching da er geen

    exra veiligheidsopgave in he waddengebied lig en gevol-

    ge van de nieuwe normen.

    3.3

    Probleemanalyse buiendijkse

    gebieden

    3.3.1 Huidige opgaveVoor buiendijkse gebieden geld geen wetelijk bescher-

    mingsniveau. Me een decenrale invulling voor waerveilig-

    heid buiendijks worden de risicos op slachoffers in hebuiendijks gebied beperk. Aankelijk van hooge en

    ligging saan buiendijkse gebieden ijdens sormomsan-

    digheden onder waer. Voor nauurgebieden en kwelders is

    di geen probleem, maar in havens en bedrijven-erreinen,

    bij veerdammen en in bewoonde gebieden veroorzaak he

    hinder (Delaprogramma Waddengebied 2012). De gevoelig-

    heid voor slachoffers is laag, omda in deze gebieden wei-

    nig mensen werken. Maar de gevoeligheid voor schade kan

    hoog zijn als he gaa om elekrische insallaies, opgesla-

    gen producen en geparkeerde auos (Kloserman, 2013a).

    Langs de vase wal ondervinden de havenerreinen van

    Lauwersoog en Delzijl momeneel de groose hinder.

    Ongeveer 1 keer in de 5 jaar lopen delen van deze havener-

    reinen onder. Soorgelijke siuaies doen zich voor bij de

    veerdammen op de eilanden en de haven van Harlingen. De

    Eemshaven en de marinehaven in Den Helder zijn laer en

    hoger aangelegd, en sromen ook bij zware sormen nie

    onder. Hier zullen pas op langere ermijn problemen opre-

    den, als de zeespiegel (veel) verder sijg. He zijn de hooge-

    verschillen in de buiendijkse gebieden die maken da de

    siuaie per bedrij o per woning verschillend is. Daardoor

    22Bijlage Deltaprogramma | WaddengebiedTerug naar inhoud

  • 8/11/2019 Synthesedocument Waddengebied. Achtergronddocument B10.

    23/80

    zullen collecieve maaregelen zoals een verzekering o

    rampenonds moeilijk e realiseren zijn. Verder liggen er

    veel buiendijkse erreinen op de Waddeneilanden.

    He gaa om groe nauurgebieden, maar ook om veerdam-

    men, bedrijvenerreinen en bebouwing, zoals bij Wes-

    Terschelling en he ooselijk deel van Vlieland (bedrijvener-

    rein)(Smale& Lagendijk, 2012). Over de rollen en

    veranwoordelijkheden en de implemenaie ervan ussen

    overheden onderling en naar bewoners en gebruikers van

    buiendijkse gebieden oe is beere risicocommunicaie en

    -inormaie nodig. Op die manier word bewuswording bij

    berokkenen vergroo en is men voorbereid als er sprake is

    van oversromingen (Delaprogramma Waddengebied,

    2012).

    3.3.2 Opgave door zeespiegelsijging enbodemdalingEen aanzienlijk deel van he areaal buiendijkse gebieden

    lig naar verwaching hoog genoeg om o 2100 geen seri-

    euze problemen e ondervinden van zeespiegelsijging. Als

    in de oekoms de zeespiegel verder sijg o golfelasingen

    verder oenemen kunnen meerdere buiendijkse erreinen

    vaker en requener oversromen. Di kan leiden o een

    oename van overlas en economische schade. Ook opruk-

    kende geulen kunnen een probleem vormen voor buien-

    dijkse erreinen. Bij een ysiek knikpun (de Waddenzee kande zeespiegelsijging nie bijhouden) zal er meer waer

    ussen de eilanden heen en weer sromen waardoor meer

    erosie opreed. Mogelijk zal he vaker noodzakelijk zijn om

    me alernaie geulbeheer een groere erosie van buien-

    dijkse gebieden e voorkomen. He slachofferrisico kan in

    de oekoms beperk blijven als exra bewoning word voor-

    komen. De kans op economische schade zal voor sommige

    bedrijven wel oenemen en hun mogelijkheden om daar

    ies aan e doen lijken beperk (Delaprogramma Wadden-

    gebied, 2012).

    3.4

    Probleemanalyse Eems-Dollard

    esuarium

    3.4.1 Huidige opgaveIn de derde oesronde is een aanal dijksecies in he Eems-

    Dollard esuarium agekeurd. De morologische veranderin-

    gen in he Eems-Dollard esuarium (vooral in he mon-

    dingsgebied) zijn complex door een mix van effecen van

    nauurlijke oorsprong en van menselijk ingrijpen (Delapro-

    gramma Waddengebied, 2012). Menselijke acivieien

    bereffen onder meer vaargeul-onderhoud en -verdiepingen hisorische landaanwinning. Door deze indijkingen en

    inpolderingen is he areaal droogvallende plaen en voor-

    land serk verminderd. De veranderingen vinden in ruime

    en ijd op een groe schaal plaas. Vasgeseld is da monio-

    ring belangrijk is om meer inzich e krijgen in auonome

    morologische onwikkelingen en effecen van ingrepen.

    Op advies van de Dela-commissaris (Delaprogramma

    Waddengebied, 2013a) hee Rijkswaersaa onderzoch o

    kennis-onwikkeling op he gebied van morologische

    processen in he esuarium voldoende aanslui bij de beno-

    digde maaregelen. Gebleken is da de huidige kennis vanhe esuarium nog onvoldoende is.

    3.4.2 Opgave door zeespiegelsijging enbodemdaling

    Van recenere daum is de bodemdaling door gaswinning:

    deze bedraag enkele decimeers in he deel van he esua-

    rium in de buur van Delzijl (opgereden bodemdaling 25

    cm o 2008, verwache bodemdaling in 2070: maximaal

    47cm (htp://www.commissiebodemdaling.nl/)). Serke

    sedimenbewegingen compenseren groendeels de effecen

    van de bodemdaling in di gebied (Delaprogramma Wad-

    dengebied, 2013a; Hoeksema e al., 2004).

    Ui de analyse in 2013 (Wang, 2013) is gebleken da in de

    agelopen decennia de exreme hoogwaersanden in he

    esuarium heel geleidelijk, maar significan sneller sijgen

    dan he gemiddelde zeeniveau. Van de vier saions (Hui-

    berga, Eemshaven, Delzijl e Nieuw Saenzijl) laa vooral

    he saion bij Delzijl na 1955 een duidelijke sijging zien

    van exreme hoogwaersanden. Deze sijging bedraag ca. 1

    cm/jaar en is aanzienlijk meer dan de zeespiegelsijging in

    23Bijlage Deltaprogramma | WaddengebiedTerug naar inhoud

    http://www.commissiebodemdaling.nl/http://www.commissiebodemdaling.nl/
  • 8/11/2019 Synthesedocument Waddengebied. Achtergronddocument B10.

    24/80

    deze regio. Deze onwikkeling in he Nederlandse deel van

    he esuarium (Eemshaven, Delzijl en Nieuwe Saenzijl) is

    belangrijk voor de waerveiligheid egen oversromingen en

    de voorkeursraegie, me name om e ween o deze sij-

    ging van exreme hoogwaersanden in de oekoms verder

    zal doorgaan en wa de mogelijke oorzaken zijn. Ui de

    analyse kom naar voren da de sijging van exreme hoog-

    waersanden aan drie oorzaken kan worden oegeschreven,

    namelijk :

    1. zeespiegelsijging;

    2. vergroing van de geij ampliude in de Noordzee;

    3. verserking van opslingeren (amplificaie) van he geij in

    he esuarium.

    Oorzaken 2 en 3 verklaren waarom de exreme hoogwaer-sanden sneller dan he gemiddelde zeeniveau sijgen.

    Daarbij zijn oorzaak 1 en 2 vooral auonome processen;

    alleen oorzaak 3 is een syseemeigenschap die samenhang

    me ineracies ussen geijbeweging, sedimentranspor en

    morologische onwikkelingen in he esuarium. Er blijven

    dan nog kennisvragen over me berekking o he syseem-

    gedrag van he Eems-Dollard esuarium. In 2014 is door

    Delares een advies opgeseld (Wang, 2014) waarui blijk da

    de verserke geij amplificaie in he benedensroomse deel

    van he esuarium zeer waarschijnlijk nie he gevolg is van

    morologische veranderingen in di deel van he esuarium.De verserke geij amplificaie, ook in he benedensroom-

    se deel, kan vooral worden verklaard door de veranderingen

    in he bovensroomse deel van he esuarium waar een

    verdieping van de Eems rivier hee plaasgevonden en de

    hydraulische ruwheid is agenomen door de verhoogde

    roebelheid en slibconcenraies. Me berekking o de

    ecologische oesand van he esuarium kan worden verwe-

    zen naar (PRW, 2012).

    3.5Overige opgaven

    3.5.1 Zoewaervoorziening op de eilandenVanui he Delaprogramma gezien speel in he Waddenge-

    bied geen zoewaeropgave. Me uizondering van Texel

    word op alle Waddeneilandendrinkwaer gewonnen ui de

    zoewaerbellen in de duinen. Zeespiegelsijging en veran-

    derende neerslagparonen hebben invloed op deze sraegi-

    sche zoewaervoorraden. De eilanden Vlieland en Schier-

    monnikoog hebben geen drinkwaerleiding naar de vase

    wal en zijn volledig aankelijk van duinwaer. De Wadden-

    eilanden hebben de ambiie om in 2020 volledig zelvoor-

    zienend e zijn op he gebied van duurzame energie- en

    waervoorziening. Texel hee een aanzienlijke agrarische

    secor. De agrarirs op he eiland zijn voor de groei van hun

    gewassen aankelijk van hemelwaer. Aanvoer van zoewa-

    er in ijden van drooge is nie mogelijk. Daarnaas hee

    men ijdens droge perioden op verschillende plekken op

    he eiland e maken me inerne verziling van de bodem

    (Delaprogramma Waddengebied, 2013a).

    Klimaaveranderingen kunnen voor de eilanden leiden o

    he requener opreden van perioden van (langdurige)drooge en van piekbuien, en kan de verzilingsproblema-

    iek verergeren (Delaprogramma Waddengebied, 2013a).

    Di is geen opgave die in he Delaprogramma Waddenge-

    bied is geagendeerd, maar is onderdeel van he Delapro-

    gramma Zoewaer.

    3.5.2 Spuien van zoewaer op de WaddenzeeVia een aanal kunswerken word he zoee waer, aange-

    voerd door de rivieren en neerslag, ui he acherland age-

    voerd naar de Waddenzee. Klimaaverandering hee invloed

    op de zeespiegelsijging en de hoeveelheid regenval, deverdeling ervan over he jaar en de regeninensiei. Moge-

    lijk zal de avoercapaciei bij hoge buienwaersanden

    vergroo moeen worden om in de oekoms he zoee waer

    snel genoeg e kunnen avoeren. Di kan door vergroing

    van besaande gemaalcapaciei o door aanvulling en/o

    vervanging van besaande spuicapaciei me/door gemaal-

    capaciei voor de avoer vanui onder meer he IJsselmeer

    en he Lauwersmeer (Delaprogramma Waddengebied

    2012).Delaprogrammas IJsselmeer en Waddengebied heb-

    ben me he programma Naar een Rijke Waddenzee de

    ecologische en morologische relaies ussen he IJsselmeer

    en de Waddenzee nader laen beschouwen. Voor de beoor-

    deling van de sraegien voor he oekomsig peilbeheer op

    he IJsselmeer zijn vanui ecologie en morologie van de

    Waddenzee een aanal ecologische aspecen genoemd

    (Elzinga &Oerdoom, 2011). Verder kom ui rilaeraal

    onderzoek naar voren da mogelijk rekening moe worden

    gehouden me een verserking/verzwakking van de esua-

    riene circulaie ijdens hogere/lagere avoeren, waardoor

    meer/minder sedimen de Waddenzee in zal gaan.

    24Bijlage Deltaprogramma | WaddengebiedTerug naar inhoud

  • 8/11/2019 Synthesedocument Waddengebied. Achtergronddocument B10.

    25/80

    . Samenhang medeelprogrammas

    4.1

    Inleiding

    Zoals eerder beschreven (H2.3) besaa he Delaprogramma

    ui negen deelprogrammas, waarvan zes regionale deelpro-

    grammas voor specifieke delen van he land worden uige-

    voerd en drie generieke deelprogrammas die hemaisch

    van aard zijn. Deze negen deelprogrammas zijn nauw me

    elkaar verbonden omda de opgave in he ene gebied direc

    samenhang me de opgave in he andere gebied. Dizelde

    geld bijgevolg ook voor de sraegien die een anwoord

    geven op deze opgaven. Er word agesemd ussen de deel-

    programmas (Delaprogramma Waddengebied, 2010a) .

    Er is sprake van n samenhangend waersyseem vana he

    pun waar de groe rivieren ons land binnenkomen o aan

    de zee en van de Schelde o de monding van de Eems langs

    de kus. He Delaprogramma hee in beeld gebrach wa

    de belangrijkse suurknoppen in di samenhangend

    waersyseem zijn en welke sanden van deze knoppen he

    speelveld aan oplossingen bepalen. Een suurknop is vol-

    gens he Delaprogramma een manier om een opgave voor

    waerveiligheid en zoewaer over he land e verdelen. De

    Delaprogrammas gebruiken deze suurknoppen om de

    bandbreede voor de mogelijke sraegien (doelen, maare-

    gelen en onwikkelpad) e bepalen. De uieindelijke sanden

    van de suurknoppen worden vasgelegd in de Delabeslis-

    singen (Delacommissaris, 2012). Voor he zanddelend

    syseem is de suurknop zand belangrijk me berekking osuppleiehoeveelheden. Hieronder worden kor de suur-

    knoppen beschreven de relevan zijn voor he waddenge-

    bied.

    4.2

    Suurknoppen in he

    hoodwaersyseem: suurknop waer

    In he hoodwaersyseem (van Eijsden en Lobih o aan

    zee) word me name he waer van Rijn en Maas over

    Nederland verdeeld. Voor he waddengebied is he hood-

    waersyseem relevan voor wa bere de avoer van he

    IJsselmeerwaer naar de Waddenzee (zie figuur 7). Deze

    word gereguleerd door de suurknop 3A, avoercapaciei

    bij de Asluidijk en suurknop 3B, peilbeheer op he IJssel-

    meer. Naar verwaching word in de oekoms een exra

    hoeveelheid zoewaer gespuid naar de Waddenzee. In di

    Bijlage Deltaprogramma | WaddengebiedTerug naar inhoud 25

  • 8/11/2019 Synthesedocument Waddengebied. Achtergronddocument B10.

    26/80

    meegenomen in he Delaprogramma IJsselmeergebied en

    aanzien van he spuien van zoewaer (Delaprogramma

    IJsselmeergebied, 2013). De verserking van de Asluidijk

    word door Rijkswaersaa, samen me regionale parijen,

    opgepak in he projec Toekoms Asluidijk.

    4.3

    Suurknoppen in he zanddelend

    syseem: suurknop zand

    Zoals in he vorige hoodsuk beschreven, saan de Neder-landse kusgebieden me elkaar in verbinding via zandsro-

    men en is er sprake van n zanddelend syseem (Delacom-

    missaris, 2012).De belangrijkse suurknop voor he

    kuswaersyseem is de oepassing van zandsuppleies.

    Me zandsuppleies is he mogelijk zand oe e voegen aan

    he syseem. De drie deelprogrammas Kus, Zuidweselijke

    Dela en Waddengebied geven in hun mogelijke sraegien

    aan hoe suppleies e gebruiken zijn om de veiligheid e

    waarborgen, op de kore en lange ermijn. Ook geven zij

    aan hoe suppleies bijdragen aan de ecologische, ruime-

    lijke en economische waarden van he gebied. De drie deel-programma's hebben onderling agesemd hoe de srae-

    verband zijn ook de gemalen die op de Waddenzee spuien

    van belang, evenals de spuisluis bij Lauwersoog. De exra

    hoeveelheid zoewaer kan gevolgen hebben voor de moro-

    logische en ecologische relaies in he waddengebied (Elzin-

    ga &Oerdoom, 2011). Langs de kus (van de Schelde o de

    monding van de Eems) gaa he om de verdeling van zand

    door middel van zandsuppleies.

    Hoewel he IJsselmeer en de Waddenzee slechs door een

    dijk van elkaar gescheiden zijn, is er nauwelijks een relaie

    ussen de sraegien die voor beide gebieden onwikkeld

    zijn. Bij de uiwerking van de voorkeursraegie voor he

    IJsselmeergebied me berekking o peilbeheer, zal reke-

    ning gehouden moeen worden me de manier waarop he

    waer ui he gebied naar de Waddenzee word agevoerd.De waeravoer kan geconcenreerd o gespreid plaasvin-

    den, zowel in ijd als in de ruime. Di kan,zoals in Hood-

    suk 3 al besproken, een negaieve invloed hebben op de

    ecologie en de morologie van he waddengebied ne en

    noorden van de Asluidijk. He spui- en sluisbeheer is

    daarom een blijvend aandachspun voor vervolgprojecen.

    Door de hogere zeespiegel kan he IJsselmeerwaer minder

    onder nauurlijk verval gespuid worden en zijn mogelijk

    exra pompen nodig op de Asluidijk. Di hee een moge-

    lijk negaie effec op de waerkwaliei en ecologische

    oesand van de Waddenzee. De Asluidijk is gn onder-deel van he Delaprogramma Waddengebied maar word

    Figuur 7 Stuurknoppen water: uitsnede waddengebied en IJsselmeergebied (Deltacommissaris 2012)

    26Bijlage Deltaprogramma | WaddengebiedTerug naar inhoud

  • 8/11/2019 Synthesedocument Waddengebied. Achtergronddocument B10.

    27/80

    gien doorwerken langs de aangrenzende delen van de kus,

    via he zandige syseem (Delacommissaris 2012) (zie figuur

    8). De e volgen sraegie rondom he zandig syseem is

    opgenomen in de Beslissing Zand. Hoodsuk 7 gaa hier

    verder op in. Ook worden in Hoodsuk 7 de adapaiepaden

    voor he zandig syseem beschreven.

    Omda veel onderzoek en keuze van sraegien samenhan-

    gen me vragen rond he zandige syseem in deze Delapro-

    grammas is er dan ook regelmaig asemming ussen de

    deelprogramma's Kus, Zuidweselijke Dela en Waddenge-

    bied in 3D verband. He bere vooral kennisvragen rond-

    om di zandige kussyseem en morologische onwikkelin-

    gen van plaa-geulsysemen en buiendelas bij de

    Waddeneilanden en kennisvragen me berekking o oe-

    komsige zandsuppleies en kunnen meegroeien van hezanddelend kussyseem me de zeespiegelsijging.

    Verder is er asemming en uiwisseling me Delaprogram-

    ma Zuidweselijke Dela me berekking o eco-enginee-

    ring, biobouwers en innovaieve dijken en kwelders.

    27Bijlage Deltaprogramma | WaddengebiedTerug naar inhoud

  • 8/11/2019 Synthesedocument Waddengebied. Achtergronddocument B10.

    28/80

    ||

    Kaart van het Nederlandse zandige kustsysteem. Een zandig kustsysteem is een geheel

    van (overwegend) zandige kustwateren, estuaria en zeegaten inclusief zandige oevers

    (stranden en duinen). In ons land onderscheiden we binnen dit zandige systeem zanddelende

    onderdelen (kustfundament, Waddenzee en Westerschelde) en niet-zanddelende onderdelen

    (de semi-afgesloten bekkens in de Zuidwestelijke Delta zoals Oosterschelde, Grevelingen

    en Haringvliet en de bekkens langs de Waddenzee (IJsselmeer, Lauwersmeer)). Zanddelend

    wil zeggen dat tussen die onderdelen van het zandige systeem actieve uitwisseling van zand

    plaatsvindt als gevolg van waterstroming en wind. (kaart: DPK / Jelle Gulmans)

    Zandig systeem

    Kustfundament

    Huidig zanddelend

    kustsysteem

    Niet-zanddelende

    deelsystemen*

    Niet-zanddelende

    deelsystemen

    (drooggelegd)

    Duinen (als onder-

    deel van het zand-

    delend systeem)

    * Deze deelsystemen zijn na 1900 door

    menselijke ingrepen vrijwel afgesloten

    van zanddeling met het kustsysteem

    N

    >+ -

    Figuur 8 Zanddelend systeem en de stuurknop zand : uitsnede voor het waddengebied (Nationale Visie Kust, 2013)

    28Bijlage Deltaprogramma | WaddengebiedTerug naar inhoud

  • 8/11/2019 Synthesedocument Waddengebied. Achtergronddocument B10.

    29/80

    . Randvoorwaardenen uigangspunen

    Effecmodules: beperk van oepassing voor Delapro-

    gramma Waddengebied

    Vergelijkingssysemaiek

    Delaporaal

    Rekennewerk Experisecenrum Kosen /Baen

    In figuur 9 is he Dela-insrumenarium nogmaalsweerge-

    geven(Delacommissaris, 2013).

    5.2

    Delamodel

    He Delamodel vorm he har van de waerhuishoudkun-

    dige analyses. In di model is een groo aanal besaande

    modellen genegreerd. De Delaprogrammas maken zo

    gebruik van dezelde modellen, wa de consisenie en de

    efficinie en goede kom. He Delaprogramma Wadden-

    gebied maak geen onderdeel ui van he Delamodel, maar

    is wel berokken bij he Rekennewerk, zoda me de juise

    uniorme uigangspunen en modellen word gerekend

    5.1

    Dela-insrumenarium

    He Delaprogramma is in he leven geroepen om voor de

    opgaven zoals beschreven in hoodsuk 2 oplossingsrichin-

    gen en maaregelen e onderzoeken en sraegische keuzes

    voor e bereiden. Volgens planning worden in 2014 vij

    bepalende Delabeslissingen aan de poliiek voorgelegd en

    he Dela-insrumenarium help daarbij. He Dela-insru-

    menarium bied me samenhangende modelberekeningen

    en kwaliaieve effecbepalingen meer inzich in mogelijke

    oekomsige siuaies en orden sapsgewijs he denken over

    kansrijke oplossingen, zoda voorkeursraegien en Dela-

    beslissingen een sevig inhoudelijk undamen hebben.

    Door deze aanpak gebruiken alle Delaprogramma's dezel-

    de, acuele kennis en worden analyses me dezelde meho-

    den, uigangspunen en modellen uigevoerd.

    He Dela-insrumenarium besaa ui een samenhangend

    geheel van:

    Delamodel: deze is nie van oepassing voor Delapro-

    gramma Waddengebied

    Delascenarios: deze hebben een relaie me he Reken-

    newerk

    Bijlage Deltaprogramma | WaddengebiedTerug naar inhoud 29

    http://localhost/var/www/apps/conversion/tmp/scratch_8/weergegeven.Ziehttp://localhost/var/www/apps/conversion/tmp/scratch_8/weergegeven.Ziehttp://localhost/var/www/apps/conversion/tmp/scratch_8/weergegeven.Ziehttp://localhost/var/www/apps/conversion/tmp/scratch_8/weergegeven.Zie
  • 8/11/2019 Synthesedocument Waddengebied. Achtergronddocument B10.

    30/80

    Figuur 10 laa zien da he veld groer word naarmae we

    verder in de oekoms kijken. De onzekerheid over de eie-

    lijke siuaie neem exponenieel oe. He jaar 2000 is geko-zen als indicaie voor de huidige siuaie, he sarpun voor

    de onwikkelingen in de scenarios. Voor de sociaal-econo-

    mische onwikkelingen is de siuaie omsreeks 2008 he

    sarpun. Als reerenie voor hydrologische effecen van

    klimaaverandering is de periode 1961-1995 gekozen, omda

    daarvoor de mees geschike neerslaggegevens ui he iner-

    naionale sroomgebied van de rivieren beschikbaar zijn.

    Voor de wee zichtermijnen is uigegaan van de jaren 2050

    en 2100. Voor he klimaa geven deze jaarallen he middel-

    pun van perioden van ruwweg 30 jaar waarvoor da klimaa

    is gedefinieerd. Uieraard vormen deze jaarallen in deoekoms slechs pikepaaljes en is er nie op voorhand e

    voorspellen me welke snelheid de onwikkelingen zich

    zullen volrekken(PBL, 2013).

    zoals Hydra K. Di geld vooral voor doelbereik Waerveilig-

    heid en Delascenarios. Zie verder 5.6 he Rekennewerk.

    5.3

    Delascenarios

    Zoals in hoodsuk 3 al vermeld, baseren alle Delaprogram-

    mas hun werk op dezelde mogelijke oekomsbeelden voor

    klimaaverandering en sociaal economische onwikkelin-

    gen: de vier delascenarios Druk, Soom, Rus en Warm (zie

    ook htp://www.delacommissaris.nl/onderwerpen/kennis/

    delascenarios/index.aspxen de brochure overDelascenarios).Di zijn oekomsscenarios voor een peri-

    ode o 2100. Bij de opselling van deze Delascenarios in

    2012 is geanicipeerd op recene inzichen in klimaaonwik-

    keling die in 2013 door he IPCC gepubliceerd zijn. De dela-

    scenarios zijn onwikkeld in samenwerking ussen Delares,

    KNMI, Planbureau voor de Leeomgeving, Cenraal Planbu-

    reau en he Landbouw Economisch Insiuu onder regie

    van RWS Waer, Verkeer en Leeomgeving.

    Delascenarios vormen een hulpmiddel om me de onze-

    kere oekoms om e gaan. Ze vormen een hou vas in de

    onwikkeling van de voorkeursraegien. In bovensaande

    figuur komen de kleuren blauw, rood, groen en geel over-

    een me Delascenarios Druk, Soom, Rus en Warm. De

    vier Delascenarios vormen als he ware de hoekpunen van

    he speelveld voor de mogelijke oekomsige onwikkelin-

    gen in Nederland. Een voorkeursraegie die geschik is bij

    elk van de vier delascenarios kan beschouwd als een gun-

    sige sraegie. He is op deze manier da onzekerheid over

    de oekoms word beperk, opda voorkeursraegien

    onwikkeld kunnen worden.

    DELTA-INSTRUMENTARIUM

    DELTAMODEL EFFECTMODULES

    DELTASCENARIOS DELTAPORTAAL

    VERGELIJKINGSSYSTEMATIEK

    REKENNETWERK EXPERTISECENTRUM KOSTEN EN BATEN

    Veiligheid Zoetwater

    voor belangrijke

    gebruiksfuncties

    Figuur 9 Overzicht van het Delta-instrumentarium (Deltacommissaris, 2013)

    Figuur 10 Overzicht van het speelveld bij verschillende deltascenarios

    (PBL, 2013)

    30Bijlage Deltaprogramma | WaddengebiedTerug naar inhoud

    http://www.deltacommissaris.nl/onderwerpen/kennis/deltascenarios/index.aspxhttp://www.deltacommissaris.nl/onderwerpen/kennis/deltascenarios/index.aspxhttp://www.deltacommissaris.nl/onderwerpen/kennis/deltascenarios/index.aspxhttp://www.deltacommissaris.nl/onderwerpen/kennis/deltascenarios/index.aspx
  • 8/11/2019 Synthesedocument Waddengebied. Achtergronddocument B10.

    31/80

    Basis

    Referentie

    (traditionele

    Trad. + technische

    opl.

    Rijke Dijk

    Overslagbestendig /

    overstroombare

    Deltadijk

    Multifunctioneel

    Parrallele dijken

    (Dubbele dijken)

    Voorlandkering

    Schermdijk

    Dijk-in-duin

    Dijk- in-boulevard

    Oeverdijk

    Dijk met kwelder

    Brede Groene dijk

    Dijk met

    kwelderwal

    Oesterbank

    (voorlandkering)

    Zand/bagger

    suppleties