statuten en reglementen CNV Publieke Zaak per 1 juli 2012 MijnVakbond.nl/Overheid... ·...
Embed Size (px)
Transcript of statuten en reglementen CNV Publieke Zaak per 1 juli 2012 MijnVakbond.nl/Overheid... ·...

STATUTEN
EN
REGLEMENTEN
PER 1 JULI 2012

2
INHOUDSOPGAVE
VOORWOORD 10
STATUTEN 11
Preambule 11
Begripsbepalingen 12
Artikel 1 12
Naam en zetel 13
Artikel 2 13
Verenigingsjaar 13
Artikel 3 13
Grondslag 13
Artikel 4 13
Doel en taakstelling 13
Artikel 5 13
Middelen 14
Artikel 6 14
Geldmiddelen 15
Artikel 7 15
Rechtshulp 15
Artikel 8 15
Leden 15
Artikel 9 15
Aanmelding en toelating als lid 16
Artikel 10 16
Einde lidmaatschap 16
Artikel 11 16
Contributie 17
Artikel 12 17
Register 18
Artikel 13 18
Algemene Vergadering 18
Samenstelling 18
Artikel 14 18
Afgevaardigden 19
Artikel 15 19

3
Stemrecht 19
Artikel 16 19
Taken en bevoegdheden 20
Artikel 17 20
Voorzitterschap, notulen 21
Artikel 18 21
Besluitvorming van de Algemene Vergadering 22
Artikel 19 22
Bestuur 23
Verkiezing 23
Artikel 20 23
Einde Bestuurslidmaatschap, schorsing en ontslag 25
Artikel 21 25
Bestuursfuncties 25
Artikel 22 25
Taken en bevoegdheden, vertegenwoordiging 26
Artikel 23 26
Goedkeuring van besluiten van het Bestuur 26
Artikel 24 26
Raad van Toezicht 26
Aantal leden 26
Artikel 25 26
Vergoeding 28
Artikel 26 28
Taken en bevoegdheden 28
Artikel 27 28
Werkwijze en besluitvorming 29
Artikel 28 29
Landelijke Groepen 29
Artikel 29 29
Geldmiddelen van de Landelijke Groepen 30
Artikel 30 30
Landelijk Groepsbestuur 31
Artikel 31 31
Regionale, Plaatselijke en Bedrijfsledengroepen 31
Artikel 32 31
Geschillen 32
Artikel 33 32

4
Reglementen 32
Artikel 34 32
Algemene bepalingen 34
Artikel 35 34
Wijziging 34
Artikel 36 34
Ontbinding en vereffening 35
Artikel 37 35
Beslissingsbevoegdheid 35
Artikel 38 35
Publicatie 35
Artikel 39 35
HUISHOUDELIJK REGLEMENT 36
Begripsbepalingen 36
Artikel 1 36
Leden 37
Artikel 2 37
Contributie 37
Artikel 3 37
Artikel 4 37
Lidmaatschapswijzigingen 38
Artikel 5 38
Artikel 6 39
Artikel 7 39
Schorsing 39
Artikel 8 39
Verengingsorganen 40
Artikel 9 40
Algemene Vergadering 40
Artikel 10 40
Artikel 11 40
Bestuur 41
Artikel 12 41
Raad van Toezicht 41
Artikel 13 41
Stemmingen binnen verenigingsorganen 42

5
Artikel 14 42
Raadpleging 42
Artikel 15 42
Verslagen 43
Artikel 16 43
Artikel 17 43
Artikel 18 43
REGLEMENT BESTUUR 44
Begripsbepalingen 44
Artikel 1 44
Doel reglement 44
Artikel 2 44
Taken en bevoegdheden 45
Artikel 3 45
Specifieke taken en bevoegdheden 45
Artikel 4 45
Taakverdeling 46
Artikel 5 46
Vergaderingen en besluitvorming 46
Artikel 6 46
REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT 47
Begripsbepalingen 47
Artikel 1 47
Doel reglement 47
Artikel 2 47
Taken en bevoegdheden 47
Artikel 3 47
Specifieke taken en bevoegdheden 48
Artikel 4 48
Individuele advisering 48
Artikel 5 48
Kwaliteitseisen 48
Artikel 6 48
(Plv.)voorzitter 49

6
Artikel 7 49
Secretariaat 49
Artikel 8 49
Vergaderingen en besluitvorming 49
Artikel 9 49
Informatie 50
Artikel 10 50
Verantwoording 51
Artikel 11 51
Commissies en afvaardigingen 52
Artikel 12 52
Wijzigingen 52
Artikel 13 52
REGLEMENT LANDELIJKE GROEPEN 53
Begripsbepalingen 53
Artikel 1 53
Landelijke Groep 53
Artikel 2 53
Doel en taakstelling 54
Artikel 3 54
Instelling 54
Artikel 4 54
Landelijk Groepsbestuur 54
Samenstelling 54
Artikel 5 54
Taken en bevoegdheden 55
Artikel 6 55
Vergaderingen 55
Artikel 7 55
Stemmen 55
Artikel 8 55
Raadpleging 56
Artikel 9 56
Dagelijks Groepsbestuur 56
Artikel 10 56
Voorzitter 57

7
Artikel 11 57
Secretaris 57
Artikel 12 57
Penningmeester 57
Artikel 13 57
Aftreden 58
Artikel 14 58
Algemene ledenvergadering 58
Artikel 15 58
Voorstellen algemene ledenvergadering 59
Artikel 16 59
Oproeping algemene ledenvergadering 59
Artikel 17 59
Financieel beheer 59
Artikel 18 59
Rekening en verantwoording 60
Artikel 19 60
Geldmiddelen 60
Artikel 20 60
Jaarverslag 61
Artikel 21 61
Algemene bepalingen 61
Artikel 22 61
Opheffing 61
Artikel 23 61
Aanvullend reglement 61
Artikel 24 61
Regionale, Plaatselijke en Bedrijfsledengroepen 61
Artikel 25 61
Artikel 26 62
Artikel 27 62
Artikel 28 62
Slotbepaling 62
Artikel 29 62
REGLEMENT ALGEMENE VERGADERING 63
Begripsbepalingen 63

8
Artikel 1 63
Artikel 2 63
Samenstelling afvaardiging Algemene Vergadering 63
Artikel 3 63
Artikel 4 63
Gang van zaken algemene vergadering 64
Artikel 5 64
Artikel 6 64
Artikel 7 64
Artikel 8 64
Artikel 9 64
Artikel 10 65
Artikel 11 65
Artikel 12 65
Artikel 13 65
Bijzondere bepalingen 65
Artikel 14 65
Reglementswijziging en hardheidsclausule 66
Artikel 15 66
REGLEMENT COMMISSIES 67
Begripsbepalingen 67
Artikel 1 67
Artikel 2 67
Artikel 3 67
Artikel 4 67
Artikel 5 67
Artikel 6 68
Artikel 7 68
Artikel 8 68
REGLEMENT VERTROUWENSCOMMISSIE BESTUURS-
BENOEMINGEN 69
Begripsbepalingen 69
Artikel 1 69
Doel van de commissie 69
Artikel 2 69

9
Samenstelling van de commissie 69
Artikel 3 69
Artikel 4 70
Artikel 5 70
Werkwijze 70
Artikel 6 70
Kosten 70
Artikel 7 70
Slotbepaling 71
Artikel 8 71
REGLEMENT VAN BEROEP 72
Begripsbepalingen 72
Artikel 1 72
Raad van Toezicht 72
Artikel 2 72
Bevoegdheid 72
Artikel 3 72
Het beroep 73
Artikel 4 73
Kosten 73
Artikel 5 73
Wijzigingen 73
Artikel 6 73
REGLEMENT WERK EN INKOMEN 74
Rechten van het lid 74
Beperking van rechten van het lid 74
Hoger beroep 75
Kosten 75
Klachten 76
Aansprakelijkheid 76
Hardheidsclausule 76
Nadere richtlijnen 76

10
VOORWOORD
Deze statuten zijn op 1 januari 2012 in werking getreden naar aanleiding van het besluit van
de Algemene Vergadering op 24 november 2011 tot herziening van de teksten van de
statuten. Tevens is door de Algemene Vergadering besloten in 2012 de reglementen te
herzien. Na goedkeuring en vaststelling van de nieuwe reglementen door de Algemene
Vergadering zullen deze aan de huidige statuten worden toegevoegd en vindt er uitgave
plaats van een compleet document Statuten en Reglementen CNV Publieke Zaak.
Statuten en reglementen geven een formeel-juridische basis aan de structuur van CNV
Publieke Zaak. De structuur is leidraad voor ons dagelijks vakbondswerk waarbij de
belangenbehartiging, zowel individueel als collectief, voorop staat. Bij het stellen van
beleidsprioriteiten zal de structuur regelmatig kritisch moeten worden bezien. Het kan dan
noodzakelijk zijn de structuur aan te passen. Wij zijn er immers niet voor de structuur. De
structuur is er voor ons. Als leden van CNV Publieke Zaak geven wij onze organisatie zelf vorm.
Het Bestuur.

11
STATUTEN
Preambule
CNV Publieke Zaak is per twintig juni tweeduizend twee de rechtsopvolger van de CFO: CNV-
bond voor Overheid, Zorgsector en Verzelfstandigde Overheidsinstellingen (roepnaam de
CFO), opgericht op één januari negentienhonderddrieëntachtig, hierna te noemen: "de CFO".
Op dertien december tweeduizend één besloot de algemene vergadering van de CFO om de
naam van de CFO te wijzigen in CNV Publieke Zaak.
CNV Publieke Zaak zet de werkzaamheden voort van de CFO. De CFO was op haar beurt weer
een voortzetting van de:
- ARKA ("ARKA, vereniging van personeel werkzaam bij de Overheid en in de sectoren
Gezondheidszorg en Maatschappelijk Welzijn", oorspronkelijk genaamd Algemene
Rooms-Katholieke Ambtenarenvereniging), opgericht op acht september
negentienhonderdzeventien;
- NCBO (Nederlandse Christelijke Bond van personeel, werkzaam bij de Overheid en in
de sectoren gezondheidszorg en maatschappelijk welzijn), opgericht op zestien
oktober negentienhonderdzesenveertig;
- NCVVV (Nederlandse Christelijke Vereniging van Verpleegkundigen en Verzorgenden),
opgericht op zestien maart negentienhonderdzesenveertig.
CNV Publieke Zaak richt zich op de materiële en immateriële belangenbehartiging van haar
leden. De kaderleden en de medewerkers van CNV Publieke Zaak streven dit doel onder
andere na door gebruik te maken van de hun ingevolge artikel 6 van de statuten ter
beschikking staande middelen.
Op grond van haar doelstelling is CNV Publieke Zaak aangesloten bij de vereniging met
volledige rechtsbevoegdheid: Christelijke Centrale van Overheids- en Onderwijspersoneel,
gevestigd te 's-Gravenhage, en de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid: Christelijk
Nationaal Vakverbond (CNV), gevestigd te Utrecht, alsmede bij enige internationale
organisaties.
Als oprichtingsdatum wordt aangehouden: zeven februari negentienhonderd drie. Op deze
datum werd te Amsterdam besloten een organisatie van christelijke gemeentewerklieden te

12
stichten onder de naam Nederlandschen Christelijken Bond van Personeel in Publieken
Dienst. Deze datum kan derhalve als het officiële beginpunt van de christelijke
ambtenarenvakbeweging in Nederland worden beschouwd. De desbetreffende bond ging op
zestien oktober negentienhonderdzesenveertig op in de NCBO.
Begripsbepalingen
Artikel 1
In de statuten wordt verstaan onder:
a. Algemene Vergadering: het orgaan dat wordt gevormd door afgevaardigden, die door
en uit de leden worden gekozen, zoals bedoeld in artikel 39 van Boek 2 van het
Burgerlijk Wetboek;
b. algemene vergadering: de bijeenkomst van afgevaardigden;
c. Bedrijfsledengroepsbestuur: het bestuur van een Bedrijfsledengroep;
d. Bedrijfsledengroep: een bedrijfsledengroep als bedoeld in artikel 32 van de statuten;
e. Bestuur: het bestuur van de Vereniging als bedoeld in Titel 2 van Boek 2 van het
Burgerlijk Wetboek;
f. Bestuurder: lid van het Bestuur;
g. CNV: de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid: Christelijk Nationaal
Vakverbond in Nederland (CNV), statutair gevestigd te Utrecht, ingeschreven in het
handelsregister van de Kamers van Koophandel en Fabrieken onder nummer
40478675;
h. CNV Rechtshulp: de Onderlinge Waarborg Maatschappij: Onderlinge
Verzekeringsmaatschappij Rechtshulp CNV U.A., statutair gevestigd te Utrecht,
ingeschreven in het handelsregister van de Kamers van Koophandel en Fabrieken
onder nummer 30176906;
i. CNV zusterorganisatie: organisatie aangesloten bij het CNV, anders dan de
Vereniging;
j. Huishoudelijk Reglement: het huishoudelijk reglement van CNV Publieke Zaak;
k. Kaderlid: het lid van de Vereniging dat tevens lid is van een verenigingsorgaan van de
Vereniging of zitting heeft in een ondernemingsraad of zitting heeft in een
georganiseerd overleg bij een dienst, bedrijf, instelling, stichting of vereniging die
deel uitmaakt van de publieke sector of publieke dienstverlening of op welke wijze
dan ook activiteiten ontwikkelt ten behoeve van de Vereniging;
l. Landelijk Groepsbestuur: het bestuur van een Landelijke Groep;

13
m. Landelijke Groep: een landelijke groep als bedoeld in artikel 29 van de statuten;
n. Plaatselijk Groepsbestuur: het bestuur van een Plaatselijke Groep;
o. Plaatselijke Groep: een plaatselijke groep als bedoeld in artikel 32 van de statuten;
p. Raad van Toezicht: de raad van toezicht als bedoeld in artikel 25 van de statuten;
q. Regionaal Groepsbestuur: het bestuur van een Regionale Groep;
r. Regionale Groep: een regionale groep als bedoeld in artikel 32 van de statuten;
s. Secretaris: lid van het Bestuur met de functie van secretaris;
t. Vereniging: de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid CNV Publieke Zaak;
u. Voorzitter: lid van het Bestuur met de functie van voorzitter;
v. Werkorganisatie: de uitvoerende organisatie van de Vereniging belast met de
dagelijkse werkzaamheden.
Naam en zetel
Artikel 2
2.1. De vereniging draagt de naam: CNV Publieke Zaak.
2.2. Zij is gevestigd te 's-Gravenhage.
Verenigingsjaar
Artikel 3
Het verenigingsjaar valt samen met het kalenderjaar.
Grondslag
Artikel 4
De Vereniging aanvaardt de Bijbel, die de mens oproept tot dienst aan God en de naaste, als
uitgangspunt voor haar doelstellingen, beleid en werkzaamheden.
Doel en taakstelling
Artikel 5
5.1. De Vereniging stelt zich ten doel de behartiging van materiële en immateriële
belangen van haar leden.

14
5.2. De Vereniging oefent daartoe in elk geval de volgende taken uit:
a. het bevorderen van arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden,
arbeidsinhoud en arbeidsverhoudingen – zowel nationaal als internationaal –
die bijdragen tot rechtvaardige arbeidssituaties, medeverantwoordelijkheid en
het welzijn van de leden;
b. het verlenen van rechtshulp aan individuele leden;
c. het bevorderen van de ontwikkeling en vorming van de leden in het algemeen
en van de beroeps- casu quo vakopleiding in het bijzonder.
5.3. De Vereniging kan andere dan in artikel 5.2 genoemde taken uitoefenen die het
welzijn van de leden kunnen bevorderen.
Middelen
Artikel 6
6.1. De Vereniging tracht haar doel te bereiken door:
a. vertegenwoordiging in organen waarbij de belangen van de leden direct of
indirect betrokken zijn;
b. het afsluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten alsmede collectieve
regelingen met publiekrechtelijke organen;
c. het benaderen van en het voeren van overleg met overheidsorganen of andere
organen of personen;
d. het verlenen van rechtshulp aan leden in gevallen die verband houden met
hun werk en inkomen;
e. het laten verlenen van rechtshulp aan leden door CNV Rechtshulp, de
Vereniging, het CNV, een CNV zusterorganisatie of derden;
f. het houden van vergaderingen van verenigingsorganen, scholingscursussen
voor leden en het organiseren van andere bijeenkomsten;
g. het communiceren met de leden door middel van de uitgave van een
informatieblad en/of andere informatiemiddelen;
h. aansluiting bij het CNV casu quo aansluiting bij en samenwerking met andere
vak- en sociale organisaties in zowel Nederland als andere landen;
i. het kenbaar maken van de standpunten van de Vereniging in de media;
j. het voeren van acties;
k. het aanwenden van overige wettige middelen, die voor het doel van de
Vereniging bevorderlijk zijn.

15
6.2. De Vereniging kan, voor zover de in artikel 6.1 genoemde werkzaamheden dit met
zich meebrengen, ten behoeve van haar leden rechten bedingen en te hunnen laste
verplichtingen aangaan. Onder verplichtingen als bedoeld in de vorige volzin wordt
nadrukkelijk mede begrepen het aangaan van verplichtingen uit hoofde van
overeenkomsten als bedoeld in artikel 6.1.
Geldmiddelen
Artikel 7
De inkomsten van de Vereniging bestaan uit:
a. de contributies van de leden als bedoeld in artikel 12;
b. hetgeen wordt verkregen door erfstellingen en legaten, met dien verstande dat
erfstellingen niet anders kunnen worden aanvaard dan onder het voorrecht van
boedelbeschrijving;
c. andere baten.
Rechtshulp
Artikel 8
De rechtshulp als bedoeld in artikel 5.2 wordt aangeboden:
8.1. door de Vereniging als het individuele aangelegenheden op het terrein van werk,
inkomen en sociale zekerheid betreft. De rechten en verplichtingen van de leden zijn
vastgelegd in het door de Algemene Vergadering op voorstel van het Bestuur
vastgestelde reglement "Werk en Inkomen CNV Publieke Zaak".
8.2. door CNV Rechtshulp voor gezinsrechtshulp op andere terreinen van het recht. De
rechten en verplichtingen van de leden zijn vastgelegd in de polisvoorwaarden voor
gezinsrechtshulp.
Leden
Artikel 9
Leden kunnen zijn alle natuurlijke personen die ermee instemmen dat de Vereniging handelt
vanuit de in artikel 4 geformuleerde grondslag en:
a. werkzaam zijn in de publieke sector of publieke dienstverlening;
b. werkzaam zijn geweest in de publieke sector of publieke dienstverlening en een

16
pensioen, wachtgeld of uitkering hebben, dan wel aansluitend op hun functie in de
publieke sector of publieke dienstverlening een uitkering krachtens wetgeving in het
kader van sociale zekerheid of inkomensvoorziening genieten;
c. student zijn in opleiding voor functies of sectoren die de Vereniging tot haar werkveld
rekent;
d. rechtspositionele aanspraken ontlenen aan het overlijden van een lid van de
Vereniging;
e. op een andere grond door het Bestuur zijn toegelaten.
Aanmelding en toelating als lid
Artikel 10
10.1. Personen die als lid tot de Vereniging wensen toe te treden, melden zich aan bij het
Bestuur.
10.2. Het Bestuur beslist over de toelating van een lid binnen drie maanden na ontvangst
van de aanmelding. Van een besluit omtrent toelating tot het lidmaatschap wordt de
betrokkene onverwijld in kennis gesteld.
10.3. Wanneer het Bestuur tot niet-toelating besluit, wordt de betrokkene daarvan in
kennis gesteld onder opgaaf van redenen. De betrokkene heeft het recht, binnen één
maand na kennisneming van het besluit tot niet-toelating, in beroep te komen bij de
Raad van Toezicht, volgens de wijze als bepaald in het reglement van de Raad van
Toezicht. De Raad van Toezicht kan alsnog tot toelating besluiten. Het besluit van de
Raad van Toezicht omtrent de al dan niet toelating tot het lidmaatschap wordt
onverwijld aan de betrokkene medegedeeld.
10.4. Het lidmaatschap vangt aan op de eerste dag van de maand, volgend op de datum van
toelating, dan wel op een andere door het Bestuur te bepalen datum.
10.5. Aan alle in dit artikel bedoelde aanmeldingen, mededelingen en kennisgevingen
wordt de eis van schriftelijkheid gesteld. Aan deze eis van schriftelijkheid wordt ook
voldaan door toezending langs elektronische weg van een leesbaar en
reproduceerbaar bericht aan het adres dat voor dit doel bekend is gemaakt.
Einde lidmaatschap
Artikel 11
11.1. Het lidmaatschap eindigt door:

17
a. het overlijden van het lid;
b. schriftelijke opzegging door het lid;
c. schriftelijke opzegging door de Vereniging;
d. ontzetting.
11.2. In geval van schriftelijke opzegging door het lid eindigt het lidmaatschap –
onverminderd het bepaalde in de laatste volzin van artikel 36 lid 1 van Boek 2 van het
Burgerlijk Wetboek – twee maanden volgend op de laatste datum van de maand
waarin de opzegging is binnengekomen.
11.3. Opzegging door de Vereniging kan geschieden door het Bestuur:
a. bij het niet meer voldoen aan de in artikel 9 gestelde voorwaarden voor het
lidmaatschap;
b. ingeval ernstige – ter beoordeling van het Bestuur – achterstand in de betaling
van de opgelegde contributie is ontstaan;
c. wanneer redelijkerwijs van de Vereniging niet kan worden gevergd het
lidmaatschap te laten voortduren.
11.4. Ontzetting geschiedt door het Bestuur wanneer een lid handelt in strijd met de
statuten, reglementen of besluiten van de Vereniging of de Vereniging op onredelijke
wijze benadeelt.
11.5. Het lid aan wie is opgezegd als bedoeld in artikel 11.3 sub c of dat is ontzet ingevolge
artikel 11.4 wordt ten spoedigste schriftelijk van het besluit met opgaaf van redenen
in kennis gesteld. De betrokkene heeft het recht, binnen één maand na kennisneming
van bedoeld besluit, in beroep te komen bij de Raad van Toezicht, volgens de wijze als
bepaald in het reglement van de Raad van Toezicht. Gedurende de beroepstermijn en
hangende het beroep is het lid geschorst.
11.6. Bij het eindigen van het lidmaatschap verliest het lid alle aan het lidmaatschap
verbonden rechten.
11.7. De in artikel 36 lid 3 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek vermelde bevoegdheid tot
opzegging wordt de leden ontzegd.
11.8. Het Bestuur kan, in geval van opzegging als bedoeld in artikel 11.3 sub b, de
achterstallige contributie kwijtschelden.
Contributie
Artikel 12
12.1. De leden zijn gehouden tot het betalen van contributie. De hoogte van de contributie

18
wordt door de Algemene Vergadering vastgesteld. De leden kunnen daartoe in
categorieën worden ingedeeld.
12.2. Het Bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke ontheffing van
de verplichting tot het betalen van contributie te verlenen.
12.3. De normen voor vaststelling van de contributie worden in het Huishoudelijk
Reglement vastgesteld. Daarbij wordt tevens de inning van de contributie geregeld.
Register
Artikel 13
13.1. Het Bestuur houdt een register waarin de namen en adressen van alle leden zijn
opgenomen.
13.2. Ieder lid is verplicht aan het Bestuur zijn adres alsmede de wijzigingen daarin
schriftelijk op te geven. Indien tevens een elektronisch adres bekend wordt gemaakt
met als doel opneming in het ledenregister, houdt deze bekendmaking tevens de
instemming in om alle kennisgevingen en mededelingen alsmede oproepingen voor
een vergadering langs elektronische weg toegezonden te krijgen.
13.3. Het Bestuur legt het ledenregister ten kantore van de Vereniging ter inzage van de
leden.
Algemene Vergadering
Samenstelling
Artikel 14
14.1. De Vereniging kent een Algemene Vergadering die bestaat uit afgevaardigden van de
Landelijke Groepen en hun plaatsvervangers die worden gekozen op de wijze als
bepaald in artikel 15.
14.2. Aan de Algemene Vergadering komen alle bevoegdheden toe die niet door de wet of
de statuten aan andere organen van de Vereniging zijn opgedragen.
14.3. Naast de (plaatsvervangende) afgevaardigden hebben Bestuurders, leden van de
Raad van Toezicht en de door het Bestuur genodigden toegang tot de algemene
vergadering. Geen toegang tot de algemene vergadering hebben (plaatsvervangende)
afgevaardigden, Bestuurders en leden van de Raad van Toezicht, die als zodanig zijn
geschorst.

19
14.4. Over toelating van andere dan de in artikel 14.3 bedoelde personen beslist de
voorzitter van de Algemene Vergadering, gehoord de Algemene Vergadering.
Afgevaardigden
Artikel 15
15.1. Afgevaardigden worden telkens voor vier verenigingsjaren door en uit de leden van de
Landelijke Groepen gekozen. Iedere Landelijke Groep heeft het recht ten hoogste
twee afgevaardigden en twee plaatsvervangende afgevaardigden te benoemen. Van
de benoeming wordt onverwijld mededeling gedaan aan het Bestuur. De benoeming
van een afgevaardigde kan te allen tijde worden beëindigd. Van een zodanig besluit
doet het Landelijk Groepsbestuur onmiddellijk mededeling aan het Bestuur.
Hetzelfde geldt ten aanzien van de benoeming van een nieuwe afgevaardigde, die de
plaats van de gewezen afgevaardigde inneemt.
15.2. Uit de door de leden van de Landelijke Groepen benoemde afgevaardigden is één
persoon stemgerechtigd. De stemgerechtigde afgevaardigde maakt zich als zodanig
bekend aan het Bestuur.
Stemrecht
Artikel 16
16.1. De stemgerechtigde afgevaardigden hebben stemrecht in de algemene vergadering.
16.2. Per vijftig leden, of een gedeelte daarvan, van iedere Landelijke Groep, afgerond op
een heel getal naar boven, wordt door de stemgerechtigde afgevaardigde van een
Landelijke Groep één stem uitgebracht. Het aantal leden dat een Landelijke Groep
per één januari van een bepaald verenigingsjaar heeft, is bepalend voor de in de
vorige volzin genoemde berekening van het aantal uit te brengen stemmen in de
algemene vergaderingen van dat verenigingsjaar.
16.3. Een algemene vergadering waar niet alle stemgerechtigde afgevaardigden aanwezig
zijn, is slechts bevoegd tot het nemen van rechtsgeldige besluiten indien de
stemgerechtigde afgevaardigden van de Landelijke Groepen ten minste de helft plus
één van de totaal aan de gezamenlijke Landelijke Groepen toegekende stemmen
vertegenwoordigen.

20
Taken en bevoegdheden
Artikel 17
17.1. Tot de taken en bevoegdheden van de Algemene Vergadering behoren alle bij
statuten of reglementen voorgeschreven werkzaamheden, doch in ieder geval:
a. het bespreken van het bestuursbeleid;
b. het behandelen en vaststellen van de rekening en verantwoording over het
door het Bestuur over het afgelopen boekjaar gevoerde financiële beleid en
van de begroting van baten en lasten van het volgende boekjaar alsmede van
het jaarverslag;
c. het verlenen van decharge aan het Bestuur over het gevoerde beleid en
beheer;
d. het verlenen van decharge aan de Raad van Toezicht over het uitgeoefende
toezicht;
e. het besluiten omtrent de door het Bestuur en Landelijke Groepen ingediende
voorstellen inzake:
- statuten en reglementen;
- het beleidsprogramma van de Vereniging;
- de contributiebedragen als bedoeld in artikel 12 van de statuten;
- het arbeidsvoorwaardenbeleid van de Vereniging (in hoofdlijnen);
f. het bespreken van het CNV-beleid;
g. het verkiezen, schorsen en ontslaan van Bestuurders;
h. het verkiezen, schorsen en ontslaan van leden van de Raad van Toezicht;
i. het benoemen van leden in de commissies, waarvan de instelling,
samenstelling en werkwijze is geregeld in het reglement Commissies.
17.2. De algemene vergadering wordt ten minste tweemaal per jaar gehouden. De
algemene vergadering wordt bijeengeroepen door het Bestuur. De oproeping
geschiedt schriftelijk aan de leden van de Algemene Vergadering en in afschrift aan
de leden van de Landelijke Groepsbesturen. Indien een lid hiermee instemt, kan de
oproeping geschieden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en
reproduceerbaar bericht aan het adres dat door het lid voor dit doel is bekend
gemaakt en is opgenomen in het ledenregister bedoeld in artikel 13.
17.3. De termijn voor de oproeping bedraagt ten minste vier weken. Bij de oproeping
worden de te behandelen onderwerpen vermeld. Het Bestuur roept de algemene
vergadering verder bijeen zo dikwijls het dit wenselijk oordeelt of wanneer het

21
daartoe door de wet of de statuten verplicht is.
17.4. Binnen zes maanden na afloop van een boekjaar, behoudens verlenging van deze
termijn door de Algemene Vergadering, wordt een algemene vergadering gehouden
waarin onder meer de rekening en verantwoording over het afgelopen boekjaar als
bedoeld in artikel 17.1 sub b wordt vastgesteld. Voordat vaststelling plaatsvindt,
wordt de rekening en verantwoording, als bedoeld in de vorige volzin, onderzocht
door een registeraccountant. Op voordracht van het Bestuur wijst de Raad van
Toezicht de registeraccountant aan. Gaat deze daartoe niet over, dan is het Bestuur
bevoegd. De accountant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan de Raad van
Toezicht en aan het Bestuur. Het Bestuur is verplicht aan de accountant alle door
hem gewenste inlichtingen te verschaffen, hem desgewenst de waarden te tonen en
inzage in de boeken en bescheiden van de Vereniging te geven.
17.5. Het Bestuur is verplicht de bescheiden als bedoeld in artikel 17.4 zeven jaren te
bewaren.
17.6. Op schriftelijk verzoek en met opgaaf van redenen van ten minste een zodanig aantal
afgevaardigden als bevoegd is tot het uitbrengen van een twintigste van de stemmen
in de algemene vergadering, is het Bestuur verplicht tot het bijeenroepen van een
algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken na indiening van
het verzoek. Indien binnen veertien dagen aan het verzoek geen gevolg is gegeven,
kunnen de verzoekers zelf tot de bijeenroeping overgaan onder vermelding dat de
bijeenkomst geschiedt op grond van dit lid van dit artikel.
Voorzitterschap, notulen
Artikel 18
18.1. De algemene vergadering wordt geleid door de Voorzitter of een plaatsvervanger uit
het Bestuur. Zijn zij niet aanwezig, dan voorziet de algemene vergadering zelf in haar
leiding.
18.2. Van het verhandelde in elke vergadering worden notulen gehouden door de
Secretaris of door een ander persoon, die daartoe wordt aangewezen door degene die
de vergadering leidt. De notulen worden in dezelfde of in de eerstvolgende
vergadering vastgesteld en ten blijke daarvan door degene die de vergadering heeft
geleid en de notulist van die vergadering per pagina geparafeerd en aan het slot
ondertekend.

22
Besluitvorming van de Algemene Vergadering
Artikel 19
19.1. Het op de algemene vergadering uitgesproken oordeel van degene die de vergadering
heeft geleid omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor
de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet
schriftelijk vastgelegd voorstel.
19.2. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van een in artikel 19.1 bedoeld oordeel
de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats wanneer de
meerderheid van de vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet
hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde dit verlangt. Door deze
nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
19.3. Voor zover de statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten genomen
met gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Blanco stemmen worden
geacht niet te zijn uitgebracht.
19.4. Alle stemmingen geschieden mondeling. Degene die de vergadering leidt kan echter
bepalen dat de stemmen schriftelijk worden uitgebracht. Indien het betreft een
verkiezing van personen of een wijziging van de statuten kan ook een aanwezige
stemgerechtigde afgevaardigde verlangen dat de stemmen schriftelijk worden
uitgebracht. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes.
Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij één van de stemgerechtigde
afgevaardigden hoofdelijke stemming verlangt. Indien in het geval van een verkiezing
sprake is van een enkelvoudige kandidaatstelling wordt de kandidaat gekozen geacht,
tenzij één der stemgerechtigde afgevaardigden in de algemene vergadering
schriftelijke stemming verlangt.
19.5. Schriftelijke stemming bij verkiezing van personen vindt plaats naar de volgende
regels:
a. indien bij de eerste vrije stemming geen meerderheid wordt verkregen, volgt
een tweede vrije stemming;
b. leidt deze stemming niet tot het gewenste resultaat, dan heeft herstemming
plaats tussen de twee personen, die bij de tweede stemming de meeste
stemmen hebben behaald;
c. hebben verschillende personen een gelijk aantal stemmen op zich verenigd,
dan vindt tussen dezen herstemming plaats;
d. bij staking der stemmen beslist het lot.

23
19.6. Indien de stemmen staken over andere onderwerpen dan verkiezing van personen,
dan wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
Bestuur
Verkiezing
Artikel 20
20.1. De Vereniging heeft een Bestuur, bestaande uit een door de Algemene Vergadering
vast te stellen aantal van in beginsel drie leden die tevens lid zijn van de Vereniging.
Een niet-voltallig Bestuur behoudt zijn bevoegdheden. In ontstane vacatures moet zo
spoedig mogelijk worden voorzien.
20.2. Binnen zes weken na het ontstaan van een vacature wordt een algemene vergadering
bijeengeroepen waarin het profiel wordt vastgesteld waaraan de Bestuurder die de
vacature moet vervullen dient te voldoen. In dezelfde algemene vergadering wordt uit
het midden van de Algemene Vergadering een Vertrouwenscommissie benoemd
bestaande uit ten minste drie en ten hoogste zes leden. De taken en werkwijze van de
Vertrouwenscommissie worden door de Algemene Vergadering opgenomen in het
reglement van de Vertrouwenscommissie.
20.3. Het Bestuur geeft kennis van de opengevallen vacature, het profiel waaraan moet
worden voldaan en de benoeming van de Vertrouwenscommissie en haar leden aan in
ieder geval de leden van de Vereniging, de belanghebbenden in de Werkorganisatie,
de CNV zusterorganisaties en het CNV.
20.4. Het Bestuur nodigt degenen die tijdig hebben gesolliciteerd naar de functie van
Bestuurder uit voor één of meer selectiegesprekken met één of meer door de Raad
van Toezicht aan te wijzen leden van de Raad van Toezicht en met het Bestuur om te
bepalen of aan de eisen wordt voldaan en welke visie de kandidaat heeft. In het
bijzonder wordt onderzocht of een kandidaat past in het Bestuur en goed kan
samenwerken met het Bestuur en de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht en het
Bestuur besluiten een kandidaat al dan niet voor te dragen aan de
Vertrouwenscommissie. De sollicitatieprocedure wordt nader uitgewerkt in het
reglement van het Bestuur.
20.5. Een tot de Vertrouwenscommissie toegelaten kandidaat voert één of meer
selectiegesprek(ken) met de Vertrouwenscommissie. In het bijzonder wordt
onderzocht hoe de kandidaat de Vereniging en het bondsbeleid kan vormgeven,

24
vertegenwoordigen en versterken. De Vertrouwenscommissie geeft vervolgens aan of
de kandidaat waarmee zij heeft gesproken al dan niet door het Bestuur wordt
voorgedragen aan de Algemene Vergadering. De voordracht wordt gevoegd bij de
oproeping tot de algemene vergadering waar de vervulling van de vacature aan de
orde komt. In beginsel wordt één kandidaat per opengevallen vacature voorgedragen
aan de Algemene Vergadering. Deze voordracht is geen voordracht in de zin van
artikel 37 lid 4 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
20.6. Binnen zes maanden na de kennisgeving als bedoeld in artikel 20.3 vindt oproeping
tot een algemene vergadering plaats. Op de agenda voor deze vergadering staat de
voorziening in de vacature(s) vermeld. Indien de oproeping niet vergezeld gaat van
een of meer voordrachten van de Vertrouwenscommissie, als bedoeld in artikel 20.5,
is de Algemene Vergadering voor die vacature(s) vrij in de benoeming.
20.7. Op de benoeming van een Bestuurder door de Algemene Vergadering is het bepaalde
in artikel 19.4 van de statuten van toepassing.
20.8. Bij herbenoeming blijft de procedure genoemd in de artikelen 20.2, 20.3, 20.4, 20.5 en
20.6 achterwege. Bij herbenoeming draagt het Bestuur de kandida(a)t(en) voor. De
Raad van Toezicht brengt zijn advies over de herbenoeming uit aan de Algemene
Vergadering. Op de herbenoeming van een Bestuurder door de Algemene
Vergadering is het bepaalde in artikel 19.4 van toepassing.
20.9. Bij de benoeming van een Bestuurder worden de verplichtingen uit hoofde van de Wet
op de ondernemingsraden in acht genomen.
20.10. Bestuurders kunnen niet tegelijkertijd lid zijn van een Landelijke Groepsbestuur, een
Regionaal Groepsbestuur, een Plaatselijk Groepsbestuur of een
Bedrijfsledengroepsbestuur, noch lid zijn van het bestuur van andere organen van de
Vereniging. Wel hebben zij desgevraagd toegang tot vergaderingen van andere
organen van de Vereniging.
20.11. Bestuurders worden benoemd voor een periode van ten hoogste vier jaar. Zij zijn na
hun aftreden maximaal twee maal herbenoembaar. Bij tussentijdse verkiezingen
maakt een Bestuurder eerst de termijn vol van zijn voorganger, waarna hij twee maal
herbenoembaar is voor een termijn van vier jaar en één maal herbenoembaar is voor
een zodanige periode dat het totale aantal zittingsjaren van de betreffende
Bestuurder ten hoogste twaalf jaar bedraagt. Indien de continuïteit van de Vereniging
in het geding is kan de Algemene Vergadering besluiten hiervan af te wijken.

25
Einde bestuurslidmaatschap, schorsing, ontslag
Artikel 21
21.1. Iedere Bestuurder kan te allen tijde door de Algemene Vergadering worden geschorst
en ontslagen en door de Raad van Toezicht worden geschorst. Een besluit tot
schorsing of ontslag behoeft een meerderheid van tweederde van de uitgebrachte
stemmen.
21.2. Een schorsing kan niet langer duren dan drie maanden. Is na verloop van die tijd geen
beslissing genomen omtrent de opheffing van de schorsing of over ontslag, dan
eindigt de schorsing.
21.3. Een Bestuurder defungeert voorts door:
a. zijn overlijden;
b. het eindigen van zijn lidmaatschap van de Vereniging;
c. zijn aftreden.
Bestuursfuncties
Artikel 22
22.1. De Voorzitter wordt in functie benoemd door de Algemene Vergadering. Het Bestuur
wijst uit zijn midden een Secretaris en een penningmeester aan, dan wel in de plaats
van beiden een Secretaris-penningmeester. Het Bestuur kan voor ieder van hen uit
zijn midden een plaatsvervanger aanwijzen.
22.2. Van het verhandelde in elke vergadering van het Bestuur wordt een besluitenlijst
gemaakt door de Secretaris of door een ander persoon, die daartoe wordt
aangewezen door degene die de vergadering leidt. De besluitenlijst wordt in dezelfde
of in de eerstvolgende vergadering vastgesteld en ten blijke daarvan door degene die
de vergadering heeft geleid en de opsteller van de betreffende besluitenlijst per
pagina geparafeerd en aan het slot ondertekend.
22.3. De wijze van vergaderen en besluitvormen door het Bestuur wordt uitgewerkt in het
reglement van het Bestuur.

26
Taken en bevoegdheden, vertegenwoordiging
Artikel 23
23.1. Het Bestuur bestuurt de Vereniging en haar Werkorganisatie.
23.2. De taken en bevoegdheden van het Bestuur worden uitgewerkt in het reglement van
het Bestuur. Het reglement van het Bestuur dient te worden goedgekeurd door de
Raad van Toezicht.
23.3. De Vereniging wordt vertegenwoordigd door:
a. hetzij het Bestuur;
b. hetzij twee gezamenlijk handelende Bestuurders.
23.4. Het Bestuur kan aan Bestuurders en derden volmacht verlenen de Vereniging binnen
de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.
Goedkeuring van besluiten van het Bestuur
Artikel 24
Het Bestuur is, mits met voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Raad van Toezicht,
bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of
bezwaring van registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de
Vereniging zich als borg of als hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde
sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt.
Raad van Toezicht
Aantal leden
Artikel 25
25.1. De Vereniging heeft een Raad van Toezicht, bestaande uit zeven leden.
25.2. Aan de leden van de Raad van Toezicht worden door de Algemene Vergadering vast te
stellen kwaliteitseisen gesteld.
25.3. Eén van de leden van de Raad van Toezicht wordt benoemd door de Algemene
Vergadering op voordracht van de ondernemingsraad van de Werkorganisatie. Het
bepaalde in de vorige volzin geldt niet bij herbenoeming. De voordracht van de
ondernemingsraad van de Werkorganisatie is niet bindend.
25.4. De overige leden van de Raad van Toezicht worden benoemd door de Algemene

27
Vergadering op voordracht van de Landelijke Groepen. Een voordracht door de
Landelijke Groepen moet schriftelijk bij het Bestuur worden ingediend en wel zo tijdig
dat deze bij de oproeping tot de vergadering kan worden vermeld. Het Bestuur stelt
de Landelijke Groepen tijdig in kennis van het bestaan van een vacature.
25.5. Zo spoedig mogelijk na het ontstaan van een vacature in de Raad van Toezicht geeft
het Bestuur hiervan kennis aan de ondernemingsraad van de Werkorganisatie, indien
de ondernemingsraad van de Werkorganisatie een voordracht mag doen. De
voordracht moet schriftelijk bij het Bestuur worden ingediend, en wel zo tijdig, dat
deze bij de oproeping tot de vergadering waarin over de benoeming van een lid van de
Raad van Toezicht wordt besloten, kan worden vermeld. Indien deze oproeping niet
vergezeld gaat van een voordracht van de ondernemingsraad van de Werkorganisatie,
is de Algemene Vergadering vrij in de benoeming.
25.6. Op de benoeming van een lid van de Raad van Toezicht door de Algemene
Vergadering is het bepaalde in artikel 19.4 van de statuten van toepassing.
25.7. Leden van de Raad van Toezicht worden benoemd voor een periode van ten hoogste
vier jaar. Zij zijn na hun aftreden maximaal twee maal herbenoembaar. Bij
tussentijdse verkiezingen maakt een lid eerst de termijn vol van zijn voorganger,
waarna hij twee maal herbenoembaar is voor een termijn van vier jaar en één maal
herbenoembaar is voor een zodanige periode dat het totale aantal zittingsjaren van
het betreffende lid ten hoogste twaalf jaar bedraagt.
25.8. Ieder lid van de Raad van Toezicht kan te allen tijde door de Algemene Vergadering
worden geschorst en ontslagen. Een besluit tot schorsing of ontslag behoeft een
meerderheid van tweederde van de uitgebrachte stemmen.
25.9. De leden van de Raad van Toezicht zijn lid van de Vereniging. De leden van de Raad
van Toezicht wijzen uit hun midden een voorzitter aan.
25.10. Naast de artikel 25.2 genoemde kwaliteitseisen, kunnen de leden van de Raad van
Toezicht niet tegelijkertijd lid zijn van een Landelijk Groepsbestuur, een Regionaal
Groepsbestuur, een Plaatselijk Groepsbestuur of een Bedrijfsledengroepsbestuur,
noch lid zijn van het bestuur van andere organen van de Vereniging. Wel hebben zij
toegang tot vergaderingen van andere organen van de Vereniging.

28
Vergoeding
Artikel 26
De Algemene Vergadering stelt op voorstel van het Bestuur de (onkosten)vergoeding en/of
het presentiegeld van ieder lid van de Raad van Toezicht vast.
Taak en bevoegdheden
Artikel 27
27.1. De Raad van Toezicht heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van het Bestuur
en op de algemene gang van zaken in de Vereniging. Hij geeft gevraagd en
ongevraagd advies aan het Bestuur met betrekking tot (de hoofdlijnen van) het
(arbeidsvoorwaarden)beleid van de Vereniging (waaronder statuten en reglementen,
het beleidsprogramma van de Vereniging en de contributiebedragen als bedoeld in
artikel 12 van de statuten). In ieder geval is het Bestuur verplicht aan de Raad van
Toezicht advies te vragen over de volgende onderwerpen:
a. het doen van een belangrijke investering;
b. een belangrijke wijziging in de organisatie van de Vereniging;
c. het voornemen tot samenwerking met andere organisaties;
d. het aantrekken of verstrekken van een belangrijk krediet ten behoeve van de
Vereniging;
e. een voorstel tot statutenwijziging, als bedoeld in artikel 36;
f. een voorstel tot ontbinding, als bedoeld in artikel 37.
Bij de vervulling van hun taak richten de leden van de Raad van Toezicht zich naar het
belang van de Vereniging.
27.2. De Raad van Toezicht keurt de rekening en verantwoording goed over het door het
Bestuur over het afgelopen boekjaar gevoerde financiële beleid en de begroting van
lasten en baten van het volgende boekjaar alsmede het jaarverslag.
27.3. Het Bestuur verschaft de Raad van Toezicht tijdig de voor de uitoefening van de taak
van de Raad van Toezicht noodzakelijke gegevens.
27.4. Ten aanzien van de rechtspositie van Bestuurders, in dienst van de Vereniging, welke
bij schriftelijke overeenkomst wordt geregeld, wordt de Vereniging vertegenwoordigd
door de Raad van Toezicht.

29
Werkwijze en besluitvorming
Artikel 28
28.1. De Raad van Toezicht benoemt uit zijn midden een voorzitter en een plaatsvervangend
voorzitter, die eerstgenoemde bij diens afwezigheid vervangt. Hij benoemt al dan niet
uit zijn midden een secretaris en treft een regeling voor diens vervanging.
28.2. Bij afwezigheid van de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter in een
vergadering wijst de vergadering zelf een voorzitter aan.
28.3. De Raad van Toezicht vergadert telkenmale wanneer de voorzitter dan wel twee
andere leden zulks nodig acht(en), doch ten minste tweemaal per jaar.
28.4. Van het verhandelde in de vergadering van de Raad van Toezicht wordt een
besluitenlijst door de secretaris of diens vervanger gemaakt, welke besluitenlijst in
dezelfde vergadering of in een volgende vergadering van de Raad van Toezicht wordt
vastgesteld en ten blijke daarvan door de voorzitter van die vergadering en de
secretaris of diens vervanger per pagina geparafeerd en aan het slot ondertekend.
28.5. Alle besluiten van de Raad van Toezicht worden genomen met gewone meerderheid
van de uitgebrachte stemmen.
28.6. De Raad van Toezicht kan in een vergadering alleen geldige besluiten nemen indien
de meerderheid van de leden ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is.
28.7. Een lid kan zich door een medelid bij schriftelijke volmacht doen vertegenwoordigen.
Aan de eis van schriftelijkheid van de volmacht wordt ook voldaan indien de volmacht
elektronisch is vastgelegd. Een lid kan voor niet meer dan één medelid als
gevolmachtigde optreden.
28.8. De Raad van Toezicht vergadert tezamen met het Bestuur zo dikwijls de Raad van
Toezicht of het Bestuur zulks nodig acht.
28.9. De Raad van Toezicht brengt na het einde van een kalenderjaar binnen zes maanden
schriftelijk verslag uit aan de Algemene Vergadering over door hem verrichte
werkzaamheden.
Landelijke Groepen
Artikel 29
29.1. De Vereniging heeft een door het Bestuur vast te stellen aantal Landelijke Groepen.
29.2. De leden van de Vereniging worden door het Bestuur ingedeeld in Landelijke
Groepen.

30
29.3. Een Landelijke Groep kan niet worden opgeheven zolang vijftig of meer van de hierbij
aangesloten leden zich daartegen verzetten.
29.4. Een Landelijke Groep waarvan het aantal leden gedurende een periode, aanvangend
op één januari van een verenigingsjaar en eindigend op één januari van het
daaropvolgende jaar, onafgebroken minder dan vijftig bedroeg kan eerst na afloop
van die periode worden opgeheven.
29.5. Elke Landelijke Groep wordt aangeduid met de naam van de Landelijke Groep
voorafgegaan door de woorden CNV.
29.6. Landelijke Groepen hebben geen rechtspersoonlijkheid.
Geldmiddelen van de Landelijke Groepen
Artikel 30
30.1. De geldmiddelen van de Landelijke Groepen bestaan uit de bij de jaarlijkse begroting
van de Vereniging aan elke Landelijke Groep toegekende bijdragen.
30.2. De hoogte van de ter beschikking te stellen bedragen wordt door de Algemene
Vergadering voor iedere Landelijke Groep afzonderlijk vastgesteld op basis van
jaarlijks op uitnodiging van de Penningmeester in te dienen activiteitenplannen. Het
Bestuur kan al dan niet op verzoek van een Landelijk Groepsbestuur besluiten
aanvullende bedragen toe te kennen.
30.3. Een Landelijke Groep regelt de verdeling en het beheer van het op basis van haar
activiteitenplan toegekende budget over de Regionale en Plaatselijke Groepen en de
Bedrijfsledengroepen.
30.4. Overschotten per eenendertig december van enig jaar worden met nieuwe bijdragen
verrekend.
30.5. De Landelijke Groepen zenden jaarlijks hun gecombineerde jaarverslag en hun
financiële verslag vóór één maart, volgend op het verslagjaar, aan het Bestuur.
30.6. Bij opheffing van een Landelijke Groep, alsmede indien naar het oordeel van het
Bestuur andere omstandigheden daartoe aanleiding geven, worden de gelden en
bescheiden aan het Bestuur ter hand gesteld.

31
Landelijk Groepsbestuur
Artikel 31
31.1. Een Landelijk Groepsbestuur bestaat uit ten minste drie en ten hoogste vijftien leden,
onder wie in elk geval een voorzitter, een secretaris en een penningmeester dan wel,
in plaats van beide laatstgenoemden, een secretaris-penningmeester. Het aantal
bestuurders van een Landelijke Groep wordt binnen de in de vorige volzin gestelde
grenzen door het desbetreffende Landelijk Groepsbestuur vastgesteld.
31.2. De voorzitter van een Landelijk Groepsbestuur wordt in functie gekozen door de
algemene ledenvergadering van die Landelijke Groep. De overige functies van een
Landelijk Groepsbestuur worden in onderling overleg verdeeld.
31.3. Bij een tussentijdse vacature van een gekozen lid van een Landelijk Groepsbestuur is
het desbetreffende Landelijk Groepsbestuur bevoegd een lid van de desbetreffende
Landelijke Groep tot bestuurslid van dit Landelijk Groepsbestuur te benoemen tot de
eerstvolgende algemene ledenvergadering van de desbetreffende Landelijke Groep.
31.4. a. Jaarlijks treedt een vierde deel van het in artikel 31.1 bedoelde
Landelijk Groepsbestuur af, of een aantal dat zo dicht mogelijk een vierde deel
benadert. De aftredende bestuursleden zijn herkiesbaar met dien verstande
dat zij voor maximaal twee aaneengesloten periodes van vier jaar herkozen
kunnen worden.
b. Het Bestuur kan op een gemotiveerd verzoek afwijken van het in artikel 31.4
sub a van dit artikel bepaalde.
31.5. Een lid van een Landelijk Groepsbestuur defungeert voorts:
a. door het eindigen van het lidmaatschap van de Vereniging;
b. door bedanken.
31.6. Nadere regels met betrekking tot de Landelijke Groepen worden door het Bestuur
neergelegd in het reglement Landelijke Groepen.
Regionale, Plaatselijke en Bedrijfsledengroepen
Artikel 32
32.1. De Vereniging kent naast Landelijke Groepen ook Regionale en Plaatselijke Groepen
en Bedrijfsledengroepen.
32.2. Het instellen en functioneren van Regionale en Plaatselijke Groepen en
Bedrijfsledengroepen worden geregeld in het reglement Landelijke Groepen.

32
Regionale en Plaatselijke Groepen en Bedrijfsledengroepen maken deel uit van een
Landelijke Groep en functioneren onder verantwoordelijkheid van een Landelijke
Groep.
32.3. De Regionale en Plaatselijke Groepen en Bedrijfsledengroepen zijn, volgens regels te
stellen in het reglement Landelijke Groepen, mede aangewezen om doel en
taakstelling van de Vereniging binnen hun groep te verwezenlijken, voor zover nodig
in samenwerking met en volgens richtlijnen van het Bestuur.
32.4. De Landelijke Groepen stellen de reglementen van de Regionale en Plaatselijke
Groepen en Bedrijfsledengroepen vast.
32.5. De leden van de Vereniging werkzaam in dezelfde regio of (burgerlijke) gemeente
("plaats") worden door een Landelijk Groepsbestuur ingedeeld in Regionale en/of
Plaatselijke Groepen. De leden van de Vereniging werkzaam bij dezelfde instelling of
onderneming worden door het desbetreffende Landelijk Groepsbestuur ingedeeld in
een Bedrijfsledengroep.
32.6. De Regionale en Plaatselijke Groepen en Bedrijfsledengroepen hebben geen
rechtspersoonlijkheid.
Geschillen
Artikel 33
33.1. Indien een Kaderlid in strijd met de statuten en/of reglementen en/of het belang van
de Vereniging handelt of heeft gehandeld, kan het Bestuur – in afwachting van nader
te treffen definitieve maatregelen – dit Kaderlid in de uitoefening van zijn functie
schorsen.
33.2. Het geschorste Kaderlid kan tegen zijn schorsing beroep aantekenen bij de Raad van
Toezicht. Het bepaalde in artikel 11.5, laatste volzin van deze statuten is van
overeenkomstige toepassing.
Reglementen
Artikel 34
34.1. Naast deze statuten kent de Vereniging reglementen. Deze reglementen worden
vastgesteld door de Algemene Vergadering, met uitzondering van het reglement
Landelijke Groepen dat overeenkomstig het bepaalde in artikel 31.6 door het Bestuur
wordt vastgesteld en van de reglementen van de Regionale en Plaatselijke Groepen

33
en Bedrijfsledengroepen die overeenkomstig het bepaalde in artikel 32.4 door de
Landelijke Groepen worden vastgesteld. Tot een algemene vergadering waarin de
vaststelling van een reglement van de Vereniging aan de orde is, dient te worden
opgeroepen met de mededeling dat aldaar vaststelling van het betreffende reglement
zal worden voorgesteld. Indien deze statuten goedkeuring van een orgaan vereisen,
wordt deze goedkeuring schriftelijk ingewonnen alvorens tot de vaststelling van het
betreffende reglement wordt overgegaan. De Algemene Vergadering stelt in ieder
geval de volgende reglementen vast: het Huishoudelijk Reglement, het reglement van
het Bestuur, het reglement van de Raad van Toezicht, het reglement Commissies, het
reglement van de Vertrouwenscommissie en het reglement "Werk en Inkomen CNV
Publieke Zaak".
34.2. De reglementen van de Vereniging mogen geen bepalingen bevatten die strijdig zijn
met deze statuten. In geval van onduidelijkheid prevaleren de bepalingen van de
statuten.
34.3. De reglementen van de Vereniging kunnen slechts worden gewijzigd door een besluit
van de Algemene Vergadering, waartoe werd opgeroepen met de mededeling dat
aldaar wijziging van die reglementen zal worden voorgesteld, tenzij het een
reglement betreft dat door een ander orgaan van de Vereniging is vastgesteld. In
geval een ander orgaan dan de Algemene Vergadering een reglement heeft
vastgesteld is het desbetreffende orgaan tot wijziging bevoegd.
34.4. Een besluit tot wijziging van een door de Algemene Vergadering vastgesteld
reglement van de Vereniging wordt genomen met gewone meerderheid van de
uitgebrachte stemmen uitgebracht in een algemene vergadering waarin ten minste
een zodanig aantal stemgerechtigde afgevaardigden vertegenwoordigd is als is
gerechtigd tot het uitbrengen van tweederde gedeelte van het aantal stemmen dat in
een voltallige algemene vergadering kan worden uitgebracht. Is het vereiste quorum
niet aanwezig, dan wordt een tweede algemene vergadering bijeengeroepen – te
houden niet eerder dan twee en niet later dan zes weken na de algemene vergadering
waarin over het voorstel is gestemd – waarin over het voorstel zoals dat in de vorige
vergadering aan de orde is geweest kan worden besloten.

34
Algemene bepalingen
Artikel 35
35.1. Vergaderingen van de Vereniging worden geopend en gesloten op een wijze, die in
overeenstemming is met de grondslag van de Vereniging.
35.2. In beginsel worden op zondagen geen vergaderingen gehouden; als regel ook niet op
algemene erkende christelijke feestdagen.
Wijziging
Artikel 36
36.1. In deze statuten kan geen wijziging worden gebracht dan door een besluit van de
Algemene Vergadering, waartoe werd opgeroepen met de mededeling dat aldaar
wijziging van die statuten zal worden voorgesteld.
36.2. Zij die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot
statutenwijziging hebben gedaan, dragen zorg dat tegelijk met de oproeping een
afschrift van dat voorstel waarin de tekst van de voorgestelde wijziging woordelijk is
opgenomen, aan de besturen van de Landelijke Groepen, de afgevaardigden van de
Landelijke Groepen en de leden van de Raad van Toezicht is toegestuurd. De Raad van
Toezicht kan ter zake een advies uitbrengen.
36.3. Een besluit tot statutenwijziging behoeft ten minste twee derde van de stemmen,
uitgebracht in een algemene vergadering waarin ten minste een zodanig aantal
stemgerechtigde afgevaardigden vertegenwoordigd is als is gerechtigd tot het
uitbrengen van tweederde gedeelte van het aantal stemmen dat in een voltallige
algemene vergadering kan worden uitgebracht. Is het vereiste quorum niet aanwezig,
dan wordt een tweede algemene vergadering bijeengeroepen – te houden niet eerder
dan twee en niet later dan zes weken na de algemene vergadering waarin over het
voorstel is gestemd – waarin over het voorstel zoals dat in de vorige vergadering aan
de orde is geweest kan worden besloten, mits met een meerderheid van ten minste
tweederde van de uitgebrachte stemmen.
36.4. De statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte is
opgemaakt. Tot het doen verlijden van die akte is iedere Bestuurder bevoegd.
36.5. Het bepaalde in artikel 36.1 en artikel 36.2 is niet van toepassing, indien ter algemene
vergadering de aanwezige stemgerechtigde afgevaardigden tezamen alle stemmen
vertegenwoordigen en het besluit tot statutenwijziging met algemene stemmen wordt

35
genomen.
36.6. De Bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en de
gewijzigde statuten neder te leggen ten kantore van het door de Kamer van
Koophandel en Fabrieken gehouden handelsregister.
Ontbinding en vereffening
Artikel 37
37.1. De Vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de Algemene Vergadering.
Het bepaalde in de artikelen 36.1, 36.2, 36.3 en 36.5 is van overeenkomstige
toepassing op een besluit van de Algemene Vergadering tot ontbinding van de
Vereniging.
37.2. De Algemene Vergadering stelt bij haar in artikel 37.1 bedoelde besluit de
bestemming vast van het overschot na vereffening en wel zoveel mogelijk in
overeenstemming met het doel van de Vereniging.
37.3. Tenzij de Algemene Vergadering anders besluit, geschiedt de vereffening door het
Bestuur.
37.4. Na ontbinding blijft de Vereniging voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar
vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten
voor zoveel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de Vereniging
uitgaan, moeten aan haar naam worden toegevoegd de woorden 'in liquidatie'.
37.5. Het gestelde in de artikelen 23, 23a, 23b, 23c, en 24 van Boek 2 van het Burgerlijk
Wetboek is op de vereffening van toepassing.
Beslissingsbevoegdheid
Artikel 38
In gevallen waarin de statuten of reglementen van de Vereniging niet voorzien, alsmede bij
verschil van mening over de uitleg van enige bepaling hiervan, beslist het Bestuur.
Publicatie
Artikel 39
Van alle wijzigingen in de statuten van de Vereniging zal via een publicatie
mededeling worden gedaan aan de leden.

36
HUISHOUDELIJK REGLEMENT
Begripsbepalingen
Artikel 1
In dit reglement wordt verstaan onder:
a. Algemene Vergadering: het orgaan dat wordt gevormd door afgevaardigden, die door
en uit de leden worden gekozen, zoals bedoeld in artikel 39 van Boek 2 van het
Burgerlijk Wetboek;
b. algemene vergadering: de bijeenkomst van afgevaardigden;
c. Bedrijfsledengroep: een bedrijfsledengroep als bedoeld in artikel 32 van de statuten;
d. Bestuur: het bestuur van de Vereniging als bedoeld in Titel 2 van Boek 2 van het
Burgerlijk Wetboek;
e. Bestuurder: lid van het Bestuur;
f. CNV: de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid: Christelijk Nationaal
Vakverbond in Nederland (CNV), statutair gevestigd te Utrecht, ingeschreven in het
handelsregister van de Kamers van Koophandel en Fabrieken onder nummer
40478675;
g. CNV Rechtshulp: de Onderlinge Waarborg Maatschappij: Onderlinge
Verzekeringsmaatschappij Rechtshulp CNV U.A., statutair gevestigd te Utrecht,
ingeschreven in het handelsregister van de Kamers van Koophandel en Fabrieken
onder nummer 30176906;
h. CNV zusterorganisatie: organisatie aangesloten bij het CNV, anders dan de
Vereniging;
i. kaderlid: het lid van de Vereniging dat tevens lid is van een verenigingsorgaan van de
Vereniging of zitting heeft in een ondernemingsraad of zitting heeft in een
georganiseerd overleg bij een dienst, bedrijf, instelling, stichting of vereniging die deel
uitmaakt van de publieke sector of publieke dienstverlening of op welke wijze dan ook
activiteiten ontwikkelt ten behoeve van de Vereniging;
j. Landelijk Groepsbestuur: het bestuur van een Landelijke Groep;
k. Landelijke Groep: een landelijke groep als bedoeld in artikel 29 van de statuten;
l. Plaatselijk Groepsbestuur: het bestuur van een Plaatselijke Groep;
m. Plaatselijke Groep: een plaatselijke groep als bedoeld in artikel 32 van de statuten;
n. Raad van Toezicht: de raad van toezicht als bedoeld in artikel 25 van de statuten;
o. Regionaal Groepsbestuur: het bestuur van een Regionale Groep;

37
p. Regionale Groep: een regionale groep als bedoeld in artikel 32 van de statuten;
q. Secretaris: lid van het Bestuur met de functie van secretaris;
r. Statuten: de statuten van CNV Publieke Zaak;
s. Vereniging: de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid CNV Publieke Zaak.
Leden
Artikel 2
1. De aanmelding als lid geschiedt overeenkomstig artikel 10 lid 1 van de statuten. De
aanmelding is schriftelijk, hieraan wordt ook voldaan door toezending langs elektronische
weg overeenkomstig artikel 10 lid 5 van de statuten.
2. Indien geen bezwaren tegen toelating bestaan, vindt inschrijving plaats overeenkomstig
artikel 10 lid 4. van de statuten.
3. Inschrijving van leden vindt plaats in de Landelijke Groep waartoe men behoort.
4. Het lid zal in de administratie van CNV Publieke Zaak worden geregistreerd als kaderlid:
a. bij verkiezing in één van de verenigingsorganen van CNV Publieke Zaak;
b. bij verkiezing in een medezeggenschapsorgaan;
c. indien op welke wijze dan ook activiteiten worden ontwikkeld voor dan wel namens
CNV Publieke Zaak.
5. De in lid 4. sub a. en b. genoemde leden c.q. de verenigingsorganen zijn verplicht tijdig
opgave te doen aan de administratie van de desbetreffende registratie.
6. Bij aanvang van het lidmaatschap wordt een gratis exemplaar van de statuten en
reglementen aan het lid toegezonden dan wel langs elektronische weg beschikbaar
gesteld.
Contributie
Artikel 3
De contributies worden geïnd door de administratie van CNV Publieke Zaak.
Artikel 4
1. Als basis voor de contributieheffing worden de volgende normen in acht genomen:
a. de leden met een bruto-inkomen boven het wettelijk minimumloon voor volwassenen
betalen de volle contributie;

38
b. de leden met een bruto-inkomen boven de helft van het wettelijk minimumloon, doch
niet boven het wettelijk minimumloon voor volwassenen en jongeren tussen 19 en 23
jaar betalen om en nabij drievierde deel van de volle contributie;
c. de leden met ouderdomspensioen, arbeidsongeschiktheidspensioen, FLO-, prépensioen,
wachtgeld, ontslaguitkering of daarmee gelijk te stellen uitkeringen, de leden met een
bruto-inkomen gelijk aan of beneden de helft van het wettelijk minimumloon en de
leden jonger dan 19 jaar, betalen om en nabij de helft van de volle contributie;
d. de leerlingen in opleiding voor functies, die CNV Publieke Zaak tot haar werkveld rekent,
leden die wonen in gezinsvervangende tehuizen en die zijn aangewezen op een
bescheiden zakgeldregeling, leden werkzaam als vrijwillige brandweerman of -vrouw
betalen om en nabij een kwart van de volle contributie, tenzij zij uit hoofde van hun
hoofdfunctie georganiseerd (kunnen) zijn bij CNV Publieke Zaak;
e. van het bepaalde in de voorgaande leden kan op voordracht van het Bestuur door de
Algemene Vergadering worden afgeweken;
f. de leden kunnen ook vrijwillig ervoor kiezen de volle contributie te betalen.
2. Het Bestuur kan leden, die geen gebruik maken van de mogelijkheid de contributie van het
salaris te laten inhouden en evenmin gebruik maken van incasso, inningkosten in rekening
brengen.
3. Contributierestitutie ten vervolge op wijziging van de titel van lidmaatschap kan tot
maximaal één jaar worden verleend, onverminderd de plicht van het lid wijzigingen als
hiervoor genoemd onverwijld ter kennis van de administratie van CNV Publieke Zaak te
brengen.
Lidmaatschapswijzigingen
Artikel 5
1. Het lid brengt zijn besluit tot opzegging schriftelijk ter kennis van het Bestuur van CNV
Publieke Zaak. De opzegging kan ook door toezending langs elektronische weg.
2. Het lid is verplicht adresverandering, verandering van werkgever en functie alsmede - in
verband met de contributieheffing - wijziging in salaris en overige relevante wijzigingen ter
kennis te brengen van de administratie van CNV Publieke Zaak.

39
Artikel 6
Het Bestuur van CNV Publieke Zaak kan een lid op diens verzoek of op verzoek van het Landelijk
Groepsbestuur in zeer bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke vrijstelling van
contributiebetaling verlenen.
Artikel 7
1. Het Bestuur kan vooraf advies inwinnen bij een betrokken Landelijk Groepsbestuur:
a. bij gerezen bezwaren tegen toelating tot het lidmaatschap;
b. in geval van voorgenomen opzegging als bedoeld in artikel 11 lid 3 van de statuten;
c. in geval van voorgenomen ontzetting als bedoeld in artikel 11 lid 4 van de statuten.
2. Ernstige achterstand in de contributiebetaling, als bedoeld in artikel 11 lid 3. sub b. van de
statuten wordt geacht aanwezig te zijn indien een contributieschuld van drie of meer
maanden niet is voldaan.
3. Indien het Bestuur één van de gevallen als bedoeld in lid 1. aanwezig acht, wordt van het
besluit zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen één maand schriftelijk, met opgaaf van
redenen, kennis gegeven aan betrokkene.
4. Het Bestuur wijst betrokkene op de mogelijkheid van beroep overeenkomstig artikel 10 lid
3 en artikel 11 lid 5 van de statuten.
Schorsing
Artikel 8
1. In geval van een door het Bestuur voorgenomen schorsing als bedoeld in artikel 11 lid 5
van de statuten, kan het Bestuur vooraf advies inwinnen bij een of meerdere betrokken
verenigingsorganen.
2. Indien het Bestuur tot schorsing van het lid besloten heeft, wordt van het besluit zo
spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen één maand, schriftelijk met opgaaf van redenen
kennis gegeven aan betrokkene alsmede aan de betrokken organen.
3. Een schorsing als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de statuten duurt ten hoogste zes
maanden. Deze termijn kan ten hoogste met zes maanden worden verlengd.
4. Het Bestuur wijst betrokkene op de mogelijkheid van beroep overeenkomstig artikel 11 lid
5 van de statuten.

40
Verenigingsorganen
Artikel 9
1. De besturen van de verenigingsorganen dienen zo representatief mogelijk te zijn voor de
leden van het desbetreffende verenigingsorgaan.
2. De leden van de bestuurs- en overige organen van CNV Publieke Zaak dienen de
informatie die zij uit hoofde van de uitoefening van hun functie ontvangen, vertrouwelijk te
behandelen.
Algemene Vergadering
Artikel 10
1. Voor afloop van elk jaar stelt de Algemene Vergadering op voorstel van het Bestuur de
data vast waarop zij het volgend jaar bijeenkomt en welke onderwerpen in die
vergaderingen in ieder geval worden besproken.
2. Het Bestuur stelt de leden via een publicatie in kennis van de data waarop de Algemene
Vergadering wordt gehouden alsmede van de agenda van de desbetreffende vergadering.
3. De Landelijke Groepen kunnen voorstellen, voorzien van een toelichting, ter behandeling
door de Algemene Vergadering, indienen bij het Bestuur. Het Bestuur plaatst deze
voorstellen, voorzien van een advies, op de agenda, mits deze voorstellen - spoedeisende
gevallen uitgezonderd - acht weken voor de desbetreffende algemene vergadering zijn
ingediend.
4. De agenda en de daarop betrekking hebbende stukken van de algemene vergadering
worden in de regel vier weken voor de vergaderdatum aan de afgevaardigden en de
Landelijke Groepsbesturen gezonden.
Artikel 11
1. Uit de leden van de Algemene Vergadering wordt de afvaardiging van CNV Publieke Zaak in
de algemene vergadering van het CNV bepaald.
2. De afvaardiging dient zo representatief mogelijk te zijn voor de leden van CNV Publieke
Zaak.
3. Afgevaardigden worden voor vier verenigingsjaren gekozen.

41
Bestuur
Artikel 12
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 23 van de statuten behoren in elk geval tot de taken
en bevoegdheden van het Bestuur:
a. het voorbereiden en uitvoeren van de door de Algemene Vergadering genomen
besluiten;
b. het indienen van voorstellen voor de Algemene Vergadering;
c. het voorbereiden van zaken die in de Raad van Toezicht aan de orde komen;
d. het houden van toezicht op het financiële beleid van de Landelijke Groepen en
het zonodig nemen van de vereiste maatregelen.
2. Verricht enig orgaan handelingen of neemt het besluiten in strijd met de statuten of één
van de reglementen van CNV Publieke Zaak, dan worden door het Bestuur onmiddellijk die
maatregelen getroffen, die leiden tot het ongedaan maken van die handelingen of het
vernietigen van die besluiten.
3. Indien deze maatregelen niet tot het gewenste resultaat leiden, dan kan het
desbetreffende bestuur of een deel daarvan door het Bestuur voorlopig worden geschorst.
In afwachting van een definitieve beslissing van het Bestuur, treft het Bestuur zodanige
maatregelen dat de werkzaamheden van enig orgaan onbelemmerd voortgang vinden.
4. Indien het Bestuur overgaat tot ontzetting uit de functie van het Landelijk Groepsbestuur
of een deel daarvan, dan wordt in een ledenvergadering van de desbetreffende Landelijke
Groep, die geleid wordt door een lid van het Bestuur, een nieuw bestuur gekozen.
Raad van Toezicht
Artikel 13
De taken en bevoegdheden van de Raad van Toezicht zijn vastgelegd in artikel 10 lid 3, artikel 11
lid 5, artikel 20 lid 4, artikel 25, artikel 27, artikel 28, artikel 33 en artikel 36 lid 2 van de statuten.
Voor zover deze taken en bevoegdheden betrekking hebben op het zijn van beroepsinstantie bij
besluiten van het Bestuur op het niet toelaten van leden ingevolge artikel 10 lid 3 van de
statuten en bij besluiten van het Bestuur tot het opzeggen en/of het ontzetten uit het
lidmaatschap ingevolge artikel 11 lid 5 van de statuten is de wijze van het in beroep komen bij de
Raad van Toezicht geregeld in het reglement voor de Raad van Toezicht en in het reglement van
Beroep.

42
Stemmingen binnen verenigingsorganen
Artikel 14
1. De verkiezing van personen in verenigingsorganen geschiedt schriftelijk in algemene zin.
2. Indien in het geval van een verkiezing sprake is van een enkelvoudige kandidaatstelling
wordt de kandidaat gekozen geacht, tenzij één der stemhebbende leden in het
verenigingsorgaan schriftelijke stemming verlangt.
3. Schriftelijke stemming vindt plaats naar de regels zoals vastgelegd ten aanzien van de
Algemene Vergadering in artikel 19 lid 5 a. tot en met d. van de statuten.
4. Stemmingen over voorstellen en zaken geschieden mondeling tenzij de vergadering
anders beslist. Bij staking van stemmen over een voorstel of zaak wordt dit/deze conform
het terzake bepaalde in artikel 16 lid 6 van de statuten geacht te zijn verworpen.
5. Besluiten worden, tenzij in wet of statuten een andere meerderheid is voorgeschreven,
genomen met meerderheid van het aantal uitgebrachte stemmen.
Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht.
6. Leden kunnen op uitnodiging van het Bestuur, buiten de in de reglementen van CNV
Publieke Zaak voorziene periodieke vergaderingen, geraadpleegd worden op een wijze in
overeenstemming met de aard van de vraagstelling.
7. Het resultaat van deze raadpleging wordt met het oog op de besluitvorming in de
algemene vergadering ter kennis gebracht van de Algemene Vergadering.
Raadpleging
Artikel 15
1. Leden worden in beginsel op uitnodiging van het Bestuur geraadpleegd over de inzet voor
en beoordeling van een al dan niet behaald onderhandelingsresultaat over
arbeidsvoorwaarden welke op hen van toepassing is, zoals een sociaal plan, collectieve
arbeidsvoorwaardenregeling of cao (collectieve arbeidsvoorwaarden overeenkomst). De
uitkomst zal in belangrijke mate bepalend zijn voor het standpunt van het desbetreffend
Landelijk Groepsbestuur, bij een landelijk sociaal plan, landelijke
arbeidsvoorwaardenregeling of landelijke cao, idem voor het Regionaal Groepsbestuur,
Plaatselijk Groepsbestuur of Bedrijfsledengroepsbestuur bij een regeling voor een
specifieke groep leden van een Landelijke Groep.
2. Het Bestuur besluit op basis van de ledenraadpleging en het standpunt van het bestuur
van de Landelijke, Regionale of Plaatselijke Groep, dan wel het bestuur van de

43
Bedrijfsledengroep. Alleen in zwaarwegende gevallen kan hiervan afgeweken worden. Er
is dan sprake van onverenigbaarheid met het verenigingsbeleid –belang. Een afwijkend
besluit zal met redenen omkleed ter kennis worden gebracht aan de Algemene
Vergadering.
3. Voor een ledenraadpleging worden alle leden uitgenodigd die belang hebben bij het
onderwerp van de raadpleging. Een ledenraadpleging kan zowel bij vergadering,
schriftelijk of langs elektronische weg plaatsvinden. Het Bestuur bewaakt de benodigde
zorgvuldigheid bij de ledenraadpleging.
Verslagen
Artikel 16
Op aanvraag wordt aan de leden van CNV Publieke Zaak een verslag van de werkzaamheden van
CNV Publieke Zaak toegezonden. Dit verslag omvat een overzicht van het beleid van de
Algemene Vergadering en het Bestuur en van het toezicht door de Raad van Toezicht op het
beleid van het Bestuur en op de algemene gang van zaken in de Vereniging. Het Bestuur kan, in
afwijking van het vorenstaande, besluiten het verslag van de werkzaamheden van CNV Publieke
Zaak of een gedeelte daarvan op te nemen in de door CNV Publieke Zaak uit te geven
publicaties.
Artikel 17
In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het Bestuur.
Artikel 18
Dit reglement kan worden gewijzigd bij besluit van de Algemene Vergadering met meerderheid
van stemmen, zoals omschreven in artikel 34 lid 4 van de statuten. Voor het indienen van
voorstellen terzake geldt het bepaalde in artikel 10 lid 3 van dit reglement.
Van alle wijzigingen in het huishoudelijk reglement van CNV Publieke Zaak zal via een publicatie
mededeling worden gedaan aan de leden.

44
REGLEMENT BESTUUR
Begripsbepalingen
Artikel 1
In dit reglement wordt verstaan onder:
a. Algemene Vergadering: het orgaan dat wordt gevormd door afgevaardigden, die door
en uit de leden worden gekozen, zoals bedoeld in artikel 39 van boek 2 van het
Burgerlijk Wetboek.
b. Bestuur: het bestuur van de Vereniging als bedoeld in Titel 2 van boek 2 van het
Burgerlijk Wetboek.
c. CNV: de Vereniging met volledige rechtsbevoegdheid: Christelijk Nationaal
Vakverbond in Nederland (CNV), statutair gevestigd te Utrecht, ingeschreven in het
handelsregister van de Kamers van Koophandel en Fabrieken onder nummer
30176906;
d. Raad van Toezicht: de raad van toezicht als bedoeld in artikel 24 van de statuten;
e. Secretaris: lid van het Bestuur met de functie van secretaris;
f. Vereniging: de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid CNV Publieke Zaak;
g. Vergadering: de vergadering van het Bestuur van CNV Publieke Zaak;
h. Voorzitter: de voorzitter van het Bestuur.
Doel reglement
Artikel 2
Het doel van het reglement is het vastleggen van de werkwijze van het Bestuur van CNV
Publieke Zaak, van de werkverdeling binnen het Bestuur en de relatie van het Bestuur met
de overige organen van CNV Publieke Zaak. Het reglement dient voorts ter uitwerking van de
wijze van vergaderen en besluitvormen van het Bestuur, en ter aanvulling van hetgeen in wet
en/of statuten is bepaald.

45
Taken en bevoegdheden
Artikel 3
1. Het Bestuur heeft op grond van artikel 23, 24 en artikel 6, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 17,
18, 20, 22, 24, 26, 27, 28, 29, 30, 31, 32, 33, 34, 35, 36, 37, 38 en 39 van de statuten
taken en bevoegdheden met betrekking tot de in deze artikelen genoemde
onderwerpen.
2. Het Bestuur bereidt de bespreking, advisering en besluitvorming door de Algemene
Vergadering voor en is belast met de uitvoering van de genomen besluiten door de
Algemene Vergadering.
3. Het Bestuur stelt de Raad van Toezicht in staat haar taken en bevoegdheden uit te
oefenen.
4. Het Bestuur geeft leiding aan de Werkorganisatie van CNV Publieke Zaak.
5. Het Bestuur richt zich bij de vervulling van haar taak naar het belang van de
Vereniging.
Specifieke taken en bevoegdheden
Artikel 4
1. Het Bestuur is verantwoordelijk voor de coördinatie van collectieve
belangenbehartiging, de interne en externe communicatie en de vertegenwoordiging
van CNV Publieke Zaak.
2. Belangrijke taken van het Bestuur zijn voorts:
a. het besturen van de Vereniging en Werkorganisatie;
b. het medebesturen van het CNV en CCOOP;
c. het vertegenwoordigen van de Vereniging in politiek en samenleving en het
onderhouden van functionele contacten met relevante personen en organisaties;
d. deelname aan bestuur van externe organisaties en belangenbehartiging;
e. het onderhouden van (kader)ledencontact.

46
Taakverdeling
Artikel 5
1. De Voorzitter wordt in functie benoemd door de Algemene Vergadering. Het Bestuur
wijst uit zijn midden een Secretaris en een Penningmeester aan, dan wel in plaats van
beiden een Secretaris-Penningmeester. Tevens wijst het Bestuur uit zijn midden een
verantwoordelijk Bestuurslid voor de Werkorganisatie aan. Dit Bestuurslid is
bestuurder in de zin van de Wet op de Ondernemingsraad. Het Bestuur kan voor ieder
van hen uit zijn midden een plaatsvervanger aanwijzen.
2. De verantwoordelijkheid voor de arbeidsvoorwaardencoördinatie van een cluster of
sector van CNV Publieke Zaak (Overheid, Zorg, Markt/Welzijn) is belegd bij een
Bestuurslid.
3. Bestuursleden hebben eigen taken maar besturen collegiaal de Vereniging.
Vergaderingen en besluitvorming
Artikel 6
1. Het Bestuur komt als regel wekelijks bijeen.
2. Voor het houden van de vergadering is de aanwezigheid van minimaal twee
bestuursleden vereist.
3. De vergadering wordt geleid door de Voorzitter. De voorbereiding van de vergadering,
opstellen concept agenda en bijvoegen stukken, gebeurt door de Secretaris. Ieder
Bestuurslid kan onderwerpen agenderen. De Bestuursleden worden tijdig in kennis
gesteld van de conceptagenda en stukken.
4. Besluiten worden bij meerderheid van stemmen genomen. Bij het staken van de
stemmen wordt het voorgedragen besluit niet aangenomen.
5. Van het verhandelde in elke vergadering wordt een besluitenlijst opgesteld door de
Secretaris. De besluitenlijst wordt in dezelfde of eerstvolgende vergadering
vastgesteld en door degene die de vergadering heeft geleid en de opsteller van de
besluitenlijst per pagina geparafeerd en aan het slot ondertekend.

47
REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT
Begripsbepalingen
Artikel 1
In dit reglement wordt verstaan onder:
a. Algemene Vergadering: het orgaan dat wordt gevormd door afgevaardigden, die door
en uit de leden worden gekozen, zoals bedoeld in artikel 39 van Boek 2 van het
Burgerlijk Wetboek;
b. Bestuur: het bestuur van de Vereniging als bedoeld in Titel 2 van Boek 2 van het
Burgerlijk Wetboek;
c. Ondernemingsraad: de Ondernemingsraad van CNV Publieke Zaak.
d. Raad van Toezicht: de raad van toezicht als bedoeld in artikel 25 van de statuten;
e. Vereniging: de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid CNV Publieke Zaak.
Doel reglement
Artikel 2
Het doel van dit reglement is het vastleggen van de werkwijze van de Raad van Toezicht van
CNV Publieke Zaak, van de werkverdeling binnen de Raad van Toezicht en van de relatie van
de Raad van Toezicht met het Bestuur en met de overige organen van CNV Publieke Zaak. Het
reglement dient voorts ter uitwerking van, dan wel ter aanvulling op hetgeen met betrekking
tot de taken en bevoegdheden van de Raad van Toezicht in wet en/of statuten is bepaald.
Taken en bevoegdheden
Artikel 3
1. De Raad van Toezicht ontleent haar taken en bevoegdheden aan het bepaalde in de
statuten van de Vereniging, in het bijzonder de artikelen 10.3, 11.5, 17.4, 20.4 en 20.8,
21.1, 23.2, 24, 25, 27, 28, 33.2 en 36.2

48
Specifieke taken en bevoegdheden
Artikel 4
1. Inzake het optreden van de Raad van Toezicht als beroepsinstantie op grond van de
artikelen 10.3, 11.5 en 33.2 van de statuten draagt de Raad van Toezicht er zorg voor dat
een klager tenminste schriftelijk wordt geïnformeerd over:
- de wijze waarop beroep bij de Raad van Toezicht kan worden aangetekend;
- binnen welke termijn dit beroep kan worden aangetekend;
- binnen welke termijn door de Raad van Toezicht hier op wordt beslist.
2. De Raad van Toezicht behandelt een beroep met inachtneming van het gestelde in het
Reglement van Beroep.
3. Bij tussentijdse vacature(s) in de Raad van Toezicht meldt de Raad van Toezicht dit zo
spoedig mogelijk aan het Bestuur met het verzoek om conform artikel 25 van de
statuten in de vervulling van die vacature(s) te voorzien.
Individuele advisering
Artikel 5
1. Elk individueel lid van de Raad van Toezicht kan op incidenteel verzoek van het Bestuur
advies geven aan het Bestuur. Dit verzoek om advies wordt door dit lid gemeld aan de
Raad van Toezicht.
2. Aan een in lid 1 vermeld advies kan geen tegenprestatie, vergoeding of honorarium
worden verbonden.
Kwaliteitseisen
Artikel 6
In voorkomende gevallen, doch ten minste één keer per jaar, zal door de Raad van Toezicht
worden nagegaan of de kwaliteitseisen gesteld aan de leden van de Raad van Toezicht nog
voldoen of dat aanpassingen nodig zijn. Indien dit laatste het geval is, doet de Raad van
Toezicht door tussenkomst van het Bestuur een voorstel tot aanpassing aan de Algemene
Vergadering.

49
(Plv.)voorzitter
Artikel 7
1. De voorzitter is primair belast met het onderhouden van regelmatig contact met het
Bestuur en houdt de leden van de Raad van Toezicht van aard en inhoud van deze
contacten nauwkeurig op de hoogte.
2. De voorzitter vertegenwoordigt de Raad van Toezicht. Hij streeft naar optimale
participatie van de overige leden van de Raad van Toezicht bij de werkzaamheden van de
Raad van Toezicht, coördineert alle activiteiten van de Raad van Toezicht en bevordert de
deskundigheid van de leden van de Raad van Toezicht.
3. De voorzitter van de Raad van Toezicht of diens aangewezen vervanger is belast met de
leiding van de vergaderingen van de Raad van Toezicht.
Secretariaat
Artikel 8
1. De Raad van Toezicht voorziet overeenkomstig artikel 28.1 van de statuten in zijn
secretariaat.
2. Het secretariaatsarchief bevat de notulen en andere vergaderstukken, alsmede alle
correspondentie en overige documentatie betreffende de Raad van Toezicht, welke
gedurende zeven jaar worden bewaard. Het Bestuur is belast met het beheer van het
archief.
3. Het Bestuur voorziet op verzoek van en in overleg met de Raad van Toezicht in de
ambtelijke secretariële ondersteuning van de Raad van Toezicht.
Vergaderingen en besluitvorming
Artikel 9
1. Jaarlijks stelt de voorzitter van de Raad van Toezicht een)schema op van de te houden
reguliere vergaderingen onder vermelding van datum, plaats en tijd.
2. Wanneer twee of meer leden van de Raad van Toezicht het nodig achten dat een (extra)
vergadering wordt gehouden, dan kunnen zij de voorzitter van de Raad van Toezicht
schriftelijk en onder nauwkeurige opgave van het (de) te behandelen punt(en) verzoeken
een vergadering bijeen te roepen. Geeft de voorzitter aan een dergelijk verzoek geen
gevolg dan zijn de verzoekers bevoegd zelf een vergadering bijeen te roepen op de wijze

50
waarop de secretaris, uit naam van de voorzitter, een vergadering bijeenroept. Aan een
dergelijk verzoek wordt in ieder geval geacht geen gevolg te zijn gegeven door de
voorzitter indien de vergadering niet binnen drie weken na het verzoek wordt gehouden.
3. Aan de vergaderingen, als bedoeld in de leden van dit artikel, neemt het Bestuur deel.
4. De agenda’s van de vergaderingen, als bedoeld in de leden 1 en 2 van dit artikel, worden
in overleg met het Bestuur vastgesteld.
5. Naast de in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde vergaderingen, vergadert de Raad
van Toezicht ten minste eenmaal per jaar buiten de aanwezigheid van het Bestuur. Deze
vergadering heeft onder meer als doel het functioneren van het Bestuur alsmede het
eigen functioneren van de Raad van Toezicht te evalueren
6. De oproeping voor een vergadering geschiedt met inachtneming van een termijn van
zeven dagen, waarbij de dag van de oproeping en die van de vergadering niet worden
meegerekend.
7. De oproeping voor een vergadering gebeurt schriftelijk waarbij worden vermeld de
plaats en het tijdstip van de vergadering. De oproeping gaat vergezeld van de agenda en
eventueel te bespreken stukken.
8. In de besluitenlijst zal worden aangegeven welke besluiten in de betreffende
vergadering zijn genomen. Deze besluiten zullen onder vermelding van het kalenderjaar
doorlopend per jaar worden genummerd.
9. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 28.5 van de statuten worden alle besluiten van
de Raad van Toezicht genomen met gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
Bij staking van stemmen wordt een tweede vergadering uitgeschreven. Indien dan
opnieuw de stemmen staken, is de stem van de voorzitter beslissend.
10. Ieder lid van de Raad van Toezicht wordt geacht de vergaderingen van de Raad van
Toezicht bij te wonen. Bij frequente afwezigheid zal het desbetreffende lid van de Raad
van Toezicht hierop worden aangesproken. Op grond van artikel lid 17 1 h van de
statuten kan bij recidive op advies van de Raad van Toezicht de Algemene Vergadering
overgaan tot schorsing en/of ontslag van het desbetreffende lid.
Informatie
Artikel 10
1. De Raad van Toezicht bevordert dat hij tijdig schriftelijke informatie van het Bestuur
ontvangt over alle feiten en ontwikkelingen met betrekking tot de Vereniging, welke

51
informatie de Raad van Toezicht nodig heeft om adequaat te kunnen functioneren en zijn
taken naar behoren te kunnen uitoefenen.
2. Ontvangt een lid van de Raad van Toezicht uit andere bron dan het Bestuur of de Raad
van Toezicht informatie of signalen die in het kader van het werk van de Raad van
Toezicht van belang zijn, dan brengt hij deze informatie zo spoedig mogelijk ter kennis
van de voorzitter, die vervolgens de Raad van Toezicht op de hoogte zal stellen.
3. Ieder lid van de Raad van Toezicht zal alle informatie en documentatie, die hij in het
kader van het lid zijn van de Raad van Toezicht verkrijgt en die redelijkerwijs als
vertrouwelijk is te beschouwen, als strikt vertrouwelijk behandelen en niet buiten de
Raad van Toezicht en het Bestuur openbaar maken, ook niet na zijn aftreden.
Verantwoording
Artikel 11
1. De Raad van Toezicht verantwoordt zich over de door de Raad van Toezicht verrichte
werkzaamheden door na het eind van een kalenderjaar - conform artikel 28.9 van de
statuten - binnen zes maanden schriftelijk verslag uit te brengen aan de Algemene
Vergadering.
2. In dit verslag worden onder meer de navolgende onderwerpen behandeld:
a. de goedkeuring van de rekening en verantwoording over het door het Bestuur over
het afgelopen jaar gevoerde financiële beleid alsmede het jaarverslag;
b. het aantal vergaderingen van de Raad van Toezicht;
c. opsomming van de meest belangrijke onderwerpen die zijn behandeld tijdens de
vergaderingen van de Raad van Toezicht;
d. melding van de aanwezigheid van een reglement Raad van Toezicht;
e. informatie over de individuele leden van de Raad van Toezicht en de
benoemingsperioden;
f. informatie omtrent eventuele benoemingen en herbenoemingen binnen de Raad van
Toezicht;
g. informatie aangaande de evaluatie van het eigen functioneren en de relatie tot het
Bestuur;
h. overige van belang zijnde informatie.

52
Commissies en afvaardigingen
Artikel 12
1. De Raad van Toezicht kan uit zijn midden commissies instellen, dan wel individuele
leden met een bijzondere opdracht belasten.
2. Een door de Raad van Toezicht uit zijn midden ingestelde commissie alsmede een lid
met bijzondere opdracht werkt op basis van een schriftelijke opdracht waarin het doel
van de werkzaamheden, het product en/of resultaat, de tijdsduur, de werkwijze en de
verantwoording aan de Raad van Toezicht zijn vastgelegd.
3. De Raad van Toezicht zal voorts uit zijn midden één of meerdere leden afvaardigen naar
door, of ten behoeve van, de Vereniging ingestelde paritaire commissies of
werkgroepen. De afgevaardigden naar bedoelde organen opereren daarin zonder last of
ruggespraak.
4. Indien de Raad van Toezicht daartoe redenen aanwezig acht kan hij ten allen tijde door
hemzelf ingestelde commissies opheffen, dan wel een lid met bijzondere opdracht van
zijn taak ontheffen.
5. Van de betrokkenheid van leden van de Raad van Toezicht bij commissies/werkgroepen,
respectievelijk een bijzondere opdracht als in dit artikel genoemd. wordt in het in artikel
11 van dit reglement bedoelde verslag melding gemaakt.
Wijzigingen
Artikel 13
1. Wijziging van dit reglement vindt plaats bij besluit van de Algemene Vergadering.
2. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het Bestuur na overleg met de
Raad van Toezicht.

53
REGLEMENT LANDELIJKE GROEPEN
Begripsbepalingen
Artikel 1
In dit reglement wordt verstaan onder:
a. Algemene Vergadering: het orgaan dat wordt gevormd door afgevaardigden,
die door en uit de leden worden gekozen, zoals bedoeld in artikel 39 van Boek
2 van het Burgerlijk Wetboek;
b. Bedrijfsledengroep: een bedrijfsledengroep als bedoeld in artikel 32 van de
statuten;
c. Bestuur: het bestuur van de Vereniging als bedoeld in Titel 2 van Boek 2 van
het Burgerlijk Wetboek;Bestuurder: lid van het Bestuur;
d. bestuurder: de door het Bestuur aan de Landelijke Groep toegevoegde
belangenbehartiger afkomstig uit de Werkorganisatie;
e. Huishoudelijk reglement: het huishoudelijk reglement van CNV Publieke Zaak;
f. Landelijke Groep: een landelijke groep als bedoeld in artikel 29 van de
statuten;
g. Landelijk Groepsbestuur: het bestuur van een Landelijke Groep;
h. Plaatselijke Groep: een plaatselijke groep als bedoeld in artikel 32 van de statuten;
i. Regionale Groep: een regionale groep als bedoeld in artikel 32 van de statuten;
j. Reglement: het reglement van de Landelijke Groep;
k. Statuten: de statuten van CNV Publieke Zaak
Landelijke Groep
Artikel 2
In dit reglement wordt verstaan onder een Landelijke Groep:
1. een organisatorisch verband van leden binnen een sector van CNV Publieke Zaak als
bedoeld in artikel 29 van de statuten waarvoor een collectieve arbeidsvoorwaardenregeling
met een landelijke werking wordt afgesloten en door het Bestuur ingesteld;
2. het organisatorisch verband van anders actieve en gepensioneerde leden van CNV Publieke
Zaak als bedoeld in artikel 9 lid 1 sub g van de statuten en door het Bestuur ingedeeld
conform het bepaalde in artikel 28 van de statuten.

54
Het organisatorisch verband van leden niet vallend onder de omschrijving van lid 1 en lid
2 van dit artikel kan door het Bestuur als Landelijke Groep worden aangemerkt.
Doel en taakstelling
Artikel 3
De Landelijke Groep draagt bij aan de verwezenlijking van doel en taakstelling van CNV Publieke
Zaak als bedoeld in artikel 5 van de statuten en oefent daartoe in elk geval de volgende taken uit:
1. De Landelijke Groep draagt zorg voor de ontwikkeling en zonodig uitvoering van een beleid
inzake: arbeidsvoorwaarden, promotie, scholing en vorming, ledenwerving en
ledenbehoud, in het bijzonder gericht op de eigen groep.
2. De Landelijke Groep draagt zorg voor een geregelde voorbereiding van het in te nemen
standpunt namens de Landelijke Groep in de Algemene Vergadering en draagt mede zorg
voor de uitvoering van de besluiten van de Algemene Vergadering.
3. De Landelijke Groep meldt de door de groep voorgenomen acties aan de bestuurder en legt
deze vervolgens ter goedkeuring aan het Bestuur voor.
4. De Landelijke Groep pleegt met betrekking tot haar werkzaamheden regelmatig overleg
met haar bestuurder.
Instelling
Artikel 4
Een Landelijke Groep wordt door het Bestuur ingesteld.
Landelijk Groepsbestuur
Samenstelling
Artikel 5
1. De samenstelling van het Landelijk Groepsbestuur alsmede het verkiezen, het tussentijds
voorzien in vacatures en het bij rooster aftreden van de leden van het Landelijk
Groepsbestuur is geregeld in artikel 31 van de statuten.
2. De bestuurder ondersteunt het betreffende Landelijk Groepsbestuur en is ambtshalve
belast met het voeren van het secretariaat.

55
3. Voor zover een nadere regeling met betrekking tot kandidaatstelling van leden van het
Landelijk Groepsbestuur wordt gewenst wordt deze, op voorstel van het Landelijk
Groepsbestuur, door de algemene ledenvergadering van de betreffende Landelijke Groep
vastgesteld. Deze regeling behoeft de goedkeuring van het Bestuur.
Taken en bevoegdheden
Artikel 6
1. Het bestuur van de Landelijke Groep berust bij het Landelijk Groepsbestuur.
2. Het Landelijk Groepsbestuur is voor zijn werkzaamheden verantwoording schuldig aan de
algemene ledenvergadering van de betreffende Landelijke Groep.
3. Een niet voltallig Landelijk Groepsbestuur is slechts bevoegd tot het nemen van besluiten
indien tenminste de meerderheid van het aantal bestuursleden aanwezig is.
Vergaderingen
Artikel 7
1. Het Landelijk Groepsbestuur kan maximaal één keer per jaar een algemene
ledenvergadering uitschrijven, waaraan alle tot de landelijke groep behorende leden
kunnen deelnemen.
2. Het Landelijk Groepsbestuur kan na toestemming van het Bestuur een extra algemene
ledenvergadering uitschrijven, waaraan alle tot de Landelijke Groep behorende leden
kunnen deelnemen.
3. Voor de inhoud van de algemene leden vergadering zie artikel 15 van dit reglement.
Stemmen
Artikel 8
1. Stemrecht hebben de vertegenwoordigers van de Regionale en/of Plaatselijke en/of
Bedrijfsledengroepen. Ieder lid kan naast het ter vergadering uitbrengen van de eigen
stem, van maximaal één niet-aanwezig lid de volmacht ontvangen, om namens dit lid te
stemmen. Een schriftelijk bewijs dient hiertoe aan de secretaris van het Landelijk
Groepsbestuur te worden overlegd.
2. In de algemene ledenvergadering van de Landelijke Groepen brengt iedere Regionale en/of
Plaatselijke en/of Bedrijfsledengroep voor elke 50 leden of een deel daarvan een stem uit,

56
uitgaande van het ledental op 1 januari voorafgaande aan de datum waarop de algemene
ledenvergadering wordt gehouden.
3. Bij de stemming kan worden aangegeven welke Plaatselijke en/of Bedrijfsledengroepen
binnen de Regionale Groep vóór dan wel tegen het voorstel zijn.
4. Bij het ontbreken van een Regionale Groep is de Plaatselijke en/of Bedrijfsledengroep
gerechtigd conform lid 2 leden naar de algemene ledenvergadering af te vaardigen,
waarmee het stemrecht aan deze groep toekomt.
5. In de algemene ledenvergadering, waar geen vertegenwoordiging als bedoeld in leden 1, 2,
3 en 4, zijn de leden 1, 2, 3 en 4 niet van toepassing. In deze vergadering hebben de
aanwezige leden van de groep stemrecht.
Raadpleging
Artikel 9
1. Leden van (een) Landelijke Groep(en) kunnen, na toestemming van het Bestuur, op
uitnodiging van één of meer Landelijk Groepsbestu(u)r(en), buiten de in de reglementen
van CNV Publieke Zaak voorziene periodieke vergaderingen, geraadpleegd worden op een
wijze in overeenstemming met de aard van de vraagstelling.
2. Het resultaat van deze raadpleging wordt met het oog op de definitieve besluitvorming
terzake in het/de betreffende Landelijk Groepsbestu(u)r(en) ter kennis gebracht.
3. Landelijke Groepsbestu(u)r(en) kunnen, na toestemming van het Bestuur, de raadpleging
ook voor niet leden openstellen.
Dagelijks groepsbestuur
Artikel 10
1. Uit het Landelijk Groepsbestuur kan een dagelijks groepsbestuur worden gevormd. Het
dagelijks groepsbestuur bestaat in ieder geval uit de voorzitter, de secretaris en de
penningmeester.
2. Een dagelijks groepsbestuur bestaat in aantal leden uit minder leden dan de helft van het
totaal aantal leden van het Landelijk Groepsbestuur.
3. Indien binnen een Landelijk Groepsbestuur geen dagelijks groepsbestuur wordt of kan
worden aangewezen, dan worden, behoudens de functie van voorzitter, ingevolge artikel 30
lid 2 van de statuten de functies onderling door het bestuur verdeeld, waarbij tevens wordt
bepaald welk lid van het Landelijk Groepsbestuur de functie van voorzitter vervult bij diens

57
afwezigheid.
Voorzitter
Artikel 11
1. De voorzitter bepaalt, na overleg met de leden van het Landelijk Groepsbestuur en de aan
het Landelijk Groepsbestuur toegevoegde bestuurder, de dag, het uur en de plaats waarop
en waar de vergaderingen van het bestuur en de algemene ledenvergadering worden
gehouden.
2. Bij afwezigheid van de voorzitter wordt deze vervangen door een ander uit en door het
Landelijk Groepsbestuur aan te wijzen lid.
3. De voorzitter ziet toe dat de besluiten van het bestuur tijdig worden uitgevoerd.
4. De voorzitter tekent alle van de groep uitgaande stukken waarvoor, ingevolge besluit van
het Landelijk Groepsbestuur, de handtekening van de voorzitter vereist wordt.
Secretaris
Artikel 12
1. De secretaris is belast met:
a. de voorbereiding van de beleidsmatige en organisatorische werkzaamheden van de
groep;
b. de zorg voor de algemene correspondentie van de groep;
c. het samenstellen van notulen, rapporten en verslagen;
d. het bijhouden van de groepsadministratie.
2. De secretaris draagt er zorg voor dat, behoudens de spoedeisende gevallen, de leden van
het bestuur ten minste veertien dagen voor de vergadering worden uitgenodigd.
3. De secretaris brengt op de algemene ledenvergadering, als bedoeld in artikel 7 van dit
reglement, verslag uit over de door de groep verrichte werkzaamheden over het afgelopen
jaar.
4. Van alle belangrijke uitgaande stukken wordt door de secretaris afschrift gehouden.
Penningmeester
Artikel 13
1. De penningmeester beheert de geldmiddelen die ter beschikking van het Landelijk

58
Groepsbestuur staan.
2. De penningmeester draagt, zonodig in overleg met de aan het Landelijk Groepsbestuur
toegewezen bestuurder, zorg voor de financiële administratie van de groep.
3. De penningmeester is voor zijn beheersdaden verantwoording schuldig aan het Landelijk
Groepsbestuur.
4. De penningmeester brengt op de algemene ledenvergadering schriftelijk verslag uit over
het financieel beheer.
5. De penningmeester is verplicht zijn boeken en bescheiden te doen controleren door een
controlecommissie, als bedoeld in artikel 18, lid 1. van dit reglement. Van deze controle
legt hij een door de leden van de controlecommissie ondertekend verslag voor aan het
Landelijk Groepsbestuur.
6. Het Bestuur is te allen tijde bevoegd naar het geldelijk beheer van de penningmeester een
onderzoek in te stellen of te doen instellen.
7. De leden 1 tot en met 6 zijn niet van toepassing als de financiële administratie van de
betreffende Landelijke Groep uitgevoerd wordt door het Bestuur van CNV Publieke Zaak.
Aftreden
Artikel 14
Bij aftreden, zowel periodiek als tussentijds, zijn de voorzitter, de secretaris en de
penningmeester verplicht binnen acht dagen het archief, kas, boeken en verdere stukken over te
dragen onder het afleggen van rekening en verantwoording aan het Landelijk Groepsbestuur.
Algemene ledenvergadering
Artikel 15
In de algemene ledenvergadering als bedoeld in artikel 7 van dit reglement worden in de regel
aan de orde gesteld:
a. het jaarverslag van de secretaris, als bedoeld in artikel 29 lid 5 van de statuten;
b. het financiële verslag van de penningmeester, als bedoeld in artikel 29 lid 5 van de
statuten;
c. het verslag van de in artikel 18 van dit reglement bedoelde controlecommissie;
d. de benoeming van de controlecommissie, bedoeld in artikel 18 van dit reglement;
e. het door het Landelijk Groepsbestuur gevoerde en te voeren beleid;
f. de verkiezing c.q. benoeming van bestuursleden;

59
g. een voorgenomen wijziging van het reglement van de Landelijke Groep.
Voorstellen algemene ledenvergadering
Artikel 16
1. De Regionale, Plaatselijke en/of Bedrijfsledengroepen hebben het recht zowel schriftelijk
tijdig vóór, als mondeling tijdens de vergadering voorstellen in te dienen.
2. De voorzitter is bevoegd de behandeling van voorstellen die minder dan twee maal
vierentwintig uur voor de aanvang van de vergadering zijn ingediend, alsmede de tijdens de
vergadering ingediende voorstellen, te verdagen.
Het bepaalde in dit lid is niet van toepassing op de tijdens de vergadering ingediende,
nadere voorstellen of amendementen inzake de door de voorzitter aan de orde gestelde
onderwerpen.
Oproeping algemene ledenvergadering
Artikel 17
1. De oproeping voor de vergadering geschiedt als regel via een uitnodiging met inbegrip van
de agenda.
2. Behoudens in spoedeisende gevallen, dienen uitnodigingen met inbegrip van de belangrijke
agendapunten ten minste veertien dagen vóór de vergadering bij de Regionale en/of
Plaatselijke en/of Bedrijfsledengroepen bekend te zijn.
Financieel beheer
Artikel 18
1. Onverminderd de verantwoordelijkheid van het Landelijk Groepsbestuur voor het financieel
beheer van de groep, wordt de controle op de financiële administratie en de kasmiddelen
van de Landelijke Groep opgedragen aan een controlecommissie, bestaande uit tenminste
twee niet tot het Landelijk Groepsbestuur behorende personen die door de algemene
ledenvergadering worden gekozen, op voordracht van het Landelijk Groepsbestuur.
2. Ieder jaar treedt volgens rooster één van de commissieleden af. De leden zijn slechts één
maal herkiesbaar.
3. Deze commissie heeft tot taak:
a. het ten minste éénmaal per jaar controleren van de financiële administratie van de

60
Landelijke Groep;
b. aan het Landelijk Groepsbestuur onmiddellijk kennis te geven van bijzonderheden;
c. het uitbrengen van verslag van haar bevindingen aan de algemene ledenvergadering.
4. De penningmeester is verplicht zijn boeken en bescheiden ter inzage te geven aan deze
commissie en haar alle inlichtingen te verstrekken die zij voor de uitoefening van haar taak
nodig acht.
5. De leden 1 tot en met 4 zijn niet van toepassing als de financiële administratie van de
betreffende Landelijke Groep uitgevoerd wordt door het Bestuur van CNV Publieke Zaak.
Rekening en verantwoording
Artikel 19
1. Het Landelijk Groepsbestuur legt na afloop van het ingetreden boekjaar doch vóór één
maart aan het Bestuur de door de controlecommissie gecontroleerde jaarrekening over.
Het Bestuur kan hiertoe richtlijnen geven.
2. Het Bestuur is bevoegd de boeken en bescheiden van het bestuur zijnerzijds te controleren
of te doen controleren.
3. Wanneer de resultaten van het onderzoek daartoe naar het oordeel van het Bestuur
aanleiding geven, is het Bestuur - het Landelijk Groepsbestuur gehoord - bevoegd de
nodige maatregelen te nemen.
4. De kosten van de Landelijke Groepen komen voor rekening van het Bestuur. Het Landelijk
Groepsbestuur is binnen het door de Algemene Vergadering van CNV Publieke Zaak
conform artikel 29 lid 2 van de statuten vastgestelde budget ingevolge artikel 29 lid 3 van
de statuten verantwoordelijk voor de verdeling van het budget over zijn Regionale en/of
Plaatselijke en/of Bedrijfsledengroepen.
Geldmiddelen
Artikel 20
De geldmiddelen bestaan uit ten minste hetgeen het Landelijk Groepsbestuur ter beschikking
wordt gesteld op grond van artikel 29 van de statuten.

61
Jaarverslag
Artikel 21
Het Landelijk Groepsbestuur doet in een jaarlijkse rapportage vóór één maart aan het Bestuur
verslag van zijn activiteiten in het verslagjaar. De leden (van de Landelijke Groep) kunnen op
verzoek een afschrift van deze rapportage ontvangen. Aan de Regionale, Plaatselijke en/of
Bedrijfsledengroepen wordt de rapportage toegestuurd.
Algemene bepalingen
Artikel 22
Conform artikel 11 van het huishoudelijk reglement is het Bestuur bevoegd, indien het Landelijk
Groepsbestuur naar het oordeel van het Bestuur door bijzondere omstandigheden niet
functioneert en hierin niet op andere wijze is te voorzien, na overleg met het Landelijk
Groepsbestuur, die regelen vast te stellen die het Bestuur in het belang van de Landelijke Groep
noodzakelijk acht.
Opheffing
Artikel 23
Bij opheffing van een Landelijke Groep worden de boeken en stukken benevens de gelden,
geldswaardige papieren en andere bezittingen aan het Bestuur overgedragen.
Aanvullend reglement
Artikel 24
Het Landelijk Groepsbestuur is bevoegd een aanvullend reglement ten behoeve van de
Landelijke Groep op te stellen. Dit reglement behoeft, na vaststelling door de algemene
ledenvergadering, de goedkeuring van het Bestuur.
Regionale, Plaatselijke en Bedrijfsledengroepen
Artikel 25
1. De Landelijke Groep kent Regionale en/of Plaatselijke en/of Bedrijfsledengroepen.

62
2. Door het Landelijk Groepsbestuur worden Regionale en/ Plaatselijke en/of
Bedrijfsledengroepen ingesteld voor de leden. De begrenzing wordt door het Landelijk
Groepsbestuur vastgesteld.
Artikel 26
De Regionale en/of Plaatselijke en/of Bedrijfsledengroepen hebben tot taak het mede bepalen en
uitvoering geven aan het beleid van de eigen groep als bedoeld in artikel 3 van dit reglement,
volgens de aanwijzingen van het Landelijk Groepsbestuur. Vertegenwoordigers van Plaatselijke
en/of Bedrijfsledengroepen nemen daartoe zitting in de daarvoor in aanmerking komende
Regionale Groepen, vertegenwoordigers van Regionale Groepen nemen daartoe zitting in de
algemene ledenvergadering van de eigen Landelijke Groep.
Artikel 27
De Regionale en/of Plaatselijke en/of Bedrijfsledengroepen zenden een convocatie van hun
vergaderingen, en vóór één april van elk jaar het jaarlijks verslag, aan de secretaris van de
Landelijke Groep.
Artikel 28
De Regionale en/of Plaatselijke en/of Bedrijfsledengroepen stellen op aanwijzing van het
Landelijk Groepsbestuur een eigen reglement vast. Het reglement mag geen bepalingen
bevatten die strijdig zijn met de statuten en reglementen van CNV Publieke Zaak. Het reglement
behoeft alvorens inwerkingtreding, goedkeuring door het Landelijk Groepsbestuur. In het
reglement wordt in elk geval de wijze van afvaardiging naar algemene ledenvergadering en
Regionale Groep geregeld.
Slotbepaling
Artikel 29
1. Wijziging van dit reglement vindt plaats bij besluit van de Algemene Vergadering.
2. In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het Bestuur.

63
REGLEMENT ALGEMENE VERGADERING
Begripsbepalingen
Artikel 1
a. Algemene Vergadering: het orgaan dat wordt gevormd door afgevaardigden, die door
en uit de leden worden gekozen, zoals bedoeld in artikel 39 van Boek 2 van het
Burgerlijk Wetboek;
b. algemene vergadering: de bijeenkomst van afgevaardigden;
c. Bestuur: het bestuur van de Vereniging als bedoeld in Titel 2 van Boek 2 van het
Burgerlijk Wetboek;
d. Secretaris: lid van het Bestuur met de functie van secretaris;
e. Voorzitter: lid van het Bestuur met de functie van voorzitter.
Artikel 2
Onverminderd de bepalingen in de statuten en de overige reglementen geldt voor de Algemene
Vergadering van CNV Publieke Zaak het volgende reglement .
Samenstelling afvaardiging Algemene Vergadering
Artikel 3
a. Ieder erkend Landelijk Groepsbestuur heeft het recht een afvaardiging te benoemen naar
de Algemene Vergadering.
b. Een afvaardiging bestaat uit ten hoogste twee leden en twee plaatsvervangend
Leden.
c. Namen en adressen van de benoemde leden en plaatsvervangend leden worden
tijdig aan het Bestuur bekend gemaakt.
d. De delegatie naar een bijeenkomst van de Algemene Vergadering bestaat uit ten
hoogste twee personen.
Artikel 4
a. Leden en plaatsvervangend leden van een afvaardiging hebben een benoemingstermijn van
maximaal vier jaar. Daartoe wordt een rooster van aftreden opgesteld.
b. De benoemingstermijn eindigt ook indien het lid/plaatsvervangend lid niet langer
werkzaam is in de sector waarin zijn/haar Landelijk Groepsbestuur opereert.

64
c. Leden en plaatsvervangend leden zijn herbenoembaar.
d. De herbenoembaarheid eindigt na afronding van de derde benoemingstermijn.
e. Een nieuw lid/plaatsvervangend lid van een afvaardiging neemt op het rooster van
aftreden de plaats in van degene die hij/zij opvolgt.
f. Het einde van de benoeming van een lid/plaatsvervangend lid van een afvaardiging wordt
terstond aan het Bestuur bekend gemaakt.
Gang van zaken algemene vergadering
Artikel 5
De Voorzitter heeft de leiding van de algemene vergadering.
a. Geen der aanwezigen voert het woord dan na toestemming van de Voorzitter.
b. De Voorzitter verleent het woord in beginsel in de volgorde waarin het is gevraagd.
c. Het aantal termijnen waarbinnen wordt gediscussieerd is twee, tenzij de Voorzitter, in
overleg met de Algemene Vergadering, anders bepaalt.
Artikel 6
De Voorzitter kan na overleg met de Algemene Vergadering een maximum spreektijd over een
bepaald onderwerp c.q. de spreektijd per woordvoerder vaststellen.
Artikel 7
De volgorde van de agendapunten kan in overleg met de Algemene Vergadering worden
gewijzigd.
Artikel 8
Nadat de beraadslaging is gesloten, gaat de Algemene Vergadering (zo nodig) over tot het nemen
van een besluit. Vraagt geen der afgevaardigden van de Landelijke Groepen stemming, dan wordt
het besluit geacht met algemene stemmen te zijn genomen. Evenwel kunnen één of meer
stemgerechtigde afgevaardigden van de Landelijke Groepen aantekening vragen dat zij geacht
willen worden te hebben tegengestemd. In dat geval wordt het besluit geacht met de stemmen
van de overige aanwezige afgevaardigden van de Landelijke Groepen te zijn genomen.
Artikel 9
De Voorzitter kan al dan niet op verzoek van de Algemene Vergadering de bijeenkomst van de
Algemene Vergadering gedurende een door hem te bepalen tijd schorsen om de goede gang van

65
zaken te bevorderen.
Artikel 10
Punten voor de rondvraag dienen vóór aanvang van de vergadering schriftelijk aan de Secretaris
te worden voorgelegd.
Artikel 11
De delegaties van de Landelijke Groepen geven de Secretaris de naam op van de afgevaardigde
die namens de Landelijke Groep de stemmen uitbrengt. De overige afgevaardigden van de
Landelijke Groep kunnen hierbij als vervanger optreden.
a. Bij stemming met hand opsteken dient de Voorzitter zich ervan te overtuigen wie vóór dan
wel tegen een bepaald voorstel is. Hij dient daarbij tevens vast te stellen wie zich van
stemming wenst te onthouden.
b. Mocht er bij deze procedure twijfel zijn omtrent de stemverhouding, dan dient tot
hoofdelijke stemming te worden overgegaan.
c. Bij hoofdelijke stemmingen worden voor het uitbrengen van een stem de Landelijke
Groepen door de Secretaris afgeroepen. Desgevraagd kan, door de Algemene Vergadering
te bepalen, tot schriftelijke stemming worden overgegaan.
Artikel 12
De dagvergaderingen zullen in het algemeen om 10.30 uur aanvangen en uiterlijk om 17.00 uur
worden beëindigd.
Artikel 13
De Voorzitter kan niet tot sluiting van de bijeenkomst overgaan voordat de agenda is afgewerkt,
tenzij met toestemming van de Algemene Vergadering zelf.
Bijzondere bepalingen
Artikel 14
a. Bij de behandeling van daartoe geëigende onderwerpen, bijvoorbeeld beeldvorming
en/of standpuntbepaling bij direct aan de actualiteit verbonden zaken waaraan een
bondsinhoudelijk belang gekoppeld is, kunnen, additioneel aan de delegaties van
Landelijk Groepsbesturen, ook geïnteresseerde/deskundige gewone leden en/of
externe beleidsspecialisten uitgenodigd worden.

66
b. Deze uitnodiging kan gebeuren door het Bestuur en/of door een erkend Landelijk
Groepsbestuur.
c. Een uitnodiging wordt tijdig en gemotiveerd aan het Bestuur en de (plaatsvervangende)
leden van de Algemene Vergadering bekend gemaakt.
Reglementswijziging en hardheidsclausule
Artikel 15
b. Wijziging van dit reglement vindt plaats bij besluit van de Algemene Vergadering.
c. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het Bestuur.

67
REGLEMENT COMMISSIES
Begripsbepalingen
Artikel 1
In dit reglement wordt verstaan onder:
a. Algemene Vergadering: het orgaan dat wordt gevormd door afgevaardigden, die door
en uit de leden worden gekozen, zoals bedoeld in artikel 39 van Boek 2 van het
Burgerlijk Wetboek;
b. Bestuur: het bestuur van de Vereniging als bedoeld in Titel 2 van Boek 2 van het
Burgerlijk Wetboek.
Artikel 2
De Algemene Vergadering heeft, ingevolge artikel 14 lid 2 van de statuten, de bevoegdheid om op
beleidsmatige en/of organisatorische gronden commissies in te stellen en op te heffen.
Artikel 3
1. De commissies bestaan elk uit maximaal zeven leden.
2 De leden van de commissies worden door de Algemene Vergadering benoemd.
3. De Landelijke Groepen en de leden van het Bestuur kunnen kandidaten voor het
lidmaatschap voordragen.
4. Vereist voor het lidmaatschap van een commissie is het lidmaatschap van CNV Publieke
Zaak alsmede het hebben van kennis en/of ervaring op het werkterrein van de commissie.
5. De leden van de commissies hebben hierin zitting zonder last of ruggespraak.
Artikel 4
1. De commissie wijst uit haar midden een voorzitter aan.
2. De secretariële ondersteuning van de commissie kan worden verleend door of vanwege het
Bestuur.
Artikel 5
Bij de instelling van een commissie stelt de Algemene Vergadering het werkterrein van de
commissie vast door middel van een taakopdracht.

68
Artikel 6
1. De commissie vergadert zo vaak als noodzakelijk is, gelet op haar taakopdracht.
2. Op schriftelijk verzoek van ten minste twee leden van de commissie wordt door de
voorzitter van de commissie binnen uiterlijk twee maanden na indiening van het verzoek
een vergadering van de commissie belegd.
Artikel 7
1. Van (de voortgang van) haar werkzaamheden doet de commissie verslag aan de Algemene
Vergadering, tenzij in de taakopdracht anders is bepaald.
2. Minderheidsstandpunten worden, desgewenst, in de adviezen opgenomen.
3. De kosten van de commissies komen voor rekening van de Vereniging.
4. Alle adviezen en verslagen worden schriftelijk uitgebracht aan de Algemene Vergadering.
Artikel 8
1. Wijziging van dit reglement vindt plaats bij besluit van de Algemene vergadering.
2. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het Bestuur.

69
REGLEMENT VERTROUWENSCOMMISSIE BESTUURSBENOEMINGEN
Begripsbepalingen
Artikel 1
In dit reglement wordt verstaan onder:
a. Algemene Vergadering: het orgaan dat wordt gevormd door afgevaardigden, die door en
uit de leden worden gekozen, zoals bedoeld in artikel 39 van Boek 2 van het Burgerlijk
Wetboek;
b. Bestuur: het bestuur van de Vereniging als bedoeld in Titel 2 van Boek 2 van het
Burgerlijk Wetboek;
c. Raad van Toezicht: de raad van toezicht als bedoeld in artikel 25 van de statuten.
Doel van de commissie
Artikel 2
Doel van de Vertrouwenscommissie is het selecteren van het kandidaat Bestuurslid of de
kandidaat Bestuursleden die door het Bestuur wordt/worden voorgedragen aan de
Algemene Vergadering conform art. 20 lid 4 en 5. In het bijzonder wordt onderzocht hoe de
kandidaat/kandidaten de Vereniging en het bondsbeleid kan vormgeven, vertegenwoordigen
en versterken.
Samenstelling van de commissie
Artikel 3
1. De Vertrouwenscommissie bestaat uit ten minste drie en ten hoogste zes leden.
2. De leden van de Vertrouwenscommissie worden door de Algemene Vergadering
benoemd.
3. De Landelijke Groepen kunnen kandidaten voor het lidmaatschap voordragen.
4. Vereist voor de voordracht c.q. het lidmaatschap van de Vertrouwenscommissie is:
a. Het lidmaatschap c.q. plaatsvervangend lidmaatschap van de Algemene
Vergadering van CNV Publieke Zaak.
b. Het hebben van voldoende kennis en/of ervaring op het werkterrein en de

70
taakopdracht van de Vertrouwenscommissie.
5. De leden van de Vertrouwenscommissie doen hun werkzaamheden zonder last of
ruggespraak.
Artikel 4
1. De commissie wijst uit haar midden een voorzitter aan.
2. De secretariële en of professionele ondersteuning van de Vertrouwenscommissie kan
op verzoek verleend worden vanuit de Werkorganisatie.
Artikel 5
De commissie vergadert zo vaak als noodzakelijk is, gelet op haar taakopdracht.
Werkwijze
Artikel 6
1. De Raad van Toezicht en het Bestuur dragen een kandidaat of kandidaten voor aan de
Vertrouwencommissie conform art. 20 lid 4 van de statuten.
2. Een tot de Vertrouwenscommissie toegelaten kandidaat voert één of meer
selectiegesprek(ken) met de Vertrouwenscommissie. In het bijzonder wordt
onderzocht hoe de kandidaat de Vereniging en het bondsbeleid kan vormgeven,
vertegenwoordigen en versterken.
3. De Vertrouwenscommissie geeft vervolgens aan of de kandidaat of kandidaten
waarmee is gesproken al dan niet door het Bestuur wordt voorgedragen aan de
Algemene Vergadering. In beginsel wordt één kandidaat per opengevallen vacature
voorgedragen aan de Algemene Vergadering.
4. De Vertrouwenscommissie komt tot oordeel op basis van meerderheid van stemmen.
Indien de stemmen staken, beslist de voorzitter
5. De Vertrouwenscommissie geeft bevindingen zo mogelijk binnen 10 werkdagen na
aanvang van de werkzaamheden schriftelijk door aan de Raad van Toezicht en het
Bestuur.
Kosten
Artikel 7
1. De kosten van de commissie komen voor rekening van het Bestuur.

71
Slotbepaling
Artikel 8
1. Wijziging van dit reglement vindt plaats bij besluit van de Algemene Vergadering.
2. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het Bestuur na overleg met de
Raad van Toezicht. De Algemene Vergadering wordt hierover geïnformeerd.

72
REGLEMENT VAN BEROEP
Begripsbepalingen
Artikel 1
In dit reglement wordt verstaan onder:
a. appellant: (aspirant)lid dat beroep heeft ingesteld.
b. Bestuur: het bestuur van de Vereniging als bedoeld in Titel 2 van Boek 2 van het
Burgerlijk Wetboek;
c. Raad van Toezicht: de raad van toezicht als bedoeld in artikel 25 van de statuten;
Raad van Toezicht
Artikel 2
1. CNV Publieke Zaak kent een Raad van Toezicht als bedoeld in artikel 24 en 25
van de statuten.
2. De Raad van Toezicht geldt als beroepsinstantie voor de door het Bestuur
genomen besluiten op grond van artikel 10, artikel 11 en artikel 33 van de
statuten.
Bevoegdheid
Artikel 3
Door een appellant kan beroep bij de Raad van Toezicht worden ingesteld tegen een
besluit van het Bestuur terzake van:
a. schorsing van een voorgenomen maatregel tegen een kaderlid als bedoeld in
artikel 33 van de statuten;
b. niet-toelating van een persoon tot het lidmaatschap van CNV Publieke Zaak,
uitgesproken door het Bestuur, een en ander als bedoeld in artikel 10 van de
statuten;
c. opzegging van een lidmaatschap door het Bestuur als bedoeld in artikel 11 lid 3
van de statuten;
d. ontzetting uit het lidmaatschap als bedoeld in artikel 11 lid 4 van de statuten.
Bij ieder besluit wordt de beroepsmogelijkheid vermeld.

73
Het beroep
Artikel 4
1. Beroep van een der besluiten als bedoeld in artikel 3 van dit reglement wordt
door de appellant bij de Raad van Toezicht aanhangig gemaakt door een
aangetekend beroepschrift aan de raad uiterlijk dertig dagen nadat appellant
kennis heeft kunnen nemen van het besluit van het Bestuur.
2. Het ingediende beroepschrift wordt binnen twee weken na ontvangst in
behandeling gegeven van de Raad van Toezicht.
3. De Raad van Toezicht beslist uiterlijk zes weken na ontvangst van het
beroepsschrift en doet hiervan schriftelijk mededeling aan appellant en het
Bestuur.
4. De Raad van Toezicht kan in alle gevallen en in elke stand van de zaak een
vertegenwoordiger van het Bestuur en de appellant uitnodigen voor de raad te
verschijnen om informatie te verstrekken en/of een mogelijkheid tot schikking
te beproeven.
5. Appellant wordt op zijn verzoek gehoord door de Raad van Toezicht.
6. Appellant kan zich doen bijstaan.
Kosten
Artikel 5
Reis- en verblijfkosten door de appellant gemaakt als gevolg van een uitnodiging van
de Raad van Toezicht als bedoeld in artikel 4 lid 4. van dit reglement, worden door
CNV Publieke Zaak vergoed.
Wijzigingen
Artikel 6
1. Wijziging van dit reglement vindt plaats bij besluit van de Algemene
Vergadering.
2. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de Raad van Toezicht.

74
REGLEMENT WERK EN INKOMEN
Rechten van het lid
Leden van CNV Publieke Zaak hebben recht op informatie, advies en rechtshulp op de
terreinen werk, inkomen en sociale zekerheid, volgens de bepalingen in dit reglement.
Onder rechtshulp wordt verstaan het bijstaan of vertegenwoordigen van een lid in (de
voorbereiding op) een juridische procedure op een van de terreinen als genoemd in artikel 1.
Rechtshulp wordt verleend binnen Nederland, in zaken waarin de Nederlandse rechter
bevoegd is en waarop het Nederlands recht van toepassing is.
Het recht op informatie, advies en rechtshulp is gebonden aan het persoonlijke lidmaatschap
en geldt daarom alleen voor het lid en niet voor diens partner of gezinsleden.
De eerste drie maanden van zijn lidmaatschap heeft het lid recht op informatie en advies. Na
drie maanden heeft het lid ook recht op rechtshulp.
De wachttijd van drie maanden is niet van toepassing:
- op het lid dat overkomt van een andere CNV-bond;
- op de schoolverlater die na afronding van een beroepsopleiding binnen zes
- maanden een eerste arbeidsovereenkomst aangaat.
Beperking rechten van het lid
Aan een lid wordt geen rechtshulp verleend:
a. indien de problemen waarvoor een beroep op CNV Publieke Zaak wordt gedaan zijn
ontstaan vóór dan wel binnen drie maanden na de datum waarop het lidmaatschap is
ingegaan;
b. indien de problemen zijn ontstaan door verwijtbaar handelen, grove schuld of opzet
van het lid;
c. bij een contributie achterstand van drie of meer maanden, zoals vastgelegd in het
huishoudelijk reglement artikel 7, lid 2;
d. als er geen redelijke kans is om het beoogde resultaat te halen;

75
e. als er geen redelijke verhouding is tussen de baten en de kosten in de zaak. CNV
Publieke Zaak kan in zo’n geval een financiële compensatie aanbieden.
De behandelaar heeft over bovenstaande punten overleg met de vestigingsmanager die
daarover beslist. Een en ander conform artikel 14 van het Reglement Werk en Inkomen.
De rechtshulp aan een lid wordt niet voortgezet:
a. als het lid relevante informatie niet of te laat aanlevert, waardoor de zorgvuldigheid
van de behandeling van de zaak in het geding komt;
b. als het lid een andere belangenbehartiger inschakelt of heeft ingeschakeld voor
dezelfde zaak;
c. als het lid zonder overleg adviezen negeert of afspraken niet nakomt, stappen
onderneemt zonder overleg met zijn behandelaar of op een andere manier zijn eigen
belang schaadt;
d. als er geen redelijke kans meer is om het beoogde resultaat te behalen;
e. als de redelijkheid en billijkheid zich hiertegen verzetten.
De behandelaar heeft over bovenstaande punten overleg met de vestigingsmanager die
daarover beslist. Een en ander conform artikel 14 van het Reglement Werk en Inkomen.
Hoger beroep
Procedures worden alleen in hoger beroep voortgezet als dat naar het oordeel van CNV
Publieke Zaak zinvol en haalbaar is en de kosten en het belang ervan in de juiste verhouding
staan.
Kosten
De volgende kosten komen voor rekening van CNV Publieke Zaak:
a. de kosten van juridisch medewerkers en juristen of van door CNV Publieke Zaak
b. ingeschakelde advocaten;
c. de kosten van het raadplegen van deskundigen of getuigen die CNV Publieke Zaak
noodzakelijk acht voor het goed verlopen van de zaak;
d. de kosten van het verzamelen van informatie;
e. griffierechten en andere buitengerechtelijke kosten;
f. proceskosten van de tegenpartij voor zover verschuldigd krachtens een
onherroepelijke gerechtelijke uitspraak;
g. de betekeningkosten die door een deurwaarder worden gemaakt.

76
Kosten gemaakt door het op eigen initiatief inschakelen van een andere belangenbehartiger
en andere hiermee verband houdende kosten worden door CNV Publieke Zaak nimmer
vergoed.
Het lid is verplicht de kosten van juridische bijstand aan CNV Publieke Zaak te vergoeden
indien het deze kosten kan (laten) verhalen op de wederpartij of op een derde.
Klachten
Voor klachten over de wijze waarop dit reglement wordt uitgevoerd staat de door het Bestuur
van CNV Publieke Zaak vastgestelde Klachtenprocedure open. Deze is opgenomen op
www.mijnvakbond.nl.
Aansprakelijkheid
De aansprakelijkheid van CNV Publieke Zaak voor fouten of tekortkomingen is beperkt tot
het bedrag waarop de door CNV Publieke Zaak gesloten aansprakelijkheidsverzekering
aanspraak geeft.
Hardheidsclausule
In gevallen waarin strikte toepassing van dit reglement tot kennelijke onredelijke of
onbillijke uitkomsten leidt, kan het Bestuur van CNV Publieke Zaak hiervan afwijken.
Nadere richtlijnen
Het Managementteam van CNV Publieke Zaak is bevoegd richtlijnen op te stellen voor de
uitvoering van dit reglement.