starting with the subclause - Learn Dutch · Hij heeft niet gezegd, waarom hij in Nederland woont....
6
mfbsoevudi/psh #dutchgrammar-2 lesson 14 starting with the subclause mfbsoevudi/psh #dutchgrammar-2 lesson 14 Omdat hij een cursus volgt, gaat Ernest naar Drenthe. Als de zon schijnt, gaat Colin naar het strand. Hoe laat de film begint, weet ik niet. mfbsoevudi/psh #dutchgrammar-2 lesson 14 subclause omdat, aangezien, doordat zodat hoewel, ondanks dat, tenzij toen, voordat, nadat, sinds, zodra, wanneer, als, terwijl als, wanneer, indien dat, of question words and/or cause/reason consequence contrast time condition if/whether/that main clause en, of want dus maar mfbsoevudi/psh #dutchgrammar-2 lesson 14 subclause omdat, aangezien, doordat zodat hoewel, ondanks dat, tenzij toen, voordat, nadat, sinds, zodra, wanneer, als, terwijl als, wanneer, indien dat, of question words and/or cause/reason consequence contrast time condition if/whether/that main clause en, of want dus maar
Transcript of starting with the subclause - Learn Dutch · Hij heeft niet gezegd, waarom hij in Nederland woont....
#dutchgrammar-2 lesson 14
starting with the subclause
#dutchgrammar-2 lesson 14
Omdat hij een cursus volgt, gaat Ernest naar Drenthe. Als de zon schijnt, gaat Colin naar het strand. Hoe laat de film begint, weet ik niet.
#dutchgrammar-2 lesson 14
subclause
omdat, aangezien, doordat zodat hoewel, ondanks dat, tenzij toen, voordat, nadat, sinds, zodra, wanneer, als, terwijl als, wanneer, indien dat, of question words
and/or cause/reason consequence contrast time
condition if/whether/that
main clause
en, of want dus maar
#dutchgrammar-2 lesson 14
subclause
omdat, aangezien, doordat zodat hoewel, ondanks dat, tenzij toen, voordat, nadat, sinds, zodra, wanneer, als, terwijl als, wanneer, indien dat, of question words
and/or cause/reason consequence contrast time
condition if/whether/that
main clause
en, of want dus maar
#dutchgrammar-2 lesson 14
Ernest gaat naar Drenthe, omdat hij een cursus volgt.
Omdat hij een cursus volgt
#dutchgrammar-2 lesson 14
Ernest gaat naar Drenthe, omdat hij een cursus volgt.
Omdat hij een cursus volgt, gaat Ernest naar Drenthe.
#dutchgrammar-2 lesson 14
Colin gaat naar het strand, als de zon schijnt.
Als de zon schijnt
#dutchgrammar-2 lesson 14
Colin gaat naar het strand, als de zon schijnt.
Als de zon schijnt, gaat Colin naar het strand.
#dutchgrammar-2 lesson 14
why?
#dutchgrammar-2 lesson 14
Ik ga morgen naar Amsterdam.
Morgen ga ik naar Amsterdam.
#dutchgrammar-1
8
#dutchgrammar-2 lesson 14
Ik ga morgen naar Amsterdam.
Morgen ga ik naar Amsterdam.
#dutchgrammar-1
8
#dutchgrammar-2 lesson 14
Colin gaat naar het strand, als de zon schijnt.
Als de zon schijnt, gaat Colin naar het strand.
#dutchgrammar-2 lesson 14
Wij hebben een barbecue, hoewel het de hele avond regent.
Hoewel het de hele avond regent, hebben wij een barbecue.
#dutchgrammar-2 lesson 14
Wij hebben een barbecue, hoewel het de hele avond regent.
Hoewel het de hele avond regent, hebben wij een barbecue.
#dutchgrammar-2 lesson 14
Ik weet al lang dat Sinterklaas vanavond komt.
Dat Sinterklaas vanavond komt, weet ik al lang.
#dutchgrammar-2 lesson 14
Ik weet al lang dat Sinterklaas vanavond komt.
Dat Sinterklaas vanavond komt, weet ik al lang.
#dutchgrammar-2 lesson 14
Ik weet niet hoe laat de film begint.
Hoe laat de film begint, weet ik niet.
#dutchgrammar-2 lesson 14
Ik weet niet hoe laat de film begint.
Hoe laat de film begint, weet ik niet.
#dutchgrammar-2 lesson 14
Hij heeft niet gezegd, waarom hij in Nederland woont.
Waarom hij in Nederland woont, heeft hij niet gezegd.
#dutchgrammar-2 lesson 14
Hij heeft niet gezegd, waarom hij in Nederland woont.
Waarom hij in Nederland woont, heeft hij niet gezegd.
#dutchgrammar-2 lesson 14
Hij heeft niet gezegd, waarom hij in Nederland woont.
Waarom hij in Nederland woont, heeft hij niet gezegd.
#dutchgrammar-2 lesson 14
my recommendation:
- you should be able to recognise this construction
- but use the order (subclause = 2nd part)
#dutchgrammar-2 lesson 14
subclause
omdat, aangezien, doordat zodat hoewel, ondanks dat, tenzij toen, voordat, nadat, sinds, zodra, wanneer, als, terwijl als, wanneer, indien dat, of question words
and/or cause/reason consequence contrast time
condition if/whether/that
main clause
en, of want dus maar
- a sentence can start with the subclause - then: inversion in the main clause - subclause word order remains the same - only possible with conjunctions that have subclause
word order
#dutchgrammar-2 lesson 14 let’s review!
