Staat van het Boek 23 maart 2015 - Marita De Sterck over leesbevordering

13
ALS ASSE MEEL WAS EN STRONT STROOP DAN ATEN WE MORGEN KOEKENBAKKEN! Reflecties over leesbevordering in tijden van schaarste Marita de Sterck - Staat van het Boek - 23 maart 2015 © Koen Broos

description

Tijdens de Staat van het Boek bracht auteur en antropologe Marita De Sterck reflecties over leesbevordering in tijden van schaarste

Transcript of Staat van het Boek 23 maart 2015 - Marita De Sterck over leesbevordering

ALS ASSE MEEL WAS EN STRONT STROOP

DAN ATEN WE MORGEN KOEKENBAKKEN!

Reflecties over leesbevordering in tijden van schaarste

Marita de Sterck - Staat van het Boek - 23 maart 2015

© Koen Broos

2

Er was eens een jongen die Spons heette en thuis wreed benadeeld werd.

Op een dag vroeg hij zijn vader: ‘Geef me een mus en een beetje plattekaas.’

Spons kreeg wat hij vroeg, ging op reis en kwam bij een meer waar een reus met

molenstenen speelde.

‘Hebt gij veel macht?’ vroeg de reus. ‘Ik kan een molensteen in stukken breken!’

‘Ik ook,’ knikte Spons. ‘En ik kan er zo hard op knijpen dat er sap uit stroomt.’

Spons pakte een molensteen, en in het geniep ook een beetje plattekaas. En hij kneep op de

steen en de kaas tot het sap eruit stroomde.

‘Zullen we om het hoogst werpen?’ De reus raapte een steen op en smeet hem zo ver weg

dat er drie dagen voorbijgingen voordat die viel.

Spons raapte ook een steen op, maar hij smeet de mus. ‘Die zal nooit vallen!’

‘Zullen we samen op reis gaan?’ vroeg de reus. ‘We kunnen de koningsdochter winnen als we

haar redden van de verschrikkelijke beesten die haar belagen.’

Dames en heren, ik hoor u decoderen én verbinden, want dat is waar literatuur ons toe

uitnodigt: Wie is de Spons? Wie de reus? Wie heeft veel macht? Wie knijpt wie uit? Wie

smijt met stenen? En wie het verst? Al dan niet met truken van de foor.

1. Erfgoed, voor nu én later Elke schrijver is een spons, en deze spons heeft zich volgezogen met volksverhalen die

vier generaties geleden zijn opgeschreven en nu zijn ondergebracht in de archieven van

o. a. het Letterenhuis. Voorzichtig bladerend in die broze schriftjes, ontmoet je

voorouders met een volkser stijlregister, andere metaforen en vormen van ironie…

3

De Aboriginals, bij wie ik verhalen mocht opnemen, hebben een krachtige uitdrukking

voor vitaal cultureel erfgoed: Ancestral present. Veel niet-westerse groepen zijn

doordrongen van de gedachte dat ze schakels in een ketting zijn, de behoeders van het

vergeten, die de komende generaties kansen bieden om te proeven van de artistieke

creaties van de voorgangers. Leesbevorderingsprojecten focussen graag op het

nieuwste, maar ook de volkscultuur die we mochten erven, verdient een plek. Er is nog

werk aan de winkel om ons literair erfgoed door te geven in vormen die de jongeren

van nu aanspreken. Stel dat ze via apps of sites in voorouderlijke schrifturen en prenten

zouden kunnen bladeren…

2. Een open blik op de veelheid van de wijde wereld Klinkt het verhaal Van Spons en de reus op het eerste gezicht als typisch Vlaams, met

sappige Vlaams woorden en zegswijzen, met de Spons als Vlaamse trickster-bedrieger,

de slagkracht van de oude Vlaamse volksverhalen zit in de interactie en verwevenheid

met de repertoires van andere taal- en cultuurgebieden: de Waalse, Nederlandse, Duitse,

Franse verhalenschat, maar ook niet-westerse repertoires. Dit motief duikt wereldwijd

op. Nummer 1060 in The Types of International Folktales, Squeezing the (Supposed)

Stone, nodigt uit om verschillen en gelijkenissen te zoeken, om de narratieve rijkdom

van de wijde wereld te verkennen.

Als antropoloog mocht ik meermaals ervaren hoeveel groeibevorderende kracht in niet-

westerse culturen wordt toegekend aan sterke narratieven (verhalen, poëzie, drama,

visuele kunst), hoe intens wordt gewerkt aan scenario’s die hun slagkracht articuleren.

Na haar groeiritueel verschijnt deze jonge Ticuna vrouw bij het ochtendgloren, getooid

met de mooiste veren en doordrongen van de verhalen die de sjamaan de hele nacht

lang door een houten trompet in de initiatiehut heeft geblazen.

4

Hier spreekt een collectieve overtuiging dat sterke, gedurfde narratieven, met passie en

lef gebracht, sterke identiteiten creëren en voeden. Ook in westerse contexten blijven

ze betoveren. Maar hoe klein is de fractie van de literaire veelkleurigheid van de wereld

die wij laten doorstromen naar de volgende generaties. De crisis scherpt de collectieve

angst voor wat lezers niet meteen begrijpen, wat niet direct past in hun vertrouwde

wereld, wat hun verwachtingspatroon niet invult en bijgevolg doorgaans ook

commercieel minder goed scoort.

Het zou geweldig zijn als bij de terecht geprezen internationale publishers tours van

het Vlaams Fonds voor de Letteren meer vertegenwoordigers uit niet-westerse

cultuurgebieden mochten meespelen. Maar dat deze format werkt, daar kunnen veel

auteurs over meepraten. Ik mocht de Spaanse uitgeefster Ana Laura Alvarez Vargas van

Siruela, gidsen door het MAS, met de wereldverhalen uit mijn bundel ‘Bloei’.

Je boeken zien reizen en feedback krijgen vanuit andere culturele contexten, daar koopt

een auteur doorgaans geen zwemvijver van, maar je krijgt interessante leerkansen. In de

gesprekken van de Poolse vrouwengroep die de wereldverhalen lezen en daarover op

facebook berichten, duiken heel andere accenten op.

5

Dat we samen met Nederland eregasten zijn op de Frankfurter Buchmesse 2016, met als

intendant collega Bart Moeyaert, zal de al geleverde inspanningen een boost geven.

Laten we hopen dat de aandacht die daar wordt gegenereerd voor onze fictie, non-fictie,

poëzie, graphic novels, strips, prentenboeken en nieuwe verschijningsvormen nog lang

na de beurs zal blijven gloeien.

Wat de internationalisering van de kinder- en jeugdliteratuur betreft, spelen we nu meer

dan ooit een centrale rol in IBBY (International Board on Books for Young People). De

huidige voorzitter, Wally De Doncker, is een onvermoeibaar pleitbezorger van het

basisrecht van elk kind op lezen én op bibliotheken, waar ook ter wereld, en van de

basics van leesbevordering: vertellen en voorlezen, én het live contact tussen auteur en

lezer.

3. Live contact tussen auteurs en lezers

Auteurs en illustratoren kunnen lezers betoveren, en omgekeerd. En daar kunnen we

niet vroeg genoeg mee beginnen. Deze kleuter straalt. Dichter bij de schepper van haar

lievelingsboeken en bij haar geliefd personage Jules kan ze niet komen. Ze mag vragen

stellen, een boek met handtekening meenemen. Nog voor ze leesplezier kan

ontwikkelen is er al boekplezier. De fond is gelegd. Zo’n contacten maken lezers én

auteurs sterker.

Mijn groepen zijn doorgaans iets minder aaibaar dan die van Annemie Berebrouckx,

maar de magie blijft, ook bij balorige adolescenten, die hun auteurs recht voor de raap

bevragen en uitdagen. Voor mij en veel collega’s is dat hét criterium om een lezing te

aanvaarden: waar kunnen we iets opsteken, waar kunnen we iets achterlaten?

6

Interessante varianten op de klassieke format auteurslezingen doen de ronde, de

markantste zijn gegroeid uit een hechte samenwerking van bibliotheken en scholen.

Een kleine greep: de literaire cafés voor jongeren in de Antwerpse bibliotheke; in Hulst

worden jaarlijks 15 cafés rond de markt voorbehouden voor interviewende jongeren.

Steeds meer leraars uit het BSO ontwikkelen werkvormen die laten zien dat handen– en

leesarbeid samengaan als er bv. op basis van een boek een verteltheater of kamishibai

wordt ontworpen. De bibliotheek van Ninove triggerde jongeren om digital stories rond

‘De hondeneters’ te maken, dat was voelbaar leesplezier én zichtbaar mediawijsheid.

Geregeld wordt een dorp of stad overrompeld door een horde auteurs en illustratoren

zoals in de grote voorleestoer in Sint-Niklaas.

Mits vakkundig geïnitieerd, zijn de nieuwe lichtingen jonge lezers enthousiast, creatief,

slim, gevoed door rijke film- en nieuwe media-ervaringen.

Bij uniforme lezingen en groepen dreigt de automatische piloot, een diversiteit aan

methodieken en groepen houdt een auteur scherp: de groepen van de Taalpunten

Nederlands, de ouderen die in het Dienstencentrum komen schaken, lezen en

boekbabbelen, de Wablieft leeskringen, o. a. in dagcentra voor mensen met een

beperking.

Misschien kunnen we proberen om meer intergenerationele groepen uit te lokken en af

te stappen van dat onnozele hokjesdenken dat boeken en lezersgroepen gescheiden

houdt.

7

Het is altijd vreemd om na een antropologische trip, waarbij de ouderen als belangrijke

informanten een sleutelrol speelden, terug te keren naar een samenleving die het

potentieel aan rijpere cultuurdragers te vaak onbenut laat.

Eigenlijk zou het aantal gesubsidieerde lezingen opgetrokken moeten worden. Maar als

dat er niet in zit, dan moeten we minstens wat goed werkt versterken en vrijwaren van

afbraak. We hoeven het warm water niet continu uit te vinden, de boiler blijven voeden,

is minstens zo belangrijk. En deze format nog sterker maken door kwaliteitsbewaking

en leermomenten waarbij we geslaagde en minder geslaagde praktijkervaringen kunnen

uitwisselen, zoals op het laatste werkcongres van de Vlaamse Auteursvereniging (VAV).

4. Geen leesbevordering zonder onderwijs, en omgekeerdEen groot percentage van de auteurslezingen zijn schoollezingen. Terecht, we weten

allemaal dat een bevlogen leraar het verschil kan maken. Toekomstige leraars kansen

bieden om leesplezier te ervaren zodat ze die plezierverbintenis kunnen doorgeven

(zoals op de Canon Cultuurdagen en de bijscholingen die Stichting Lezen in de

lerarenopleidingen organiseert), is belangrijker dan ooit. Elke lerarenopleiding moet de

studenten de format auteurslezingen aan den lijve laten ervaren en meegeven hoezeer

het succes mee bepaald wordt door het ontwikkelen van een doordacht leestraject, dat

het boek in kwestie recht doet, en waarna de auteur als kers op de taart mag

verschijnen.

Met interesse nam deze auteur de Beleidsnota 2014-2019 Onderwijs van Hilde Crevits,

Vlaams minister van Onderwijs door. Ik dacht aan een aanval van woordblindheid te

lijden, dan maar de zoekfunctie ingesteld. Niet één keer komen in deze tekst de

woorden literatuur, lezen, leesplezier, leesbevordering, fictie, poëzie, bibliotheek… voor,

één keer het woord cultuureducatie. Ik weet niet wat jullie hiervan vinden, maar deze

auteur ervaart dit als een immense gemiste kans. Hoe moeten we deze metafoor

decoderen?

8

5. Auteurs in de boekhandelVlaamse boekhandels maken steeds meer gebruik van auteursoptredens. Hier bespeelt

collega Diane Broeckhoven in De Boekuil in Mortsel haar publiek dat met de minuut

gemotiveerder wordt om haar nieuwste creatie te lezen. Helaas hebben de speciale

subsidies voor auteursoptredens in boekhandels de besparingsronde niet overleefd. Dit

is geen steen naar het Vlaams Fonds voor de Letteren dat de lastige besparingsoefening

met zorg en transparantie gemaakt heeft, maar misschien kan er ergens weer een vorm

van bescheiden subsidie gevonden worden. Stel dat auteurs bovenop de 15

gesubsidieerde lezingen die nu vooral naar scholen en bibliotheken gaan, drie extra

lezingen mogen doen doen als ze in een boekhandel plaats vinden. Nu wordt de auteur

vaker gevraagd om gratis op te treden. Auteurs gaan niet dood van een paar gratis

optredens, maar ook zij voelen de crisis.

Boekhandels en bibliotheken kopen veel voorzichtiger in. Ik ben niet de enige auteur

die voelt hoeveel protectionistischer de Nederlandse boekhandels Vlaamse titels

inkopen. De inhaalbeweging van de voorbije jaren lijkt ongedaan gemaakt. Ook het

aantal bibliotheekbestellingen is serieus gedaald. Als recensent voor NBD Biblion, krijg

ik de bestelcijfers te zien bij door mij besproken titels. Op een positieve recensie volgt

nu een bestelling die minder dan de helft bedraagt dan tien jaar geleden.

9

6. Auteurs en bibliothekenKomen we bij de andere verbindende schakel tussen auteur en lezer: de bibliotheek.

De Vlaamse Regering wil de gemeenten zelf laten beslissen hoeveel geld ze aan

bibliotheken besteden. Hiermee creëert het beleid onzekerheid op het moment dat de

bibliotheken voor immense uitdagingen staan: hun personeel opleiden om de

competenties te verkrijgen om ook digitale leesomgevingen en mediawijsheid te bieden

aan meer groepen uit hun werkveld. Nu bereiken ze slechts een fractie van de

kansengroepen, die een aparte aanpak vragen. De diversiteit van de gebruikers beter

bespelen, meer expertise halen bij lezers en organisaties in het werkveld, dat is geen

klein bier. De woordenwolk van de bibliotheek van Sint-Niklaas geeft al een idee.

Ik ga niet mee in het doemscenario, ontketend door de recente berichten, maar zeer

zeker niet in het wishful thinking scenario. Zoals in elk beklijvend verhaal, is de

waarheid een stuk complexer, afhankelijk van lokale politici, en dus ook bijzondere

veranderlijk. Net als andere vitale transitiefases barst ook deze kantelfase van gevaren

én groeikansen, én prikkelt ze om in de spiegel te kijken: de sterkte- en zwaktepunten

van de eigen werking kordaat aftoetsen, trefzeker verwoorden, een ferm constructief

verhaal opbouwen, de media bespelen om de lokale overheden te overtuigen van de

10

punten waar de bibliotheek wel degelijk het verschil maakt… En waarom niet ook de

hulp inroepen van jonge gebruikers, die van nu en die van de toekomst, én van

gepensioneerde journalisten, copywriters… uit het werkveld?

De crisis vergroot de verleiding om ook in de bibliotheek de commerce achterna te

hollen. Nieuwe populaire boeken of films worden als Sprinters gepromoot, goed

zichtbaar, om zoveel mogelijk klanten te bereiken, maar in zo weinig bibliotheken wordt

daar iets naast geplaatst dat aantoont waarin de bibliotheek echt het verschil maakt:

een even opvallende opstelling met de tips van personeel én diverse soorten

gebruikers, ook de minder evidente gebruikers, ook de groepen die veel meer kansen

verdienen.

7. Focus op kansengroepenDat er in deze kansen groepen transformerende krachten schuilen, als ze artiesten én

als publiek de ruimte krijgen, bewezen Erik Vlaminck en Tutti Fratelli met ‘Ten

huwelijk’. Wie in de Bourla zat tijdens de opvoering, zag die white middle class lieu de

culture transformeren.

Ik heb met plezier het meterschap aanvaard van Het Lezerscollectief, het project van

Jane Davis, waarbij voorlezen aan minder evidente groepen centraal staat, en waarin nu

ook jongerengroepen zullen gevormd worden.

We tellen in Vlaanderen al heel wat interessante leesbevorderingsprojecten (slechts een

kleine greep: de Boekenkaravaan, het project SESAM voor meer culturele diversiteit, de

Kinder- en Jeugdjury Vlaanderen, Boekbaby's, de Voorleesweek, Iedereen leest, O

Mundo…) maar het landschap blijft ook enorm versnipperd. Wie wil wat en waar en hoe,

het is een doolhof. Een vaststelling die ook al de belangrijkste conclusie was van het

congres rond leesbevordering 14+ dat de Koning Boudewijnstichting twintig jaar

geleden organiseerde.

11

8. Recente verlieservaringenDeze kleine zelfstandige cultuurproducent heeft genoeg van de wereld gezien om haar

zegeningen in dit verwende land te tellen, maar kijkt toch even terug op enkele recente

verlieservaringen.

Ik mis de lectuurinformatiemaandbladen Leeswolf en Leeswelp, de enige die zowat alle

titels in ons taalgebied recenseerden. We weten allemaal hoe weinig titels nog een plek

op de boekenpagina’s van kranten en magazines krijgen. Vooral wat jeugdliteratuur

betreft dreigt dit een echte ramp te worden. Terwijl in dit veld juist de basis voor

leesplezier wordt gelegd.

Ik heb tien jaar in de redactie van het Nederlands-Vlaamse tijdschrift Leesgoed gezeten.

Ook dit blad over jeugdliteratuur is niet meer.

Naast de Gouden Uil voor volwassenenliteratuur vloog ooit de Gouden Uil

Jeugdliteratuur. In de oude format schoven beide velden zusterlijk naast elkaar van

longlist naar shortlist, samen in etalages en bibliotheken, samen goed zichtbaar in

boekenbijlagen. Ik mocht met ‘De hondeneters’ de laatste publieksprijs van de Gouden

Uil Jeugdliteratuur ontvangen.

Intussen heeft de Boekenleeuw aan zichtbaarheid gewonnen, maar er blijft toch een

verschil. Nu is er bij ons niet één prijs meer waarin beide velden elkaar omarmen.

In de Nederlandse Dioraphte Literatour Prijs vinden de twee velden elkaar, uiteraard

ben ik blij om op de shortlist te staan, maar die prijs dringt dan weer nauwelijks door in

Vlaanderen, terwijl het vroeger wel een Nederlands-Vlaamse prijs was, vanuit de CJP en

de Stichtingen Lezen van beide landen.

12

Meer dan 700 boeken passeerden de revue in het ter ziele gegane ‘Ondercover’ van de

Antwerpse Televisie, een eenvoudig, pretentieloos, toegankelijk, én goedkoop

boekenprogramma, bezield door collega Michael De Cock, dat na uitzending op de site

van de provincie werd geplaatst. Zoals formats van andere regionale zenders liet

Ondercover zien dat simpele interviews werken. Cobra.be en Hoera Cultuur! vullen iets

van de leemte in, maar de nood blijft. Yves Petry lanceerde de facebookpagina

Ikwileengoedboekenprogrammaopdevlaamsetv, waarop 500 leden van gedachten

wisselen, waarbij twee elementen terugkeren: hou de format simpel maar onderschat je

publiek niet.

En als de kazen, de broden, de varkens… van bij ons mogen pronken op de nationale

zender, mogen de boeken van bij ons dat dan ook?

In de bezuinigingsronde sneuvelden ook de werkbeurzen voor het schrijven van non-

fictie, ik begrijp hoe lastig de keuze was, maar dit arbeidsintensieve genre speelt zo’n

vitale rol bij de opbouw van een mondige, kritische samenleving. We bespelen dat

genre in Vlaanderen niet slecht en oogsten er ook in het buitenland lof voor.

Over de concurrentie met het e-book maak ik me geen zorgen. De jonge generatie heeft

– wat al hun boeken betreft – de keuze en geeft echt aan het papieren boek nog altijd

zeer te appreciëren, vooral als het met zorg en liefde is vormgegeven en uitgegeven.

9. Zorgzame uitgeversEn dat brengt me last but not least bij de cruciale rol van de uitgever. Zorgzame, alerte

uitgevers met een hart en ziel voor boeken, met oog voor boekdesign, die in goed

overleg met vakkundige redacteurs hun fondsauteurs binnen een vertrouwensrelatie

doen groeien, zijn even belangrijk als een fatsoenlijke economisch-financiële basis, een

stevig modelcontract, een degelijk sociaal statuut, eerlijke inkomsten uit verkoop en

leenrechtvergoeding, thema’s waarover de Vlaamse Auteursvereniging gelukkig met

arendsogen waakt.

Dames en heren, een samenleving van kritische burgers die de wereld met open blik

bevragen en die kunnen staan in andermans schoenen, een samenleving van

betekenisgevers die kunnen decoderen en communiceren, drijft op een sterke

leescultuur.

En die sterke leescultuur bestaat bij gratie van sterke auteurs en sterke lezers, niet bij

gratie van commerciële reuzen, die al te vaak al te licht omspringen met vitaal

menselijk en artistiek kapitaal.

13

We zijn weer terug bij de reus.

En bij Spons.

Natuurlijk verlossen die twee de koningsdochter van de wilde beesten.

De koning belooft dat zijn dochter zal huwen met diegene naar wie ze bij het ontwaken

met haar gezicht toegekeerd ligt. Spons wreed content, want de reus walmt uit zijn

mond. Natuurlijk gooit Spons er nog een lap op. Hij is niet voor niks een trickster, zoals

Reinaert. Met een list krijgt hij de reus zo zot om zijn eigen stront op te vreten.

© Jonas Thys (illustratie uit Vuil vel)

Laat het decoderen beginnen: wie heeft er stront in de mond, of in de oren?

Dat er stront aan de knikker is, weten we allemaal. Niemand kan in de toekomst kijken.

Maar als asse meel was en stront stroop, dan aten wij morgen allemaal koekenbakken!

Ik ga de voorouderlijke zegswijzen en verhalen niet zelf invullen en verklaren.

Ik onderschat mijn lezers niet. Alle macht aan uw verbeelding!

De Staat van het Boek, 23 maart 2015