Sporten met een verstandelijke beperking: Werkplan voor ......G-voetbal bij S.V. Overbos. 2 Lyanca...
Transcript of Sporten met een verstandelijke beperking: Werkplan voor ......G-voetbal bij S.V. Overbos. 2 Lyanca...
1
Annemiek Dirksen
Marco Hendriks
Lyanca Verrijp
Rashida de Vries
Sporten met een verstandelijke beperking: Werkplan voor innovatieve training
G-voetbal bij S.V. Overbos
2
Lyanca Verrijp 509150
Marco Hendriks 515241
Rashida de Vries 496096
Annemiek Dirksen 507903
Opleiding en studiejaar: Sport en Bewegen, 2014-2015 Minor: Aangepast Sporten
Vak: Praktijk Klas: S&B 4A
Docent: Arjanna Slooff Hogeschool: Hogeschool Inholland Haarlem
Datum en plaats: 19-10-2014 te Haarlem
Sporten met een verstandelijke beperking: Werkplan voor innovatieve training
G-voetbal bij S.V. Overbos
3
Inhoud
1. Contactgegevens S.V. Overbos ..................................................................................... 4
2. Belangrijke punten naar aanleiding van de geobserveerde trainingen ........................... 5
3. Vragen werkplan ............................................................................................................ 6
4. Taakverdeling ................................................................................................................11
Bronnen ...............................................................................................................................12
Bijlage ..................................................................................................................................13
Bijlage I: interview trainer Michael .....................................................................................13
Bijlage II: interview speler Martin .......................................................................................14
Bijlage III: interview speler Daan .......................................................................................14
Bijlage IV: aantekeningen observatie training 21 september 2014 ....................................15
Bijlage V: observatie oefeningen training 21 september 2014 ...........................................17
Bijlage VI: observatie oefeningen training 28 september 2014 ..........................................20
Bijlage VII: toetsles 19 oktober 2014 .................................................................................22
4
1. Contactgegevens S.V. Overbos
Naam vereniging: S.V. Overbos Contactpersoon: Mariëlle van Deen Email contactpersoon: [email protected] Adres vereninging: Sportvereniging S.V. Overbos Leenderbos 101 2134 TZ Hoofddorp Geplande afspraken en trainingen:
- 21 september 2014 observatie training competitieteam + interview trainer - 28 september 2014 observatie + begeleiden training competitieteam +interview
spelers - 19 oktober 2014 toetsles
Informatie over de spelers:
- Aantal spelers/leeftijd/geslacht: In het team dat competitie speelt zitten in totaal twaalf spelers tussen de tien en zeventien jaar oud. Alle spelers zijn mannelijk. Er is ook een recreanten team, die door hun beperking of motivatie niet in het competitie team kunnen of willen spelen. De voetballers en voetbalsters van het recreantenteam zijn tussen de 8 en 26 jaar oud. Er is gekozen voor het competitieteam, omdat dit iets meer georganiseerd is dan het recreantenteam en de verschillende spelers wat dichter bij elkaar liggen qua leeftijd en ernst van de beperking. Er zijn twee interviews gehouden met de spelers, waarbij er voornamelijk ingegaan is op het sociale aspect met de spelers en geen diepte interview, dit in verband met privacy redenen. Deze zijn te vinden in bijlage II: interview speler Martin en bijlage III: interview speler Daan. Daarnaast is er ook een interview gedaan met een van de trainers Michael, deze is te vinden in bijlage I: interview trainer Michael.
- Beperkingen De beperkingen van de spelers zijn zeer verschillend. Sommige spelers hebben naast een verstandelijke beperking ook een lichamelijke beperking. Binnen het competitieteam zijn er twee personen die ook een lichte lichamelijke beperking hebben. De verstandelijke beperkingen binnen het competitieteam zijn; autisme, leerachterstand, ADHD en chronische aandoeningen.
5
2. Belangrijke punten naar aanleiding van de geobserveerde trainingen
Tijdens de trainingen zijn zowel de activiteiten als de deelnemers geobserveerd. In dit hoofdstuk staan kort een paar belangrijke punten die naar voren zijn gekomen uit deze observaties. De complete aantekeningen van de observatie van de eerste training is te vinden in bijlage IV: aantekeningen observatie training 21 september 2014. De oefeningen die gedaan zijn tijdens de twee geobserveerde trainingen zijn te vinden in bijlage V: observatie oefeningen training 21 september 2014, en in bijlage VI: observatie oefeningen training 28 september 2014. Informatie over de deelnemers
Joshua (speler)
Rustig, luistert goed naar trainers
Lichamelijke beperking/spraak is moeilijk. Inzicht in spel
Daan (speler) Rustig, luistert goed Autisme. Inzicht in spel
Jasper (speler)
Kleinste jongen, luistert minder goed
Vorm van autisme, ADHD
Guan (speler) Rustig, luistert minder Spasme in been / X-benen
Martin (tweede keeper/speler)
Drukker, veel praten Vorm van autisme
Mike (keeper) Rustig, luistert goed Autisme
Dave L. *
Dave B. *
Julian *
Diego Chronische ziekte
Dennis Dromerig Autisme
Arsen Kleinste van het team, 12 jaar Beperking groei * Op het moment dat we aan de trainers vragen over de beperkingen van elke deelnemers, is niet van alle deelnemersbij de trainers precies bekend wat hun aandoening is, daarvoor zouden ze hun medische dossiers erbij moeten pakken.
Rekening houden tijdens trainingen met aantal zaken - Er kan eventueel gebruik gemaakt worden van een fluitje, hier zijn ze bij de reguliere
trainingen al bekend mee. - Niet te veel oefeningen, er kan wel eventueel een kleine variant gedaan worden
binnen een oefening. - Martin en Mike tijdens oefeningen met een keeper apart houden en ook tijdens de
wedstrijdjes, gezien beide een keeperfunctie hebben. - Er zijn normaal gesproken twaalf jongens in het team, maar ze missen er altijd wel
een paar tijdens een training.
6
3. Vragen werkplan
1. Je onderzoekt het aanbod van sport voor deze doelgroep in de provincie Noord-Holland.
In de provincie Noord-Holland zijn er diverse (sport-) organisaties, clubs en verenigingen die verschillende sport- en beweegactiviteiten aanbieden aan de doelgroep mensen met een verstandelijke beperking. Sporters met een verstandelijke beperking, maar ook andere ‘aangepast sporters’ kunnen via de website van Sportservice Noord-Holland vinden wat het sportaanbod (in hun buurt) is. Bijna alle sport- en beweegactiviteiten die via deze website worden aanbevolen voor ‘aangepast sporters’, zijn ook daadwerkelijk sport- en beweegactiviteiten die alleen geschikt zijn voor aangepast sporters (Sportservice Noord-Holland, z.d.). Omdat sporten met een beperking steeds meer (positieve) aandacht krijgt, bieden steeds meer reguliere sportverenigingen activiteiten aan voor sporters met een beperking. De activiteiten die zij aanbieden, zijn sporten waarbij sporters met een beperking meesporten met sporters zonder beperking (C. Lam, persoonlijke communicatie, 13 oktober 2014).
2. Welke beweegprogramma’s en activiteiten worden er aan deze doelgroep gegeven?
Via Sportservice Noord-Holland (z.d.) worden onderstaande sportactiviteiten aangeboden voor mensen met een verstandelijke beperking. Het betreft sport- en beweegactiviteiten die speciaal worden aangeboden voor deze doelgroep:
Aerobics Aikido Algemeen Atletiek Badminton
Basketbal Biljarten Bodybalance Bowlen Conditietraining
Dansen Drakenboot varen
Duiken Fietsen Fitness
Fysiotherapie Gymnastiek Handbal Hockey Honk- en softbal
Jeu de boules Judo Kanoën Karate Kegelen
Korfbal Paardrijden Roeien Schaatsen Schaken
Skeeleren Skiën Slenderen Snowboarden Sport & bewegen
Squash Taekwondo Tafeltennis Tennis Turnen
Vechtsporten Voetbal Wandelen Yoga Zeilen
Zwemmen
Niet iedere activiteit wordt overal aangeboden. Sommige activiteiten worden maar op één of twee locaties (door het hele land) gegeven, terwijl andere activiteiten om meerdere locaties in de regio worden aangeboden. Per club/vereniging wordt de activiteit op een eigen manier ingevuld (Sportservice Noord-Holland, z.d.).
3. Welke organisaties houden zich bezig met deze doelgroep in Nederland (of internationaal)?
- Nederland: In Nederland houden verschillende organisaties/instanties zich bezig met mensen met een verstandelijke beperking. Of het nou om zorg of om sportgelegenheid gaat, er zijn diverse mensen die zich hiermee bezig houden. Op sportgebied zijn er ook verschillende organisaties die zich bezig houden met deze doelgroep (Sportservice Noord-Holland, z.d.). Dit zijn vooral regionale organisaties, maar er zijn ook een aantal landelijke organisaties. Sportservice Noord-Holland (vanuit de gemeente), Only Friends (Only Friends, z.d.) en Heliomare (Heliomare, z.d.) zijn voorbeelden van regionale organisaties. Fonds Verstandelijke Gehandicapten is een voorbeeld van
7
een landelijke organisatie (Fonds Gehandicaptensport, z.d.). Er zijn nog heel veel meer organisaties binnen Nederland die zich bezig houden met deze doelgroep.
- Internationaal: Ook op internationaal niveau houden verschillende organisaties en instanties zich bezig met de doelgroep verstandelijke beperkingen. Één van de bekendste is het Internationaal Paralympisch Comité. Zij houden zich bezig met het organiseren en alles wat er bij de paralympische spelen komt kijken (Paralympic, z.d.)
4. Je interviewt twee klanten en een sportbegeleider.
Voor de interviews is eerst toestemming gevraagd aan de trainers, dit gezien de privacy van de spelers. Vanuit toestemming van de ouders van de spelers hebben wij met twee van de spelers mogen praten, maar niet met betrekking tot hun beperkingen. Allereerst is er gesproken met Martin, speler van het competitieteam. Daarnaast is er ook gesproken met Daan. Beide hebben een vorm van autisme. Daarnaast is er gesproken met de trainer Michael, hij is momenteel ook bezig met het behalen van zijn certificaat als trainer voor mensen met een beperking. Het interview met Michael is te vinden in bijlage I en de interviews met Martin en Daan zijn te vinden in bijlage II en III.
5. Je brengt in kaart welke testen er worden gebruikt om de beginsituatie van de klant in kaart te brengen evenals de testen die worden gebruikt om de klanten te monitoren.
Er worden geen testen uitgevoerd met betrekking tot de beperkingen. Er wordt aan de hand van een aanmelding een gesprek gevoerd met de ouder/begeleider van de persoon met beperking. Aan de hand van dit gesprek wordt de persoon allereerst toegevoegd in het recreantenteam om te kijken naar de vaardigheden in voetbal en samenwerking met andere spelers. Er worden binnen het traject dus geen fysieke testen uitgevoerd.
6. Welke activiteiten worden er voor deze doelgroep aangeboden door de desbetreffende instelling?
Binnen S.V. Overbos wordt voetbal aangeboden voor elke leeftijdscategorie en op twee verschillende niveaus. Er wordt gevoetbald op recreantenniveau, die met veel plezier met anderen gaan voetballen. Daarnaast is er ook een competitieteam, die wat competitiever zijn, over het algemeen wat meer kwaliteiten op voetbalgebied hebben en die ook graag wedstrijden spelen.
7. Wat is het doel van deze activiteiten? Het doel van de activiteiten is voor de spelers om in beweging te blijven, gezien dit goed is voor mensen met een beperking (zowel voor mensen met een verstandelijke als lichamelijke beperking).Wat in het algemeen geldt over de positieve invloed van bewegen op iemands gezondheid, geldt ook voor mensen met een beperking. Daarnaast is het sociale aspect ook belangrijk. Door middel van voetballen komen de spelers met verschillende mensen in contact die naast een beperking een passie voor voetbal delen.
8. Met welke intensiteit worden deze activiteiten uitgevoerd? Op recreantenniveau wordt op een lage intensiteit gespeeld. Dit heeft ten eerste te maken met het feit dat de spelers op recreantenniveau voor hun plezier komen en voornamelijk ook contact willen hebben met andere mensen. Ten tweede is dit omdat de spelers op recreantenniveau meer last hebben van hun beperking, waardoor zij niet op een hoge intensiteit kunnen bewegen. Op competitieniveau is de intensiteit van trainer wel hoger, Qua conditietraining is dit nog niet zeer hoog, maar er wordt wel de gehele training bewogen. De spelers in het competitieteam hebben in vergelijking met het recreantenteam minder ernstige beperkingen en ze lijken er ook minder last van te hebben. Daardoor kunnen ze ook op een hogere intensiteit trainen en kan er iets meer van ze gevraagd worden.
8
9. Welke wetenschappelijke evidence ligt aan de activiteit ten grondslag?( zoek 3 a 4 artikelen, je hebt er 2 nodig voor de praktijktoets)
Uit de artikelen is naar voren gekomen dat de motorische vaardigheden bij kinderen met autisme (vaak) onder het gewenste niveau ligt. Deze vaardigheden zijn vaak niet meegenomen bij een ontwikkelde interventie. De relatie van fijne- en grove motorische vaardigheden zijn vaak gekoppeld aan de sociale communicatieve vaardigheden van een kind (MacDonald, Lord & Ulrich, 2014). Er is gebleken dat kinderen met zwakkere motorische vaardigheden een grotere sociale communicatieve tekortkoming ontwikkeld hebben (MacDonald, e.a., 2014). Het heeft dus wel degelijk nut om de rol van de motorische vaardigheden wel op te nemen in de interventie. Wij hebben er dan ook voor gekozen om wat motorische vaardigheden te benadrukken in de training. In de warming-up wordt vooral het loopvermogen aangesproken. Het joggen/rennen in een kleine ruimte met meerdere obstakels rondom het ‘loopterrein’ betekent dat de spelers hun motorische vaardigheden moeten aanspreken. Het schieten en dribbelen van een bal valt ook onder de grove motoriek. Dit kan ook tegelijkertijd worden gekoppeld aan coördinatie, want zonder coördinatie kunnen de spelers geen bal aan de voet houden en gericht op het doel schieten. In de gehele training wordt er aandacht besteed aan het begrip coördinatie. Ook het ‘lijnenspel’ (snelheidsoefening) heeft te maken met de grove motoriek. Het tegelijkertijd luisteren naar het commando en het bewegen van het lichaam op de juiste manier en tempo vraagt veel van een autistisch persoon en/of het syndroom van down. Er is ook aangetoond dat de stereotiepe gedragingen van personen met autisme zullen afnemen (Fedak, 2012). Bij de kinderen die hebben deelgenomen aan een matige tot krachtige lichaamsbewegingprogramma is naar voren gekomen dat lichamelijke activiteit wel degelijk een methode is van het ‘aanpassen’ van de stereotiepe gedragingen bij kinderen met autisme (Fedak,2012). Gedurende de voetbaltraining zal het plezier en het actief bezig zijn voorop staan bij de deelnemers. Het aanleren van allerlei technische dingen is voor hun niet van belang. De eerste twee delen staan wel in het teken van wat matige kracht, snelheid en coördinatie oefeningen. Ook deze oefeningen kunnen namelijk bijdragen aan het verminderen van stereotiepe gedragingen. Het plezier staat zeker voorop bij de deelnemers en daarom hebben wij er ook voor gekozen om een deel van de training hetzelfde te houden. Zo zal de training worden afgesloten met een grote partijvorm waaraan de kinderen altijd veel plezier beleven. Uit een ander artikel is gebleken dat de effecten van een kracht- en behendigheidsprogramma van adolescenten met het syndroom van down positief bijdragen aan de prestaties in elk gewenste sport. Een kort oefening-/trainingsprogramma zal de prestaties bevorderen van mensen met het Down Syndroom (Lin & Wuang, 2012). De spelers in het team zijn echter voornamelijk autistisch, dus daarom zal er niet verder in gegaan worden op Down Syndroom. De oefeningen van de voetbaltraining zullen in het teken staan van coördinatie en snelheid. Snelheid in de vorm van balsnelheid, balcontrole en bewegingssnelheid, dus het reageren op bijvoorbeeld een commando. Hier is voor gekozen omdat dit en van belang is tijdens een wedstrijdje voetballen, maar het heeft ook positieve gevolgen, zoals eerder vermeld, voor de kinderen met autisme. De gehele training is opgebouwd aan de hand van de informatie die is verkregen van de spelers en trainers. Vervolgens zijn onze innoverende ideeën voor de training onderbouwd, zoals hierboven beschreven, vanuit wetenschappelijke onderzoeken. Uit alle artikelen is wel
9
gebleken dat lichamelijke activiteit en de aanpak van motorische vaardigheden ten goede komt aan de gezondheid en fysieke staat van voornamelijk de mensen met autisme. De wetenschappelijke artikelen die zijn gevonden en ten grondslag liggen aan de activiteiten zijn:
- Fedak, A.T. (2012). The effects of physical activity on the stereotypic behaviors of children with autism spectrum disorder. Texas State University- San Marcos.
- MacDonald, M., Lord, C. & Ulrich, D.A. (2014). Motor skills and calibrated autism severity in young children with autism spectrum disorder. Adapt Phys Activ Q.
- Lin, H.C. & Wuang, Y.P. (2012). Strength and agility training in adolescents with Down syndrome: a randomized controlled trial. Elsevier Ltd.
Het derde en laatste artikel gaat over Down Syndroom. Aangezien vrijwel geen enkele voetballer Down Syndroom heeft, valt dat artikel af voor de praktijktoets. Voor praktijktoets gebruiken we dus de eerste twee artikelen.
10. Hoe en op welke vlakken zou je de activiteit kunnen verbeteren? Aan de hand van de geobserveerde trainingen zouden we als groep de volgende veranderingen waarmaken, waarbij we kijken naar de CLUSK. Coördinatie: Er wordt voornamelijk getraind op het juist passen naar een medespeler. Wat we eventueel kunnen verbeteren is de coördinatie in snelheid, maar ook bijvoorbeeld de coördinatie in kleinere ruimtes. Lenigheid: Binnen de activiteiten wordt er in principe niet gewerkt aan de lenigheid. Dit heeft geen prioriteit bij deze deelnemers. Er kunnen eventueel oefeningen binnen de warming-up gedaan worden die de lenigheid bevorderen, maar dit lijkt geen prioriteit te hebben bij zowel deelnemers als trainers. Uithoudingsvermogen: Er wordt nog weinig gewerkt op het uithoudingsvermogen. De spelers zijn al snel moe, daarom wordt de warming-up bijvoorbeeld ook maar heel kort gedaan. Ter verbetering kan er in de warming-up meer loopoefeningen worden gedaan en kan er tijdens de training aan de hand van een spelvorm meer gewerkt worden aan uithoudingsvermogen door loop- en sprintoefeningen met en zonder de bal. Snelheid: Er wordt voornamelijk nu gekeken naar sprinten, dit wordt slechts korte tijd getraind. Ter verbetering zouden we oefeningen willen doen op reactiesnelheid en het verplaatsen met de bal. Dit kan gedaan worden met een fluitsignaal en een sprint van pion naar pion of doel, of juist het snel reageren op bepaalde aanwijzingen (bijv. het roepen van een kleur en daar zo snel mogelijk heen gaan). Kracht: Hier wordt ook vrij weinig aan gedaan binnen de activiteit, enkel wordt er getraind op schietkracht, maar hier worden geen specifieke krachtoefeningen voor gedaan. Om kracht te verbeteren zouden oefeningen als squat en lunge oefeningen uitgevoerd kunnen worden in combinatie met schieten op doel. De spelers kennende zijn squats en lunges niet echt ideale oefeningen voor hen. Allerlei oefeningen met schieten op doel, waarbij elke speler ook daadwerkelijk meerdere malen op doel schiet in plaats van maar een paar keer, kunnen de kracht wellicht al enigszins verbeteren.
10
11. Welke innoverende activiteit zouden jullie willen implementeren? De innoverende activiteit die wij zouden willen implementeren voor een voetbaltraining voor mensen met een verstandelijke beperking (en dan met name autisme) staan beschreven in een lesvoorbereidingsformulier, deze is te vinden in bijlage VII: toetsles 19 oktober 2014.
11
4. Taakverdeling
Voor het vak Praktijk tijdens deze periode hebben de studenten allerlei taken moeten doen. Binnen dit hoofdstuk wordt een overzicht weergegeven van de verschillende taken die zijn uitgevoerd binnen de groep. Ook staat per taak aangegeven welke groepsleden het hebben uitgevoerd en wanneer en waar het uitvoeren van de taak heeft plaatsgevonden.
Taakverdeling
Wat? Wanneer? Waar? Wie?
Contact opgenomen met S.V. Overbos
8 september School Rashida
Contactgegevens vermelden werkplan + begin werkplan
12 september Thuis Rashida & Annemiek
Observeren training, gefilmd, aantekeningen gemaakt + interview
21 september S.V. Overbos Annemiek & Marco
Opnames bekeken en geanalyseerd
22 september School Rashida & Lyanca
Aantekeningen/ training uitgewerkt
22 september School Annemiek & Marco
Interview 1 uitgewerkt 25 september Thuis Marco
Observeren training, gefilmd, aantekeningen gemaakt + interview
28 september S.V. Overbos Marco & Lyanca
Opnames bekeken en geanalyseerd
29 september School Rashida & Annemiek
Aantekeningen/ training uitgewerkt
29 september School Marco & Lyanca
Interview 2 uitgewerkt 2 oktober Thuis Rashida
Interview 3 uitgewerkt 3 oktober Thuis Annemiek
Vragen in het werkplan 5 oktober School Annemiek & Marco
Wetenschappelijke artikelen onderbouwen
9 oktober School Rashida & Lyanca
Definitieve LVF ontwikkelen 30 september-11 oktober
School/Thuis Annemiek, Lyanca, Rashida & Marco
Voorleggen training aan trainers S.V. Overbos (mail)
11 oktober Thuis Annemiek & Lyanca
Taakverdelingsschema 12 oktober Thuis Lyanca
Praktijktoets 19 oktober S.V. Overbos Marco, Annemiek, Lyanca & Rashida
12
Bronnen Fedak, A.T. (2012). The effects of physical activity on the stereotypic behaviors of children with autism spectrum disorder. Texas State University- San Marcos. Heliomare (z.d.). Sporten & Bewegen. Geraadpleegd op 4 september 2014, van https://www.heliomare.nl/Site/Sporten-en-bewegen Lin, H.C. & Wuang, Y.P. (2012). Strength and agility training in adolescents with Down syndrome: a randomized controlled trial. Elsevier Ltd.
MacDonald, M., Lord, C. & Ulrich, D.A. (2014). Motor skills and calibrated autism severity in
young children with autism spectrum disorder. Adapt Phys Activ Q.
Only Friends (z.d.). Over ons. Geraadpleegd op 4 september 2014, van
http://website.onlyfriends.nl/only-friends/
Paralympic (z.d.). Paralympic Games. Geraadpleegd op 3 september 2014, van
http://www.paralympic.org/paralympic-games
Sportservice Noord-Holland (z.d.). Aangepast sporter sportaanbod. Geraadpleegd op 3
september 2014, van
http://www.sportservicenoordholland.nl/as_sports_clubs.php?zipcode=1991LN&range=0&sp
ortId=&handicapId=&chronicId
13
Bijlage
Bijlage I: interview trainer Michael
Wat is je naam? Mijn naam is Michael. Waarom ben je trainer geworden? Ik zat eerst zelf op voetbal en uiteindelijk wilde we een gehandicapten voetbalteam opzetten. Er was wel al gewoon recreanten voetbal, maar gezien er jongens bij zaten die een aardig potje konden voetballen wilde we kijken of er meer uit te halen was. Dus met enkele trainers en vaders van de kinderen zijn we een team gaan opzetten. Wat voor beperkingen hebben de spelers in het team? De meeste spelers hebben een vorm van autisme of een chronische aandoening, we weten niet precies wat daarvoor zou ik in ons bestand moeten kijken. Er zijn ook twee spelers die hebben daarnaast een lichamelijke beperking in hun been, maar dit brengt weinig problemen tijdens het voetbal. Wat voor nadeel geven deze beperkingen de spelers tijdens het voetbal? In vergelijking met het regulieren voetbal kunnen deze spelers vaak minder goed kijken naar tactieken binnen het spel en zijn iets minder snel binnen het spel. In de training is het vooral moeilijk voor de meeste om hun aandacht er bij te houden, dit gezien er veel gepraat word en er ook veel afleiding is op en rondom het veld. Maar het gaat bij het g-team ook vooral om het sociale aspect. Hoe is het voetbal voor het g-team te financieren? De materialen om te trainen zijn gewoon aanwezig op de vereniging dus daar hebben we ook niet iets extra’s voor nodig. De kleding wordt gesponsord door L’Oréal en zij komen in de zoveel tijd ook om te kijken bij training of er komt iemand een training geven. Heb je EHBO? Ja die heb ik en er zijn nog 2 trainers die hun EHBO diploma hebben. Uiteindelijke willen we ook dat alle trainers deze hebben zodat er altijd ingegrepen kan worden bij ongevallen.
14
Bijlage II: interview speler Martin
Wat is je naam? Mijn naam is Martin. Wat is de reden dat je bent gaan voetballen? Ik vond voetbal altijd al leuk om naar te kijken en om het te doen op straat. Daarna ben ik bij Overbos gekomen en ben daar in het team gaan spelen. Ik zat eerst bij het gewone team die geen wedstrijden doet. Wat vind je leuk aan competitie? Ik vind het leuk om op doel te staan en dan natuurlijk winnen van het andere team. Je krijgt ook meer adrenaline tijdens een wedstrijd wat leuk is. Ook vind ik het leuk om in het veld te spelen, hangt er vanaf waar is sta tijdens een wedstrijd. Hoe vind je de trainers, zijn ze goed? De trainers zijn leuk en gezellig en kunnen zelf ook goed voetballen. Vaak geven ze ook leuke trainingen, maar niet altijd. Bijvoorbeeld als we veel moeten rennen. Wat is het leuke aan bij S.V. Overbos te spelen? De mensen in het voetbal team zijn leuke mensen en ook de sfeer in de kantine is leuk. Daarnaast zijn de trainers leuk en is het dicht bij huis. Als je kon kiezen welke sport zou je dan nog willen doen? Ik zou het eigenlijk niet weten, ik vind voetbal eigenlijk gewoon heel leuk.
Bijlage III: interview speler Daan
Wat is je naam? Mijn naam is Daan. Wat is de reden dat je bent gaan voetballen? Ik vond voetbal altijd al leuk en speelde het ook veel buiten. Toen ik wist dat er een wedstrijd team was voor voetbal in Hoofddorp ben ik daar heen gegaan. Wat vind je leuk aan competitie? Ik vind het vooral leuk om een wedstrijd te winnen natuurlijk. Daarnaast vind ik het wel leuk dat je tegen andere mensen speelt. We spelen natuurlijk wel een wedstrijdje in de training, maar dat is altijd tegen dezelfde mensen. Hoe vind je de trainers, zijn ze goed? Ik vind de trainers leuk en ze maken vaak wel goede trainingen. Vind vooral het wedstrijdje voetbal op het eind altijd zo leuk. Wat is het leuke aan bij S.V. Overbos te spelen? Er zijn leuke trainers en de mensen in het team zijn ook leuk en gezellig. Ook de kantine is een leuke plek voor na de wedstrijd. Als je kon kiezen welke sport zou je dan nog willen doen? Ik heb altijd al voetbal leuk gevonden en zou geen andere sport willen doen.
15
Bijlage IV: aantekeningen observatie training 21 september 2014
Training bestaat uit:
- korte warming-up
- korte pass oefening
- korte oefening met verdedigers/aanvallers & op doel schieten
- partijtje
Training
Kort praatje
o Roep ze naar de lijn toe
Warming-up
o Duurt niet lang, stelt niet veel voor, doen de trainers expres spelers zijn
bijv. al helemaal kapot bij knie heffen, etc. Daarom hele korte, simpele
warming-up (paar keer heen en weer “rennen”).
Twee keer heen en weer joggen over het veld
Eenmaal sprint van de ene kant naar de andere kant
Hakkenbillen
Oefening één
o Twee groepen van vier (één trainer en drie spelers)
Twee pionnen ongeveer tien meter van elkaar vandaan. Groep in
tweeën verdelen en dan overschieten en naar de andere kant lopen.
Oefening twee
o Het oefenen van het aannemen en scoren vanuit een corner. Daarbij een
verdeling van 4 verdedigers en 2 aanvallers.
Eerst vanaf de linkerkant corners, daarna vanaf de rechterkant.
Oefening drie
o Wedstrijd spelen 5 tegen 5.
Martin/Mike apart
o Mike is eerste keeper van het team, Martin tweede keeper . Martin keept dus
niet zo vaak tijdens wedstrijden, dan speelt hij gewoon mee als veldspeler.
Eén oefening doen ze vrij lang. Rekening mee houden bij bedenken van onze eigen
training!
o Er waren maar zes spelers vandaag, terwijl ze uit een team van twaalf spelers
bestaan. Daarom was de training vandaag ook iets anders dan wanneer ze
met meer spelers op de training zijn.
o We kunnen binnen één oefening misschien wel variaties maken, maar niet
vier of vijf verschillende oefeningen op de training doen.
Elke oefening moet namelijk ook weer uitgelegd worden, voorgedaan
worden en waarschijnlijk aan sommigen nog een keer uitgelegd
worden. Dit kost veel tijd en gaat ten koste van de concentratie van de
spelers. Daarnaast is een uur training geven bij deze groep vrij kort, de
tijd lijkt snel voorbij te gaan.
16
Informatie over de deelnemers:
Joshua (speler)
Rustig, luistert goed naar trainers
Lichamelijke beperking/spraak is moeilijk. Inzicht in spel
Zwart shirt
Daan (speler) Rustig, luistert goed Autisme. Inzicht in spel
Licht blauw vest
Jasper (speler)
Kleinste jongen, luistert minder goed
Vorm van autisme, ADHD
Ajax fan
Guan (speler) Rustig, luistert minder Spasme in been / X-benen
Zwart haar
Martin (tweede keeper/speler)
Drukker, veel praten Vorm van autisme Lang haar met haarband
Mike (keeper) Rustig, luistert goed Autisme
Doelman
Daarnaast zijn er nog zes participanten in het team:
- Dave L. - Dave B. - Julian - Diego (chronische ziekte) - Dennis (autisme – dromerig) - Arsen (groei, kleinste van het team, 12 jaar)
Waar we rekening mee moeten houden tijdens trainingen;
- Eventueel gebruik maken van een fluitje, hier zijn ze bij de reguliere trainingen al bekend mee.
- Niet te veel oefeningen, we kunnen wel eventueel een kleine variant doen binnen een oefening.
- Martin en Mike tijdens oefeningen met een keeper apart houden en ook tijdens de wedstrijdjes, gezien beiden een keeper functie hebben.
- Er zijn normaal gesproken twaalf jongens in het team, maar ze missen er altijd wel een paar tijdens een training.
17
Bijlage V: observatie oefeningen training 21 september 2014 OBSERVATIE: Namen van de spelers competitieteam:
Joshua Daan Jasper Guan
Martin Mike Dave L Dave B
Julian Diego Dennis Arsen
Opvallend deze training:
- Aantal spelers aanwezig: zes spelers - Er word getraind op een kunstgrasveld - Twee trainers hebben een zoon in het team - De spelers luisteren goed naar de trainers door gebruik van een fluitje - Mike en Martin gescheiden tijdens wedstrijd (1e en 2e keeper van het team)
Onderdeel Warming up
Oefeningen - Hardlopen in breedte van het veld tweemaal heen en weer - Hakken billen eenmaal in de breedte van het veld - Eén sprint in de breedte van het veld
Tijd onderdeel 3 minuten
Plaatje
18
Onderdeel Oefening 1
Oefeningen Het overschieten van de bal naar elkaar met daarbij achter de bal aanlopen. Hierbij wordt er geoefend te passen naar de medespeler en daarbij verder door te lopen in het spel.
Tijd onderdeel 7 minuten
Plaatje
Onderdeel Oefening 2
Oefeningen Schieten van corners vanaf de linkerkant waarbij er een verdeling is van 4 verdedigers op 2 aanvallers. Na een aantal keer is er een verdeling van 3 tegen 3. Oefening is daarbij om vrij komen te staan als aanvaller en daarna te scoren in het doel.
Tijd onderdeel
15 minuten
Plaatje
19
Onderdeel Oefening 3
Oefeningen Hierbij wordt oefening 2 uitgevoerd vanaf de rechterkant
Tijd onderdeel 15 minuten
Plaatje
Onderdeel Oefening 4
Oefeningen Het spelen van een voetbalwedstrijd op een half veld. Hierbij wordt er 5 tegen 5 gespeeld met een verdeling van 3 spelers en 2 trainers in elk team.
Tijd onderdeel 20 minuten
Plaatje
20
Bijlage VI: observatie oefeningen training 28 september 2014
OBSERVATIE: Namen van de spelers competitieteam:
Joshua Daan Jasper Guan
Martin Mike Dave L Dave B
Julian Diego Dennis Arsen
Opvallend deze training:
- Aantal spelers aanwezig: 9 spelers - Er word getraind op een kunstgrasveld - 2 trainers hebben een zoon in het team - De spelers luisteren goed naar de trainers door gebruik van een fluitje
Onderdeel Warming up
Oefeningen - 300 meter hardlopen, een rondje om het veld om de spieren warm te maken met op het eind van het rondje een korte versnelling. Een oefening die de spelers niet leuk vinden om te doen.
Tijd onderdeel 6 minuten
Plaatje
Onderdeel Oefening 1
Oefeningen Een coördinatie met snelheid oefening. Er moet een slalom gedaan worden door drie pionnen en op het eind dan naar de speler aan het begin schieten. Eerst werd er vijf minuten geoefend, daarna kwam er een wedstrijdelement in.
Tijd onderdeel 12 min
Plaatje
21
Onderdeel Oefening 2
Oefeningen Het uitgooien van de bal naar elkaar toe in tweetallen. Hierbij werd er goed gekeken naar de stand van de voeten bij het loslaten van de bal en het duidelijk werpen van de bal vanuit de nek.
Tijd onderdeel 12 min
Plaatje
Onderdeel Oefening 3
Oefeningen Het spelen van een voetbalwedstrijd op een half veld. Hierbij wordt er 6 tegen 6 gespeeld met een verdeling van 4 spelers en 1 of 2 trainers in elk team.
Tijd onderdeel 30 minuten
Plaatje
22
Bijlage VII: toetsles 19 oktober 2014 Lesvoorbereidingsformulier INHolland Sport & Bewegen
Naam studenten: Annemiek Dirksen,
Marco Hendriks, Lyanca Verrijp & Rashida
de Vries
Naam docent: Arjanna Slooff
Klas: S&B 4A Instelling: INHolland Haarlem
Datum: 19-10-2014 Tijd: 10.00-11.00 uur d: 45-60minuten Aantal personen: 12 mannen/vrouwen
Hoofddoelstelling: in termen van het beïnvloeden van bewegingsgedrag
Aan het eind van de training heeft tenminste 80% van de deelnemers alle oefeningen (warming-up,
coördinatieoefening, snelheidsoefening en eindspel) van de innoverende voetbaltraining uitgevoerd,
doordat zij op een positieve manier gecoacht en gestimuleerd worden door de trainers (Annemiek,
Marco,Lyanca & Rashida) en omdat zij plezier hebben met elkaar doordat het voor hen uitdagende
oefeningen zijn.
Beginsituatie: Voor de relevante dimensies concreet ingevuld
Sensomotorisch:. De deelnemers kunnen dribbelen met de bal, joggen, sprinten, schieten, rennen,
kaatsen met de bal, koppen, bal aannemen en reageren op een commando.
Conditioneel/structureel: De deelnemers kunnen een rondje op het veld rennen en wat kleine
oefeningen (hakken-billen, knie-heffen) volhouden waarna de concentratie van de sommige
deelnemers in mindere mate aanwezig is.
Cognitief: De deelnemers kunnen de wekelijkse dribbel- en schietoefeningen zonder enige moeite
en herhaling onthouden.
Sociaal emotioneel: De deelnemers zijn altijd enthousiast na het uitvoeren van de wekelijkse
routine trainingen en zijn niet erg bekend met grote veranderingen in hun trainingen.
Doelstelling: Voor de relevante dimensies – in relatie tot de beginsituatie – zo concreet mogelijk
ingevuld in toetsbaar gedrag
Sensomotorisch: Aan het eind van de training zijn de deelnemers in staat om te dribbelen met bal,
te joggen, te sprinten en gericht een bal te schieten, op hun eigen niveau, op een gegeven
commando zonder hierbij de techniek en balcontrole te verliezen.
Conditioneel/structureel: Aan het eind van de training zijn de deelnemers in staat om hun
structurele warming-up te doorbreken en de vernieuwde warming-up minimaal 5 minuten vol te
houden waarna de concentratie van de deelnemers behouden blijft.
Cognitief: Aan het eind van de training zijn de deelnemers in staat om tijdens een vernieuwde
dribbeloefening de kleuren van de dopjes en lijnen te onthouden en tegelijkertijd de bal onder
controle te houden.
Sociaal emotioneel: Aan het eind van de training zijn de deelnemers enthousiast en blij verrast met
de vernieuwde oefeningen ondanks de aanpassingen in hun wekelijkse routine training.
23
Fasering in tijd:
- inleiding
- kern
- afsluiting
Onderwijsleerstof: inhoudelijk beschreven en methodisch opgebouwd
Inleiding (15 min.):
Lesintroductie:
- De trainers voorstellen.
- Kijken of er blessures zijn.
- Kort vertellen hoe de opbouw van de training er uit zal zien
- Zorgen dat alle pionnen klaar staan (ook die pas bij de
variatie/aanpassing gebruikt gaan worden).
- Afspraken maken, bijvoorbeeld stopteken en vertellen waar wordt
verzameld als het stopteken wordt gegeven.
Warming-up:
De warming-up wordt uitgevoerd in het gehele 16 meter gebied. In het 16
meter gebied worden 9 dopjes bestaande uit 3 verschillende kleuren
verspreidt (3 dopjes per kleur). De deelnemers joggen door het gehele 16
meter gebied (looprichting mag zelf bepaald worden, mits er geen
botsingsgevaar ontstaat). Op commando van (één van) de trainer(s)
verzamelen de deelnemers zich bij een dopje in de kleur die wordt
aangegeven met het commando.
- Er mogen meerdere deelnemers bij hetzelfde dopje staan, niet alle
dopjes van de aangegeven kleur hoeven bezet te zijn.
10 minuten
Nadat iedere deelnemer bij het juiste dopje staat, gaan de deelnemers weer
verder met joggen. Vervolgens wordt er door (één van) de trainer(s) weer
een commando gegeven enz.
Er kunnen minder/meer dopjes neergezet worden
Er kunnen minder/meer kleuren dopjes gebruikt worden
De oefening kan met een bal uitgevoerd worden
Het veldje kan kleiner/groter gemaakt worden
Na de warming-up wordt de groep in tweeën verdeelt. Groep A voert eerst
de snelheidsoefening uit en groep B voert eerst de coördinatieoefening uit.
Na 10 minuten wisselen de groepen van oefening.
- De trainers blijven bij dezelfde groep en gaan dus met de groep
mee naar de volgende oefening.
Coördinatieoefening:
Voor deze oefening worden er drie dopjes achter elkaar uitgezet tussen
de dopjes zit voldoende afstand zodat de deelnemers er tussen door
kunnen slalommen. Ongeveer 5-10 meter na het laatste dopje wordt een
klein doeltje neergezet.
De deelnemers hebben allemaal een bal en staan met z’n allen achter het
eerste dopje. De eerste deelnemer dribbelt met de bal om de dopjes
(slalommen) en proberen aan het eind van het parcours de bal in het doel
te schieten. De bal moet stil worden gelegd bij het laatste dopje voordat er
op doel geschoten mag worden. Als de eerste deelnemer geschoten heeft,
mag de volgende deelnemer, enz.
De dopjes kunnen dichter/minder dicht bij elkaar gezet worden
Het doel kan dichter bij/verder weg van het laatste dopje gezet
worden
Het doel kan op een andere plaats gezet worden (zodat de
24
10 minuten
20 minuten
10 minuten
schiethoek anders wordt)
Er kan ook een pion neergezet worden die de spelers om kunnen
proberen te schieten, om het eventueel moeilijker te maken.
Als de oefening goed gaat, mag er ook in één keer geschoten
worden.
Het doel kan een klein doeltje zijn, maar kan bijvoorbeeld ook
worden uitgezet met behulp van dopjes
De oefening wordt eerst vier keer geoefend. Daarna kan er eventueel nog
een klein wedstrijdje gedaan worden:
Zoveel mogelijk doelpunten per persoon/als groep
Zoveel mogelijk doelpunten in één minuut (tijd kan variëren)
Snelheidsoefening:
Voor deze oefening worden er vier lijnen parallel aan elkaar uitgezet; iedere
lijn heeft een andere kleur.
De deelnemers hebben allemaal een bal en staan naast elkaar verspreid op
de eerste lijn. Op commando van (één van) de trainer(s) dribbelen de
deelnemers, zo snel als zij zelf kunnen, met de bal naar de genoemde kleur
lijn. De deelnemers wachten tot iedereen op de genoemde lijn staat en
wachten vervolgens op het volgende commando, enz.
De lijnen kunnen dichter bij/verder van elkaar gezet worden
Er kunnen meer/minder lijnen gebruikt worden. Let op: bij meerdere
lijnen, andere kleuren gebruiken!
De oefening kan zonder bal uitgevoerd worden
De trainers kunnen het moeilijker maken door kleuren of andere
dingen op te noemen die helemaal niet meedoen
De trainers kunnen het moeilijker maken door de deelnemers op
het verkeerde spoor te brengen door bijvoorbeeld de andere kant
op te wijzen dan de kleur waar de deelnemers heen moeten, of
door bijvoorbeeld de eerste letter van een kleur te noemen en
vervolgens een hele andere kleur zeggen.
Er kunnen dopjes ‘zomaar ergens in het veld’ neergezet worden.
Makkelijker zet dopjes neer die dezelfde kleur als de lijnen
hebben, dan kunnen de deelnemers ook daar heen wanneer die
kleur genoemd wordt
Moeilijker deze dopjes mogen niet aangeraakt worden
Nadat beide groepen iedere oefening heeft uitgevoerd is het tijd voor het
eindspel. Het eindspel bestaat uit een partijvorm waarbij twee teams tegen
elkaar spelen. Er kan voor gekozen worden om nieuwe teams te maken
(gekozen door de trainers, of door de deelnemers zelf) of men houdt de
indeling van de groepen aan.
Eindspel
De eerste tien minuten van het eindspel zijn anders dan wat de deelnemers
gewend zijn. Het is een ‘normale’ partijvorm waarbij de regels gelden die
altijd gehanteerd worden. Het enige verschil is dat er nu twee dopjes in het
veld staan die niet aangeraakt mogen worden (door de bal). Wordt een
dopje wel aangeraakt, dan gaat de bal naar het andere team. Één team
heeft hesjes aan.
Er kunnen meer/minder dopjes neergezet worden
25
10 minuten
5 minuten
Het veld kan groter/kleiner gemaakt worden
Het doel kan anders zijn dan gebruikelijk; bijvoorbeeld uitgezet
door dopjes
Na tien minuten worden de dopjes weggehaald en wordt er zoals ‘normaal’
verder gespeeld.
Na de partijvorm worden alle deelnemers bij elkaar geroepen voor de
afsluiting.
Afsluiting
De trainers geven een korte evaluatie op de training en benoemen
bijvoorbeeld een aantal goede acties (op individueel- als op groepsniveau).
Daarna worden de deelnemers bedankt voor hun deelname en krijgen zij
iets lekkers.
Te verwachten fouten in het
onderwijsleerproces:
concreet benoemen naar wezenlijke
kenmerken
Didactische werkvormen: duidelijk aangeven hoe te
handelen m.b.t.
de aanpak van de organisatie
het in beweging zetten,
de controle, correctie methodische hulp
- De trainers staan steeds op een plek waardoor zij het
overzicht hebben over alle deelnemers.
- Twee trainers zetten de oefening uit, zodat de andere
twee trainers het overzicht over de groep behouden.
- Er wordt aangespoord tot het actief deelnemen aan
de activiteit
- Wanneer deelnemers ongepast gedrag vertonen,
spreekt (één van) de trainer(s) hem/haar daar op
aan.
Er wordt gebruik gemaakt van de volgende werkvormen:
- Voorbeeldvorm: Voordat de deelnemers de oefening
uit mogen voeren wordt er een voorbeeld gegeven
door de trainer(s) Praatje-Plaatje-Daadje
- Opdrachtvorm: De trainers geven opdracht aan de
leerlingen. Het zal met name gaan om opdrachten
met betrekking tot het uitvoeren van de oefening.
- Observatievorm: De trainers houden de deelnemers
in de gaten en kijken of alles goed gaat
Controleren-Corrigeren-Complimenteren.
- Instructievorm: De trainers geven zowel verbale als
non-verbale instructies.
- Coachvorm: De deelnemers worden gecoacht. Er
worden tips gegeven als dat nodig is en er wordt
gemotiveerd/gestimuleerd.
- Feedbackvorm: De trainers zullen waar nodig de
deelnemers corrigeren en uitleggen/tips geven hoe
zij het anders kunnen doen
- Vraagvorm: Aan het eind van de training zal er kort
gevraagd worden wat de deelnemers van de training
vonden.
26
Te verwachten fouten
Warming-up
- Botsingsgevaar bij het door elkaar
rennen.
- Het is te makkelijk.
Coördinatieoefening
- Onduidelijkheid wat de bedoeling is.
- De oefening vinden de deelnemers
stom.
Snelheidsoefening
- Er wordt tegen elkaar aan gerend.
- Dopjes leveren ‘val gevaar’ op.
Eindspel
- De dopjes in het spel leveren ‘val
gevaar op’.
Hoe aan te passen?
- Een looprichting bepalen voor de deelnemers.
- Zie uitleg oefening.
- Het blijven herhalen van de uitleg en meedoen met de
oefening als trainer zijnde.
- Wedstrijd element toevoegen motiveren.
- Ruimte vergroten zodat de veiligheid toeneemt.
- Dopjes weghalen en de ruimte op andere manier
verkleinen/vergroten.
- De dopjes verplaatsen en minder dicht op elkaar zetten.
Organisatie:
de gekozen werkorganisaties tekenen voor onderwijsleermiddelen,
leerlingen en leerkracht
Materiaallijst:
per lesonderdeel aangeven
aard en aantal van de
onderwijsleermiddelen
Legenda:
Warming-up
Coördinatieoefening
Warming-up
- 3 verschillende
kleuren dopjes; 3
dopjes van elke
kleur
- 12 ballen (één bal
per deelnemer)
- Meer kleuren dopjes
+x aantal dopjes in
die kleuren
Coördinatieoefening
- 3 dopjes
- 12 ballen (één bal
per deelnemer;
eventueel bal
doorgeven)
- Doel(tje) (of +2
dopjes)
27
Wetenschappelijke onderbouwing training Uit de artikelen is naar voren gekomen dat de motorische vaardigheden bij kinderen met autisme (vaak) onder het gewenste niveau ligt. Deze vaardigheden zijn vaak niet meegenomen bij een ontwikkelde interventie. De relatie van fijne- en grove motorische vaardigheden zijn vaak gekoppeld aan de sociale communicatieve vaardigheden van een kind (MacDonald, Lord & Ulrich, 2014). Er is gebleken dat kinderen met zwakkere motorische vaardigheden een grotere sociale communicatieve tekortkoming ontwikkeld hebben (MacDonald, e.a., 2014). Het heeft dus wel degelijk nut om de rol van de motorische vaardigheden wel op te nemen in de interventie. Wij hebben er dan ook voor gekozen om wat motorische vaardigheden te benadrukken in de training. In de warming-up wordt vooral het loopvermogen aangesproken. Het joggen/rennen in een kleine ruimte met meerdere obstakels rondom het ‘loopterrein’ betekent dat de spelers hun motorische vaardigheden moeten aanspreken. Het schieten en dribbelen van een bal valt ook onder de grove motoriek. Dit kan ook tegelijkertijd worden gekoppeld aan coördinatie, want zonder coördinatie kunnen de spelers geen bal aan de voet houden en gericht op het doel schieten. In de gehele training wordt er aandacht besteed aan het begrip coördinatie. Ook het ‘lijnenspel’ (snelheidsoefening) heeft te maken met de grove motoriek. Het tegelijkertijd luisteren naar het commando en het bewegen van het lichaam op de juiste manier en tempo vraagt veel van een autistisch persoon en/of het syndroom van down. Er is ook aangetoond dat de stereotiepe gedragingen van personen met autisme zullen afnemen (Fedak, 2012). Bij de kinderen die hebben deelgenomen aan een matige tot krachtige lichaamsbewegingprogramma is naar voren gekomen dat lichamelijke activiteit wel degelijk een methode is van het ‘aanpassen’ van de stereotiepe gedragingen bij kinderen met autisme (Fedak,2012).
Snelheidsoefening
Eindspel
Snelheidsoefening
- 12 dopjes
- 12 ballen (één bal
per deelnemer)
- Meerdere dopjes
Eindspel
- 6 hesjes
- 1 bal (eventueel
drie)
- 2 dopjes (eventueel
meer)
- 2 doelen
28
Gedurende de voetbaltraining zal het plezier en het actief bezig zijn voorop staan bij de deelnemers. Het aanleren van allerlei technische dingen is voor hun niet van belang. De eerste twee delen staan wel in het teken van wat matige kracht, snelheid en coördinatie oefeningen. Ook deze oefeningen kunnen namelijk bijdragen aan het verminderen van stereotiepe gedragingen. Het plezier staat zeker voorop bij de deelnemers en daarom hebben wij er ook voor gekozen om een deel van de training hetzelfde te houden. Zo zal de training worden afgesloten met een grote partijvorm waaraan de kinderen altijd veel plezier beleven. Uit een ander artikel is gebleken dat de effecten van een kracht- en behendigheidsprogramma van adolescenten met het syndroom van down positief bijdragen aan de prestaties in elk gewenste sport. Een kort oefening-/trainingsprogramma zal de prestaties bevorderen van mensen met het Down Syndroom (Lin & Wuang, 2012). De spelers in het team zijn echter voornamelijk autistisch, dus daarom zal er niet verder in gegaan worden op Down Syndroom. De oefeningen van de voetbaltraining zullen in het teken staan van coördinatie en snelheid. Snelheid in de vorm van balsnelheid, balcontrole en bewegingssnelheid, dus het reageren op bijvoorbeeld een commando. Hier is voor gekozen omdat dit en van belang is tijdens een wedstrijdje voetballen, maar het heeft ook positieve gevolgen, zoals eerder vermeld, voor de kinderen met autisme. De gehele training is opgebouwd aan de hand van de informatie die is verkregen van de spelers en trainers. Vervolgens zijn onze innoverende ideeën voor de training onderbouwd, zoals hierboven beschreven, vanuit wetenschappelijke onderzoeken. Uit alle artikelen is wel gebleken dat lichamelijke activiteit en de aanpak van motorische vaardigheden ten goede komt aan de gezondheid en fysieke staat van voornamelijk de mensen met autisme. De wetenschappelijke artikelen die zijn gevonden en ten grondslag liggen aan de activiteiten zijn:
- Fedak, A.T. (2012). The effects of physical activity on the stereotypic behaviors of children with autism spectrum disorder. Texas State University- San Marcos.
- MacDonald, M., Lord, C. & Ulrich, D.A. (2014). Motor skills and calibrated autism severity in young children with autism spectrum disorder. Adapt Phys Activ Q.
- Lin, H.C. & Wuang, Y.P. (2012). Strength and agility training in adolescents with Down syndrome: a randomized controlled trial. Elsevier Ltd.
Het derde en laatste artikel gaat over Down Syndroom. Aangezien vrijwel geen enkele voetballer Down Syndroom heeft, gebruiken we voor de activiteiten eigenlijk alleen de eerste twee artikelen.