DE TAALBENDE SPELLINGBOEK 5DEEL A

S P E L L I N G B O E K 5D E E L A

ISBN 978-90-301-3913-3

9 7 8 9 0 3 0 1 3 9 1 3 3

Dorothy De MaesschalckKristof DierickxCorinne NederlofChristine Smets

DTBS5AW cover.indd 1 10-07-14 13:46

151

LES 6 Ons feestgedrag onder de loep

DIT KAN IK AL!Ik kan werkwoorden vervoegen in de tegenwoordige tijd en de verleden tijd.Ik kan de regel van verdubbelen en verenkelen toepassen.Ik kan hoofdletters schrijven waar het hoort.

Deze les gaat over ...

58

De meeste werkwoorden veranderen niet van klank in de verleden tijd. Ze worden zo gevormd: stam + de(n) of stam + te(n).

Sommige werkwoorden veranderen van klank in de verleden tijd. Of een werkwoord van klank verandert, weet je vaak wel. Probeer het maar uit.Ik fiets naar huis - Gisteren fietste ik naar huis. Geen klankverandering.Ik loop naar school. Gisteren liep ik naar school. Wel klankverandering.

persoon verleden tijdstam + de(n)

enkelvoudik, ... je / jij?

luister + de brand + dejij, u, hij, zij, het

meervoud wij, jullie, zij luister + den brand + den

persoon verleden tijdstam + te(n)

enkelvoudik, ... je / jij?

fiets + te zet + tejij, u, hij, zij, het

meervoud wij, jullie, zij fiets + ten zet + ten

• Lees de tekst. De persoonsvormen zijn groen gedrukt. Ze staan in de verleden tijd.• Onderstreep de persoonsvormen zonder klankverandering in het groen.• Plaats ze daarna in de juiste kolom.• Vul de kolommen verder aan.

In een herberg kochten we bier, wijn of jenever van de waard. Ik bereidde er meestal zelf ons eten. We kochten eieren en brood op boerderijen en konijnen of patrijzen van jagers langs de weg. In een herberg zette ik steeds weer de driepoot op het vuur in de haard en plaatste de ketel bovenop. Er bleef altijd een bodempje stoofsel over en ik gooide er dan gewoon nieuwe dingen bij. Eigenlijk leek het eten nooit op te raken. Het pruttelde elke avond verder in de grote ketel op de driepoot. Soms in een haard, soms in de openlucht. Het gebeurde dat de aangebrande, samengekoekte groenten wekenlang aan de bodem van de ketel bleven kleven, tot ik die in een rivier schoonschraapte.

Jean-Claude van Rijckeghem & Pat Van Beirs, Galgenmeid, Manteau, 2010

DTBS6AW.indb 58 27-03-13 11:07

Aan de slag!

Oefening 1 Felle feestjes

Pas de woorden aan, zodat ze in de zin passen.

glas Tijdens het feest werden veel wijn gedronken.

jas Het was nog zo warm buiten dat we onze niet hoefden aan te doen.

buur Jelle had ook verscheidene uitgenodigd.

gek Aan het einde begon men zich wel te gedragen als een bende .

geluk was het een heel plezierige avond.

praat We zullen hier nog lang over .

152

Oefening 2 Werk voor het organisatietalent

Duid de letters aan in de tekst die als hoofdletter moeten worden geschreven.

’s anderendaags hadden veel feestvierders hoofdpijn.zo’n feestje in antwerpen vieren is toch speciaal.de ouders van jelle hadden nog wel wat opruimwerk.tijdens een wandeling langs de schelde praatten ze na over de fijne avond.volgend jaar zal het feest in oostende doorgaan.

Oefening 3 Feestje voorbij

Vul de werkwoorden in de verleden tijd in.

eindigen Helaas het mooie feest.

moeten Iedereen naar huis toe.

vertrekken We omstreeks middernacht.

zijn Eigenlijk het niet eens zo heel koud.

herinneren Een blik op de klok ons er wel aan dat het bedtijd was.

vallen Ik als een blok in slaap.

Oefening 4 De weg uitstippelen

• Lees de zinnen van oefening 3 opnieuw.• Plaats de werkwoorden op de juiste plaats in de tabel.

met klankverandering in de verleden tijd zonder klankverandering in de verleden tijd

enkelvoud meervoud enkelvoud meervoud

153

Oefening 5 Meer graag ...

• Noteer alle woorden in het meervoud.• Maak een goede zin met vijf meervouden.

pak gewas

doos danseres

fotograaf grap

rok soepkom

gesprek uitstap

Oefening 6 Identiteit van een feestneus

Verzin een feestneus en vul zijn identiteitskaart in.

naam

voornaam

straat

gemeente

favoriete feestlocatie

favoriet feestland

favoriet geschenk

154

OpmerkingenTijdens deze les

voelde ik mij:

Tijdens deze les kon

ik makkelijk volgen:

DIT HEB IK VANDAAG GELEERD!Ik herhaalde de regels van hoofdlettergebruik, verleden tijd en verdubbelen en verenkelen.

Oefening 7 Feestwerkwoorden

Vul de tabel in voor de volgende werkwoorden.

versieren - uitnodigen - organiseren - inrichten - opruimen

infi nitief stam verleden tijd enkelvoud

verleden tijd meervoud

6.1

LES 6Ons feestgedrag onder de loep

TAALBENDEDOELEN

De leerlingen schrijven de persoonsvormen in de tegenwoordige tijd en in de verleden tijd.

LEERLIJNEN

Dit leerden we vorig schooljaar. De leerlingen schrijven persoonsvormen in

de tegenwoordige tijd. De leerlingen passen de strategieën voor

verdubbelen en verenkelen juist toe. De leerlingen maken juist gebruik van hoof-

dletters bij het eerste woord van een zin, eigennamen, personen die als heilig worden beschouwd, namen van (kerkelijke) feestda-gen, lokaal gebonden plaats- en straatnamen.

Dit leren we nu. De leerlingen schrijven persoonsvormen in

de tegenwoordige tijd en in de verleden tijd. De leerlingen passen de strategieën voor

verdubbelen en verenkelen juist toe (verwerking).

De leerlingen maken juist gebruik van hoofdletters bij het eerste woord van een zin, eigennamen, personen die als heilig worden beschouwd, namen van (kerkelijke) feest-dagen en geografische namen.

Dit leren we volgend schooljaar. De leerlingen schrijven persoonsvormen in

de tegenwoordige tijd en in de verleden tijd. De leerlingen passen de strategieën voor

verdubbelen en verenkelen juist toe (verwerking).

De leerlingen maken juist gebruik van hoofdletters bij het eerste woord van een zin, eigennamen, personen die als heilig worden beschouwd, namen van (kerkelijke) feest-dagen, geografische namen en talen en hun afleidingen.

MATERIAAL

Spellingboek p. 151-154 Wandplaat / kopieerblad met het werkwoord-

schema van de verleden tijd (kopieerblad 4.12)

VOOR DE LES

Je hangt het werkwoordschema van de verleden tijd aan het bord.

NA DE LES

Je verbetert het dictee.

LESVERLOOP

1 Dit kan ik al!Ik kan werkwoorden vervoegen in de tegen-woordige tijd en in de verleden tijd.Ik kan de regels van verdubbelen en verenkelen toepassen.Ik kan hoofdletters schrijven waar het hoort.

2 Deze les gaat over ... Het vervoegen van de werkwoorden.Het toepassen van de regels voor verdubbelen en verenkelen.Het schrijven van hoofdletters waar het hoort.

3 Aan de slag! Oefenen

4 Flits!/

5 Reflectie

6.2

1 Dit kan ik al!

LESVERLOOP

151

LES 6 Ons feestgedrag onder de loep

DIT KAN IK AL!Ik kan werkwoorden vervoegen in de tegenwoordige tijd en de verleden tijd.Ik kan de regel van verdubbelen en verenkelen toepassen.Ik kan hoofdletters schrijven waar het hoort.

Deze les gaat over ...

Aan de slag!

Oefening 1 Felle feestjes

Pas de woorden aan, zodat ze in de zin passen.

glas Tijdens het feest werden veel wijn gedronken.

jas Het was nog zo warm buiten dat we onze niet hoefden aan te doen.

buur Jelle had ook verscheidene uitgenodigd.

gek Aan het einde begon men zich wel te gedragen als een bende .

geluk was het een heel plezierige avond.

praat We zullen hier nog lang over .

Oefening 2 Werk voor het organisatietalent

Duid de letters aan in de tekst die als hoofdletter moeten worden geschreven.

’s anderendaags hadden veel feestvierders hoofdpijn.zo’n feestje in antwerpen vieren is toch speciaal.de ouders van jelle hadden nog wel wat opruimwerk.tijdens een wandeling langs de schelde praatten ze na over de fi jne avond.volgend jaar zal het feest in oostende doorgaan.

58

De meeste werkwoorden veranderen niet van klank in de verleden tijd. Ze worden zo gevormd: stam + de(n) of stam + te(n).

Sommige werkwoorden veranderen van klank in de verleden tijd. Of een werkwoord van klank verandert, weet je vaak wel. Probeer het maar uit.Ik fiets naar huis - Gisteren fietste ik naar huis. Geen klankverandering.Ik loop naar school. Gisteren liep ik naar school. Wel klankverandering.

persoon verleden tijdstam + de(n)

enkelvoudik, ... je / jij?

luister + de brand + dejij, u, hij, zij, het

meervoud wij, jullie, zij luister + den brand + den

persoon verleden tijdstam + te(n)

enkelvoudik, ... je / jij?

fiets + te zet + tejij, u, hij, zij, het

meervoud wij, jullie, zij fiets + ten zet + ten

• Lees de tekst. De persoonsvormen zijn groen gedrukt. Ze staan in de verleden tijd.• Onderstreep de persoonsvormen zonder klankverandering in het groen.• Plaats ze daarna in de juiste kolom.• Vul de kolommen verder aan.

In een herberg kochten we bier, wijn of jenever van de waard. Ik bereidde er meestal zelf ons eten. We kochten eieren en brood op boerderijen en konijnen of patrijzen van jagers langs de weg. In een herberg zette ik steeds weer de driepoot op het vuur in de haard en plaatste de ketel bovenop. Er bleef altijd een bodempje stoofsel over en ik gooide er dan gewoon nieuwe dingen bij. Eigenlijk leek het eten nooit op te raken. Het pruttelde elke avond verder in de grote ketel op de driepoot. Soms in een haard, soms in de openlucht. Het gebeurde dat de aangebrande, samengekoekte groenten wekenlang aan de bodem van de ketel bleven kleven, tot ik die in een rivier schoonschraapte.

Jean-Claude van Rijckeghem & Pat Van Beirs, Galgenmeid, Manteau, 2010

DTBS6AW.indb 58 27-03-13 11:07

glazen

jassen

buren

gekken

Gelukkig

praten

’s anderendaags hadden veel feestvierders hoofdpijn.zo’n feestje in antwerpen vieren is toch speciaal.zo’n feestje in antwerpen vieren is toch speciaal.de ouders van jelle hadden nog wel wat opruimwerk.de ouders van jelle hadden nog wel wat opruimwerk.tijdens een wandeling langs de schelde praatten ze na over de fi jne avond.tijdens een wandeling langs de schelde praatten ze na over de fi jne avond.volgend jaar zal het feest in oostende doorgaan.volgend jaar zal het feest in oostende doorgaan.

DTBS5AO_LLA_thema1-5.indb 151 03-05-13 11:07

2 Deze les gaat over ...

Deze les is een herhalingsles als voorbereiding op een toets. Er wordt niet gedifferentieerd in moeilijkheidsgraad. Je kunt wel differentiëren in de hoeveelheid oefeningen die een leerling moet maken.

Overloop samen nog eens het vervoegen van werkwoorden in de verleden tijd. Wijs daarbij op de termen en zorg ervoor dat de leerlingen die ook gebruiken: enkelvoud, meervoud, personen ...

3 Aan de slag!

De leerlingen maken de oefeningen zelfstandig of in duo’s.

Oefening 1 Felle feestjes

De leerlingen krijgen woorden aangeboden die in zinsverband moeten worden ingevoegd. Ze moeten verdubbelen of verenkelen.

151

LES 6 Ons feestgedrag onder de loep

DIT KAN IK AL!Ik kan werkwoorden vervoegen in de tegenwoordige tijd en de verleden tijd.Ik kan de regel van verdubbelen en verenkelen toepassen.Ik kan hoofdletters schrijven waar het hoort.

Deze les gaat over ...

Aan de slag!

Oefening 1 Felle feestjes

Pas de woorden aan, zodat ze in de zin passen.

glas Tijdens het feest werden veel wijn gedronken.

jas Het was nog zo warm buiten dat we onze niet hoefden aan te doen.

buur Jelle had ook verscheidene uitgenodigd.

gek Aan het einde begon men zich wel te gedragen als een bende .

geluk was het een heel plezierige avond.

praat We zullen hier nog lang over .

Oefening 2 Werk voor het organisatietalent

Duid de letters aan in de tekst die als hoofdletter moeten worden geschreven.

’s anderendaags hadden veel feestvierders hoofdpijn.zo’n feestje in antwerpen vieren is toch speciaal.de ouders van jelle hadden nog wel wat opruimwerk.tijdens een wandeling langs de schelde praatten ze na over de fi jne avond.volgend jaar zal het feest in oostende doorgaan.

58

De meeste werkwoorden veranderen niet van klank in de verleden tijd. Ze worden zo gevormd: stam + de(n) of stam + te(n).

Sommige werkwoorden veranderen van klank in de verleden tijd. Of een werkwoord van klank verandert, weet je vaak wel. Probeer het maar uit.Ik fiets naar huis - Gisteren fietste ik naar huis. Geen klankverandering.Ik loop naar school. Gisteren liep ik naar school. Wel klankverandering.

persoon verleden tijdstam + de(n)

enkelvoudik, ... je / jij?

luister + de brand + dejij, u, hij, zij, het

meervoud wij, jullie, zij luister + den brand + den

persoon verleden tijdstam + te(n)

enkelvoudik, ... je / jij?

fiets + te zet + tejij, u, hij, zij, het

meervoud wij, jullie, zij fiets + ten zet + ten

• Lees de tekst. De persoonsvormen zijn groen gedrukt. Ze staan in de verleden tijd.• Onderstreep de persoonsvormen zonder klankverandering in het groen.• Plaats ze daarna in de juiste kolom.• Vul de kolommen verder aan.

In een herberg kochten we bier, wijn of jenever van de waard. Ik bereidde er meestal zelf ons eten. We kochten eieren en brood op boerderijen en konijnen of patrijzen van jagers langs de weg. In een herberg zette ik steeds weer de driepoot op het vuur in de haard en plaatste de ketel bovenop. Er bleef altijd een bodempje stoofsel over en ik gooide er dan gewoon nieuwe dingen bij. Eigenlijk leek het eten nooit op te raken. Het pruttelde elke avond verder in de grote ketel op de driepoot. Soms in een haard, soms in de openlucht. Het gebeurde dat de aangebrande, samengekoekte groenten wekenlang aan de bodem van de ketel bleven kleven, tot ik die in een rivier schoonschraapte.

Jean-Claude van Rijckeghem & Pat Van Beirs, Galgenmeid, Manteau, 2010

DTBS6AW.indb 58 27-03-13 11:07

glazen

jassen

buren

gekken

Gelukkig

praten

’s anderendaags hadden veel feestvierders hoofdpijn.zo’n feestje in antwerpen vieren is toch speciaal.zo’n feestje in antwerpen vieren is toch speciaal.de ouders van jelle hadden nog wel wat opruimwerk.de ouders van jelle hadden nog wel wat opruimwerk.tijdens een wandeling langs de schelde praatten ze na over de fi jne avond.tijdens een wandeling langs de schelde praatten ze na over de fi jne avond.volgend jaar zal het feest in oostende doorgaan.volgend jaar zal het feest in oostende doorgaan.

DTBS5AO_LLA_thema1-5.indb 151 03-05-13 11:07

Oefening 2 Werk voor het organisatietalent

De leerlingen krijgen een tekst waarin de hoofdletters ontbreken. Ze noteren hoofdletters waar het hoort.

spellingboek p. 151

spellingboek p. 151

spellingboek p. 151oefening 1

6.3

151

LES 6 Ons feestgedrag onder de loep

DIT KAN IK AL!Ik kan werkwoorden vervoegen in de tegenwoordige tijd en de verleden tijd.Ik kan de regel van verdubbelen en verenkelen toepassen.Ik kan hoofdletters schrijven waar het hoort.

Deze les gaat over ...

Aan de slag!

Oefening 1 Felle feestjes

Pas de woorden aan, zodat ze in de zin passen.

glas Tijdens het feest werden veel wijn gedronken.

jas Het was nog zo warm buiten dat we onze niet hoefden aan te doen.

buur Jelle had ook verscheidene uitgenodigd.

gek Aan het einde begon men zich wel te gedragen als een bende .

geluk was het een heel plezierige avond.

praat We zullen hier nog lang over .

Oefening 2 Werk voor het organisatietalent

Duid de letters aan in de tekst die als hoofdletter moeten worden geschreven.

’s anderendaags hadden veel feestvierders hoofdpijn.zo’n feestje in antwerpen vieren is toch speciaal.de ouders van jelle hadden nog wel wat opruimwerk.tijdens een wandeling langs de schelde praatten ze na over de fi jne avond.volgend jaar zal het feest in oostende doorgaan.

58

De meeste werkwoorden veranderen niet van klank in de verleden tijd. Ze worden zo gevormd: stam + de(n) of stam + te(n).

Sommige werkwoorden veranderen van klank in de verleden tijd. Of een werkwoord van klank verandert, weet je vaak wel. Probeer het maar uit.Ik fiets naar huis - Gisteren fietste ik naar huis. Geen klankverandering.Ik loop naar school. Gisteren liep ik naar school. Wel klankverandering.

persoon verleden tijdstam + de(n)

enkelvoudik, ... je / jij?

luister + de brand + dejij, u, hij, zij, het

meervoud wij, jullie, zij luister + den brand + den

persoon verleden tijdstam + te(n)

enkelvoudik, ... je / jij?

fiets + te zet + tejij, u, hij, zij, het

meervoud wij, jullie, zij fiets + ten zet + ten

• Lees de tekst. De persoonsvormen zijn groen gedrukt. Ze staan in de verleden tijd.• Onderstreep de persoonsvormen zonder klankverandering in het groen.• Plaats ze daarna in de juiste kolom.• Vul de kolommen verder aan.

In een herberg kochten we bier, wijn of jenever van de waard. Ik bereidde er meestal zelf ons eten. We kochten eieren en brood op boerderijen en konijnen of patrijzen van jagers langs de weg. In een herberg zette ik steeds weer de driepoot op het vuur in de haard en plaatste de ketel bovenop. Er bleef altijd een bodempje stoofsel over en ik gooide er dan gewoon nieuwe dingen bij. Eigenlijk leek het eten nooit op te raken. Het pruttelde elke avond verder in de grote ketel op de driepoot. Soms in een haard, soms in de openlucht. Het gebeurde dat de aangebrande, samengekoekte groenten wekenlang aan de bodem van de ketel bleven kleven, tot ik die in een rivier schoonschraapte.

Jean-Claude van Rijckeghem & Pat Van Beirs, Galgenmeid, Manteau, 2010

DTBS6AW.indb 58 27-03-13 11:07

glazen

jassen

buren

gekken

Gelukkig

praten

’s anderendaags hadden veel feestvierders hoofdpijn.zo’n feestje in antwerpen vieren is toch speciaal.zo’n feestje in antwerpen vieren is toch speciaal.de ouders van jelle hadden nog wel wat opruimwerk.de ouders van jelle hadden nog wel wat opruimwerk.tijdens een wandeling langs de schelde praatten ze na over de fi jne avond.tijdens een wandeling langs de schelde praatten ze na over de fi jne avond.volgend jaar zal het feest in oostende doorgaan.volgend jaar zal het feest in oostende doorgaan.

DTBS5AO_LLA_thema1-5.indb 151 03-05-13 11:07Oefening 3 Feestje voorbij

De leerlingen vullen de juiste vorm van het werkwoord in de zinnen in. Ze krijgen de infinitief aangeboden.

152

Oefening 3 Feestje voorbij

Vul de werkwoorden in de verleden tijd in.

eindigen Helaas het mooie feest.

moeten Iedereen naar huis toe.

vertrekken We omstreeks middernacht.

zijn Eigenlijk het niet eens zo heel koud.

herinneren Een blik op de klok ons er wel aan dat het bedtijd was.

vallen Ik als een blok in slaap.

Oefening 4 De weg uitstippelen

• Lees de zinnen van oefening 3 opnieuw.• Plaats de werkwoorden op de juiste plaats in de tabel.

met klankverandering in de verleden tijd zonder klankverandering in de verleden tijd

enkelvoud meervoud enkelvoud meervoud

Oefening 5 Meer graag ...

• Noteer alle woorden in het meervoud.• Maak een goede zin met vijf meervouden.

pak gewas

doos danseres

fotograaf grap

rok soepkom

gesprek uitstap

eindigde

moest

vertrokken

was

herinnerde

viel

pakken gewassen

dozen danseressen

fotografen grappen

rokken soepkommen

gesprekken uitstappen

moest vertrokken eindigde

herinnerdewas

viel

DTBS5AO_LLA_thema1-5.indb 152 03-05-13 11:07

Oefening 4 De weg uitstippelen

De leerlingen hernemen de zinnen uit oefening 3. Ze plaatsen de werkwoorden op de juiste plaats in de tabel.

152

Oefening 3 Feestje voorbij

Vul de werkwoorden in de verleden tijd in.

eindigen Helaas het mooie feest.

moeten Iedereen naar huis toe.

vertrekken We omstreeks middernacht.

zijn Eigenlijk het niet eens zo heel koud.

herinneren Een blik op de klok ons er wel aan dat het bedtijd was.

vallen Ik als een blok in slaap.

Oefening 4 De weg uitstippelen

• Lees de zinnen van oefening 3 opnieuw.• Plaats de werkwoorden op de juiste plaats in de tabel.

met klankverandering in de verleden tijd zonder klankverandering in de verleden tijd

enkelvoud meervoud enkelvoud meervoud

Oefening 5 Meer graag ...

• Noteer alle woorden in het meervoud.• Maak een goede zin met vijf meervouden.

pak gewas

doos danseres

fotograaf grap

rok soepkom

gesprek uitstap

eindigde

moest

vertrokken

was

herinnerde

viel

pakken gewassen

dozen danseressen

fotografen grappen

rokken soepkommen

gesprekken uitstappen

moest vertrokken eindigde

herinnerdewas

viel

DTBS5AO_LLA_thema1-5.indb 152 03-05-13 11:07

Oefening 5 Meer graag ...

De leerlingen krijgen woorden in het enkelvoud aangeboden. Ze zetten die woorden in het meervoud, waarbij ze letten op verenkelen en verdubbelen. Daarna gebruiken ze vijf meervouden in een goede zin.

spellingboek p. 151oefening 2

spellingboek p. 152oefening 3

spellingboek p. 152oefening 4

6.4

152

Oefening 3 Feestje voorbij

Vul de werkwoorden in de verleden tijd in.

eindigen Helaas het mooie feest.

moeten Iedereen naar huis toe.

vertrekken We omstreeks middernacht.

zijn Eigenlijk het niet eens zo heel koud.

herinneren Een blik op de klok ons er wel aan dat het bedtijd was.

vallen Ik als een blok in slaap.

Oefening 4 De weg uitstippelen

• Lees de zinnen van oefening 3 opnieuw.• Plaats de werkwoorden op de juiste plaats in de tabel.

met klankverandering in de verleden tijd zonder klankverandering in de verleden tijd

enkelvoud meervoud enkelvoud meervoud

Oefening 5 Meer graag ...

• Noteer alle woorden in het meervoud.• Maak een goede zin met vijf meervouden.

pak gewas

doos danseres

fotograaf grap

rok soepkom

gesprek uitstap

eindigde

moest

vertrokken

was

herinnerde

viel

pakken gewassen

dozen danseressen

fotografen grappen

rokken soepkommen

gesprekken uitstappen

moest vertrokken eindigde

herinnerdewas

viel

DTBS5AO_LLA_thema1-5.indb 152 03-05-13 11:07Oefening 6 Identiteit van een feestneus

De leerlingen vullen een identiteitskaart in met deze gegevens: naam, voornaam, straat, gemeente, favoriete feestlocatie, favoriet feestland en favoriet geschenk.

153

Oefening 6 Identiteit van een feestneus

Verzin een feestneus en vul zijn identiteitskaart in.

Oefening 7 Feestwerkwoorden

Vul de tabel in voor de volgende werkwoorden.

versieren - uitnodigen - organiseren - inrichten - opruimen

infi nitief stam verleden tijd enkelvoud

verleden tijd meervoud

naam

voornaam

straat

gemeente

favoriete feestlocatie

favoriet feestland

favoriet geschenk

versieren

uitnodigen

organiseren

inrichten

opruimen

versier

nodig uit

organiseer

richt in

ruim op

versierde

nodigde uit

organiseerde

richtte in

ruimde op

versierden

nodigden uit

organiseerden

richtten in

ruimden op

DTBS5AO_LLA_thema1-5.indb 153 03-05-13 11:08

Oefening 7 Feestwerkwoorden

De leerlingen vullen de werkwoorden in de tabel in.

153

Oefening 6 Identiteit van een feestneus

Verzin een feestneus en vul zijn identiteitskaart in.

Oefening 7 Feestwerkwoorden

Vul de tabel in voor de volgende werkwoorden.

versieren - uitnodigen - organiseren - inrichten - opruimen

infi nitief stam verleden tijd enkelvoud

verleden tijd meervoud

naam

voornaam

straat

gemeente

favoriete feestlocatie

favoriet feestland

favoriet geschenk

versieren

uitnodigen

organiseren

inrichten

opruimen

versier

nodig uit

organiseer

richt in

ruim op

versierde

nodigde uit

organiseerde

richtte in

ruimde op

versierden

nodigden uit

organiseerden

richtten in

ruimden op

DTBS5AO_LLA_thema1-5.indb 153 03-05-13 11:08

spellingboek p. 152-153oefening 5

spellingboek p. 153oefening 6

spellingboek p. 153oefening 7

4 Flits!

In deze les is geen flitstoets voorzien.

5 Reflectie

154

OpmerkingenTijdens deze les

voelde ik mij:

Tijdens deze les kon

ik makkelijk volgen:

DIT HEB IK VANDAAG GELEERD!Ik herhaalde de regels van hoofdlettergebruik, verleden tijd en verdubbelen en verenkelen.

DTBS5AO_LLA_thema1-5.indb 154 03-05-13 11:08

Kijk samen terug op de les. Zijn er leerlingen die willen vertellen wat ze ervan vonden? Laat de leerlingen nog eens herhalen wat ze nog moeilijk vinden. Noteer voorbeelden op het bord.

De leerlingen geven hun evaluatie ook in hun spellingboek aan door de smileys te kleuren. Jij noteert je indruk van de les in het spellingboek van elke leerling. Bespreek eventuele verschillen.

spellingboek p. 154

6.5

Wer

kwoo

rdsc

hem

a v.

t.

© D

e Ta

albe

nde,

Pla

ntyn

Th

ema

2 –

Kopi

eerb

lad

2.4

pers

oon

verl

eden

tijd

stam

+ d

e(n)

enke

lvou

dik

, ... j

e / j

ij?lu

iste

r + d

ebr

and

+ de

jij, u

, hij,

zij,

het

mee

rvou

dw

ij, ju

llie,

zij

luis

ter +

den

bran

d +

den

pers

oon

verl

eden

tijd

stam

+ te

(n)

enke

lvou

dik

, ... j

e / j

ij?fie

ts +

teze

t + te

jij, u

, hij,

zij,

het

mee

rvou

dw

ij, ju

llie,

zij

fiets

+ te

nze

t + te

n

DTB

S6AH

_th2

_kop

ieer

blad

en.in

dd

412

-04-

13

17:0

1

Wer

kwoo

rdsc

hem

a v.

t.

© D

e Ta

albe

nde,

Pla

ntyn

Th

ema

2 –

Kopi

eerb

lad

2.4

pers

oon

verl

eden

tijd

stam

+ d

e(n)

enke

lvou

dik

, ... j

e / j

ij?lu

iste

r + d

ebr

and

+ de

jij, u

, hij,

zij,

het

mee

rvou

dw

ij, ju

llie,

zij

luis

ter +

den

bran

d +

den

pers

oon

verl

eden

tijd

stam

+ te

(n)

enke

lvou

dik

, ... j

e / j

ij?fie

ts +

teze

t + te

jij, u

, hij,

zij,

het

mee

rvou

dw

ij, ju

llie,

zij

fiets

+ te

nze

t + te

n

DTB

S6AH

_th2

_kop

ieer

blad

en.in

dd

412

-04-

13

17:0

1

Wer

kwoo

rdsc

hem

a t.t

.

© D

e Ta

albe

nde,

Pla

ntyn

Th

ema

1 –

Kopi

eerb

lad

1.12

persoontegenwoordige tijd

enkelvoudik, ... je / jij?stamvind

jij, u, hij, zij, hetstam + tvindt

meervoudwij, jullie, zijvolledig werkwoordvinden

DTB

S6AH

_th1

_kop

ieer

blad

en.in

dd

1112

-04-

13

16:5

5

Wer

kwoo

rdsc

hem

a t.t

.

© D

e Ta

albe

nde,

Pla

ntyn

Th

ema

1 –

Kopi

eerb

lad

1.12

persoontegenwoordige tijd

enkelvoudik, ... je / jij?stamvind

jij, u, hij, zij, hetstam + tvindt

meervoudwij, jullie, zijvolledig werkwoordvinden

DTB

S6AH

_th1

_kop

ieer

blad

en.in

dd

1112

-04-

13

16:5

5

© De Taalbende, Plantyn Thema 4 – Kopieerblad 4.12