Soefi-gedachte 2. juni 2008

44
1 Inhoud Soefisme, een boodschap van geestelijke vrijheid... DE SOEFI- gedachte juni 2008 3 Ten geleide Kariem Maas 5 De Soefi boodschap Hazrat Inayat Khan 7 De parabel van de wagenmenner 8 Liefde, het doel van de schepping Hidayat Inayat-Khan 10 Kijken met de ogen van Madzjnoen Krishna J.B. de Caluwé 13 Nieuwe vertaling gebeden Ameen Carp 15 Als iemand je ontvalt Diettrich Bonhoeffer 16 Het Soefi-museum als bron van inspiratie Jaya Bakker en Zubin van den Besselaar 21 De schildpad en de ganzen 22 Benoemen Jaya Bakker 26 ‘Moeder, waarom krijg ik toch altijd zo’n heimwee als het schemert’ Krishna J.B. de Caluwé 28 Herinneringen aan een groot beeldhouwster Charlotte van Pallandt Walia van Lohuizen-Mulder 33 Inayat Khan samen met Roemi in het Sloveens Wali van Lohuizen 34 Gebeurtenissen 37 Over boeken en beelden 40 Forum 41 Informatie over de Soefi Beweging

description

3 Ten geleide Kariem Maas 5 De Soefi boodschap Hazrat Inayat Khan 7 De parabel van de wagenmenner 8 Liefde, het doel van de schepping Hidayat Inayat-Khan 10 Kijken met de ogen van Madzjnoen Krishna J.B. de Caluwé 13 Nieuwe vertaling gebeden Ameen Carp 15 Als iemand je ontvalt Diettrich Bonhoeffer 16 Het Soefi-museum als bron van inspiratie Soefisme, een boodschap van geestelijke vrijheid... 28 Herinneringen aan een groot beeldhouwster Charlotte van Pallandt Walia van Lohuizen-Mulder juni 2008

Transcript of Soefi-gedachte 2. juni 2008

Page 1: Soefi-gedachte 2. juni 2008

1

Inhoud

Soefisme, een boodschap van geestelijke vrijheid...

DE SOEFI- gedachte

juni 2008

3 Ten geleide Kariem Maas

5 De Soefi boodschap Hazrat Inayat Khan

7 De parabel van de wagenmenner

8 Liefde, het doel van de schepping Hidayat Inayat-Khan

10 Kijken met de ogen van Madzjnoen Krishna J.B. de Caluwé

13 Nieuwe vertaling gebeden Ameen Carp

15 Als iemand je ontvalt Diettrich Bonhoeffer

16 Het Soefi-museum als bron van inspiratie Jaya Bakker en Zubin van den Besselaar

21 De schildpad en de ganzen

22 Benoemen Jaya Bakker

26 ‘Moeder, waarom krijg ik toch altijd zo’n heimwee als het schemert’ Krishna J.B. de Caluwé

28 Herinneringen aan een groot beeldhouwster Charlotte van Pallandt Walia van Lohuizen-Mulder

33 Inayat Khan samen met Roemi in het Sloveens Wali van Lohuizen

34 Gebeurtenissen

37 Over boeken en beelden

40 Forum

41 Informatie over de Soefi Beweging

Page 2: Soefi-gedachte 2. juni 2008

2

COLOFONde Soefi-gedachte 62e jaargang nummer 2juni 2008

Verschijnt 4 x per jaar(maart, juni, september en december)

© 2008. Soefi Beweging Nederland. Overname van agendapunten vrij.

© De inhoud van de artikelen is voor verantwoording van de auteurs en het copyright berust bij de betreffende auteur.

De Soefi-gedachte is een uitgave van de Stichting Soefi Beweging Nederland en heeft tot doel het verspreiden van het gedachtengoed van Hazrat Inayat Khan.

Uitgever:Stichting Soefi Beweging Nederlandalgemeen secretariaat:Anna Paulownastraat 78, Den Haagtel: 070 346 15 94 fax: 070 361 48 64email: [email protected]:www.soefi.nl (Nederlandse site)www.sufimovement.org (Internat. site)

Redactie: dhr. L.W. Carp, voorzittermw. J.I.E. Bakker, secretarismw. M.A.J. van den Besselaardhr. J.B. de Caluwédhr. T. Maas, hoofdredacteurdhr. J.J. Dekker, eindredacteur Redactie-adres:mw. J.I.E. BakkerKoolmeeslaan 522251 PD Voorschotenemail: [email protected]

Redactiemedewerker:dhr. Noud Welten

Administratie Soefi-gedachte:dhr. C.M. van Beek, penningmeester Stichting Soefi Beweging Neder land, te Den Haag. postgiro 777555 los nummer: € 5,00 jaarabonnement, incl. porto: € 16,00 abonnement buitenland: € 20,- per jaar

Drukker:NKB, Bleiswijk

Aanwijzingen voor auteurs:Lengte: artikelen niet langer dan 2000 woorden, columns 450 woorden, boek re censies 450 woorden en bijdragen 300 woorden.Opmaak: graag zogenoemde “platte tekst”; geen gecursiveerde, vetgedrukte of onder-streepte woorden, behalve indien dat noodzakelijk is voor de tekst; voetnoten als eindnoten; voor titelbeschrijving van boeken en artikelen: zie het gebruik in de Soefi-gedachte.Voorbehoud: de redactie behoudt zich het recht voor artikelen niet op te nemen of in te kor-ten.Kopij: sturen naar het redactie-adres.Uiterste inleverdata kopij voor het vol-gende nummer: 1 januari, 1 april, 1 juli, 1 oktober.Anders: in over leg met de redactie.

Illustraties:pagina 4 : foto Hazrat Inayat Khan

Aforismen:pagina 6, 14, 20, 27 en 40, uit de Nederlandse vertaling van de Gayan, Vadan en Nirtan van Hazrat Inayat Khan, 8e druk, 2001, Panta Rhei.

Page 3: Soefi-gedachte 2. juni 2008

3

TEN GELEIDE

Het nederigste hoekje in elk tijdschrift is het colofon. Ik vermoed niet dat u, lezer, er veel acht op slaat. Toch is het veelzeggend. Er wordt in be-noemd wat voor tijdschrift dit is en wie het maken. En hoe belangrijk ‘benoemen’ kan zijn, vindt u in deze aflevering uitvoerig beschreven door Jaya Bakker. Iets benoemen kan allerlei effecten bewerkstelligen. En dat geldt zelfs voor zoiets simpels als het rijtje namen van redacteuren in een colofon. Kijk maar na – amper is in maart 2005 het rijtje veranderd, of in september is al sprake van ander papier en veranderingen in de vormge-ving. Ook doet het interview zijn intrede. Een aantal redacteuren krijgt ook een titel: er is nu een secretaris (Jaya Bakker) en eindredacteur (Jaap Dekker). Wie bekend is met redactiewerk weet, dat zij het echte werk doen. En onder de argeloze noemer ‘redactiemedewerker’ (Noud Welten) gaat de man van techniek en lay-out schuil zonder wie dit blad de drukker nooit zou halen.

Afgelopen maart is een ‘beeldredacteur’ het colofon binnengeslopen. Dat is nu typisch zo’n ‘benoeming’ die dient om ergens aandacht op te rich-ten; de redactie wil het tijdschrift beeldender maken. Want wat zou het mooi zijn om de lezers te laten ‘kijken met de ogen van Madzjnoen’. Hoe dat werkt onderzoekt in dit nummer Krishna de Caluwé aan de hand van een schilderij van Vermeer. “Een mooi realistisch tafereeltje dat tegelijk innerlijk méér oproept”. Om met taal en beeld méér te benoemen en méér op te roepen dan louter informatie voor de hersenen, dat stelt de redactie zich ten doel.

De aandachtige lezer zal ook in het volgende nummer weer veranderingen aantreffen in het colofon. Ik zal u niet laten gissen naar de betekenis daarvan. Helaas moet Krishna de Caluwé wegens drukke werkzaamheden afscheid nemen van de redactie. We zullen hem missen, maar hopen wel op nog vele van zijn poëtische en scherpzinnige bijdragen. De andere ver-andering is dat er nu voor het eerst een ‘hoofdredacteur’ is. Dat moet u niet te hiërarchisch opvatten. Al jarenlang vervulde een voorzitter deze rol (Ameen Carp). Wat betrek-king heeft op de inhoud van het tijdschrift heeft hij nu overgedragen aan ondergetekende, terwijl hij de verantwoordelijkheid houdt voor financiën en bestuurlijke contacten. Met die spreiding van taken hopen wij, de re-dactie, er met z’n allen méér van te kunnen maken. We hopen het tijd-schrift te laten groeien en bloeien. En van u, lezer, vernemen wij graag wat u daarvan vindt. Nee, niet van het colofon, maar van de inhoud.

Kariem Maas

Page 4: Soefi-gedachte 2. juni 2008
Page 5: Soefi-gedachte 2. juni 2008

5

De Soefi boodschap 1

Hazrat Inayat Khan

De Boodschap van de Soefibeweging is een oproep aan de mensheid in het algemeen om zich te verenigen in een wereldbroederschap over de grenzen van sociale klasse, geloof, ras, natie of religie heen. De Soefibeweging heeft geen speciaal geloof, dogma of doctrine. Zijn filosofie leert tolerantie naar iedereen en bovenal het elkaar begrijpen en daarbij sympathie te doen ontwaken voor elkaar en het besef dat het welbevinden van ieder afhangt van het welbevinden van iedereen.

Gods stem heeft mensen altijd gewaarschuwd en geleid via de goddelijke boodschap door profeten en hervormers van alle tijden, die op aarde kwamen als antwoord op de noden van mensen. Elke religie, in welke tijd deze ook werd gegeven en geaccepteerd door mensen, was een antwoord op de noodkreet van de mensheid. Zoals de regen uit wolken neerdaalt, aangetrokken door de behoefte van planten en bomen, zo heeft de heilige Boodschap altijd het verlangen van zoekende zielen naar leiding beantwoord.

De gevechten die door de tijden heen zijn gevoerd zijn voornamelijk veroorzaakt door religieuze geschillen. Het ware religieuze ideaal heeft in beginsel tot doel het harmoniëren van mensen in de eenheid van God. Maar religieuze autoriteiten hebben religie gebruikt voor egoïstische doeleinden en vernietigden daarmee het doel van een onsterfelijke levensbron voor zielen en maakten deze tot een starre dode vorm.

Het groeiende materialisme en de overweldigende commerciële invloed die het hart van de mensheid heeft versluierd van de Waarheid, heeft de grootste ellende van de laatste jaren met zich mee gebracht. In plaats van de grote vooruitgang van de moderne beschaving begint de mens te twijfelen of de mensheid wel werkelijk vooruitgaat. Het bewijs van vooruitgang kun je zien in alle fantastische verschijnselen die zijn ontstaan in de vorm van geweldige wetenschappelijke uitvindingen. Maar al deze uitvindingen hebben alleen maar bijgedragen tot het ontstaan van de grootste ramp in de wereldgeschiedenis2, een oorlog die ontelbare levens heeft verzwolgen, onder wie jeugdigen die de cultuur van vele generaties hebben overgedragen gekregen. Ondanks de welvaart en de gunstige situatie die we om ons heen zien, is er een totale afwezigheid van het ideaal. In het algemeen lijkt ieder gericht te zijn op één ding, namelijk op de strijd om het bestaan.

Miljoenen zijn fysiek en mentaal elk ogenblik van het etmaal druk bezig om rijkdom en schatten te verzamelen, die van hand tot hand gaan. Zolang zij die bezitten, bestaat er een soort bedwelming; wanneer zij verloren zijn gegaan is er niets om op terug te vallen. Dit heeft mensen begeriger gemaakt in de strijd van het stoffelijk leven.

Page 6: Soefi-gedachte 2. juni 2008

6

Tegenwoordig is de meest doelgerichte mens hij die het best in staat is zijn eigen belang te behartigen. Datzelfde geldt voor landen, die allen werken voor hun eigen belang. In welk land dan ook, hij die beschouwd wordt als een goed functionerend mens is niet degene die gevoel heeft voor het welzijn van de mensheid, maar hij die expliciet oog heeft voor het belang van zijn eigen partij, gemeenschap of land. Patriottisme kan echter alleen als kracht worden opgevat wanneer die als opstap dient naar een Universele Broederschap. Het kan alleen worden gerechtvaardigd wanneer het wordt gebruikt om krachten te bundelen en te werken aan het voordeel van iedereen. Maar tegenwoordig is patriottisme geworden tot een grendel zodat geen vreemdeling het land in mag, behalve als hij behoort tot ´ons soort mensen´.

Wat in de moderne opvoeding ontbreekt, in kunst en wetenschap, in het sociale, politieke en commerciële leven, is het ideaal, het ideaal dat het geheim is van hemel en aarde, het mysterie achter de mens en God. De mens met al zijn bezittingen in de objectieve wereld, is arm bij de afwezigheid van het Ideaal. Die armoede schept ergernis, conflicten en onenigheid, en veroorzaakt daardoor oorlog en rampen van allerlei aard. Wat de mens heden ten dage het meeste nodig heeft is het uitkristalliseren van de menselijke persoonlijkheid om daarin de verborgen inspiratie en kracht te vinden en hierop de hele levensstructuur te bouwen. Want leven betekent niet alleen maar leven, maar om je hoogstaander te maken en die perfectie te bereiken die het aangeboren verlangen van de ziel is. De oplossing voor het hedendaagse vraagstuk is, dat het bewustzijn van de mensheid kan leiden tot het ontwaken van de goddelijkheid van de mens. De grondtoon van alle religies is het besef van het Ene Leven dat zijn toppunt bereikt in de gedachte van Eenheid. De Soefibeweging spant zich in de mensheid op te tillen naar dit bewustzijn.

1 Gatheka no. 19 in de Teachings of Hazrat Inayat Khan, © international Headquarters of the Sufi Movement, September 2001; vertaald door Jaya Bakker2 Eerste wereldoorlog 1914-1918

Aforisme

Door niet alleen vanuit je eigen gezichtspunt naar het leven te kijken, maar ook vanuit het gezichtspunt van een ander,

verlies je niets, integendeel, je maakt je horizon wijder.

Page 7: Soefi-gedachte 2. juni 2008

7

De parabel van de wagenmenner

In de parabel van de wagenmenner rijdt de mens Arjuna samen met God Krishna in zijn strijdwagen tussen twee vijandelijke kampen. De geparafraseerde parabel is geduid aan de hand van de levensbeschouwing van Hazrat Inayat Khan, die onderscheid maakt tussen ziel, mind (= denken, voelen, wilskracht, ego, geheugen) en lichaam.

Weet dat het zelf – de ziel – de meester is, zittend in de wagenen dat het lichaam de wagen is.

Beschouw het intellect – het denken en voelen – als de wagenmenneren het zinnenstelsel – de wilskracht – als de teugels.

De zinnen – het ego – zijn de paardenen het zintuigelijke door ons waargenomene is de weg – het geheugen.

De mens die immer zijn zinnenstelsel – de wilskracht – onder controle heeften het juiste inzicht heeft,

beheerst zijn zinnen – het ego – zoals de wagenmenner zijn goede paarden beheerst.

De mens die Liefde in denken en voelen tot wagenmenner heeften in Harmonie de zinnen van het ego beteugelt

bereikt het einde van het geestelijk pad:de volbewuste mystieke éénwording, de unio mystica,

Schoonheid.

Page 8: Soefi-gedachte 2. juni 2008

8

Liefde, het doel van de schepping1

Hidayat Inayat-Khan

Dit is het vervolg van de Soefi-gedachte van maart jl. Het is het 2e deel van de lezing die Pir-o-Murshid Hidayat Inayat-Khan hield tijdens het symposium “Mysticism of sound and music” dat in oktober 2007 in Vancouver werd gehouden. Werd in het eerste deel de klank onderzocht, waarbij we ontdekten dat daarin het hele universum te vinden is, hier gaan we dieper in op de innerlijke weg, gaandeweg ontdekkend dat liefde het doel is van de schepping.

De mystiek van het geluid kan het best worden begrepen als de geheime bron van alle inspiratie, die in stilte gehoord wordt in de tempel van het hart. Het is deze tempel die de ware thuisplaats is van het menselijke bewustzijn. Als het ‘ik-concept’ vervangen wordt door een eenvoudig appèl op de goddelijkheid in onszelf, realiseren we ons de werkelijkheid van de allesdoordringende onbekende oneindigheid. Mystiek kan het best beschreven worden als het parfum van de kennis, als de kennis niet binnen ons bereik ligt, dan kunnen we toch het parfum onderscheiden.Het is al zo vaak gezegd: mystiek wordt in folklore en sprookjes naar voren gebracht en in fabeltjes; dit alles schept een droombeeld van vreemde krachten en tovenarij. Mystiek kan echter niet onder woorden worden gebracht of in doctrines vastgelegd, het kan niet in filosofische verklaringen worden samengevoegd. Nee, het kan alleen begrepen worden door die mens die een mystieke aanleg heeft en daarom wordt dit begrip zo verschillend begrepen en zo misverstaan. Er wordt nog meer verwarring geschapen door het gegeven, dat een eindeloos aantal zichzelf bevestigende mensen is opgestaan. Zij noemen zich mystiek, of spiritueel, of paramedisch en voor een omvangrijk bedrag zullen ze mensen beter maken. Maar mystiek is alleen maar mystiek. Het is niet dit en het is niet dat, het is niet van jou en het is niet van mij en afdwingen kun je het al helemaal niet. Nee, mystiek komt de ernstige zoeker tegemoet.

Als de mysticus een neiging heeft tot het religieuze, dan is dat niet omdat belang wordt gehecht aan regels, voorschriften, principes of dogma’s, maar uit liefde voor het godsideaal. De wetten van de geziene en de ongeziene werelden zijn de mysticus duidelijk. Niets kan groter geluk brengen dan het eigen geloof, op voorwaarde dat we in harmonie zijn met onszelf en met anderen. Wie verschil blijft maken tussen “ik ben” en “God is”, legt de nadruk op tegenovergestelde polen. Dat veroorzaakt dualiteit, waarbij het geloof een zelfgecreëerde werkelijkheid wordt, in plaats van een simpele erkenning van de goddelijke werkelijkheid. De mysticus hanteert het toverstokje en verandert daarmee ongeloof in overtuiging, waarbij zowel logica als onlogica met elkaar verward raken in de wereld van de verbeelding en dan wordt de verbeelding tot werkelijkheid gemaakt. Dit lijkt buiten ons bereik te zijn, maar voor de mysticus lijkt dit zo natuurlijk, omdat deze op een ander niveau voelt en denkt.

Page 9: Soefi-gedachte 2. juni 2008

9

Toch zal de mysticus er altijd een punt van maken om abstracte concepten te verbergen voor niets-ziende ogen, want de mysticus weet dat zij die denken te zien niet altijd weten en dat zij die werkelijk weten het niet altijd zeggen.In dit verband is het duidelijk, dat hoe diep je ook metafysica, filosofie en allerlei soorten intellectuele analyses bestudeert – een kostbare bron van inspiratie voor ons geheugen – er toch nog steeds een wereld van kennis is te ontdekken. Als ons leven al een doel heeft, dan is het niet louter om verrijking van onze kennis, maar om ons bewustzijn te verheffen. Sommigen zouden dit concept kunnen begrijpen als gewoon ijdelheid, maar ijdelheid is geen ijdelheid als het te maken heeft met fierheid in God. Je bewust zijn van God die ons ware zelf is, wordt een onecht bewust-zijn van onszelf zodra de dualiteit in beeld komt. Wanneer de fierheid in God in alle oprechtheid wordt geboden, dan wordt het de hoogste vorm van aanbidding. En tegelijkertijd is het de meest ware en werkelijke vorm van eenvoud, die is als een ‘niet zijn’ aan de voeten van de ‘aldoordringende’.

Het doel van het godsideaal zou kunnen lijken op een intensivering van zelfbewustzijn, terwijl het in werkelijkheid een verlies is van het concept ‘zelf’ dat opgelost wordt in het concept ‘God’. In dit proces raakt het onware zelf verloren – in andere woorden: dat wat we ons inbeelden te zijn – en wat we winnen is het bewustzijn van het ware zelf: dat is God alleen.In de leringen van Inayat Khan lezen we: “Als de mysticus in het stadium van zelfloosheid aankomt, hoort deze door de oren van God, ziet door de ogen van God, werkt met de handen van God, wandelt met de voeten van God en de gedachten en gevoelens zijn niet anders dan de gedachten en de gevoelens van God”.Niet langer is er het idee van dualiteit, van ‘ik’ en ‘God’. Als we dit verstaan zijn we in staat om onszelf te zien in het universum, evenals we het universum in onszelf zien. Wij zijn als een druppel in de oceaan en tegelijkertijd is de oceaan als een oceaan in een druppel. Als er al sprake is van aanbidding dan is het dit: God te zien in alles en alles in God. In dit stadium staan we van aangezicht tot aangezicht met de waarheid die voorbij gaat aan alle menselijke begrenzingen.Als de mysticus al iets wil bereiken in het leven, dan is het God te begrijpen als een werkelijkheid. Dan is het mensen helpen te ontdekken dat Gods hele schepping uit liefde geschapen is, in het belang van liefde en dat liefde haar doel is.

1 Vertaling door Hamida Verlinden

Page 10: Soefi-gedachte 2. juni 2008

10

Kijken met de ogen van MadzjnoenKrishna J.B. de Caluwé

Wij weten dat de soefi-meester Inayat Khan graag iets duidelijk maakte aan de hand van een verhaal, dikwijls een bekend verhaal, zoals dat over de geliefden Madjznoen en Leila, in het Oosten even bekend en geliefd als Romeo en Julia bij ons. Een veelzeggend detail daaruit is het volgende: Wanneer spotters tegen Madzjnoen zeggen dat zijn geliefde Leila lang niet zo mooi is als hij denkt, zegt hij: ‘Om Leila’s schoonheid te zien moet je mijn ogen lenen.’ Ja, dat kun je toch wel een veelzeggend detail noemen! Daar spreekt iets uit van een geweldig wijs, bijna mystiek, bewustzijn.

Soms lijkt het, als wij in onze wereld om ons heen kijken, of het alleen kun-stenaars zijn die Madzjnoens ogen hebben geleend om naar de werkelijk-heid te kijken en de schoonheid ervan te zien. Stellig hadden veel schilders in onze Gouden Eeuw die gave. Wat zou anders het geheim zijn van de betove-ring van Jan Vermeer? Kijken we met hem mee naar zijn schil-derij ‘Het Meisje dat aan het open raam een brief leest’ (zie afbeelding; origineel in Dresden).We zien een jong meisje in een kamer. Ze staat voor het open raam een brief te lezen. Door de gekozen kleuren en tinten ziet de kamer er warm en sfeer-vol uit. Rechts wordt het tafereel afge-lijnd door een in plooien neerhangend gordijn in een wat koelere maar toch prettig aandoende groene kleur. De aandacht gaat meer naar het linker gedeelte van het schilderij. Onder en boven: warme diep-rode accenten. Ook daar plooien. Evenals in de gestalte van het meisje met haar krullende haar langs het profiel van haar gezichtje en in een goud-zwart jakje en rok. Alleen het kozijn, het openstaande venster en de glas-in-lood raampjes laten – als contrast met alle geplooidheid en krullerigheid - rechte lijnen zien. Het glas weerspiegelt bij scherp toezien, behalve een stuk rood gordijn, haar beeld. Huiselijkheid wordt binnen opgeroepen door de scheef liggende schaal met fruit op het bed (op het bed! be-vinden we ons in de beperkte ruimte van een jonge-meisjeskamer?) en de sug-gestie dat er dingen (kleren?) op de stoel in de hoek liggen. Alledaags genoeg allemaal.

Page 11: Soefi-gedachte 2. juni 2008

11

Als men de scene ‘alledaagser’ wenst, pas dit nauwkeurig-zien dan toe op Vermeers ‘De keukenmeid’ (in het Rijksmuseum Amsterdam) of ‘De kantwerkster’ (in het Parijse Louvre).

Hoe maakt Vermeer van zo’n onderwerp nu ‘kunst’? Als een schilder, dichter en wetenschapper onderzoekt hij wat het innerlijk is van wat hij uiterlijk ziet.Het openstaande raam suggereert een drukke wereld buiten, de drukte van de belangrijke stad Delft in die dagen. Daarvandaan komt ook het licht dat het ge-zicht van het meisje, haar handen, de gekreukte brief die zij vasthoudt, en de achtergrond van de gestalte beschijnt. Daardoor valt op dat, hoewel het meisje naar de buitenwereld gericht staat, ze op de brief geconcentreerd is, en dat maakt het centrum van het schilderij heel stil, tegen een achtergrond die even-eens heel stil en licht is (maar niet zonder schaduw). Het is een intense, maar - afgaande op het gezicht van het lezende meisje - serene stilte. Omdat ze daar zo in opgaat, vraag je je af wat ze leest. Wat behelst dat bericht vanuit de buitenwereld voor haar? En met welke gevoelens ging het kijken van Vermeer naar zijn object gepaard, dat hij dat moment van innerlijk in-stilte-ver-werken zo wist te treffen (een ‘moment’, maar wij weten uit de geschiedenis dat hij lange tijd aan zo’n schilderij werkte)? Hij verandert het van een uiterlijk in een innerlijk gebeuren en intensiveert het. Door die ‘dubbelheid’ – mooi realistisch tafereeltje dat tegelijk innerlijk méér oproept – door die gelaagdheid dus, is het tot ‘kunst’ geworden. Zoals geluid in en door muziek ‘kunst’ wordt en taal ‘kunst’ wordt in een gedicht. Het lijkt niet moeilijk om in dit schilderij poëzie te zien. Een alledaags plaatje dat puur lyriek wordt in licht en kleur.Maar waarom kijken we er na meer dan drie eeuwen nog zo ontroerd naar?

De Nederlandse dichteres M. Vasalis dicht rond 1940, wanneer ze op een zeker moment naar haar geliefde, háár Madzjnoen, kijkt:‘Soms, als gij zwijgt en uit het venster schouwtgrijpt mij uw schoonheid als een wanhoop aan…’Waarom leidt zo’n blik naar de geliefde tot wanhoop?De dichteres zegt verderop:‘Dat ik u zien moet en u niet kan zijn,van u gescheiden door mijn eigen ogen!…’Is het dat? Het verlangen naar éénwording?Terwijl zij naar het object van haar liefde kijkt en er als het ware tastend met haar ogen de details van opmerkt, zegt zij:‘Dan is het mij alsof gij eeuwig zijt,of ik maar even bij u leven mag,alsof mijn tijd’lijkheid mij van u scheidt…’

‘Alsof mijn tijd’lijkheid mij van u scheidt…’ De dichteres die naar haar geliefde kijkt, zowel als de beschouwer van Vermeers schilderij staan aan de oever van de tijdelijkheid en kijken door een venster – het venster dat het gedicht of het schil-derij biedt – naar hun object, dat zich aan de overkant bevindt.

Page 12: Soefi-gedachte 2. juni 2008

12

Neem de proef op de som en kijk langer naar de afbeelding op het schilderij van Vermeer. Het denken kan het eeuwige niet begrijpen. Evenmin kunnen de lichamelijke zintuigen het eeuwige waarnemen. Een ander soort zintuig, een innerlijk zintuig, wel? ‘Soms komt een wolk de hemel langs ge-varen, ik zie de schaduwen over uw ogen gaan’, zegt het gedicht.

In dat stille ogenblik ‘vindt elk van mijn zintuigen Hem terug in alles dat schoon, elegant en bekoorlijk is’ (Ibn Al-Faridih). Laat dat z’n werk doen, en je zult als het ware de hele levensroman zien van die geschapen persoon waaraan je kunt zien dat die, net als wij allen, deel heeft aan de eeuwigheid, aan het ware ‘zijn’, maar dan in díé bijzondere levende gestalte en hoedanigheid. Zo is het gegaan met ‘Het meisje met de parel’, een ander beroemd schilderij van Vermeer (nu in het Mauritshuis in Den Haag), waarop het meisje met de parel in het oor, de blauwe hoofdband en de afhangende gele hoofdbedekking je over haar schouder aankijkt. Het meisje geeft zich niet in één keer: uit verlegenheid? of omdat distantie gepast is? Je moet zelf moeite doen. Maar je kunt dán de sensatie krijgen dat het, na eeuwen, nog leeft. De schrijfster Tracy Chevalier beschrijft dat in de roman ‘Het meisje met de parel’. Zij stelt zich in onze tijd de vragen naar het ‘wie’, ‘waarom’ ‘en ‘hoe’ van dat geschapen wezen van toen, die er nu voor ons nog is. Wie op die manier kijkt naar ‘Het meisje dat aan het open raam een brief leest’ kan die sen-satie ook kennen. Ze is er nu, ze is er altijd geweest en zal er altijd zijn: ze is eeuwig en straalt daar de schoonheid van uit. ‘Uw licht is in alle vormen, Uw liefde in alle wezens’, bidden wij in het gebed Salat. En wij herkennen wat de God Krishna in de Bhagavad Gita aan Arjuna leert: ‘Ik ben het stralende in de maan en de zon, de gloed in het vuur en het menselijke in de mens’. Dat is ‘kijken met de ogen van Madzjnoen’, dat is kijken als door een mystiek filter naar de belichaamde werkelijkheid. Naar het leven van toen. En naar het leven van nu. Ook in zijn alledaagsheid. Want het besef dringt door dat er allerminst een scheiding, maar juist een continuüm bestaat tussen gewaarwordingen en een duurzaam geluksgevoel. Wat je daarvoor moet doen? Door daar net zo goed in te geloven ‘als dat ik geloof dat de zon is opgegaan’, zegt de schrijver C.S.Lewis, ‘niet alleen omdat ik hem zie, maar omdat dit mij in staat stelt om al het andere te zien’. Inayat Khan gebruikt graag het beeld dat je dan niet alleen de bloem zult zien, maar ook de onzichtbare geur van de bloem zult opmerken.

‘Als het ’s nachts regent, ziet niemand het,want elke ziel en ademtocht slaapt,maar de frisheid van elke mooie rozentuinis het duidelijke bewijs van de regen die niemand zag.’(Roemi)Op een andere plek zegt Roemi het zo:‘Kijk, de pen schrijft, maar de hand zie je niet;het paard draaft, maar de ruiter is onzichtbaar;de pijl vliegt, maar de boog blijft buiten zicht’

Page 13: Soefi-gedachte 2. juni 2008

13

‘Kijken met de ogen van Madzjnoen’ is niet langer kijken op de manier die de ander tot een ding maakt – net als een fiets, een tafel. Dan zou je in ‘Het meisje dat aan het open raam een brief leest’ alleen het portret, en profil, zien van een willekeu-rig meisje uit vroeger tijd in een ouderwetse kamer. Maar we willen er graag één mee worden, want we zien in ons innerlijk door die gestalte in die harmonieuze compositie héén het land - ja, het hele ‘zijn’- kompleet opdoemen, of we vermoe-den het tenminste. We zijn het nabij. Daarmee willen we één zijn. Daar zullen we gelukkig zijn.Maar eigenlijk kunnen we dat hier en nu al zijn. Als we, zoals Roemi zegt ‘vanuit liefde leven’. Dus wanneer we het leven als door een spirituele filter kunnen zien, op de wijze waarop Vermeer zijn onderwerpen zag, tegelijk goed naar buiten èn naar binnen kijkend. Inayat Khan noemt deze methode ‘feel and know the truth, while speaking and acting as everybody else does’.

Nieuwe vertaling gebedenAmeen Carp

Het Dutch Publications Committee, aangesteld om de Nederlandse vertalingen van de teksten van Hazrat Inayat Khan te coördineren, heeft onlangs een nieuwe vertaling van de gebeden Pir, Nabi en Rasoel gemaakt. Deze gebeden zijn opgenomen in het boek ‘Vadan’ en refereren aan de hoge inwijdingsgraden, zoals die in het boek ‘De eenheid van religieuze idealen’ in het hoofdstuk ‘Geestelijke hiërarchie’ worden behandeld. Pir is de geestelijke leider van een groep mensen (leerlingen), die het Soefipad gaan, hij helpt hen individueel.Nabi is een profeet, die geen goddelijke boodschap brengt, maar mensen waarschuwt voor gevaren en hen bijstaat.Rasoel is een profeet die een goddelijke boodschap brengt.

PIRBezieler van mijn denken, Trooster van mijn hart, Genezer van mijn geest,Uw tegenwoordigheid verheft mij van de aarde tot de hemel.Uw woorden stromen als de heilige rivier.Uw gedachten wellen op als een goddelijke bron.Uw tedere gevoelens wekken sympathie in mijn hart.Geliefde leraar, Uw wezen zelf is vergeven.Uw doordringende blik verjaagt de wolken van angst en twijfel.Alle onwetendheid verdwijnt in Uw verlichtende aanwezigheid.Een nieuwe hoop wordt geboren in mijn hart als ik Uw vredige sfeer inadem. O bezielende gids langs de raadselachtige wegen van het leven, In U voel ik overvloedige zegen.

Page 14: Soefi-gedachte 2. juni 2008

14

NABIToorts in de duisternis, Staf tijdens mijn zwakte, Rots in de vermoeienis van het leven,U, mijn meester, maakt de aarde tot een paradijs.Uw gedachten geven mij bovenaards geluk.Uw licht verlicht mijn levenspad.Uw woorden bezielen mij met goddelijke wijsheid. Ik volg in Uw voetspoor dat mij leidt tot het eeuwige doel. Trooster van de gebroken harten, Steun voor wie in nood verkeert, Vriend van wie de waarheid liefheeft.Gezegende meester, U bent de profeet van God.

RASOELGij die waarschuwt voor komend gevaar,Die de mensheid wekt uit haar slaap, De brenger van de Boodschap van God, U bent onze verlosser. De zon bij de aanvang van de schepping, Het licht van het ganse heelal, De vervulling van Gods bedoeling.U, het eeuwige leven,In Uw liefdevolle omarming zoeken wij onze toevlucht.Geest van leiding, bron van alle schoonheid, schepper van harmonie,Liefde, minnaar en geliefde Heer,U bent ons goddelijk ideaal.

Aforisme

Als je staande op deze aarde het leven bekijkt,zie je overal onrecht en chaos.

Maar als je boven de aarde uitstijgt en vandaaruit het leven bekijkt,zie je dat alles rechtvaardig en volmaakt is.

Alles blijkt in orde te zijn.

Page 15: Soefi-gedachte 2. juni 2008

15

Als iemand je ontvalt

Als je van iemand houdt en hij ontvalt je,kan niets de leegte van zijn afwezigheid vullen.

Je moet dat niet proberen,je moet eenvoudig aanvaarden en volharden.

Dat klinkt erg hard, maar het is ook een grote troost.

Het is fout te zeggen: “God vult die leegte”.

Hij vult haar helemaal niet, integendeel.

Hij houdt de leegte leeg en helpt ons zo

die vroegere gemeenschap met elkaar te bewaren,zij het ook in pijn.

Dankbaarheid verandert de pijn door herinneringen in stille vreugde.

De mooie dingen van vroeger zijn geen doorn in het vlees,

maar een kostbaar geschenk dat je meedraagt.

Een kostbaar geschenk bekijk je niet aldoor,

maar alleen op bijzondere ogenblikken.

Dan wordt het verleden een blijvende bron van vreugde en kracht.

Uit een brief van Diettrich Bonhoef fer, 1906-1945, theoloog en verzetstrijder.

Page 16: Soefi-gedachte 2. juni 2008

16

Het Soefi-museum als bron van inspiratieJaya Bakker en Zubin van den Besselaar

Het Soefi-museum is gevestigd in het pand Banstraat 24 in Den Haag. De twee bovenste verdiepingen van dit pand zijn het vroegere woonhuis van Pir-o-Murshid Musharaff Khan, die van 1958 tot 1967 de leiding had over de Soefi Beweging, en van Murshida Shahzadi Khan-De Koningh, die nadat haar echtgenoot was overleden nog tot 1993 in het huis bleef wonen. De begane grond van dit huis behoorde toe aan de Stichting Soefi Darbar, verantwoordelijk voor de huisvesting van het centrum Banstraat. Hier werden de Universele Erediensten gevierd, klassen en lezingen gehouden en er waren verdiepingsdagen. In 1996 werd het centrum Banstraat samengevoegd met het centrum in de Anna Paulownastraat, maar de begane grond bleef nog enige tijd in gebruik voor soefi-activiteiten. De eerste en tweede verdieping zijn van het Museum en op de tweede verdieping is o.a. wat genoemd wordt ‘de oriental room’, die bij de oudere moerieds nog zeer dierbaar is vanwege de diepe ervaringen door inwijdingen en innerlijke school- bijeenkomsten. De begane grond is nu het officiële Head Quarters Office met een groot archief, terwijl op de tweede verdieping ook twee kamers voor HQ zijn vrijgemaakt. In de kamer waar Murshida Shahzadi haar moerieds ontving, hebben wij een interview met Hamida Verlinden, de huidige beheerder/guardian van het museum.

Wanneer is het museum opgericht en met welk doel?Hamida: Shahzadi heeft het museum opgericht na het heengaan van haar echtgenoot Musharaff Khan in 1967. Het kreeg de vorm van een Stichting Sufi Museum Pir-o-Murshid Musharaff Khan, die het gebouw en het museum moest gaan beheren. Zij was voorzitter en tevens eerste beheerder/guardian. Zij heeft alles verzameld over de tijd dat de companions de leiding hadden over de Soefi Beweging. Na de dood van Hazrat Inayat Khan in 1927 volgde eerst diens broer Maheboob hem op tot zijn dood in 1948. Daarna kwam neef Ali Khan die tot 1958 de leiding had, waarna broer Musharaff Khan het stokje overnam. Omdat zij Hazrat Inayat Khan naar het westen vergezelden worden zij de “companions” genoemd. Voorzitter van de Stichting die het Soefi museum beheert is op dit moment Pir-o-Murshid Hidayat Inayat-Khan. Karimbakhsh Witteveen, Nawab Lint en Mussavir Achterberg maken deel uit van het bestuur. Ik ben secretaris van de Stichting en daarbij ook guardian. Doel van het museum is te bewaren wat er nog is aan persoonlijke eigendommen van Hazrat Inayat Khan en de companions. Alles wordt bewaard: muziek, gewaden, voorwerpen, teksten, lezingen, voordrachten, alles. En waarom?

Hamida Verlinden, beheerder van het

Soefi-museum

Page 17: Soefi-gedachte 2. juni 2008

17

Om aangeraakt te worden door de sfeer die Musharaff en Shahzadi er hebben opgebouwd, de sfeer die de objecten van Inayat Khan en de Companions uitademen en ons daardoor te laten inspireren. Het is niet een museum waar je even binnenloopt om wat moois te bekijken. Het gaat om de inspiratie

Worden het geen iconen? Het hangt hier vol met portretten en foto’s. Dat zijn dan toch in feite iconen. Ik herinner me dat ik eens in Katwijk in de Murad Hassil was, op de dag waarop we herdenken dat Hazrat Inayat Khan naar het westen kwam. Er was een inleiding waarin gezegd werd, dat er geen persoonsverheerlijking mag zijn. Maar dit lijkt er wel op.Hamida: Het museum beoogt geen persoonsverheerlijking, maar wil - zoals ik zei- een inspiratiebron zijn. Het is ook heel dubbel. Ik wilde in het begin geen foto van Inayat Khan. Je kunt je ook afstemmen zonder foto’s. Maar er zijn heel veel foto’s van hem gemaakt en veel mensen hebben een foto nodig om zich op hem af te stemmen. Maar je moet zorgen dat je het niet plat maakt zo van ‘oh wat mooi!’ Het doel van het museum is dus om verbonden te blijven met de inspiratie van Inayat Khan en met de levende traditie. Ik weet dat van Salima van Braam, die na februari 1927 van een mede-moeried hoorde dat deze het jammer vond Inayat Khan niet gekend te hebben. Maar Salima zei “Het is maar goed ook, wij werden zo in beslag genomen door zijn persoonlijkheid dat we minder oog hadden voor de boodschap.” Dit huis straalt een heleboel uit, mensen zijn daar vaak van onder de indruk, maar het gaat er om dat je er iets mee kunt in je leven.

De functie van dit museum is dat veel mensen komen kijken, maar gebeurt dat ook?Hamida: Nee, dat gebeurt niet. Maar tijdens de zomerschool is er een vrije dag waarop het graf en het museum bezocht kunnen worden. Het huis is te klein om bijvoorbeeld 50 mensen te ontvangen. En als iemand hier komt moet er altijd iemand bij zijn. Wie wil komen moet zeker niet onverwacht aanbellen maar eerst telefonisch een afspraak maken.

Ik heb nooit de behoefte gehad om het museum te bezoeken, want wat moet ik met al die voorwerpen. Maar als je nu zegt ‘het gaat om de inspiratie’ dan bezoek je dit museum met een heel andere intentie dan een ‘normaal’ museum. Hamida: Mensen die zich af willen stemmen op de inspiratie komen wel. Een van de inwijders komt met zijn moerieds wel eens hier. Soms wijdt hij moerieds in in de oriental room. Dat doe ik zelf ook. De oriental room is een meditatieplaats en kan soms helpen. Het gaat om vibraties, die moet je voelbaar houden. Als guardian van dit huis vind ik het belangrijk dat er in de oriental room regelmatig gemediteerd wordt.

Wie kan je vervangen als je niet beschikbaar bent?Hamida: Henny Simon kan mij af en toe vervangen. Het zou goed zijn als meer moerieds zouden kunnen helpen.

Moeten dat moerieds zijn die dit huis vanouds her kennen?Hamida: Dat hoeft niet. Ze zouden gevoel moeten hebben voor de sfeer.

Page 18: Soefi-gedachte 2. juni 2008

18

Wat verzamel je allemaal?Hamida: Alles wat van Hazrat Inayat Khan en de companions is geweest. Een mooi voorbeeld is dit ingelijste document dat Inayat Khan kreeg van zijn eigen Murshid. Er staat in het Arabisch ‘bismillah ir rahman ir rahim’.We verzamelen ook de geschiedenis van Noorunnisa, de oudste dochter van Hazrat Inayat Khan. Zij is een inspiratiebron voor auteurs van talloze boeken, filmmakers en documentairemakers. Ik heb een hele verzameling van haar brieven, Engelse en Franse verhalen, foto’s en krantenartikelen, haar oorlogsmedaille, BBC- en Canada TV-documentaires en dergelijke. Ondanks marteling heeft zij niets gezegd en niemand verraden. Ze is in 1944 in Dachau vermoord. Wij hebben hier ook het boekje Boeddha-legenden die door haar zijn herschreven. (Hamida laat ons het verhaal ‘het schildpad en de ganzen’, voorgedragen door een Amerikaanse actrice, horen. Zie elders in deze Soefi Gedachte.)

Is het bezit van het museum gecatalogiseerd?Hamida: Ja, daar is Murshida Shahzadi mee begonnen. Dit boek bevat bijvoorbeeld een verzameling van kopieën van brieven die Hazrat Inayat Khan schreef aan moerieds en die door die moerieds beschikbaar zijn gesteld. Het is bijster interessant om daar eens voor te gaan zitten. Dit bijvoorbeeld:

“I am writing my heart felt thanks in my tears of joy for your most generous doing. (...) Tomorrow I am to deliver the message to the whole world by radio wireless. I cannot help thinking that your support which you generously granted to me is like building a thousand churches and a million schools.”1

Murshid schreef al die brieven met de hand, aan al die mensen, iedereen afzonderlijk. Bij het lezen ervaar je niet alleen dat hij de boodschap bracht via allerlei kleine gebeurtenissen, maar er komt ook een hele sfeer mee.

We zien nu dat dit niet zomaar een museum is waar je wat moois ziet en weer uit loopt. Het is een kijk-, lees- en luisterhuis. Hamida: Je hebt hier niet alleen de voorwerpen, maar ook de boeken met de woorden van Inayat Khan. Hier staan bijvoorbeeld de verzamelde werken van Inayat Khan, ‘de volumes’. Shahzadi heeft er de data bij gezet. En we hebben een verzameling soefiliteratuur van de Soefi Beweging en van de klassieke soefis, of van andere religies. Je kunt je hier laten inspireren door een simpele briefwisseling van Inayat Khan of door lezingen van een van de companions. Alles heeft hier een verhaal. Kijk naar deze Koran, die hier opengeslagen ligt op een houten tafellessenaar. Als iemand ziek was of aandacht nodig had sloeg Musharaff Khan de Koran open en deed daar een foto van de zieke in.

Page 19: Soefi-gedachte 2. juni 2008

19

Een catalogus van al deze boeken wil ik misschien op onze website zetten. Het zijn vaak boeken die nergens anders te lezen zijn. De mensen kunnen dan hier komen lezen. Er wordt echter niets uitgeleend.Ik ben nu bezig de geschiedenis van de Dargah, het graf van Hazrat Inayat Khan in New Delhi in India, te verzamelen. Daar hebben we in een doos wel brieven over en documenten, maar ik wil er ook foto’s bij hebben en de namen van degenen die er sinds 1968 gewerkt hebben. Ik heb daarover contact met de Sufi Way en wil daarover graag een andere keer wat meer vertellen.

Zijn er ook deskundige moerieds binnen de Soefibeweging die je praktische adviezen kunnen geven over de manier waarop je de dingen hier doet in het museum?Hamida: Ja, ik heb wel eens een advies gehad over klimaatbeheersing en andere technische aanpassingen voor het gebouw. Maar dat gaat me te ver. Daar is helemaal geen geld voor.

Weet je objecten waar dan ook op de wereld, die je graag hier zou willen hebben? Heb je daar zicht op?Hamida: Ik heb daar geen zicht op. Van Ali Khan hebben we alles verzameld. Van Maheboob hebben we niets. Van Musharaff Khan hebben we veel herinneringen. Maar er zijn voortdurend verrassingen. Bijvoorbeeld: laatst kreeg ik dit boekje (Hamida laat een boekje zien) van Musharaff Khan waarin een voorwoord staat aan zijn “Godchild”. Dit petekind is nu toch al een eindje boven de 70. In het afgelopen jaar zijn de oefenboekjes, waarin Inayat Khan oefeningen schreef voor zijn moerieds, teruggevonden en in het museum terecht gekomen.

Hoe komen mensen hier?Hamida: Als iemand belt om het museum te bezoeken, stel ik een paar vragen om te horen wat iemand zoekt. Dan raken we in gesprek en komen we wel op iets. Dat motiveert me om bepaalde voorwerpen te laten zien. Kijk, de laatste aanwinst is de metronoom. Hieraan zie je dat Inayat Khan zelf een metronoom gebruikte. Gisteren kwam ik in een van de volumes een lezing over ritme tegen waarin staat dat het goed is sommige oefeningen eens iets langzamer te doen dan je gewend bent, waarmee hij wil zeggen ‘volg eens een ander ritme’.

Geef je wel eens voordrachten over het museum?Hamida: Nee, daar ben ik nooit voor gevraagd. En ik ben er zelf nooit over begonnen. Misschien een goed idee om iets aan moerieds te vertellen in de zomerschool voordat ze hier komen.

We hebben nu een ander beeld van het museum dan voor we dit gesprek begonnen. We zagen het archief los van het museum, maar nu zien we dat het archief onderdeel van het museum is.Hamida: Het archief ligt in het verlengde van het museum. Het staat alleen op een andere plaats

Heb je toekomstplannen met het museum?Hamida: Als mensen voorwerpen of andere zaken hebben die hier thuis horen zou

Page 20: Soefi-gedachte 2. juni 2008

20

ik die graag willen opnemen.Ik wil ze dan wel geordend aangeleverd krijgen.Bovendien denk ik dat het handig is als er een groepje wordt gevormd dat zich bezighoudt met het museum en de verzameling van het museum. Dit groepje kan zich dan ook bezig houden met het uitwerken van bijvoorbeeld alle geluidsbanden die ik heb en de Cd’s die in een catalogus worden opgenomen. Ik zoek mensen die me daarmee willen helpen. Als er een herdenkingsdag is wordt mij gevraagd om de muziek te verzorgen, maar er zijn meer liederen van de companions. En de laatste jaren zijn er ook veel lezingen opgenomen. Met zo’n catalogus kan ik laten zien wat er is, en kunnen mensen bestellen, als ze willen. Met het nummeren van de boeken zijn we nu begonnen. Duidelijk is dan welke titels er zijn. Musea leven bij de gratie van vrijwilligers. Ik hoop dat er hier ook enkele komen die zich afgestemd voelen op de zo bijzondere sfeer die hier heerst en dat ze aan een project willen meewerken.Ik ben nu uit op de aanschaf van vitrinekasten om objecten mooi uit te stallen. Dat is het eerste wat moet gebeuren. Nog een praktisch punt: alles wat staat uitgestald stof ik zelf af.

Ik heb je nieuwsbrieven gelezen, maar zij geven de atmosfeer zo niet weer.Hamida: Wat de nieuwsbrieven niet hebben gedaan, maar bij een viering in Katwijk wel heel positief is ontvangen, is de sfeer die ik er met hulp van Zohra toch heb kunnen scheppen door enkele objecten die ik had meegenomen uit te stallen. Daar was veel belangstelling voor.

1 1 april 1923 aan Fazal Mai: zij heeft het huis Fazal Manzil in Suresnes voor Inayat Khan en zijn familie gekocht

Aforisme

Mijn plichtsgetrouw zelf,wees je beginselen trouw in voorspoed en in tegenspoed.

Wees standvastig in je geloof,temidden van de verzoekingen en beproevingen in het leven.

Bewaar het geheim van je vrienden als het heiligste pand.Wees standvastig in je liefde.

Page 21: Soefi-gedachte 2. juni 2008

21

De schildpad en de ganzen

‘KOM MET ONS MEE, vriend Schildpad,’ zeiden op een goede dag twee wilde ganzen tegen een vriende lijke oude schildpad, die in een vijver woonde in het Himalayagebergte: ‘Wij hebben een mooi tehuis in een gouden grot op de berg Cittakutta’. ‘Ik heb geen vleugels,’ antwoordde de schildpad, ‘hoe kan ik jullie woning bereiken?’ ‘Kun je je mond dicht houden?’ vroegen hem de ganzen.‘Ja zeker’ antwoordde hij. ‘Houd dan deze stok tussen je tanden vast’ zeiden de ganzen, ‘en wij zullen de twee uiteinden in onze bek nemen en jou op die manier door de lucht dragen’.En daar gingen ze, hoog over de toppen van de bergen en de hele wereld lag onder hen. Na enige tijd vlogen zij over de daken van Benares.‘Kijk! Hoe vreemd!’ riepen enige kinderen lachend, die hen voorbij zagen gaan. ‘Twee ganzen die een schildpad door de lucht dragen!’Toen meester Schildpad deze woorden hoorde, werd hij heel rusteloos en in zijn hart laaide een kleine flits van woede op. ‘Wat hebben jullie ermee te maken dat men mij door de lucht vervoert?’ schreeuwde hij luid.Natuurlijk was het hem niet mogelijk te spreken zonder zijn tanden van elkaar te doen. Deze verloren hun houvast op de stok en de arme meester Schildpad viel naar beneden en kwam terecht op de binnen plaats van het paleis van de koning. Spoedig was de hele hofhouding van de koning gealarmeerd. Ministers, edellieden en koninklijke bewakers stonden plotseling aan alle ramen en deuren. Het nieuws bereikte de koning, die van zijn troon opstond en met zijn raads man – een wijs mens – er heen ging om te kijken wat daar wel te zien was.‘Arme schildpad!’ riep de koning, ‘hoe komt het dat hij hier op het binnenhof is gevallen en zijn prach tige groene schaal heeft gebroken?’‘Zeg mij’, vroeg hij zijn raadsheer, ‘vanwaar is hij gevallen en waardoor?’Nu was het, mijn kinderen, de gewoonte van de koning om heel veel te praten. Hij was vriendelijk en goedhartig, maar in zijn tegenwoordigheid was het moeilijk voor anderen om zelf een woord te uiten. En de wijze raadsman, die wist waaraan de schildpad zijn val te danken had, dacht: ‘Nu is er een mooie gelegen heid om onze praatzieke koning een lesje te leren.’‘Majesteit’ zei hij, ‘twee vogels vervoerden de schildpad door de lucht, door beiden een uiteinde van een stok in hun bek vast te houden, waaraan deze schildpad met zijn tanden hing. Plotseling hoorde de schildpad het hoongelach van enige kinderen beneden in de stad. Zonder twijfel heeft dit zijn woede opge wekt, en daar hij het niet kon nalaten hen toe te spreken, verloor hij zijn greep op de stok en viel naar beneden. Dit is wat diegenen overkomt, die niet weten te zwijgen’.Deze woorden drongen tot het hart van de koning door en hij besefte ineens dat deze les voor hem be doeld was en vanaf die dag waren zijn woorden schaars en wijs. Hij sprak alleen dan, als de tijd ervoor rijp was en hij leefde lang en gelukkig.

Uit Boeddha legenden, naverteld door Noor Inayat Khan, p.39, uitgever East-West Publications ISBN 9070104245

Page 22: Soefi-gedachte 2. juni 2008

22

BenoemenJaya Bakker

DE NAAMHoe belangrijk een naam is, kunnen we o.a. ontlenen aan de wettelijke verplichting dat we een baby na de geboorte moeten aangeven bij de burgerlijke stand; anders bestaat het kindje niet. We geven hem of haar een geboortenaam.

Hazrat Inayat Khan zegt, dat namen kracht en invloed hebben, een vóórnaam meer dan een achternaam. Zelfs, dat niets in de wereld een diepere aansporing naar iemand geeft dan zijn eigen naam. Hij hoort die vele malen per dag en dat geeft het gevoel van de naam, niet alleen in ons bewustzijn, maar ook in de minds van degenen die ons zo noemen1. Maar de kracht zwakt door verkorting.2 Hij hanteert het beeld van het menselijk lichaam als een luit: elk woord dat je spreekt, elk woord dat je hoort zal effect hebben, niet alleen op je lichaam maar ook op je mind, je geest3. Dat kan verschillende gevolgen hebben. Iemand die zichzelf voortdurend aangesproken hoort als dwaas gaat zich vermoedelijk op den duur zo gedragen. Met de houding iemand als aardig of wijs te benaderen zal die persoon veelal aardig of wijs blijken te zijn.

Er worden ook nieuwe namen gegeven4. Er zijn veel voorbeelden waar een andere nieuwe naam een volstrekt andere wending aan het leven van die persoon heeft gegeven. In de Bijbel lezen we over de worsteling van Jacob met de engel. Voordat de dag aanbrak won Jacob en de engel vroeg zijn naam, zegende hem en gaf hem een nieuwe naam, de naam Israël.5 In het geven van een nieuwe naam ligt vaak een opdracht verborgen. Zo is dat in het universele soefisme ook. Bij het horen van je naam, je nieuwe naam bijvoorbeeld, hoor je in de herhaling de opdracht regelmatig. Daarbij is het een goed gebruik om daarover niet met anderen te spreken, het ligt besloten in de relatie gids/leerling (moeried).

ONZE VADERIn dit verband is het interessant wat Neil Douglas-Klotz in zijn boek “Gebeden van de kosmos’ schrijft over het ‘Onze Vader …’ en de ‘Zaligsprekingen’. Wij zijn gewend aan een ‘letterlijke tekst’ van dit gebed. NDK geeft aan dat er meerdere niveaus zijn: intellectueel, symbolisch en universeel/mystiek. Dat zie je terug in de vertalingen. Als voorbeeld noemt hij de zaligspreking ‘Zalig de zachtmoedigen, want zij zullen het land beërven/bezitten’. Deze kan naar zijn zeggen ook vertaald worden met ‘gelukkig zijn zij die hun hardheid hebben verzacht’. Zo laat hij ons zien dat het Aramese woord ‘Sjem’ vertaald kan worden met ‘naam’, ‘licht’, ‘klank’ of ‘ervaring’. Het hangt af van de situatie. Het gebed in het Aramees geeft praktische aanwijzingen en dat komt ook tot uiting in de verschillende door hem aangegeven vertaal-mogelijkheden:

Page 23: Soefi-gedachte 2. juni 2008

23

Nitkadesj sjemach: 'Uw naam worde geheiligd of laat uw naam geheiligd worden’ kan betekenen:

Bundel Uw licht in ons, maak het nuttig zodat het ons de weg wijst, a) als het licht van een baken.

Help ons op een gewijde manier te ademen zodat we enkel U ervaren. b) Dit richt in ons een altaar op van Heelheid.

Help ons los te laten, de ruimte in ons vrij te maken van drukte, c) die ons doet vergeten, zodat de naam tot leven komt.

Uw naam, Uw klank kan ons ontroeren als we ons hart als een instrument d) stemmen op Uw toon.

Hoor de ene klank die alle andere klanken voortbracht. e) Zo wordt Uw naam geheiligd, in stilte.

Inf) vrede vindt Uw naam een thuis, een eigen kamer, een heiligdom der heiligdommen, open, een schenker van licht voor allen en alles.

Wij allen zoeken dit licht elders –wat ons buiten onszelf brengt– g) maar de naam leeft altijd in ons.

BENOEMENBenoemen is meer dan het geven van namen aan nieuwborelingen. In feite is benoemen zichtbaar maken, belichten, uit het donker halen. Er zijn tal van Nederlandse zegswijzen, die met belichten te maken hebben, zoals: ‘het is me volledig duister’, ‘er ging me een licht op’, ‘wil je je licht laten schijnen op deze kwestie’. Benoemen kan ook ‘toegang geven’ betekenen in de vorm van wachtwoorden. In het verhaal van Ali Baba en de 40 rovers opent de berg zich pas na het zeggen van “sesam open u”. In het verzet in de tweede wereldoorlog was het weten van het juiste wachtwoord essentieel om toegelaten te worden tot de verzetsgroep. In het hedendaagse leven kennen we wachtwoorden bij de beveiliging van computers, van bepaalde documenten en van mobieltjes. Weet je het wachtwoord niet, dan kom je er niet in.

ORDE SCHEPPENBenoemen betekent vaak ook ordenen, zoals bij archiveren. Om een document op te ruimen zal je het een naam moeten geven om een plek te kunnen vinden. Misschien hebben veel mensen zoveel stapeltjes, omdat ze er niet toe komen de documenten te benoemen.Benoemen speelt bij het stellen van een diagnose een cruciale rol. Bij gezond-heidsklachten wil de juiste diagnose geven zeggen dat de juiste naam is gegeven.

Page 24: Soefi-gedachte 2. juni 2008

24

Bij de juiste naam kan de juiste behandeling worden gegeven. Zijn er wel klachten, maar geen diagnose, dan kon er dus nog geen naam worden gegeven en wordt de behandeling lastig. In dat geval draait het misschien uit op symptoombestrijding. Orde scheppen gaat ook over orde scheppen in je gemoed. De Beschimping in het Evangelie van Boeddha6 laat zien hoe je daar mee om kan gaan. In het kort komt het hier op neer: Iemand geeft je een cadeautje, maar je pakt het niet aan. Van wie is het cadeautje dan? Van de gever dus? En als je een belediging krijgt aange-boden en je pakt die niet aan, van wie is die belediging dan? Van de gever dus. Wanneer je in dergelijke situaties iets krijgt aangeboden wat je niet zint, en je benoemt het als een cadeautje dat je niet aanpakt, geeft dat rust in het gemoed.

AANDACHT GEVENEn zeker is benoemen aandacht geven aan de keuze van woorden. In diplomatie is dat een vak op zich. In het dagelijks leven speelt het een rol in bepaalde situaties, bijvoorbeeld bij de aanhef van brieven. Als we “geachte” schrijven weten we vaak niet of dat werkelijk van toepassing is. “Lieve” schrijven we ook aan mensen die we niet altijd lief vinden. Maar het vreemdst is het schrijven van “beste”. Dat schrijven we misschien wel het meest, terwijl maar één de beste kan zijn. Het engelse ‘dear’ is misschien een goed alternatief, al zal die term in een Nederlandse correspondentie al gauw verbloemde afstand oproepen.

BEDWELMINGEr bestaan uitspraken, die soms nodig of zinvol zijn, zoals “Ik ben ziek, vermoeid, somber, of ik heb een moeilijke tijd achter de rug.” Maar het is goed er alert op te blijven dat je je ziekte niet bent. Het noemen van een bezittelijk voornaamwoord is niet nodig en heeft vaak een onbedoeld effect: mijn ziekte, mijn kwaal, mijn somberheid, mijn trauma. Dat betekent het hoort bij mij, is van mij, is mijn bezit, kan mij dus worden afgenomen en wil ik dat wel?Ook komt het voor dat mensen lelijk denken en praten over zichzelf of over hun eigen lijf: die akelige ogen van me, dat vreselijke been. Jammer, want juist die ogen, dat been of waar je ook maar last van kan hebben, kunnen beter met liefdevolle aandacht worden beschouwd, uit het donker gehaald worden, belicht worden.Hazrat Inayat Khan zegt hierover, dat iemand die van ziekte spreekt, die ziekte voedt7. Het is als een plantje water geven. Soms moet je wel iets zeggen, bij een dokter bijvoorbeeld of als een probleem moet worden opgelost, maar als alge-meen gespreksonderwerp doet het vaak niet veel goed. Ik hoorde van iemand die in een ander deel van de wereld is opgegroeid dat het hem na aankomst in Nederland was opgevallen hoe vaak Nederlanders praten over ziektes, van zichzelf en van anderen. Goed bedoeld wordt er over anderen gepraat in de vorm van slechte berichten, over hoe ziek ze zijn of hoe beroerd het gaat. En dat elke keer weer. Hazrat Inayat Khan schaart dit soort gedrag onder de term8 intoxication, bedwelming. Zo noemt hij alles dat je ogen bedekt voor de realiteit, alles wat je een bepaalde sensatie geeft van leven, alles wat je uitleven of toegeven aan neigingen noemt, zo ook de gewoonte om te klagen over wat dan ook. En zolang een mens de gedachte aan ziekte vasthoudt, hij er zo over praat, blijft hij ziek en de ziekte zet zich vast in zijn

Page 25: Soefi-gedachte 2. juni 2008

25

lichaam en geen dokter kan dat van hem wegnemen. Verdriet en ziekte kunnen ook een soort bedwelming zijn. Je hiervan bewust te zijn is zinvol. Hij raadt ons aan het beeld van een persoon die iets mankeert in gedachten te houden zoals we hem/haar graag zien; je praat dan al anders over zo iemand en ontmoet je die persoon, dan voelt het veel positiever. Je kunt iemand op zijn kracht blijven benaderen. Maar ik ben ervan overtuigd dat het veel verder gaat, dat goede en positieve gedachten een goede en positieve invloed kunnen hebben op die persoon. Hazrat Inayat Khan heeft veel over het gebruik van woorden gezegd. In de spirituele training speelt het gebruik van bepaalde woorden een belangrijke rol. Die woorden kunnen op jezelf ook veel effect hebben. Hij zegt dat het zinvol is, dat, iemand die pijn heeft het kan nalaten te zeggen dat hij pijn heeft. En dit geldt ook voor tegenslagen in het leven. Het onnodig belichten maakt de fenomenen onnodig groter.

In een voordracht over haar boek, waarin gesprekken met sterke vrouwen die door eigen innerlijke kracht moeilijkheden hebben overwonnen, vertelde Mirjam Oomens9 over de akeligste ervaring in haar leven: zij werd door een inbreker verkracht. Ze benoemde voor zichzelf deze daad als geweld ontdaan van intimiteit en heeft deze beleving naast zich neer kunnen leggen zonder uitgesproken religie of ideologie. Een krachtige opgewekte jonge vrouw had haar publiek een interessante en positieve avond gegeven.

Hazrat Inayat Khan legt de nadruk op een positieve formulering, een positieve gedachte. Wanneer iemand zich richt op iets dat hij niet wil maakt hij het groter, brengt het tot leven. Wanneer iemand zich richt op iets dat hij wèl wil, maakt hij dát groter en brengt het tot leven. Als metafoor noemt hij: iemand zegt: “Oh ik heb gewacht en gewacht, maar mijn schip zal nooit komen.” Hiermee houdt hij zijn schip in zee en zal het de haven nooit binnenvaren. Maar iemand die zegt: “Hij komt, hij komt”, roept het en het zál komen.

1 Vol XI p. 872 Vol II p. 363 Vol. II p. 1634 Vol. II p. 365 Vol. I p. 1216 Evangelie van Boeddha; p. 1227 Vol. II p. 1648 Gathekas by HIK, p 5: the intoxication of life9 Mirjam Oomens: Hoezo, het zwakke geslacht, 2007, uitg. BZZTôH

Page 26: Soefi-gedachte 2. juni 2008

26

‘Moeder, waarom krijg ik toch altijd zo’n heimwee als het schemert’Hoe Amiran Ressang tot het soefisme kwam

Krishna J.B. de Caluwé

Ze heette nog Winnie Groenewegen en woonde toen in Nederlands-Indië bij haar ouders. In dat land met ´s avonds de fascinerende, plotseling invallende schemer van de tropen vroeg zij eens als klein kind aan haar moeder: ‘Waarom krijg ik toch altijd zo’n heimwee als het schemert?’ En haar moeder antwoordde: ‘Dat komt door het verlangen naar het verloren paradijs, mijn kind.’Het gevoel van heimwee dat daarmee gepaard ging, bleef het kind bij. Ze ging toen ze zes jaar was met haar vriendinnetje mee naar een katholieke kerk in Bandung, ze genoot van de sfeer en ontving daar – onvoorbereid, want ze waren in haar familie niet katholiek – de heilige communie. ‘Eigenlijk een soort eerste initiatie’, zegt ze nu.

Haar levensloop was erg bewogen. Onder andere na het Jappenkamp (zonder veel boeken; alleen wel over hindoeïsme etc. en die verslond ze) en de bevrijding van Nederlands-Indië, kwam zij als jong meisje in Nederland terecht en werd zij student. De man op wie zij verliefd geworden was, heette Abdul Aziz Ressang en was een Indonesiër. Hij kwam ook naar Nederland om in Utrecht diergeneeskunde te studeren, evenals zij zelf. Zij had op zekere tijd een kamer bij Professor Klarenbeek in huis. Vanuit haar studentenkamertje boven zat ze vaak mijmerend uit te kijken over de weilanden verderop. Een Hollandse stad was niets voor haar. Zij hield van de natuur, die in haar geboorteland – nu Indonesië – zo ruim voorhanden en zo betoverend was! Maar de Geest van Leiding, zoals ze later inzag, nam haar bij de hand. Inayat Khans boek ‘In een Oosterse rozentuin’ speelde daar een rol in. Aangetrokken door het raadselachtige woord ‘soefi’, was ze al eens naar een lezing van mevrouw Jelgersma gaan luisteren, zonder er veel van te snappen, al ging het wel regelrecht haar hart in. Zo ging ze ‘In een Oosterse Rozentuin’, dat in de pauze op de boekentafel lag, lezen. Haar verloofde Aziz was toen hij het woord ‘Oosters’ in de titel zag, meteen verkocht en verslond het boek (zij zelf zou pas later meer van de inhoud begrijpen).

‘Van toen af’, zegt ze, ‘had ik het gevoel: nu ben ik thuis. Het is goed zoals het is.’ En het pad was geëffend om in Utrecht soefi-diensten, waarvoor ze nu convoca-ties kreeg, te volgen in het Padvindershuis. Diep ontroerd was ze vooral door de gebeden. Shanti Jonker merkte haar op en juist omdat ze nog zo verlegen en onwennig was, voelde ze Shanti’s belangstelling als een weldaad.Op een dag kwamen Murshid Musharaff Khan en Murshida Shahzadi naar een dienst in Utrecht. De ontmoeting tussen Musharaff Khan en Aziz Ressang is zeer memorabel: twee Oosterse mannen die elkaar op het eerste gezicht tot tranen toe geroerd in de armen vielen! Een moeried en een moershid hadden elkaar gevonden!

Page 27: Soefi-gedachte 2. juni 2008

27

Alle anderen in het zaaltje stonden er zwijgend omheen, stil uit respect voor dit ‘heilige’ moment. Aziz ging zeer onder de indruk naar huis en was lange tijd niet aanspreekbaar, zo naar binnen gekeerd was hij.‘Zoals Aziz zijn moershid had gevonden, was dat ook bij mij zo met Shanti.’ Winnie en Aziz, intussen officieel haar verloofde, vervolgden gesterkt hun levenspad. Daarop terugkijkend: ‘Wonderbaarlijk! Het moest allemaal zo zijn. Had het iets te maken met mijn geboortejaar, 1927? Het jaar waarin onze Meester Hazrat Inayat Khan de aarde verliet…’

Over hun leven, dat zich een tijdlang wisselend tussen Indonesië en Nederland afspeelde, kan ze enorm veel vertellen, maar bij alle lotgevallen blééf het soefisme haar inspiratie en haar schild. Hun trouwen werd door soefi’s omgeven en na de geboorte van haar zonen kregen die al spoedig soefi-namen. Ook zij kreeg toen haar soefi-naam Amiran, waar ze erg gelukkig mee is. Behalve van Shanti Jonker, van Musharaff en Shahzadi ondervond zij ook de sterke aanwezigheid, ofschoon hij toen al zeer slecht ziend was, van Murshid Ali Khan. Wat steeds weer opvalt, is hoe zij beklemtoont dat zowel bij Aziz als bij haar het bij de kennismaking met de Soefi-Boodschap in één keer raak was: een herkenning van de weg naar ‘het verloren paradijs’ waarover haar moeder gesproken had. Nu is dan de tijd aangebroken dat ze als een sterke wijze vrouw alleen leeft op haar paradijselijke boerderij in het Gelderse Wekerom, temidden van haar dieren. En met uitzicht op weilanden waarop haar paarden grazen.Drie enorme levendige honden, Rhodesian Ridgebacks, – leeuwenjagers, waarover zij duidelijk de meesteres is – vergezellen haar steeds. In de sfeervolle kamer, gevuld met de spirituele energie van jaren, en temidden van foto’s -van een prachtig gezin- aan de wand, gaan ze, als zij binnen is, op hun matrassen liggen rusten en trekken onder haar toeziend oog tevreden zelf een dekentje over zich heen.

Amiran Ressang-Groenewegen had een tijdlang een dierenartsenpraktijk in Aerdenhout. Aziz Ressang, thans overleden, was behalve dierenarts ook (natuur)arts. In zijn loopbaan was hij o.a. hoogleraar aan de faculteit der diergeneeskunde in Utrecht.

Aforisme

Een man zonder mannelijke moed, een vrouw zonder vrouwelijke gratie, een kind zonder kinderlijke eenvoud,

een zuigeling zonder de eenvoud van een baby, een minnaar die niet vrijwillig offers brengt,

een gelovige die niet God als ideaal heeft, een gever die niet bescheiden blijft, is als een koning zonder koninkrijk.

Page 28: Soefi-gedachte 2. juni 2008

28

Herinneringen aan een groot beeldhouwster Charlotte van PallandtWalia van Lohuizen-Mulder

Voor Charlotte

Zij weet hoe ’t moet, en weet ook wat zij doet;Maar omdat zij niet weet van overmoed,Staat, van nog boven haar verlicht bewustzijn,Haar sterkste werk in een geheime gloed.1 A. Roland Holst

Charlotte baronesse van Pallandt, met haar soefinaam Mussavira genaamd, was de grande dame van de Nederlandse beeldhouwkunst: ‘Charlotte de Grote’. Zo werd ze genoemd door prinses Juliana toen ze tachtig werd. Op 24 september 1997 zou ze 99 jaar geworden zijn. Maar op 2 augustus werd zij ‘koninklijk’ ten grave gedragen hoog boven het publiek uit bedolven onder gele rozen die bewogen in de wind. Dat was haar laatste wuivende groet aan allen voor wie ze iets betekend had.Ze had iets bijzonders: haar stem, de warmte en genegenheid in haar woorden. En haar bezorgdheid. Ze wilde niet dat je kwam als ze ziek was, veel te bang dat een ander ook de griep zou krijgen. En dan moest je ook niet proberen dat te veranderen. Zo was ze ten voeten uit. Ze bezat een sterke wil en een grote gevoeligheid. Ze leek afstandelijk, maar van binnen had ze een grote deernis en bewogenheid met al wat leeft. Ze kon ook iemand plechtig uitnodigen voor het ‘déjeuner’. Dan bakte ze een spiegeleitje en er was slagroom waar ze zo van hield en verder twee taartjes. En dan werd er gegeten aan de keukentafel in haar kleine keuken.

Page 29: Soefi-gedachte 2. juni 2008

29

SOEFI EN KUNST

Een tijdje geleden pakte ik een boek uit de kast met beelden van haar: Natura iconophans. In haar grote, krachtige handschrift staat een opdracht geschreven: “Als aandenken aan de vele boeiende gesprekken in mijn flat in Noordwijk. Met veel liefs van Mussavira”. Bij zulke gelegenheden wisselden we met een glimlach de bloemen uit die we voor elkaar gekocht hadden zonder dat van elkaar te weten.

Inayat Khan en zijn Soefi Boodschap betekenden veel voor haar. ‘s Nachts als ze niet kon slapen las ze zijn ‘teachings’. En daar sprak ze dan soms over, hoe die haar inspireerden. Toen een journalist haar zei dat het goed toeven was in haar Noordwijkse kamer vroeg ze hem of hij wist hoe dat kwam: “Kijk maar eens naar deze prachtige foto van Inayat Khan die hier hangt, daar komt het door”.

Ze heeft hem en zijn broers verschillende malen geportretteerd. Velen van ons zullen het beeld van Murshid Inayat Khan in de Universel in Katwijk kennen en misschien ook het kleine portret van Murshid Musharaff Khan, zijn jongste broer,dat zoveel fijnheid en innerlijke kracht uitstraalt. De ‘smiling forehead’ is hier in brons gevangen. In het beeldje met de opgeheven handen van haar model Truus Trompert verbeeldde zij een gebedshouding: “ Stort Uw liefde en Uw licht over ons uit”. Ze hield niet van organisaties, maar de Universel en de ‘heilige’ plaats in de vallei waren haar zeer lief. En ze hield veel van de zikar. Ze zat voor het laatst in de Universel in de zomer van 1996 in haar rolstoel om mee te kunnen doen aan de zikar. Dezelfde rolstoel had ze in 1995 bij gelegenheid van de opening van haar prachtige tentoonstelling in het Museum Beelden aan Zee in Scheveningen krachtig van zich afgeschoven, om na alle sprekers tot grote verbazing van iedereen zelf de genodigden toe te spreken en te bedanken, fier staande achter het spreekgestoelte.Nu komen er plotseling zoveel herinneringen naar boven. Dat moment waarop we zaten voor een zelfportret van Verbrandt in de Frick Collection in New York. Ze pakte mijn hand en zei: dit is het allermooiste.Er is veel gebeurd bij de voorbereiding van haar grote tentoonstelling in het Museum Het Catharina Gasthuis in Gouda in 1977. Zij liet sommige van haar beelden een ‘groot licht vangen’ zoals zij dat zelf uitdrukte in verband met het kleine bronzen beeld van koningin Wilhelmina. Velen zullen het grote hardstenen beeld van de ‘Moeder des Vaderlands’ in Rotterdam kennen dat tussen 1966 en 1968 gemaakt werd. Hoe ze zonder detaillering het majesteitelijke en onverzettelijke van koningin Wilhelmina wist uit te drukken! Het grote gipsen beeld van Wilhelmina in Heino dat door Mussavira zelf geschonken was aan de Hannema-de Stuers Fundatie moest natuurlijk ook tentoongesteld worden. Daar staan grote krijtlijnen op in zwart en rood ten behoeve van het overbrengen van het beeld op de steen en het hakken in de steen. Maar men had zich verkeken op de maten. Wat bleek na inspectie in Heino? Dat Wilhelmina de Goudse Museumdeur niet doorkon. Ze was te breed in de heupen. Ook het tentoonstellen van ‘De Zieke’ uit Santpoort in opdracht van het Ziekenhuis

Page 30: Soefi-gedachte 2. juni 2008

30

Kennemergaarde in 1966 gemaakt, stuitte op problemen. Van het uit marmer gehakte beeld (afmetingen 153x211x114 cm) was een polyester model gemaakt dat in haar ateliertuin stond. Het vervoer kostte hoofdbrekens, maar uiteindelijk is het aangevoerd per boot. Wie schetst de verbazing van enkele Amerikaanse museumbezoekers toen het beeld bij aankomst door een paar suppoosten omhoog getild werd over de brugleuning voor de museumingang en op de schouders van de mannen werd weggedragen. Die sterke Hollanders toch, zo zal het verhaal geklonken hebben toen ze weer thuis waren. In werkelijkheid was deze kopie, bijna niet te onderscheiden van het marmeren beeld, althans voor een leek, vederlicht.

Zij was een groot portretkunstenaar. Of haar portretten nu realistisch zijn of niet, zij geven altijd iets weer van de ‘binnenkant’ van de geportretteerde. Deze voelde zich niet altijd gevleid, omdat ze er niet voor terugdeinsde een niet bepaald mooi uiterlijk trekje nog eens te accentueren om het karakteristieke in de portretkop te verhogen. Bij al haar portretten bestaat er een onmiskenbare uiterlijke gelijkenis en daar was ze intens mee bezig. Ze maakte in opdracht een portretpenning -voor iemand die ik ook kende- voor zijn tachtigste verjaardag. Het was heel moeilijk voor haar om te werken in donker bruine/zwarte was, omdat ze na een mislukte staaroperatie haast niets meer zag. Na enige mislukte pogingen vroeg ze me om te komen kijken of het nu wel leek op de geportretteerde. En dat was zo.Maar naast de uiterlijke gelijkenis was er is nog iets meer, iets anders. En juist dat ‘andere’ maakt haar portretten en haar beelden tot werkelijke kunst. Zelf heeft ze eens gezegd: “bij het portret moet je onmiddellijk iets zien dat buiten de gelijkenis omgaat en dat moet je maken”. Duidelijk werd dit in de twee portretten van koningin Juliana. In opdracht naar een foto maakte zij plichtmatig een goed gelijkend staatsieportret met diadeem en al. Maar dan volgt na een korte ontmoeting een tweede portret. Hèt portret waarin als het ware in een flits dát vastgelegd werd wat zij zag als het meest wezenlijke. Haar eerste portrettekening uit 1924, kop van een oude vrouw, vind ik eigenlijk nog de mooiste, alhoewel niet lijkend op haar latere bijzondere tekeningen. De ogen van deze vrouw zijn zo fijn, zo helder, zo krachtig getekend met een grote intensiteit.

Er wordt wel eens gezegd dat de tekeningen van Charlotte van Pallandt in de Nederlandse kunst behoren tot de meest gewaardeerde beeldhouwers-tekeningen. Ze wilde dat zelf niet weten of het interesseerde haar niet echt, het ging immers om het te maken beeld. Ze had ze bijna weggegooid.Naar aanleiding van een voorgenomen tentoonstelling van haar tekeningen in Duke University, North Carolinna, U.S.A. schreef ik in 1970: De staande figuur met opgeheven handen is een uitdrukking van vragen, misschien zelfs de uitdrukking van werkelijk bidden. De mens in al zijn eenvoud en ‘naaktheid’ opent zichzelf voor het Werkelijke, het Essentiële. Dit stelt op de beste manier de ‘religie’ van de kunstenaar voor. Het gaat niet om het benauwende, om het dogmatische, maar om het bevrijdende, het inspirerende, dat voor haar telt. Van hieruit werkt zij met een levendige belangstelling voor o.a. Oosterse filosofie, dat op zijn beurt haar misschien haar vitaliteit geeft, net zoals Yehudi Menuhin zichzelf in evenwicht hield met yoga.

Page 31: Soefi-gedachte 2. juni 2008

31

Geïnspireerd door bovenstaande foto van Hazrat Inayat Khan in San Francisco maakte Charlotte van Pallandt dit beeldje van hem. Het is 15-20 cm hoog en nog verkrijgbaar. U kunt dit beeldje bestellen bij mevrouw Clara de Vos van Steenwijk, Dorpsstraat 4, 7957 AV De Wijk, tel.0522 441263, email: [email protected]. De kosten bedragen € 400 (incl. btw). Een deel van de gietkosten gaat naar de Charlotte van Pallandtprijs Stichting, zoals zij heeft bepaald in haar testament. Deze stichting reikt iedere twee jaar een prijs uit aan een beeldend kunstenaar onder de 35 jaar.

Het gaf haar zeker de gelegenheid om de mooie portretten te maken van de Indiase mystici, filosofen en musici Hazrat Inayat Khan, Murshid Ali Khan en Murshid Musharaff Khan.

Eens vroeg ze me om bij haar thee te komen drinken. En toen ik bij haar zat liep ze even weg en kwam terug met iets dat in haar handpalm paste en ze zei: ik heb dit voor je laten gieten want ik weet dat je hiervan houdt. Het was een bronsje van Moeder en Kind. Ik had dit een jaar tevoren in de vensterbank van haar atelier zien staan in klei en ik had haar terloops verteld dat ik het zo mooi vond. Dat had ze

Page 32: Soefi-gedachte 2. juni 2008

32

onthouden! Iets dergelijks gebeurde een paar maanden voor haar dood. Wali en ik zochten haar op mijn verjaardag op. Dat was één van mijn verjaarswensen. Ze kon zich toen eigenlijk niet meer goed bewegen en ze had veel pijn gehad door een val. Maar haar geest was nog volkomen helder. met een grote belangstelling voor het wel en wee van de ander, zoals dat bijna tot het laatste toe nog zo was. Wali verklapte haar het geheim dat het mijn verjaardag was. Haar gezicht betrok en ze zei: waar is nu mijn cadeautje voor jou? Maar na korte tijd klonk het: ik weet het ga naar de tafel bij het raam en daar zul je iets vinden, breng het mij. Het klonk bijna als een bevel. Ik deed wat mij gevraagd werd en gaf haar wat ik vond. En zij legde toen in mijn handen een grote penning van Erasmus door haar gemaakt. Ik werd er stil van. Hoe kwam die penning daar in die kamer in het verzorgingstehuis? Ik had daar nog nooit iets van haar eigen werk gezien. Alleen aquarellen van haar grote vriend Kees Verwey hingen er. En daarover vertelde ze me: ik kijk naar deze schilderijen. waar ik heel veel van houd en dan zie ik de rest niet: het ziekenhuisbed. de lelijke meubels, etc. Wat een grandeur! En natuurlijk stond er een portret van Inayat Khan op haar nachtkastje.Mussavira spreekt in haar beginjaren dat een beeld imaginatie moet bezitten. Wat dat in haar ogen is, beschrijft Lambert Tegenbosch in zijn boek Charlotte van Pallandt: Beelden en Tekeningen, Servire B.V. uitgevers, Katwijk aan Zee, 1978. De dorheid waartoe Lhote (een van haar leermeesters) in zijn eigen schilderen wel vervalt, is alleen te vermijden door wat zij pleegt te noemen de imaginatie die elk kunstwerk moet bezitten. Wat daaronder te verstaan valt, is niet simpel te definiëren. Het is een element van emotie en spanning die de loutere imitatie van de werkelijkheid, of de intellectuele constructie daarvan, op een niet bij wijze van recept te omschrijven manier verrijkt.

Charlotte heeft eigenlijk niet de erkenning gekregen, die ze verdiende. Maar ze was er ook niet op uit om op de trom te slaan en zoveel mogelijk tentoonstellingen te krijgen. Zie haar lijfspreuk.

Het laatste wat ik voor haar heb mogen doen - en het was veel te weinig – is haar een bosje korenbloemen brengen dat ze zich gewenst had. Kijk, zei ze, zie je wel hoe prachtig dat blauw is? Deze bloemen van tussen het koren herinneren me aan mijn jeugd.Ze heeft een leegte bij mij achtergelaten, die ik nog steeds voel als ik aan haar denk. Het stemt me weemoedig, maar tegelijkertijd voel ik me ook heel dankbaar en heel rijk dat ik haar zo heb mogen leren kennen. Wat een voorbeeld! Voor mijn hele leven.

1 In handschrift afgedrukt in: Lambert Tegenbosch, Charlotte van Pallandt: beelden en tekeningen. Servire 1978

Page 33: Soefi-gedachte 2. juni 2008

33

Inayat Khan samen met Roemi in het SloveensWe waren met vakantie in Wenen en maakten een dagtrip per trein naar Graz en toen meteen maar even de grens over naar Maribor, een grote oude provinciestad in Slovenië. We zagen een mooie stad, kerken, een bijzonder marktplein, leuke straten, ook moderne architectuur. Boekhandels te over, gepeperde prijzen. Toch lekker neuzen. Ik vond soefi dichters, de bekende Perzen. Walia bekeek een andere kast en haalde een bundel tevoorschijn met o.a. Roemi. En….. onze hoogsteigen Inayat Khan! Samen met een hedendaagse soefi Dzemal Abdel Hamza, die we niet verder hebben kunnen thuisbrengen.Wat voor boek was dat nu eigenlijk? Met een erbij gekocht woordenboekje kwamen we een heel eind. Trouwens, mijn ervaring in Rusland en Letland hielpen me in de herkenning.

De titel “Tkalci duha: Sufijska pot duhovne rasti” betekent zoveel als “Het weven (of: maken) van de geest (in de betekenis van spirit): het Soefi pad van geestelijke groei”. Het bevat 192 pagina’s op klein formaat. Deel IV geeft teksten van “Hazrat Inajat Khan”, 34 pagina’s gezegdes. Heel interessant per thema alfabetisch ge-ordend.Zoals Bog / God (“Wat beperkt God? Zijn naam”), Dihanje / Adem, Duh / Geest, Duhovnost / Spiritualiteit, Dusa / Ziel, Glasba / Muziek, Iniciacija / Initiatie, Intuicija

/ Intuïtie, Ljubezen / Liefde, Mistik / Mystiek, Misticna pot / Het mystieke pad, Osebnostni razvoj / Ontwikkeling van de persoonlijkheid. Verder over de oorzaak van ongelukkig zijn, rechtvaardigheid, vriendschap, waarheid, zelfdiscipline, ontspanning, vertrouwen, leven, perfectie: “Perfectie bestaat uit vijf bereikingen: leven, liefde, kracht, geluk, vrede.” Bekend toch?Verspreid over het hele boekje uitvoerige citaten uit de boeken van Inayat Khan, te beginnen met een lang motto boven het voorwoord. Maar ook van Boeddha, Hesse, en een aantal onbekenden (maar ook Dan Brown …). Naast het deel met Inayat Khan zijn er hoofdstukken met genoemde Hamza, Roemi en een met verzamelde soefi dichters.Een kostelijke schat. We zullen het boek te zijner tijd onderbrengen in de bibliotheek in de Oriental Room van

het Soefi Museum in de Darbar, Banstraat, Den Haag, waar een zeer uitgebreide (complete?) verzameling boeken van Murshid in alle talen is ondergebracht.

Het voelde zo vervullend onze Murshid daar ineens te ontmoeten, in een vreemde taal en toch zo vertrouwd.

Wali van Lohuizen

Page 34: Soefi-gedachte 2. juni 2008

34

GEBEURTENISSENDe Urs 2008 – viering

Ameen Carp

De Urs-viering vond plaats op 3, 4, 5 en 6 februari 2008 bij het graf van Hazrat Inayat Khan in New Delhi in de wijk Nizamuddin. Wat is de Urs? De Urs is de feestelijke herdenking van de sterfdag van een Soefi-heilige. Hazrat Inayat Khan stierf op 5 februari 1927 en ieder jaar wordt deze dag herdacht bij zijn graf. Feestelijk herdacht, want in de beleving van de Soefies is sterven niet iets treurigs. Immers de ziel van de mens wordt bevrijd van de beperkingen van het lichaam en verenigd met God. Schreef Hazrat Inayat Khan niet in het boek ‘Vadan’: ‘De dood is een slaap, waaruit de ziel in het hiernamaals ontwaakt’.

Vele leerlingen treffen elkaar ieder jaar voor het bijwonen van deze bijzondere dagen. Zij komen uit de hele wereld: Australiërs, Amerikanen, Nederlanders, Duitsers, Canadezen, Zweden, Oostenrijkers, Russen. Er heerst een blijde sfeer. Men is blij elkaar te ontmoeten, blij om bij het graf van de vereerde meester te zijn. Is het niet vreemd deze devote aandacht bij het graf van iemand, die 81 jaar eerder de aarde verliet en wiens geest in de hemelse sferen verblijft? Ja, maar men maakt de lange reis om eerbied, liefde en dankbaarheid te betuigen.

Het graf van Hazrat Inayat Khan bevindt zich in het hogere gedeelte van het Dargah-complex. Dargah is de naam voor het graf van een Soefi-heilige. Het graf is omgeven door een wit marmeren vloer en bevindt zich onder een baldakijn met een eenvoudig roze vertikale hoofdsteen. In het gebouw, waarin het graf zich bevindt, zijn aan de achterwand de gebeden Saum, Salat en Khatum met gouden letters op een donkergroene achterwand aangebracht. In het midden kan men de aanroep ‘Tot de Ene, enz.’ lezen. De rechtervleugel van de wand geeft de gebeden Pir, Nabi en Rasul. De overige wanden van dit gebouw zijn heel mooi gemaakt met marmeren vlechtwerk bij de ramen en de toegangsdeur. Heel bijzonder is ook dat de grote boom naast het graf door de architect van dit complex (ook Khan geheten) heel knap is ingebouwd in de Dargah met een opening in het dak, zodat zijn machtige kroon met takken boven het graf uitsteekt.

Page 35: Soefi-gedachte 2. juni 2008

35

Er zijn lichtbruine kleden bij de boom te vinden, waarop men bij het graf kan zitten. Over het graf ligt een fraai kleed, de chaddar, met daarop rozenblaadjes en rozenslingers, die leerlingen daar liefdevol hebben neergelegd en meestal brandt er wierook.

Men doet in de voorhof de schoenen uit, treedt de grafruimte binnen, buigt het hoofd of legt het hoofd neer op de grafsteen en gaat ergens zitten om de zegening van deze bijzondere plaats te ondergaan, te bidden, te mediteren, stil te zijn. Hoe is de sfeer daar? Een ieder zal dit op eigen wijze ervaren, maar men is het erover eens dat er een zeldzame, serene, verheven sfeer heerst. Terwijl van buiten de geluiden van kinderstemmen klinken, pratende mensen, verkeer, van de oproep tot de moslimgebeden, heerst er bij het graf een sfeer van tijdloosheid, van eeuwige rust, van verhevenheid boven het aardse gewoel. Men voelt zich diep getroffen door die rust, verhevenheid en vrede en men voelt geen enkele behoefte meer tot praten, tot handelen, tot bezig zijn. Alleen maar daar zitten en stil zijn.

Hoe begon nu de Urs? Zoals altijd is er op vrijdag om 18.30 uur Qawwali-muziek, een groep van zes Moslim zangers onder leiding van Meraj, die daar al ruim 30 jaar deze typische Soefi muziek brengt. Men speelt op een harmonium, zingt liederen van devotie tot God, tot de heiligen, tot de meesters van het geestelijk leven, er wordt in de handen geklapt en soms zingt Meraj in het Urdu verzen van klassieke Soefi dichters of vertelt hij een verhaal, dat wij helaas niet verstaan. Men geeft enkele briefjes geld, die aan de heilige worden opgedragen.

De tweede dag was er een prachtig muziekfestival in de Soefi-zaal, die naast het grafgebouw is geplaatst. De musici nemen plaats op een laag podium, op de grond liggen vele witte kussenrollen, want de Indiërs zitten op de grond met een rol om tegen te leunen. Achterin de zaal en langs de zijkant zijn er stoelen geplaatst voor de stijve westerlingen, die het lange zitten op de grond vermoeiend vinden. Het muziekfestival werd geopend met de Soefi aanroep, staande, eerbiedig, want de muziek wordt gebracht als huldeblijk aan de heilige, wiens Urs het is. Daarna was er een feest van muziek, van klanken en vibraties. Vichitra veena, zang in de Khayal-stijl, sarod, daarna weer zang, rabab, fluit, vervolgens zang, daarna fluit, sitar, drupad zang. En dan was er een uitvoering van de leerlingen van de Music Academy onder leiding van Ustad Iqbal. Geweldig! Het was van heel hoge kwaliteit. Het ene concert volgde op het andere, van 10.00 uur ’s morgens tot 10.00 uur ’s avonds. Telkens waren er na beëindiging van een concert bloemenkransen die de musici werden omgehangen en er heerste zo’n prachtige, blijde en dankbare sfeer. Maar er waren ook onderbrekingen voor lunch, thee en diner beneden in de hof en er was gelegenheid tot gesprek, kennismaking, vriendschap en gezelligheid. Zo was die dag één groot feest van muziek, van verbondenheid.

De volgende dag was er eerst een leuke opvoering door kinderen, daarna een Seminar met als thema ‘Noor, Light of the Heavens and the Earth’.

Page 36: Soefi-gedachte 2. juni 2008

36

Helaas was de leider van de Urs, Murshid Nawab Pasnak, weggeroepen naar Canada wegens ziekte van zijn moeder. Hij werd zeer gemist. Er waren prachtige bijdragen, o.a. van Maharani de Caluwé. Pir Hazan Nizami, van Dr. Anna Less, van Prof. Dhokalia, Prof. S.A. Ali en van Ameen Carp, die Nawab Pasnak verving. Er waren veel minder mensen dan de eerste dag, want ja, muziek trekt onweerstaanbaar en de Urs van Hazrat Inayat Khan, zelf zo’n groot musicus, brengt muziekliefhebbers en beoefenaars van overal bijeen! ’s Middags ging het weer door met de muziek: viool, drupad zang en ’s avonds veena, sitar en zang tot slot. Wat een feest!

Dan de eigenlijke Urs-dag. Het begon met devotionele muziek van Karunamaiji, de zeer geliefde zangeres van devotionele ‘bhajans’. Een prachtige afstemming. Daarna met ons allen naar het dichtbijzijnde graf van Kawaja Nizamuddin Aulia, de grote Soefi heilige uit de 14e eeuw, die daar begraven ligt en wiens graf omringd is van vele andere graven, o.a. van Amir Khusrau, de grote dichter en leerling van Nizamuddin Aulia. Zoals ieder jaar zitten we eerbiedig in een rechthoek vóór het graf, de Dargah. Er is Qawwali-muziek, er wordt gebeden en daarna wordt er een nieuw kleed gelegd over het graf van Nizamuddin Aulia, dat daarna in processie en voorafgegaan door Qawwali-muziek wordt gebracht naar het graf van Hazrat Inayat Khan. Zo wordt symbolisch de geestelijke link tussen die twee grote Soefi heiligen aangegeven. Hierna volgen gebeden, Qawwali-muziek door Meraj en zijn groep. Na de lunch en rustpauze wordt de Universele Eredienst gedaan door 3 cherags, gevolgd door thee, een vocaal recital, diner en meer muziek. Een groot feest!

Op de laatste dag kwam er een groep uit Kanpur (dichtbij Varanasi). Een geestelijk leraar kwam met 450 leerlingen, mannen en vrouwen, moslims. Allen gezeten rond het graf en in de voorhof. Er was urenlang Qawwali-muziek. Wij waren verbaasd over zoveel bezoekers, maar ook verheugd, uitteraard.Wij sliepen in de kamers van het Guesthouse van de Dargah. Zeven eenvoudige kamers met toilet en douche en ’s morgens kregen we een goed ontbijt met gebakken ei en marmelade, alles keurig verzorgd door mr. Singh Anis en zijn vriend, onder toezicht van Sufi Sahab, die toekeek of alles goed verliep.Wij waren vol bewondering voor Dr. Farida Ali, de moslimvrouw, kunsthistorica, die al 15 jaar bij de Dargah woont en onmisbare steun geeft aan alle activiteiten van de Dargah. Wat een bijzondere vrouw!Ook waren wij erg onder de indruk van de netheid en schoonheid van de Dargah, een geestelijke oase in de het drukke, soms chaotische leven van India. Wij waren dankbaar voor de goede zorgen van Mr. Mehdi, de administrateur en wij hadden bewondering voor de docenten van de informele Soefischool en voor het mooie borduurwerk van de vrouwen. Maar ook voor de activiteiten van het Hope Project.Het is een gezegende plaats, daar in India waar Hazrat Inayat Khan begraven ligt en waar zijn leerlingen zo graag samen komen. Een plaats van zegening en inspiratie.

Page 37: Soefi-gedachte 2. juni 2008

37

OVER BOEKEN EN BEELDEN

Management en non-dualiteit; de spiritualiteit van ongescheidenheid in werk, bedrijf en organisatie; onder redactie van Douwe Tiemersma. s-Gravendeel, Adwaita Centrum, 2007. 140 blz., paperback. €12,00 ISBN 9789077194058

De laatste jaren is in veel organisaties meer aandacht gekomen voor persoonlijke ontwikkeling van de medewerkers. Dit vanuit het besef dat mensen die in hun werk hun energie en creativiteit kwijt kunnen met meer plezier werken en daardoor betere resultaten leveren die het bedrijf ten goede komen. Het management moet er op gericht zijn het beste uit mensen te halen, dit boek over spiritueel leidinggeven sluit daarbij aan. Spiritueel leidinggeven is voor de schrijvers van de bijdragen in dit boek het bevorderen van de samenhang, eenheid, heelheid en non-dualiteit van de organisatie. Dit boek bevat lezingen die gehouden werden op het 4e Advaita Symposium “Management en de spiritualiteit van non-duale eenheid” dat in maart 2007 aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam werd gehouden. De sprekers kregen de vraag voorgelegd: ”Wat betekent deze non-dualiteit en op welke wijze kan zij in het eigen werk en in de eigen organisatie doorwerken?”

De organisatie van het symposium is erin geslaagd een aantal zeer bijzondere sprekers uit te nodigen. Sprekers die hun sporen in het bedrijfsleven hebben verdiend maar die zelf bezig zijn met hun spirituele ontwikkeling. Naast Douwe Tiemersma, filosoof, antropoloog en leider van een Advaitacentrum, die de redactie van de bundel op zich nam zijn dit: Prof. Paul de Blot, rk priester (Jezuïet) en hoogleraar Business Spiritualiteit aan de Universiteit van Nijenrode. Hij studeerde theologie, filosofie, psychologie, politicologie, fysica en spiritualiteit maar is tevens ook verbonden aan het pastoraat van zieken, studenten en allochtonen. Prof. Teun Hardjono, hoogleraar aan de Erasmus Universiteit en initiator en stimulator van kwaliteitsmanagement. Drs. Wilfried Claus, directeur HR&O (personeel en organisatie) van een bedrijf. Hij ontwikkelde het concept Wholesome Leadership in India (samen met Ir. Aron Wakhlu) waarbij voorop staat dat alle mensen samen in het bedrijf gezamenlijk hun energie en creativiteit inzetten en trots zijn op de gezamenlijke resultaten. Er is geen scheiding tussen management en werkers, geen controle maar openheid en vertrouwen in elkaar waardoor de innerlijke kracht van ieder mens ten volle wordt benut. Ir. Aron Wakhlu, de grote pionier van het Wholesome Leadership. Lars Overhaus, een eigenaar van een autobedrijf, die dit heeft verkocht en nu bewustwordings-processen in bedrijven ondersteunt en als vrijwilliger in de terminale zorg werkt.Dr. H.J. Witteveen bij veel lezers van de Soefi-gedachte bekend als grote inspirator van de Soefi Beweging, die zijn sporen heeft verdiend als hoogleraar Economie, minister van Financiën en managing director bij het IMF. Ook in zijn boek ‘Economie en Soefisme’ heeft Dr. Witteveen al laten zien dat commercialiteit en spiritualiteit elkaar kunnen versterken.

Page 38: Soefi-gedachte 2. juni 2008

38

De zeer interessante bijdragen zijn heel verschillend van opzet maar de rode draad erin is dat de persoonlijke innerlijke inspiratie en kracht van de mensen in een bedrijf een belangrijke bijdrage biedt aan de resultaten van een bedrijf. Het is de taak van de manager deze inspiratie te stimuleren en in goede banen te leiden.Zubin van den Besselaar

******* Klaas Hendrikse, Geloven in een God die niet bestaat, Manifest van een atheïstische dominee. Nieuw Amsterdam Uitgevers. 204 blz. ISBN 978 90 468 0308 0. € 16,50.

Het ‘Manifest van een atheïstische dominee’ met de titel ‘Geloven in een God die niet bestaat’ heeft veel aandacht gekregen in de media en het boek heeft uiterst verschillende reacties opgeroepen. (Zie onder meer Trouw, 24 november 2007.) De schrijver is Klaas Hendrikse, predikant in Middelburg en Zierikzee voor de Protestantse Kerk in Nederland. Klaas Hendrikse: “Ik heb mijn boek geschreven voor mensen die het zo zeker niet weten: voor twijfelaars binnen de kerk die tegen God aanlopen en mensen buiten de kerk die om God heenlopen, omdat zij niet (meer) kunnen geloven in wat de kerk van God heeft gemaakt”. (VPRO gids, november 2007) Na de ‘Kennismaking’ volgen inleidende woorden ‘Over de inhoud’. De eerste regel is: “Dat God bestaat, geloof ik niet. Ik geloof wel in God”. En eigenlijk is de rest van het boek het uitleggen van deze woorden en de consequenties ervan voor mensen en voor het instituut kerk. “Geloven heeft meer te maken met leven dan met godsdienst. De oorspronkelijke betekenis van het woord ‘geloven’ is ‘vertrouwen’ en dat doe je, net als leven, op basis van verzamelde ervaringen. God kán het woord zijn waarmee je een ervaring benoemt, maar dat hoeft niet. Met bijbelse steun benoem ik God als ‘wat meetrekt met mensen die onderweg zijn’. Daarom zeg ik dat God niet bestaat, maar gebeurt, of kán gebeuren. Daar zijn mensen voor nodig, zonder mensen is God nergens”. Of zo verwoord: “God is de verticale dimensie van het horizontale verkeer tussen mensen”. Zijn interpretatie van het begin van de Exodus, het vertrek van het joodse volk uit de slavernij van Egypte, is de kern van het boek en verheldert zijn uitgangspunt. God antwoordt Mozes’ vraag: wie bent U? met de woorden “ehjeh asjer ehjeh”, meestal vertaald met “Ik ben die ik ben (en ik zal zijn die ik zal zijn)”. Hendrikse vertaalt de woorden met: “Ga maar, dan ga ik met je mee”. De woorden “ehjeh asjer ehjeh” zijn niet te vertalen. Dasberg heeft het zo gezegd in de Torah: “God zei tot Moshé: “Ik ben die Ik altijd zal zijn”. En Hij zei: “Zo moet je het zeggen tot de Kinderen van Jisraël: “IK BEN” heeft me naar jullie gezonden”. (Exodus 3:14) Vlak daarvoor echter, als Mozes zijn twijfel uitspreekt of hij dit allemaal wel kan, zegt God tot hem: “Maar ik zal toch bij je zijn…”. (Exodus 3:12)De vertaling “Ga maar, dan ga ik met je mee” geeft moed en vertrouwen om werkelijk op weg te gaan, de stappen te ondernemen om dit leven te leiden. Bovendien spreekt uit deze woorden beweging. En alles is voortdurend in beweging, God bestaat niet stil, Hij “trekt mee met mensen die onderweg zijn”.Klaas Hendrikse past niet in het dogmatische instituut van de kerk, maar hij wil

Page 39: Soefi-gedachte 2. juni 2008

39

er ook niet uit omdat hij gelooft dat het anders kan. In het laatste hoofdstuk ‘Toekomst voor de kerk?’ laat hij zien hoe het anders zou kunnen. “De accenten zijn verschoven: van christelijke godsdienst naar religie of spiritualiteit, van gemeenschap naar individu, van antwoorden naar vragen, van verkondiging naar bezinning, van waarheid naar zinvraag, van preken naar spreken. Er is ruimte voor iedereen, ongeacht levensbeschouwelijke achtergrond. Vanuit het besef dat niemand geholpen is met een antwoord dat hij uit zichzelf nooit zou kunnen vinden, ligt de nadruk sterk op eigen verantwoordelijkheid en ieders recht om eigen geloofskeuzes te maken”. De laatste zin van dit laatste hoofdstuk luidt: “Een kerk om in te geloven. Daar geloof ik wel in.”

De schrijver vermijdt wetenschappelijk jargon; er is een aanhangsel: een selectie van opzettelijk vermeden termen. Toch vraagt het boek van de lezer enig taalgevoel en de welwillendheid tot bewust voelen en denken. Als we genuanceerd lezen dan is het mogelijk om te zeggen “zelden zo een gelovige mens gezien”. (Prof.dr.Chr.Berkvens-Stevelinck, Radboud Universiteit Nijmegen. In: Trouw van 24 november 2007.) Lezen van dit boek nodigt uit tot voelen en denken over de eigen waarneming van God en pogingen tot verwoording van die waarneming en beseffen dat we dat nooit zullen kunnen en dat dat misschien ook niet hoeft.Maryam Mildenberg

*******

Bartlema, Ruud, Mystiek van de Hebreeuwse letters, Amersfoort-Brugge, Bekking & Blitz, 2006, 120 blz., ills., ISBN 9 789061 095903, geb., € 9,90.

De laatste jaren wordt er veel geschreven over de joodse mystiek. De bekendste schrijvers zijn Gershom Scholem (Major trends in Jewish mysticism, 1957), Martin Buber (Chassidische vertellingen, 1967) en rabbijn David Cooper (God is een werkwoord, 1997). Een boeiend gegeven is dat er door de tijden heen nieuwe ontwikkelingen zijn binnen de joodse mystiek. In onze tijd bijvoorbeeld, met zoveel kennis op het gebied van de wereld, van de mensheid, zien we verbanden tussen de joodse mystiek en de moderne wetenschap. Een onderdeel van de joodse mystiek is de taal- en lettermystiek. Er zijn in het Hebreeuwse alfabet, het alefbeet, tweeëntwintig letters, allemaal medeklinkers (de klinkers kunnen er als tekens onder worden gezet). Iedere letter heeft een vorm, een naam en iedere letter vertegenwoordigt een getal. Vorm, naam en getal

kennen betekenissen en verhalen. De rabbijnen hebben al die betekenissen op verschillende lagen uitgelegd: op het niveau van het dagelijks leven in de wereld, het niveau van de ziel en het niveau van het goddelijke. Zo zijn er van iedere letter verhalen, betekenissen, uitleggingen in drie verschillende aspecten en op drie

Page 40: Soefi-gedachte 2. juni 2008

40

verschillende lagen, negen in totaal. Kunt u zich voorstellen hoe rijk de taal is van oorsprong? Dit geldt trouwens niet alleen voor het Hebreeuws, deze rijkdom en gelaagdheid geldt voor veel oude talen waaronder ook het Arabisch. Daarom is een vertaling maken zo moeilijk. Eigenlijk zitten in ieder woord ook de betekenissen van de verschillende letters verborgen.Er is nu een klein mooi uitgevoerd boekje verschenen over de “Mystiek van de Hebreeuwse letters”. Taal- en lettermystiek dateert al van voor Christus, we vinden er de oeroude wijsheid in terug evenals moderne inzichten. Prachtig is de gedachte “dat het ontstaan van de schepping gezien moet worden als een taaluiting van het onnoembaar Goddelijke (God sprak en de werelden ‘werden’), waardoor er een zeer gecompliceerd proces van levensontvouwing op gang kwam. Tussen het moment dat de taaluiting als het ware de mond van God verlaat en het moment, dat het uitgesprokene in de schepping een concrete vorm aanneemt, ligt in de ogen van de joodse mystici een heel gebied, waarin de taal zich geleidelijk ontvouwt tot vorm en materie. De tweeëntwintig letters zijn in deze gedachtegang een ‘uitkristallisatie van goddelijke energie’. Het is niet voor niets dat de letters otiot genoemd worden: tekens die ergens naar verwijzen”. De auteur van het boekje is Ruud Bartlema. Hij is theoloog en beeldend kunstenaar en hij verdiept zich al heel lang in de joodse mystiek. Hij heeft bij iedere letter van het alefbeit een schilderij gemaakt waarin verschillende delen van de betekenissen tot uiting komen. De schilderijen zijn in het boekje afgedrukt evenals telkens een detail. De kleuren hebben symbolische betekenis. De auteur geeft uitgebreide uitleg van het schilderij en de betekenissen.Hij ervaart de schilderijen als objecten voor meditatie: “De letters, zoals ik die heb geschilderd, geven de beschouwer de mogelijkheid om al kijkend naar het beeld, verbonden te raken met een bepaalde essentie die erin wordt vastgehouden.” Ik zie het prachtig uitgevoerde boekje als een mooie inleiding in de joodse mystiek en voor iedereen die er meer van wil weten is er meer literatuur. Voor hen bestaan boeken met nog diepgaander uitleg over de taal- en lettermystiek, onder meer van Rabbi Yitzchak Ginsburgh: ‘The Alef Beit’ en ‘Jewish thought through the Hebrew letters’.Voor meer informatie zie ook: www.alefbeet.nlMaryam Mildenberg

Aforisme

Ik heb van mijn fouten meer geleerd dan van mijn deugden.Als ik steeds op de juiste wijze had gehandeld,

was ik geen mens geweest

Page 41: Soefi-gedachte 2. juni 2008

41

Soefi-centrainformatie, adressen en activiteiten

ALGEMENE INFORMATIESoefi Beweging NederlandAlgemeen SecretariaatAnna Paulownastraat 78, 2518 BJ Den Haag. tel 070 346 15 94. fax 070 361 4864.email <[email protected]>. Secretariaat is open van 10 tot 13 uur, maar op dinsdag en vrijdag gesloten. B.g.g.: tel 070 364 45 90Financiën: dhr. F.H.Lint, tel 06 41 84 77 27Nationaal Vertegenwoordigerdhr. Ameen L.W. Carp, Den Haag.tel 070 364 4590. fax 070 361 4864.email < [email protected] > Nationaal secretarismw. L. (Wahdud) Grashuis, Albert- Verweystraat 126, 2274 LM Voorburg.tel 070 364 4590 (overdag).tel 070 387 1705 (thuis).email < [email protected] >Office Representative GeneralBanstraat 24, 2517 GJ Den Haag.tel 070 365 7664.email < [email protected] >Internetwww.soefi.nl (nationale site).www.sufimovement.org (international site). Administrateur Soefi-gedachtedhr. C.M. van Beek, penningmeester Soefi Beweging Nederland, Den Haag.postgiro 777555. tel 076 597 6335. email < [email protected] >

AMSTERDAMdhr. Jos van de Heuvel, tel. 020 673 29 46

Universele Eredienst:Ignatiushuis, Beulingstraat 11, Am sterdam.• 1e en 3e zondag van de maand 11 uur. Op de 3e zondag voorafge gaan door de Confraternity of the Message 10.30 uur.

APELDOORNOrientatiemiddagen over Soefisme, 2e zondag van de maand van 14-16 uur bij:Corrie & At de Roos, Beemterweg 70, 7341 PD Beemte-Broekland (bij Apeldoorn) tel 055 323 1633.

ARNHEMmw. Maharani de Caluwé - Rombout. Groningensingel 423, 6835 ER Arnhem.tel 026 321 3650. Studieklassen in overleg.

Universele Eredienst:Vrijmetselaarsgebouw, Arnhemsestraatweg 360, Velp (Gld).• 1e zondag van de maand om 11 uur.

ASSENCoördinator Iman Stam, Mr.P.J.Troelstralaan 236, 9406 BE Assen. tel 0592 707 202 en 06 40 59 90 32Studiebijeenkomsten en klassen voor belang-stellenden, broeder-zusterschapsleden en moerieds.

Informele Eredienst:Vrijmetselaarsloge, Eschstr.43A, Assen.• 3e zondag van de maand om 11 uur.

BREDACoordinator: mw. Rika Lackin, Ambachtenlaan 13, 4813 HA Breda.tel 076 521 4832.

Universele Eredienst:Waalse Kerk, Catharina straat 83-bis, Breda.• 3e zondag van de maand om 11 uur.

DEN HAAGdhr. L. W. Carp, Anna Paulowna straat 78, 2518 BJ Den Haag.tel 070 364 4590. fax 070 361 4864.email < [email protected] >dhr. A.S.G. Lange, J.F. Kennedy Plantsoen 65, 2252 EV Voorschoten. tel 071 561 8084. email < [email protected] >Om de week op maandag: studie- en medi-tatieklas. Maandelijks een open Soefi-avond en een spirituele film-avond.Programma op aanvraag.

Universele Ere dienst:Anna Paulownastraat 78, Den Haag.• elke zon dag om 11 uur, voorafgegaan door de Confraterni ty of the Message om 10.30 uur.

DEVENTERmw. Hayat Anna Westenberg, centrumleider, De Dennenhoek 3, 7431 EM Diepenveen, tel 0570 532 347. Email <[email protected]>

Universele Ere dienst: Noorderbergstraat 9, 7411 NJ Deventer.• 3e zon dag van de maand om 11 uur.

EINDHOVENmw. K. Bredée-van Ginkel, tel 040 283 2518. Jacob Catsstraat 28, 5671 VR Nuenen. email< [email protected] >

Universele Ere dienst:Eckartdal, Nuenenseweg 1, Eindhoven.• 1e zondag van de maand om 11 uur, voorafge gaan door de Confraternity of the Message om 10.30 uur.

Page 42: Soefi-gedachte 2. juni 2008

42

FRIESLANDmw. S. Cornelissen, tel 0513 431 940. Heide 6, 8521 DG Sint Nicolaasga. mw. Y. Veenstra, Wommels. tel. ’s avonds 0515 576 244.Maandelijks meditatieavonden.

Universele Ere dienst:Bij de Put 15, Leeuw arden. • 1e zondag van de maand om 11 uur.

GRONINGENmw. M.C. van Boon, tel 050 525 1519 bgg: fam.Lieftinck tel 0598-430422email < [email protected] >1 avond in de maand: musical tuning en me-ditatie; 1 avond in de maand: stilte en medita-tie; 1e maandag van de maand: gespreks-avond.

‘S HERTOGENBOSCHCoördinator: mw.Trudy Hendriks Franssen-van den Berg, Dr.Ariënstraat 16, 5351 GD Berghem / Oss, tel 0412 402689email <[email protected]>Secretariaat: Frans Roza, Asterdkraag 40, 4823 GA Breda; email <[email protected]>

Universele Eredienst:Cen trum de Poort, Luy benstraat 48,‘s Hertogenbosch.

HILVERSUMdhr. Ananda Antonius, Arent Krijtstr 13 II, 1111 AG Diemen. Klas voor belangstellenden: 1e maandag van de maand; voor deelname bellen met: tel 020 690 7129 of mailto < [email protected] >

Universele Eredienst: ‘De Ver eniging’, Ou de Engh weg 19, Hilversum (vlak bij het gemeentehuis).• 2e en 4e zondag van de maand 11 uur.

REGIO KATwIjK, wASSENAARRegioleider: drs. J. Belt, Eykendonck 32, 2211 SG Noordwijkerhout. tel 0252 373 145. Wakil Huis Universel: mw. Z. le Rütte. tel: 071 4077435. <[email protected]>

Universele Eredienst:Universel Murad Hassil, Zuid duinseweg 5,2225 JS Katwijk aan Zee.• 1e, 3e en 4e zondag van de maand 11 uur. Confrater nity of the Message op de 1e en 3e zondag om 10.30 uur. Iedere 4e zondag spreekt Karimbakhsh Witteveen.

ROTTERDAMCoördinator dhr. Bauke de Wreede,Anna Paulownastraat 78, 2518 BJ Den Haag.tel 0624646694 email <[email protected]> Studie- en belangstellendenavonden: 1e maandag van de maand, opgave vooraf.

secretariaat: dhr.Henk Rooseboom, tel 015 262 4375. email < [email protected] >

Universele Eredienst:Soeficentrum Provenierssingel 41, 3033 EG Rotterdam (achter het CS).• 2e en 4e zondag van de maand, 11 uur.

TILBURGdhr. M. Achterberg & mw. N. Ach terberg, Chopinstraat 26, 5011 VK Tilburg.tel 013 456 3241.

Universele Eredienst:Er is nog geen nieuwe locatie gevonden. Natuurlijk kunt u al tijd terecht in de nabij ge-legen centra: Breda, Eindhoven of ‘s Hertogenbosch.

TwENTEmw. M. Evers-Brinkman, tel. 06 48 34 48 44. Ganzendiepstraat 18, 7607 LZ Almelo. email < [email protected] >

Universele Eredienst:Nivoncentrum, Lodewijkstraat 1, 7553 LB Hengelo.• 2e zondag van de maand om 11 uur, voorafge gaan door de Confraternity of the Message om 10 uur.

UTRECHT / BILTHOVENdhr. W.S. van der Vliet, Juliana van Stolberg-laan 6, 6961 GB Eerbeek. tel. 0313 650 334.

Universele Ere dienst: Huize ‘Het Oosten’, Jan Steenlaan 25, Bilthoven. • laatste zondag van de maand om 11 uur.

BOxMEERDansen van Universele Vrede in de Kapel van ‘t Kloosterhuis, Grotestraat 69, Sambeek (Gem.Boxmeer).Info: mw. Hanna Reijnders, tel 0478 571 033.

ZEELAND Middelburgmw. Nuria Gortzak, Troelstralaan 18, 4571 VC Axel. tel. 0115 530 599.Studiebijeenkomsten, 2e dinsdag van de maand. info mw. A. van Schaik, tel 0118 412 875.

Uni versele Ere dienst:Gebouw de Vier Elementen, Breeweg100 te Middelburg. • 1e zondag van de maand om 11 uur.

ZUID LIMBURGContactpersoon: Ruud Marinus, Castelmorelaan 42, 6213 CW Maastricht. tel. 06 54 36 78 24. Er zijn maandelijkse bijeenkomsten en om de twee maanden op

Page 43: Soefi-gedachte 2. juni 2008

43

zaterdagmorgen open klassen.ZwOLLE

dhr. C. Koster, Tijnje 48, 8032 LR Zwolle. tel 038 454 1817.

Informele Eredienst:Engelandseweg 19, Wezep.• 2e zondag van de maand om 10 uur.

Universele Eredienst:Bloemen dalstraat 11, Zwolle.• 4e zon dag van de maand om 11 uur, vooraf gegaan door de Confraternity of the Message om 10.30 uur.

BELGIËmw. L.D. Deslée, Sport straat 100, B-9000 Gent. Vertegenwoordiging nationale broeder- en zusterschaps activiteiten in België. Centrum oost-Vlaan deren: tel / fax: 09 222 1030. Broederschapsactiviteit vanaf 17.30 uur, om de 14 dagen op maan-dag. Centrum Inayat: Frans Baelenstr. 9, B-2100 Deurne.tel 03 321 0052.Thema-avond:• 1e woensdag van de maand 20.30 uur.

VERENIGING SOEFI CONTACTwww.soefi-contact.nlAlkmaardhr. M.Schouwenaar, Vatropperweg 5, 1779 GE Den Oever. tel 0227 512 265.email < [email protected] >

Universele Eredienst:Fnidsen 37, RemonstrantseKerk, Alkmaar.• 1e zondag van de maand om 11 uur. Bussum mw. E. Schurink, Gooilaan 15, 1406 LC Bussum. tel 035 691 2990.dhr. E.H.K. Logtmeijer. tel 035 691 8347. email < [email protected] > Haarlemdhr. J.W. Hutter, tel. 023 540 2019. email < [email protected] >dhr.L.B.E.W. van der Putt, tel.023 537 0585.

Universele Eredienst:Soefi-huis, Burgwal 38zw-40 te Haarlem. • 2e en 4e zondag van de maand, 11 uur.

VERTEGENwOORDIGER SUFI RUHANIyAT NL

Arienne en Wim van der Zwan, Peace in Motion, tel 00 32 8638 7882. email < [email protected] >

SOEFI ORDEdhr. Wali Ali van Bruggen, Hageldor 1, 6631 GV Nederweert, tel 06 24 67 87 35

email <[email protected]>

SUFI wAyTamarah Benima, tel 020 662 3535. email < [email protected] > www.sufiway.nl

ROBES Mensen die een robe willen laten makenkunnen contact opnemen met: Ulma Moerenburg, tel 0252 223 012

CONTRIBUTIEREGELING 2008 • Moerieds betalen per jaar: Alleen EchtpaarLaag € 90,00 € 135,00Normaal € 145,00 € 217,50Hoog € 215,00 € 322,50

• Broederschapsleden, Vrienden van de Soefi Beweging Nederland en leden van de Kerk van Allen betalen: € 50,- per jaar.Broederschapsechtpaar € 75,00 per jaar.• Dit is inclusief het abonnement op de Soefi-gedachte• Alléén een abonnement op de Soefi-gedachte: € 16,00 per jaar (=incl. porto Ned.)

LIDMAATSCHAPPENEr bestaan verschillende vormen van lidmaat-schap van de Soefi Beweging:Moeried:dit zijn personen die de inwijding in de Inner-lijke School van de Soefi Beweging hebben ontvangen en de esoterische klas sen en de esoterische training volgenBroeder-zusterschapslid:dit zijn zij, die de idealen en doelstelling van de Soefi Beweging ondersteunen.Lid van de Kerk van Allen:dit zijn zij, die zich speciaal aangetrokken voelen tot de Universele Eredienst; dit ver-langt niet dat zij ook om inwijding vragen.Vriend van de Soefi Beweging:men kan zich opgeven als Vriend van de Soefi Beweging, als men een ondersteuning aan het Soefiwerk wil gevenBelangstellende:een ieder, die zich op wil geven als belangstel-lende en de informatie over de soefi-activitei-ten wil verkrijgen

DARGAHFinanciële bijdragen: – Voor het sociale, culturele en extra soefi-

werk bij de Dargah, postbanknr: 616577 t.n.v. Stichting Dargah te Zwolle

– Voor de organisatie en het normale onder-houd, de lopende soe fi-activiteiten en de Urs-viering bij de Dargah, de in richting van de nieuwbouw en van het guest house,

Page 44: Soefi-gedachte 2. juni 2008

44

bankrekening 43 02 43 626 t.n.v. Dargah-fonds te Den Haag

– Voor schenkingen van boeken enz. voor de nieuwe bibliotheek (alle talen!): neem con-tact op met Walia en Wali van Lohuizen tel 020 - 627 6424.

ELEMENTEN RITUEELinfo: mw. Sitara Rosdorff. tel 0297 285 244. email < [email protected] >

MENSEN MET LEESBEPERKINGWie Soefi-boeken liever af en toe beluistert, dan op de gebruikelijke manier leest, kan zich wenden tot: Loket aangepast-lezen, Postbus 84010, 2508 AA Den Haag; tel. 070 338 15 00 fax. 070 338 15 50email <[email protected]>

Nieuw:

de iLiad, de digitale boeken-lezerDit apparaat, een doos met een beeldscherm, is een hulp voor hen die moeite hebben met lezen. Er kunnen digitale boeken en andere documenten op worden gedownload. De let-tergrootte kan worden aangepast en de tekst blijft op het scherm. Het formaat is iets groter dan een gewoon gebonden boek en de dikte is een paar centimeter. Het weegt 450 gram en blijft dit gewicht houden ongeacht hoeveel boeken er in zitten. De redactie kent een moeried, die alle beschikbare Complete Works van Hazrat Inayat Khan erop heeft ge-zet, na het downloaden van de site van de Nekbakht Foundation; zie bij internetadres www.nekbakhtfoundation.org/home2.htmZo kan deze persoon niet alleen lezen maar ook op een trefwoord in de tekst zoeken. iLi-ad werkt op batterijen, zodat de boeken gele-zen kunnen worden waar je je maar bevindt. Heeft u belangstelling, kijk dan op internet: http://www.iliad.nl/

SOEFI-KALENDER07 juni ‘08 Nationaal Comité, Den Haag.13 sept. ‘08 Hejirat Dag (herdenking van

het begin van de verspreiding van de Soefi Boodschap)

15 nov. ‘08 Open Soefidag Murad Hassil.INTERNATIONALE ZOMERSCHOOL 2008

12 t/m 16 juli 1e deel zomerschool17 juli vrije dag18 en 19 juli retraite20 t/m 24 juli 2e deel zomerschool25 t/m 27 juli Soefi-dagen, voor moerieds,

broederschapsleden en serieus belangstellenden. Inlichtingen: Ulma Moerenberg (tel. 0252 223 012) of Herma Ardesch (tel. 020 691 36 59)

NEKBAKHTFOUNDATION SHARIF MUNAwwIR GRAHAM

All seven volumes of: 'The Complete Works of Pir-o-Murshid Hazrat Inayat Khan' are now available for download in PDF, from: www.nekbakhtfoundation.org The books had to be scanned and they will take some time to download. Future books will be made available in much smaller files.

GEVONDEN:Een zilveren ring met grote paarse amethist. Gevonden in de vallei van de Murad Hassil in Katwijk, bij het meditatiebankje.Terug te bevragen bij: Nuria Kousemaker, tel. 071-5210591; email: [email protected]

AFGESCHEIDENHEIDEen menselijk wezen is een onderdeel van het geheel, dat wij Universum noemen en dit on-derdeel is begrensd in tijd en ruimte. De mens ervaart zichzelf, zijn gedachten en gevoelens als iets wat afgescheiden is van de rest. Deze afgescheidenheid is een soort optisch bedrog van ons bewustzijn. Deze afgescheidenheid creëert als het ware een gevangenis voor ons, waarin we beperkt worden tot onze persoonlijke verlangens en tot genegenheid voor slechts een paar perso-nen die ons het meest nabij zijn. Onze taak is ons te bevrijden uit deze gevan-genis, dus ons los te maken van het gevoel van afgescheidenheid, door onze cirkel van mededogen te verwijden, zodat we daardoor álle levende wezens en de héle natuur in haar schoonheid kunnen omvatten.Albert Einstein.