Snapper Cursus 2018 - internisten.nl · Lab CA 15.3 => Normaal Volgende stap cT1cN0 Stadium 4 NSCLC...
Transcript of Snapper Cursus 2018 - internisten.nl · Lab CA 15.3 => Normaal Volgende stap cT1cN0 Stadium 4 NSCLC...
13-6-2018
1
Snapper Cursus 2018
Simone van den Heiligenberg Inge Konings 8 juni 2018 1
Inhoud
• Ontwikkeling medische oncologie
• Diagnostische dilemma’s
– ACUP
• Stand van zaken
– Mammacarcinoom – Coloncarcinoom
• Bijwerkingen systemische behandeling
• Oncologische spoedgevallen
• Shared decision making
Ontwikkeling van de medische oncologie
Vóór 1995 Na 1995
Ontwikkeling van de medische oncologie
“klassiek” “targeted therapy”
Sullivan, Clin Cancer Research 2013
Targeted therapy Ontwikkeling van de medische oncologie
• stijgende overlevingscurves voor alle tumortypes in de tijd
www.cijfersoverkanker.nl
13-6-2018
2
Diagnostische dilemma’s
• Casuistiek (3)
– ACUP
Mw W, 1960
SEH, AIOS interne
• DVT rechter arm => therapeutisch LMWH
• Suspecte palpabele massa rechter mamma, 3 cm, geen axillaire klieren palpabel =>
diagnostiek
• X-thorax : infiltraat rechts => antibiotica
SEH brief meldt verder :
niet ziek/niet dyspnoisch/normale vitale parameters
Afwijkingen R arm en mamma beschreven
Overig lichamelijk onderzoek normaal
Poli controle na week
Bij voorbereiding blijkt
Mammogram + echo :
BIRADS 4. Voor maligniteit verdachte laesie in de rechter mamma, 1,3 cm. Pathologische klieren axillair
PA: Mamma invasief carcinoom NST, Bloom Richardson graad III ER pos (40%) PR neg, HER2 neg. PA : klier negatief
=> DVT op basis van mammacarcinoom ?
X-thorax van SEH nog eens bekeken
U ziet
Zieke vrouw
Rolstoel vanwege dyspnoe
O2 sat 88 % met kamerlucht
Anamnese:
Hees (ochtend)
Hoofdpijn
Al weken hoesten
Progressieve dyspnoe
pufjes, prednison en anitbiotica
zonder effect
Rookt niet
Vena cava superior syndroom
Druk op de vena cava superior door primaire tumor of metastasen
bronchuscarcinoom
maligne lymfoom (vooral non-Hodgkin-lymfoom)
mammacarcinoom
Trombose van de vena cava superior (centrale veneuze katheter)
Minder vaak: infecties (bijv. tuberculose, syfilis, nocardiosis), fibroserende
mediastinitis (door eerdere bestraling van het mediastinum of infectie), sarcoïdose,
aneurysma of trauma
13-6-2018
3
Welk aanvullend onderzoek doet u?
CT thorax-abdomen/PET-CT
Lab CA 15.3 => Normaal
Volgende stap
Pleuravocht :
Maligne, metastase niet-kleincellig carcinoom. Gezien het immunofenotype past het bij
metastase longadenocacinoom (immuno : negatief voor ER)
1 patient, synchroon 2 maligniteiten
cT1cN0 mammacarcinoom R
Stadium 4 NSCLC met vena cava superior syndroom
(RT + systemische therapie)
Mw V 1949
2000 GRM met okselkliertoilet R, pT2N3c, ER pos mammacarcinoom. Geen RT
(destijds st4)
2001 Gosereline met Tamoxifen. Complete, radiologische remissie
2008 jan forse klieren rechter hilus.
PA : Maligniteit, ER pos passend bij metastase mammacarcinoom
Uitwendige RT, letrozol ipv tamoxifen
6 jaar later
2014 juni progressie lymfogene metastasen parahilair links waarvoor RT.
Fulvestrant in plaats van letrozol
2015 april Reguliere controle, zwelling klieren hals R, keelpijn gehad, koorts
Cytologie negatief
Snelle toename binnen twee weken
Wat nu?
13-6-2018
4
CT
Histologie
PA : hooggradig B cel lymfoom dd DLBCL of foll lymfoom 3B
=>1 Patient, twee maligniteiten
2015 juni t/m nov R-CHOP x8 : partiele remissie klieren
Fulvestrant herstart
Beloop
2016 sept progressie mammacarcinoom (botlesies, long, klieren, CA 15,3 verhoogd),
exemestaan/everolimus, pall RT
2016 dec progressie, capecitabine (oraal 5FU derivaat)
2017 mrt paclitaxel
2017 juni CT goede respons, marker daalt
2017 aug chemopauze, CT stabiel tov juni, leverlab normaal Ca 15.3 stabiel (500)
ER pos gemetastaseerd mammacarcinoom
6 weken later
Ca 15.3 > 5000
Fors gestoord leverlab (5x ULN)
DD?
Wat nu ?
Levernaaldbiopsie: lokalistie niet-kleincellig carcinoom, passend bij metastase
mammacarcinoom ER 100%, PR negatief en Her2neu negatief. Geen lokalisatie van
een lymforeticulaire maligniteit.
Supportive care
6 weken later overleden
13-6-2018
5
Mw C, 1977
2006 juli Morbus hodgkin, nodulair scleroserend. Stadium IIA met risicofactoren.
Behandeling in studieverband, HD-14 studie. Standaardarm, 4 x ABVD, gevolgd
door involved field radiotherapie tot 30 Gy.
Complete remissie
Follow up conform Hovon studie
• Menstrueert niet sinds chemotherapie (> tien jaar geleden) ,vindt dit prima
• ABVD bevat Dacarbazine = alkylerend
Bij vrouwen behandeld voor hodgkinlymfoom had 20% prematuur ovarieel
falen, hier speelt behandeling met alkylerende chemotherapie een belangrijke
rol: na alkylerende chemotherapie heeft 60% de menopauze voor het 40e [Proefschrift M.A.E. van der Kaaij ‘Fertility in Hodgkin lymphoma survivors’]
Prematuur ovarieel falen op basis van Dacarbazine ?
• Lab in kader Hovon follow up : TSH licht verhoogd, fT4 N
Toch eens aanvullend lab
=> Prolactine 2286 mU/ L (N 100-500)
Mw P, 1965
2017 mei Analyse buikklachten SEH chirurgie. Verdenking symptomatisch
galsteenlijden echter echo afwijkend peritoneum.
CT :
CT abdomen
Omentale deposities en ascites Massa in nauwe relatie met het coecum met ook locoregionale lymfadenopathie Pleuravocht rechts. Dd Ovariumcarcinoom Coecumcarcinoom Appendixcarcinoom Peritoneaalcelcarcinoom CA 125 : 210 (N < 35) Gynaecoloog : Transvaginale echo : Uterus 8 bij 5 cm , dun endometrium, adnexen niet separaat te zien, wel proces van 6 bij 4 cm, blazig op de uterus? Lijkt er wel los van te liggen. Geen vocht in Douglas.
13-6-2018
6
Risk of malignancy Index (RMI)
>200
sensitiviteit van 70-75% specificiteit
van 85-90%
diagnose ovariumcarcinoom
(inclusief borderlinetumoren)
RMI=3x3x200=1200
Ascites cytologie
Adenocarcinoom
Positief :
EMA (cytoplasmatisch en membraneus), CEA en CK 20 en CK7.
Negatief:
p63, oestrogeenreceptor, progesteronreceptor, TTF1 en PAX8. (CA 125?)
Verwijzing internist (oncoloog)
Peritonitis carcinomatosa
(Nog) onbekende primaire tumor
ACUP (adenocarcinoma with unknow primary)
ACUP
• 3-4 % van alle uitgezaaide maligniteiten
– 20 % vermoeden van primaire tumor
– Veel vaker > 75 jaar
• Mogelijke verklaringen geen primaire tumor:
– De primaire tumor is erg klein.
– De primaire tumor is niet meer aanwezig (immuunsysteem).
– De primaire tumor is omringd door de uitzaaiing.
Incidentie neemt af
Prognose blijft beroerd (mediaan 3-6 maanden)
13-6-2018
7
Doel diagnostiek ACUP
• Primaire tumor vinden
• Bepalen of patiënten ingedeeld kunnen worden in een van de behandelbare
subgroepen zonder aantoonbare primaire tumor
J Pathol 2005;205;236
Beeldvorming, op geleide PA en lokalisatie metastase
Hoofd-hals metastase
• FDG-PET/CT of MRI van het hoofd-halsgebied.
– Bij plaveiselcelcarcinomen wordt beeldvormend onderzoek van het hele lichaam aanbevolen bij metastasen in het onderste 1/3 deel van de hals.
– Bij adenocarcinomen wordt beeldvormend onderzoek van het hele lichaam aanbevolen onafhankelijk van de lokalisatie van de metastase.
Axillaire metastase bij vrouwen
• Mammografie en zonodig MRI van de mammae.
Lieslymfkliermetastase
• Overweeg FDG-PET/CT.
Bij klinische verdenking op kiemceltumor
• Echo testes.
Overige lokalisaties
• Overweeg FDG-PET/CT. Overweeg mammografie.
Bij klinische verdenking op een ovariumcarcinoom
• Echo onderbuik en eventueel CT.
Bij een niet-kleincellige neuro-endocriene tumor
• Overweeg een Indium111-octreotide SPECT(/CT). Ook kan bij deze patiënten een 68Ga-DOTA-NOC-PET(/CT) overwogen worden
Tumormarkers bloed
Niet, behoudens :
• PSA serologie bij mannen
• CA125 bij vrouwen met peritoneale maligniteit en/of ascites
• AFP en b-hCG bij verdenking op kiemceltumoren (midline presentatie van
metastasen)
13-6-2018
8
Endoscopie
• Verdenking primair longcarcinoom: flexibele bronchoscopie
• Hoofd-hals metastase: endoscopisch onderzoek van de bovenste lucht- en
voedselweg
• Lieslymfkliermetastase: colposcopisch onderzoek voor het uitsluiten van een
vaginacarcinoom.
• Coloscopie bij patiënten met een levermetastase, ook indien de
immunfenotypering niet past bij een primair coloncarcinoom.
Behandeling
• Groep behandelbare entiteit behandelen zoals indien primaire tumor bekend zou
zijn
• Rest
– WHO performance
• 0-1 overweeg systemische therapie
• 2-4 supportive care
Toegepast op Mw P
• Peritonitis carcinomatosa
• Ca 125 niet erg verhoogd
• Cytologie CK 7 +, CK 20 +
– (hoge) tractus digestivus waarschijnlijker
– Ovarium, urotheel
Aanvullend onderzoek
• Gastroscopie : zonder afwijkingen
• Coloscopie :sterk afwijkend coecum, ingroei van buitenaf, PA negatief
• CT thorax : geen afwijkingen
• Uroloog : geen afwijkingen
MDO colorectaal via videoconferencing met VUMC
Voorstel : diagnostische laparoscopie/tomie in VUMC, eventueel Hipec
Open-dicht procedure
Partiele omentectomie
PA inconclusief : maag/pancreas
Gesprek
WHO 3
Advies:
geen ziekte gerichte behandeling , supportive care
Terminale thuiszorg
Overdracht huisarts
Wensambulance
Sondevoeding stop
Geen TPV
NRNBNIC
Ascitesdrainage voor ontslag
Prognose weken
13-6-2018
9
Behandeldoelen binnen de oncologie
• Curatief
– primair curatief (lymfomen, kiemceltumoren)
– neoadjuvant (mamma, long, blaas)
– adjuvant (mamma, colon, blaas, ovarium)
– chemoradiotherapie* (oesophagus, rectum, anus,cervix, blaas) – *chemotherapie als sensitizer
• Palliatief
Stand van zaken - Mammacarcinoom
• Verschillende tumortypes
• Primair mammacarcinoom
– Neoadjuvant vs. Adjuvant
– Risico-inschatting
• Gemetastaseerd mammacarcinoom
– HTx in combi met targeted therapy
– HER2-gerichte middelen
Het gaat allemaal om subtypes…
Triple
negatief
HER2+
ER + en HER2- ER +
ER -
Veel verschillende
subtypes
high grade/luminal B
low grade/luminal A
Tjan, post-ASCO 2013
Borstkanker overleving t.o.v. hormoon receptor status (SEER data)
0.95
1.00
0.90
0.85
0.80
0.75 0 10 20 30 40 50 60 70 80
Survival (mo)
Cum
ula
tive p
roport
ion
surv
ivin
g
ER+PR+ (n=12,811)
ER+PR- (n=2,436)
ER-PR+ (n=663)
ER-PR- (n=3,631)
Node-negative patients
with T1-T3 tumors
Anderson et al. J Clin Oncol. 2001;19:18
Stand van zaken – Primair mammacarcinoom
Voordelen neo-adjuvant vs. adjuvante behandeling
• Borst-/okselsparend opereren
• In vivo respons beoordeling mogelijk
– Therapieresistentie monitoren
• Onderzoeksmogelijkheden
• Vroege start van systemische therapie
– verbeterde overleving?
chirurgie Adjuvante
behandeling
Indicatie systemische behandeling primair
mammacarcinoom
• ” Event ” kans (recidief of 2e tumor) binnen 10 jr minimaal 25%
Én zal met behandeling afnemen met > 10%
• Kans op mortaliteit binnen 10 jr > 10%
én zal met behandeling afnemen met minimaal 3-5%
Landelijke richtlijn; www.oncoline.nl
13-6-2018
10
Inschatten winst adjuvante behandeling
www.predict.nhs.uk
Inschatten winst adjuvante behandeling
www.predict.nhs.uk
Chemotherapie weglaten?
• TailorX
• Plan B
• Mindact
T1-3,max 3LN
Disease burden of mBC
Signs and symptoms of mBC1 negatively impact patient QoL and work productivity2
mBC, metastatic breast cancer; QoL, quality of life
1. Cancer Research UK. Symptoms of secondary breast cancer. 2014.
http://www.cancerresearchuk.org/about-cancer/breast-cancer/advanced/symptoms. Accessed April
2017;
2. Cleeland CS, et al. Breast 2014;23:763–9; 3. Berman AT, et al. Clin Breast Can 2013;13:88–94.
41.1
22.4
7.3 7.3
0
10
20
30
40
50
Bone Lung Liver Brain
Pro
port
ion o
f patients
(%
)
Common metastatic sites3
Brain symptoms
Headaches, nausea, partial paralysis,
memory problems, behavioural
changes, eyesight problems
Swelling in the lymph nodes
Liver symptoms
Discomfort and pain, nausea,
anorexia, swollen abdomen,
jaundice
Lung symptoms
Cough, dyspnoea
Bone symptoms
Bone pain, fractures, signs of
hypercalcaemia (tiredness, nausea,
constipation, irritability, thirst, confusion)
General symptoms
Fatigue, anorexia
Gemetastaseerd mammacarcinoom
PI3
K
AK
T ER
GRB
2
P
P
P P
ER
Co
A
ER Co
A AP
1
P
Co
A
TFs
EREs
AP1/SP1
TFs-REs
P ER
S6K
I
SO
S Shc
Rb
E2F E2F
Gene transcription
Cyclin
D
CDK4/
6
P P P
P P
Cyclin
D
CDK4/
6
CDK4/6 inhibitors
P P
mTOR
Growth factor
receptor
Ra
s
Raf
ME
K
MAP
K
Estradi
ol
Established
Targets
Innovative
Therapeutic Targets
mTOR inhibitors Everolimus
Abemacicliba Ribocicliba Palbociclib
Estrogen receptor down-regulator Tamoxifen
PI3K inhibitors Alpelisiba Buparlisiba Taselisiba Estrogen receptor
downregulator Fulvestrant
Aromatase inhibitors Anastrozole Letrozole Exemestane
a Denotes agents not yet approved.
This list does not represent all therapies currently in development.
Anti-VEGF Bevacizumab
1. Osborne CK, et al. Annu Rev Med. 2011;62:233-247; 2. Yamamoto-Ibusuki M, et al. BMC Med. 2015;13:137.
Gemetastaseerd mammacarcinoom
• Hormonaal
+/-
• Targeted therapy
• Chemotherapie
Selecting the Optimal PositioN of CDK4/6 Inhibitors in
HR+ Advanced Breast Cancer: the SONIA trial”
(BOOG 2017-03)
13-6-2018
11
Stand van zaken - Coloncarcinoom
Periode Totaal
1990 7100
2000 9112
2010 12751
2015 15549
Periode Totaal
1990 3892
2000 4274
2010 5070
2014 4906
Incidentie Sterfte
Adjuvante behandeling CRC
50% lymphnode
negative
50% lymphnode
positive
50% cured without
chemotherapy
75% no
advantage
3300 patients !
25% relapse despite
chemotherapy 4400
11000 patients
8800 resection
Dept of Medical Oncology
Systemische behandeling coloncarcinoom Overleving gemetastaseerd coloncarcinoom
Dept of Medical Oncology
Toxiciteit Pt, 43 jaar VG:
2014 T3N2 coecumca wv OK + 8 kuren CAPOX
2014 Diagnose Lynch syndroom obv biopt (mutatie PMS1 + MLH1)
2015 T4N1M1 rectumca (levermeta’s) wv 5 x 5 Gy RTx, daarna irinotecan en
bevacizumab. KRASmut +.
2015-2016 Resectie levermetastasen / rectumca
2016: Opnieuw capox en irinotecan: geen respons en in oktober 2016: PD
13-6-2018
12
Een revolutie in de behandeling van kanker!
Microsatelliet instabiel CRC
MSI CRC:
10 – 100 x meer mutaties ten opzichte van MSS CRC
MSI tumoren:
prominente lymfocyt infiltraten
correlatie met immuunrespons
Tumortypen met klinisch goede respons op PD-1 blokkade hebben
hoog aantal somatische mutaties (melanoom & NSCLC);
NEJM 2015
• Pembrolizumab 10mg/kg q2wk
• N = 41 patients (pretreated)
– N = 11 MMR-deficient CRC (82% germline mt / Lynch)
– N = 21 MMR-proficient CRC
– N = 9 MMR-deficient non-CRC (44% germline mt)
In dMMR CRC patients
40% response and 90% clinical benefit
100% ≥ 2 and 45% had > 4 prior
therapies
Pt, 43 jaar VG:
2014 T3N2 coecumca wv OK + 8 kuren CAPOX
2014 Diagnose Lynch syndroom obv biopt (mutatie PMS1 + MLH1)
2015 T4N1M1 rectumca (levermeta’s) wv 5 x 5 Gy RTx, daarna irinotecan en
bevacizumab. KRASmut +.
2015-2016 Resectie levermetastasen / rectumca
2016: Opnieuw capox en irinotecan: geen respons en in oktober 2016: PD
TOTAL mutation load = 1089
13-6-2018
13
71 mm
16 mm 15 mm
70 mm
Bijwerkingen systemische behandeling
Casus mvr K, 77 jaar
• 2000: MST + SNP rechts ivm T1cNoM0 mammacarcinoom, gr 2, RTx;
• 2002: MST links ivm T1bN0M0 mamacarcinoom ER/PR 100%, RTx;
• 2012: ossale metastasen: anastrozol + APD;
• 2013: pijn, stijfheid gewrichten over op Letrozol;
• Veel bijwerkingen letrozol en oxycodon/morfine retard; follow up SD
• (11) 2015: hoofdpijn, black outs, braken MRI: leptomeningeale metastasen
• (28/12) 2015: start 1e lijn capecitabine monotherapie (2 dd 1800 mg oraal) en dexamethason
2 dd 4 mg;
• poli januari: acceptabele tolerantie capecitabine, mn klachten LM-metastasen
• 11-1 (14 dgn capecitabine), dochter belt:
pte is verzwakt, kan niet meer staan op de benen, diarree sinds 7/1, buikpijn, langer
bestaande urine-incontinentie.
SEH:
LO:
Matig ziek, HD stabiel, geen koorts. WHO 3. Loopt enkele stappen met begeleiding.
Lab: Hb 6,8 , T 66, L 4,8, CRP <2,5, Na 131, K 3,6, goede nierfunctie. CA-15,3: stabiel afgelopen tijd 50-60.
Conclusie:
• diarree, dd bij capecitabine toxiciteit (incl darmmucositis? Infectieus? • zwakte benen: bij dexamethasongebruik? LM-metastasen? Algeheel zwak bij 1?
• Trombopenie: capecitabine toxiciteit? Nu geen aanwijzing voor infectie.
Beleid: • Isolatie, rehydreren en KCl suppletie, capecitabine stop, observeren diarree, faeceskweken
• Icc neuroloog • Code NR/NB/NIC
Beloop:
• 13/1: krampen, diarree met helderrood rectaal bloedverlies. HD stabiel, Hb idem.
Controle Hb, pm indien recidiverend scopie;
• 14 +15/1: blijft klinisch matig. HD stabiel, koorts- (onder dexa).
Diarree afgenomen, vaster, geen RBV meer. FK: clostridium + norovirus negatief, uit
isolatie;
• Weekend 16/1:
bleek, grauw, RR niet te meten, tachycard en tachypnoeisch, geen koorts.
Mogelijk 1x melena. Geprikkelde buik.
Snel overleden.
Oorzaak overlijden?
• DPD-deficientie • Sepsis o.b.v infectieuze oorzaak (lage infectiewaarden bij opname) • Perforatie colon
13-6-2018
14
Bijwerkingen in de oncologie
1
2
3
Bijwerkingen immunotherapie:
Zeer divers!
Nieuwe klacht = bijwerking
immunotherapie tot tegendeel bewezen
Bijwerkingen immunotherapie
Veel voorkomend Ernstig/ levensbedreigend
Alarmsymptomen
Vermoeidheid (20%) Colitis Diarree, rectaal bloedverlies
Jeuk/rash (15%) Hepatitis Icterus
Misselijkheid/ minder eetlust (10-15%)
Hypofysistis Encephalitis
Hoofdpijn, verwardheid, visus
Spier- / gewrichtspijn (5-10%)
Pneumonitis Hoesten, kortademigheid
Hypo-/hyperthyreoïdie (10%)
Pericarditis Myocarditis
Pijn op de borst, tekenen van hartfalen
Koorts (5-10%) Guillain-Barré Myasthenia Gravis
Spierzwakte
Acute oncologie
• Neutropene koorts
• Dreigende dwarslesie
• Cardiovasculair
– Vena cava superior syndroom
– Pericarditis carcinomatosa
– Bloeding
– Trombose
• Mucositis
• Electrolytstoornissen
Evaluatie van de patiënt met neurologische uitval
Casus mw. de J, 61 jaar - januari 2018
VG: Diabetes mellitus type II; teen resectie rechter voet
A/ echtgenoot 1,5 jaar geleden overleden, sindsdien aan het "aanmodderen", 40 kg afgevallen
sinds november meer klachten van de rug en toen ook uitstraling naar de benen. Ging dan wel eens geheel naar de voet toe.
sinds december tramadol en fysiotherapie voor de pijn.
Heeft zich 5 dagen geleden verstapt op de trap en is toen gevallen op haar stuit. Sindsdien met name pijn in de rug en heupen, af en toe
spontaan urineverlies. Aandrang +, loze aandrang +. Laatste week geen ontlasting gehad.
Omdat mobiliseren niet goed meer ging afgelopen dagen vanwege de pijn en ze bang was om te vallen is ze vooral op bovenverdieping
gebleven. Hierdoor ook niet al haar medicatie genomen. Eten kreeg ze via buurvrouw. Omdat patiente nu een nieuw recept morfine wilde
heeft de huisarts haar beoordeeld en ingestuurd.
Evaluatie van de patiënt met neurologische uitval
Lichamelijk onderzoek
Bloeddruk 180/106, polsfrequentie 113, temperatuur 36,7 °C, ademhalingsfrequentie 16, SpO2 98 %.
Mammae: linkerborst harde palpabele laesie, rechterborst ulcerende laesie. Geen lnn palpabel axillair.
Neurologisch onderzoek op SEH
Helder bewustzijn, geen dysarthrie of afasie
HZ: normaal
Extr:
M: BE Barre -/- kracht 5/5 OE: intermitterend aanspannen, antalgisch beperkt, ondanks aansporen herhaaldelijk geen maximale kracht diffuus 4/4
C: TNP geen ataxie
S: in liezen bij vagina normale sensibiliteit, subjectief beide billen en anus hypesthesie, voelt wel maar is minder. Geleidelijk op de benen weer duidelijker aanwezig. Naar geheel distaal beide voeten weer afname
R: BE: laag symm OE: areflexie VZR bdz plantair
Lasegue: bdz bij 70 graden veel pijn, rechts eenmalig uitstraling naar de voet, verder voornamelijk in heupen aangegeven. Exo/endo rotatie beide heupen fors pijnlijk.
Verminderde anaalsfincter spanning, anaalreflex niet opwekbaar.
Urineretentie 600cc
13-6-2018
15
Aanvullend onderzoek
MRI-WK:
• Bekende diffuse multifocale lytische
metastasering in de gehele wervelkolom.
• Volledige aantasting van wervelcorpus Th3
zonder tekenen van dreigende inzakking.
• Volledige collaps van L1 met retropulsie en
absolute kanaalstenose ter hoogte van Th12-L1.
• Dreigende inzakking van Th12 en L4 tgv lytische
metastasering.
Aanvullend onderzoek
CT:
Tumor in linker en rechter borst
Axillaire lymfadenopathie
Ossale metastasen diffuus verspreid
Verdachte longnodus
PA mamma:
invasief ductaal adenocarcinoom
ER/PR/HER2 positief
Conclusie en Beleid
C/ partieel caudasyndroom tgv ossaal, pulmonaal en lymfogeen gemetastaseerd
mammacarcinoom,
ER 100% PR75% HER2 positief
B/
• Geen mogelijkheid tot stabiliserende interventie
• Dexamethason 2 dd 8 mg
• Radiotherapie
• Boomstamverpleging + corset
• start docetaxel, trastuzumab, pertuzumab
• Inventarisatie thuissituatie
Evaluatie van de patiënt met neutropene koorts
• Grondig lichamelijk onderzoek, dagelijks herhaald
– Inclusief huid en slijmvliezen
– Perianale inspectie
• Laboratorium onderzoek
• Kweken
– bloed, lijnen, urine, sputum
– 30% geen bron
• Beeldvorming
– X-thorax, CT-scan
Pathogenese neutropene koorts
• Direct effect van de chemotherapie op mucosa
– Mucositis gehele GI-tractus: translocatie bacteriën
• Obstructie afvloed door tumor of postoperatief
– Lymfe, gal, urine, bronchussecreet, GI
• Immuundeficiënties a.g.v. kanker
– Bv. MM, lymfoom
Pathogenen NK
• Bacteriën
– 25% bacteriëmie: vaak CNS of E. Faecium
• Schimmels
– RF: duur en ernst neutropenie, langdurig AB gebruik, aantal chemokuren
– Candida (gist): lijnen
– Aspergillus
• Virussen
– Herpes: reactivatie