SIDEKICK PC GEBRUIKERSHANDLEIDING...web services die gebruik maken van de nieuwste technieken voor...

CTI – SOFTWARE DEVELOPMENT GROUP

© 2010 Electrolux Italia S.p.A., Alle rechten voorbehouden 1

SidekickPC - Gebruikershandleiding (NL).pdf - datum: 02/04/2010

SIDEKICK PC

GEBRUIKERSHANDLEIDING

VERSIE 2.0




INHOUDSOPGAVE

1. INLEIDING ......................................................................................................................... 3

1.1. ACRONIEMEN EN AFKORTINGEN ....................................................................... 4 1.2. SYSTEEMEISEN ........................................................................................................ 5 1.3. AUTOMATISCHE SOFTWARE-INSTALLATIE .................................................... 6

1.3.1. Een andere installatiemap selecteren ........................................................................ 7 1.3.2. Driver Signature Enforcement uitschakelen in Windows Vista 64-bit versies ........ 8 1.3.3. Installatie van de USB drivers voor de Appliance Connection Kit ........................ 10 1.3.4. SidekickPC verwijderen ......................................................................................... 11 1.4. INITIALISATIE VAN DE SOFTWARE ................................................................. 12

1.4.1. Licentie activeren ................................................................................................... 12 1.4.2. Internet instellingen ................................................................................................ 14

1.4.3. Update dialoog ........................................................................................................ 15 1.4.4. Software Auto Update ............................................................................................ 18 1.4.5. Database Update ..................................................................................................... 19

2. HARDWARE VERBINDINGEN .................................................................................... 21

2.1. APPARAAT AANSLUITEN OP DE PC ................................................................. 21 2.2. HET APPARAAT LOSKOPPELEN VAN DE PC .................................................. 24

2.3. DE VERVANGENDE PRINTKAART AANSLUITEN OP DE PC ........................ 25 2.4. DE VERVANGENDE PRINTKAART LOSKOPPELEN VAN DE PC ................. 27

3. FUNCTIONALITEIT VAN DE SOFTWARE .............................................................. 28

3.1. SPARE BOARD INFORMATION ........................................................................... 31 3.2. START PAGINA ...................................................................................................... 34

3.3. CONFIGURATIE ...................................................................................................... 36 3.3.1. Menu-opties voor de configuratie........................................................................... 41

3.3.2. Extra informatie op het label afdrukken ................................................................. 45 3.4. IDENTIFICATIE....................................................................................................... 50 3.5. HISTORIE ................................................................................................................. 52

3.6. MONITOR................................................................................................................. 53 3.6.1. Troubleshooting Wizard ......................................................................................... 55

3.7. GRAFIEK .................................................................................................................. 58 3.8. DIGITALE I/O .......................................................................................................... 59 3.9. APPLIANCE INFORMATION ................................................................................ 60

4. BIJLAGE ........................................................................................................................... 64

4.1. HANDMATIGE SOFTWARE INSTALLATIE ....................................................... 64 4.1.1. SidekickPC Setup ................................................................................................... 64 4.1.2. Installatie van SQL Server Management Studio Express ....................................... 76

4.2. HET OPLOSSEN VAN INSTALLATIEPROBLEMEN .......................................... 79 4.2.1. Handmatige installatie van vereiste componenten ................................................. 79 4.2.2. SQL Server installatieproblemen ............................................................................ 79




1. INLEIDING

Sidekick Enterprise Solution is een standaard systeem, dat is ontwikkeld door de afdeling

Cross Technology and Innovation (CTI) van Electrolux voor de after sales support organisatie. Het

belangrijkste doel van dit systeem is de ondersteuning van servicetechnici in de buitendienst met een

handig hulpmiddel dat, samen met de juiste interface modules, de uitvoering van diagnostische

procedures en de configuratie van printkaarten vereenvoudigt.

Sidekick is een systeem voor het hele bedrijf en integreert de meest recente informatie over Electrolux

producten in een client software tool. Met de client software (SidekickPC) kunt u snel een diagnose

uitvoeren van apparaten en vervangende printkaarten maken. Dit is de gebruikershandleiding van

deze toepassing.

De uitwisseling van gegevens tussen de databases van het bedrijf en SidekickPC verloopt naadloos via

web services die gebruik maken van de nieuwste technieken voor snelle updates, verbeterd

gebruiksgemak en meer veiligheid.

Het gebruik van een computerondersteunde servicetool biedt vele voordelen, zoals:

1. de mogelijkheid om apparaten sneller en nauwkeuriger te diagnostiseren, waardoor voor de

oplossing van het probleem minder reserve-onderdelen nodig zijn en de behandelingstijd korter

is. Indien mogelijk zal SidekickPC het te testen apparaat identificeren, de interne status van de

elektronische controller inlezen en decoderen, en de noodzakelijke diagnostische procedures en

troubleshooting stappen uitvoeren;

2. de mogelijkheid om vervangende printkaarten te maken met "generieke printkaarten" en een

programmeer- en configuratieprocedure. Dankzij deze functie kunt u vervangende onderdelen

maken op dezelfde manier als de oorspronkelijk in de fabriek gemaakte onderdelen.




1.1. ACRONIEMEN EN AFKORTINGEN

AMI Appliance Mini Interface

ANC Article Number Code

ACK Appliance Connection Kit

BITS Background Intelligent Transfer Service

BMP Bitmap bestand

CCF Cycle Configuration File

CTI Cross Technology and Innovation

DNS Domain Name System

ELC Engineering Level Code

ESD Electrostatic Discharge

GIF Graphic Interchange Format

HTML Hyper Text Markup Language

IP Internet Protocol

JPG Grafisch bestandstype ontwikkeld door de Joint Photographic Experts

Group

LBL Bestandsextensie voor labels

MCF Machine Configuration File

MDAC Microsoft Data Access Components

MDI Multiple Document Interface

MMC Microsoft Management Console

PC Personal Computer

PNC Product Number Code

PNG Portable Network Graphics

Prog Progressive Insertion Number (volgnummer)

SKC Service Kit Code

SP1 Service Pack 1

SSE Service Support Europe

TCP Transmission Control Protocol

TDS Technical Documentation System

TIFF Tagged Image File Format

URL Uniform Resource Locator

USB Universal Serial Bus

WMI Windows Management Instrumentation

WSE Web Services Enhancements

http://www.thefreedictionary.com/Uniform+Resource+Locator




1.2. SYSTEEMEISEN

Voor SidekickPC is de volgende software vereist:

1. Microsoft Windows XP SP2 of Vista (met uitzondering van de Starter Edition). Zowel de

32-bit als de 64-bit versies van Windows XP en Windows Vista worden ondersteund.

2. Microsoft Windows Installer 3.1

3. MDAC 2.8

4. Microsoft .NET Framework 2.0

5. Microsoft WSE 3.0

6. Microsoft Internet Explorer 6.0 SP1 of hoger

7. Microsoft SQL Server 2005 Express Edition SP2 of SQL Server 2008 Express Edition. Dit

onderdeel is niet vereist als u al een andere editie van SQL Server 2005/2008 op uw PC

geïnstalleerd hebt.

Microsoft Internet Explorer 6.0 SP1 is vereist voor alle installaties van SQL Server 2005, omdat het

gebruikt wordt door Microsoft Management Console (MMC) en HTML Help. Een minimale

installatie van Internet Explorer volstaat en Internet Explorer hoeft ook niet de standaard browser te

zijn.

De automatische installatieprocedure van SidekickPC verzorgt een onbeheerde installatie van alle

benodigde software met behulp van standaard instellingen.

Tijdens de installatieprocedure wordt Microsoft SQL Server Express Edition 2005 SP2 alleen

geïnstalleerd als er geen bestaande installatie van SQL Server 2005 of SQL Server 2008 op de

computer wordt aangetroffen.

De detectie van al aanwezige SQL Server installaties gebeurt aan de hand van de Windows

Management Instrumentation (WMI) techniek. Als er tijdens de software installatieprocedure meer

dan één SQL Server installatie ontdekt wordt, dan wordt de eerste Express Edition geselecteerd die

WMI aangeeft of, als er geen Express Edition aanwezig is, de eerstgenoemde SQL Server installatie.

Als u voor SidekickPC installatie andere standaard parameters wilt gebruiken moet u de installatie

handmatig uitvoeren. Zie de bijlage voor meer informatie hierover.

Voor een volledige installatie van alle vereiste software moet de PC over minstens 15 GB vrije

schijfruimte beschikken.

Er is minimaal 512 MB RAM nodig (1 GB wordt sterk aanbevolen), terwijl de kloksnelheid van de

processor minimaal 1 GHz moet bedragen. Voor de installatie vanaf CD of DVD is een CD,

respectievelijk DVD station nodig.

Voor een optimaal gebruik van SidekickPC is een monitor vereist met een minimale resolutie van

1024x768 pixels. Een installatie op PC's met een schermresolutie van 1024x600 pixels is echter ook

mogelijk. In dat geval kunt u alle schermen van de gebruikersinterface oproepen via een verticale

scrollbalk.




1.3. AUTOMATISCHE SOFTWARE-INSTALLATIE

De automatische installatieprocedure staat in het opdrachtbestand AutoInstall.cmd. Het is een serie

opeenvolgende batchopdrachten, waarmee op basis van standaard instellingen alle benodigde software

componenten en het SidekickPC programma geïnstalleerd worden.

Om de software te installeren moet u inloggen als Administrator met volledige rechten.

De automatische software installatieprocedure installeert SidekickPC standaard in de map

C:\Electrolux\SidekickPC.

U hebt echter de mogelijkheid om de software in een andere map te plaatsen. Zie de volgende paragraaf als u de

standaard installatiemap wilt wijzigen.

Om te installeren:

1. Windows XP: dubbelklik het bestand AutoInstall.cmd.

2. Windows VISTA: rechter muisklik op het bestand AutoInstall.cmd en de optie "Als Administrator

uitvoeren" selecteren. Afhankelijk van de bestaande configuratie kan het besturingssysteem vragen om een

nadere autorisatie. Houd er rekening mee, dat u onder Microsoft Vista Autoinstall.cmd moet uitvoeren als

administrator, zelfs wanneer u al als administrator bent ingelogd.

Gebruikt u een 64-bit versie van Windows Vista, dan kunt in paragraaf 1.3.2 lezen hoe u de Driver Signature

Enforcement kunt uitschakelen, zodat u de USB drivers voor de apparaat interface module kunt installeren en

gebruiken.

Onthoud, dat deze installatieprocedure geen programma's installeert die al op uw computer geïnstalleerd zijn.

Bovendien worden met de automatische installatieprocedure een aantal bekende installatieproblemen van de

SQL Server 2005 software omzeild. Een van deze problemen wordt opgelost door het tijdelijk uitschakelen van

de netwerkverbinding tijdens de installatie van deze software. Er is dus niets aan de hand als er tijdens de

installatie meldingen op het scherm verschijnen met betrekking tot een "beperkte beschikbaarheid van het

netwerk". Een ander bekend installatieprobleem wordt opgelost door het verwijderen en opnieuw installeren van

de SQL Server 2005 Client Tools.

Nadat u de uitvoering hebt gestart van AutoInstall.cmd, wordt het welkomstscherm getoond:

Fig. 1. Automatische setup: welkom bij setup




Via CTRL+C kunt u de procedure afbreken.

Door het indrukken van een willekeurige andere toetsencombinatie wordt de automatische installatie gestart.

Afhankelijk van de configuratie van uw computer kan de installatieprocedure meerdere minuten in beslag

nemen.

Aan het einde van het automatische installatieproces krijgt u een lijst te zien van alle geïnstalleerde

programma's.

Fig. 2. Automatische setup: einde van de procedure

Het kan zijn, dat er tijdens de installatie iets mis gaat. Om u te helpen bij het oplossen van installatieproblemen

heeft Electrolux alle bekende installatieproblemen en bijbehorende oplossingen geïnventariseerd.

Oplossingen voor deze problemen vindt u hier:

http://sidekick.electrolux.com/SidekickPortal/UsersReservedArea/DownloadDetails.aspx?ContentID=Applicati

onNote3

Als de automatische installatieprocedure problemen oplevert moet u proberen SidekickPC handmatig te

installeren. In de bijlage vindt u informatie over de handmatige installatie.

1.3.1. Een andere installatiemap selecteren

Als u SidekickPC automatisch wilt installeren, maar niet in de standaard map

(C:\Electrolux\SidekickPC), kunt u het bestand AutoInstall.cmd openen met een willekeurige teksteditor

(zoals Notepad) en de volgende regel wijzigen:

SET SK_DIR=C:\Electrolux\SidekickPC

U moet voor de variabele SK_DIR het volledige pad naar de gewenste map opgeven. Als u bijvoorbeeld de

software in plaats van op de C:\ schijf wilt installeren op de D:\ schijf, kunt u de regel als volgt wijzigen:

SET SK_DIR=D:\Electrolux\SidekickPC




Vervolgens het bestand opslaan en de editor sluiten. Voer tenslotte het aangepaste AutoInstall.cmd bestand

uit, zoals dat in de vorige paragraaf is beschreven.

Zorg er voor, dat aan SK_DIR een geldige mapnaam is toegewezen.

Bovendien moet u er rekening mee houden, dat u SidekickPC niet kunt installeren in een van de volgende,

speciale mappen:

1. Programmabestanden: dit is de map die gewoonlijk applicaties bevat. In de Engelse versie van het

besturingssysteem is dit de map C:\Program Files;

2. Gemeenschappelijke toepassingsgegevens: dit is de map voor gemeenschappelijke

toepassingsgegevens. In de Engelse versie van het besturingssysteem is dit de map C:\Documents and

Settings\All Users\Application Data;

3. Systeem: dit is de map met systeembestanden. In de Engelse versie van het besturingssysteem is dit de

map C:\Windows\System32.

De installatieprocedure is zo opgezet, dat u SidekickPC niet in de map Programmabestanden kunt installeren

om functionele problemen te voorkomen onder MS-Vista als u het programma gebruikt in een account met

beperkte gebruikersrechten. In dat geval kan door de “Virtual Store” functie in MS-Vista het programma niet

correct werken.

1.3.2. Driver Signature Enforcement uitschakelen in Windows Vista 64-bit versies

Als u de automatische installatieprocedure uitvoert voor een 64-bit versie van Windows Vista, krijgt u

aan het eind van het installatieproces de volgende melding:

Fig. 3. Automatische setup: einde van de procedure in Vista 64-bit

In de 64-bit versie van Windows Vista (x64 editie), accepteert Microsoft alleen kernelsoftware, zoals

drivers voor apparatuur, filter drivers en services met Kernel Mode Code Signing (KMCS), vooral binaire

drivers die bij het opstarten van de PC ("boot start drivers") geladen worden en voorzien moeten zijn van een

digitale handtekening.




De USB drivers voor de Electrolux apparaat interface modules bevatten geen digitale handtekening,

alhoewel zij de testen voor de verkrijging ervan met succes doorlopen hebben. Het gevolg is, dat u deze drivers

normaal gesproken niet in 64-bit versies van Windows Vista kunt installeren.

Om drivers zonder digitale handtekening te kunnen gebruiken moet u daarom tijdens het opstarten van

de PC de Driver Signature Enforcement uitschakelen.

Een manier om de Driver Signature Enforcement uit te schakelen is door meteen bij het begin van het

opstarten van het Windows Vista systeem op F8 te drukken en vervolgens Disable Driver Signature

Enforcement te selecteren in het menu “Advanced Boot Options”. Deze selectie geldt echter alleen voor de

actuele sessie. Anders gezegd: steeds wanneer u de PC opstart moet u dit elke keer weer opnieuw doen (op F8

drukken om de controle van de digitale handtekening uit te schakelen).

Met het hulpprogramma “ReadyDriver Plus” kunt u deze functie tijdens het opstarten automatisch

uitschakelen. U kunt het installeren met het programma "SetupReadyDriverPlus.exe", dat u kunt vinden in de

map “\USB Drivers\ReadyDriver Plus” van het installatiepakket.

U hoeft dit hulpprogramma maar één keer te installeren. Dat betekent, dat wanneer u SidekickPC zou

installeren, verwijderen en opnieuw installeren, u ReadyDriver Plus niet voor een tweede keer hoeft te

installeren.

Wij raden u aan te kiezen voor alle standaard opties in het installatieprogramma. De enige optie die u

mogelijk moet aanpassen is het aantal toetsaanslagen dat nodig is om naar de Vista regel te gaan van de

standaard selectie in het boot loader menu:

Fig. 4. ReadyDriver Plus setup: aantal toetsaanslagen

U moet bovenstaande standaardwaarde alleen wijzigen als u een multiboot configuratie hebt. In dat

geval kunt u de ReadyDriver Plus informatie raadplegen die u op internet kunt vinden.

Nadat u dit hulpprogramma geïnstaleerd hebt, moet u de PC opnieuw opstarten.




1.3.3. Installatie van de USB drivers voor de Appliance Connection Kit

Nadat de installatie van SidekickPC voltooid is en voordat u het administrator account verlaat, moet u

ook nog: de USB drivers installeren voor de Appliance Connection Kit.

Om deze stap uit te kunnen voeren moet u beschikken over een Appliance Connection Kit (ACK) die u van

Service Support Europe (SSE) gekregen moet hebben. Sluit met de meegeleverde USB kabel de interface

module aan op de PC. Het besturingssysteem stelt vast, dat dit de eerste keer is dat u het apparaat aansluit op de

PC en zal u vragen de drivers te installeren.

Tijdens de installatie van SidekickPC worden de drivers vanuit de installatiemap naar de map USB Drivers op

de vaste schijf gekopieerd. De standaardmap voor de drivers is:

C:\Electrolux\SidekickPC\USB Drivers

Gedetailleerde instructies voor de setup van de USB drivers vindt u in de handleiding “Appliance Interface

Modules USB Setup v 3.0” die wordt geïnstalleerd tijdens de setup van SidekickPC.

Houdt er rekening mee, dat de volgorde van de handelingen die nodig zijn voor de installatie van de USB

drivers zeer verschillend kan zijn en afhangt van het gebruikte besturingssysteem en de configuratie van uw PC.




1.3.4. SidekickPC verwijderen

Het kan zijn, dat u op een bepaald moment de toepassing van uw PC wilt verwijderen. Verwijderen

kan, net als elke andere Windows toepassing, met behulp van Programma's toevoegen/verwijderen in het

Configuratiescherm.

Fig. 5. Verwijderen van de SidekickPC toepassing

Om de software te verwijderen moet u inloggen als Administrator met volledige rechten.

Tijdens de verwijderingsprocedure voor SidekickPC wordt u gevraagd of u ook de lokale SQL Server database

wilt verwijderen. Houd er rekening mee, dat onder Vista het dialoogvenster, waarin u gevraagd wordt om de

database al dan niet te verwijderen, zich achter andere vensters kan bevinden: het lijkt alsof de

verwijderingsprocedure "vastgelopen" is. Is dat het geval, controleer dan of het dialoogvenster aanwezig is en

kies “Yes” of “No” om verder te gaan.




1.4. INITIALISATIE VAN DE SOFTWARE

1.4.1. Licentie activeren

Nadat u met succes het programma en de USB drivers geïnstaleerd hebt, kunt u uitloggen als

Administrator en weer inloggen als normale gebruiker. Hoe dan ook, wanneer u SidekickPC voor de

eerste keer gebruikt, moet u eerst de software licentie activeren. Denk er aan, dat uw PC over een

internetverbinding moet beschikken om de software licentie te kunnen activeren.

De eerste keer, dat u de software start, krijgt u deze melding te zien:

Fig. 6. Verzoek om activering van de licentie

Nadat u op de knop OK hebt gedrukt moet u eerst een paar configuratiestappen uitvoeren voor de

software:

Taal (optioneel)

Internet instellingen (verplicht als uw PC geen directe internetverbinding heeft)

Licentie activeren (verplicht)

U kunt kiezen voor een andere taal dan Engels. In dat geval gebruikt u het dialoogvenster dat u

selecteert via de regel Taal in het menu Opties.

Als uw PC geen directe internetverbinding heeft moet u de juiste internet instellingen selecteren.

Hiervoor selecteert u de regel Internet instellingen in het menu Opdrachten. Meer gedetailleerde

informatie hierover vindt u in de desbetreffende sectie verderop in dit hoofdstuk.

Tenslotte moet u de software licentie activeren met behulp van de Licentie Manager. Hiervoor

selecteert u de regel Licentie Manager in het menu Opdrachten. Meestal hoeft u alleen maar het

License Nummer op te geven (als u dat nog niet eerder hebt opgegeven tijdens een handmatige

installatie) en op Internet Activate te klikken:





Nadat u op de knop Internet Activate hebt geklikt, krijgt u de volgende melding:


Klik op OK en het venster Licence Manager wordt gesloten.

Via Internet De-activate kunt u de licentie van uw PC verwijderen. Als de licentie van een PC

verwijderd is, kunt u hem opnieuw activeren op een andere PC.




1.4.2. Internet instellingen

Als er iets fout gaat met de internetverbinding, controleer dan of uw internetverbinding echt werkt

en ook de proxy instellingen die u kunt oproepen via Opdrachten >> Internet instellingen:

Fig. 9. Internet instellingen

Soms zijn verkeerde proxy instellingen de reden waarom het activeren van de licentie via internet niet

werkt of de lokale database niet geüpdate kan worden. Tijdens de installatie wordt standaard gekozen

voor de optie “Gebruik standaard proxy instellingen”. In bepaalde gevallen werkt deze optie niet en

moet u de proxy configuratie zelf instellen.

Via Verbindingsinstellingen kunt u instellen op welke manier uw internetverbinding is opgezet. U

kunt kiezen uit de volgende mogelijkheden:

1. Directe verbinding (gebruik geen proxy): kies deze optie als uw PC een directe

internetverbinding heeft;

2. Gebruik standaard proxy instellingen: gebruik de instellingen die u hebt opgegeven in de

webbrowser Internet Explorer (als u deze op uw PC hebt geïnstalleerd). Als de proxy die u

gebruikt verificatie vereist (gebruikersnaam en password) kunt u deze optie niet gebruiken,

maar moet u uw identificatiegegevens opgeven via de optie “Gebruik de volgende proxy

instellingen”;

3. Gebruik de volgende proxy instellingen: gebruik deze optie om uw proxy instellingen in te

voeren. Als u gebruik maakt van deze optie, moet u het onderdeel Proxy Instellingen

invullen. In het veld HTTP Proxy kunt u de DNS naam of het IP adres van uw proxy

invoeren. De standaard TCP poort voor de proxy is 80. U kunt een andere poort opgeven door

na de DNS naam (of het IP adres) een komma te plaatsen en vervolgens het gewenste

poortnummer. Als uw proxy verificatie vereist, moet u ook de velden GebruikersNaam,

Password en Domein invullen.




1.4.3. Update dialoog

Via de Update dialoog en een verbinding met de webserver op het internet kunt u de lokale

database en uw software updaten. U kunt deze dialoog starten via het menu Opdrachten >> Update.

De update van de lokale database is heel eenvoudig en wordt uitgevoerd via de communicatie van

SidekickPC met een webserver op het internet, die informatie van de centrale Sidekick database van

Electrolux kopieert naar uw PC.

De software is volledig afhankelijk van de inhoud van de lokale database. U kunt de software niet

gebruiken als de lokale database leeg is. Daarom moet u, voordat u SidekickPC voor de eerste keer

gebruikt, eerst een volledige database update uitvoeren.

De automatische updates van de software zijn mogelijk door de interactie van de toepassing met een

website die een speciale sectie bevat waar software updates gepubliceerd worden.

Elke update bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat die u nodig hebt om uw lokale

installatie van SidekickPC te kunnen updaten. Het systeem downloadt dit bestand eerst naar uw PC,

pakt het uit en voert de update van de software uit. Voor het downloaden van het updatebestand voor

de software wordt gebruik gemaakt van een Microsoft techniek die Background Intelligent Transfer

Service (BITS) genoemd wordt.

Zowel de update van de database als de software wordt gestart door te klikken op Start update. Elke

keer dat u dit doet controleert SidekickPC automatisch of er software updates beschikbaar zijn, voordat

begonnen wordt aan de update van de database.

Fig. 10. Update dialoog




Via Externe Web Service kunt u de verbindingsopties kiezen voor de webservice:

1. Service URL: het intranet- of internetadres van de webservice. Afhankelijk van de

specifieke situatie kunt u een van de volgend URL's gebruiken:

a. http://sidekick.int.electrolux.com/SidekickService2/SidekickService.asmx

b. http://sidekick.electrolux.com/SidekickService2/SidekickService.asmx

Adressen die “int.electrolux” bevatten zijn alleen zichtbaar binnen het Electrolux netwerk

of via de Access Manager (intranet). Electrolux kan in de toekomst een of meer van de

bovengenoemde URL's veranderen of verwijderen. Daarom moet u Service Support

Europe vragen welk adres voor uw situatie van toepassing is;

2. Via GebruikersNaam en Password kunt u uw persoonlijke inloggegevens invoeren om

toegang te krijgen tot de webservice. Gebruik de gebruikersnaam en het password, dat u

via e-mail ontvangen hebt na de activering van uw licentie. U kunt dezelfde inloggegevens

gebruiken voor toegang tot de beveiligde pagina's van de Sidekick web portal die,

afhankelijk van de situatie, mogelijk is op een van de volgende adressen:

a. http://sidekick.int.electrolux.com/SidekickPortal

b. https://sidekick.int.electrolux.com/SidekickPortal

c. http://sidekick.electrolux.com/SidekickPortal

d. https://sidekick.electrolux.com/SidekickPortal

Voor de URL's van de Sidekick web portal gelden dezelfde opmerkingen als voor de

URL's van de webservice;

3. Verbinding timeout: met deze optie kunt u de maximale responstijd in seconden aangeven

voor de webservice. Als uw internetverbinding heel traag is en u tijdens updates een

timeout error krijgt, kunt u deze waarde verhogen en het opnieuw proberen;

4. Met Test verbinding kunt u verbinding maken met de webservice en controleren of u de

juiste instellingen hebt opgegeven.

Met de handmatige installatieprocedure, die beschreven wordt in de bijlage, kunt u alle in deze sectie

genoemde opties zelf instellen. Bij de automatische installatie worden de standaard instellingen

gebruikt, die u zo nodig later nog kunt wijzigen. In ieder geval moet u echter uw persoonlijke

inlogggevens invoeren om toegang te krijgen tot de webservice: GebruikersNaam en Password.

Bij het onderdeel Software Auto Update kunt u het internetadres opgeven van de webportal, dat de

automatische software updates levert:

1. Update URL: het intranet- of internetadres van de webportal. Afhankelijk van de

specifieke situatie kunt u een van de volgend URL's gebruiken:

a. http://sidekick.int.electrolux.com/SidekickPortal/Media/SidekickPCUpgrade/manifest.xml

b. https://sidekick.int.electrolux.com/SidekickPortal/Media/SidekickPCUpgrade/manifest.xml

c. http://sidekick.electrolux.com/SidekickPortal/Media/SidekickPCUpgrade/manifest.xml

d. https://sidekick.electrolux.com/SidekickPortal/Media/SidekickPCUpgrade/manifest.xml

http://sidekick.int.electrolux.com/SidekickService2/SidekickService.asmx

http://sidekick.electrolux.com/SidekickService2/SidekickService.asmx

http://sidekick.int.electrolux.com/SidekickPortal

https://sidekick.int.electrolux.com/SidekickPortal

http://sidekick.electrolux.com/SidekickPortal

https://sidekick.electrolux.com/SidekickPortal

http://sidekick.int.electrolux.com/SidekickPortal/Media/SidekickPCUpgrade/manifest.xml

https://sidekick.int.electrolux.com/SidekickPortal/Media/SidekickPCUpgrade/manifest.xml

http://sidekick.electrolux.com/SidekickPortal/Media/SidekickPCUpgrade/manifest.xml

https://sidekick.electrolux.com/SidekickPortal/Media/SidekickPCUpgrade/manifest.xml




Adressen die “int.electrolux” bevatten zijn alleen zichtbaar binnen het Electrolux netwerk

of via de Access Manager (intranet). Electrolux kan in de toekomst een of meer van de

bovengenoemde URL's veranderen of verwijderen. Daarom moet u Service Support

Europe vragen welk adres voor uw situatie van toepassing is;

2. met Test connection kunt u verbinding maken met de webportal en controleren of u het

juiste internetadres opgegeven hebt.

In de sectie Lokale Database kunt u de verbindingsopties instellen voor de lokale SQL Server database:

1. SQL Server: de naam van de SQL Server, die uw lokale database bevat. Standaard is de naam

(local)\SQLEXPRESS. U hoeft tijdens de installatie de naam van de server alleen te selecteren als

u de handmatige installatieprocedure volgt die beschreven is in de bijlage van dit document;

2. Database: de naam van de lokale Sidekick database. SidekickPC is de standaard naam van de

database. U hoeft tijdens de installatie de naam van de database alleen maar op te geven als u de

handmatige installatieprocedure volgt die beschreven is in de bijlage van dit document;

3. Met de optie Gebruik Windows NT integrated security kunt u de toegang tot de database regelen

via de geïntegreerde beveiliging van het besturingssysteem;

4. met de optie Gebruik SQL Server gebruikersnaam en password regelt u de toegang tot de

database via specifieke inloggegevens. Dit is de standaard manier voor toegang tot de database.

Via de velden GebruikersNaam en Password kunt u uw persoonlijke inloggegevens invoeren om

toegang te krijgen tot de database. U hoeft tijdens de installatie de gebruikersnaam en het password

voor toegang tot de lokale database alleen maar op te geven als u de handmatige

installatieprocedure volgt die beschreven is in de bijlage van dit document;

5. met Verbinding timeout en Commando timeout legt u voor de lokale databasebewerkingen de

timeout vast (in seconden) voor de verbinding en de uitvoeringsopdrachten. Normaal gesproken

hoeft u deze instellingen niet te wijzigen;

6. Met Test verbinding kunt u verbinding maken met de database en controleren of u de juiste

instellingen hebt opgegeven.

Bij het onderdeel Instellingen kunt u het type update opgeven en tevens de datum en tijd van de laatste update

zien.

1. Volledige update: gebruik deze optie als u een volledige update van de lokale database wilt

uitvoeren. In dit geval worden alle lokale gegevens (voor zover aanwezig) verwijderd, voordat er

een volledige kopie van de externe database naar de lokale database wordt gestuurd. De volledige

update omvat alle Electrolux apparaatmodellen (PNC's) die door SidekickPC ondersteund

worden. Een volledige update is verplicht voordat u (na de setup) de software voor de eerste keer

gebruikt:

2. Incrementele update: gebruik deze optie als u alleen de nieuwe records van de externe database

wilt downloaden. Dit is de gebruikelijke update na de initiële installatie van de database. De

incrementele update omvat alle Electrolux apparaatmodellen (PNC's) die door SidekickPC

ondersteund worden;




3. PNC update: gebruik deze optie als u alleen de nieuwe records van de externe database

wilt downloaden die betrekking hebben op een bepaalde set PNC's. Bij PNC Lijst kunt u

een lijst opgeven van (maximaal 20) PNC's waarvoor u belangstelling hebt. De PNC lijst

is een opsomming van door komma's gescheiden PNC's. Een PNC (Part Number Code)

is een numerieke code van 9 cijfers die een bepaald apparaatmodel van Electrolux

identificeert. In de PNC Lijst moet u geen ELC (Engineering Level Code) invoeren: door

het downloaden van de gegevens van een bepaalde PNC krijgt u automatisch een update

van alle gerelateerde ELC's. Als scheidingsteken kunt u in plaats van een komma ook

een puntkomma (;), verbindingsstreepje (-) of schuine streep (/) gebruiken. Een

voorbeeld van een geldige PNC lijst is: 914791101,913101218,914521544;

4. Bij datum laatste update [datum webserver] ziet u de datum en tijd van de laatste

volledige of incrementele update. Denk er aan, dat dit de datum van de server is en niet

de datum van uw lokale PC. Onthoud ook, dat de PNC update deze datum/tijd informatie

niet wijzigt;

5. De optie Activeer log maakt tijdens het updateproces een logbestand aan. Deze optie is

nuttig als hulp bij het oplossen van mogelijke update problemen.

Met de knop Start update start u de automatische update van de software en de update van de lokale

database.

1.4.4. Software Auto Update

Steeds wanneer u op de knop Start update klikt, controleert het programma of er een software

update beschikbaar is.

Is dat niet het geval, dan gaat het proces verder met de update van de lokale database. Als er wel een

update beschikbaar is, dan krijgt u een dialoogvenster te zien met een korte omschrijving van de

upgrade:

Fig. 11. Melding van een optionele software update

Als de update verplicht is, zal het programma aangeven dat de update wordt uitgevoerd voordat verder

gegaan wordt met de update van de lokale database. Als de update echter optioneel is, kunt u deze

overslaan en direct de database update starten.

Door op de Yes knop te drukken start u de download van de updatebestanden. In het Update

dialoogvenster ziet u tijdens de download van het updatebestand een voortgangsbalk en enkele

meldingen die de status van het proces aangeven.




Als de download klaar is krijgt u de melding, dat de toepassing opnieuw gestart moet worden om de

wijzigingen te verwerken.

Fig. 12. Einde download van de software update

Door op OK te drukken start u de feitelijke update van de software. Het ZIP archief met de bestanden

die u gedownload heeft wordt uitgepakt en, na een back-up van de bestaande applicatiebestanden,

worden de huidige applicatiebestanden vervangen door de nieuwe. Verder is het mogelijk dat met de

software upgrade ook veranderingen worden aangebracht in de configuratieparameters en/of de

structuur van de lokale database.

Terwijl het systeem de software upgrade uitvoert krijgt u informatie via een dialoogvenster. Zodra het

proces voltooid is moet u op OK klikken in het dialoogvenster SidekickPC Software Upgrade:

Fig. 13. Einde van de software update toepassing

Nadat u op OK geklikt hebt, wordt SidekickPC opnieuw gestart.

Als er tijdens de upgrade van de software fouten optreden zal het systeem alle wijzigingen ongedaan maken.

1.4.5. Database Update

De update van de lokale database begint wanneer u op Start update klikt en er geen software update

beschikbaar is, of u besloten hebt tot het overslaan van een update die niet verplicht is.

Afhankelijk van uw update opties en de snelheid van de internetverbinding kan het update proces veel tijd in

beslag nemen. Tijdens de update geven een voortgangsbalk en enkele meldingen de status van het update

proces aan. De update vindt plaats met een lokale database transactie. Dit betekent, dat als u op Onderbreek

update klikt of er fouten optreden tijdens de update, alle wijzigingen in de lokale gegevens ongedaan gemaakt




worden en de lokale gegevens ongewijzigd blijven. De lokale gegevens worden alleen gewijzigd aan het einde

van de update, als er geen fouten optreden.

Als u klikt op Onderbreek update wordt de update procedure afgebroken.

Met de OK knop sluit u het dialoogvenster en worden de door u gewijzigde instellingen opgeslagen.

Met de knop Onderbreken sluit u het dialoogvenster zonder de door u gewijzigde instellingen op te slaan.

Zoals hiervoor aangegeven, moet u, voordat u SidekickPC voor de eerste keer gebruikt, eerst een volledige

update uitvoeren.

Klik op de knoppen Test verbinding om de verbindingen te controleren met de externe webservice en de lokale

database. Selecteer indien nodig de optie Volledige update en klik op Start update. U moet dan

terugmeldingen krijgen die de voortgang van het proces aangegeven. De eerste keer, dat een volledige update

uitgevoerd wordt, kan dat meerdere minuten of zelfs uren duren, dus er wordt enig geduld van u gevraagd. Aan

het einde moet u een gereedmelding zien:

Fig. 14. Update dialoog: Update gereed

Klik op OK en u kunt aan de slag met het programma.




2. HARDWARE VERBINDINGEN

Dit hoofdstuk bevat informatie over het correct maken en beëindigen van verbindingen tussen

het Sidekick systeem en een te testen apparaat of te configureren printkaart.

2.1. APPARAAT AANSLUITEN OP DE PC

VOORZICHTIG! Om het risico van een elektrische schok te vermijden

moet de Appliance Connection Kit alleen door daarvoor opgeleid

personeel geïnstalleerd en gebruikt worden. De aanluitingen mogen

alleen gemaakt worden als het apparaat uit staat en, indien mogelijk,

niet gekoppeld is aan de stroomvoorziening. Ook de adapter module

moet uit staan.

Als de Appliance Connection Kit gebruik maakt van de USB interface van

uw PC, let er dan op, dat u altijd een volledig afgeschermde High-Speed

USB 2.0 kabel gebruikt. Dit type USB kabel levert een betrouwbare

communicatieverbinding tussen de PC en het apparaat.

Als u een apparaat wilt diagnostiseren of de configuratie van de printkaart wilt wijzigen, moet u het

apparaat aansluiten op de PC. Om het apparaat op de PC aan te sluiten maakt u de volgende stappen:

Zet de interface module uit (als deze een eigen stroomvoorziening heeft).

Koppel zo nodig de interface module los van de PC (de RS-232 kabel of USB kabel

loskoppelen).

Zet het apparaat uit en haal, indien mogelijk, de stekker uit het stopcontact.

Belangrijk: wacht minstens 5 seconden VOORDAT u de printkaart of de interfacekabel

aanraakt om schade te voorkomen ten gevolge van elektrostatische ontlading (ESD).

Open de behuizing van het apparaat om bij de connector van de printkaart te kunnen komen.

Bijvoorbeeld bij de meeste wasmachines: verwijder aan de achterkant van het apparaat de 2

schroeven van de achterplaat.




Fig. 15. Achteraanzicht van het apparaat

Voorbeeld van standaard wasmachine: schuif het bovenblad naar achter en verwijder (indien

nodig) de plastic afscherming van de printkaart met de plastic dopjes die aan elk einde zitten.

Bij sommige apparaattypes hoeft u alleen maar het plastic kapje te openen, dat de interface

connector op de printkaart beschermt.

Sluit de adapter module met de interfacekabel aan op het apparaat zoals te zien is in de

volgende foto.

Fig. 16. Apparaat met aangesloten adapter

Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat aan.

Zet de adapter module aan (als deze een eigen stroomvoorziening heeft).




Sluit de adapter module aan op de PC met een modem kabel (voor de RS-232 interface) of een

USB kabel.

Fig. 17. Achteraanzicht laptop PC

Start de SidekickPC software.

De bovengenoemde werkwijze garandeert de veiligheid van de gebruiker en vermindert het risico op

schade ten gevolge van elektrostatische ladingen. Ook wordt de opslag voorkomen van het alarm

FREQUENCY OF APPLIANCE INCORRECT (EH1 or EB1 in Fabric Care appliances), dat wordt

gegeven als de printkaart gevoed wordt door de interface module in plaats van de netvoeding (230

VAC).

ZEER BELANGRIJKE OPMERKING!

Omdat de interface module de printkaart van stroom kan voorzien, zelfs

als het apparaat niet op de netvoeding is aangesloten, kan het apparaat

vals alarm geven als de adapter eerst wordt aangezet en dan pas het

apparaat.

Daarom moet u ALTIJD eerst het te testen apparaat aanzetten, VOORDAT

u de adapter aanzet en deze aansluit op de PC.

Omgekeerd moet u ALTIJD eerst de adapter uitzetten en loskoppelen van

de PC, VOORDAT u het te testen apparaat uitzet.




2.2. HET APPARAAT LOSKOPPELEN VAN DE PC

Maak de volgende stappen om de PC los te koppelen van het apparaat:

Haal de USB kabel uit de aansluiting van de PC.

Zet het apparaat uit en haal, indien mogelijk, de stekker uit het stopcontact.

Belangrijk: na het uitschakelen van het apparaat minstens 5 seconden wachten VOORDAT u

de printkaart of de interfacekabel aanraakt om schade te voorkomen ten gevolge van

elektrostatische ontlading (ESD).

Maak de interfacekabel van de adapter module los van de printkaart.

De bovengenoemde werkwijze garandeert de veiligheid van de gebruiker en vermindert het risico op

schade ten gevolge van elektrostatische ladingen. Ook wordt de opslag voorkomen van het alarm

FREQUENCY OF APPLIANCE INCORRECT (EH1 or EB1 in Fabric Care appliances), dat wordt

gegeven als de printkaart gevoed wordt door de interface module in plaats van de netvoeding (230

VAC).




2.3. DE VERVANGENDE PRINTKAART AANSLUITEN OP DE PC

VOORZICHTIG!

Om het risico van een elektrische schok te vermijden moet de Appliance

Connection Kit alleen door daarvoor opgeleid personeel geïnstalleerd en

gebruikt worden. U mag een reserve printkaart NOOIT inschakelen met

behulp van netvoeding (230VAC) als hij niet in het apparaat

geïnstalleerd is.

De adapter interface module levert tijdens de configuratieprocedure de

benodigde voeding voor de printkaart, zonder dat daarvoor netvoeding

nodig is.

Voordat u aan de slag gaat met een printkaart, moet u eerst een geaard

en geleidend voorwerp aanraken om een mogelijke elektrostatische

lading van uw lichaam weg te leiden.

Bovendien moet u, wanneer de printkaart onder spanning staat of

tijdens de download van het configuratieprogramma, nooit de printkaart

of de interface connector van de adapter module aanraken. Deze

voorzorgsmaatregelen verminderen het risico op schade aan de

printkaart door elektrostatische ontlading.

Als u voor een bepaald apparaat een vervangende printkaart wilt maken, moet u het naked board aan

de PC koppelen voor de configuratie. Om de printkaart op de PC aan te sluiten maakt u de volgende

stappen:

Zet de interface module uit (als deze een eigen stroomvoorziening heeft).




Sluit de adapter module met de interfacekabel aan op de printkaart zoals te zien is op de

volgende foto.

Fig. 18. Kabel van het apparaat aangesloten op de printkaart

Sluit de adapter module aan op de PC met een modem kabel (voor de RS-232 interface) of een

USB kabel en zet de adapter module aan. Hierdoor wordt ook de vervangende printkaart

ingeschakeld.

ZEER BELANGRIJKE OPMERKINGEN!

Het kan zijn dat u een onderbroken toon hoort wanneer de vervangende

printkaart door de adapter wordt ingeschakeld. Deze toon is een vals

alarm dat door de printkaart wordt gegeven, omdat deze nog niet in het

apparaat geïnstalleerd is.

Als u een apparaat opnieuw geconfigureerd of de printkaart vervangen

hebt, kan het zijn, dat het apparaat, als het weer voor het eerst wordt

ingeschakeld, automatisch begint met de elektrische test (de elektrische

test wordt alleen in de fabriek gebruikt aan het einde van de

assemblagelijn). Zet het apparaat aan en uit om het weer in de normale

modus te zetten.




2.4. DE VERVANGENDE PRINTKAART LOSKOPPELEN VAN DE PC

VOORZICHTIG!

Om het risico van een elektrische schok te vermijden moet de Appliance

Connection Kit alleen door daarvoor opgeleid personeel geïnstalleerd en

gebruikt worden. U mag een reserve printkaart NOOIT inschakelen met

behulp van netvoeding (230VAC) als hij niet in het apparaat

geïnstalleerd is.

De adapter interface module levert tijdens de configuratieprocedure de

benodigde voeding voor de printkaart, zonder dat daarvoor netvoeding

nodig is.

Voordat u aan de slag gaat met een printkaart, moet u eerst een geaard

en geleidend voorwerp aanraken om een mogelijke elektrostatische

lading van uw lichaam weg te leiden.

Bovendien moet u, wanneer de printkaart onder spanning staat of

tijdens de download van het configuratieprogramma, nooit de printkaart

of de interface connector van de adapter module aanraken. Deze

voorzorgsmaatregelen verminderen het risico op schade aan de

printkaart door elektrostatische ontlading.

Maak de volgende stappen om de PC los te koppelen van de vervangende printkaart:

Haal de USB kabel uit de aansluiting van de PC.

Belangrijk: wacht minstens 5 seconden VOORDAT u de printkaart of de interfacekabel

aanraakt om schade te voorkomen ten gevolge van elektrostatische ontlading (ESD).

Maak de interfacekabel van de adapter module los van de printkaart.




3. FUNCTIONALITEIT VAN DE SOFTWARE

Dit hoofdstuk behandelt de functies van de SidekickPC utility. Het programma bestaat uit een

hoofdvenster, waarin alle andere functionele vensters (pagina's) zijn ondergebracht. Het hoofdvenster

volgt de Multiple Document Interface (MDI) aanpak. Met MDI kunnen tijdens de diagnostische

procedure vele vensters gelijktijdig geopend zijn.

De volgende afbeelding geeft de hoofdpagina weer:

Fig. 19. Hoofdpagina

De hoofdpagina bevat een menubalk, die net onder de titelbalk is geplaatst. De menubalk bevat de

volgende menu-items: Bestand, Opties, Opdrachten, Venster, Utility en Help.

Via Start Pagina in het menu Bestand opent u de Start Pagina.

Door in het menu Bestand Afsluiten te selecteren wordt het programma afgesloten.




De menuregel Communicatie in het menu Opties opent het dialoogvenster

Verbindingsinstellingen , waar u de maximale communicatiesnelheid kunt vastleggen voor de

verbinding met het apparaat of de printkaart:

Fig. 20. Verbindingsinstellingen

Normaal gesproken hoeft u de instellingen in dit dialoogvenster niet te wijzigen.




Via de regel Taal in het menu Opties wordt het dialoogvenster Taal geopend, waarin u de taal

voor de gebruikersinterface kunt kiezen.

Fig. 21. Taal selecteren

Via de regel Update in het menu Opdrachten krijgt u de Update dialoog die al in hoofdstuk 1 is

toegelicht.

Via de regel Licentie Manager in het menu Opdrachten gaat u naar de Licentie Manager dialoog die

al in hoofdstuk 1 is beschreven.

De regel Internet Instellingen in het menu Opdrachten opent de dialoog Internet Instellingen die al in

hoofdstuk 1 is beschreven.

Het menu Venster bevat verschillende mogelijkheden om op het scherm de pagina's gemakkelijker te

organiseren.

Het Utility menu bevat de menuregel Spare Board Information waarmee u alle informatie kunt zien

over een vervangende printkaart code in de TDS (Technical Documentation System) database, de

vervangingshistorie en de lijst van alle PNC/ELC die aan de geselecteerde printkaart zijn gerelateerd.

Deze functie wordt in de volgende paragraaf toegelicht.

Het Help menu bevat alleen een menu-item voor de weergave van het venster "Over".




3.1. Spare Board Information

Het venster Spare Board Information laat alle informatie zien over een vervangende

printkaart, waarbij u kunt beginnen met de code van de printkaart (met controlecijfer) of met de

PNC/ELC van het apparaat.

Fig. 22. Spare Board Information

Bovenaan links op de pagina ziet u het kader Selection, waar u het selectiecriterium kunt kiezen.

U kunt zoeken met de PNC/ELC van het apparaat of met de code van de vervangende printkaart,

waarmee in TDS de generieke, niet geconfigueerde printkaart wordt geïdentificeerd.

In het tekstveld kunt u de PNC/ELC of de Board Code invoeren.

U kunt eventueel de spatie of schuine streep (/) gebruiken om de leesbaarheid van de ingevoerde code te

verbeteren.




Wanneer u in het invoervak klikt, verschijnt een vervolgkeuzelijst met de laatste 5 gebruikte codes.

Klikt u op deze knop , dan verschijnt er een lijst met alle PNC/ELC codes of Board Codes die in de

database zijn opgeslagen.

U kunt een item van de getoonde lijst selecteren, maar u kunt ook de selectie beperken door het veld

Starts with: in te vullen.

Fig. 23. Board Code List en PNC/ELC List

Als u de code invoert en op de ENTER toets drukt of op OK klikt, zal SidekickPC in de lokale database

zoeken naar de opgegeven code. Als de opgegeven code gevonden wordt, zal het programma automatisch

de gevonden informatie laten zien.

Deze pagina laat de zoekresultaten zien in twee kaders.

Het bovenste kader toont de Board History met een lijst van spare board codes (met bijbehorende

Technical Code) en aanvullende informatie. Met name de Replaced Spare Part Code laat de code zien

van een meer recente printkaart die de Spare Part Code van dit record vervangt. Als de waarde van dit veld

(Empty) is, dan is deze printkaart de meest recente, omdat hij nog niet vervangen is.

Het programma sorteert de lijst zodanig, dat het eerste record verwijst naar de meest recente printkaart in

de TDS database.




De board code die gebruikt is voor het samenstellen van de lijst wordt in rood aangegeven. Indien

beschikbaar, wordt rechtsboven op de pagina een afbeelding van de printkaart getoond.

De Spare Part Code is de code die u moet gebruiken om de niet geconfigureerde printkaart te kopen bij

Electrolux, de Technical Code is de code die Electrolux gebruikt voor de bestelling bij haar leveranciers.

In veel gevallen zijn Technical Code en Spare Part Code hetzelfde, met uitzondering van het controlecijfer.

Soms echter zijn deze codes verschillend.

De Technical Code wordt vaak afgedrukt op een etiket dat is aangebracht op het board of zijn plastic

behuizing. Daarom kan de code op dit etiket afwijken van de code die u gebruikt wanneer u het onderdeel

koopt bij Electrolux.

Het onderste kader, Where Used, laat alle PNC/ELC's zien, met het corresponderende model, merk en

eerste productiedatum, die gebruik maken van de geselecteerde printkaart. De informatie is vergelijkbaar

met de "Where Used" functie in TDS, met het voordeel, dat rekening gehouden wordt met de

vervangingshistorie en niet alleen gekeken wordt naar de stuklijst van fabrieken op de productiedatum.

In sommige gevallen kan, bij selectie van een code via PNC/ELC, dat specifieke product meer dan een

board bevatten. Daarom kan het zijn dat er meer dan een record gevonden wordt in de lokale database. In

dat geval verschijnt er een lijst met Spare Part Code, Factory, Board Name, Product en Platform,

waarbij u kunt kiezen welke specifieke printkaart u wilt analyseren.

Fig. 24. Selectie van de printkaart




3.2. Start Pagina

Wanneer u het programma start krijgt u de Start Pagina te zien:

Fig. 25. Start Pagina

Deze pagina bevat vier objecten: de lijst Selecteer COM poort, de knop Diagnose, de knop

Configuratie en de knop Appliance Information.

In de lijst Selecteer COM poort kunt u de gewenste communicatiepoort kiezen. De software herkent

automatisch welke seriële poorten op de PC beschikbaar zijn en zal, indien mogelijk, de poort

selecteren die u tijdens de vorige SidekickPC sessie hebt gebruikt.

Met de Diagnose knop start u de diagnostische functie voor apparaten. Wanneer u op deze knop drukt,

maakt de software verbinding met het te testen apparaat en identificeert het. Het programma laat u

vervolgens de Identificatie en configuratie pagina zien met de belangrijkste configuratie parameters

voor het aangesloten apparaat.




De Configuratie knop start de configuratieprocedure voor de printkaart. Wanneer u deze knop

indrukt, krijgt u de Board Configuration pagina te zien.

Via de Appliance Information knop krijgt u detaileerde informatie over test, alarmen en de

foutzoekprocedures van een bepaald apparaatmodel, dat u kunt selecteren door middel van de

PNC/ELC. Onthoud, dat deze functie alleen werkt voor de apparaten die SidekickPC kan

diagnostiseren.




3.3. Configuratie

Deze pagina verschijnt als u in de Start pagina op Configuratie klikt. Op de Configuratie

pagina kunt u een vervangende printkaart maken of de elektronische configuratie van een apparaat

upgraden.

Fig. 26. Configuratie pagina

In het veld Code Selection kunt u de PNC/ELC invullen van het apparaat dat u wilt upgraden of de

Service Kit Code (SKC) invullen van de geconfigureerde vervangende printkaart die u wilt maken.

De PNC/ELC is altijd een 11-cijferige code die het Electrolux apparaatmodel identificeert.




De SKC daarentegen identificeert de code van de geconfigureerde vervangende printkaart in het TDS

systeem.

Voor de productlijnen Wassen en drogen, Afwassen en Koelen en vriezen worden geconfigureerde

vervangende printkaarten voor elke PNC/ELC als volgt gecodeerd:

Fig. 27. SKC standaard voor Wassen en drogen, Afwassen en Koelen en vriezen

Zoals u hierboven kunt zien, begint de 15-cijferige SKC code met 973. Een PNC/ELC code

correspondeert met één SKC en omgekeerd.

De productlijn Koken volgt de hiervoor genoemde standaard voor het coderen van geconfigureerde

vervangende printkaarten echter niet. Hier wordt het Artikelnummer (ANC) van de fabriek gebruikt

met een controlecijfer:

Fig. 28. SKC standaard voor Koken

In dit geval bestaat de SKC code uit 10 cijfers.

Om de leesbaarheid van de ingevoerde code te verbeteren kunt u tussen twee cijfers een spatie,

verbindingsstreepje of schuine streep gebruiken. Alle extra tekens die u gebruikt om de leesbaarheid

te verbeteren worden door de software genegeerd.

SidekickPC houdt een lijst bij van de meest recent gebruikte codes. Rechts van het veld Code

Selection Field kunt u op de selectieknop () klikken en een van deze items selecteren in plaats van elke

keer bij een nieuwe code alle cijfers in te voeren.

Wanneer u op de ENTER toets drukt, zal SidekickPC proberen de opgegeven code te vinden in de

interne database. Als de opgegeven code gevonden wordt, zal SidekickPC automatisch de informatie

verwerken voor de configuratie van de aangegeven vervangende printkaart.




Als de opgegeven code niet in de database gevonden wordt, zal het programma een foutmelding laten

zien.

Als de opgegeven code bestaat in de database, kunt u het aantal identieke printkaarten invoeren dat

geconfigureerd moet worden:

Fig. 29. Aantal invoeren




Nadat het aantal is ingevoerd opnieuw op de ENTER toets drukken en u kunt beginnen met de

configuratie. Dat wil zeggen, dat u de printkaart van het apparaat kunt aansluiten op de PC en door op

OK te klikken de programmeringsprocedure kunt starten:

Fig. 30. Start de programmering

Nadat u op OK gedrukt hebt om de configuratie van de printkaart te starten, zal het programma eerst

het naked board identificeren. Als het naked board dat u gebruikt niet geschikt is voor het gekozen

apparaatmodel, zal SidekickPC een foutmelding geven en verdere bewerkingen van de printkaart

blokkeren. Anders wordt direct begonnen met de configuratieprocedure voor de printkaart.

De configuratieprocedure van de printkaart wordt uitgevoerd aan de hand van de informatie in de

lokale database. Tijdens de uitvoering van deze procedure wordt de te programmeren printkaart in een

speciale status gezet. Na beëindiging van de programmering voert SidekickPC een reset van de

printkaart uit en controleert de configuratie.




In het tekstvak Last operation results wordt het resultaat getoond van de laatst uitgevoerde printkaart

programmering. De GROENE kleur geeft een geslaagde, de RODE kleur een mislukte

programmering aan. Is de procedure geslaagd, dan ziet u de statistische procesinformatie. Is de

procedure mislukt dan krijgt u een omschrijving van de opgetreden fout:

Fig. 31. Resultaat van de laatste programmering

Ter informatie: alle uitgevoerde programmeringen worden in de lokale database vastgelegd (Database

Log) en geüpload naar de externe server wanneer u een update van de database uitvoert.




ZEER BELANGRIJKE OPMERKINGEN!

Als om welke reden dan ook de programmering mislukt, kan de

printkaart onbruikbaar worden.

Het wordt ten zeerste aanbevolen om tijdens de programmering geen

kabels los te maken, de interface module niet uit te zetten, de printkaart

niet aan te raken om schade te voorkomen ten gevolge van

elektrostatische ontlading (ESD) of op andere wijze het proces te

onderbreken, omdat de printkaart onbruikbaar kan worden. Het

onderbreken van het programmeringsproces kan een onbruikbaar naked

board tot gevolg hebben.

In bovengenoemde gevallen zijn mogelijk speciale programmeertools

nodig om een printkaart te herstellen. Dit programma beschikt niet over

deze functionaliteit.

3.3.1. Menu-opties voor de configuratie

De Configuratie pagina heeft een vervolgkeuzemenu met de volgende items: Bestand en

Opties.

Door in het menu Bestand Afsluiten te selecteren wordt de pagina gesloten.

Via Additionele Controle in het menu Opties opent u het dialoogvenster Additionele Controle waar

u de mogelijkheid hebt om na de programmeringsprocedure een additionele configuratiestap te

activeren:

Fig. 32. Addionele Controle dialoog

Met deze dialoog kunt u een extra configuratiecontrole voor de printkaart in- of uitschakelen en

het aantal geheugenplaatsen aangeven (als percentage van de totale geheugenruimte) dat na de

programmeringsprocedure gecontroleerd zal worden. Een hogere waarde betekent meer controletijd.

Het minimum niveau is 5%.




Met Programmeer Log in het menu Opties opent u het dialoogvenster Programmeer Log :

Fig. 33. Programmeer Log dialoog

De Programmeer Log dialoog levert u informatie over de configuraties van printkaarten. Het

programma beschikt over de configuratie informatie van alle printkaarten die met het werkstation

geconfigureerd zijn.

Elk record bevat informatie over een uitgevoerde programmeringsprocedure. De velden in het

Programmeer Log record hebben de volgende betekenis:

Datum Gebeurtenis: datum en tijd van de uitgevoerde programmeringsprocedure.

Type Gebeurtenis: een tekst die het resultaat van de programmering aangeeft (ERROR,

SUCCESS);

Log Code: de code die is ingevoerd door de operator;

Omschrijving: aanvullende informatie over het programmeringsproces;

PNC/ELC: de in de database geselecteerde PNC/ELC voor de programmering van de

printkaart;

Prog: het volgnummer ter identificatie van het database record, dat geselecteerd is voor de

programmering van de printkaart.

Service Kit Code: de service kit code die correspondeert met de te configureren printkaart;

Naked Board Code: de code van het naked board;

Naked Board Code Volgens TDS: de code van het naked board zoals dat gespecificeerd is in

de TDS database;

Naked Board Firmware: de identificatie van de firmware die de printkaart bevatte vóór de

configuratiestap;

MCF: code en revisie van de PNC parameters die in de printkaart zijn opgeslagen. Bij

apparaten uit de productlijn Wassen en drogen verwijst dit veld naar de Machine Configuration

File (MCF);




CCF: code en revisie van de basismodel parameters die in de printkaart zijn opgeslagen. Bij

apparaten uit de productlijn Wassen en drogen verwijst dit veld naar de Cycle Configuration

File (CCF);

Firmware Geconfigureerde Print: de identificatie van de firmware die de printkaart bevat na

de configuratiestap;

Serienummer Geconfigureerde Print: indien beschikbaar, het serienummer dat in de

geconfigureerde printkaart is opgeslagen. Het serienummer bevat de datum en tijd waarop de

programmering plaatsvond. Het is een decimaal getal met het volgende formaat:

JJMMDDHHmm

JJ: jaar van de programmering modulus 40 (0..39 => 39=2039, 00=2040)

MM: maand van de programmering (01..12 => 01= januari, 12=december)

DD: dag van de programmering (01..31)

HH: uur van de programmering (00..23)

mm: minuut van de programmering (00.59)

Voorbeeld: 708081155 => dit serienummer geeft aan, dat de printkaart is geprogrammeerd op

8 augustus 2007 om 11:55.

Naam Algoritme: het algoritme dat gebruikt is voor de programmering van de printkaart;

Communicatie Snelheid: de communicatiesnelheid (baud rate) die is is gebruikt voor de

programmering van de printkaart;

Vervang Firmware Altijd: wanneer hier „Y‟ ingevuld is, zal het programma de firmware altijd

overschrijven, zelfs als de printkaart dezelfde firmware al bevat;

Sla Controle Na Programmeren Over: wanneer hier 'Y' ingevuld is, zal het programma na de

programmering van de printkaart de controle van het programmeringsproces overslaan.

Electrolux gebruikt de programmeer log zowel voor het verzamelen van gegevens die nuttig zijn voor

de kwaliteitsverbetering van producten als voor het zoeken naar fouten, dat nodig kan zijn tijdens de

programmering van printkaarten.

Steeds wanneer u een update van de database uitvoert, wordt de programmeer log door de software

naar de centrale Sidekick server geüpload. Na elke update worden de records van de programmeer log

van uw lokale PC verwijderd als zij ouder zijn dan een bepaalde tijd, die de "bewaartijd van de

programmeer log" wordt genoemd. Standaard is de bewaartijd van de programmeer log 30 dagen.




Met de optie Alleen Controleren kunt u voor een reeds geprogrammeerde printkaart controleren of de

configuratie correct is. Wanneer voor deze optie wordt gekozen, controleert SidekickPC alleen of de

configuratie correct is in plaats van de printkaart te configureren. Deze controle omvat 100% van het

aantal geheugenplaatsen.

Door in het menu Opties te klikken op Label Vervangende Print wordt het dialoogvenster Label

geopend waar u, na de programmering van een printkaart, het afdrukken van labels kunt activeren:

Fig. 34. Label dialoog

Steeds wanneer er een printkaart met succes geprogrammeerd is, kunt u, indien gewenst, via dit

dialoogvenster kiezen voor het afdrukken van een of meer labels. U selecteert voor elke printkaart

hoeveel (identieke) labels u wilt afdrukken (tot een maximum van 10 labels).

In het veld Layout Bestand kunt u het externe bestand (*.lbl) met de lay-out van het label opgeven.

Conform de Print Opties kunt u met Print Voorbeeld vooraf een voorbeeld van het geselecteerde label

bekijken of afdrukken.

Klik op de knop Ontwerper als u de geïntegreerde lay-out ontwerper voor labels wilt openen. Met de

label ontwerper kunt u een bestaande lay-out wijzigen, een geheel nieuwe lay-out maken en voorbeeld

labels afdrukken. Dit is een grafische editor die u een volledige controle geeft over uiterlijk en inhoud

van een label. Bij Ontwerper Metrisch kunt u de meeteenheid opgeven die door de editor gebruikt

moet worden. De beschrijving van de lay-out ontwerper valt buiten het bestek van deze handleiding.




Hieronder ziet u een voorbeeld van een label, dat met de ontwerper gemaakt kan worden:

Fig. 35. Label voorbeeld

Zoals u kunt zien, toont het label alle identificatiegegevens van het reserveonderdeel, het

apparaatmodel en het databaserecord dat gebruikt is voor de configuratie:

973 914 791 101 00/4 is de Service Kit Code, geformatteerd voor een betere leesbaarheid;

00-01-132197270.000-132225610.000-W4A30111.000 geeft aan welk database record

gebruikt is voor de programmering van het reserveonderdeel of de upgrade van de

apparaatconfiguratie. De afzonderlijke stukjes informatie zijn onderling gescheiden door een

dwarsstreepje. In het bovenstaande voorbeeld is de betekenis van de verschillende velden als

volgt (van links naar rechts):

00: ELC in het geselecteerde record. Soms kan het ELC veld afwijken van de ELC die

de Service Kit Code aangeeft;

01: Volgnummer (Prog) in het geselecteerde record;

132197270.000: code en revisie van de PNC parameters (machine configuratiebestand

voor de productlijn Wassen en drogen) die geprogrammeerd is in de geconfigureerde

printkaart;

132225610.000: code en revisie van de basismodel parameters (cycle

configuratiebestand voor de productlijn Wassen en drogen) die geprogrammeerd is in

de geconfigureerde printkaart;

W4A30111.000: code en revisie van de firmware die geprogrammeerd is in de

geconfigureerde printkaart;

SN = 708081155 created with SidekickPC 1.0 is het serienummer (voor zover aanwezig), dat

is opgeslagen in de geconfigureerde printkaart. De betekenis en het formaat van het

serienummer is eerder in dit hoofdstuk beschreven in de sectie over de programmeer log.

3.3.2. Extra informatie op het label afdrukken

U kunt extra informatie opnemen in het label, dat het programma kan maken na elke printkaart

configuratie.

Normaal gesproken drukt SidekickPC drie tekstregels af.

Voordat een printkaart geprogrammeerd wordt kunt u door het activeren van de optie Print Extended

Information in het menu Opties van de Configuratie pagina, extra informatie invoeren die u wilt

afdrukken. In dat geval zal, als u het juiste lay-out bestand (*.LBL) gebruikt, SidekickPC 4

tekstregels afdrukken.




Deze functie is nuttig in situaties waarin de Service Kit Code niet gebruikt wordt voor de identificatie

van de geconfigureerde printkaart. Dit is het geval in sommige geografische gebieden buiten Europa.

U kunt dan, voordat een printkaart geprogrammeerd wordt, handmatig de code invoeren die op het

label afgedrukt moet worden.

Fig. 36. De optie Print Extended Information

Als u SidekickPC afsluit en opnieuw start, zal de software de status van de optie Print Extended

Information overnemen van de vorige sessie (de optiekeuze wordt bewaard).

Let er op, dat u voor het label het juiste lay-out bestand kiest. Om alle informatie te kunnen afdrukken is

het nodig, dat het geselecteerde label lay-out bestand verwijst naar alle 4 "variabelen" die beschikbaar zijn

in de label lay-out ontwerper. In de onderstaande afbeelding zijn deze variabelen gemarkeerd:

Fig. 37. Label variabelen in de lay-out ontwerper




De Part Number variabele toont het onderdeelnummer dat is ingevoerd door de operator, zoals verderop

in deze sectie wordt toegelicht.

U kunt echter beginnen met een van de meegeleverde voorbeelden die de extra informatie-optie

ondersteunen:

1. SidekickPCExtInfo (77x20mm).lbl

2. SidekickPCExtInfo (77x25mm).lbl

Ook als u begint met een van bovengenoemde voorbeelden, moet u toch de lay-out ontwerper openen en de

label instellingen voor uw printer aanpassen.

Dat kan via de regel Page Setup in het menu Projects . Hiermee opent u het dialoogvenster Layout. In dit

dialoogvenster ziet u het tabblad Printer Selection :

Fig. 38. Printerselectie




Vergeet niet om in het tabblad Page Setup de marges en afmetingen aan te passen:

Fig. 39. Pagina-instellingen

Als deze optie is ingeschakeld zal de programmering van de printkaart een extra stap bevatten. Deze

processtap wordt uitgevoerd vlak voordat de eigenlijke programmering begint.

Nadat u het aantal hebt opgegeven, kunt u ook het onderdeelnummer en de naam van de operator invoeren.

Deze afbeelding laat de nieuwe velden zien voor de invoer van tekst:

Fig. 40. Invoervelden voor extra informatie




Zowel de Operator’s Name als de Spare Part Code worden door SidekickPC bewaard voor een volgende

sessie.

Het programma slaat van deze opties de laatste 5 instellingen op. Uit deze lijst kunt u dan een van de meest

recente instellingen kiezen.

Deze functie is bedoeld om de invoer van gegevens door de operator zo veel mogelijk te beperken. Nadat u

het aantal hebt opgegeven gaat de cursor automatisch naar de Spare Part Code, omdat deze vaker veranderd

moet worden dan de naam van de operator. Hieronder nog een voorbeeld van een label met extra informatie, zoals u dat kunt maken met een van de

voorbeeld LBL bestanden van SidekickPC:

Fig. 41. Label voorbeeld met extra informatie

Bovengenoemde informatie heeft de volgende betekenis:

12345 is de handmatig ingevoerde code;

914904904/00 is de PNC/ELC;

00-10-192560050.000-132535209.021-WBE20306.000 heeft dezelfde betekenis als in het

normale label, dat in de vorige paragraaf beschreven is;

3/19/2009 5:10:43 PM geeft de datum en tijd aan van de programmering;

JOHN is de handmatig ingevoerde naam van de operator;

1.1.2.0 is de SidekickPC versie.




3.4. Identificatie

Deze pagina verschijnt wanneer u klikt op de knop Diagnose in de Start Pagina, nadat het

programma met succes een verbinding tot stand heeft gebracht en het apparaat geïdentificeerd heeft.

Fig. 42. Identificatiepagina

In de titelbalk van deze pagina staat de Service Data set die geselecteerd is voor het te testen apparaat.

De Service Data levert alle informatie die nodig is voor het uitvoeren van de apparaat diagnose. Deze

informatie heeft betrekking op productgroepen (platformen) en niet op individuele apparaatmodellen.

Nadat SidekickPC het apparaat correct heeft geïdentificeerd, worden automatisch de juiste service

gegevens geselecteerd voor het uitvoeren van de diagnose.




Dit venster bevat drie hoofdfuncties.

De functie Print Informatie levert informatie over het huidige apparaat (platform, PNC/ELC (indien

bekend), firmware ID, board type), de belangrijkste kenmerken en de configuratie. De items met een

oranje achtergrond vormen de identificatieparameters van het apparaat. De items met een witte

achtergrond zijn configuratiegegevens van het apparaat.

De knop Historie opent de Historie pagina. Deze knop werkt niet als er voor het aangesloten apparaat

geen historische referentie-informatie in de database gevonden wordt.

De knop Monitor opent de Monitor pagina.

U kunt in het tekstvak Variabele Omschrijving van elke parameter een gedetailleerde omschrijving

krijgen door een item te selecteren in de getoonde lijst.




3.5. Historie

De Historie pagina levert historische informatie over het gebruik van het apparaat,die is

opgeslagen in het permanente geheugen van het apparaat.

Fig. 43. Historie pagina

Bovenaan de Historie pagina ziet u een lijst met de historische informatie. Wanneer u een parameter in

de lijst selecteert krijgt u in het tekstvak Omschrijving een gedetailleerde omschrijving van die

parameter te zien.

Welke items in de lijst getoond worden hangt af van het apparaatmodel en de inhoud van de lokale

database.




3.6. Monitor

Op de Monitor pagina kunt u de parameters van het apparaat zien en apparaattesten uitvoeren.

Fig. 44. Monitor pagina

Bovenaan de pagina vindt u bij Test een vervolgkeuzelijst met alle testen voor het aangesloten

apparaat. Om een test te starten een item in de lijst selecteren en op Start Test klikken. Tijdens de

uitvoering van een test is de naam van dezelfde knop Stop test. In dat geval kunt u de knop gebruiken

om de lopende test te stoppen en, meestal, het apparaat te resetten.

Test Omschrijving laat (indien beschikbaar) een korte omschrijving zien van de geselecteerde test.

In het midden van de Monitor pagina vindt u een lijst met input/output parameters die tijdens de test

relevante informatie laten zien. In deze lijst ziet u de actuele waarde van de parameters. Ook kunt u

zien, dat de items met een waarde die buiten de minimum/maximum grenswaarde ligt, in rood worden

weergegeven. Gewoonlijk worden deze waarden elke seconde door het programma bijgewerkt.

Wanneer u een item in de lijst selecteerd, krijgt u in het tekstvak Variabele Omschrijving een

gedetailleerde omschrijving te zien van de variabele.

Met de knop Grafiek opent u de Grafiek pagina, die een grafische weergave laat zien van enkele

parameters.




Via de knop Reset Alarm wordt het laatste alarm gereset, dat is opgeslagen in het permanente

geheugen van de printkaart. Deze knop werkt alleen als de lokale database een procedure bevat voor

het resetten van het laatste alarm. Houd er rekening mee, dat zolang een alarm nog actief is, u het

laatst opgeslagen alarm niet kunt resetten, omdat het onmiddelijk weer wordt teruggezet.

Via de knop Foutzoeken krijgt u uit de lokale database een lijst met foutzoekprocedures voor het te

testen apparaat (voor zover beschikbaar). Zie de volgende paragraaf voor meer informatie over de

foutzoekfunctie van SidekickPC.

Met de knop Digitale I/O opent u de Digitale I/O pagina die de actuele status weergeeft van de digitale

inputs en outputs van het apparaat.




3.6.1. Troubleshooting Wizard

Als de lokale database foutzoekprocedures bevat voor het te testen apparaat, kan het

programma u vanaf de alarmcode stap voor stap begeleiden naar de oplossing van een fout.

Een foutzoekprocedure bestaat uit een aantal opeenvolgende interactieve dialoogvensters.

Als er een alarm is en de software vindt een foutzoekprocedure voor dat alarm, dan krijgt de knop

Foutzoeken op de Monitor pagina een rode kleur:

Fig. 45. Beschikbare foutzoekprocedure




Als u klikt op Troubleshoot, wordt het dialoogvenster Foutzoek overzicht geopend:

Fig. 46. Foutzoek overzicht

Deze dialoog laat een lijst zien van alle beschikbare foutzoekprocedures in de database. Alle

procedures die betrekking hebben op een eventueel geactiveerd alarm worden in rood aangegeven.

Om de Troubleshooting Wizard te starten voor een bepaalde procedure deze in de lijst selecteren en op

Start klikken.




Elke stap bestaat uit een dialoogvenster met instructies en een of twee afbeeldingen:

Fig. 47. Troubleshooting Wizard stap

De instructies bevatten informatie over de te volgen werkwijze. U moet het resultaat aan de wizard

kenbaar maken in de vorm van een Ja of Nee antwoord. Een volgende stap (als die er is) hangt af van

het door u gegeven antwoord.

De stappen van de foutzoekprocedure kunnen uitsluitend handmatig zijn of via communicatie met de

printkaart uitgevoerd worden. Het beheer van een dergelijke communicatie verloopt geheel

automatisch voor de gebruiker.




3.7. Grafiek

De Grafiek pagina laat u de ontwikkeling van de apparaat parameters in grafische vorm zien.

Fig. 48. Grafiek pagina

Om de grafische weergave te zien van een apparaat variabele selecteert u deze variabele bovenaan de

Grafiek pagina in de vervolgkeuzelijst Variabele. Klik met de muis op de selectieknop ( ) en

selecteer de naam van de variabele. In het tekstveld Variabele Omschrijving ziet u dan een

gedetailleerde omschrijving van de variabele. In het veld Huidige Waarde ziet u de actuele waarde

van de geselecteerde parameter.

In de selectiekeuzelijst Maximum Weergave Interval (min) selecteert u de tijdsduur van de grafische

weergave. Standaard is dat 1 minuut, maar u kunt dat veranderen in 1 minuut tot maximaal 2 uur. Het

programma meet elke seconde voor elke variabele de actuele waarde van het apparaat.

Met de Print knop maakt u een afdruk van de getoonde grafiek.

Via de knop Export Graph kunt u de getoonde grafiek exporteren in een van de volgende grafische

formaten: BMP, GIF, JPG, PNG, en TIFF.




3.8. Digitale I/O

De Digitale I/O pagina laat de actuele status zien van de digitale inputs en outputs van het

apparaat.

Fig. 49. Digitale I/O pagina

U ziet een lijst met de status van de digitale input en output van parameters die relevant zijn tijdens de

diagnostische procedures. Deze waarden worden elke seconde door het programma bijgewerkt.

Wanneer u een parameter in de lijst selecteert krijgt u in het tekstvak Omschrijving een gedetailleerde

omschrijving van die parameter te zien.




3.9. Appliance Information

Als u in de Start Pagina klikt op Appliance Information, verschijnt er een dialoogvenster

waarin u de PNC/ELC van het apparaat in moet voeren. U kunt eventueel de spatie of schuine streep

(/) gebruiken om de leesbaarheid van de ingevoerde code te verbeteren.

Klik op en u krijgt een lijst met alle PNC/ELC codes die zich in de lokale database bevinden.

U kunt een item van de getoonde lijst selecteren, maar u kunt ook de selectie beperken door het veld

Starts with in te vullen.

Fig. 50. Specify PNC/ELC pagina

Nadat u de code ingevoerd en op OK geklikt hebt, laat het programma u een pagina zien met

informatie over het apparaat:

Fig. 51. Identificatie en configuratie pagina




Deze pagina bevat de volgende informatie:

Board Name: de naam van de printkaart;

Platform: de naam van het elektronisch platform;

Spare Board Code: onderdeelnummer van de niet geconfigureerde vervangende printkaart;

Factory Code: een code die de fabriek identificeert;

Service Kit Code: onderdeelnummer van de geconfigureerde vervangende printkaart;

Firmware Code: een code die de firmware identificeert;

Firmware Revision: revisie van firmware;

PNC Parameters Code: een code die de configuratieparameters identificeert;

PNC Parameter Revision: revisie van configuratieparameters;

Base Model Parameters Code: een code die de basis configuratieparameters identificeert;

Base Model Parameters Revision: revisie van de basis configuratieparameters.

Als u bij het record van de vervangende printkaart klikt op , verschijnt de pagina Spare Board

Information (zie voor meer informatie over deze pagina de daarop betrekking hebbende paragraaf in

deze handleiding).

Als u klikt op Test And Alarms, verschijnt de volgende pagina:




Fig. 52. Test And Alarms pagina

De vervolgkeuzelijst op deze pagina met de naam Test bevat testen, waarvan u na selectie een

omschrijving kunt zien in het tekstvak Test Description.

Daaronder staat een andere vervolgkeuzelijst met de naam Alarm die alle alarmcodes bevat. Na

selectie van een alarmcode ziet u in het tekstvak Alarm Description de bijbehorende omschrijving.

Via de knop Troubleshooting kunt in off-line modus foutzoekprocedures selecteren en uitvoeren. De

knop Troubleshooting wordt geactiveerd als er tenminste één procedure beschikbaar is. Als u op deze

knop klikt, wordt het dialoogvenster Foutzoek overzicht geopend:




Fig. 53. Foutzoek overzicht

Deze dialoog laat een lijst zien van alle beschikbare foutzoekprocedures in de database.

Door in de alarm selectielijst een alarm te kiezen wordt de bijbehorende procedure in het Foutzoek

overzicht gemarkeerd. Om de Troubleshooting Wizard te starten voor een bepaalde procedure deze in

de lijst selecteren en op Start klikken.

De functie is vergelijkbaar met de foutzoekprocedure die wordt uitgevoerd voor de diagnose van een

apparaat dat ook werkelijk is aangesloten. Het enige verschil is, dat in dit geval SidekickPC niet

communiceert met het apparaat.




4. BIJLAGE

In deze bijlage wordt de handmatige installatie van de software nader toegelicht. Soms kan het

zijn, dat u een handmatige installatie moet uitvoeren, bijvoorbeeld om andere installatie-opties te

kiezen of voor het onderzoeken van installatieproblemen.

4.1. HANDMATIGE SOFTWARE INSTALLATIE

Deze paragraaf beschrijft de stappenvolgorde in een typische installatieprocedure voor een PC

die draait onder Windows XP en geen andere software bevat. Afhankelijk van het feitelijke

besturingssysteem en de software configuratie van de PC kunnen de installatiestappen echter

verschillend zijn.

Om de software te installeren moet u inloggen als Administrator met volledige rechten.

4.1.1. SidekickPC Setup

1. Start het programma SETUP.EXE in de hoofdmap van de software CD.

2. Als .NET Framework 2.0 niet geïnstalleerd is, zal SETUP u vragen om het te installeren.

Klik op Accept om verder te gaan:

Fig. 54. .NET Framework 2.0 installeren




3. Als WSE 3.0 Runtime niet geïnstalleerd is, zal SETUP u vragen om het te installeren.


Fig. 55. WSE 3.0 Runtime installeren

4. Als Windows Installer 3.1 niet geïnstalleerd is, zal SETUP u vragen om het te installeren.


Fig. 56. Windows Installer 3.1 installeren




5. Na de installatie van Windows Installer 3.1 wordt u gevraagd om de PC opnieuw op te

starten.

Fig. 57. Het systeem opnieuw opstarten

6. Start de PC opnieuw op, log in als Administrator met volledige rechten en start, indien

nodig, SETUP.EXE opnieuw. Als er geen versie van SQL Server 2005 geïnstalleerd is,

krijgt u direct een foutmelding, zoals hieronder te zien is. Ga anders naar stap 17.

Fig. 58. SQL Server 2005 is een vereiste




Druk op OK om SETUP af te sluiten zonder de installatie te voltooien:

Fig. 59. Installatie afgebroken

7. Start het programma SQLEXPR.EXE in de map SqlExpress van de software CD en

accepteer de licentieovereenkomst. Dit programma controleert en installeert de vereiste

softwarecomponenten. Druk op Next als de installatie is voltooid:

Fig. 60. SQL Server Express Setup – Installatie van vereiste componenten




8. Druk na de System Configuration Check op Next:

Fig. 61. SQL Server Express Setup – System Configuration Check




9. Druk na het invullen van de registratiegegevens op Next:

Fig. 62. SQL Server Express Setup – Registratie

10. U kunt de standaard componenten aanhouden. Druk vervolgens op Next:

Fig. 63. SQL Server Express Setup – Selectie van componenten




11. Voor de verificatiemodus kunt u de standaard instelling aanhouden (het

installatieprogramma zal deze instelling later automatisch wijzigen in Mixed Mode):

Fig. 64. SQL Server Express Setup – Verificatiemodus

12. Belangrijk: In het venster Configuration Options beide keuzevakjes aanvinken en op

Next drukken.

Fig. 65. SQL Server Express Setup – Configuratie opties




13. De standaard opties voor Report Settings aanhouden en op Next drukken:

Fig. 66. SQL Server Express Setup – Rapport instellingen

14. SQL Server 2005 kan nu geïnstalleerd worden. Druk op Install:

Fig. 67. SQL Server Express Setup – Gereed voor de installatie




15. Wacht tot het einde van de SQL Server installatie en druk dan op Next:

Fig. 68. SQL Server Express Setup – Einde van de installatie

16. Op Finish drukken om de installatieprocedure af te sluiten:

Fig. 69. SQL Server Express Setup – Optionele stappen




17. Als u zonet SQL Server 2005 Express hebt geïnstalleerd, start dan SETUP.EXE opnieuw.

U wordt gevraagd om de installatiemap te selecteren. Gebruik de standaard instelling

tenzij dat absoluut niet kan. Onthoud, dat u geen speciale mappen kunt opgeven, zoals

“C:\Programma's”, “C:\Documenten en Instellingen\Alle

Gebruikers\Toepassingsgegevens”, of “C:\Windows\Systeem”. Als u dat doet krijgt u

een foutmelding van het installatieprogramma en wordt het gehele installatieproces

teruggedraaid. Deze beperking is het gevolg van een compatibiliteitsprobleem met

betrekking tot het Microsoft Vista besturingssysteem.

Fig. 70. De installatiemap selecteren




18. SETUP vraagt om de instellingen voor de database die automatisch aangemaakt zal

worden. U kunt een database en login gegevens invoeren die afkomstig zijn van een

eerdere installatie van de software. Gebruik de standaard instelling tenzij dat absoluut

niet kan. Data Source geeft de naam aan van de SQL Server installatie die de database

zal bevatten. Database is de naam van de lokale database. User ID en Password zijn de

login gegevens voor de lokale database. Houd er rekening mee, dat SidekickPC

standaard gebruik maakt van “Mixed Authentication” voor de verbinding met de lokale

database.

Fig. 71. Database instellingen

19. Als u dat al weet, voer dan hier de URL en de inloggegevens in voor de instellingen van

de Web Services Settings die de toepassing zal gebruiken voor de download van database

updates. Voor Username en Password moet u de login informatie gebruiken die u via

een automatisch e-mailbericht hebt ontvangen toen uw account is aangemaakt. Dat zijn

dezelfde inloggegevens die u gebruikt voor de toegang tot de beveiligde pagina's van de

Sidekick portal:

Fig. 72. Web Service Settings




20. Voer in het venster Activation Settings uw licentienummer in, als u dat al weet. U moet

het licentienummer gebruiken, dat u ontvangen heeft via een automatisch e-mailbericht

toen uw account is aangemaakt:

Fig. 73. Instellingen software activering

21. Bevestig de installatie en wacht tot het proces voltooid is. Als er tijdens de installatie

fouten ontstaan, verschijnt er een installatie log. Anders verschijnt het laatste

dialoogvenster.

22. SETUP is eindelijk voltooid. Druk op Close om het proces te beëindigen:

Fig. 74. Installatie voltooid




4.1.2. Installatie van SQL Server Management Studio Express

Deze sectie beschrijft de optionele installatie van SQL Server Management Studio Express.

De installatie van deze software is alleen nodig voor de troubleshooting van de software. Het is een

tool voor het beheer van de lokale database en alleen nodig bij de software support.

In de meeste gevallen kunt u deze sectie gewoon overslaan.

1. Start het installatiebestand SQLServer2005_SSMEE.msi in de map Extra\Microsoft

SQL Server Management Studio Express van de software CD. Klik in de

welkomstdialoog op Next:

Fig. 75. SQL Server MS Express Setup - Welkom

2. Accepteer de licentieovereenkomst en druk op Next:

Fig. 76. SQL Server MS Express Setup – Licentieovereenkomst




3. Voer de registratiegegevens in en druk op Next:

Fig. 77. SQL Server MS Express Setup – Registratie

4. U kunt de standaard componenten selecteren. Druk vervolgens op Next:

Fig. 78. SQL Server MS Express Setup – Selectie van componenten




5. SQL Server Management Studio Express kan nu geïnstalleerd worden. Druk op Install:

Fig. 79. SQL Server MS Express Setup – Gereed voor de installatie

6. Wacht tot het einde van de installatie en druk dan op Finish:

Fig. 80. SQL Server MS Express Setup – Einde




4.2. HET OPLOSSEN VAN INSTALLATIEPROBLEMEN

In deze sectie vindt u aanvullende informatie die u mogelijk nodig heeft bij het oplossen van

installatieproblemen.

4.2.1. Handmatige installatie van vereiste componenten

Onder bepaalde omstandigheden kan het zijn, dat de Sidekick installatieprocedure niet de

afwezigheid van een of meer vereiste software componenten kan vaststellen. In dat geval kunt u deze

handmatig installeren voordat u de handmatige of automatische installatie uitvoert.

Indien nodig moet u de vereiste componenten in deze volgorde installeren:

1. Microsoft Windows Installer 3.1. Het bestand

\WindowsInstaller3_1WindowsInstaller-KB893803-v2-x86.exe uitvoeren.

2. MDAC 2.8. Het bestand \MDAC28\mdac_typ.exe uitvoeren.

3. Microsoft .NET Framework 2.0. Onder Windows XP of Vista 64-bit het bestand

\dotnetfx\64-bit\NetFx64.exe uitvoeren. Onder Windows XP of Vista 32-bit het bestand

\dotnetfx\32-bit\dotnetfx.exe uitvoeren.

4. Microsoft WSE 3.0. Het bestand \WSE3_0\Microsoft WSE 3.0 Runtime.msi

uitvoeren.

5. Microsoft SQL Server Express Edition 2005 SP2. Het bestand

\SqlExpress\SQLEXPR.EXE uitvoeren. Hier aangekomen, constateert het SQL Server

installatieprogramma mogelijk, dat Microsoft Internet Explorer 6.0 SP1 ontbreekt. In dat

geval stopt u de installatie en moet u het bestand \Extra\IE6Setup\ie6setup.exe

uitvoeren, voordat u SQL Server installeert.

6. SQL Server Management Studio Express (optioneel). Het bestand \Extra\Microsoft

SQL Server Management Studio Express\SQLServer2005_SSMSEE.msi uitvoeren.

4.2.2. SQL Server installatieproblemen

Onder bepaalde omstandigheden kan het SQLEXPR.EXE programma op problemen stuiten,

afhankelijk van de feitelijke configuratie van de PC en van het netwerk. Deze problemen liggen buiten

de controle van Electrolux.

Bij problemen kunt u op het internet zeer veel informatie, tips en alternatieve oplossingen vinden voor

installatieproblemen. U moet met name de Microsoft forums bezoeken die uw specifieke probleem

behandelen.

Door de ervaringen die CTI tot dusverre heeft opgedaan zijn een paar problemen aan het licht

gekomen met betrekking tot de installatie van SQL Server 2005 Express Edition. Oplossingen voor

deze problemen vindt u hier:

http://sidekick.electrolux.com/SidekickPortal/UsersReservedArea/DownloadDetails.aspx?ContentID=

ApplicationNote3

SIDEKICK PC GEBRUIKERSHANDLEIDING...web services die gebruik maken van de nieuwste technieken voor...

Documents

Transcript of SIDEKICK PC GEBRUIKERSHANDLEIDING...web services die gebruik maken van de nieuwste technieken voor...