Sectorplan West-Brabant
Transcript of Sectorplan West-Brabant
SAMENWERKEN
MET PERSPECTIEF
Innovatie en transformatie van de
sociale werkbedrijven in West-Brabant:
!GO, ATEA-groep, WVS-groep
2
1. Gegevens aanvragers
Beoogde startdatum: 1 januari 2015
Beoogde einddatum: 15 september 2016
Naam arbeidsmarktregio: West-Brabant
Contactgegevens aanvragende centrumgemeente
Gemeente Breda
Tanja Willemsen
06-2241 8114
Deelnemende SW-bedrijven
SW-bedrijf Aandeel SE
!GO 584
ATEA-groep, onderdeel BSW Bedrijven 1.092
WVS-groep 2.432
Totaal arbeidsmarktregio 4.109
Kosten
De totale kosten voor uitvoering van dit plan zijn € 3.710.596. Middels deze aanvraag doet
de arbeidsmarktregio West-Brabant een beroep op de maximaal beschikbare cofinanciering
van € 1.359.710.
Er zijn 22 inwoners uit Baarle Nassau actief binnen de ATEA-groep. Voor deze medewerkers
wordt een aanvraag gedaan in het sectorplan van de regio Midden-Brabant.
3
2. Inleiding De Participatiewet en Wet Banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten (wet BQA) vragen
een nieuwe manier van werken van zowel publieke als private organisaties. Om gemeenten
en hun SW-bedrijven te ondersteunen bij deze transitie, stelt het kabinet – naar aanleiding
van de motie van de heer Kerstens cs – een bedrag van 30 miljoen beschikbaar. Gezien de
keuze voor regionale uitvoering van de wetgeving, is ook voor deze regeling gekozen voor
een regionale benadering waarbij elke arbeidsmarktregio een plan mag indienen.
Het geld dient om de innovatie en transformatie van de sociale werkvoorziening een extra impuls te geven. De herstructurering middels innovatie en transformatie bevordert een doorontwikkeling van de SW-sector, die aangrijpt op drie niveaus: 1) op het niveau van SW-medewerkers die worden gesteund in hun arbeidsontwikkeling en de doelgroep voor de garantiebanen die zoveel mogelijk naar regulier werk moeten (via trajecten en projecten) 2) op het niveau van de stafmedewerkers en begeleiders uit de sector, die deze beweging
mogelijk moeten maken (via professionalisering en instrumentontwikkeling) 3) op het niveau van de gezamenlijke SW-organisaties / infrastructuur waarbinnen deze mensen werken (via nieuwe structuren en dienstverleningsconcepten). Bron: Procedure aanvraag- en beoordeling 'transformatie en innovatieplannen SW-bedrijf' in het kader van de motie Kerstens cs. – Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
2.1 Arbeidsmarktregio West- Brabant West-Brabant is een regio met kansen
vanwege zijn gunstige ligging tussen de
mainports (Rotterdam en Antwerpen)
en Brainport (regio Eindhoven). De
regio Midden- en West-Brabant
(Maintenance Valley) blijkt de vierde
economie van Nederland. Indien we
alleen kijken naar de sector industrie,
dan bezet Maintenance Valley zelfs
de tweede plaats.1 Desondanks wordt
voor 2015 een negatieve
werkgelegenheidsontwikkeling
voorspeld.2
Regionaal platform Arbeidsmarkt
Om de kansen uit de regio om te zetten naar kansen voor werkgelegenheid is het Regionaal
platform Arbeidsmarkt West-Brabant (rpA) opgericht. Zijn missie is het gezamenlijk
bevorderen van een goed functionerende arbeidsmarkt door het verbinden van lokaal en
sectoraal arbeidsmarktbeleid. Het platform is een onafhankelijk orgaan waarin deelnemers
worden gestimuleerd om discrepanties op de arbeidsmarkt gezamenlijk op te lossen. Het rpA
functioneert daardoor als netwerk, niet als een bestuurlijk forum of een instituut waaraan
bevoegdheden of taken worden overgedragen. In het rpA zijn gemeenten, UWV werkbedrijf,
onderwijs en sociale partners vertegenwoordigd.
1 Economie en perspectieven van Midden- en West-Brabant: verdiepend onderzoek MIRT, 2014. http://www.west-brabant.eu/media/Eindversie_Verdiepend_Onderzoek_Maintenance_Valley.pdf 2 UWV Arbeidsmarktprognose 2014 - 2015
4
Regionaal Werkbedrijf West-Brabant
Gezien de functie en rol van het rpA in West-Brabant is er voor gekozen het regionale
Werkbedrijf klein te houden. Het rpA is adviserend richting het Werkbedrijf. De regiegroep
regionaal Werkbedrijf (rRW) is besluitvormend en bestaat uit slechts vier personen: de
wethouder Sociale Zaken van Breda namens de 16 gemeenten (voorzitter), één
vertegenwoordiger namens de vakbonden, één vertegenwoordiger namens werkgevers en
de UWV regiomanager.3
Werkgeversdienstverlening in subregio's
In West-Brabant is ervoor gekozen de werkgeversdienstverlening voor de hele regio te
faciliteren onder de vlag Werkgevers-servicepunt West-Brabant met één website en
telefoonnummer, maar de uitvoering subregionaal in te richten. Dit maakt dat er vier
werkgeversservicepunten actief zijn. Hiervan liggen er twee in gemeenten waarvoor WVS-
Groep werkt (werkplein Hart van West-Brabant en werkplein Brabantse Wal) en de anderen
in werkgebied van !GO (Werklink) en ATEA (Breda). De samenwerking in deze
werkgeversservicepunten wordt georganiseerd via multi disciplinaire teams (MDTs). In deze
teams wordt samengewerkt tussen medewerkers van UWV, gemeenten en SW-bedrijven om
werk en kandidaten optimaal te kunnen matchen.
De Sociale Werkbedrijven in West-Brabant
In West-Brabant zijn drie Sociale Werkbedrijven werkzaam: !GO, ATEA-groep en WVS-
groep. !GO is werkzaam voor Aalburg, Drimmelen, Geertruidenberg, Oosterhout,
Werkendam en Woudrichem. ATEA werkt voor de gemeenten Breda en Baarle Nassau en is
daarmee deels werkzaam in de arbeidsmarktregio Midden-Brabant (Hart van Brabant, regio
Tilburg) alwaar men ook meedoet in het sectorplan. WVS-groep werkt voor de overige
gemeenten in West-Brabant: Bergen op Zoom, Etten-Leur, Halderberge, Moerdijk,
Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Woensdrecht en Zundert.
De kernactiviteiten van de Sociale Werkbedrijven zijn het verwerven van werk voor mensen
met een afstand tot de arbeidsmarkt, en de begeleiding van hen naar, en in, werk. Dit doen
zij voornamelijk voor mensen met een SW-indicatie, maar ook voor mensen uit voorheen de
bijstand en tegenwoordig de Participatiewet. De gemeenten zijn samen met hun Sociale
Werkbedrijven nog zoekende naar de precieze rollen en taken van de
uitvoeringsorganisaties. De toekomst van de bedrijven is daarmee nog niet helder
vastgesteld. Wel is duidelijk dat de gemeenten de kennis, kunde en de expertise van hun
Sociale Werkbedrijven ook in de toekomst willen benutten om mensen – die niet zelfstandig
werk kunnen vinden en/of uitvoeren – te faciliteren zo regulier mogelijk te werken. Afhankelijk
van de ontwikkelingen in de wetgeving en de reguliere arbeidsmarkt zouden die rollen van
smal tot breed kunnen worden ingevuld.
De West-Brabantse Sociale Werkbedrijven zoeken sinds een paar jaar elkaar actief op om
intensiever samen te werken. Vanuit het landelijke gefinancierde Cedris project spoor II,
optimalisering door samenwerking van SW bedrijven in de regio, zijn de drie bedrijven op
drie thema's projecten gestart. Ze hebben onderzocht hoe zij efficiënter kunnen opereren
door samenwerking op de thema's werkgeversdienstverlening, werknemersdienstverlening
en bedrijfsvoering. Hierin was de opdracht om een gezamenlijk dienstverleningsconcept te
ontwikkelen om werkgevers en gemeenten in de regio West-Brabant te ondersteunen bij de
inschakeling van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Dit heeft onder andere
3 Oprichting en uitgangspunten Regionaal Werkbedrijf West-Brabant, december 2014. http://rpa.west-brabant.eu/media/rtf/Regionaal_Werkbedrijf_West-Brabant_20150105.pdf
5
geresulteerd in een gezamenlijke productcatalogus van de Sociale Werkbedrijven West-
Brabant. De activiteiten in dit plan geven een extra impuls aan deze samenwerking en
bieden de kans de extra stap te zetten. Dit zal nadrukkelijk - in zowel ideevorming als
uitvoering - in nauwe samenwerking met de gemeenten gebeuren.
Brede samenwerking voor kwetsbare burgers
Met de diverse decentralisaties zijn gemeenten nu breed verantwoordelijk voor kwetsbare
burgers. Via de inzet van sociale wijkteams organiseren gemeenten een samenhangende
aanpak van welzijn, ondersteuning, jeugd- en gezondheidszorg. Veel SW-medewerkers
krijgen te maken met de inzet van deze teams, wat maakt dat Sociale Werkbedrijven en hun
professionals zoveel mogelijk aansluiting zullen zoeken. Immers, de component
arbeidsintegratie, wordt in veel gevallen ingevuld door het Sociale Werkbedrijf.
2.2 Ambitie: innovatie en transformatie Dit plan ondersteunt de transformatie van de Sociale Werkbedrijven in West-Brabant naar
een “regionaal expertisecentrum" ten behoeve van gemeenten en werkgevers die mensen -
die niet zelfstandig werk kunnen vinden en/of uitvoeren - faciliteren om zo regulier mogelijk te
werken. De SW-bedrijven vormen een netwerkorganisatie om publieke opdrachtgevers en
maatschappelijke partners (werkgevers en not-for-profit organisaties) te ondersteunen. Om
deze rol te kunnen vervullen dienen de bedrijven zich voor te bereiden op een bredere
doelgroep met andere vragen en oplossingen èn dient de uitvoering van de Wsw (ondanks
de gefaseerde krimp) geborgd te worden.
De beschikbare middelen zijn gerelateerd aan de transitie van de Sociale Werkbedrijven en
daarmee ligt de lead in het ontwikkelen van voorliggend plan binnen de SW-sector. Dit biedt
de regio een prachtige kans voor de ontwikkeling van nieuwe en innovatieve instrumenten,
medegefinancierd door het rijk, gebruik makend van een bestaande infrastructuur binnen de
Sociale Werkbedrijven, waarmee de basis voor een succesvolle uitvoering van de
Participatiewet wordt versterkt. De Sociale Werkbedrijven sluiten aan bij bestaande en
nieuwe publieke structuren en processen op het gebied van de Participatiewet. De projecten
worden door de bedrijven uitgevoerd op een dusdanige manier dat de uitkomsten
onafhankelijk van de toekomstige uitvoeringsstructuur toepasbaar zijn. Gemeenten worden
ook betrokken bij de uitvoering van de diverse projecten om zo de samenwerking - breder
dan alleen de Sociale Werkbedrijven onderling - te versterken.
3. Doelstellingen West-Brabant kiest ervoor om op alle drie de thema's activiteiten te ontplooien. De volgende
doelstellingen worden hierbij nagestreefd. Voor een nadere specificatie wordt verwezen naar
hoofdstuk 4.
Thema 1, Ontwikkeling en plaatsing van SW medewerkers en eventuele nieuwe werknemers
vanuit de Participatiewet.
Werkzoekenden van de SW-wachtlijst worden in beeld gebracht en daarvan krijgen 48
werkzoekenden een traject aangeboden met als doel plaatsing op een garantiebaan.
Middels een pilot worden 35 leerlingen van het speciaal- en praktijkonderwijs in beeld
gebracht en geplaatst in een garantiebaan of beschut werk.
6
Er wordt een werkwijze ontworpen voor de integrale aanpak voor kwetsbare jongeren
van school naar werk, in samenhang met de regionale afspraken tussen gemeenten,
onderwijs (VMBO, PrO/VSO, MBO 1/2), UWV, bedrijfsleven en andere partners.
100 SW-medewerkers worden middels training en een carrousel voorbereid op de
flexibele arbeidsmarkt.
Thema 2, Bevordering en ontwikkeling expertise medewerkers van de Sociale Werkbedrijven
19 professionals worden opgeleid en gecertificeerd jobcoach
6 reeds opgeleide professionals worden bijgeschoold en gecertificeerd
registerjobcoach
alle SW-bedrijven zullen een door het UWV erkende jobcoachorganisatie worden
16 professionals worden opgeleid in functiecreatie
240 professionals worden getraind en hebben de juiste middelen om om te gaan met
agressie en conflictsituaties.
25 accountmanagers worden getraind zodat zij acquisitie kunnen plegen voor de brede
doelgroep
36 accountmanagers en trajectbegeleiders worden getraind in onderlinge
samenwerking
Alle staf- en kadermedewerkers worden getraind en/of volgen workshops zodat zij
flexibel mee kunnen gaan in de veranderingen die de bedrijven doormaken.
Thema 3, Bijdrage aan transformatie / innovatie van de regionale infrastructuur
Ontwikkelen van een regionaal expertisecentrum door:
a. harmonisatie via de gezamenlijke productcatalogus, met onder andere:
- een propositie voor een detacheringsfaciliteit,
- een propositie voor nieuw beschut werk
- implementatie loonwaardemethodiek.
b. onderzoeken van een gezamenlijk dienstencentrum
Plannen voor herbestemming infrastructuur, middels samenwerking met ketenpartners
en faciliteren van start-ups
Herpositioneren SW-bedrijven door middel van campagne "iedereen ontwikkelt mee"
Organisatieontwikkeling ter voorbereiding op de toekomst
4. Activiteiten Om bovenstaande doelstellingen te realiseren, worden de volgende projecten uitgevoerd.
4.1. Maatregelen thema 1: Ontwikkeling en plaatsing van SW medewerkers en eventuele nieuwe werknemers vanuit de Participatiewet !GO, ATEA en WVS faciliteren mensen, met beperkingen, zo regulier mogelijk te werken. In
het kader van dit plan worden trajecten gestart om mensen uit de Participatiewet te plaatsen
op garantiebanen. Deze inzet bestaat uit trajecten voor mensen van de Wsw wachtlijst en
schoolverlaters van het speciaal- en praktijkonderwijs. Daarnaast is er extra inzet voor SW-
medewerkers die steeds vaker flexibel moeten zijn in hun werk. Ook daar geldt dat de
detacheringscontracten steeds korter zijn, en men dus vaker van baan en werkomgeving
moet veranderen. Dit vergt flexibiliteit van medewerkers die dat vaak van nature niet hebben.
7
4.1.1 Trajecten wachtlijst Wsw
Vanaf 1 januari 2015 zijn geen mensen meer ingestroomd in de Wsw. Mensen die op de
wachtlijst stonden of wiens tijdelijke contract niet verlengd werd, zijn aangewezen op andere
ondersteuning naar werk. Mensen met een UWV uitkering (veelal Wajong), kunnen
aankloppen bij UWV; de anderen (inclusief Nuggers) kunnen aankloppen bij hun gemeente
voor ondersteuning. Het feit dat deze mensen wel een indicatie SW hebben gekregen,
betekent dat zij zeer moeilijk zelfstandig werk kunnen vinden. Dit is de reden om deze
doelgroep specifiek voorrang te geven bij het invullen van de garantiebanen.
Met dit project wil de regio een bijdrage leveren aan de garantiebanen door de prioritaire
groep 'wachtlijst SW' in beeld te brengen en naar werk te begeleiden. De SW-bedrijven
hebben al ervaring met het plaatsen op garantiebanen door het uitvoeren van de pilot
Wajong voor het UWV. Hierin organiseren de SW-bedrijven werkfit trajecten om Wajongers
naar werk te begeleiden. UWV kiest hierbij nadrukkelijk de samenwerking met SW-bedrijven
om gebruik te maken van bestaande publieke infrastructuren. Deze ervaring wordt benut om
trajecten in te richten voor de werkzoekenden op de wachtlijst Wsw. De volgende activiteiten
worden hiervoor ondernomen:
Screening van kandidaten op de wachtlijst: beschut werk of garantiebaan (i.s.m.
gemeenten en UWV)
Trajecten voor kandidaten van wie verwacht wordt dat ze geplaatst kunnen worden op
garantiebanen:
Trajectbegeleiding en werkfit trajecten
3 Kwartaalrapportages en 1 eindrapportage
Praktijkbegeleiding leerwerken
Jobcoaching bij plaatsing en nazorg
Werkgeversbenadering
Loonwaardebepaling
Ambitie
Met de uitvoering van dit deelproject beoogt de regio 100 werkzoekenden met een beperking
in beeld te hebben en 48 trajecten in te zetten voor garantiebanen. Daarnaast levert de
screening nadere informatie op voor gemeenten over die inwoners die mogelijk in
aanmerking zouden kunnen komen voor Beschut Werk.
4.1.2 Versterken kansen voor jongeren in een kwetsbare positie: Praktijkonderwijs,
Voortgezet Speciaal Onderwijs, VMBO en MBO 1/2 Rond de toeleiding van kwetsbare jongeren naar een startkwalificatie of de arbeidsmarkt is de beleidsmatige dynamiek groot. Bij deze groep komen de drie transities van jeugdzorg, Wmo en de Participatiewet samen, terwijl deze groep ook de effecten gaat ondervinden van de invoering van Passend Onderwijs en van Entreeopleidingen. Binnen deze kaders wil de regio West-Brabant met elkaar de handen ineen slaan om te komen tot een integrale aanpak voor jongeren in een kwetsbare positie. Er zijn al diverse initiatieven gestart om deze integrale aanpak samen met bedrijfsleven, onderwijs, gemeenten, SW bedrijven, UWV, Regionaal Bureau Leerplicht en andere organisaties en ketenpartners te intensiveren en te verbeteren.
Vanuit het verleden zijn er al duurzame relaties tussen de scholen en de Sociale Werkbedrijven in West-Brabant. Vanuit deze ervaring wordt samen met gemeenten in West-Brabant een nieuwe werkwijze voor een sluitende aanpak vormgegeven.
.
8
De volgende activiteiten worden ondernomen:
Deelname aan regionaal casusoverleg over jongeren in hun laatste schooljaar (optioneel)
Stages bij de SW-bedrijven ten behoeve van diagnostiek en ontwikkeling
werknemersvaardigheden
Stages bij reguliere werkgevers
Jobcoaching
Loonwaardebepaling
Gezamenlijke werkgeversbenadering in samenwerking met de multi-disicplinaire teams
met als doel plaatsing op garantiebanen. Hierbij wordt samengewerkt met de MDTs
Daar waar garantiebanen niet haalbaar zijn, zal in overleg met gemeenten bekeken
worden of de leerling in aanmerking komt voor beschut werk
Deelname bij de regionale werkconferentie Integrale aanpak onderwijs / arbeidsmarkt
kwetsbare jongeren, met o.a. als doel een regionale werkagenda op te stellen op dit
thema. Alle belangrijkste samenwerkingspartners worden uitgenodigd.
Ambitie Alle jongeren die uitstromen uit het VSO, het Praktijkonderwijs, het VMBO en de Entree opleiding en uitvallers vanuit het MBO-2 en in de regio West-Brabant gaan naar het vervolgonderwijs, hebben een duurzame werkplek, een passende dagbesteding of zitten in een toeleidingtraject. Een sluitend vangnet.
Concreet gaat we in dit project, gedurende 1 jaar, 35 leerlingen uit het onderwijs
ondersteunen. De ervaringen met deze werkwijze delen we in het kader van de regionale
sluitende aanpak van jongeren in een kwetsbare positie.
4.1.3 Training van-werk-naar-werk in verband met flexibilisering
De continue veranderingen rondom de West-Brabantse Sociale Werkbedrijven vragen om
flexibiliteit van alle medewerkers, van SW-medewerker tot MT-lid. SW-medewerkers krijgen
te maken met de afbouw van bepaalde activiteiten, het vervreemden van bedrijfsactiviteiten
of simpelweg een wisseling in detachering door veranderende vraag vanuit de arbeidsmarkt.
Gemiddelde SW-medewerkers presteren het best in een omgeving die stabiel en
voorspelbaar is. Om hen mee te nemen in de veranderende context, zullen zij getraind
worden in flexibiliteit. Deze training wordt ingezet voor SW-medewerkers die hun
(detachering) werkplek verliezen.
De ontwikkelde werkwijze is een combinatie van werken op verschillende werkplekken en
een training. De medewerkers maken kennis met verschillende beroepenvelden en doen
brede praktijkervaring op. Naast het werken op de carrousel afdeling, gaan alle medewerkers
van deze afdeling ook de bijbehorende carrousel training volgen.
De basis van de training is dat de deelnemers problemen en uitdagingen kunnen
identificeren en oplossingen voor deze uitdagingen kunnen aandragen. Het
probleemoplossend vermogen wordt gevoed waarbij deelnemers een actieve rol hebben. Zij
bedenken zelf oplossingen/manieren om met mogelijke obstakels om te gaan. Dit is een
essentieel onderdeel van de training. Daarnaast komen verschillende thema’s aan bod, zoals
zelfmotivatie, persoonlijke kwaliteiten, presentatie, communicatie, werkgevers en werk. In de
training wordt gebruik gemaakt van diverse werkvormen zoals rollenspellen,
groepsopdrachten, interviews en sport & spel.
De volgende activiteit wordt ondernomen:
100 medewerkers volgen een mindset training/carrousel
9
4.2. Maatregelen thema 2: Bevordering en ontwikkeling expertise medewerkers van de sociale werkbedrijven Om de rol van regionaal expertisecentrum goed te vervullen, zal geïnvesteerd worden in het
personeel via diverse trainingen.
4.2.1 Opleiding jobcoach en certificeren jobcoaches
Essentieel onderdeel bij het zo regulier mogelijk werken van mensen uit de doelgroep is
jobcoaching. Een jobcoach begeleidt mensen naar een betaalde baan en biedt hiertoe
begeleiding. Bij gebrek aan adequate jobcoaching zullen veel werknemers niet duurzaam
regulier werken. Het rpA heeft jobcoaching als speerpunt benoemd en geeft hier, bij
voorkeur, invulling aan via de samenwerkende Sociale Werkbedrijven. Om de duurzaamheid
te vergroten en teleurstellingen van zowel werknemers als werkgevers zoveel mogelijk te
voorkomen, wordt ingezet op het professionaliseren van jobcoaching in West-Brabant.
Om een professionaliseringsslag te maken worden de volgende activiteiten ondernomen:
19 begeleiders in West-Brabant worden opgeleid tot jobcoach.
6 professionals die al werkzaam zijn als jobcoach worden bijgeschoold en gecertificeerd
als registerjobcoach bij de beroepsvereniging Jobcoaches Nederland.
Alle SW-bedrijven behalen een UWV erkenning.
4.2.2 Opleiding functiecreatie
Professionals werkzaam bij Sociale Werkbedrijven en gemeenten staan voor de taak
mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te plaatsen bij reguliere werkgevers. Een
belangrijk instrument hiervoor is functiecreatie. Bij functiecreatie worden bedrijfsprocessen
efficiënter georganiseerd door werkzaamheden opnieuw te verdelen. Dit gebeurt door
werkprocessen te analyseren, relatief eenvoudige taken af te splitsen en deze taken samen
te voegen tot nieuwe duurzame banen. Zo doet gekwalificeerd personeel het werk waarvoor
het is opgeleid en worden elementaire taken uitgevoerd door mensen met afstand tot de
arbeidsmarkt.
De volgende activiteit wordt hiervoor ondernomen:
20 professionals volgen de basistraining functiecreatie
4.2.3 Omgaan met agressie via interventieteams
Het begeleiden van een bredere doelgroep naar werk, brengt helaas ook bredere
problematiek met zich mee. SW-bedrijven dienen nog meer dan voorheen voorbereid te zijn
op uitingen van agressie en conflictsituaties. De volgende activiteiten worden hiervoor
ondernomen:
140 professionals volgen een training agressiebeheersing
20 professionals volgen een training mobbing en collegiale traumaopvang
communicatiemiddelen worden aangeschaft (er wordt een pieperalarm aangelegd)
opstellen van een protocol voor de receptie
4.2.4 Professionaliseren werkgeversdienstverlening
De werkgeversdienstverlening in West-Brabant is georganiseerd middels vier sub-regionale
multi-disciplinaire teams (MDT’s) waarin collega's van UWV, sociale diensten en SW-
bedrijven samenwerken om de werkgever zo goed mogelijk te bedienen. Om deze teams te
versterken, worden de accountmanagers van de SW-bedrijven opgeleid zodat zij als breed
10
acquisitieteam kunnen opereren4. Deze trainingen zijn aanvullend op de rpA campagne
'iedereen ontwikkelt mee'.
25 professionals volgen de Masterclass Inbound Marketing
25 professionals volgen de training contentmarketing
48 professionals volgen een Disc training om samenwerking tussen accountmanagers en
trajectbegeleiders te optimaliseren door elkaars rol te herkennen en te versterken
4.2.5 Begeleiders om- en bijscholen
De continue veranderingen rondom de West-Brabantse Sociale Werkbedrijven vragen om
flexibiliteit van alle medewerkers, van SW-medewerker tot MT-lid. Door de krimp van de
Wsw-doelgroep zal de herschikking en clustering van werkzaamheden in de komende jaren
een continu gegeven zijn. Uitgangspunten hierbij zijn dat:
De meest rendabele werkzaamheden in stand worden gehouden.
De noodzakelijke flexibilisering en aanpassingen doorgang zullen moeten vinden,
maar dat deze met respect voor de medewerkers en hun mogelijkheden
vormgegeven worden.
Waar nodig omscholing aan medewerkers zal worden aangeboden.
Ook voor medewerkers die in een overhead- of managementfunctie werkzaam zijn, zal er het
nodige veranderen. De overhead c.q. het management zal moeten afnemen waardoor het op
een bepaald moment nodig kan zijn om ook de overhead/managementwerkzaamheden
anders in te delen. Dit onderdeel wordt in nauw overleg met gemeenten uitgewerkt, zodat het
optimaal aansluit bij de toekomstkeuzes die zij maken.
De volgende activiteiten worden hiervoor ondernomen:
267 medewerkers volgen thema cultuurbijeenkomsten.
21 professionals werken aan teambuilding
10 professionals volgen de training verzuim
10 professionals volgen trainingen t.b.v. detachering
80 professionals volgen een training normatief professionaliseren met als doel zelfreflectie
en cultuurverandering
4.3. Maatregelen thema 3: Bijdrage aan transformatie / innovatie van de regionale infrastructuur Om de rol van regionaal expertisecentrum goed te vervullen, zal geïnvesteerd worden in de
infrastructuur en samenwerking tussen !GO, ATEA en WVS-groep.
4.3.1 Expertisecentrum
De West-Brabantse Sociale Werkbedrijven zoeken elkaar steeds vaker op en proberen
kennis en expertise te bundelen. Dit wordt nu verbreed en geprofessionaliseerd door het
opzetten van een expertisecentrum. Het expertisecentrum kent zowel een externe
component (productcatalogus) als een interne component (gezamenlijk dienstencentrum).
De externe kant van het expertisecentrum richt zich op gemeenten, werkgevers en overige
maatschappelijke partners. Zij hebben bijvoorbeeld behoefte aan een eenduidige
loonwaardemethodiek en een sociale detacheringsfaciliteit. Een aantal producten is al 4 Deze training wordt opengesteld voor andere ‘MDT-collega’s
11
opgenomen in een gezamenlijke productcatalogus welke verder uitgewerkt wordt. Daarnaast
wordt een drietal producten ontwikkeld in het kader van dit plan: een propositie voor een
detacheringsfaciliteit, een propositie nieuwe beschut werk en de implementatie van
loonwaardemethodiek Talent6.
De interne kant van het expertisecentrum richt zich op expertise die de bedrijven zelf nodig
hebben zoals bijvoorbeeld kennis over de cao Wsw. Door de terugloop in SW-medewerkers
is het op een gegeven moment de vraag of het nog gewenst is om als SW-bedrijf voor alle
kennis en expertise zelf personeel in dienst te hebben. Niettemin, is de kennis en expertise
onmisbaar om de SW-medewerkers die nog werkzaam zijn, goed van dienst te kunnen zijn.
Hierin wordt winst behaald door kennis en expertise te bundelen in een gezamenlijk
dienstencentrum.
a) Gezamenlijke productcatalogus
Vanuit het project "gezamenlijke werkzoekende dienstverlening" hebben !GO, ATEA en WVS
een gezamenlijke productcatalogus opgesteld. De producten die hierin opgenomen zijn
worden in het kader van dit plan verder doorontwikkeld, waarbij maatwerk mogelijk blijft op
verzoek van opdrachtgevers. De volgende producten zijn in de eerste versie van de
productcatalogus opgenomen:
Diagnose
Intake
Loonwaardebepaling Talent6
Werkscan
Arbeidsdeskundig advies
Training, opleiding, ontwikkeling
Trajectbegeleiding
Jobcoaching
Sollicitatietraining
Sollicitatiebegeleiding
Training voor werkgevers
Training werknemersvaardigheden
Werk
Detachering
Functiecreatie
Leerwerken
De volgende activiteiten worden ondernomen:
Opstellen productcatalogus, met gedeelde definities van de producten.
Projectgroepen om werkmethodes per product te harmoniseren. Gemeenten zullen
deelnemen aan deze projectgroepen via duurzame overlegtafels.
Een drietal projecten om detachering, beschut werk en loonwaardebepaling verder te
onderzoeken of te implementeren; zie hieronder voor nadere specificatie.
Een propositie voor een sociale detacheringsfaciliteit
Er is sprake van een flexibele arbeidsmarkt: er is volop werk, maar dit resulteert lang niet
altijd in vaste banen. Werkgevers hebben behoefte aan een flexibele schil om pieken en
dalen op te kunnen vangen. Daarnaast geldt dat men werknemers met een grote afstand tot
12
de arbeidsmarkt wel een werkplek wil bieden, maar geen contract in verband met hoge
werkgeversrisico's. Dit verklaart ook het hoge percentage detacheringen vanuit de SW.
In het kader van de baanafspraak zal de regio nastreven zoveel mogelijk werknemers in
dienst bij werkgevers te plaatsen. Niettemin kan als stap daarnaartoe detachering een brug
vormen voor werkgevers die dit niet direct aandurven of voor werkzoekenden die flexibel
werkervaring opdoen. Een dergelijke faciliteit kan ook voor gemeenten behulpzaam zijn om
te voorkomen dat inwoners voortdurend meer of minder een beroep moeten doen op een
uitkering met bureaucratische lasten tot gevolg.
Landelijk wordt deze behoefte ook gezien en ondersteund. Eind 2015 zullen de partijen uit
de Programmaraad een handreiking detacheren opleveren. Deze handreiking biedt een
juridisch bestuurlijk afwegingskader. Gezien de doorlooptijd zullen de maanden september
tot en met december gebruikt worden voor het verzamelen van de tot nu toe opgedane
ervaringen. Deze worden samen met de handreiking gebruikt om begin 2016 een plan van
aanpak op te leveren en uit te voeren.
De West-Brabantse SW-bedrijven ontwikkelen gezamenlijk een werkwijze waarin kennis en
expertise op het gebied van detacheringen gebundeld wordt. De uitkomst van landelijke
ontwikkelingen worden hierin meegenomen en gemeenten worden nauw betrokken bij de
uitwerking. Er wordt dan uiteraard ook rekening gehouden met gemaakte beleidskeuzes.
De volgende activiteiten worden hiervoor ondernomen:
Gezamenlijk haalbaarheidsonderzoek West-Brabant
Plan van aanpak met daarin omschreven de kennisinfrastructuur
Besluitvorming over mogelijke routes voor het opzetten van de faciliteit
Opzetten van nodige juridische vehikels
Pilot met kandidaten uit de Participatiewet voor individuele gemeenten
Een propositie nieuw beschut werk
Met de invoering van de Participatiewet heeft het kabinet erkend dat niet iedereen werkzaam
kan zijn bij een reguliere werkgever. Hiervoor is de regeling beschut werk opgesteld welke
op termijn landelijk werk biedt aan 30.000 personen. Kenmerken van beschut werk zijn dat er
technische en organisatorische aanpassingen nodig zijn. Daarnaast is er permanent toezicht
en begeleiding noodzakelijk. Iemands loonwaarde is hierbij geen criterium. In 2015 zal er
een werkwijzer beschut werk vanuit de Programmaraad worden opgeleverd. Daarnaast is
aannemelijk dat de VNG landelijk afspraken maakt over arbeidsvoorwaarden.
De West-Brabantse SW-bedrijven ontwikkelen gezamenlijk een werkwijze waarin kennis en
expertise op beschut werk gebundeld wordt. De uitkomst van landelijke ontwikkelingen
worden hierin meegenomen en gemeenten worden nauw betrokken bij de uitwerking. Er
wordt uiteraard rekening gehouden met gemaakte beleidskeuzes.
Om de propositie uit te werken worden de volgende activiteiten ondernomen:
Uitwerking dienstverleningsmodel in samenwerking met gemeenten.
Pilot met deelnemers die uit de trajecten onder thema 1 een signalering beschut werk
krijgen.
Evaluatie en aanscherping dienstverleningsmodel in samenwerking met gemeenten.
13
Loonwaardesystematiek Talent6 implementatie
Vanuit de Participatiewet, de vorming van een regionaal Werkbedrijf en de behoefte hierbij
vanuit de gemeentes, is er vanuit de drie Sociale Werkbedrijven in deze regio versneld
initiatief genomen om te komen tot een eenduidige en professionele bepaling van de
loonwaarde van een medewerker, die in dat kader geplaatst gaat worden. De regio heeft
gekozen voor twee loonwaardemethodieken, namelijk de UWV-methodiek en Talent6, welke
inmiddels gecertificeerd is.
De ambitie is om Talent6 in de arbeidsmarktregio op een gefaseerde wijze uniform toe te
passen binnen de 3 SW-bedrijven voor de SW doelgroep en daarnaast voor doelgroepen
van gemeenten en UWV. Middels onderstaande activiteiten wordt geborgd dat er voldoende
professionals in de regio gecertificeerd zijn om loonwaardemeting volgens Talent6 uit te
voeren.
De volgende activiteiten worden hiervoor ondernomen:
Training ontwikkelen
Bijeenkomst ten behoeve van communicatie en certificering professionals
Tweedaagse training medewerkers
25 tot 30 professionals voeren elk tien loonwaardebepalingen uit
Digitale helpdeskfunctie ontwikkelen waar ook registratie in plaatsvindt
Twee supervisie bijeenkomsten
Collegiale toetsing
Maandelijkse intervisie
Praktijkondersteuning professionals
Doorontwikkeling (met behulp van ICT-ondersteuning) en validatie Talent6
Afstemming met de professionals die de UWV-methodiek uitvoeren
b) Gezamenlijk dienstencentrum
Door de terugloop in SW-medewerkers is het op een gegeven de vraag of het gewenst is als
SW-bedrijf voor alle kennis en expertise zelf personeel in dienst te hebben. Niettemin, is de
kennis en expertise onmisbaar om de SW-medewerkers die nog werkzaam zijn, goed van
dienst te kunnen zijn. Hierin wordt winst behaald door kennis en expertise te bundelen in een
gezamenlijk dienstencentrum. Dit is de reden om breed te onderzoeken welke onderdelen in
het gezamenlijk dienstverleningscentrum opgenomen kunnen worden. Belangrijk aspect in
het onderzoek is de speciale positie van ATEA, die als onderdeel van de gemeente Breda
een aantal zaken anders regelt.
Mogelijke onderdelen in het gezamenlijk dienstverleningscentrum:
salarisadministratie
arbo
subsidies
opleidingscoördinatie
ICT
waaronder onderzoek cliëntvolgsysteem: wens om op persoonsniveau digitaal te
rapporteren aan de opdrachtgever
expertise:
'wel of geen dagbesteding' (voorkomen dat mensen met loonwaarde 'vast komen te
zitten' in dagbesteding en ervoor zorgdragen dat mensen aan de ondergrens soepel
doorstromen naar dagbesteding)
arbeidsontwikkeling
ziektebeelden
14
begeleiding voor specifieke doelgroepen
De volgende activiteiten worden ondernomen:
Haalbaarheidsonderzoek
Plan van aanpak met tijdpad
Besluitvorming (go/no-go)
4.3.2 Herbestemmen infrastructuur
De veranderingen door gewijzigd beleid hebben ook effect op de infrastructuur van de
Sociale Werkbedrijven. In het verleden werkten SW-medewerkers op de sociale werkplaats
in grote fabriekshallen. Inmiddels werken steeds meer mensen bij reguliere werkgevers: een
trend die doorzet. Deze trend heeft leegstand tot gevolg. Gezien de grote leegstand van
kantoren in het algemeen, is simpel verkoop of verhuur vaak geen rendabele optie. De West-
Brabantse bedrijven kiezen voor innovatie die past bij hun missie: werkgelegenheid voor
mensen voor die dat niet vanzelfsprekend is.
Er worden twee lijnen uitgezet in het kader van dit sectorplan:
I. Samenwerking met ketenpartners
II. Faciliteren start-ups
Samenwerking met ketenpartners
Alle drie de bedrijven hebben pilots gedraaid om de samenwerking met GGZ en VG
zorgaanbieders te onderzoeken. WVS-groep en BSW-bedrijven (als onderdeel van de
ATEA-groep) zijn inmiddels ook zelf een AWBZ erkende organisatie. !GO is voor haar
gemeenten contractpartner voor dagbesteding. Naast de samenwerking op arbeidsmatige
dagbesteding gaan de SW-bedrijven onderzoeken met welke andere maatschappelijke
partners kan worden samengewerkt ten behoeve van de herbestemming infrastructuur.
Belangrijk onderwerp van gesprek met gemeentelijke opdrachtgevers is een betere benutting
van het maatschappelijk vastgoed.
De volgende activiteiten worden hiervoor ondernomen:
gesprekken potentiële samenwerkingspartners over huisvestingsbehoeften naar de
toekomst toe; gekoppeld aan mogelijke samenwerking op activiteiten
Verkenning met gemeenten over betere benutting maatschappelijk vastgoed
rapportage met kansen en belemmeringen
uitwerken kansrijke samenwerkingen
Faciliteren start-ups
De generatie die nu afstudeert, start steeds vaker een eigen bedrijf. Deze start-ups hebben
potentie om snel te groeien en bieden dan ook werkgelegenheid. De jonge ondernemers van
nu zijn gedreven door duurzaamheid en een positieve bijdrage aan de maatschappij. Dit zijn
dan ook bij uitstek ondernemers die het leuk vinden om samen te werken met de doelgroep.
De West-Brabantse SW-bedrijven willen profiteren van deze trend door de startups te
faciliteren in hun eigen infrastructuur om zo leegstand te voorkomen.
Er wordt een verkenning uitgevoerd naar de haalbaarheid van een publiek privaat thematisch
start-up platform dat zich richt op het faciliteren van start-ups en (indien mogelijk) gevestigde
bedrijven. Het onderzoek is gericht op de inzet van de bestaande infrastructuur
(kantoorruimte, bedrijfsruimte, werkplaatsen) in combinatie met dienstverlening, waar
bijvoorbeeld in de vorm van een incubator een goede faciliteit kan worden geboden aan
15
(startende) ondernemers. Hierbij worden mogelijke experimenten in de contractvormen met
huur en omzet als mogelijkheid ingezet.
4.3.3 Herpositioneren SW-bedrijven
Het rpA zet een promotiecampagne op, genaamd 'iedereen ontwikkelt mee'. Doel van de
campagne is om de Participatiewet levend te krijgen onder verschillende doelgroepen. De
campagne is gericht op het delen van goede voorbeelden van zowel werkzoekenden,
werknemers als werkgevers. Aanvullend op deze campagne zullen de Sociale Werkbedrijven
communicatie activiteiten ontplooien om zichzelf anders te positioneren, passend bij een
nieuwe Participatiewet.
De volgende activiteiten worden ondernomen:
een communicatiecampagne
een event voor werkgevers
4.3.4 Organisatieontwikkeling
De drie Sociale Werkbedrijven zien zich geconfronteerd met een gefaseerde krimp van de
uitvoering van de SW-taakstelling. Tegelijkertijd zullen er in meer of mindere mate andere
taken worden gevraagd. Dit vraagstuk leidt tot een aantal zaken die in het kader van
organisatieontwikkeling gestalte zullen krijgen bij de drie organisaties. Deze projecten
worden door de afzonderlijke Sociale Werkbedrijven uitgevoerd, maar kennis en opgedane
ervaringen worden breed in de regio gedeeld.
a) Verkenning en studie naar de verzelfstandiging van bedrijfsonderdelen
In het land zijn er enkele voorbeelden bekend van het verzelfstandigen van
bedrijfsonderdelen of het aangaan van joint ventures. Daarmee ontstaan ook sociale
ondernemingen. Dit soort processen kent een eigen dynamiek, maar ook een eigen
afwegingskader. Ook landelijk bestaat hier belangstelling voor. Vanuit WVS en !GO zal hier
nader onderzoek naar gedaan worden, gericht op het verzamelen van kennis en expertise.
b) Opstellen van een implementatieplan voor !GO in samenwerking met de gemeenten.
De Dongemond-gemeenten hebben besloten om voor de toekomst van !GO in
samenwerking met het bedrijf een implementatieplan op te stellen voor de toekomst. In dit
plan zullen tal van vragen worden verkend en onderzocht die een antwoord moeten geven
op de ontwikkeling van de uitvoeringsorganisatie op de middellange en langere termijn. Om
tot dit implementatieplan te komen zullen verschillende activiteiten worden ontplooid.
Begonnen wordt met een brede workshop in de vorm van een World café voor alle
gemeenteraden, cliëntenraden en andere betrokkenen onder het motto “Samenwerken met
Feedforward”.
c) Herstructurering BSW Bedrijven
De ATEA-groep heeft een herstructureringsplan opgesteld om het negatief
exploitatieresultaat van BSW Bedrijven te minimaliseren. In het kader van dit plan wordt een
projectgroep opgesteld om dit nader vorm te geven en de uitvoering hiervan te monitoren.
d) Lean implementeren bij WVS Roosendaal
De implementatie van de Participatiewet gaat gepaard met bezuinigingen. Deze komen
naast de reeds voorgenomen bezuinigingen op de rijksbijdrage per SE. Dit vergroot
nogmaals de noodzaak om zo efficiënt mogelijk te werken. Naast beoogde efficiency
16
voordelen door vergaande samenwerking, wil WVS-groep haar medewerkers laten werken
volgens de principes van Lean.
Lean is een filosofie en vooral een manier van werken waarbij alles en iedereen in de
onderneming zich richt op het creëren van waarde in alle processen en het elimineren van
verspillingen. Door de klant centraal te stellen creëer je maximale toegevoegde waarde voor
de klant tegen minimale inspanning. Hierdoor verbetert de kwaliteit, dalen de kosten en
daardoor stijgt de winst. Het resultaat is ook meetbaar op andere vlakken:
hogere klanttevredenheid en meer betrokkenheid van de medewerkers.
De volgende activiteiten worden hiervoor ondernomen:
Trainingen lean voor 10 WVS professionals
Implementatie van lean bij WVS
e) Implementatie Matchcare bij WVS Roosendaal
Eén werkplein in West-Brabant heeft gekozen om het programma Matchcare in te zetten
voor de diagnose, screening en matching van kandidaten. Om de samenwerking verder te
optimaliseren zal WVS Roosendaal waar nodig Matchcare aanschaffen en implementeren. In
het kader van een lopende bestuursopdracht zal verdere verkenning voor twee werkpleinen
en het SW-bedrijf leiden tot een integrale samenwerking.
17
5. Planning Een aantal projecten is reeds gestart, anderen starten zodra dit plan geaccordeerd is. Een
aantal thema's wordt projectmatig opgepakt met een begin, een doorloop en een afronding.
Een aantal andere thema's wordt komend jaar aangeslingerd en zal na september 2016
stevig staan en doorgang vinden. Eén en ander is hieronder uitgebeeld, waarbij blauw de
voorbereiding betreft, groen de uitvoering en/of monitoring en geel de afronding.
wa
ch
tlijs
t W
sw
Pro
/Vso
Va
n w
erk
na
ar
we
rk
Jo
bco
ach
ing
Fu
nctiecre
atie
Om
ga
an
me
t a
gre
ssie
Accou
ntm
an
ag
ers
Fle
xib
ilise
ring
sta
f en
ka
de
r
Ge
za
me
nlij
ke
pro
du
ct-
ca
talo
gus
De
tache
ring
s-f
acili
teit
Nie
uw
besch
ut
we
rk
Ta
lent
6
Ge
za
me
nlij
k
die
nste
nce
ntr
um
He
rbe
ste
mm
en
infr
astr
uctu
ur
Ied
ere
en
on
twik
kelt m
ee
Org
an
isa
tieo
ntw
ikke
ling
Jan 15
Feb 15
Mrt 15
Apr 15
Mei 15
Jun 15
Jul 15
Aug 15
Sep 15
Okt 15
Nov 15
Dec 15
Jan 16
Feb 16
Mrt 16
Apr 16
Mei 16
Jun 16
Jul 16
Aug 16
Sep 16
18
6. Begroting Totaal
Maatregelen op het niveau van de SW-medewerker
Trajecten wachtlijst WSW € 89.184
Trajecten leerlingen VSO/pro € 211.600
Training van werk-naar-werk € 127.200
Subtotaal thema 1 € 427.984
Maatregelen op het niveau van de staf en begeleiders
Opleiding jobcoach en certificeren € 298.070
Opleiding functiecreatie € 36.000
Omgaan met agressie € 304.140
Accountmanagement € 127.635
Flexibilisering staf en kader € 211.620
Subtotaal thema 2 € 977.465
Maatregelen op het niveau van de SW-bedrijven
Expertisecentrum
a) gezamenlijke productcatalogus € 144.450
- sociale detacheringsfaciliteit € 167.000
- nieuw beschut werk € 48.960
- Talent6 € 215.400
b) gezamenlijk dienstencentrum € 557.187
Herbestemmen infrastructuur € 340.960
Iedereen ontwikkelt mee € 209.100
Event € 97.250
Organisatieontwikkeling € 380.600
Subtotaal thema 3 € 2.160.907
Projectmanagement € 144.240
Totaal € 3.710.596
De totale kosten voor uitvoering van dit plan zijn € 3.710.596. Middels deze aanvraag doet
West-Brabant een beroep op de maximaal beschikbare subsidie van € 1.359.710.
Naast de co-financiering vanuit de inzet van personeel van de Sociale Werkbedrijven, wordt
door het rpA de ontwikkeling van Talent6 mede gefinancierd.
7. Uitvoeringsorganisatie Dit plan wordt zoveel mogelijk vanuit gezamenlijkheid met alle gemeenten in West-Brabant
uitgevoerd. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering ligt bij de Sociale Werkbedrijven,
waarbij het budgetbeheer gezamenlijk door de controllers van de drie bedrijven wordt
uitgevoerd. De gemeente Breda zal hierbij aansluiten.
19
Voor de voortgangsbewaking en afstemming tussen de verschillende onderdelen wordt een
projectgroep ingericht. Zo wordt voor de duur van het project een bescheiden
projectorganisatie in het leven geroepen.
Taken stuurgroep
- inhoudelijke en financiële afstemming en voortgangsbewaking en verbinding met overige
relevante programma's in West-Brabant
Samenstelling stuurgroep
- Managers werk en inkomen West-Brabant
- Directeuren SW-bedrijven
Taken projectgroep
- voortgangsbewaking en verslaglegging
- afstemming tussen de projecten
- budgetbeheer in samenwerking met de werkgroep Budgetbeheer
- terugkoppeling naar gemeenten en andere stakeholders
Samenstelling projectgroep
- Breda: Tanja Willemsen (eventueel aangevuld)
- WVS-groep: Jos Koopman en Wilma Faijaars
- ATEA-groep: Remko van der Sanden en Rob Dusée
- !GO: Egbert Lichtenberg en Dianne Bekker
- Projectmanagement door Jenny den Hertog, adviseur KplusV
Samenstelling werkgroep Budgetbeheer
Drie controllers van de drie bedrijven.
Vergaderfrequentie en tijdsbesteding
De projectgroep komt maandelijks bijeen om voortgang en knelpunten o.b.v. genoemde
taken te bespreken.
8. Proces van afstemming De Sociale Werkbedrijven zijn het met elkaar eens over de koers en richting van de
activiteiten in de regio. De activiteiten zijn in gezamenlijkheid bedacht en zullen ook samen
worden uitgevoerd. De medezeggenschapsraden van de drie bedrijven zijn geïnformeerd
over de ontwikkelingen zoals beschreven in dit sectorplan en het definitieve plan is ter
informatie aan hen aangeboden. In de uitvoering zullen de ondernemingsraden voortdurend
op de hoogte worden gehouden van de ontwikkelingen en waar nodig zullen de procedures
conform de WOR voor wat betreft adviesaanvraag of instemmingsaanvraag gevolgd worden.
Het opstellen van dit plan is in overleg met de gemeenten gebeurd. Beleidsadviseurs hebben
input geleverd en meegelezen op dit plan. De adviezen zijn verwekt in de definitieve versie
welke geagendeerd is in het regionaal managementoverleg (tussen gemeenten en Sociale
Werkbedrijven) op 3 juli 2015. Vervolgens is het definitieve plan voorgelegd in de regiegroep
Regionaal Werkbedrijf (rRW) op 8 juli 2015: wethouder B. Bergkamp, namens werkgevers J.
de Lange en namens werknemers F. Szablewski.