Schoonselhof in 10 heldenmo(nu)menten
-
Upload
stad-antwerpen -
Category
Documents
-
view
228 -
download
2
description
Transcript of Schoonselhof in 10 heldenmo(nu)menten
1
schoonselhof in 10 heldenmo(nu)menten
Van ‘le Diable Liègeois’ naar ‘den Antwerpschen duvel’
WATER
GROENZONE
COLUMBARIUM
EREPERK
CONCESSIES
GEWONE LIJN
KINDERPERK
STROOIWEIDE
URNENVELD
INGANG
1
9
8 7
6
5
4
3
2
10
1. Fernand Verschaeve
2. Slachtoffers ontploffingsramp Corvilain
3. Slachtoffers van de strijd
voor het algemeen stemrecht
4. Maria ’s Heeren
5. Herman Van den Reeck
6. Edward Coremans
7. Albert Pot en Theophiel Grijp
8. Gesneuvelden in bevolen dienst
9. Militaire slachtoffers
10. Jan Olieslagers
Voorwoord
Erfgoeddag 2012 staat in het teken van cultureel erfgoed en heeft als thema helden. Met een begraafplaats als het Schoonselhof, is het
dan ook evident dat de stad Antwerpen hieraan deelneemt. Deze historische en tevens grootste begraafplaats van de stad biedt namelijk
een laatste rustplaats aan diverse helden.
Om de levensverhalen van deze helden te vertellen en niet verloren te laten gaan, werd deze brochure samengesteld. Ze brengt het
verhaal rond tien heldenmonumenten en vormt de brug tussen een vaak vergeten geschiedenis en het waardevolle funeraire erfgoed
dat zich op de begraafplaats bevindt.
Het bestuur van de stad Antwerpen en vzw Grafzerkje nodigen uit om op het Schoonselhof rustplaatsen van helden en hun daden te
(her)ontdekken. Hopelijk leert u op deze manier het Schoonselhof op een andere manier kennen. Want de unieke levensverhalen en
maatschappelijke verdiensten van deze helden verdienen het om gekoesterd te worden.
U gaat het Schoonselhof binnen langs de hoofdingang op de Krijgsbaan. U neemt de eerste straat rechts, die u volgt tot net voorbij het rondpunt met het grafmonument van Peter Benoit. Op uw linkerkant hebt u nu perk Z1 bereikt. U betreedt dit perk via de ingang onmiddellijk na het rondpunt. U gaat naar rechts en blijft naast de haag lopen tot u helemaal op het einde van het perk bent, op de hoek staat het grafmonument van Ferdinand Verschaeve. St
art
3
Sch
oon
selh
of p
erk
Z1,
rij N
oord
, h
oek
Luik
20
augu
stu
s 18
76 –
Sin
t-Jo
b-in
-’t- G
oor
8 ap
ril 1
914
Ove
rgeb
rach
t va
n d
e Ki
elbe
graa
fpla
ats.
1. f
erna
nd V
ersc
haev
e
5
Het grafmonument van Verschaeve is aan uw linkerkant. Hier tegenover liggen drie grafmonumenten naast elkaar. Volg de haag naast het graf-monument Spitzner - Dierckx, die volgt u tot u niet meer rechtdoor kan gaan, dan slaat u linksaf en ongeveer in de helft van het perk staat het grafmonument voor de slachtoffers van de ontploffingsramp van Corvilain.
De in Luik geboren Fernand Verschaeve behaalde op 30 septem-
ber 1910 het brevet van piloot (licensie nr. 17). Hij werd test-
vlieger voor de Antwerpse vliegtuigfabriek Bollekens en burger-
lijk instructeur van militaire piloten in opleiding. Daarbij leerde
hij vrijwel alle Belgische militaire piloten uit die tijd vliegen.
Verschaeve was niet alleen een buitengewoon piloot, maar ook
een goed zweefvlieger en een uitstekend mecanicien. Hij nam
aan Belgische en buitenlandse vliegmeetings deel en stond op
de affiche vermeld als ‘le Diable Liègeois’. Fernand Verschaeve
was zeer goed bevriend met die andere ‘duivel’ Jan Olieslagers
(zie verder).
Op 22 december 1912 vestigde hij een wereldrecord van duur
en hoogte door met vier militaire passagiers, de luitenanten
Masui, Moulin, Descamps en Demanet, gedurende 37 minuten
en 6 seconden te vliegen op een hoogte van 596 meter.
Op 8 april 1914 maakte Verschaeve een dodelijke crash te
Sint-Job-in-’t-Goor bij het testen van een nieuw militair toestel,
een Jéro/Farman HF23bis. Na Daniel Kinet, Nicolas Kinet, John
Verrept, René Olbrechts en Hanouille was Fernand Verschaeve
de zesde Belgische piloot die in enkele jaren tijd (1910-1914)
verongelukte. Hij werd begraven op de Kielbegraafplaats.
Vandaag bevindt het grafmonument voor Fernand Verschaeve
zich op het Schoonselhof. Het bronzen portret is een ontwerp van
Emiel Jespers, het beeld wordt aan Oscar Jespers toegeschreven.
Zie ook archieffoto 1 op pagina 26.
5
Sch
oon
selh
of p
erk
Z1
Antw
erpe
n 6
sep
tem
ber
1889
Ove
rgeb
rach
t va
n d
e Ki
elbe
graa
fpla
ats:
194
6
2. s
lach
toff
ers
ontp
loffi
ngsr
amp
corv
ilain
Op 6 september 1889 vond de ontploffingsramp Corvilain plaats
in de Steenborgerweertpolder ter hoogte van het Noordkasteel
en de Royerssluis. Daarbij vielen 53 doden, 63 zwaargewonden
en 450 gekwetsten. 42 personen werden vermist, van hen werd
nooit een spoor teruggevonden.
Op 4 december 1888 kocht Joseph-Ferdinand Corvilain 56 000
geweerkardoezen aan van het Spaanse leger. Wegens verzet
van de Nederlandse regering kon Corvilain een opslagruimte
in Terneuzen niet in gebruik nemen zoals voorzien. Daarom
werden de kardoezen voorlopig opgeslagen in Oosterweel. Eind
januari 1889 werd een akkoord bereikt met het stadsbestuur
van Antwerpen om een terrein voor kardoezenontmanteling te
voorzien in de Steenborgerweertpolder.
De exploitatieaanvraag van 6 maart 1889 van Corvilain bij het
stadsbestuur werd echter geweigerd. Dat weerhield Corvilain
er niet van toch met de exploitatie te starten. Op 1 juli kreeg
hij van het stadsbestuur bevel tot sluiting maar op 7 augustus
ontving hij een provinciale toelating voor exploitatie.
Op vrijdag 6 september 1889 om 14.53 uur vond een zware
ontploffing op het terrein plaats. Men kon dit uur zo exact be-
palen aan de hand van de stilgevallen klokken van de herbergen
‘Volmolen’ en ‘Congoland’, die in de omgeving gelegen waren.
De impact van de ontploffing was immens en op 8 september
1889 kwam koning Leopold II de site bezoeken. Maar ook dui-
zenden nieuwsgierige burgers kwamen naar de plaats van de
ramp. Er werden speciaal extra treinen ingelegd, ook uit Neder-
land, Duitsland en Frankrijk, om hen ter plaatse te brengen.
Begrafenisondernemer Vets moest alle middelen inzetten om
de slachtoffers van de site te vervoeren. Ze werden in karren
verplaatst en ook nu nog spreekt men over ‘een begrafenis met
het karreke van Vets’ wanneer men een eenvoudige begrafenis
bedoelt. Op 9 september werden de slachtoffers begraven op de
Kielbegraafplaats in een gemeenschappelijk graf dat 75 meter
lang was. Het gedenkteken dat voor hen werd opgericht, werd
ontworpen door stadsingenieur Gustave Royers. Het monument
is geladen met symboliek: een afgedekte urne (het afdekken van
het leven), daaronder het wapenschild van de stad Antwerpen,
een bronzen plaat met vermelding van de ontploffingsramp en
aan de voet brokstukken van de fabriek.
Op 14 september werden Joseph-Ferdinand Corvilain, die op
het ogenblik van de ramp in Parijs verbleef, en zijn ingenieur
Delaunay aangehouden. Op 27 november 1889 werd hij
veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf.
Zie ook archieffoto’s 2 en 3 op pagina 26.
De haag blijft aan uw rechterkant. U gaat rechtdoor totdat u niet meer verder kan en slaat links af en gaat door tot het einde van het perk. Op uw linkerkant is het grafmonument voor de slachtoffers van de strijd voor het algemeen stemrecht.
7
Sch
oon
selh
of p
erk
Z1,
rij O
ost,
41
Bor
gerh
out
18 a
pril
1893
Ove
rgeb
rach
t va
n d
e Ki
elbe
graa
fpla
ats:
194
7
3. s
lach
toff
ers
van
de s
trijd
voo
r he
t al
gem
een
stem
rech
t
99
U verlaat perk Z1, u slaat de straat rechts in en neemt onmiddellijk de rechtse straat. Daar gaat u via de eerste ingang op uw linkerkant perk Y op. U gaat naar rechts en gaat tussen de hagen door. Hier gaat u door tot u aan de vijfde dubbele rij grafmonumenten bent. Het grafmonument op uw linkerkant is dit van familie Thieren-Winders en op uw rechterkant van de familie Neelemans-Coomans. Ongeveer in het midden van deze rij vindt u het grafmonument van Maria ’s Heeren op uw rechterkant.
uitgebracht worden bij de stakers, braken er schermutselingen
uit. Een regen van stenen kwam neer op de ordehandhavers
en ook de burgemeester werd getroffen. Doordat de situatie
uit de hand dreigde te lopen werd bevel gegeven met scherp
te schieten. Er vielen vijf doden: Philippus Bossiers, Cornelius
Biscops, Benedictus Van den Ven, Josephus Van Diependael en
Gustavus Herreygers.
Op 19 april keurde de Kamer een compromisvoorstel van de
katholieke hoogleraar Albert Nyssens goed: het algemeen
stemrecht werd aanvaard maar gemilderd door het meervoudig
stemrecht. Hierdoor werd de algemene staking opgeheven.
De slachtoffers kregen een huldemonument op de
Kielbegraafplaats in de vorm van een obelisk. Deze obelisk
vertelt het volgende verhaal: ‘Zij gaven hun leven (omgekeerde
toortsen die het uitdoven van het leven voorstellen) in de strijd
(dubbele bijl die de strijdbijl voorstelt) voor recht en vrijheid
(Phrygische muts) waarvoor wij hun eeuwig erkentelijk zijn
en dit tonen door het schenken van kransen (symbool voor
rouw en eerbied), zo zullen zij eeuwig verder leven (symbolisch
voorgesteld door palmtakken). In 1947 werden de lichamen
naar het Schoonselhof overgebracht.
Zie ook archieffoto 4 op pagina 26.
Op 11 april 1893 werd het wetsvoorstel voor algemeen
stemrecht van de radicale liberaal Paul Janson in de Kamer
verworpen. Als antwoord hierop kondigden de socialisten op
17 april 1893 een algemene staking af. In het hele land werd
hieraan gevolg gegeven. In Antwerpen organiseerden arbeiders
bijeenkomsten en optochten waarbij leuzen weerklonken als
‘Wie goed is als soldaat, is het stemrecht waard’ en ‘Geen
plichten zonder rechten’. Op 18 april werd het havenkwartier
afgesloten door de politie en de burgerwacht om daar oproer
te vermijden. De opgekomen betogers stroomden in de richting
van Borgerhout om ook het personeel van de kaarsenfabriek
Roubaix-Oedenkhoven tot staking aan te zetten. De directeur
van de kaarsenfabriek was bereid een afvaardiging van de
stakers te ontvangen en liet hierop zijn werklieden vrij het werk
al dan niet neer te leggen. Wat hij echter niet toeliet was dat de
afvaardiging de arbeiders zou toespreken en hij vroeg de stakers
de fabriek te verlaten. Ondertussen had burgemeester Lodewijk
Moorkens bijstand gevraagd van de politie, de gendarmerie
en het vrijwilligerskorps van de pompiers van Borgerhout.
De manifestanten trokken zich terug, maar later op diezelfde
dag vertrok een nieuwe optocht met 4000 deelnemers, die
eindigde aan de kaarsenfabriek. De delegatie kreeg van de
directeur hetzelfde antwoord, maar nog voordat er verslag kon
Sch
oon
selh
of p
erk
Y, r
ij 28
, 15
Sin
t-Tru
iden
16
dece
mbe
r 18
84 –
An
twer
pen
16
augu
stu
s 19
02
Ove
rgeb
rach
t va
n d
e Ki
elbe
graa
fpla
ats:
194
9
4. m
aria
’s h
eere
n
1111
deelnamen zorgden ervoor dat de naaister, die uit een
kroostrijk gezin kwam, een vorstelijke uitvaart kreeg.
Langs het hele traject van het Sint-Elisabethziekenhuis
naar de Kielbegraafplaats stonden die namiddag rouwende
Antwerpenaars. Mensen klommen in bomen, lantaarnpalen
en op rijtuigen. Op weg naar het justitiepaleis werd de lijkkist
gevolgd door de Sneeuwfeeën die samen met Maria het drama
hadden beleefd. Eminente personen droegen de hoeken van het
baarkleed. Tot laat in de avond legde men bloemen op het graf.
Twee jaar na het overlijden van Maria ’s Heeren had men
voldoende geld ingezameld voor een waardig gedenkteken,
dat besteld werd bij steenhouwer Clement Jonckheer fils. De
stoffelijke overschotten van Maria werden overgebracht uit het
graf in gewone grond, waarin ze sinds 1902 rustte, naar een
kosteloze vergunning. Het grafmonument stelt een engel voor
die symbool staat voor het jonge leven dat plotseling beëindigd
werd. De foto op haar grafmonument werd genomen vlak
voordat ze stierf en werd in het uitstalraam van de fotograaf in
de Offerandestraat dagenlang druk bekeken. Dezelfde foto staat
op Maria’s doodsprentje dat ook als postkaart werd uitgegeven.
Een tekening naar de foto verscheen in alle kranten. In 1927
werd een marbrieten plaat op de sokkel aangebracht.
Zie ook archieffoto’s 5 en 6 op pagina 26.
Het grafmonument van Maria ’s Heeren werd opgericht door
de maatschappij Leopold. Er staat op vermeld dat Maria op
17-jarige leeftijd omkwam tijdens de lichtstoet van 15 augustus
1902 ter ere van het feest van de Hemelvaart van Onze-Lieve-
Vrouw, de patroonheilige van de stad. In die tijd had Antwerpen
een traditie van optochten opgebouwd. Sinds 1890 werden
lichtstoeten georganiseerd. De praalwagen van maatschappij
Leopold uit 1902 stelde een Noors ijskasteel voor en droeg
de naam ‘Fantazij op de Winter’. De wagen was gemaakt uit
gaas bedekt met doeken. Langs de onderkant werd de wagen
verlicht met benzinelampen, de bovenzijde was voorzien van
elektrische verlichting, olielampjes en kaarsen. Een tiental
kinderen strooide papieren sneeuwvlokjes vanaf de wagen.
Maria ’s Heeren vertolkte de rol van de bruid van Koning Winter.
Gracieus troonde zij hoog op de wagen, zes meter boven de
grond. Uit veiligheidsoverwegingen was zij vastgesnoerd op
haar troon. Op de Sint-Katelijnevest vatte de praalwagen plots
vuur. Maria kon zich onmogelijk losmaken en omstaanders
keken machteloos toe. Maria ’s Heeren overleed de volgende
dag in het Sint-Elisabethziekenhuis.
Algauw stond Maria ’s Heeren symbool voor de onschuld.
Bij haar begrafenis op 18 augustus werd ze door duizenden
Antwerpenaars als een martelares ten grave gedragen.
Het stadsbestuur en de maatschappijen die aan de optocht
U gaat terug in de richting waar u van kwam tot aan de hoge haag, daar gaat u naar links en verlaat perk Y. U gaat naar links en blijft rechtdoor lopen tot u op uw linkerkant het grafmonument van Herman Van den Reeck bereikt hebt.
Sch
oon
selh
of p
erk
VTS,
(ge
en r
ij),
1
Bor
gerh
out
21 a
pril
1901
- An
twer
pen
12
juli
1920
Ove
rgeb
rach
t va
n d
e Ki
elbe
graa
fpla
ats:
194
3
5. h
erm
an V
an d
en R
eeck
1313
Naast het grafmonument van Herman Van den Reeck staat het grafmonument van Hendrik Conscience en daarnaast dit van Edward Coremans.
Herman Van den Reeck was student aan de Brusselse
universiteit. Hij overleed de dag nadat hij was neergeschoten op
een manifestatie in het stadscentrum. De liberale burgemeester
De Vos had vlak voor de herdenking van de Guldensporenslag op
11 juli een samenscholingsverbod uitgevaardigd uit angst voor
protesten tegen het gemeentebestuur. In Borgerhout gold dit
verbod niet, de betoging verplaatste zich naar daar. Na afloop
trokken de betogers de stad in. In de Van Wesenbekestraat
werden ze tegengehouden door de politie. Agenten trachtten
tevergeefs de manifestanten te stoppen, de stoet trok verder
naar de Grote Markt. Jan De Vos trok zich wegens ziekte
enkele uren terug en droeg het politiebevel over aan eerste
schepen Louis Strauss. Die gaf opdracht om alle vlaggen van
de betogers in beslag te nemen. Hierop ontstond tumult en
Herman Van den Reeck die een vlag van de meisjesgilde in
bescherming wilde nemen werd dodelijk getroffen door een
geweerschot. Hij werd overgebracht naar het politiekantoor in
het stadhuis waar men hem naar verluid een verklaring wou
laten ondertekenen dat hij zelf verantwoordelijk was voor het
ongeval. Pas uren later werd Van den Reeck opgenomen in het
Sint-Elisabethziekenhuis, waar hij de volgende dag overleed.
Zijn begrafenis werd door een massa aanwezigen bijgewoond.
Kort na zijn overlijden werd Van den Reeck als symbool, als
martelaar zelfs geclaimd door Vlamingen en flaminganten van
uiteenlopende strekkingen.
Voor het grafmonument werd een wedstrijd uitgeschreven.
Oscar Jespers diende twee modernistische ontwerpen in, maar
er werd gekozen voor het klassieke ontwerp van de Gentse
beeldhouwer Couvreur en architect Delvaux. Het grafmonument
staat symbool voor de Vlaamse strijd. Van den Reeck werd
in 1920 in gewone grond begraven op de Kielbegraafplaats
en in 1921 overgebracht naar een vergunning waar het
grafmonument op 9 juli 1922 werd onthuld. In 1943 werd het
grafmonument overgebracht naar het Schoonselhof.
Zie ook archieffoto 7 op pagina 27 en de archieffoto op pagina 31.
Sch
oon
selh
of p
erk
VTS,
(ge
en r
ij),
3
Antw
erpe
n 1
febr
uar
i 183
5 –
Antw
erpe
n 2
nov
embe
r 19
10
Ove
rgeb
rach
t va
n d
e Ki
elbe
graa
fpla
ats:
194
1
6. e
dwar
d co
rem
ans
z
1515
U neemt de eerste straat links, gaat door tot aan het rondpunt en neemt de derde straat rechts. U bent aan perk N en kan het perk betreden via de ingang op uw rechterkant. Als u op het perk bent, gaat u naar links en recht voor u ziet u het grafmonument van Pot en Grijp.
Edward Coremans was de man van de taalwetten. Op zijn
voorstel werd het Nederlands de officiële taal in de stad
Antwerpen in 1866. In 1888 hield hij als eerste een redevoering
in het Nederlands in het parlement.
Gedurende 42 jaar was hij lid van de Antwerpse Meetingpartij,
een politieke partij die zich tegen de Belgische regering keerde
en in Antwerpen van 1862 tot 1872 een meerderheid had. In
1909 deed hij een uitspraak in het parlement over Congo: ‘de
mensenetende soeverein van Congo heeft de grondwettelijke
koning der Belgen opgepeuzeld en heerst in zijn plaats’.
Deze uitspraak werd beschouwd als majesteitsschennis en
veroorzaakte grote opschudding in katholieke kringen. Het
zou het begin betekenen van een vertrouwensbreuk. Wanneer
Coremans een jaar later beschuldigd werd van het aannemen
van een som geld om te bemiddelen in het dossier rond de
eenmaking van de Antwerpse tramwegen, bleek het kwaad
geschied. Zijn zes parlementaire collega’s lieten op 4 mei 1910
weten niet langer met Coremans op één lijst te willen staan.
Edward Coremans verdween uit het politieke leven en stierf vijf
maanden later.
In 1920 lieten Edward Coremans’ vrienden een grafmonument
maken met een bas-reliëf dat een fabel van La Fontaine
voorstelt. Hierin wordt verwezen naar een leeuw die op zijn
sterfbed belaagd wordt door de andere dieren die hem voordien
uit de weg gingen. Op het grafmonument wordt de leeuw
voorgesteld met de gelaatstrekken van Coremans en hebben
de andere dieren de gelaatstrekken van zijn tegenstanders. De
architect van het monument was Fritz de Mont, zoon van Pol
de Mont. De oprichting van het grafmonument werd verworpen
door het stadsbestuur. De weduwe van Coremans bracht de
zaak voor het gerecht, maar haar eis werd verworpen. Daarom
werd het huidige, eenvoudige grafmonument in 1925, na het
overlijden van zijn vrouw, door zijn dochter opgericht.
7. A
lber
t Po
t en
the
ophi
el G
rijp
Sch
oon
selh
of p
erk
N,
(gee
n r
ij),
68
Antw
erpe
n 4
apr
il 19
17 –
An
twer
pen
23
mei
193
6
Antw
erpe
n 2
9 m
ei 1
899
– An
twer
pen
23
mei
193
6
1717
U verlaat perk N en slaat de straat rechts in, steek het kruispunt over, en gaat perk E op aan uw rechterkant. Rij 1 bevindt zich aan de linkerkant en rij 2 aan de rechterkant.
In de nacht van 22 op 23 mei 1936 werden Albert Pot en
Theophiel Grijp doodgeschoten. Een plakploeg van de
socialistische vakbond was net teruggekeerd op het kantoor
toen gemeld werd dat een groep van de extreemrechtse
partij de Realisten zich verdacht gedroeg in de buurt van
het gebouw van de Belgische Transportarbeidersbond (BTB).
Daarop vertrokken een aantal leden van de socialistische
vakbond. Bleek dat enkele leden van de Realisten affiches aan
het ophangen waren aan de Italiëlei. Enkele socialistische
partijleden wezen hen erop dat deze plaats verboden was,
waarop een vrouwelijke tegenstander peper in het gezicht van
één van de socialisten wierp. Albert Pot, propagandaleider
van de Syndicale Jeugd, kwam de gewonde ter hulp en werd
daarbij van op enkele meters afstand door twee kogels
getroffen. Pot viel zwaargewond neer en overleed onderweg
naar het ziekenhuis. Enkele andere socialisten achtervolgden
de daders, de vrouw en de schutter. Ter hoogte van de Opera
kon de vrouw worden gegrepen. De schutter schoot Theophiel
Grijp, bondsraadslid van de BTB, neer en vluchtte naar het
Grand Hotel, de zetel van de Realistische beweging. Daar werd
hij tegengehouden door een voorbijkomende douanier tot
de komst van de politie. Theophiel Grijp werd nog naar het
ziekenhuis gebracht maar overleed onderweg.
De dag van de begrafenis groeide uit tot een algemene
protestdag en manifestatie voor de democratie. De begrafenis
werd door duizenden mensen gevolgd. De havenarbeiders
kondigden een vierentwintig urenstaking af als rouwend
protest, dit was tevens de voorloper voor de algemene staking
die een week later zou uitbreken. Op 26 mei 1936 werden
beide slachtoffers op perk Y van het Schoonselhof begraven.
Later werden ze overgebracht naar het ereperk waar ze een
nieuw grafmonument kregen. Op hun grafmonument staat een
gedicht van Jan Greshoff uit 1933.
Sch
oon
selh
of p
erk
E
Van
Cott
hem
Jule
s Ja
n, 0
7/01
/187
9 –
25/0
8/19
14. P
erk
E, r
ij 01
, n
r 12.
Pol
itie
agen
t
Van
Voor
en Jo
zef,
22/
04/1
882
– 08
/09/
1914
. Per
k E,
rij
01,
nr 1
3. P
olit
ieag
ent
Poup
aert
Mar
cel,
19/
10/1
907
– 13
/06/
1957
. Per
k E,
rij
01,
nr 2
3. B
rand
wee
rser
gean
t
Ryng
aert
Jule
s, 0
7/06
/189
3 –
06/0
8/19
37. P
erk
E, li
jn 1
, n
r 8. B
rand
wee
rman
Van
den
Bul
ck F
rank
, 13
/08/
1951
– 0
6/02
/197
8. P
erk
E, r
ij 02
, n
r 9. B
rand
wee
rman
Van
den
Ber
gh K
arel
, 21
/04/
1935
– 0
6/02
/197
8. P
erk
E, r
ij 02
, n
r 10.
Bra
ndw
eerm
an
Peet
ers
Alf
ons,
16/
03/1
933
– 07
/07/
1990
. Per
k E,
rij
2, n
r 13.
Bra
ndw
eers
erge
ant
Gou
dart
Joze
f, 1
4/11
/193
4 –
07/1
2/19
58. P
erk
E, li
jn 0
2, n
r 01.
Bra
ndw
eerm
an
Hey
man
Hu
bert
, 04
/11/
1906
– 1
3/04
/194
4. p
erkE
, lij
n 0
1, n
r 03.
Adj
unct
-com
mis
sari
s
Hen
dric
kx E
mile
, 21
/09/
1895
– 2
0/08
/194
4. P
erk
E, li
jn 0
1, n
r 01.
Adj
unct
-com
mis
sari
s
Ven
esoe
n Jo
seph
, 07
/01/
1904
– 2
5/06
/194
3. P
erk
E, li
jn 0
1, n
r 05.
Pol
itie
agen
t
Sch
eurm
ans
Frit
z, 1
906
– 11
/12/
1936
. Per
k E,
lijn
01,
nr 0
9. A
djun
ct-c
omm
issa
ris
Did
den
Eva
rist
, 18
85 –
23/
05/1
940.
Per
k E,
lijn
01,
nr 2
2. H
oofd
agen
t
De
Boc
k Pr
ospe
r, 1
897
– 24
/10/
1939
. Per
k E,
lijn
01,
nr 0
7. A
gent
-opz
iene
r
Verb
ist
Alph
onsu
s, 2
7/12
/193
2 –
14/0
5/19
61. P
erk
E, li
jn 0
2. n
r 02.
Pol
itie
agen
t
Thijs
Con
stan
t, 1
913
– 23
/03/
1944
. Per
k E,
lijn
01,
nr 0
4. P
olit
ieag
ent
Van
Ove
rtve
lt Ja
n,
1928
– 0
5/08
/196
7. P
erk
E, li
jn 0
1, n
r 06.
Pol
itie
agen
t
Polfl
iet
Joze
f, 1
0/10
/191
4 –-
26/
06/1
944.
Per
k E,
lijn
01,
nr 0
2. P
olit
ieag
ent
Pier
ard
Fran
s, 1
891
– 06
/09/
1932
. Per
k E,
lijn
01,
nr 0
8. P
olit
ieag
ent
Aude
nae
rt A
rth
ur,
189
8 –
01/1
2/19
29. P
erk
E, li
jn 0
1, n
r 11.
Pol
itie
agen
t
Lem
ière
Pau
l, 1
6/05
/188
9 –
25/0
5/19
44. P
erk
E, li
jn 0
1, n
r 14.
Hoo
fdlo
ods
Hos
teau
x Al
fon
s, 1
901
– 25
/05/
1944
. Per
k E,
lijn
01,
nr 1
5. S
asse
nier
Viae
ne
Fran
çois
, 19
26 –
14/
05/1
963.
Per
k E,
lijn
02,
nr 0
3. S
asse
nier
Clae
s Ja
cobu
s, 1
6/06
/193
0 –
18/1
2/19
69. P
erk
E, li
jn 0
2, n
r 04.
Sle
epbo
otw
erkt
uigk
undi
ge
Dru
mon
t Al
fred
, 14
/05/
1933
– 1
9/05
/197
0. P
erk
E, li
jn 0
2, n
r 06.
Sle
pers
lood
s
Verv
oort
Wal
ter,
27/
11/1
939
– 13
/02/
1970
. Per
k E,
lijn
02,
nr 0
5. S
leep
boot
wer
ktui
gkun
dige
Bel
dé A
lfon
s, 0
8/11
/192
8 –
26/1
0/19
74. P
erk
E, li
jn 0
2, n
r 07.
Geo
efen
d w
erkm
an
Uyt
ersp
rot
Petr
us,
15/
02/1
922
– 24
/10/
1980
. Per
k E,
lijn
02,
nr 1
2. K
raan
drijv
er
Sch
ram
Fra
ns,
190
3 –
25/0
5/19
45. P
erk
E, li
jn 0
1, n
r 16.
Tec
hnic
us
Van
den
Ker
ckh
ove
Fran
cisc
us,
189
2 –
01/0
7/19
44. P
erk
E, li
jn 0
1, n
r 18.
Tec
hnic
us-lo
odgi
eter
Van
Ost
aeyn
Flo
ren
tin
a, 1
891
– 25
/10/
1944
. Per
k E,
lijn
01,
nr 1
9. S
choo
lpor
tier
ster
Van
den
Ber
gh A
loïs
, 26
/08/
1890
– 2
0/05
/195
2. P
erk
E, li
jn 0
1, n
r 20.
Eer
ste
kraa
nman
Oos
term
eyer
Jose
phu
s, 0
5/11
/191
9 –
20/0
2/19
76. P
erk
E, li
jn 0
2, n
r 08.
Kra
anm
an
De
Bru
yn F
ran
k, 1
951
– 29
/05/
1978
. Per
k E,
lijn
02,
nr 1
1. L
eraa
r st
edel
ijk o
nder
wijs
Verh
aege
n E
duar
d, 1
913
– 18
/01/
1946
. Per
k E,
lijn
01,
nr 2
1. T
oezi
chte
r be
graa
fpla
atse
n
Loon
s H
enri
cus,
189
3 –
16/0
3/19
44. P
erk
E, li
jn 0
1, n
r 17.
Tec
hnic
us-t
imm
erm
an
8. G
esne
uvel
den
in b
evol
en d
iens
t
1919
Stadsbouwmeester Van Mechelen werkte het ontwerp voor
parkbegraafplaats Schoonselhof, zoals dit in 1911 aan geleverd
werd door Jules Janlet en Marcel Schmitz, verder uit. Hij
voorzag in zijn ontwerp een plaats voor ‘slachtoffers van den
plicht’, personen die tijdens hun dienst overleden, en wilde
een monument ter ere van hen oprichten. Van Averbeke volgde
Van Mechelen in 1919 op als stadsbouwmeester en stelde voor
om op het Schoonselhof een ereperk te voorzien voor personen
die in stadsdienst overleden waren, maar zonder gezamenlijk
gedenkteken. In dienstopdracht overleden stadspersoneelsleden
kregen en krijgen nog steeds een vergunning aangeboden op
ereperk E.
Alhoewel verscheidene van deze laatste rustplaatsen nog
bezocht worden door nabestaanden, waren enkele grafzerken
in zorgwekkende toestand beland. Enkele waren in de loop der
jaren zelfs verwijderd. Sinds 2009 investeert het stadsbestuur
actief in het funerair erfgoed op de Antwerpse begraafplaatsen.
Binnen deze visie werd de opdracht gegeven om alle zerken op
perk E terug in goede staat te brengen en herdenkingsplaten te
laten maken voor de verdwenen grafzerken. Om de helden van
perk E en hun verhalen te vereeuwigen, voerde vzw Levanto in
samenwerking met het stedelijke bedrijf Stads- en Buurtonder-
houd in de winter 2011-2012 de conservatiewerken uit.
In de nacht van 24 op 25 augustus 1914 kreeg Antwerpen voor
het eerst in haar geschiedenis te maken met luchtbombar-
dementen vanuit een Zeppelin. Vanuit het Duitse luchtschip
werden negen bommen gedropt op de Antwerpse binnenstad
in de buurt van de Falconrui en de Stadswaag. De ontploffingen
maakte zeven doden, waaronder de twee politieagenten Jules
Jan Van Cotthem en Jozef Van Vooren. De dag erna gaven de
plaatselijke overheden het bevel ’s nachts alle lichten te doven.
Op 13 juni 1957 brak rond 15u een brand uit in een lading nitra-
ten aan boord van het Chileense vrachtschip ‘Maïpo’ dat gele-
gen was aan het Antwerpse dok 176. Uiteindelijk overwon de
brandweer het vuur en redde het schip van de ondergang. Toen
bleek dat de brand niet geblust kon worden met de eigen water-
leidingen van het schip, liet de brandweer de ruimen vol water
lopen om de smeulende meststoffen te doven. Hierdoor maakte
het schip slagzij en kwam op de kade terecht. Een twintigtal
brandweermannen raakte gewond. Sergeant Marcel Poupaert
probeerde langs een mansgat de brandhaard te bereiken en ver-
stikte. In 1933 trad hij in dienst bij de brandweer en bevorderde
achtereenvolgens in 1937, 1941 en 1951 tot brandwacht, stiel-
man, korporaal en sergeant. Als eerbetoon voor zijn grote inzet
werd zijn lichaam door vooraanstaanden zoals de Antwerpse
burgemeester en de consul van Chili gegroet en postuum door
de koning gedecoreerd met een medaille Eerste Klasse.
G
esne
uvel
den
in b
evol
en d
iens
t
2121
U verlaat perk E en gaat via de straat naar rechts, aan het tweede kruispunt gaat u naar links. Aan het volgende kruispunt gaat u naar rechts en na het kasteel ziet u rechts tussen perk 6 en 7 het grafmonument voor de Franse soldaten die sneuvelden in 1870-1871, daarna bent u aan het grafmonument voor de Franse gesneuvelden van 1830-1832. Rechts van het grafmonument kan u het ereperk voor de Britse soldaten betreden.
Op 5 augustus 1937 brak een brand uit in het warenhuis ‘Les
Grand Bazars du Bon Marché’ op de Groenplaats. Toen de brand
bijna volledig uitgedoofd was viel brandweerman Jules Ryngaert
van de vierde verdieping in de liftkoker. Hij overleed onderweg
naar het ziekenhuis. Jules Ryngaert was soldaat tijdens de
Eerste Wereldoorlog, ontving hiervoor verscheidene onder-
scheidingen en trad na zijn frontdienst op 14 november 1919 in
dienst bij de brandweer.
Een brand in een hangar van de Noordnatie op 2 februari 1978
leverde een tragische balans op toen een muur instortte en een
aantal pompiers verpletterde. Vier van hen werden met ernstige
kwetsuren overgebracht naar het Stuivenbergziekenhuis en vier
van hen kwamen om, waaronder Frank Vanden Bulck en Karel
van den Bergh. Hun lichamen werden pas vier dagen later ge-
vonden. De tragische manier waarop de vier brandweermannen
omkwamen had een grote impact. Duizenden mensen brach-
ten hun lichamen een laatste groet. Op 10 februari werden de
lichamen van de brandweermannen in de aanwezigheid van een
grote massa ten grave gedragen. Op alle openbare stedelijke
gebouwen hingen de vlaggen halfstok. De gevallen brandweer-
lieden werden door de Koning postuum onderscheiden met het
Burgerlijk Ereteken eerste Klas.
De dienst van sergeant Alfons Peeters en Ronny Verbeeck zat er
bijna op toen ze opgeroepen werden om een brand te blussen in
Hoboken. Voor hun aankomst redden buurtbewoners het leven
van de moeder en dochter door hen uit het raam te laten sprin-
gen en met een deken op te vangen. De moeder brak hierbij
haar bekken. De vader en de zoon overleefden de brand niet.
De twee brandweermannen probeerden hen langs de achter-
zijde van de woning te redden. Bij deze actie scheurde de vloer
onder de voeten van Peeters en hij stortte recht in een laaiend
inferno. Verbeeck kon op het verandadak springen en werd daar
gered door de collega’s die hen kwamen versterken. Sergeant
Peeters verkreeg postuum het Burgerlijk Kruis Eerste Klasse voor
moed en zelfopoffering. De burgemeester groette zijn lichaam
en vele collega’s en Hobokenaren woonden de begrafenis bij.
Zie ook archieffoto’s op pagina 28 en 29.
9. m
ilita
ire
slac
htof
fers
Maa
rsch
alk
Gér
ard
en F
ran
se s
olda
ten
183
0 –
1832
Sch
oon
selh
of,
erer
oton
de t
uss
en p
erk
6 en
7
Fran
se o
ffici
eren
en
sol
date
n
Ove
rgeb
rach
t va
n h
et S
int-
Lau
ren
tiu
sker
khof
: 19
30
Bri
tse
sold
aten
194
0 –
1945
Sch
oon
selh
of,
mili
tair
ere
perk
WO
II
2323
U verlaat het ereperk voor de Britse soldaten via de andere uitgang en slaat de straat rechts in en gaat onmiddellijk terug naar links. Op uw linkerkant is een groene poort waarlangs u het perk kan betreden,u gaat rechtdoor en gaat rechts door een groene poort. U bent nu op het militair ereperk voor de soldaten die sneuvelden in WO II. U gaat rechtdoor tot aan de boom en slaat rechtsaf het gras op, het grafmonument van Jan Olieslagers bevindt zich op de negende rij. Hier hangt een plaatje met nummer ‘33’ op. Het is het vijftiende grafmonument.
Nederland legde zich niet neer bij de Belgische
onafhankelijkheids verklaring en viel kort na de inhuldiging van
koning Leopold I, op 21 juli 1831, België binnen. Frankrijk en
Enge land blokkeerden de Schelde en de Fransen kwamen strij-
den op Belgische bodem. Een belangrijke slag was de belegering
van de citadel in 1832. Het Hollands garnizoen onder leiding
van generaal Chassé had zich teruggetrokken in de citadel.
Franse troepen namen onder leiding van maarschalk Gérard
vanuit het zuiden en oosten de citadel zwaar onder vuur. De we-
kenlange beschieting dwong de uitgeputte Hollandse soldaten
uiteindelijk in december 1832 tot de overgave.
De gevallen Franse soldaten werden oorspronkelijk op de hui-
dige Fransenplaats, genoemd naar deze soldaten, begraven. In
1905 werden ze overgebracht naar het Sint-Laurentiuskerkhof en
in 1930 naar het Schoonselhof. Daar werd het huldemonument
opgericht op een ererotonde tussen perk 6 en 7. De obelisk
kreeg net als het huldemonument voor de Franse gesneuvelden
in 1870-1871 (ererotonde tussen perk 3 en 4) geen plaats op de
Krijgsbegraafplaats, een ruim perk dat in 1914 opgericht werd
en voorzien was voor de gesneuvelde soldaten. In het begin van
de twintigste eeuw werden soldaten op een ingetogen en indivi-
duele manier herdacht. De twee grote obelisken die ter ere van
de Franse gesneuvelden in 1830 – 1832 en 1870 – 1871 werden
opgericht, pasten niet tussen de eenvoudige herdenkingsstenen
van de gesneuvelde soldaten uit de Eerste Wereldoorlog.
Het Schoonselhof is in België de grootse begraafplaats van in
de Tweede Wereldoorlog gesneuvelden uit het Britse Gemene-
best. Pas na de Eerste Wereldoorlog kregen de Britse militaire
begraafplaatsen hun definitieve vorm. De Imperial War Graves
Commission richtte een artistiek comité op voor de vormgeving
van haar begraafplaatsen. Wereldwijd ademen de Britse mili-
taire begraafplaatsen dan ook dezelfde sfeer uit. Headstones,
de witstenen stèles, dragen de naam, leeftijd, rang en eenheid
naast het embleem van het regiment of een nationaal symbool
van de gesneuvelde soldaat. Indien gewenst kon de familie
een opschrift aan de stèle laten toevoegen. De grafzerken van
overledenen die op hetzelfde moment zijn omgekomen staan
opvallend dichter bij elkaar.
Op het Brits militair ereperk werd een shelter ingericht. Dit is
een schuilhuis met de alfabetisch geordende namenlijst van de
geïdentificeerde soldaten en het register van de bezoekers. Ook
de Stone of Remembrance, geplaatst op begraafplaatsen met
meer dan 400 graven van militairen en naar ontwerp van Edwin
Luytens, staat er. Het Cross of Sacrifice, een witte steen met een
bronzen zwaard, is een ontwerp van Reginald Blomfield.
Zie ook archieffoto 9 op pagina 27.
Sch
oon
selh
of m
ilita
ire
begr
aafp
laat
s, r
ij 33
, n
um
mer
8
Antw
erpe
n 4
mei
188
3 –
Ber
chem
23
maa
rt 1
942
10. J
an o
liesl
ager
s
2525
U verlaat het perk waarlangs u het betrad. U gaat de straat rechts in en gaat tot aan het kasteel, daar gaat u naar links, aan het kruispunt met perk A slaat u rechtsaf en loopt u rechtdoor langs de straat met bomen tot aan de uitgang.
Olieslagers zijn eerste overwinning met het neerhalen van een
Duits vliegtuig. Hij was de eerste Belgische jachtpiloot die een
vijandelijk toestel neerhaalde en zou in totaal 491 ‘sorties’ ge-
maakt hebben en aan 97 luchtgevechten hebben deelgenomen.
Op 3 augustus 1919 werd Olieslagers gedemobiliseerd en ging
hij zich richten op de ontwikkeling van de luchtvaart in Ant-
werpen. Hij wist mede de Belgische regering te overtuigen om
een internationale luchthaven in Deurne te creëren. In 1923
werd deze geopend en hij zou er een standbeeld krijgen. In de
na oorlogse periode was het rustiger rond Olieslagers. Hij baatte
een Minervagarage uit en overleed in zijn eigen woning.
Zie ook archieffoto 10 op pagina 27.
Jan Olieslagers werd geboren in het Antwerpse Krabbenstraatje.
Hij ging aan de slag in een fietsenfabriek en kreeg in 1897 de
verantwoordelijkheid over de productie van racefietsen. Zelf
was hij ook een groot kampioen en in 1899 won hij onder de
schuilnaam van John Max verschillende wielerwedstrijden in
België en Frankrijk. In 1900 ging hij aan de slag bij de beroemde
Antwerpse autofabrikant Minerva.
In 1904 won hij als ‘de duivel van Europa’ de grote wedstrijd
Parijs-Bordeaux-Parijs. In hetzelfde jaar werd hij ook wereldkam-
pioen motorracen, hij was de eerste die sneller dan 100 kilome-
ter per uur reed. In Frankrijk ontmoette hij Santos-Dumont, de
vliegpionier die zijn passie voor het vliegen overgaf aan
Olieslagers. In 1909 nam Olieslagers deel aan vliegmeetings
en in 1910 was hij één van de eersten die in België een officiële
vlieglicentie verkreeg. In 1911 werd Olieslagers wereldrecord-
houder vliegen door 625 kilometer in 7 uur en 18 minuten af
te leggen. Dit record zou hij later nog zes maal breken. Daarom
werd hij ‘den Antwerpschen duvel’ genoemd. Tijdens de Eerste
Wereldoorlog stelde Olieslagers zich met zijn vliegtuig ten
dienste van zijn vaderland. Op 12 september 1915 behaalde
1
4 5 6
2
3
26
1. Fernand Verschaeve met zijn dubbeldekker Jéro/Farman, 1911 (Aviation Society of Antwerp vzw)
2. De eerste roet- en stofwolk die opstijgt na de ontploffing van de kruitfabriek.
Gezien vanaf het Zuiderterras, 6/9/1889 (Stadsarchief Antwerpen)
3. Verwrongen staal is alles wat nog rest van één van de hangars van de kruitfabriek.
Enkele mannen kijken toe vanop afstand, 6/9/1889 (Stadsarchief Antwerpen)
4. Kaarsenfabriek ‘den Bougie’ in Borgerhout, 1890 (Stadsarchief Antwerpen)
5. Gedenkkaart voor Maria ’s Heeren, 1902 (Stadsarchief Antwerpen)
6. De uitgebrande praalwagen van de maatschappij Leopold, 15/08/1902 (Stadsarchief Antwerpen)
7. Begrafenis Herman Van den reeck, 1920 (Letterenhuis Antwerpen)
8. Portret Edward Coremans, 1889 (Stadsarchief Antwerpen)
9. Gedenksteen voor 93 gesneuvelden aan de citadel en maarschalk Gérard,
kerkhof oude Sint-Laurentiuskerk, huidige Fransenplaats, sd (Stadsarchief Antwerpen)
10. Vliegtuig van Jan Olieslagers, vermoedelijk op Wilrijkseplein
en portret van Olieslagers, sd (Stadsarchief Antwerpen)
7
9
8 10
27
12
11
13 15
14
29
11. Begrafenis Marcel Poupaert, 1957
12. Begrafenis alfons Peeters, 1990
13. Begrafenis Marcel Poupaert, 1957
14. Begrafenis Karel van den Bergh & Frank Van den Bulck, 10/02/1978
15. Begrafenis Karel van den Bergh & Frank Van den Bulck, 10/02/1978
16. autopomp brandweer, 1931
17. Juliaan ryngaert, 1913
18. Scheepsramp Maïpo, 13/06/1957
19. Scheepsramp Maïpo, 13/06/1957
16 17
18
19
Bezoek Schoonselhof met een gids!
Schoonselhof wordt niet voor niets het Antwerpse Père Lachaise
genoemd. De hele geschiedenis van de stad passeert er de revue:
politici, zoals Lode Craeybeckx, Jan Van Rijswijck en Frans Van
Cauwelaert. Maar ook een schat aan kunstenaars die Antwerpen
groot hebben gemaakt.
Bekende beeldhouwers leverden er prachtig werk. Wie kent niet
de schilders Karel Verlat en Henri De Braekeleer en de schrijvers
Van Ostaijen, Elsschot en Herman De Coninck? Of componist
Peter Benoit en dichter Julius De Geyter?
Gids Jacques Buermans gaat dieper in op de talrijke symboliek die
we op het Schoonselhof vinden. Actief begaan met deze begraaf-
plaats, wijdt hij uit over de plannen van de stad Antwerpen en hoe
we dit Antwerpse Père Lachaise nóg aantrekkelijker kunnen maken.
Tijdens de rondleiding kruidt Jacques Buermans zijn betoog met sappige
anekdotes en boeiende verhalen. Zo wordt het alvast geen “dooie boel”.
Kent u de trieste historie van Maria ’s Heeren? Kent u de drie kraaiende
hanen? U hoort het allemaal tijdens een van deze wandelingen.
Verenigingen kunnen Schoonselhof bezoeken met Jacques Buermans
op een tijdstip naar keuze. De algemene rondleiding is ideaal voor
een eerste kennismaking. Op aanvraag kan een themawandeling
gekozen worden.
Geïnteresseerd?
Voorwaarden en inlichtingen:
Jacques Buermans
Frieslandstraat 4 bus 6
2660 Hoboken
www.schoonselhof.be
03 829 16 03
Depotnummer: D/2012/0306/92Verantwoordelijke uitgever: Sven Cauwelier, Grote Markt 1, 2000 AntwerpenFotografie: Martine Willems, François De HeelGrafische vormgeving: Grafisch centrum van de stad Antwerpen | GC 76728Redactie en eindredactie: Jacques Buermans, dienst monumentenzorg en Martine WillemsGeraadpleegde literatuur: ROBERT, J. (red.), Schoonselhof nu!: een eigentijdse visie op de Antwerpse necropool, Antwerpen, 2005
30
31
Depotnummer: D/2012/0306/92Verantwoordelijke uitgever: Sven Cauwelier, Grote Markt 1, 2000 AntwerpenFotografie: Martine Willems, François De HeelGrafische vormgeving: Grafisch centrum van de stad Antwerpen | GC 76728Redactie en eindredactie: Jacques Buermans, dienst monumentenzorg en Martine WillemsGeraadpleegde literatuur: ROBERT, J. (red.), Schoonselhof nu!: een eigentijdse visie op de Antwerpse necropool, Antwerpen, 2005
Begrafenis Herman van den reeck, 1920 (Letterenhuis, Antwerpen)
www.antwerpen.be
03 22 11 333