Schakel in Succes nr. 3 - mei 2012

28
Jongveeopfok is de toekomst van het bedrijf PAGINA 12 Wisseling van wacht bij graancommissie PAGINA 20 Bert Groenestege: “De grenzen binnen Europa vervagen” Ondernemen in Europa PAGINA 8 - 11 schakel in succes voor ondernemers in de tuinbouw, akkerbouw en veehouderij 0 3 juni 2012

description

Schakel in Succes nr. 3 - mei 2012 Klantenmagazine van Agrifirm voor ondernemende boeren en tuinders.

Transcript of Schakel in Succes nr. 3 - mei 2012

Page 1: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2012

Jongveeopfok is de toekomst van het bedrijf pAgINA 12

Wisseling van wacht bij graancommissie pAgINA 20

Bert Groenestege:

“ De grenzen binnen Europa vervagen”

Ondernemen in Europa pAgINA 8 - 11

schakelin succesvoor ondernemers in de tuinbouw,

akkerbouw en veehouderij

0 3juni 2012

Page 2: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2012

schakel in succes juni 20122

In dit nummer van Schakel in Succes staat ondernemen

in Nederland en Europa centraal. Telkens weer blijkt dat

ondernemen het inspelen op veranderingen van alledag

is, en vooral inspelen vanuit een strategische gedachte.

Dat geldt voor u, als ondernemer in land- en tuinbouw,

en dat geldt voor Agrifirm.

Op moment van verschijnen van deze Schakel in Succes

heeft u de voorjaarswerkzaamheden voor het grootste

deel achter de rug. Elke sector heeft zo zijn eigen ‘voor-

jaarboegbeeld’. En u moet als praktische ondernemer

telkens opnieuw die (juiste) beslissingen nemen, om het

voorjaar tot een geslaagde periode te maken.

En… passen al die beslissingen ook in uw strategie?

Passen ze in uw visie op hoe uw bedrijf zich kan of

moet ontwikkelen? Waarschijnlijk moest u zo nu en dan

beslissen op basis van improvisatie, vanuit uw gevoel.

Bij Agrifirm is het eigenlijk niet anders. Ook bij uw

coöperatie is het voorjaar een belangrijke periode. Elk

bedrijf in de Agrifirm Group heeft daarbij zijn eigen

paradepaardje waar men extra trots op kan en mag

zijn. En de samenhang daarin geeft de synergie. Synergie

die bij de fusie verwachtingsvol werd uitgesproken en

die u als lid en ondernemer direct voordeel oplevert.

De gang van zaken over 2011 hebben we uitgebreid

met u besproken. Over de eerste vier maanden kan ik

u melden dat het Agrifirm-schip goed op koers ligt.

Net als bij uw bedrijf, is strategie ook voor Agrifirm

belangrijk. Medio dit jaar gaan wij onze strategie nog

eens uitgebreid tegen het licht houden. Over eventuele

veranderingen ten opzichte van de huidige strategie

zullen wij u nader informeren, uiterlijk tijdens de

Ledendagen 2013.

Voor nu, laten we hopen dat uw voorjaarwerk kan uit-

groeien tot een mooie oogst later in het jaar. En zoals

altijd: Agrifirm ondersteunt u, waarbij het resultaat op

uw bedrijf voorop staat.

Strategisch ondernemen is ook dagelijks veranderen

Joost Helsen,

Operationeel directeur

Agrifirm

Varkens: gemakkelijk werken met goede resultaten

In dit nummer

Dertien nieuwe regiobestuurders aan de slag 3

Laboratoria CCL en premervo samen verder 4

Hoofdkantoor Agrifirm nadert voltooiing 5

Mineralen en Agrifirm 6

Ondernemen in Europa 8

Reportage: “Jongvee is de toekomst” 12

Uitbreiding productielocaties

Oss en Drachten 14

Workshops brij blijken een succes 15

Werken aan stalklimaat vleeskuikens 18

gD: betere darmgezondheid

met VIgOR 19

Specialisten geaccrediteerd

voor Veldleeuwerik 24

proeven onkruidbestrijding bloembollen 25

Samenspel 28

Wisseling van wacht bij graancommissie

20

Evenementen Agrifirm Plant

26

Emissiearme vloeren in de praktijk

7

16

Page 3: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2012

schakel in succes juni 2012 3

Joost Helsen,

Operationeel directeur

Agrifirm

< < De nieuwe Ledenraadsleden in gesprek met Theo Koekkoek en Ton Loman.

Efficiënt rundveerantsoen met zetmeelbostel

Uw rantsoen optimaliseren betekent

eigen ruwvoer optimaal benutten

met inzet van vochtrijke voeders en

mengvoer. Agrifirm Feed levert pro-

ducten waarmee zowel het rantsoen

geoptimaliseerd wordt als de

voerkosten verlaagd kunnen worden.

Een goed voorbeeld daarvan is zet-

meelbostel. Dit is een maatproduct,

dat door Bonda wordt samengesteld

uit bijproducten uit de bier-, suiker-

en aardappelverwerkende industrie.

Zetmeelbostel combineert de voor-

delen van aardappelproducten en

bierbostel. Veel energie op pens-en

darmniveau en volop hoogwaardig

eiwit resulteert in een hoger melkei-

witproductie. Zetmeelbostel is goud-

bruin van kleur met zichtbare aard-

appelstukjes, is erg smakelijk en het

gehele jaar leverbaar.

Neem voor meer informatie contact op

met de afdeling Dier, T (088) 488 10 11

of uw specialist Rundveehouderij.

Begin april begonnen de nieuwe leden

met een aparte bijpraatsessie met

voorzitter Theo Koekkoek en Ton Loman,

voorzitter van de hoofddirectie. De

strategie van Agrifirm, het financieel

beleid en de positie van de dochter-

ondernemingen binnen het bedrijf

waren belangrijke onderwerpen. Maar

ook de verantwoordelijkheden van de

Ledenraad werden natuurlijk besproken.

Belangrijk is dat de ondernemers in de

Ledenraad herkenbaar zijn voor hun

omgeving. Ze zitten weliswaar op eigen

verantwoordelijkheid in de Ledenraad,

maar staan zeker open voor signalen

uit sectoren of omgeving. Met het af-

treden van 21 leden en het niet geheel

weer invullen van de open plaatsen,

heeft Agrifirm nu een Ledenraad die

(inclusief de vacature) 90 leden telt. Dit

aantal is tijdens de fusie af gesproken

als ideale omvang, waarin alle sectoren

waarin Agrifirm werkzaam is voldoende

vertegenwoordigd zijn.

Op www.agrifirm.com/coöperatie vindt

u een pdf waarin alle Ledenraadsleden

staan vermeld.

Afgelopen jaar heeft Agrifirm hard gewerkt aan verduurzaming

van de kernactiviteiten. Door duurzaamheid en innovatie met

elkaar te verbinden, zijn het afgelopen jaar goede resultaten

behaald. Deze resultaten zijn vastgelegd in het maatschappelijk

jaarverslag 2011. Een samenvatting van het jaarverslag kunt

u in de vorm van een jaarbericht als bijlage bij deze Schakel in

Succes vinden. Wilt u het volledige maatschappelijke jaar-

verslag inzien? Dat kan op www.agrifirm.com/jaarverslagen.

Maatschappelijk jaarverslag 2011

Dertien nieuwe regiobestuurders aan de slagDe Ledenraad, het hoogste bestuursorgaan binnen de coöperatie, hanteert een strak

rooster van aftreden. Zo traden afgelopen voorjaar 21 leden af, terwijl 13 nieuwe

leden toetraden. In één district is helaas een bestuurdersplaats niet ingevuld.

Page 4: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2012

schakel in succes juni 201244

NutriControl levert klanten een

compleet pakket van diensten aan op

het gebied van voedselveiligheid- en

voedingswaardeanalyses. Klanten

bestaan uit producenten van onder

andere mengvoer, petfood, en levens-

middelen (bijvoorbeeld de zuivelbranche

en vleesverwerking), maar ook onder-

nemers in de veehouderij of land- en

tuinbouw kunnen bij het laboratorium

terecht voor diverse analyses en

onderzoeken.

DIENStEN

NutriControl richt zich op de Nederlandse

en de Europese markt voor analyses in

de productieketens van food en feed.

Daarbij ligt de focus op voedselveilig-

heid, gewenste stoffen en voederwaarde.

NutriControl kan verschillende analyses

uitvoeren om de aanwezigheid van

ongewenste stoffen (o.a. dioxinen

en zware metalen) en bacteriën (o.a.

salmonella en E.coli), mycotoxinen of

cocciostatica te bepalen. Dit is belang-

rijk voor de voedselveiligheid. De analyses

worden uitgevoerd met de modernste

apparatuur en onder toezicht van

deskundige medewerkers.

GEWENStE StOFFEN EN vOEDERWAARDE

Naast analyses op ongewenste stoffen,

biedt NutriControl een uitgebreid pakket

aan analyses voor de bepaling van nu-

tritionele en functionele componenten

in eindproducten en (premix)grondstof-

fen. gewenste stoffen dus. Zo kan de

hoeveelheid vitaminen worden gemeten,

maar ook de hoeveelheid vetzuren,

aminozuren en antioxidantia. Nutri-

Control kan daarnaast bepalen wat de

gehaltes van diverse voederwaardes

in producten en gewassen zijn. Denk

daarbij aan gehaltes vocht, ruw eiwit,

ruwe celstof, zetmeel of ruw vet.

tOEGEvOEGDE WAARDE

De medewerkers van NutriControl

denken gericht mee met de klant over

mogelijke achtergronden en oorzaken

bij problemen en leveren antwoorden

en suggesties voor oplossingen. Ze

leveren maatwerk, of het nu gaat om

standaardanalyses, innovaties of crisis-

situaties. NutriControl loopt voorop in

innovatieve analysetechnieken en biedt

toegevoegde waarde door haar kennis

van de sector, productieketens en

productieprocessen.

Wilt u meer weten over de producten

en diensten van NutriControl? Kijk op

de nieuwe website www.nutricontrol.nl

of neem contact op met één van onze

accountmanagers via T (0413) 38 26 33

of via e-mail, [email protected].

NutriControl: expert in analyses

Per 1 juni 2012 gaan de laboratoria van de Agrifirm-bedrijven CCL en Pre-Mervo samen verder

onder de nieuwe naam NutriControl. Daarmee ontstaat een modern analyselaboratorium dat

oplossingen biedt voor klanten in de agrarische en levensmiddelensector.

Page 5: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2012

schakel in succes juni 2012 5

verder ontwikkeld. De genoemde aan-

dachtpunten in de reacties zullen we

zeker oppakken.

De circa 10 bijeenkomsten zullen tussen 5

en 21 februari 2013 worden gehouden,

waarbij nog nadrukkelijker dan in 2012 bij-

zondere locaties, zoals voetbalstadions,

zullen worden gebruikt. Natuurlijk

Hoofdkantoor Agrifirm nadert voltooiing

Binnen een maand is het zover, het

nieuwe hoofdkantoor van Agrifirm

opent de deuren. In het ontwerp van

dit 8.610 m2 grote kantoorpand is

veel oog voor agrarische details.

Het gebouw gaat dienst doen als

hoofdkantoor van Agrifirm Feed,

Agrifirm group, Agrifirm Innovation

Center en Agrifirm plant.

staat Agrifirm centraal, maar tevens

zal, daar waar mogelijk, de gelegenheid

worden geboden de locatie te bekijken.

Ook de inspirerende gastspreker zal

zeker niet ontbreken.

Coöperatie Agrifirm nodigt u nu al uit

om ook in 2013 een Ledendag te

bezoeken. Was u in 2012 niet aanwezig

bekijk dan de video’s en foto’s op

www.agrifirm.com. Agrifirm infor-

meert u zo snel mogelijk over de datum

in uw omgeving.

Het jaarlijkse ledencontact kende in

2012 een vernieuwde opzet onder de

naam ‘Ledendagen’. Daarin werd de le-

den van Agrifirm een gevarieerd pro-

gramma geboden dat inzicht gaf in de

coöperatie. Agrifirm heeft veel positie-

ve reacties gekregen over de opzet,

daarom worden de Ledendagen in 2013

Ook in 2013 Agrifirm Ledendagen

Ruim 2.000 leden bezochten de in februari gehouden Agrifirm Ledendagen. tijdens

deze informatieve en leerzame dag werden zij geïnformeerd, geïnspireerd en stond

het contact tussen lid en coöperatie centraal. De ervaringen waren zodanig dat

Agrifirm ook in 2013 weer Ledendagen organiseert.

< < De gevel en grijze staalaccenten refereren

naar historische silogebouwen en

hedendaagse silo’s. Meer foto’s?

Bezoek www.agrifirm.com/nieuwbouw

Vanaf maandag 25 juni wordt het

kantoor in gebruik genomen door de

medewerkers van deze organisaties.

BEZOEkADRES

Met de komst van het nieuwe hoofd-

kantoor verandert het bezoekadres.

Bezoekt u het Agrifirm kantoor dan is

het adres: Landgoedlaan 20, 7325 AW

in Apeldoorn. De postbus en telefoon-

nummers blijven ongewijzigd.

Page 6: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2012

schakel in succes juni 20126

Agrifirm houdt zich actief bezig met

de reductie van fosfaataanvoer via het

‘Voerspoor’ en het verbeteren van de

plaatsbaarheid van nutriënten. Agrifirm

ziet mest als een waardevol nutriënt en

helpt op diverse manieren om het over-

schot te helpen terugdringen.

vOERSPOOR

Onder het mom ‘wat er niet in gaat, komt

er ook niet uit’, heeft Agrifirm Feed voor

alle sectoren voerconcepten ontwikkeld

die de fosfaatuitstoot terugbrengen.

Voorbeelden zijn het AirLine [2.0] voer en

de pmin-voeders voor varkens,VIgOR voor

leghennen en de np-voeders voor rund-

vee. In de overige rundveevoerlijnen heeft

Agrifirm de hoogste fosfaatgehaltes af-

getopt en de specialisten van Agrifirm

Feed stimuleren deelname aan BEX.

NUtRIëNtEN vOOR HEt GEWAS

Optimale gewasopbrengsten op korte

termijn en het in stand houden en ver-

beteren van de bodemvruchtbaarheid op

de langere termijn is belangrijk. Agrifirm

plant adviseert en ondersteunt haar

klanten hierbij om het beste resultaat

te krijgen. Aan de basis van iedere teelt

ligt een bemestingsplan. Specialisten

adviseren klanten bij het maken van de

bemestingsplannen. Hiervoor hebben

ze een speciaal bemestings advies-

programma tot hun beschikking om

de specifieke nutriëntenbehoefte in te

vullen. Dit kan bijvoorbeeld door het

inzetten van kunstmest, reststromen,

compost of organische mest.

Agrifirm plant houdt zich actief bezig

met de afzet van organische mest.

Alle gangbare mestsoorten worden

geleverd, ook dige staat uit mestver-

gisters en reststromen, waaronder

compost, mineralen concentraten en

bewerkte mest.

MEStBE- EN vERWERkING

Ook de verwerking van mest is onder-

deel van de oplossing voor de mineralen-

problematiek. Agrifirm Exlan begeleidt

ondernemers bij het ontwerpen van een

geschikt mestverwerkingssysteem en

de vergunning- en opstartprocedures.

In het projectbureau Lokale mest-

verwerking van ZLTO werkt Agrifirm

Exlan samen met andere partijen om

initiatieven op het gebied van mest-

verwerking te ondersteunen.

Daarnaast moet ook fosfaat uit de

Nederlandse markt worden gehaald.

Via het bureau Lokale Mestverwerking

speelt Agrifirm daarin een rol het drogen

van de dikke fractie en de verwaarding

over de grens, daarnaast ondersteunt

Agrifirm onderzoek naar grootschalige

mestdroging.

Mineralen en Agrifirm

zichtbaar op de facturen en verrekend.

Daardoor profiteert een lid van Coöpera-

tie Agrifirm gelijk van deze regeling, naast

de kwalitatieve adviezen die hij/zij al van

Exlan ontvangt. Het basisuurtarief voor

de advisering vanuit Exlan bedraagt

€100, de korting per uur komt dus uit op

€25. Een aanzienlijke korting.

Voor meer informatie kunt u contact

opnemen met Exlan, T (0413) 38 21 40

of informeer bij uw specialist.

Advieskorting Exlan voor Agrifirm klantenvoor klanten van Agrifirm Feed geldt in

2012 een korting op de basistarieven

voor advies uren die zij inkopen bij

Agrifirm Exlan/Exlan Consultants.

De korting bedraagt 25 procent.

Agrifirm werkt aan duurzame mest

Exlan is gespecialiseerd in dienstver lening

op het gebied van bedrijfsontwikkeling,

milieu- en bouwwetgeving, huisvesting,

welzijn, mestwetgeving en milieutech-

niek. Voor 2012 introduceert Agrifirm de

‘Advieskorting’. Dit is een korting van 25

procent op de adviesuren die een onder-

nemer inkoopt bij Agrifirm Exlan. Deze

korting geldt voor klanten van Agrifirm

Feed. De regeling gaat met terugwerken-

de kracht in vanaf 1 januari 2012 en de al

opgebouwde korting verrekent Exlan nog

met haar klanten. De kortingen zijn direct

Een duurzame afzet van mineralen is

een voorwaarde voor een economisch

gezonde landbouwsector. Ook Agrifirm

draagt daar aan bij.

Neem voor vragen over het mestbeleid

van Agrifirm contact op met Exlan

T (0413) 38 21 40 of [email protected].

Page 7: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2012

schakel in succes juni 2012 7

feed

Emissiearme vloeren in de praktijk

Melkveehouder Joris van den Hengel zit

midden in de vergunningprocedure voor

een nieuwe stal. In Oss heeft hij samen

met zijn vrouw Marjan en zijn ouders

een bedrijf met 110 melkkoeien en 750

vleesvarkens. Voor de nieuwe stal, met

150 ligplaatsen, is een emissiearme vloer

verplicht. Van den Hengel deed daarom

mee aan de Excursie Emissiearme vloe-

ren van Agrifirm Exlan. Met 25 collega-

ondernemers bezocht hij vier bedrijven,

met elk een ander soort emissiearme

vloer. “Ik wilde de vloeren in de praktijk

bekijken en van gedachten wisselen met

collega’s”, vertelt de melkveehouder.

“Daar steek je altijd wat van op.”

PLUSPUNtEN

Van den Hengel kijkt naar eigen zeggen

terug op een zinvolle en praktische dag.

“Je ziet heel veel, wanneer bezoek je

nou op één dag vier bedrijven? Je moet

het wel even inplannen, maar dat vond

ik het wel waard.” Bij ieder melkvee-

bedrijf was zowel de veehouder als een

Onlangs organiseerde Agrifirm Exlan in samenwerking met Agrifirm Feed in drie regio’s een Excursie

Emissiearme vloeren. Melkveehouders met (ver)bouwplannen gingen een dag op pad met collega’s

en een adviseur van Exlan en bezochten daarbij vier bedrijven met verschillende vloersystemen.

vertegenwoordiger van de leverancier

van de vloer aanwezig. “Daardoor kun

je beiden spreken en hoor je zowel de

voordelen als eventuele nadelen. Omdat

je met meer mensen bent heb je ook

rustig de tijd om zelf de vloer in de

praktijk te bekijken, dat vond ik wel een

groot pluspunt. Er is ook tijd genoeg om

met collega’s te praten, bijvoorbeeld

tijdens de lunch.”

vERDER vERDIEPEN

Van den Hengel heeft zijn keuze nog niet

gemaakt, maar tijdens de excursie wel

gezien welke vloeren niet in aanmerking

komen en wat hij belangrijk vindt. “Het

moet bij je passen en ook de kosten

spelen een rol. Ik ga me er nu verder

in verdiepen, naar aanleiding van wat

ik bij de excursie heb gezien.” En als

Agrifirm Exlan weer een excursie

organiseert over een thema wat op

dat moment relevant is voor het bedrijf

van Van den Hengel? ”Dan ben ik er bij.

Het is zeker de moeite waard.”

ExCURSIES

Die kans bestaat. Naar aanleiding

van het succes van de excursie willen

Agrifirm Exlan en Agrifirm Feed vaker

dergelijke dagen organiseren. De

bedoeling is om de Excursie Emissie-

arme vloeren jaarlijks te laten terug-

keren. Daarnaast wordt ook gekeken

naar de mogelijkheden om een soort-

gelijke dag voor andere onderwerpen

en andere sectoren te organiseren,

bijvoorbeeld luchtwassers in de

varkenshouderij.

De excursies worden aangekondigd

in de digitale nieuwsbrieven van

Agrifirm Feed, op www.exlan.nl en

www.agrifirm.com/feed.

Excursie Agrifirm Exlan

Page 8: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2012

schakel in succes juni 20128

eens dat de Nederlandse agrarische

sector niet los gezien kan worden van

Europa. Er is een grote samenhang

tussen Europese markten, wat betreft

marktprijzen, financieringen en zeker

voor producten. Nederland is een

exportland; jaarlijks wordt voor

ongeveer €72,8 miljard euro aan

agrarische producten geëxporteerd.

De meerderheid van de Nederlandse

agrarische productie wordt geëxpor-

teerd, het grootste deel binnen de

hoe groot die invloed is. “De invloed

van Brussel is geweldig groot. Denk

maar aan bemesting, derogatie. Het

neemt ook steeds verder toe. Wat

betreft de regelgeving, maar ook wat

betreft de markt”, stelt Maaskant.

ExPORtLAND

Maaskant en zijn collega’s Drees

Beekman, directeur van Agrifirm plant,

en Ruud Tijssens, directeur Corporate

Affairs Agrifirm group zijn het er over

Dit jaar is het vijftig jaar geleden dat het gemeenschappelijk

landbouwbeleid (GLB) van kracht werd. Hoe groot is de invloed

van Europa op de Nederlandse boer vijf decennia later en hoe

gaan ondernemers daarmee om?

De afschaffing van de melkquota en

mogelijk de suikerquotering, ontkoppe-

ling van de inkomenssteun, emissie- en

welzijnseisen voor varkens en pluimvee,

de mestwetgeving. Agrarisch onder-

nemers hebben volop te maken met de

invloed van Europa. Regelgeving wordt

steeds meer centraal vastgelegd binnen

de Europese Unie (EU), om zo een gelijk

speelveld voor de landen binnen de EU te

creëren. Wim Maaskant ziet vanuit zijn

functie als directeur van Agrifirm Feed

Ondernemen in EuropaVolop kansen voor Nederlandse boer

Page 9: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2012

schakel in succes juni 2012 9

plant

Europese Unie. “De Nederlandse boer is

een Europese boer”, zegt Tijssens. “Er is,

met uitzondering van specifieke keten -

kwaliteitsconcepten, geen sprake van

een Nederlandse markt voor vlees, graan

of zuivel. We produceren als Nederlandse

sector voor de Europese markt, de

grenzen binnen Europa zijn nauwelijks

relevant.”

SPELREGELS

Letterlijk genomen betekent dat een

hele grote ‘binnenlandse’ markt. Dat

biedt kansen, juist voor een exportland

als Nederland, denkt Beekman. “Als

exporteur ben je niet gebaat bij

afgeschermde markten, het vervagen

van de grenzen is een voordeel voor

exportlanden. Daarbij is het wel

belangrijk dat de spelregels overal gelijk

zijn.” Met dat laatste punt kaart Beekman

een belangrijk thema aan. Ondanks de

monetaire eenheid, gezamenlijke markt

en gemeenschappelijke regelgeving,

zijn er ook verschillen tussen landen.

Beekman: “De Europese context wordt

steeds belangrijker, maar de Nederlandse

context blijft van belang. Mest bijvoor-

beeld is in Nederland een belangrijke

uitdaging, maar in andere landen

nauwelijks een onderwerp omdat er

simpelweg meer ruimte is.”

CONCURRENtIEPOSItIE

Dergelijke thema’s, waar ondernemers

in Nederland mee te maken hebben,

terwijl ze in de rest van Europa geen

rol spelen, kunnen een nadeel zijn

voor de Nederlandse ondernemer.

“De Nederlandse boer heeft in zekere

zin een concurrentienadeel ten opzichte

van bepaalde andere landen. Dat komt

met name door hogere loonkosten en

hogere sociale kosten, de kosten om

aan maatschappelijke eisen te voldoen”,

legt Tijssens uit. Toch is hij er, net als

Beekman en Maaskant, van overtuigd

dat de Nederlandse boer deze

Maurice Hanegraaf >

>

Wachten tot 2015Maurice Hanegraaf melkt in Maren

Kessel ruim 110 koeien. Hij past zijn

groeistrategie aan aan de afschaffing

van de melkquotering. Na de zomer

begint Hanegraaf met de bouw van

een nieuwe melkstal. Uiteindelijk wil

hij groeien tot 130 melkkoeien, maar

daar wacht hij nog mee. “Ik ga nu geen

quotum meer bijkopen. Vorig jaar heb

ik nog 100.000 liter gekocht, maar ik

wacht nu tot het quotum is afgeschaft

in 2015. Ik ben wel benieuwd wat er

na 2015 gebeurt, of de productie hard

zal groeien. Zelf wil ik niet veel groter

groeien, maar ik zie de quotumafschaf-

fing niet echt als een bedreiging. We

moeten gewoon technisch goed draaien

en voor de kostprijs is het een voordeel.

Dat dit soort dingen Europees geregeld

wordt, vind ik wel goed. Als Nederland

kun je het toch niet alleen, je hebt

Europa keihard nodig.”

Page 10: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2012

schakel in succes juni 201210

> concurrentie aan kan. Daarbij moet de

sector het vooral hebben van de goede

technische resultaten en hoge produc-

tie-efficiëntie. Maaskant: “Doordat

Nederland voorop loopt wat betreft

technische resultaten hebben we,

ondanks dat de kosten hier soms hoger

zijn, toch een goede concurrentieposi-

tie.” Zowel in de dierlijke als in de

plantaardige sectoren staat Nederland

bekend om de kwalitatief goede

producten en hoge opbrengsten. Dit

blijft ook in de toekomst een voorwaar-

de om de concurrentie in Europa het

hoofd te bieden.

vOOROP LOPEN

Innovatie en samenwerking zijn daarbij

de sleutelwoorden, denkt Beekman.

“We moeten blijven innoveren om

voorop te blijven lopen op het gebied

van kennis en ontwikkeling. Daarnaast

is samenwerking, ook internationaal,

belangrijk om voldoende omvang te

hebben om mee te doen op de markt,

ook op de wereldmarkt.” “Efficiency is

daarnaast belangrijk, om de kostprijs in

de hand te houden en daarmee de

concurrentiepositie te behouden”,

voegt Maaskant toe. Beide heren

10

‘Europa biedt akkerbouwers mogelijkheden’

Jakob Bartelds heeft in maatschap met

vier familieleden een akkerbouwbedrijf

in de Veenkoloniën met het traditionele

bouwplan aardappelen, bieten en granen.

Daarnaast is hij bestuurlijk actief in LTO,

het waterschap Hunze & Aa’s en de Raad

van Toezicht van Cosun.

”We staan er eigenlijk niet vaak bij stil,

maar het gLB (gemeenschappelijk Land-

bouwbeleid) is in onze regio enorm

bepalend. Denk bijvoorbeeld aan het

vrijgeven van de markt voor zetmeel -

aardappelen en het voorstel voor

afschaffen van de suikerquotering.

De Europese ondersteuning is onderdeel

van de kost- en grondprijs van de akker-

bouwer geworden. Nu is het afwachten

of we zonder financiële ondersteuning,

toch een goede financiële opbrengst

kunnen realiseren. Zo’n vrije markt is

wennen. Het ene moment kun je veel

verdienen, het andere moment bijna

niets. De zekerheid van een stabiele

prijs is weggevallen. Dit vergt een andere

bedrijfsvoering, dat wordt de komende

jaren een uitdaging.”

Bartelds is ervan overtuigd dat ‘Europa’

de komende jaren meer zeggenschap

krijgt. geen slechte ontwikkeling, volgens

hem. “Het gLB heeft andere doelen dan

voorheen en koppelt financiering aan

maatschappelijke voorwaarden. Ik vind

het niet verkeerd om stil te staan bij de

kostprijs en het evenwicht met de

marktprijs. Nederland kan profiteren van

het gelijke speelveld in Europa. De Euro-

pese grenzen zijn open en wij als export-

land kunnen daar optimaal gebruik van

maken. Het is dan wel belangrijk dat de

Nederlandse regering niet nog strengere

eisen gaat stellen dan Europa.”

Bartelds ziet ook voor de toekomst

veel mogelijkheden voor Nederlandse

akkerbouwers in Europa. “In Nederland

hebben we een uitstekend verwer-

kings- en afzetnetwerk. We kunnen

onze producten goed vervoeren naar

afzetmarkten binnen heel Europa.

We hebben de kennis, de kunde en de

faciliteiten in huis om ook de komende

jaren succesvol te blijven.”

< Jakob Bartelds

Page 11: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2012

schakel in succes juni 2012 11

‘In het oosten van Europa is nu eenmaal meer ruimte’

Bert groenestege heeft in Kuinre

(OV) 100.000 vleeskuikens. Ik wilde

bijbouwen voor 40.000 kuikens.

Dat paste niet in het beleid van de

gemeente en het was erg moeilijk

rond te krijgen. Nieuw bouwen op een

andere plek was lastig, in Nederland

zijn weinig locaties. Dat bood weinig

perspectief voor de toekomst.”

groene stege besloot daarom over de

grens te kijken. “Uiteindelijk kwam ik

in het oosten van Duitsland terecht,

boven Berlijn. Ik zit nu in de aanvraag-

procedure voor 400.000 kuikens. De

procedures zijn in Duitsland niet

veel eenvoudiger, maar ze zijn wel

gewend aan grotere aantallen.

Bovendien is bijvoorbeeld de mest-

afzet veel gemakkelijker. De grenzen

binnen Europa vervagen en daar

moet je gebruik van maken. In het

oosten van Europa is nu eenmaal veel

meer ruimte en dat biedt kansen.”

zien dan ook zeker toekomst voor de

agrarische sector in Nederland. Tijssens

deelt die mening, maar geeft wel aan

dat boeren in Nederland bepaalde

uitdagingen met zich mee brengt.

“Nederland is nu eenmaal dichter

bevolkt en mede daardoor spelen

maatschappelijke aspecten een grotere

rol. Dat kan een kans zijn, bijvoorbeeld

door te kiezen voor een onderschei-

dend concept. Ook produceren voor de

bulkmarkt blijft zeker mogelijk voor

ondernemers die daarbij wel bereid zijn

om rekening te houden met de sociale

vraagstukken en dat als een uitdaging

willen zien.”

tOtAALPLAAtJE

Voor ondernemers die zich vooral op

een efficiënte, grootschalige productie

willen richten, liggen elders in Europa

misschien meer mogelijkheden. Steeds

meer ondernemers kiezen daarbij voor

de combinatie van een bedrijf in

Nederland met een locatie over de

grens. Toch is het gras niet altijd

groener over de grens. De verschuiving

naar een meer maatschappelijke

manier van ondernemen beperkt zich

in de eerste plaats niet tot Nederland.

Binnen het gLB worden Europese

subsidies steeds meer gekoppeld aan

maatschappelijke aspecten van het

ondernemen, in plaats van aan de

productie en omvang. Ook wat dat

betreft is er dus steeds meer sprake

van één Europa. Bovendien missen

ondernemers over de grens het hoge

kennis- en opleidingsniveau dat in

Nederland vanzelfsprekend is. “Die

vanzelfsprekendheid van een goede

kennisinfrastructuur ontbreekt in het

buitenland vaak”, ziet Maaskant in de

praktijk. “Ondernemers vragen ons

vaak om ze daarbij te helpen; omdat

wij zelf ook internationaal actief zijn

kennen wij de lokale situatie. Er liggen

natuurlijk wel kansen in het buitenland,

maar er zitten altijd nadelen aan. Je

moet kijken naar het totaalplaatje, niet

alleen de grotere omvang.” Ook de

specialisten van Agrifirm plant worden

regelmatig over de grens, zelfs buiten

Europa, ingezet omdat ondernemers

een sparring partner met kennis

missen. “De Nederlandse toegang tot

kennis, samenwerking met universitei-

ten en het opleidingsniveau van

ondernemers is in het buitenland vaak

onvoorstelbaar. Als ondernemer in

Nederland kun je je blijven ontwikke-

len, in het buitenland zijn ondernemers

vaak veel meer geïsoleerd en missen ze

dat”, vertelt Beekman.

EvENWICHt

Ondernemen in Nederland is zoeken

naar het juiste evenwicht tussen

technische prestaties en sociale

acceptatie. Daarbij is het de uitdaging

om zoveel mogelijk te profiteren van de

koploperpositie van Nederland op het

gebied van kennis, kwaliteit en

duurzaamheid enerzijds en de vele

kansen die het vervagen van de

grenzen binnen Europa biedt ander-

zijds. Ontwikkelingen die in eerste

instantie nadelig lijken, kunnen juist

nieuwe kansen bieden. “Het wegvallen

van subsidies lijkt in eerste instantie

een bedreiging, maar het is ook een

uitdaging om nog meer marktgericht

te denken en te ondernemen. Juist de

Nederlandse ondernemers kunnen dat

en kunnen zich daarmee onderscheiden”,

sluit Beekman af.

“We moeten blijven innoveren om voorop te blijven lopen”

< Bert Groenestege

Page 12: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2012

schakel in succes juni 201212

Een hoge productie is voor melkveehouder Gerard Winter uit

het Groningse Loppersum geen doel op zich. “Het moet vooral

soepel lopen, met gezonde en sterke koeien die goed aan de

melk zijn. Daar moet je een optimum in vinden.” Opfok speelt

daarin een grote rol.

Winter wil koeien die probleemloos op-

groeien, afkalven en melk geven. Een

goede jongveeopfok is daarbij onmis-

baar. “Het jongvee is nu eenmaal de

toekomst van het bedrijf. Het is belang-

rijk om daar bewust mee bezig te zijn”,

vindt Winter. Sinds kort werkt hij daar-

om, in samenwerking met zijn Agrifirm

Feed specialist Michiel van der Tuuk,

volgens het nieuwe concept OpFOK24.

“Het sluit aan bij hoe we altijd al werk-

ten, maar maakt de werkwijze inzichte-

lijk en zwart op wit. Daardoor kun je er

echt bovenop zitten en tijdig bijsturen”,

legt Winter uit.

OP DE GOEDE WEG

Het belangrijkste vindt Winter om de

dieren goed in conditie te houden.

Daarvoor gebruikt hij verschillende

tools van OpFOK24. “Het programma

Agrifirm Focus Jongvee bijvoorbeeld,

en de OpFOK24 Scan”, vertelt Van der

Tuuk. “Daarmee kun je precies zien hoe

het er voor staat. Aan de hand daarvan

bepalen we het rantsoen en kunnen we

Jongvee is de toekomst van het bedrijf

feed

gericht werken aan optimale opfok

Page 13: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2012

schakel in succes juni 2012 13

zo nodig tussentijds bijsturen.” “Maar

ook bijvoorbeeld het hoogtemeten is

belangrijk”, vult Winter aan. “Het zijn al-

lemaal bevestigingen of je op de goede

weg zit. Met het hoogtemeten zag ik

bijvoorbeeld dat ik eigenlijk eerder

moest insemineren en inmiddels heb ik

de afkalfleeftijd al twee tot drie maan-

den verlaagd.”

AFkALFLEEFtIJD

De gemiddelde afkalfleeftijd van de vaar-

zen van Winter ligt nu op 25 maanden.

“Dat willen we nog één maand verlagen”,

aldus Van der Tuuk. “De optimale afkalf-

leeftijd is 24 maanden, dat bleek al in

de praktijk en is nu ook onderbouwd

door cijfers.” Winter ziet hetzelfde in de

praktijk. “Het gaat dan gewoon gemak-

kelijker, zowel bij het afkalven als daar-

na. De vaarzen die op 24 maanden

afkalven zijn sterker en doen het beter,

ook in de jaren erna.”

StERkE kALvEREN

De vaarzen moeten op 24 maanden

dan wel in de juiste conditie zijn om af

te kalven. Daar werkt Winter tijdens de

hele opfokperiode aan. De basis daar-

voor legt hij in de eerste vier maanden.

De huisvesting en het rantsoen zorgen

samen voor sterke en gezonde kalveren,

die na het spenen geen terugval krijgen.

Winter houdt de kalveren in kleine

groepen op stro. Sinds enkele jaren

werkt hij met een drinkautomaat. “Je

moet wel regelmatig controleren of de

drinkautomaat goed functioneert,

maar het scheelt werk en het voorkomt

ook dat je fouten maakt. Je kunt het

heel gecontroleerd op- en afbouwen en

de kalveren verdeeld over de dag zes

porties geven.” Winter gebruikt het

melkpoeder Sprayfo power. “Dat bevat

eiwitten en veel energie. De kalveren

hebben daardoor meteen een goede

start”, legt Van der Tuuk uit. “Het kan

direct worden opgenomen in de dunne

darm en voor een stabiele, goede groei

is dat heel belangrijk.”

ALL IN ONE

Sinds kort combineert Winter dit met

All in One Mix. “Dat is een brok die be-

staat uit kalverkorrel en ruwvoer in één.

Energie en structuur tegelijk. Dat werkt

veel gemakkelijker, en het voordeel is

dat je altijd de juiste verhouding hebt.

Het loopt duidelijk beter bij de kalveren,

ze zien er goed uit en de mest, die eerder

nog wel eens wat dun was, is nu ook

altijd goed. Het bevalt tot nu toe heel

erg goed, in combinatie met het hoog-

waardige melkpoeder is dit hopelijk de

succesformule.”

> Melkvee: 130 stuks

> Jongvee: 110 stuks

> Oppervlakte: 74 ha zavelgrond

> gemiddelde productie per

305 dagen: 9.426 kilogram melk

met 4,40 procent vet en 3,50

procent eiwit

Melkveehouderij Winter

feed

< Gerard Winter (r) bespreekt zijn opfok-

strategie met Agrifirm Feed specialist

Michiel van der Tuuk

Page 14: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2012

schakel in succes juni 201214

Hogere opbrengst Agrifirm klanten

Met Agrifirm Focus Jongvee heeft u de

resultaten van uw jongvee snel in beeld.

Met deze gemakkelijke tool ziet u waar u

de jongveeopfok kunt verbeteren.

Hoe presteert uw jongvee?

feed

Uit de resultaten van het rollend jaargemiddelde van CRv en Agrifirm Focus Melkvee

blijkt dat de klanten van Agrifirm beter presteren dan niet-Agrifirm klanten.

Uit de vergelijking blijkt dat de melkproductie bij Agrifirm klanten 348 kg melk/koe/jaar

hoger ligt dan niet-Agrifirm klanten. Ook de percentages vet en eiwit per koe liggen

hoger. Dit resulteert in een hogere opbrengst van €150 per koe/jaar ten opzichte van

een niet-Agrifirm klant. Ook zo is Agrifirm Feed een schakel in uw succes.

* Inclusief Agrifirm klanten

Kg melk 8387 8613 8265 348

Vet% 4,40 4,41 4,39 0,02

Eiwit% 3,54 3,56 3,53 0,03

Kg vet 369 379 364 17

Kg eiwit 297 307 292 15

Saldo / koe / jaar + € 150

Rollend

jaargemiddelde

sept 2010–sept 2011 CRV*

Agrifirm

klanten

Niet-agrifirm

klanten

Verschil

agrifirm en niet-

agrifirm klanten

Uitbreiding productielocaties Oss en Drachten

Na de verbouwing van de fabriek in

Drachten is nu ook de fabriek in Oss

gestart met optimalisatie. Door in-

vesteringen in de productielocaties

wordt de capaciteit uitgebreid. Zo

kan Agrifirm Feed in de toekomst

nog flexibeler inspelen op de indivi-

duele wensen van klanten.

Tijdens deze verbouwing wordt

een aantal producten in Utrecht

gemaakt en uitgeleverd. Het kan

daarom incidenteel voorkomen

dat twee bulkauto’s uw voer-

bestelling komen leveren.

In Agrifirm Focus Jongvee kunt u de

volgende scores bekijken:

> prestatie van uw vaarzen ten

opzichte van uw koeien

> prestatie van uw vaarzen ten

opzichte van de streefwaarde

> ontwikkeling van het jongvee (hoogte-

maat en Body Condition Score)

> ideale inseminatietijdstip per dier

> het financiële bedrijfsvoordeel bij

afkalven op 24 maanden

Als deelnemer aan Agrifirm Focus Melkvee krijgt u automatisch Agrifirm Focus Jongvee in beeld. U kunt gratis deelnemen. Voor meer

informatie kunt u contact opnemen met uw specialist Rundveehouderij.

BSK 41 42 Vaarzen min. 1 pnt hoger

Eiwitgr/dier/dag 933 791 Vaarzen max. 100 gr lager

vet % 4,54 4,54 Vaarzen max. 0,10 % lager

Eiwit % 3,52 3,50 Vaarzen min. gelijk

Celgetal 147 130 <150 en min. 50 lager

Netto opbr. 305 dgn 2.358 2.475 Vaarzen min. 75 hoger

Uw bedrijf Uw vaarzen

Afkalfleeftijd vaarzen (mnd) 26 mnd Max. 24

Verwachte ALVA (mnd) 26 mnd 24 mnd.

Aantal insem./pink 2.40 Max. 1,75

%NR56dgn na 1e insem. pink 67 Min. 70

LW 305 dgn, Vaarzen 105 Min. 103

kg melk per afgev. koe 45.175 Min. 35.000

Kengetal Uw resultaten Streefwaarde

Page 15: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2012

schakel in succes juni 2012 15

plant

>

Bij het voeren van brij komt vaak

meer kijken dan bij droogvoer. “Je

moet constant bekijken welke produc-

ten qua prijs en voedingswaarde op dat

moment het meest interessant zijn,

regelmatig de bijproducten, mengsels

en installatie controleren. Er zijn veel

praktische en technische zaken om

over na te denken”, vertelt patricia pluk-

van Wiechen, nutritionist Brijvoer bij

Agrifirm Feed.

SERIE WORkSHOPS

Reden genoeg voor Agrifirm Feed om dit

voorjaar een serie workshops over brij-

voer te organiseren. pluk-Van Wiechen:

“We hebben veel kennis en ervaring op

dat gebied en dat willen we graag delen

met klanten. Met een workshop bereik

je meer mensen tegelijk en kunnen de

deelnemers ook met elkaar in discussie

gaan en van elkaar leren.” Op dinsdag 6

maart vond daarom de eerste van vier

workshops brijvoedering plaats. Iedere

workshop werd zowel in Meppel als in

Veghel gehouden.

INHOUD

Tijdens de eerste workshop zijn klanten

bijgepraat over grondstoffen in varkens-

voeding, en de meest voorkomende bij-

producten. Na het visueel beoordelen

van een aantal grondstoffen en bij-

producten werden onder andere de

voederwaarde en specifieke eigen-

schappen besproken. In de tweede

sessie werd ingegaan op de praktische

kant van het voeren van brij. Van

conserveringseisen voor verschillende

producten tot de hygiëne in voeropslag

en –installatie, maar ook over technische

aspecten als het type silo en roerwerk

werd volop gediscussieerd. De derde

workshop stond in het teken van het

voeren van brij aan vleesvarkens. Wat

zijn de verschillende functies van het

verteringsstelsel, en hoe kan de verte-

ring met voeding beïnvloed worden?

Daarbij werd ook Voerwinst.nl, de

Agrifirm adviesmodule voor voer- en

afleverstrategie, toegelicht. De laatste

workshop vindt plaats op 12 juni en is

vergelijkbaar met de derde, alleen dan

met betrekking tot zeugen en biggen.

ENtHOUSIAStE REACtIES

De opkomst is tot nu toe boven ver-

wachting, vertelt pluk-Van Wiechen. “In

Veghel hebben we de groep zelfs een

keer moeten splitsen omdat het te veel

mensen waren voor een goede interactie.

De reacties zijn ook positief. Deelnemers

waarderen vooral het technische en

praktische aspect, en noemen de

vakkennis van de instructeur als plus-

punt. Al met al is het een succes.”

Goede voeding is essentieel voor de groei en conditie van

varkens. Agrifirm Feed organiseerde dit voorjaar een viertal

workshops over brijvoedering. Drie workshops zijn inmiddels

achter de rug en bleken een succes.

Kennis over brijvoer delen

Workshops brij blijken een succes

feed

Page 16: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2012

schakel in succes juni 20121616

feed

Lambert van den Hul heeft in groene-

kan, op steenworp afstand van Utrecht,

een bedrijf met 1.122 vleesvarkens,

waarvan 170 op voergeld. Omdat hij

daarnaast fulltime werkt als ZZp-er, is

het belangrijk dat het werk bij de varkens

snel en gemakkelijk gaat. Dat mag echter

niet ten koste van de resultaten gaan,

benadrukt Van den Hul. “Mijn streven is

een scherpe voederconversie, hoge groei

en een hoge omzetsnelheid. Dat is zeker

te combineren met buitenshuis werken.

Als de varkens maar gezond zijn loopt

het eigenlijk vanzelf.”

LAGE DIERDAGDOSERING

Die gezondheid is wel in orde, blijkt uit

de lage dierdagdosering. “Ik zit op een

dierdagdosering van 1,0, de uitval zit

onder de 1 procent.” Dat is volgens de

varkenshouder te danken aan een

varkensarme omgeving, een goed

klimaat dankzij de deurgangventilatie

en gezonde biggen. De biggen zijn een

combinatie van Topigs 50 x Talent en

komen van de Tolakker, het praktijk-

bedrijf van de faculteit Diergeneeskunde

in Utrecht. “We werken al sinds 2000

met deze biggen. Ik vind het een prettig

idee dat ze van dichtbij komen. De krui-

sing past ook bij me, de spreiding is

wel wat groter, maar het zijn sterke en

gemakkelijke varkens.” Bovendien

classificeren ze goed, vult Agrifirm Feed

specialist Wytse de Jong aan. “Ze scoren

gemiddeld ruim 57 procent op vlees-

percentage, dat wordt toch steeds

belangrijker.”

tECHNISCHE RESULtAtEN

Ook de technische resultaten zijn goed,

vertelt De Jong. “De gemiddelde groei is

872 gram gecorrigeerd, de gecorrigeerde

Groeien hoeft niet zo nodig voor varkenshouder Lambert van

den Hul. Hij haalt zijn uitdaging uit het steeds verder verbeteren

van de resultaten, zonder dat dat ten koste gaat van het

arbeidsgemak.

‘ Het is een sport om zo goed mogelijk te draaien’

gemakkelijk werken met goede resultaten

Page 17: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2012

schakel in succes juni 2012 17

zette Van den Hul één afdeling op Air

Line ® [2.0]. Uit de classificatie bleek dat

Voerwinst het bij het rechte eind had.

“De classificatie was echt veel beter dan

in de andere afdeling. De spekdikte was

lager, de spierdikte en het vleespercen-

tage hoger. En wat ook belangrijk is: in

de afdeling met Air Line ® [2.0] viel 75

procent binnen het concept, in de andere

afdelingen maar 60 tot 63 procent. Dat

maakt veel uit voor de uitbetaling.”

AIR LINE ® [2.0]

Van den Hul heeft nu daarom alle var-

kens in de start- en groeifase op Air Line

® [2.0] voer. “Na een half jaar wil ik het

evalueren. Daarbij spelen ook de voer-

kosten mee. Het voer is per 100 kilo

duurder, maar de voederconversie daal-

de in de proef al met 0,1. per 100 EW

is het voer juist goedkoper. De hoge

conceptscore vind ik wel belangrijk, ik

probeer altijd heel scherp af te leveren

om een volle vracht te kunnen leveren.”

Van den Hul draait daarvoor een afde-

ling in twee keer leeg, met 14 dagen

verschil tussen beide leveringen. Om

gericht te selecteren weegt hij alle

varkens waarvan hij twijfelt of ze al het

juiste gewicht hebben. “Daar ben ik mee

begonnen sinds ik in het VION concept

good Farming Star meedraai en dus

beren mest. Omdat je op de beren veel

harder wordt gekort, is het belangrijk

dat ze op het goede gewicht zijn. Inmid-

dels weeg ik ook de gelten. Je verkijkt je

er toch op, en ze vallen nu inderdaad

beter in de gewichtsgrenzen. Het kost

wat tijd, mijn vader of mijn vrouw

helpen vaak even mee, maar het betaalt

zich wel terug.” “Het zijn de best betaal-

de uurtjes”, beaamt De Jong.

voederconversie 2,45. Maar we zoeken

samen altijd manieren om dat nog ver-

der te verbeteren. In adviesprogramma

Voerwinst hebben we bijvoorbeeld

doorgerekend of Air Line ® [2.0] interes-

sant zou zijn voor Lambert. Het bleek

dat een deel van de varkens met name

in de startfase onder de minimale lysine

behoefte werd gevoerd. Met Air Line ®

[2.0] wordt wel aan die behoefte vol-

daan, waardoor de spieraanzet beter is.

Uit de Voerwinstanalyse bleek ook dat

als afmestkorrel een standaard geperst

voer het beste was.” Bij wijze van proef

vOERSyStEEM

De specialist wil binnenkort ook de

afleverstrategie eens onder de loep

nemen met het programma Voerwinst.

“Lambert heeft de stal net uitgebreid

van 740 naar 950 varkens en dan is het

goed om het eens opnieuw te bekijken.”

De uitbreiding was nodig om de ver-

plichte investering in een luchtwasser

rendabel te maken. Het bouwblok is nu

vol en daarmee is het maximale aantal

varkens bereikt op de locatie in groene-

kan, waar vader Van den Hul in 1963

met een gemengd veebedrijf begon. “Ik

heb natuurlijk geen groot bedrijf, en

daar moet je je bedrijfsvoering op aan-

passen.” Sinds 2003 voert Van den Hul

bijvoorbeeld met een Vlibokar. “Op dit

aantal is een computergestuurde droog-

voerinstallatie te duur en nu kan ik het

voeren en de controle combineren. Zo

gun je jezelf meteen de tijd om goed

naar de varkens te kijken. Ik vind het be-

langrijker om het goed te doen dan om

verder te groeien. Het is een sport om zo

hoog mogelijke technische resultaten te

halen.”

“ Als de varkens maar gezond zijn, loopt het eigenlijk vanzelf.”

feed

Lambert van den Hul (l) weegt samen met Agrifirm Feed specialist Wytse de

Jong één van de beren.

Page 18: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2012

schakel in succes juni 201218

Kuenen heeft in het Achterhoekse Bel-

trum een bedrijf met 140.000 vlees-

kuikens. Er liggen plannen voor de

bouw van een nieuwe stal, waarmee

het bedrijf groeit naar 210.000 kuikens.

“Ik wil blijven ontwikkelen. Qua omvang,

maar vooral qua resultaat en efficiëntie.”

De stallen worden al verwarmd met

een houtkachel. Binnenkort wil Kuenen

daar een generator aan koppelen, zodat

hij zijn eigen stroom kan produceren.

Het is tekenend voor de instelling van

de pluimveehouder, die zoekt naar

manieren om met minder arbeid en

minder kosten meer resultaat te

behalen.

vENtILAtIE

“Ik probeer altijd na te denken: waarom

worden dingen op een bepaalde manier

gedaan en kan dat niet beter? Vaak kan

om de uitstoot van stof en geur te

verminderen en de luchtkwaliteit in de

stal te verbeteren. “Vorig jaar is er in

één van de stallen een ionisatiefilter

geïnstalleerd, tegen geuroverlast bij de

buren. Het kent nog wat kinderziektes,

maar uiteindelijk moet hiermee de

inkomende lucht worden gezuiverd.”

Daarnaast denkt Kuenen na over alter-

natieve voersystemen. “Ik hoop daar-

mee de voerkosten te verlagen, maar

het moet wel goed blijven draaien.

Sinds ik van het kernvoerconcept van

Agrifirm voer, nu vier jaar, zijn de resul-

taten veel stabieler en gebruik ik

nauwelijks nog medicijnen. Dat is

belangrijk en dat wil ik daarom graag

vasthouden. Ik vind het ook mooi om,

zoals in het kernconcept, losse tarwe te

voeren, die niet door de fabriek hoeft.

Dat past wel binnen mijn visie.”

het wel, maar bestaan de technieken

nog niet. Dan ga ik zelf aan de slag.” Zo

ontwikkelde Kuenen bijvoorbeeld zelf

een innovatieve luchtinlaatklep die hij

de Optiklep noemt. Ook bij koud weer,

met weinig ventilatie, ontstaat met

deze klep een optimale luchtstroom.

Dat zorgt voor een beter klimaat in

de stal. “Deze kleppen komen in ieder

geval in de nieuwe stal. Het stalklimaat

is heel erg belangrijk voor een goed

resultaat en om gemakkelijk te kunnen

werken, dat moet je in orde hebben.” In

alle stallen komt straks ook vloerver-

warming en –koeling, waarbij gebruik

wordt gemaakt van de eigen restwarmte.

LUCHtkWALItEIt

Om de stallen aan de Maatlat Duurzame

Veehouderij te laten voldoen, wil Kuenen

ook de lucht in- en uitlaat aanpassen,

‘ Klimaat is heel erg belangrijk voor een goed resultaat’

Vleeskuikenhouder wil arbeidsgemak en goed resultaat

vleeskuikenhouder Jan kuenen zoekt altijd naar manieren om nog efficiënter en beter te werken.

Als technieken die hij voor ogen heeft niet bestaan, ontwikkelt hij ze zelf. Zo werkt hij bijvoorbeeld

zelf aan een beter klimaat in de stal.

feed

< < Jan Kuenen en Agrifirm Feed specialist Maarten Rupert beoordelen de luchtstroom in de stal.

Page 19: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2012

schakel in succes juni 2012 19

Veel koppels krijgen tijdens de legperiode

ontstekingen aan de darmen. In sommige

gevallen ontwikkelt die zich tot een chro-

nische darmontsteking (CE; chronische

enteritis). Dat zorgt vaak voor een ver-

hoogde uitval en een lagere productie,

waarbij de economische schade op kan

lopen tot maar liefst twee euro per hen.

CE-SCORE

De darmgezondheid van hennen is niet

met het blote oog te bepalen. De gD

heeft daarvoor de CE-score ontwikkeld.

Score 0 betekent een gezonde darm, sco-

re 5 wijst op een chronische darmontste-

king. Agrifirm Feed heeft de gD gevraagd

om te onderzoeken of het leghennenvoer

plant

VIgOR gevoerd en in de andere twee een

standaard voer. Op drie en zes weken

na aanvang is in iedere stal op een aantal

hennen sectie verricht en de CE score

bepaald. Daarbij bleek dat de hennen die

VIgOR voer kregen na zes weken een

gemiddelde CE-score van 1,1 behalen en

dat de ontstekingsreactie plaats heeft

gemaakt voor een zichtbaar darmherstel.

Dit terwijl bij de reguliere groep nog

altijd een duidelijke ontstekingsreactie

te zien was.

POSItIEF EFFECt

De conclusie van de gD is dat de hennen

die VIgOR voer hebben gekregen een

significant betere darmgezondheid

hebben dan de hennen die standaard

voer kregen. VIgOR heeft dus een

positief effect op de darmgezondheid

en kan darmproblemen bij leghennen

verminderen.

VIgOR de CE-score van leghennen verbe-

tert en dus de darmgezondheid bevor-

dert. Uit eigen onderzoek op Research-

farm Laverdonk en op praktijkbedrijven

bleek al dat VIgOR de vertering stimu-

leert en de consistentie en structuur van

de mest verbetert.

DALENDE CE-SCORE

Het gD onderzoek toont aan dat VIgOR

ook zorgt voor een lagere CE-score en een

betere darmgezondheid. De gD heeft op

een pluimveebedrijf VIgOR vergeleken

met een standaardvoer. Bij aanvang had-

den de hennen allemaal een CE-score van

3 of hoger. gedurende zes weken is in

twee van de vier vergelijkbare stallen

GD: betere darm­gezondheid met VIGOR

Leghennenvoer vermindert darmproblemen

Darmgezondheidsproblemen zijn een grote schadepost in de Nederlandse legpluimveehouderij.

Uit onderzoek van de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) blijkt dat het voer vIGOR een positief

effect op de darmgezondheid heeft en darmproblemen kan verminderen.

Standaardvoer

5

4

3

2

1

0

gem

idde

lde

CE-

scor

e

Week 6Week 3Week 0

vERLOOP GEMIDDELDE CE-SCORE tIJDENS DE PROEFPERIODE BIJ EEN StANDAARDvOER EN vIGOR

vIGOR

Kijk voor meer informatie op

www.agrifirm.com/vigor

of scan bijgaande QR-code.

feed

Page 20: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2012

schakel in succes juni 201220

Saai was de tijd van zijn voorzitter-

schap in elk geval niet. De interventie

werd afgebouwd, marktwerking deed

zijn intrede. Nu kan de graanprijs ver-

dubbelen en weer halveren, in eenzelf-

de afzetseizoen. Een voordeel, vindt

Lettinga: “Een vaste graanprijs is voor

de graanteler vaste armoe. Op een

markt met schommelende prijzen kun

je ook eens winst pakken. Niet alleen

als pooldeelnemer, maar ook als indivi-

duele teler doordat Agrifirm de moge-

lijkheid van termijnleveringscontracten

introduceerde.”

kLANkBORD

En hoewel hij als voorzitter van de

graancommissie de graanwereld niet

kon sturen, had Lettinga voldoende

andere taken. “De commissie denkt

Wisseling van wacht bij graancommissie

Lettinga gaat, Wolf komt

“Ik dacht, nu kan ik de graanwereld sturen. Maar dat bleek al snel een misvatting.” Minne Lettinga,

akkerbouwer in Dongjum, denkt terug aan twaalf jaar geleden, toen hij aantrad als voorzitter van de

graancommissie van Agrifirm. “De prijs lag toen vrijwel vast; afgestemd op de interventieprijs met

een kleine staffel als bewaarvergoeding. Daar konden wij als graancommissie niets aan veranderen.”

Minne Lettinga

“Vaste graanprijs is voor graanteler vaste armoe.”

natuurlijk mee over alles wat met de

graanpool heeft te maken zoals ver-

koopmomenten en verkoopprijzen”,

zegt Aart den Bakker, manager Afzet bij

plant

Page 21: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2012

schakel in succes juni 2012 21

plant

SAMEN INvEStEREN

Wat Lettinga bijblijft, is de oprichting

van Holland Malt. Vanaf het eerste uur

was hij daarbij betrokken. “Een span-

nende tijd. Iedereen was enthousiast,

maar boeren trokken niet meteen de

portemonnee. Ze moeten tenslotte ook

in hun eigen bedrijven blijven investeren

en kunnen het geld maar één keer uit-

geven.”

Het was kantje boord, maar er werd

voldoende geld binnengehaald. Het

meeste is uiteindelijk uit Drenthe

gekomen, uit het zetmeeltelend gebied.

Opvallend, zegt Lukas Wolf, akkerbouwer

in Ees en Lettinga’s opvolger als voor-

zitter van de graancommissie. “In die-

Agrifirm plant. “Maar het belang van de

teler in de pool gaat verder en daarbij is

de graancommissie voor Agrifirm plant

een klankbord. De commissie praat

mee over bijvoorbeeld het beleid rond

stortlocaties, bewaren en bijbehorende

vergoedingen, contractvormen en uit-

betalingsregime.”

“Het is een wisselwerking”, kan Lettinga

uit ervaring vertellen. “Den Bakker en

zijn collega’s krijgen van ons een kritische

blik vanuit de praktijk. We toetsen hun

ideeën bij de achterban en brengen ook

geluiden vanuit de sector binnen bij de

organisatie.” De graanvergaderingen

zijn daarbij een belangrijk moment.

“gelukkig is de opkomst altijd goed.”

Lukas Wolf (links), de komende voorzitter van de graanpoolcommissie, hoopt op een even goede opkomst bij de

graanvergadering dan in de periode van zijn voorganger, Minne Lettinga (rechts).

zelfde periode klopte namelijk ook

Avebe bij de zetmeeltelers aan voor een

bijdrage. De regio was toen het kern-

gebied voor gerst, daarom kwam het

geld voor Holland Malt ook bijeen”,

zegt hij. Ook Wolf teelt al jarenlang

gerst. Na suikerbieten en zetmeelaard-

appelen is het te laat om wintergraan

te zaaien. De keuze voor brouwgerst,

met een plusje op de uitbetaling voor

de aandeelhouders van Holland Malt, is

dan snel gemaakt. Wolf: “Ik ben er nog

steeds trots op dat we het als akker-

bouwers met z’n allen voor elkaar

hebben gekregen om te investeren in

een laag salderend gewas. We hebben

brouwgerst op de kaart gezet.”

LOGIStIEk

Wolf is niet bang dat hem in zijn perio-

de als voorzitter een saaie tijd wacht.

“Er komen even uitdagende klussen”,

weet hij. Niet voor niets draait hij al vijf

jaar mee in de commissie. “We moeten

vooral aan de slag met de logistiek. De

graanteler wil een marktconforme uit-

betalingsprijs met lage kosten. Hoe

minder stappen tussen de teler en de

eindgebruiker, hoe lager de kosten.” Dat

kan ingrijpende gevolgen hebben. “We

moeten nadenken over het gebruik van

innamelocaties, maar ook over korte

bewaring op het eigen bedrijf. Sommige

zaken liggen gevoelig, maar we moeten

breed kijken. En ik wil me ervoor inzet-

ten dat een goede kwaliteit goed wordt

betaald.”

Lukas Wolf heeft met zijn vrouw

Greet Wolf een akkerbouwbedrijf

in Ees. De firma teelt 11 hectare

zomertarwe, 35 hectare brouwgerst,

45 hectare zetmeelaardappelen

inclusief tBM-pootgoed en 12

hectare suikerbieten.

Minne Lettinga is eigenaar van

Lettinga Landbouw bv. Het bedrijf

teelt in Dongjum 16 hectare

zomertarwe, 1 hectare zomerg-

erst, 25 hectare graszaad en

verhuurt 18 hectare voor

pootaardappelteelt.

Bedrijf Lukas Wolf

Bedrijf Minne Lettinga

Lukas Wolf

“ Trots op boeren-investering in Holland Malt”

Page 22: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2012

schakel in succes juni 201222

Wereldwijd is er in het verkoopseizoen van oogst 2011 sprake

geweest van een krappe graanbalans. De tekorten ontstaan in

2010 zijn door oogst 2011 maar beperkt aangevuld. In het najaar

van 2011 daalden de graanprijzen als gevolg van onzekerheid

over de economische situatie. Dit drukte de graannoteringen

sterk. In het voorjaar 2012 liep de prijs weer op door krapte op

de graanmarkt.

Uitbetalingsprijzen

Graanjaar 2011

* alle prijzen zijn exclusief Ledenvoordeel

* alle prijzen zijn exclusief Ledenvoordeel

De hectareopbrengsten waren tegen-

vallend en lagen circa 15 procent onder

het meerjarig gemiddelde. De forse

aantastingen van Fusarium in de

graangewassen leidde tot kwaliteits

problemen in de granen. De tarwe vol-

deed niet aan de normen van de maal-

industrie en de zomerbrouwgerst kon

helaas niet als brouwgerst vermarkt

worden. Nagenoeg alle granen zijn in

het voersegment afgezet.

Uitbetalingsprijzen granen oogst 2011

BIOLOGISCHE GRANEN

De biologische graanmarkt kijkt terug

op een kwalitatief moeilijk jaar met

stabiel hogere prijzen voor bijna alle

granen. Al vroeg in het seizoen zat er

schot in tarwe en hoge DON-gehalten.

Uiteindelijk is een fors deel van de

gecollecteerde biologische tarwe toch

afgezet als baktarwe. EKO/Demeter granen oogst 2011

Prijzen per 1.000 kg ex BTW*

Basispool € / ton

Tarwe 195,20

Gerst 193,10

Wintmalt (incl

max. premie)

223,10

Triticale 185,20

Haver 198,80

Rogge 180,00

Korrelmais 201,00

Koolzaad 438,00

Bewaarpool

Tarwe 209,80

Gerst 207,40

Koolzaad 474,20

Prijzen per 1.000 kg ex BTW*

€ / ton

EKO Haver basis 50 kg.

hl. gew.

299,16

Demeter Haver basis

50 kg. hl. gew.

308,36

Gerst 292,04

Gerst in omschakeling 284,42

Rogge 250,05

Triticale 263,41

Spelt 402,41

Tarwe voerkwaliteit 294,83

Tarwe in omschakeling 288,67

EKO Tarwe bakkwaliteit

(gem. uitbetalingsprijs)

340,51

Demeter Tarwe

bakkwaliteit (gem.

uitbetalingsprijs)

345,20

plant

Page 23: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2012

schakel in succes juni 2012 23

nen door de wortels opgenomen voe-

dingsstoffen niet door de gehele boom

verspreid worden. Met als gevolg dat de

boom uiteindelijk afsterft. Vooral op per-

celen met bomen die al weinig knoppen

hadden, is ieder verlies aan bloemknop-

pen als gevolg van de wintervorst, al snel

een verlies aan productie.

APPELS

Ook diverse appelrassen, vooral Elstar en

Jonagold hebben behoorlijke schade op-

Flinke vorstschade in appel- en perenbomen

De vorstperiode van afgelopen februari heeft bij veel appel- en perenbomen schade

aangericht. Niet alleen de oogst van dit jaar loopt gevaar, maar ook voor de diverse

jonge aanplanten wordt gevreesd, met name bij perenbomen.

Op vrijdag 3 februari sneeuwde het over-

dag, een sneeuwlaag van ongeveer 15

centimeter bedekte de bodem. In de

nacht vroor het vooral in Utrecht,

Flevoland en Noord Holland, streng tot

zeer streng. De vijf opeenvolgende nach-

ten vroor het elke nacht 10 graden. De

gevolgen van deze koude periode zijn nu

steeds beter zichtbaar bij appel- en

peren bomen. De bomen lopen uit op

hun reserves, maar door de vorst be-

schadigde sapstroom in de boom kun-

gelopen. Op diverse bedrijven beschou-

wen ze de oogst al als verloren, maar ook

sterven diverse takken geheel of gedeel-

telijk af. Het kost jaren om de aanplant

weer op hetzelfde niveau te krijgen als

voor de vorst. De komende maanden, als

de temperatuur gaat stijgen, zal blijken

of bij diverse beschadigde aanplanten

zaken als verdamping, transport, assimi-

latie nog goed kunnen regelen. We kun-

nen nu, aan het begin van het seizoen,

al vaststellen dat de appel- en peren-

oogst met zeker 30 – 50 procent gere-

duceerd is ten opzichte van de afgelopen

jaren.

Goede grasmat voor goede sportprestaties

De maanden mei en juni betekenen topdrukte voor de beheerders van sportvelden. In

deze maanden vindt het jaarlijkse groot onderhoud plaats om eind juli een volwaar-

dige speelmat te hebben. Het bemesten speelt daar een belangrijke rol in.

is de Topmix Sport, met de juiste samen-

stelling om het gras optimaal en in korte

tijd te laten ontwikkelen.

BEMEStINGSSCHEMA

De samenstelling van de Topmix mest-

stoffen is precies afgestemd op de

speciale behoefte van sportvelden. De

stikstof heeft een werking van 8 tot 10

goede bemesting zorgt ervoor dat het

ingezaaide gras zo snel mogelijk gaat

groeien tot een stevige en goed bespeel-

bare mat die er fris groen uitziet. Voldoen-

de meststof in de juiste samenstelling

is hierbij van belang. Agrifirm plant heeft

hiervoor de speciale lijn ‘Topmix’ mest-

stoffen ontwikkeld. De beste meststof

om na het groot onderhoud te gebruiken

weken en spoelt niet of nauwelijks uit

naar het grondwater. De gebruiker kan,

aan de hand van bodemanalyses, een

op maat gemaakt bemestingsschema

krijgen. De meststoffen zijn niet alleen

geschikt voor op sportvelden maar ook

op gazons en andere objecten die een

bijzondere bemesting behoeven. De

Topmix meststoffen zijn duurzaam in

gebruik en duurzaam voor het milieu.

Meer informatie? Vraag uw specialist

Openbaar groen.

plant

Page 24: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2012

schakel in succes juni 201224

Samen met de teler stellen de specialis-

ten een duurzaamheidplan op. Dit plan

en de daarbij horende onderbouwing

van de specialist is voor de teler vaak

aanleiding om zijn bedrijfsvoering te

veranderen. De eerste veranderingen

vinden meestal plaats op gebied van

bodemvruchtbaarheid en vrucht-

op volging in het bouwplan.

Agrifirm plant heeft speciaal hiervoor

een aantal adviesmodules ontwikkeld:

bodemscan, bouwplanscan en Foot-

print. Elke module geeft een helder

beeld van de genoemde onderdelen

waardoor gefundeerde adviezen kun-

nen worden gegeven. De Footprint,

voor zowel water als CO2, is uniek.

Deze module berekent de invloed

van het gekozen bouwplan en de

teeltmaat regelen op de betreffende

Footprint.

tOENEMENDE vRAAG

In de regio s Midden en Zuid lopen nu

projecten met in totaal zo’n 160 telers.

In regio Oost zijn er plannen om een

nieuw Veldleeuwerik-project op te

starten. Om aan de toenemende vraag

van duurzame adviezen te voldoen,

start Agrifirm plant nog voor de zomer

een nieuwe cursus aan de CAH in

Dronten. Harry Roerink van de afdeling

R&D Agrifirm plant begeleidt de speci-

alisten tijdens het opleidingstraject.

StICHtING vELDLEEUWERIk

Stichting Veldleeuwerik is een unieke

samenwerking tussen akkerbouwers,

adviseurs, toeleveranciers en verwer-

kers in de duurzame voedselketen.

gezamenlijk vertalen ze duurzaamheid

in praktische maatregelen die resulteren

in een meer duurzame bedrijfsvoering

in de gehele keten. Agrifirm plant is een

van de partners in Stichting Veldleeu-

werik, naast Heineken, gebr. van Liere,

McCain, Suiker Unie en Unilever. De rol

van Agrifirm plant in de Stichting Veld-

leeuwerik, naast deelname in het be-

stuur, spitst zich toe op het adviseren

van akkerbouwers bij het telen van

gewassen, het leveren van producten

en de afzet van graan. Telers stellen

jaarlijks een plan op gebaseerd op tien

duurzaamheidindicatoren. Deelnemende

telers aan Veldleeuwerik krijgen uit-

sluitend advies door geaccrediteerde

specialisten Akkerbouw.

Johan Brooijmans en Fokko Prins zijn de eerste akkerbouw

specialisten van Agrifirm Plant die geaccrediteerd zijn om een

duurzaamheidsplan te maken bij telers van Stichting veldleeuw-

erik. Deze specialisten adviseren akkerbouwers bij het maken

van een duurzaamheidsplan waarin optimaal gebruik gemaakt

wordt van weerbaarheid, resistentie en organische meststoffen.

Akkerbouwspecialisten geaccrediteerd voor duurzaam advies

Wilt u meer informatie over Stichting

Veldleeuwerik, ga dan naar

www.veldleeuwerik.nl

plant

Page 25: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2012

schakel in succes juni 2012 25

“We zoeken een alternatief nu bepaalde middelen niet meer toegestaan zijn.”

In Noordwijkerhout heeft Agrifirm

plant bij bloembollenteler Richard Dui-

venvoorden een aantal proeven aange-

legd met tulpen, hyacinten en narcis-

sen. Klaas Troost, specialist

bloembollen van Agrifirm plant legt

uit: “Bij tulpen en hyacinten maakten

telers vaak gebruik van Asulam of Asu-

lox. Met de proeven willen we onder-

zoeken op welke wijze we onkruid na

opkomst van het gewas kunnen aan-

pakken als deze middelen niet meer ge-

bruikt mogen worden. We willen telers

graag een goed alternatief bieden. We

onderzoeken verschillende opties en

combinaties. Belangrijk hierbij is dat we

ontdekken hoe we met een combinatie

of een Lage Dosering Systeem het on-

kruid bestrijden zonder opbrengstder-

ving. We willen natuurlijk niet dat de ge-

wassen schade ondervinden. ”

NARCISSEN

In narcissen is de proef iets anders van op-

zet. In deze teelt is volgens Troost, alleen

goltix nog te gebruiken na opkomst. “Net

als bij tulpen en hyacinten gebruikt de

teler bij narcissen vaak bodemherbiciden

als basis. Wij gaan op zoek naar alternatie-

ven om te gebruiken als correctie. Op het

perceel doen we proeven met de Tête-à-

Tête narcissen. Ook testen we combinaties

van vuurbestrijdingsmiddelen. We willen

zien of we hiermee het gewas langer

groen kunnen houden. Bij mijn weten is er

in Nederland nog niemand geweest die

deze proeven heeft uitgevoerd.”

RESULtAtEN

De resultaten van de proeven zijn naar

verwachting in september beschikbaar. Op

het perceel zijn er wel al verschillen zicht-

baar, maar dat hoeft volgens Troost niet

altijd wat te zeggen over het uiteindelijke

resultaat. “Bij de narcissen zien we bijvoor-

beeld op sommige veldjes een lichte ver-

kleuring optreden. Maar dit hoeft niet per

definitie te leiden tot opbrengstderving.

Dat moeten we afwachten. Ondertussen

letten we natuurlijk wel goed op welke

gewasreactie er verder optreedt.”

ENERGIE

Troost is enthousiast over de proeven. “Bij

Agrifirm plant vinden we het belangrijk

om te innoveren en resultaten te behalen.

Ik vind het leuk om er aan mee te werken,

want uiteindelijk gaat het erom dat wij als

specialisten meer kennis vergaren, zodat

we een nog betere gesprekspartner voor

onze klanten kunnen zijn.”

plant

Uitgebreide proeven onkruidbestrijding bollenteelt

Agrifirm specialist Leen van der Heiden (links) en teler Richard Duivenvoorden.

vanaf volgend jaar zijn middelen als Asulam en Asulox niet langer

toegestaan in de onkruidbestrijding van tulpen en hyacinten.

Agrifirm Plant onderzoekt welke alternatieven er nodig zijn om

onkruid na opkomst van het gewas efficiënt te bestrijden.

Page 26: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2012

schakel in succes juni 201226

Kennis en advies

Agrifirm Plant doet gedurende het hele jaar proeven. Deze proeven worden getoond tijdens

verschillende klantbijeenkomsten. Doel van de proeven is om zo veel mogelijk kennis te vergaren en

direct door te vertalen naar voordeel voor de klant. teeltspecialist Cok van der Maarl en senior kennis-

coördinator Harry Roerink vertellen over het ontstaan en onderhouden van de Agrifirm-proefvelden.

plant

Bijeenkomsten en proefvelden 2012

Teeltspecialist Cok van der Maarl werkt

in de regio Haarlemmermeer en de

Flevopolder. In deze gebieden worden

voornamelijk aardappelen, bieten, uien

graan, peen en spruitkool geteeld. Van

der Maarl ziet zichzelf als een schakel

tussen de klant en de afdeling Research

& Development (R&D). Samen met zijn

klanten signaleert hij de problemen op

het veld en gaat hij op zoek naar een

oplossing. Van der Maarl noemt een

concreet voorbeeld: “Afgelopen jaar

veroorzaakte koprot in uien veel pro-

blemen. We hebben R&D gevraagd om

hier een aantal proeven voor te organi-

seren. R&D heeft besloten voor de Ui &

peen manifestatie op ppO Lelystad een

proef op te zetten om de koprotbestrij-

ding in kaart te brengen. Doel is om te

onderzoeken hoe we de komende jaren

problemen kunnen voorkomen. Denk

bijvoorbeeld aan waarschuwings -

systemen waarbij gewasbeschermings-

middelen op het juiste tijdstip kunnen

worden ingezet.”

IN DE PRAktIJk

De teeltspecialist heeft tijdens de proe-

ven een belangrijke rol. Hij controleert

de percelen en denkt mee over objecten

en schema’s. Ook wordt zijn technische

kennis gebruikt om de proef te begelei-

den. “Ik bezoek de percelen regelmatig.

Ik kijk naar de veranderingen en pik zo

snel mogelijk opmerkelijke zaken eruit

om terug te koppelen naar de klant. Ik

wil dat klanten onze kennis zo snel

mogelijk in de praktijk kunnen inzetten.”

Maar niet bij alle proeven is resultaat

meteen om te zetten in de praktijk.

“Soms moet je wachten tot de proef

helemaal afgelopen is. Deze resultaten

gebruik je dan voor je advies in het

nieuwe seizoen”, aldus Van der Maarl.

ONAFHANkELIJk

Er komen steeds meer nieuwe gewas-

beschermingsmiddelen op de markt.

Van der Maarl: “Vanuit de klant komt

vaak de vraag welk middel het beste

resultaat oplevert. Dat gaan wij onder-

zoeken. We vragen de fabrikanten om

medewerking, zodat zij hun schema’s

aanleveren. Wij zorgen dan voor

onafhankelijke proeven en ontwikkelen

het beste schema voor onze klant.”

“Ik signaleer samen met de klant een probleem.”

Page 27: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2012

schakel in succes juni 2012 27

“ Ik ben gedurende het hele traject op de hoogte van alle ontwikkelingen.”

Harry Roerink is senior kenniscoördinator

op de afdeling R&D van Agrifirm plant.

Hij vertelt hoe een proef opgezet wordt.

“Meestal komt een teeltspecialist met

een concreet probleem in een gewas.

Dit bespreken we in het landelijke teelt-

specialistenoverleg. Is het een regionaal

of landelijk probleem en heeft het een

belangrijke invloed op het resultaat van

onze telers? Afhankelijk van het probleem

kunnen we fabrikanten van gewas-

beschermingsmiddelen vragen aan te

haken bij ons onderzoek. Wij organiseren

de proeven voor onze klanten, maar de

fabrikant kan de resultaten natuurlijk

ook gebruiken voor het bijstellen van

het productadvies.” De afdeling R&D

legt de proeven aan op verschillende

locaties, vaak ppO- locaties. Roerink:

“Naast ppO-locaties gebruiken we ook

praktijkpercelen. De proef moet tenslotte

liggen op een locatie waar het probleem

zich voordoet. Voor deze proeven vragen

wij een externe partij om de proef uit

te voeren. Zij zetten de proef uit en

rapporteren aan mij. Zo ben ik gedurende

het hele traject goed op de hoogte.”

De bevindingen bespreekt Roerink weer

met de teeltspecialisten en de deel-

plant

nemende fabrikanten. Hoe staan de

gewassen ervoor? Is er iets bijzonders

gebeurd op het veld? De specialisten

kunnen deze bevindingen meteen

gebruiken in hun advisering. “Sommige

proeven kun je pas beoordelen als je de

oogstopbrengst in beeld hebt”, vertelt

Roerink. Bij proeven voor de bestrijding

van Rhizoctonia kan bijvoorbeeld pas na

het rooien worden gezien of de behan-

deling succesvol is geweest. “Zo’n proef

wordt dan ook niet gebruikt als show-

object tijdens demo- en relatiedagen.

proeven als onkruidbestrijding in suiker-

bieten en ziektebestrijding in granen zijn

hiervoor veel beter geschikt.”

Evenement

Bloembollen open dagen

Biologische velddag

Boomteelt velddagen

Akkerbouw gewasbijeenkomsten

Akkerbouw relatiedagen

Inloopdagen aardappel bewaring

Ui & Peen manifestatie, themadag Uien

Bladgewassen open dag

Plaats

Anna Paulowna

Creil

Zwaagdijk

Lelystad

Haaren

Echteld

Vredepeel (Bodemdag)

Westmaas (Aardappeldemodag)

Colijnsplaat (Uiendag)

Vredepeel (Maïs- en grasmanifestatie)

Valthermond

Middenbeemster

Texel

Wijnandsrade

Langeweg

Uithuizermeeden

Lelystad

Haarlemmermeer

Nagele

Lelystad

Lelystad

Zeeland (Noord-Brabant)

Datum

6 juni

6 juni

8 juni

27 juni

30 augustus

6 september

17 augustus

22 augustus

30 augustus

6 september

21 en 22 juni

26 juni

27 juni

29 juni

4 juli

6 juli

11 juli

4 juni

6 juni

7 juni

16 augustus

31 augustus

Open dagen en gewasbijeenkomsten

Klanten ontvangen een uitnodiging. Kijk voor meer informatie en adresgegevens op www.agrifirm.com/plant

Page 28: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2012

schakel in succes is het klantenblad van Agrifirm en verschijnt 6 keer per jaar. Redactie Afdeling Communicatie Agrifirm ([email protected]) Fotografie Marten Aukes, Marcel Bekken, Albert Brunsting, Harma Drenth, MediAgro, Theo Tangelder, Ingrid Zieverink en Agrifirm Concept en realisatie JEEN bureau voor communicatie Drukwerk Ten Brink, Meppel

ISSN 2211-5811

colofon

Samenspel Mark Arts is bedrijfsleider van Groentenkwekerij A. v.d. Einden. Het bedrijf teelt als hoofdgewassen rucola, spinazie en babyleaf.

De teelt van rucola, spinazie en babyleaf is kort; gemiddeld vijf weken van zaaien tot oogsten. De hoge rotatie vraagt veel van de

bodem. Om verzuring van de grond door meststoffen tegen te gaan, ontwikkelde Agrifirm Plant speciaal voor de kwekerij twee

nieuwe maatmixen. Deze op maat gemaakte meststoffen zorgen voor balans en een gezonde bodem, waardoor corrigeren met

kalk niet meer nodig is. Specialist Ronald Hendriksen werkt nu zo’n drie jaar samen met Mark. In het hoofdseizoen bezoekt hij

één keer per drie weken de percelen van de kwekerij. Hij bespreekt zijn bevindingen met Mark en samen zoeken ze de beste weg

voor het optimaliseren van de teelt.

“ Voor het telen van babyleaf heb je niet veel keuze in gewasbeschermingsmiddelen. Met de hulp van Ronald zoeken we naar oplossingen voor een succesvolle onkruidbestrijding.”

Mark Arts bedrijfsleider bij groentenkwekerij in Lierop

“Voor het bedrijf waar Mark werkt, hebben wespeciale maatmixen

ontwikkeld. Deze maatmeststof zorgt ervoor dat de grond ondanks drie teelt-rotaties niet verzuurd raakt.”

Ronald Hendriks

specialist VollegrondsgroentenAgrifirm Plant