SBS1 - 11 processen - KU Leuven...-Koolhaas Rem, Junk-space, content, Tachen, Köln, 2004, pp....

SBS1 - 11 processen

Opleiding / Programme Opleidingsonderdeel / Code / codeCourse

11 processen SB S1

Statuut van het OLOD / Niveau van het OLOD / Studiejaar / YearStatus Levelplichtvak geen studiejaar / no year

Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsPascal De Decker , Rajesh Heynickx , Sven Sterken1 5 stp. tussen 125 en de 150 uur

studiebelasting

BegintermenDe algemene toelatingsvoorwaarden zijn beschreven in de onderwijs- en examenregelingDe aanvangscompetenties en -attitudes van de NORMSTUDENT staan hierboven beschreven

Aanvangscompetenties / Prerequisites

De studenten in de academische bachelors en masters worden geacht in staat te zijn Frans-, Duits- enEngelstalige vakliteratuur te kunnen lezen en begrijpen. (OER, art. 48)

Bijkomende aanvangscompetenties / Additional prerequisites

/

Volgtijdelijkheids voorwaarden / Sequentiality conditions

/

Voortgangsvereiste / Study progress conditions

/

Andere voorwaarde voor voortgang / Other progress conditions

/

Doelstelling / Goal

Algemene doelstellingen van het opo / General goal of the course

/

Pagina 1/3

Opleidingsspecifieke competenties / Course specific competences

2.2 De student bezit de nodige theoretische kennis om een kritische reflectie over ruimte enmaatschappij te kunnen maken in verleden, heden en toekomst.2.3 De student kan zijn/haar visies over de toekomstige maatschappij en de gewenste ruimtelijkestructuur verdedigen aan de hand van gangbare stedenbouwtheorieën, prognoses en voorbeelden vangelijkaardige cases.4.1 De student onderscheidt, interpreteert en hanteert de taal van de verschillende deelnemers van eeninterdisciplinair team.

Bijdrage tot de generische competenties / Contribution to the genericcompetences

1. Het beheersen van algemene competenties op een gevorderd niveau als het vermogen om op eenwetenschappelijke wijze te denken en handelen, het om kunnen gaan met complexe problemen, hetkunnen reflecteren op het eigen denken en werken en het kunnen vertalen van die reflectie naar deontwikkeling van meer adequate oplossingen, het vermogen tot communiceren van het eigen onderzoeken probleemoplossingen met vakgenoten en leken en het vermogen tot oordeelsvorming in eenonzekere context ;

Inhoud / ContentsProcessen van ruimtelijke ontwikkeling: De cursus is opgehangen aan de fasen van stedelijkeontwikkeling en stedelijke dynamiek zoals deze sinds de industriële revolutie hebben voorgedaan. Deprocessen en de maatschappelijke ontwikkelingen die de processen voeden worden besproken aan dehand van de (evoluerende) structuur van de stad. Hierbij worden demografische (o.a. de ruimtelijkegevolgen van veranderende leeftijd- en huishoudenopbouw), sociaal-culturele (etnische pluriformiteit,het culturele elan binnen de steden, segregatieprocessen, sociale veiligheid en de rol van dewoningmarkt) en economische processen behandeld. Schematisch voorgesteld komt dit neer opeen overzicht van de stadssociologie- het bestuderen van de genoemde (maatschappelijke) ontwikkelingen aan de hand van eenkrachtenveld waarin aandacht is voor processen op macro-, meso- en micro-nvieau- een overzicht van het Belgische cq Vlaamse woonbeleid, met repercussies voor deruimtelijke/stedelijke structuren

Studiemateriaal / Study material

Noodzakelijk of verplicht studiemateriaal / Required or obligatory studymaterials

"Processen van ruimtelijke ontwikkeling - cursusmateriaal ter beschikking gesteld tijdens de lessen

- De Decker, P. (2005): Het belang van de stad. Bouwstenen voor de studie van de stad, Garant,Antwerpen

- De Decker, P. e a (2010): Ruimte en Wonen: verkenning van problemen en trends, Garant,Antwerpen

"Beslissings-en participatieprocessen Cursusmateriaal ter beschikking gesteld tijdens de lessen Elk academiejaar wordt één boek als verplichte lectuur opgegeven"

Aanbevolen bronnen / Recommended sources

Pagina 2/3

- Boomkens, R. (1998): Een drempelwereld. Moderne ervaring en stedelijke openbaarheid, Naiuitgevers, Rotterdam. - Brunt, L. (1996): Stad, Boom, Meppel - De Decker, P. e.a. (2005): Wonen aan de onderkant, Garant, Antwerpen. - Mort Subite (red.): Barsten in België, een geografie van de Belgische maatschappij, EPO, Berchem - Saunders, P. (1986): Social theory and the urban question, Hutchinson, London - Arendt, H. (1963). Over Revolutie: Olympus. - Marcuse, P., Connolly, J., Novy, J., Olivo, I., Potter, C., & Steil, J. (2009). Searching for the Just City.Debates in urban theory and practice. New York: Routledge. - Pieterse, E. (2008). City Futures. Confronting the Crisis of urban development. Cape Town: UCTPress. - Boomkens, R. (2006): De nieuwe wanorde, Van Gennep, Amsterdam.

Onderwijsvorm / Teaching methodhoorcollege en begeleide oefeningen

Evaluatievorm / Assessment method"Processen van ruimtelijke ontwikkeling: mondeling examen; paper; permanente evaluatie; paper,boekbespreking "Beslissings-en participatieprocessen: examenessay op basis van het materiaal aangebracht in dehoorcolleges en het lezen van de verplichte lectuur.

Examenvorm tweede kans / Assesment method second exam opportunity

mondeling examen; paper; boekbespreking en examenessay

Contract / Contractcreditcontract,examencontract

Aanwezigheidsvoorwaarde om toegelaten te worden tot het examen /Required attendance to take part in exam /

Pagina 3/3

SBS1 - 12 morfologieën


12 morfologieën SB S1


Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsRajesh Heynickx , Sven Sterken , Karel Wuytack1 5 stp. tussen de 125 en de 150

uur studiebelasting





De student kan informatie verwerven en verwerken; heeft een appreciatie van de onzekerheid, deambiguïteit en de grenzen van de kennis; bezit vaardigheid tot het probleemgestuurd initiëren vanonderzoek


/


/


/

Doelstelling / Goal


/

Pagina 1/3


1.1 De student kan een stedenbouwkundig weefsel vanuit een holistische benadering op verschillendeschaalniveaus kritisch onderzoeken, ontwerpen en procesmatig transformeren in een driedimensionaleruimte. 1.4 De student is vertrouwd met het stedenbouwkundig denken, de ruimtelijke instrumenten, deplannings- en ontwerpmethodieken. Hij/zij kan deze zelf initiëren.1.6 De student gebruikt methoden en technieken in onderzoek, rekening houdend met de paradigma'svan de wetenschappen en de kunsten. Hij/zij kan de ruimt op een authentieke manier persoonlijk lezen.2.5 De student is in staat kritisch te reflecteren over de eigen competenties betreffende ontwerpendonderzoek. Hij/zij kan deze ook in een professionele context op systematische en aantoonbare wijzetoepassen.3.2 De student kan analyses duiden gebruik makend van het begrippenkader van Stedenbouw &Ruimtelijke Planning.3.3 De student gebruikt het begrippenkader van het stedenbouwkundig instrumentarium in functie vaneen ruimtelijke analyse.3.4 De student onderkent vanuit een theoretische invalshoek de relevantie en beperktheid van de"ruimtelijke analyse'.4.4 De student kan zich, middels persoonlijke verbeelding, nieuwe communicatie en ontwerpmiddeleneigen maken en deze toepassen in het stedenbouwkundige domein.


1. Het beheersen van algemene competenties op een gevorderd niveau als het vermogen om op eenwetenschappelijke wijze te denken en handelen, het om kunnen gaan met complexe problemen, hetkunnen reflecteren op het eigen denken en werken en het kunnen vertalen van die reflectie naar deontwikkeling van meer adequate oplossingen, het vermogen tot communiceren van het eigen onderzoeken probleemoplossingen met vakgenoten en leken en het vermogen tot oordeelsvorming in eenonzekere context ;2. Het beheersen van algemene wetenschappelijke competenties op een gevorderd niveau als hetkunnen gebruiken van methoden en technieken in onderzoek, het kunnen ontwerpen van onderzoek,het kunnen toepassen van paradigma's in het domein van de wetenschappen of kunsten en het kunnenaanduiden van de grenzen van paradigma's, het vermogen tot originaliteit en creativiteit met het oog ophet continu uitbreiden van de kennis en inzichten en het samen kunnen werken in een multidisciplinaireomgeving ;"bijdrage tot inzicht hebben in de nieuwste kennis van het vakgebied of delen ervan door dat de actueletendenzen binnen het stedenbouwkundig onderzoek aan bod komen. * bijdrage tot het bezitten van specifieke bij het vakgebied horende vaardigheden als ontwerpen,onderzoeken, analyseren, diagnosticeren. Al deze elementen komen aan bod bij de analyse van deverschillende projecten. "

Inhoud / ContentsDe cursus schetst de ontwikkelingen binnen het onderzoek naar de structuur en vorming van stedelijkeconglomeraten van de kritische jaren zeventig tot vandaag. De cursus start met een focus op de situatiein 1985 om deze conditie vervolgens in een ruimer kader te situeren. De integratie van competenties uitandere vakgebieden om de stad te lezen, stedelijke modellen te ontwikken en stedelijke patronen weerte geven worden verduidelijkt. Tevens worden transformatieprocessen aan de hand van sleuteltekstenen tentoonstellingen van figuren als Bernardo Secchi, Stefano Boeri en Rem Koolhaas toegelicht en iser aandacht voor het permanente onderzoek van the Institute without Boundaries van Bruce Mau. Decursus beperkt zich niet tot de traditionele Europese historische stad maar behandeld tevens deproblematiek van sprawl en de impact van mondialisering. Tevens worden aan de hand van syntheticurbanisme de grenzen van het contextueel ontwerpen geëxploreerd.

Pagina 2/3



Wuytack,K., 'Stedelijke morfologie en transformatieprocessen'. Cursus wordt aan de studenten bezorgdvia Toledo.


-Gregotti Vittorio, The Grounds of Typology, Casabella 506-510, Electa periodici, Milano, 1985 104p -Levy Albert, Urban morphology and the problem of the modern fabric: some questions for research,Urban Morphology nr 3(2), 1999, pp. 79-85 -Moudon Anne Vernez, Urban morphology as an emerging interdisciplinary field, Urban Morphology nr1 (1), 1997, pp.3-10 -Mugavin Damien, A philosophical base for urban morphology, Urban Morphology nr 3 (2), 1999, pp.95-99 -Secchi Bernardo, Première leçon d'urbanisme, Collection eupalinos, Editions Parenthèses, Marseille,2000, 155p -Corboz André, La description: entre lecture et écriture, Les Editions de l'Imprimeur, collection Tranchesde villes, Paris, 2001, pp. 249-256 -Boeri Stefano, Stedelijke transformatieprocessen, Een analyse van de stadsregio Milaan, De architectnr 56, 1994, pp.26-33 -Boeri Stefano, De diffuse stad, Archis nr 7, 1999, pp.20-21 -Koolhaas Rem, Contemporary city, in S M L XL, 010 Publischers, Rotterdam, pp.1248-1264 -Koolhaas Rem, Pearl River Delta, Documenta X - the book: politics poetics, Cantz Verlag, Ostfildern,1997, pp. 556-592 -Koolhaas Rem, Junk-space, content, Tachen, Köln, 2004, pp. 162-171

Onderwijsvorm / Teaching methodHoorcollege en discussiecolleges over de leesteksten.

Evaluatievorm / Assessment methodWerkstuk door de student, met mondeling toelichting tijdens de examenperiode


identiek aan de examenvorm in de eerste examenkans



Pagina 3/3

SBS1 - 13 survey


13 survey SB S1


Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsMario Matthys 1 5 stp. tussen 125 en de 150 uur

studiebelasting





Basiskennis digitale grafische technieken (fotobewerkingsprogrammabasiskennis C.A.D., rekenblad bvbexcel)


/


/


/

Doelstelling / Goal


/

Pagina 1/4


1.1 De student kan een stedenbouwkundig weefsel vanuit een holistische benadering op verschillendeschaalniveaus kritisch onderzoeken, ontwerpen en procesmatig transformeren in een driedimensionaleruimte. 1.3 De student kan op systematische en synthetische wijze binnen de meerlagige context vanStedenbouw & Ruimtelijke Planning zijn/haar inzichten en visies ontwerpmatig verkennen, onderbouwenen verantwoorden.1.4 De student is vertrouwd met het stedenbouwkundig denken, de ruimtelijke instrumenten, deplannings- en ontwerpmethodieken. Hij/zij kan deze zelf initiëren.1.6 De student gebruikt methoden en technieken in onderzoek, rekening houdend met de paradigma'svan de wetenschappen en de kunsten. Hij/zij kan de ruimt op een authentieke manier persoonlijk lezen.1.9 De student kan stedenbouwkundige problemen op verschillende schalen en op verschillendeschaalniveaus stellen en oplossen.1.11 De student is in staat zijn/haar concept te projecteren in het driedimensionaal stedenbouwkundigweefsel en de implicaties ervan ontwerpmatig te onderzoeken.2.2 De student bezit de nodige theoretische kennis om een kritische reflectie over ruimte enmaatschappij te kunnen maken in verleden, heden en toekomst.2.3 De student kan zijn/haar visies over de toekomstige maatschappij en de gewenste ruimtelijkestructuur verdedigen aan de hand van gangbare stedenbouwtheorieën, prognoses en voorbeelden vangelijkaardige cases.3.1 De student kan informatie verwerken en analyseren op een relevante, correcte, objectieve enheldere wijze.3.2 De student kan analyses duiden gebruik makend van het begrippenkader van Stedenbouw &Ruimtelijke Planning.3.3 De student gebruikt het begrippenkader van het stedenbouwkundig instrumentarium in functie vaneen ruimtelijke analyse.3.4 De student onderkent vanuit een theoretische invalshoek de relevantie en beperktheid van de"ruimtelijke analyse'.3.5 De student kan mogelijke conflicten detecteren tussen een nieuw projectontwerp en de gehanteerdeordeningsprincipes.3.6 De student is in staat op iteratieve wijze de beperktheden van de gehanteerde methodes teoverstijgen.4.1 De student onderscheidt, interpreteert en hanteert de taal van de verschillende deelnemers van eeninterdisciplinair team.4.2 De student hanteert gepaste expressiemethoden (zowel grafische, mondelinge als schriftelijke) omeigen ideeën te formuleren.4.4 De student kan zich, middels persoonlijke verbeelding, nieuwe communicatie en ontwerpmiddeleneigen maken en deze toepassen in het stedenbouwkundige domein.5.5 De student is vertrouwd met procesmanagement en hanteerbare participatiestrategieën.


1. Het beheersen van algemene competenties op een gevorderd niveau als het vermogen om op eenwetenschappelijke wijze te denken en handelen, het om kunnen gaan met complexe problemen, hetkunnen reflecteren op het eigen denken en werken en het kunnen vertalen van die reflectie naar deontwikkeling van meer adequate oplossingen, het vermogen tot communiceren van het eigen onderzoeken probleemoplossingen met vakgenoten en leken en het vermogen tot oordeelsvorming in eenonzekere context ;2. Het beheersen van algemene wetenschappelijke competenties op een gevorderd niveau als hetkunnen gebruiken van methoden en technieken in onderzoek, het kunnen ontwerpen van onderzoek,het kunnen toepassen van paradigma's in het domein van de wetenschappen of kunsten en het kunnenaanduiden van de grenzen van paradigma's, het vermogen tot originaliteit en creativiteit met het oog ophet continu uitbreiden van de kennis en inzichten en het samen kunnen werken in een multidisciplinaireomgeving ;

Pagina 2/4

3. Een gevorderd begrip van en inzicht in de wetenschappelijk-disciplinaire kennis eigen aan eenbepaald domein van de wetenschappen of de kunsten, inzicht hebben in de nieuwste kennis van hetvakgebied of delen ervan, in staat zijn om de wijze waarop de theorievorming beweegt te volgen en teinterpreteren, in staat zijn om in een of enkele delen van het vakgebied een originele bijdrage aan dekennis te leveren en het bezitten van specifieke bij het vakgebied horende vaardigheden als ontwerpen,onderzoeken, analyseren, diagnosticeren ;4. Hetzij het beheersen van de competenties nodig voor het zelfstandig kunnen verrichten vanwetenschappelijk onderzoek of de zelfstandige beoefening van de kunsten op het niveau van eenbeginnend onderzoeker of kunstenaar, hetzij het beheersen van de algemene en specifiekeberoepsgerichte competenties nodig voor de zelfstandige aanwending van wetenschappelijke ofartistieke kennis op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar.

Inhoud / Contents

3D-GIS (digitale technieken voor ruimtelijke analyse, synthese, evaluatie en presentaties, en toepassingvan GIS in beheerssystemen)

Demografische aspecten (demografische structuur, leeftijd, geslacht, mortaliteit, nataliteit, fertiliteit,aangroei, migraties, bevolkingsprognoses, woningbehoeft)

Normatieve aspecten (kritische benadering van gegevens, planologische kengetallen, planologischecontext, technieken en modellen, ruimtelijk concentratie, clusteranalyse, samengesteldewelvaartsindicator, lokalisatieanalyse via multi-criteria analyse (zeefanalyse) enz.



Cursussen van docenten (via toledo en gedrukt). Handleiding bij gebruikte software.


- Tijdschrift : VI-matrix en Geoplatform - P.Van Oosterom, S.Zlatanova, F.Penninga, E.Fendel, Advances in 3D Geoinformation Systems, ,Springer, 2007, pp.441. - S.Zlatanova, Innovations in 3D Geo Information Systems, Springer, Berlin, Heidelberg, New York,2006, pp.760. - J.Stooter, 3D-cadastre, Publications on Geodesie, Delft, 2004, pp.327. - S.Zlatanova, Large-scale 3D Data Integration: Challenges and Opportunities, CRCpress, Tailor &Francis Group, Boca Raton, FL, 2006, pp. 245.

Onderwijsvorm / Teaching methodHoorcolleges met discussie, aansluitend bij workshops en beperkt veldwerk.

Evaluatievorm / Assessment methodMondelinge presentatie van een door de student aangemaakte 3D-GIS poster (70 bij 100 cm) eninleveren van digitale drager met in GIS-software verwerkte data als basis voor deze poster. Dit wordtvoor demografische en normatieve aspecten aangevuld met een paper.

Pagina 3/4





Pagina 4/4

SBS1 - 14 traject


14 traject SB S1


Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsKarel Wuytack 1 15 stp. tussen de 375 en de 450

uur studiebelasting



De studenten in de academische bachelors en masters worden geacht in staat te zijn Frans-, Duits- enEngelstalige vakliteratuur te kunnen lezen en begrijpen. (OER, art. 48)De eindcompetenties van de Bachelor Architectuur


/


/


/


Om praktische en pedagogische redenen kan de student per semester niet meer dan één OPOopnemen uit de volgende groep: 14, 24, 34, 42

Doelstelling / Goal


/

Pagina 1/4


1.1 De student kan een stedenbouwkundig weefsel vanuit een holistische benadering op verschillendeschaalniveaus kritisch onderzoeken, ontwerpen en procesmatig transformeren in een driedimensionaleruimte. 1.7 De student past verwerkte kennis en ontwerpvaardigheden toe in het stedenbouwkundig project.1.14 De student kan een eigen onderzoeksvraag selecteren en formuleren op grond van theorieën en/ofeen praktisch probleem.2.1 De student heeft een passende kennis van de geschiedenis van de stedenbouw, evenals inzicht inprocessen die hebben geleid tot menselijke nederzettingen en patronen van ruimtelijk gebruik.3.1 De student kan informatie verwerken en analyseren op een relevante, correcte, objectieve enheldere wijze.3.3 De student gebruikt het begrippenkader van het stedenbouwkundig instrumentarium in functie vaneen ruimtelijke analyse.4.2 De student hanteert gepaste expressiemethoden (zowel grafische, mondelinge als schriftelijke) omeigen ideeën te formuleren.


Het kunnen reflecteren op het eigen denken en werken en het kunnen vertalen van die reflectie naar deontwikkeling van meer adequate oplossingen (1.3) Dit vormt de basis van het ontwerpmatig onderzoek."Het kunnen gebruiken van methoden en technieken in onderzoek (2.1) Deze methoden en techniekenworden gehanteerd tijdens de ruimtelijke analyse. Samen kunnen werken in een multidisciplinaire omgeving (2.7) Doordat de student in eenmultidisciplinaire omgeving werkt aan zijn project, met themacolleges waarin experts ingaan opdeelfacetten en met gastcolleges van externe deskundigen, ontstaan momenten om te reflecteren ophet eigen denken en werken"Het bezitten van specifieke bij het vakgebied horende vaardigheden als ontwerpen, onderzoeken,analyseren, diagnosticeren. (3.4) Al deze vaardigheden komen aanbod

Inhoud / ContentsOntwerpen:De case die behandeld is tijdens workshop 2 (3de semester van het vorige jaar) en deresultaten uit dit onderzoek vormen het vertrekpunt van deze opdracht. De opdracht van het eerstesemester wordt gethematiseerd in functie van het hoofdprogramma van het eerste semester, nl kennisvan ruimte en maatschappij. De klemtoon van de oefening ligt op het onderzoek van de bestaandecondities, de ruimtelijke analyse. Het leren omgaan met basisbegrippen van de ruimtelijkestedenbouwkundige benadering, met de stedelijke ruimtelijke netwerken, het onderkennen van patronenen wetmatigheden. Het vormen van een visie op de gewenste evoluties en het ontwikkelen vanconcepten die ontwerpmatig getoetst worden vormen de essentie van het eerste semester. 'Publiekeruimte in negotiatie' is een onderzoeksthema dat lopende is door gans de opleiding. Zo ook in het eerstesemester, waar dit toegepast wordt op bevattelijke ruimtelijke entiteiten. Het traject bestaat uit tweeonderdelen: 1ste deel bestaat uit twee oefeningen met als onderwerp de ruimtelijke analyse en hetontwerpmatig toetsen van een ruimtelijk concept door de uitwerking van een punctuele ingreep, het 2dedeel bestaat ook uit twee oefeningen die beiden handelen over het formuleren van een visie aan dehand van verschillende driedimensionale scenario's binnen een concrete stedelijke conditie. Alle delenworden door de student (of een werkgroep) gepresenteerd.



Pagina 2/4

"De studenten krijgen digitaal een bundel ter beschikking met de relevante leesteksten over de gekozenlocatie. - Bobic Milos, Between the Edges. Street-building transition as urbanity interface, THOT Publishers,Bussum, 2004, 144 p. - Salingaros Nikos, Principles of Urban Structure, Techne Press, Delft, 2005, 252 p. (Deel) - Schreurs J., Interfaces, powerpointpresentaties, Toledo - Schreurs Jan & Stuyven Koen; "De verbeelding van de stedelijkheid", in: Uit de ban van de ring,Sintjoris, Leuven, 1994 - Schreurs Jan, 'Speelruimte in de plooien van de rasterstad', in: Hans Leinfelder. Geiske Bouma (red.),Ontspannen plannen. Proceedings Plandag 2008, Stichting Planologische Discussiedagen, 2008, pp.119-129 "


- Heeling Jan, Het ontwerp van de stadsplattegrond, SUN, Amsterdam, 2002 - Meyer Han, Het ontwerp van de openbare ruimte, SUN, Amsterdam, 2006 - Hoekstra Maarten Jan, Stedenbouwkundige regels voor het bouwen, SUN, Amsterdam, 2008 - Ellin Nan, Integral Urbanism, Routledge, New York, 2006, 193 p. - Franck Karen A.and Stevens Quentin (ed.), Loose Space. Possibility and Diversity in Urban Life,Routledge, London/New York, 2007, 303 p. - Mangin David, Renoir Philippe, 'De la maison à l'autoroute, parallèles européens', in: Grillet-AubertAnne, Guth Sabine (eds), Déplacements. Architectures du transport: territoires en mutation, EditionsRecherches/Ipraus, Paris, 2005, pp. 57-76 - Miller Kristine F., Designs on the Public. The Private Lives of New York's Public Spaces, University ofMinessota Press, Suite (Minneapolis), 2007, pp. 71-116 - Urhahn G. B. & Bobic M., Strategie voor stedelijkheid. Een studie over het thema stedebouwkundigekwaliteit en opdrachtgever, Uitgeverij THOTH, Bussum, 135 p. - http://eeuwvandestad.nl - http://www.vrp.be

Onderwijsvorm / Teaching method"Het ontwerpatelier van het eerste semester bestaat uit vier opdrachten. De verschillende opdrachten worden telkens in werkgroepen uitgewerkt.De belangrijkste werkvorm in de trajecten van de masteropleiding is de begeleide zelfstudie. Studentenwerken zelfstandig en in kleine groepen aan probleemstelling, opdrachten, onderzoek enontwerpoefeningen.Het ontwerpatelier verloopt in de vorm van een permanente interactie tussen docent en student, maarook tussen de studenten onderling, waarin steeds verschillende invalshoeken met elkaar wordengeconfronteerd. Het traject wordt aangevuld door een studiedag namelijk de internationale dag van de stedenbouw(http://www.vrp.be)Voor de theoretische component wordt tijdens het atelier aan de hand van lezingen en begeleidezelfstudie (literatuur) theoretische inzichten aangebracht. Vervolgens word het thema interface getoetstaan het ontwerpthema en -site en wordt het onderzoeksprogramma ontwikeld en scherp gesteld met destudenten. De tussentijdse resultaten van het ondezoek en hun methodiek worden permanent getoetstaan hun ontwerp en geëvalueerd."

Evaluatievorm / Assessment method"Elke ontwerpopdracht wordt bij de beëindiging van de oefening afzonderlijk geëvalueerd."De theoretische component krijgt een quotering aan de hand van permanente evaluatie op basis vaninzet, samenwerking en evolutie van competenties (gerichtonderzoek, presenteren en eroverreflecteren.)"

Pagina 3/4


indienen en presenteren van alle onderdelen van het traject

Contract / Contractcreditcontract

Aanwezigheidsvoorwaarde om toegelaten te worden tot het examen /Required attendance to take part in examDe student dient ten minste 80% van de contacturen aanwezig te zijn en actief deel te nemen aan deonderwijsactiviteiten. Indien de student niet voldoet aan deze voorwaarde wordt hij niet toegelaten tothet examen.

Pagina 4/4

SBS2 - 21 paradigma's


21 paradigma's SB S2


Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsRajesh Heynickx , Jan Schreurs , Sven Sterken2 5 stp. tussen de 125 en de 150

uur studiebelasting





"De student heeft kennis van basisbegrippen van architectuur en kan deze kritisch duiden enonderbouwen.De student kent de basisregels van het wetenschappelijk schrijven en bibliografisch opzoekingswerk."


/


/


/

Doelstelling / Goal


/

Pagina 1/3


2.3 De student kan zijn/haar visies over de toekomstige maatschappij en de gewenste ruimtelijkestructuur verdedigen aan de hand van gangbare stedenbouwtheorieën, prognoses en voorbeelden vangelijkaardige cases.2.4 De student reflecteert kritisch en grensverleggend over stedenbouwkundige paradigma's.3.4 De student onderkent vanuit een theoretische invalshoek de relevantie en beperktheid van de"ruimtelijke analyse'.


1. Het beheersen van algemene competenties op een gevorderd niveau als het vermogen om op eenwetenschappelijke wijze te denken en handelen, het om kunnen gaan met complexe problemen, hetkunnen reflecteren op het eigen denken en werken en het kunnen vertalen van die reflectie naar deontwikkeling van meer adequate oplossingen, het vermogen tot communiceren van het eigen onderzoeken probleemoplossingen met vakgenoten en leken en het vermogen tot oordeelsvorming in eenonzekere context ;2. Het beheersen van algemene wetenschappelijke competenties op een gevorderd niveau als hetkunnen gebruiken van methoden en technieken in onderzoek, het kunnen ontwerpen van onderzoek,het kunnen toepassen van paradigma's in het domein van de wetenschappen of kunsten en het kunnenaanduiden van de grenzen van paradigma's, het vermogen tot originaliteit en creativiteit met het oog ophet continu uitbreiden van de kennis en inzichten en het samen kunnen werken in een multidisciplinaireomgeving ;Het OPO levert bijdrage aan het in staat zijn om de wijze waarop de theorievorming beweegt te volgenen te interpreteren (3.2 ) via het bespreken van recente en historische paradigma's.

Inhoud / ContentsHet vak geeft een kritisch overzicht van paradigma's uit verschillende, maar verwante disciplines:analysetheorie, ontwerptheorie, stedenbouwtheorie, planningstheorie. De keuze van paradigma's streeftinzicht na in de samenhang tussen ontwerp, omgevingsvorm en het proces van tot stand komen. Deparadigma's worden historisch (van pre-modern tot postmodern) en vergelijkenderwijze (analyse,ontwerp, stedenbouw, planning) besproken. Kernbegrippen die aan bod komen zijn volgende:- Analysetheorie: waarneming, interpreteren, conceptvorming, evalueren, visievorming, ...- Ontwerptheorie: Beaux Arts, problemsolving zelfbouw, patronentaal, stadsontwerp, ontwerpendonderzoek, ...- Stedenbouwtheorie : rationalisme, romantisme, modernisme, populisme, neo-rationalisme,post-modernisme- Planningstheorie: comprehensief, incrementalisme, pleitplanning, neo-marxisme, structuurplanning,ontwikkelingsplanningEr worden ook een aantal cases besproken, waaronderhet Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen,Witboek Stedenbeleid, Masterclass Stadsprojecten



- AROHM, Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap(Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, Monumenten en Landschappen), Brussel, 1998, 594p. - Boudry Linda, et.al. (red.), De eeuw van de stad. Over stadsrepublieken en rastersteden. Witboek,Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Brussel, 2003, 238 p. - Ellin, Nan, Postmodern Urbanism, Princeton Architectural Press, New York, (1996) 1999 (revised

Pagina 2/3

edition), 392 p. (gedeeltelijk) - Hall Peter, The City of Theory, in: Cities of Tomorrow. An Intellectual History of Urban Planning andDesign in the Twentieth Century, Blackwell Publishing, Oxford (UK), (1988) 2002 (3d edition), pp.353-377 - Heeling Jan, Meyer Han en Westrik John, Het ontwerp van de stadsplattegrond, SUN, Amsterdam,2002, 176 p. - Schreurs Jan, Paradigma's, powerpoint, Toledo, 2010 - Schreurs Jan, 'Communicating quality: words and images', in: arq: Architectural Research Quarterly,Volume 11, Issue 3-4, December 2007, pp 325-333 - Schreurs Jan, Martens Marc, 'Research by Design as Quality enhancement', lezing AESOP-congresThe Dream of a Greater Europe, Wenen, 13-17.07.05,http://aesop2005.scix.net/data/papers/att/416.fullTextPrint.pdf - Schwalbach Gerrit, Urban Analysis. Basics, Birkhäuser, Basel-Boston-Berlin, 2009, 81 p."


- Lynch Kevin, Good City Form, MIT Press, Boston, 1981, 514 p. - Oswald Franz, Baccini Peter, Netzstadt. Designing the Urban, Birkhäuser, Basel - Boston - Berlin,2003, 303 p.

Onderwijsvorm / Teaching methodhoorcollege

Evaluatievorm / Assessment methodmondeling examen





Pagina 3/3

SBS2 - 21a paradigma's


21a paradigma's SB S2


Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsRajesh Heynickx , Jan Schreurs , Sven Sterken2 2 stp. tussen de 50 en de 60 uur

studiebelasting





"De student heeft kennis van basisbegrippen van architectuur en kan deze kritisch duiden enonderbouwen.De student kent de basisregels van het wetenschappelijk schrijven en bibliografisch opzoekingswerk."


/


/


/

Doelstelling / Goal


/

Pagina 1/3


2.3 De student kan zijn/haar visies over de toekomstige maatschappij en de gewenste ruimtelijkestructuur verdedigen aan de hand van gangbare stedenbouwtheorieën, prognoses en voorbeelden vangelijkaardige cases.2.4 De student reflecteert kritisch en grensverleggend over stedenbouwkundige paradigma's.


2. Het beheersen van algemene wetenschappelijke competenties op een gevorderd niveau als hetkunnen gebruiken van methoden en technieken in onderzoek, het kunnen ontwerpen van onderzoek,het kunnen toepassen van paradigma's in het domein van de wetenschappen of kunsten en het kunnenaanduiden van de grenzen van paradigma's, het vermogen tot originaliteit en creativiteit met het oog ophet continu uitbreiden van de kennis en inzichten en het samen kunnen werken in een multidisciplinaireomgeving

Inhoud / Contents

Het vak geeft een kritisch overzicht van paradigma's uit verschillende, maar verwante disciplines:,ontwerptheorie, stedenbouwtheorie. De keuze van paradigma's streeft inzicht na in de samenhangtussen ontwerp, omgevingsvorm en het proces van tot stand komen. Kernbegrippen die aan bod komenzijn volgende: rationalisme, romantisme, modernisme, populisme, neo-rationalisme, post-modernisme



- Ellin, Nan, Postmodern Urbanism, Princeton Architectural Press, New York, (1996) 1999 (revisededition), 392 p. (gedeeltelijk)- Heeling Jan, Meyer Han en Westrik John, Het ontwerp van de stadsplattegrond, SUN, Amsterdam,2002, 176 p.- Schreurs Jan, 'Communicating quality: words and images', in: arq: Architectural Research Quarterly,Volume 11, Issue 3-4, December 2007, pp 325-333- Schreurs Jan, Martens Marc, 'Research by Design as Quality enhancement', lezing AESOP-congresThe Dream of a Greater Europe, Wenen, 13-17.07.05,http://aesop2005.scix.net/data/papers/att/416.fullTextPrint.pdf


Lynch Kevin, Good City Form, MIT Press, Boston, 1981, 514 p.


Evaluatievorm / Assessment methodmondeling examen

Pagina 2/3



Contract / Contract /


Pagina 3/3

SBS2 - 22 beleid


22 beleid SB S2


Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsJohan Rutgeerts 2 5 stp. tussen de 125 en de 150

uur studiebelasting



De student is vertrouwd met de privaat- en publiekrechtelijke basisbegrippen van het rechtssysteem inBelgië


/


/


/


/

Doelstelling / Goal


/

Pagina 1/3


1.12 De student kan regelgeving uit andere gewesten en niveaus snel verwerken en naar analogie eenzicht krijgen op de implementatie ervan in een geëigende context.4.1 De student onderscheidt, interpreteert en hanteert de taal van de verschillende deelnemers van eeninterdisciplinair team.4.3 De student communiceert, zowel mondeling als schriftelijk, in het Nederlands en een andereforumtaal (Engels) over het eigen ontwerpend onderzoek.5.1 De student is vertrouwd met het juridisch-administratief kader van de stedenbouw en de ruimtelijkeplanning in Vlaanderen en kan deze kritisch interpreteren t.a.v. de Belgische en internationale context.5.4 De student is in staat de eerder verworven juridisch-administratieve inzichten op een creatievemanier te interpreteren en als transitie-instrumenten in te zetten. De student is vertrouwd mettransitieprocessen zowel op vlak van ontwerp, als onderzoek.


3. Een gevorderd begrip van en inzicht in de wetenschappelijk-disciplinaire kennis eigen aan eenbepaald domein van de wetenschappen of de kunsten, inzicht hebben in de nieuwste kennis van hetvakgebied of delen ervan, in staat zijn om de wijze waarop de theorievorming beweegt te volgen en teinterpreteren, in staat zijn om in een of enkele delen van het vakgebied een originele bijdrage aan dekennis te leveren en het bezitten van specifieke bij het vakgebied horende vaardigheden als ontwerpen,onderzoeken, analyseren, diagnosticeren ;

Inhoud / Contents

1. inleiding stedenbouwkundig recht

De student wordt vertrouwd gemaakt met het juridisch-administratief kader van de ruimtelijke ordeningen de stedenbouw door uitgebreid in te gaan op de maatschappelijke achtergronden waarin deregelgeving zich in Vlaanderen ontwikkelde sinds het ontstaan van onze steden met stijgende aandachtvoor de recentste wetswijzigingen. Op deze wijze verwerft de student een kritisch inzicht in de politiekewetmatigheden van het werkveld.

2. stedenbouw- en milieurecht

Het stedenbouwdecreet wordt samen met de belangrijkste uitvoeringsbesluiten artikelsgewijsdoorgenomen en toegelicht. Daarnaast worden een hele reeks aanpalende wetgevingen voor, in desfeer van het milieurecht in brede zin, die inpakt kunnen hebben op het ruimtegebruik adhv de Codexbouwrecht kort gesitueerd: onder meer het monumenten-, landschappen-, bos- en duindecreet, deregelgeving inzake afvalstoffen, archeologisch patrimonium, bodemsanering, grondwater,milieuvergunningen, buurtwegen, leegstand en verkrotting...

3. ruimtelijke uitvoeringsinstrumenten en adviesformulering

Tenslotte wordt verder ingegaan op de "ruimtelijke instrumenten": leert de student ruimtelijkeinstrumenten te begrijpen en zelf te initiëren en kan hij eveneens volwaardige, maar ook creatieveadviezen formuleren, zowel inzake ruimtelijke planning als inzake vergunningverlening. Hierbij zijninzicht, fijngevoeligheid en nuanceringsvermogen uitermate belangrijk.

Pagina 2/3



- Roosen S., Inleiding Stedenbouwkundig recht, reader, 2010-2011 - Renard P., Wat kan ik voor U doen? Ruimtelijke wanorde in België: een hypotheek op onze toekomst,Icarus, Antwerpen - Stedenbouw- en milieurecht, Steven Roosen, 2010-2011 (slides) - Decreten en uitvoeringsbesluiten Ruimtelijke ordening, officieuze coördinatie Vlaamse administratie,jaarlijkse uitgave - Codex Bouwrecht, Die Keure-Intersentia, 2010 - Ruimtelijke uitvoeringsinstrumenten en adviesformulering, Steven Roosen, reader 2010-2011


- B. Hubeau, F. Voets e.a., Ruimtelijke ordening voor beginners, die keure, Brugge, 2005

Onderwijsvorm / Teaching methodhoorcolleges, gastcolleges en werkcolleges

Evaluatievorm / Assessment methodschriftelijk open boek examen en permanente evaluatie


aanvullende opdrachten en schriftelijk open boek examen



Pagina 3/3

SBS2 - 22a beleid


22a beleid SB S2



uur studiebelasting



De student is vertrouwd met de privaat- en publiekrechtelijke basisbegrippen van het rechtssysteem inBelgië, en met de maatschappelijke achtergronden waarin de regelgeving op de stedenbouw zich inVlaanderen ontwikkelde sinds het ontstaan van onze steden tot op heden.


/


/


/


/

Doelstelling / Goal


/

Pagina 1/3


1.12 De student kan regelgeving uit andere gewesten en niveaus snel verwerken en naar analogie eenzicht krijgen op de implementatie ervan in een geëigende context.4.1 De student onderscheidt, interpreteert en hanteert de taal van de verschillende deelnemers van eeninterdisciplinair team.4.3 De student communiceert, zowel mondeling als schriftelijk, in het Nederlands en een andereforumtaal (Engels) over het eigen ontwerpend onderzoek.5.1 De student is vertrouwd met het juridisch-administratief kader van de stedenbouw en de ruimtelijkeplanning in Vlaanderen en kan deze kritisch interpreteren t.a.v. de Belgische en internationale context.5.4 De student is in staat de eerder verworven juridisch-administratieve inzichten op een creatievemanier te interpreteren en als transitie-instrumenten in te zetten. De student is vertrouwd mettransitieprocessen zowel op vlak van ontwerp, als onderzoek.



Inhoud / Contents

1. stedenbouw- en milieurecht

Het stedenbouwdecreet wordt samen met de belangrijkste uitvoeringsbesluiten artikelsgewijsdoorgenomen en toegelicht. Daarnaast worden een hele reeks aanpalende wetgevingen voor, in desfeer van het milieurecht in brede zin, die inpakt kunnen hebben op het ruimtegebruik adhv de Codexbouwrecht kort gesitueerd: onder meer het monumenten-, landschappen-, bos- en duindecreet, deregelgeving inzake afvalstoffen, archeologisch patrimonium, bodemsanering, grondwater,milieuvergunningen, buurtwegen, leegstand en verkrotting...

2. ruimtelijke uitvoeringsinstrumenten en adviesformulering

Tenslotte wordt verder ingegaan op de "ruimtelijke instrumenten": leert de student ruimtelijkeinstrumenten te begrijpen en zelf te initiëren en kan hij eveneens volwaardige, maar ook creatieveadviezen formuleren, zowel inzake ruimtelijke planning als inzake vergunningverlening. Hierbij zijninzicht, fijngevoeligheid en nuanceringsvermogen uitermate belangrijk.



- Stedenbouw- en milieurecht, Steven Roosen, 2010-2011 (slides) - Decreten en uitvoeringsbesluiten Ruimtelijke ordening, officieuze coördinatie Vlaamse administratie,jaarlijkse uitgave

Pagina 2/3

- Codex Bouwrecht, Die Keure-Intersentia, 2010 - Ruimtelijke uitvoeringsinstrumenten en adviesformulering, Steven Roosen, reader 2010-2011


- B. Hubeau, F. Voets e.a., Ruimtelijke ordening voor beginners, die keure, Brugge, 2005

Onderwijsvorm / Teaching methodhoorcolleges, gastcolleges en werkcolleges

Evaluatievorm / Assessment methodschriftelijk open boek examen en permanente evaluatie


aanvullende opdrachten en schriftelijk open boek examen



Pagina 3/3

SBS2 - 23 mobiliteit en publieke ruimte


23 mobiliteit en publiekeruimte

SB S2


Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsTheo De Vos 2 5 stp. tussen 125 en de 150 uur

studiebelasting





/


/


/


/

Doelstelling / Goal


/

Pagina 1/4


1.1 De student kan een stedenbouwkundig weefsel vanuit een holistische benadering op verschillendeschaalniveaus kritisch onderzoeken, ontwerpen en procesmatig transformeren in een driedimensionaleruimte. 1.2 De student kan via ontwerpmatige synthese de mogelijkheden op korte en lange termijn en in functievan gewenste duurzame ruimtelijke en maatschappelijke ontwikkelingen ontwerpen en onderzoeken.1.3 De student kan op systematische en synthetische wijze binnen de meerlagige context vanStedenbouw & Ruimtelijke Planning zijn/haar inzichten en visies ontwerpmatig verkennen, onderbouwenen verantwoorden.1.6 De student gebruikt methoden en technieken in onderzoek, rekening houdend met de paradigma'svan de wetenschappen en de kunsten. Hij/zij kan de ruimt op een authentieke manier persoonlijk lezen.1.7 De student past verwerkte kennis en ontwerpvaardigheden toe in het stedenbouwkundig project.1.9 De student kan stedenbouwkundige problemen op verschillende schalen en op verschillendeschaalniveaus stellen en oplossen.1.10 De student is in staat ruimtelijke concepten te ontwikkelen die tegelijkertijd aan esthetische,technische, maatschappelijke en functionele eisen voldoen.1.13 De student kan op ecologische en duurzame wijze ontwikkelingen integreren, plannen bijsturen enconflicten oplossen in zowel een urbane als landschappelijke context.2.1 De student heeft een passende kennis van de geschiedenis van de stedenbouw, evenals inzicht inprocessen die hebben geleid tot menselijke nederzettingen en patronen van ruimtelijk gebruik.2.3 De student kan zijn/haar visies over de toekomstige maatschappij en de gewenste ruimtelijkestructuur verdedigen aan de hand van gangbare stedenbouwtheorieën, prognoses en voorbeelden vangelijkaardige cases.2.5 De student is in staat kritisch te reflecteren over de eigen competenties betreffende ontwerpendonderzoek. Hij/zij kan deze ook in een professionele context op systematische en aantoonbare wijzetoepassen.3.1 De student kan informatie verwerken en analyseren op een relevante, correcte, objectieve enheldere wijze.3.2 De student kan analyses duiden gebruik makend van het begrippenkader van Stedenbouw &Ruimtelijke Planning.3.3 De student gebruikt het begrippenkader van het stedenbouwkundig instrumentarium in functie vaneen ruimtelijke analyse.4.2 De student hanteert gepaste expressiemethoden (zowel grafische, mondelinge als schriftelijke) omeigen ideeën te formuleren.4.3 De student communiceert, zowel mondeling als schriftelijk, in het Nederlands en een andereforumtaal (Engels) over het eigen ontwerpend onderzoek.5.2 De student kent de principes van de infrastructuur- technologie (waaronder nutsvoorzieningen,milieuaspecten en openbare werken) en kan deze toepassen.


1. Het beheersen van algemene competenties op een gevorderd niveau als het vermogen om op eenwetenschappelijke wijze te denken en handelen, het om kunnen gaan met complexe problemen, hetkunnen reflecteren op het eigen denken en werken en het kunnen vertalen van die reflectie naar deontwikkeling van meer adequate oplossingen, het vermogen tot communiceren van het eigen onderzoeken probleemoplossingen met vakgenoten en leken en het vermogen tot oordeelsvorming in eenonzekere context ;2. Het beheersen van algemene wetenschappelijke competenties op een gevorderd niveau als hetkunnen gebruiken van methoden en technieken in onderzoek, het kunnen ontwerpen van onderzoek,het kunnen toepassen van paradigma's in het domein van de wetenschappen of kunsten en het kunnenaanduiden van de grenzen van paradigma's, het vermogen tot originaliteit en creativiteit met het oog ophet continu uitbreiden van de kennis en inzichten en het samen kunnen werken in een multidisciplinaireomgeving ;3. Een gevorderd begrip van en inzicht in de wetenschappelijk-disciplinaire kennis eigen aan een

Pagina 2/4

bepaald domein van de wetenschappen of de kunsten, inzicht hebben in de nieuwste kennis van hetvakgebied of delen ervan, in staat zijn om de wijze waarop de theorievorming beweegt te volgen en teinterpreteren, in staat zijn om in een of enkele delen van het vakgebied een originele bijdrage aan dekennis te leveren en het bezitten van specifieke bij het vakgebied horende vaardigheden als ontwerpen,onderzoeken, analyseren, diagnosticeren ;

Inhoud / Contents

Mobiliteit:Situering van mobiliteit in het maatschappelijke, sociaal-economische en ruimtelijke spanningsveldtussen bereikbaarheid en leefbaarheid. Het verkeers- en vervoerssysteem als deel van het ruimtelijkfunctioneren met als doelstelling: hoe het evenwicht tussen verkeer en omgeving bereikt kan wordenmet het oog op verkeersveiligheid, -leefbaarheid en duurzame mobiliteit. Inleiding inonderzoekstechnieken, planningsinstrumentarium, het functioneren van vervoersnetwerken, verkeers-en vervoersmanagement en logistiek.

BuitenruimteDe publieke ruimte binnen het stedenbouwkundig ontwerp. Conceptuele en functionele aspecten van depublieke ruimte: theoretisch onderbouwd en geïllustreerd met binnen- en buitenlandse cases (metplaatsbezoek van cases te Gent). Aanreiken methodiek evaluatie publieke ruimten aan de hand van tehanteren werkwijzen en doelstellingen. Methodiek van het ontwerp van de publieke ruimte.

Technische infrastructuurHet proces van (voor)ontwerp naar uitvoering van technische infrastructuren wordt ontleed enbestudeerd. Vooral ondergrondse (nuts)voorzieningen, verhardingen (inclusief funderingsproblematiek),beton- en staalconstructies komen aan bod.



- De Vos, T., Buitenruimte, Departement Architectuur Sint-Lucas, Gent/Brussel, 2010 - Keppler, U., Mobiliteit, Departement Architectuur Sint-Lucas, Gent/Brussel, 2010 - Pinte, M., Technische Infrastructuur, Departement Architectuur Sint-Lucas, Gent/Brussel, 2010 - Van Gassen, B. (red.), Publieke ruimte - een andere aanpak, Ministerie van de VlaamseGemeenschap, Brussel, 2002


- Charbonneau J.P. & Michel F., 2000, Transformation des villes - Mode d'emploi, Paris, Les éditions del'Epure - Dekeyser P. & Vanderstede W., 2006, Kind & Ruimte - Kindgerichte planning van publieke ruimte,Kind & Samenleving, Meise - Ettema, M., Feddes, F. & Harsema, H. (red.), 2005, Duurzame stedenbouw - Perspectieven envoorbeelden, Wageningen, Uitgeverij Blauwdruk - Gehl J. & Gemzoe L., 2001, New City Spaces, Copenhagen, The Danish Architectural Press - Hajer M. & Reijndorp A., 2001, Op zoek naar nieuw publiek domein, Rotterdam, NAi uitgevers - Heeling J., Meyer H. & Westrik J., 2004, Het ontwerp van de stadsplattegrond, Amsterdam, SUN - Hermy M., Schauvliege M. & Tijskens G., 2005, Groenbeheer - een verhaal met toekomst, Berchem,Velt vzw

Pagina 3/4

- örzing, H., Klemm, W., van Leuwen, M. & Soekimin, S., VINEX! Een morfologische verkenning, 2006,NAi Uitgevers, Rotterdam - Meyer H., de Josselin de Jong F. & Hoekstra M.J., 2006, Het ontwerp van de openbare ruimte,Amsterdam, SUN - Tjalingii S. & Berendsen R., 2007, Een rijke bron - een nieuwe rol van water in ontwerpen van de stad,Amsterdam, Techne Press - van Loon, M., Stuyven, K. & Vermeulen, P., 2005, Atelier Publieke Ruimte - Verslagboek editie 2003 -2005, Leuven, K.U. Leuven

Onderwijsvorm / Teaching methodHoorcollege, geïllustreerd door bezoek aan cases en omgezet in ontwerpproject (zie evaluatie)

Evaluatievorm / Assessment methodMondelinge toelichting van een ontwerpproject gebed in een ruimere verkeerskundige context. Indienenvan een gedrukte versie van het ontwerpproject.





Pagina 4/4

SBS2 - 24 traject


24 traject SB S2


Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsTine Van Herck 2 15 stp. tussen de 375 en de 450

uur studiebelasting





/


/


/



Doelstelling / Goal


/

Pagina 1/3


1.4 De student is vertrouwd met het stedenbouwkundig denken, de ruimtelijke instrumenten, deplannings- en ontwerpmethodieken. Hij/zij kan deze zelf initiëren.1.6 De student gebruikt methoden en technieken in onderzoek, rekening houdend met de paradigma'svan de wetenschappen en de kunsten. Hij/zij kan de ruimt op een authentieke manier persoonlijk lezen.1.11 De student is in staat zijn/haar concept te projecteren in het driedimensionaal stedenbouwkundigweefsel en de implicaties ervan ontwerpmatig te onderzoeken.1.14 De student kan een eigen onderzoeksvraag selecteren en formuleren op grond van theorieën en/ofeen praktisch probleem.2.3 De student kan zijn/haar visies over de toekomstige maatschappij en de gewenste ruimtelijkestructuur verdedigen aan de hand van gangbare stedenbouwtheorieën, prognoses en voorbeelden vangelijkaardige cases.3.2 De student kan analyses duiden gebruik makend van het begrippenkader van Stedenbouw &Ruimtelijke Planning.4.2 De student hanteert gepaste expressiemethoden (zowel grafische, mondelinge als schriftelijke) omeigen ideeën te formuleren.


/

Inhoud / ContentsDe oefening maakt de student verder vertrouwd met het stedenbouwkundig denken en deontwerpmethodieken van het ruimtelijk ontwerp. De nadruk ligt op het ontwikkelen van eenstedenbouwkundige visie voor een gevoelige zone in een metropolitane stad. Een thematische aanpakwordt hierbij vooropgesteld (economisch, cultureel, sociaal, mobiliteit, ... ).



Het verplicht studiemateriaal omvat een brede waaier van wetenschappelijke literatuur, digitaleinformatiebronnen (websites), andere visuele media, zoals films, tentoonstellingen en lezingen en eenlijst van bevoorrechte getuigen. Dit alles in functie van de concrete atelieropdrachten. Deze informatiewordt aan de student, samen met de opdrachtomschrijving meegegeven.


De aanbevolen bronnen omvatten een brede waaier van wetenschappelijke literatuur, digitaleinformatiebronnen (websites), andere visuele media, zoals films, tentoonstellingen en lezingen en eenlijst van bevoorrechte getuigen. Dit alles in functie van de concrete atelieropdrachten. Deze informatiewordt aan de student, samen met de opdrachtomschrijving meegegeven.

Onderwijsvorm / Teaching methodVoor deze ontwerpvraag is het verwerven van inzicht in het functioneren van het bestaande stedelijkweefsel zeer belangrijk. Hierbij wordt zowel aandacht besteed aan morfologische aspecten, alsfunctionele, culturele, sociale en maatschappelijke thema's. In dit kader wordt samengewerkt metstudenten uit andere disciplines. Hierdoor wordt een belangrijke component van de atelieropdrachtinterdisciplinaire samenwerking of teambuilding. Verschillende thematische visies worden samengelegdin één globale visie. Ook hierbij komt een constructieve samenwerking in grotere groep aanbod.

Pagina 2/3

Evaluatievorm / Assessment methodDe atelieropdracht wordt op de laatste atelierdag geëvalueerd. Tijdens het semester worden enkeletussentijdse evaluatiemomenten georganiseerd waar de volledige groep studenten bij betrokken is. Er isook een constante opvolging van het geleverde werk in de vorm van een procesevaluatie.





Pagina 3/3

ARS2 - 21 environmental sustainability


21 environmentalsustainability

AR int S2


Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsRajesh Heynickx , Erik Rombaut , Sven Sterken2 5 credits - between 125h en 150h

study load



The student is able to speak, read and write English in subjects relating to the broad discipline ofarchitecture. He is able to communicate his views to representatives of his discipline, to representativesof other disciplines and to members of the general public.


The student has a basic knowledge of key concepts and principles of theoretical ecology andenvironmental sciences, on a bachelor level (in the Sint-Lucas institute: ecology 1 and


/


/


/

Doelstelling / Goal


Pagina 1/3

/


1.1. The student assimilates and plays on aspects of the genesis of architecture, such as a sensitivity toproblems and commitment, ethics and architectural theory, context analysis, concept-forming andpersonal imagination;1.2. The student has the ability to relate his design to various spatial scale levels and the timedimension;1.3. The student is able to interpret the current international architectural debate and generate his ownresponse, based on research;2.1. The student can deal with complex problems in an uncertain context that involves cultural aspectsand backgrounds;2.2. Out of the mass of information, the student can make a critical selection and analysis with an eye toits applicability to his actual design problem;2.3. The student develops a critical attitude which he uses to examine various aspects of the designproblem;2.4. The student has a broad cultural understanding so as to be able, in the context of a complexproblem, to take up a position with regard to the present time and to express this explicitly;3.1. The student is able to communicate verbally, graphically and in writing on his own research anddesign to international representatives of his own discipline, other disciplines and other parties;3.2. The student is able to debate with parties who have practical experience and those in the researchcommunity and understands that the formation of theory is dynamically related to practical work andcurrent architectural debate;


to develop the ability to recognise, to evaluate critically and to apply key concepts within the topic ofsustainability, and more specific environmental sustainibilityThe student develops the ability to analyse, set up and develop an ecologically sound design process,with an emphasis on 'water neutral', 'carbon neutral', and 'cradle to cradle' design, integrated within anecologically sound urban development (green structures, mobility effect report, urban form, greenbuilding assessment tools, ecopolis assessment tools, lobe city, urban densities ...).

Inhoud / ContentsConcepts: ecology, urban and rural ecology, ecosystems, energy flux within ecosystems. Ecopolisconcept of Tjallingii (1996): flows, areas, actors. Ecological footprint, sustainability, triple P approachAbiotic ecological conditions, Tolerance law of Shelford, Biogeography, distribution of plants andanimals in relation to ecological conditions. Concepts: Gradient, Anthropogenic dynamics, indicationvalue, bio-indicators. Dominant and weak ecological conditions, relations with urban and rural planning. Biotic ecological conditions. Competitive exclusion (Gause), population dynamics. Leeuwen, 1966).Process and pattern. Temporal aspects: natural succession and degradation. Coastal dunes andplanning aspects. Biological evaluation map of Belgium. Horizontal ecological relations versus CIAMplanning. Examples. Landscaping with ecological infrastructure. Relation with erosion and flooding inEurope. Integral water management in urban and rural context. Wadi's. European legislation. Relationwith global climate change. the green areas, between and within buildings in eco cities andecovillages. Planning in compartments' model (Odum), Island theory (Mc Arthur). The Flemishecological network, blue green networks in Europe, Natura 2000, Restoring urban and rural biodiversity.European Agriculture policy, relation with world trade organisation, rural development in Europe,North-South discussions. judging and generating environmental sustainable urbanism andarchitecture, techniques of ecologically sound design (water, energy, mobility, materials- cradle tocradle). International Study trip (3 days) (2 credits). Organized in March 2011 together with VIBEvzw

Pagina 2/3



Project related literature will be made available before and during the course, and will be distributedthrough the TOLEDO- digital learning platform.


TJALLINGII, S. 1996. Ecological conditions. Strategies and structures in environmental planning. IBNScientific contributions 2. Wageningen, IBN-DLO. 320 PP. ill. ISBN 90-801112-3-6. - ADRIAENS,F et al., 2005. Duurzame stedenbouw, perspectieven en voorbeelden. 176 pp. Ill. Uitgeverij BlauwdrukWageningen, ISBN 90-75271-19-4. Also available in english: Sustainable urban design. Perspectivesand examples. - Betsil Michele, Cities and Climate Change: Urban Sustainability andGlobal Environmental Governance (Routledge Studies in Physical Geography and Environment),Routledge, 2005, ISBN-10: 0415359163 - Beatley Timothy, Green Urbanism:Learning from European Cities, Island Press, 1999, ISBN-13: 978-1559636827 - Wheeler Stephen, Sustainable Urban Development Reader (Routledge Urban Reader Series),Routledge, 2008, ISBN-13: 978-0415453820 - Downton Paul, Ecopolis: Architecture and Cities fora Changing Climate (Future City), Springer, 2009, ISBN-13: 978-1402096372

Onderwijsvorm / Teaching methodLectures. / Study trip.

Evaluatievorm / Assessment methodOral examination of the comprehension and application of the course (50 %) Paper on the study trip ( 50%)


identical



Pagina 3/3

ARS2 - 21/ 41 elective research perspectives


21 elective/ 41 elective AR S2

Statuut van het OLOD / Niveau van het OLOD / Studiejaar / YearStatus Levelkeuzevak geen studiejaar / no year

Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsJohan Verbeke 2 5 stp - tussen 125 en 150 u

studiebelasting



/


De studenten in de academische bachelors en masters worden geacht in staat te zijn Frans-, Duits- enEngelstalige vakliteratuur te kunnen lezen en begrijpen. (OER, art. 48)De student heeft enige ervaring met ontwerpmatig of praktijkgebaseerd onderzoek.


/


/


/

Doelstelling / Goal


/

Pagina 1/3


1.3 De student is in staat om het actuele internationaal architectuurdiscours te interpreteren en eeneigen, op onderzoek gefundeerd, antwoord te genereren;1.4 De student kan zelfstandig onderzoeksresultaten, -methoden en -technieken vertalen en gebruikenbinnen de eigen ontwerpstrategie;1.6 De student kan denken in mogelijkheden. De student exploreert multidisciplinair en intercultureelverschillende ontwerpmethodieken, scenario's en simulaties;1.7 De student kan het creatief ontwerpen inzetten als onderzoeksmethode;1.8 De student kan een eigen onderzoek of project formuleren binnen de logica van het traject en alsproject of dissertatie uitwerken door middel van ontwerpmatig onderzoek;2.1 De student kan omgaan met complexe problemen in een onzekere context waarin cultureleaspecten en achtergronden worden meegenomen;2.6 De student kan de grenzen van de discipline en de rol van de architect internationaal verkennen. Hijgaat opzoek naar nieuwe noden en nieuwe uitdagingen;2.8 De student kan de methodologische grenzen van zijn gekozen traject inschatten enkritisch-argumentatief duiden;2.9 De student kan een kruisbestuiving met andere disciplines introduceren.3.1 De student kan zowel mondeling, grafisch als schriftelijk communiceren over eigen onderzoek enontwerp ten aanzien van internationale vertegenwoordigers uit de eigen discipline, andere disciplines enderden;3.2 De student is in staat om met actoren van de praktijk en de onderzoeksgemeenschap tediscussiëren en begrijpt hoe de theorievorming in een dynamische relatie staat tot de praktijk en hetactuele architectuurdebat;3.3 De student ontwikkelt op gevorderde wijze beeldende en grafische vaardigheden en gebruikt dezeals element van zijn onderzoeksproces.;


De student kan zelf een kwalitatieve onderzoeksvraag en/of onderzoeksproject formuleren. De studentkan passende onderzoeksmethoden relateren aan die onderzoeksvraag en/of onderzoeksproject. Destudent kan de context waarbinnen de onderzoeksprocessen plaatsvinden beschrijven en uitleggen. Destudent kan het onderzoeksproces adequaat en met relevante media communiceren.

Inhoud / ContentsDe elective kadert in en gebruikt de principes van 'Research by desiging' en/of artistiek/ontwerpmatigonderzoek zoals momenteel internationaal in ontwikkeling. Het maakt gebruik van cases. Hiertoe wordtenerzijds een aantal goedgekeurde en/of lopende projecten grondig bestudeerd en besproken vanuit hetperspectief van structuur, format, welke vragen dienden te worden besproken, timing, ... Anderzijds zalworden ingegaan op de bredere context van artistiek/ontwerpmatig onderzoek alsook het volledigeuniversitaire onderzoekslandschap zodat de student in staat zal zijn om de veelheid aanonderzoeksaanpak in te schatten en zijn eigen onderzoeksproject daarin te kaderen. Hiertoe maken wegebruik van een aantal papers, boeken over onderzoek. Tot slot zal de student (onder begeleiding) opeen consistente en gedetailleerde wijze zelf een (eenvoudig) onderzoeksvoorstel moeten formulerenvanuit de thema's en vragen waarmee hij/zij op dat moment bezig is. Dit laat de student toe om opmasterniveau een onderzoekvraag en/of onderzoeksproject te formuleren.



Een reader zal bij het begin van het keuzevak beschikbaar zijn van de student.

Pagina 2/3

Reflections 3, 7, 9 en 13.E. Doove, Het Parallelepipeda Boek, ACCO, Leuven, 2010.


J. Verbeke (ed.), Communicating (by) Design, W&K, Sinbt-Lucas, Brussel, 2009.M. Belderbos en J.Verbeke (eds.), The Unthinkable Doctorate, 2005, W&K, Sint-Lucas, Brussel.De verschillende publicaties van Sensuous Knowledge, Bergen, Norway.Frayling, C. 1993. Research in art and design. Royal College of Art Research Papers. Vol.1. No.1.London: Royal College of Art.Ranulph Glanville, 1999, Researching Design and Designing Research, Design Issues, Volume: 15,Issue: 2, Publisher: The MIT Press, Pages: 80-91, ISSN: 07479360.

Onderwijsvorm / Teaching methodHoorcollege, seminarie, discussies, workshop en gastlezingen (door collega's met eenonderzoeksopdracht binnen Sint-Lucas alsook externen (nationaal en internationaal)), ...

Evaluatievorm / Assessment methodProcesevaluatie op basis van participatie in discussie, presentaties en ad hoc werkstukken en eenafsluitend onderzoeksvoorstel.


indienen en mondelinge verdediging van het onderzoeksvoorstel


Aanwezigheidsvoorwaarde om toegelaten te worden tot het examen /Required attendance to take part in examDe student dient ten minste 80% van de contacturen aanwezig te zijn en actief deel te nemen aan deonderwijsactiviteiten.

Pagina 3/3

IAS2 - 21 elective scenografie


21 elective IA S2


Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsJan Dekeyser 2 5 stp - tussen 125 en 150 u

studiebelasting



3.2 De student kan tegenover een grondige bevraging zijn/haar ontwerp in zijn verschillendedeelaspecten verdedigen.3.6 De student kan geschikte expressiemethoden kiezen en hanteren om concepten en ideëen over tebrengen.




/


/


/

Doelstelling / Goal


Pagina 1/3

/


2.1 De student kan inzicht verwerven in de nieuwste kennis van het vakgebied en die oordeelkundigtoepassen in het ontwerp.4.3 De student kan over de hele ontwerpperiode op een gedocumenteerde en gestructureerde manierhet ontwerp, project of concept opbouwen en onderbouwen.


op wetenschappelijke / artistieke wijze denken en handelen, omgaan met complexe problemen envermogen tot oordeelsvorming, kritische refllectie op het eigen denken, het eigen ontwerp en deprobleemstelling, het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingenzowel aan specialisten als aan leken.hanteren van de fasen om te komen tot een scenografie (dramaturgisch onderzoek, beeldontwikkeling,scènische opbouw, voorstelling) een literaire bron begrijpen, analyseren, interpreteren en omzetten ineen ontwerp begrijpen en hanteren van de vakspecifieke middelen en kenmerken.

Inhoud / Contents

Dramatisch onderzoek en visieontwikkeling vanuit een literaire tekst zowel inhoudelijk, maatschappelijk,structureel, pragmatisch, en abstract. Individueel en in groep creëren van een beeldend project vanontwerp tot uitvoering en gebruik makend van scènische middelen: ruimte, licht, geluid, beeldprojectie,productie, publieksinteractie, kostuums, dramaturgie.



/


/

Onderwijsvorm / Teaching methodDe basis onderwijsvorm is het individueel/gemeenschapelijk ontwerpproject. Daarnaast wordenverschillende facetten belicht via hoorcollege, consult, workshops, groepswerk, studie- en terreinbezoek,bezoek theatervoorstellingen.

Evaluatievorm / Assessment methodpermanente evaluatie en evaluatie van het eindresultaat door de eigen beleiders.

Pagina 2/3


Evaluatie van het eindresultaat door de eigen beleiders. Oefeningen die individueel gemaakt zijn bij deeerste examenkans, worden integraal hernomen. Oefeningen die in groepssverband gemaakt zijn bij deeerste examenkans, worden individueel hernomen. Indien de student voortbouwt op eengroepsresultaat uit de eerste examenkans, dient de student die groepswerking nauwkeurig in beeld tebrengen zodat de persoonlijke bijdrage van de student aan het groepswerk kan worden geduid en debeoordeling van het individuele aandeel in het eindresultaat mogelijk wordt. De permanente evaluatiegebeurt aan de hand van een gedetailleerd logboek dat toelaat de authenticiteit van het werk, deprogressie in de ontwikkeling van dit werk en de persoonlijke inzet van de student te evalueren



Pagina 3/3

SLS2 - 21/ 41 elective leiding geven en ondernemen




Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsJohan Rutgeerts 2 5 stp. tussen 125 en 150

studiebelasting



geen speciale voorbereiding noodzakelijk


gemotiveerd zijn om actief deel te nemen is noodzakelijk


/


/


/

Doelstelling / Goal


/


Pagina 1/3

4.De student communiceert en rapporteert over onderzoek en ontwerp met actoren uit de eigendiscipline, uit andere disciplines en uit de samenleving. De student hanteert mondelinge, schriftelijke engrafische presentatietechnieken om over al dan niet eigen stedenbouwkundige projecten en visiesduidend en helder te negotiëren.4.2.De student hanteert gepaste expressiemethoden (zowel grafische, mondelinge als schriftelijke) omeigen ideeën te formuleren.


/

Inhoud / Contents

- leiderschap en autoriteit, wat is dat

-verschillende vormen van leiderschap

-time-management

-hulpmiddelen om leiderschap te vestigen

-strategisch denken, delegeren en motiveren, onderhandelen en onderhandelingstechnieken

-



cursus leiding geven


Good to Great Jim Collins, Business Bibliotheek 2004Leiderschap Marshall Loeb & Stephen Kindel - Pearson Education Benelux 2004Excellent onderhandelen - Roger Fisher, William Ury & Bruce Patton - Business Bibliotheek 2005Effectief Leiding geven - De Gordonmethode Dr Thomas Gordon - Tirion 2005

Onderwijsvorm / Teaching methodhoorcolleges, rollenspellen, trainingen, zelfstudie, probleemgestuurd zoeken

Evaluatievorm / Assessment methodmondelinge presentatie voor een groep van een tema omtrent leiding geven, gebaseerd op

Pagina 2/3

literatuurstudie en eigen ervaring


mondelinge presentatie voor een groep van een tema omtrent leiding geven, gebaseerd opliteratuurstudie en eigen ervaring


Aanwezigheidsvoorwaarde om toegelaten te worden tot het examen /Required attendance to take part in examvan de studenten wordt een actieve deelname tijdens de colleges verwacht

Pagina 3/3

ARS2 - 21/ 41 elective onderzoeksseminariesbouwtechnieken




Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsLaurens Luyten 2 5 stp - tussen 125 en 150 u

studiebelasting



competenties van de bachelor architectuur of interieurarchitectuur


De studenten in de academische bachelors en masters worden geacht in staat te zijn Frans-, Duits- enEngelstalige vakliteratuur te kunnen lezen en begrijpen. (OER, art. 4)Aanleg voor bouwkundigonderzoek, nauwgezetheid en zin voor diepgang.


strenge volgtijdelijkheid,soepele volgtijdelijkheid


/


/

Doelstelling / Goal


/

Pagina 1/2


/


/

Inhoud / Contents

In deze elective stap je mee in het onderzoeksdomein "Bouwtechnieken" : samen met eenonderzoeker/docent wordt een specifiek (aan de bouwtechnieken) gelieerd onderwerp uitgediept enonderzocht. Nadruk ligt hierbij op de onderzoeksmethode,, de gestructureerde aanpak, de diepgang vanhet onderzoek en de rapportering. Literatuurstudie en eventueel 'testen' . De mogelijke thema's wordenper academiejaar toegelicht in de desbetreffende flyers : voor het AC2010-2011 zijn er 5 tot 6 mogelijkeonderzoeksdomeinen. Slechts een beperkt aantal studenten kan per thema toegelaten worden.



handouts afhankelijk van het onderzoeksthema


volgens opgave (afhankelijk van het onderzoeksthema)

Onderwijsvorm / Teaching methodseminaries

Evaluatievorm / Assessment methodpermanente evaluatie van het werkproces ; onderzoeksrapport met mondelinge toelichting


evaluatie van het proces op basis van de ingediende documenten; onderzoeksrapport met modelingetoelichting . De oefening is individueel werk, eventueel gebruikmakend van het gepresteerde werk voorde eerste examenkans.



Pagina 2/2

ARS2 - 21/ 41 elective great structures




Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsPatrick Lints 2 5 stp - tussen 125 en 150 u

studiebelasting



competenties van Bachelor




strenge volgtijdelijkheid,soepele volgtijdelijkheid,gelijktijdigheid


/


/

Doelstelling / Goal


/

Pagina 1/3


1.2.De student heeft het vermogen zijn ontwerp te koppelen aan verschillende ruimtelijke schaalniveau'sen de dimensie tijd;1.4.De student kan zelfstandig onderzoeksresultaten, -methoden en -technieken vertalen en gebruikenbinnen de eigen ontwerpstrategie;1.5.De student kan een conceptueel- programmatische logica inzetten als ontwerpstrategie. 1.6.De student kan denken in mogelijkheden. De student exploreert multidisciplinair en intercultureelverschillende ontwerpmethodieken, scenario's en simulaties;1.7.De student kan het creatief ontwerpen inzetten als onderzoeksmethode;1.9. De student is in staat innovatief te ontwerpen;2.3. De student ontwikkelt een kritische houding waarmee verschillende aspecten van de ontwerpvraagonderzocht worden;2.4.De student heeft een breed cultuurhistorische inzicht om, binnen een complexe probleemstelling,een positie in te nemen ten opzichte van zijn eigen tijd en deze te expliciteren;3.1.De student kan zowel mondeling, grafisch als schriftelijk communiceren over eigen onderzoek enontwerp ten aanzien van internationale vertegenwoordigers uit de eigen discipline, andere disciplines enderden;3.3.De student ontwikkelt op gevorderde wijze beeldende en grafische vaardigheden en gebruikt dezeals element van zijn onderzoeksproces.;4.1.De student kan een structurele en constructieve opvatting ontwikkelen in functie van deuitvoerbaarheid van een specifiek ontwerp. De student heeft daartoe een adequaatinschattingsvermogen omtrent de bouwtechnische mogelijkheden;4.2.De student kan gevorderde technische uitrustingsconcepten ontwikkelen vanuit de zorg voorcomfortkwaliteit en duurzaamheidbewustzijn;4.3.De student heeft inzicht in fundamentele differentiaties tussen verschillende structurele configuratieswaarmee een bouwwerk kan worden gerealiseerd;


/

Inhoud / ContentsDe naam is eerder toevallig, maar kan moeilijk accurater:Het gaat uitdrukkelijk NIET over large structures (hoewel ze dat kunnen zijn) of over structuren met eengrote architectonische betekenis (hoewel ook hier: sommige hebben die). Ze hoeven niet eens door demens te zijn gemaakt... de meest geniale structuren zijn op de natuur gebaseerd.Het gaat WEL over : uiterst succesvolle, efficiënte structuren.Structuren waarbij de ontwerper een maximale performantie heeft bereikt met de materialen, elementen,constructieve technieken en structurele inzichten die hem ter beschikking staan of stonden. Onbeperktin de tijd: we analyseren realisaties over een periode van 7000 jaar.Het keuzevak is de neerslag van 30 jaren ononderbroken onderzoek (dat waarschijnlijk nooit zalgepubliceerd worden). Het geeft een duidelijk en objectief antwoord op de vraag naar de evolutievemechanismen die hebben geleid tot de meest efficiënte structuren die we kennen.Mijlpalen en mutanten worden grondig onderzocht en geëvalueerd. Een honderdtal geselecteerde caseskomen aan bod, de keuze ervan is doelbewust breder dan architectonische structuren alleen. Dereconstructie van evolutielijnen en innovaties in andere sectoren heeft precies het afleiden van debasisprincipes en mechanismen mogelijk gemaakt. En die blijken in alle domeinen waarin structuur aanbod komt dezelfde te zijn. Die evolutie culmineert in de unieke, destructieve en arrogante 20° eeuw. Na 2000 ondergaanomstandigheden en eisen een grondige omwenteling: het belang van innovatie in structuur enconstructie (één en ondeelbaar) blijkt een noodzakelijke voorwaarde om de queeste naar louterstructurele efficiëntie om te buigen naar energetische efficiëntie. Bestaande voorkennis op het vlak van materialen, elementen en configuraties wordt en cours de route

Pagina 2/3

op een doelgerichte en compacte manier aangevuld en bijgeschaafd. Samen met de informatie die uitde bestudeerde cases wordt gedistilleerd, is de student daarbij in staat om de structurele opvatting vanzijn ontwerpen meer performant te maken. Kort : geen arbitraire verzameling van min of meer spectaculaire structuren waarvan de relevantie vaakbetwistbaar is, maar een onderzoek naar de principes en mechanismen zelf die de efficiënte structuurgenereren. Het sluitstuk van meer dan 20 jaar doceren over structuur en constructie ....



handouts / CD met cases


volgens opgave tijdens colleges

Onderwijsvorm / Teaching methodcolleges en seminaries

Evaluatievorm / Assessment methodpermanente evaluatie van het werkproces ; praktische oefening met mondelinge verdediging


evaluatie van het proces op basis van de ingediende documenten; praktische oefening met mondelingeverdediging De oefening is individueel werk, eventueel gebruikmakend van het gepresteerde werk voorde eerste examenkans.



Pagina 3/3

ARS2 - 21/ 41 elective poetic universes in publicspace




Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsWouter Cox 2 5 stp - tussen 125 en 150 u

studiebelasting



Competenties gelijkwaardig aan de opleidingsondedelen mixed media van de bachelor architectuur.interesse in hedendaagse kunst, vermogen om in groep te werken, praktijk gerichte attitude




/


/


/

Doelstelling / Goal


/

Pagina 1/3


1.2 De student heeft het vermogen zijn ontwerp te koppelen aan verschillende ruimtelijke schaalniveau'sen de dimensie tijd;1.4 De student kan zelfstandig onderzoeksresultaten, -methoden en -techniekenvertalen en gebruiken binnen de eigen ontwerpstrategie;1.5 De student kan een conceptueel-programmatische logica inzetten als ontwerpstrategie. 1.6 De student kan denken in mogelijkheden. Destudent exploreert multidisciplinair en intercultureel verschillende ontwerpmethodieken, scenario's ensimulaties;1.7 De student kan het creatief ontwerpen inzetten als onderzoeksmethode; 1.8 De studentkan een eigen onderzoek of project formuleren binnen de logica van het traject en als project ofdissertatie uitwerken door middel van ontwerpmatig onderzoek;1.9 De student is in staat innovatief teontwerpen;1.10 De student beschikt over het vermogen en de creativiteit om kennis en inzichtencontinu verder uit te breiden.2.1 De student kan omgaan met complexe problemen in een onzekerecontext waarin culturele aspecten en achtergronden worden meegenomen;2.2 De student kan uit deveelheid van informatie een kritische selectie en analyse maken met het oog op toepasbaarheid bij zijnconcrete ontwerpvraag;2.6 De student kan de grenzen van de discipline en de rol van de architectinternationaal verkennen. Hij gaat opzoek naar nieuwe noden en nieuwe uitdagingen;2.8 De student kande methodologische grenzen van zijn gekozen traject inschatten en kritisch-argumentatief duiden;2.9 Destudent kan een kruisbestuiving met andere disciplines introduceren.3.1 De student kan zowelmondeling, grafisch als schriftelijk communiceren over eigen onderzoek en ontwerp ten aanzien vaninternationale vertegenwoordigers uit de eigen discipline, andere disciplines en derden;3.3 De studentontwikkelt op gevorderde wijze beeldende en grafische vaardigheden en gebruikt deze als element vanzijn onderzoeksproces.;4.1 De student kan een structurele en constructieve opvatting ontwikkelen infunctie van de uitvoerbaarheid van een specifiek ontwerp. De student heeft daartoe een adequaatinschattingsvermogen omtrent de bouwtechnische mogelijkheden;4.1 De student kan een structurele enconstructieve opvatting ontwikkelen in functie van de uitvoerbaarheid van een specifiek ontwerp. Destudent heeft daartoe een adequaat inschattingsvermogen omtrent de bouwtechnische mogelijkheden;


1. De student kan omgaan met complexe problemen; de student beheerst het vermogen totcommuniceren van het eigen onderzoek en probleemoplossingen met vakgenoten en leken.2. Destudent kan methoden en technieken gebruiken in onderzoek; kan paradigma's in het domein vanwetenschappen of kunsten toepassen en de grenzen van paradigma's aanduiden; de student beheersthet vermogen tot creativiteit en orginaliteit met het oog op het continu uitbreiden van kennis eninzichten.3.de student heeft inzicht in het domein van het kunstzinnig ontwerpen en methode vanexpressie; de student is in staat de wijze waarop de theorievorming in dit domein beweegt te volgen ente interpreteren; de student beheerst vaadigheden als ontwerpen, experimenteel onderzoeken enanalyseren;4.de student beheerst de algemene en specifieke beroepsgerichte competenties nodig voorde zelfstandige aanwending van wetenschappelijke of artistieke kennis op het niveau van eenbeginnend beroepsbeoefenaar

Inhoud / ContentsDe elective laat de student kennis maken met andere methodes en manieren om een bepaalde contextte analyseren, naast een feitelijke benadering wordt er ook aandachtgegeven aan de intuitieve,empathische benadering. Ze verrijkt de student door de eigen creatieve ontwerpattitude uit te breidennaar een artistieke ontwerpattitude. Door theoretische hoorcolleges en een aansluitendepraktijkoefening wordt inzicht gegeven in de diverse aspecten en strategieën van hedendaagse kunst inde publieke ruimte.



Pagina 2/3

/


http://www.denieuweopdrachtgevers.be/http://www.banksy.co.uk/outdoors/outuk/horizontal_1.htmhttp://www.skor.nl/set-actueel-nl.htmlhttp://www.stroom.nl/paginas/pagina.php?pa_id=1381043meer bronnen volgen bij aanvang van de elective

Onderwijsvorm / Teaching methodseminariesbegeleide praktijkoefening

Evaluatievorm / Assessment methodpermanente evaluatie van het werkprocesmondelinge verdedigingpraktische oefeningen


Indienen en mondelinge verdediging van het werkstuk en/of de paper.Oefeningen die individueelgemaakt zijn bij de eerste examenkans, worden integraal hernomen. Oefeningen die in groepssverbandgemaakt zijn bij de eerste examenkans, worden individueel hernomen. Indien de student voortbouwt opeen groepsresultaat uit de eerste examenkans, dient de student die groepswerking nauwkeurig in beeldte brengen zodat de persoonlijke bijdrage van de student aan het groepswerk kan worden geduid en debeoordeling van het individuele aandeel in het eindresultaat mogelijk wordt. De permanente evaluatiegebeurt aan de hand van een gedetailleerd logboek dat toelaat de authenticiteit van het werk, deprogressie in de ontwikkeling van dit werk en de persoonlijke inzet van de student te evalueren


Aanwezigheidsvoorwaarde om toegelaten te worden tot het examen /Required attendance to take part in examDe student dient ten minste 80% van de contacturen aanwezig te zijn en actief deel te nemen aan deonderwijsactiviteiten

Pagina 3/3

ARS2 - 21/ 41 elective wiskunst




Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsDirk Huylebrouck 2 5 stp - tussen 125 en 150 u

studiebelasting



/


De studenten in de academische bachelors en masters worden geacht in staat te zijn Frans-, Duits- enEngelstalige vakliteratuur te kunnen lezen en begrijpen. (OER, art. 48)De student beschikt over competenties gelijkaardig aan die verworven in de opleidingsonderdelenwetenschappen en mixed media van de bachelor architectuur.De student beschikt over een basiservaring met en interesse voor mixed media en wiskunde.


/


/


/

Doelstelling / Goal


Pagina 1/3

/


/


De student kan omgaan met complexe problemen; de student beheerst het vermogen tot communicerenvan het eigen onderzoek en probleemoplossingen met vakgenoten en leken.De student kan methoden en technieken gebruiken in onderzoek; kan gegevens uit wetenschappen ofkunsten toepassen en de grenzen ervan aanduiden; de student beheerst het vermogen tot creativiteiten orginaliteit met het oog op het continu uitbreiden van kennis en inzichten.De student heeft inzicht in het domein van het kunstzinnig ontwerpen en methode van expressie; destudent is in staat de wijze waarop de theorievorming in dit domein beweegt te volgen en teinterpreteren; de student beheerst vaadigheden als ontwerpen, experimenteel onderzoeken enanalyseren;De student beheerst de algemene en specifieke beroepsgerichte competenties nodig voor dezelfstandige aanwending van wetenschappelijke of artistieke kennis op het niveau van een beginnendberoepsbeoefenaar.

Inhoud / ContentsDe elective laat toe zich met empathie en participatief in te schakelen in een project (van eenartistieke/creatieve/wiskundige aard) waarvoor een architect zeer goed geplaatst is om deze uit tevoeren: architectuurstudenten beschikken over een wetenschappelijke interesse die noodzakelijk is voordeze elective, en over een brede vorming in de beeldtaal, aangeleerd tijdens de architectuurstudies.



Proceedings van congressen over wiskunde en kunst, waarvan zich exemplaren bevinden in debibliotheek: "Bridges, Mathematical Connections in Art, Music, and Science", ISIS-S (InternationalSociety for the Interdisciplinary Study of Symmetry), Mathematics & Design, ...


Afrika + Wiskunde (VUBPress), door D HuylebrouckDe Codes van da Vinci, Bach, pi en Co (Academia Press), door D HuylebrouckTijdschrift "The Mathematical Intelligencer".

Onderwijsvorm / Teaching methodintroductiecollegesreviewsworkshop

Evaluatievorm / Assessment method

permanente evaluatie

Pagina 2/3

mondelinge verdediging


Indienen en mondelinge verdediging van het werkstuk en/of de paper.Oefeningen die individueelgemaakt zijn bij de eerste examenkans, worden integraal hernomen. Oefeningen die in groepssverbandgemaakt zijn bij de eerste examenkans, worden individueel hernomen. Indien de student voortbouwt opeen groepsresultaat uit de eerste examenkans, dient de student die groepswerking nauwkeurig in beeldte brengen zodat de persoonlijke bijdrage van de student aan het groepswerk kan worden geduid en debeoordeling van het individuele aandeel in het eindresultaat mogelijk wordt.



Pagina 3/3

ARS2 - 21/ 41 elective MMLab sessions




Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsCorneel Cannaerts 2 5 stp - tussen 125 en 150 u

studiebelasting



/


De studenten in de academische bachelors en masters worden geacht in staat te zijn Frans-, Duits- enEngelstalige vakliteratuur te kunnen lezen en begrijpen. (OER, art. 48)De student beschikt over competenties gelijkaardig aan die verworven in de opleidingsonderdelengeschiedenis en theorie, wetenschappen en mixed media van de bachelor architectuur.De student beschikt over een basiservaring met en interesse voor ontwerpmatig onderzoek.


/


/


/

Doelstelling / Goal


Pagina 1/3

/


1.3 De student is in staat om het actuele internationaal architectuurdiscours te interpreteren en eeneigen, op onderzoek gefundeerd, antwoord te genereren;1.4 De student kan zelfstandig onderzoeksresultaten, -methoden en -technieken vertalen en gebruikenbinnen de eigen ontwerpstrategie;1.5 De student kan een conceptueel- programmatische logica inzetten als ontwerpstrategie. 1.6 De student kan denken in mogelijkheden. De student exploreert multidisciplinair en intercultureelverschillende ontwerpmethodieken, scenario's en simulaties;1.7 De student kan het creatief ontwerpen inzetten als onderzoeksmethode;1.8 De student kan een eigen onderzoek of project formuleren binnen de logica van het traject en alsproject of dissertatie uitwerken door middel van ontwerpmatig onderzoek;1.9 De student is in staat innovatief te ontwerpen;1.10 De student beschikt over het vermogen en de creativiteit om kennis en inzichten continu verder uitte breiden. 2.3 De student ontwikkelt een kritische houding waarmee verschillende aspecten van de ontwerpvraagonderzocht worden;2.4 De student heeft een breed cultuurhistorische inzicht om, binnen een complexe probleemstelling,een positie in te nemen ten opzichte van zijn eigen tijd en deze te expliciteren;2.5 De student kan omgaan met cultuurverschillen;2.7 De student kan een standpunt innemen ten aanzien van een complex cultureel-wetenschappelijkbetoog of positiebepaling en integreert dat binnen zijn eigen ontwerpstrategie;3.2 De student is in staat om met actoren van de praktijk en de onderzoeksgemeenschap tediscussiëren en begrijpt hoe de theorievorming in een dynamische relatie staat tot de praktijk en hetactuele architectuurdebat;3.3 De student ontwikkelt op gevorderde wijze beeldende en grafische vaardigheden en gebruikt dezeals element van zijn onderzoeksproces.;3.4 De student kan het ontwerp inzetten als bemiddelend medium in het architecturaal enmaatschappelijk debat.


/

Inhoud / Contents

MMLab Sessions wil studenten via een elective betrekken bij lopende onderzoeksprojecten binnen hetMixed Media Lab. De elective moet gezien worden als een container waarbinnen studenten metverschillende onderzoeken, technieken, media en docenten geconfronteerd worden. Dit moet onstoelaten om in te spelen op de snelle evolutie binnen ons onderzoeksgebied. Het doel is dubbel:enerzijds krijgen de studenten inzicht in een deelaspect van de onderzoeksthema's, anderzijds wordteen inzicht gegeven in mogelijke methodes van ontwerpmatig onderzoek. Het is niet de bedoeling datstudenten een eigen onderzoeksvraag formuleren, maar mee werken binnen deonderzoekssfeer/projecten van de docenten. Het lab wordt ingezet als onderzoeks- en lesomgeving (infrastructuur, kennis, discussie) en werkvorm (experiment, exploratie, logboek, publicatie). Er wordtgewerkt met een kleine groep studenten (max. 10) met als eindresultaat een onderzoeksseminarie.

Pagina 2/3



/


/

Onderwijsvorm / Teaching methodworkshoplezingen praktijk

Evaluatievorm / Assessment methodbegeleidende oefeningenpermanente evaluatie van het werkprocesmondelinge verdedigingonderzoeksseminarie


Indienen en mondelinge verdediging van het werkstuk en/of de paper.Oefeningen die individueelgemaakt zijn bij de eerste examenkans, worden integraal hernomen. Oefeningen die in groepssverbandgemaakt zijn bij de eerste examenkans, worden individueel hernomen. Indien de student voortbouwt opeen groepsresultaat uit de eerste examenkans, dient de student die groepswerking nauwkeurig in beeldte brengen zodat de persoonlijke bijdrage van de student aan het groepswerk kan worden geduid en debeoordeling van het individuele aandeel in het eindresultaat mogelijk wordt. De permanente evaluatiegebeurt aan de hand van een gedetailleerd logboek dat toelaat de authenticiteit van het werk, deprogressie in de ontwikkeling van dit werk en de persoonlijke inzet van de student te evalueren



Pagina 3/3

ARS2 - 21/ 41 elective onderzoeksseminariemoderne architectuur in België




Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsYves Schoonjans 2 5 stp - tussen 125 en 150 u

studiebelasting



BaAR 2.2 De student heeft een breed historisch inzicht en kan dit relateren aan actuele ontwikkelingenin het vakgebied.BaAR 2.6 De student kan historisch materiaal inzichtelijk en kritisch verwerken.BaAR 2.8 De student kan een standpunt innemen ten aanzien van een wetenschappelijk en artistiekbetoog binnen de discipline.BaAR 3.5 De student kan de diverse stappen binnen het ontwerpproces "visueel" bespreekbaar maken.




/


/


/

Pagina 1/3

Doelstelling / Goal


/


2.1 De student kan omgaan met complexe problemen in een onzekere context waarin cultureleaspecten en achtergronden worden meegenomen;2.4 De student heeft een breed cultuurhistorische inzicht om, binnen een complexe probleemstelling,een positie in te nemen ten opzichte van zijn eigen tijd en deze te expliciteren;3.3 De student ontwikkelt op gevorderde wijze beeldende en grafische vaardigheden en gebruikt dezeals element van zijn onderzoeksproces.;


Eigen onderzoek en probleemoplossingen kunnen communiceren (met vakgenoten en leken) (1.3),doordat de bevindingen zowel schriftelijk, verbaal als grafisch moeten worden weergegeven. Het gebruiken van onderzoeksmethoden en -technieken (2.2), doordat de studenten zelfstandig op zoekdienen te gaan naar relevant primair en secundair bronmateriaal.Samen kunnen werken in een multidisciplinaire omgeving (2.7), doordat de studenten de opdracht inteamverband afwerken en daartoe informatie uit diverse kennisvelden op elkaar dienen af te stemmen.Zelfstandig verrichten van wetenschappelijk onderzoek of zelfstandige beoefening van kunsten (op hetniveau van een beginnend onderzoeker of beroepsbeoefenaar) (4), doordat het seminar hoofdzakelijkbestaat uit intensieve begeleiding van zelfstandig werk.

Inhoud / ContentsDit keuzevak is opgevat als een onderzoeksseminarie, waarbij de studenten in teams een bepaaldeprobleemstelling onderzoeken in nauwe interactie met de docenten. Het gaat daarbij zowel omfundamenteel architectuurhistorisch onderzoek als meer toegepast onderzoek met betrekking toterfgoedzorg en herbestemming. Het seminar bestrijkt het veld van de naoorlogse moderne architectuurin Vlaanderen en Brussel (> 1945) en wil binnen dit domein zowel inhoudelijke als methodologischeverdieping bieden. Elk jaar wordt gewerkt rond een ander thema of oeuvre. Doordat het seminariebegeleid wordt door ervaren onderzoekers is een solide inhoudelijke en methodologische omkaderingvan de studenten verzekerd.



STERKEN, Sven, Syllabus Onderzoeksmethodologie, WENK, departement architectuur Sint Lucas(wordt jaarlijks aangepast), aangeboden via cursusdienst ACCO. Een reader met documentatiemateriaal en verdiepende teksten wordt samen met de studentenopgesteld aan het begin van het seminar. Bijkomend studie- en bronmateriaal zal via TOLEDO beschikbaar gesteld worden.


BEKAERT, Geert, Hedendaagse Architectuur in België. Tielt: Lannoo, 1995. BEKAERT, Geert; STRAUVEN, Francis, Bouwen in België 1945-1970. Brussel: Nationale Confederatie

Pagina 2/3

van het Bouwbedrijf, 1971. VAN LOO, Anne, Repertorium van de Belgische Architectuur. Antwerpen: Mercatorfonds, 2003.

Onderwijsvorm / Teaching methodhoorcolleges ivm onderzoeksmethodieken en introductie tot het onderzoeksveld. begeleide oefeningen en zelfstudie. excursies en veldwerk (reportage, archiefwerk,interviews)

Evaluatievorm / Assessment methodpermanente evaluatie: Inzet, bijdrage en actieve deelname aan de seminars.Werkstuk (persoonlijk of in team) dat een bepaald facet van de onderzoeksvraag behandelt. Ditwerkstuk wordt tijdens het evaluatiemoment door de student(e) mondeling toegelicht en met de docentbesproken.


Individueel werkstuk dat een bepaald facet van de onderzoeksvraag behandelt. Dit werkstuk wordttijdens het evaluatiemoment door de student(e) mondeling toegelicht en met de docent besproken. Werkstukken die in groepssverband gemaakt zijn bij de eerste examenkans, worden individueelhernomen. Indien de student voortbouwt op een groepsresultaat uit de eerste examenkans, dient destudent die groepswerking nauwkeurig in beeld te brengen zodat de persoonlijke bijdrage van destudent aan het groepswerk kan worden geduid en de beoordeling van het individuele aandeel in heteindresultaat mogelijk wordt.



Pagina 3/3

ARS2 - 21/ 41 elective hedendaagse architectuur invlaanderen


21 elective / 41 elective AR S2


Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsMarc Dubois 2 5 stp - tussen 125 en 150 u

studiebelasting



BaAR 2.2 De student heeft een breed historisch inzicht en kan dit relateren aan actuele ontwikkelingenin het vakgebied.BaAR 2.6 De student kan historisch materiaal inzichtelijk en kritisch verwerken.BaAR 2.8 De student kan een standpunt innemen ten aanzien van een wetenschappelijk en artistiekbetoog binnen de discipline.BaAR 3.5 De student kan de diverse stappen binnen het ontwerpproces "visueel" bespreekbaar maken.




/


/


/

Pagina 1/3

Doelstelling / Goal


/


2.1 De student kan omgaan met complexe problemen in een onzekere context waarin cultureleaspecten en achtergronden worden meegenomen;2.4 De student heeft een breed cultuurhistorische inzicht om, binnen een complexe probleemstelling,een positie in te nemen ten opzichte van zijn eigen tijd en deze te expliciteren;3.1 De student kan zowel mondeling, grafisch als schriftelijk communiceren over eigen onderzoek enontwerp ten aanzien van internationale vertegenwoordigers uit de eigen discipline, andere disciplines enderden;


bijdrage tot de algemene competentie 'eigen onderzoek en probleemoplossingen kunnen communiceren(met vakgenoten en leken)' doordat de bevindingen zowel schriftelijk, verbaal als grafisch moetenworden weergegeven. Bijdrage tot de algemene wetenschappelijke competentie 'gebruiken van onderzoeksmethoden en-technieken', doordat de studenten zelfstandig op zoek dienen te gaan naar relevant primair ensecundair bronmateriaal; bijdrage tot 'Samen kunnen werken in een multidisciplinaire omgeving',doordat de studenten de opdracht in teamverband afwerken en daartoe informatie uit diversekennisvelden op elkaar dienen af te stemmen.Bijdrage tot het zelfstandig verrichten van wetenschappelijk onderzoek of zelfstandige beoefening vankunsten (op het niveau van een beginnend onderzoeker of beroepsbeoefenaar), doordat het seminar inbelangrijke mate bestaat uit intensieve begeleiding van zelfstandig werk in teamverband.

Inhoud / ContentsAan de hand van een reeks monografische en thematische colleges worden belangwekkendeontwerpers en fenomenen binnen de Vlaamse architectuurwereld uit de laatste decennia toegelicht. Hetaccent ligt daarbij op het publieke opdrachtgeverschap en de rol van de overheid in relatie tot hetevoluerende architectuurklimaat in Vlaanderen sinds de jaren '50. De reeks wordt afgesloten met eenaantal bijkomende lezingen over een actueel thema en een excursie (o.v.). Naast de colleges vindt eenbegeleide oefening plaats onder de vorm van een analyse-opdracht die aansluit bij de besproken casesof thema's. Deze opdracht wordt opgevolgd tijdens consultmomenten en geëvalueerd op eenpresentatiemoment.



BEKAERT, Geert, Hedendaagse Architectuur in België. Tielt: Lannoo, 1995. STERKEN, Sven, Syllabus Onderzoeksmethodologie, WENK, departement architectuur Sint Lucas(wordt jaarlijks aangepast), aangeboden via cursusdienst ACCO. Jaarboek Architectuur Vlaanderen, edities 1990-93/2008-09. Antwerpen/Brussel: Vlaams ArchitectuurInstituut/Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. reeks '1000 jaar architectuur in België' (De Standaard/Lannoo, 2009), meer bepaald de delen'Hedendaagse architectuur', 'Nieuwe eenvoud en High Tech', 'Postmodernisme en modernisme na1945'.

Pagina 2/3


BEKAERT, Geert, Hedendaagse Architectuur in België. Tielt: Lannoo, 1995. STERKEN, Sven, Syllabus Onderzoeksmethodologie, WENK, departement architectuur Sint Lucas(wordt jaarlijks aangepast), aangeboden via cursusdienst ACCO. Jaarboek Architectuur Vlaanderen, edities 1990-93, 1994-95, 1996-97, 1998-99, 2000-01, 2002-03,2004-05, 2006-07, 2008-09. Antwerpen/Brussel: Vlaams Architectuur Instituut/Ministerie van deVlaamse Gemeenschap. reeks 1000 jaar architectuur in België, De Standaard/Lannoo, 2009, delen 'Hedendaagse architectuur','Nieuwe eenvoud en High Tech', 'Postmodernisme en modernisme na 1945'.

Onderwijsvorm / Teaching methodhoorcolleges; begeleide oefeningen en zelfstudie; excursies en veldwerk

Evaluatievorm / Assessment methodpermanente evaluatie: Inzet, bijdrage en actieve deelname aan de seminars.Werkstuk: analyse-opdracht, in team. Dit werkstuk wordt tijdens een evaluatiemoment door destudent(en) mondeling toegelicht en met de docent besproken.


Werkstuk: individuele analyse-opdracht. Dit werkstuk wordt tijdens een evaluatiemoment door destudent(en) mondeling toegelicht en met de docent besproken. Werkstukken die in groepssverbandgemaakt zijn bij de eerste examenkans, worden individueel hernomen. Indien de student voortbouwt opeen groepsresultaat uit de eerste examenkans, dient de student die groepswerking nauwkeurig in beeldte brengen zodat de persoonlijke bijdrage van de student aan het groepswerk kan worden geduid en debeoordeling van het individuele aandeel in het eindresultaat mogelijk wordt. .



Pagina 3/3

ARS2 - 21/41 elective deelname internationaalproject


21/41 elective deelnameinternationale workshop

AR S2


Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsYves Schoonjans 2 5 stp - tussen 125 en 150 u

studiebelasting



/




/


/


De student dient te voldoen aan de selectiecriteria van, te worden geselecteerd voor én te participerenaan een UOS-project, een internationale workshop of een Europees Intensive Program.

Doelstelling / Goal


Pagina 1/3

/


2.4 De student heeft een breed cultuurhistorische inzicht om, binnen een complexe probleemstelling,een positie in te nemen ten opzichte van zijn eigen tijd en deze te expliciteren; 2.8 De student kan demethodologische grenzen van zijn gekozen traject inschatten en kritisch-argumentatief duiden.


Het beheersen van algemene wetenschappelijke competenties op een gevorderd niveau als het kunnengebruiken van methoden en technieken in onderzoek, het kunnen ontwerpen van onderzoek in eeninter- en multiculturele omgeving ;De student is in staat logische redeneringen op te bouwen waarinculturele aspecten en achtergronden worden meegenomen, de plaats van vakgebied in internationalemaatschappelijke context.De student heeft inzicht in internationale maatschappelijkeverantwoordelijkheid.

Inhoud / Contents

Voor de masterstudent die zich internationaal wil profileren, wordt een mogelijkheid gecreëerd om zichkandidaat te stellen voor deelname aan internationale, door het departement erkende, projecten. Hetgaat hierbij concreet om deelname aan LLP/IP-projecten en UOS-reisbeursprogramma's. Dezeprojecten worden begeleid door een academisch promotor in de thuisinstelling. Studenten krijgenvalidering in studiepunten voor deze deelname mits dit vóór de activiteit(en) aan te vragen en daarnaeen omstandig academisch verslag in te dienen. Dit verslag omvat een aantal facetten (zie evaluatie).De beoordeling gebeurt op basis van dit verslag. Participatie aan deze elective omvat (2) het effectiefdeelnemen aan een internationaal project en (2) het maken van een utgebreid academisch verslag.

doel: De procedure biedt de mogelijkheid zich éénmaal tijdens de opleiding, in een gelimiteerde maargeconcentreerde periode, te verdiepen in een unieke specifieke internationale context. Dit kadert in dezelfwerkzaamheid van de student. Het departement wenst de deelname aan internationale projecten testimuleren en erkennen door validering in studiepunten.



In directe relatie tot het UOS project.


/

Onderwijsvorm / Teaching methodzelfstudie begeleid door de academisch promotor van het project.


Pagina 2/3

De opmaak van het factueel inhoudelijk verslag wordt begeleid door de academische promotor van hetproject. Daarnaast stelt het departement een centrale coördinator aan. Deze zorgt voor het opvolgenvan een strikte timing, dit om conflicten met andere activiteiten te vermijden. De timing verplicht destudenten om in een bepaald ritme tot een aantal resultaten te komen. De student wordt begeleid viaeen aantal tussentijdse stappen en een timing. Opbouw :Een inleiding met omschrijving van het project, de structuur en de toegepaste methode van de studie,met voldoende contextuele gegevens;Een conclusie die de bevindingen samenvat met pertinente gevolgtrekkingen;Illustraties, bijlagen e.a. naargelang,Het finaal document omvat minstens 3000 woorden.

Criteria voor quotering zijn :Kennis en begrip van het onderwerp;Het vermogen om het onderwerp en haar deelapecten in vraag te stellen en een eigen standpunt in tenemen;Inhoudelijke inzichten in de problematiek;Reflectie;Suggesties voor de toekomst;Schrijven, structureren en formatteren;Aandacht voor details en nauwgezetheid;Kritische behandeling van het onderwerp; Taalgebruik zal in acht genomen wordenEen aangepaste output kan gehanteerd worden indien dit, voor de aanvang van de OPO, wordtafgesproken tussen student, academisch promotor en opo-coördinator.





Pagina 3/3

ARS2 - 21 urban anthropology


21 urban anthropology AR int S2


Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsKoen De Wandeler , Rajesh Heynickx , Sven Sterken2 5 credits - between 125h en 150h

study load



The student is familiar with research methodology (finding sources, critical use of sources, drawing up ofa critical bibliography , correct use of a note apparatus, taking a relevant position towards theresearched problems, the ability to take a critical viewpoint on his own conclusions ...).The student has the capacity to communicate insights and questions.The student has the ability to work with a high degree of autonomy.The student is able to speak, read and write English in subjects relating to the broad discipline ofarchitecture. He is able to communicate his views to representatives of his discipline, to representativesof other disciplines and to members of the general public.


/


/


/


/

Doelstelling / Goal

Pagina 1/4


/


1.2. The student has the ability to relate his design to various spatial scale levels and the timedimension;1.3. The student is able to interpret the current international architectural debate and generate his ownresponse, based on research;1.10. The student has the capacity and the creativity to continuously expand his knowledge andunderstanding;2.1. The student can deal with complex problems in an uncertain context that involves cultural aspectsand backgrounds;2.2. Out of the mass of information, the student can make a critical selection and analysis with an eye toits applicability to his actual design problem;2.3. The student develops a critical attitude which he uses to examine various aspects of the designproblem;2.5. The student can handle cultural differences;2.6. The student can explore the boundaries of the discipline and the role of the architect at aninternational level. He seeks out new needs and challenges;2.7. The student can take a stance towards a complex cultural-academic argument or statement of aposition and integrate this into his own design strategy; 3.1. The student is able to communicate verbally, graphically and in writing on his own research anddesign to international representatives of his own discipline, other disciplines and other parties;3.2. The student is able to debate with parties who have practical experience and those in the researchcommunity and understands that the formation of theory is dynamically related to practical work andcurrent architectural debate;3.3. The student develops advanced visual and graphic skills and uses this as an element in hisresearch process;


1. A command of the general skills at an advanced level, such as the ability to think and act scientifically,deal with complex problems, reflect on his own thought processes and work and carry this reflectionover into the development of more effective solutions, the ability to communicate on his own researchand solutions to problems with fellow students/architects and lay people and the ability to makejudgements in uncertain conditions;2. A command of general scientific skills at an advanced level, such as the ability to use methods andtechniques in research, to plan research, to apply paradigms in the fields of science and the arts, and toindicate the boundaries of paradigms, the ability to be original and creative with the aim of continuallyexpanding knowledge and insight and being able to cooperate in a multidisciplinary environment;3. An advanced understanding of and insight into the knowledge specific to a particular field in scienceor the arts, having an insight into the latest knowledge in the field or parts of it, able to keep up with andinterpret the way the formation of theory is moving, able to make an original contribution to theknowledge in one or more parts of the discipline and the possession of skills specific to the disciplinesuch as design, research, analysis, diagnosis, etc;4. Either a command of the skills necessary to be able to carry out independent scientific research or theindependent practise of the arts at the level of a novice researcher or artist, or a command of thegeneral and specific professionally-oriented skills needed for the independent application of scientific orartistic knowledge at the level of a novice in the profession;

Inhoud / Contents

Pagina 2/4

Urban anthropology covers a wide range of issues that vary from one socio-cultural context to another.The conurbations of Western Europe and the USA are primarily viewed as remnants of the IndustrialAge which need to be revitalized, branded and marketed. Debates focus on the problematization of thepublic realm, the reconversion of brownfields and other efforts at urban renewal, as well as on themediatisation of the home environment and the ageing of the white, previously dominant populationgroups. Underlying these considerations are delicate issues of a multi-ethnic society on the rise and theneed to manage the coexistence of religions, life styles and cultures.The current drive of urbanisation, however, has shifted towards the South. Virtually all of the world'sexpected population increase between now and 2100 (some 3.2 billion) will be in the cities of thedeveloping world, mostly in Asia. By contrast to the Western experience of urbanization, urban growth inthe South is taking place under conditions of extreme cultural diversity, vast demographic pressures,and unprecedented speeds of social change. This trend also implies that the ongoing negotiations ofcollective concerns (climate change, resource scarcity, violent conflict) are increasingly shifting towardsthe developing world. The global implication is that sustainability of the present economic growth modelincreasingly becomes dependent upon a more inclusive approach towards development. This course explores a series of theoretical framings juxtaposed with relevant case studies from varioussocio-cultural contexts. Each case will examine the cultural operation of architecture and urban formwithin a specific context and how this operation relates to contemporary challenges in architecture andurbanism. Some of the issues examined include the concepts of "development," religious identity,colonial power structures, the role of women, the rise of civil society, heritage conservation, nationalhousing and "new town" efforts, time-space compression, tourism, mega-projects,globalization/counter-globalization, social dualisms, critical regionalism, migratory patterns and variousphenomena of hybrid cultural formation.As this course takes place in Brussels, the European capital, this cosmopolitan city will be taken as a'testing ground' for the issues mentioned above. This investigation it will examine how the increasingnumber and ever more diverse character of economic and political 'immigrants' in Brussels movethrough this city. Which places do they create or appropriate to satisfy their social, religious and culturalneeds? This will be investigated in a fieldwork situation supported by theoretical reflections on previousexperiences in this field. In this manner, we will try to establish a subjective map of Brussels in anattempt to uncover the territorial mechanisms of globalization.



Lecture notes made available on ToledoReading assignments in preparation of group discussions Reading assignments in preparation of the 'mapping' assignment. A reader will be distributedbeforehand.


Bull, Catherine and Kate Gamble (eds.), 2008, Cross-cultural Urban Design. Global and/or LocalPractice, London: Routledge.De Wandeler, Koen and Annette Kukh, 2007, Brussels: multiculturalism in the European Capital,www.europeofcultures.eu Lefebvre, Henri , 2004 [1992], Rhythmanalysis. Space, Time and Everyday Life. London-New York:Continuum.

Onderwijsvorm / Teaching methodThis course unit combines four teaching methods:- Classroom lectures (ex cathedra) and group discussions (24 hours), based on self-study undersupervision of the lecturer (16 hours).

Pagina 3/4

- Excursions in and around Brussels (6 hours) complemented with self-study for preparation andreporting (4 hours) - Field work on multiculturalism in Brussels (12 hours, in groups, coordinated by the lecturer)complemented with self study (18 hours) - Concluding seminar( 6 hours) with presentation of group-work prepared through self-study (4 hours)

Evaluatievorm / Assessment methodIntermediary assignments linked to classroom lectures and excursions (60%)Fieldwork and final presentation (40%)


/



Pagina 4/4

ARS2 - 23 reconversion


23 reconversion AR int S2


Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsErik Geens , Guy Mouton , Yves Willems2 5 credits - between 125h en 150h

study load



Intermediate (Bachelor-level) knowledge of building structures and - services, construction anddetailing.Good knowledge of drawing practice and CAD. The student is able to speak, read and writeEnglish in subjects relating to the broad discipline of architecture. He is able to communicate his viewsto representatives of his discipline, to representatives of other disciplines and to members of the generalpublic.


/


/


/


/

Doelstelling / Goal


Pagina 1/3

/


1.1. The student assimilates and plays on aspects of the genesis of architecture, such as a sensitivity toproblems and commitment, ethics and architectural theory, context analysis, concept-forming andpersonal imagination;1.4. The student can independently transpose the results, methods and techniques of research into hisown design strategy and make use of them there;1.5. The student is able to employ conceptual programme logic as a design strategy;1.6. The student can think is terms of possibilities. He explores differing multidisciplinary andintercultural design methods, scenarios and simulations;1.9. The student is capable of innovative design;2.2. Out of the mass of information, the student can make a critical selection and analysis with an eye toits applicability to his actual design problem;2.3. The student develops a critical attitude which he uses to examine various aspects of the designproblem;2.8. The student is able to assess the methodological limits of his chosen course and point them out incritical argumentation;2.9. The student is able to introduce cross-connections with other disciplines;3.1. The student is able to communicate verbally, graphically and in writing on his own research anddesign to international representatives of his own discipline, other disciplines and other parties;3.3. The student develops advanced visual and graphic skills and uses this as an element in hisresearch process;4.1. The student is able to develop a structural and constructional opinion on the feasibility of a specificdesign. The student has sufficient ability to assess the technical building possibilities;4.2. The student is able to develop advanced concepts for technical installations based on a concern forquality of comfort and an awareness of sustainability;4.3. The student has an insight into the fundamental differences between the various structuralconfigurations with which a building can be constructed;4.4. In the context of a specific project, the student is able to handle concepts linked to fire safety,acoustics and other building physics factors within the architectural concept and its elaboration;4.5. The students can reason, solve problems and communicate on technical building matters.


1. A command of the general skills at an advanced level, such as the ability to think and act scientifically,deal with complex problems, reflect on his own thought processes and work and carry this reflectionover into the development of more effective solutions, the ability to communicate on his own researchand solutions to problems with fellow students/architects and lay people and the ability to makejudgements in uncertain conditions;2. A command of general scientific skills at an advanced level, such as the ability to use methods andtechniques in research, to plan research, to apply paradigms in the fields of science and the arts, and toindicate the boundaries of paradigms, the ability to be original and creative with the aim of continuallyexpanding knowledge and insight and being able to cooperate in a multidisciplinary environment;3. An advanced understanding of and insight into the knowledge specific to a particular field in scienceor the arts, having an insight into the latest knowledge in the field or parts of it, able to keep up with andinterpret the way the formation of theory is moving, able to make an original contribution to theknowledge in one or more parts of the discipline and the possession of skills specific to the disciplinesuch as design, research, analysis, diagnosis, etc.

Inhoud / Contents

Pagina 2/3

The goal of this course is the general understanding of the structure of existing buildings in a broadmeaning. Analysing an ancient building as a project to discover its specific valueness of constructionand weakness. Use these values and weaknesses to redesign this building to a contemporary volumeusing modern design and simulation technology.Course build-up: Introductory courses on buildingpathology and building research ; Visit of the project site and measurements on site ; Technical design-studio for an existing building in the Brussels area with emphasis on program,structure and comfort, using simulation software (fem, ecotect)Visit of some sample projects. Elaboration includes analysis of the existing building, structural schemes(existing-new), defining major pathologies and their remediation. Subsequently the design proposals willbe discussed and tested and tuned towards the new function. The technical studio results in a technicalconcept note and (a limited number) technical drawings. Important during the course is the integrationbetween structure, building services and construction with building physics.



Lecture notes / formularium made available on Toledo.


Kinhald David, "Adapting Buildings for Changing Uses", Spon Press, 2002Watt David S., "Building Pathology : Principles and Practice", Blackwell Publishing, 2007WTCB publishing on various building pathology subjectsRichardson Barry A., "Defects and Deterioration in Buildings", Spon Press, 2001Hinks John, Cook Geoff "The Technology of Building Defects", Spon Press, 1997Kluwer (ed), Handboek bouwgebreken (permanente aanvullingen)

Onderwijsvorm / Teaching methodLectures, workshop technical design studio, studytrip

Evaluatievorm / Assessment methodContinuous assessment based on pro-active participation of scheduled activities. Final workbook andoral presentation


individual workbook / exercices


Aanwezigheidsvoorwaarde om toegelaten te worden tot het examen /Required attendance to take part in examThe student should have attended a minimum of 80% of the contact hours and participated actively inthe educational activities

Pagina 3/3

ARS2 - 21/ 41 elective critical design : architectuurals provocatief instrument




Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsNel Janssens 2 5 stp - tussen 125 en 150 u

studiebelasting



1.1 De student assimileert en bespeelt aspecten van het wordingsproces van architectuur, zoalsprobleemgevoeligheid en engagement, ethiek en architectuurtheorie, contextanalyse, conceptvorming,persoonlijke verbeelding;1.10 De student beschikt over het vermogen en de creativiteit om kennis en inzichten continu verder uitte breid 2.1 De student kan omgaan met complexe problemen in een onzekere context waarin cultureleaspecten en achtergronden worden meegenomen; 2.3 De student ontwikkelt een kritische houding waarmee verschillende aspecten van de ontwerpvraagonderzocht worden;3.1 De student kan zowel mondeling, grafisch als schriftelijk communiceren over eigen onderzoek enontwerp ten aanzien van internationale vertegenwoordigers uit de eigen discipline, andere disciplines enderden;




/


/

Pagina 1/4


/

Doelstelling / Goal


/


1.4 De student kan zelfstandig onderzoeksresultaten, -methoden en -technieken vertalen en gebruikenbinnen de eigen ontwerpstrategie;1.7 De student kan het creatief ontwerpen inzetten als onderzoeksmethode;2.6 De student kan de grenzen van de discipline en de rol van de architect internationaal verkennen. Hijgaat opzoek naar nieuwe noden en nieuwe uitdagingen;2.9 De student kan een kruisbestuiving met andere disciplines introduceren.3.2 De student is in staat om met actoren van de praktijk en de onderzoeksgemeenschap tediscussiëren en begrijpt hoe de theorievorming in een dynamische relatie staat tot de praktijk en hetactuele architectuurdebat;3.4 De student kan het ontwerp inzetten als bemiddelend medium in het architecturaal enmaatschappelijk debat.


Het beheersen van algemene competenties op een gevorderd niveau als het vermogen om op eenwetenschappelijke wijze te denken en handelen, het om kunnen gaan met complexe problemen, hetkunnen reflecteren op het eigen denken en werken en het kunnen vertalen van die reflectie naar deontwikkeling van eigen probleemstellingen (critical design), het vermogen tot communiceren van heteigen onderzoek met vakgenoten, de onderzoeksgemeenschap en leken;De elective stimuleert de student tot: het gebruiken van methoden en technieken in onderzoek, hetontwerpen van eigen onderzoek, het kunnen toepassen van paradigma's in het domein van dewetenschappen of kunsten, het kunnen aanduiden en kritisch bevragen van de grenzen van dezeparadigma's. De elective zet de student aan zijn/haar ideeën onder een transdisciplinaire loupe tehouden. De elective levert een gevorderd begrip van en inzicht in de wetenschappelijk-disciplinaire kennis eigenaan het domein van het ontwerpmatig onderzoek. De elective stelt de student in staat naast het volgenen interpreteren van theorie ook actief bij te dragen aan theorievorming via ontwerpmatig onderzoek. Inde termen van wetenschappelijke onderzoeksdomeinen gesteld situeert de elective zich eerder in'fundamentele' architectuur dan in 'toegepaste' architectuur. De elective behelst de competenties die nodig zijn voor het zelfstandig kunnen verrichten vanwetenschappelijk onderzoek of de zelfstandige beoefening van de kunsten op het niveau van eenbeginnend onderzoeker of kunstenaar.

Inhoud / Contents

De elective bouwt op de lopende doctoraatsonderzoeken van Nel Janssens -Critical Design in Urbanism- en Jo Liekens - Architecture's Provoking Instrumentality -, en ontspint zich rond de idee en de praktijkvan Critical Design.

Het onderzoekswerk uit beide onderzoeken vormt de voedingsbodem voor de elective en omgekeerd

Pagina 2/4

worden de resultaten en ervaringen van de studenten, opgebouwd in de elective, verwerkt in dedoctoraatsonderzoeken. Deze voedingsbodem van onderzoek wordt nog verrijkt met concretevoorbeelden van actuele onderzoekspraktijken die Critical Design inzetten, en dit op verschillendeschaalniveaus en in verschillende disciplines, van Productontwikkeling over (installatie)Kunst,Interieurarchitectuur en Architectuur tot Stedenbouw.

Critical Design wordt in de elective benaderd als een vorm van ontwerpend onderzoek, die devertrouwde visie op ontwerpen als een probleemoplossende activiteit, beantwoordend aan schijnbaarvastliggende begrippen als functionaliteit, programma, ervaring, ..., op losse schroeven zet.

Critical Design wil meer. Critical Design wil anders. Critical Design wil vragen stellen via hetarchitecturale ontwerpen, niet enkel vragen beantwoorden. Dit bevragen zal in de elective dus nieteenzijdig vanuit theoretisch perspectief opgebouwd worden, maar ook via het architecturale ontwerpenzelf als middel om diverse problematieken te onderzoeken. Critical Design wil de student aanzetten omvoorbij het gekende en verwachte te kijken en vanuit dit perspectief terug te blikken en te werken.Critical Design beoogt dus als inzetbare methode bij de student een radicale wijziging van hetperspectief als ontwerper te genereren en zo echt innoverende concepten te laten ontluiken.

De studenten worden dus vertrouwd gemaakt met een vorm van bevragend, provocatief ontwerp.Hierbij wordt enerzijds architectuur zelf kritisch herdacht (bv. Hoe kunnen bestaande en aanvaardegebruiken en ervaringspatronen doorbroken worden? Hoe concepten als < User-unfriendliness>,... strategisch inzetten?, ...).Anderzijds wordt het architecturale ontwerp ingezet om bredere, maatschappelijke thema's teonderzoeken (bv. Wat/Waar/Hoe/Wanneer/VoorWie is de ruimte publiek?,...).

Kenmerkend voor deze elective is, zoals eerder vermeld, dat deze niet zuiver theoretisch is opgevatmaar een wisselwerking tussen theorie en praktijk beoogt. Dit komt tot uiting zowel in de structuur vande cursus als in de verwachte output.



Reader bestaande uit een verzameling papers en projecten rond Critical Design en Critical Architecturevan diverse auteurs: [niet exhaustieve en voorlopige lijst].Bowen S.J., "Crazy Ideas or Creative Probes?: Presenting Critical Artefacts to Stakeholders to DevelopInnovative Product Ideas", in Proceedings of EAD07: Dancing with Disorder: Design, Discourse &Disaster (Izmir, 2007).Baird G., "Criticality and Its Discontents", in Saunders W. S., ed., The New Architectural Pragmatism(Minnesota: University of Minnesota Press, 2007). Janssens, N. (2009) Critical Design in Urbanism. (Publication for 50% Doctoral Seminar). Göteborg:Chalmers University of Technology. Liekens, J., (2009) Architecture as an Instrument: The Installation of Fundamental and ExistentialQuestions. in proceedings Communicating by Design. Brussels: Sint-Lucas School of Architecture andChalmers University of Technology. Martin R., "Critical of What? Towards a Utopian Realism", in Saunders W. S., ed., The New ArchitecturalPragmatism (Minnesota: University of Minnesota Press, 2007)


Pagina 3/4

Bowen S.J., "A Critical Artefact Methodology: Using Provocative Conceptual Designs to FosterHuman-centred Innovation", PhD thesisCross N., Designerly Ways of Knowing (London: Springer-Verlag, 2006).Rendell J., Hill J., Fraser M., Dorrian M., ed., Critical Architecture ( London: Routledge, 2007). Dunne A., Hertzian Tales (London-Massachusetts: The MIT Pres., 2005).

Onderwijsvorm / Teaching methodseminarie, begeleide oefening, ontwerpproject: De student voert een beperkte experimenteleontwerpopdracht uit vertrekkend vanuit een eigen, lopend (atelieropdracht?) of vorig ontwerp of vanuiteen eigen gekozen thema. Het doel is hieruit de kernconcepten te isoleren en te radicaliseren in eenherwerkt model waarbij de ontwerpende activiteit zich steeds situeert in de interconnecties van:theorieën: theorieën ontwikkeld rond Critical Design in Productontwikkeling, (installatie)Kunst,Interieurarchitectuur, Architectuur en Stedenbouw.praktijken: via case-studies van praktijken in Productontwikkeling, (installatie)Kunst,Interieurarchitectuur, Architectuur en Stedenbouw, die Critical Design inzetten als ontwerpmatigonderzoek via lezingen uit relevante praktijken

Evaluatievorm / Assessment methodpermanente evaluatie en praktische oefening: individueel werk: creatie van een model (ontwikkeld engerepresenteerd via verschillende media: tekst (essay), poster, presentatie (eventueel onder vorm vandebat))groepswerk: registratie van collectief ontwerpproces (verslagen, beelden, diagrammen,...)


/



Pagina 4/4

ARS2 - 21/ 41 elective het gebouw ontleed:architectuurdetail




Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsDieter De Vos 2 5 stp - tussen 125 en 150 u

studiebelasting



/






/


/

Doelstelling / Goal


/

Pagina 1/3


/


/

Inhoud / Contents

In een eerste fase wordt een gestructureerde analyse gemaakt van een bestaand gebouw met eenbelangrijke architecturale waarde ( architecturaal concept , structureel concept, detailering... ). Viahoorcolleges en bespreking van cases wordt hiervoor een methode aangereikt.

Aansluitend wordt dieper ingegaan op het belang van het architecturaal detail voor kwalitatievearchitectuur : van concept tot uitvoering (en later onderhoud) van een gebouw. Een aantal mogelijkepistes wordt onderzocht en via oefeningen worden systematieken voor het detail-eren aangeleerd engeoefend.Aspecten als bouwfysica, duurzaam materiaalgebruik, constructieve en structurele logica enarchitecturale uitstraling komen hierbij uitgebreid aan bod.



handouts / formularium via Toledo


Norman Zienand, "Materials, Specification and Detailing: Foundations of Building Design",Taylor&Francis, 2008NBD Bouwdetails, SDU-UitgeversZijlstra H. "Analysing Buildings from Context to Detail in time...", IOS Press-TUD, 2009Delvael D, "Onderzoek naar hedendaagse detaillering", proefschrift 2004, UGentBizley G., "Architecture in Detail", Architectural Press, 2008Emmitt S (ea), "Principles of Architecural Detailing", Blackwell Publishing, 2004Sassi Paola, "Strategies for Sustainable Architecture", Taylor&Francis,2006

Onderwijsvorm / Teaching methodHoorcollege, begeleide oefeningen en workshops

Evaluatievorm / Assessment methodpermanente evaluatie van het werkproces ; praktische oefeningen met mondelinge toelichting


Pagina 2/3

evaluatie van het proces op basis van de ingediende documenten; onderzoeksrapport met modelingetoelichting. De oefening is individueel werk, eventueel gebruikmakend van het gepresteerde werk voorde eerste examenkans.



Pagina 3/3

ARS2 - 21/ 41 elective comfort verdiepend




Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsMarcelo Blasco 2 5 stp - tussen 125 en 150 u

studiebelasting



competenties van Bachelor Architectuur en Interieurarchitectuur




soepele volgtijdelijkheid,gelijktijdigheid


/


/

Doelstelling / Goal


/

Pagina 1/3


1.3.De student is in staat om het actuele internationaal architectuurdiscours te interpreteren en eeneigen, op onderzoek gefundeerd, antwoord te genereren;1.4.De student kan zelfstandig onderzoeksresultaten, -methoden en -technieken vertalen en gebruikenbinnen de eigen ontwerpstrategie;1.6.De student kan denken in mogelijkheden. De student exploreert multidisciplinair en intercultureelverschillende ontwerpmethodieken, scenario's en simulaties;2.3.De student ontwikkelt een kritische houding waarmee verschillende aspecten van de ontwerpvraagonderzocht worden;2.7.De student kan een standpunt innemen ten aanzien van een complex cultureel-wetenschappelijkbetoog of positiebepaling en integreert dat binnen zijn eigen ontwerpstrategie;3.1.De student kan zowel mondeling, grafisch als schriftelijk communiceren over eigen onderzoek enontwerp ten aanzien van internationale vertegenwoordigers uit de eigen discipline, andere disciplines enderden;4.2.De student kan gevorderde technische uitrustingsconcepten ontwikkelen vanuit de zorg voorcomfortkwaliteit en duurzaamheidbewustzijn;4.4.De student kan projectspecifieke concepten in verband met brandveiligheid, akoestiek en anderebouwfysische factoren hanteren binnen het architectuurconcept en zijn uitwerking.4.5.De student kan bouwtechnisch redeneren, problemen oplossen en hierover communiceren.


3.Een gevorderd begrip van en inzicht in de wetenschappelijk-disciplinaire kennis 4.zelfstandig kunnen verrichten van wetenschappelijk onderzoek of de zelfstandige beoefening van dekunsten. zelfstandige aanwending van wetenschappelijke of artistieke kennis.

Inhoud / ContentsVia hoorcolleges en werkseminaries worden diverse Capita Selecta rond Comfort (bouwfysisch,thermisch en akoestisch) behandeld, zoals : - eigenschappen van homogene en heterogene materialen- constructiedelen in 3D- bouwknopen en softwarematige beoordeling- luchtdichtheid en ventilatie- impact van en remediering koudebruggen- tips & tricks ivm EPB- bouwfysische pathologie- ....Tijdens de werkseminaries wordt de student getraind in het onderkennen, beoordelen en remedierenvan de behandelde onderwerpen. Excursie naar technologische onderzoekscentra.



handouts / formularium via Toledo


diverse publikaties WTCB (TV 191, 193, 214, 215)

Pagina 2/3

Kobra-software

Onderwijsvorm / Teaching method /

Evaluatievorm / Assessment methodpermanente evaluatie van het werkproces (1/2) ; praktische oefening met mondelinge verdediging (1/2)


evaluatie van het proces op basis van de ingediende documenten; praktische oefening met mondelingeverdediging. De oefening is individueel werk, eventueel gebruikmakend van het gepresteerde werk voorde eerste examenkans.



Pagina 3/3

ARS2 - 21/ 41 elective desiging experience




Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsDimitri Vangrunderbeek 2 /



/


De studenten in de academische bachelors en masters worden geacht in staat te zijn Frans-, Duits- enEngelstalige vakliteratuur te kunnen lezen en begrijpen. (OER, art. 48)De student beschikt over competenties gelijkaardig aan die verworven in de opleidingsonderdelenwetenschappen en mixed media van de bachelor architectuur.De student beschikt over een basiservaring met en interesse voor driedimensionaliteit, materialiteit enaspecten van de publieke ruimte.


/


/


/

Doelstelling / Goal


Pagina 1/3

/


1.2 De student heeft het vermogen zijn ontwerp te koppelen aan verschillende ruimtelijke schaalniveau'sen de dimensie tijd;1.3 De student is in staat om het actuele internationaal architectuurdiscours te interpreteren en eeneigen, op onderzoek gefundeerd, antwoord te genereren;1.4 De student kan zelfstandig onderzoeksresultaten, -methoden en -technieken vertalen en gebruikenbinnen de eigen ontwerpstrategie;1.5 De student kan een conceptueel- programmatische logica inzetten als ontwerpstrategie. 1.6 De student kan denken in mogelijkheden. De student exploreert multidisciplinair en intercultureelverschillende ontwerpmethodieken, scenario's en simulaties;1.7 De student kan het creatief ontwerpen inzetten als onderzoeksmethode;1.10 De student beschikt over het vermogen en de creativiteit om kennis en inzichten continu verder uitte breiden.2.3 De student ontwikkelt een kritische houding waarmee verschillende aspecten van de ontwerpvraagonderzocht worden;2.4 De student heeft een breed cultuurhistorische inzicht om, binnen een complexe probleemstelling,een positie in te nemen ten opzichte van zijn eigen tijd en deze te expliciteren;De student kan een standpunt innemen ten aanzien van een complex cultureel-wetenschappelijk betoogof positiebepaling en integreert dat binnen zijn eigen ontwerpstrategie;2.8 De student kan de methodologische grenzen van zijn gekozen traject inschatten enkritisch-argumentatief duiden;2.9 De student kan een kruisbestuiving met andere disciplines introduceren.3.2 De student is in staat om met actoren van de praktijk en de onderzoeksgemeenschap tediscussiëren en begrijpt hoe de theorievorming in een dynamische relatie staat tot de praktijk en hetactuele architectuurdebat;4.2 De student kan gevorderde technische uitrustingsconcepten ontwikkelen vanuit de zorg voorcomfortkwaliteit en duurzaamheidbewustzijn;4.3 De student heeft inzicht in fundamentele differentiaties tussen verschillende structurele configuratieswaarmee een bouwwerk kan worden gerealiseerd;4.4 De student kan projectspecifieke concepten in verband met brandveiligheid, akoestiek en anderebouwfysische factoren hanteren binnen het architectuurconcept en zijn uitwerking.


De student kan omgaan met complexe problemen; de student beheerst het vermogen tot communicerenvan het eigen onderzoek en probleemoplossingen met vakgenoten en leken.De student kan methoden en technieken gebruiken in onderzoek; kan paradigma's in het domein vanwetenshappen of kunsten toepassen en de grenzen van paradigma's aanduiden; de student beheersthet vermogen tot creativiteit en orginaliteit met het oog op het continu uitbreiden van kennis eninzichten.De student heeft inzicht in aspecten van hedendaagse beelden kunst en in aspecten van kunst in depublieke ruimte; de student is in staat de wijze waarop theorievorming in dit domein beweegt te volgenen te interpreteren; in staat zijn om in een of enkele delen van het vakgebied een originele bijdrage aande kennis te leveren en het bezitten van specifieke bij het vakgebied horende vaardigheden alsonderzoeken, analyseren, diagnosticeren.De student beheerst de algemene en specifieke beroepsgerichte competenties nodig voor dezelfstandige aanwending van wetenschappelijke of artistieke kennis op het niveau van een beginnendberoepsbeoefenaar.

Inhoud / Contents

Pagina 2/3

De elective Designing Experience heeft als onderwerp het autonome beeldend artistieke, gedachtvanuit een ervaring en/of vanuit een context gevoelige analyse. Het beeldend autonome wordt vanuit dehedendaagse kunsten, de kunsttheorie, het onderzoekende en vanuit de creativiteit benadert. Centraalstaat de geoptimaliseerde ruimtelijke uitwerking van een ontwerp waarin een notie van architecturaliteitaanwezig is.



Kunst in opdracht,1999-2005, vlaamse bouwmeester. Object to be destroyed, The work of Gordon Matta-Clark, Pamela M.Lee, 2001Installation Art, A Criticale History, Claire Bishop, 2005ArchiSculpture, Dialogues between Architecture and Sculpture from the 18th Century to thie presentday, Fondation Beyler, 2005


/

Onderwijsvorm / Teaching methodhoorcollegesworkshopbegeleide oefeningen


permanente evaluatie van het werkprocesmondelinge verdedigingpraktische oefeningen


Indienen en mondelinge verdediging van het werkstuk en/of de paper.Oefeningen die individueelgemaakt zijn bij de eerste examenkans, worden integraal hernomen. Oefeningen die in groepssverbandgemaakt zijn bij de eerste examenkans, worden individueel hernomen. Indien de student voortbouwt opeen groepsresultaat uit de eerste examenkans, dient de student die groepswerking nauwkeurig in beeldte brengen zodat de persoonlijke bijdrage van de student aan het groepswerk kan worden geduid en debeoordeling van het individuele aandeel in het eindresultaat mogelijk wordt.De permanente evaluatiegebeurt aan de hand van een gedetailleerd logboek dat toelaat de authenticiteit van het werk, deprogressie in de ontwikkeling van dit werk en de persoonlijke inzet van de student te evalueren.



Pagina 3/3

ARS2 - 21/ 41 elective parametric design & digitalfabrication





studiebelasting



/


De studenten in de academische bachelors en masters worden geacht in staat te zijn Frans-, Duits- enEngelstalige vakliteratuur te kunnen lezen en begrijpen. (OER, art. 48)De student beschikt over competenties gelijkaardig aan die verworven in de opleidingsonderdelengeschiedenis en theorie, wetenschappen en mixed media van de bachelor architectuur.De student beschikt over een basiservaring met en interesse voor computer ondersteund ontwerpen.


/


/


/

Doelstelling / Goal

Pagina 1/4


/


1.2 De student heeft het vermogen zijn ontwerp te koppelen aan verschillende ruimtelijke schaalniveau'sen de dimensie tijd.1.3 De student is in staat om het actuele internationaal architectuurdiscours te interpreteren en eeneigen, op onderzoek gefundeerd, antwoord te genereren.1.4 De student kan zelfstandig onderzoeksresultaten, -methoden en -technieken vertalen en gebruikenbinnen de eigen ontwerpstrategie.1.5 De student kan een conceptueel- programmatische logica inzetten als ontwerpstrategie. 1.6 De student kan denken in mogelijkheden. De student exploreert multidisciplinair en intercultureelverschillende ontwerpmethodieken, scenario's en simulaties.1.7 De student kan het creatief ontwerpen inzetten als onderzoeksmethode.1.10 De student beschikt over het vermogen en de creativiteit om kennis en inzichten continu verder uitte breiden.2.3 De student ontwikkelt een kritische houding waarmee verschillende aspecten van de ontwerpvraagonderzocht worden.2.4 De student heeft een breed cultuurhistorische inzicht om, binnen een complexe probleemstelling,een positie in te nemen ten opzichte van zijn eigen tijd en deze te expliciteren.De student kan een standpunt innemen ten aanzien van een complex cultureel-wetenschappelijk betoogof positiebepaling en integreert dat binnen zijn eigen ontwerpstrategie.2.8 De student kan de methodologische grenzen van zijn gekozen traject inschatten enkritisch-argumentatief duiden.2.9 De student kan een kruisbestuiving met andere disciplines introduceren.3.2 De student is in staat om met actoren van de praktijk en de onderzoeksgemeenschap tediscussiëren en begrijpt hoe de theorievorming in een dynamische relatie staat tot de praktijk en hetactuele architectuurdebat.4.2 De student kan gevorderde technische uitrustingsconcepten ontwikkelen vanuit de zorg voorcomfortkwaliteit en duurzaamheidbewustzijn.4.3 De student heeft inzicht in fundamentele differentiaties tussen verschillende structurele configuratieswaarmee een bouwwerk kan worden gerealiseerd.4.4 De student kan projectspecifieke concepten in verband met brandveiligheid, akoestiek en anderebouwfysische factoren hanteren binnen het architectuurconcept en zijn uitwerking.


De student kan omgaan met complexe problemen; de student beheerst het vermogen tot communicerenvan het eigen onderzoek en probleemoplossingen met vakgenoten en leken.De student kan methoden en technieken gebruiken in onderzoek; kan paradigma's in het domein vanwetenshappen of kunsten toepassen en de grenzen van paradigma's aanduiden; de student beheersthet vermogen tot creativiteit en orginaliteit met het oog op het continu uitbreiden van kennis eninzichten.De student heeft inzicht in het domein van het computerondersteund ontwerpen (CAD) en digitaleproductiemethoden (CAM) ; de student is in staat de wijze waarop theorievorming in dit domein beweegt te volgen en te interpreteren; de student beheerst vaadigheden als ontwerpen,onderzoeken, analyseren, diagnosticeren.De student beheerst de algemene en specifieke beroepsgerichte competenties nodig voor dezelfstandige aanwending van wetenschappelijke of artistieke kennis op het niveau van een beginnendberoepsbeoefenaar.

Inhoud / Contents

Pagina 2/4

Deze elective geeft inzicht in de mogelijkheden en betekenis van nieuwe technologieën zoals parametricdesign & digital fabrication voor de hedendaagse ontwerppraktijk. Naast theoretische introducties in dehistorische, bouwtechnische, wiskundige en computertechnische basis van parametrisch ontwerpenworden digitale ontwerp (CAD) en fabricage technieken (CAM) aangeleerd a.d.h.v. concreteontwerpopgaves.



* The Grasshopper Primer(http://www.liftarchitects.com/journal/2009/3/25/the-grasshopper-primer-second-edition.html)


* Rajaa Issa, Essential Mathematics for Computational Design(http://www.grasshopper3d.com/profiles/blogs/new-publication-essential)

* Terzidis, K., Algorithmic Architecture, Architectural Press, London, 2006.

* Kolarevic,B. Klinger,K (eds), Manufacturing Material Effects: Rethinking Design and Making inArchitecture, Routledge London, 2008.

* Sakamoto, T. (ed)., From Control to Design: Parametric/Algorithmic Architecture, Barcelona : Actar,2008.

* Aranda, B. and Lasch, C., Pamphlet Architecture 27: Tooling, New York : Monacelli Press, 2006.

* Flake, G.W., The Computational Beauty of Nature: Computer Explorations of Fractals, Chaos,Complex Systems, and Adaptation, MIT Press, Cambridge,1998.

Onderwijsvorm / Teaching methodhoorcollegesbegeleidende oefeningenworkshop

Evaluatievorm / Assessment methodpermanente evaluatie van het werkprocespraktische oefeningenmondelinge verdediging


Indienen en mondelinge verdediging van het werkstuk en/of de paper enOefeningen die individueelgemaakt zijn bij de eerste examenkans, worden integraal hernomen en Oefeningen die ingroepssverband gemaakt zijn bij de eerste examenkans, worden individueel hernomen. Indien destudent voortbouwt op een groepsresultaat uit de eerste examenkans, dient de student die

Pagina 3/4

groepswerking nauwkeurig in beeld te brengen zodat de persoonlijke bijdrage van de student aan hetgroepswerk kan worden geduid en de beoordeling van het individuele aandeel in het eindresultaatmogelijk wordt. De permanente evaluatie gebeurt aan de hand van een gedetailleerd logboek dat toelaat de authenticiteit van het werk, de progressie in de ontwikkeling van dit werk en de persoonlijke inzetvan de student te evalueren



Pagina 4/4

ARS1 - 32 kritiek en ethiek


32 kritiek en ethiek AR S1


Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsGideon Boie 1 /



Dit OPO gaat er van uit dat de student volgende specifieke competenties uit de ba AR heeft verworven. 2.1. De student kan omgaan met complexe problemen in een onzekere context waarin cultureleaspecten en achtergronden worden meegenomen;2.3. De student ontwikkelt een kritische houding waarmee verschillende aspecten van de ontwerpvraagonderzocht worden;2.4. De student heeft een breed cultuurhistorische inzicht om, binnen een complexe probleemstelling,een positie in te nemen ten opzichte van zijn eigen tijd en deze te expliciteren;2.6. De student kan de grenzen van de discipline en de rol van de architect internationaal verkennen. Hij gaat opzoek naar nieuwe noden en nieuwe uitdagingen;3.1. De student kan zowel mondeling, grafisch als schriftelijk communiceren over eigen onderzoek enontwerp ten aanzien van internationale vertegenwoordigers uit de eigen discipline, andere disciplines enderden;




/


/


Pagina 1/4

/

Doelstelling / Goal


/


1.1 De student assimileert en bespeelt aspecten van het wordingsproces van architectuur, zoalsprobleemgevoeligheid en engagement, ethiek en architectuurtheorie, contextanalyse, conceptvorming,persoonlijke verbeelding;1.3 De student is in staat om het actuele internationaal architectuurdiscours te interpreteren en eeneigen, op onderzoek gefundeerd, antwoord te genereren;1.10 De student beschikt over het vermogen en de creativiteit om kennis en inzichten continu verder uitte breiden.2.5 De student kan omgaan met cultuurverschillen;2.6 De student kan de grenzen van de discipline en de rol van de architect internationaal verkennen. Hijgaat opzoek naar nieuwe noden en nieuwe uitdagingen;2.7 De student kan een standpunt innemen ten aanzien van een complex cultureel-wetenschappelijkbetoog of positiebepaling en integreert dat binnen zijn eigen ontwerpstrategie;2.9 De student kan een kruisbestuiving met andere disciplines introduceren.3.1 De student kan zowel mondeling, grafisch als schriftelijk communiceren over eigen onderzoek enontwerp ten aanzien van internationale vertegenwoordigers uit de eigen discipline, andere disciplines enderden;3.2 De student is in staat om met actoren van de praktijk en de onderzoeksgemeenschap tediscussiëren en begrijpt hoe de theorievorming in een dynamische relatie staat tot de praktijk en hetactuele architectuurdebat;


Bijdrage tot de generieke competenties1.1. complexe problemen oplossen1.2. reflecteren over het eigen denken werkproces (om mogelijk bij te sturen)1.4. oordelen in onzekere (dwz veranderende) contextenBijdrage tot de algemene wetenschappelijke competenties 2.3. toepassen en kritisch aftasten (dwz de grenzen bepalen) van de heersende paradigma'sBijdrage tot zelfstandig verrichten van wetenschappelijk onderzoek of zelfstandige beoefening vankunsten (op het niveau van een beginnend onderzoeker of beroepsbeoefenaar)

Inhoud / Contents

Ethiek: "The spatial turn". Ethische antwoordregisters van de architectuur. De evolutie naar een responsieve rationaliteitsvorm is een fundamentele tendens bij het begin van de21.e eeuw.Deze responsieve rationaliteit is een vorm van globale en generatieve verantwoording (H. Jonas). Inhet raamwerk van een nieuwe economie van "fairness" stelt ze vragen van "ethics of justice" (J. Rawls)

Pagina 2/4

Ze doorbreekt het communitarisme, onderwerpt het aan een radikale "Fremderfahrung" (E. Levinas/J.Derrida/ B. Waldenfels) en opent op actuele vormen van interculturaliteit (E. Holenstein) en medialiteit(M. Serres). Binnen de kontekst van een ecologische krisis stelt ze vragen naar biodiversiteit endierenrechten (P. Singer). Ze leunt aan bij de nieuwe aandacht binnen de theoretische sociologie voorde (anti-)anthropologie van J.P. Sartre, met name in de analyse van de (groot)stadcultuur enarchictectuur (Sennett) en in het bijzonder van de grammaires de l'individu (Martucelli).De ethische interpellatie van architectuur is niet beperkt tot vraagstukken van duurzaamheid,energiebesparing of ecologische low-cost. Ze treft in de kern de nieuwe co-existentiële conditie van demensheid en haar "kritieke" prognostische toekomstverwachting in het raakvlak van haarbestaanslimieten. ("Ethik der Warnung") Vanuit een fundamentele en actuele anthropologischeinvalshoek biedt zij daarenboven een reflectie op het hedendaagse verschuivende begrip vanruimtelijkheid (cf. "the Social Net"-literatuur), en dit opnieuw als een confrontatie met de menselijkebestaanslimieten. Op deze uitgelezen plaats ontwikkelt architectuur eigen ethische antwoordregisters."The spatial turn" van architectuur staat in het teken van deze grenservaringen van de menselijkebestaansruimte. Architectuurkritiek: (te bevestigen) 1/ Drie (interagerende) niveau's (a) De labo's van de kritiek (ontwikkelingsplekken): De rol en funtie erschillende media (geschrevenen beeldmatig), instanties en netwerken: bv. Het landschap van de kritiek in Vlaanderen(b) Genres (modellen die vormgeven): Polemiek, opiniestuk, projecttekst, juryverslag, documentaire,monografie, jaarboek, brochure, memoires(c) Technieken (de werking van media) 2/ Doelstellingen: Vatten van modes in de kritiek, bepalen van de invloed of impactfactor van kritiek,doorzicht in de werkingsmechanismen3/ Verloop: Modelteksten met representatieve thema's en discussielijnen die worden bestudeerd, hetorganiseren van een nieuw debat of de reenactment van een oud, focussen naar de vertaling van eengebouw of oeuvre doorheen verschillende media



Het benodigde bronnen- en studiemateriaal wordt bij aanvang opgegeven.


ethiek: leijen, A. Profielen van ethiek: Van Aristoteles tot Levinas. Muiderberg: Couthino, 1992Architectuurkritiek: te bepalen

Onderwijsvorm / Teaching methodHoorcollege, discussiemomenten, consult

Evaluatievorm / Assessment methodPersoonlijk, kritisch werkstuk, vertrekkend van een opgelegde vraagstelling.

Pagina 3/4





Pagina 4/4

ARS1 - 12 project management


12 project management AR int S1


Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsJohan Rutgeerts 1 5 credits - between 125h en 150h

study load





/


/


/


/

Doelstelling / Goal


/

Pagina 1/3


2.1. The student can deal with complex problems in an uncertain context that involves cultural aspectsand backgrounds;2.2. Out of the mass of information, the student can make a critical selection and analysis with an eye toits applicability to his actual design problem;2.3. The student develops a critical attitude which he uses to examine various aspects of the designproblem;2.6. The student can explore the boundaries of the discipline and the role of the architect at aninternational level. He seeks out new needs and challenges;2.9. The student is able to introduce cross-connections with other disciplines;3.2. The student is able to debate with parties who have practical experience and those in the researchcommunity and understands that the formation of theory is dynamically related to practical work andcurrent architectural debate;5.1. The student is able to identify, interpret and apply legal principles, structures and systems - bothpublic and private - to the actual situations being dealt with;5.3. The student has a basic knowledge of deontology and administrative procedures, site planning,drawing up contracting agreements, estimates and office organisation;5.4. The student is able to conclude agreements with the various partners in the building process;5.5. The student is able to deal with rudimentary cost analysis and project management;


3. An advanced understanding of and insight into the knowledge specific to a particular field in scienceor the arts, having an insight into the latest knowledge in the field or parts of it, able to keep up with andinterpret the way the formation of theory is moving, able to make an original contribution to theknowledge in one or more parts of the discipline and the possession of skills specific to the disciplinesuch as design, research, analysis, diagnosis, etc;

Inhoud / Contents

Theoretical and practical approach of recent urban renawal projects.

Research on the way project get realized. The analysis focusses on urban needs - organisationalaspects - financial means - the role of different actors. Results of realised projects are to be discussed.

Management and entrepreneurship - company structures and culture - activating entrepreneurship - theinner circle principle - creative and ethical entrepreneurship



The Century of the city - City Republics and grid cities - by Linda Boudry and Peter Cabus - Ministry ofFlemish Community - Course project management - Johan Rutgeerts - course Management andEntrepreneurship Johan Rutgeerts Book: Good to Great by Jim Collins

Pagina 2/3


/

Onderwijsvorm / Teaching methodLectures supported by powerpoint presentations, discussion groups and guided case study work

Evaluatievorm / Assessment methodcase study (written examination)


case study (written examination)


Aanwezigheidsvoorwaarde om toegelaten te worden tot het examen /Required attendance to take part in examStudents must participate in all the colleges as they can be invited to present their personal research

Pagina 3/3

ARS1 - 31 landscape as urbanism


31 landscape as urbanisme AR int S1


Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsRajesh Heynickx , Sven Sterken 1 5 credits - between 125h en 150h

study load





The student is able, independently and in conformity with the scientific discipline, to define a relevantresearch question and a scientific way of reasoning.


/


/


/

Doelstelling / Goal


/

Pagina 1/3


1.1. The student assimilates and plays on aspects of the genesis of architecture, such as a sensitivity toproblems and commitment, ethics and architectural theory, context analysis, concept-forming andpersonal imagination;1.2. The student has the ability to relate his design to various spatial scale levels and the timedimension;1.3. The student is able to interpret the current international architectural debate and generate his ownresponse, based on research;2.1. The student can deal with complex problems in an uncertain context that involves cultural aspectsand backgrounds;2.2. Out of the mass of information, the student can make a critical selection and analysis with an eye toits applicability to his actual design problem;2.3. The student develops a critical attitude which he uses to examine various aspects of the designproblem;2.4. The student has a broad cultural understanding so as to be able, in the context of a complexproblem, to take up a position with regard to the present time and to express this explicitly;3.1. The student is able to communicate verbally, graphically and in writing on his own research anddesign to international representatives of his own discipline, other disciplines and other parties;3.2. The student is able to debate with parties who have practical experience and those in the researchcommunity and understands that the formation of theory is dynamically related to practical work andcurrent architectural debate.


to develop the ability to recognise, to evaluate critically and to apply key concepts within the topic ofsustainability, and more specific the sustainibility of landscapes. the goal of this seminar is to focus andstudy contemporary innovative practices and design researches that [re]defines landscape as urbanism.

Inhoud / Contents

The seminar will focus on multiple approaches, from landscape theory to project-led analysis, and covera wide range of spaces and scales looking at European and American contribution to the landscapeparadigm debate.Tackling the understanding of landscape design strategies and methodologies,investigating the complex relationships between the different modes of urbanity and the landscape,different time frames and tempos of development we will seek to challenge transversal design reflectionon contemporary landscape projects. The students will be introduced to : Representation andconceptual tools, methods and approaches to support ecological and context-responsive urbanism likeanticipation, growth scenario, prospective, regenerative, resilient design and the interplay betweendifferent scales and time frames The course Consist of three interrelating components: 1. In order tobuild up better knowledge of the landscape as urbanism (theory), the student, undertakes a courserelated bibliographical study and present the selected article in the format of a literature study (5000words) 2. A set of lectures and guest lectures introduce the student to the historical background,philosophy, concept and operational principles of landscape urbanism. For this lecture series the studentprepare an introduction to the topic, a set of questions to the lecturer and a report. 3. In the last part,individually each student formulate a 5000 words scientific paper that reflects on landscape as urbanismthrough -investigation of tools of conceptualization and representation -analysis of operational methods,strategies for urban and territorial scale intervention.


Noodzakelijk of verplicht studiemateriaal / Required or obligatory study

Pagina 2/3

materials

Project related literature prepared in different media (reader, ppt, CD-rom, web-based documentation,etc.) will be made available before or during the studio course, and if necessary will be distributedthrough TOLEDO.


Corner J "representation and landscape 1992" in Theory in Landscape architecture, U of PennsylvaniaPress, 2002, p43-48Corner J, Recovering landscape, eidetic operations and new landscapes, pp 164, PrincetonArchitectural Press, New York, 1999Thibergien, Gilles, "Time at work" in Land art, Art data , London , 1993, p161 Halprin L "the RSVP cycles 1969" in Theory in Landscape architecture, U of Pennsylvania Press, 2002Girot C "vision in motion : representing landscape in Time" in The Landscape Urbanism Girot C "fourtrace concepts in landscape architecture" in Recovering landscape, Princeton Architectural Press, NewYork, 1999, pp59-67, Reader; New York: Princeton Architecture Press, 2005.p87-103 Marot S "the reclaiming of site" in Recovering landscape, Princeton Architectural Press, New York,1999, pp45-57 Waldheim, C. "landscape as urbanism" in The Landscape Urbanism Reader; New York: PrincetonArchitecture Press, 2005.p37-53 Angelil M and Kingmann "hybrid morphologies" in Daidalos n° 73, 1999, p16-25 Raxworthy J and Blood J, introduction to the Mesh Book landscape/infrastructure, Rmit university press,2004, p10-17 Konigs U, "on grafting, cloning, and swallowing pills, scapes as a future model of the city" in Daidalos n°72, 1999, p18-27 Reed, 'beyond before and after, designing contemporary landscape" in Groundswell : constructing thecontemporary landscape, Moma, p14-33 Spens Michael "site /non site extending the parameters in Contemporary landscape", in AD nr.186,2007

Onderwijsvorm / Teaching method /

Evaluatievorm / Assessment methodStudents are evaluated 50% on their active participation and reflective thinking in the seminar 50% on afinal project. They are asked to produce either a PowerPoint or mixed media presentation (join with ashort 500 word notice) or to write a 3000 words essay. The output should express a criticalunderstanding of the chosen topic, and develop one' own reflection, evaluation of the knowledgeintegration in their own design practice.


Students are expected to correct their assessments according to suggestions made by the tutor .



Pagina 3/3

ARS1 - 11 social sustainability


11 social sustainability AR int S1


Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsMarc Dujardin , Rajesh Heynickx , Sven Sterken1 5 credits - between 125h en 150h

study load





the student has a basic knowledge of key concepts and principles of sociology and anthropology


/


/


/

Doelstelling / Goal


/

Pagina 1/3


1.1. The student assimilates and plays on aspects of the genesis of architecture, such as a sensitivity toproblems and commitment, ethics and architectural theory, context analysis, concept-forming andpersonal imagination;1.2. The student has the ability to relate his design to various spatial scale levels and the timedimension;2.2. Out of the mass of information, the student can make a critical selection and analysis with an eye toits applicability to his actual design problem;2.3. The student develops a critical attitude which he uses to examine various aspects of the designproblem;2.4. The student has a broad cultural understanding so as to be able, in the context of a complexproblem, to take up a position with regard to the present time and to express this explicitly;3.1. The student is able to communicate verbally, graphically and in writing on his own research anddesign to international representatives of his own discipline, other disciplines and other parties;


The student develops a specialised, conceptual vocabulary in the field of social sustainability. He is ableto describe, to evaluate and to apply these key concepts.The student is able to resolve a problem which arises from the relation between architecture and socialsustainabiility, by combining/developing different solutions and he also is aware of the complexity andeven the uncertainty that comes along during such problemsolving process

Inhoud / Contentsprepare designers for an inclusive society it is firmly believed that raising an awareness in the field ofUniversal Design is far more important than merely providing the students with a handful case of toolsand skills. The course is not just about 'accessibility' but aims at providing a general introduction of thehistory and concept of the "design for all" and the 'universal design' principles. The objective of thecourse is to teach ud-design skills within a wider framework of socio-cultural issues The course Consistof four independent but interrelating components: 1. A set of lectures and guest lectures introduce thestudent to the historical background, philosophy, concept and principles of Universal design ashuman-centered design paradigm. 2. In order to build up a common UD-vocabulary, the student, inteams of two, undertakes a course related bibliographical study and present the selected article in theformat of a ppt. 3. Together with students of several European architectural schools, the studentparticipates in a one and a half week international intensive program referred to as the 'Designing in theDark' workshop (DID). From the academic year 2010-2011, this workshop will merge with the 'Designingthe Multi-sensorial City workshop'(DMSC). This workshop introduces the concept of user-orientation inarchitectural studies. By re-connecting the designer with enabling and disenabling end-users (visuallyimpaired, wheelchair user, elderly..) this program intends to change the mind set of designers. 4. Inteams of two to three, the student conducts fieldwork to critically analyse published Belgian architecturein use from the viewpoint of integrated accessibility. This Post Occupancy Evaluation (POE) ispresented in the format of a PPT and/or movie.



Project related literature prepared in different media (reader, ppt, CD-rom, web-based documentation,etc.) will be made available before or during the studio course, and if necessary will be distributedthrough the TOLEDO intranet

Pagina 2/3


Welch P.(ed.), (1995), Strategies for teaching Universal Design, Boston, Adaptive Environments center;Christophersen J (ed.), (2002), Universal Design: 17 ways of thinking and teaching, Oslo, Husbanken ;Dujardin M., Dua I. (eds), Universal Design Education Scientific Contact Forum, Brussels, KoninklijkeVlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten ; Broeders M, (ed.) (2009),Ontwerpgids Meegroeiwonen, Hasselt, Enter vzw. ; Christ W. (ed.) (2009), Access for All: Approaches tothe Built Environment, Berlin, Birkhäuser ; Blesser B., Salter L. (eds) (2007), Spaces speak, are youlistening? Experiencing aura architecture, Cambridge, MIT

Onderwijsvorm / Teaching methodProject based education: a mix of colleges, lectures, seminars, fieldwork and bibliographical study

Evaluatievorm / Assessment methodThe component social sustainability has an assessment in two parts: 1. Theoretical exploration of thefield of Universal Design,based on bibliographical study, output PPT. (25 %) 2. Practical investigation ofimplemented design projects in the format of comparative case study documentation based on themethod of 'haptic' (with all senses) experience of the built environment (Post Occupancy Evaluation -POE) output PPTor/and movie (75 %)


Students are expected to correct their assessments according to suggestions made by the tutor .



Pagina 3/3

ARS1 - 33 acoustical management


33 acoustical management AR int S1


Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsErik Geens , Guy Mouton 1 5 credits - between 125h en 150h

study load



Intermediate knowledge of building physics and acoustics.The student is able to speak, read and write English in subjects relating to the broad discipline ofarchitecture. He is able to communicate his views to representatives of his discipline, to representativesof other disciplines and to members of the general public.


/


/


/


/

Doelstelling / Goal


/

Pagina 1/3


2.1. The student can deal with complex problems in an uncertain context that involves cultural aspectsand backgrounds;2.2. Out of the mass of information, the student can make a critical selection and analysis with an eye toits applicability to his actual design problem;2.3. The student develops a critical attitude which he uses to examine various aspects of the designproblem;2.6. The student can explore the boundaries of the discipline and the role of the architect at aninternational level. He seeks out new needs and challenges;2.9. The student is able to introduce cross-connections with other disciplines;3.2. The student is able to debate with parties who have practical experience and those in the researchcommunity and understands that the formation of theory is dynamically related to practical work andcurrent architectural debate;5.1. The student is able to identify, interpret and apply legal principles, structures and systems - bothpublic and private - to the actual situations being dealt with;5.3. The student has a basic knowledge of deontology and administrative procedures, site planning,drawing up contracting agreements, estimates and office organisation;5.4. The student is able to conclude agreements with the various partners in the building process;5.5. The student is able to deal with rudimentary cost analysis and project management;


3. An advanced understanding of and insight into the knowledge specific to a particular field in scienceor the arts, having an insight into the latest knowledge in the field or parts of it, able to keep up with andinterpret the way the formation of theory is moving, able to make an original contribution to theknowledge in one or more parts of the discipline and the possession of skills specific to the disciplinesuch as design, research, analysis, diagnosis, etc;

Inhoud / Contents

We develop more and more an acoustical 'awareness'. Requirements imposed by new standards andguidelines become stronger. Especially for sustainable buildings (f.e. natural ventilation) andreconversion of existing buildings (that accommodate a new function they were never designed for : afactory becomes a concert hall ; dwellings in a church,...) the acoustical requirements become oftenproblematic and extremely difficult to implement. Acoustic Risk Management wants to identify theacoustical problems in those situations and develops guidelines to minimise acoustical problems. Whatis sound quality and acoustical rest to do with noise?By measuring and interpreting the balance betweenacceptable and disturbing noise is determined. What design - and construction methods are availableregarding noise-quality: insulation, absorption? Studying a few cases will further develop the guidelinesfor an acceptable acoustical comfort.



Lecture notes / formularium / tools made available on Toledo.

Pagina 2/3


Yehuda Salu, "Physics for architects", Infinity, ISBN 0-7414-1929-7, 2007Long Marshal, "Architectural Acoustics", Elsevier Academic Press, 2006Michael Barron, "Auditorum Acoustics and Architectural Design", Sponn Press, 2009

Onderwijsvorm / Teaching methodlectures and work seminars (some 'on site').

Evaluatievorm / Assessment methodContinuous assessment based on pro-active participation of scheduled activitiesFinal workbook and oral presentation


ndividual workbook, exercises and oral presentation



Pagina 3/3

SBS1 - 31 elective actualiteit en studiereizen


31 elective SB S1


Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsMarc Pinte 1 5 stp - tussen 125 en 150 u

studiebelasting



Dit OPO vraagt enige kennis en vaardigheid met betrekking tot kritisch analyseren en praktischorganiseren.




/


/


/

Doelstelling / Goal


/

Pagina 1/3


1.1 De student kan een stedenbouwkundig weefsel vanuit een holistische benadering op verschillendeschaalniveaus kritisch onderzoeken, ontwerpen en procesmatig transformeren in een driedimensionaleruimte. 1.4 De student is vertrouwd met het stedenbouwkundig denken, de ruimtelijke instrumenten, deplannings- en ontwerpmethodieken. Hij/zij kan deze zelf initiëren.1.5 Hij kan op een artistieke wijze denken en handelen in een gepast ruimte/tijdskader.1.6 De student gebruikt methoden en technieken in onderzoek, rekening houdend met de paradigma'svan de wetenschappen en de kunsten. Hij/zij kan de ruimt op een authentieke manier persoonlijk lezen.1.7 De student past verwerkte kennis en ontwerpvaardigheden toe in het stedenbouwkundig project.1.8 De student is in staat creatieve adviezen te formuleren, betreffende ruimtelijke planning envergunningsbeleid. Hierbij getuigt hij/zij van inzicht, fijngevoeligheid en nuanceringvermogen.1.9 De student kan stedenbouwkundige problemen op verschillende schalen en op verschillendeschaalniveaus stellen en oplossen.1.11 De student is in staat zijn/haar concept te projecteren in het driedimensionaal stedenbouwkundigweefsel en de implicaties ervan ontwerpmatig te onderzoeken.1.14 De student kan een eigen onderzoeksvraag selecteren en formuleren op grond van theorieën en/ofeen praktisch probleem.2.2 De student bezit de nodige theoretische kennis om een kritische reflectie over ruimte enmaatschappij te kunnen maken in verleden, heden en toekomst.2.4 De student reflecteert kritisch en grensverleggend over stedenbouwkundige paradigma's.3.1 De student kan informatie verwerken en analyseren op een relevante, correcte, objectieve enheldere wijze.3.2 De student kan analyses duiden gebruik makend van het begrippenkader van Stedenbouw &Ruimtelijke Planning.3.4 De student onderkent vanuit een theoretische invalshoek de relevantie en beperktheid van de"ruimtelijke analyse'.4.2 De student hanteert gepaste expressiemethoden (zowel grafische, mondelinge als schriftelijke) omeigen ideeën te formuleren.4.4 De student kan zich, middels persoonlijke verbeelding, nieuwe communicatie en ontwerpmiddeleneigen maken en deze toepassen in het stedenbouwkundige domein.5.1 De student is vertrouwd met het juridisch-administratief kader van de stedenbouw en de ruimtelijkeplanning in Vlaanderen en kan deze kritisch interpreteren t.a.v. de Belgische en internationale context.


De student levert opzoekingswerk, hanteert verschillende bronnen, verwerkt de relevante informatiecorrect, objectief en helder en neemt daarover een eigen (geargumenteerd) standpunt in.Van de studenten die voor dit keuzevak kiezen wordt verwacht dat ze een proactieve houdingaannemen om verschillende taken op zich te nemen. De student levert opzoekingwerk en hanteerthiervoor verschillende bronnen; hij of zij verwerkt de relevante informatie op een correcte, objectieve enheldere manier en neemt op basis van deze informatie een eigen en geargumenteerd standpunt in. Destudenten houden hierbij voor ogen dat hun gezamenlijke werk op het einde van de rit dient teresulteren in een boeiende studiereis. Deelnemers aan de studiereis worden aangespoord om ditvoortraject grondig mee te volgen, zodat ze gerichter op reis gaan.Een heldere paper schrijven op basis van de beschikbare informatie, netwerken met confraters uit hetbuitenland. Het eigen vakgebied situeren in een internationaal verband.

Inhoud / ContentsPaper: De opdracht voor de persoonlijke paper bestaat erin om de ruimtelijk-stedenbouwkundigeingrepen en ontwikkelingen in een interessante stedenbouwkundige stad te beschrijven (Lyon, Parijs,Berlijn, Londen, ...). Alle beschrijvingen worden gebundeld in een praktische reisgids voor de stad, die

Pagina 2/3

ter plaatse gebruikt kan worden om inzicht te verwerven in de stad. Reisgids: De reisgids bevat een situering op kaart van alle relevante stedenbouwkundige projecten dietijdens de reis in groep bezocht zullen worden en van de projecten die op eigen initiatief bezochtkunnen worden. Alle projecten die deel uit maken van het vast en het flexibel programma van destudiereis worden er in beschreven en/of gedocumenteerd. Ze worden gebundeld per stadsdeel. Vooralle projecten is de noodzakelijke informatie aanwezig om op het terrein tenminste het project en hetbelang van project binnen de stedelijke context te begrijpen. De reisgids biedt met andere woordenvoldoende houvast om alle projecten individueel te bezoeken en te begrijpen.



Draaiboek: "Hoe organiseer ik een stedenbouwkundige studiereis?" Afhankelijk van de te bezoeken stadof regio wordt er noodzakelijk of verplicht studiemateriaal ter beschikking gesteld.


Bestaande relevante reisgidsen, tijdschriften, internet

Onderwijsvorm / Teaching methodPraktische oefening, de studenten werken een (persoonlijke) paper uit, een reisprogramma (in groep) eneen heldere, goed hanteerbare reisbundel (in groep) die zal dienen als gids voor de studiereis.

Evaluatievorm / Assessment methodMondeling examen (persoonlijk werk) en permanente evaluatie (groepswerk)De studenten worden gequoteerd op de paper in functie vanhet geleverde opzoekingswerk en de kwaliteit van de gehanteerde bronnen;- de wijze waarop de relevante informatie correct, objectief maar ook helder verwerkt wordt;- het eigen (geargumenteerde) standpunt dat hij/zij daar tegenover inneemt.


paper en mondeling examen



Pagina 3/3

ARS1 - 11/ 31 elective geowetenschappen




Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsJohan Willocx 1 5 stp - tussen 125 en 150 u

studiebelasting



/






/


/

Doelstelling / Goal


/

Pagina 1/3


/


/

Inhoud / Contents

Het keuzevak gaat dieper in en legt de focus op specifieke geo-technische disciplines die in directerelatie staan met architecturaal ontwerpen en stedenbouw.

Volgende domeinen komen aan bod :- geologie en natuurlijke materialen- grondmechanica en funderingstechnieken- geothermie en energie

De theoretische kennis wordt via een aantal oefeningen uitgediept. : - opzoekingswerk en geologische snedes- natuursteen en toepassingen - uitwerking ondergrondse constructies

Excursies brengen ons op geologisch interessante plaatsen



handouts op Toledo


aangegeven tijdens colleges en workshops

Onderwijsvorm / Teaching methodintroductiecolleges, workshops en excursies



evaluatie van het proces op basis van de ingediende documenten; praktische oefening met mondelingeverdediging. De oefening is individueel werk, eventueel gebruikmakend van het gepresteerde werk voor

Pagina 2/3

de eerste examenkans.



Pagina 3/3

IAS1 - 11 elective lichte draagstructuren - materiaal


11 elective IA S1


Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsArno Pronk 1 5 stp - tussen 125 en 150 u

studiebelasting



/




strenge volgtijdelijkheid,gelijktijdigheid


/


/

Doelstelling / Goal


/

Pagina 1/3


/


/

Inhoud / Contents

De focus ligt op textiele constructies: weeftechnieken, vlechttechnieken, mallen, modeleren en uitsnijdenvan patronen,...

Basistechnieken, huidige en nieuwe toepassingen worden theoretisch onderzocht.

Softwarematig (Rhino Membrane, Tess 3D) en empirisch onderzoek van mogelijkheden van formfindingtot materialisatie van nieuwe toepasingen en uitvoering van product of ontwerp (prototype).



handouts via Toledo


Norman Zienand, "Materials, Specification and Detailing: Foundations of Building Design",Taylor&Francis, 2008Semper Gottfried, "Style", Getty Research InstituteHelmut Pottmann, "Architectural Geometry, Getty Research Institutewerk van Mark WestMotro René, "Tensegrity : structural systems for the future", Kogan Page Science, 2003

Onderwijsvorm / Teaching methodHoorcollege, begeleide oefeningen en workshops

Evaluatievorm / Assessment methodpermanente evaluatie van het werkproces ; voorstelling van verslag (empirisch) en model vanproduct/ontwerp


evaluatie van het proces op basis van de ingediende documenten; voorstelling van het verslag en hetmodel van het product/ontwerp.De oefening is individueel werk, eventueel gebruikmakend van hetgepresteerde werk voor de eerste examenkans.

Pagina 2/3



Pagina 3/3

ARS1 - 11/ 31 elective pressroom




Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsCarl Bourgeois 1 5 stp - tussen 125 en 150 u

studiebelasting



/


De studenten in de academische bachelors en masters worden geacht in staat te zijn Frans-, Duits- enEngelstalige vakliteratuur te kunnen lezen en begrijpen. (OER, art. 48)De student is de Nederlandse taal machtig, is schrijf- en communicatievaardig,


/


/


/

Doelstelling / Goal


/

Pagina 1/3


1.3 De student is in staat om het actuele internationaal architectuurdiscours te interpreteren en eeneigen, op onderzoek gefundeerd, antwoord te genereren;1.7 De student kan het creatief ontwerpen inzetten als onderzoeksmethode;2.1 De student kan omgaan met complexe problemen in een onzekere context waarin cultureleaspecten en achtergronden worden meegenomen;2.2 De student kan uit de veelheid van informatie een kritische selectie en analyse maken met het oogop toepasbaarheid bij zijn concrete ontwerpvraag;2.3 De student ontwikkelt een kritische houding waarmee verschillende aspecten van de ontwerpvraagonderzocht worden;2.4 De student heeft een breed cultuurhistorische inzicht om, binnen een complexe probleemstelling,een positie in te nemen ten opzichte van zijn eigen tijd en deze te expliciteren;2.6 De student kan de grenzen van de discipline en de rol van de architect internationaal verkennen. Hijgaat opzoek naar nieuwe noden en nieuwe uitdagingen;3.1 De student kan zowel mondeling, grafisch als schriftelijk communiceren over eigen onderzoek enontwerp ten aanzien van internationale vertegenwoordigers uit de eigen discipline, andere disciplines enderden;3.2 De student is in staat om met actoren van de praktijk en de onderzoeksgemeenschap tediscussiëren en begrijpt hoe de theorievorming in een dynamische relatie staat tot de praktijk en hetactuele architectuurdebat;3.3 De student ontwikkelt op gevorderde wijze beeldende en grafische vaardigheden en gebruikt dezeals element van zijn onderzoeksproces.;


/

Inhoud / Contents

Architectuur bestaat bij gratie van de journalist !(?) In het kielzog van onze discipline gedijen tal vanmedia. Publicaties, tentoonstellingen, reportages, woonprogramma's, salontafelboekjes,publi-reportages,...allen trachten ze onder het motto 'onbekend is onbemind' een beeld te scheppen vande 'betere architectuur'. Hoewel in schuchtere pogingen sommige tentoonstellingsopzetten je dearchitectuur en design werkelijk laten beleven, wordt er in de meeste gevallen een geschreven en/ofbeeldvertaling van gemaakt om ze aan een zo breed mogelijk publiek te kunnen serveren. We moetenhet niet achter stoelen of banken steken, de pers is een belangrijke actor in de perceptie vanarchitectuur en design. In deze tijden van 'ontwerpend onderzoek' en 'beeldcultuur' is het dan ook nietonbelangrijk de mechanismen te verstaan die diverse media hanteren. In deze elective spelen we zelfde rol van een journalistieke redactie. De boswachter is immers de beste stroper en omgekeerd. Naeen korte analyse van verschillende media, beslissen we zelf om een persapparaat op poten te zetten :

We veranderen onszelf in nieuwsgierige journalisten. Onze wekelijkse bijeenkomst wordt een efficiënte redactie waar allerhande ideeën voor artikels wordenbesproken. We bedenken samen het format van een 'geschreven' medium (magazine) en eens een interessantsjabloon in Indesign, vullen we dit systematisch op met beeldmateriaal dat we sprokkelen in deverschillende ateliers. Als leidraad gebruiken we het jaarthema 'Fragile : design with care'. (zie Alain Findelli, academischeopening) Hierdoor krijgen we de kans om over de verschillende opdrachten in de verschillendeopleidingen heen met een actueel oog naar de ontwerp productie te kijken. We hebben één gezamenlijk gedragen resultaat voor ogen, maar we kunnen ons perfect opsplitsen inteams. Elk van ons staat in voor minstens 1 artikel, en dat houdt in : tekst / beeldmateriaal / lay out / ...

Pagina 2/3

Als alles goed zit slagen we er ook in om uit te pakken met een publicatie waar iedereen voor in de rijzal staan.



/


A+, DE ARCHITECT, FRAME, DAMN, ...;DE LOEIENDE KOE, HUNCH, MMAG, ...;HET JAARBOEK ARCHITECTUUR, VAI

Onderwijsvorm / Teaching methodseminarie, logewerk, begeleide oefeningen

Evaluatievorm / Assessment methodpermanente evaluatiepraktische oefening


praktische oefening



Pagina 3/3

ARS1 - 11/ 31 elective the theatre of the world




Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsMira Sanders 1 /



/


De studenten in de academische bachelors en masters worden geacht in staat te zijn Frans-, Duits- enEngelstalige vakliteratuur te kunnen lezen en begrijpen. (OER, art. 48)De student beschikt over competenties gelijkaardig aan die verworven in de opleidingsonderdelenwetenschappen en mixed media van de bachelor architectuur.De student beschikt over een basiservaring met en interesse voor video en fotografie.


/


/


/

Doelstelling / Goal


/

Pagina 1/4


1.2 De student heeft het vermogen zijn ontwerp te koppelen aan verschillende ruimtelijke schaalniveau'sen de dimensie tijd.1.3 De student is in staat om het actuele internationaal architectuurdiscours te interpreteren en eeneigen, op onderzoek gefundeerd, antwoord te genereren.1.4 De student kan zelfstandig onderzoeksresultaten, -methoden en -technieken vertalen en gebruikenbinnen de eigen ontwerpstrategie.1.5 De student kan een conceptueel- programmatische logica inzetten als ontwerpstrategie. 1.6 De student kan denken in mogelijkheden. De student exploreert multidisciplinair en intercultureelverschillende ontwerpmethodieken, scenario's en simulaties.1.7 De student kan het creatief ontwerpen inzetten als onderzoeksmethode.1.10 De student beschikt over het vermogen en de creativiteit om kennis en inzichten continu verder uitte breiden. 2.3 De student ontwikkelt een kritische houding waarmee verschillende aspecten van de ontwerpvraagonderzocht worden.2.4 De student heeft een breed cultuurhistorische inzicht om, binnen een complexe probleemstelling,een positie in te nemen ten opzichte van zijn eigen tijd en deze te expliciteren.De student kan een standpunt innemen ten aanzien van een complex cultureel-wetenschappelijk betoogof positiebepaling en integreert dat binnen zijn eigen ontwerpstrategie.2.8 De student kan de methodologische grenzen van zijn gekozen traject inschatten enkritisch-argumentatief duiden.2.9 De student kan een kruisbestuiving met andere disciplines introduceren.3.2 De student is in staat om met actoren van de praktijk en de onderzoeksgemeenschap tediscussiëren en begrijpt hoe de theorievorming in een dynamische relatie staat tot de praktijk en hetactuele architectuurdebat.3.4 De student kan het ontwerp inzetten als bemiddelend medium in het architecturaal enmaatschappelijk debat.4.4 De student kan projectspecifieke concepten in verband met brandveiligheid, akoestiek en anderebouwfysische factoren hanteren binnen het architectuurconcept en zijn uitwerking.


De student kan omgaan met complexe problemen; de student beheerst het vermogen tot communicerenvan het eigen onderzoek en probleemoplossingen met vakgenoten en leken.De student kan methoden en technieken gebruiken in onderzoek; kan paradigma's in het domein vanwetenshappen of kunsten toepassen en de grenzen van paradigma's aanduiden; de student beheersthet vermogen tot creativiteit en orginaliteit met het oog op het continu uitbreiden van kennis eninzichten.

De student heeft inzicht in het domein van representatietechnieken ahv mixed media instrumenten; destudent is in staat de wijze waarop theorievorming in dit domein beweegt te volgen en te interpreteren;in staat zijn om in een of enkele delen van het vakgebied een originele bijdrage aan de kennis te leverenen het bezitten van specifieke bij het vakgebied horende vaardigheden als onderzoeken, analyseren,diagnosticeren.De student beheerst de algemene en specifieke beroepsgerichte competenties nodig voor dezelfstandige aanwending van wetenschappelijke of artistieke kennis op het niveau van een beginnendberoepsbeoefenaar.

Inhoud / Contents

Pagina 2/4

Door het hanteren en in vraag stellen van mixed media instrumenten tot het creëren van een beeld (vaneen beeld), geeft deze elective inzicht in de mogelijkheden en betekenis van representatietechniekenvoor de hedendaagse ontwerppraktijk. Naast hoorcolleges inzake de geschiedenis van de representatievan een landschap (beeldende kunst en architectuur), de allegorie, geschiedenis vanrepresentatietechnieken,... worden mixed media technieken aangeleerd a.d.h.v. concrete oefeningen enéén ontwerpopgave.



The theatre of the World (naar Walter Gibson op het schilderwerk van Pieter Breughel de Oude) .Orbis Terrarum, ways of world making ed. Marie-Ange Brayer, Phillip van den Bossche, Ronnie Dusoir,Antwerpen Open, Museum Plantin-Moretus, Ludion, 2000, 391 p.Face au monde: atlas, jardins, géoramasJean-Marc Besse, Desclée de Brouwer, 2003, 243 p.The PanoramaStephan Oettermann, Mit Pr, 1997, 407 p.


Beyond Architecture: Imaginative Buildings and Fictional CitiesThe cavern of images (naar Germano Celant op het werk van Thomas Demand GROTTO)RobertKlanten, Lukas Feireiss, Die Gestalten Verlag, 2009, 209 p.Abraham Ortelius: Theatrum Orbis Terrarumhttp://memory.loc.gov/ammem/gmdhtml/gnrlort.htmlhttp://nl.wikipedia.org/wiki/Abraham_Ortelius#Theatrum_Orbis_TerrarumCollectif eBOYDionisio Gonzalezwww.xippas.com/fr/artiste/dionisio_gonzalezSimon Boudvinhttp://boudvin.free.fr/The Russian Ark, 2002Alexander Sokoerovhttp://hello.eboy.com/eboy/Bladerunner, 1982 (the making of)Rideley ScottThe Truman Show, 1998Peter WeirPlay Time, 1967 (Tativille) Jacques TatiMetropolis, 1927 (making of) Fritz LangTECHNO SHANGHAI / IAHGNAHS ONHCET, Speedism http://www.speedism.net/B-stad, B-Architecten http://www.b-architecten.beMetacity Datatown, MVRDV http://www.mvrdv.nl/#/projects

Onderwijsvorm / Teaching methodworkshophoorcollegesbegeleidende oefeningen


Pagina 3/4

permanente evaluatie van het werkprocesmondelinge verdedigingpraktische oefeningen


Indienen en mondelinge verdediging van het werkstuk en/of de paper. Oefeningen die individueelgemaakt zijn bij de eerste examenkans, worden integraal hernomen. Oefeningen die in groepssverbandgemaakt zijn bij de eerste examenkans, worden individueel hernomen. Indien de student voortbouwt opeen groepsresultaat uit de eerste examenkans, dient de student die groepswerking nauwkeurig in beeldte brengen zodat de persoonlijke bijdrage van de student aan het groepswerk kan worden geduid en debeoordeling van het individuele aandeel in het eindresultaat mogelijk wordt. De permanente evaluatiegebeurt aan de hand van een gedetailleerd logboek dat toelaat de authenticiteit van het werk, deprogressie in de ontwikkeling van dit werk en de persoonlijke inzet van de student te evalueren.



Pagina 4/4

ARS1 - 11/ 31 elective remix in wonderland




Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsPieterjan Ginckels 1 5 stp - tussen 125 en 150 u

studiebelasting



/


De studenten in de academische bachelors en masters worden geacht in staat te zijn Frans-, Duits- enEngelstalige vakliteratuur te kunnen lezen en begrijpen. (OER, art. 48)De student beschikt over competenties gelijkaardig aan die verworven in de opleidingsonderdelengeschiedenis en theorie, wetenschappen en mixed media van de bachelor architectuur.De student beschikt over een sterke team spirit, is geïnteresseerd in het brede cultureel-theoretischeveld rond architectuur en is sterk in (het leren van) digitale en analoge technieken.


/


/


/

Doelstelling / Goal


Pagina 1/3

/


1.2 De student heeft het vermogen zijn ontwerp te koppelen aan verschillende ruimtelijke schaalniveau'sen de dimensie tijd.1.3 De student is in staat om het actuele internationaal architectuurdiscours te interpreteren en eeneigen, op onderzoek gefundeerd, antwoord te genereren.1.4 De student kan zelfstandig onderzoeksresultaten, -methoden en -technieken vertalen en gebruikenbinnen de eigen ontwerpstrategie.1.7 De student kan het creatief ontwerpen inzetten als onderzoeksmethode.2.2 De student kan uit de veelheid van informatie een kritische selectie en analyse maken met het oogop toepasbaarheid bij zijn concrete ontwerpvraag. 2.3 De student ontwikkelt een kritische houding waarmee verschillende aspecten van de ontwerpvraagonderzocht worden.2.5 De student kan omgaan met cultuurverschillen.2.6 De student kan de grenzen van de discipline en de rol van de architect internationaal verkennen. Hijgaat opzoek naar nieuwe noden en nieuwe uitdagingen.2.8 De student kan de methodologische grenzen van zijn gekozen traject inschatten enkritisch-argumentatief duiden.3.3 De student ontwikkelt op gevorderde wijze beeldende en grafische vaardigheden en gebruikt dezeals element van zijn onderzoeksproces.3.4 De student kan het ontwerp inzetten als bemiddelend medium in het architecturaal enmaatschappelijk debat.


De student getuigt van creativiteit en beheerst het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën,problemen en oplossingen; de student beheerst het vermogen tot kritische reflectie.De student toont begrip van de systematische kennis van de kernelementen van een discipline en desamenhang met andere vakgebieden. Vanuit de voordien aangereikte technieken en denkwijzen moetde student een hoogstpersoonlijke beeldende taal te onwikkelen. De student wordt in deze elective,door een thematische exploitatie zijn/haar eigen hard- en software.De student begrijpt het bredere veld rond de discipline en erkent de nood om zijn/haar discipline binnendeze aanpalende domeinen te verrijken. Een grondige kennis van scenografie en retoriek, een nietaflatende honger naar topinformatie en de zin om zijn/haar werkmethodiek permanent tot uitersten tedrijven zijn de inzet van Remix in Wonderland.De student beheerst de algemene en specifieke beroepsgerichte competenties nodig voor dezelfstandige aanwending van wetenschappelijke, theoretische en artistieke kennis op het niveau vaneen beginnend beroepsbeoefenaar.

Inhoud / ContentsEen inleiding in 'storytelling'. Gevoed door voorbeelden uit film en theater, door wandelingen doorsteden, door action games. De retorica van de oude Griekse meesters is een wetenschap die net zogoed op ruimtelijke sequensen als op redevoeringen te testen valt: we verkennen de preciezeopeenvolging van retorische hoofdstukken vormgegeven als plaatsen, haltes in veranderendelandschappen, ingericht met objecten als metaforen en krachtige memo-actieve beelden. Het resultaatbouwen we op in vier intensieve werkmomenten, gevoed door inspiratie uit theorie en praktijk engedreven door de groepsgeest: een scenografie in realiteit en virtualiteit. De kernwoorden zijn: scenario,fiectie, narratief, architecthings, sample, fetish, neo-picturesque, noise, performance, ervaring, 2 1/2-D.


Pagina 2/3


5 Codes: Architecture, Paranoia and Risk in Times of Terror ed. Igmade, Stephan Trüby, Gerd deBruyn, Iassen Markov, Daniel Hundsdörfer, Birkhäuser, 2006.The World of Madelon Vriesendorp: Paintings / Postcards / Objects / Games ed. Stephan Trüby,Shumon Basar, AA Publications, 2008.Felix Gonzales-Torres ed. Julie Ault, Steidldangin Publishers, 2006.eBoy Hello, Verlag Hermann Sxhmidt Mainz, 2002.


R&Sie architects: Spoiled Climate ed. Andreas Ruby, Benoît Durandin, Birkhauser, 2004."www.pfeifle.dewww.baptistedebombourg.comwww.johnkormeling.nl www.caiguoqiang.com hello.eboy.com www.jandecock.net www.dsrny.com

Onderwijsvorm / Teaching methodDe werkvorm bestaat uit vier blokken van intensieve workshops (23u), telkens voorafgegaan door eenintroductieles (3u) met voorbereidende thuisstudie (6u). De intensieve werkmomenten vereisen eenaparte werkvorm, die nader bepaald moet worden, afhankelijk van het docerend team en hetstudentenaantal.

Evaluatievorm / Assessment methodEvaluatie in vier blokken: 1 credit per blok en twee credits op het finale blok. praktische oefeningen. Tentoongestelde scenografie.


Indienen en mondelinge verdediging van het werkstuk en/of de paper.Oefeningen die individueelgemaakt zijn bij de eerste examenkans, worden integraal hernomen. Oefeningen die in groepssverbandgemaakt zijn bij de eerste examenkans, worden individueel hernomen. Indien de student voortbouwt opeen groepsresultaat uit de eerste examenkans, dient de student die groepswerking nauwkeurig in beeldte brengen zodat de persoonlijke bijdrage van de student aan het groepswerk kan worden geduid en debeoordeling van het individuele aandeel in het eindresultaat mogelijk wordt. De permanente evaluatiegebeurt aan de hand van een gedetailleerd logboek dat toelaat de authenticiteit van het werk, deprogressie in de ontwikkeling van dit werk en de persoonlijke inzet van de student te evalueren.



Pagina 3/3

ARS1 - 11/ 31 elective parametric design & digitalfabrication





studiebelasting



/


De studenten in de academische bachelors en masters worden geacht in staat te zijn Frans-, Duits- enEngelstalige vakliteratuur te kunnen lezen en begrijpen. (OER, art. 48)De student beschikt over competenties gelijkaardig aan die verworven in de opleidingsonderdelengeschiedenis en theorie, wetenschappen en mixed media van de bachelor architectuur.De student beschikt over een basiservaring met en interesse voor computer ondersteund ontwerpen.


/


/


/

Doelstelling / Goal

Pagina 1/4


/


1.2 De student heeft het vermogen zijn ontwerp te koppelen aan verschillende ruimtelijke schaalniveau'sen de dimensie tijd.1.3 De student is in staat om het actuele internationaal architectuurdiscours te interpreteren en eeneigen, op onderzoek gefundeerd, antwoord te genereren.1.4 De student kan zelfstandig onderzoeksresultaten, -methoden en -technieken vertalen en gebruikenbinnen de eigen ontwerpstrategie.1.5 De student kan een conceptueel- programmatische logica inzetten als ontwerpstrategie. 1.6 De student kan denken in mogelijkheden. De student exploreert multidisciplinair en intercultureelverschillende ontwerpmethodieken, scenario's en simulaties.1.7 De student kan het creatief ontwerpen inzetten als onderzoeksmethode.1.10 De student beschikt over het vermogen en de creativiteit om kennis en inzichten continu verder uitte breiden.2.3 De student ontwikkelt een kritische houding waarmee verschillende aspecten van de ontwerpvraagonderzocht worden.2.4 De student heeft een breed cultuurhistorische inzicht om, binnen een complexe probleemstelling,een positie in te nemen ten opzichte van zijn eigen tijd en deze te expliciteren.De student kan een standpunt innemen ten aanzien van een complex cultureel-wetenschappelijk betoogof positiebepaling en integreert dat binnen zijn eigen ontwerpstrategie.2.8 De student kan de methodologische grenzen van zijn gekozen traject inschatten enkritisch-argumentatief duiden.2.9 De student kan een kruisbestuiving met andere disciplines introduceren.3.2 De student is in staat om met actoren van de praktijk en de onderzoeksgemeenschap tediscussiëren en begrijpt hoe de theorievorming in een dynamische relatie staat tot de praktijk en hetactuele architectuurdebat.4.2 De student kan gevorderde technische uitrustingsconcepten ontwikkelen vanuit de zorg voorcomfortkwaliteit en duurzaamheidbewustzijn.4.3 De student heeft inzicht in fundamentele differentiaties tussen verschillende structurele configuratieswaarmee een bouwwerk kan worden gerealiseerd.4.4 De student kan projectspecifieke concepten in verband met brandveiligheid, akoestiek en anderebouwfysische factoren hanteren binnen het architectuurconcept en zijn uitwerking.


De student kan omgaan met complexe problemen; de student beheerst het vermogen tot communicerenvan het eigen onderzoek en probleemoplossingen met vakgenoten en leken.De student kan methoden en technieken gebruiken in onderzoek; kan paradigma's in het domein vanwetenshappen of kunsten toepassen en de grenzen van paradigma's aanduiden; de student beheersthet vermogen tot creativiteit en orginaliteit met het oog op het continu uitbreiden van kennis eninzichten.De student heeft inzicht in het domein van het computerondersteund ontwerpen (CAD) en digitaleproductiemethoden (CAM) ; de student is in staat de wijze waarop theorievorming in dit domein beweegt te volgen en te interpreteren; de student beheerst vaadigheden als ontwerpen,onderzoeken, analyseren, diagnosticeren.De student beheerst de algemene en specifieke beroepsgerichte competenties nodig voor dezelfstandige aanwending van wetenschappelijke of artistieke kennis op het niveau van een beginnendberoepsbeoefenaar.

Inhoud / Contents

Pagina 2/4

Deze elective geeft inzicht in de mogelijkheden en betekenis van nieuwe technologieën zoals parametricdesign & digital fabrication voor de hedendaagse ontwerppraktijk. Naast theoretische introducties in dehistorische, bouwtechnische, wiskundige en computertechnische basis van parametrisch ontwerpenworden digitale ontwerp (CAD) en fabricage technieken (CAM) aangeleerd a.d.h.v. concreteontwerpopgaves.



The Grasshopper Primer(http://www.liftarchitects.com/journal/2009/3/25/the-grasshopper-primer-second-edition.html)


Rajaa Issa, Essential Mathematics for Computational Design(http://www.grasshopper3d.com/profiles/blogs/new-publication-essential) Terzidis, K., AlgorithmicArchitecture, Architectural Press, London, 2006.Terzidis, K., Algorithmic Architecture, Architectural Press, London, 2006.Kolarevic,B. Klinger,K (eds), Manufacturing Material Effects: Rethinking Design and Making inArchitecture, Routledge London, 2008.Sakamoto, T. (ed)., From Control to Design: Parametric/Algorithmic Architecture, Barcelona : Actar,2008.Aranda, B. and Lasch, C., Pamphlet Architecture 27: Tooling, New York : Monacelli Press, 2006.Flake, G.W., The Computational Beauty of Nature: Computer Explorations of Fractals, Chaos, ComplexSystems, and Adaptation, MIT Press, Cambridge,1998.

Onderwijsvorm / Teaching methodhoorcollegesbegeleidende oefeningenworkshop

Evaluatievorm / Assessment methodpermanente evaluatie van het werkprocespraktische oefeningenmondelinge verdediging


Indienen en mondelinge verdediging van het werkstuk en/of de paper enOefeningen die individueelgemaakt zijn bij de eerste examenkans, worden integraal hernomen en Oefeningen die ingroepssverband gemaakt zijn bij de eerste examenkans, worden individueel hernomen. Indien destudent voortbouwt op een groepsresultaat uit de eerste examenkans, dient de student diegroepswerking nauwkeurig in beeld te brengen zodat de persoonlijke bijdrage van de student aan hetgroepswerk kan worden geduid en de beoordeling van het individuele aandeel in het eindresultaatmogelijk wordt. De permanente evaluatie gebeurt aan de hand van een gedetailleerd logboek dat toelaat de authenticiteit van het werk, de progressie in de ontwikkeling van dit werk en de persoonlijke inzet

Pagina 3/4

van de student te evalueren



Pagina 4/4

ARS1 - 11/ 31 elective monumentenzorg




Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsWim Oers 1 5 stp - tussen 125 en 150 u

studiebelasting



/




/


/


/

Doelstelling / Goal


/

Pagina 1/3


1.5 De student kan een conceptueel- programmatische logica inzetten als ontwerpstrategie.2.1 De student kan omgaan met complexe problemen in een onzekere context waarin cultureleaspecten en achtergronden worden meegenomen.2.3 De student ontwikkelt een kritische houding waarmee verschillende aspecten van de ontwerpvraagonderzocht worden.2.4 De student heeft een breed cultuurhistorische inzicht om, binnen een complexe probleemstelling,een positie in te nemen ten opzichte van zijn eigen tijd en deze te expliciteren.De student kan een standpunt innemen ten aanzien van een complex cultureel-wetenschappelijk betoogof positiebepaling en integreert dat binnen zijn eigen ontwerpstrategie.3.1 De student kan zowel mondeling, grafisch als schriftelijk communiceren over eigen onderzoek enontwerp ten aanzien van internationale vertegenwoordigers uit de eigen discipline, andere disciplines enderden.


Bijdrage tot de algemene competenties: complexe problemen oplossen (in casu: restauratieopties uitdenken); reflecteren over het eigen denk- &werkproces (om mogelijk bij te sturen) m.b.t. de bestaande charters; eigen onderzoek &probleemoplossingen kunnen communicaren (met vakgenoten en leken) via de presetnatie van eenpaper en de critische reflectie erop door peers & docenten; beoordelen van reeds door anderengenomen opties inzake het erfgoed.Bijdrage tot de algemeen wetenschappelijke competenties: op een gevorderd niveau een optie uitdiepen inzake het erfgoed; het toepassen en kristisch aftasten(d.w.z. de grenzen bepalen) van de heersende charters; kennisuitbrieiding m.b.t. histirschemonumenten (in de ruime zin van eht woord).Gevorderd begrip van en inzicht in de wetenschappelijke-disciplinaire kennis: het opvolgen enincorporeren van de actuele ontwikkeling in het vakgebied; het leveren van een gevatte reflectie in hetvakgebied van monumentenzorg.

Inhoud / Contents

De elective omvat volgende leerinhouden :

de geschiedenis van de monumentenzorg

het "Charter van Venetië" & het "Charter van Florence" + hun (recente) toevoegingen

een overzicht van oorzaken van verval

bespreking van case studies (voorbeeld cases) via geleide bezoeken (aan monumenten &restauratiewerven) en lezingen over specifieke benaderingswijzen

Door het volgen van de elective monumentenzorg wordt de student aangezet om zich een gefundeerdehouding t.a.v. het erfgoed te vormen. De student kan een bewuste houding t.o.v. het erfgoedverwerven door zich te verdiepen in de omgangsvormen t.a.v. het erfgoed - in casu: het Charter vanVenetië (1964) & het Charter van Florence (1981) en hun afgeleiden. Wij streven ernaar dat de studentinzicht verkrijgt in het maatschappelijk, economisch en cultureel belang van het erfgoed en dat hij/zij

Pagina 2/3

een (restauratie)optie leert formuleren en/of beoordelen



ICOMOS internationaal Comité, Charter van Venetië - Het internationaal handvest voor behoud enrestauratie van monumenten en stads- en dorpsgezichten. (Goedgekeurd op het 2de InternationaleCongres van Architecten en Technici op het gebied van monumentenzorg van 25-31 mei 1964 teVenetië. Aanvaard door ICOMOS in 1965. ICOMOS - IFLA, Internationaal Comité, Charter van Florence - het internationaal handvest voor behouden restauratie van historische landschappen, tuinen en parken. Aanvaard door ICOMOS in 1965. Wim Oers, Elective Monumentenzorg, Toledo, 2011.


HAISLG (Werkcomité), Een eeuw zorg om monumentenzorg, HAISLG, Gent, 1981. Haslinghuis E.J., Bouwkundige termen - verklarend woordenboek der westersearchitectuurgeschiedenis, Utrecht/Antwerpen, (druk 5) oktober 2005.

Onderwijsvorm / Teaching methodhoorcolleges en begeleide bezoeken

Evaluatievorm / Assessment methodIndividuele presentatie van een case study op basis van een paper.





Pagina 3/3

SBS1 - 31 elective geschiedenis van destedenbouw: capita selecta


31 elective SB S1


Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsKarel Wuytack 1 5 stp - tussen 125 en 150 u

studiebelasting



BaAR 2.2 De student heeft een breed historisch inzicht en kan dit relateren aan actuele ontwikkelingenin het vakgebied.BaAR 2.3 In staat zijn informatie uit een brede verzameling van internationale bronnen te vergaren en tevergelijken.BaAR 2.4 De student interpreteert dynamisch vanuit verschillende architectuurtheoretischeinvalshoeken.




/


/


/

Pagina 1/3

Doelstelling / Goal


/


1.2 De student kan via ontwerpmatige synthese de mogelijkheden op korte en lange termijn en in functievan gewenste duurzame ruimtelijke en maatschappelijke ontwikkelingen ontwerpen en onderzoeken.1.4 De student is vertrouwd met het stedenbouwkundig denken, de ruimtelijke instrumenten, deplannings- en ontwerpmethodieken. Hij/zij kan deze zelf initiëren.1.8 De student is in staat creatieve adviezen te formuleren, betreffende ruimtelijke planning envergunningsbeleid. Hierbij getuigt hij/zij van inzicht, fijngevoeligheid en nuanceringvermogen.2.2 De student bezit de nodige theoretische kennis om een kritische reflectie over ruimte enmaatschappij te kunnen maken in verleden, heden en toekomst.2.3 De student kan zijn/haar visies over de toekomstige maatschappij en de gewenste ruimtelijkestructuur verdedigen aan de hand van gangbare stedenbouwtheorieën, prognoses en voorbeelden vangelijkaardige cases.4.4 De student kan zich, middels persoonlijke verbeelding, nieuwe communicatie en ontwerpmiddeleneigen maken en deze toepassen in het stedenbouwkundige domein.


bijdrage aan 'omgaan met complexe problemen'; 'Het kunnen reflecteren op het eigen denken enwerken en het kunnen vertalen van die reflectie naar de ontwikkeling van meer adequate oplossingen.bijdrage aan het vermogen tot originaliteit en creativiteit met het oog op het continu uitbreiden van dekennis en inzichten. Bijdrage aan wijze waarop de theorievorming beweegt te volgen en te interpreteren doordat studentenkennis maken met bestaande concepten/modellen die steeds opnieuw geactualiseerd worden.

Inhoud / Contents

De cursus gaat op zoek naar stedenbouwkundige en planologische standpunten, visies en aanpakken inde periode 1945 tot 2000. Volgende thema's komen aan bod in de cursus: ciam, team10, newbrutalisme, structuralisme, situationisme, metabolisme, mega structuren, radical architecture, tendenza,the New York Five, Five on Five, new urbanism en de any-conferenties.



reader


- Mumford Eric, The CIAM Discourse on Urbanism1928-1960, MIT Press Cambridge, London, 2000,375p. - Van der Heuvel Dirck & de Waal Gijs, TEAM 10 between Modernity and the Everyday, Editors TUDelft, Delft, 2005, 305p

Pagina 2/3

- Risselada Max & Van der Heuvel Dirk, TEAM 10 in search of a Utopia of the present, Nai Publishers,Rotterdam, 2005. 370p. - Davidson Cynthia, ANY Conferenties: Anyone(1991), Anywhere(1992), Anyway(1993),Anyplace(1994), Anywise(1995) ,Anybody(1996), Anyhow(1997), Anytime(1998), Anymore(1999),Anything(2000) Rizzoli, New York


Evaluatievorm / Assessment methodPersoonlijk werkstuk waarin een stedenbouwkundig project/wedstrijd uit de periode 1945 - 2000 wordtgeanalyseerd, gesitueerd en besproken. In te dienen tijdens de laatste les.





Pagina 3/3

ARS1 - 11/ 31 elective architectuur en filosofie




Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsGuy Van Kerckhoven 1 5 stp - tussen 125 en 150 u

studiebelasting



/




/


/


/

Doelstelling / Goal


/

Pagina 1/2


/


/

Inhoud / Contents

De behandelde problematiek situeert zich in het domein van de actuele vraagstukken van een filosofievan de architectuur.



Wordt bij het begin van het werkseminarie meegedeeld.


Wordt bij het begin van het werkseminarie meegedeeld.

Onderwijsvorm / Teaching methodWerkseminarie

Evaluatievorm / Assessment methodPermanente evaluatie van de inzet, bijdrage en werkzaamheid van de student.Paper die beantwoordt aan de internationale academische standaards op master niveau.


Paper die beantwoordt aan de internationale academische standaards op master niveau.



Pagina 2/2

ARS1 - 31 heritage and the city


31 heritage and the city AR int S1


Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsRajesh Heynickx , Sven Sterken 1 5 credits - between 125h en 150h

study load



The graduate is able, in an independent way and in conformity with the scientific discipline, to define arelevant research question and a scientific reasoning.The student is familiar with research methodology (finding sources, critical use of sources, drawing up ofa critical bibliography , correct use of a note apparatus, taking a relevant position towards theresearched problems, the ability to take a critical viewpoint on his own conclusions ...).The student has the capacity to communicate insights and questions.The student has the ability to work with a high degree of autonomy.The student is able to speak, read and write English in subjects relating to the broad discipline ofarchitecture. He is able to communicate his views to representatives of his discipline, to representativesof other disciplines and to members of the general public.


/


/


/


/

Pagina 1/3

Doelstelling / Goal


/


1.1. The student assimilates and plays on aspects of the genesis of architecture, such as a sensitivity toproblems and commitment, ethics and architectural theory, context analysis, concept-forming andpersonal imagination;1.3. The student is able to interpret the current international architectural debate and generate his ownresponse, based on research;2.1. The student can deal with complex problems in an uncertain context that involves cultural aspectsand backgrounds;2.4. The student has a broad cultural understanding so as to be able, in the context of a complexproblem, to take up a position with regard to the present time and to express this explicitly;2.6. The student can explore the boundaries of the discipline and the role of the architect at aninternational level. He seeks out new needs and challenges;3.1. The student is able to communicate verbally, graphically and in writing on his own research anddesign to international representatives of his own discipline, other disciplines and other parties;3.2. The student is able to debate with parties who have practical experience and those in the researchcommunity and understands that the formation of theory is dynamically related to practical work andcurrent architectural debate;


1. A command of the general skills at an advanced level, such as the ability to think and act scientifically,deal with complex problems, reflect on his own thought processes and work and carry this reflectionover into the development of more effective solutions, the ability to communicate on his own researchand solutions to problems with fellow students/architects and lay people and the ability to makejudgements in uncertain conditions;2. A command of general scientific skills at an advanced level, such as the ability to use methods andtechniques in research, to plan research, to apply paradigms in the fields of science and the arts, and toindicate the boundaries of paradigms, the ability to be original and creative with the aim of continuallyexpanding knowledge and insight and being able to cooperate in a multidisciplinary environment;3. An advanced understanding of and insight into the knowledge specific to a particular field in scienceor the arts, having an insight into the latest knowledge in the field or parts of it, able to keep up with andinterpret the way the formation of theory is moving, able to make an original contribution to theknowledge in one or more parts of the discipline and the possession of skills specific to the disciplinesuch as design, research, analysis, diagnosis, etc;

Inhoud / ContentsThe course focuses on the urban development projects set up by King Leopold II in Brussels with thehelp of architects, artists and town planners (between 1865 and 1909) as a lesson in the reconstructionof cities. The theoretical courses are complemented with study visits, for example: the royal Wintergardens in Laken, the art-nouveau dwelling Van Eetvelde by Victor Horta and the urban structure of thesquares, the Horta Museum and the development of the suburb Saint-Gilles, the palace of Justice, etc.


Noodzakelijk of verplicht studiemateriaal / Required or obligatory study

Pagina 2/3

materials

Vandenbreeden Jos & Françoise Dierkens-Aubry, Art Nouveau in Belgium, Architecture and interiors,Tielt, Lannoo, 1991.


VANDENBREEDEN Jos & DIERKENS-AUBRY Françoise, The 19th Century in Belgium, Architectureand interiors, (Tielt, Lannoo, 1994). VANDENBREEDEN Jos, 'Toward an Urban Architecture, The Palais des Beaux-Arts', inVANDENBREEDEN Jos & DIERKENS-AUBRY Françoi

Onderwijsvorm / Teaching methodTheoretical courses, study visits

Evaluatievorm / Assessment methodpaper, class discussion


paper



Pagina 3/3

ARS1 - 11 critical urban theory


11 critical urban theory AR int S1


Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsNo documents found. 1 5 credits - between 125h en 150h

study load



The graduate is able, in an independent way and in conformity with the scientific discipline, to define arelevant research question and a scientific reasoning. The student is familiar with research methodology(finding sources, critical use of sources, drawing up of a critical bibliography , correct use of a noteapparatus, taking a relevant position towards the researched problems, the ability to take a criticalviewpoint on his own conclusions ...).The student has the capacity to communicate insights andquestions. The student has the ability to work with a high degree of autonomy. The student is able touse English (in speaking and writing) concerning its own discipline-tied insights and discipline-tiedmethods. He can communicate with representatives from its own discipline, with representatives fromother disciplines and with other members from the society.


/


/


/


/

Pagina 1/3

Doelstelling / Goal


/


1.3 The student is able to interpret the current international architectural debate and generate his ownresponse, based on research.1.10. The student has the capacity and the creativity to continuously expand his knowledge andunderstanding;2.2. Out of the mass of information, the student can make a critical selection and analysis with an eye toits applicability to his actual design problem;2.3. The student develops a critical attitude which he uses to examine various aspects of the designproblem;2.4. The student has a broad cultural understanding so as to be able, in the context of a complexproblem, to take up a position with regard to the present time and to express this explicitly;2.7. The student can take a stance towards a complex cultural-academic argument or statement of aposition and integrate this into his own design strategy; 3.1. The student is able to communicate verbally, graphically and in writing on his own research anddesign to international representatives of his own discipline, other disciplines and other parties;3.4. The student can use the design as a mediating medium in the architectural and social debate


1. A command of the general skills at an advanced level, such as the ability to think and act scientifically,deal with complex problems, reflect on his own thought processes and work and carry this reflectionover into the development of more effective solutions, the ability to communicate on his own researchand solutions to problems with fellow students/architects and lay people and the ability to makejudgements in uncertain conditions;2. A command of general scientific skills at an advanced level, such as the ability to use methods andtechniques in research, to plan research, to apply paradigms in the fields of science and the arts, and toindicate the boundaries of paradigms, the ability to be original and creative with the aim of continuallyexpanding knowledge and insight and being able to cooperate in a multidisciplinary environment;3. An advanced understanding of and insight into the knowledge specific to a particular field in scienceor the arts, having an insight into the latest knowledge in the field or parts of it, able to keep up with andinterpret the way the formation of theory is moving, able to make an original contribution to theknowledge in one or more parts of the discipline and the possession of skills specific to the disciplinesuch as design, research, analysis, diagnosis, etc;4. Either a command of the skills necessary to be able to carry out independent scientific research or theindependent practise of the arts at the level of a novice researcher or artist, or a command of thegeneral and specific professionally-oriented skills needed for the independent application of scientific orartistic knowledge at the level of a novice in the profession

Inhoud / Contents

The course is an advanced seminar in architectural and urban theory and criticism. It gives a closereading of important theoretical debates and discourses in architecture and urbanism in relation tosociety. It analyzes the different manners on how theoreticians have perceived the complex interrelationin architecture, urbanity and landscape. The role of theoretical ideas in conceptualizing, the designing,and interpretation of buildings and urban settings, is critically discussed. Lectures cover a broad rangeof topics, with special focus on year to year different contemporary issues.

Pagina 2/3



Lecture notes and a reader made available on Toledo.


NESBITT Kate (ed.), Theorizing a new Agenda for Architecture. An Anthology of Architectural Theory1965-1995, (Princeton Architectural Press, New York, 1997). OCKMAN, Joan (coll. Edward Eigen), Architecture culture 1943-1968. A Documentary Anthology,(Columbia University, New York, 1993). HAYS, K. Michael (ed.), Architectural Theory since 1968, (MIT-Press, Cambridge (Mass.)/London,2000).HARRIS Steven (Ed): Architecture of the Everyday, (Princeton architectural press, 1997).READ, Architecturally Speaking: Practices of Art, Architecture and the Everyday, (Kindle Edition, 2007).

Onderwijsvorm / Teaching methodClassroom lectures (ex cathedra), and group discussions based on self-study under supervision oflecturer. All texts from the reader are to be prepared for the reader-based discussion which start with abrief descriptive sum-up and continues with specific questions or statements for debate.

Evaluatievorm / Assessment methodThe course is assessed in two ways:1. Contribution in class assignments and reader-based discussions serve as a basis for permanentevaluation. 2A. Literature study - close reading and discussion of a contemporary text on architectural/Urban theorywithin the framework of a certain theme-group work part 1 (40%)2B. Academic paper and presentation before the group. (60%) Authenticity is stressed in the essay.References to other people's work or thoughts is explicitly stated, both in the text as well as in thebibliography. The final output for the essay should approx be 12 pages (text only, excl. title,visualisations or bibliography) and clearly structured, starting from a distinct question or problemstatement (accompanied by a personal motivation). A coherent set of arguments should lead to aconcise conclusion at the end. There is an oral presentation of the essay for the entire group. Moredetails are provided during the lectures.


Students are expected to correct their paper (2B) according to suggestions made by the tutor .



Pagina 3/3

ARS1 - 33 architectural light and colour


33 architectural light andcolour

AR int S1


Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsJan Dekeyser , Erik Geens , Guy Mouton1 5 stp - tussen 125 en 150 u

studiebelasting



Basic knowledge of building physics (natural light) en building services (artificial light). The student isable to speak, read and write English in subjects relating to the broad discipline of architecture. He isable to communicate his views to representatives of his discipline, to representatives of other disciplinesand to members of the general public.


/


/


/


/

Doelstelling / Goal


Pagina 1/3

/


1.1. The student assimilates and plays on aspects of the genesis of architecture, such as a sensitivity toproblems and commitment, ethics and architectural theory, context analysis, concept-forming andpersonal imagination;1.2. The student has the ability to relate his design to various spatial scale levels and the timedimension;1.7. The student is able to employ creative design as a research method;1.8. The student is able to formulate his own research or project within the logic of the course anddevelop it as a project or dissertation by means of design-based research;1.9. The student is capable of innovative design;1.10. The student has the capacity and the creativity to continuously expand his knowledge andunderstanding;2.3. The student develops a critical attitude which he uses to examine various aspects of the designproblem;2.4. The student has a broad cultural understanding so as to be able, in the context of a complexproblem, to take up a position with regard to the present time and to express this explicitly;2.7. The student can take a stance towards a complex cultural-academic argument or statement of aposition and integrate this into his own design strategy; 2.8. The student is able to assess the methodological limits of his chosen course and point them out incritical argumentation;2.9. The student is able to introduce cross-connections with other disciplines;3.1. The student is able to communicate verbally, graphically and in writing on his own research anddesign to international representatives of his own discipline, other disciplines and other parties;4.1. The student is able to develop a structural and constructional opinion on the feasibility of a specificdesign. The student has sufficient ability to assess the technical building possibilities


/

Inhoud / Contents

Aim of the course is to proof that light and color are real design-parameters that require an integratedaproach .

After some introduction lectures (physiology of light vs. Manipulation of light, Interpretation of colours vs.Standardisation) the course covers several aspects (case studies) of light and colour in the builtenvironment : - Urban context,- Public interior, - Pivate Interior, -Special Design,- Light-insallation, -scenographic aplication.

Practical exercices and workshop on : - lightsimulation & visulaisation- integrated lightdesigns

Pagina 2/3

- try-out lightdesign. ("Black Box"-workshop)

During a 2-3 days studytrip a light-studio visit and some prominent projects (De Singel, Vlos, Kolumba,Cenre for inernatinal light art Unna, LightArt Biennale Ruhr, "Light&Building - Frankfurt,...) will reveal thepotential of colour and light.



Lecture notes / formularium / software made available on Toledo.


Mark Karlen, James R. Benya, "Lighting - Design Basics", John Wiley & Sons, 2004Bernard Paule, "Eclaragisme : Eléments de vase", EPFL Lausanne, 2003Derek Philips, "Daylighting - Natural Light in Architecture", Architectural Press, 2004Page One publishing (ed.), Colors, - architecture in detail", Page Onze Publishing, 2004Dames Nikolas, "Dictionary of Architecture and Building Construction", Architectural Press, 2008

Onderwijsvorm / Teaching methodLectures & forum / design-exercises & workshop / studytrip & research

Evaluatievorm / Assessment methodPermanent evaluation & logbook / 3D-analyses and -presentation & application in lightlab/ reporting &essay


3D-analyses and -presentation & application in lightlab (1/2) / reporting & essay (1/2)



Pagina 3/3

ARS1 - 12 mapping the urban


12 mapping the urban AR int S1


Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsNo documents found. 1 5 credits - between 125h en 150h

study load





/


/


/


/

Doelstelling / Goal


/

Pagina 1/3


/


1.The student is capable to deal with complex problems and to think and act in a scientific way , theycan reflect upon their own thinking, can communicate their scientific research to a third party in acomprehensive way and can posse an own judgement in an uncertain context2.The student is capable to understand, to develop and to apply objective and intuitional methods andtechniques of spatial analysis and GIS ant to implement them on an own design proces in a specificlocation3.The student understands the possibilities of spatial analysis and GIS and has the ability to conductand communicate spatial analytical research. The student is able to give an original creative contributionto mapping in an urban context 4.The student masters the overall and specific competences needed for the independent application ofscientific and artistic knowledge on the level of a begining professional

Inhoud / Contents

Understanding the capabilities of Geographic Information Systems in the service of architectural design,both in the preparatory phase (research phase) of the design and in the presentation stage. After a brieftheoretical introduction follow a number of practical sessions with compulsory exercises where thestudents get acquainted with the possibilities of the data collection, analysis and communication ofspatial information. Attention is given to 3D GIS and spatial analysis and assignments can be specificallyapplied to the content and/or the area of the studio assignment.

After a brief theoretical introduction follow a number of practical sessions with compulsory exerciseswhere the students get acquainted with the possibilities (and limitations) of the collection, analysis andcommunication of spatial information. Much attention is given to 3D GIS and spatial analysis and theassignments are specifically applied to the content and/or the area of the studio contract. Students areencouraged to apply techniques learned in their studio assignments and be assisted in this by consultinghours.



/


/

Onderwijsvorm / Teaching methodlecturesdesignexercises

Pagina 2/3

Evaluatievorm / Assessment methodpermanent evaluation of the work process


evaluation of the work process ont the basis of a log book; evaluation of the final result of the exercises.


Aanwezigheidsvoorwaarde om toegelaten te worden tot het examen /Required attendance to take part in examThe student should have attended a minimum of 80% of the contact hours and participated actively inthe educational activities

Pagina 3/3

SLS1 - 11/ 31 elective leiding geven en ondernemen




Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsJohan Rutgeerts 1 5 stp. tussen 125 en 150

studiebelasting



geen speciale voorbereiding noodzakelijk


gemotiveerd zijn om actief deel te nemen is noodzakelijk


/


/


/

Doelstelling / Goal


/


Pagina 1/3

4.De student communiceert en rapporteert over onderzoek en ontwerp met actoren uit de eigendiscipline, uit andere disciplines en uit de samenleving. De student hanteert mondelinge, schriftelijke engrafische presentatietechnieken om over al dan niet eigen stedenbouwkundige projecten en visiesduidend en helder te negotiëren.4.2.De student hanteert gepaste expressiemethoden (zowel grafische, mondelinge als schriftelijke) omeigen ideeën te formuleren.


/

Inhoud / Contents

- leiderschap en autoriteit, wat is dat

-verschillende vormen van leiderschap

-time-management

-hulpmiddelen om leiderschap te vestigen

-strategisch denken, delegeren en motiveren, onderhandelen en onderhandelingstechnieken

-



cursus leiding geven


Good to Great Jim Collins, Business Bibliotheek 2004Leiderschap Marshall Loeb & Stephen Kindel - Pearson Education Benelux 2004Excellent onderhandelen - Roger Fisher, William Ury & Bruce Patton - Business Bibliotheek 2005Effectief Leiding geven - De Gordonmethode Dr Thomas Gordon - Tirion 2005

Onderwijsvorm / Teaching methodhoorcolleges, rollenspellen, trainingen, zelfstudie, probleemgestuurd zoeken

Evaluatievorm / Assessment methodmondelinge presentatie voor een groep van een tema omtrent leiding geven, gebaseerd op

Pagina 2/3

literatuurstudie en eigen ervaring


mondelinge presentatie voor een groep van een tema omtrent leiding geven, gebaseerd opliteratuurstudie en eigen ervaring


Aanwezigheidsvoorwaarde om toegelaten te worden tot het examen /Required attendance to take part in examvan de studenten wordt een actieve deelname tijdens de colleges verwacht

Pagina 3/3

ARS1 - 11/ 31 elective dirkydomes




Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsDirk Jaspaert 1 5 stp - tussen 125 en 150 u

studiebelasting



/






/


/

Doelstelling / Goal


/

Pagina 1/3


/


/

Inhoud / ContentsInleidende hoorcolleges (bedekken van een bol, Buchminster Fuller, hypars en andere wiskundigeschaalstructuren ; celoverkoepelingen, specifieke materialen,...) leiden tot een designatelier waarbij eeneigen voorstel van intelligente celoverkoepeling wordt ontwikkeld, berekend, getekend (vZome, Rhino)en gerealiseerd (schaalmodel)



Dirk Huylebrouck, "Regular Polyhedral Lattices of Genus 2: 11 Platonic Equivalents?", Proc. Bridges2010 Conference, Pécs, Hungary, 2010.Baldwin, "Bucky Works, Buckminster Fuller's Ideas for Today", John Wiley & Sons, 1996


Steven Dutch's web site: http://www.superliminal.com/geometry/infinite/infinite.html.David A. Richter's web site:http://homepages.wmich.edu/~drichter/hyperbolicimbed.htm.Wikipedia:http://en.wikipedia.org/wiki/Infinite_skew_polyhedron#Regular_skew_polyhedra.Dirk Huylebrouck, Wiskundig voetballen, EOS-magazine, juni 2010.Conzett, Mostafavi, Mohsen, ed., "Structure as Space: Engineering and Architecture in the Works ofJurg Conzett and his Partners", Architectural Association London, 2006 (ISBN: 1902902017).Motro René, "Tensegrity : structural systems for the future", Kogan Page Science, 2003Chilton John, "Space Grid Structures", Architectural Press, 2000Heino Engel, "Structure systems", Verlag Gerd Hatje, 1999.

Onderwijsvorm / Teaching methodintroductiecolleges, workshops & reviews,



evaluatie van het proces op basis van de ingediende documenten; praktische oefening met mondelingeverdediging. De oefening is individueel werk, eventueel gebruikmakend van het gepresteerde werk voorde eerste examenkans.


Pagina 2/3


Pagina 3/3

ARS1 - 11/ 31 elective colourspace




Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsWim Goossens 1 5 stp - tussen 125 en 150 u

studiebelasting



/


De studenten in de academische bachelors en masters worden geacht in staat te zijn Frans-, Duits- enEngelstalige vakliteratuur te kunnen lezen en begrijpen. (OER, art. 48)De student beschikt over competenties gelijkaardig aan die verworven in de opleidingsonderdelengeschiedenis en theorie, wetenschappen en mixed media van de bachelor architectuur.De student beschikt over een basiservaring met en interesse voor digitale en analogekleurtoepassingen.


gelijktijdigheid


/


/

Doelstelling / Goal


Pagina 1/4

/


1.3 De student is in staat om het actuele internationaal architectuurdiscours te interpreteren en eeneigen, op onderzoek gefundeerd, antwoord te genereren.1.4 De student kan zelfstandig onderzoeksresultaten, -methoden en -technieken vertalen en gebruikenbinnen de eigen ontwerpstrategie.1.5 De student kan een conceptueel- programmatische logica inzetten als ontwerpstrategie. 1.6 De student kan denken in mogelijkheden. De student exploreert multidisciplinair en intercultureelverschillende ontwerpmethodieken, scenario's en simulaties.1.7 De student kan het creatief ontwerpen inzetten als onderzoeksmethode.1.8 De student kan een eigen onderzoek of project formuleren binnen de logica van het traject en alsproject of dissertatie uitwerken door middel van ontwerpmatig onderzoek.1.9 De student is in staat innovatief te ontwerpen.1.10 De student beschikt over het vermogen en de creativiteit om kennis en inzichten continu verder uitte breiden. 2.3 De student ontwikkelt een kritische houding waarmee verschillende aspecten van de ontwerpvraagonderzocht worden.2.4 De student heeft een breed cultuurhistorische inzicht om, binnen een complexe probleemstelling,een positie in te nemen ten opzichte van zijn eigen tijd en deze te expliciteren.3.2 De student is in staat om met actoren van de praktijk en de onderzoeksgemeenschap tediscussiëren en begrijpt hoe de theorievorming in een dynamische relatie staat tot de praktijk en hetactuele architectuurdebat.3.3 De student ontwikkelt op gevorderde wijze beeldende en grafische vaardigheden en gebruikt dezeals element van zijn onderzoeksproces.3.4 De student kan het ontwerp inzetten als bemiddelend medium in het architecturaal enmaatschappelijk debat.


De student beschikt over het vermogen om op een wetenschappelijke manier te denken en te handelen,kan omgaan met complexe problemen, kan reflecteren op het eigen dnken, kan het eigen onderzoekcommuniceren naar derden en beschikt over een eigen oordeelsvermogen in een onzekere context.De student kan paradigma's in het domein van de wetenschappen of kunsten toepassen en de grenzenvan deze paradigma's duiden; de student beschikt over originaliteit en creativiteit met het oog opkennisuitbreiding; de student kan samenwerkin en communiceren in een multidisciplinaire omgeving.De student heeft een vergevorderd inzicht en begrip van toepagepaste kleurtheorie- en geschiedenis enkan deze kennis creatief omzetten in het eigen ontwerpproces; de student kan vanuit het ontwerpendonderzoek een creatieve en originele bijdrage leveren aan het domenin van de kleurtheorie en dearchitectuur.De student beschikt over de competenties voor het zelfstandig verrichten van wetenschappelijkonderzoek en/of de zelfstandige beoefening van de kunsten; de student beheerst een aantal zeerspecifieke beroepsgerichte competenties die noodzakelijk zijn voor de zelfstandige aanwending vanwetenschappelijke of artistieke kennis op het niveau van een beginnend kunstenaar.

Inhoud / ContentsDe elective coulourspace heeft als onderwerp het fenomeen kleur. Kleur wordt vanuit een theoretische,historische, wetenschappelijke, experimentele en intuïtieve benaderd. Centraal daarbij staat deruimtelijke werking van kleur - kleur als architecturaal medium - en niet zozeer de decoratievetoepassingen. Coulour space draait volledig om het ontwerp van een exhibitiepaviljoen dat de illustratievormt van de ruimtelijke mogelijkheden van kleur. Als voorstudie wordt samen met de studenten eenaantal ruimtelijke kleurexperimenten opgezet om hyopotheses te verifiëren of potenties te ontdekken.

Pagina 2/4

Het ontwerp, of een deel ervan dient uiteindelijk op schaal 1:1 te worden gerealiseerd.



/


www.olafureliasson.netwww.colourlight-center.chwww.led-colourlab.chwww.creasearching.chwww.riea.chde Heer Jan, De Architectonische Kleur, De Polychromie in de puristische architectuur van LeCorbusier. Uitgeverij 010, Rotterdam 2008 (ISBN-13: 9789064506703).Komossa Susanne e.a., Kleur in de hedendaagse architectuur. SUNarchitecture, Amsterdam 2009(ISBN-13: 9789085065746).Van Gelder Hilde, Pieter Vermeersch, Acoustic Abstractions. Lieven Gevaert Research Centre forPhotography and Visual Studies, Leuven 2006 (ISBN-13: 9789076979397).Livingstone M, Vision and Art. The Biology of Seeing. Harry N. Abrams, New York, 2002 (ISBN:0810904063).

Onderwijsvorm / Teaching methodex cathedra theorielezingen praktijk

Evaluatievorm / Assessment methodbegeleide oefeningenpermanente evaluatie van het werkprocesmondelinge verdedigingpraktische oefeningen


Indienen en mondelinge verdediging van het werkstuk en/of de paper.Oefeningen die individueelgemaakt zijn bij de eerste examenkans, worden integraal hernomen. Oefeningen die in groepssverbandgemaakt zijn bij de eerste examenkans, worden individueel hernomen. Indien de student voortbouwt opeen groepsresultaat uit de eerste examenkans, dient de student die groepswerking nauwkeurig in beeldte brengen zodat de persoonlijke bijdrage van de student aan het groepswerk kan worden geduid en debeoordeling van het individuele aandeel in het eindresultaat mogelijk wordt. De permanente evaluatiegebeurt aan de hand van een gedetailleerd logboek dat toelaat de authenticiteit van het werk, deprogressie in de ontwikkeling van dit werk en de persoonlijke inzet van de student te evalueren.


Aanwezigheidsvoorwaarde om toegelaten te worden tot het examen /

Pagina 3/4

Required attendance to take part in examDe student dient ten minste 80% van de contacturen aanwezig te zijn en actief deel te nemen aan deonderwijsactiviteiten

Pagina 4/4

SBS1 - 31 elective ruimte en macht


31 elective SB S1


Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsNo documents found. 1 5 stp - tussen 125 en 150 u

studiebelasting



BaAR 2.1 De student heeft kennis van basisbegrippen van/in de sociologie, antropologie, ecologie,...)en kan deze kritisch duiden en onderbouwen.BaAR 2.3 In staat zijn informatie uit een brede verzameling van internationale bronnen te vergaren en tevergelijken.BaAR 2.5 De student kan een visie ontwikkelen en deze relateren aan maatschappelijke relevanteontwerpen.BaAR 2.6 De student kan historisch materiaal inzichtelijk en kritisch verwerken.




/


/


/

Doelstelling / Goal

Pagina 1/3


/


2.2 De student bezit de nodige theoretische kennis om een kritische reflectie over ruimte enmaatschappij te kunnen maken in verleden, heden en toekomst.2.3 De student kan zijn/haar visies over de toekomstige maatschappij en de gewenste ruimtelijkestructuur verdedigen aan de hand van gangbare stedenbouwtheorieën, prognoses en voorbeelden vangelijkaardige cases.2.4 De student reflecteert kritisch en grensverleggend over stedenbouwkundige paradigma's.4.1 De student onderscheidt, interpreteert en hanteert de taal van de verschillende deelnemers van eeninterdisciplinair team.4.2 De student hanteert gepaste expressiemethoden (zowel grafische, mondelinge als schriftelijke) omeigen ideeën te formuleren.


bijdrage tot het het vermogen om op een wetenschappelijke wijze te denken en handelen d.m.v.hoorcolleges, boekbesprekingen en het schrijven van wetenschappelijke papers; bijdrage tot hetvermogen tot communiceren van het eigen onderzoek en probleemoplossingen met vakgenoten enleken d.m.v. wetenschappelijke papers, workshops en presentaties.bijdrage tot samen kunnen werken in een multidisciplinaire omgeving.bijdrage tot inzicht in de nieuwste kennis van het vakgebied of delen ervan d.m.v. hoorcolleges enlectuur.

Inhoud / Contents

Het idee over de maakbaarheid van de samenleving doorheen de maakbaarheid van de ruimte heeftvelen, vanuit verschillende disciplines beziggehouden. Ook binnen de architectuur- enstedenbouwgeschiedenis heeft men steeds in een optimistisch maakbaarheidsideaal geloofd.Architecten en ruimtelijke planners trachtten op geregelde tijdstippen met veel enthousiasme eennieuwe utopische samenleving te realiseren, goed voor alle inwoners. Doch valt steeds op dat er tocheen onderscheid gemaakt wordt tussen de bewoners van dit nieuwe utopia. Bij de vormgeving van deruimte vanuit een rationeel-utilitair perspectief wordt dit verschil in rekening gebracht. Deze vaststellingverdient onze nadere aandacht vanuit een sociologisch oogpunt: Is een democratische, solidaire enduurzame samenleving realiseerbaar door middel van architectuur, ruimtelijke planning, of stedenbouw?Of zijn er dieperliggende fenomenen of structuren die het doorbreken van de ongelijkheid verhinderen?

De zoektocht naar het antwoord kan in deze elective verschillende insteken hebben: (1) de architectuur-en stedenbouw theorie- en geschiedenis, (2) de maakbaarheid van de samenleving benaderd vanuitenkele andere disciplines (met aandacht voor de ideeën van bijvoorbeeld Bourdieu, Foucault enArendt), en (3) de maatschappelijke positie van de ruimtelijke planning (met aandacht voor het werk vanbijvoorbeeld Piet Saey). Dit laat ons toe de 'nieuwe ruimten' voor de toekomstige samenleving' kritisch teanalyseren.

Er wordt van de studenten verwacht een case study te maken van een bestaand gebouw/buurt inonderling overleg met de docenten. Deze case-studie betreft een mini-onderzoek

Pagina 2/3



Cursusmateriaal ter beschikking gesteld tijdens de lessenElk academiejaar wordt één boek als verplichte lectuur opgegeven.


- Arendt, H. (1963). Over Revolutie: Olympus. - Boomkens, R. (1998): Een drempelwereld. Moderne ervaring en stedelijke openbaarheid, Naiuitgevers, Rotterdam. - Birmingham, E. (1999). Reframing the Ruins: Pruitt-Igoe, Structural Racism, and African AmericanRhetoric as a Space for Cultural Critique. Western Journal of Communication, 63(3), 291-309. - Bourdieu, P. (1993). Effets de lieu. In P. Bourdieu (Ed.), La misère du monde. Paris: Seuil. - De Decker, P. e.a. (2005): Wonen aan de onderkant, Garant, Antwerpen. - De Decker, P., & Newton, C. (2010). Ob padcu utopije / At the fall of Utopia. Urbani izziv/UrbanChallenge, 20(2), 5-13 and 74-82. - Marcuse, P., Connolly, J., Novy, J., Olivo, I., Potter, C., & Steil, J. (2009). Searching for the Just City.Debates in urban theory and practice. New York: Routledge. - Mort Subite (red.): Barsten in België, een geografie van de Belgische maatschappij, EPO, Berchem. - Saunders, P. (1986): Social theory and the urban question, Hutchinson, London.

Onderwijsvorm / Teaching methodhoorcollege, begeleide oefeningen, zelfstudie

Evaluatievorm / Assessment methodPaper & presentatie





Pagina 3/3

SBS1 - 32 management & regie


32 management & regie SB S1



uur studiebelasting





/


soepele volgtijdelijkheid


/


/

Doelstelling / Goal


/

Pagina 1/3


1.12 De student kan regelgeving uit andere gewesten en niveaus snel verwerken en naar analogie eenzicht krijgen op de implementatie ervan in een geëigende context.1.14 De student kan een eigen onderzoeksvraag selecteren en formuleren op grond van theorieën en/ofeen praktisch probleem.4.1 De student onderscheidt, interpreteert en hanteert de taal van de verschillende deelnemers van eeninterdisciplinair team.4.3 De student communiceert, zowel mondeling als schriftelijk, in het Nederlands en een andereforumtaal (Engels) over het eigen ontwerpend onderzoek.4.4 De student kan zich, middels persoonlijke verbeelding, nieuwe communicatie en ontwerpmiddeleneigen maken en deze toepassen in het stedenbouwkundige domein.5.1 De student is vertrouwd met het juridisch-administratief kader van de stedenbouw en de ruimtelijkeplanning in Vlaanderen en kan deze kritisch interpreteren t.a.v. de Belgische en internationale context.5.3 De student heeft kennis van projectmanagement en uitvoerbaarheid. Hij/zij past dit toe in hetstedenbouwkundig project op vlak van normen en regels, van vorm, functie, technische uitvoering,grondexploitatie en milieuvoorwaarden.5.4 De student is in staat de eerder verworven juridisch-administratieve inzichten op een creatievemanier te interpreteren en als transitie-instrumenten in te zetten. De student is vertrouwd mettransitieprocessen zowel op vlak van ontwerp, als onderzoek.5.5 De student is vertrouwd met procesmanagement en hanteerbare participatiestrategieën.


4. Hetzij het beheersen van de competenties nodig voor het zelfstandig kunnen verrichten vanwetenschappelijk onderzoek of de zelfstandige beoefening van de kunsten op het niveau van eenbeginnend onderzoeker of kunstenaar, hetzij het beheersen van de algemene en specifiekeberoepsgerichte competenties nodig voor de zelfstandige aanwending van wetenschappelijke ofartistieke kennis op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar.

Inhoud / ContentsManagement en ondernemen - bedrijfs- en organisatiestructuren - bedrijfsculturen - dynamiseren vanhet ondernemerscahap - zin en onzin van bedrijfsplannen - het inner cercle plan - creatief- en ethischondernemen. projectmanagement communicatie technieken



- proces- en projectmanagement, Johan Rutgeerts, 2010-2011 - management en regie, Peter Wittocx, 2010-2011


/

Onderwijsvorm / Teaching methodhoorcolleges


Pagina 2/3

mondelinge presentatie tijdens de les en paper


paper en mondelinge verdediging



Pagina 3/3

SBS1 - 33 landschap


33 landschap SB S1


Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsAnn Voets 1 5 stp. tussen de 125 en de 150

uur studiebelasting



De studenten in de academische bachelors en masters worden geacht in staat te zijn Frans-, Duits- enEngelstalige vakliteratuur te kunnen lezen en begrijpen. (OER, art. 48)1.1, 1.7, 1.9, 2.1, 3.1, 4.2


de student heeft interesse voor en kennis over de ecologie en landschap.


soepele volgtijdelijkheid


/


/

Doelstelling / Goal


/

Pagina 1/3


1.1 De student kan een stedenbouwkundig weefsel vanuit een holistische benadering op verschillendeschaalniveaus kritisch onderzoeken, ontwerpen en procesmatig transformeren in een driedimensionaleruimte. 1.3 De student kan op systematische en synthetische wijze binnen de meerlagige context vanStedenbouw & Ruimtelijke Planning zijn/haar inzichten en visies ontwerpmatig verkennen, onderbouwenen verantwoorden.1.4 De student is vertrouwd met het stedenbouwkundig denken, de ruimtelijke instrumenten, deplannings- en ontwerpmethodieken. Hij/zij kan deze zelf initiëren.1.9 De student kan stedenbouwkundige problemen op verschillende schalen en op verschillendeschaalniveaus stellen en oplossen.1.13 De student kan op ecologische en duurzame wijze ontwikkelingen integreren, plannen bijsturen enconflicten oplossen in zowel een urbane als landschappelijke context.2.1 De student heeft een passende kennis van de geschiedenis van de stedenbouw, evenals inzicht inprocessen die hebben geleid tot menselijke nederzettingen en patronen van ruimtelijk gebruik.3.3 De student gebruikt het begrippenkader van het stedenbouwkundig instrumentarium in functie vaneen ruimtelijke analyse.



Inhoud / Contentslandschap in, als en door stedenbouw



eigen cursusteksten, beschikbaar via Toledo& Marc Antrop, perspectieven op het landschap, Academia,Gent, 2007.


tijdschriften: de blauwe kamer, Topos

Onderwijsvorm / Teaching methodhoorcolleges,begeleide oefeningen met als doel de studenten individueel te laten werken rond eenthema of locatie, workshop met als doel de studenten in teamverband te laten werken rond een themaof locatie

Evaluatievorm / Assessment methodpermanente evaluatie en presentatie van de individuele oefening voor de groep

Pagina 2/3


indienen en presenteren van de individuele oefening



Pagina 3/3

SBS1 - 34 traject


34 traject SB S1


Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsCatherine Mengé 1 15 stp. tussen de 375 en de 450

uur studiebelasting



De studenten in de academische bachelors en masters worden geacht in staat te zijn Frans-, Duits- enEngelstalige vakliteratuur te kunnen lezen en begrijpen. (OER, art. 48)gevorderde ontwerpkwaliteiten in stedenbouwkundig ontwerpmatig onderzoek


/


strenge volgtijdelijkheid,soepele volgtijdelijkheid


/



Doelstelling / Goal


/

Pagina 1/3


1.2 De student kan via ontwerpmatige synthese de mogelijkheden op korte en lange termijn en in functievan gewenste duurzame ruimtelijke en maatschappelijke ontwikkelingen ontwerpen en onderzoeken.1.8 De student is in staat creatieve adviezen te formuleren, betreffende ruimtelijke planning envergunningsbeleid. Hierbij getuigt hij/zij van inzicht, fijngevoeligheid en nuanceringvermogen.1.9 De student kan stedenbouwkundige problemen op verschillende schalen en op verschillendeschaalniveaus stellen en oplossen.1.13 De student kan op ecologische en duurzame wijze ontwikkelingen integreren, plannen bijsturen enconflicten oplossen in zowel een urbane als landschappelijke context.4.3 De student communiceert, zowel mondeling als schriftelijk, in het Nederlands en een andereforumtaal (Engels) over het eigen ontwerpend onderzoek.5.3 De student heeft kennis van projectmanagement en uitvoerbaarheid. Hij/zij past dit toe in hetstedenbouwkundig project op vlak van normen en regels, van vorm, functie, technische uitvoering,grondexploitatie en milieuvoorwaarden.5.5 De student is vertrouwd met procesmanagement en hanteerbare participatiestrategieën.


gevorderd stedenbouwkundig ontwerpen met nadruk op kwaliteitsmanagement, strategie enprocesbeheersing

Inhoud / Contentsstrategisch regionaal ontwerp



een documentatiebundel met literatuurlijst wordt elk academiejaar ter beschikking gesteld


Meysmans Nancy, Design for a region, april 2010, ISBN 9789085069447

Onderwijsvorm / Teaching method1.basisopdracht, ontwerpproject in 2 fasen : eerste fase groepswerk, tweede fase individueel ontwerp 2.workshop : groepswerk 3. theoretische component : lezingen of debat in het atelier

Evaluatievorm / Assessment method1. basisopdracht : permanente review, tussentijdse evaluatiemomenten, eindevaluatie op laatsteatelierdag door atelierdocent eventueel bijgestaan door interne of externe deskundigen2. workshop : evaluatie op laatste dag door atelierdocenten, vaksgroepvoorzitter van semesterthema(management) en door een evaluatieteam (3 docenten) betrokken bij de workshop3. theoretische component : krijgt afzonderlijke quotering door docent



Pagina 2/3



Pagina 3/3

SBS2 - 42 masterproef


42 masterproef SB S2


Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsJiri Klokocka 2 25 stp. tussen de 625 en de 750

uur studiebelasting



De studenten in de academische bachelors en masters worden geacht in staat te zijn Frans-, Duits- enEngelstalige vakliteratuur te kunnen lezen en begrijpen. (OER, art. 48)De masterproef ligt in het verlengde van de trajecten die de student gedurende de 3 semesters van demasteropleiding heeft doorlopen. In de drie voorgaande semesters wordt met de student intensiefgewerkt aan de wetenschappelijke en ontwerpmatige ontwikkeling en uitdieping van destedenbouwkundige materie.


Dit opleidingsonderdeel veronderstelt reeds gespecialiseerde ontwerpkwaliteiten en kennis instedenbouw als discipline en in het bijzonder in het ruimtelijk ontwerpmatig onderzoek




Het opleidingsonderdeel mag slechts opgenomen worden wanneer de student nog maximaal 66 stp.moet verwerven om het diploma te behalen.



Pagina 1/4

Doelstelling / Goal


/


1.3 De student kan op systematische en synthetische wijze binnen de meerlagige context vanStedenbouw & Ruimtelijke Planning zijn/haar inzichten en visies ontwerpmatig verkennen, onderbouwenen verantwoorden.1.5 Hij kan op een artistieke wijze denken en handelen in een gepast ruimte/tijdskader.1.10 De student is in staat ruimtelijke concepten te ontwikkelen die tegelijkertijd aan esthetische,technische, maatschappelijke en functionele eisen voldoen.1.12 De student kan regelgeving uit andere gewesten en niveaus snel verwerken en naar analogie eenzicht krijgen op de implementatie ervan in een geëigende context.2.2 De student bezit de nodige theoretische kennis om een kritische reflectie over ruimte enmaatschappij te kunnen maken in verleden, heden en toekomst.2.4 De student reflecteert kritisch en grensverleggend over stedenbouwkundige paradigma's.2.5 De student is in staat kritisch te reflecteren over de eigen competenties betreffende ontwerpendonderzoek. Hij/zij kan deze ook in een professionele context op systematische en aantoonbare wijzetoepassen.3.6 De student is in staat op iteratieve wijze de beperktheden van de gehanteerde methodes teoverstijgen.4.1 De student onderscheidt, interpreteert en hanteert de taal van de verschillende deelnemers van eeninterdisciplinair team.4.4 De student kan zich, middels persoonlijke verbeelding, nieuwe communicatie en ontwerpmiddeleneigen maken en deze toepassen in het stedenbouwkundige domein.5.4 De student is in staat de eerder verworven juridisch-administratieve inzichten op een creatievemanier te interpreteren en als transitie-instrumenten in te zetten. De student is vertrouwd mettransitieprocessen zowel op vlak van ontwerp, als onderzoek.


"De student moet reeds zelfstandig wetenschappelijk/creatief kunnen redeneren en handelen.De algemene competenties zijn het probleemoplossend vermogen, het kritisch kunnen reflecteren overde eigen competenties inzake ontwerpmatig onderzoek werk en/of inzake de systematische enaantoonbare aanwending ervan in een professionele context en hieraan passend gevolg kunnen geven.De student kan reeds met de kritische reflectie over de grenzen van de gehanteerde paradigma's om tegaan.De student heeft reeds de competentie verworven om mondeling en schriftelijk over het eigenontwerpmatig onderzoek te communiceren met vertegenwoordigers uit eigen discipline, metvertegenwoordigers uit andere disciplines en met andere leden uit de samenleving.Doordat de student in een multidisciplinaire omgeving werkt aan zijn onderzoeksproject, metthemacolleges waarin experts ingaan op deelfacetten en met gastcolleges van externe deskundigen,komt er voortdurende uitdaging tot stand om te reflecteren op het eigen denken en werken.""De belangrijkste competenties en kwaliteiten liggen in het synthetiseren van alle verworven kennis enontwerpvaardigheden en hun toepassing in het stedenbouwkundig project. Eigen aan hetstedenbouwkundig ontwerp is dat het steeds 'complexe' of 'ill- structured problems' zijn, problemen dieniet algoritmisch kunnen worden opgelost.De student kan reeds expressiemethoden hanteren om eigen ideeën duidelijk te formuleren. Hiermeewordt bedoeld zowel de grafische weergave, als de mondelinge presentatie, voorstellingswijze,overtuigingskracht en duidelijkheid.

Pagina 2/4

Er wordt ervan uitgegaan dat de student via zelfstudie inzicht heeft verkrijgen in de nieuwste kennis vanhet vakgebied.Tevens moet de student in staat zijn om op grond van een theoretisch en/of praktisch probleem eeneigen onderzoeksthema te selecteren, formuleren en op een hoog academisch niveau tebeantwoorden."

Inhoud / ContentsDe inhoud van de masterproef in het ontwerpatelier is afgestemd op het thema van het betreffendesemester - ruimtelijke synthese. De opdrachtformulering is in functie van de globale opleiding medebepaald door de complexiteitslijn en de themalijn die beide in de loop van het traject intensiever worden.Indien de eerste drie semesters een gradatie vormen in de complexiteit van de stedenbouwkundigematerie, dan betekent de masterproef de synthese ervan. Tevens wordt in de masterproef permanenteterugkoppeling gedaan naar de verschillende aspecten van de eerste drie semesters.Het ontwerpen in de 3D-ruimte is een essentiële ontwerpattitude.Bij de uitwerking van de opdracht op buitenlandse locatie wordt telkens contact gezocht met deprofessionele wereld en met plaatselijke onderwijsinstellingen. De buitenlandse expertise wordt actief bijde masterproef betrokken.De theoretische component bestaat ook bij de masterproef uit twee afzonderlijke lijnen inhoudelijkopgesteld in functie van de concrete opdracht.De internationale positionering van de opleiding, meer bepaald de inhoudelijk kwaliteit van de trajecten,wordt permanent vergeleken via officiële en officieuze contacten van de docenten, via lezingen vanbinnen- en buitenlandse gastdocenten en organiseren van tentoonstellingen van analogestudentenprojecten vanuit binnen- en buitenlandse onderwijsinstellingen.



Het is evident dat voor het stedenbouwkundig ontwerp als proces van wetenschappelijk/creatievesynthese van verschillende elementen - ruimtelijke analyse, ontwerptheorie, contextuele gegevens enandere - geen pasklaar antwoord of schema van literatuurbronnen bestaat. Toch is het noodzakelijk omeigen inzichten en informaties permanent te actualiseren. Dit zowel door de kennis van basisliteratuurmet de nieuwste publicaties aan te vullen, als door het studeren van concrete projecten vanvooraanstaande projectteams. Daarnaast is wordt verwacht dat de student op de hoogte is van derecentste onwikkelingen op het gebied van stedenbouw in Vlaanderen, in België, in Europa en in dewereld.


De aanbevolen bronnen omvatten een brede waaier van wetenschappelijke literatuur, digitaleinformatiebronnen (websites), andere visuele media, zoals films en tentoonstellingen en een lijst vanbevoorrechte getuigen. Dit alles in functie van de concrete atelieropdrachten. Deze informatie wordt aande student samen met de opdrachtomschrijving meegegeven.

Onderwijsvorm / Teaching methodDe masterproef moet responsabiliseren; nadat voordien de ontwikkeling intens werd begeleid enpedagogisch georganiseerd, zal de student nu met een grotere zelfstandigheid moeten optreden. Destudent heeft in principe alle docenten ter beschikking, maar moet zelf de nodige afspraken organiseren(zelf uitmaken welke samenwerking nodig is, wanneer en met welke disciplines). Naast de individuelebegeleiding door de docenten en mentoren worden er tevens verschillende externe interventies ingericht(medeconsult door externen).

Pagina 3/4

Evaluatievorm / Assessment methodDe student wordt beoordeeld zowel op het ontwerpproces (jaarpunten), als op de eindprestaties. Dezebeoordeling van het 'proces' gebeurt door het trajectteam. Het eindresultaat van de proef wordt door de jury beoordeeld. De theoretische componenten wordenafzonderlijk gequoteerd.


indienen en presenteren van alle onderdelen van het traject. Het trajectteam beoordeelt hetontwerpproces op basis van het logboek en het eindresultaat. De jury beoordeelt het eindresultaat.



Pagina 4/4

SBS2 - 42a masterproef


42a masterproef SB S2


Coördinator(en) / Semester / Semester Studiepunten / CreditsCoordinatorsJiri Klokocka 2 24 stp. tussen de 600 en de 725

uur studiebelasting



De studenten in de academische bachelors en masters worden geacht in staat te zijn Frans-, Duits- enEngelstalige vakliteratuur te kunnen lezen en begrijpen. (OER, art. 48)De masterproef ligt in het verlengde van de trajecten die de student gedurende de 3 semesters van demasteropleiding heeft doorlopen. In de drie voorgaande semesters wordt met de student intensiefgewerkt aan de wetenschappelijke en ontwerpmatige ontwikkeling en uitdieping van destedenbouwkundige materie.


Dit opleidingsonderdeel veronderstelt reeds gespecialiseerde ontwerpkwaliteiten en kennis instedenbouw als discipline en in het bijzonder in het ruimtelijk ontwerpmatig onderzoek




Het opleidingsonderdeel mag slechts opgenomen worden wanneer de student nog maximaal 66 stp.moet verwerven om het diploma te behalen.



Pagina 1/4

Doelstelling / Goal


/


1.3 De student kan op systematische en synthetische wijze binnen de meerlagige context vanStedenbouw & Ruimtelijke Planning zijn/haar inzichten en visies ontwerpmatig verkennen, onderbouwenen verantwoorden.1.5 Hij kan op een artistieke wijze denken en handelen in een gepast ruimte/tijdskader.1.10 De student is in staat ruimtelijke concepten te ontwikkelen die tegelijkertijd aan esthetische,technische, maatschappelijke en functionele eisen voldoen.1.12 De student kan regelgeving uit andere gewesten en niveaus snel verwerken en naar analogie eenzicht krijgen op de implementatie ervan in een geëigende context.2.2 De student bezit de nodige theoretische kennis om een kritische reflectie over ruimte enmaatschappij te kunnen maken in verleden, heden en toekomst.2.4 De student reflecteert kritisch en grensverleggend over stedenbouwkundige paradigma's.2.5 De student is in staat kritisch te reflecteren over de eigen competenties betreffende ontwerpendonderzoek. Hij/zij kan deze ook in een professionele context op systematische en aantoonbare wijzetoepassen.3.6 De student is in staat op iteratieve wijze de beperktheden van de gehanteerde methodes teoverstijgen.4.1 De student onderscheidt, interpreteert en hanteert de taal van de verschillende deelnemers van eeninterdisciplinair team.4.4 De student kan zich, middels persoonlijke verbeelding, nieuwe communicatie en ontwerpmiddeleneigen maken en deze toepassen in het stedenbouwkundige domein.5.4 De student is in staat de eerder verworven juridisch-administratieve inzichten op een creatievemanier te interpreteren en als transitie-instrumenten in te zetten. De student is vertrouwd mettransitieprocessen zowel op vlak van ontwerp, als onderzoek.


"De student moet reeds zelfstandig wetenschappelijk/creatief kunnen redeneren en handelen.De algemene competenties zijn het probleemoplossend vermogen, het kritisch kunnen reflecteren overde eigen competenties inzake ontwerpmatig onderzoek werk en/of inzake de systematische enaantoonbare aanwending ervan in een professionele context en hieraan passend gevolg kunnen geven.De student kan reeds met de kritische reflectie over de grenzen van de gehanteerde paradigma's om tegaan.De student heeft reeds de competentie verworven om mondeling en schriftelijk over het eigenontwerpmatig onderzoek te communiceren met vertegenwoordigers uit eigen discipline, metvertegenwoordigers uit andere disciplines en met andere leden uit de samenleving.Doordat de student in een multidisciplinaire omgeving werkt aan zijn onderzoeksproject, metthemacolleges waarin experts ingaan op deelfacetten en met gastcolleges van externe deskundigen,komt er voortdurende uitdaging tot stand om te reflecteren op het eigen denken en werken.""De belangrijkste competenties en kwaliteiten liggen in het synthetiseren van alle verworven kennis enontwerpvaardigheden en hun toepassing in het stedenbouwkundig project. Eigen aan hetstedenbouwkundig ontwerp is dat het steeds 'complexe' of 'ill- structured problems' zijn, problemen dieniet algoritmisch kunnen worden opgelost.De student kan reeds expressiemethoden hanteren om eigen ideeën duidelijk te formuleren. Hiermeewordt bedoeld zowel de grafische weergave, als de mondelinge presentatie, voorstellingswijze,overtuigingskracht en duidelijkheid.

Pagina 2/4

Er wordt ervan uitgegaan dat de student via zelfstudie inzicht heeft verkrijgen in de nieuwste kennis vanhet vakgebied.Tevens moet de student in staat zijn om op grond van een theoretisch en/of praktisch probleem eeneigen onderzoeksthema te selecteren, formuleren en op een hoog academisch niveau tebeantwoorden."

Inhoud / ContentsDe inhoud van de masterproef in het ontwerpatelier is afgestemd op het thema van het betreffendesemester - ruimtelijke synthese. De opdrachtformulering is in functie van de globale opleiding medebepaald door de complexiteitslijn en de themalijn die beide in de loop van het traject intensiever worden.Indien de eerste drie semesters een gradatie vormen in de complexiteit van de stedenbouwkundigematerie, dan betekent de masterproef de synthese ervan. Tevens wordt in de masterproef permanenteterugkoppeling gedaan naar de verschillende aspecten van de eerste drie semesters.Het ontwerpen in de 3D-ruimte is een essentiële ontwerpattitude.Bij de uitwerking van de opdracht op buitenlandse locatie wordt telkens contact gezocht met deprofessionele wereld en met plaatselijke onderwijsinstellingen. De buitenlandse expertise wordt actief bijde masterproef betrokken.De theoretische component bestaat ook bij de masterproef uit twee afzonderlijke lijnen inhoudelijkopgesteld in functie van de concrete opdracht.De internationale positionering van de opleiding, meer bepaald de inhoudelijk kwaliteit van de trajecten,wordt permanent vergeleken via officiële en officieuze contacten van de docenten, via lezingen vanbinnen- en buitenlandse gastdocenten en organiseren van tentoonstellingen van analogestudentenprojecten vanuit binnen- en buitenlandse onderwijsinstellingen.



Het is evident dat voor het stedenbouwkundig ontwerp als proces van wetenschappelijk/creatievesynthese van verschillende elementen - ruimtelijke analyse, ontwerptheorie, contextuele gegevens enandere - geen pasklaar antwoord of schema van literatuurbronnen bestaat. Toch is het noodzakelijk omeigen inzichten en informaties permanent te actualiseren. Dit zowel door de kennis van basisliteratuurmet de nieuwste publicaties aan te vullen, als door het studeren van concrete projecten vanvooraanstaande projectteams. Daarnaast is wordt verwacht dat de student op de hoogte is van derecentste onwikkelingen op het gebied van stedenbouw in Vlaanderen, in België, in Europa en in dewereld.


De aanbevolen bronnen omvatten een brede waaier van wetenschappelijke literatuur, digitaleinformatiebronnen (websites), andere visuele media, zoals films en tentoonstellingen en een lijst vanbevoorrechte getuigen. Dit alles in functie van de concrete atelieropdrachten. Deze informatie wordt aande student samen met de opdrachtomschrijving meegegeven.

Onderwijsvorm / Teaching methodDe masterproef moet responsabiliseren; nadat voordien de ontwikkeling intens werd begeleid enpedagogisch georganiseerd, zal de student nu met een grotere zelfstandigheid moeten optreden. Destudent heeft in principe alle docenten ter beschikking, maar moet zelf de nodige afspraken organiseren(zelf uitmaken welke samenwerking nodig is, wanneer en met welke disciplines). Naast de individuelebegeleiding door de docenten en mentoren worden er tevens verschillende externe interventies ingericht(medeconsult door externen).

Pagina 3/4

Evaluatievorm / Assessment methodDe student wordt beoordeeld zowel op het ontwerpproces (jaarpunten), als op de eindprestaties. Dezebeoordeling van het 'proces' gebeurt door het trajectteam. Het eindresultaat van de proef wordt door de jury beoordeeld. De theoretische componenten wordenafzonderlijk gequoteerd.


indienen en presenteren van alle onderdelen van het traject. Het trajectteam beoordeelt hetontwerpproces op basis van het logboek en het eindresultaat. De jury beoordeelt het eindresultaat.



Pagina 4/4

SBS1 - 11 processen - KU Leuven...-Koolhaas Rem, Junk-space, content, Tachen, Köln, 2004, pp....

Documents

Transcript of SBS1 - 11 processen - KU Leuven...-Koolhaas Rem, Junk-space, content, Tachen, Köln, 2004, pp....