Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen...

106
2010 Daniël Kers & Wendy Kers Samen naar een beter LOB binnen het VMBO-TL Eemland

Transcript of Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen...

Page 1: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

2010

Daniël Kers

&

Wendy Kers

Samen naar een beter LOB

binnen het VMBO-TL Eemland

Page 2: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum
Page 3: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Colofon:

Titel: Samen naar een beter LOB binnen het VMBO-TL Eemland

Auteurs: Daniël A.R.C.F. Kers en Wendy D.W. Kers

Uitgave: Oktober, 2010

In opdracht van:

Vijf VMBO-TL afdelingen binnen de samenwerkende scholen uit het VSV programma in deregio Eem, vertegenwoordigd door de programmaleider ‘Aanpak VSV Eemland’.

Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact metons opnemen via: [email protected]

Gebruik en overname van teksten, ideeën en resultaten uit deze publicatie is toegestaan,mits met bronvermelding.

© 2010, Kers & Kers Loopbaancoaching

Page 4: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

1 Voorwoord | Samen naar een beter LOB

Voorwoord“Het is een pijnlijk besef voor veel werkgevers, maar werk staat simpelweg niet op nummer één bijjongeren” (Boschma, J., Groen, I., 2009, p.158).

Loopbaanoriëntatie- en begeleiding is in het onderwijs de laatste jaren een hot-item. Er wordensteeds meer onderzoeken verricht op het gebied van LOB en de rol die jongeren in hun eigen LOBproces spelen. Deze onderzoeken worden in het onderwijs gebruikt om beleid te evalueren en opbasis van trends een LOB programma op te zetten.

Ons onderzoek, in het kader van het afstuderen aan de opleiding Personeel en Arbeid metloopbaanbegeleiding als hoofdstroom, draagt daar een steentje aan bij. Ons onderzoek richt zich opLOB in de regio Eem (Amersfoort e.o.). Door ons werk zijn we in contact gekomen met deprojectleider VSV Eemland die vanuit een van zijn projecten ( Het Expertisecentrum LOB Eemland)een interessant afstudeervraagstuk voor ons had. Wij willen onze opdrachtgever André Ubels danook hartelijk danken voor de mogelijkheid ons afstudeeronderzoek bij dit project uit te voeren.

Aangezien wij in het kader van ons onderzoek op vijf VMBO-TL scholen meer dan welkom waren,willen wij vanaf deze plek de meewerkende scholen graag bedanken. Onze dank gaat uit naar dedecanen, Hans Roorda, Bas Kuiper, Nicolette Mijnders, Fleur Cerini en Ton Westbroek en dedirectieleden, Mart Drogt, Piet Achterbergh, Elly Loman, Elisabeth Pels Rijcken en Ankie Schouten.Daarnaast willen we Marinka Kuijpers bedanken voor het beschikbaar stellen voor haar vragenlijst.

Ons onderzoeksrapport is in eerste plaats geschreven voor de samenwerkende scholen binnen hetVSV programma in de regio Eem, vertegenwoordigd door onze opdrachtgever de programmaleider‘Aanpak VSV Eemland’. Wij hopen dat dit onderzoeksrapport bij zal dragen aan nieuwe inspiratievoor het verbeteren van het LOB beleid op deze scholen. Zo kan er zowel regiobreed, als perschool gewerkt worden aan het versterken van LOB.

Dit onderzoeksrapport is te gebruiken als theoretische onderbouwing van het LOB programma, alsstartmeting van LOB ervaringen van leerlingen en als leidraad ter verbetering van de LOB. Deonderstreepte woorden werken als hyperlinks en worden verklaard in de verklarende woordenlijst.Tevens werkt ook de inhoudsopgave als hyperlink.

Oktober 2010, Apeldoorn

Daniël A.R.C.F. Kers

Wendy D.W. Kers-Mouw

Page 5: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Inhoudsopgave 2

Inhoudsopgave

VERKLARENDE WOORDENLIJST .....................................................................................................................................3

SAMENVATTING ............................................................................................................................................................6

INLEIDING ......................................................................................................................................................................8

1) ONDERZOEKSOPZET ............................................................................................................................................ 10

1.1 ONDERZOEKSMETHODE ............................................................................................................................................ 101.2 THEORETISCH KADER ................................................................................................................................................ 111.3 KRITIEKE SUCCESFACTOREN ........................................................................................................................................ 13

2) CASUSBESCHRIJVINGEN ...................................................................................................................................... 14

2.1 SCHOOL 1 ............................................................................................................................................................. 142.2 SCHOOL 2 ............................................................................................................................................................. 142.3 SCHOOL 3 ............................................................................................................................................................. 152.4 SCHOOL 4 ............................................................................................................................................................. 152.5 SCHOOL 5 ............................................................................................................................................................. 16

3) ONDERZOEKSRESULTATEN ...................................................................................................................................... 17

3.1 ONDERZOEKSVERLOOP.............................................................................................................................................. 173.2 MET WELKE OPVATTING (VISIE EN BELEID) IS DE LOB BINNEN HET VMBO-TL VORMGEGEVEN? .................................................. 183.3 WELKE VERSCHILLENDE LOB-PRAKTIJKEN ZIJN MOMENTEEL TE ONDERSCHEIDEN OP DE VIJF DEELNEMENDE VMBO-TL SCHOLEN? ....... 183.4 IN HOEVERRE KOMEN DE KRITIEKE SUCCESFACTOREN, ZOALS BESCHREVEN IN DE LITERATUUR, TOT UITING IN HET LOB-PROGRAMMA? .. 19

3.4.1 LOB-visie en –beleid ..................................................................................................................................... 193.4.2 Hersenontwikkeling bij jongeren .................................................................................................................. 193.4.3 Loopbaancompetenties ............................................................................................................................... 193.4.4 Grenservaringen .......................................................................................................................................... 213.4.5 Loopbaandialoog ......................................................................................................................................... 213.4.6 Inzet van het portfolio ................................................................................................................................. 223.4.7 LOB competenties mentoren ........................................................................................................................ 233.4.8 Ouderbetrokkenheid .................................................................................................................................... 23

3.5 WELKE ONDERDELEN IN HET LOB-PROGRAMMA DRAGEN BIJ AAN HET VERWERVEN VAN DE VERSCHILLENDE LOOPBAANCOMPETENTIES

VAN LEERLINGEN IN HET VMBO-TL? ................................................................................................................................. 243.6 HOE KOMEN LEERLINGEN AAN HUN TOEKOMSTBEELD ....................................................................................................... 24

4) CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN ............................................................................................................................ 26

4.1 CONCLUSIES ........................................................................................................................................................... 264.2 AANBEVELINGEN ..................................................................................................................................................... 28

5) LITERATUURLIJST ..................................................................................................................................................... 30

5.1 BOEKEN ................................................................................................................................................................ 305.2 ONDERZOEKEN ....................................................................................................................................................... 305.3 ARTIKELEN ............................................................................................................................................................. 315.4 WEBSITES.............................................................................................................................................................. 31

BIJLAGEN ..................................................................................................................................................................... 32

Page 6: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

3 Verklarende woordenlijst | Samen naar een beter LOB

Verklarende woordenlijstBegrip Uitleg

Aanpak VSV Eemland In de regio Eemland hebben de scholen voor VO, ROC MiddenNederland (VSV-contactschool voor OCW), ROC ASA, Het HoornbeeckCollege en de gemeente Amersfoort (VSV-contactgemeente voor OCW)een werkstructuur ingericht met regionale taakgroepen en eencoördinatiegroep voor de uitvoering van het VSV-programma. Sinds 2009werken zij samen onder de naam ‘Aanpak Voortijdig SchoolverlatenEemland’ met een bijbehorend eigen logo. (VSV-programma Eemland,2010). Voor een overzicht van de projectorganisatie zie bijlage 10.

AMA Decaan Iemand die de vierjarige HBO opleiding Personeel & Arbeid (HRM) aande Academie Mens en Arbeid (AMA) heeft afgerond. Hij of zij is opgeleidals breed HRM professional en heeft zich, door de major en minor keuzeen keuze voor stage en afstuderen, gespecialiseerd in de richtingloopbaanbegeleiding. Bij voorkeur in het onderwijs.

Een AMA Decaan heeft specialistische competenties en vakkennis inonder andere; loopbaanbegeleiding onderwijs en arbeid, methodiek engespreksvoering, opleiden en trainen, kennis van de opleidings- enarbeidsmarkt, het interpreteren- en gebruiken van psycho-diagnostischetest, vorming van visie en beleid, het inzetten van loopbaaninstrumentenen wet en regelgeving.

Beroepsidentiteit Hierbij maken wij gebruik van de definitie van Kuijpers, Meijers en Bakker(2006) “de situatie waarin leerlingen zich (deels) herkenning in debestaande beroepswaarden (die extern gegeven zijn) en zich daarmeegaan identificeren”.

De vijf deelnemendeVMBO-TL scholen

De scholen die deelnemen aan ons onderzoek. Dit zijn scholen metmeerdere leerwegen. Ons onderzoek richt zich enkel op de VMBOTheoretische Leerweg binnen de scholen. Dit zijn vijf afzonderlijkescholen met ieder een eigen directie, die enkel met elkaar verbonden zijndoor het samenwerkingsverband en dezelfde vragen. De deelnemendescholen zijn:

Meridiaan College, Het nieuwe Eemland Meridiaan College, Mavo Muurhuizen Scholengemeenschap Guido de Brès Vathorst College Waldheim Mavo

Decanenkring Decanenkring Eemland, waarbij het begrip decanenkring eensamenwerking tussen decanen in een bepaalde regio betekent.

Eerstelijns decanaat Decanaat waarbij de decaan de enige uitvoerende is op het gebied vanLOB, met soms enige ondersteuning van de mentoren.

Expertisecentrum LOBEemland

Het Expertisecentrum fungeert als vraagbaak, biedt ondersteuning endraagt bij aan kennisdeling tussen mentoren, decanen en(studie)loopbaanbegeleiders in VO en MBO in de regio Eemland. (VSV-programma Eemland, 2010).

Geïntegreerde LOB Loopbaanorientatie en –begeleiding dat is geïntegreerd in de lessen enhet curriculum.

Generatie Einstein Jongeren die geboren zijn na 1988. Ze worden generatie ‘Einstein’genoemd, omdat ze creatief, multidisciplinair en enigszins rebels zijn.

Grenservaringen Hierbij maken we gebruik van de definitie van den Boer (2009)“Ervaringen waarin het individu geconfronteerd wordt met de grenzen diede buitenwereld aan hem stelt”.

Page 7: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Verklarende woordenlijst 4

Begrip Uitleg

HAVO Hoger Algemeen Vormend Onderwijs.Jan Kroondag Regionale beroepen- en opleidingenmarkt gericht op het verkennen van

de mogelijkheid voor derdejaars leerlingen.Kritieke succesfactoren Hierbij maken we gebruik van de definitie van Rockart (1979) “Factoren

die beslissend zijn voor het al dan niet behalen van een vooraf gestelddoel”. In ons onderzoek gaat het dan om de kritieke succesfactoren dieLOB tot een succes maken.

Leerhuizen Een cluster van gerelateerde vakken, waarbij leerlingen zelfstandiginvulling geven aan de uitvoering van deze vakken.

Leerstijl Een manier van leren van de leerling, dit kan zijn als beslisser, dromer,denker of doener.

Lerend Netwerk LOBEemland

Studiemiddagen en bijeenkomsten georganiseerd door hetExpertisecentrum LOB Eemland en de Taakgroep LOB, onder dewerktitel ‘Lerend netwerk LOB Eemland’.

LOB Loopbaanoriëntatie en -begeleiding. Hierbij maken wij gebruik van dedefinitie van Oomen (2002:11) “Het plaatsen van educatie, informatie enbegeleiding in het curriculum om jongeren in staat te stellen, nu en in detoekomst, hun aspiraties en de kansen in hun leven/loopbaan teontdekken, betekenis te geven en te realiseren”.

LOB betrokkenen Ieder personeelslid binnen de organisatie die betrokken ofverantwoordelijk is op het gebied van LOB.

LOB coördinator Een decaan die naast zijn vaste taken verantwoordelijk is voor decoördinatie van de LOB en het aansturen van de mentorcoaches hierbij.

LOB-beleid Beleid op het gebied van loopbaanoriëntatie en –begeleiding. Hierbijmaken wij gebruik van de definitie van Klein & Rorink (2005) “Hetaangeven van de richting en de middelen waarmee het management degestelde organisatiedoelen wil gaan realiseren”.

LOB-praktijken Een geheel van methodieken, activiteiten, instrumenten engespreksvormen die worden ingezet ten behoeve van deloopbaanoriëntatie en -begeleiding.

LOB-programma Het vooraf vastgestelde programma op het gebied van LOB die deleerlingen doorlopen.

LOB-visie De beschrijving van de zienswijze vanuit de directie en decanen overLOB binnen hun VMBO-TL onderwijs.

Loopbaancompetenties Hierbij maken we gebruik van de definitie van Kuijpers (2006)“Loopbaancompetenties zijn de optelsom van de kennis, vaardighedenen houdingen die het mensen mogelijk maken succesvol op dearbeidsmarkt te zijn”. Hierbij gaat het om een vijftal competenties,namelijk; kwaliteitenreflectie, motievenreflectie, werkexploratie,loopbaansturing en netwerken.

Loopbaandialoog Hierbij maken we gebruik van de definitie van Kuijpers, Meijers enBakker (2006) “Een gesprek dat de leerling voert met een door hem/haarvertrouwde volwassene (en dat zou vanuit school bij voorkeur eendocent, decaan en/of mentor moeten zijn), waarin expliciet wordtgesproken over de betekenis van de ervaringen voor de levens- enarbeidsloopbaan, die leerlingen middels praktijkopdrachten en stages inschool en daarbuiten opdoet. Essentieel hierbij is het stimuleren vanzowel de interne dialoog als de externe dialoog”.

LWOO Leerweg ondersteunend onderwijs.Mavo Middelbaar Algemeen Voortgezet Onderwijs.

Page 8: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

5 Verklarende woordenlijst | Samen naar een beter LOB

Begrip Uitleg

Mentorcoach Een mentor die kleine groepen leerlingen (ca. vijftien) coacht bij hunstudievoortgang en LOB.

Methode LOB instrument dat een pakket aan opdrachten bied gericht op hetdoorlopen van de loopbaanvragen (wie ben ik?, wat kan ik?, wat wil ik?,wat is er? en wat ga ik doen?).

Peercoach Coach die zich in dezelfde leeftijdsfase bevindt als de leerling en die dekeuzemomenten van de leerlingen zelf al heeft doorlopen. Hierdoor kande peercoach de leerling ondersteunen bij dit proces en het maken vande keuzes. Hierbij gaat het om bovenbouw leerlingen die onderbouwleerlingen begeleiden, of MBO / HAVO leerlingen die VMBO-TLleerlingen begeleiden.

Regio Eem Hiertoe behoren de gemeenten Amersfoort, Baarn, Barneveld,Bunschoten, Leusden, Nijkerk, Soest en Woudenberg. Eem is desubregio van de RMC-regio zestien, Eem en Vallei.

Sectorwerkstuk Examenonderdeel van het VMBO-TL examen. Op de scholen wordt ereen koppeling gemaakt met het sectorwerkstuk en LOB, door deze terichten op een opleiding en/of een beroep waarin de leerling interesseheeft.

Succesvol LOB Uit de literatuur is geen eenduidige definitie af te leiden van watsuccesvol is bij Loopbaanoriëntatie en –begeleiding. Hierdoor hanterenwij onze eigen definitie gebaseerd op ons onderzoek. Succesvol LOB is“LOB waaraan een visie en beleid ten grondslag ligt waarbij rekeningwordt gehouden met de hersenontwikkeling en de loopbaancompetentiesvan jongeren. Hierbij omvat het LOB programma grenservaringen enloopbaandialogen, waarvan de voortgang wordt opgenomen in eenportfolio en deze wordt besproken met competente mentoren of decanenen betrokken ouders” (Kers en Kers, 2010).

Taakgroep LOB De taakgroep LOB richt zich op activiteiten die ertoe bijdragen datjongeren passende keuzes maken ten aanzien van opleiding en beroep.Daarbij stimuleert en faciliteert de taakgroep de samenwerking tussenVO en MBO, onder meer in de ontwikkeling en uitvoering van maatwerkLOB programma’s (VSV-programma Eemland, 2010).

Toekomstbeeld Het beeld dat leerlingen hebben over hun toekomstige arbeidsinvulling.Tweedelijns decanaat Decaan die mentoren aanstuurt in de uitvoering van LOB en zelf vooral

ontwikkelende en organisatorische taken op zich neemt.VMBOVMBO-TLVMBO-GL

Sinds 1999 bestaat er in Nederland het voorbereidend middelbaarberoepsonderwijs (VMBO). Hierin kiezen de leerlingen voor een leerwegen een sector. De vier leerwegen zijn; de basisberoepsgerichte leerweg(BL), de kaderberoepsgerichte leerweg (KL), de gemengde leerweg (GL)en de theoretische leerweg (TL). Binnen het VMBO zijn er ook vijfsectoren, namelijk; techniek, zorg en welzijn, economie en landbouw.Daarnaast is er een vijfde intrasectorale sectorkeuze mogelijk. Met onsonderzoek richten wij ons op de VMBO theoretische leerweg (VMBO-TL)1.

VSV Vroegtijdig School Verlaten.VWO Voortgezet Wetenschappelijk Onderwijs.

1 Ministerie OC&W, http://www.minocw.nl/vmbo/227/Leerwegen-en-sectoren.html, feb. 2010.

Page 9: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Samenvatting 6

SamenvattingTegenwoordig wordt er steeds meer onderzoek verricht op het gebied van loopbaanoriëntatie en –begeleiding (LOB). Ons onderzoek bekijkt op vijf VMBO-TL scholen in de regio Amersfoort, hoe hetmet de loopbaanbegeleiding gesteld is. Wat doen scholen nu, hoe wordt dit ervaren door deleerlingen en welke aanpassingen kunnen de scholen maken om hun LOB te versterken?De centrale vraag in ons onderzoek is dan ook: ‘Hoe is op de vijf deelnemende VMBO-TL scholenmomenteel de loopbaanoriëntatie en –begeleiding (LOB) vormgegeven en hoe sluit dit aan bijsuccesvol LOB?’

Om antwoord te kunnen geven op de vraag wat succesvol LOB inhoud, zijn we ons vooronderzoekgestart met het opstellen van een theoretisch kader. Uit de actuele literatuur hebben wij kritiekesuccesfactoren van LOB gedestilleerd. Op volgorde van implementatie zijn deze:

Het formuleren van een duidelijke visie, die ten grondslag ligt aan een uitvoerbaar LOB-beleid.

Rekening houden met de hersenontwikkeling van jongeren. Leerlingen uitrusten met de loopbaancompetenties. Leerlingen grenservaringen laten opdoen. Het inzetten van de loopbaandialoog. De ontwikkeling van leerlingen inzichtelijk maken door middel van een portfolio of een

persoonlijk ontwikkelingsplan. Coach competenties van decanen en mentoren ontwikkelen. Ouders actief betrekken bij de loopbaan van hun kinderen.

Uit de literatuur is geen eenduidige definitie af te leiden van wat succesvol is bij Loopbaanoriëntatieen –begeleiding. Hierdoor hanteren wij onze eigen definitie gebaseerd op dit onderzoek. SuccesvolLOB is “LOB waaraan een visie en beleid ten grondslag ligt waarbij rekening wordt gehouden metde hersenontwikkeling en de loopbaancompetenties van jongeren. Hierbij omvat het LOBprogramma grenservaringen en loopbaandialogen, waarvan de voortgang wordt opgenomen in eenportfolio en deze wordt besproken met competente mentoren of decanen en betrokken ouders”.

Aan de hand van deze succesfactoren, zijn wij decanen, mentoren, directieleden en leerlingen gaanondervragen over hun kijk op LOB. Wat gebeurt er volgens hen op het gebied van LOB en hoeervaren zij deze inspanningen? Dit hebben we gedaan aan de hand van vragenlijsten en interviews.De resultaten hebben wij verwerkt met het statistische programma SPSS en vergeleken met dedoor ons opgestelde succesfactoren. Daarop hebben we conclusies kunnen trekken, over inhoeverre LOB op de scholen overeen komt met succesvol LOB. En op welke punten de huidigeinvulling van LOB te versterken valt.

Deze conclusies zijn;1. Hoewel er ideeën zijn over de invulling van LOB, wordt er onvoldoende prioriteit gegeven

aan een onderliggende visie en beleid van het LOB programma.

2. Er worden veel instrumenten ingezet binnen het LOB programma. Toch bepalen dezeinstrumenten niet het succes van het programma. Hoe met deze instrumenten wordtomgegaan en welke koppelingen er vanuit de instrumenten worden gemaakt, bepaalt hetsucces echter des te meer.

3. Er is weinig aandacht voor de professionele invulling van een decanenfunctie.

4. De loopbaancompetenties lijken bij leerlingen onvoldoende ontwikkeld.

5. Activiteiten die worden ondernomen om leerlingen grenservaringen op te laten doen, werkenniet afdoende.

Page 10: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

7 Samenvatting | Samen naar een beter LOB

6. Scholen bedienen leerlingen onvoldoende in de verschillende leerstijlen, tijdens de diversefases van het LOB proces.

7. Mentorgesprekken zijn gericht op voortgang en welbevinden, niet op LOB.

8. Scholen doen er goed aan, ouders te instrueren hoe zij hun kind(eren) kunnen begeleiden inhet LOB proces.

9. Het portfolio wordt nog te weinig als LOB-instrument ingezet.

10. Niet alle docenten en mentoren zijn geschikt voor het geven van LOB.

11. Zelfontplooiing van jongeren staat onvoldoende centraal binnen LOB.

Hoewel scholen goed bezig zijn met het vormgeven van hun LOB, is deze vormgeving nog niet inlijn met succesvol LOB. Om aan succesvol LOB te voldoen moet de kwaliteit en de prioriteit voorLOB verder omhoog. Om hiervoor te zorgen hebben we voor de regio de volgende aanbevelingen:

1. Formuleer en implementeer een heldere LOB-visie en LOB-beleid.

2. Beschouw LOB als een apart vakgebied en voorzie deze van de nodige prioriteit enprofessionaliteit.

3. Zorg voor deskundigheidsbevordering van medewerkers.

4. Richt de begeleiding van de mentor of decaan aan de leerling, op de kritieke succesfactorenvan LOB.

5. Betrek ouders meer bij LOB.

Page 11: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Inleiding 8

Inleiding“ De horizon van scholen reikt vaak niet verder dan de diploma-uitreiking. Zij worden afgerekend ophet aantal gediplomeerden” (Luken, 2009, p. 36).

De heer Luken heeft met deze uitspraak een raak punt. Leerlingen die alleen wordenklaargestoomd voor hun diploma, missen lessen in zelfredzaamheid op het gebied van LOB. Zemissen keuzewijsheid en zelfvertrouwen om keuzes in hun verdere loopbaan te lijf te gaan.

Uit een inventarisatie van het Expertisecentrum LOB Eemland (2009) is naar voren gekomen datniet alle decanen in het samenwerkingsverband zichzelf voldoende toegerust vinden in deuitvoering van hun loopbaanoriëntatie en –begeleiding (LOB). De belangrijkste punten uit ditonderzoek zijn dat; Decanen zich binnen hun school niet altijd voldoende gesteund voelen door een visie op LOB

en een gezamenlijk gedragen LOB beleid. Decanen behoefte hebben aan uitwisseling, ondersteuning en deskundigheidsbevordering. De LOB in de regio versterkt dient te worden.

Vanuit de opdrachtgever is de vraag gekomen hier onderzoek naar te doen. Vanuit deachterliggende gedachte dat door LOB er minder VSV’ers zijn, is er gekozen om het onderzoek uitte voeren binnen de theoretische leerweg binnen het VMBO onderwijs. Deze leerweg kent, watbetreft absolute aantallen, de grootste groep vroegtijdig schoolverlaters. Tevens zijn de theoretischeleerwegen het effectiefst met elkaar te vergelijken, doordat de lesprogramma’s van deze leerwegenhet meest gestandaardiseerd zijn ten opzichte van andere VMBO leerwegen. Vijf scholen in deregio vinden dat LOB een dusdanige prioriteit heeft, dat zij graag mee wilden werken aan ditonderzoek.

Wij bekijken met ons onderzoek op vijf VMBO-TL scholen in de regio Amersfoort, hoe het met deloopbaanbegeleiding gesteld is. Wat doen scholen nu, hoe wordt dit ervaren door de leerlingen enwelke aanpassingen kunnen zij maken om hun LOB te versterken? Het onderzoek voeren wij uit inopdracht van de samenwerkende scholen in het VSV programma in de regio Eem,vertegenwoordigd door onze opdrachtgever de programmaleider van ‘Aanpak VSV Eemland’. Hijwerkt, samen met gemeente Amersfoort, MBO en VO scholen, aan het terugdringen van vroegtijdigschoolverlaten. Daarbij is het versterken van LOB een belangrijk middel om dit te bewerkstelligen.

Met ons onderzoek hopen wij een bijdrage te kunnen leveren aan het versterken van de LOB in deregio. Het doel van dit onderzoeksrapport is dan ook een nulmeting over de huidige stand vanzaken op het gebied van LOB. Daarnaast geven we antwoord op de vraag wat succesvol LOBinhoud en hoe de scholen hier met hun LOB programma bij aan kunnen sluiten. In ons onderzoekgeven we aanbevelingen voor zowel ‘Aanpak VSV Eemland’ als de vijf deelnemende VMBO-TLscholen.

De centrale vraag in ons onderzoek is dan ook: ‘Hoe is op de vijf deelnemende VMBO-TL scholenmomenteel de loopbaanoriëntatie en – begeleiding (LOB) vormgegeven en hoe sluit dit aan bijsuccesvol LOB?’

Om deze vraag te beantwoorden hebben wij de volgende deelvragen geformuleerd:1. Met welke opvattingen (visie en beleid) is de LOB binnen het VMBO-TL vormgegeven?2. Welke LOB-praktijken zijn er momenteel te onderscheiden op de vijf deelnemende VMBO-

TL scholen?3. In hoeverre komen de kritieke succesfactoren, zoals beschreven in de literatuur, tot uiting in

het LOB-programma?4. Welke onderdelen in het LOB-programma dragen bij aan het verwerven van de

verschillende loopbaancompetenties van leerlingen in het VMBO-TL?

Page 12: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

9 Inleiding | Samen naar een beter LOB

Om hiertoe te komen start dit onderzoeksrapport met een onderzoeksopzet en de casusbeschrijvingvan de deelnemende scholen. Hierin staat de huidige stand van zaken op het gebied van LOBbeschreven. Vervolgens analyseren wij deze casusbeschrijvingen aan de hand van verkregenonderzoeksgegevens, welke uitmonden in conclusies en tot slot aanbevelingen. Hetonderzoeksrapport richt zich op het versterken van de LOB in de regio. Hier zijn onze conclusies enaanbevelingen dan ook op gericht, Voor de resultaten en conclusies per school verwijzen we u doornaar de bijlage een tot en met vijf. Om tijdens het lezen, de lezer te prikkelen, hebben wij quotes uiteerdere onderzoeken opgenomen in het onderzoeksrapport als intro van de hoofdstukken.

De betrokkenen die hebben deelgenomen aan het onderzoek zijn:

Functie Projectleider VSV Eemland & OpdrachtgeverNaam André UbelsAdres Disketteweg 10 3821 AR AmersfoortPostadres Postbus 780 3800 AT AmersfoortContact 033-4709382 [email protected]

School Meridiaan College, Het Nieuwe EemlandFunctie Directie DecaanNaam Elisabeth Pels Rijcken Ton WestbroekAdres Daam Fockemalaan 12 3818 KG Amersfoort

School Meridiaan College, Mavo MuurhuizenFunctie Directie LOB CoördinatorNaam Ankie Schouten Bas KuiperAdres Zangvogelweg 4 3815 DL Amersfoort

School Scholengemeenschap Guido de BrèsFunctie Directie DecaanNaam Mart Drogt Hans RoordaAdres Arnhemseweg 65 3817 CB Amersfoort

School Vathorst CollegeFunctie Directie DecaanNaam Elly Loman Nicolette MijndersAdres Lovink 6 3825 MP Amersfoort

School Waldheim MavoFunctie Directie DecaanNaam Piet Achterbergh Fleur CeriniAdres Vondellaan 2-4 3743 HZ Baarn

Page 13: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Onderzoeksopzet 10

1) OnderzoeksopzetIn dit hoofdstuk is te vinden hoe ons onderzoek is opgezet, welk theoretisch vooronderzoek hieraanvooraf is gegaan en welke kritieke succesfactoren wij hieruit hebben gedestilleerd.

“58% van de leerlingen in het vmbo die overstappen naar het mbo heeft niet of nauwelijks eenberoepsperspectief” (Bakker, e.a., 2007).

1.1 OnderzoeksmethodeOns onderzoek heeft als functie dat wij de huidige situatie analyseren en versterkingspuntenaandragen. Als start van deze analyse zijn wij begonnen met het schetsen van een theoretischkader. Dit hebben we gedaan door middel van een literatuurstudie naar actuele onderzoeken op hetgebied van LOB, jongeren en onderwijs. Ook hebben we ons verdiept in de documentatie diebeschikbaar was op de diverse scholen en de methodes die daar gebruikt worden. Daarnaasthebben we uit de literatuur kritieke succesfactoren gehaald die essentieel zijn voor succesvol LOB.Deze kritieke succesfactoren vormen vervolgens de basis van ons onderzoek.

Het empirische onderzoek richt zich op de drie lagen binnen de onderwijsstructuur namelijk dedirectie voor het strategisch niveau, de decanen (en mentoren) voor het operationele- en tactischeniveau en de leerlingen voor de ervaringen. Na het vaststellen van de kritieke succesfactorenhebben we de leerlingen in een kwantitatief onderzoek gevraagd naar hun LOB ervaringen doormiddel van een schriftelijke vragenlijst. Het doel hiervan is dat wij de ervaringen met LOB horen vanzowel de beleidsmakers, ontwikkelaars en uitvoerders en de leerlingen die het programmadoorlopen.

We hebben gebruik gemaakt van de vragenlijst van Marinka Kuijpers die zij heeft ontwikkeld engebruikt voor haar onderzoek uit 2006 naar loopbaancompetenties in het VMBO. Door gebruik temaken van een bestaande en valide vragenlijst, vergroten we de kans op betrouwbare en valideresultaten. Onze schriftelijke enquête is klassikaal afgenomen bij VMBO-TL leerlingen uit leerjaardrie en vier. De afname heeft onder begeleiding van de onderzoeker(s) of de decaanplaatsgevonden, wat de kansen op een hoge respons vergroot. Per school heeft minimaal éénderde en één vierde vmbo-tl klas de vragenlijst ingevuld. Daarnaast hebben de decanen en eenaantal mentoren dezelfde, maar aangepaste, vragenlijst ingevuld. Totaal hebben 330 respondentende vragenlijst ingevuld, waaronder 308 leerlingen, 5 decanen en 17 mentoren. De resultaten van hetkwantitatieve onderzoek (de vragenlijsten) hebben we verwerkt met het statistische programmaSPSS17.

Wij beseffen ons dat het empirisch onderzoek een momentopname bevat. Scholen doen mee opbasis van vrijwilligheid. Toch zegt het onderzoek veel over de ervaringen van leerlingen op hetgebied van LOB en over de prioriteit die scholen aan LOB schenken. We meten niet alleen deervaring, maar ook in hoeverre de LOB op de scholen op dit moment overeenkomt met ‘succesvolLOB’.

Na het uitzetten van de schriftelijke enquête zijn we gestart met een kwalitatief onderzoek doormiddel van half-gestructureerde interviews. Hier is voor gekozen omdat half-gestructureerdeinterviews ervoor zorgen dat er een natuurlijk gesprek ontstaat aan de hand van een aantalthema’s, waarin we de vrijheid hebben om dieper op bepaalde inzichten en vragen van debetrokkenen in te kunnen gaan. We zijn gestart met de interviewronde onder decanen en mentorenaan de hand van de volgende thema’s: visie en beleid, kritieke succesfactoren, toekomstdroom,competenties van de decaan en mentoren. Vervolgens hebben we de locatiedirecteurengeïnterviewd voor een extra verdieping in de visie en het beleid op het gebied van LOB. Degehouden interviews bestaan uit twee delen. Eerst hebben we gevraagd naar de meningen enervaringen van decanen, mentoren en directieleden. Vervolgens hebben we gevraagd naar dekritieke succesfactoren van LOB die voortkomen uit ons literatuuronderzoek. Als laatste waren webenieuwd naar het toekomstbeeld wat scholen hebben op het gebied van LOB. De resultaten van

Page 14: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

11 Onderzoeksopzet | Samen naar een beter LOB

dit kwalitatieve onderzoek bestaan uit verslagen van de opgenomen interviews. Uit privacyoverwegingen zijn deze interviews niet opgenomen in de bijlagen.

Om tot een aanbeveling te kunnen komen, voor het verbeteren van het LOB in de regio Eem,vergelijken we de resultaten van het literatuur- en empirisch onderzoek. Daarbij letten we op deinzet en het ontwerp van het LOB programma, hoe leerlingen dit ervaren en in hoeverre ditovereenkomt met de kritieke succesfactoren van LOB. De overeenkomsten en discrepanties diehieruit voort komen vormen de conclusies van ons onderzoek. Tot slot volgen de aanbevelingenvoor de LOB binnen de theoretische leerweg in de regio Eem. Daarnaast zijn in de bijlagen, perdeelnemende school de onderzoeksresultaten en de daaruit voortkomende conclusies te vindensamen met de aanbevelingen voor de scholen.

1.2 Theoretisch kader

“We moeten gaan van; Leerlingen zijn passanten in een opleiding, naar opleiders zijn passanten opde loopbaan van de leerling” (van Asselt, 2009).

Zoals de quote van Van Asselt aangeeft is het onderwijs constant in beweging. In de elf jaar dat hetVMBO nu bestaat, zijn er al vele aanpassingen en proefballonnetjes geweest, zowel op het gebiedvan onderwijs als op het gebied van loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB). Daarom is het zinvolstil te staan bij de ontwikkelingen van LOB in het onderwijs. Maar wat is LOB nu precies? In ditonderzoek hanteren wij de definitie van Oomen (2002) die LOB definieert als: ‘Het plaatsen vaneducatie, informatie en begeleiding in het curriculum om jongeren in staat te stellen, nu en in detoekomst, hun aspiraties en de kansen in hun leven/loopbaan te ontdekken, betekenis te geven ente realiseren’. Deze definitie geeft aan dat LOB op scholen verder reikt dan het kiezen van eenvervolgstudie. LOB moet jongeren in staat stellen om ook na hun huidige opleiding, passendeloopbaankeuzes te kunnen maken.

In 1951 heeft Ginzberg al onderzoek gedaan naar carrièrekeuzes bij kinderen. Daaruit bleek datkinderen in de leeftijd tot 11 jaar vaak een fantasie beroep noemen, zoals astronaut of prinses.Jongeren in de leeftijd van 11 tot 17 hebben een semirealistisch beroepsbeeld. Ze bedenkenberoepen die deels bij ze passen, maar ook raakvlakken hebben met de fantasieberoepen uit hunkindertijd. Profvoetballer bijvoorbeeld, of stewardess. Pas vanaf 17 jaar krijgen leerlingen eenrealistisch beroepsbeeld, waarin ze hun eigen kwaliteiten gaan afzetten tegen de eisen van hetberoep.

Dat het onderzoek van Ginzberg nog steeds relevant is, bewijst het onderzoek van Crone (2009) enJolles (2006). Zij deden hersenonderzoek bij pubers en adolescenten. Daaruit blijkt dat jongerenmoeilijk een keuze voor de lange termijn kunnen maken. De hersengebieden die gaan overplanning, het overzien van gevolgen en de balans tussen emotie en ratio, zijn nog niet gerijpt op 16jarige leeftijd. Voor de studiekeuze betekent dit, dat LOB’ers van jongeren een keuze verwachten,waarvan ze de gevolgen nog niet kunnen overzien. Aangezien het huidige VMBO leerlingen vraagtom op ongeveer 14-jarige leeftijd te kiezen voor een sector en op ongeveer 16 jarige leeftijd eenberoepskeuze te maken, vraagt dit een gedegen begeleiding van docenten, decanen en mentoren.Maar hoe begeleid je nu jongeren bij het maken van deze keuzes, als hun hersenen daar nog nietklaar voor zijn?

Jongeren werden in het verleden vaak overspoeld met informatie, met de gedachte dat ze danvanzelf de juiste keuze wel kunnen maken. Dit is een misvatting, zo blijkt uit onderzoek van Meijersen Reuling (2002). Het kiezen van een sector of vervolgstudie is namelijk niet alleen een rationeelproces, maar heeft ook wel degelijk emotionele en sociale elementen. Een belangrijke taak van debegeleiders van de leerlingen is daarom het op gang brengen van een loopbaandialoog. In dezedialoog wordt met de leerling gesproken over de betekenis van ervaringen voor de levens- enarbeidsloopbaan (Kuijpers, Meijer en Bakker, 2006).

Essentieel hierbij is het stimuleren van de leerlingen om met zichzelf de interne dialoog aan te gaan.Zo kan een leerling zich afvragen welke motieven of drijfveren er zijn voor zijn keuzes en reflecteren

Page 15: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Onderzoeksopzet 12

op zijn ervaringen. Vervolgens gaan leerlingen de externe dialoog aan over hun relatie met het werken anderen (Meijers en Wardekker, 2001).

Door de loopbaandialoog worden leerlingen actief betrokken bij hun eigen loopbaanontwikkeling enworden zij eigenaar van hun eigen leerproces. Uit onderzoek van Kuijpers (2003) naarloopbaanontwikkeling blijken vijf loopbaancompetenties van belang te zijn om leerlingen handvattente bieden om hun loopbaan actief te ontwikkelen. Hierbij gaat het om: kwaliteitenreflectie (waar benje goed in?), motievenreflectie (wat houd je bezig?), werkexploratie (welke uitdagingen kom jetegen?), loopbaansturing (wat ga je doen?) en netwerken (wie heb je daarbij nodig?). Door jongerendeze competenties aan te leren, leren zij reflectief, proactief en interactief met hun eigen loopbaanbezig te zijn en zijn zij bezig met loopbaanleren (Kuijpers, 2006). Dit is niet alleen belangrijk voor dehuidige studiekeuze, maar ook voor toekomstige keuzes.

Om leerlingen klaar te stomen voor zowel de keuze van een vervolgopleiding als een beroep, iszelfkennis en een beeld van verschillende beroepen nodig. Dat beroepsbeeld kunnen leerlingengoed opdoen door middel van werkervaring, stages en praktijkdagen (Cohen-Scali, 2003). Diepraktijkervaring kan worden opgedaan in een meeloopdag vanuit de opleiding, vanuit een bijbaantjevan de leerling, of vanuit een door de leerling zelf verworven stageplaats. De kern van het opdoenvan praktijkervaring is het ervaren van het beroep. Leerlingen moeten worden geconfronteerd methet echte beroep, de dagelijkse gang van zaken, de dilemma’s die er in het beroep spelen en detaken die een beroepsbeoefenaar op zich neemt. Wanneer een leerling daarbij ook nog over eigengrenzen heen kijkt, spreken we van een grenservaring (Den Boer, 2009).

Nadat leerlingen een aantal praktijkervaringen heeft opgedaan, kan hij zichzelf plaatsen in eenberoep. De leerling moet als het ware zoiets hebben van ’dat zie ik mezelf over vijf jaar wel doen’.Wanneer de leerling die klik heeft gemaakt met een beroep, spreken we van beroepsidentiteit(Kuijpers 2006). De leerling herkent zich dan in een beroep en kan zich met dat beroepidentificeren. Om te checken of dit beeld ook juist is, vraagt de begeleider naar het zelfbeeld en hetbeeld van het beroep. De leerling moet kunnen inschatten hoe ze zichzelf in dat beroep zou voelen(Luken 2009). Ook kan de begeleider met een reflectiegesprek bepaalde ervaringen of dilemma’sverder met de leerling uitdiepen (Den Boer, 2009). Daarbij is het van belang dat de begeleider nietalleen het dialoog bij de leerling stimuleert, maar de leerling door onverwachte vragen, dieper in laatgaan op zijn eigen gedachtegoed (Light, 2001).

Voor de decaan, mentor en docent betekent het bovenstaande dat zij van alle markten thuis moetenzijn. Zo zijn ze niet alleen maar expert in hun vakgebied, pegagoog en didacticus, maar ook coach.Die coachrol is niet voor iedereen weggelegd. Hiervoor is het belangrijk dat de begeleider oprechteinteresse heeft in de leerling en zijn persoonlijke ontwikkeling. Ook moeten ze beschikken over eenaantal basis gedragscriteria om de uitvoering van LOB goed te laten verlopen (Oomen 2002). Het isdaarom niet raadzaam om van iedere docent een coach of mentor te willen maken. Beter is het omde competenties van de docenten goed tegen het licht te houden en een match proberen te makentussen de vereiste competenties en de al aanwezige competenties. Dit is voor een school ookgemakkelijker te realiseren dat het allround opleiden tot coach of mentor van alle docenten (Geijssel& Meijers, 2005).

Aan de keuze voor een bepaald LOB beleid, en de uitvoer hiervan, ligt idealiter een visie tengrondslag ( VO-Raad, 2009). Nu is het zo dat scholen geen wettelijke kaders hoeven na te leven ophet gebied van inspanning en resultaten voor LOB. Scholen zijn er vrij in zelf te bepalen hoe enwanneer ze LOB in het programma opnemen en welke expertise ze hierbij inzetten. Niet allescholen beschikken daarom over een goed onderbouwde LOB visie en een LOB beleid (De Zwartea., 2007). Ook de bekostiging van LOB is ondergebracht bij het reguliere budget van de school.Inzet op LOB kost dus geld dat ook voor andere onderwijszaken gebruikt kan worden. Hierdoor ishelaas LOB niet altijd een prioriteit voor de scholen. Dit is enigszins logisch, aangezien scholenworden afgerekend op onderwijsresultaten en instroom van leerlingen. De invulling van LOB, of deconsequenties die een opleidings- of beroepskeuze heeft voor de leerling, wordt niet meegewogen(De Zwart ea., 2007). Toch is het zo dat verkeerde studiekeuzes, switches, uitval, en niet optimale

Page 16: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

13 Onderzoeksopzet | Samen naar een beter LOB

doorstroom de samenleving geschat ongeveer zeven miljard euro per jaar kost (De nationaledenktank 2007).

Gelukkig is het zo dat de generatie Einstein, waar de huidige VMBO leerlingen onder vallen, ergbezig is met zelfontplooiing. Meer dan eerdere generaties, proberen de jongeren van nu hethoogste niveau in de piramide van Maslow (1943) te bereiken (Boschma & Groen, 2009). Dit niveauis niet gedreven vanuit een gebrek, maar uit groei en ontwikkeling. Jezelf ontwikkelen als mens,gelukkig zijn en plezier hebben, is voor jongeren het hoogste goed (Boschma & Groen, 2009). Datgecombineerd met de resultaten van het onderzoek van Kuijpers uit 2008, die stelt dat jongeren opschool bijna niet over hun studiekeuze praten, maar er wel alles voor over hebben (zelfsreflectieverslagen, gesprekken en opdrachten) om beter keuzes te leren maken, zorgt voor eenvruchtbare bodem om LOB op school vorm te geven.

Omdat LOB vaak wordt verzorgd vanuit een vaste methode of een vast aantal activiteiten, is erweinig aanpassing mogelijk op de diverse leerstijlen (Kolb, 1974). Door uitproberen, ervaren,reflecteren en uiteindelijk beslissen, komen wel alle leerstijlen aan bod, maar in verschillende fasesvan het keuzeproces. Door in alle fases van het keuzeproces activiteiten onder te brengen in dediverse leerstijlen, bestaat de kans dat LOB voor meer leerlingen gaat leven.

Een portfolio kan hierbij erg effectief zijn als assessment- en leerinstrument, mits zowel leerlingenals mentoren duidelijke richtlijnen en begeleiding ontvangen ten aanzien van het gebruik hiervan(McMullen, 2006). Het portfolio is dan vooral bedoeld om leerlingen hun leer- en ontwikkelprocesinzichtelijk te maken. Een ander belangrijk punt in succesvol LOB is de betrokkenheid van ouders inhet LOB proces van hun kind. Ouders proberen hun kind vaak te begeleiden bij het kiezen van eenvervolgopleiding door het bezoeken van open dagen en het zoeken naar opleidingsinformatie(Groenveld & Steensel, 2009). Uit onderzoek van het Kenniscentrum Handel, blijkt dat ouders eengrote invloed hebben op het keuzeproces van hun kind, met name bij VMBO’ers. Ouders hebbenechter ook niet alle wijsheid in pacht en kunnen daarom foutieve beroepsbeelden aan hun kinderenmeegeven. Door Ecorys (2009) wordt dan ook gepleit voor een integratie tussen LOB,onderwijsprogramma’s, reflectie en ouders.

Terugkijkend naar de quote aan het begin van dit kader; “We moeten gaan van Leerlingen zijnpassanten in een opleiding naar Opleiders zijn passanten op de loopbaan van de leerling” (vanAsselt, 2009), zien we dat die quote tekenend is voor de ontwikkelingen in LOB van de afgelopenjaren. Er is meer bekend geworden over de integratie van LOB in het onderwijs, de manier waaropjongeren tegen LOB aankijken en welke items kenmerkend zijn voor succesvol LOB. School maaktmaar een klein onderdeel uit van de grote loopbaanontwikkeling die een individu in zijn levendoormaakt.

1.3 Kritieke succesfactoren

Zoals uit overstaande theoretisch kader te lezen is, zijn er een aantal essentiële onderdelen die vanbelang zijn om LOB tot een succes te maken. Hieruit hebben wij een aantal kritieke succesfactorengedestilleerd die, naar ons idee, van belang zijn binnen de theoretische leerweg van het VMBO.Deze kritieke succesfactoren zijn, op volgorde van implementatie:

Het formuleren van een duidelijke visie, die ten grondslag ligt aan een uitvoerbaar LOB-beleid. Rekening houden met de hersenontwikkeling van jongeren. Leerlingen uitrusten met de loopbaancompetenties. Leerlingen grenservaringen laten opdoen. Het inzetten van de loopbaandialoog. De ontwikkeling van leerlingen inzichtelijk maken door middel van een portfolio of een

persoonlijk ontwikkelingsplan. Coach competenties van decanen en mentoren ontwikkelen. Ouders actief betrekken bij de loopbaan van hun kinderen.

Deze kritieke succesfactoren vormen de kern van de vragenlijsten en interviews in het empirischedeel van het onderzoek.

Page 17: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Casusbeschrijvingen 14

2) CasusbeschrijvingenIn dit hoofdstuk staat, ter beeldvorming, de achtergrondinformatie over de scholen die deelnemenaan dit onderzoek. De focus van deze casusbeschrijvingen ligt op LOB, om zo de huidige gang vanzaken rond LOB in beeld te brengen.

“Door de beroepsgerichtheid heeft het VMBO de uitdaging om LOB ook te richten op de keuze vaneen vervolgopleiding”, (VO-raad, 2009, p.5)

2.1 School 1School 1 is een gereformeerde scholengemeenschap. Leerlingen kunnen er terecht voor onderwijsop LWOO, VMBO, HAVO en VWO niveau. De afdeling VMBO-TL is gevestigd op een kleinschaligelocatie in het centrum van Amersfoort. Leerlingen hebben een gemeenschappelijke onderbouw opeen andere locatie en starten vanaf het derde jaar op de specifieke VMBO locatie.

Momenteel is school 1 bezig met het vernieuwen van hun LOB. De locatiedirecteur is samen methet managementteam en de decaan bezig met het ontwikkelen van een heldere visie op LOB. Detweedelijns VMBO-TL decaan is op zijn beurt bezig om samen met de mentoren nieuwe LOBactiviteiten te ontwikkelen. Het doel van deze nieuwe visie en de nieuwe LOB activiteiten is hetbeter inzetten van LOB, op een meer geïntegreerde wijze in de vakken en met zowel de mentor alsdecaan als ondersteuning voor de leerlingen.

Naast zijn functie als docent is de decaan parttime beschikbaar voor het decanaat. Hierbij heeft hijde bovenbouw van het VMBO-TL onder zijn hoede. Om alles goed te regelen steekt de decaan veelenergie in het decanaat en is hij betrokken bij de regionale taakgroep LOB.

In de onderbouw wordt al een start gemaakt met de loopbaanbegeleiding. Dit gebeurt vooral doormiddel van projecten, aangevuld met een digitaal portfolio en dedecaan.net. In het derde jaarhebben de VMBO-TL leerlingen tachtig minuten per week begeleiding van hun mentor. Hiervan isde helft van de tijd gereserveerd voor LOB activiteiten, zoals de methode ‘Forward’ en het project‘Kom in het leerbedrijf”. In het vierde leerjaar hebben leerlingen alleen nog individuele gesprekkenmet hun mentor. Ze werken dan aan hun sectorwerkstuk onder begeleiding van een coach. Hierinlopen de leerlingen drie dagen mee met een MBO opleiding en één of twee dagen met eenberoepsbeoefenaar. Het hele proces wordt gemonitord via dedecaan.net.

2.2 School 2Het Meridiaan College is een katholieke scholengemeenschap uit Amersfoort en omgeving waarvier middelbare scholen onder vallen. School 2 is er hier een van. Het is een school voor MAVO,HAVO, VWO en Gymnasium.

Het onderwijs op School 2 is gericht op een actieve rol van de leerling en op het leren zelfstandig tewerken. Op het gebied van LOB is op dit moment geen duidelijke visie geformuleerd, maar is weldeels in ontwikkeling. De MAVO decaan en afdelingsleider buigen zich hier wekelijks over. School 2werkt met een eerstelijns decanaat. Naast de functie als docent is de decaan ongeveer één dag inde week beschikbaar voor het decanaat. Hierbij heeft hij alle vier de leerjaren van de Mavo onderzijn hoede. Voor een deel worden de mentoren al wel betrokken bij de LOB, om een toekomstigeovergang naar een tweedelijns decanaat te vereenvoudigen.

LOB wordt deels ingevuld in de mentorlessen. Door de jaren heen werken leerlingen met diverseLOB methodes, zoals het Optie Traject, de LC Data test en het Keuzedossier. Daarnaast regelt dedecaan de overige zaken zoals voorlichtingen, leerling gesprekken en open dagen bezoek. Hierbijneemt de decaan de rol aan van expert en facilitator, waardoor een meer traditionele LOB ontstaat.

Page 18: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

15 Casusbeschrijvingen | Samen naar een beter LOB

2.3 School 3School 3 is een zelfstandige vestiging binnen het Meridiaan College voor VMBO- TL en –GLonderwijs. De school is kleinschalig en is gevestigd in Amersfoort. Omdat school 3 bezig is met eenorganisatieverandering, hebben ze onlangs een nieuwe visie op LOB ontwikkeld. Daarin staatcentraal dat LOB van iedereen is. Dat wil zeggen dat zowel de docenten, decaan, onderwijsondersteunend personeel, leerlingen en ouders bijdragen aan de loopbaanbegeleiding van deleerlingen.

De decaan binnen school 3 werkt vanuit een beleidsplan. Daarin stelt de school dat zij leerlingengaat voorbereiden op de doorstroom naar het vervolgonderwijs. Daarbij is aandacht voor deontwikkeling van de leerling, het aanleren van loopbaancompetenties en het aanleren van eenonderzoekende houding. Zo probeert de school de leerlingen niet alleen klaar te stomen voor dekeuze naar het MBO, maar ook voor de loopbaankeuzes die daarop volgen.

De taak van decaan binnen school 3 is veranderd in die van ‘LOB coördinator”. Naast zijn taak alsdocent, heeft de LOB coördinator ongeveer een dag in de week beschikbaar voor het decanaat.Afgelopen jaar is daar nog een halve dag in de week inwerktijd bijgekomen. De LOB coördinatorwerkt nauw samen met mentorcoaches, die leerlingen (in groepen van vijftien) begeleiden in hunloopbaan. LOB op school 3 bestaat uit beroepsoriëntatie, sociaal emotionele ontwikkeling,schoolprestaties, competenties, Maatschappelijke Stage, TL Top en het sectorwerkstuk. Het gaatdaarbij om een doorlopende leerlijn van activiteiten binnen en buiten de school die samengeïntegreerd moeten worden. De LOB coördinator ondersteunt, informeert en coacht dementorcoaches in dit proces.

2.4 School 4School 4 is een openbare VMBO-TL, HAVO en VWO school. De school bestaat sinds een aantaljaar en is daarom nog in opbouw. Dit schooljaar heeft de school zijn nieuwe gebouw in gebruikgenomen. Kenmerkend voor school 4 is hun nieuwe onderwijsconcept. Leerlingen werkenzelfstandig in ‘leerhuizen’ waar ze gecoacht worden door docenten en mentoren.

De zelfstandigheid van de leerlingen komt terug in het beleid en de visie van school 4. De visie isdat leerlingen op school zijn om te leren en zelfredzaam de wereld ingestuurd moeten worden. Datdoet de school door de klassikale lessen te vervangen door vraaggestuurd onderwijs. Leerlingenmoeten op deze wijze vertrouwen krijgen in zichzelf en hun kwaliteiten.

Er is op dit moment één tweedelijns decaan op school 4 die belast is met de LOB voor alleopleidingsniveaus. Dit is mogelijk omdat leerlingen in de lessen voor een deel al metloopbaancompetenties en het beroepsveld in aanraking komen. De school werkt met centralethema’s waarin verschillende vakken en LOB zijn geïntegreerd. Daarnaast zijn er een aantal lesvrijeweken waarin LOB in projecten centraal staat. Mentoren voeren een groot deel van de gesprekkenmet leerlingen, waarin het naast de studievoortgang en sociaal welbevinden het ook om LOB gaat.School 4 vraagt zelfstandigheid van leerlingen en betrokkenheid van hun ouders. Er wordt van henverwacht dat zij een actieve rol spelen in de loopbaanontwikkeling van de leerlingen.

Naast haar rol als docent en mentor, heeft de decaan ongeveer tweeënhalf klokuren per weekbeschikbaar voor het decanaat. Hierbij heeft ze zowel het VWO, de HAVO en de TL afdeling onderhaar hoede. Om alles goed te regelen steekt de decaan erg veel energie en (vrije) tijd in hetdecanaat.

Page 19: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Casusbeschrijvingen 16

2.5 School 5School 5 is een christelijke VMBO-TL school. De school telt 360 leerlingen. Leerlingen kunnen erterecht van de brugklas tot en met het examenjaar. School 5 is kleinschalig opgezet. Er zijn veelkorte communicatielijnen en de ouders zijn betrokken bij de school.

School 5 heeft als LOB visie dat ze leerlingen willen leren kiezen en willen begeleiden naar eenvervolgstudie en baan. Die vervolgstudie moet passen bij de kwaliteiten van de leerlingen en devervolgopleiding moet leerlingen plezier bieden. Leerlingen doorlopen een traject waarin ze (hetliefst met hun ouders) ontdekken welke studierichting het beste bij hun past.

De school heeft een eerstelijns decaan. Hier is bewust voor gekozen gezien de grootte en decultuur van de school. Naast haar functie als docent, afdelingsleidster en mentor heeft de decaanzes klokuren per week voor het decanaat. In die zes uur is de decaan ook nog secretaris van dedecanenkring.

In de tweede en derde klas wordt er met de leerlingen gewerkt met de methode Leefstijl. Daarnaastmaken de leerlingen een studie- en beroepskeuzetest. In het derde jaar hebben leerlingenoriëntatiedagen, voorlichtingsavonden, individuele gesprekken en mogen ze alvast naar deberoepenavond. Daarnaast lopen alle derdeklassers een arbeidsoriënterende stage. Het derde jaarvormt dan ook het zwaartepunt in de LOB. In het vierde jaar krijgen leerlingen individuelegesprekken, tests en de beroepenavond. Ook ouders kunnen, samen met hun kind, bij de decaanterecht voor informatie. Alle leerlingen uit klas vier maken vakoverstijgend een sectorwerkstuk.

Page 20: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

17 Onderzoeksresultaten | Samen naar een beter LOB

3) OnderzoeksresultatenIn dit hoofdstuk zijn het onderzoeksverloop en de resultaten van ons onderzoek terug te vinden. Alsleidraad hiervoor gebruiken we de vier deelvragen.

“de twee leidende vragen in onderwijs zouden moeten zijn: ‘Wat wil je hier halen’ en ‘Hoe kunnenwe je daar zo goed mogelijk bij helpen” (Boer, den., 2009, p. 28).

3.1 OnderzoeksverloopOns onderzoek heeft plaatsgevonden op vijf VMBO-TL scholen. Hierin hebben we derde envierdejaars leerlingen en mentoren van de theoretische leerweg gevraagd een vragenlijst in tevullen. Aangezien ons onderzoek in de examenperiode van de vierdejaars leerlingen viel, hebbenwe in overleg met de scholen een aantal klassen geselecteerd. Ons criteria hierbij was dat weminimaal vijftig leerlingen van iedere school wilde ondervragen, om zo een valide resultaat tebereiken. Kanttekening hierbij is wel dat school 4 niet beschikte over meer leerlingen dan aan onsonderzoek hebben meegedaan. Om de validiteit en betrouwbaarheid van het onderzoek tevergroten, hebben we scholen wel de mogelijkheid gegeven, meerdere klassen de vragenlijst voorte leggen. Het totaal aantal respondenten voor ons onderzoek is dan ook als volgt:

Tabel 1. Respondenten. Functie

TotalLeerling Decaan Mentor

School School 1 99 1 2 102

School 2 51 1 2 54

School 3 75 1 9 85

School 4 34 1 1 36

School 5 49 1 3 53

Total 308 5 17 330

Het aantal mentoren en decanen dat heeft deelgenomen aan ons onderzoek, is gekoppeld aan deondervraagde klassen. Alle decanen werken met de VMBO-TL en zijn belast met de studiekeuzevan de door ons ondervraagde leerlingen. Voor de mentoren geldt dat wij alleen die mentorenbenaderd hebben, die de derde of vierdejaars VMBO-TL leerlingen begeleiden die hebbenmeegedaan aan ons onderzoek. Zo kunnen we per school de koppeling leggen tussen de ervaringvan de leerling, de mentor en de decaan op het gebied van LOB.

Naast de vragenlijst, hebben we halfgestructureerde interviews gehouden met de decanen endirectieleden van de scholen. Door deze manier van interviewen zijn we aan meer diepgaandeinformatie gekomen over de visie, beleid, invulling en de toekomstdromen over LOB in de VMBO-TL. De vragenlijsten en interviews samen zijn ons empirisch onderzoek, dat aangevuld is met eenliteratuuronderzoek naar onderdelen voor succesvol LOB in het onderwijs. Vanuit dezeonderzoeksmethodes, zijn we op de volgende antwoorden op onze deelvragen gekomen:

Page 21: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Onderzoeksresultaten 18

3.2 Met welke opvatting (visie en beleid) is de LOB binnen het VMBO-TLvormgegeven?Van de vijf scholen, hebben vier scholen geen LOB-visie op papier staan. Bij twee scholen is eenvisie wel in ontwikkeling. De meeste directieleden, decanen en mentoren hebben wel een idee hoeze de LOB op school willen uitvoeren. Hierbij gaat het alleen om persoonlijke visies, die nog nietschoolbreed gedragen worden. Over het algemeen gaan deze visies over toekomstplannen en zijndeze tot stand gekomen uit evaluatie van de gebruikte methodes.Ondanks dat er nog geen visie op papier staat, of deze vertaald is in beleid, hebben scholen welnagedacht over LOB en wat daaraan ten grondslag ligt. Ook hebben vier van de vijf scholen eenheldere toekomstvisie wat hun LOB zou moeten gaan opleveren, of aan welke basiseisen hun LOBmoet voldoen. In onderstaande tabel staat kort omschreven welke opvattingen aan de LOB tengrondslag liggen.

School: Tabel 2. Opvatting LOB vormgeving

School 1 LOB is van iedereen, waarbij LOB geïntegreerd moet zijn in de lessen.Leerling kiest een opleiding waarvoor zij geschikt, geïnteresseerd en capabelis.

School 2 Decaan begeleid leerlingen naar hun vervolgstudie, waarbij mentoren inkleine stappen meer verantwoordelijkheden krijgen op het gebied van LOB.

School 3 LOB is van iedereen, waarbij er aandacht moet zijn voor de ontwikkeling,interesse, kwaliteiten en motieven van de leerling en het aanleren vancompetenties.

School 4 LOB meer integreren in vakken, zelfredzaamheid van leerlingen vergroten,veel uitproberen en leren vanuit ervaringen.

School 5 Decaan begeleid leerlingen naar hun vervolgstudie of baan, die moet passenbij de kwaliteiten en interesses van de leerling. Vanwege het aantal leerlingenen de cultuur binnen de school, decanaat bewust eerstelijns gehouden.

De uitvoering van de LOB gebeurt vooral aan de hand van bestaande methodes en initiatieven vanmentoren en decanen. Bij twee scholen ligt aan deze uitvoering een LOB-beleid ten grondslag. Opeen school is het LOB-beleid ook uitgewerkt op papier. Hierdoor kunnen medewerkers terugvallenop het beleid en elkaar op de verantwoordelijkheden wijzen.

3.3 Welke verschillende LOB-praktijken zijn momenteel te onderscheidenop de vijf deelnemende VMBO-TL scholen?De uitvoering van de LOB verschilt per school. Dit verschil zit hem in het type decanaat, de prioriteitdie de school geeft aan LOB, de tijd en competenties van betrokkenen en de inzet en kwaliteit vande instrumenten. Over het algemeen valt op dat scholen per fase in het keuzeproces een andereleerstijl inzetten. In de tabel op de volgende pagina is te zien welke LOB instrumenten wordeningezet op de onderzochte scholen en in welk studiejaar ze deze instrumenten inzetten. De tabelgeeft niet de kwaliteit van de LOB weer. Dat wil zeggen dat het niet zo is dat scholen met meerinstrumenten per definitie betere LOB verzorgen dan scholen met minder instrumenten.

Page 22: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

19 Onderzoeksresultaten | Samen naar een beter LOB

Tabel 3. Gebruikte methodes, activiteiten en instrumenten.

Instrument: School 1 School 2 School 3 School 4 School 5Klas: 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4BeroepenavondCorderiusCollege

X X X X X X

Individuelegesprekken metleerlingen

X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X

Jan-Kroon dag X X X X XMethode LOB X X X X X X X X X XOpen dagenbezoeken

X X X X X X X

Oriëntatiedagen X X X X X XSectorwerkstuk X X XSpelvormen X X XStage X XTesten X X X X X X X XVoorlichtingouders

X X X X X X X X X X X X X

3.4 In hoeverre komen de kritieke succesfactoren, zoals beschreven inde literatuur, tot uiting in het LOB-programma?

3.4.1 LOB-visie en –beleidOp de door ons onderzochte scholen ligt er op een school na, geen duidelijke visie ten grondslagaan het beleid en de uitvoering van LOB. Daardoor is het niet voor alle betrokkenen helder wat hetstandpunt van de school is in het begeleiden van leerlingen naar een vervolgopleiding. Ook zijn zoverantwoordelijkheden niet helder. Deze kritieke succesfactor komt daarom nauwelijks tot uiting inhet LOB-programma. Deze programma’s zijn over het algemeen opgesteld aan de hand vangewoonte, methodes en initiatieven van de decanen en mentoren.

3.4.2 Hersenontwikkeling bij jongerenDecanen merken in hun werk dat jongeren eigenlijk nog niet klaar zijn om keuzes te maken, maartoch moeten er keuzes gemaakt worden. Scholen proberen daarom op verschillende manieren dekeuze voor een vervolgstudie op verschillende manieren te vergemakkelijken. Decanen vertellenaan de leerlingen dat de studiekeuze niet een keuze voor het leven is en stimuleren leerlingen omte kiezen voor een brede sector, zodat ze op het MBO of de HAVO nog veel kanten op kunnen.Daarnaast vinden sommige decanen en directieleden dat switchen niet bij voorbaat verkeerd is, alshet maar bijdraagt aan het keuzeproces van de leerling. Een ander middel is, het verlaten van desectorkeuze tot eind derde jaar. Al deze maatregelen moeten ervoor zorgen dat leerlingen hunstudiekeuze makkelijker kunnen maken, ondanks de fase waarin hun hersenontwikkeling zichbevindt.

3.4.3 LoopbaancompetentiesOmdat keuzemomenten zich de gehele loopbaan voor blijven doen, is het belangrijk dat jongerenzich op tijd af kunnen vragen of hun werk of opleiding nog past bij hun persoonlijkheid, wensen enarbeidsidentiteit. Om dit te kunnen doen zijn vaardigheden en kennis nodig. Deze vaardighedenkunnen aangeleerd worden en zelfkennis kan worden vergroot. Dit kan door het aanleren van deloopbaancompetenties; kwaliteitenreflectie, motievenreflectie, werkexploratie, loopbaansturing ennetwerken.

Page 23: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Onderzoeksresultaten 20

80% van de decanen en 70% van de mentoren geeft aan redelijk tot veel aandacht te besteden aankwaliteitenreflectie. Hierbij gaat het erom dat leerlingen kunnen aangeven waar ze goed in zijn enwelke kwaliteiten en talenten ze hebben. 48% van de leerlingen geeft aan hier niet of nauwelijksmee bezig te zijn en 41% van de leerling is hier maar enigszins mee bezig.

Bij motievenreflectie gaat het erom dat leerlingen kunnen aangeven wat ze bezig houden en wathun passie is. 80% van de decanen en 70% van de mentoren geeft hier, net als bijkwaliteitenreflectie, aan redelijk tot veel aandacht aan te besteden. 65% van de leerlingen geeft aanhier eigenlijk nog niet, of maar weinig mee bezig te zijn.

Bij werkexploratie gaat het om ontdekken van beroepen en werkplekken en welke uitdagingen endilemma’s leerlingen daar tegen komen. Decanen en mentoren geven aan hier in mindere matenmee bezig te zijn. Dit komt overeen met de leerlingen, want 71% van hen geeft aan op deze vrageneigenlijk nog geen antwoord te kunnen geven.

Alle decanen en 76% van de mentoren geeft aan leerlingen veel te begeleiden bij het zelf sturenvan hun loopbaan. Hierbij gaat het erom dat leerlingen zelf grip krijgen op hun loopbaan en dezegaan sturen. 19% van de leerlingen geeft aan dit al redelijk tot veel te doen, maar 81% van hen ishier niet tot weinig mee bezig.

Bij netwerken gaat het erom, mensen in te zetten die jou verder kunnen helpen. Dit kan door aanmensen informatie te vragen,of andere in te zetten bij het vinden van een opleiding of stageplaats.50% van de mentoren en 40% van de decanen besteed in de LOB gesprekken of –lessen hier(redelijk) veel aandacht aan. Van de leerlingen geeft 74% aan hier nog niet of nauwelijks tot weinigmee bezig te zijn.

Om aan te kunnen geven in hoeverre loopbaancompetenties tot uiting komen in het LOB-programma, staat in onderstaande tabel een overzicht van het totaal van de vijfloopbaancompetenties. Hierbij geven leerlingen, decanen en mentoren aan in hoeverre zij aandachtbesteden aan de loopbaancompetenties.

Tabel 4. Totaal van de vijf loopbaancompetenties, Eemland breed. TotaalFunctie Onvoldoende Matig Voldoende Voldoende

goedGoed

Leerlingen 23,5% 38,5% 25,5% 10,5% 2% 100%aantal 282.

Decanen - - 60% 40% - 100%aantal 5.

Mentoren - 33,5% 6,5% 53.5% 6,5% 100%aantal 15.

Om te bepalen of vierdejaars leerlingen anders met loopbaancompetenties bezig te zijn danderdejaars leerlingen hebben we dit ook onderzocht. Onderstaande tabel geeft aan in hoeverrederde en vierdejaars leerlingen en mentoren bezig zijn met loopbaancompetenties en welkewaardering ze hieraan geven.

Page 24: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

21 Onderzoeksresultaten | Samen naar een beter LOB

Tabel 5. Totaal loopbaancompetenties per functie en leerjaar, Eemland breed.Leerjaar

Functie Onvoldoende Matig Voldoende Voldoendegoed

Goed Totaal

3 Leerlingen 26,5% 34,5% 27% 10% 2% 100%aantal 139.

Mentoren - 44,5% 11% 44,5% - 100%aantal 9.

4 Leerlingen 20% 43% 24,5% 10,5% 2% 100%aantal 143.

Mentoren - 20% - 80% - 100%aantal 5.

3.4.4 GrenservaringenEen grenservaring is een ervaring waarbij de leerling wordt geconfronteerd met de eisen die doorde buitenwereld aan de leerling gesteld worden. Hierbij gaat het erom dat de grenzen van deleerling worden verlegd en dat de er een dialoog op gang komt waarbij de persoonlijke zingeving ende maatschappelijke betekenis van arbeid centraal staat. Volgens de decanen doen leerlingen veelgrenservaringen op door onder andere stages, oriëntatiedagen, de Jan Kroondag,beroepenmarkten, opendagen, meeloopdagen en het sectorwerkstuk. Door deze ervaringenhebben leerlingen de mogelijkheid om in contact te komen met toekomstige opleidingen enberoepen, om hier een goed beeld van te krijgen. Van deze ervaringen maken leerlingenreflectieverslagen. Deze verslagen worden in het portfolio opgenomen of besproken met de mentor.Op alle vijf de scholen worden deze reflectieverslagen niet becijferd.

Decanen en mentoren geven aan leerlingen aardig te stimuleren om grenservaringen op te doen enleerlingen aan te moedigen om dingen te doen die ze eigenlijk niet durven. 27% van de leerlingen ishet eens met de mentoren en de decanen en ervaren deze aanmoediging en stimulans als zodanig.In onderstaande tabel staat de waardering die leerlingen, decanen en mentoren geven aan demogelijkheden die er zijn om grenservaringen op te doen.

Tabel 6. Totaal mogelijkheden ontwikkelen beroepsbeeld en opdoen vangrenservaringen.

On-voldoende

Matig Voldoende Voldoendegoed

Goed Totaal

Leerlingen 28% 32% 29% 9% 2% 100% Resp. 288.Decanen - 20% 60% 20% - 100% Resp. 5.Mentoren 14% 21% 37% 14% 14% 100% Resp. 14.

3.4.5 LoopbaandialoogTijdens een loopbaandialoog wordt er gepraat met de leerling, in plaats van alleen tegen of over deleerling. De dialoog geeft leerlingen de kans om verwachtingen, twijfels en vragen te bespreken meteen decaan of mentor. Zowel de leerling als de decaan of mentor bepaalt de gespreksonderwerpenen de mate van diepgang van het gesprek. Op alle vijf de scholen is de mentor het eersteaanspreekpunt voor de leerling, ook al werken sommige scholen met een eerstelijns decanaat. Dedecaan is vooral gesprekspartner over studiekeuze en opleidings- en beroepsinformatie. De mentoris gesprekspartner voor de meer persoonlijke zaken. 90% van de decanen denkt dat leerlingen afen toe tot redelijk vaak met de mentor praten. Van de mentoren zegt 29% af en toe met leerlingente praten, 41% zegt redelijk vaak en 30% geeft aan vaak met leerlingen te praten. Onderstaandetabel geeft een goed overzicht van het percentage leerlingen dat (redelijk) veel over bepaaldeonderwerpen praat tijdens de mentorlessen.

Page 25: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Onderzoeksresultaten 22

Tabel 7. Frequentie dat leerlingen praten over verschillende onderwerpen in dementorgesprekken.

Percentage (redelijk) veel praten over… Percentage (redelijk) veel praten over…

Mijn talenten 17% Echt belangrijke dingen 31,5%Toekomstdroom 36,5% Netwerken 19%Waarom de leerling iets wilt leren 28% Huidige studie en toekomstwens 29,5%Nieuwtjes in het werk 10% Passend werk 34%Ervaringen buiten school 19,5% Passende vervolgstudie 43%Maken van passende keuzes 28,5% Spannende dingen. 19,5%

In ons onderzoek hebben we ook gekeken naar de mate waarin leeftijd en geslacht van invloed zijnop de frequentie dat leerlingen (redelijk) vaak met de mentor praten over bovenstaandeonderwerpen. Enkel bij mannen en vrouwen van 17 jaar is er een opvallend verschil van 25% in deresultaten. Hierbij geven mannen vaker aan met de mentor te praten dan vrouwen. Bij de andereleeftijden (14, 15, 16 en 18 jaar) is er een maximaal verschil van 5,5% tussen mannen en vrouwenvan dezelfde leeftijd.

Leerlingen praten met meerdere mensen over hun keuzes, wensen en mogelijkheden in detoekomst. Volgens de decanen en mentoren zijn vooral ouders en mentoren de belangrijkstegesprekspartners van leerlingen. Onderstaande tabel geeft een volledig overzicht met wie de derdeen vierdejaars leerlingen zelf aangeven te praten, over keuzes, wensen en mogelijkheden in detoekomst, en de frequentie waarin dit gebeurt.

Tabel 8. Leerling praat met … over keuzes, wensen en mogelijkheden in de toekomst.Nooit 1-4 keer per

jaar(Bijna) elke

maand(bijna)

elke weekTotaal

Mentor 15,5% 50% 28% 6,5% Aantal resp 304. 100%Vakdocent 37% 44% 14% 5% Aantal resp 300. 100%Decaan 43% 39% 14% 4% Aantal resp 302. 100%Ouders 3% 8% 43% 46% Aantal resp 303. 100%Beroeps-beoefenaars

36% 34% 23% 7% Aantal resp 304. 100%

3.4.6 Inzet van het portfolioHet doel van het portfolio binnen de loopbaanbegeleiding is tweeledig. Enerzijds stelt het de leerlingin staat om alle ondernomen LOB activiteiten in op te nemen en zo de voortgang en groei zichtbaarte maken. Anderzijds stelt het mentoren, decanen en de vervolgopleiding in staat om kritischevragen te stellen over de keuzemomenten van de leerling en welke keuzevaardigheden zij hierbijhebben toegepast. Het portfolio doet zo dienst als zowel LOB instrument, omdat het leerlingen instaat stelt te reflecteren op gemaakte keuzes en als registratiesysteem van alle ondernomen LOBactiviteiten. Over het algemeen wordt het portfolio nog maar weinig als LOB-instrument ingezet.80% van de decanen, 29% van de mentoren en 71% van de leerlingen geeft aan op school niet meteen portfolio te werken. 11% van de leerlingen heeft de vragen over het portfolio niet ingevuld. Ditkan verklaard worden doordat deze leerlingen op school niet met een portfolio werken. Inonderstaande tabel geven leerlingen, decanen en mentoren aan in hoeverre zij de inzet en hetgebruik van het portfolio als LOB-instrument waarderen.

Page 26: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

23 Onderzoeksresultaten | Samen naar een beter LOB

Tabel 9. Totaal inzetten en gebruik maken van het portfolio als LOB instrument.Onvoldoende

tot matigVoldoende Voldoende goed

tot goedTotaal

Leerlingen 74% 18% 8% 100%. Resp. 274.Decanen 80% - 20% 100%. Resp. 5.Mentoren 36% 36% 29% 100%. Resp. 14.

3.4.7 LOB competenties mentorenIn het hedendaagse onderwijs wordt van docenten steeds meer verwacht dat zij naast hun rol alsvakprofessional, ook coach, mentor en pedagoog zijn. De LOB competenties zeggen dan ook watover de geschiktheid van de mentor in zijn rol als LOB begeleider. Zaken die we gemeten hebbenzijn de kennis over opleidingen en werkveld, het vertrouwen dat leerlingen hebben in de mentor ende inhoud van de gesprekken. Volgens directieleden en decanen hebben niet alle mentoren feelingmet LOB. Daarbij is er op veel scholen geen protocol of beleid over hoe de mentor de mentorlessenkan invullen en waar ze zich aan moeten houden. Hierdoor zijn er redelijke verschillen in deuitvoering van LOB. Op twee van de vijf scholen zijn mentoren coach en van hen wordt dan ookverwacht de leerlingen te kunnen coachen. In onderstaande tabel geven leerlingen, decanen enmentoren aan welke waardering zij geven over de LOB competenties van de mentoren.

Tabel 10. Totaal LOB-competenties van mentoren. TotaalOnvoldoende Matig Voldoende Voldoende

goedGoed

Leerlingen 14,5% 27% 38,5% 16,5% 3,5% Aantal 303. 100%Decanen - - - 100% - Aantal 5. 100%Mentoren - 12% 29,5% 35% 23,5% Aantal 17. 100%

3.4.8 OuderbetrokkenheidOuders kennen hun kinderen het beste. Daarom is het van belang dat ouders interesse hebben inhet keuzeproces van hun kind. Scholen betrekken ouders hierbij door voorlichtingen enouderavonden te organiseren en ouders te vragen op te treden als stageadres. Ouders hebbeninformatie nodig om hun leerlingen te begeleiden. Zij weten vaak niet wat er op school gebeurt aanLOB en hebben vaak niet de juiste opleidings-informatie. Voor school is er een grote rol weggelegdom ouders in deze informatie te voorzien. Van de leerlingen geeft 89% aan minstens elke maandmet hun ouders te praten over keuzes, wensen en mogelijkheden in de toekomst. In onderstaandetabel geven 304 leerlingen, vijf decanen en zestien mentoren aan in hoeverre zij denken datleerlingen redelijk tot vaak met hun ouders over bepaalde onderwerpen praten.

Tabel 11. Volgens … praten leerlingen met hun ouders over;% klopt aardig tot klopt helemaal.

Leerlingen Decanen MentorenWelke vervolgstudie het beste bij ze past. 74% 100% 88%Hun talenten. 60% 80% 63%Hun toekomstdroom. 63% 60% 63%Het maken van passende keuzes. 64% 60% 44%Dingen die echt belangrijk zijn in hunleven.

69% 100% 69%

Wat voor soort werk bij hen past. 74% 60% 81%Verschillende vervolgopleidingen. 61% 60% 94%Verschillende beroepen. 67% 40% 81%

Page 27: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Onderzoeksresultaten 24

3.5 Welke onderdelen in het LOB-programma dragen bij aan hetverwerven van de verschillende loopbaancompetenties van leerlingen inhet VMBO-TL?Scholen gebruiken verschillende methodieken en activiteiten om hun LOB vorm te geven enleerlingen loopbaancompetenties aan te leren. Toch hebben we bij 3.2 kunnen lezen dat 38% vande leerlingen deze loopbaancompetenties voldoende tot goed inzetten en dus 62% van deleerlingen dit nog onvoldoende tot matig doen. Om antwoord te kunnen geven op de vraag, welkeonderdelen in het LOB-programma nu daadwerkelijk bijdragen aan het verwerven van deloopbaancompetenties, moeten we de schoolresultaten op dit gebied, individueel bekijken. Dezezijn te vinden in bijlagen een tot en met vijf. Om dit te doen hebben we vergeleken; bij welk van devijf loopbaancompetenties, minimaal 55% (een 5,5 is op school altijd een voldoende) van deleerlingen aangeeft, voldoende tot goed met die loopbaancompetentie bezig te zijn. Vermoedelijk ziter dan een verschil in de manier van onderwijs of de inzet van het LOB-programma, waardoor hunleerlingen meer met een bepaalde loopbaancompetentie bezig zijn dan op andere scholen.

Bij drie van de vijf scholen geven meer dan 55% van de leerlingen aan voldoende tot goed metkwaliteitenreflectie bezig te zijn. Bij motievenreflectie en netwerken komen de resultaten enkel bijeen school boven de 55%. Bij werkexploratie is de hoogste score 47% en bij loopbaansturing is dit44%. Toch zijn er twee scholen, waarbij steeds de meeste leerlingen aangeven voldoende tot goedmet alle vijf de loopbaancompetenties bezig te zijn. Van deze twee scholen hebben we dan ookonderzocht wat zij anders doen, waardoor hun leerlingen meer met loopbaancompetenties bezigzijn. Specifieke activiteiten, methodes en instrumenten op deze scholen, die bijdragen aan deloopbaancompetenties zijn:

Zelfstandigheid inbouwen in het LOB-proces, zodat de leerling leert vertrouwen opzelfkennis en eigen kwaliteiten.

Alle loopbaanstappen; van wie ben ik, wat kan ik, tot het schrijven van brieven voor eenstage, het regelen van een stage, het houden van interviews en het bijhouden van eenlogboek en het beschrijven van ervaringen in een reflectieverslag, op korte termijn latenplaatsvinden, zodat leerlingen actief en gericht bezig zijn met hun loopbaan. Zonder afleidingvan andere lessen of projecten op de achtergrond.

Korte communicatielijnen tussen de leerlingen, mentoren en decanen om zo leerlingenoptimaal te kunnen begeleiden bij hun individuele keuzeproces.

Het inzetten van oud-leerlingen die kunnen vertellen over hun keuzeproces, hoe die keuzeuiteindelijk bevallen is en voor welke arbeidsdilemma’s zij zijn gesteld.

Het inzetten van bovenbouw leerlingen die onderbouw leerlingen begeleiden bij ditkeuzeproces (peer-coaching).

De betrokkenheid van directie, decaan en mentoren bij het LOB-proces en het van elkaarweten wat er aan LOB wordt gedaan.

3.6 Hoe komen leerlingen aan hun toekomstbeeldNiet opgenomen in de deelvragen, maar wat wel belangrijke resultaten zijn uit het onderzoek is hetantwoord op de vraag hoe leerlingen aan hun toekomstbeeld komen. Hierbij hebben we tweevragen gesteld; ‘Hoe komen leerlingen aan hun toekomstbeeld’ en ‘welke activiteiten zijn voorleerlingen belangrijk om een beeld te krijgen van hun toekomst’. Decanen en mentoren denken datleerlingen vooral aan hun toekomstbeeld komen door gesprekken met vrienden en familie engesprekken met mentoren, leraren of de decaan. In onderstaande tabel staat het percentageleerlingen dat aangeeft een in hoeverre een bepaalde informatiebron van invloed is geweest op huntoekomstbeeld. Ook staat in deze tabel of er een discrepantie bestaat tussen de gebruikteinformatiebronnen voor derde- en vierde jaars leerlingen.

Page 28: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

25 Onderzoeksresultaten | Samen naar een beter LOB

Tabel 12. Volgens … komen leerlingen aan hun toekomstbeeld door;% klopt aardig tot klopt helemaal.

TotaalLeerlingen3de en 4de

jaar

Totaal Leerlingen3de jaar

Totaal Leerlingen4de jaar

Totaal

Opleidingsinformatie 56% 100%Resp.

303.

44% 100%Resp.

158.

68% 100%Resp.

160.Gesprekken met vriendenen familie

66% 100%Resp.

304.

65% 100%Resp.

159.

70% 100%Resp.

160.Gesprekken metmentoren, leraren of dedecaan

39% 100%Resp.

304.

41% 100%Resp.

159.

41% 100%Resp.

160.Beroepsbeoefenaren. 39% 100%

Resp.304.

35% 100%Resp.

159.

46% 100%Resp.

160.Ik heb nog geenberoepsbeeld

15% 100%Resp.

304.

19% 100%Resp.

159.

14% 100%Resp.

160.

In onderstaande tabel staat weergegeven welke activiteiten leerlingen belangrijk vinden om eenbeeld te krijgen van zijn of haar toekomst. Hierbij staat aangegeven wat leerlingen zelf belangrijkvinden, maar ook wat de vijf decanen en zestien mentoren denken dat leerlingen belangrijk vindenom een toekomstbeeld te krijgen.

Tabel 13. Volgens … vinden leerlingen het belangrijk om hun toekomstbeeld te krijgendoor;

% klopt aardig tot klopt helemaal.Leerlingen Totaal Decanen

Totaalresp. 5 =

100%

MentorenTotaal

resp. 16 =100%

Gesprekken te hebben met dedecaan, mentor of loopbaancoach.

41% 100%Resp. 304.

80% 94%

Gesprekken te hebben met ouders. 79% 100%Resp. 304.

100% 100%

Gesprekken te hebben met vriendenen kennissen.

62% 100%Resp. 304.

100% 87,5%

Informatie te zoeken en te lezen uitfolders en op websites.

52% 100%Resp. 302.

80% 81%

In contact te komen met de schoolpraktijk op een ROC of AOC.

59% 100%Resp. 304.

100% 100%

In contact te komen met dewerkpraktijk bij bedrijven.

55% 100%Resp. 303.

100% 88%

Te spreken met studenten en hetgaan naar opendagen.

53% 100%Resp. 303.

100% 100%

Page 29: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Conclusies en aanbevelingen 26

4) Conclusies en aanbevelingenNaast de conclusies, zijn in dit hoofdstuk ook concrete aanbevelingen terug te vinden voor ‘AanpakVSV Eemland’. Per aanbeveling is aangegeven hoe deze geïmplementeerd kan worden.

“ Een competente docent of manager is niet automatische een competente loopbaanbegeleider”(Luken, 2009, p. 54).

4.1 ConclusiesIn de voorafgaande hoofdstukken hebben we besproken welke ontwikkelingen zich op het gebiedvan LOB de afgelopen jaren hebben voorgedaan. Daaruit hebben we acht kritieke succesfactorengedestilleerd die voor het onderwijs erg belangrijk zijn om succesvol LOB te bewerkstelligen.Vervolgens hebben we gekeken naar de huidige LOB situaties binnen de door ons onderzochteVMBO-TL afdelingen. Op die afdelingen hebben we met een vragenlijst en diverse interviewsonderzocht, hoe de LOB er nu uitziet en hoe deze wordt ervaren door de leerlingen, mentoren endecanen. Door de kritieke succesfactoren te integreren in de vragenlijsten en interviews, hebben wijkunnen onderzoeken in hoeverre de LOB praktijk op de scholen voldoet aan succesvol LOB. Uit onsonderzoek trekken we de volgende conclusies:

Hoewel er ideeën zijn over de invulling van LOB, wordt er onvoldoende prioriteit gegevenaan een onderliggende visie en beleid van het LOB programma.

Een visie op LOB zorgt ervoor dat betrokkenen weten welke richting de school opwil met haar LOB. De uitwerking van deze visie, is een beleid dat handvatten bied enkaders schetst voor de betrokkenen. Door een duidelijke visie en beleid zijn erduidelijke doelen op het gebied van LOB, waardoor het makkelijker is voor allemedewerkers om LOB zich eigen te maken. Hierbij weten medewerkers wat er vanhun verwacht wordt en zijn zij op hun verantwoordelijkheden te wijzen.

Er worden veel instrumenten ingezet binnen het LOB programma. Toch bepalen dezeinstrumenten niet het succes van het programma. Hoe met deze instrumenten wordtomgegaan en welke koppelingen er vanuit de instrumenten worden gemaakt, bepaalt hetsucces echter des te meer.

Leerlingen missen de koppelingen vanuit de instrumenten, methodieken enactiviteiten, naar de studiekeuze waar zij voor staan. Die koppeling is tebewerkstelligen door gesprekken, reflecties en heldere uitleg over waarom leerlingeneen activiteit ondernemen. Leerlingen werken nu een methode af zonder te wetenwelk belang dit heeft voor hun studiekeuze.

Er is weinig aandacht voor de professionele invulling van een decanenfunctie.Gemiddeld hebben de decanen ongeveer één dag per week voor het decanaat,naast hun functie als docent. Dit is te kort voor de professionele ontwikkeling van dedecaan, de ontwikkeling van het loopbaanprogramma en de uitvoering hiervan.Tevens is het vaak zo dat decanen voor het decanaat gevraagd worden, zonder dater een interne vacature ontstaat met duidelijke functie-eisen die aan de decaangesteld worden.

De loopbaancompetenties lijken bij leerlingen onvoldoende ontwikkeld.Hoewel decanen en mentoren van mening zijn veel aandacht aan deloopbaancompetenties te besteden, lijken bij leerlingen deze competenties nogonvoldoende ontwikkeld. Bij de ontwikkeling van loopbaancompetenties is er geensignificant verschil tussen derde en vierde jaars leerlingen.

Page 30: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

27 Conclusies en aanbevelingen | Samen naar een beter LOB

Activiteiten die worden ondernomen om leerlingen grenservaringen op te laten doen, werkenniet afdoende.

Hoewel scholen veel mogelijkheden bieden tot het opdoen van grenservaringen,beleven leerlingen dit niet als zodanig. Dit komt doordat de ervaring niet wordtverwerkt en besproken door middel van een loopbaandialoog.

Scholen bedienen leerlingen onvoldoende in de verschillende leerstijlen, tijdens de diversefases van het LOB proces.

In ieder moment van het keuzeproces, zouden leerlingen opdrachten vanuitdiverse leerstijlen aangeboden moeten krijgen. Dit zorgt voor meer zelfsturing in hetkeuzeproces en een betere borging van het geleerde, omdat leerlingen in aanrakingkomen met opdrachten die bij hun eigen manier van leren past.

Mentorgesprekken zijn gericht op voortgang en welbevinden, niet op LOB.Hoewel mentoren op het gebied van LOB het eerste aanspreekpunt van leerlingenzijn, wordt er in mentorgesprekken weinig aandacht besteed aan LOB. Ook gaanleerlingen niet uit zichzelf het gesprek aan met de mentor over LOB gerelateerdezaken.

Scholen doen er goed aan, ouders te instrueren hoe zij hun kind(eren) kunnen begeleiden inhet LOB proces.

Ouders zijn de belangrijkste gesprekspartners voor leerlingen als het gaat overkeuzes, wensen en mogelijkheden in de toekomst en het verkrijgen van eentoekomstbeeld. Omdat ouders bepaalde beroepsverwachtingen hebben voor hunkind, is het belangrijk dat scholen ouders begeleiden in het voeren van coachendeloopbaangesprekken met hun kind.

Het portfolio wordt nog te weinig als LOB-instrument ingezet.Als het portfolio nu al gebruikt wordt, is dat voornamelijk als registratiesysteem. Hetportfolio (en de daarbij behorende reflecties) wordt ingezet als doel opzich en niet alsmiddel om leerlingen na te laten denken over hun loopbaanproces.

Niet alle docenten en mentoren zijn geschikt voor het geven van LOB.In vier op de tien gevallen zijn leerlingen ontevreden over de LOB competenties vanhun mentor. Toch willen scholen vaak hun docenten en mentoren inzetten op hetgebied van LOB, als gesprekspartner voor ouders en leerlingen, als begeleider vanactiviteiten of als mentorcoach. Dit zorgt ervoor dat mensen verantwoordelijk zijn voorLOB die hier geen klik mee hebben. Scholen moeten op zoek naar een match tussende competenties van de docenten en de competenties die mentoren ofmentorcoaches nodig hebben in hun taak als loopbaanbegeleider.

Zelfontplooiing van jongeren staat onvoldoende centraal binnen LOB.Jongeren worden intern gedreven door hun wensen en behoeftes en niet externgestuurd vanuit de eisen van de maatschappij. Het volgen van vaste carrière stappenis voor jongeren minder aantrekkelijk dan het zelf opzoek gaan naar zaken die leuken leerbaar zijn. LOB richt zich echter op vaste doelen en keuzemomenten, zondervoldoende stil te staan bij interne drijfveren van jongeren.

Page 31: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Conclusies en aanbevelingen 28

4.2 AanbevelingenUit de conclusies van dit onderzoek valt de hoofdvraag: “Hoe is op de vijf deelnemende vmbo-tlscholen momenteel de loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) vormgegeven en hoe sluit dit aanbij succesvol LOB?” als volgt te beantwoorden.

Uit de literatuur is geen eenduidige definitie af te leiden van wat succesvol is bij Loopbaanoriëntatieen –begeleiding. Hierdoor hanteren wij onze eigen definitie gebaseerd op dit onderzoek. SuccesvolLOB is “LOB waaraan een visie en beleid ten grondslag ligt waarbij rekening wordt gehouden metde hersenontwikkeling en de loopbaancompetenties van jongeren. Hierbij omvat het LOBprogramma grenservaringen en loopbaandialogen, waarvan de voortgang wordt opgenomen in eenportfolio en deze wordt besproken met competente mentoren of decanen en betrokken ouders”.

Hoewel scholen goed bezig zijn met het vormgeven van hun LOB, is deze vormgeving nog niet inlijn met succesvol LOB. Om aan succesvol LOB te voldoen moet de kwaliteit en de prioriteit voorLOB verder omhoog. Om hiervoor te zorgen hebben we voor de regio de volgende aanbevelingen.

Aanbeveling: Formuleer en implementeer een heldere LOB-visie en LOB-beleid.Waarom: Een heldere visie op LOB zorgt ervoor dat het management richting geeft aan het

LOB programma. De uitwerking hiervan, het LOB-beleid, bied handvatten enkaders voor betrokkenen. Medewerkers weten hierdoor wat hun rol is in het LOBprogramma en wie waarvoor verantwoordelijk is. Tevens bieden visie en beleid eenleidraad voor het ontwikkelen van een LOB programma.

Hoe: Door te erkennen dat LOB zeker prioriteit heeft in het onderwijsprogramma, moetLOB-visie en –beleid vormgegeven worden in overleg tussen management en deuitvoerende. In dit geval de decanen en mentoren. Als basis van dit overleg dientsuccesvol LOB en de ontwikkeling van de leerling centraal te staan.

Aanbeveling: Beschouw LOB als een apart vakgebied en voorzie deze van de nodigeprioriteit en professionaliteit.

Waarom: LOB wordt uitgevoerd door eerste- of tweedelijns decanen en mentoren, die ditnaast, of als onderdeel van, hun functie als docent uitvoeren. Loopbaanbegeleidingis een apart vakgebied waar een aparte HBO opleiding voor bestaat. Scholenverwarren nu nog vaak het docentschap met het loopbaanbegeleiderschap, terwijldit beide vierjarige HBO opleidingen zijn met ieder een aparte competentiebasis.

Hoe: Medewerkers dienen opgeleid, of op zijn minst ondersteund, te worden dooriemand met een gedegen scholing op het gebied van LOB. Een korte cursus of‘masterclass’ van een aantal dagen dekt niet de benodigde competenties voor hetvak als loopbaanbegeleider of decaan. Wel kan dit door het HBO-opleiden vaneigen medewerkers, het aanstellen van een AMA decaan of het inhuren van eenAMA regio decaan. Met een AMA regio decaan bedoelen we een fulltime decaandie werkt voor meerdere scholen in de regio en ondersteuning of uitvoering kanbieden op alle facetten van LOB. Dit zorgt voor het versterken van de LOB kwaliteit.

Page 32: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

29 Conclusies en aanbevelingen | Samen naar een beter LOB

Aanbeveling: Zorg voor deskundigheidsbevordering van medewerkers.Waarom: Decanen en mentoren worden niet altijd geselecteerd op competenties op het

gebied van LOB en de click die zij met LOB hebben. Daarnaast is de functie vandecaan een parttime functie waarin weinig tijd bestaat voor het ontwikkelen van hetLOB programma, het ontwikkelen van de professionaliteit van de decaan en hetbijhouden van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied.

Hoe: Scholen dienen een match te maken tussen de interesses en competenties vanmentoren en de competenties die nodig zijn voor het vervullen van LOB taken. Wijbevelen aan om het netwerk in de regio te gebruiken als informatievoorziening voorde decanen, mentoren en docenten. De regio beschikt namelijk over het ‘LerendNetwerk LOB’ waarin op diverse actuele LOB onderwerpen wordt ingegaan. Ookvia de website aanpakvsveemland.nl kan op het forum actief worden bijgedragenaan kennisdeling en deskundigheids-bevordering.

Aanbeveling: Richt de begeleiding van de mentor of decaan aan de leerling, op de kritiekesuccesfactoren van LOB.

Waarom: Contactmomenten tussen de leerling en de mentor of de decaan gaat momenteelvoornamelijk om schoolvoortgang, welbevinden en het invullen vankeuzeformulieren. Er wordt onvoldoende stil gestaan bij het keuzeproces en hoe deleerling zijn eigen loopbaan kan vormgeven.

Hoe: Door met leerlingen de dialoog aan te gaan over welke loopbaancompetenties zijnontwikkeld, welke grenservaringen de leerlingen hebben opgedaan en hoeleerlingen hierop reflecteren. En door de dialoog aan te gaan over wat de leerlingenwillen leren en ervaren. Hierbij kan het portfolio van de leerlingen als leidraad voorde gesprekken dienen. Hierbij gaat het deels om de inhoud van de dialoog, maarook om de interesse en belangstelling die de mentor of decaan toont voor deleerling.

Aanbeveling: Betrek ouders meer bij LOB.Waarom: Ouders zijn de belangrijkste gesprekspartner voor leerlingen als het gaat om

loopbaankeuzes en hun mening is vaak ook doorslaggevend voor de keuze vaneen vervolgstudie. Toch hebben ouders niet alle kennis in pacht over opleidingenen de loopbaanmogelijkheden. School kan ouders hierin ondersteunen.

Hoe: Naast voorlichtingen en ouderavonden kunnen ouders worden betrokken bij LOBen deel uit maken van de LOB activiteiten. Ouders kunnen dienen als stageplaatsen voorlichting geven als beroepsbeoefenaar. Daarnaast kan school ouders lerenhun kind te begeleiden, zodat leerlingen meer hebben aan de voor hunbelangrijkste gesprekspartners.

Page 33: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Literatuurlijst 30

5) Literatuurlijst

5.1 Boeken Boschma, J., Groen, I., Generatie Einstein, slimmer, sneller en socialer, communiceren met

jongeren van de 21e eeuw, Prentice Hall, 2009. Brysbaert, M., Psychologie, Academia Press, 2006. Crone, E., Het puberende brein, uitgeverij Bert Bakker, 2009. Dekkers, M.A.F., Hogeboom, C.M.L., Aan de slag met studieloopbaanbegeleiding,

onderwijsadviesbureau drs. M.A.F. Dekkers bv Nuenen, 2de druk, juni 2009. Groeneveld, M.J., Kenmerkend MBO, Hiteq, 2009. Groeneveld, M.J., Kenmerkend VMBO, Hiteq, 2009. Groeneveld, M.J., Ouders @ MBO, Hiteq, 2009. Kuijpers, M., Meijers, F., Loopbaanleren, onderzoek en praktijk in onderwijs, Garant, 2008. Luigies, E.J., Peer support in Nederland, DaVinci College, 2007. Meijer, F., Kuijpers, M., Bakker, J., Over leerloopbanen en loopbaanleren, Platform

beroepsonderwijs, 2006. Oost, H., Markenhof, A., Een onderzoek voorbereiden, HB uitgevers, 2002. Reijnaert, W., Studieloopbaanbegeleiding en assessment, Wolters-Noordhoff, 2006. Santrock, J.W., Adolescence, Mc. Graw Hill, 2003. Spangenberg, F., Lampert, M., De grenzeloze generatie en de eeuwige jeugd van hun

opvoeders, Nieuw Amsterdam Uitgevers, 2009. Spijkerman, R., Bienemann, M., Het werkvormenboek, 40 loopbaanoefeningen die werken,

Hiteq, 2009. Wijk van, J., Succesvol afstuderen, praktijkgericht onderzoek in het HBO, Wolters-Noordhoff,

2007.

5.2 Onderzoeken Boom van der, E., Goed voorbeeld doet goed volgen, Onderzoek naar goede

pratkijkvoorbeelden van LOB, Ministerie van OC&W, 2009. Kerkhoffs, J., Kruijf, J., de, VMBO herkend, structuur van het vmbo in de toekomst, advies

op basis van het veldonderzoek Stichting Platforms VMBO, Platforms VMBO, januari 2010. Kuijpers, M., Meijers, F., Bakker, J., Krachtige loopbaangerichte leeromgeving in het (v)mbo,

Hoe werkt het?, Platform beroepsonderwijs, 2006. Luken, T., Het dwaalspoor van de goede keuze, Naar een effectiever model van

(studie)loopbaanontwikkeling, Fontys Hogescholen, 2009. Ministerie van OC&W, Kiezen moet (je) kunnen, Ministerie van OC&W, 2007. Neuvel, J., Esch, W., van, Van vmbo naar mbo: doorstroom en loopbaankeuzes, ecbo,

januari 2010. Oomen, A., Standaarden voor decanen in het voortgezet onderwijs, 2002. Sarti, A., Strating, G., Broekema, J., Verwoert, T., Kiezen moet je (stimu)leren, onderzoek

naar de behoefte van Vmbo’ers en Mbo’ers in de doorstroom van het Vmbo naar het Mbo, inopdracht van JOB en LAKS, stichting Alexander, november 2009.

SARV International, Keesie, Wat heb je nou aan informatie zonder motivatie?, Eenonderzoek onder leerlingen over de overgang en aansluiting van het vmbo-tl naar de havoen het MBO en de rol van LOB in dit proces, VO-Raad, 2009.

Page 34: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

31 Literatuurlijst | Samen naar een beter LOB

VO-Raad, T(L) splitsing: van vmbo-tl naar havo of mbo, onderzoek naar de knelpunten in deaansluiting van vmbo-tl met mbo en havo en mogelijke oplossingen daarvoor, VO-Raad,februari 2010.

Zwart, S., Bakker de, H., Overmeer, V., Laar van, F., Studie- en beroepskeuzeoriëntatie ophet vmbo en het mbo, RWI, 2007.

5.3 Artikelen Boer den, P. R., Intreerede Peter den Boer, lector keuzeprocessen, kiezen van een

opleiding, van ervaring naar zelfsturing, ROC West Brabant, 2009. Evers, W., Succesvol kiezen, onderzoek naar het studiekeuzegedrag van vmbo-leerlingen,

ROC van Twente, 2006. Kempers, P., Hoof van, J., Visser, M., Jong de, M., Studiekeuze in kaart gebracht:

gedragsdeterminanten van scholieren bij het kiezen van een vervolgopleiding, Tijdschriftvoor Hoger Onderwijs, 25 (4). Pp. 270-279, 2007.

Kempers, B., Zien en gezien worden, beleidskader zorgstructuur ROC Midden Nederland,ROC Midden Nederland, juni 2009.

Kuijpers, M., Loopbaanontwikkeling in het beroepsonderwijs, draagvlak en daadkracht, DeHaagse Hogeschool, 2008.

Lanschot Hubrecht, V., van, Hilten, J., van, LOB-varianten de praktijk, SLO, juni 2009. OC&W, Convenant regio Eem & Vallei, Aanpak voortijdig schoolverlaten ’07-’08 tot en met

’09 – ’10, OC&W, 2007. OC&W, VSV-Atlas RMC regio 16, Eem en vallei, Aanval op schooluitval resultaat

convenantjaar 2007-2008, aanvalopschooluitval.nl, 2009. Schaap, H., Bruijn de, E., Schaaf van der, M.F., Kirschner, P.A., Students ‘personal

professional theories in competence-based vocational education: the construction ofpersonal knowledge through internalization and socialization, Journal of vocational education& training, volume. 61, nr. 4, blz. 481-494, dec. 2009.

Studiekeuze conferentie ‘Help beter kiezen’ Verschillende lezingen, VO-raad enstudiekeuze123, 17 sept. 2009.

VO-Raad, Advies verbetering aansluiting vmbo-tl op havo en mbo, VO-Raad, februari 2010. VO-Raad, Stimuleringsplan LOB, VO-Raad, 2009. Wet Educatie en beroepsonderwijs (WEB), Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel,

wetboek, 2009.

5.4 Websites Aanpak VSV Eemland, www.aanpakvsveemland.nl Landelijk Aktie Komitee scholieren (LAKS), http://www.laks.nl Ministerie van OC&W, aanval op schooluitval, www.voortijdigschoolverlaten.nl Ministerie van OC&W, www.ocw.nl SLO, Nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling, http://www.slo.nl Stichting platforms VMBO, http://www.platformsvmbo.nl VO-Raad, http://www.vo-raad.nl/

Page 35: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Bijlagen 32

Bijlagen

Bijlagen:1. Resultaten en conclusies School 12. Resultaten en conclusies School 23. Resultaten en conclusies School 34. Resultaten en conclusies School 45. Resultaten en conclusies School 56. Chronologisch overzicht literatuur7. Vragenlijst leerlingen8. Vragenlijst decanen en mentoren9. SPSS tabellen10. Projectorganisatie Aanpak VSV Eemland

Page 36: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

33 Bijlagen 1: Resultaten voor school 1 | Samen naar een beter LOB

Bijlagen 1: Resultaten voor school 11. LOB-visie en –beleid

School 1 heeft momenteel geen visie op het gebied van LOB op papier staan. Hetmanagementteam, de locatiedirecteur en de decanen zijn wel bezig met het ontwikkelen van eenvisie en beleid op het gebied van loopbaanbegeleiding.

2. Hersenontwikkeling bij jongerenVolgens de decaan denken leerlingen nog te vaak dat hun studiekeuze een keuze voor het levenis. Hij pleit ervoor leerlingen aan te leren dat dit niet nodig is, het wisselen van baan is in onzehuidige maatschappij immers heel makkelijk. De decaan adviseert leerlingen dan ook te kiezen watop dit moment bij ze past en wat ze nu leuk vinden. Jongeren blijven zich volgens de decaan tochontwikkelen, tegelijk met het werkveld, zodat het keuzeproces een leven lang blijft doorgaan.

3. LoopbaancompetentiesDe decaan vindt dat de loopbaancompetenties in alle lessen wel terugkomen. In de LOB lessenwordt hier nog eens extra aandacht aan besteed. Over het algemeen is de decaan positiever overde tijd die in het aanleren van de loopbaancompetenties wordt gestoken, dan de mentoren. Zijgeven juist aan weinig met de loopbaancompetenties bezig te zijn. Bij de leerlingen leven deloopbaancompetenties niet genoeg. Hieronder is te zien welke percentages leerlingen echt bezig ismet de vijf loopbaancompetenties:

Kwaliteitenreflectie

Motievenreflectie

Werkexploratie

Loopbaansturing

Netwerken

Redelijk veel 36% 18% 11% 7% 12%Veel 5% 3% 2% 0% 1%

Wanneer we de vijf loopbaancompetenties bij elkaar optellen, zien de resultaten van de vragenlijstaan 98 leerlingen, 1 mentor en 1 decaan er als volgt uit:

Waardering aanleren van het totaal van de vijf loopbaancompetenties TotaalFunctie Onvoldoende Matig Voldoende Voldoende

goedGoed

Leerlingen 29,5% 44% 22,5% 4% 0% 100%

Decanen - - - 100% - 100%

Mentoren - 100% - - - 100%

4. GrenservaringenBij school 1 is de decaan erg druk bezig met het opzetten en organiseren van grenservaringenvoor leerlingen. Zo is het sectorwerkstuk op school zo opgezet dat leerlingen zowel bij eenopleiding als een beroepsbeoefenaar kijken. Ook doet de school mee aan kom in het leerbedrijf,waarbij leerlingen de mogelijkheid hebben om een dag mee te lopen in een bedrijf dat past bij hunsector. Daarnaast hebben leerlingen op de JanKroon dag, beroepenavond en oriëntatiedagenmogelijkheden om in contact te komen met toekomstige opleidingen en beroepen. Leerlingherkennen deze activiteiten maar deels als een grenservaring. 6% van de leerlingen zegt dat demogelijkheden die de school biedt voldoende goed tot goed zijn en 30% geeft aan dezemogelijkheden voldoende te vinden. De stimulering van decaan en mentoren, komt niet altijd aan

Page 37: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Bijlagen 1: Resultaten voor school 1 34

bij leerlingen. Waar de mentor en decaan aangeven de leerlingen aan te moedigen hun grenzen teverleggen, zegt 31% van de leerlingen dit ook echt zo te ervaren.

5. LoopbaandialoogVolgens de decaan, spreken leerlingen meestal in de wandelgangen en het leerwerkhuis metdocenten en mentoren. Dit is nog niet heel gestructureerd. Omdat praten over LOB niet stoer is ener vaak groepsdruk ontstaat waardoor leerlingen niet altijd zeggen wat ze echt vinden, is hetvolgens de decaan van groot belang dat er thuis een loopbaandialoog ontstaat. Leerlingen enouders kunnen dan met elkaar reflecteren over de plaats in het keuzeproces van de leerling. Vande 98 leerlingen geeft maar 11% aan (redelijk) vaak met de mentor te praten. Onderstaande tabelgeeft een goed overzicht van het percentage leerlingen dat (redelijk) veel over bepaaldeonderwerpen praat tijdens de mentorgesprekken.

Frequentie dat leerlingen praten over verschillende onderwerpen in dementorgesprekken.Percentage (redelijk) veel praten over… Percentage (redelijk) veel praten over…

Mijn talenten 10% Echt belangrijke dingen 39%Toekomstdroom 34% Netwerken 19%Waarom de leerling iets wilt leren 29% Huidige studie en toekomstwens 30%Nieuwtjes in het werk 9% Passend werk 40,5%Ervaringen buiten school 20% Passende vervolgstudie 48%Maken van passende keuzes 29% Spannende dingen. 14%

Naast de mentor en docent, praten leerlingen ook met andere in hun omgeving overloopbaangerelateerde zaken. De decaan verwacht dat leerlingen een tot vier keer per jaar metmentoren, vakdocenten, beroepsbeoefenaars en de decaan spreekt. Met ouders verwacht hij datleerlingen toch wel bijna elke maand een LOB gerelateerd gesprek hebben. Mentoren denken datleerlingen vaak met ouders praten (wekelijks of maandelijks) en minder met de decaan, vakdocentof beroepsbeoefenaar. Ook geven ze aan dat de bijna maandelijks de leerlingen spreken.Hieronder is te zien hoe de 98 leerlingen de frequenties van hun LOB gesprekken inschatten.

Leerling praat met … over keuzes, wensen en mogelijkheden in de toekomst.Nooit 1-4 keer per

jaar(Bijna) elke

maand(bijna)

elke weekTotaal

Mentor 5% 46% 41% 8% 100%Vakdocent 40% 50% 10% - 100%Decaan 62% 35% 12% 1% 100%Ouders 3% 8% 49% 39% 100%Beroeps- beoefenaars 37% 45% 14% 4% 100%

6. Inzet van het portfolioMomenteel houden leerlingen hun voortgang tijdens het LOB proces bij in ‘Optie Traject’. Dezemethode wordt per komend schooljaar afgeschaft en vervangen door ‘dedecaan.net’ en eenportfolio. 91% van de leerlingen zeggen momenteel niet met het portfolio te werken en ookmentoren en de decaan geeft aan dat hier nog onvoldoende gebruik van wordt gemaakt.

7. LOB competenties mentorenOp school 1 wordt gewerkt met mentormodellen. Dat houdt in dat de mentor verantwoordelijk isvoor alle inleveropdrachten van de leerling, ook op het gebied van LOB. Aangezien er op school 1een tweedelijns decanaat is, spreken de leerlingen met hun mentor over loopbaangerelateerdezaken en zaken als sector en studiekeuze. We hebben de leerlingen daarom gevraagd om aan tegeven hoe competent zij hun mentor vinden op het gebied van LOB:

Page 38: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

35 Bijlagen 1: Resultaten voor school 1 | Samen naar een beter LOB

Totaal LOB-competenties van mentoren, school 1. TotaalOnvoldoende Matig Voldoende Voldoende goed Goed

Leerlingen 2% 27,5% 49% 17,5% 4% 100%Decanen - - - 100% - 100%Mentoren - - - 100% - 100%

8. OuderbetrokkenheidVolgens de directeur zijn ouders erg betrokken bij de school en hun kinderen, doordat school 1geen open aanmelding heeft. Volgens de decaan zijn ouders ook de ideale coach voor hunkinderen. Ouderbetrokkenheid wordt op school vergroot door reflectieverslagen en evaluaties ookdoor ouders af te laten tekenen. Via ‘dedecaan.net’ moeten ouders en decaan straks meer metelkaar in contact komen, doordat ze elkaar bijvoorbeeld rechtstreeks kunnen mailen. Oudersworden tijdens voorlichtingen ook gewezen op hun rol in het studiekeuzeproces. Over hetalgemeen is de decaan tevreden over de betrokkenheid die ouders tonen in het LOB proces.Leerlingen delen die mening, 88% van de leerlingen spreekt maandelijks of vaker met hun oudersover LOB gerelateerde zaken.

9. Conclusies De visie en het beleid op het gebied van LOB kan beter worden weggezet in de organisatie.

Wanneer dit goed op papier wordt gezet zijn kaders beter af te bakenen en medewerkersop hun verantwoordelijkheden te wijzen.

Er wordt op school 1 uitgebreid rekening gehouden met de hersenontwikkeling vanjongeren. Leerlingen worden daarom aangeleerd dat het wisselen van loopbaan geenslechte zet hoeft te zijn.

Ondanks de inspanning van de decaan, zijn leerlingen nog onvoldoende bezig met deloopbaancompetenties. Vooral loopbaansturing, werkexploratie en het netwerken behoevenaandacht.

Mentoren geven zelf aan dat zij maar matig bezig zijn met de loopbaancompetenties, terwijlde decaan zegt dat de loopbaancompetenties voldoende goed worden ingezet.

Het merendeel van de leerlingen geeft aan de mogelijkheden tot het opdoen vangrenservaringen onvoldoende tot matig te vinden.

Er kan meer worden stil gestaan bij het opdoen, de diepgang en het evalueren vangrenservaringen.

Mentorgesprekken zijn nog onvoldoende gestructureerd en in deze gesprekken wordt teweinig stil gestaan bij de koppeling tussen de huidige opleiding en werk.

Vooral ouders en mentoren zijn belangrijke gesprekspartners van de leerling als het gaatover keuzes, wensen en mogelijkheden in de toekomst.

Momenteel wordt er geen gebruik gemaakt van een portfolio als LOB-instrument. Zeven van de tien leerlingen is tevreden over de LOB competenties van de mentoren. Mentoren en decanen schatten de competenties van de mentor hoger in dan dat leerlingen

dit doen. School 1 kent het belang van ouderbetrokkenheid en betrekt ouders daarom ook bij de

LOB-activiteiten van hun kinderen. Bijna negen van de tien leerlingen praat maandelijks of vaker met hun ouders over LOB

gerelateerde zaken.

Page 39: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Bijlagen 2: Resultaten voor school 2 36

Bijlagen 2: Resultaten voor school 2

1. LOB-visie en –beleidSchool 2 heeft geen duidelijke visie op het gebied van LOB. Het decanaat is eerstelijns met eenlangzame verschuiving naar de tweedelijn. Vanuit de directie is er ook geen duidelijk LOB-beleidop papier. Wel is er een activiteitenoverzicht voor mentoren en docenten. Dit geeft demedewerkers enigszins houvast, maar is niet duidelijk genoeg om terug te kunnen vallen opelkaars vastgelegde verantwoordelijkheden.

2. Hersenontwikkeling bij jongerenDe decaan is ervan op de hoogte dat jongeren eigenlijk nog niet klaar zijn om keuzes te maken. Inde LOB heeft hij er alleen nog geen concrete invulling aan kunnen geven.

3. LoopbaancompetentiesSchool 2 is erop gericht om leerlingen zoveel mogelijk ruimte te geven voor ontplooiing. Daarnaastis de school gericht op een actieve rol van de leerling en op het aanleren van zelfstandig werken.De decaan wil hier de loopbaancompetenties aan toevoegen, maar geeft aan niet echt te wetenhoe dit ingebed kan worden in het onderwijsprogramma.

Loopbaancompetenties bestaan uit; kwaliteitenreflectie, motievenreflectie, werkexploratie,loopbaansturing en netwerken. In onderstaande tabel staat het percentage leerlingen dat aangeeftredelijk veel tot veel met loopbaancompetenties bezig te zijn.

Kwaliteitenreflectie

Motievenreflectie

Werkexploratie

Loopbaansturing

Netwerken

Redelijk veel 48% 19% 21% 18% 25,5%Veel 8% 4% 2% 2% 4,5%

Onderstaande tabel geeft een goed overzicht van het aanleren van de vijf loopbaancompetentiesen de daarbij behorende waardering die 39 leerlingen, twee mentoren en de decaan hieraangeven.

Waardering aanleren van het totaal van de vijf loopbaancompetenties TotaalFunctie Onvoldoende Matig Voldoende Voldoende goed GoedLeerlingen 26% 46% 18% 7,5% 2,5% 100%.Decanen - - 100% - - 100%

Mentoren - 100% - - - 100%

4. GrenservaringenVolgens de decaan doen leerlingen veel grenservaringen op door onder andere de meeloopdagen,opendagen, voorlichtingen, de Jan Kroondag, de beroepenmarkt en de oriëntatiedagen. Van dezeervaringen maken leerlingen een reflectieverslag dat wordt ingeleverd bij de mentor. Van deleerlingen is 10% van mening dat zij goede mogelijkheden krijgen om grenservaringen op te doenen 28% geeft de mogelijkheden een voldoende. 62% van de leerlingen vindt echter dat eronvoldoende tot matige mogelijkheden zijn tot het opdoen van grenservaringen binnen het LOBprogramma. Dit komt deels overeen met de mening van de decaan en mentoren. Volgens dedecaan worden er voldoende mogelijkheden geboden om grenservaringen op te kunnen doen envolgens de mentoren Onvoldoende tot voldoende mogelijkheden.Leerlingen vinden het vaak lastig om hun grenzen te verleggen en nieuwe ervaringen op te doen.78% van de leerlingen vinden dat zij onvoldoende stimulans ontvangen van de mentor om grenzen

Page 40: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

37 Bijlagen 2: Resultaten voor school 2 | Samen naar een beter LOB

te verleggen. De mentoren en de decaan zijn van mening hun leerlingen hier wel goed in testimuleren. 22% van de leerlingen delen deze mening en geven aan dat hun mentor hem of haaraardig tot goed aanmoedigt om dingen te doen die ze eigenlijk niet durven, en zo nieuweervaringen op te doen.

5. LoopbaandialoogBij de loopbaandialoog gaat het, kort gezegd, om praten met de leerling en niet over de leerling.Op school zullen vooral de decaan en mentoren deze taak op zich nemen. De decaan denkt datzijn mentoren af en toe met de leerlingen praten en dit is ook wat de mentoren aangeven. 16% vande leerlingen geeft aan (redelijk) vaak met de mentor te praten. Onderstaande tabel geeft eengoed overzicht van het percentage leerlingen dat (redelijk) veel over bepaalde onderwerpen praattijdens de mentorgesprekken.

Frequentie dat leerlingen praten over verschillende onderwerpen in dementorgesprekken.Percentage (redelijk) veel praten over… Percentage (redelijk) veel praten over…

Mijn talenten 6% Echt belangrijke dingen 28,5%Toekomstdroom 22% Netwerken 18%Waarom de leerling iets wilt leren 26% Huidige studie en toekomstwens 16%Nieuwtjes in het werk 6% Passend werk 22%Ervaringen buiten school 16% Passende vervolgstudie 26%Maken van passende keuzes 20% Spannende dingen. 30%

Leerlingen praten met meerdere mensen over hun keuzes, wensen en mogelijkheden in detoekomst. Volgens de decaan praten leerlingen hierover (bijna) elke week wel met hun ouders endocenten. De mentoren denken dat leerlingen vooral ouders en de decaan als gesprekspartnerhebben en de mentor ongeveer 1-4 keer per jaar spreekt. Onderstaande tabel geeft een volledigoverzicht over met wie de 49 derde en vierde jaars leerlingen zelf zeggen te praten en met welkefrequentie dat gebeurt.

Leerling praat met … over keuzes, wensen en mogelijkheden in de toekomst.Nooit 1-4 keer per

jaar(Bijna) elke

maand(bijna)

elke weekTotaal

Mentor 29% 57% 12% 2% 100%Vakdocent 35% 50% 10% 4% 100%Decaan 37% 45% 14% 4% 100%Ouders 2% 12% 51% 35% 100%Beroeps- beoefenaars 36% 34% 24% 4% 100%

6. Inzet van het portfolioHet portfolio kan als LOB-instrument worden ingezet. Volgens de decaan wordt er nogonvoldoende tot matig gebruik gemaakt van het portfolio als LOB-instrument. Mentoren zijnwisselend over de inzet hiervan. De een geeft aan het portfolio onvoldoende in te zetten, de anderzegt het portfolio goed in te zetten als LOB instrument. 27% van de leerlingen geeft aan de inzetvan het portfolio als LOB instrument voldoende tot goed te ervaren. 63% van de leerlingen geeftaan deze inzet onvoldoende tot matig te vinden. Van deze 63% geeft 50% van de leerlingen aanop school niet met een portfolio te werken.

7. LOB competenties mentorenOp school 2 is er geen protocol of beleid hoe mentoren de mentorlessen kunnen invullen en waarze zich aan moeten houden. Hierdoor zijn er redelijke verschillen in de uitvoering van de LOB.Daarnaast is de mentor vrij in de tijdsindeling van de lessen, waardoor LOB niet altijd de eersteprioriteit heeft. Afgelopen jaar hebben de mentoren voor het eerst gewerkt met een

Page 41: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Bijlagen 2: Resultaten voor school 2 38

kwartaalplanning zodat ze weten wat er per vier maanden aan LOB activiteiten moet gebeuren. Ditzorgt voor een beperkte structuur. Volgens de mentoren is er te weinig tijd voor goed LOB, volgensde decaan is er te weinig prioriteit voor LOB. De decaan is tevreden met de inspanningen die dementoren nu verrichten. Hij twijfelt echter wel of de mentoren over genoeg LOB competentiesbeschikken, om meer aandacht en kwaliteit aan LOB te kunnen geven. De mentoren geven zelfaan matig tot voldoende over LOB competenties te beschikken. In onderstaande tabel staat hettotaal van de LOB-competenties met de daarbij behorende waardering volgens de 49 derde envierde jaars leerlingen, de decaan en de twee mentoren.

Totaal LOB-competenties van mentoren, school 2. TotaalOnvoldoende Matig Voldoende Voldoende goed Goed

Leerlingen 28,5% 24,5% 41% 4% 2% 100%Decanen - - - 100% - 100%Mentoren - 50% 50% - - 100%

8. OuderbetrokkenheidSchool 2 is een redelijk grote school. Ouders worden betrokken bij LOB door voorlichtingen enouderavonden. De decaan nodigt sommige ouders ook uit in zijn economielessen om de koppelingte maken tussen het vak, LOB en de beroepspraktijk. De decaan denkt dat leerlingen (bijna) elkeweek wel eens met hun ouders praten over keuzes, wensen en mogelijkheden in de toekomst.Mentoren denken dat dit elke week tot elke maand wel eens gebeurt. Leerlingen zelf geven aandat 35% van hun (bijna) elke week met hun ouders praten over keuzes, wensen en mogelijkhedenin de toekomst. 51% van de leerlingen praat hier (bijna) elke maand over met hun ouders.

9. Conclusies: School 2 beschikt op dit moment (nog) niet over een visie en beleid op het gebied van

LOB. De decaan is bekend met de hersenontwikkeling van jongeren en hun onvermogen lange

termijnbeslissingen te nemen. Echter is dit nog niet terug te zien in de LOB activiteiten. Op dit moment zijn de loopbaancompetenties nog niet ingebed in het LOB programma.

Leerlingen zijn wel redelijk veel met kwaliteitenreflectie bezig, zonder dat hier in de lessenspecifiek aandacht aan wordt besteed.

Het merendeel van de leerlingen geeft aan de mogelijkheden tot het opdoen vangrenservaringen onvoldoende tot matig te vinden.

Er moet meer worden stil gestaan bij het opdoen, de diepgang en het evalueren vangrenservaringen.

Bijna acht van de tien leerlingen voelt zich onvoldoende gestimuleerd om grenservaringenop te doen en hun grenzen te verleggen. Dit terwijl mentoren en de decaan wel het ideehebben leerlingen hier goed in te begeleiden.

Mentorgesprekken zijn onvoldoende gestructureerd en in deze gesprekken wordt teweinig steil gestaan bij de koppeling tussen talenten, de opleiding en toekomstwens.

Ouders en beroepsbeoefenaars zijn de belangrijkste gesprekspartners voor leerlingen alshet gaat over keuzes, wensen en mogelijkheden in de toekomst.

Op dit moment wordt het portfolio nog onvoldoende gebruikt als LOB-instrument. LOB heeft niet de prioriteit als het gaat om het invullen van de mentorlessen. Vijf van de tien leerlingen is ontevreden over de LOB competenties van de mentoren. School 2 kent het belang van ouderbetrokkenheid en betrekt ouders daarom ook bij de

LOB-activiteiten van hun kinderen. Bijna negen van de tien leerlingen praat maandelijks of vaker met hun ouders over LOB

gerelateerde zaken.

Page 42: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

39 Bijlagen 3: Resultaten voor school 3 | Samen naar een beter LOB

Bijlagen 3: Resultaten voor school 31. LOB-visie en –beleid

Volgens de visie van school 3 is LOB van iedereen en moet er mee worden gegaan metveranderingen. Deze visie is uitgewerkt in het beleidsplan ‘Muurhuizen Meerwaarde’. Hetbeleidsplan staat wel op papier, maar het visiedocument op het gebied van LOB is nog inontwikkeling. In het beleid staat dat ze de leerlingen gaan voorbereiden op de doorstroom. Hierbijis er aandacht voor de ontwikkeling, interesses, kwaliteiten en motieven van de leerling en hetaanleren van competenties. De LOB wordt uitgevoerd door de leerlingen en de mentorcoachesmet in de tweedelijn de LOB coördinator (voorheen decaan). In de toekomst wil school 3 hetrendement van LOB verhogen door de betrokkenheid te vergroten, selectiever te zijn in depersoneelsbezetting en meer kijken naar de kwaliteit van de medewerkers.

2. Hersenontwikkeling bij jongerenDe LOB coördinator probeert wel rekening te houden met de hersenontwikkeling van jongeren.Volgens hem is LOB vooral gericht op individuele trajecten, omdat leerlingen op heel anderemomenten weten wat ze willen doen. Hierdoor is het voor leerlingen belangrijk om ook in detoekomst passende keuzes te kunnen maken.

3. LoopbaancompetentiesDe directrice vindt het belangrijk dat leerlingen op school loopbaancompetenties aangeleerdkrijgen. Hier moeten de mentorcoaches dan ook voor zorgen. Loopbaancompetenties bestaan uit;kwaliteitenreflectie, motievenreflectie, werkexploratie, loopbaansturing en netwerken. 60-80% vande mentoren geven aan hier (redelijk) veel in de lessen mee bezig te zijn. In onderstaande tabelstaat het percentage leerlingen dat aangeeft redelijk veel tot veel met loopbaancompetenties bezigte zijn.

Kwaliteitenreflectie

Motievenreflectie

Werkexploratie

Loopbaansturing

Netwerken

Redelijk veel 35% 30% 28% 16% 15%Veel 11% 7% 3% 0% 4%

Onderstaande tabel geeft een goed overzicht van het aanleren van de vijf loopbaancompetentiesen de daarbij behorende waardering die 68 leerlingen, acht mentorcoaches en de LOB coördinatorhieraan geven.

Waardering aanleren van het totaal van de vijf loopbaancompetenties TotaalFunctie Onvoldoende Matig Voldoende Voldoende

goedGoed

Leerlingen 26,5% 37% 23,5% 13% 0% 100%

LOBcoördinator

- - 100% - - 100%

Mentorcoaches - 25% 12,5% 62,5% - 100%

4. GrenservaringenVolgens de LOB coördinator doen leerlingen grenservaringen op via stage, het sectorwerkstuk,opendagen en beroepenmarkten. Van deze ervaringen maken leerlingen een reflectieverslag dieworden gelezen door de mentorcoach. Hier zit geen beoordeling aan vast. Van de leerlingen is9,5% van mening dat zij goede mogelijkheden krijgen om grenservaringen op te doen en 27%vindt de mogelijkheden voldoende. 63,5% van de leerlingen geeft echter aan dat er onvoldoende

Page 43: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Bijlagen 3: Resultaten voor school 3 40

tot matige mogelijkheden zijn tot het opdoen van grenservaringen binnen het LOB programma. Ditkomt deels overeen met de mening van de decaan en mentoren. Volgens de LOB coördinatorworden er voldoende mogelijkheden geboden, maar de mentorcoaches vinden dat er onvoldoendetot voldoende mogelijkheden worden geboden om grenservaringen op te kunnen doen.

Leerlingen vinden het vaak lastig om hun grenzen te verleggen en nieuwe ervaringen op te doen.44% van de leerlingen vinden dat zij onvoldoende stimulans ontvangen van de mentor om grenzente verleggen. De mentoren en de decaan zijn van mening hun leerlingen hier wel goed in testimuleren. 24% van de leerlingen delen deze mening en geven aan dat hun mentor hem of haaraardig tot goed aanmoedigt om dingen te doen die ze eigenlijk niet durven, en zo nieuweervaringen op te doen.

5. LoopbaandialoogBij de loopbaandialoog gaat het, kort gezegd, om praten met de leerling en niet over de leerling.Op school zullen vooral de LOB coördinator en mentorcoaches deze taak op zich nemen en zijvinden dan ook dat ze (redelijk) vaak met de leerlingen in gesprek gaan. Toch geeft maar 13,5%van de leerlingen aan (redelijk) vaak met de mentorcoach te praten. Onderstaande tabel geeft eengoed overzicht van het percentage leerlingen dat (redelijk) veel over bepaalde onderwerpen praattijdens de mentorgesprekken.

Frequentie dat leerlingen praten over verschillende onderwerpen in de mentorgesprekken.

Percentage (redelijk) veel praten over… Percentage (redelijk) veel praten over…

Mijn talenten 20% Echt belangrijke dingen 21%Toekomstdroom 41,5% Netwerken 19%Waarom de leerling iets wilt leren 20% Huidige studie en toekomstwens 27%Nieuwtjes in het werk 9,5% Passend werk 33%Ervaringen buiten school 12% Passende vervolgstudie 45%Maken van passende keuzes 29% Spannende dingen. 16%

Leerlingen praten met meerdere mensen over hun keuzes, wensen en mogelijkheden in detoekomst. Volgens de LOB coördinator praten leerlingen hierover (bijna) elke maand wel met hunouders. De mentorcoaches denken dat leerlingen vooral ouders en henzelf als gesprekspartnerhebben. Onderstaande tabel geeft een volledig overzicht over met wie de 75 derde en vierde jaarsleerlingen zelf zeggen te praten en met welke frequentie dat gebeurt.

Leerling praat met … over keuzes, wensen en mogelijkheden in de toekomst.Nooit 1-4 keer

per jaar(Bijna) elke

maand(bijna) elke

weekTotaal

Mentor 15% 49% 27% 9% 100%Vakdocent 39% 46% 11% 4% 100%Decaan 57% 37% 4% 1% 100%Ouders 4% 7% 40,5% 48,5% 100%Beroeps- beoefenaars 44% 28% 23% 5% 100%

6. Inzet van het portfolioVolgens de LOB coördinator wordt het portfolio (voldoende) goed als LOB-instrument ingezet. Hieris afgelopen jaar een start mee gemaakt. De mentoren vinden de inzet hiervan onvoldoende totvoldoende. 24% van de leerlingen vindt de inzet voldoende tot goed. 76% van de leerlingen geeftaan deze inzet onvoldoende tot matig te vinden. Van deze 76% geeft 51% van de leerlingen aanop school niet met een portfolio te werken.

Page 44: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

41 Bijlagen 3: Resultaten voor school 3 | Samen naar een beter LOB

7. LOB competenties mentorcoachesHet afgelopen jaar zijn alle mentoren mentorcoach geworden en hebben hiervoor een traininggehad over coaching en gespreksvoering. Volgens de LOB coördinator hebben alleen niet allementorcoaches feeling met LOB. Ze werken allemaal anders, waardoor er ook redelijk watkwaliteitsverschil ontstaat. De directrice merkt dat de mentorcoaches wel kunnen coachen, alleendit niet kunnen integreren in hun rol als vakdocent. De mentorcoaches geven aan dat ze te weiniguren hebben om de leerlingen goed te kunnen spreken. Volgens de directrice is die tijd er wel,alleen mist het planning en prioriteit. Het merendeel van de mentorcoaches geeft aan zichzelfcompetent te vinden als LOB’er. In onderstaande tabel staat het totaal van de LOB-competentiesmet de daarbij behorende waardering volgens de 74 derde en vierde jaars leerlingen, de LOBcoördinator en de negen mentorcoaches.

Totaal LOB-competenties van de mentorcoaches, school 3 TotaalOnvoldoende Matig Voldoende Voldoende goed Goed

Leerlingen 19% 28,5% 31% 21,5% - 100%Decanen - - - 100% - 100%Mentoren - 11% 22% 45% 22% 100%

8. OuderbetrokkenheidSchool 3 is een redelijke kleine school. Ouders worden bij de LOB betrokken door voorlichtingenen ouderavonden. Volgens de mentorcoaches en de LOB coördinator praten leerlingen bijna elkemaand wel met hun ouders over LOB gerelateerde zaken. 89% van de leerlingen geeft aanminimaal elke week met hun ouders te praten over keuzes, wensen en mogelijkheden in detoekomst.

9. Conclusies: De LOB-visie van school 3 is nog in ontwikkeling, maar het LOB-beleid staat op papier.

Hierdoor zijn kaders afgebakend en kunnen medewerkers op hun verantwoordelijkhedengewezen worden.

De functie van decaan is vervangen door LOB coördinator en mentoren zijn mentorcoachesgeworden.

Er wordt op school 3 rekening gehouden met de hersenontwikkeling van jongeren doorleerlingen meer individueel te begeleiden.

De LOB coördinator en de mentorcoaches zijn veel positiever over het aanleren vanloopbaancompetenties dan hoe leerlingen het ervaren.

Er is behoefte aan communicatie tussen mentorcoaches en leerlingen over hoe deloopbaancompetenties ervaren en aangeleerd worden.

Het merendeel van de leerlingen geeft aan de mogelijkheden tot het opdoen vangrenservaringen onvoldoende tot matig te vinden.

Er moet meer worden stil gestaan bij het opdoen, de diepgang en het evalueren vangrenservaringen.

Het merendeel van de leerlingen vindt zich voldoende tot goed gestimuleerd door dementorcoaches om hun grenzen te verleggen.

De mentorcoaches denken vaker met leerlingen te praten, dan in de beleefwereld vanleerlingen het geval is.

Ouders en de mentorcoaches zijn de belangrijkste gesprekspartners voor leerlingen, alshet gaat over keuzes, wensen en mogelijkheden in de toekomst.

Het portfolio wordt nu nog niet consequent ingezet als LOB-instrument. Vijf van de tien leerlingen is tevreden met de LOB competenties van de mentorcoaches. School 3 kent het belang van ouderbetrokkenheid en spoort ouders aan mee te denken

met de LOB-activiteiten van hun kinderen. Bijna negen van de tien leerlingen praat maandelijks of vaker met hun ouders over LOB

gerelateerde zaken.

Page 45: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Bijlagen 4: Resultaten voor school 4 42

Bijlagen 4: Resultaten voor school 41. LOB-visie en –beleid

School 4 werkt met een nieuw onderwijsconcept waar leerlingen veel zelfstandig en in leerhuizenwerken en waar docenten en mentoren de leerlingen coachen. Volgens de visie van school 4 gaathet er bij LOB om dat leerlingen op school zijn om te leren, en zelfredzaam de wereld in gestuurdmoeten worden. De uitwerking van deze visie is vooral heel veel uitproberen en leren van deervaringen. Dit gebeurt vooral door de tweedelijns decaan en de mentoren. Zowel de LOB-visie alshet –beleid moet nog wel op papier worden uitgewerkt, zodat medewerkers er ook op terug kunnenvallen. In de toekomst wil de directrice LOB meer integreren in de vakken.

2. Hersenontwikkeling bij jongerenDe decaan merkt in de praktijk dat jongeren nog niet klaar zijn om keuzes te maken. Daarbij komtdat het referentiekader van jongeren volgens haar vaak niet verder reikt dan broers, zussen enouders. Hier sluit de directrice bij aan. Op school 4 kunnen leerlingen daarom ook tot het eind vanhet derde jaar nog alle sectoren open houden. Pas eind derde wordt er voor een sector gekozen.

3. LoopbaancompetentiesDe directrice is van mening dat school 4 al erg aan loopbaancompetenties werkt. Zelfstandigheidstaat daarbij hoog in het vaandel. Volgens de decaan zitten de loopbaancompetenties verweven inde manier van onderwijs. Leerlingen werken vooral in groepen of juist zelfstandig, met laptops, inhun eigen tijd en op hun eigen manier. Volgens de decaan zijn de leerlingen hierdoor ergcompetent in het sturen van hun eigen loopbaan.

Loopbaancompetenties bestaan uit; kwaliteitenreflectie, motievenreflectie, werkexploratie,loopbaansturing en netwerken. In onderstaande tabel staat het percentage leerlingen dat aangeeftredelijk veel tot veel met loopbaancompetenties bezig te zijn.

Kwaliteitenreflectie

Motievenreflectie

Werkexploratie

Loopbaansturing

Netwerken

Redelijk veel 52% 62% 44% 37,5% 42,5%Veel 24% 12% 3% 6,5% 15%

Onderstaande tabel geeft een goed overzicht van het aanleren van de vijf loopbaancompetentiesen de daarbij behorende waardering die 31 leerlingen, een mentor en de decaan hieraan geven.

Waardering aanleren van het totaal van de vijf loopbaancompetenties TotaalFunctie Onvoldoende Matig Voldoende Voldoende

goedGoed

Leerlingen 3% 35,5% 26% 29% 6,5% 100%.Decanen - - - 100% - 100%

Mentoren - - - 100% - 100%

4. GrenservaringenVolgens de decaan doen leerlingen veel grenservaringen op door onder andere de Jan Kroondag,de oriëntatiedagen, opendagen, meeloopdagen en de stage-week. Van deze ervaringen makenleerlingen een reflectieverslag die ze aan hun LOB-dossier toevoegen. Van de leerlingen is 27%van mening dat zij goede mogelijkheden krijgen om grenservaringen op te doen en 32% vindt dezemogelijkheden voldoende. 41% van de leerlingen vindt dat er onvoldoende tot matigemogelijkheden zijn tot het opdoen van grenservaringen. Dit komt niet overeen met de mening van

Page 46: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

43 Bijlagen 4: Resultaten voor school 4 | Samen naar een beter LOB

de decaan en mentoren. Volgens hen worden er goede mogelijkheden geboden omgrenservaringen op te kunnen doen. Leerlingen vinden het vaak lastig om hun grenzen teverleggen en nieuwe ervaringen op te doen. 56% van de leerlingen vinden dat zij onvoldoendestimulans ontvangen van de mentor om grenzen te verleggen. De mentoren en de decaan zijn vanmening hun leerlingen hier redelijk goed in te stimuleren. 20% van de leerlingen delen dezemening en geven aan dat hun mentor hem of haar aardig tot goed aanmoedigt om dingen te doendie ze eigenlijk niet durven, en zo nieuwe ervaringen op te doen.

5. LoopbaandialoogBij de loopbaandialoog gaat het, kort gezegd, om praten met de leerling en niet over de leerling.Op school zullen vooral de decaan en mentoren deze taak op zich nemen. De decaan denkt datzijn mentoren redelijk vaak met de leerlingen praten en dit is ook wat de mentoren aangeven. 25%van de leerlingen geven aan (redelijk) vaak met de mentor te praten. Onderstaande tabel geeft eengoed overzicht van het percentage leerlingen dat (redelijk) veel over bepaalde onderwerpen praattijdens de mentorgesprekken.

Frequentie dat leerlingen praten over verschillende onderwerpen in dementorgesprekken.Percentage (redelijk) veel praten over… Percentage (redelijk) veel praten over…

Mijn talenten 30% Echt belangrijke dingen 44%Toekomstdroom 47% Netwerken 20,5%Waarom de leerling iets wilt leren 30% Huidige studie en toekomstwens 47%Nieuwtjes in het werk 20,5% Passend werk 29,5%Ervaringen buiten school 18% Passende vervolgstudie 41%Maken van passende keuzes 26,5% Spannende dingen. 35%

Leerlingen praten met meerdere mensen over hun keuzes, wensen en mogelijkheden in detoekomst. Volgens de decaan praten leerlingen hierover (bijna) elke week wel met hun ouders en(bijna) elke maand met hun mentor en vakdocent. De mentoren denken dat leerlingen vooralouders als gesprekspartner hebben en de mentor ongeveer 1-4 keer per jaar spreekt.Onderstaande tabel geeft een volledig overzicht over met wie de 49 derde en vierde jaarsleerlingen zelf zeggen te praten en met welke frequentie dat gebeurt.

Leerling praat met … over keuzes, wensen en mogelijkheden in de toekomst.Nooit 1-4 keer per

jaar(Bijna) elke

maand(bijna) elke

weekTotaal

Mentor 31% 40,5% 19% 9,5% 100%Vakdocent 19% 19% 36% 26% 100%Decaan 25% 31% 35% 9% 100%Ouders 6% 6% 31,5% 56,5% 100%Beroeps-beoefenaars

22% 25% 37% 16% 100%

6. Inzet van het portfolio (LOB-dossier)Het portfolio kan als LOB-instrument worden ingezet. Volgens de decaan houden alle leerlingeneen LOB-dossier bij. Hierin stoppen leerlingen alle LOB opdrachten die ze in de verschillendeprojecten en vakken moeten maken. Dit dossier wordt niet beoordeeld of gelezen door dementoren of de decaan, maar komt pas aan bod bij de keuze gesprekken. Bij deze gesprekkenkan de leerling laten zien wat hij of zij al aan LOB heeft gedaan en waarom een studie- of beroeps-keuze wel of niet is gemaakt. Toch geeft de decaan aan dat het LOB-dossier nog onvoldoende totmatig gebruikt wordt als LOB-instrument. De mentor vindt dat het LOB-dossier wel goed is ingezet.52% van de leerlingen geeft aan de inzet van het LOB-dossier als LOB instrument voldoende tot

Page 47: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Bijlagen 4: Resultaten voor school 4 44

goed te ervaren. 48% van de leerlingen geeft aan deze inzet onvoldoende tot matig te vinden. 73%van de leerlingen geeft aan op school niet met een portfolio te werken.

7. LOB competenties mentorenDe mentoren op school 4 zijn volgens de decaan goed in wat ze doen. Coaching zit verweven inde lesstructuur, waardoor de mentoren allemaal ook coach zijn. De mentor geeft zelf aanvoldoende over LOB competenties te beschikken. In onderstaande tabel staat het totaal van deLOB-competenties met de daarbij behorende waardering volgens de 34 derde en vierde jaarsleerlingen, de decaan en een mentor.

Totaal LOB-competenties van mentoren, school 4. TotaalOnvoldoende Matig Voldoende Voldoende goed Goed

Leerlingen 17,5% 17,5% 32,5% 17,5% 15% 100%Decanen - - - 100% - 100%Mentoren - - 100% - - 100%

8. OuderbetrokkenheidVolgens de decaan worden ouders op school 4 erg betrokken bij het leerproces van hunkind(eren). Ook op het gebied van LOB is dit het geval. Leerlingen lopen een dag mee met eenouder van een klasgenoot en ouders worden betrokken via voorlichtingen en ouderavonden. Opsommige ouderavonden leggen leerlingen aan de ouders uit wat hun LOB opdrachten inhouden.De decaan en de mentor denken dat leerlingen (bijna) elke week wel eens met hun ouders pratenover keuzes, wensen en mogelijkheden in de toekomst. Leerlingen zelf geven aan dat 56,5% vanhun (bijna) elke week met hun ouders praten over keuzes, wensen en mogelijkheden in detoekomst. 31,5% van de leerlingen praat hier (bijna) elke maand over met hun ouders.

9. Conclusies: De visie en het beleid op het gebied van LOB kan beter worden weggezet in de organisatie.

Wanneer dit goed op papier wordt gezet zijn kaders beter af te bakenen en medewerkersop hun verantwoordelijkheden te wijzen.

Er wordt op school 4 uitgebreid rekening gehouden met de hersenontwikkeling vanjongeren. Leerlingen hoeven daarom pas eind derde jaar hun sectorkeuze te maken.

Leerlingen, mentoren en de decaan zijn (voldoende) goed bezig metloopbaancompetenties.

Het merendeel van de leerlingen geeft aan de mogelijkheden tot het opdoen vangrenservaringen voldoende tot goed te vinden.

Mentoren en de decaan zijn van mening leerlingen (voldoende) goed te stimuleren bij hetverleggen van hun grenzen, maar het merendeel van de leerlingen ervaart deze stimulansonvoldoende.

Mentoren geven aan vaker met leerlingen te praten, dan dat leerlingen dit als zodanigervaren.

Vooral ouders en vakdocenten zijn de belangrijkste gesprekspartners voor leerlingen, alshet gaat over keuzes, wensen en mogelijkheden in de toekomst.

Het merendeel van de leerlingen vindt het LOB-dossier als LOB instrument voldoende totgoed te ervaren.

Zeven van de tien leerlingen geeft aan niet met een portfolio te werken. Dit hoge aantal kanverklaard worden door de naamkeuze voor het LOB-dossier in plaats van portfolio.

Bijna zeven van de tien leerlingen is tevreden met de LOB competenties van de mentoren. Ouders worden erg betrokken in het LOB proces van de leerlingen. Bijna negen van de tien leerlingen praat maandelijks of vaker met hun ouders over LOB

gerelateerde zaken.

Page 48: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

45 Bijlagen 5: Resultaten voor school 5 | Samen naar een beter LOB

Bijlagen 5: Resultaten voor school 51. LOB-visie en –beleid

Volgens de visie van school 5 gaat LOB om het begeleiden van leerlingen naar een vervolgstudieof baan en het leven daarna. De vervolgstudie moet passen bij de kwaliteiten en interesses van deleerling. De school wil dat leerlingen een traject doorlopen waarbij ze (het liefst zelf en samen methun ouders) ontdekken welke richting ze op willen gaan in de vervolgstudie. Deze visie isuitgewerkt in beleid. Hierbij is er bewust gekozen voor een eerstelijns decanaat, omdat dezestructuur beter moet passen bij de cultuur en grootte van de school. Het beleid wordt verder opoperationeel niveau uitgevoerd door de drie mentoren en de decaan. Hoewel er wel een LOB-visieen –beleid is, zijn deze (nog) niet uitgewerkt op papier zodat medewerkers er ook op terug kunnenvallen. In de toekomst wil school 5 LOB nog beter wegzetten en uitvoeren.

2. Hersenontwikkeling bij jongerenDe decaan merkt in haar werk dat jongeren eigenlijk nog niet klaar zijn om keuzes te maken.Belangrijke keuzes van leerlingen worden volgens de decaan vaak gebaseerd op verhalen vanklasgenoten of niet reële beelden. Om die reden geeft ze aan dat de keuzes die leerlingen numaken, niet een keuze voor het leven is. Hier sluit de directeur op aan. Hij spoort leerlingen aanom te kiezen voor een brede sector, zodat ze nog veel kanten op kunnen. Daarnaast vindt dedirecteur switchen niet bij voorbaat verkeerd, als het maar bijdraagt aan het keuzeproces.

3. LoopbaancompetentiesDe directeur vindt het belangrijk dat leerlingen op school loopbaancompetenties aangeleerdkrijgen. Het ‘maken van keuzes’ zit verpakt in de leefstijl-lessen en volgens de decaan komt hetleren reflecteren bij veel vakken aanbod.

Loopbaancompetenties bestaan uit; kwaliteitenreflectie, motievenreflectie, werkexploratie,loopbaansturing en netwerken. In onderstaande tabel staat het percentage leerlingen dat aangeeftredelijk veel tot veel met loopbaancompetenties bezig te zijn.

Kwaliteitenreflectie

Motievenreflectie

Werkexploratie

Loopbaansturing

Netwerken

Redelijkveel

46% 36% 46% 27% 30%

Veel 15% 13% 4% 2% 8%

Onderstaande tabel geeft een goed overzicht van het aanleren van de vijf loopbaancompetentiesen de daarbij behorende waardering die 46 leerlingen, drie mentoren en de decaan hieraan geven.

Waardering aanleren van het totaal van de vijf loopbaancompetenties TotaalFunctie Onvoldoende Matig Voldoende Voldoende

goedGoed

Leerlingen 17% 26% 41% 9% 7% 100%.

Decanen - - 100% - - 100%

Mentoren - - - 66,5% 33,5% 100%

4. GrenservaringenVolgens de decaan doen leerlingen veel grenservaringen op door onder andere de stage, de JanKroon dag en de oriëntatiedagen. Van deze ervaringen maken leerlingen een reflectieverslag dievervolgens in de les wordt besproken. 15% van de leerlingen zegt dat de mogelijkheden die deschool diedt voldoende goed tot goed zijn en 30% geeft aan deze mogelijkheden voldoende te

Page 49: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Bijlagen 5: Resultaten voor school 5 46

vinden. 55% van de leerlingen vindt echter dat er onvoldoende tot matige mogelijkheden zijn tothet opdoen van grenservaringen binnen het LOB programma. Dit komt niet overeen met demening van de decaan en mentoren. Volgens de decaan en de mentoren worden er voldoende totgoede mogelijkheden geboden om grenservaringen op te kunnen doen.

Leerlingen vinden het vaak lastig om hun grenzen te verleggen en nieuwe ervaringen op te doen.43% van de leerlingen vinden dat zij onvoldoende stimulans ontvangen van de mentor om grenzente verleggen. De mentoren en de decaan zijn van mening hun leerlingen hier wel goed in testimuleren. 20% van de leerlingen delen deze mening en geven aan dat hun mentor hem of haaraardig tot goed aanmoedigt om dingen te doen die ze eigenlijk niet durven, en zo nieuweervaringen op te doen.

5. LoopbaandialoogBij de loopbaandialoog gaat het, kort gezegd, om praten met de leerling en niet over de leerling.Op school zullen vooral de decaan en mentoren deze taak op zich nemen en zij vinden dan ookdat ze (redelijk) vaak met de leerlingen in gesprek gaan. Toch geeft maar 26,5% van de leerlingenaan (redelijk) vaak met de mentor te praten. Onderstaande tabel geeft een goed overzicht van hetpercentage leerlingen dat (redelijk) veel over bepaalde onderwerpen praat tijdens dementorgesprekken.

Frequentie dat leerlingen praten over verschillende onderwerpen in de mentorgesprekken.Percentage (redelijk) veel praten over… Percentage (redelijk) veel praten over…

Mijn talenten 20% Echt belangrijke dingen 28%Toekomstdroom 40,5% Netwerken 12%Waarom de leerling iets wilt leren 41% Huidige studie en toekomstwens 35%Nieuwtjes in het werk 10% Passend werk 33%Ervaringen buiten school 33% Passende vervolgstudie 49%Maken van passende keuzes 35% Spannende dingen. 14%

Leerlingen praten met meerdere mensen over hun keuzes, wensen en mogelijkheden in detoekomst. Volgens de decaan praten leerlingen hierover (bijna) elke maand wel met hun mentor enouders. De mentoren denken dat leerlingen vooral ouders en de decaan als gesprekspartnerhebben en de mentor ongeveer 1-4 keer per jaar spreekt. Onderstaande tabel geeft een volledigoverzicht over met wie de 49 derde en vierde jaars leerlingen zelf zeggen te praten en met welkefrequentie dat gebeurt.

Leerling praat met … over keuzes, wensen en mogelijkheden in de toekomst.Nooit 1-4 keer per

jaar(Bijna) elke

maand(bijna) elke

weekTotaal

Mentor 14,5% 57% 26,5% 2% 100%Vakdocent 43% 41% 16% - 100%Decaan 22% 49% 20% 8% 100%Ouders - 8% 35% 57% 100%Beroepsbeoefenaars 30% 30% 30% 10% 100%

6. Inzet van het portfolioHet portfolio kan als LOB-instrument worden ingezet. Volgens de decaan wordt er nogonvoldoende tot matig gebruik gemaakt van het portfolio als LOB-instrument. Mentoren gevenhierbij aan de inzet hiervan voldoende tot goed te vinden. 12% van de leerlingen is het eens metde mentoren. 88% van de leerlingen geeft aan deze inzet onvoldoende tot matig te vinden. Vandeze 88% geeft 82% van de leerlingen aan op school niet met een portfolio te werken.

Page 50: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

47 Bijlagen 5: Resultaten voor school 5 | Samen naar een beter LOB

7. LOB competenties mentorenDe decaan vindt de mentoren competent in het coachen van de leerlingen. De mentoren zelf zijnverdeeld over hun eigen competenties en geven aan voldoende of goed competent te zijn. Inonderstaande tabel staat het totaal van de LOB-competenties met de daarbij behorendewaardering volgens de 48 derde en vierde jaars leerlingen, de decaan en de drie mentoren.

Totaal LOB-competenties van mentoren, school 5. TotaalOnvoldoende Matig Voldoende Voldoende goed Goed

Leerlingen

16,5% 33,5% 31% 19% - 100%

Decanen - - - 100% - 100%Mentoren - - 33% - 67% 100%

8. OuderbetrokkenheidSchool 5 is een kleine school met, volgens de directeur, betrokken ouders. Op voorlichtingen wordtaangegeven dat ouders hun leerlingen het beste kennen en dat praten met hun kind heelbelangrijk is. De directeur en de decaan sporen ouders ook aan om verder te kijken dan de eersteopleidingskeuze, juist omdat leerlingen zo vaak switchen van opleiding. De decaan denkt datleerlingen (bijna) elke maand wel eens met hun ouders praten over keuzes, wensen enmogelijkheden in de toekomst. Mentoren denken dat dit gemiddeld elke maand wel eens gebeurt.Leerlingen zelf geven aan dat 57% van hun (bijna) elke week met hun ouders praten over keuzes,wensen en mogelijkheden in de toekomst. 35% van de leerlingen praat hier (bijna) elke maandover met hun ouders.

9. Conclusies: De visie en het beleid op het gebied van LOB kan beter worden weggezet in de organisatie.

Wanneer dit goed op papier wordt gezet zijn kaders beter af te bakenen en medewerkersop hun verantwoordelijkheden te wijzen.

Door leerlingen de mogelijkheid te geven om te kiezen voor een breed profiel, houd deschool rekening met de hersenontwikkeling van jongeren.

School 5 is zich bewust van de onmogelijkheid van het kiezen bij jongeren en doelendaarom op keuzes voor nu, in plaats van voor het leven.

De school geeft aan te werken aan de loopbaancompetenties, maar volgens de leerling kanhier meer aandacht voor komen. Vooral loopbaansturing en het netwerken behoevenaandacht.

Leerlingen maken onvoldoende gebruik van hun loopbaancompetenties in hun(studie)keuzeproces.

Er moet meer worden stil gestaan bij het opdoen, de diepgang en het evalueren vangrenservaringen.

Mentoren en decanen hebben meer feedback nodig van leerlingen bij het organiseren vanactiviteiten ten behoeve van het opdoen van grenservaringen.

Mentoren en decanen denken vaker met leerlingen te praten, dan in de beleefwereld vanleerlingen het geval is.

Vooral ouders en beroepsbeoefenaars zijn de belangrijkste gesprekspartners van deleerling als het gaat over keuzes, wensen en mogelijkheden in de toekomst.

Op dit moment wordt het portfolio nog onvoldoende gebruikt als LOB-instrument. Vijf van de tien leerlingen is tevreden met de LOB-competenties van de mentor. School 5 kent het belang van ouderbetrokkenheid en spoort ouders aan mee te denken bij

de LOB-activiteiten van hun kinderen. Negen van de tien leerlingen praat maandelijks of vaker met hun ouders over LOB

gerelateerde zaken.

Page 51: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Bijlagen 6: Chronologisch overzicht literatuur met betrekking tot LOB binnen het VMBO-TL. 48

Bijlagen 6: Chronologisch overzicht literatuur met betrekking tot LOB binnen het VMBO-TL.

Jaar Auteur / Boek Inhoud

1951,1972

Ginzberg(Santrock, J.W.,Adolescence 9th edition,2003)

Developmental career choice theory is Eli Ginzberg’s theory that children and adolescents go through three careerchoice stages: fantasy, tentative, and realistic. (…) Ginzberg argues that, until about the age of 11, children are inthe fantasy stage of career choice. From the age of 11 to 17, adolescents are in the tentative stage of careerdevelopment, a transition from the fantasy stage of childhood to the realistic decision making of young adulthood.(…) Thinking shifts from less subjective to more realistic career choice at around 17 to 18 years of age. Ginzbergcalls the period from 17 to 18 years of age through the early twenties the realistic stage of career choice.

1974 Kolb model voor ervaringsleren (experiential learning). Leercyclus van concrete ervaring, verzamelen informatie enobservatie, analyseren van gegevens en actief experimenteren. Deze vier stadia kunnen individueel doorlopenworden en meerdere personen kunnen elkaar aanvullen. Iedereen heeft een voorkurende leerstijl wat kan zijn;Dromer, Denker, Beslisser en Doener.

1993 Wet- en regelgeving Scholen voor voortgezetonderwijs zijn verplicht om BVE LOB te realiseren.1995 Handy Banen zullen in de toekomst slechts tijdelijk zijn; mensen zullen steeds meer van hun ene contract naar het

andere verhuizen, gebaseerd op de sterkte van hun eigen portfolio en verdiensten.1995,1998

Meijers Begrip arbeidsidentiteit in Nederland geïntroduceerd en gedefinieerd als;‘een structuur of netwerk van betekenissen waarin het individu de eigen motivatie, interesse en capaciteitenbewust verbindt met acceptabele werkrollen’.

1997,2006

Tom Luken Tests kunnen vruchtbare input bieden voor het reflectieproces en loopbaanontwikkeling.

1999 Arthur, Inkson & Pringle Een actieve vorm van loopbaanontwikkeling is werkelijk te leren, zo blijkt uit verschillende onderzoeken naarloopbaancompetenties van werknemers.

2000 Beijaard, Verloop &Vermunt

Onderzoek laat zien dat NIET uitgegaan kan worden van ‘de’ professionele identiteit van leraren, omdat lerarenmeerdere professionele rollen vervullen of subidentiteiten hebben. Als vakdocent zijn leraren bijvoorbeeld ‘expert’op hun vakgebied, maar ook ‘didacticus’ en ‘pedagoog’.

2000 Savickas, Renovatingthe psychology ofcareers for the 21century.

Het is onmogelijk om jongeren van te voren toe te rusten met een handelingsrepertoire dat hen tot adequatekeuzehandelen in staat stelt.

2001 Meijers & Wardekker Komen tot het belang van de interne dialoog (waarbij persoonlijke zingeving centraal staat) en externe dialoog(waarbij de maatschappelijke betekenis van arbeid centraal staat).

Page 52: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Bijlagen 6: Chronologisch overzicht literatuur met betrekking tot LOB binnen het VMBO-TL. 49

Jaar Auteur / Boek Inhoud

2001 Light Een bepaalde vorm van advies, namelijk het stellen van onverwachte vragen, zijn noodzakelijk voor hunsucces. Studieloopbaanbegeleiders kunnen hier een essentiële rol spelen.

2002 Meijers & Reuling De belangrijkste misvatting achter de informatievoorziening is dat keuzeprocessen impliciet beschouwd wordenals rationele processen die met informatie beïnvloed kunnen worden.

2002 Oomen, standaardenvoor decanen in het VO.

Begrip loopbaanoriëntatie en –begeleiding (LOB) gedefinieerd als;‘Het plaatsen van educatie, informatie en begeleiding in het curriculum om jongeren in staat te stellen, nu en in detoekomst, hun aspiraties en de kansen in hun leven/loopbaan te ontdekken, betekenis te geven en te realiseren’.

2002 Oomen, standaardenvoor decanen in het VO.

De vijf kernkwaliteiten in loopbaanoriëntatie zijn: Oriënteren Reflecteren Concluderen Leren Toepassen

2002 Oomen, standaardenvoor decanen in het VO.

Een decaan heeft een stevige basiscursus nodig en permanente bijscholing. Vooral in de traineefase is hetbelangrijk dat de school duidelijk is in wat er van de decaan verwacht wordt.

2002 Oomen, standaardenvoor decanen in het VO.

Decanen hebben hun taken gerubriceerd tot maximaal zes resultaat- of sleutelgebieden. Deze zijn; LOB op strategisch niveau,

o Strategisch, visie, beleid ontwikkelen. LOB op structurerend niveau,

o Plan en materiaal ontwikkelen, methode kiezen. LOB op operationeel niveau: Begeleiden van collega’s,

o Coachen van collega’s (mentoren en docenten). LOB op operationeel niveau: Begeleiden van leerlingen en ouders,

o Begeleiden van leerlingen (en ouders en verzorgers). LOB op operationeel niveau: Informatiemakelaar,

o Voorlichting geven, presenteren aan leerlingen en ouders. LOB op operationeel niveau: Externe contacten initiëren en onderhouden,

o Contacten met buiten onderhouden.

Page 53: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Bijlagen 6: Chronologisch overzicht literatuur met betrekking tot LOB binnen het VMBO-TL. 50

Jaar Auteur / Boek Inhoud

2002 Oomen, standaardenvoor decanen in het VO.

Oomen is gekomen tot acht gedragscriteria (+ twee extra voor tweedelijns decanen) die een rake beschrijvinggeven van de cruciale competenties voor een optimale uitvoering van de VO decaan. Deze zijn:

1. Luisteren2. Mondelings presentatie- en uitdrukkingsvaardigheid3. Sensitiviteit4. Plannen en organiseren5. Probleemanalyse6. Aanpassingsvermogen7. Integriteit8. Stressbestendigheid9. Organisatiesensitiviteit (tweedelijn)10. Delegeren (tweedelijn)

2003 Cohen-Scali Uit het onderzoek blijkt dat het kunnen opdoen van verschillende werkervaringen en de kwaliteit van stages, deontwikkeling van een beroepsbeeld en loopbaanplanning stimuleren.

2003 Marinka Kuijpers Een vijftal loopbaancompetenties maken deel uit van actieve loopbaanontwikkeling namelijk; Kwaliteitenreflectie (loopbaanreflectie = reflectief gedrag) Motievenreflectie (loopbaanreflectie = reflectief gedrag) Werkexploratie (loopbaanvorming = proactief gedrag) Loopbaansturing (loopbaanvorming = proactief gedrag) Netwerken (netwerken = interactief gedrag)

2004 Barry Schwards, TheParadox of Choice.

Paradox van het kiezen; Veel keuzes is goed, want door meer keus is er meer wat bij je past. Veel keuzes is slecht, want hoe meer er is, hoe meer twijfel en uitval door meer keuze.

2004 Kenniscentrum Handel,het keizen van een mboOpleiding.

Uit dit onderzoek blijkt dat met name voor vmbo’ers personen uit de directe omgeving een belangrijke rol spelen inhet keuzeproces. Vooral ouders zijn een invloedrijke factor. Echter ook de ouders hebben vaak geen actueelstudie- en beroepsbeeld of geven hun kinderen beelden mee die niet helpen om open en juist tot een zo goedmogelijke keuze te komen.

2005 De Bruijn e.a. Het onderwijs zou zich meer moeten ontwikkelen van een ‘industriële opleidingsfabriek’ naar een‘loopbaancentrum’ waarbij vooral de dienstverlening centraal staat.

2005 JOB monitor In het MBO bestaat ontevredenheid over de studieloopbaanbegeleiding. Studenten hebben meer behoefte aanindividueel contact met docent, studieloopbaanbegeleider en begeleider.

Page 54: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Bijlagen 6: Chronologisch overzicht literatuur met betrekking tot LOB binnen het VMBO-TL. 51

Jaar Auteur / Boek Inhoud

2005 Geijsel & Meijers Binnen het onderwijs wordt gebruik gemaakt van verschillende rollen zoals de docent, leerwerkplaatsbegeleider en de tutor of coach. Vooral de rol van tutor of coach is niet voor iedereen weggelegd. Hiervoor moetechte interesse zijn voor de student en zijn persoonlijke ontwikkeling. De scheiding in rollen wordt vaak gemaaktdoor te kijken naar competenties. Deze manier van ‘matching’ is gemakkelijker dan het creëren van eenleeromgeving waarin alle docenten allround vakman/vrouw zijn.

2006 Mc Mullan Een portfolio kan erg effectief zijn als assessment- en leerinstrument, mits zowel studenten als mentorenduidelijke richtlijnen en begeleiding ontvangen ten aanzien van het gebruik ervan.

2006 Zijlstra & Meijers Veel studenten leggen bij reflecteren niet de verbinding met zichzelf, terwijl onderwijsactiviteiten die geassocieerdworden met reflecteren niet serieus genomen worden en ervaren worden als een verplicht nummer.

2006 Kuijpers, Meijers enBakker. Leerloopbanenen loopbaanleren.

Begrip loopbaandialoog gedefinieerd als;‘Een gesprek dat de leerling voert met een door hem/haar vertrouwde volwassene (en dat zou vanuit school bijvoorkeur een docent, decaan en/of mentor moeten zijn), waarin expliciet wordt gesproken over de betekenis vande ervaringen voor de levens- en arbeidsloopbaan, die leerlingen middels praktijkopdrachten en stages in schoolen daarbuiten opdoet. Essentieel hierbij is het stimuleren van zowel de interne dialoog als de externe dialoog.

2006 Kuijpers Begrip loopbaanleren gedefinieerd als;“Reflectief, proactief en interactief leren in het kader van loopbaan”.

2006 Kuijpers Begrip loopbaancompetenties gedefinieerd als;‘De optelsom van de kennis, vaardigheden en houdingen die het mensen mogelijk maken succesvol op dearbeidsmarkt te zijn’. Hierbij gaat het om een vijftal competenties, namelijk; kwaliteitenreflectie, motievenreflectie,werkexploratie, loopbaansturing en netwerken.

2006 Kuijpers, Meijers enBakker

Begrip beroepsidentiteit gedefinieerd als;‘de situatie waarin leerlingen zich (deels) herkenning in de bestaande beroepswaarden (die extern gegeven zijn)en zich daarmee gaan identificeren’.

2006 Kuijpers, Meijers enBakker.Leerloopbanen enloopbaanleren.

In dit onderzoek leggen ze de verbinding tussen de inrichting van onderwijs, de loopbaancompetenties en deontwikkeling van een arbeidsidentiteit. Hun onderzoek toont aan dat de investering in de ontwikkeling vanloopbaancompetenties, en daarmee de ontwikkeling van een arbeidsidentiteit, lonend is omdat zij leidt tot:

1. Een betere leermotivatie,2. Een geringere neiging tot uitval (volgens de leerling zelf),3. Betere keuzes (voor opdrachten, stages en opleidingsrichtingen) in die zin dat ze beter passen bij de

leerling.

Page 55: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Bijlagen 6: Chronologisch overzicht literatuur met betrekking tot LOB binnen het VMBO-TL. 52

Jaar Auteur / Boek Inhoud

2006 Kuijpers, Meijers enBakker. Leerloopbanenen loopbaanleren.

Onderzoek naar loopbaanleren in het (v)mbo onder 3505 leerlingen en 163 docenten. De onderzoeksresultatenlaten zien dat een leeromgeving voor loopbaanleren niet samenhangt met de inzet van instrumenten entechnieken noch met de aanwezigheid van een schooldecaan. Ook het organiseren van klassikale gesprekkenover studie- en beroepskeuze, de afname van beroepskeuze- of interessetests en het voeren van individuelegesprekken met een decaan of mentor blijken niet bij te dragen aan het ontstaan van loopbaancompetenties eneen arbeidsidentiteit. Voor het verwerven hiervan, gaat het niet om het gebruik van bepaalde middelen oftechnieken. Het gaat om de loopbaandialoog op school en praktijk.

2006 Kuijpers, Meijers enBakker, Krachtigeloopbaangerichteleeromgeving in het(v)mbo.

De slotconclusie die (…) getrokken moet worden, is dat er slechts op zeer geringe schaal sprake is van een goedontwikkelde LOB-praktijk binnen zowel het vmbo als het mbo. Het grootste deel van de door ons onderzochtegroepen blijkt een matige tot ronduit zwakke leeromgeving te kennen op het gebied van loopbaanontwikkeling.

2006 Jolles Uit neuropsychologisch onderzoek is gebleken dat het brein van jongeren nog niet rijp genoeg is om deconsequenties van keuzes op langere termijn te overzien. De hersenen kunnen dit wel ontwikkelen, door op ditterrein te oefenen. Begeleiding van docenten en ouders is hierbij nodig.

2006 Eimers Bij veel jongeren kloppen de beelden van de opleiding niet, bij het beeld wat ze vooraf over de opleiding hadden.Voortijdig schoolverlaten kan daarvan het gevolg zijn.

2007 De nationale DenkTank De DenkTank schat dat verkeerde studiekeuzen door onderbenutting van talent, uitval, ‘afstroom’(afstuderen opeen studie onder niveau) en de niet-optimale doorstroom (naar vervolgopleiding of arbeidsmarkt) Nederlandjaarlijks maar liefst zeven miljard euro kosten. Dit is zo’n duizend euro voor elk lid van de werkzameberoepsbevolking per jaar.

2007 Groeneveld (Hiteq), Dedigitale wereld.

Gaming heeft een positief effect op de ontwikkeling van de sociale competenties en de creativiteit van de speler.Jongeren leren door games en communities netwerken, samenwerken en reflecteren.In het internetgebruik zijn jongeren vooral op zoek naar sociale contacten en zijn ze vooral bezig met hetmanagen van hun identiteit; Wie ben ik, wie kan ik zijn, hoe kom ik zover, wat vinden anderen daarvan en hoe kanik dat vervolgens aanpassen?). Het onderwijs zal door de grotere informatie stromen minder in staat zijn omwerknemers te leveren met up-to-date kennis, maar eerder de rol krijgen om leerlingen en studenten te lerenleren.

2007 Vreugdenhil In 1976 waren er nog circa 5.500 beroepen en 2.000 functies.In 2003 zijn er nog circa 1.073 beroepen en 23.000 functies.

2007 Bakker e.a. 58% van de leerlingen in het VMBO die overstappen naar het MBO heeft niet of nauwelijks eenberoepsperspectief.

Page 56: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Bijlagen 6: Chronologisch overzicht literatuur met betrekking tot LOB binnen het VMBO-TL. 53

Jaar Auteur / Boek Inhoud

2007 Marinka Kuijpers,inreerede.

Het onderwijs mist op dit moment draagvlak (willen), draagkracht (kunnen) en daadkracht (uitvoeren) om echt ietste kunnen betekenen voor de loopbaanontwikkeling van lerenden.

2007 Marinka Kuijpers,inreerede.

Begrip reflectieve loopbaanontwikkeling gedefinieerd als;“confrontatie met onvoorspelbare situaties en daaruit resulterende gedragseisen.

Begrip reactieve loopbaanontwikkeling gedefinieerd als;“emotionele impulsieve reacties op toevallige gebeurtenissen”.

Begrip suppressieve loopbaanontwikkeling gedefinieerd als;“Het ontlopen van loopbaankeuzes (Coping style)”.

2007 De Zwart, Bakker,Overmeer en van Laar,Studie- enberoepskeuzeoriëntatieop het vmbo en het mbo.

Er zijn binnen de wettelijke kaders geen afspraken met scholen over resultaten en inspanningen met betrekkingtot LOB. Dit werkt in de hand dat scholen binnen het onderwijs geen of te weinig prioriteit aan LOB geven.

Kijken we naar de bekostiging, dan worden scholen vooral geprikkeld om in eerste instantie te sturen oponderwijsresultaten en instroom van deelnemers en minder op de invulling van de (leer)loopbaan en de keuzesvan de leerlingen die consequenties hebben voor hun loopbaan na school.

2007 De Zwart, Bakker,Overmeer en van Laar,Studie- enberoepskeuzeoriëntatieop het vmbo en het mbo.

Belangrijke thema’s bij effectief LOB zijn: Een krachtige loopbaangerichte leeromgeving Duurzame begeleiding Beroepsbeeld De vraag op de arbeidsmarkt Instrumenten Benutten van beïnvloedingskanalen (ouders, peer Group).

Page 57: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Bijlagen 6: Chronologisch overzicht literatuur met betrekking tot LOB binnen het VMBO-TL. 54

Jaar Auteur / Boek Inhoud

2007 De Zwart, Bakker,Overmeer en van Laar,Studie- enberoepskeuzeoriëntatieop het vmbo en het mbo.

Op een aantal scholen is het wel gelukt om daadwerkelijk stappen te zetten. Succesfactoren zijn: Prioriteren: middelen en mensen vrijmaken. Visie formuleren: welke invulling van LOB past het beste bij de uitgangspunten en situatie van de school. Organiseren van verantwoordelijkheden, doelen methodiek, taakomschrijvingen van docenten, mentoren

en decanen, beslag in het curriculum etc. Deskundigheidsbevordering organiseren, evenals het steeds op peil houden van de kennis over de

arbeidsmarkt van alle sectoren. Zorgen voor sturingsinformatie, zodat de realisatie van de doelen gemeten kan worden.

2007 De Zwart, Bakker,Overmeer en van Laar,Studie- enberoepskeuzeoriëntatieop het vmbo en het mbo.

Succesfactoren voor het VMBO Stel de leerling centraal Denk groot, begin klein Zorg bij het uitbouwen voor een gemeenschappelijke visie Wees vasthoudend in die visie en het concept Zorg voor samenwerking op inhoudelijk niveau Kies alleen een aanpak die past bij de school Korte lijnen en afbakening taken Efficiënt gebruik maken van instrumenten buiten de school Verhogen begeleidingskwaliteit Evaluatie en resultaten meten

2007 De Zwart, Bakker,Overmeer en van Laar,Studie- enberoepskeuzeoriëntatieop het vmbo en het mbo.

In de kern gaat het om: Prioriteren (middelen en mensen vrijmaken) Visie formuleren Organiseren van verantwoordelijkheden, doelen, methodiek, taakomschrijving van docenten, mentoren en

decanen. Deskundigheidsbevordering organiseren. Zorgen voor sturingsinformatie, zodat realisatie van de doelen gemeten kan worden.

2008 Groeneveld (Hiteq),Generaties engeneratieleren inorganisaties.

1995 – 2000: Screenager generatie. (gehanteerd door Aarts Bontekoning)1995 – 2000: Einstein generatie1980 – nu: Netwerk generatie (gehanteerd door Mathieu Weggeman)

Page 58: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Bijlagen 6: Chronologisch overzicht literatuur met betrekking tot LOB binnen het VMBO-TL. 55

Jaar Auteur / Boek Inhoud

2008 Meijers,Loopbaansturing: eencomplex leerproces

Om binnen het competentiegericht onderwijs de ontwikkeling naar een loopbaancentrum te kunnen vormgeven,zouden de studenten actief betrokken moeten worden bij de vormgeving, de uitvoering en de beoordeling van zijnof haar eigen beroepsvormgeving of professionalisering. Studenten kunnen richting geven aan hun eigen(leer)loopbaan, door loopbaanleren.

2008 Meijers,Loopbaansturing: eencomplex leerproces

Begrip integrale loopbaanbegeleiding gedefinieerd als;‘Het in serie schakelen van een groot aantal begeleidingsinstrumenten, die afkomstig zijn uit de HRD en dehulpverlening, zoals assesments, intakegesprekken, persoonlijke ontwikkelingsplannen en reflectieverslagen’.Hierbij draait het geheel om het portfolio, waarin alles wordt opgenomen.

2008 Marinka Kuijpers,loopbaandialoog: overleren kiezen en lerenpraten.

Jongeren staken hun studie of switchen omdat het beeld van de voorlichting niet klopte of dat zij van te voren nietgoed hadden nagedacht. De loopbaankeuzes zijn geen overwogen keuze. Leerlingen geven aan dat ze bijna nietover hun studiekeuze op school praten. Wel zeggen ze er alles voor over te hebben (zelfs reflectieverslagen,gesprekken en opdrachten) om beter keuzes te leren maken.

2008 Kariene Mittendorff, Dekwaliteit vanloopbaanbegeleiding inhet beroepsonderwijs ende rol van het pop enportfolio.

De kwaliteit van de begeleiding is enorm belangrijk, maar docenten hebben niet altijd de mogelijkheid en of debenodigde competenties om dit goed op te zetten. Daarbij is er vrijwel geen sprake van een dialoog tussenstudent en mentor over zijn of haar loopbaan.

2008 Tom Luken De conclusies over de ontwikkeling van het brein maken het begrijpelijk dat de doorsnee adolescent tot ongeveerhet 18de levensjaar impulsief kiest, met veel oog voor mogelijke beloning maar weinig oog voor alternatieven, voorde lange termijn en voor risico’s. Zij laten zich sterk beïnvloeden door hun sociale omgeving. In de periodedaarna, mogelijk tot ergens tussen het 20ste en 30ste levensjaar, blijft het moeilijk om denken en voelen met elkaarte integreren. Dit alles en meer maakt plannen en zelfsturing problematisch.

2009 Ecorys, Goed voorbeelddoet goed volgen

LOB heeft te maken met:- De arbeidsmarkt (het geven van een goed beeld van de arbeidsmarkt en de beroepspraktijk, ontwikkeling

en loopbaancompetenties en arbeidsidentiteit),- Integratie en borging (Integratie LOB met het onderwijsprogramma, reflectie en betrokkenheid van ouders)- Samenwerking (tussen onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven, zorginstellingen en / of kenniscentra).

Page 59: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Bijlagen 6: Chronologisch overzicht literatuur met betrekking tot LOB binnen het VMBO-TL. 56

Jaar Auteur / Boek Inhoud

2009 Ecorys, Goed voorbeelddoet goed volgen

De volgende onderdelen zijn van belang om van LOB een succes te maken: Breed draagvlak Begin klein Integraal Aansprekende inhoud Borging in beleid en curriculum Monitoring en evaluatie

2009 Ecorys, Goed voorbeelddoet goed volgen

Goede praktijkvoorbeelden van LOB zijn: Loeks (Reitdiep): praktijksimulaties. MentorProgramma Friesland: Passende mentor voor elke ‘fase’ in de loopbaan. Peer support: Leerlingen elkaar laten begeleiden. Bovenbouw-onderbouw, mbo-vmbo. Delft on stage: Praten met beroepsbeoefenaars en op werkbezoek gaan. Carrousel Breed Oost-Groningen: Werkbezoek bij meerdere organisaties in een sector. Champs on stage: Stage- en mentorproject. Almeerkans: Extra begeleiding voor leerlingen door ‘Mind at Work’.

2009 Eveline Croon, Hetpuberende brein.

Juist die hersengebieden die belangrijk zijn voor het maken van een goede planning, hebben in deadolescentie hun volwassenheidsstatus nog niet bereikt.

Bij adolescenten zijn hun emotionele en rationele (of controle-) breinsystemen, in feite nog niet met elkaarin balans.

Het gevoel voor wat beter is op de lange termijn, is een vaardigheid die we pas laat (na hun 25ste)ontwikkelen. Het is namelijk kenmerkend voor adolescenten dat zij vaak korte termijnkeuzes maken.

2009 Bernard Nijstad, vanoriëntatie tot intake.(studiekeuze conferentieHelp beter kiezen, 2009)

De consequentie van een groot aanbod is dat mensen niet- of verkeerd kiezen, of spijt hebben van hun keuze enwillen switchen. Daarnaast vinden studenten dat er veel keuze is in het aantal opleidingen en dat ze geen verschilzien in de varianten van een opleiding. (Parabox van het kiezen, onderzoek Jam en Starbucks).

2009 Peter den Boer,intreerede

Kritiek voorstellingen informatievoorzieningsgedachte: Bij het maken van rationele keuzes, spelen irrationele processen een belangrijke rol. Volledige geïnformeerdheid is een praktische illusie: het is bovendien inefficiënt. De houdbaarheid van de beschikbare informatie is beperkt. Opleidings- en beroepskeuze is niet een eenmalig maar een levenlang proces.

Page 60: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Bijlagen 6: Chronologisch overzicht literatuur met betrekking tot LOB binnen het VMBO-TL. 57

Jaar Auteur / Boek Inhoud

2009 Peter den Boer,intreerede

Begrip grenservaringen gedefinieerd als;“Ervaringen waarin het individu geconfronteerd wordt met de grenzen die de buitenwereld aan hem stelt’.Grenservaring Interne dialoog (koppeling ervaring aan emotie: zingeving) Externe dialoog (interactiecommunicatie betekenisverlening) Zelfkennis.

2009 Peter den Boer,intreerede

Wat vaak gebeurt, is dat stage(-reflectie) gesprekken worden verward met beoordelingsgesprekken. Hetreflecteren werkt alleen goed, als er geen beoordeling aan vast zit en leerlingen niet op een verplicht momentmoeten reflecteren. Door reflectie op deze manier in te zetten wordt gewenst gedrag (‘Wat moet ik zeggen omeen goede beoordeling te krijgen?’) voorkomen.

2009 Tom Luken, Hetdwaalspoor van degoede keuze.

Loopbaan heeft betrekking op de weg die wordt afgelegd in de wereld van werk.Studieloopbaan Gaat over de gevolgde weg in het onderwijs.Loopbaanontwikkeling Betreft het proces waardoor de loopbaan vorm krijgt.Loopbaanbegeleiding Betreft de professionele ondersteuning bij loopbaanontwikkeling.

2009 Tom Luken, Hetdwaalspoor van degoede keuze.

Op individueel niveau zijn waarnemen, beeldvorming, geheugen, voelen, willen en doen even belangrijk alsdenken. Goede begeleiding faciliteert het innerlijke proces en de vertaling ervan naar buiten toe. Begrip, geduld,aandacht en wederzijds vertrouwen zijn daarbij voorwaarden.

2009 Tom Luken, Hetdwaalspoor van degoede keuze.

Kritiek onderzoek Kuijpers, Meijers & Bakker 2006. Tom vindt het niet terecht dat zij uit hun gegevensconcluderen dat tests niet bijdragen aan het ontstaan van loopbaancompetenties en arbeidsidentiteit. Hij vindt datleerlingen met slecht ontwikkelde loopbaancompetenties en arbeidsidentiteit vaker getest worden dan leerlingendie dit beter ontwikkelden. Mits goed gebruikt bieden tests een belangrijke aanvulling op alle subjectieveinformatie, invloeden en overwegingen.

2009 Tom Luken, Hetdwaalspoor van degoede keuze.

Kritiek onderzoek Kuijpers, Meijers & Bakker 2006. Tom vindt het niet terecht dat zij uit hun gegevensconcluderen dat tests niet bijdragen aan het ontstaan van loopbaancompetenties en arbeidsidentiteit. Hij vindt datleerlingen met slecht ontwikkelde loopbaancompetenties en arbeidsidentiteit vaker getest worden dan leerlingendie dit beter ontwikkelden. Mits goed gebruikt bieden tests een belangrijke aanvulling op alle subjectieveinformatie, invloeden en overwegingen.

2009 Groeneveld, Steensel(Hiteq), Ouders @mbo.

De meeste ouders achten zich goed in staat om het kind te begeleiden bij het maken van een studiekeuze, enhebben dit ook tot zekere hoogte gedaan. Daarbij beperkt de grote meerderheid van hen zich tot her bezoekenvan open dagen en het zoeken naar informatie over de school.Redenen om te switchen zijn; manier van lesgeven paste niet bij het kind, opleiding voldeed niet aanverwachtingen of bij de persoonlijkheid van het kind.

Page 61: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Bijlagen 6: Chronologisch overzicht literatuur met betrekking tot LOB binnen het VMBO-TL. 58

Jaar Auteur / Boek Inhoud

2009 Roel van Asselt,Geïntegreerde,doorlopendeloopbaanbegeleiding.(studiekeuze conferentiehelp beter kiezen 2009)

Integraliteit: Leerervaringen in de primaire vakken koppelen aan LOB Keten integratie SLB & LOB LOB opnemen in de kwaliteitszorg Plan-Do-Check-Act! (PDCA) Organisatie moet kijken voorbij de grenzen van diplomering Organisatie moet LOB integraal in de keten verklaren HRM moet LOB in werving, scholing en beoordeling meenemen. Er moeten middelen vrijgemaakt worden voor LOB, persoonlijke begeleiding en voor het opzetten en

onderhouden van een netwerk. Leerlingen moeten actief betrokken worden bij keuzes. Docenten moeten stages lopen in het bedrijfsleven en LOB bijscholing krijgen

Ouders moeten een eigen rol krijgen in het keuzeproces van leerlingen2009 Roel van Asselt,

Geïntegreerde,doorlopendeloopbaanbegeleiding.(studiekeuze conferentiehelp beter kiezen 2009)

Er is een ordening nodig en een mentale omslag. We moeten gaan van “Leerlingen zijn passanten in eenopleiding” naar “Opleiders zijn passanten op de loopbaan van de leerling”.

2009 Roel van Asselt,Geïntegreerde,doorlopendeloopbaanbegeleiding.(studiekeuze conferentiehelp beter kiezen 2009)

Ketendenken en ketenbeheer zijn nodig voor een goede doorstroom een aansluiting. Hierbij moet deloopbaanbegeleiding in ketenverband worden aangepakt. Kiezen van een vervolgopleiding is niet zo zeer eenkeuzeprpoces, maar een leerproces waarbij de leerling of student leert omgaan met onzekerheden.

25% van de leerlingen maakt een omzwaai (dit is zonder de uitvallers!) 25% van de VMBO studenten gaat op het MBO totaal iets anders doen!

Page 62: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Bijlagen 6: Chronologisch overzicht literatuur met betrekking tot LOB binnen het VMBO-TL. 59

Jaar Auteur / Boek Inhoud

2009 Roel van Asselt,Geïntegreerde,doorlopendeloopbaanbegeleiding.(studiekeuze conferentiehelp beter kiezen 2009)

Aspecten: Integratie algemene- en beroepscompetenties Het klimaat aansluiten bij de leerlingen Vergeet het beroepenveld achter de opleidingskeuze niet Reflectiegesprekken & persoonlijk contact Kwaliteit Verhoog de kwaliteit van profielwerkstuk (competenties HBO of beroep) Visie op competenties Registratie- en volgsysteem (portfolio) Studiekeuze is een proces vanaf klas 2/3 en gaat het hele leven door!

2009 Tom Luken, kiezen enontwikkelen.(studiekeuze conferentiehelp beter kiezen 2009)

Mensen moeten jongeren niet beter helpen kiezen, maar beter helpen ontwikkelen! Studenten moeten inschattenhoe ze zichzelf in dat beroepen zouden voelen. Dus zelfkennis.Problemen met kiezen zijn:

Een potje en dekseltje denken Te statisch, de toekomst beweegt Te moeilijk en te individueel Te eenzijdig (student niet alleen de schuldige) Leid tot reflectie dwang

2009 Tom Luken, kiezen enontwikkelen.(studiekeuze conferentiehelp beter kiezen 2009)

Nadenken kan een averechts effect hebben op de keuze, beter kiezen op gevoel! Nadenken is jezelf verantwoorden naar anderen toe. Gebeurt bewust (maar 10%!) Op gevoel is verantwoorden naar jezelf, gebeurt onbewust (90%!) Keuze is al voor 90% onbewust gemaakt, voordat het bewuste de keuze maakt.

2009 Tom Luken, kiezen enontwikkelen.(studiekeuze conferentiehelp beter kiezen 2009)

Het huidige onderwijsstelsel is gebaseerd op een oud systeem (enigszins Piaget). Om het systeem te latenaansluiten bij de ontwikkelingspsychologie is er nodig:

Niet te snel voor sorteren op niveau Niet op +/- 16 jarige leeftijd beroepskeuze eisen Meer oriëntatie mogelijkheid Werken & leren meer integreren

Page 63: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Bijlagen 6: Chronologisch overzicht literatuur met betrekking tot LOB binnen het VMBO-TL. 60

Jaar Auteur / Boek Inhoud

2009 JOB, LAKS, Kiezen moetje (stimu)leren

Uit dit onderzoek is gebleken dat: dat jongeren behoefte hebben aan een realistisch beeld van opleidingen en beroepen. Het aanbod van loopbaan- en studiekeuze-informatie en ook het moment van informatie geven kan beter. De rol van de decaan en mentor verschilt per school. Toch is de decaan in veel gevallen niet echt

bereikbaar. Leerlingen willen meer begeleiding hebben bij hun studiekeuze en loopbaanvragen. Scholen kunnen veel doen om leerlingen een passende studiekeuze te laten maken, maar ook de mening

van de ouders spelen voor leerlingen een grote rol. Dit terwijl ouders niet altijd goed weten wat een studieof een beroep nu precies inhoud.

2009 Jeroen Boschma, InezGroen, GeneratieEinstein.

Zoals we al eerder beschreven is een van de centrale waardes van generatie Einstein, zelfontplooiing. Dezewaarde is zo belangrijk dat we kunnen stellen dat jongeren een nieuw niveau in de Maslow-hiërarchie hebbenbereikt, namelijk die van zelfontwikkeling. Dit vijfde en tevens hoogste niveau in de piramide is de laatste behoefteen de enige die niet gestuurd is vanuit een gebrek, maar vanuit groei en ontwikkeling. Jezelf ontwikkelen alsmens, gelukkig zijn en plezier hebben, is voor jongeren het hoogte goed.

2009 Jeroen Boschma, InezGroen, GeneratieEinstein.

Generatie Einstein kan getypeerd worden door; zelfontplooiing van binnenuit, intern gedreven door wensen enbehoeftes van jezelf en niet extern gestuurd door eisen van de maatschappij.

Het is een pijnlijk besef voor veel werkgevers, maar werk staat simpelweg niet op nummer één bij jongeren.2009 Jeroen Boschma, Inez

Groen, GeneratieEinstein.

Het bouwen aan je C.V. met opeenvolgende carrièrestappen (door het bedrijf bepaald) is voor de jongewerknemer minder aantrekkelijk dan het uitstippelen van het eigen pad, binnen of buiten het bedrijf. Misschienzelfs binnen totaal verschillende bedrijfstakken – switchen van zakelijke dienstverlening naar stewardess ofhoreca, het kan allemaal. Zolang er maar iets geleerd kan worden en zolang het maar leuk is.

2009 Jeroen Boschma, InezGroen, GeneratieEinstein.

Niet alleen een bedrijf met een sterke identiteit of visie trekt jonge werknemers aan, ook een bedrijf datloyaliteit ontwikkelt waardoor mensen zich onderdeel voelen van het bedrijf. Als er een wij-gevoel is, danbehoud je, in ieder geval voor een tijdje, de jonge werknemers. Persoonlijke aandacht voor je mensen, weten wiewat kan, sturen op resultaat en niet op proces, zijn allemaal factoren die hieraan kunnen bijdragen.

2009 Jeroen Boschma, InezGroen, GeneratieEinstein.

De tijd van automatische kennisautoriteit, omdat dat toevallig op je visitekaartje staat, is voorgoed voorbij. Datwil echter niet zeggen dat er geen kennisautoriteit meer is. Die is er nog steeds, en sterker nog, die gaat ook eensteeds belangrijkere rol spelen. Want als er iets is waar jongeren daadwerkelijk respect voor hebben, is het vooriemand die vanuit oprecht passie voor een onderwerp expertise heeft opgebouwd en daardoor een autoriteit is opdat gebied.

Page 64: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

61 Bijlagen 7: Vragenlijst leerlingen | Samen naar een beter LOB

Bijlagen 7: Vragenlijst leerlingen1

Leerlingen vmbo-tl klas 3/4

Fijn dat je meedoet aan het onderzoek. Het is belangrijk dat je de vragenlijst eerlijk invult; het is niet goed of fout, maar hetis wel belangrijk dat het klopt voor jouw situatie. Wat je invult krijgt alleen de onderzoeker te zien en er wordt alleen verslaggedaan over hele groepen, nooit over leerlingen persoonlijk.

Klas: ____________________________

Leerjaar:____________________________

Sector (indien van toepassing)___________________

Leeftijd: jaar

Ben je een jongen of meisje? Jongen Meisje

Wat is het geboorteland van je ouders? Beide ouders zijn in Nederland geboren Eén van mijn ouders is in Nederland geboren Geen van mijn ouders is in Nederland geboren

Wat is de naam van je mentor? _________________________________

Kloppen de onderstaande uitspraken voor jou? De antwoordmogelijkheden zijn: 1 = klopt helemaal niet2 = klopt een beetje

Bij de onderstaande uitspraken gaat het over wat je werkelijk doet. 3 = klopt aardigMaak één hokje donker 4 = klopt helemaal

1 2 3 41 Als iets goed gaat in mijn studie, denk ik na over waar ik echt goed in ben.2 Ik ga vaak na waarom iets mij interesseert.3 Ik plan nu wat ik moet leren om later werk te doen dat bij mij past.4 Ik praat met mensen die al werken over mijn toekomstplannen.5 Ik denk na over waar ik altijd al goed in ben geweest.6 Ik bespreek zelf met een docent hoe ik kan zorgen dat mijn studie past bij mijn sterke kanten.

1 2 3 47 Als mijn ideeën botsen met die van anderen, denk ik na over wat dit zegt over mijzelf.8 Ik regel zelf begeleiding om het beste uit mijn studie te halen voor de toekomst.9 Ik vertel aan mensen die al werken hoe het met mij gaat op school.

10 Ik onderzoek zelf hoe het werk dat ik later zou kunnen doen er in bedrijven uitziet.11 Ik zoek uit welk werk bij mijn sterke kanten zou passen.12 Ik houd zelf bij welke banen voor mijn toekomst interessant kunnen zijn.

1 2 3 413 Ik ben bezig uit te vinden welke waarden en normen voor mij belangrijk zijn.14 Ik zoek uit welke problemen voorkomen in het werk dat ik zou kunnen doen na mijn studie.15 Ik ga na of het bij mij past hoe met deze problemen wordt omgegaan.16 Ik doe extra opdrachten in mijn opleiding, zodat ik meer kansen heb op leuk werk.17 Ik leer dingen buiten de school, om meer kansen te hebben in de toekomst.18 Ik zorg dat ik nu al mensen leer kennen die mij later kunnen helpen bij het vinden van leuk werk.

1 Bron: Kuijpers, M., 2006.

Nummer voor onderzoekerA _ TL _ School _ _ _ _P O N R Sch Gr I

Page 65: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Bijlagen 7: Vragenlijst leerlingen 62

1 2 3 419 Ik vraag uit mezelf aan anderen wat mijn sterke en zwakke kanten zijn.20 Als ik me rot voel over iets wat niet lukt, denk ik na over wat ik echt belangrijk vind in het leven.21 Als iets meemaak waar ik me gelukkig van voel, denk ik na over wat ik dat zegt over mij.22 Ik zoek uit in welk werk ik na mijn studie de dingen kan doen die ik belangrijk vind in het leven.23 Ik denk na over waar ik echt goed in wil worden.24 Ik ben echt op zoek naar wat ik belangrijk vind in werk.25 Ik ben echt op zoek naar mijn eigen talenten.26 Ik kies leeropdrachten nadat ik heb onderzocht welke het beste bij mij passen.

Kloppen de onderstaande uitspraken voor jou? De antwoordmogelijkheden zijn: 1 = klopt helemaal niet2 = klopt een beetje3 = klopt aardig

Maak één hokje donker 4 = klopt helemaal1 2 3 4

27 Ik probeer vaak dingen uit, om te kijken of dit wat voor mij is.28 Ik houd bij wat het nieuws is in mijn studierichting.29 Ik vraag mensen die ik ken om mij informatie te geven over bepaald werk.30 Ik vraag mensen die ik ken wat de ontwikkelingen zijn in mijn studierichting.31 Ik vraag mensen die ik ken om mij te helpen aan praktijkervaring (stage, bijbaan)

waardoor ik meer kansen krijg voor de toekomst.32 Ik verzamel bewijzen om te kunnen laten zien waar ik goed in ben.33 Ik zorg dat ik mijn sterke kanten goed laat zien in wat ik doe.

1 2 3 4

Over de gesprekken met je mentor 1 = (bijna) nooitHoe vaak praat je over de volgende onderwerpen? 2 = iets vaker niet dan wel 3 = iets vaker wel dan niet 4 = (bijna) altijd

Ik praat met mijn mentor van school over: 1 2 3 434 Mijn talenten.35 Mijn toekomstdroom.36 Waarom ik iets wil leren.37 Wat de nieuwtjes zijn in het werk wat ik later kan doen na mijn studie38 Hoe ik ervaringen buiten school kan gebruiken voor mijn toekomst.39 Hoe ik zelf keuzes kan maken die bij mij passen.40 Dingen die echt belangrijk zijn in mijn leven41 Hoe ik het beste contact kan leggen met mensen die mij kunnen helpen in mijn opleiding.42 Wat ik nu moet doen in mijn studie om dichter bij mijn toekomstwens te komen.43 Wat voor soort werk bij mij past.44 Welke vervolgstudiekeuze het beste bij mij past45 Spannende dingen die ik meemaak.

Over de gesprekken met je mentor De antwoordmogelijkheden zijn: 1 = klopt helemaal nietKloppen de onderstaande uitspraken voor jou? 2 = klopt een beetje

3 = klopt aardigMaak één hokje donker 4 = klopt helemaal

1 2 3 446 Ik vertrouw de mentor helemaal.47 De mentor geeft veel informatie over verschillende werksituaties.48 De mentor geeft veel informatie over vervolgopleidingen.

Page 66: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

63 Bijlagen 7: Vragenlijst leerlingen | Samen naar een beter LOB

49 De mentor zet mij aan om zelf dingen te onderzoeken.50 De mentor zet me steeds aan het denken over mijn toekomst.51 Ik voel me begrepen.52 De mentor moedigt me aan om dingen te doen die ik eigenlijk niet durf.53 De mentor zegt wat mijn sterke kanten zijn.54 We gaan echt diep in op dingen die ik belangrijk vind.55 De mentor geeft mij vertrouwen dat ik iets kan.56 De mentor denkt met mij mee als ik een keuze ga maken.57 Gesprekken gaan over wat ik op dat moment meemaak.58 De mentor heeft voldoende kennis over vervolgopleidingen.

59 Wie bepaalt waar het gesprek over gaat in het gesprek met jementor?

o Meestal mijn mentoro Iets vaker mijn mentoro Exact gelijko Iets vaker iko Meestal ik

60 Hoe vaak ongeveer praat je over je keuzes, wensen en mogelijkheden in je toekomst? 1 = nooit 2 = 1-4 keer per jaar

3 = (bijna) elke maandMaak één hokje donker 4 = (bijna) elke week

1 2 3 4a Met je mentor van schoolb Met een vakdocentc Met een decaand Met je ouderse Met mensen die al werken

61 Hoe kom je aan het beeld wat je van je toekomst hebt? 1 = klopt helemaal nietKloppen de onderstaande uitspraken voor jou? 2 = klopt een beetje

3 = klopt aardigMaak één hokje donker 4 = klopt helemaal

1 2 3 4a Door opleidingsinformatieb Door gesprekken met vrienden en familiec Door gesprekken met mentoren, leraren of de decaand Door de beroepsbeoefenarene Ik heb nog geen toekomstbeeld

62 Welke activiteiten zijn voor jou belangrijk om een beeld te krijgen van je toekomst? 1 = niet belangrijk 2 = beetje belangrijk

3 = aardig belangrijkMaak één hokje donker 4 = heel belangrijk

1 2 3 4a Gesprekken hebben met de decaan, mentor of loopbaancoach over opleidingen en beroepenb Gesprekken hebben met mijn ouders over opleidingen en beroepenc Gesprekken hebben met mijn vrienden en kennissen over opleidingen en beroepend Informatie opzoeken en doorlezen uit folders en van internetsitese In contact komen met de ‘praktijk’ door doedagen, oriëntatiedagen op de scholen ROC/AOCf In contact komen met de praktijk door stages en leerwerkplekken in een bedrijfg Het gaan naar opendagen en spreken met studenten van opleidingen

Page 67: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Bijlagen 7: Vragenlijst leerlingen 64

Over de gesprekken met je ouders 1 = (bijna) nooitHoe vaak praat je over de volgende onderwerpen? 2 = iets vaker niet dan wel 3 = iets vaker wel dan niet 4 = (bijna) altijd

1 2 3 463 Welke vervolgstudiekeuze het beste bij mij past64 Mijn talenten.65 Mijn toekomstdroom.66 Hoe ik zelf keuzes kan maken die bij mij passen.67 Dingen die echt belangrijk zijn in mijn leven68 Wat voor soort werk bij mij past.69 Verschillende vervolgopleidingen70 Verschillende beroepen

Kloppen de onderstaande uitspraken voor jou? De antwoordmogelijkheden zijn: 1 = klopt helemaal niet2 = klopt een beetje3 = klopt aardig

Maak één hokje donker 4 = klopt helemaal1 2 3 4

71 Ik maak op school opdrachten die echt in de beroepspraktijk voorkomen.72 Op school wordt vaak aandacht besteed aan werk dat je kunt doen na deze studie.73 Ik krijg de kans dingen op school uit te proberen, om te kijken of dat wat voor mij is.

74Dingen die ik buiten school doe (bijbaantjes, hobby en verenigingen) worden betrokken in mijnstudie.

75 De school stimuleert mij om ervaringen op te doen buiten school.76 Ik krijg op school met de nieuwste ontwikkelingen in het vak te maken.78 Ik krijg op school te maken met moeilijke beslissingen in het vak.

Kloppen de onderstaande uitspraken voor jou? De antwoordmogelijkheden zijn: 1 = klopt helemaal niet2 = klopt een beetje3 = klopt aardig

Maak één hokje donker 4 = klopt helemaalOver je portfolio 1 2 3 4

79 Ik vind het portfolio nuttig in mijn studie.80 Door het werken met het portfolio weet ik beter wat ik al kan.81 In mijn portfolio kan ik bewijzen verzamelen die van belang zijn voor mijn toekomstig werk.82 In mijn stage heb ik echt iets gedaan met wat ik in mijn portfolio heb staan.83 Er wordt op school echt iets gedaan met wat ik in mijn portfolio heb staan.84 Ik praat met mijn mentor van school over mijn portfolio85 Op school werk ik niet met een portfolio

Bedankt voor het invullen!

Page 68: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

65 Bijlagen 8: Vragenlijst decanen en mentoren | Samen naar een beter LOB

Bijlagen 8: Vragenlijst decanen en mentoren1

Mentoren en decanen vmbo-tl klas 3/4

Fijn dat je meedoet aan het onderzoek. Het is belangrijk dat je de vragenlijst eerlijk invult; het is niet goed of fout, maar hetis wel belangrijk dat het klopt voor jouw situatie. Wat je invult krijgt alleen de onderzoeker te zien en er wordt alleen verslaggedaan over hele groepen, nooit over mentoren en decanen persoonlijk.

Functie (Decaan of mentor):_____________

Leerjaar:____________________________

Van klas (indien van toepassing) _______________

Leeftijd: jaar

Ben je een man of vrouw? Man Vrouw

SCHOOL:___________________________________________

Kloppen de onderstaande uitspraken voor jou? De antwoordmogelijkheden zijn: 1 = klopt helemaal niet2 = klopt een beetje

Bij de onderstaande uitspraken gaat het over wat je werkelijk doet. 3 = klopt aardigMaak één hokje donker 4 = klopt helemaal

1 2 3 41 Ik stimuleer leerlingen na te denken over hun sterke kanten.2 Ik vraag aan leerlingen waarom dingen hun interesseren.3 Ik stimuleer leerlingen na te denken over het nut van de vakinhoud voor hun toekomst.4 Ik stimuleer leerlingen om zo veel mogelijk met mensen te praten over hun toekomstplannen.5 Ik coach mijn leerlingen zodat ze zich bewust worden van hun kernkwaliteiten.6 Ik coach leerlingen bij het vergrote van hun zelfkennis en het sturen van hun loopbaan.

1 2 3 47 Ik stimuleer leerlingen na te denken over henzelf zodat zij een eigen mening kunnen vormen.8 Ik stimuleer leerlingen het beste uit hun studie te halen en waar nodig begeleiding bij te vragen.9 Ik stimuleer leerlingen hun studievoortgang te delen met hun netwerk.

10 Ik stimuleer leerlingen grenservaringen op te doen in hun toekomstige werkveld.11 Ik coach mijn leerlingen om hun sterke kanten te koppelen aan een passend beroep.12 Ik stimuleer leerlingen om de ontwikkelingen bij te houden in hun beroepsinteresse-gebied.

1 2 3 413 Ik stimuleer leerlingen in het ontdekken van hun normen en waarden.14 Ik stimuleer leerlingen stil te staan bij beroepsdilemma’s.15 Ik bespreek met leerlingen hoe ze om kunnen gaan met beroepsdilemma’s.16 Ik sta toe dat leerlingen extra vrij nemen voor loopbaanactiviteiten, zoals bv. Opendagen.17 Ik maak leerlingen bewust van de competenties die zij opdoen in bv. hobby’s en bijbaantjes.18 Ik maak leerlingen bewust van wat hun netwerk kan betekenen voor hun loopbaankansen.

1 Voor deze vragenlijst is gebruikgemaakt van de vragenlijst van Marinka Kuijpers, 2006.

Nummer voor onderzoekerA _ TL _ ____ _ _ _ _ _P O N R Sch Gr I

Page 69: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Bijlagen 8: Vragenlijst decanen en mentoren 66

1 2 3 419 Ik stimuleer leerlingen om 360-graden-feedback’s toe te passen.20 Ik maak leerlingen ervan bewust dat de ideale studie of het ideale beroep niet bestaat.21 Als stimuleer leerlingen na te denken over waar zij echt gelukkig van worden.22 Ik stimuleer leerlingen na te denken over de normen en waarden die bij een beroep horen.23 Ik stimuleer leerlingen na te denken over de kwaliteiten die zij nog willen ontwikkelen.24 Ik coach leerlingen er achter te komen wat zij belangrijk vinden in werk.25 Ik stimuleer leerlingen hun eigen talenten te ontdekken.26 Ik geef leerlingen de keuze uit diverse loopbaanopdrachten voor verschillende leerstijlen.

Kloppen de onderstaande uitspraken voor jou? De antwoordmogelijkheden zijn: 1 = klopt helemaal niet2 = klopt een beetje3 = klopt aardig

Maak één hokje donker 4 = klopt helemaal1 2 3 4

27 Ik stimuleer leerlingen nieuwe dingen uit te proberen.28 Ik stimuleer leerlingen bij te blijven van het nieuws in hun studierichting.29 Ik stimuleer leerlingen hun netwerk in te zetten voor het verkrijgen van beroepsinformatie.30 Ik voorzie in een netwerk voor mijn leerlingen, zodat zij de laatste opleidingsinformatie kunnen

krijgen.31 Ik stimuleer leerlingen om praktijkervaringen op te doen voor een goed beroepsbeeld.32 Ik stimuleer leerlingen bewijzen te verzamelen om te laten zien waar zij goed in zijn.33 Ik stimuleer leerlingen hun sterke kanten te laten zien in wat zij doen.

1 2 3 4

Over de gesprekken met je leerlingen 1 = (bijna) nooitHoe vaak praat je met je leerlingen over de volgende onderwerpen? 2 = iets vaker niet dan wel 3 = iets vaker wel dan niet 4 = (bijna) altijd

Ik praat met mijn leerlingen over: 1 2 3 434 Hun talenten.35 Hun toekomstdroom.36 Waarom zij iets willen leren.37 Wat de nieuwtjes zijn in het werk wat zij later kunnen gaan doen na hun studie38 Hoe zij ervaringen buiten school kunnen gebruiken voor hun toekomst.39 Hoe zijzelf keuzes kunnen maken die bij hun passen.40 Dingen die echt belangrijk zijn hun leven.41 Hoe zij het beste contact kunnen leggen met mensen die hun kunnen helpen in hun opleiding.42 Wat zij nu in hun studie moeten doen om dichter bij hun toekomstwens te komen.43 Wat voor soort werk bij hen past.44 Welke vervolgstudiekeuze het beste past.45 Spannende dingen die zij meemaken.

Over de gesprekken met je leerlingen De antwoordmogelijkheden zijn: 1 = klopt helemaal nietKloppen de onderstaande uitspraken voor jou? 2 = klopt een beetje

3 = klopt aardigMaak één hokje donker 4 = klopt helemaal

1 2 3 446 Ik vind dat ik vertrouwen uitstraal.47 Ik geef veel informatie over verschillende werksituaties.48 Ik geeft veel informatie over vervolgopleidingen.

Page 70: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

67 Bijlagen 8: Vragenlijst decanen en mentoren | Samen naar een beter LOB

49 Ik zet leerlingen aan dingen zelf te onderzoeken.50 Ik zet leerlingen aan zelf na te denken over hun toekomst.51 Ik geef leerlingen het gevoel begrepen te worden.52 Ik moedig leerlingen aan om nieuwe dingen te ondernemen.53 Ik vertel leerlingen wat hun sterke kanten zijn.54 Ik ga diep in op zaken die leerlingen belangrijk vinden.55 Ik geef leerlingen vertrouwen dat zij iets kunnen.56 Ik denk met de leerlingen mee over de keuzes die zij maken.57 Ik ga in op de dingen die een leerling nu meemaakt.58 Ik heb voldoende kennis over vervolgopleidingen.

59 Wie bepaalt waar het gesprek over gaat in het gesprek met jeleerling?

o Meestal ik.o Iets vaker ik.o Exact gelijko Iets vaker de leerling.o Meestal de leerling.

60 Hoe vaak denkt jij dat je leerlingen praten over hun keuzes, 1 = nooit wensen en mogelijkheden in de toekomst? 2 = 1-4 keer per jaar

3 = (bijna) elke maandMaak één hokje donker 4 = (bijna) elke week

1 2 3 4a Met de mentor van schoolb Met een vakdocentc Met de decaand Met hun ouderse Met mensen die al werken

61 Hoe denk jij dat leerlingen aan hun toekomstbeeld komen? 1 = klopt helemaal niet 2 = klopt een beetje

3 = klopt aardigMaak één hokje donker 4 = klopt helemaal

1 2 3 4a Door opleidingsinformatieb Door gesprekken met vrienden en familiec Door gesprekken met mentoren, leraren of de decaand Door de beroepsbeoefenarene Zij hebben nog geen toekomstbeeld

62 Welke activiteiten zijn volgens jou belangrijk voor een goed toekomstbeeld? 1 = niet belangrijk 2 = beetje belangrijk

3 = aardig belangrijkMaak één hokje donker 4 = heel belangrijk

1 2 3 4a Gesprekken hebben met de decaan, mentor of loopbaancoach over opleidingen en beroepenb Gesprekken hebben met hun ouders over opleidingen en beroepenc Gesprekken hebben met mijn vrienden en kennissen over opleidingen en beroepend Informatie opzoeken en doorlezen uit folders en van internetsitese In contact komen met de ‘praktijk’ door doedagen, oriëntatiedagen op de scholen ROC/AOCf In contact komen met de praktijk door stages en leerwerkplekken in een bedrijfg Het gaan naar opendagen en spreken met studenten van opleidingen

Page 71: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Bijlagen 8: Vragenlijst decanen en mentoren 68

Over de gesprekken tussen leerlingen en hun ouders. 1 = (bijna) nooitHoe vaak denk je dat je leerlingen met hun ouders praten over de volgende onderwerpen? 2 = iets vaker niet dan wel 3 = iets vaker wel dan niet 4 = (bijna) altijd

1 2 3 463 Welke vervolgstudiekeuze het beste bij hun past.64 Hun talenten.65 Hun toekomstdroom.66 Hoe zij zelf keuzes kunnen maken die bij hen passen.67 Dingen die echt belangrijk zijn in hun leven.68 Wat voor soort werk bij hen past.69 Verschillende vervolgopleidingen.70 Verschillende beroepen

Kloppen de onderstaande uitspraken volgens jou? De antwoordmogelijkheden zijn: 1 = klopt helemaal niet2 = klopt een beetje3 = klopt aardig

Maak één hokje donker 4 = klopt helemaal1 2 3 4

71 Leerlingen maken op school opdrachten die echt in de beroepspraktijk voorkomen.72 Op school wordt vaak aandacht besteed aan werk dat leerlingen kunnen doen na deze studie.73 Leerlingen krijgen de kans dingen op school uit te proberen, om te kijken of dat wat voor hun is.

74Dingen die leerlingen buiten school doen (bijbaantjes, hobby’s en verenigingen) wordenbetrokken in hun studie.

75 De school stimuleert leerlingen om ervaringen op te doen buiten school.76 Leerlingen krijgen op school met de nieuwste ontwikkelingen in het vak te maken.78 Leerlingen krijgen op school te maken met loopbaandilemma’s.

Kloppen de onderstaande uitspraken volgens jou? De antwoordmogelijkheden zijn: 1 = klopt helemaal niet2 = klopt een beetje3 = klopt aardig

Maak één hokje donker 4 = klopt helemaalOver het portfolio 1 2 3 4

79 Leerlingen vinden het portfolio nuttig tijdens hun studie.80 Door het werken met het portfolio weten leerlingen beter wat zij al kunnen.

81Leerlingen kunnen in hun portfolio bewijzen verzamelen die van belang zijn voor hun toekomstigwerk.

82 Leerlingen gebruiken hun portfolio tijdens hun stage.83 Er wordt op school aandacht besteed aan het portfolio van leerlingen.84 Ik praat met mijn leerlingen over hun portfolio.85 Op school werken wij niet met een portfolio.

Bedankt voor het invullen!

Page 72: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

69 Bijlagen 9: SPSS resultaten empirisch onderzoek | Samen naar een beter LOB

Bijlagen 9: SPSS resultaten empirisch onderzoekCrosstabs aantal respondenten per school.Case Processing Summary

CasesValid Missing TotalN Percent N Percent N Percent

School * Functie 330 100,0% 0 ,0% 330 100,0%

School * Functie CrosstabulationCount

Functie

TotalLeerling Decaan Mentor

School School 1 99 1 2 102

School 2 51 1 2 54

School 3 75 1 9 85

School 4 34 1 1 36

School 5 49 1 3 53Total 308 5 17 330

Functie * Totaal loopbaancompetenties samen CrosstabulationCount

Totaal loopbaancompetenties samen

TotalOnvoldoende Matig Voldoende Voldoende goed Goed

Functie Leerling 66 109 72 29 6 282

Decaan 0 0 3 2 0 5

Mentor 0 5 1 8 1 15Total 66 114 76 39 7 302

Crosstabs loopbaancompetenties per school.

Case Processing Summary

CasesValid Missing TotalN Percent N Percent N Percent

Functie * Totaal kwaliteitenreflectie * School 322 97,6% 8 2,4% 330 100,0%Functie * Totaal motievenreflectie * School 324 98,2% 6 1,8% 330 100,0%Functie * Totaal werkexploratie * School 324 98,2% 6 1,8% 330 100,0%Functie * Totaal loopbaansturing * School 318 96,4% 12 3,6% 330 100,0%Functie * Totaal netwerken * School 322 97,6% 8 2,4% 330 100,0%Functie * Totaal loopbaancompetenties samen * School302 91,5% 28 8,5% 330 100,0%

Page 73: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Bijlagen 9: SPSS resultaten empirisch onderzoek 70

Functie * Totaal kwaliteitenreflectie * School CrosstabulationCount

School

Totaal kwaliteitenreflectie

TotalNiet of nauwelijks Weinig Redelijk Veel

School 1 Functie Leerling 15 43 36 5 99

Decaan 0 0 1 0 1

Mentor 0 1 1 0 2Total 15 44 38 5 102

School 2 Functie Leerling 2 19 23 4 48Decaan 0 0 1 0 1Mentor 0 2 0 0 2

Total 2 21 24 4 51School 3 Functie Leerling 7 32 25 8 72

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 0 2 5 2 9

Total 7 34 31 10 82School 4 Functie Leerling 8 17 8 33

Decaan 0 1 0 1Mentor 0 0 1 1

Total 8 18 9 35School 5 Functie Leerling 3 16 22 7 48

Decaan 0 1 0 0 1Mentor 0 0 1 2 3

Total 3 17 23 9 52

Functie * Totaal motievenreflectie * School CrosstabulationCount

School

Totaal motievenreflectie

TotalNiet of nauwelijks Weinig Redelijk Veel

School 1 Functie Leerling 21 57 18 3 99

Decaan 0 0 0 1 1

Mentor 0 1 0 1 2

Total 21 58 18 5 102School 2 Functie Leerling 6 31 9 2 48

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 1 0 1 0 2

Total 7 31 11 2 51School 3 Functie Leerling 17 30 22 5 74

Decaan 0 1 0 0 1Mentor 0 3 4 2 9

Total 17 34 26 7 84School 4 Functie Leerling 1 8 21 4 34

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 0 0 0 1 1

Total 1 8 22 5 36School 5 Functie Leerling 3 22 17 5 47

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 0 0 0 3 3

Total 3 22 18 8 51

Page 74: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

71 Bijlagen 9: SPSS resultaten empirisch onderzoek | Samen naar een beter LOB

Functie * Totaal werkexploratie * School CrosstabulationCount

School

Totaal werkexploratie

TotalNiet of nauwelijks Weinig Redelijk Veel

School 1 Functie Leerling 27 59 11 2 99

Decaan 0 0 1 0 1

Mentor 0 2 0 0 2Total 27 61 12 2 102

School 2 Functie Leerling 6 30 10 1 47Decaan 0 1 0 0 1Mentor 0 1 1 0 2

Total 6 32 11 1 50School 3 Functie Leerling 15 37 21 2 75

Decaan 0 1 0 0 1Mentor 0 4 4 0 8

Total 15 42 25 2 84School 4 Functie Leerling 4 14 15 1 34

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 0 0 1 0 1

Total 4 14 17 1 36School 5 Functie Leerling 6 18 22 2 48

Decaan 0 1 0 0 1Mentor 0 0 2 1 3

Total 6 19 24 3 52

Functie * Totaal loopbaansturing * School CrosstabulationCount

School

Totaal loopbaansturing

TotalNiet of nauwelijks Weinig Redelijk Veel

School 1 Functie Leerling 23 68 7 0 98

Decaan 0 0 0 1 1

Mentor 0 1 1 0 2

Total 23 69 8 1 101School 2 Functie Leerling 16 20 8 1 45

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 0 1 1 0 2

Total 16 21 10 1 48School 3 Functie Leerling 16 45 12 73

Decaan 0 0 1 1Mentor 0 2 7 9

Total 16 47 20 83School 4 Functie Leerling 2 16 12 2 32

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 0 0 1 0 1

Total 2 16 14 2 34School 5 Functie Leerling 11 23 13 1 48

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 0 0 2 1 3

Total 11 23 16 2 52

Page 75: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Bijlagen 9: SPSS resultaten empirisch onderzoek 72

Functie * Totaal netwerken * School CrosstabulationCount

School

Totaal netwerken

TotalNiet of nauwelijks Weinig Redelijk Veel

School 1 Functie Leerling 34 52 12 1 99

Decaan 0 0 1 0 1

Mentor 1 0 0 0 1Total 35 52 13 1 101

School 2 Functie Leerling 17 16 12 2 47Decaan 0 1 0 0 1Mentor 1 0 1 0 2

Total 18 17 13 2 50School 3 Functie Leerling 31 29 11 3 74

Decaan 0 1 0 0 1Mentor 1 3 4 1 9

Total 32 33 15 4 84School 4 Functie Leerling 5 9 14 5 33

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 0 1 0 0 1

Total 5 10 15 5 35School 5 Functie Leerling 11 19 14 4 48

Decaan 0 1 0 0 1Mentor 0 1 1 1 3

Total 11 21 15 5 52

Functie * Totaal loopbaancompetenties samen * School CrosstabulationCount

School

Totaal loopbaancompetenties samen

TotalOnvoldoende Matig Voldoende Voldoende goedGoed

School 1 Functie Leerling 29 43 22 4 98

Decaan 0 0 0 1 1

Mentor 0 1 0 0 1

Total 29 44 22 5 100School 2 Functie Leerling 10 18 7 3 1 39

Decaan 0 0 1 0 0 1Mentor 0 2 0 0 0 2

Total 10 20 8 3 1 42School 3 Functie Leerling 18 25 16 9 68

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 0 2 1 5 8

Total 18 27 18 14 77School 4 Functie Leerling 1 11 8 9 2 31

Decaan 0 0 0 1 0 1Mentor 0 0 0 1 0 1

Total 1 11 8 11 2 33School 5 Functie Leerling 8 12 19 4 3 46

Decaan 0 0 1 0 0 1Mentor 0 0 0 2 1 3

Total 8 12 20 6 4 50

Page 76: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

73 Bijlagen 9: SPSS resultaten empirisch onderzoek | Samen naar een beter LOB

Crosstabs loopbaancompetenties per sector, Eemland breed.

Case Processing Summary

CasesValid Missing TotalN Percent N Percent N Percent

Sector * Totaal loopbaancompetenties samen 284 86,1% 46 13,9% 330 100,0%

Valid Missing TotalN Percent N Percent N Percent

Functie * Totaal loopbaan-competenties samen * Leerjaar

296 89,7% 34 10,3% 330 100,0%

Crosstabs totaal mentorgesprekken (praten over)Case Processing Summary

CasesValid Missing TotalN Percent N Percent N Percent

Functie * Totaal mentorgesprekken323 97,9% 7 2,1% 330 100,0%

Functie * Totaal mentorgesprekken CrosstabulationCount

Totaal mentorgesprekken

TotalNiet of nauwelijks Af en toe Redelijk vaak Vaak

Functie Leerling 132 120 47 3 302

Decaan 0 1 3 0 4

Mentor 0 5 7 5 17Total 132 126 57 8 323

Case Processing Summary

CasesValid Missing TotalN Percent N Percent N Percent

School * Totaal loopbaancompetenties samen* Functie

302 91,5% 28 8,5% 330 100,0%

Functie * Totaal loopbaancompetenties samen * Leerjaar Crosstabulation

Count

Leerjaar

Totaal loopbaancompetenties samen

TotalOnvoldoende Matig Voldoende Voldoende goed Goed

Leerjaar 3 Functie Leerling 37 48 37 14 3 139

Mentor 0 4 1 4 0 9

Total 37 52 38 18 3 148

Leerjaar 4 Functie Leerling 29 61 35 15 3 143

Mentor 0 1 0 4 0 5

Total 29 62 35 19 3 148

Page 77: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Bijlagen 9: SPSS resultaten empirisch onderzoek 74

School * Totaal loopbaancompetenties samen * Functie CrosstabulationCount

Functie

Totaal loopbaancompetenties samen

TotalOnvoldoende Matig Voldoende Voldoende goed Goed

Leerling School School 1 29 43 22 4 0 98

School 2 10 18 7 3 1 39

School 3 18 25 16 9 0 68School 4 1 11 8 9 2 31

School 5 8 12 19 4 3 46

Total 66 109 72 29 6 282Decaan School School 1 0 1 1

School 2 1 0 1School 3 1 0 1School 4 0 1 1School 5 1 0 1

Total 3 2 5Mentor School School 1 1 0 0 0 1

School 2 2 0 0 0 2School 3 2 1 5 0 8School 4 0 0 1 0 1School 5 0 0 2 1 3

Total 5 1 8 1 15

Crosstabs mentorgesprekken.

Functie * Ik praat met mijn mentor over mijn talenten. CrosstabulationCount

Ik praat met mijn mentor over mijn talenten.

Total(Bijna) nooit Iets vaker niet dan wel Iets vaker wel dan niet (Bijna) altijd

Functie Leerling 132 121 40 13 306

Decaan 0 1 3 1 5

Mentor 1 0 10 6 17Total 133 122 53 20 328

Functie * Ik praat met mijn mentor over mijn toekomstdroom. Crosstabulation

Ik praat met mijn mentor over mijn toekomstdroom.

Total(Bijna) nooit Iets vaker niet dan wel Iets vaker wel dan niet (Bijna) altijd

Functie Leerling 100 95 85 27 307

Decaan 0 2 2 1 5

Mentor 2 0 9 6 17Total 102 97 96 34 329

Functie * Ik praat met mijn mentor over waarom ik iets wil leren. Crosstabulation

Ik praat met mijn mentor over waarom ik iets wil leren.

Total(Bijna) nooit Iets vaker niet dan wel Iets vaker wel dan niet (Bijna) altijd

Functie Leerling 116 103 80 7 306

Decaan 1 1 1 2 5

Mentor 2 3 8 4 17Total 119 107 89 13 328

Page 78: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

75 Bijlagen 9: SPSS resultaten empirisch onderzoek | Samen naar een beter LOB

Functie * Ik praat met mijn mentor over wat de nieuwtjes zijn in het werk wat ik later kan doen na mijn studie. Crosstabulati

Ik praat met mijn mentor over wat de nieuwtjes zijn in het werk wat ik later kandoen na mijn studie.

Total(Bijna) nooit Iets vaker niet dan wel Iets vaker wel dan niet (Bijna) altijd

Functie Leerling 195 81 25 6 307

Decaan 0 3 2 0 5

Mentor 5 3 8 1 17Total 200 87 35 7 329

Functie * Ik praat met mijn mentor over hoe ik ervaringen buiten school kan gebruiken voor mijn toekomst. Crosstabulation

Ik praat met mijn mentor over hoe ik ervaringen buiten school kangebruiken voor mijn toekomst.

Total(Bijna) nooit Iets vaker niet dan wel Iets vaker wel dan niet (Bijna) altijd

Functie Leerling 138 108 50 9 305

Decaan 0 0 4 0 4

Mentor 1 4 8 4 17Total 139 112 62 13 326

Functie * Ik praat met mijn mentor over hoe ik zelf keuzes kan maken die bij mij passen. Crosstabulation

Ik praat met mijn mentor over hoe ik zelf keuzes kan maken die bij mij passen.

Total(Bijna) nooit Iets vaker niet dan wel Iets vaker wel dan niet (Bijna) altijd

Functie Leerling 106 114 73 14 307

Decaan 0 0 5 0 5

Mentor 2 3 6 6 17Total 108 117 84 20 329

Functie * Ik praat met mijn mentor over dingen die echt belangrijk zijn in mijn leven. Crosstabulation

Ik praat met mijn mentor over dingen die echt belangrijk zijn in mijn leven.

Total(Bijna) nooit Iets vaker niet dan wel Iets vaker wel dan niet (Bijna) altijd

Functie Leerling 118 91 72 25 306

Decaan 0 2 2 1 5

Mentor 1 2 7 7 17Total 119 95 81 33 328

Functie * Ik praat met mijn mentor over hoe ik het beste contact kan leggen met mensen die mij kunnen helpen in mijn opleidinCrosstabulation

Ik praat met mijn mentor over hoe ik het beste contact kan leggen met mensendie mij kunnen helpen in mijn opleiding.

Total(Bijna) nooit Iets vaker niet dan wel Iets vaker wel dan niet (Bijna) altijd

Functie Leerling 136 114 48 9 307

Decaan 1 3 1 0 5

Mentor 3 4 7 3 17Total 140 121 56 12 329

Page 79: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Bijlagen 9: SPSS resultaten empirisch onderzoek 76

Functie * Ik praat met mijn mentor over wat ik nu moet doen in mijn studie om dichter bij mijn toekomstwens te komen.Crosstabulation

Ik praat met mijn mentor over wat ik nu moet doen in mijn studie om dichter bij mijntoekomstwens te komen.

Total(Bijna) nooit Iets vaker niet dan wel Iets vaker wel dan niet (Bijna) altijd

Functie Leerling 115 101 69 22 307

Decaan 1 1 2 1 5

Mentor 1 4 7 5 17Total 117 106 78 28 329

Functie * Ik praat met mijn mentor over wat voor soort werk bij mij past. Crosstabulation

Ik praat met mijn mentor over wat voor soort werk bij mij past.

Total(Bijna) nooit Iets vaker niet dan wel Iets vaker wel dan niet (Bijna) altijd

Functie Leerling 97 108 72 30 307

Decaan 0 2 2 1 5

Mentor 1 5 7 4 17Total 98 115 81 35 329

Functie * Ik praat met mijn mentor over welke vervolgstudiekeuze het beste bij mij past. Crosstabulation

Ik praat met mijn mentor over welke vervolgstudiekeuze het beste bij mij past.

Total(Bijna) nooit Iets vaker niet dan wel Iets vaker wel dan niet (Bijna) altijd

Functie Leerling 74 100 95 37 306

Decaan 0 0 4 1 5

Mentor 1 4 8 4 17Total 75 104 107 42 328

Functie * Ik praat met mijn mentor over spannende dingen die ik meemaak. Crosstabulation

Ik praat met mijn mentor over spannende dingen die ik meemaak.

Total(Bijna) nooit Iets vaker niet dan wel Iets vaker wel dan niet (Bijna) altijd

Functie Leerling 167 80 46 14 307

Decaan 0 4 0 1 5

Mentor 2 6 5 4 17Total 169 90 51 19 329

Crosstabs totaal mentorgesprekken per geslacht en leeftijd.

Case Processing Summary

CasesValid Missing TotalN Percent N Percent N Percent

Geslacht * Totaal mentorgesprekken* Leeftijd Leerling

301 91,2% 29 8,8% 330 100,0%

Page 80: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

77 Bijlagen 9: SPSS resultaten empirisch onderzoek | Samen naar een beter LOB

Geslacht * Totaal mentorgesprekken * Leeftijd Leerling Crosstabulation

Leeftijd Leerling

Totaal mentorgesprekken

TotalNiet of nauwelijks Af en toe Redelijk vaak Vaak

14 jaar Geslacht Man 8 8 4 20

Vrouw 10 8 3 21

Total 18 16 7 4115 jaar Geslacht Man 26 27 9 62

Vrouw 29 24 9 62Total 55 51 18 124

16 jaar Geslacht Man 26 23 9 1 59Vrouw 22 20 11 1 54

Total 48 43 20 2 11317 jaar Geslacht Man 5 4 2 1 12

Vrouw 5 5 0 0 10Total 10 9 2 1 22

18 jaar Geslacht Man 1 1Total 1 1

Crosstabs totaal competenties mentor per functie. Case Processing SummaryCasesValid Missing TotalN Percent N Percent N Percent

Functie * Totaal competenties mentor 325 98,5% 5 1,5% 330 100,0%

Functie * Totaal competenties mentor Crosstabulation

Totaal competenties mentor

TotalOnvoldoende Matig Voldoende Voldoende goed Goed

Functie Leerling 44 82 117 50 10 303

Decaan 0 0 0 5 0 5

Mentor 0 2 5 6 4 17Total 44 84 122 61 14 325

Crosstabs competenties mentoren per school.

Case Processing Summary

CasesValid Missing TotalN Percent N Percent N Percent

Functie * Totaal competenties mentor * School 325 98,5% 5 1,5% 330 100,0%

Page 81: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Bijlagen 9: SPSS resultaten empirisch onderzoek 78

Functie * Totaal competenties mentor * School CrosstabulationCount

School

Totaal competenties mentor

TotalOnvoldoende Matig Voldoende Voldoende goed Goed

School 1 Functie Leerling 2 27 48 17 4 98

Decaan 0 0 0 1 0 1

Mentor 0 0 0 2 0 2

Total 2 27 48 20 4 101

School 2 Functie Leerling 14 12 20 2 1 49

Decaan 0 0 0 1 0 1

Mentor 0 1 1 0 0 2

Total 14 13 21 3 1 52

School 3 Functie Leerling 14 21 23 16 0 74Decaan 0 0 0 1 0 1

Mentor 0 1 2 4 2 9

Total 14 22 25 21 2 84

School 4 Functie Leerling 6 6 11 6 5 34Decaan 0 0 0 1 0 1

Mentor 0 0 1 0 0 1

Total 6 6 12 7 5 36

School 5 Functie Leerling 8 16 15 9 0 48

Decaan 0 0 0 1 0 1

Mentor 0 0 1 0 2 3

Total 8 16 16 10 2 52

School * Totaal competenties mentor Crosstabulation

Totaal competenties mentor

TotalOnvoldoende Matig Voldoende Voldoende goed Goed

School School 1 2 27 48 20 4 101

School 2 14 13 21 3 1 52

School 3 14 22 25 21 2 84

School 4 6 6 12 7 5 36

School 5 8 16 16 10 2 52Total 44 84 122 61 14 325

Crosstabs gesprekspartners loopbaandialoog.

Functie * Met mijn mentor praat ik over mijn keuzes, wensen en mogelijkheden in de toekomst. CrosstabulationCount

Met mijn mentor praat ik over mijn keuzes, wensen en mogelijkheden in de toekomst.

TotalNooit 1-4 keer per jaar (Bijna) elke maand (Bijna) elke week

Functie Leerling 47 151 86 20 304

Decaan 0 2 3 0 5

Mentor 0 7 8 0 15Total 47 160 97 20 324

Page 82: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

79 Bijlagen 9: SPSS resultaten empirisch onderzoek | Samen naar een beter LOB

Functie * Met een vakdocent praat ik over mijn keuzes, wensen en mogelijkheden in de toekomst. Crosstabulation

Met een vakdocent praat ik over mijn keuzes, wensen en mogelijkhedenin de toekomst.

TotalNooit 1-4 keer per jaar (Bijna) elke maand (Bijna) elke week

Functie Leerling 112 133 42 13 300

Decaan 0 3 1 1 5

Mentor 2 9 4 0 15Total 114 145 47 14 320

Functie * Met een decaan praat ik over mijn keuzes, wensen en mogelijkheden in de toekomst. Crosstabulation

Met een decaan praat ik over mijn keuzes, wensen en mogelijkheden in de toekomst.

TotalNooit 1-4 keer per jaar (Bijna) elke maand (Bijna) elke week

Functie Leerling 130 118 43 11 302

Decaan 1 3 1 0 5

Mentor 0 11 4 1 16Total 131 132 48 12 323

Functie * Met mijn ouders praat ik over mijn keuzes, wensen en mogelijkheden in de toekomst. Crosstabulation

Met mijn ouders praat ik over mijn keuzes, wensen en mogelijkheden in de toekomst.

TotalNooit 1-4 keer per jaar (Bijna) elke maand (Bijna) elke week

Functie Leerling 9 25 131 138 303

Decaan 0 0 3 2 5

Mentor 0 2 8 6 16Total 9 27 142 146 324

Functie * Met mensen die al werken praat ik over mijn keuzes, wensen en mogelijkheden in de toekomst. Crosstabulation

Met mensen die al werken praat ik over mijn keuzes, wensen en mogelijkhedenin de toekomst.

TotalNooit 1-4 keer per jaar (Bijna) elke maand (Bijna) elke week

Functie Leerling 110 104 70 20 304

Decaan 1 4 0 0 5

Mentor 2 11 1 1 15Total 113 119 71 21 324

Page 83: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Bijlagen 9: SPSS resultaten empirisch onderzoek 80

Crosstabs gesprekspartner loopbaandialoog, per school.

Functie * Met mijn mentor praat ik over mijn keuzes, wensen en mogelijkheden in de toekomst. * School Crosstabulation

School

Met mijn mentor praat ik over mijn keuzes, wensen en mogelijkhedenin de toekomst.

TotalNooit 1-4 keer per jaar (Bijna) elke maand (Bijna) elke week

School 1 Functie Leerling 5 45 41 8 99

Decaan 0 1 0 0 1

Mentor 0 0 2 0 2

Total 5 46 43 8 102School 2 Functie Leerling 14 28 6 1 49

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 0 1 0 0 1

Total 14 29 7 1 51School 3 Functie Leerling 11 37 20 7 75

Decaan 0 1 0 0 1Mentor 0 3 5 0 8

Total 11 41 25 7 84School 4 Functie Leerling 10 13 6 3 32

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 0 1 0 0 1

Total 10 14 7 3 34School 5 Functie Leerling 7 28 13 1 49

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 0 2 1 0 3

Total 7 30 15 1 53

Functie * Met een vakdocent praat ik over mijn keuzes, wensen en mogelijkheden in de toekomst. * School Crosstabulation

School

Met een vakdocent praat ik over mijn keuzes, wensen enmogelijkheden in de toekomst.

TotalNooit 1-4 keer per jaar (Bijna) elke maand (Bijna) elke week

School 1 Functie Leerling 39 49 10 98

Decaan 0 1 0 1

Mentor 0 2 0 2

Total 39 52 10 101School 2 Functie Leerling 17 24 5 2 48

Decaan 0 0 0 1 1Mentor 0 1 0 0 1

Total 17 25 5 3 50School 3 Functie Leerling 29 34 8 3 74

Decaan 0 1 0 0 1Mentor 1 4 3 0 8

Total 30 39 11 3 83School 4 Functie Leerling 6 6 11 8 31

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 1 0 0 0 1

Total 7 6 12 8 33School 5 Functie Leerling 21 20 8 49

Decaan 0 1 0 1Mentor 0 2 1 3

Total 21 23 9 53

Page 84: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

81 Bijlagen 9: SPSS resultaten empirisch onderzoek | Samen naar een beter LOB

Functie * Met een decaan praat ik over mijn keuzes, wensen en mogelijkheden in de toekomst. * School Crosstabulation

School

Met een decaan praat ik over mijn keuzes, wensen en mogelijkhedenin de toekomst.

TotalNooit 1-4 keer per jaar (Bijna) elke maand (Bijna) elke week

School 1 Functie Leerling 50 34 12 1 97

Decaan 0 1 0 0 1

Mentor 0 1 1 0 2

Total 50 36 13 1 100School 2 Functie Leerling 18 22 7 2 49

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 0 0 2 0 2

Total 18 22 10 2 52School 3 Functie Leerling 43 28 3 1 75

Decaan 1 0 0 0 1Mentor 0 8 0 0 8

Total 44 36 3 1 84School 4 Functie Leerling 8 10 11 3 32

Decaan 0 1 0 0 1Mentor 0 1 0 0 1

Total 8 12 11 3 34School 5 Functie Leerling 11 24 10 4 49

Decaan 0 1 0 0 1Mentor 0 1 1 1 3

Total 11 26 11 5 53

Functie * Met mijn ouders praat ik over mijn keuzes, wensen en mogelijkheden in de toekomst. * School Crosstabulation

School

Met mijn ouders praat ik over mijn keuzes, wensen en mogelijkhedenin de toekomst.

TotalNooit 1-4 keer per jaar (Bijna) elke maand (Bijna) elke week

School 1 Functie Leerling 3 8 49 39 99

Decaan 0 0 1 0 1

Mentor 0 0 1 1 2

Total 3 8 51 40 102School 2 Functie Leerling 1 6 25 17 49

Decaan 0 0 0 1 1Mentor 0 0 1 1 2

Total 1 6 26 19 52School 3 Functie Leerling 3 5 30 36 74

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 0 1 5 2 8

Total 3 6 36 38 83School 4 Functie Leerling 2 2 10 18 32

Decaan 0 0 0 1 1Mentor 0 0 0 1 1

Total 2 2 10 20 34School 5 Functie Leerling 4 17 28 49

Decaan 0 1 0 1Mentor 1 1 1 3

Total 5 19 29 53

Page 85: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Bijlagen 9: SPSS resultaten empirisch onderzoek 82

Functie * Met mensen die al werken praat ik over mijn keuzes, wensen en mogelijkheden in de toekomst. * School CrosstabulatioCount

School

Met mensen die al werken praat ik over mijn keuzes, wensen enmogelijkheden in de toekomst.

TotalNooit 1-4 keer per jaar (Bijna) elke maand (Bijna) elke week

School 1 Functie Leerling 37 44 14 4 99

Decaan 0 1 0 0 1

Mentor 0 1 1 0 2

Total 37 46 15 4 102School 2 Functie Leerling 18 17 12 2 49

Decaan 0 1 0 0 1Mentor 0 1 0 0 1

Total 18 19 12 2 51School 3 Functie Leerling 33 21 17 4 75

Decaan 1 0 0 0 1Mentor 0 7 0 1 8

Total 34 28 17 5 84School 4 Functie Leerling 7 8 12 5 32

Decaan 0 1 0 0 1Mentor 1 0 0 0 1

Total 8 9 12 5 34School 5 Functie Leerling 15 14 15 5 49

Decaan 0 1 0 0 1Mentor 1 2 0 0 3

Total 16 17 15 5 53

Crosstabs informatiebronnen toekomstbeeld, Eemland breed.

Functie * Aan mijn toekomstbeeld kom ik door opleidingsinformatie. Crosstabulation

Aan mijn toekomstbeeld kom ik door opleidingsinformatie.

TotalKlopt helemaal niet Klopt een beetje Klopt aardig Klopt helemaal

Functie Leerling 41 93 126 43 303

Decaan 0 2 3 0 5

Mentor 1 8 6 1 16Total 42 103 135 44 324

Functie * Aan mijn toekomstbeeld kom ik door gesprekken met vrienden en familie Crosstabulation

Aan mijn toekomstbeeld kom ik door gesprekken met vrienden en familie

TotalKlopt helemaal niet Klopt een beetje Klopt aardig Klopt helemaal

Functie Leerling 22 82 146 54 304

Decaan 0 0 1 4 5

Mentor 0 0 9 7 16Total 22 82 156 65 325

Page 86: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

83 Bijlagen 9: SPSS resultaten empirisch onderzoek | Samen naar een beter LOB

Functie * Aan mijn toekomstbeeld kom ik door gesprekken met mentoren, leraren of de decaan. Crosstabulation

Aan mijn toekomstbeeld kom ik door gesprekken met mentoren, leraren of de decaan.

TotalKlopt helemaal niet Klopt een beetje Klopt aardig Klopt helemaal

Functie Leerling 59 126 101 18 304

Decaan 0 1 4 0 5

Mentor 0 3 11 2 16Total 59 130 116 20 325

Functie * Aan mijn toekomstbeeld kom ik door de beroepsbeoefenaren. Crosstabulation

Aan mijn toekomstbeeld kom ik door de beroepsbeoefenaren.

TotalKlopt helemaal niet Klopt een beetje Klopt aardig Klopt helemaalFunctie Leerling 92 93 78 41 304

Decaan 0 4 1 0 5

Mentor 0 6 9 1 16Total 92 103 88 42 325

Functie * Ik heb nog geen toekomstbeeld. Crosstabulation

Ik heb nog geen toekomstbeeld.

TotalKlopt helemaal nietKlopt een beetje Klopt aardig Klopt helemaal

Functie Leerling 206 51 25 22 304

Decaan 2 3 0 0 5

Mentor 5 5 6 0 16Total 213 59 31 22 325

Crosstabs informatiebronnen toekomstbeeld per school en leerjaar.

Leerjaar * Aan mijn toekomstbeeld kom ik door opleidingsinformatie. * School Crosstabulation

School

Aan mijn toekomstbeeld kom ik door opleidingsinformatie.

TotalKlopt helemaal niet Klopt een beetje Klopt aardig Klopt helemaal

School 1 Leerjaar Leerjaar 3 11 19 20 5 55

Leerjaar 4 0 9 29 8 46

Total 11 28 49 13 101School 2 Leerjaar Leerjaar 3 14 13 7 2 36

Leerjaar 4 2 7 5 1 15Total 16 20 12 3 51

School 3 Leerjaar Leerjaar 3 2 13 9 4 28Leerjaar 4 6 19 22 8 55

Total 8 32 31 12 83School 4 Leerjaar Leerjaar 3 1 4 6 2 13

Leerjaar 4 1 5 9 5 20Total 2 9 15 7 33

School 5 Leerjaar Leerjaar 3 3 8 10 5 26Leerjaar 4 2 4 14 4 24

Total 5 12 24 9 50

Page 87: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Bijlagen 9: SPSS resultaten empirisch onderzoek 84

Leerjaar * Aan mijn toekomstbeeld kom ik door gesprekken met vrienden en familie * School Crosstabulation

School

Aan mijn toekomstbeeld kom ik door gesprekken met vriendenen familie

TotalKlopt helemaal niet Klopt een beetje Klopt aardig Klopt helemaal

School 1 Leerjaar Leerjaar 3 5 20 20 10 55

Leerjaar 4 2 17 21 6 46

Total 7 37 41 16 101School 2 Leerjaar Leerjaar 3 5 10 17 4 36

Leerjaar 4 1 3 10 1 15Total 6 13 27 5 51

School 3 Leerjaar Leerjaar 3 1 5 17 5 28Leerjaar 4 6 7 33 9 55

Total 7 12 50 14 83School 4 Leerjaar Leerjaar 3 0 6 6 1 13

Leerjaar 4 1 4 6 9 20Total 1 10 12 10 33

School 5 Leerjaar Leerjaar 3 1 2 15 9 27Leerjaar 4 0 8 10 6 24

Total 1 10 25 15 51

Leerjaar * Aan mijn toekomstbeeld kom ik door gesprekken met mentoren, leraren of de decaan. * School Crosstabulation

School

Aan mijn toekomstbeeld kom ik door gesprekken met mentoren,leraren of de decaan.

TotalKlopt helemaal niet Klopt een beetje Klopt aardig Klopt helemaal

School 1 Leerjaar Leerjaar 3 8 25 22 0 55Leerjaar 4 1 16 24 5 46

Total 9 41 46 5 101School 2 Leerjaar Leerjaar 3 11 17 7 1 36

Leerjaar 4 3 6 5 1 15Total 14 23 12 2 51

School 3 Leerjaar Leerjaar 3 3 8 15 2 28Leerjaar 4 16 25 12 2 55

Total 19 33 27 4 83School 4 Leerjaar Leerjaar 3 0 5 7 1 13

Leerjaar 4 6 6 7 1 20Total 6 11 14 2 33

School 5 Leerjaar Leerjaar 3 6 11 8 2 27Leerjaar 4 5 10 5 4 24

Total 11 21 13 6 51

Page 88: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

85 Bijlagen 9: SPSS resultaten empirisch onderzoek | Samen naar een beter LOB

Leerjaar * Aan mijn toekomstbeeld kom ik door de beroepsbeoefenaren. * School Crosstabulation

School

Aan mijn toekomstbeeld kom ik door de beroepsbeoefenaren.

TotalKlopt helemaal niet Klopt een beetje Klopt aardig Klopt helemaal

School 1 Leerjaar Leerjaar 3 21 17 12 5 55

Leerjaar 4 3 17 13 13 46

Total 24 34 25 18 101School 2 Leerjaar Leerjaar 3 14 12 7 3 36

Leerjaar 4 2 6 5 2 15Total 16 18 12 5 51

School 3 Leerjaar Leerjaar 3 10 9 8 1 28Leerjaar 4 23 14 13 5 55

Total 33 23 21 6 83School 4 Leerjaar Leerjaar 3 1 5 6 1 13

Leerjaar 4 1 8 6 5 20Total 2 13 12 6 33

School 5 Leerjaar Leerjaar 3 8 7 8 4 27Leerjaar 4 9 4 8 3 24

Total 17 11 16 7 51

Crosstabs informatiebronnen toekomstbeeld per leerjaar, Eemland breed.

Leerjaar * Aan mijn toekomstbeeld kom ik door opleidingsinformatie. Crosstabulation

Aan mijn toekomstbeeld kom ik door opleidingsinformatie.

TotalKlopt helemaal niet Klopt een beetje Klopt aardig Klopt helemaal

Leerjaar Leerjaar 3 31 57 52 18 158

Leerjaar 4 11 44 79 26 160Total 42 101 131 44 318

Leerjaar * Aan mijn toekomstbeeld kom ik door gesprekken met vrienden en familie Crosstabulation

Aan mijn toekomstbeeld kom ik door gesprekken met vrienden en familie

TotalKlopt helemaal niet Klopt een beetje Klopt aardig Klopt helemaal

Leerjaar Leerjaar 3 12 43 75 29 159

Leerjaar 4 10 39 80 31 160Total 22 82 155 60 319

Leerjaar * Aan mijn toekomstbeeld kom ik door gesprekken met mentoren, leraren of de decaan. Crosstabulation

Aan mijn toekomstbeeld kom ik door gesprekken met mentoren, lerarenof de decaan.

TotalKlopt helemaal niet Klopt een beetje Klopt aardig Klopt helemaal

Leerjaar Leerjaar 3 28 66 59 6 159

Leerjaar 4 31 63 53 13 160Total 59 129 112 19 319

Leerjaar * Aan mijn toekomstbeeld kom ik door de beroepsbeoefenaren. Crosstabulation

Aan mijn toekomstbeeld kom ik door de beroepsbeoefenaren.

TotalKlopt helemaal niet Klopt een beetje Klopt aardig Klopt helemaal

Leerjaar Leerjaar 3 54 50 41 14 159Leerjaar 4 38 49 45 28 160

Total 92 99 86 42 319

Page 89: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Bijlagen 9: SPSS resultaten empirisch onderzoek 86

Leerjaar * Ik heb nog geen toekomstbeeld. Crosstabulation

Ik heb nog geen toekomstbeeld.

TotalKlopt helemaal niet Klopt een beetje Klopt aardig Klopt helemaal

Leerjaar Leerjaar 3 99 29 16 15 159

Leerjaar 4 112 26 15 7 160Total 211 55 31 22 319

Crosstabs belangrijke activiteiten verkrijgen toekomstbeeld, Eemland breed.

Functie * Om een toekomstbeeld te krijgen vind ik het belangrijk om gesprekken te hebben met de decaan, mentor ofloopbaancoach. Crosstabulation

Om een toekomstbeeld te krijgen vind ik het belangrijk om gesprekken tehebben met de decaan, mentor of loopbaancoach.

TotalNiet belangrijk Beetje belangrijk Aardig belangrijk Heel belangrijk

Functie Leerling 65 116 91 32 304

Decaan 0 1 3 1 5

Mentor 0 1 9 6 16Total 65 118 103 39 325

Functie * Om een toekomstbeeld te krijgen vind ik het belangrijk om gesprekken te hebben met mijn ouders. Crosstabulation

Om een toekomstbeeld te krijgen vind ik het belangrijk om gesprekken tehebben met mijn ouders.

TotalNiet belangrijk Beetje belangrijk Aardig belangrijk Heel belangrijk

Functie Leerling 16 48 140 100 304

Decaan 0 0 1 4 5

Mentor 0 0 5 11 16Total 16 48 146 115 325

Functie * Om een toekomstbeeld te krijgen vind ik het belangrijk om gesprekken te hebben met mijn vrienden en kennissen.Crosstabulation

Om een toekomstbeeld te krijgen vind ik het belangrijk om gesprekken tehebben met mijn vrienden en kennissen.

TotalNiet belangrijk Beetje belangrijk Aardig belangrijk Heel belangrijk

Functie Leerling 25 91 131 57 304

Decaan 0 0 3 2 5

Mentor 1 1 4 10 16Total 26 92 138 69 325

Functie * Om een toekomstbeeld te krijgen vind ik het belangrijk om informatie te zoeken en te lezen uit folders en websites.Crosstabulation

Om een toekomstbeeld te krijgen vind ik het belangrijk om informatie te zoekenen te lezen uit folders en websites.

TotalNiet belangrijk Beetje belangrijk Aardig belangrijk Heel belangrijk

Functie Leerling 45 90 124 43 302

Decaan 0 1 3 1 5

Mentor 0 3 7 6 16Total 45 94 134 50 323

Page 90: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

87 Bijlagen 9: SPSS resultaten empirisch onderzoek | Samen naar een beter LOB

Functie * Om een toekomstbeeld te krijgen vind ik het belangrijk om in contact te komen met de school-praktijk (ROC/AOC)Crosstabulation

Om een toekomstbeeld te krijgen vind ik het belangrijk om in contact te komenmet de school-praktijk (ROC/AOC)

TotalNiet belangrijk Beetje belangrijk Aardig belangrijk Heel belangrijk

Functie Leerling 39 86 119 60 304

Decaan 0 0 2 3 5

Mentor 0 0 5 11 16Total 39 86 126 74 325

Functie * Om een toekomstbeeld te krijgen vind ik het belangrijk om in contact te komen met de werk-praktijk (bedrijven)Crosstabulation

Om een toekomstbeeld te krijgen vind ik het belangrijk om in contact te komenmet de werk-praktijk (bedrijven)

TotalNiet belangrijk Beetje belangrijk Aardig belangrijk Heel belangrijk

Functie Leerling 49 98 104 52 303

Decaan 0 0 2 3 5

Mentor 0 2 3 11 16Total 49 100 109 66 324

Functie * Om een toekomstbeeld te krijgen vind ik het belangrijk om te spreken met studenten en het gaan naar opendagen.Crosstabulation

Om een toekomstbeeld te krijgen vind ik het belangrijk om te sprekenmet studenten en het gaan naar opendagen.

TotalNiet belangrijk Beetje belangrijk Aardig belangrijk Heel belangrijk

Functie Leerling 47 93 106 57 303

Decaan 0 0 3 2 5

Mentor 0 0 6 10 16Total 47 93 115 69 324

Crosstabs activiteiten verkrijgen toekomstbeeld per school en leerjaar.

Leerjaar * Om een toekomstbeeld te krijgen vind ik het belangrijk om gesprekken te hebben met de decaan, mentor of loopbaancoSchool Crosstabulation

School

Om een toekomstbeeld te krijgen vind ik het belangrijk om gesprekken tehebben met de decaan, mentor of loopbaancoach.

TotalNiet belangrijk Beetje belangrijk Aardig belangrijk Heel belangrijk

School 1 Leerjaar Leerjaar 3 9 23 19 4 55

Leerjaar 4 5 21 15 5 46

Total 14 44 34 9 101School 2 Leerjaar Leerjaar 3 17 10 6 3 36

Leerjaar 4 2 7 2 4 15Total 19 17 8 7 51

School 3 Leerjaar Leerjaar 3 3 11 11 3 28Leerjaar 4 15 19 18 3 55

Total 18 30 29 6 83School 4 Leerjaar Leerjaar 3 0 5 4 4 13

Leerjaar 4 3 6 8 3 20Total 3 11 12 7 33

School 5 Leerjaar Leerjaar 3 5 6 10 6 27Leerjaar 4 6 9 7 2 24

Total 11 15 17 8 51

Page 91: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Bijlagen 9: SPSS resultaten empirisch onderzoek 88

Leerjaar * Om een toekomstbeeld te krijgen vind ik het belangrijk om gesprekken te hebben met mijn ouders. * School Crosstabulation

School

Om een toekomstbeeld te krijgen vind ik het belangrijk om gesprekken tehebben met mijn ouders.

TotalNiet belangrijk Beetje belangrijk Aardig belangrijk Heel belangrijk

School 1 Leerjaar Leerjaar 3 4 8 30 13 55

Leerjaar 4 0 10 27 9 46

Total 4 18 57 22 101School 2 Leerjaar Leerjaar 3 3 6 18 9 36

Leerjaar 4 0 2 10 3 15Total 3 8 28 12 51

School 3 Leerjaar Leerjaar 3 2 6 12 8 28Leerjaar 4 4 5 22 24 55

Total 6 11 34 32 83School 4 Leerjaar Leerjaar 3 0 2 8 3 13

Leerjaar 4 1 3 3 13 20Total 1 5 11 16 33

School 5 Leerjaar Leerjaar 3 1 2 10 14 27Leerjaar 4 1 4 5 14 24

Total 2 6 15 28 51

Leerjaar * Om een toekomstbeeld te krijgen vind ik het belangrijk om gesprekken te hebben met mijn vrienden en kennissen. * SchoolCrosstabulation

School

Om een toekomstbeeld te krijgen vind ik het belangrijk om gesprekken tehebben met mijn vrienden en kennissen.

TotalNiet belangrijk Beetje belangrijk Aardig belangrijk Heel belangrijk

School 1 Leerjaar Leerjaar 3 3 17 26 9 55

Leerjaar 4 2 15 23 6 46

Total 5 32 49 15 101School 2 Leerjaar Leerjaar 3 3 12 18 3 36

Leerjaar 4 0 7 7 1 15Total 3 19 25 4 51

School 3 Leerjaar Leerjaar 3 6 5 11 6 28Leerjaar 4 8 14 21 12 55

Total 14 19 32 18 83School 4 Leerjaar Leerjaar 3 1 3 5 4 13

Leerjaar 4 1 1 8 10 20Total 2 4 13 14 33

School 5 Leerjaar Leerjaar 3 1 9 8 9 27Leerjaar 4 1 9 7 7 24

Total 2 18 15 16 51

Page 92: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

89 Bijlagen 9: SPSS resultaten empirisch onderzoek | Samen naar een beter LOB

Leerjaar * Om een toekomstbeeld te krijgen vind ik het belangrijk om informatie te zoeken en te lezen uit folders en websites. * SchoolCrosstabulation

School

Om een toekomstbeeld te krijgen vind ik het belangrijk om informatie te zoeken en te lezen uit folders en websites.

TotalNiet belangrijk Beetje belangrijk Aardig belangrijk Heel belangrijk

School 1 Leerjaar Leerjaar 3 9 23 20 3 55

Leerjaar 4 4 13 26 3 46

Total 13 36 46 6 101School 2 Leerjaar Leerjaar 3 7 8 13 8 36

Leerjaar 4 2 7 5 1 15Total 9 15 18 9 51

School 3 Leerjaar Leerjaar 3 3 10 8 6 27Leerjaar 4 10 15 20 10 55

Total 13 25 28 16 82School 4 Leerjaar Leerjaar 3 1 5 5 2 13

Leerjaar 4 2 2 12 4 20Total 3 7 17 6 33

School 5 Leerjaar Leerjaar 3 4 6 9 8 27Leerjaar 4 3 4 12 4 23

Total 7 10 21 12 50

Leerjaar * Om een toekomstbeeld te krijgen vind ik het belangrijk om in contact te komen met de school-praktijk (ROC/AOC) * SchoolCrosstabulation

School

Om een toekomstbeeld te krijgen vind ik het belangrijk om in contact tekomen met de school-praktijk (ROC/AOC)

TotalNiet belangrijk Beetje belangrijk Aardig belangrijk Heel belangrijk

School 1 Leerjaar Leerjaar 3 9 13 22 11 55

Leerjaar 4 2 13 22 9 46

Total 11 26 44 20 101School 2 Leerjaar Leerjaar 3 7 9 11 9 36

Leerjaar 4 2 3 4 6 15Total 9 12 15 15 51

School 3 Leerjaar Leerjaar 3 4 10 6 8 28Leerjaar 4 9 18 18 10 55

Total 13 28 24 18 83School 4 Leerjaar Leerjaar 3 0 3 5 5 13

Leerjaar 4 1 5 13 1 20Total 1 8 18 6 33

School 5 Leerjaar Leerjaar 3 3 7 11 6 27Leerjaar 4 2 5 12 5 24

Total 5 12 23 11 51

Page 93: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Bijlagen 9: SPSS resultaten empirisch onderzoek 90

Leerjaar * Om een toekomstbeeld te krijgen vind ik het belangrijk om in contact te komen met de werk-praktijk (bedrijven) * SchoolCrosstabulation

School

Om een toekomstbeeld te krijgen vind ik het belangrijk om in contact tekomen met de werk-praktijk (bedrijven)

TotalNiet belangrijk Beetje belangrijk Aardig belangrijk Heel belangrijk

School 1 Leerjaar Leerjaar 3 5 15 25 9 54

Leerjaar 4 2 13 19 12 46

Total 7 28 44 21 100School 2 Leerjaar Leerjaar 3 13 13 4 6 36

Leerjaar 4 2 5 5 3 15Total 15 18 9 9 51

School 3 Leerjaar Leerjaar 3 4 11 9 4 28Leerjaar 4 14 16 17 8 55

Total 18 27 26 12 83School 4 Leerjaar Leerjaar 3 1 4 4 4 13

Leerjaar 4 2 6 9 3 20Total 3 10 13 7 33

School 5 Leerjaar Leerjaar 3 3 8 8 8 27Leerjaar 4 3 9 7 5 24

Total 6 17 15 13 51

Leerjaar * Om een toekomstbeeld te krijgen vind ik het belangrijk om te spreken met studenten en het gaan naar opendagen. * SchoolCrosstabulation

School

Om een toekomstbeeld te krijgen vind ik het belangrijk om te spreken metstudenten en het gaan naar opendagen.

TotalNiet belangrijk Beetje belangrijk Aardig belangrijk Heel belangrijk

School 1 Leerjaar Leerjaar 3 10 17 23 4 54

Leerjaar 4 3 14 18 11 46

Total 13 31 41 15 100School 2 Leerjaar Leerjaar 3 10 6 13 7 36

Leerjaar 4 2 5 5 3 15Total 12 11 18 10 51

School 3 Leerjaar Leerjaar 3 6 11 4 7 28Leerjaar 4 10 14 21 10 55

Total 16 25 25 17 83School 4 Leerjaar Leerjaar 3 0 4 5 4 13

Leerjaar 4 2 3 8 7 20Total 2 7 13 11 33

School 5 Leerjaar Leerjaar 3 2 10 6 9 27Leerjaar 4 2 9 9 4 24

Total 4 19 15 13 51

Page 94: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

91 Bijlagen 9: SPSS resultaten empirisch onderzoek | Samen naar een beter LOB

Crosstabs oudergesprekken, Eemland Breed.

Functie * Met mijn ouders praat ik over welke vervolgstudie het beste bij mij past. Crosstabulation

Met mijn ouders praat ik over welke vervolgstudie het beste bij mij past.

Total(Bijna) nooit Iets vaker niet dan wel Iets vaker wel dan niet (Bijna) altijd

Functie Leerling 19 59 152 74 304

Decaan 0 0 4 1 5

Mentor 0 2 11 3 16Total 19 61 167 78 325

Functie * Met mijn ouders praat ik over mijn talenten. Crosstabulation

Met mijn ouders praat ik over mijn talenten.

Total(Bijna) nooit Iets vaker niet dan wel Iets vaker wel dan niet (Bijna) altijd

Functie Leerling 34 89 123 58 304

Decaan 0 1 2 2 5

Mentor 0 6 10 0 16Total 34 96 135 60 325

Functie * Met mijn ouders praat ik over mijn toekomstdroom. Crosstabulation

Met mijn ouders praat ik over mijn toekomstdroom.

Total(Bijna) nooit Iets vaker niet dan wel Iets vaker wel dan niet (Bijna) altijd

Functie Leerling 25 86 117 76 304

Decaan 0 2 2 1 5

Mentor 0 6 8 2 16Total 25 94 127 79 325

Functie * Met mijn ouders praat ik over hoe ik zelf keuzes kan maken die bij mij passen. Crosstabulation

Met mijn ouders praat ik over hoe ik zelf keuzes kan maken die bij mij passen.

Total(Bijna) nooit Iets vaker niet dan wel Iets vaker wel dan niet (Bijna) altijd

Functie Leerling 36 73 137 58 304

Decaan 0 2 3 0 5

Mentor 1 8 6 1 16Total 37 83 146 59 325

Functie * Met mijn ouders praat ik over dingen die echt belangrijk zijn in mijn leven. Crosstabulation

Met mijn ouders praat ik over dingen die echt belangrijk zijn in mijn leven.

Total(Bijna) nooit Iets vaker niet dan wel Iets vaker wel dan niet (Bijna) altijd

Functie Leerling 25 69 128 82 304

Decaan 0 0 3 2 5

Mentor 0 5 10 1 16Total 25 74 141 85 325

Functie * Met mijn ouders praat ik over wat voor soort werk bij mij past. Crosstabulation

Met mijn ouders praat ik over wat voor soort werk bij mij past.

Total(Bijna) nooit Iets vaker niet dan wel Iets vaker wel dan niet (Bijna) altijd

Functie Leerling 18 61 141 84 304

Decaan 0 2 3 0 5

Mentor 0 3 11 2 16Total 18 66 155 86 325

Page 95: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Bijlagen 9: SPSS resultaten empirisch onderzoek 92

Functie * Met mijn ouders praat ik over verschillende vervolgopleidingen. Crosstabulation

Met mijn ouders praat ik over verschillende vervolgopleidingen.

Total(Bijna) nooit Iets vaker niet dan wel Iets vaker wel dan niet (Bijna) altijd

Functie Leerling 29 89 129 57 304

Decaan 0 2 2 1 5

Mentor 0 1 12 3 16Total 29 92 143 61 325

Functie * Met mijn ouders praat ik over verschillende beroepen. Crosstabulation

Met mijn ouders praat ik over verschillende beroepen.

Total(Bijna) nooit Iets vaker niet dan wel Iets vaker wel dan niet (Bijna) altijdFunctie Leerling 28 73 138 65 304

Decaan 0 3 1 1 5

Mentor 0 3 12 1 16Total 28 79 151 67 325

Crosstabs mogelijkheid tot ontwikkelen beroepsbeeld en opdoen van grenservaringen perschool.

Functie * Beroepspraktijk en grenservaring Crosstabulation

Beroepspraktijk en grenservaring

TotalOnvoldoende Matig Voldoende Voldoende goed GoedFunctie Leerling 79 92 84 27 6 288

Decaan 0 1 3 1 0 5

Mentor 2 3 5 2 2 14Total 81 96 92 30 8 307

Functie * Beroepspraktijk en grenservaring * School Crosstabulation

School

Beroepspraktijk en grenservaring

TotalOnvoldoende Matig Voldoende Voldoende goed Goed

School 1 Functie Leerling 18 37 26 5 0 86

Decaan 0 0 1 0 0 1

Mentor 1 0 0 0 1 2

Total 19 37 27 5 1 89School 2 Functie Leerling 18 11 13 3 2 47

Decaan 0 0 1 0 0 1Mentor 0 1 1 0 0 2

Total 18 12 15 3 2 50School 3 Functie Leerling 24 23 20 6 1 74

Decaan 0 1 0 0 0 1Mentor 1 2 3 1 0 7

Total 25 26 23 7 1 82School 4 Functie Leerling 6 8 11 7 2 34

Decaan 0 0 0 1 0 1Mentor 0 0 0 1 0 1

Total 6 8 11 9 2 36School 5 Functie Leerling 13 13 14 6 1 47

Decaan 0 0 1 0 0 1Mentor 0 0 1 0 1 2

Total 13 13 16 6 2 50

Page 96: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

93 Bijlagen 9: SPSS resultaten empirisch onderzoek | Samen naar een beter LOB

Crosstabs stimuleren van grenservaringen, Eemland breed.

Case Processing Summary

CasesValid Missing TotalN Percent N Percent N Percent

Functie * De mentor moedigt me aan om dingente doen die ik eigenlijk niet durf.

329 99,7% 1 ,3% 330 100,0%

Functie * De mentor moedigt me aan om dingen te doen die ik eigenlijk niet durf. Crosstabulation

De mentor moedigt me aan om dingen te doen die ik eigenlijk niet durf.

TotalKlopt helemaal niet Klopt een beetje Klopt aardig Klopt helemaal

Functie Leerling 124 99 65 19 307

Decaan 0 0 5 0 5

Mentor 0 2 7 8 17Total 124 101 77 27 329

Crosstabs stimuleren van grenservaringen per school.

Functie * De mentor moedigt me aan om dingen te doen die ik eigenlijk niet durf. * School Crosstabulation

School

De mentor moedigt me aan om dingen te doen die ik eigenlijk niet durf.

TotalKlopt helemaal niet Klopt een beetje Klopt aardig Klopt helemaal

School 1 Functie Leerling 37 32 25 5 99

Decaan 0 0 1 0 1

Mentor 0 0 2 0 2

Total 37 32 28 5 102School 2 Functie Leerling 21 18 7 4 50

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 0 1 1 0 2

Total 21 19 9 4 53School 3 Functie Leerling 33 24 13 5 75

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 0 1 3 5 9

Total 33 25 17 10 85School 4 Functie Leerling 12 7 12 3 34

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 0 0 0 1 1

Total 12 7 13 4 36School 5 Functie Leerling 21 18 8 2 49

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 0 0 1 2 3

Total 21 18 10 4 53

Page 97: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Bijlagen 9: SPSS resultaten empirisch onderzoek 94

Crosstabs inzet portfolio, Eemland breed.

Case Processing Summary

CasesValid Missing TotalN Percent N Percent N Percent

Functie * Totaal portfolio 293 88,8% 37 11,2% 330 100,0%Functie * Op school werk ik niet met een portfolio. 318 96,4% 12 3,6% 330 100,0%

Functie * Totaal portfolio Crosstabulation

Totaal portfolio

TotalOnvoldoende Matig Voldoende Voldoende goed Goed

Functie Leerling 166 37 49 18 4 274

Decaan 2 2 0 1 0 5

Mentor 2 3 5 2 2 14Total 170 42 54 21 6 293

Functie * Op school werk ik niet met een portfolio. Crosstabulation

Op school werk ik niet met een portfolio.

TotalKlopt helemaal niet Klopt een beetje Klopt aardig Klopt helemaal

Functie Leerling 54 32 25 188 299

Decaan 1 0 1 3 5

Mentor 8 2 0 4 14Total 63 34 26 195 318

Crosstabs inzet portfolio per school.

Case Processing Summary

CasesValid Missing TotalN Percent N Percent N Percent

Functie * Totaal portfolio * School 293 88,8% 37 11,2% 330 100,0%Functie * Op school werk ik niet met een portfolio. *School

318 96,4% 12 3,6% 330 100,0%

Page 98: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

95 Bijlagen 9: SPSS resultaten empirisch onderzoek | Samen naar een beter LOB

Functie * Totaal portfolio * School Crosstabulation

SchoolTotaal portfolio

TotalOnvoldoende Matig Voldoende Voldoende goed Goed

School 1 Functie Leerling 59 3 12 2 76

Decaan 0 1 0 0 1

Mentor 1 1 0 0 2

Total 60 5 12 2 79

School 2 Functie Leerling 18 12 12 5 1 48Decaan 1 0 0 0 0 1

Mentor 1 0 0 0 1 2

Total 20 12 12 5 2 51

School 3 Functie Leerling 36 17 14 3 70

Decaan 0 0 0 1 1

Mentor 0 2 3 1 6

Total 36 19 17 5 77

School 4 Functie Leerling 12 3 8 7 1 31Decaan 0 1 0 0 0 1

Mentor 0 0 0 1 0 1

Total 12 4 8 8 1 33

School 5 Functie Leerling 41 2 3 1 2 49Decaan 1 0 0 0 0 1

Mentor 0 0 2 0 1 3

Total 42 2 5 1 3 53

Functie * Op school werk ik niet met een portfolio. * School Crosstabulation

School

Op school werk ik niet met een portfolio.

TotalKlopt helemaal niet Klopt een beetje Klopt aardig Klopt helemaal

School 1 Functie Leerling 2 7 5 83 97

Decaan 0 0 1 0 1

Mentor 1 0 0 1 2

Total 3 7 6 84 100School 2 Functie Leerling 14 10 8 16 48

Decaan 0 0 0 1 1Mentor 1 0 0 1 2

Total 15 10 8 18 51School 3 Functie Leerling 26 9 8 29 72

Decaan 1 0 0 0 1Mentor 5 1 0 0 6

Total 32 10 8 29 79School 4 Functie Leerling 7 2 4 20 33

Decaan 0 0 0 1 1Mentor 1 0 0 0 1

Total 8 2 4 21 35School 5 Functie Leerling 5 4 40 49

Decaan 0 0 1 1Mentor 0 1 2 3

Total 5 5 43 53

Page 99: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Bijlagen 9: SPSS resultaten empirisch onderzoek 96

Mentorgesprekken, praten over per school en functie

Functie * Ik praat met mijn mentor over mijn talenten. * School Crosstabulation

School

Ik praat met mijn mentor over mijn talenten.

Total(Bijna) nooit Iets vaker niet dan wel Iets vaker wel dan niet (Bijna) altijd

School 1 Functie Leerling 44 45 10 0 99

Decaan 0 0 0 1 1

Mentor 0 0 1 1 2

Total 44 45 11 2 102School 2 Functie Leerling 24 18 6 2 50

Decaan 0 1 0 0 1Mentor 1 0 1 0 2

Total 25 19 7 2 53School 3 Functie Leerling 33 26 12 3 74

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 0 0 6 3 9

Total 33 26 19 6 84School 4 Functie Leerling 10 14 5 5 34

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 0 0 0 1 1

Total 10 14 6 6 36School 5 Functie Leerling 21 18 7 3 49

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 0 0 2 1 3

Total 21 18 10 4 53

Functie * Ik praat met mijn mentor over mijn toekomstdroom. * School Crosstabulation

School

Ik praat met mijn mentor over mijn toekomstdroom.

Total(Bijna) nooit Iets vaker niet dan wel Iets vaker wel dan niet (Bijna) altijd

School 1 Functie Leerling 28 37 30 4 99

Decaan 0 0 0 1 1

Mentor 0 0 1 1 2

Total 28 37 31 6 102School 2 Functie Leerling 22 17 8 3 50

Decaan 0 1 0 0 1Mentor 1 0 1 0 2

Total 23 18 9 3 53School 3 Functie Leerling 21 23 23 8 75

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 1 0 4 4 9

Total 22 23 28 12 85School 4 Functie Leerling 13 5 9 7 34

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 0 0 1 0 1

Total 13 5 11 7 36School 5 Functie Leerling 16 13 15 5 49

Decaan 0 1 0 0 1Mentor 0 0 2 1 3

Total 16 14 17 6 53

Page 100: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

97 Bijlagen 9: SPSS resultaten empirisch onderzoek | Samen naar een beter LOB

Functie * Ik praat met mijn mentor over waarom ik iets wil leren. * School Crosstabulation

School

Ik praat met mijn mentor over waarom ik iets wil leren.

Total(Bijna) nooit Iets vaker niet dan wel Iets vaker wel dan niet (Bijna) altijd

School 1 Functie Leerling 29 41 29 0 99

Decaan 0 0 0 1 1

Mentor 0 0 0 2 2

Total 29 41 29 3 102School 2 Functie Leerling 27 10 12 1 50

Decaan 0 1 0 0 1Mentor 1 0 1 0 2

Total 28 11 13 1 53School 3 Functie Leerling 28 32 13 2 75

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 1 1 6 1 9

Total 29 33 20 3 85School 4 Functie Leerling 13 10 9 1 33

Decaan 0 0 0 1 1Mentor 0 1 0 0 1

Total 13 11 9 2 35School 5 Functie Leerling 19 10 17 3 49

Decaan 1 0 0 0 1Mentor 0 1 1 1 3

Total 20 11 18 4 53

Functie * Ik praat met mijn mentor over wat de nieuwtjes zijn in het werk wat ik later kan doen na mijn studie.* School Crosstabulation

School

Ik praat met mijn mentor over wat de nieuwtjes zijn in het werk wat ik laterkan doen na mijn studie.

Total(Bijna) nooit Iets vaker niet dan wel Iets vaker wel dan niet (Bijna) altijd

School 1 Functie Leerling 62 28 9 99

Decaan 0 1 0 1

Mentor 1 1 0 2

Total 63 30 9 102School 2 Functie Leerling 34 13 3 50

Decaan 0 0 1 1Mentor 1 0 1 2

Total 35 13 5 53School 3 Functie Leerling 50 18 5 2 75

Decaan 0 1 0 0 1Mentor 2 2 5 0 9

Total 52 21 10 2 85School 4 Functie Leerling 19 8 5 2 34

Decaan 0 1 0 0 1Mentor 1 0 0 0 1

Total 20 9 5 2 36School 5 Functie Leerling 30 14 3 2 49

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 0 0 2 1 3

Total 30 14 6 3 53

Page 101: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Bijlagen 9: SPSS resultaten empirisch onderzoek 98

Functie * Ik praat met mijn mentor over hoe ik ervaringen buiten school kan gebruiken voor mijn toekomst. *School Crosstabulation

School

Ik praat met mijn mentor over hoe ik ervaringen buiten school kan gebruiken voor mijn toekomst.

Total(Bijna) nooit Iets vaker niet dan wel Iets vaker wel dan niet (Bijna) altijd

School 1 Functie Leerling 37 42 18 2 99

Decaan 0 0 1 0 1

Mentor 0 2 0 0 2

Total 37 44 19 2 102School 2 Functie Leerling 23 18 8 49

Decaan 0 0 1 1Mentor 0 0 2 2

Total 23 18 11 52School 3 Functie Leerling 39 27 6 3 75

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 1 2 4 2 9

Total 40 29 11 5 85School 4 Functie Leerling 15 12 4 2 33

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 0 0 1 0 1

Total 15 12 6 2 35School 5 Functie Leerling 24 9 14 2 49

Mentor 0 0 1 2 3Total 24 9 15 4 52

Functie * Ik praat met mijn mentor over hoe ik zelf keuzes kan maken die bij mij passen. * School Crosstabulation

School

Ik praat met mijn mentor over hoe ik zelf keuzes kan maken die bij mij passen.

Total(Bijna) nooit Iets vaker niet dan wel Iets vaker wel dan niet (Bijna) altijd

School 1 Functie Leerling 24 46 26 3 99

Decaan 0 0 1 0 1

Mentor 0 0 2 0 2

Total 24 46 29 3 102School 2 Functie Leerling 26 14 8 2 50

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 1 0 1 0 2

Total 27 14 10 2 53School 3 Functie Leerling 27 26 18 4 75

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 1 3 2 3 9

Total 28 29 21 7 85School 4 Functie Leerling 15 10 7 2 34

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 0 0 0 1 1

Total 15 10 8 3 36School 5 Functie Leerling 14 18 14 3 49

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 0 0 1 2 3

Total 14 18 16 5 53

Page 102: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

99 Bijlagen 9: SPSS resultaten empirisch onderzoek | Samen naar een beter LOB

Functie * Ik praat met mijn mentor over dingen die echt belangrijk zijn in mijn leven. * School Crosstabulation

School

Ik praat met mijn mentor over dingen die echt belangrijk zijn in mijn leven.

Total(Bijna) nooit Iets vaker niet dan wel Iets vaker wel dan niet (Bijna) altijd

School 1 Functie Leerling 28 33 32 6 99

Decaan 0 0 1 0 1

Mentor 0 0 0 2 2

Total 28 33 33 8 102School 2 Functie Leerling 20 15 11 3 49

Decaan 0 1 0 0 1Mentor 1 0 1 0 2

Total 21 16 12 3 52School 3 Functie Leerling 41 18 11 5 75

Decaan 0 1 0 0 1Mentor 0 1 4 4 9

Total 41 20 15 9 85School 4 Functie Leerling 13 6 11 4 34

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 0 0 1 0 1

Total 13 6 13 4 36School 5 Functie Leerling 16 19 7 7 49

Decaan 0 0 0 1 1Mentor 0 1 1 1 3

Total 16 20 8 9 53

Functie * Ik praat met mijn mentor over hoe ik het beste contact kan leggen met mensen die mij kunnen helpen in mijn opleiding. * School Crosstabulation

School

Ik praat met mijn mentor over hoe ik het beste contact kan leggen metmensen die mij kunnen helpen in mijn opleiding.

Total(Bijna) nooit Iets vaker niet dan wel Iets vaker wel dan niet (Bijna) altijd

School 1 Functie Leerling 34 46 17 2 99

Decaan 0 1 0 0 1

Mentor 1 1 0 0 2

Total 35 48 17 2 102School 2 Functie Leerling 23 16 9 2 50

Decaan 1 0 0 0 1Mentor 1 0 0 1 2

Total 25 16 9 3 53School 3 Functie Leerling 38 23 10 4 75

Decaan 0 1 0 0 1Mentor 1 1 6 1 9

Total 39 25 16 5 85School 4 Functie Leerling 17 10 6 1 34

Decaan 0 1 0 0 1Mentor 0 1 0 0 1

Total 17 12 6 1 36School 5 Functie Leerling 24 19 6 0 49

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 0 1 1 1 3

Total 24 20 8 1 53

Page 103: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Bijlagen 9: SPSS resultaten empirisch onderzoek 100

Functie * Ik praat met mijn mentor over wat ik nu moet doen in mijn studie om dichter bij mijn toekomstwens te komen. *School Crosstabulation

School

Ik praat met mijn mentor over wat ik nu moet doen in mijn studie omdichter bij mijn toekomstwens te komen.

Total(Bijna) nooit Iets vaker niet dan wel Iets vaker wel dan niet (Bijna) altijd

School 1 Functie Leerling 30 39 28 2 99

Decaan 0 0 1 0 1

Mentor 0 0 1 1 2

Total 30 39 30 3 102School 2 Functie Leerling 25 17 5 3 50

Decaan 1 0 0 0 1Mentor 0 1 1 0 2

Total 26 18 6 3 53School 3 Functie Leerling 29 26 16 4 75

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 1 2 3 3 9

Total 30 28 20 7 85School 4 Functie Leerling 12 6 9 7 34

Decaan 0 1 0 0 1Mentor 0 1 0 0 1

Total 12 8 9 7 36School 5 Functie Leerling 19 13 11 6 49

Decaan 0 0 0 1 1Mentor 0 0 2 1 3

Total 19 13 13 8 53

Functie * Ik praat met mijn mentor over wat voor soort werk bij mij past. * School Crosstabulation

School

Ik praat met mijn mentor over wat voor soort werk bij mij past.

Total(Bijna) nooit Iets vaker niet dan wel Iets vaker wel dan niet (Bijna) altijd

School 1 Functie Leerling 19 40 33 7 99

Decaan 0 1 0 0 1

Mentor 0 0 2 0 2

Total 19 41 35 7 102School 2 Functie Leerling 25 14 7 4 50

Decaan 0 1 0 0 1Mentor 0 1 1 0 2

Total 25 16 8 4 53School 3 Functie Leerling 23 27 14 11 75

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 1 3 2 3 9

Total 24 30 17 14 85School 4 Functie Leerling 13 11 6 4 34

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 0 0 1 0 1

Total 13 11 8 4 36School 5 Functie Leerling 17 16 12 4 49

Decaan 0 0 0 1 1Mentor 0 1 1 1 3

Total 17 17 13 6 53

Page 104: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

101 Bijlagen 9: SPSS resultaten empirisch onderzoek | Samen naar een beter LOB

Functie * Ik praat met mijn mentor over welke vervolgstudiekeuze het beste bij mij past. * School Crosstabulation

School

Ik praat met mijn mentor over welke vervolgstudiekeuze het beste bij mijpast.

Total(Bijna) nooit Iets vaker niet dan wel Iets vaker wel dan niet (Bijna) altijd

School 1 Functie Leerling 15 36 38 9 98

Decaan 0 0 1 0 1

Mentor 0 0 2 0 2

Total 15 36 41 9 101School 2 Functie Leerling 20 17 11 2 50

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 1 1 0 0 2

Total 21 18 12 2 53School 3 Functie Leerling 16 25 24 10 75

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 0 2 4 3 9

Total 16 27 29 13 85School 4 Functie Leerling 11 9 10 4 34

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 0 0 1 0 1

Total 11 9 12 4 36School 5 Functie Leerling 12 13 12 12 49

Decaan 0 0 0 1 1Mentor 0 1 1 1 3

Total 12 14 13 14 53

Functie * Ik praat met mijn mentor over spannende dingen die ik meemaak. * School Crosstabulation

School

Ik praat met mijn mentor over spannende dingen die ik meemaak.

Total(Bijna) nooit Iets vaker niet dan wel Iets vaker wel dan niet (Bijna) altijd

School 1 Functie Leerling 52 33 10 4 99Decaan 0 1 0 0 1

Mentor 0 1 1 0 2

Total 52 35 11 4 102School 2 Functie Leerling 23 12 12 3 50

Decaan 0 1 0 0 1Mentor 1 0 1 0 2

Total 24 13 13 3 53School 3 Functie Leerling 47 16 9 3 75

Decaan 0 1 0 0 1Mentor 1 3 2 3 9

Total 48 20 11 6 85School 4 Functie Leerling 14 8 10 2 34

Decaan 0 1 0 0 1Mentor 0 1 0 0 1

Total 14 10 10 2 36School 5 Functie Leerling 31 11 5 2 49

Decaan 0 0 0 1 1Mentor 0 1 1 1 3

Total 31 12 6 4 53

Page 105: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

Samen naar een beter LOB | Bijlagen 9: SPSS resultaten empirisch onderzoek 102

Functie * Totaal mentorgesprekken * School Crosstabulation

School

Totaal mentorgesprekken

TotalNiet of nauwelijks Af en toe Redelijk vaak Vaak

School 1 Functie Leerling 37 50 11 98

Decaan 0 0 1 1

Mentor 0 0 2 2

Total 37 50 14 101School 2 Functie Leerling 25 16 8 49

Decaan 0 1 0 1Mentor 0 2 0 2

Total 25 19 8 52School 3 Functie Leerling 35 29 8 2 74

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 0 3 2 4 9

Total 35 32 11 6 84School 4 Functie Leerling 13 11 7 1 32

Decaan 0 0 1 0 1Mentor 0 0 1 0 1

Total 13 11 9 1 34School 5 Functie Leerling 22 14 13 0 49

Mentor 0 0 2 1 3Total 22 14 15 1 52

Page 106: Samen naar een beter LOB, binnen het VMBO-TL Eemland · Voor vragen, opmerkingen of het bestellen van een digitaal exemplaar, kunt u contact met ... begeleiding in het curriculum

OC&W

ROVERegionaal Overleg VSV EEM

=VO+MBO scholen & gemeente

Stuurgroep VO-MBO

Coördinatiegroep VSV

Taakgroep Sluitende Registratie

Overdracht en Terugkoppeling

(SROT) VO-MBO

Taakgroep LOB

Expertisecentrum LOB Eemland

Taakgroep Taal en Rekenen

Taakgroep Zorgstructuur ROC

Taakgroep Verzuim VO

Taakgroep Verzuim ROC

Stuurgroep plusvoorzieningen

10/22/2010Bijlagen 10: RMC regio EEM & Vallei, VSV Projectorganisatie Subregio EEM.

VSV contactschool (ROCMN)

VSV contactgemeente (Amersfoort)

Kernteam plusvoorzieningen

Werkgroep communicatie

Kers, (2010), VSV projectorganisatie subregio Eem.