Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2...

102
C. van der Veen, M.C. de Jonge, S. van Oorspronk en K. Curie De situatie (waar, waarom en wat te doen) van schoolverzuim en –uitval bij Roma-meisjes in het voortgezet onderwijs in Nederland. Roma en schoolverzuim

Transcript of Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2...

Page 1: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

C. van der Veen, M.C. de Jonge, S. van Oorspronk en K. Curie

De situatie (waar, waarom en wat te doen) van schoolverzuim en –uitval bij Roma-meisjes in het voortgezet onderwijs in Nederland.

Roma en schoolverzuim

Page 2: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig
Page 3: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

Trimbos-instituut, Utrecht, 2012

C. van der Veen, M.C. de Jonge, S. van Oorspronk en K. Curie

Roma en schoolverzuim

De situatie (waar, waarom en wat te doen) van schoolverzuim en –uitval bij Roma-meisjes in het voortgezet onderwijs in Nederland.

Page 4: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

2 Trimbos-instituut

Colofon

Opdrachtgevers

ZonMw

Financiering

ZonMw

Projectleiding

Drs. C van der Veen

Projectuitvoering

C. van der Veen (Trimbos-instituut)

M.C. de Jonge (Trimbos-instituut)

S. van Oorspronk (Trimbos-instituut)

K. Curie (Trimbos-instituut)

Productiebegeleiding

K. Oskam

Omslagontwerp

Ladenius Communicatie

Productie

Ladenius Communicatie

Met dank aan

Het NISR, KPC, gemeenten, welzijnswerkers, leerplichtambtenaren, onderwijsconsulenten en Roma-meisjes met

hun ouders die hun medewerking hebben verleend aan het onderzoek.

Speciale dank aan de Stichting Triana en Mila van Burik voor de samenwerking tijdens het onderzoek.

Deze uitgave is te downloaden via www.trimbos.nl/webwinkel, artikelnummer AF1132

Trimbos-instituut

Da Costakade 45

Postbus 725,

3500 AS Utrecht

T 030-297 11 80

F 030-297 11 11

© 2012 Trimbos-instituut, Utrecht

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, in enige

vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Trimbos-instituut.

Page 5: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

3Trimbos-instituut

Inhoud

Inleiding 5

Kernpunten 7

1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 151.1 Doelstelling 151.2 Methode van onderzoek 151.3 Roma in Nederland 171.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig schoolverlaten per gemeente 191.5 Beleid rond verzuim in de gemeenten 28

2 Roma-meisjes en school 372.1 Doelstelling 372.2 Methode van onderzoek 372.3 Factoren uit de literatuur 392.3.1 Inleiding en begrippen 392.3.2 Kindfactoren en schoolverzuim c.q. schoolgaan 402.3.3 Omgevingsfactoren en schoolverzuim c.q. schoolgaan 422.4 Factoren uit het kwalitatieve onderzoek 452.4.1 Inleiding 452.4.2 Kindfactoren en schoolverzuim c.q. schoolgaan 462.4.3 Omgevingsfactoren en schoolverzuim c.q. schoolgang 492.4.4 Bevindingen schematische weergegeven 61

3 Best-practice aanpak schoolverzuim 673.1 Doelstelling 673.2 Methode van onderzoek 673.3 Interventies in het voorkomen van schoolverzuim en -uitval 673.3.1 Inventarisatie interventies 673.3.2 Uitgangspunten en de interventies 793.4 Best-practice aanpak 83

Referenties 87

Bijlagen1 Topiclijst gemeenten 912 Topiclijst Roma-meisjes 953 Topiclijst Roma-ouders 97

Page 6: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

4 Trimbos-instituut

Page 7: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

5Trimbos-instituut

Inleiding

Schoolverzuim en voortijdig schooluitval bij jongeren zijn vaak voorboden van maatschappelijke uitval (WRR, 2009). Dat begint al bij de toetreding tot de arbeidsmarkt. Cijfers van het CBS (CBS Statline, 2010) tonen aan dat jongeren die zonder startkwalificatie (MBO-2 of Havo) de arbeidsmarkt betreden een kleinere kans (40%) hebben om een baan te krijgen dan de jongeren met een startkwalificatie (80%). Schoolverzuim en voortijdig schooluitval zonder startkwalificatie worden doorgegeven van generatie op generatie. Kinderen die worden geboren in gezinnen waar ouders voortijdig school verlieten, zonder startkwalificatie, hebben een grotere kans minder goed te presteren op school en ook voortijdig school te verlaten (Traag & van der Velden, 2008).

Recente landelijke cijfers over schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten bij Roma-jongeren van 12-18 jaar ontbreken. Gemeentelijke cijfers uit januari 2010 (VNG, 2010) over schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten in het voortgezet onderwijs laten zien dat de groep Roma-jongeren oververtegenwoordigd is. Dit geldt met name voor de Roma-meisjes. Zo gaat in Nieuwegein, waar meer dan 90 Roma kinderen onder de 18 jaar wonen, geen enkel Roma-meisje in de leeftijd van 12-18 naar het voortgezet onderwijs. In Ede verzuimen 18 van de 19 meisjes onder de 18 jaar. Ook in steden als Enschede, Oldenzaal, Lelystad en Sittard-Geleen zijn er problemen met schoolverzuim onder Roma-jongeren en met name onder meisjes. Het ernstig schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten is niet in alle gemeenten aanwezig. In sommige gemeenten, zoals in Utrecht, lijkt sprake te zijn van een stabiel en laag percentage schoolverzuim onder Roma-meisjes in het voortgezet onderwijs. In sommige gemeenten, zoals Veldhoven, nemen de verzuimcijfers onder Roma-meisjes zelfs af.

Het is onduidelijk wat de oorzaak is van de verschillende verzuimpercentages in de gemeenten en wat de invloed is van gemeentelijk beleid op het schoolverzuim bij Roma-meisjes. Ook ontbreekt het aan inzicht in de oorzaken van verzuim en voortijdig schoolverlaten bij Roma-meisjes in Neder-land. De voorliggende studie richt zich op deze vra-gen. Naar aanleiding van de uit dit onderzoek verkregen inzichten wordt een best-practice geformuleerd.

Het onderzoek naar schoolverzuim onder Roma-meisjes is uitgevoerd met behulp van de volgende onderzoeksvragen:1. Welke problemen ervaren gemeenten rondom schoolverzuim bij Roma-meisjes en in hoeverre beïnvloedt gemeentelijk beleid de schoolgang c.q. het schoolverzuim van Roma- meisjes in het voortgezet onderwijs?2. Welke factoren beïnvloeden de schoolgang c.q. het schoolverzuim van Roma-meisjes in het voortgezet onderwijs in Nederland?3. Welke aanpak om schoolverzuim onder Roma-meisjes te verminderen kan leiden tot een best practice die toepasbaar is in de Nederlandse praktijk?

Antwoorden op deze drie onderzoeksvragen zijn in drie deelstudies onderzocht en worden in drie afzonderlijke hoofdstukken, respectievelijk 1, 2 en 3 beschreven.

Page 8: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

6 Trimbos-instituut

Page 9: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

7Trimbos-instituut

KernpuntenHoofdstuk 1: Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma

Twee onderzoeksvragen stonden centraal:• Welke problemen ervaren gemeenten ten aanzien van schoolverzuim onder Roma-jongeren en met name Roma-meisjes?• In hoeverre bevordert gemeentelijk beleid de schoolgang van Roma-jongeren en met name -meisjes in het voortgezet onderwijs?

Om de onderzoeksvragen te beantwoorden zijn beleidsstukken en rapportages bestudeerd en semigestructureerde interviews uitgevoerd met relevante beleidsambtenaren en/of onderwijscon-sulenten van dertien gemeenten met de meeste Roma inwoners.

Tien van de dertien gemeenten zeggen een goed zicht te hebben op de situatie bij Roma en signa-leren problemen bij Roma op verschillende terreinen zoals werk, gezondheid, onderwijs, huisves-ting, overlast en criminaliteit. Deze gemeenten signaleren dat schoolverzuim van Roma-kinderen niet op zichzelf staat, maar samenhangt met gezinsproblematiek zoals armoede, huurschulden, overbewoning etc.

In bijna alle gemeenten gaan Roma-leerlingen naar de basisschool zonder ernstig schoolverzuim. Monitoring van schoolverzuim op het basisonderwijs is aanwezig. Negen gemeenten signaleren dat kinderen bij aanvang op de basisschool een ontwikkelings- en taalachterstand hebben en proberen dit te ondervangen met het stimuleren van Roma-peuters op de voorschool/crèche. Deelname hieraan lukt nog maar bij vier gemeenten.

Schoolverzuim in het voortgezet onderwijs laat een divers beeld zien. In drie gemeenten is sprake van weinig schoolverzuim onder Roma-jongeren, in zes gemeenten is sprake van ernstig verzuim en in vier gemeenten zijn deze gegevens onbekend door gebrek aan monitoring. In alle gemeenten wordt voortijdig schoolverlaten gesignaleerd en weinig Roma-jongeren beëindigen hun schoolloop-baan met een startkwalificatie. Inmiddels verlaten meer Roma-jongeren het voortgezet onderwijs met diploma, maar in veel gevallen betreft het de praktijkschool of het VMBO en daarmee hebben ze nog geen startkwalificatie. De leeftijd waarop Roma-jongeren schoolverlaten is verschillend per gemeente en de uitgevoerde beleidsinspanningen.

Om schoolverzuim te verminderen hanteren alle gemeenten een aanpak van handhaving door leerplicht. Wanneer het accent alleen ligt op handhaving dan blijkt dit in de praktijk niet succesvol te zijn. De combinatie zorg/begeleiding en handhaving is een succesvolle formule, maar wel met de voorwaarde dat hierin langdurig geïnvesteerd dient te worden. Contact leggen en een vertrou-wensband creëren met Roma zijn voorwaarden om vervolgens een stap te kunnen zetten naar zorg en begeleiding. Dat geldt niet alleen voor ‘burgers’ (niet-Roma), maar ook voor Roma onderling. Ook een Roma-zelforganisatie moet langdurig investeren om vertrouwen te krijgen vanuit een achterban.

Aanbeveling: Op basis van het beleid dat gevoerd is in de dertien gemeenten dienen een aantal elementen onderdeel uit te maken van een succesvol beleid:

Page 10: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

8 Trimbos-instituut

• Investeren in het voorkomen van taal- en ontwikkelachterstand door peuters te laten deel- nemen aan de voorschool is effectief in het verkleinen van het risico op schoolverzuim en voortijdig schooluitval bij Roma-jongeren. Roma-kinderen die beginnen met een taal- en ontwikkelachterstand bij de start van de basisschool, kunnen dat bijna niet meer inhalen waar- door ze naar lagere schoolniveaus doorstromen. • Om zicht te krijgen en te houden op schoolverzuim is monitoring nodig. Als gevolg van verzuimregistraties kan inzicht verkregen worden in de omvang en de aard van het verzuim en tijdig ingegrepen worden.• Investeren in langdurige projecten is effectiever dan uitvoering van meerdere kortdurende projecten. Contactleggen en vertrouwen opbouwen met Roma-ouders zijn langdurige trajecten, maar voorwaarden voor het behalen van resultaten. • Een beleidsaanpak van schoolverzuim die alleen gericht is op handhaving blijkt niet effectief in het verminderen van schoolverzuim. Een combinatie van handhaving en zorg, uitgevoerd door verschillende professionals, blijkt te werken. • Multidisciplinaire aanpak dient uitgangspunt te zijn. Schoolverzuim van Roma-kinderen staat in veel gevallen niet op zichzelf, maar gaat samen met andere gezinsproblemen. Beleidsaanpak die alleen gericht is op het terugdringen van schoolverzuim levert in veel gevallen dan ook weinig resultaat. Schoolverzuim kan de primaire insteek zijn voor contactlegging en het opbouwen van vertrouwen binnen het gezin waarna signalering en samenwerken met keten- partners volgt. • Investering in het traject na het behalen van een diploma en startkwalificatie is een belangrijke voorwaarde voor veel Roma-jongeren om werk te kunnen krijgen. Los van de gevoeligheid van Roma voor discriminatie, vindt deze nog steeds plaats op de arbeidsmarkt. Roma moeten dankzij andere voorbeelden van Roma die werkzaam zijn, ervaren dat investeren in onderwijs loont. • Samenwerken met individuele Roma of Roma-zelforganisatie is effectiever dan uitvoering van regelgeving zonder samenspraak. Investering op beide niveaus is belangrijk. Roma-gezinnen en families kunnen onderling erg verschillen en dat pleit voor een individuele aanpak en samen- werking. In twee gemeentes is de Roma-zelforganisatie op gemeentelijk niveau een goede gesprekspartner.

Hoofdstuk 2: Roma-meisjes en schoolverzuim

Eén onderzoeksvraag stond centraal:• Welke factoren beïnvloeden de schoolgang c.q. het schoolverzuim van Roma-meisjes in het voortgezet onderwijs in Nederland?

Om de onderzoeksvraag te beantwoorden zijn twee dataverzamelingsmethoden toegepast. Een (inter)nationale literatuurstudie is uitgevoerd naar de wetenschappelijke kennis over beïnvloedende factoren op schoolverzuim onder Roma in Europa. Een kwalitatieve interviewstudie is uitgevoerd om specifiek te kijken naar de beïnvloedende factoren op schoolverzuim bij Roma-meisjes in Nederland. In de kwalitatieve studie zijn 15 schoolgaande en 12 schoolverzuimende Roma-meisjes en één van hun ouders geïnterviewd.

Page 11: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

9Trimbos-instituut

Op basis van zowel de bevindingen uit de literatuur als uit de kwalitatieve studie zijn beïnvloedende factoren op schoolverzuim en schooluitval onder te verdelen in kind- en omgevingsfactoren. De specifieke factoren uit de kwalitatieve studie naar Roma-meisjes zijn te bestuderen in de schema’s in hoofdstuk 2. Hierna volgen conclusies waarin de bevindingen vanuit de literatuur en de kwali-tatieve studie geïntegreerd zijn.

KindfactorenTaal- en ontwikkelingsachterstand bij Roma-kleuters vertaalt zich in lagere schoolresultaten en onder-wijsachterstand op de basisschool en vervolgens in een lager niveau van instroom in het voortgezet onderwijs. Roma-kinderen op de basisschool en mogelijk ook op het voortgezet onderwijs lijken minder weerbaar te zijn en hebben meer last van gevoelens van onzekerheid, faalangst, laag zelfver-trouwen en laag zelfbeeld. Zowel uit de beschreven literatuur als uit de interviews met Roma-meisjes blijkt dit een belangrijk risico voor schoolverzuim en uitval op het voortgezet onderwijs te zijn.

Roma-leerlingen die aspiraties hebben om een bepaald toekomstbeeld te realiseren blijven langer gemotiveerd om naar school te gaan. Aspiraties van Roma-meisjes zijn vaak gerelateerd aan mate-riële welvaart en economische zelfstandigheid. Een toekomstbeeld dat in hoge mate wordt bepaald door een traditioneel beeld van ‘de Roma-vrouw’ (ingevuld door huisvrouw zijn, jong trouwen en kinderen krijgen) gaat ten koste van deelname aan het voortgezet onderwijs. Immers, kennis en vaardigheden die zijn opgedaan in het basisonderwijs, zoals lezen, schrijven en rekenen, volstaan, waardoor motivatie ontbreekt om het voortgezet onderwijs te volgen. Onstabiele sociaalecono-mische omstandigheden (uithuiszetting) en toekomstige juridische onzekerheid (stateloosheid) zijn belangrijke randvoorwaarden voor Roma-meisjes om hun aspiraties te verliezen en hun toekomst-perspectief los te laten of uit te stellen.

OmgevingsfactorenOmgevingsfactoren zijn onder te verdelen in gezinskenmerken, leeftijdsgenoten en schoolkenmerken.

Gezin en peersDe sociaaleconomische status van veel Roma-ouders is laag en het onderwijsniveau is minimaal. Analfabetisme en werkloosheid onder de Roma-ouders komt veelvuldig voor. Dergelijke negatieve voorbeelden kunnen een negatieve impact hebben op het schoolgaan van Roma-jongeren. Posi-tieve voorbeelden van schoolgaande broers en zussen of die inmiddels met een startkwalificatie school hebben verlaten en betaald werk hebben, zijn voorbeelden die bevorderend zijn voor de schoolgang van Roma-meisjes.

Steeds meer Roma-ouders, ook van oorsprong traditionele ouders, veranderen hun houding ten aanzien van het belang van onderwijs, ook het voortgezet onderwijs. Onderwijs wordt steeds vaker als een 'window of opportunity' gezien. Voor ouders wordt steeds duidelijker dat het verkrijgen van werk en economische zelfstandigheid niet zonder onderwijs gaat. Deze ouders hebben een betrokken houding bij de schoolgang van hun dochter en handelen daar naar door op rapportenvergaderingen naar school te gaan en het organiseren van randvoorwaarden zoals huiswerkondersteuning. Geen van de Roma-ouders heeft ervaring opgedaan in het voortgezet onderwijs en het ontbreekt ze aan kennis en inzicht in het schoolsysteem, vakken, niveaus etc. Ouders voelen zich hierdoor erg onzeker en nemen vaak een afwachtende houding aan. Tezamen met een opgebouwd wantrouwen gevoed door gebeurtenissen in de geschiedenis, de negatieve publiciteit over Roma in het heden

Page 12: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

10 Trimbos-instituut

en eigen ervaringen met discriminatie, versterkt dit een passieve houding van ouders naar school toe die door gebrek aan inzicht in procedures wellicht snel kan omslaan in wantrouwen en een gevoel van discriminatie. Ouders die het belangrijk vinden dat hun kind naar school gaat, maar waarmee het met het kind niet goed gaat, leggen het initiatief bij school. Een passieve houding van ouders belemmert tijdig ingrijpen in conflicten waardoor deze te lang voortduren, oplopen in intensiteit en leiden tot een hoog schoolverzuim.

In hoge mate wordt het sociale netwerk van Roma ouders bepaald door familieleden. Ouders die open staan voor en contact aangaan met burgers verruimen hun (mentale en fysieke) leefwereld. Deze ouders geven hierdoor ook de ruimte aan hun kinderen om met anderen om te gaan. Biculturalisatie, een sociale omgang met leeftijdsgenoten van zowel een Roma-achtergrond als een andere culturele achtergrond, is bevorderend voor schoolgang van Roma-meisjes.Aansluiting tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt is slecht. Roma-jongeren hebben te weinig of te lage diploma's om te kunnen concurreren met andere werkzoekende jongeren. Ze zijn soms niet overtuigd dat hard werken voor een diploma ook beloond wordt met werk. De angst voor verborgen discriminatie speelt hierin een rol, al dan niet terecht. Feit blijft dat Roma-jongeren weinig positieve rolmodellen hebben die het tegendeel bewijzen en dat bevordert schoolverzuim en uitval.

SchoolEen positieve schoolbeleving, goede schoolprestaties en inzicht in het eigen kunnen, zijn belang-rijke bevorderende factoren voor schoolgang van Roma-meisjes. Discriminatie op school komt voor. Welzijn en een veilig schoolklimaat waarin kinderen zich veilig voelen is belangrijk. Een goede relatie met docenten en leerlingen waarin Roma-meisjes het gevoel hebben dat ze geaccepteerd worden om wie ze zijn en het vertrouwen hebben dat ze gesteund en geholpen worden bij vragen en problemen biedt een veilig schoolklimaat en is een bevorderende factor voor schoolgang van Roma-meisjes. Op het voortgezet onderwijs is weinig aandacht voor culturele diversiteit. Zowel uit de literatuur als uit de interviews komt dat naar voren. Bij docenten bestaat op incidentele basis aandacht voor diversiteit en de culturele achtergrond van Roma-meisjes. Geen van de geïnterviewde meisjes zat op een school waar aandacht was voor Roma-cultuur in het lesmateriaal of anderszins. Alleen op basis van de persoonlijke interesse vroeg een docent soms naar de achtergrond van een Roma-meisje. Roma-meisjes waarderen deze interesse. Het is belangrijk dat docenten de kennis die Roma-jongeren hebben en meenemen vanuit huis veel meer waarderen en laten delen met andere leerlingen. Dat zorgt voor inclusie, een beter zelfbeeld, betrokkenheid en wellicht minder schoolverzuim.

Op basis van de bovengenoemde punten zijn de volgende aanbevelingen opgesteld: • Investeren in het verminderen van taal en ontwikkelingsachterstand bij peuters en kleuters door ouders te stimuleren om hun peuters en kleuters te laten deelnemen aan de voorschool. • Verruimen van aspiraties en samenstellen van toekomstbeelden door kennismaken met de mogelijkheden en kansen die Roma-meisjes hebben, ook door Roma-meisjes in contact te brengen met rolmodellen. • Door elk extra jaar opleiding van de ouder, neemt het risico voor de jongere op schooluitval af. Dit vraagt om investering in alfabetisering en onderwijs van Roma-ouders.

Page 13: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

11Trimbos-instituut

• Investeren in contact en het opbouwen van een relatie en vertrouwensband tussen voortgezet onderwijs en ouders is belangrijk voor zowel de docent als de ouder. Roma-ouders voelen zich erg onzeker. De docenten in het onderwijs dienen daarom een actieve en leidende rol te nemen in het contact leggen met Roma-ouders en hen te betrekken bij de schoolloopbaan van hun kind. Roma-ouders hebben behoefte aan extra informatie over de school, welke rol zij hebben in het stimuleren van hun kind, maar ook welke mogelijkheden er zijn in doorstroom na het voortgezet onderwijs. Vaak neemt een onderwijsconsulent of andere intermediair een brug functie in tussen school en ouders, maar docenten zouden meer verantwoordelijkheid moeten nemen om directe contacten en korte lijnen te leggen met Roma-ouders. • De positie van Roma-jongeren op de arbeidsmarkt heeft versterking nodig. Voorwaarde is dat Roma-meisjes school verlaten met een startkwalificatie, maar ook dat ze relevante werkervaring hebben opgedaan middels stages. Bemiddeling is nodig tussen Roma jongeren en werkgevers voor contactlegging en vertrouwen waardoor discriminatie zo min mogelijk een rol kan spelen. Rol- modellen kunnen aantonen dat onderwijs volgen en afronden zin heeft en de toegang is naar werk. • Vertrouwen is gebaseerd op een respectvolle benadering van ouders, kennis van hun leefwijze, cultuur en communicatie. Dat is in het basisonderwijs voldoende gelukt, maar nog onvoldoende in het voortgezet onderwijs. Kennisuitwisseling tussen basis, voortgezet onderwijs, welzijn en Roma-ouders is voor docenten van het voortgezet onderwijs van belang in verkrijgen van kennis over Roma-cultuur, communicatie en omgangsvaardigheden. Het voortgezet onderwijs zou meer open moeten staan voor diversiteit en uitwisseling met andere scholen en de wijze waarop ze aandacht kan besteden aan culturele achtergronden en diversiteit. • Stateloosheid van Roma-jongeren betekent een ernstige beperking van de kansen op verder studeren, toekomstperspectief en werk. Het scheppen van juridische voorwaarden is een eerste stap die gezet dient te worden om de stateloze Roma-jongeren een kans en toekomst te geven.

Hoofdstuk 3: Best-practice aanpak schoolverzuim

Twee onderzoeksvragen stonden centraal:• Wat zijn effectieve en veelbelovende interventies om schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten van (Roma)-jongeren in het voortgezet onderwijs te voorkomen? • Is op basis van de geselecteerde effectieve en veelbelovende interventies een best-practice aanpak op te stellen die toepasbaar is in de Nederlandse praktijk voor Roma-jongeren?

Een literatuursearch is uitgevoerd naar interventiebeschrijvingen schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten specifiek voor Roma. Omdat dit weinig interventiebeschrijvingen opleverde is breder gekeken naar interventiebeschrijvingen voor de gehele doelgroep jongeren in het voort-gezet onderwijs. Hierbij is ook gezocht naar interventiebeschrijvingen die niet in wetenschappelijke tijdschriften zijn verschenen.

Er zijn nauwelijks effectieve interventies om schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten van (Roma)-jongeren in het voortgezet onderwijs te voorkomen. Uit de inventarisatie blijkt dat er enerzijds interventies uitgevoerd worden die bedoeld zijn voor Roma-jongeren, maar die ontstaan zijn vanuit de praktijk, een beperkte theoretische onderbouwing hebben en nauwelijks zijn onder-zocht. Anderzijds worden interventies uitgevoerd die weliswaar uitgetest zijn en een theoretische onderbouwing hebben, maar die niet specifiek op Roma-jongeren gericht zijn.

Page 14: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

12 Trimbos-instituut

In de interventies ter voorkoming van schooluitval komen een aantal thema's terug, namelijk:• Persoonlijke binding. Door het inzetten van mentoren of schoolconsulenten om een band te scheppen tussen de individuele leerling en de school wordt een risicofactor van schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten direct aangepakt.• Leerlingen in contact brengen met een concreet toekomstperspectief. Schoolverzuimers en voortijdige schoolverlaters zien niet altijd de toegevoegde waarde van een schooldiploma. Door leerlingen in contact te brengen met diverse banen of vervolgopleidingen leren ze deze waarde wel zien.• Ondersteuning in het aanleren van studievaardigheden. Veel leerlingen vallen uit of raken ongemotiveerd omdat zij steeds falen en het gevoel krijgen dat hun inspanningen voor niets zijn. • Betrekken van het gezin c.q. de ouders. Betrokken ouders spelen een belangrijke rol in de schoolgang naar school.

Op basis van onderzoek naar interventies om schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten te voor-komen zijn meerdere type interventies te onderscheiden: • Interventies die gericht op de leerling: cognitieve gedragstherapie; mentoring; en interventies waarin positieve beloningen worden uitgedeeld;• Interventies gericht op klas/school: interventies die de schoolorganisatie en het klassen- management veranderen;• Interventies gericht op voorschoolse situatie: betrokkenheid van de ouders en vroege interventies om onderwijsachterstanden te voorkomen;• Interventies die onderdeel zijn van een integrale aanpak: terugdringen schoolverzuim, signalering, handhaving;• Justitiële interventies: gericht op de jongeren en hun ouders

Een best-practice aanpak dient aan vier voorwaarden te voldoen: • Voorwaarde 1: Factoren die van invloed zijn op schoolverzuim en –uitval hebben te maken met verschillende leefgebieden en actoren. Een best-practice aanpak dient te interveniëren op meerdere niveaus, namelijk op dat van het kind, de ouders, de sociale omgeving en leeftijds- genoten en de school. • Voorwaarde 2: Schoolverzuim en –uitval op het voortgezet onderwijs staat niet los van het verloop van de schoolloopbaan voorafgaande daaraan. Doordat veel Roma kinderen met taal- en ontwikkelingsachterstand starten is dat in hoge mate bepalend voor het behalen van een laag niveau in hun schoolloopbaan. Een best-practice aanpak dient dan ook gericht te zijn op de hele periode rond school. Van voorafgaand aan het basisonderwijs tot en met het verkrijgen van werk. • Voorwaarde 3: Schoolverzuim en –uitval op het voortgezet onderwijs staan vaak niet op zichzelf maar zijn ingebed in meervoudige gezinsproblematiek. Een best-practice aanpak dient uit te gaan van een integrale aanpak waarin samenwerking met actoren rondom school (ouders, docent, leerplicht, welzijn, consulenten etc.) van belang is, maar waarin ook signalering van en hulpverlening voor andere problematiek (schulden, huisvesting, werkloosheid, stateloosheid) bepalend is voor een succesvolle schoolloopbaan van Roma jongeren. • Voorwaarde 4: Vanuit de wetenschap is kennis ontwikkeld over de wijze waarop schoolverzuim en –uitval kunnen worden voorkomen en over de werkzaamheid van bepaalde interventies die schoolverzuim en –uitval voor een brede doelgroep voorkomen. Vanuit de praktijk is kennis ontwikkeld die toegespitst is op specifieke groepen zoals Roma. Zowel vanuit de theorie als

Page 15: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

13Trimbos-instituut

vanuit de praktijk is deze kennis onvolledig en is het belangrijk om de aanwezige kennis bij elkaar aan te laten sluiten. Een best-practice aanpak dient een theoretische verantwoording te hebben en zoveel mogelijk te bestaan uit interventies die getoetst zijn aan de theorie of zijn onderzocht in de praktijk.

Rekening houdend met de bovengenoemde voorwaarden kunnen meerdere best-practice aanpakken voor Roma opgesteld worden die verschillende interventies omvatten. Een voorbeeld van een best-practice aanpak is terug te vinden in hoofdstuk 3, paragraaf 4.

Page 16: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

14 Trimbos-instituut

Page 17: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

15Trimbos-instituut

1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma

In dit hoofdstuk volgt een schets van de situatie in de gemeente en het beleid ten aanzien van Roma en schoolverzuim.

1.1 Doelstelling

Het doel van deze deelstudie is het beantwoorden van de twee onderzoeksvragen:• Welke problemen ervaren gemeenten ten aanzien van schoolverzuim onder Roma-jongeren en met name Roma-meisjes?• In hoeverre bevordert gemeentelijk beleid de schoolgang van Roma-meisjes in het voortgezet onderwijs?

1.2 Methode van onderzoek

RespondentenOm de onderzoeksvragen te beantwoorden zijn semigestructureerde interviews uitgevoerd met relevante beleidsambtenaren van 13 van de vooropgestelde 16 gemeenten met de meeste Roma-inwoners, waarbij een ondergrens gesteld is van minimaal 15 huishoudens. Dit zijn de gemeenten: Ede, Oldenzaal & Enschede, Amsterdam, Capelle, Veldhoven, Nieuwegein, Utrecht, Sittard-Geleen, Gilze en Rijen, Groningen, Tilburg, Den Bosch en Lelystad. Twee gemeenten zijn afgevallen omdat ze niet mee wilden werken aan het onderzoek. Gilze & Rijen zijn vanwege de ligging met 8 huishouden ook geselecteerd voor het onderzoek. In de provincies Brabant en Limburg wonen in totaal 25 Roma-gezinnen verspreid over 7 gemeenten en daarvan is de gemeente met de meeste Roma-gezinnen geselecteerd voor het onderzoek en dat was Gilze & Rijen.

Tabel 1 Aantallen Roma per gemeente

Stad Huishouden Personen

Veldhoven 59 335

Utrecht 54 400

Sittard-Geleen 16 80

Oldenzaal & Enschede 114 500

Nieuwegein 50 400

Lelystad 50 220-300

Groningen 19 95

Gilze & Rijen 8 42

Ede 28 168

Tilburg 40 200

Den Bosch 35 150

Capelle aan de IJssel 17 90

Amsterdam 51 400

Page 18: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

16 Trimbos-instituut

De gegevens in tabel 1 zijn gebaseerd op de inventarisatie van het NISR in 2007. In 4 van de 13 gemeenten (Amsterdam, Veldhoven, Groningen en Sittard-Geleen) bevinden zich Roma-huishoudens die zich rond 1900 in Nederland hebben gevestigd. In 12 van de 13 gemeenten wonen Roma-huishoudens die vanaf 1978 in Nederland zijn gevestigd.

In eerste instantie is toegang tot relevante beleidsambtenaren en leerplichtambtenaren gezocht via het platform 'Roma-gemeenten', gefaciliteerd door de Vereniging van Nederlandse gemeenten (VNG). Oorspronkelijk is dit platform opgezet voor de ontwikkeling van een gezamenlijke aanpak van elf 'Roma-gemeenten', dat waren de gemeenten in Nederland waar Roma zich blijvend konden vestigen middels de Generaal Pardonregeling van 1978. De oorspronkelijke elf 'Roma-gemeenten' waren: Berkel-Enschot, Capelle aan de IJssel, Ede, Epe, Gilze-Rijen, Lelystad, Nieuwegein, Oldenzaal, Spijkenisse, Veendam en Utrecht. Doordat Roma zich ook in andere (buurt)gemeenten vestigden, is de oorspronkelijke groep 'Roma-gemeenten' uitgebreid met de gemeenten Amsterdam, Breda, Den Bosch, Enschede, Tilburg en Veldhoven.

In tweede instantie is toegang tot onderwijsconsulenten gezocht via het OWRS-netwerk dat gericht is op kennisuitwisseling ten aanzien van onderwijs aan kinderen van woonwagenbewoners, Roma en Sinti. Dit netwerk wordt gefaciliteerd door de landelijke onderwijsadviesorganisatie, de KPC-Groep.

In totaal zijn zeventien gemeenteambtenaren/leerplichtambtenaren of schoolconsulenten geïnter-viewd. Daarnaast is, voor zover beschikbaar en toegankelijk, per gemeente aanvullende informatie in de vorm van beleidsstukken en projectplannen en evaluaties bestudeerd. Een overzicht van de respondenten is te vinden in tabel 2.

TopiclijstOm de onderzoeksvragen te beantwoorden werd gebruik gemaakt van een topiclijst (zie bijlage 1). Deze topiclijst bevatte open vragen gericht op de volgende terreinen: het algemene beleid van de gemeente t.a.v. Roma en specifiek het beleid t.a.v. het bevorderen van schoolgang c.q. terugdringen van schoolverzuim onder Roma.

Page 19: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

17Trimbos-instituut

Tabel 2 Schema respondenten

Stad Huishouden Personen

Veldhoven Opbouwwerker en intermediair voor Roma

Stichting Stimulans

Onderwijsconsulent Roma Stichting Stimulans

Docent Roma-klas Stichting Stimulans

Utrecht Leerplichtambtenaar Gemeente

Onderwijsconsulent Roma Stichting Stade

Sittard-Geleen Leerplichtambtenaar Gemeente

Consultant MeCuMa Consultancy (Mens, Cultuur en Maatschappij)

Oldenzaal & Enschede Leerplichtambtenaar Gemeente

Nieuwegein Projectleider Wisselgeld Gemeente

Lelystad Beleidsmedewerker Gemeente, afdeling integratie

Groningen 2 Onderwijsconsulenten Roma Zelfstandig

Gilze & Rijen Leerplichtambtenaar Gemeente

Ede Leerplichtambtenaar Gemeente

Tilburg en omstreken Leerplichtambtenaar Gemeente

Den Bosch Leerplichtambtenaar Gemeente

Capelle aan de IJssel Leerplichtambtenaar Gemeente

Beleidsmedewerker Gemeente

Amsterdam Projectleider en coördinator Praktijk/schakelklas

Stadsdeel Zuidoost Amsterdam

Clustermanager stadsdeel Zuidoost

Stadsdeel Zuidoost Amsterdam

1.3 Roma in Nederland

AlgemeenOver het aantal Roma in Nederland bestaan geen duidelijke cijfers. Schattingen variëren van 3000 Roma (VNG, 2010) en 10.000 Roma & Sinti (Jaarrapport Integratie 2009 NISR) tot 40.000 (Nationale Roma Strategie, 2011). Rond 1900 arriveerde een groep Roma die zich met name heeft gevestigd in een beperkt aantal gemeenten, waaronder Veldhoven, Groningen en Sittard-Geleen. In 1978 vestigde zich een groep Roma vanuit het toenmalige Joegoslavië in Nederland, die in het kader van de 'generaal Pardonregeling' van 1977 een verblijfsvergunning kreeg. Deze Roma wonen verspreid over een 16-tal gemeenten, waarvan een deel 'Roma opvanggemeenten'. Dit is de grootste groep Roma in Nederland, ongeveer 3000. Een derde groep Roma ontvluchtte in de jaren 90 het oorlogsgeweld in o.a. Servië en Kroatië en kwam naar Nederland. De meest recente groep is afkomstig uit Oosteuropa (Hongarije, Roemenië, Polen), zij zijn op straat zichtbaar aanwezig als verkoper van het straatnieuws en als muzikanten.

Page 20: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

18 Trimbos-instituut

Een deel van de Roma in Nederland heeft een Nederlands paspoort of een andere nationaliteit en verblijft in Nederland op basis van een verblijfsvergunning. Een ander deel is stateloos en heeft een tijdelijke verblijfsvergunning. De Rijkswet voor Nederlanderschap definieert een stateloze als: 'een persoon die door geen enkele staat, krachtens diens wetgeving, als onderdaan wordt beschouwd'. Onbekend is hoeveel stateloze Roma in Nederland wonen. Door het ontbreken van een status kan een deel van deze Roma geen aanspraak maken op sociale voorzieningen waaronder ziek-tekostenverzekering, huisvestingsvergunning, etc. Kinderen krijgen in Nederland de nationaliteit van hun ouders en de kinderen van stateloze Roma-ouders zijn ook stateloos (Voorend, 2010). Stateloze Roma-kinderen kunnen tot hun 18de naar school, maar mogen daarna niet verder leren, stage lopen of werken. Zij moeten het land verlaten naar bestemming 'onbekend'.

Net zoals de omvang van de Roma-groep in Nederland niet is vast te stellen, is door afwezigheid van registratiesystemen op basis van etniciteit ook de omvang van de problematiek van Roma niet precies vast te stellen. Op basis van rapportages van gemeenten (VNG, 2011), het kennisinstituut FORUM (Huinder & Brassé, 2008), het Nederlands Instituut Sinti en Roma (NISR) (Stichting Zet, 2007) en een notitie van minister v.d. Laan (2009) komen een aantal hoofdzaken naar voren, die hier kort worden benoemd om een beeld te schetsen van de integratie van Roma in Nederland in het algemeen.

Op basis van de bovengenoemde stukken is de positie van Roma in Nederland in het algemeen zorgelijk te noemen. De sociaaleconomische positie is laag en wordt gekenmerkt door armoede, illegaliteit, lage arbeidsparticipatie, uitkeringsafhankelijkheid en discriminatie. Roma spreken over het algemeen beperkt de Nederlandse taal en ze zijn over het algemeen zeer laag opgeleid. Ook de Roma-kinderen die in Nederland geboren zijn en op school zitten of naar school zijn geweest, blijven qua niveau achter bij andere migranten en autochtone Nederlanders. Een groot deel van de Roma is werkloos.

De landelijke overheid maakt zich vooral zorgen over de hoge criminaliteit, het hoge schoolverzuim, de overlast onder Roma en kinderuitbuiting onder Roma-kinderen (Nationale Roma Strategie, 2011). Uit criminaliteitscijfers blijkt dat Roma oververtegenwoordigd zijn in vermogens-, gewelds-, en verkeersdelicten. Schoolloopbanen van Roma-kinderen tonen aan dat een deel van de leerplich-tige Roma-kinderen niet of niet regelmatig naar school gaat, taal- en schoolachterstand oploopt en het dat grootste deel school verlaat zonder startkwalificatie. Deze groep stroomt niet door naar werk. Ook blijkt dat in de woonwijken sprake is van overlast door burenruzies, overbewoning en geluidsoverlast. Recentelijk is er vanuit de gemeenten en de landelijke overheid aandacht gekomen voor kinderuitbuiting. Onder leiding van het ministerie Veiligheid & Justitie is een programma gestart om criminaliteit en kinderuitbuiting integraal en in samenwerking met gemeenten, politie, overheid en andere organisaties ook internationaal aan te pakken (Nationale Roma Strategie, 2011).

Onder Roma zijn relatief veel multi-probleemgezinnen, waarbij naast o.a. armoede en schulden-problematiek ook sprake kan zijn van lichamelijke problemen (onder andere door een ongezonde leefstijl) en psychische gezondheidsproblemen zoals spanningen, depressie, angst en migraine.

Page 21: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

19Trimbos-instituut

Onderwijsbeleid t.a.v. RomaMet name de eerste twee groepen Roma (1900 en 1978) kwamen in woonwagens naar Neder-land en vestigden zich hier op woonwagenkampen. Roma konden in Nederland en daarbuiten rondreizen en Roma-kinderen gingen incidenteel naar de basisschool. In de jaren 70 werden 55 regionale centra ingericht voor 50-80 wagens en op deze centra werden woonwagencentrum-scholen gevestigd. De onderwijsdeelname was groot. Het concentratiebeleid pakte echter slecht uit door o.a. slechte sociaaleconomische omstandigheden op de kampen en overlast door onderlinge spanningen. Eind jaren zeventig werd het concentratiebeleid ingeruild voor integratiebeleid. Grote woonwagenkampen werden gesloten en Roma-leerlingen moesten naar het reguliere onderwijs (Khonraad & Overbekking, 2002).Eind jaren tachtig bleek dat de onderwijsdeelname van Roma-leerlingen sterk achter bleef en werden projecten uitgevoerd om het onderwijs van 'woonwagen en zigeunerkinderen', te bevor-deren, middels de zogenaamde OWWZ-projecten, gebundeld in een landelijk OWWZ netwerk. Deze projecten richtten zich in eerste instantie op het basis- en voortgezet onderwijs en later ook op de voor- en vroegschoolse educatie (VVE) en de arbeidsparticipatie. De centrale persoon binnen deze projecten was de onderwijsconsulent, die de brugfunctie (contact, motivatie en conflictbemiddeling) vervulde tussen de leerlingen en de ouders enerzijds en de scholen anderzijds. In de praktijk bleken onderwijsconsulenten ook intermediair te zijn tussen Roma, de scholen en andere maatschappelijke instellingen. Zij onderstreepten het belang van een integrale aanpak in samenhang met wonen, welzijn, werk en onderwijs. Alleen bij samenwerking met instanties op deze terreinen bleek er sprake van succes (Weber, 2006). Vanaf 1998 kregen gemeenten de verantwoordelijkheid over het achterstandbeleid en zijn de OWWZ-projecten in aantal gehalveerd tot in totaal achttien. Ook verviel de landelijke monitoring van onderwijsdeelname, schoolverzuim en schooluitval van Roma-leerlingen (Timmermans & Van den Hurk, 2002). Met het staken van het zogenaamde doelgroepenbeleid zijn in sommige gemeenten voorzieningen ten behoeve van Roma en de financiering van OWWZ-projecten of vergelijkbaar daaraan steeds meer onder druk komen te staan.

1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig schoolverlaten per gemeente

In tabel 3 staat per gemeente vermeld in hoeverre gemeenten zicht hebben op Roma en wat de belangrijkste problemen zijn die in de gemeenten gesignaleerd worden en met name rondom schoolverzuim/-verlaten. Paragraaf 1.3 vat deze gegevens samen.

AlgemeenDrie gemeenten hebben beperkt zicht op de Roma. In tien gemeenten zijn Roma volledig in beeld en worden problemen gesignaleerd die te maken hebben met de openbare orde, huisvesting, armoede en werkgelegenheid/uitkeringen. In bijna alle gemeenten (n=11) wonen Roma verspreid in woonwijken. Andere problemen dan schoolverzuim die de gemeenten signaleren bij Roma zijn: gezondheidsproblemen, opvoedingsproblemen, wegloopgedrag en op jonge leeftijd trouwen en zwanger worden onder Roma-meisjes.

Page 22: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

20 Trimbos-instituut

Tabel 3 Gemeenten met specifieke problemen rond schoolverzuim

Signaleren problemen op gebied van de openbare orde, huisvesting, armoede en werkloosheid

• 10 gemeenten wel• 3 gemeenten niet

Signaleren schoolverzuim op het basisonderwijs • 2 gemeenten wel • 11 gemeenten niet

Signaleren schoolverzuim op het voortgezet onderwijs • 6 gemeenten signaleren veel verzuim• 3 gemeenten signaleren weinig verzuim• 4 gemeenten is verzuim niet bekend

Signaleren schooluitval of vertrek zonder startkwalificatie • Alle 13 gemeenten wel

Stand van zaken in het onderwijsIn vier gemeenten gaan Roma-peuters naar een crèche of de voorschool. In twee andere gemeenten is wel geprobeerd om Roma-ouders te motiveren om hun peuters naar de voorschool te brengen, maar dat is (nog) niet gelukt. Op gemeentelijk niveau is sprake van een goede monitoring van schoolverzuim op de basisschool. In alle gemeenten gaan de kinderen naar de basisschool en in elf gemeenten is er weinig schoolverzuim onder Roma-kinderen. Rela-tief gezien verzuimen Roma-kinderen op de basisschool wel meer dan andere kinderen. Het schoolverzuim in het voortgezet onderwijs laat een ander beeld zien. Vier gemeenten hebben geen gegevens over de mate van schoolverzuim op het voortgezet onderwijs omdat monitoring van verzuimcijfers ontbreekt. In een drietal gemeenten is sprake van weinig schoolverzuim van Roma-leerlingen en in zes gemeenten is dit schoolverzuim structureel hoog. Kwetsbaar moment voor schooluitval is de overgang van de basisschool naar het voortgezet onderwijs bij Roma-meisjes. In enkele gemeenten worden sommige meisjes na het afronden van de basisschool niet ingeschreven in het voortgezet onderwijs en ‘verdwijnen’ tijdelijk naar het buitenland of blijven thuis. In deze gemeenten is de gedachte dat ouders hun dochter op vroege leeftijd uithuwelijken. In een aantal gemeenten wordt ook herkend dat Roma-jongeren in de 3e of 4e klas voortijdig schoolverlaten. Deze jongeren hebben een grotere kans om werkloos te worden dan jongeren met een startkwalificatie. In een enkele gemeente verlaten Roma-jongeren het voortgezet onderwijs inmiddels met een diploma, maar geen enkele gemeente had voorbeelden van Roma-jongeren die met een startkwalificatie het onderwijs hadden verlaten.

Negen gemeenten herkennen dat Roma-kinderen op de basisschool van start gaan met een ontwikkelings- en taalachterstand. Deze achterstand is in veel gevallen bepalend voor de school-loopbaan van Roma-kinderen. Vanuit het basisonderwijs stromen weinig Roma-leerlingen door naar hogere niveaus van het voortgezet onderwijs en ze zijn relatief veel vertegenwoordigd in het praktijkonderwijs en het VMBO.

Gemeenten hanteren meerdere verklaringen voor het schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten van Roma-leerlingen in het voortgezet onderwijs. Alle gemeenten zien de Roma-cultuur als een belangrijke verklaring voor het verzuim en voortijdig schoolverlaten van Roma-leerlingen in het voortgezet onderwijs. Kortweg komt deze verklaring erop neer dat Roma-ouders hun kinderen nauwelijks stimuleren om naar school te gaan omdat ze hun Roma-identiteit willen beschermen en de burgerwereld als bedreigend voor deze identiteit beschouwen. Om vaardigheden in het huishouden op te doen en hun eer te beschermen worden Roma-meisjes vanaf jonge leeftijd thuisgehouden en op jonge leeftijd uitgehuwelijkt. Drie gemeenten zien het schoolverzuim onder Roma-meisjes alleen vanuit deze culturele verklaring. Acht gemeenten verklaren het verzuim

Page 23: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

21Trimbos-instituut

ook vanuit een sociaaleconomisch perspectief. Zij zien dat door achterstanden en problemen op onderwijs, gezondheid, welzijn, economische situatie, wonen en werk ervoor zorgen dat ouders bezig zijn met primaire levensbehoeften en daardoor lagere prioriteiten stellen aan schoolgang van hun kinderen. Twee gemeenten zien oorzaken van verzuim bij Roma-leerlingen behalve het eerder genoemde cultuurperspectief, ook vanuit een moeizame relatie en communicatie tussen het voortgezet onderwijs en ouders. Deze gemeenten vinden dat het voortgezet onderwijs en de docenten hierin een verantwoordelijkheid moeten nemen. In het basisonderwijs is de relatie en betrokkenheid tussen school en ouders overigens wel goed.

Page 24: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

22 Trimbos-instituut

Tabe

l 4 In

hoe

verr

e he

bben

de

gem

eent

en z

icht

op

de R

oma,

de

prob

lem

atie

k en

sch

oolv

erzu

im?

Gem

eent

eZi

cht

op R

oma,

de

erva

ren

prob

lem

atie

k en

sch

oolv

erzu

im

Gem

eent

e 1

Alg

emee

n:•

De

gem

eent

e he

rken

t pr

oble

men

bij

Rom

a, m

et n

ame

rond

de

open

bare

ord

e (o

verla

st e

n kl

eine

crim

inal

iteit)

, hu

isve

stin

g

(huu

rach

ters

tand

), a

rmoe

de (

schu

lden

) en

wer

kgel

egen

heid

(ui

tker

ings

afha

nkel

ijkhe

id).

Rom

a w

onen

ver

spre

id in

fla

ts,

maa

r ge

conc

entr

eerd

in b

epaa

lde

buur

ten

waa

rdoo

r so

cial

e co

ntro

le a

anw

ezig

is.

• V

erdw

ijnen

van

mei

sjes

, w

eglo

pen

van

mei

sjes

om

te

trou

wen

kom

t vo

or.

Op

jong

e le

eftij

d tr

ouw

en e

n zw

ange

rsch

ap e

vene

ens.

Scho

olve

rzui

m:

• C

ijfer

s ov

er v

erzu

im e

n vo

ortij

dig

scho

olui

tval

zijn

bek

end,

maa

r w

orde

n ni

et o

penb

aar

gem

aakt

. In

dez

e ge

mee

nte

won

en t

enm

inst

e

zest

ig le

erpl

icht

ige

Rom

a (6

-18

jaar

).

• G

oede

mon

itorin

g en

aan

pak

verz

uim

doo

r le

erpl

icht

op

de b

asis

scho

ol.

Ont

brek

en v

an m

onito

ring

scho

olve

rzui

m e

n co

nsis

tent

e

aanp

ak le

erpl

icht

op

voor

tgez

et o

nder

wijs

.•

‘Lan

ge a

dem

heb

ben,

drie

sta

ppen

voo

ruit

en t

wee

sta

ppen

ter

ug’,

aldu

s ee

n pr

ojec

tleid

er.

Gem

eent

e 2

Alg

emee

n:•

De

gem

eent

e he

rken

t pr

oble

men

met

Rom

a, m

et n

ame

rond

de

open

bare

ord

e (v

erni

elin

gen,

bed

reig

inge

n en

die

fsta

l), h

uisv

estin

g

(won

ingn

ood

voor

get

rouw

de R

oma)

, ar

moe

de (

schu

lden

) en

afh

anke

lijkh

eid

van

de b

ijsta

nd.

Rel

atie

f ve

el R

oma-

man

nen

hebb

en

w

erk

(bou

w o

f fa

brie

ksw

erk)

.•

Daa

rnaa

st w

ordt

opv

oedi

ngsp

robl

emat

iek

en g

ezon

dhei

dspr

oble

men

(ov

erge

wic

ht)

gesi

gnal

eerd

.•

Rom

a w

onen

ver

spre

id in

won

inge

n, m

aar

geco

ncen

tree

rd in

3 w

ijken

.Sc

hool

verz

uim

:•

Scho

olve

rzui

m is

ond

erge

brac

ht b

ij in

tegr

atie

. M

en g

aat

er v

an u

it da

t on

derw

ijs m

eer

kans

gee

ft o

p w

erk

waa

rdoo

r R

oma

m

aats

chap

pelij

k be

ter

geïn

tegr

eerd

rak

en e

n da

ardo

or m

inde

r cr

imin

ele

activ

iteite

n ui

tvoe

ren.

Scha

ttin

g is

dat

in d

e ge

mee

nte

110

kind

eren

tot

18

jaar

won

en.

• D

eel v

an d

e ki

nder

en h

eeft

sch

oola

chte

rsta

nd d

oor

pas

op 5

e en

6e jaar

naa

r sc

hool

te

gaan

. Ba

siss

choo

l: 19

van

de

34 R

oma-

ki

nder

en (

56%

) w

ekt

zorg

en o

p ge

bied

van

ont

wik

kelin

g, g

edra

g en

opv

oedi

ng.

Van

de 2

9 jo

nger

en t

usse

n de

15

en 2

3 ja

ar,

he

bben

15

(52%

) de

sch

ool z

onde

r di

plom

a ve

rlate

n.•

‘Je

moe

t ee

n la

nge

adem

heb

ben,

de

prob

lem

en r

ondo

m s

choo

lver

zuim

los

je n

iet

in 1

gen

erat

ie o

p’,

aldu

s ee

n be

leid

smed

ewer

ker.

Gem

eent

e 3

Alg

emee

n:•

De

gem

eent

e he

rken

t pr

oble

men

met

Rom

a, m

et n

ame

rond

de

open

bare

ord

e (b

uurt

over

last

, be

drei

ging

en e

n fa

mili

eruz

ies)

,

huis

vest

ing

(con

flict

met

won

ingc

orpo

ratie

na

uitz

ettin

g, b

uren

over

last

), a

rmoe

de (

huur

acht

erst

and

en s

chul

den)

en

afha

nkel

ijkhe

id

va

n de

bijs

tand

. •

Gem

eent

e co

nsta

teer

t ge

en v

ertr

ouw

en in

GG

Z en

aut

orite

iten.

• O

pvoe

ding

spro

blem

en•

Wei

nig

deel

nam

e va

n R

oma-

jong

eren

(18

+)

aan

de a

rbei

dsm

arkt

.•

Rom

a w

onen

ver

spre

id in

won

inge

n om

inte

grat

ie t

e be

vord

eren

. M

aar

dit

vero

orza

akt

wel

vee

l pro

blem

en e

n ru

zies

met

bur

en•

Rom

a be

staa

n ui

t ve

el v

ersc

hille

nde

fam

ilies

die

ver

spre

id w

onen

waa

rdoo

r de

soc

iale

con

trol

e m

eeva

lt.Sc

hool

verz

uim

:•

Prob

lem

atis

che

entr

ee v

an R

oma-

kind

eren

in h

et r

egul

iere

bas

ison

derw

ijs.

Kin

dere

n he

bben

te

wei

nig

cogn

itiev

e en

soc

iaal

-

emot

ione

le b

agag

e om

van

de

thui

ssitu

atie

de

over

stap

naa

r ba

siso

nder

wijs

te

mak

en.

Oud

ers

zijn

onv

oldo

ende

toe

geru

st o

m

ov

erst

ap t

e be

gele

iden

.•

Er is

vee

l ged

uld

nodi

g en

je m

oet

niet

met

een

conc

rete

res

ulta

ten

verw

acht

en’,

aldu

s ee

n le

erpl

icht

ambt

enaa

r.

Page 25: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

23Trimbos-instituut

• O

nder

verd

elin

g in

leef

tijd

van

Rom

a-jo

nger

en:

0-4

jaar

(29

); 4

-12

jaar

(39

); 1

2-18

jaar

(14

); 1

8-23

jaar

(19

). A

lle R

oma-

kind

eren

tot

12 ja

ar z

itten

op

scho

ol,

al d

an n

iet

met

ver

zuim

. O

ok z

itten

jong

eren

van

12-

16 ja

ar o

p sc

hool

, m

eisj

es e

n jo

ngen

s. D

eze

laat

ste

gr

oep

gaat

(no

g) n

iet

elke

dag

naa

r sc

hool

. Er

zijn

nog

gee

n R

oma

met

een

sta

rtkw

alifi

catie

. Bi

nnen

kort

wel

om

dat

enke

le V

MBO

-ers

door

stro

men

naa

r he

t R

OC

.

Gem

eent

e 4

Alg

emee

n:•

De

gem

eent

e he

rken

t pr

oble

men

met

Rom

a, m

et n

ame

rond

de

open

bare

ord

e (b

uurt

over

last

, ge

luid

sove

rlast

, cr

imin

alite

it, h

orec

a),

hu

isve

stin

g (o

verb

ewon

ing,

ond

erhu

ur e

n hu

urac

hter

stan

d),

arm

oede

(ac

hter

stan

d va

n hu

ur e

n en

ergi

ekos

ten)

en

afha

nkel

ijkhe

id

va

n de

bijs

tand

waa

rbij

inte

ress

e on

tbre

ekt

in t

oele

idin

g na

ar w

erk.

Aan

wez

ighe

id v

an p

sych

osoc

iale

en

gezo

ndhe

idsp

robl

emat

iek

• R

oma

best

aan

uit

zeer

bep

erkt

aan

tal f

amili

es d

ie e

en g

rote

soc

iale

con

trol

e ui

toef

enen

. O

p 1

klei

n ka

mp

na m

et 6

wag

ens,

won

en

de

and

ere

Rom

a ve

rspr

eid

in w

oonw

ijken

. •

Inzi

cht

in R

omap

robl

emat

iek

is la

stig

: ha

rde

cijfe

rs z

ijn w

el a

anw

ezig

bij

de g

emee

nten

maa

r w

orde

n so

ms

besp

reek

baar

gem

aakt

.

Rom

apro

blem

atie

k lig

t er

g ge

voel

ig o

mda

t de

Rom

a ee

n ge

voel

ige

groe

p zi

jn e

n om

dat

regi

stre

ren

niet

mag

.•

Ver

dwijn

en v

an jo

nge

mei

sjes

en

uith

uwel

ijken

, w

eglo

pen

van

mei

sjes

om

te

trou

wen

kom

t vo

or.

Scho

olve

rzui

m:

• Er

zijn

ong

evee

r 12

0 ki

nder

en in

de

leef

tijd

van

4 to

t 18

jaar

in d

e ge

mee

nte.

Ong

evee

r 20

gaa

n ni

et n

aar

scho

ol e

n ee

n gr

oot

aant

al

ga

at n

iet

rege

lmat

ig.

Ook

vol

gt e

en a

anta

l kin

dere

n ni

et h

et b

est

pass

end

onde

rwijs

om

dat

de k

inde

ren

door

ach

ters

tand

en e

n ac

hter

gr

ond

vaak

sle

cht

toet

sbaa

r zi

jn.

• R

oma-

kind

eren

zitt

en v

ersp

reid

op

basi

ssch

olen

, ie

dere

sch

ool h

eeft

wel

enk

ele

Rom

a-ki

nder

en.

Op

het

spec

iaal

ond

erw

ijs z

itten

rela

tief

veel

Rom

a-ki

nder

en.

Op

het

voor

tgez

et o

nder

wijs

kom

t he

t gr

oots

te d

eel v

an d

e R

oma-

jong

eren

ter

echt

op

prak

tijko

nder

wijs

(2 s

chol

en).

De

twee

sch

olen

heb

ben

een

sign

aal a

fgeg

even

om

de

jong

eren

mee

r te

ver

dele

n.

• A

lle k

inde

ren

gaan

naa

r de

bas

issc

hool

. Va

n de

27

jong

eren

tus

sen

de 1

2-16

jaar

gaa

n m

aar

4 (3

jong

ens

en 1

mei

sje)

naa

r he

t

voor

tgez

et o

nder

wijs

. •

Enke

le m

oede

rs b

reng

en h

un k

inde

ren

naar

de

voor

scho

ol•

‘We

hebb

en s

tapp

en v

ooru

it ge

maa

kt,

het

gaat

wel

isw

aar

erg

lang

zaam

, m

aar

er is

voo

ruitg

ang’

, al

dus

een

proj

ectle

ider

.

Gem

eent

e 5

Alg

emee

n:•

De

gem

eent

e he

rken

t pr

oble

men

met

Rom

a, m

et n

ame

rond

de

open

bare

ord

e (b

uurt

over

last

), h

uisv

estin

g (o

verb

ewon

ing,

onde

rhuu

r en

huu

rach

ters

tand

), a

rmoe

de (

schu

lden

) en

afh

anke

lijkh

eid

van

uitk

erin

g. B

ijna

geen

arb

eids

part

icip

atie

ond

er R

oma.

• O

pvoe

ding

spro

blem

en k

inde

ren

• Va

ak m

et 3

gen

erat

ies

in e

en w

onin

g•

Ver

moe

den

van

huis

elijk

gew

eld

• N

eers

lach

tighe

id b

ij vr

ouw

en•

Gem

eent

e ge

loof

t ni

et in

mee

tbar

e re

sulta

ten

op k

orte

ter

mijn

• K

lein

kam

p m

et e

en p

aar

gezi

nnen

en

de r

est

woo

nt v

ersp

reid

, gr

ote

soci

ale

cont

role

.•

Uith

uwel

ijken

, ve

rdw

ijnen

van

mei

sjes

, w

eglo

pen

van

mei

sjes

om

te

trou

wen

kom

t vo

or.

Scho

olve

rzui

m:

• V

erzu

im v

oort

geze

t on

derw

ijs:

Van

de o

ngev

eer

33 le

erpl

icht

ige

jong

eren

(12

-18

jaar

), w

aarv

an 1

9 m

eisj

es,

gaan

bij

bena

derin

g 3

na

ar h

et v

oort

geze

t on

derw

ijs e

n di

t zi

jn a

lle d

rie jo

ngen

s.•

Gee

n de

elna

me

aan

voor

scho

ol.

• R

oma-

kind

eren

gaa

n na

ar h

et b

asis

onde

rwijs

, m

aar

wel

met

ver

zuim

. D

oor

verz

uim

wor

dt t

ijden

s ba

siso

nder

wijs

ach

ters

tand

opg

elop

en.

• A

ansl

uitin

g R

oma

in v

oort

geze

t on

derw

ijs is

last

ig.

Som

mig

e jo

nger

en p

asse

n in

telle

ctue

el o

p ho

ger

nive

au m

aar

door

ver

zuim

en

op

gelo

pen

acht

erst

and

zoud

en z

e op

een

pra

ktijk

scho

ol h

oren

.

Page 26: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

24 Trimbos-instituut

• M

eisj

es v

erla

ten

vaak

op

12/1

3 ja

rige

leef

tijd

scho

ol,

wan

neer

ze

naar

het

voo

rtge

zet

onde

rwijs

gaa

n. J

onge

ns g

aan

enke

le ja

ren

lang

er

na

ar s

choo

l, m

aar

verz

uim

en v

eel e

n ha

ken

uite

inde

lijk

af.

Gem

eent

e 6

Alg

emee

n:•

De

gem

eent

en h

erke

nnen

pro

blem

en m

et R

oma,

met

nam

e ro

nd d

e op

enba

re o

rde

(hui

suitz

ettin

g, b

uren

ruzi

es),

hui

sves

ting

(o

verb

ewon

ing,

ach

ters

tand

huu

r en

ene

rgie

reke

ning

), a

rmoe

de (

schu

lden

) en

afh

anke

lijkh

eid

van

uitk

erin

g.

• G

roep

Rom

a is

ond

er t

e ve

rdel

en in

: de

el b

esch

ikt

over

gel

dige

ver

blijf

spap

iere

n, e

en d

eel h

eeft

gee

n ge

ldig

e pa

pier

en e

n is

sta

telo

os

en

/of

illeg

aal,

en e

en d

erde

dee

l zijn

afk

omst

ig u

it ni

euw

e EU

-lan

den.

De

twee

de g

roep

wis

selt

in s

amen

stel

ling

en o

mva

ng e

n

jong

eren

‘ve

rdw

ijnen

’ tij

delij

k en

kom

en a

l dan

nie

t ge

trou

wd

teru

g. D

e la

atst

e gr

oep

mag

wer

ken

en in

Ned

erla

nd v

erbl

ijven

maa

r

heef

t ge

en r

echt

op

finan

ciël

e on

ders

teun

ing/

uitk

erin

g.

• 20

-30

Mul

tipro

blee

mge

zinn

en

• R

oma

will

en g

een

bero

ep d

oen

op s

chul

dsan

erin

g•

Vaak

met

3 g

ener

atie

s in

een

won

ing,

won

en v

ersp

reid

in w

oonw

ijken

• O

pvoe

ding

spro

blem

en k

inde

ren

• Pr

oble

mat

isch

dru

ggeb

ruik

• O

p jo

nge

leef

tijd

trou

wen

/uith

uwel

ijken

en

kind

eren

krij

gen

• Va

ak g

een

verz

eker

ing

Scho

olve

rzui

m:

• Sc

hool

gang

naa

r de

bas

issc

hool

• V

oort

ijdig

sch

oolv

erla

ten

in h

et v

oort

geze

t on

derw

ijs.

Wei

nig

Rom

a-jo

nger

en v

erla

ten

onde

rwijs

met

sta

rtkw

alifi

catie

• V

VE-

verz

uim

bij

peut

ers

• Ba

siso

nder

wijs

is s

choo

lgan

g ge

en p

robl

eem

, op

het

voo

rtge

zet

onde

rwijs

wel

. In

de

eers

te ja

ren

gaat

het

nog

wel

red

elijk

, m

aar

w

anne

er z

e 15

/16

jaar

oud

wor

den

gaan

ze

van

scho

ol.

• In

tot

aal 1

16 jo

nger

en t

ot 1

8 ja

ar.

Ong

evee

r 85

leer

plic

htig

e jo

nger

en w

aarv

an 3

9 m

eisj

es.

In d

e le

eftij

d va

n 11

-15

jaar

zijn

er

22

mei

sjes

. Sc

hool

gang

en

verz

uim

van

dez

e jo

nger

en is

nie

t in

bee

ld.

5 va

n de

22

mei

sjes

zijn

in b

eeld

bij

leer

plic

ht.

• M

eest

e le

erlin

gen

gaan

naa

r V

SO o

f pr

aktij

kond

erw

ijs,

VM

BO is

het

hoo

gste

waa

raan

Rom

a-le

erlin

gen

deel

nem

en•

Doo

r ta

alac

hter

stan

d bi

j sta

rt b

asis

onde

rwijs

ont

staa

t sc

hool

acht

erst

and

Gem

eent

e 7

Alg

emee

n:•

De

gem

eent

en h

erke

nnen

pro

blem

en m

et R

oma,

met

nam

e ro

nd d

e op

enba

re o

rde

((bu

ren)

over

last

), h

uisv

estin

g (a

chte

rsta

nd h

uur

en

ene

rgie

reke

ning

), a

rmoe

de (

schu

lden

) en

afh

anke

lijkh

eid

van

uitk

erin

g.

• M

ultip

robl

eem

gezi

nnen

• G

ezin

nen

zijn

moe

ilijk

in t

e st

rom

en v

oor

schu

ldhu

lpve

rleni

ng•

Hui

selij

k ge

wel

d•

Opv

oedi

ngsp

robl

emen

• G

een

of b

eper

kte

kenn

is v

an d

e N

eder

land

se s

amen

levi

ng•

Gro

ep b

esta

at u

it 3

grot

e ‘e

xten

ded

fam

ilies

’ en

aan

tal k

lein

ere

fam

ilies

. R

oma

won

en v

ersp

reid

in w

oonw

ijken

, ve

el s

ocia

le

hu

isve

stin

g, m

aar

ook

koop

won

inge

n•

Stat

eloz

e ge

zinn

enSc

hool

verz

uim

:•

Dee

lnam

e va

n R

oma-

peut

ers

aan

voor

scho

ol•

Scho

olga

ng n

aar

het

basi

sond

erw

ijs,

wei

nig

scho

olac

hter

stan

d en

dee

lnam

e aa

n sp

ecia

al o

nder

wijs

• Sc

hool

verz

uim

en

scho

olui

tval

in h

et v

oort

geze

t on

derw

ijs:

met

nam

e do

orst

room

/ove

rgan

g va

n bo

naa

r vo

is la

stig

• H

oog

ziek

teve

rzui

m o

nder

leer

linge

n, m

issc

hien

dat

ove

rgew

icht

hie

rin e

en r

ol s

peel

t

Page 27: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

25Trimbos-instituut

• Sc

hool

verz

uim

lijk

t be

paal

d do

or f

amili

e, b

ij so

mm

ige

fam

ilies

gaa

n ki

nder

en w

el n

aar

scho

ol e

n bi

j and

eren

gee

n éé

n49

leer

plic

htig

e

Rom

a-ki

nder

en/j

onge

ren:

39

gaan

naa

r he

t ba

siso

nder

wijs

met

af

en t

oe v

erzu

im;

Van

de 1

0 jo

nger

en s

taan

5 (

3 jo

ngen

s en

2 m

eisj

es)

in

gesc

hrev

en e

n ga

an n

aar

de p

rakt

ijksc

hool

waa

r ze

vee

l ver

zuim

en.

De

ande

re 5

jong

eren

sta

an n

iet

inge

schr

even

.

Gem

eent

e 8

Alg

emee

n:•

De

gem

eent

e he

rken

t pr

oble

men

met

Rom

a, m

et n

ame

rond

de

open

bare

ord

e (o

verla

st in

de

buur

t),

huis

vest

ing

(ach

ters

tand

huu

r

en o

verb

ewon

ing)

, ar

moe

de (

schu

lden

) en

afh

anke

lijkh

eid

van

uitk

erin

g.

• M

ultip

robl

eem

gezi

nnen

.•

Hui

selij

k ge

wel

d •

Onv

oldo

ende

zic

ht b

ij de

gem

eent

e ov

er p

robl

emat

iek

onde

r R

oma

• V

ersp

reid

won

en

• O

p jo

nge

leef

tijd

uith

uwel

ijken

Scho

olve

rzui

m:

• Sc

hool

uitv

al in

het

voo

rtge

zet

onde

rwijs

. 6

jong

eren

(2

mei

sjes

en

4 jo

ngen

s) z

ijn le

erpl

icht

ig•

Scho

olac

hter

stan

d (s

peci

aal o

nder

wijs

) do

or v

eel v

erzu

im o

p sc

hool

• R

oma-

kind

eren

wor

den

op s

choo

l gep

est

Gem

eent

e 9

Alg

emee

n:•

De

gem

eent

e he

rken

t pr

oble

men

met

Rom

a, m

et n

ame

rond

de

open

bare

ord

e (a

fval

, ge

park

eerd

e au

to’s

), h

uisv

estin

g (a

chte

rsta

nd

hu

ur e

n on

derh

oud)

, ar

moe

de (

schu

lden

) en

afh

anke

lijkh

eid

van

uitk

erin

g.

• K

lein

e gr

oep,

woo

nt v

ersp

reid

in d

e ge

mee

nte

• O

p jo

nge

leef

tijd

zwan

ger

Scho

olve

rzui

m:

• O

p de

bas

issc

hool

gee

n sc

hool

verz

uim

, te

nmin

ste

7 ki

nder

en g

aan

naar

bas

ison

derw

ijs•

Doo

rstr

oom

van

uit

basi

ssch

ool n

aar

spec

iaal

ond

erw

ijs.

Ver

klar

inge

n zi

jn:

laag

ver

stan

delij

k ve

rmog

en v

an k

inde

ren

en g

edra

gs-

pr

oble

men

bij

jong

ens

• O

nbek

end

of R

oma-

jong

eren

op

het

VM

BO z

itten

en

de m

ate

van

scho

olve

rzui

m e

n sc

hool

uitv

al in

het

voo

rtge

zet

onde

rwijs

.

Een

scho

ol v

oor

voor

tgez

et o

nder

wijs

sta

at in

een

nab

urig

e ge

mee

nte

en d

e da

arbi

j beh

oren

de le

erpl

icht

ambt

enaa

r m

oet

op d

e

hoog

te z

ijn v

an h

et v

erzu

im v

an d

eze

Rom

a-le

erlin

gen.

Gem

eent

e 10

Alg

emee

n:•

De

gem

eent

e he

rken

t pr

oble

men

met

Rom

a, m

et n

ame

rond

de

open

bare

ord

e (b

uurt

over

last

), h

uisv

estin

g (a

chte

rsta

nd h

uur

en

on

derh

oud,

hui

suitz

ettin

gen)

, ar

moe

de (

schu

lden

) en

wer

kloo

shei

d.

• Li

cham

elijk

e en

psy

chis

che

onge

zond

heid

: o.

a. s

lech

t ge

bit,

vee

l rok

en•

Rom

a w

onen

ver

spre

id in

woo

nwijk

en.

Er is

gee

n he

chte

gem

eens

chap

, ze

zijn

wel

fam

ilie

maa

r ha

ndel

en m

eer

op b

asis

van

indi

vidu

ele

besl

uite

n•

Goe

d zi

cht

op a

lle R

omag

ezin

nen

Scho

olve

rzui

m:

• M

oeiz

aam

om

peu

ters

naa

r de

peu

ters

peel

zaal

te

krijg

en

• W

eini

g sc

hool

verz

uim

op

basi

ssch

ool.

Ver

houd

ings

gew

ijs n

iet

mee

r R

oma-

kind

eren

naa

r sp

ecia

al o

nder

wijs

. •

30 le

erpl

icht

ige

Rom

a-jo

nger

en t

usse

n de

5 e

n 18

jaar

.•

Op

voor

tgez

et o

nder

wijs

is v

erzu

im b

oven

gem

idde

ld.

Met

nam

e jo

nger

en t

usse

n de

15

en 1

8 ja

ar v

erla

ten

voor

tijdi

g he

t vo

ortg

ezet

onde

rwijs

, in

ver

houd

ing

veel

jong

eren

naa

r pr

aktij

kond

erw

ijs e

n V

MBO

. Tw

ee 2

jong

eren

heb

ben

een

VM

BO d

iplo

ma

geha

ald.

Page 28: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

26 Trimbos-instituut

Gem

eent

e 11

Alg

emee

n:•

De

gem

eent

e he

rken

t pr

oble

men

met

Rom

a, m

et n

ame

rond

de

open

bare

ord

e (f

amili

e en

bur

enru

zies

op

kam

pen)

, hu

isve

stin

g

(tek

ort

aan

won

inge

n op

kam

pen)

, ar

moe

de (

schu

lden

) en

wer

kloo

shei

d (u

itker

ing)

. •

Trou

wen

en

moe

ders

chap

op

jong

e le

eftij

d (1

5/16

jaar

)•

Rom

a w

onen

op

4 ka

mpe

n (2

25 R

oma

en 3

0 w

isse

lend

e ill

egal

e/re

izen

de p

erso

nen)

. Va

naf

2004

wer

d re

izen

bep

erkt

tot

scho

olva

kant

ies

en h

andh

avin

g le

erpl

icht

.•

Rom

a be

staa

n ui

t 2

grot

e fa

mili

es•

Binn

en d

e ‘R

oma-

groe

p’,

zijn

gro

te v

ersc

hille

n te

zie

n op

alle

geb

iede

n. I

ndiv

idue

le b

enad

erin

g to

epas

sen.

‘V

eel i

n co

ntac

t zi

jn e

n

een

open

en

eerli

jke

houd

ing

hebb

en,

dus

ook

de o

nmog

elijk

hede

n aa

ngev

en’,

aldu

s ee

n in

term

edia

ir.•

Ong

ezon

de le

efst

ijl:

over

gew

icht

, ee

nzijd

ige

en o

ngez

onde

voe

ding

, ve

el r

oken

, ve

el m

edic

ijnge

brui

k.•

Ster

ke s

ocia

le c

ontr

ole

Scho

olve

rzui

m:

• A

lle R

oma-

leer

plic

htig

e ki

nder

en z

itten

op

het

basi

sond

erw

ijs•

25 le

erpl

icht

ige

Rom

a-jo

nger

en t

usse

n de

12

en 1

8 ja

ar g

aan

naar

het

voo

rtge

zet

onde

rwijs

(m

et n

ame

prak

tijks

choo

l en

VM

BO),

dat

is 9

0% v

an a

lle le

erpl

icht

ige

jong

eren

in d

e ge

mee

nte

• R

elat

ief

veel

leer

linge

n ga

an n

aar

het

prak

tijko

nder

wijs

, m

ede

door

geb

rek/

teko

rt a

an b

asis

onde

rwijs

doo

r ve

rzui

m e

n la

te s

tart

• O

nges

choo

lde

oude

rs k

unne

n on

ders

teun

ing

(beg

elei

ding

en

stim

uler

ing)

bij

scho

olga

ng v

oort

geze

t on

derw

ijs o

nvol

doen

de g

even

.

Bege

leid

ing

bij s

choo

lgan

g va

n ou

ders

en

kind

is b

elan

grijk

.•

Gee

n ro

lmod

elle

n•

Pest

en/d

iscr

imin

atie

op

scho

ol v

an R

oma-

kind

eren

kom

t vo

or

Gem

eent

e 12

Alg

emee

n:•

De

gem

eent

e he

rken

t pr

oble

em m

et R

oma

rond

arm

oede

(sc

huld

en)

en w

erkl

oosh

eid

(uitk

erin

g).

• Er

is s

prak

e va

n w

eini

g ov

erla

st•

Won

en o

p ee

n gr

oot

kam

p •

Rom

a m

enge

n m

et S

inti

en w

oonw

agen

bew

oner

s, ‘

kam

pers

’. D

rie f

amili

es.

• O

pvoe

ding

sond

erst

euni

ng

• R

oma-

vrou

wen

par

ticip

eren

mid

dels

: ed

ucat

ieve

tra

ject

en (

alfa

betis

erin

g) e

n so

cial

e ac

tiver

ing

in p

roje

ct M

EEdo

en•

Trou

wen

en

moe

ders

chap

op

leef

tijd

18/1

9 ja

ar•

Slec

hte

beel

dvor

min

g va

n jo

nger

en o

ver

mog

elijk

hede

n ar

beid

smar

kt•

Voo

roor

dele

n bi

j bur

gers

ove

r R

oma

• D

oor

jare

nlan

g co

ntac

t m

et R

oma

stel

len

ze z

ich

lang

zaam

aan

open

voo

r hu

lpve

rleni

ng v

ia o

nder

wijs

cons

ulen

t Sc

hool

verz

uim

:•

VV

E•

Alle

leer

plic

htig

e R

oma-

leer

linge

n ga

an n

aar

het

basi

sond

erw

ijs•

Bijn

a al

le le

erpl

icht

ige

Rom

a-le

erlin

gen

(20)

gaa

n na

ar h

et v

oort

geze

t on

derw

ijs,

2 ve

rzui

men

vee

l•

Nog

wei

nig

oude

rbet

rokk

enhe

id•

Taal

en

scho

olac

hter

stan

d. R

oma-

jong

eren

gaa

n re

latie

f va

ak n

aar

prak

tijko

nder

wijs

en

VM

BO e

n ko

men

nau

wel

ijks

op h

oger

e

vorm

en v

an o

nder

wijs

(H

AV

O/V

WO

). N

u zi

jn e

r 2

leer

linge

n di

e op

de

HA

VO

zitt

en.

• K

lein

dee

l str

oom

t sc

hool

uit

met

sta

rtkw

alifi

catie

(12

%),

daa

rdoo

r is

de

over

gang

sch

ool-

arbe

idsm

arkt

nie

t op

timaa

l.•

Te w

eini

g ke

nnis

(cv

ops

telle

n) e

n/of

ver

keer

d be

eld/

houd

ing

t.a.

v. a

rbei

dsm

arkt

(ge

brek

aan

doo

rzet

tings

verm

ogen

, on

gedu

ldig

,

inzi

cht

in m

ogel

ijkhe

den

op d

e ar

beid

smar

kt)

• Te

wei

nig

door

stro

om v

an R

oma

naar

de

arbe

idsm

arkt

Page 29: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

27Trimbos-instituut

Gem

eent

e 13

Alg

emee

n:•

Rom

a w

onen

in h

uize

n, s

ocia

le w

onin

gbou

w in

2 w

oonb

uurt

en.

Ze z

oeke

n el

kaar

op

• V

erho

udin

gsge

wijs

vee

l mig

rain

e on

der

jong

eren

, m

et n

ame

mei

sjes

• O

ngez

onde

leef

stijl

: Va

naf

12/1

3 ja

ar r

oken

, on

gezo

nd e

ten

en d

rinke

n•

Jong

tro

uwen

en

zwan

gers

chap

pen

vana

f 16

jaar

• D

iscr

imin

atie

kom

t vo

or b

ij he

t zo

eken

van

sta

ge e

n w

erk

Scho

olve

rzui

m:

• Le

er e

n sc

hool

acht

erst

and

bij R

oma

door

late

sta

rt o

p sc

hool

en

verz

uim

.•

Uits

tel k

ind

naar

de

basi

ssch

ool e

n re

latie

f ve

el z

iekt

ever

zuim

op

de b

asis

scho

ol.

• O

p vo

ortg

ezet

ond

erw

ijs v

eel s

choo

lver

zuim

. 15

leer

linge

n in

het

voo

rtge

zet

onde

rwijs

. Ex

acte

ver

zuim

cijfe

rs w

orde

n ni

et b

ijgeh

oude

n.

• D

oor

scho

olac

hter

stan

d ve

rvol

gins

troo

m o

p pr

aktij

kond

erw

ijs

• To

elei

den

leer

linge

n va

n he

t pr

aktij

kond

erw

ijs n

aar

een

exte

rne

stag

e en

arb

eid

is z

onde

r ex

tra

onde

rste

unin

g ni

et h

aalb

aar.

• G

een

uits

troo

m v

an le

erlin

gen

met

sta

rtkw

alifi

catie

Page 30: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

28 Trimbos-instituut

1.5 Beleid rond verzuim in de gemeenten

In tabel 5 staat per gemeente vermeld welk beleid de gemeente voert ten opzichte van de Roma en schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten. Hieronder worden de gegevens samengevat.

Alle dertien gemeenten zetten in op leerplicht en handhavingsbeleid. In drie gemeenten wordt alleen hierop ingezet. Deze gemeenten missen actuele cijfers over de ernst van schoolverzuim en schoolverlaten van Roma op het voortgezet onderwijs of willen deze cijfers niet kenbaar maken. Leerplichtambtenaren in deze gemeenten geven aan dat de uitvoering van de leerplicht, als enig instrument om schoolverzuim aan te pakken, te beperkt is. Zij ervaren dat het doorlopen van het traject vanaf signalering tot aan het uitschrijven van een proces-verbaal (met geldboete en taakstraf) tijdrovend is en weinig verbetergedrag laat zien bij de Roma-ouders en hun kind dat verzuimd. Naar verloop van tijd veroorzaakt dit bij leerplichtambtenaren een mate van ‘Roma-moeheid’, waardoor het stellen van prioriteiten aan andere dossiers voorstelbaar is.

De andere tien gemeenten voeren een twee- of meersporenbeleid uit met een combinatie van zorg en begeleiding (schoolconsulenten, coachen of intermediairen en netwerk) met handhaving. In vier gemeenten wordt vanuit leerplicht of school actie ondernomen om ernstig schoolverzuim te bespreken met ketenpartners in bestaande netwerken (ZAT, Veiligheidshuis) of in zogenaamde Roma-netwerken waarna actie wordt ondernomen.In zes gemeenten wordt primair ingezet op het aanpakken van schoolverzuim door de school-consulenten, coach en intermediair. Zij komen bij Roma thuis, geven voorlichting aan ouders over school, begeleiden Roma-leerlingen naar school, leggen contacten tussen ouders en school, intermediairen bij conflicten tussen Roma-leerling en school en ondersteunen bij het zoeken naar stages en werk.

Deze schoolconsulenten, coaches en intermediairs kijken ook in het gezin naar de resterende gezinsproblematiek en passende/integrale hulp die ze kunnen geven of kunnen organiseren. Korte lijnen tussen consulent/coach/intermediair, leerplicht en hulpverlening worden gehanteerd om adequaat in te kunnen spelen op de vragen en behoeften van Roma en om regels te stellen vanuit leerplicht en deze vervolgens ook uit te voeren. In kleinere gemeenten wordt de organisatie van de zorg en handhaving bilateraal kortgesloten met de desbetreffende ketenpartners. In grotere gemeenten vindt overleg en afstemming veelal plaats in speciale Roma-netwerken of in bestaande netwerken waarin ketenpartners deelnemen.

Page 31: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

29Trimbos-instituut

Tabel 5 Beleid gemeenten rond Roma en schoolverzuim

Doelgroepenbeleid Roma om schoolverzuim aan te pakken

• 3 gemeenten wel• 10 gemeenten niet (in 5 gemeenten worden wel projecten voor Roma uitgevoerd)

Instrumenten om schoolverzuim aan te pakken

• Alle gemeenten wel - 13 gemeenten: inzet van leerplicht op handhaving - 6 gemeenten: inzet van gezinscoach, schoolconsulent of intermediair op contactleggen, begeleiding, zorg en facilitering - 3 gemeenten: inzet van studiebegeleiding (huiswerkklassen, steunpunt) - 6 gemeenten: inzet van netwerken op aanpak problematiek breed (2 gemeenten hebben Romanetwerken en 4 binnen bestaande netwerken

Inzet op samenwerking met Roma

• 4 gemeenten wel (2 gemeenten met Roma-zelforganisatie en 2 op individueel niveau)• 9 gemeenten niet (1 gemeente wil wel)

Resultaat op schoolverzuim en schoolverlaten in het vo

• 4 gemeenten zien afname• 4 gemeenten zien geen afname• 5 gemeenten weten het niet

Lengte investering • 3 gemeenten: 1 á 2 jaar• 6 gemeenten: 3-5 jaar• 2 gemeenten: 6-10 jaar• 2 gemeenten: 11-20 jaar

Gemeenten signaleren dat schoolverzuim van Roma-kinderen vaak niet op zichzelf staat, maar samenhangt met andere gezinsproblematiek zoals armoede, huurschulden, overbewoning etc. Onderwijsconsulenten en intermediairen geven aan dat veel Roma-ouders zelf geen ervaring hebben met het onderwijs, de Nederlandse taal slecht spreken en het belang van onderwijs op voorhand niet altijd inzien. De consulenten/intermediairen van meerdere gemeenten onderstrepen dat het aanpakken van schoolverzuim een langdurige investering is, ondermeer omdat het leggen van contacten met Roma en het opbouwen van een vertrouwensband veel tijd kost. De gemeenten die schoolconsulenten, coaches of intermediairen hebben ingezet, met handha-ving vanuit leerplicht en nauwe samenwerking met ketenpartners, lijken de meeste resultaten te hebben behaald. Het schoolverzuim onder Roma-jongeren is verminderd en de jongeren volgen langer school, al verlaten ze nog steeds school zonder startkwalificatie. De verwachting is dat de volgende generatie, die met school is opgegroeid, deze met startkwalificatie zal verlaten. De behaalde resultaten zijn gebaseerd op langdurige (5 jaar en langer) investeringen van consulenten/intermediairen op onderwijs. Projecten met dezelfde insteek, maar met een kortere looptijd, laten minder gunstige positieve resultaten zien ten aanzien van het verminderen van schoolverzuim op het voortgezet onderwijs. ‘Het is een kwestie van generaties en een lange adem hebben’, aldus een onderwijsconsulent.

Alle gemeenten gaan er vanuit dat Roma-kinderen direct moeten instromen in het reguliere onder-wijs. Vanuit de gemeenten worden, in tegenstelling tot enkele jaren geleden, geen specifieke Roma-klassen meer gefaciliteerd. In één gemeente is een opvangklas voor achterblijvers, maar niet specifiek voor Roma-leerlingen. Meerdere gemeenten signaleren dat Roma-leerlingen vanuit het basisonderwijs veelal doorstromen naar het praktijkonderwijs en VMBO. Voor sommigen van deze leerlingen is ook dit niveau te hoog gegrepen. Om meer ondersteuning tijdens de school-loopbaan te geven op verschillende schoolniveaus worden in drie gemeenten huiswerkklassen georganiseerd. Deze huiswerkklassen richten zich naast het begeleiden en ondersteunen op de

Page 32: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

30 Trimbos-instituut

lesinhoud, ook op het trainen in huiswerk maken, oriëntatie op werk en vervolgstudie etc. In twee gemeenten geven intermediairen/consulenten, naast de begeleiding van Roma-leerlingen en hun ouders, voorlichting op school over de cultuur en achtergrond van Roma en training aan docenten in het omgaan met Roma-leerlingen.

In twee gemeenten wordt actief samengewerkt met een Roma-zelforganisatie en een contactper-soon uit de lokale Roma-gemeenschap. Een enkele gemeente staat open voor samenwerking met contactpersonen uit de Roma-gemeenschap maar dat is tot op heden nog niet gelukt. In tegenstel-ling tot andere migrantengroepen die zich organiseren in zelforganisaties, waarbij afgevaardigden door de achterban worden geaccepteerd en zodoende de belangen van de migrantengemeen-schap of groep kunnen vertegenwoordigen, is dit model voor veel Roma niet hanteerbaar. Roma zijn onderling verdeeld in grotere familiegroepen die zich door de hiërarchische opbouw binnen die familiegroepen niet gemakkelijk laten vertegenwoordigen door een afgevaardigde. Een Roma-zelforganisatie bestaat niet op basis van statuten en een erkenning van een gedeelde etnische of culturele achtergrond, maar dient zich op basis van vertrouwen, investering in relaties en het behalen van prestaties te bewijzen. Het vestigen van een Roma-zelforganisatie duurt dan ook jaren. In twee gemeenten kiest men voor samenwerking met Roma op het individuele niveau. Zij zijn van mening dat de situatie en doelstellingen van Roma verschillend zijn waardoor een individuele aanpak gerechtvaardigd is, maar dat samenwerking met en instemming van Roma belangrijk zijn voor het slagen van de aanpak.

Page 33: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

31Trimbos-instituut

Tabe

l 6 B

elei

dsin

stru

men

ten

inge

zet

op R

oma

en s

choo

lver

zuim

Gem

eent

eB

elei

d in

geze

t om

sch

oolv

erzu

im t

e ve

rmin

dere

n

Gem

eent

e 1

Alg

emee

n:•

Gee

n sp

ecia

al R

oma

bele

id e

n fin

anci

erin

g: g

een

doel

groe

penb

elei

d, d

eze

gem

eent

e he

eft

inw

oner

s m

et 1

70 v

ersc

hille

nde

natio

nalit

eite

n.•

Alfa

betis

erin

g R

oma-

vrou

wen

Scho

olve

rzui

m:

• In

itiat

ieve

n vo

or R

oma-

leer

linge

n op

geze

t do

or ‘p

roje

cten

bure

au’,

vanu

it he

t ba

siso

nder

wijs

.•

Inze

t va

n le

erpl

icht

;•

Net

wer

kbije

enko

mst

en (

3 á

4 ke

er p

er ja

ar)

voor

aan

pak

scho

olve

rzui

m R

oma

en a

nder

e le

erlin

gen.

Dee

lnem

ers:

Lee

rplic

ht, B

urea

u

Jeug

dzor

g, R

aad

van

de K

inde

rbes

cher

min

g, S

pirit

(sc

hool

maa

tsch

appe

lijk

wer

k), G

GD

, DW

I (D

iens

t W

erk

en In

kom

en)

en d

e po

litie

. •

Scha

kelk

lass

en v

oor

basi

s- e

n vo

ortg

ezet

ond

erw

ijs (

prak

tijks

chak

elkl

as)

voor

leer

linge

n di

e gr

ote

kenn

is-

en t

aala

chte

rsta

nden

of

le

erpr

oble

men

heb

ben,

dus

nie

t al

leen

voo

r R

oma-

leer

linge

n. R

esul

tate

n t.

a.v.

Rom

aver

zuim

zijn

ond

uide

lijk.

Gem

eent

e 2

Alg

emee

n:•

Gee

n do

elgr

oepe

nbel

eid:

pas

t ni

et b

inne

n la

ndel

ijke

tren

d en

wer

kt s

tigm

atis

eren

d.•

Wer

kgro

ep R

oma:

gem

eent

e, w

elzi

jn, l

eerp

licht

, maa

tsch

appe

lijke

die

nstv

erle

ning

, ond

erw

ijs, J

eugd

/JG

Z, w

erk,

vei

lighe

id n

emen

dee

l

om p

robl

emat

iek

in b

eeld

te

krijg

en e

n sl

uite

nde

aanp

ak o

p te

ste

llen.

Ver

bete

ren

van

aanp

ak d

oor

het

verb

eter

en (

inte

nsiv

eren

en

ko

rte

lijne

n) v

an d

e sa

men

wer

king

met

rel

evan

te p

artij

en e

n pr

ofes

sion

als,

het

ops

telle

n va

n w

erka

fspr

aken

. Er

wor

den

geen

nie

uwe

be

leid

sins

trum

ente

n on

twik

keld

. •

Inte

ntie

is o

m m

et R

oma

prob

lem

en a

an t

e pa

kken

• G

emee

nte

wil

in c

onta

ct k

omen

met

Rom

a br

ugge

nbou

wer

s. P

robl

eem

is o

m e

en g

oed

rolm

odel

te

vind

en, i

eman

d di

e te

vens

vert

rouw

en h

eeft

van

de

Rom

a-ge

mee

nsch

ap.

Scho

olve

rzui

m:

• In

zet

van

leer

plic

ht•

Buur

tnet

wer

ken

• G

ezin

scoa

ch in

zett

en v

oor

verz

uim

bre

dere

gro

ep, n

iet

alle

en R

oma-

leer

linge

n en

een

bre

dere

aan

pak

dan

alle

en s

choo

lver

zuim

. •

Proj

ect

VN

G (

2010

-201

1) b

este

edt

extr

a ur

en a

an g

ezin

scoa

ch v

oor

Rom

a, lo

optij

d 1

jaar

en

sam

enw

erki

ng v

erst

erke

n tu

ssen

leer

plic

ht, o

nder

wijs

, gez

insc

oach

es e

n po

litie

. Mee

r ge

zinn

en (

6) b

erei

kt d

oor

extr

a ur

en

• Pr

ojec

t ‘B

evor

derin

g sc

hool

loop

baan

van

Rom

a-ki

nder

en’.

Gem

eent

e 3

Alg

emee

n:•

Ger

icht

op

inte

grat

iebe

leid

• M

et R

oma

zelf

sam

enw

erke

n, m

idde

ls e

en z

elfo

rgan

isat

ieSc

hool

verz

uim

:•

Inze

t va

n le

erpl

icht

en

de r

epre

ssie

ve a

anpa

k w

anne

er d

e vr

ijwill

ige

hulp

verle

ning

en

onde

rste

unin

g va

n de

con

sule

nten

nie

t m

eer

w

erkt

(2-

spor

enbe

leid

).•

Ond

erw

ijsbe

gele

idin

g m

idde

ls o

nder

wijs

cons

ulen

ten.

Al v

anaf

198

0 in

gest

eld

om a

fsta

nd t

usse

n sc

hool

en

Rom

a te

ver

klei

nen

door

cont

act

te le

ggen

met

de

gezi

nnen

en

kind

eren

naa

r sc

hool

te

leid

en e

n m

et s

choo

l en

de d

ocen

ten

om s

ituat

ie u

it te

legg

en e

n te

bem

idde

len

bij m

isve

rsta

nd. N

a 30

jaar

inve

ster

ing

door

ond

erw

ijsco

nsul

ente

n ga

an a

lle R

oma-

leer

linge

n to

t en

met

16

jaar

naa

r sc

hool

,

al d

an n

iet

met

tev

eel v

erzu

im. B

inne

nkor

t ve

rlaat

de

eers

te R

oma

de s

choo

l met

een

sta

rtkw

alifi

catie

.•

Proj

ect

VN

G (

2010

-201

1):

Voo

r- e

n V

roeg

scho

olse

Edu

catie

(V

VE)

voo

r he

t to

elei

den

van

Rom

a-ki

nder

en (

0-4

jaar

). R

esul

taat

: Va

n de

19 p

oten

tiële

kin

dere

n w

erde

n 6

kind

eren

ber

eikt

met

toe

leid

ings

prog

ram

ma

Spel

bege

leid

ing

aan

huis

en

daar

van

stro

men

3 k

inde

ren

do

or n

aar

de v

oors

choo

l. Be

lem

mer

end:

med

ia a

anda

cht

over

uitz

ettin

g, b

elei

d Fr

ankr

ijk,

Rom

a-ge

zin

en p

laat

sing

in v

illa

etc.

Page 34: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

32 Trimbos-instituut

tr

ekke

n hu

n ki

nder

en t

erug

na

aanm

eldi

ng.

Gem

eent

e 4

Alg

emee

n:•

Bele

id e

n pr

ojec

ten

in d

e af

gelo

pen

30 ja

ar h

ebbe

n ni

et g

elei

d to

t du

urza

me

verb

eter

ing

van

de m

aats

chap

pelij

ke p

ositi

e va

n R

oma

in

de

gem

eent

e. D

e er

varin

g va

n tij

delij

k op

pro

ject

mat

ige

wijz

e aa

npak

ken

van

onde

rdel

en v

an d

e pr

oble

mat

iek

leve

rde

geen

duur

zam

e su

cces

sen

op.

• Pr

ojec

t W

isse

lgel

d (2

009)

van

sta

rt v

oor

een

loop

tijd

van

3 ja

ar (

tot

2012

), d

.w.z

. in

tegr

ale

aanp

ak v

an m

ultip

robl

eem

gez

inne

n

met

een

Rom

a ac

hter

gron

d. M

otto

: va

n pr

even

tie t

ot r

epre

ssie

, va

n zo

rg t

ot e

n m

et h

andh

avin

g’.

Hie

rin w

ordt

sam

enge

wer

kt m

et

12

ket

enpa

rtne

rs (

pol

itie,

jeug

dzor

g, w

elzi

jn,

leer

plic

ht,

kind

erbe

sche

rmin

g et

c.)

op b

estu

urlij

k ni

veau

. Br

eed

prog

ram

ma

inge

zet

om

pr

oble

mat

iek

gezi

n aa

n te

pak

ken:

ket

enpa

rtne

rs m

et r

egis

seur

, in

tegr

ale

aanp

ak e

n in

vest

erin

g va

n de

ket

enpa

rtne

rs w

erkt

.•

Indi

vidu

ele

aanp

ak e

n 1

op 1

ges

prek

ken

met

Rom

a. P

robl

eem

is o

m R

oma-

afva

ardi

ging

voo

r ee

n br

ede

acht

erba

n te

heb

ben.

Con

tact

en t

ot n

u to

e m

et R

oma

(gro

ep,

vert

egen

woo

rdig

ing

van

1 pe

rsoo

n) z

ijn n

iet

goed

ver

lope

n. G

een

betr

okke

nhei

d va

n

Rom

a-ze

lforg

anis

atie

bij

Wis

selg

eld.

Res

ulta

at W

isse

lgel

d: a

fnam

e m

eldi

ngen

bur

enov

erla

st,

verb

eter

ing

scho

olga

ng b

asis

onde

rwijs

Scho

olve

rzui

m:

• Be

lang

rijks

te d

oels

telli

ng v

an h

et p

roje

ct W

isse

lgel

d is

het

ver

bete

ren

van

de s

choo

lgan

g va

n R

oma-

kind

eren

. V

eel v

erlo

op b

inne

n

leer

plic

ht,

geen

mon

itorin

g sc

hool

verz

uim

, on

tbre

ken

cent

rale

reg

ie o

p R

omad

ossi

ers

etc.

zor

gde

ervo

or d

at R

omav

erzu

im e

n

voor

tijdi

g sc

hool

verla

ten

niet

eff

ectie

f w

erde

n op

gepa

kt.

Een

coac

h is

aan

gest

eld

om d

ossi

ers

van

Rom

a bi

nnen

Lee

rplic

ht o

p te

pakk

en e

n af

te

rond

en e

n da

arna

ast

is le

erpl

icht

gep

rofe

ssio

nalis

eerd

. R

esul

tate

n: 8

0-90

% v

an d

e do

ssie

rs is

in b

ehan

delin

g; n

og

ge

en c

onta

ctpe

rson

en u

it de

gem

eens

chap

vas

tges

teld

; A

lle le

erpl

icht

ige

leer

linge

n t/

m 1

2 ja

ar u

it de

27

Wis

selg

eldg

ezin

nen

zijn

naar

het

bas

ison

derw

ijs g

egaa

n. S

choo

lgan

g va

n R

oma-

leer

linge

n na

ar h

et v

oort

geze

t on

derw

ijs is

nie

t ge

lukt

mid

dels

het

pro

ject

.

Van

de 2

7 jo

nger

en t

usse

n de

12-

16 ja

ar g

aan

er m

aar

4 (3

jong

ens

en 1

mei

sje)

naa

r he

t vo

ortg

ezet

ond

erw

ijs.

• In

nav

olgi

ng v

an V

NG

pro

ject

(20

10-2

011)

en

scho

olga

ng v

oort

geze

t on

derw

ijs t

e be

vord

eren

wor

dt u

itbre

idin

g va

n le

erpl

icht

gere

alis

eerd

en

sam

enw

erki

ng m

et s

chol

en v

oor

voor

tgez

et o

nder

wijs

geï

nten

sive

erd.

Er is

beh

oeft

e aa

n co

ntac

t m

et R

oma-

gem

eens

chap

via

1 á

2 R

oma

afge

vaar

digd

en

Gem

eent

e 5

Alg

emee

n:•

Gee

n do

elgr

oepe

nbel

eid

voor

Rom

aSc

hool

verz

uim

:•

Ong

evee

r 10

jaar

ter

ug is

een

pro

ject

uitg

evoe

rd w

aarb

ij ee

n sc

hool

cons

ulen

t ex

tra

les

gaf

aan

Rom

a-ki

nder

en in

het

bas

ison

derw

ijs

di

e ac

hter

liepe

n.•

Inze

t va

n le

erpl

icht

: ki

nd g

aat

niet

mee

r na

ar s

choo

l. N

adat

er

3x e

en p

roce

s ve

rbaa

l is

opge

maa

kt s

topt

het

tra

ject

. Er

wor

den

na

uwel

ijks

taak

stra

ffen

geg

even

.•

Proj

ect

VN

G (

2010

-201

1):

voor

de

duur

van

12

maa

nden

zou

een

inte

rmed

iair

aang

este

ld w

orde

n vo

or o

pbou

wen

van

vert

rouw

ensb

and

en c

onta

ct le

ggen

met

Rom

a-ge

zinn

en e

n ve

stig

en v

an R

oma-

zelfo

rgan

isat

ie;

Extr

a ur

en v

oor

leer

plic

ht o

m

R

omad

ossi

ers

te u

pdat

en e

n st

imul

eren

van

jong

eren

om

naa

r sc

hool

te

gaan

. Pr

ojec

t is

nie

t ui

tgev

oerd

, de

red

en is

onb

eken

d.

Gem

eent

e 6

Alg

emee

n:•

Inte

gral

e aa

npak

: Aan

pak

van

prob

lem

atie

k do

or b

esta

ande

zor

gstr

uctu

ur d

ie b

esta

at u

it Bu

urt-

Net

wer

ken

en V

angn

ette

n je

ugdn

etw

erk,

Zorg

advi

este

ams

en w

ijkzo

rgte

ams.

Wer

kgro

ep m

et g

emee

ntev

erte

genw

oord

iger

s, L

eger

des

Hei

ls je

ugdz

org

en r

ecla

sser

ing,

Lee

rplic

ht/

R

MC

, maa

tsch

appe

lijk

wer

k, (

spec

iaal

) on

derw

ijs e

n je

ugdh

ulpv

erle

ning

.•

Bele

id g

eric

ht o

p in

tegr

atie

van

Rom

a m

idde

ls o

nder

wijs

. Sch

oolv

erzu

im e

n aa

npak

als

inga

ng g

ebru

iken

om

in h

et g

ezin

te

kijk

en n

aar

an

dere

pro

blem

atie

k (o

.a s

chul

den,

hui

sves

ting,

gez

ondh

eid,

wer

kloo

shei

d, a

rmoe

de).

• G

een

betr

okke

nhei

d va

n R

oma

bij b

elei

dsvo

rmin

g

Page 35: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

33Trimbos-instituut

Scho

olve

rzui

m:

• Le

erpl

icht

en

actie

f ha

ndha

ving

sbel

eid,

‘een

inve

ster

ing

van

tient

alle

n ja

ren,

we

zitt

en e

r al

jare

n bo

veno

p’, a

ldus

een

leer

plic

htam

bten

aar.

• K

orte

lijn

en t

usse

n sc

hool

en

leer

plic

ht•

Proj

ect

VN

G (

2010

-201

1):

in k

aart

bre

ngen

van

de

scho

ollo

opba

nen

van

22 R

oma-

mei

sjes

van

11

-15

jaar

om

zic

ht t

e kr

ijgen

in

kn

elpu

nten

bij

scho

olga

ng e

n pl

an v

an a

anpa

k op

te

stel

len

en s

choo

lgan

g fa

cilit

eren

ger

icht

op

inte

grer

en w

anne

er m

ense

n ee

n

geld

ige

verb

lijfs

verg

unni

ng h

ebbe

n (b

ehou

d va

n hu

isve

stin

g, d

eeln

ame

activ

iteite

n, v

erkr

ijgen

sta

gepl

ek,

opdo

en v

an w

erke

rvar

ing

et

c.).

Ver

volg

op

22 m

eisj

es is

and

ere

Rom

a-jo

nger

en in

bee

ld b

reng

en.

Extr

a m

ensk

rach

t (2

leer

plic

htam

bten

aren

) hi

ervo

or

ge

rese

rvee

rd.

Res

ulta

at:

22 R

oma-

mei

sjes

zijn

in b

eeld

geb

rach

t en

daa

rvan

gaa

n 19

mei

sjes

reg

elm

atig

naa

r sc

hool

en

3 m

eisj

es n

iet

of

met

vee

l ver

zuim

naa

r sc

hool

.•

Rom

a ca

suïs

tiekb

espr

ekin

g in

wer

kgro

ep•

Plan

om

mon

itorin

gsys

teem

op

te z

ette

n: d

atab

ase

om s

choo

lloop

bane

n te

kun

nen

volg

en

Gem

eent

e 7

Alg

emee

n:•

Gee

n do

elgr

oepe

nbel

eid.

Scho

olve

rzui

m:

• In

het

ver

lede

n w

el R

omak

lasj

es o

pgez

et, m

aar

was

gee

n go

ed a

ltern

atie

f vo

or r

egul

ier

onde

rwijs

.•

Leer

plic

ht e

n ha

ndha

ving

: com

bina

tie z

org

en h

andh

avin

g w

erkt

goe

d in

afn

ame

scho

olve

rzui

m.

• 20

10 g

esta

rt m

et p

roje

ct: o

nder

wijs

inte

rmed

iair

(2 m

edew

erke

rs w

elzi

jn).

Zij l

egge

n co

ntac

t m

et R

oma-

gezi

nnen

en

bied

en o

nder

steu

ning

op z

orgg

ebie

d en

stim

uler

en s

choo

lgan

g. W

anne

er k

inde

ren

niet

naa

r sc

hool

gaa

n w

ordt

leer

plic

ht in

gesc

hake

ld. O

nder

wijs

inte

rmed

iair

he

eft

leer

plic

ht a

ls d

rukm

idde

l ach

ter

de h

and.

Ond

erw

ijsin

term

edia

ir is

bre

ed in

zetb

aar

door

maa

tsch

appe

lijk

wer

ker

acht

ergr

ond

en

va

nuit

wel

zijn

geo

rgan

iseer

d: z

owel

aan

dach

t vo

or s

choo

lgaa

n m

aar

ook

signa

lerin

g an

dere

pro

blem

atie

k en

doo

rver

wijz

ing

hulp

verle

ning

;

linki

ng p

in t

usse

n ge

zinn

en e

n so

cial

e di

enst

, won

ingc

orpo

ratie

, pol

itie,

gem

eent

e, O

M e

tc.

• Pr

ojec

t V

NG

(20

10-2

011)

: inz

ette

n va

n ex

tra

uren

leer

plic

ht é

n in

zet

inte

rmed

iair

scho

olga

an v

an m

eisj

es t

usse

n 12

-18

jaar

bev

orde

ren.

Res

ulta

at: R

elat

ie v

erbe

terd

en

kort

e lij

nen

tuss

en k

eten

part

ners

(sc

hool

, lee

rplic

ht, h

ulpv

erle

ning

en

Rom

a-in

term

edia

irs);

10 R

oma-

gezi

nnen

wor

den

door

Rom

a-in

term

edia

irs b

egel

eid;

elk

e jo

nger

e di

e ni

et n

aar

scho

ol g

aat

heef

t pr

oces

-ver

baal

gek

rege

n,

oo

k de

5 m

eisj

es d

ie n

iet

naar

sch

ool g

aan;

7 le

erpl

icht

ige

leer

linge

n ga

an n

aar

het

voor

tgez

et o

nder

wijs

, sne

llere

mel

ding

ver

zuim

bij

le

erpl

icht

doo

r sc

hole

n•

In p

laat

s va

n ve

rsch

illen

de le

erpl

icht

ambt

enar

en is

er

1 aa

nges

teld

voo

r R

oma.

Pos

itief

voo

r af

nam

e ve

rzui

m, b

eter

e ve

rtro

uwen

sban

d

met

Rom

a op

bouw

en. P

roje

ctdu

ur v

an 1

jaar

is t

e ko

rt e

n w

ordt

ver

leng

d

Gem

eent

e 8

Alg

emee

n:•

Gee

n sp

ecifi

ek R

omab

elei

d.•

Ves

tigen

van

Rom

a vo

lgen

s sp

reid

ings

bele

id

• In

terc

ultu

rele

ont

moe

tinge

n.

• O

m o

verla

st in

te

perk

en h

ebbe

n en

kele

uith

uisp

laat

sing

en v

an R

oma-

gezi

nnen

pla

atsg

evon

den

Scho

olve

rzui

m:

• Le

erpl

icht

en

hand

havi

ng. R

oma-

kind

eren

wor

den

niet

pre

vent

ief

gevo

lgd,

wan

neer

spr

ake

is v

an s

choo

lver

zuim

kom

t le

erpl

icht

in a

ctie

.

(Gee

n on

derw

ijsco

nsul

ent

of s

choo

linte

rmed

iair)

• Be

leid

ron

dom

sch

oolv

erzu

im w

erkt

onv

oldo

ende

. De

oude

rs v

an e

en k

ind

dat

erns

tig v

an s

choo

l ver

zuim

d kr

ijgen

een

pro

ces

verb

aal

en

een

gel

dboe

te. H

et k

ind

krijg

t ee

n ta

akst

raf

en v

oert

dat

uit

en d

e ou

ders

bet

alen

de

boet

e ni

et e

n sc

huiv

en d

eze

bij h

un r

este

rend

e

schu

lden

. Dez

e za

ken

wor

den

in h

et ‘v

eilig

heid

shui

s’ b

espr

oken

maa

r da

arui

t vo

lgt

geen

han

delin

g.•

Jare

n ee

rder

bes

tond

een

Rom

a-ov

erle

g/ne

twer

k w

aarin

ket

enpa

rtne

rs d

eeln

amen

om

afs

tem

min

g in

pla

n en

uitv

oerin

g ro

ndom

Rom

apro

blem

atie

k te

rea

liser

en. D

at n

etw

erk

is g

esto

pt o

mda

t af

spra

ken

rond

om d

e ui

tvoe

ring

onvo

ldoe

nde

wer

den

nage

kom

en d

oor

so

mm

ige

kete

npar

tner

s. R

ecen

telij

k is

gep

robe

erd

om e

en v

erge

lijkb

aar

netw

erk

op t

e ze

tten

maa

r da

t ha

d te

wei

nig

draa

gvla

k, ‘h

et w

as

Page 36: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

34 Trimbos-instituut

ni

et n

oodz

akel

ijk o

m r

ondo

m R

oma

zoie

ts o

p te

zet

ten

omda

t de

pro

blem

atie

k, v

olge

ns a

nder

e ke

tenp

artn

ers

niet

zo

groo

t zo

u zi

jn’,

al

dus

een

leer

plic

htam

bten

aar.

• G

een

proj

ect

bij d

e V

NG

inge

dien

d

Gem

eent

e 9

Alg

emee

n:•

Gee

n sp

ecifi

ek R

omab

elei

d en

gee

n gr

oeps

bena

derin

gSc

hool

verz

uim

:•

Leer

plic

ht e

n ha

ndha

ving

• Pr

oced

ure

is n

et a

ls b

ij an

dere

gez

inne

n. D

e m

ultip

robl

eem

gezi

nnen

wor

den

besp

roke

n in

de

ZAT

team

s op

sch

ool e

n an

dere

net

wer

ken

m

et k

eten

part

ners

waa

rin h

et b

elei

d w

ordt

afg

este

md.

Gee

n pr

ojec

t bi

j de

VN

G in

gedi

end

Gem

eent

e 10

Alg

emee

n:•

Equa

l lee

rwer

ktra

ject

opg

ezet

.•

EU W

erkg

eleg

enhe

idsp

roje

ct ‘

Rom

a in

Bus

ines

s’ (

2005

-200

7) o

pgez

et v

oor

man

nen

met

een

uitk

erin

g. H

eeft

voo

r m

anne

n ge

en w

erk

ge

real

isee

rd,

maa

r w

el v

eel c

onta

cten

opg

elev

erd

met

Rom

a.

• Sa

men

wer

king

met

Rom

a-ze

lforg

anis

atie

en

Rom

a-co

ntac

tper

sone

nSc

hool

verz

uim

:•

Leer

plic

ht e

n ha

ndha

ving

bin

nen

best

aand

e st

ruct

uren

en

met

een

zelfd

e aa

npak

als

and

ere

leer

linge

n. K

orte

lijn

en n

aar

leer

plic

ht e

n

1 le

erpl

icht

ambt

enaa

r. •

Op

zoek

naa

r ro

lmod

elle

n, m

eisj

es v

an h

et V

MBO

stim

uler

en o

m o

nder

wijs

assi

sten

t te

wor

den

• V

NG

pro

ject

(20

10-2

011)

: H

uisw

erkb

egel

eidi

ng a

an le

erlin

gen

van

6-18

jaar

één

jaar

lang

: 2x

per

wee

k 1½

uur

aan

kin

dere

n va

n

de b

asis

scho

ol e

n 2x

per

wee

k 1½

uur

aan

jong

eren

van

het

voo

rtge

zet

onde

rwijs

. G

ezam

enlij

k aa

nbie

den

huis

wer

kbeg

elei

ding

met

coac

hing

, so

llici

tere

n, s

tage

plek

zoe

ken,

muz

iek

en d

ansl

esse

n en

bet

rekk

en v

an o

uder

s. R

esul

taat

: 10

kin

dere

n va

n de

bas

issc

hool

bere

ikt

met

de

huis

wer

kbeg

elei

ding

één

jaar

lang

, ve

rtro

uwen

sban

d m

et m

oede

rs g

erea

lisee

rd.

De

Rom

a-jo

nger

en z

ijn n

iet

bere

ikt.

Gem

eent

e 11

Alg

emee

n:•

Doe

lgro

epen

bele

id m

et d

oel:

Part

icip

atie

van

Rom

a•

Vana

f 20

04 is

ext

ra a

anda

cht

(vee

l gel

d en

tijd

) ge

ïnve

stee

rd in

ond

erw

ijs e

n in

burg

erin

g om

de

maa

tsch

appe

lijke

ach

ters

tand

bij

Rom

a

aan

te p

akke

n.

• A

anpa

k va

n de

woo

nom

gevi

ng, n

ieuw

e ch

alet

s/w

onin

gen

op d

e 4

kam

pen.

• In

tegr

ale

aanp

ak: s

amen

wer

king

tus

sen

gem

eent

e, o

nder

wijs

, wel

zijn

.Sc

hool

verz

uim

:•

Ond

erw

ijs g

esta

rt m

et R

oma-

klas

sen

(200

4) in

het

bas

ison

derw

ijs e

n vo

ortg

ezet

ond

erw

ijs o

mda

t le

erlin

gen

niet

pla

atsb

aar

war

en in

het

regu

lier

onde

rwijs

. In

200

9 (b

asis

onde

rwijs

) en

201

1 (v

oort

geze

t on

derw

ijs)

zijn

de

Rom

a-kl

asse

n ge

stop

t en

sta

rten

leer

linge

n

dire

ct o

p he

t re

gulie

re o

nder

wijs

. •

Mee

rder

e pr

ofes

sion

als

(leer

plic

htam

bten

aar,

gezi

nsco

ach,

ond

erw

ijsbe

gele

idin

g, in

term

edia

ir, k

lant

man

ager

wer

k en

sta

gebe

gele

idin

g)

w

erke

n na

uw s

amen

, ko

rte

lijne

n en

hou

den

zich

bez

ig m

et d

e sc

hool

gang

van

Rom

a en

de

uits

troo

m n

aar

wer

k. K

lein

e gr

oep

in e

en

kl

eine

gem

eent

e, m

et é

én c

entr

ale

figuu

r di

e w

ekel

ijks

cont

act

heef

t m

et R

oma

en in

con

tact

sta

at m

et a

lle b

etro

kken

en (

scho

ol,

w

elzi

jn,

gem

eent

e, le

erpl

icht

etc

.).

Res

ulta

at:

90%

gaa

t na

ar s

choo

l en

een

tient

al jo

nger

en w

erkt

of

loop

t st

age.

• Le

erpl

icht

en

hand

havi

ng.

Taak

stra

f en

boe

tes

wor

den

uitg

edee

ld.

• ‘O

ut o

f th

e bo

x’ d

urve

n te

den

ken

en m

et R

oma

sam

en e

en o

plos

sing

zoe

ken.

Wei

nig

sam

enw

erki

ng m

et je

ugdr

ecla

sser

ing

en

je

ugdz

org

omda

t di

t la

ngdu

rige

traj

ecte

n zi

jn e

n ris

ico

met

uith

uisp

laat

sing

van

kin

dere

n, v

ertr

ek e

n ge

en g

rip m

eer

op k

ind

en/o

f

gezi

n ka

n be

teke

nen.

Keu

ze is

om

in c

onta

ct t

e bl

ijven

met

gez

in.

Page 37: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

35Trimbos-instituut

• V

NG

pro

ject

(20

10-2

011)

: O

pzet

ten

van

een

steu

npun

t di

e R

oma-

jong

eren

voo

r ad

vise

ring

en b

egel

eidi

ng v

an jo

nger

en n

aar

scho

ol

en

wer

k. B

rug

slaa

n tu

ssen

sch

ool-

thui

s. 1

) K

enni

s ov

er R

oma

en t

huis

situ

atie

van

de

leer

linge

n ov

erbr

enge

n na

ar s

choo

l en

de

do

cent

en;

2) L

eerli

ngen

en

oude

rs b

eken

d m

aken

met

de

stru

ctur

ele

en p

lanm

atig

e cu

ltuur

van

het

voo

rtge

zet

onde

rwijs

en

het

st

imul

eren

van

bet

rokk

enhe

id v

an o

uder

s bi

j sch

ool.

Con

cree

t ga

at h

et o

m o

.a.

huis

wer

kbeg

elei

ding

, pl

anne

n en

lere

n va

n hu

isw

erk,

huis

bezo

eken

en

oude

rs in

form

eren

ove

r on

derw

ijs e

n vo

rder

inge

n va

n ki

nd,

inte

rmed

iair

tuss

en o

uder

s en

doc

ent

en m

eega

an m

et

do

cent

naa

r ou

ders

en

met

oud

ers

naar

sch

ool,

sign

aler

en e

n be

gele

iden

bij

prob

lem

en o

p sc

hool

, ke

nnis

vers

terk

ing

bij d

ocen

ten

en

hu

lpve

rlene

rs,

indi

vidu

ele

hulp

op

maa

t. S

amen

wer

ken

met

Rom

a do

or g

ezam

enlij

k pl

an v

an a

anpa

k op

te

stel

len.

Res

ulta

at:

22

le

erlin

gen

tuss

en d

e 12

-18

jaar

en

hun

oude

rs b

erei

kt.

Doc

ente

n be

nade

ren

het

steu

npun

t w

anne

er z

e m

et e

en le

erlin

g er

gens

tege

naan

lope

n en

oud

ers

wet

en d

e w

eg n

aar

scho

ol t

e vi

nden

via

het

Ste

unpu

nt.

Gem

eent

e 12

Alg

emee

n:•

Doe

lgro

epen

bele

id v

oor

Rom

a t.

a.v.

ond

erw

ijs. I

eder

jaar

sub

sidi

eaan

vrag

en in

dien

en b

ij ‘k

anse

nbel

eid’

.•

Tuss

en g

emee

nte

en in

stel

linge

n en

bes

taan

de o

verle

ggen

(R

aad

van

Kin

derb

esch

erm

ing,

Bur

eau

jeug

dzor

g, h

uisa

rtse

n, M

aats

chap

pelij

k

Wer

k, w

elzi

jnsw

erk

en w

onin

gcor

pora

ties)

moe

ten

de m

aats

chap

pelij

ke p

robl

emen

van

de

Rom

a aa

ngep

akt

wor

den.

Scho

olve

rzui

m:

• Le

erpl

icht

en

hand

havi

ng: C

ombi

natie

van

wet

en

onde

rhan

dele

n•

Rom

a in

term

edia

irs/o

nder

wijs

cons

ulen

t (O

WW

Z-co

nsul

ente

n 12

min

(0-

12)

en 1

2+).

Al m

eer

dan

20 ja

ar. D

eze

cons

ulen

t ne

emt

deel

aan

leer

ling-

besp

reki

ng b

ij de

ZAT

tea

ms

op s

choo

l, ze

ond

erho

ud c

onta

ct m

et le

erpl

icht

en

RM

C, o

nder

houd

en v

an c

onta

ct v

ia la

ndel

ijke

ne

twer

ken,

bru

gfun

ctio

naris

Rom

agez

in e

n hu

lpve

rleni

ng, a

ansp

reek

punt

gez

inne

n, s

timul

eren

kin

dere

n om

naa

r sc

hool

te

gaan

. •

Con

sule

nt e

erst

met

oud

ers

en k

inde

ren

mee

naa

r op

en d

agen

, nu

gaat

80%

zel

fsta

ndig

ope

n da

gen

bezo

eken

• M

onito

ring

scho

olga

ng o

p ba

siss

choo

l, ko

rte

lijne

n ve

rzui

m e

n le

erpl

icht

Aan

dach

t vo

or V

VE

tot

peut

ersp

eelz

aal,

basi

ssch

ool,

voor

tgez

et o

nder

wijs

, ove

rgan

g na

ar w

erk

• Ei

gen

VV

E op

geric

ht e

n sp

elko

ffer

ont

wik

keld

, sam

en m

et o

uder

s. D

oen

7 ki

nder

en a

an m

ee, V

erte

ltass

enpr

ojec

t is

gez

amen

lijk

met

Rom

a en

Bur

gero

uder

s•

Kra

cht

van

Rom

a aa

npak

: jar

enla

nge

erva

ring

opge

daan

waa

rdoo

r ve

rtro

uwen

sban

d be

staa

t. R

oma

wor

den

niet

in b

eslu

itvor

min

g

betr

okke

n, m

aar

wel

goe

d op

de

hoog

te g

ehou

den.

Gem

eent

e 13

Alg

emee

n:•

Gee

n sp

ecifi

ek b

elei

d vo

or R

oma

• So

cial

e ac

tiver

ing

voor

woo

nwag

enbe

won

ers

waa

rond

er R

oma

en S

inti:

ber

eik

is 3

0 ge

zinn

enSc

hool

verz

uim

:•

Voo

rsch

ools

e ac

tivite

iten

voor

Rom

a pe

uter

s/ba

by’s

- 2

jaar

) •

Leer

plic

ht e

n ha

ndha

ving

• O

uder

s be

trek

ken

bij h

et o

nder

wijs

, pr

ojec

t ou

derp

artic

ipat

ie o

p he

t sp

ecia

al o

nder

wijs

• In

term

edia

ir: b

etro

kken

heid

oud

ers

stim

uler

en,

vert

rouw

ensp

erso

on e

n aa

nspr

eekp

erso

on o

p al

le g

ebie

den,

waa

rond

er o

nder

wijs

.

Doc

ente

n tr

aine

n om

Rom

a-ki

nder

en b

eter

te

bena

dere

n en

aan

te

spre

ken

• Bu

ddyp

roje

ct:

bege

leid

en v

an R

oma-

jong

eren

(17

/17

jaar

) bi

j sch

oolg

ang,

sta

ge,

wer

k •

VN

G p

roje

ct (

2010

-201

1): O

pzet

ten

van

extr

a on

ders

teun

ing

in h

et v

oort

geze

t on

derw

ijs m

idde

ls de

‘FiR

e’ b

enad

erin

g. D

eze

bena

derin

g

gaat

uit

van

de k

erne

lem

ente

n: 1

) O

nder

wijs

mot

ivat

ie s

timul

eren

doo

r to

ekom

stpe

rspe

ctie

f te

for

mul

eren

, ver

trou

wen

sban

d op

zett

en e

n

bege

leid

ing

op s

choo

l; 2)

Voo

rlich

ten

van

doce

nten

en

ande

re k

eten

part

ners

ove

r R

oma

(cul

tuur

en

omga

ng);

3) C

onfli

ctbe

mid

delin

g vi

a

com

mun

icat

iem

etho

de F

iRe.

Res

ulta

at: 5

leer

linge

n be

gele

id. H

et p

roje

ct w

ordt

ver

volg

d m

et 1

0 an

dere

leer

linge

n

Page 38: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

36 Trimbos-instituut

Page 39: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

37Trimbos-instituut

2 Roma-meisjes en school

In dit hoofdstuk volgt een beschrijving van de factoren die van invloed zijn op de schoolgang van Roma-meisjes in het voortgezet onderwijs.

2.1 Doelstelling

Het doel van deze deelstudie was inzicht verkrijgen in factoren die schoolverzuim van Roma-meisjes in het voortgezet onderwijs bevorderen of belemmeren.

2.2 Methode van onderzoek

Om inzicht te verkrijgen in de beïnvloedende factoren van schoolverzuim is gekozen voor twee verschillende dataverzamelingsmethoden. Middels een internationale literatuurstudie is gekeken naar schoolverzuim onder Roma in Europa. Een kwalitatieve interviewstudie is uitgevoerd om specifiek te kijken naar beïnvloedende factoren van schoolverzuim/schoolgaan van Roma-meisjes in Nederland. Daarbij is gekozen voor open-interviews met Roma-meisjes en met één van hun ouders. In totaal hebben 27 Roma-meisjes en één van hun ouders deelgenomen aan het onder-zoek. De groep Roma-meisjes is verdeeld in 15 meisjes die naar het voortgezet onderwijs gaan en 12 meisjes die veel verzuimen in het voortgezet onderwijs of gestopt zijn met school. Aan de hand van beide groepen zijn belemmerende en bevorderende factoren geïnventariseerd voor schoolgaan c.q. schoolverzuim bij Roma-meisjes.

Werving respondentenDe werving en de uitvoering van het onderzoek is tweeledig geweest.

Om Roma-meisjes en hun ouders te bereiken is deels gewerkt met Privileged Access Interviewers (PAI). Deze onderzoeksmethode maakt gebruik van sleutelinformanten. Het voordeel van sleu-telinformanten is dat zij een goede toegang hebben tot Roma, die bekend staan als een gesloten groep. Daarnaast spreken de sleutelinformanten de taal en delen zij (grotendeels) de cultuur van de respondenten. Ook dit maakt het interviewen makkelijker, omdat het mogelijk is om sneller een vertrouwensrelatie op te bouwen. De drie sleutelinformanten behoren tot de Roma-zelforganisatie Stichting Triana. In totaal hebben zij 12 Roma-meisjes en hun ouders geworven en geïnterviewd.

Een andere wervingsstrategie om Roma-meisjes en hun ouders te bereiken was via contactper-sonen van welzijnsorganisaties en gemeenten. Met name schoolconsulenten en in mindere mate de leerplichtambtenaren bleken succesvol te zijn in het leggen van contacten met Roma-ouders en het motiveren tot deelname aan het onderzoek. In totaal hebben zij vijftien Roma-meisjes en hun ouders geworven waarbij onderzoekers van het Trimbos-instituut verantwoordelijk waren voor het afnemen van de interviews.

Page 40: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

38 Trimbos-instituut

Afname interviewsDe 27 interviews met de Roma-meisjes en hun ouders werden afgenomen tussen mei en oktober 2011. De interviews vonden in verschillende gemeenten plaats, zie tabel 7. De meeste verzui-mende meisjes zijn via sleutelpersonen in de gemeente Veldhoven geworven. In deze gemeente gaan veel meer Roma-meisjes naar school, maar voor het onderzoek was het met name relevant om met schoolverzuimend meisjes in contact te komen.

Tabel 7 Herkomst respondenten

Stad Aantal Naar school Verzuim/van school

Almere 1 1

Amsterdam 1 1

Arnhem 1 1

Den Bosch 1 1

Enschede 2 1 1

Groningen 3 3

Lelystad 1 1

Nieuwegein 1 1

Rotterdam 2 1 1

Utrecht 3 3

Veldhoven 10 2 8

Vleuten 1 1

Totaal 27 15 12

Het vooropgestelde aantal van 30 Roma-meisjes om te interviewen is niet gerealiseerd. De werving van de 15 schoolgaande Roma-meisjes bleek minder tijdrovend en haalbaar te zijn dan het werven van de 15 schoolverzuimende Roma-meisjes. Het wantrouwen en de onwilligheid onder Roma-ouders van schoolverzuimende meisjes om deel te nemen aan het onderzoek bleek groot. Sommige Roma-ouders waren bang dat gegevens over schoolverzuim terecht zouden komen bij de gemeente, sociale dienst of andere instellingen. Daardoor kostte het de contactpersonen en sleutelinformanten veel tijd en overredingskracht om uiteindelijk toestemming te krijgen voor deelname aan het interview. De vooropgestelde evenredige verdeeldheid van schoolverzuimende meisjes verdeeld over verschillende gemeenten bleek niet haalbaar vanwege de moeizame werving. Alle Roma-ouders en hun dochters die deel wilden nemen, mits passend binnen de leeftijd (12-18 jaar) en het voortgezet onderwijs volgend, zijn geïncludeerd.

De opzet van het interview was semigestructureerd met open vragen, om het doel van het onder-zoek, namelijk inzicht verkrijgen, te realiseren. Deze interviewvorm biedt de interviewer de gele-genheid om door te vragen. De hoofdonderwerpen zijn bepaald aan de hand van een zogenaamde topiclijst. Deze vorm biedt structuur aan het interview, die ervoor zorgt dat de hoofdonderwerpen aan bod komen. Deze is opgenomen als bijlage van dit rapport.

Page 41: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

39Trimbos-instituut

Kwaliteit van levenOm inzicht te krijgen in de kwaliteit van leven zijn bij zowel de meisjes als bij één van hun ouders aan het eind van het interview het instrument 'De Kidscreen' (Ravens-Sieberer, 2006) afgenomen. Dit instrument bleek echter niet toegankelijk voor het meten van de kwaliteit van leven bij Roma-meisjes en hun ouders. De vragen werden zowel door de meisjes als hun ouders vaak niet begrepen waardoor de antwoorden veelal consistent onder elkaar werden aangevinkt en onbetrouwbaar leken. Dit deel van het onderzoek is verder niet meegenomen in de analyse en rapportage.

InterviewsNa een korte uitleg over het doel en de inhoud van het onderzoek volgde het interview van gemiddeld drie kwartier tot een uur. Rekening houdend met mogelijke terughoudendheid van het geven van informatie is in overleg met contactpersonen en sleutelinformanten besloten om tijdens de interviews schriftelijke notities te maken in plaats van een geluidsopname.

Bijna alle interviews zijn bij de Roma-ouders thuis in de woonkamer afgenomen. Tijdens 6 inter-views was het mogelijk om ouder en kind separaat te interviewen. In alle andere gevallen vonden de interviews plaats in het bijzijn van elkaar en vaak ook nog in het bijzijn van meerdere gezins-leden. Het overgrote deel van de interviews verliep volgens planning waarbij het grootste deel van de topiclijst aan de orde kwam. Sommige interviews daarentegen, verliepen chaotisch of erg moeizaam. Met name het af en aanlopen van familie en kinderen zorgde voor onrust en sommige Roma-ouders van schoolverzuimende meisjes waren wantrouwend en weinig open in het beant-woorden van vragen hierover. Dit heeft zeer waarschijnlijk invloed gehad op het beantwoorden van de vragen door deze Roma-meisjes en hun ouders.

Uitwerking en analyseDe schriftelijke notities zijn uitgeschreven tot een verslag. Deze verslagen waren het uitgangspunt voor ordening en analyse van het materiaal met behulp van de grounded theory. In de eerste analyseronde zijn de uitspraken per geïnterviewde gecodeerd en vervolgens thematisch geordend. De analyses maakten onderscheid tussen factoren die samenhangen met schoolverzuim en schoolgang bij Roma-meisjes. Uiteindelijk kunnen deze factoren vertaald worden naar belemmerende of bevorderende factoren van schoolgang.

2.3 Factoren uit de literatuur

Deze paragraaf geeft een beschrijving van beïnvloedende factoren op schoolverzuim die uit de wetenschappelijke literatuur naar voren zijn gekomen. 2.3.1 Inleiding en begrippenWanneer jongeren voortijdig schoolverlaten dan is vaak al sprake geweest van ernstig schoolver-zuim. Schoolverzuim is namelijk een belangrijke voorloper van voortijdig schoolverlaten (Hartkamp, 2005). Er zijn twee vormen van schoolverzuim. Wanneer jongeren verzuimen met een geldige reden, bijvoorbeeld door ziekte en afwezigheid met toestemming, dan is sprake van geoorloofd verzuim. Zonder zo'n geldige reden is sprake van ongeoorloofd schoolverzuim, wettelijk gezien is dit een overtreding van de Leerplichtwet (NJI, 2011). Onder voortijdig schoolverlaten wordt verstaan dat een jongere van school vertrekt zonder een startkwalificatie te hebben behaald: tenminste een mbo-diploma op niveau 2 of een havo diploma

Page 42: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

40 Trimbos-instituut

Bij zowel schoolverzuim als voortijdig schoolverlaten spelen vaak dezelfde (risico en beschermende) factoren een rol. De factoren worden in de literatuur vaak op twee niveaus ingedeeld. De zoge-naamde ‘kindfactoren’ hangen samen met individuele kenmerken van het kind zoals sekse en leeftijd, maar schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten hangen ook samen met kenmerken van het gezin, school en leeftijdsgenoten en kunnen gegroepeerd worden onder de noemer ‘omge-vingsfactoren’.

2.3.2 Kindfactoren en schoolverzuim c.q. schoolgaan

Leeftijd en sekseIn Nederland zijn jongeren vanaf 18 jaar voor de wet volwassen. Bepaalde Roma-families beschouwen hun kinderen al vanaf 12 jaar als volwassene (Myers, McGhee, & Bhopal, 2004). In Nederlands onderzoek (KPC Groep, 2006) naar factoren op het gebied van onderwijs, werk en arbeidstoeleiding van Roma, Sinti en woonwagenbewoners, wordt een beeld geschetst dat de kinderen al op jonge leeftijd overal bij betrokken zijn, maar dat ze ook een grote mate van zelfstandigheid moeten hebben zodat ze op jonge leeftijd uitgehuwelijkt kunnen worden. Na het huwelijk verlaten de meisjes het onderwijs en gaan ze bij hun schoonfamilie wonen. Jongens blijven bij hun familie wonen.

Gegevens over schoolverzuim onder Roma-meisjes in het voortgezet onderwijs (VNG, 2010) tonen aan dat met name Roma-meisjes niet naar het voortgezet onderwijs gaan. In een studie in Enge-land van Derrington & Kendall (2007a) wordt daarentegen gevonden dat Roma-jongens twee keer zo vaak uitvallen als Roma-meisjes. Ook uit onderzoek naar schooluitval onder scholieren (Traag & v.d. Velden, 2008) blijkt dat jongens zeven keer vaker uitvallen dan meisjes. Jongens vallen met name uit vanwege gebrek aan motivatie en slechte schoolprestaties.

Leer en schoolachterstandSlechte schoolprestaties kunnen bijdragen aan een zwakke motivatie van leerlingen en leiden tot schoolverzuim. Taalachterstand en leerproblemen worden door leerlingen vaak als frustrerend ervaren en dragen bij aan een afkeer tegen school (Tobler, 2000). Een rapportage van de Euro-pese Commissie (2004) beschrijft dat Roma kinderen in Oost-Europa en West-Europa een grote onderwijsachterstand hebben. Verschillende onderzoeken bevestigen dit beeld. Ook in Nederland gaan Roma-kinderen met onderwijsachterstanden van start op de basisschool (KPC Groep, 2006; Polman & Mulder, 2009) en behalen lagere schoolresultaten dan gemiddeld. Ze scoren lager op de gebieden rekenen, taal, begrijpend lezen, sociaal emotionele ontwikkeling en de Cito-toets. Bijna alle verschillen verdwijnen bij correctie op het lage opleidingsniveau van de ouders (Polman & Mulder, 2009). Uit onderzoek in Engeland (Wilson, Derrington en Foster, 2009) naar Roma komt eveneens naar voren dat Roma lagere schoolresultaten behalen.Door de lage schoolresultaten stromen verhoudingsgewijs veel Roma-leerlingen (19%) door naar het speciaal onderwijs (Forum, 2008). Afgezet tegen het gemiddelde van 5% in Nederland en het gemiddelde van 6% bij culturele minderheden in Nederland is dit buitenproportioneel hoog (EU-MC, 2006). De grootste groep Roma-leerlingen stroomt door naar het VMBO en een klein aantal vervolgd de schoolloopbaan op de HAVO of het VWO (Hulsen & Mulder, 2005).

Page 43: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

41Trimbos-instituut

Gedrag- en persoonlijkheidskenmerkenBepaalde persoonskenmerken (o.a. impulsiviteit, gebrekkige sociale vaardigheden, weinig vertrouwen, weinig betrokkenheid bij de school) kunnen een factor zijn voor schoolverzuim (Kearney, 2008). Uit onderzoek in Nederland onder Roma-leerlingen op de basisschool bleek dat deze leerlingen te maken hebben met onzekerheid, een laag zelfvertrouwen (Hulsen & Mulder, 2005), extreme faalangst, een laag zelfbeeld, een hoge gevoeligheid wat betreft hun achtergrond en problemen met zelfstandig werken (Van der Ree, Van den Hurk, & Timmermans, 2001). Uit onderzoek onder Roma-jongeren (gemiddelde leeftijden 14 en 15 jaar) in Letland en Litouwen blijkt dat deze jongeren veel somatische klachten hadden. (Kanapeckkiené, 2009). Ook waar-deren Roma-jongeren hun gezondheid slechter dan andere jongeren, echter dat verschil verdwijnt wanneer gecorrigeerd wordt op het opleidingsniveau van de ouders. Gezondheidsklachten hangen samen met het opleidingsniveau van de ouders en hun leefstijl, sociaaleconomische omstandig-heden, woonomstandigheden en toekomstperspectief (Kolarcik, 2009).

Risicovol gezondheidsgedragVolwassen Roma roken gemiddeld meer en vaker dan de rest van de bevolking, dat geldt voor zowel de mannen als de vrouwen (Škaric-Juric e.a., 2007; Gyukits, 2006). Op jonge leeftijd (12 jaar) is dit rookgedrag niet terug te zien bij Roma-jongeren. Maar de verwachting is dat wanneer de kinderen ouder worden ze sterk beïnvloed zullen worden door het gedrag en de leefstijl van hun ouders en dus ook gaan roken.

Met name Roma-jongens gebruiken vaker alcohol en drugs dan hun leeftijdsgenoten (Kanapec-kiené, 2009).

Roma-meisjes vertonen vaker seksueel risicogedrag (onveilige seks). Ze gebruiken geen condoom tijdens seksueel contact met een jongen waarop ze verliefd zijn en die ze als 'vast' beschouwen (Linehan, 2009). Roma-jongens gebruiken wel condooms tijdens losse seksuele contacten. De kans op overdracht van SOA en HIV is daardoor aanwezig, evenzo de kans op ongewenste zwanger-schappen. De kennis over HIV en SOA verspreiding lijkt gering (Kabakchieva, 2002).

ToekomstperspectiefVertrouwen hebben in een succesvolle schoolloopbaan en het hebben van een concreet toekomst-perspectief is een belangrijke factor voor schoolgang. Doorzettingsvermogen en de aanwezigheid van de leerling op school worden hierdoor gemotiveerd en gestimuleerd (Dowrick & Crespo, 2005). Een studie in Engeland (Derrington & Kendall, 2004) naar schoolverlaten in het voortgezet onderwijs, wijst uit dat de Roma-leerlingen die naar school bleven gaan (2/3de klas), aspiraties hadden om carrière te maken en om vervolg/hoger onderwijs te volgen. Roma-jongens zagen hun toekomst in de handwerkarbeid terwijl de Roma-meisjes hun toekomst zagen in o.a. het onderwijs, verpleging en de schoonheidsbranche. De aspiraties van Roma-jongeren zijn vaker gerelateerd aan materiële welvaart in plaats van sociale status (Bowers, 2004). Meer dan de helft kiest voor zelfstandig ondernemingschap. Door de focus op het vinden van een huwelijkspartner voor Roma-meisjes en het verkrijgen van economische zelfstandigheid voor Roma-jongens, beiden al op jonge leeftijd, gaat dit veelal ten koste van het belang om deel te blijven nemen aan het voortgezet onderwijs (Reynolds et al., 2003).

´ ´

Page 44: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

42 Trimbos-instituut

2.3.3 Omgevingsfactoren en schoolverzuim c.q. schoolgaan

Het gezin

Sociaaleconomische statusKinderen uit gezinnen met een lagere sociaaleconomische status hebben ongeveer 50% meer kans te verzuimen of voortijdig het onderwijs te verlaten dan de kinderen uit gezinnen met een hogere sociaaleconomische status (Traag & Van der Velden, 2008). Volgens Amerikaans onderzoek zijn de risico’s voor verzuim en uitval geen 50% maar zelfs 60% (Alexander, Entwisle & Kabbani, 2001). Ook het opleidingsniveau van de ouders speelt een belangrijke rol in het risico op voor-tijdig schoolverlaten. Met elk extra jaar opleiding van ouders, neemt het risico voor jongeren op voortijdig schoolverlaten af (Traag & Van der Velden, 2008). Uit onderzoek in Nederland blijkt dat de meerderheid van de Roma-ouders alleen (enkele jaren) lager onderwijs heeft gevolgd (Polman & Mulder, 2009). Onder Roma-ouders komt veel analfabetisme voor (KPC Groep, 2006) en men spreekt thuis alleen Romanes (EUMC, 2006). Uit een inventarisatie van het NISR blijkt dat de werkloosheid onder Roma hoog is (2007). Gemeen-telijke beleidsstukken bevestigen dit beeld. Ook in andere Europese landen is sprake van hoge werkloosheid onder Roma. Uit een onderzoek onder 374 Roma in Kroatië was 84% afhankelijk van een uitkering (Škaric-Juric e.a., 2007).

GezondheidPsychische gezondheid en problemen zijn geen onderwerpen waarover Roma openlijk over spreken. Met name depressie is een beladen onderwerp, het is namelijk een 'geestelijke ziekte', waar Roma zich voor schamen. Roma spreken liever over 'zich down voelen' en 'last hebben van zenuwen'. Angst en depressieve klachten komen relatief vaak voor onder Roma (Goward, 2006; Gyukits, 2006). Fysiek straffen lijkt niet uitzonderlijk te zijn. Uit onderzoek blijkt dat 11,4% van de 383 onderzochte Roma-ouders in Bosnië en Herzegivina hun kind fysiek straft (Nikšic, 2007). De onderzoeker stelt dat huiselijk geweld geaccepteerd is onder Roma, maar dat dit grote emotionele en fysieke impact heeft op de kinderen. In meerdere gemeenten in Nederland wordt huiselijk geweld gesignaleerd onder Roma (VNG, 2011). Sociale netwerkHet sociale netwerk van Roma is met name gebaseerd op familiebanden. In deze verbanden lijken de taken en posities duidelijk omschreven te zijn. Vrouwen moeten namelijk goede moeders zijn; mannen moeten goed voor hun familie zorgen. Ouderen moeten worden gerespecteerd. Kinderen zijn erg belangrijk waardoor vaak aan het starten van een gezin prioriteit wordt gegeven (Parry, 2004).

Relevantie en betrokkenheid onderwijsBetrokkenheid van ouders bij school speelt een belangrijke rol in het voorkomen van voortijdig schoolverlaten. Leerlingen die van hun ouders geen aanmoediging en ondersteuning krijgen, hebben 50% meer kans op schoolverzuim en uitval dan de jongeren die dit wel krijgen (Traag & Van der Velden, 2008).Roma-ouders hebben verschillende schoolervaringen en perspectieven op de relevantie van school. Meerdere studies geven aan dat ouders overwegend positief zijn over het basisonderwijs (o.a. Bhopal, 2006; Reynolds et al., 2003, Derrington & Kendall, 2004). Bij sommige ouders wordt de

´ ´

´

Page 45: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

43Trimbos-instituut

positieve houding negatief beïnvloed door angst voor aantasting van Roma normen en waarden (Jordan, 2001a; Derrington & Kendall, 2004; Padfield, 2005; Levinson & Sparkes, 2006). Deze angst zorgt voor wantrouwen ten opzichte van scholen (KPC Groep, 2006), zeker rond de over-gang van de basisschool naar het voorgezet onderwijs (Myers et al., 2010). Bhopal (2004) deed in Engeland onderzoek onder Roma en constateerde dat ouders hun eigen ervaringen (prestaties, pesten) laten meewegen in het belang van onderwijs voor hun kinderen.

De houding van Roma-ouders ten opzichte van school is aan het veranderen en wordt meer als een 'window of opportunity' gezien (Jordan, 2001a; 2001b) en als noodzakelijk om de Roma-cultuur in stand te houden. Nieuwe generaties willen graag kansen pakken die ze met onderwijs krijgen. Steeds meer Roma's zien in dat de toegang tot werk steeds meer afhankelijk is van diploma's (Jordan, 2001a; 2001b; O'Hanlon, 2010). Ouders rekenen er niet altijd meer op dat kinderen de 'family business' overnemen (Bhopal, 2004). Het volgen van onderwijs is daarmee relevant geworden (O'Hanlon, 2010). Een positieve houding van Roma-ouders ten opzichte van school wordt beïnvloed door het welzijn van hun kinderen, de regels die de school stelt, kennis over wat er gebeurt op school en het gevoel hebben dat het ook hun school is (Wilson et al., 2009).

Toekomstperspectief Tussen Roma en burgers wordt veelal gesproken van een wederzijds wantrouwen (Lloyd & McCluskey, 2008). De nomadische levensstijl geeft of gaf in het verleden vaak problemen met lokale autoriteiten (EUMC, 2006; Bhopal, 2004). Roma worden vaak gediscrimineerd, zowel direct als indirect (Jordan, 2001a; Rodrigues & Van Donselaar, 2010). Daarnaast is de aansluiting op de arbeidsmarkt voor Roma slecht, vorderingen in het onderwijs hebben (nog) niet geleid tot perspectieven op een betere maatschappelijke positie. Roma-jongeren kunnen vaak geen werk vinden en worden hierdoor niet gemotiveerd om school af te maken (SRSR, 2007). Zij hebben niet het idee dat hard werken voor een diploma beloond wordt (Timmermans & Van den Hurk, 2002).

Sociale leven: vriendschappen met leeftijdsgenotenLeerlingen met vrienden die vaak verzuimen van school, hebben de neiging dit gedrag te imiteren; net zoals leerlingen vrienden imiteren die wel naar school gaan en hun lessen volgen (Vitaro, Larocque, Janosz & Tremblay, 2001). De relatie die Roma-kinderen hebben met leeftijdgenoten, wordt beïnvloed door het wel of niet aanwezig zijn op school. Hoe minder de Roma-leerlingen aanwezigheid waren op school, des te minder binding ze hadden met de school en leeftijdgenoten. Andersom heeft het hebben van een sociaal netwerk en goede inter-persoonlijke vaardigheden een positieve invloed op het naar schoolgaan (Wilson et. al, 2009). Jordan (2001c) merkt op dat Roma-kinderen vaak te maken hebben met intimidatie en discriminatie, zowel door leeftijdgenoten als door schoolpersoneel. Dit heeft grote invloed op het welzijn van kinderen en of ze wel of niet naar school gaan (Wilson et al., 2009). Roma-kinderen gaan daarom vooral met leeftijdgenoten om die een Roma achtergrond hebben (Jordan, 2001c).

Page 46: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

44 Trimbos-instituut

School

Omgang met leeftijdsgenoten op schoolRoma-kinderen zijn vaak trots op hun cultuur, maar voelen zich op school vaak tussen hun ouders en de leerkrachten in staan (Wilson et al, 2009). Roma kinderen die een sterke band opbouwen met beide culturen (biculturalisatie) blijven langer naar school gaan. Deze Roma-kinderen bleken ook meer te participeren in extra activiteiten en hadden ook een sociaal netwerk met leeftijdsge-noten zonder Roma achtergrond (Derrington, 2007).

SchoolklimaatEen van de belangrijke voorwaarden voor schoolparticipatie is het welzijn en de veiligheid van kinderen. Voor Roma-kinderen is dit niet altijd vanzelfsprekend. Zo zijn discriminatie en pesten belangrijke factoren van invloed op het welzijn van deze kinderen. Wanneer kinderen om die reden niet naar school willen, hebben ouders het gevoel dat ze hen niet kunnen dwingen om wel te gaan (Bhopal, 2004).

LesmateriaalUit meerdere bronnen blijkt dat Roma nauwelijks voorkomen in het curriculum en het lesmateriaal. Zij kunnen zich met de inhoud minder goed identificeren. Ook zijn voor hen weinig rolmodellen aanwezig in het onderwijs (Cudworth, 2008; Jordan, 2001c; Bhopal, 2004; Wilson et al., 2009). Messing (2008) pleit voor pedagogische methoden die aansluiten bij de Roma, zoals coöperatief leren en project gebaseerd leren. Werken met thema's die relevant zijn voor Roma (Lloyd et al., 1999; Cudworth, 2008) en 'onderwijs op maat' behoren ook tot de mogelijkheden (Van der Ree et al., 2001). Ten slotte is aandacht voor taal door middel van een meerjarenplan belangrijk, aangezien Roma niet gealfabetiseerd zijn en thuis vaak Romanes spreken (Timmermans & Van den Hurk, 2002). Extra activiteiten gericht op de tweede fase van het voortgezet onderwijs en de vervolgopleiding zijn belangrijk om een betere aansluiting voor Roma naar de arbeidsmarkt te realiseren (Van der Ree et al., 2001).

Relatie leerkracht leerlingUit verschillende onderzoeken blijkt dat de houding van docenten naar Roma-leerlingen verbeterd kan worden. Docenten hebben veelal lage verwachtingen van Roma-leerlingen en dit kan de schoolprestaties van Roma leerlingen negatief beïnvloeden (Jordan, 2001c). De lage verwach-tingen van leerkrachten en het gedrag van Roma-kinderen zorgen ervoor dat Roma-leerlingen vaker naar het speciaal onderwijs worden doorverwezen (Timmermans & Van den Hurk, 2002). Docenten voelen zich weinig verantwoordelijk voor Roma-leerlingen en staan ze niet open voor diversiteit of hebben aandacht voor verschillende achtergronden (Pecek, Cuk & Lesar, 2008; Marc & Bercus, 2007; Jordan, 2001c). Docenten zouden de kennis die Roma-leerlingen van huis meenemen negeren en onderwaarderen. Dat zorgt voor exclusie, een laag zelfbeeld, hoge absentie en vroege schooluitval (EUMC, 2006).

Relatie leerkracht ouderDocenten lijken ook lage verwachtingen te hebben van Roma-ouders (Jordan, 2001c; Pecek et al., 2008) en er bestaat een gebrek aan vertrouwen tussen docenten en Roma-ouders (Bhopal, 2004; Van der Ree et al., 2001; O'Hanlon, 2010). In het basisonderwijs bestaat echter wel het vertrouwen tussen docent en Roma-ouder. Dat vertrouwen is gebaseerd op een respectvolle benadering van

ˇ ˇ

Page 47: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

45Trimbos-instituut

ouders, kennis van hun leefwijze, cultuur en een goede communicatie (Jordan, 2001c; Cudworth, 2008; Derrington. 2006; EUMC, 2006). In Nederland verlopen dergelijke warme contacten en de communicatie vaak via een OWWZ-consulent. Roma-ouders participeren weinig op school. Het stimuleren van ouderparticipatie in school is belangrijk om vooroordelen bij zowel de docent als de ouder weg te nemen (Marc & Bercus, 2007).

Voor- en Vroegschoolse EducatieRoma-kinderen nemen nauwelijks deel aan de Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) (EUMC, 2006; Unicef, 2007). Bijna alle Roma-kleuters starten in het onderwijs met een taalachterstand omdat de kinderen in Romanes worden opgevoed. Juist voor deze kinderen is de VVE cruciaal, om de kinderen voor te bereiden op een schoolomgeving, alvast kennis te laten maken met de Nederlandse taal en schoolachterstand in te perken (EUMC, 2006; Unicef, 2007).

Geïntegreerd onderwijsIn de literatuur wordt gepleit voor geïntegreerd onderwijs voor Roma, met een kindgerichte, gemeenschapsgebaseerde benadering voor alle kinderen (Marc & Bercus, 2007). In het onder-zoek van Gerganov en collega's (2005) in Bulgarije blijkt dat integratie van Roma-kinderen beter verloopt in gemengde klassen dan in Roma-klassen. Het directe contact tussen Roma en niet Roma doet vooroordelen afnemen (Trentin et al., 2006).

2.4 Factoren uit het kwalitatieve onderzoek

Deze paragraaf geeft een beschrijving van beïnvloedende factoren op schoolverzuim die uit de interviews met Roma-meisjes en hun ouders naar voren zijn gekomen.

2.4.1 InleidingDe totale onderzoeksgroep bestond uit 27 Roma-meisjes en hun ouders. In totaal is met 23 ouders (22 moeders en 1 vader) gesproken. Van vier ouders zijn twee Roma-dochters geïnterviewd. De verdeling tussen schoolgaande en schoolverzuimende meisjes is niet gebaseerd op registratiecijfers, maar is op basis van gegevens van de leerplichtambtenaar of schoolconsulent en de verstrekte informatie van de meisjes zelf en hun ouders.

De ernst van het verzuim Van de groep ‘schoolverzuimende meisjes’ (12 meisjes) zijn zes meisjes voortijdig met school gestopt en bij zes meisjes is sprake van een hoog verzuim.Van de voortijdige schoolverlaters zijn drie meisjes tussen hun 13de en 16de jaar definitief gestopt met school. Deze meisjes zijn getrouwd, twee hebben een kind en het derde meisje was hoog-zwanger. Eén meisje is enkele weken geleden op haar 15de jaar weggelopen met een jongen en heeft school voortijdig verlaten. Bij deze vier meisjes was al sprake van een structureel hoog schoolverzuim. Twee andere meisjes zijn tot hun 16de naar de Roma-school gegaan en zijn gestopt met het volgen van onderwijs bij sluiting van deze school (medio 2011). Van de zes meisjes die veel verzuimden waren twee meisjes van 15 en 17 jaar oud die inmiddels een taakstraf hadden gekregen, maar nog wel het praktijkonderwijs volgden. Twee meisjes van 15 jaar oud verzuimen veel van school nadat zij en hun gezin te maken hadden gehad met uithuisplaatsing vanwege schuldenproblematiek en stateloosheid. Twee andere meisjes van 13 en

Page 48: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

46 Trimbos-instituut

15 jaar verzuimden sinds enkele weken veelvuldig van school vanwege conflicten met leerlingen en/of docenten.

Van de groep 'schoolgaande meisjes' (15 meisjes) gaven twee meisjes aan dat ze soms verzuimden. Eén verzuimde af en toe een dagje van school en hielp haar moeder me in het huishouden. Het andere meisje verzuimde vaker en langere periodes achtereen vanwege migraine.

2.4.2 Kindfactoren en schoolverzuim c.q. schoolgaan

Leeftijd meisjes De onderstaande tabel geeft een overzicht van de leeftijd van de meisjes op het moment dat ze geïnterviewd werden.

Tabel 8 Leeftijd

Leeftijd Aantal Naar school Verzuim/van school

12 1 1 -

13 2 1 1

14 3 3 -

15 9 4 5

16 6 4 2

17 3 - 3

18 3 2 1

Totaal 27 15 12

De gemiddelde leeftijd van de totale onderzoeksgroep Roma-meisjes is 15,4 jaar. De gemiddelde leeftijd van de schoolgaande meisjes (15,1 jaar) ligt iets lager dan die van de verzuimende meisjes (15,8 jaar). Een aantal meisjes, dat tot de 'verzuimende' groep behoort, was al enkele jaren geleden gestopt met school, waardoor de gemiddelde leeftijd naar beneden bijgesteld kan worden en de gemiddelde leeftijden van beide groepen nagenoeg hetzelfde zijn.

Juridische status van de meisjes en geboorteplaatsTabel 9 geeft de juridische verblijfsstatus van de meisjes weer. De verblijfstatus van de ouders en de Roma-meisjes is vergelijkbaar.

Tabel 9 Juridische status

Aantal Naar school Verzuim/van school

Stateloos 8 5 3

Nederlands paspoort 13 4 9

Onbekend 6 6 -

Totaal 27 15 12

Zes Roma-meisjes (4 schoolgaande en 2 verzuimende meisjes) zijn niet in Nederland geboren, maar in Italië, Frankrijk, Verenigde Staten en in voormalig Joegoslavië (Servië en Kroatië). Deze meisjes zijn op jonge leeftijd (jonger dan 3 jaar) met hun ouders meegekomen naar Nederland.

Page 49: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

47Trimbos-instituut

WoonsituatieMeer Roma-meisjes die in een woonwijk wonen gaan naar school vergeleken met hun leeftijds-genoten die op een kamp wonen.

Tabel 10 Woonsituatie

Aantal Naar school Verzuim/van school

Woonhuis/appartement in woonwijk 14 10 4

Met meerdere Roma-gezinnen in chalets op locatie (kamp) 13 5 8

Totaal 27 15 12

Drie Roma-meisjes die gestopt zijn met school zijn inmiddels getrouwd. Twee hebben een kind en het 3e meisje is nu 8 maanden zwanger. De andere meisjes wonen nog bij hun ouders en andere gezinsleden. Deze huishoudens bestaan gemiddeld uit 5,5 personen (tussen de 3 en 9 personen).

Twee Roma-meisjes en hun gezin hebben geen eigen vaste verblijfplaats, maar zijn inwonend bij familie. Eén gezin is uit huis gezet wegens huurschulden en een ander gezin is stateloos en wordt het verblijf in Nederland ontzegd.

SchoolDe meeste Roma-meisjes gaan naar de praktijkschool en het VMBO. Op het VMBO zitten de meisjes op basis en kaderniveau. De Roma-klas had tot doel schoolafstand tot het reguliere onder-wijs te verkleinen door deze kinderen op te vangen en bij te scholen. De Roma-klassen waaraan de vijf Roma-meisjes deelname is medio 2011 gestopt. Alle Roma-leerlingen volgen nu direct het reguliere onderwijs.

Tabel 11 School

Aantal Naar school Verzuim/van school

Praktijkschool 10 4 6

VMBO 8 7 1

HAVO/VWO 2 2 -

ROC 2 2 -

Roma-klas 5 - 5

Totaal 27 15 12

School en leerachterstandAlle Roma-meisjes, zowel schoolverzuimende als schoolgaande, werden in het gezin en/of de familie opgevoed in hun eigen taal, het Romanes. Romanes is de spreektaal bij alle meisjes thuis. Dertien meisjes zijn opgegroeid op een kamp, waar meerdere Roma-families wonen. Zij kwamen beperkt in aanraking met de Nederlandse taal en konden zich nauwelijks uitdrukken in de Neder-landse taal toen ze met school begonnen. Deze kinderen startte op school met een taalachterstand. Dit is nog steeds het geval bij de meeste Roma-kleuters die 4 jaar oud zijn. Het is onbekend in hoeverre er sprake was van taalachterstand bij de schoolgaande Roma-meisjes.

Page 50: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

48 Trimbos-instituut

Van 10 meisjes is bekend dat ze vrij laat (5-9 jaar) voor het eerst naar school zijn gegaan. Het verzuim op de basisschool was bij de meeste van deze meisjes hoog. Dit kwam door het veelvul-dige rondreizen met hun ouders en door de ervaren vrijblijvendheid bij hun ouders om de kinderen verplicht elke dag naar school te sturen. Sommige meisjes hebben het hoge schoolverzuim voort-gezet in het voortgezet onderwijs en zijn uiteindelijk helemaal gestopt met naar school te gaan. Andere meisjes zijn na een periode van veel verzuim vervolgens structureel zonder verzuim naar school gegaan en zitten nog steeds op school. Veel Roma-meisjes (12 van de 27) zijn op de praktijkschool (of vergelijkbaar niveau in de Roma-klas) terechtgekomen. Verklaringen voor het hoge aantal meisjes dat een relatief laag niveau volgde moet niet alleen gezocht worden in het hebben van een lager intelligentieniveau, maar door de late schoolstart en veelvuldig schoolverzuim hebben deze meisjes schoolachterstand opgelopen. In tabel 11 is ook te zien dat relatief veel (8 van de 27) meisjes op praktijkniveau van school verzuimen of voortijdig stoppen met school.

Vrije tijdDe meisjes deden verschillende activiteiten in hun vrije tijd. Veel van hen waren bezig met compu-teren en zaten op hyves, facebook, youtube en msn. Daarnaast gingen ze veel om met hun vriendinnen waarmee ze kletsten, muziek luisterden, winkelden, naar de bioscoop gingen en om te 'chillen'. Een verschil tussen schoolgaande en schoolverzuimende meisjes is dat verhoudingsgewijs meer schoolgaande meisjes (8 van de 15) wekelijks aan sport deden (van fitness tot aan thai boksen en atletiek) dan schoolverzuimende meisjes (1 van de 9). Daar stond tegenover dat de schoolverzuimende meisjes (6 van de 9) hun moeder vaker hielpen bij het huishouden.

IdentiteitAlle meisjes identificeerden zich als Roma (27). Drie meisjes, waarvan 2 schoolgaande komen hier niet expliciet voor uit. Op aanspraak van hun ouders die bang zijn voor discriminatie op school, houden ze hun Roma-achtergrond voor zich en worden ze door andere leerlingen en docenten als Serviër/Kroaat of Griek geïdentificeerd. Bijna alle meisjes die met hun eigen familie op een locatie (kamp) wonen identificeren zich eenduidig als Roma en zijn daar ook trots op. Andere Roma-meisjes zijn daar minder expliciet in. Naast hun identiteit als Roma identificeren sommige meisjes zich ook als christelijk, als buitenlander, als Westeuropeaan, als kamper en als Nederlander.

Toekomstperspectief en afstemming met schoolloopbaanBijna alle Roma-meisjes hadden een toekomstperspectief, alleen de invulling verschilde. Zeven van de meisjes die waren gestopt met school zagen hun toekomst ingevuld als een getrouwde Roma-vrouw met kinderen, die zorgt voor haar man en huisvrouw is. Binnen dit traditionele beeld is het ongepast om als getrouwde Roma-vrouw naar school te gaan of te werken. Vier meisjes waren al op jonge leeftijd getrouwd (13-15) en 3 ervan hebben inmiddels kinderen. Drie andere meisjes die gestopt waren en 2 meisjes die veel verzuimden hadden weliswaar hetzelfde toekomstbeeld, maar wachtte nog op een geschikte partner of wilden nu nog niet trouwen omdat ze zichzelf te jong vonden (15-17 jaar). De relevantie van onderwijs werd door deze meisjes met name gezien in het leren lezen, schrijven en rekenen. Deze vaardigheden hadden ze nodig om te functioneren binnen hun toekomstig gezin, in de maatschappij en om eventueel tijdelijk te werken tot aan hun huwelijk. Hierbij dachten de meisjes aan werken in een winkel (kleding, schoenen) of een kapperszaak. Deze meisjes wisten niet of hun school voldoende opleiding zou zijn om te

Page 51: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

49Trimbos-instituut

kunnen werken in de winkel. Mocht dat niet zo zijn dan zouden ze naar ander werk zoeken, want ze wilden niet langer naar school. Deze meisjes stemden hun schoolloopbaan af op hun toekomst als huisvrouw en moeder. Eén Roma-meisje dat veel verzuimde gaf aan dat ze niet over haar toekomst wilde nadenken door de onzekere situatie waarin zij en haar gezin zich bevonden. Vanwege hun stateloosheid waren ze uit huis gezet. Dit veroorzaakte bij het meisje veel stress en verdriet waardoor ze weinig zin en motivatie meer had om naar school te gaan. Ze verzuimde veel sinds de ‘uithuiszetting’. Het toekomstperspectief en de schoolloopbaan van dit meisje hing af van de juridische status van het gezin. Twee andere Roma-meisjes die veel verzuimen door conflicten met docenten op school wilden later eigenaar worden van een kledingwinkel. Eén van de meisjes maakte zich zorgen over haar toekomst en vroeg zich af of haar droom om een eigen zaak te beginnen door het schoolverzuim nog wel haalbaar was.

Alle Roma-meisjes die naar school gaan hadden een toekomstperspectief waarin werk een onder-deel was. Sommige meisjes gaven aan dat verkering krijgen en trouwen ook belangrijk voor ze was en dat ze dat graag voor hun 20ste deden, maar gaven daarnaast aan dat ze tot die tijd wilden werken om geld te verdienen om te zorgen voor een gunstig financiële situatie wanneer ze zouden gaan trouwen. De meeste andere meisjes wilden later trouwen (tussen 20-23ste jaar) en wilden tot die tijd een goede baan en geld verdienen. Sommige meisjes maakten geen expliciet onderscheid tussen werk en trouwen en gaven de indruk dat trouwen ook samen kon gaan met blijven werken als Roma-vrouw.

Meerdere schoolgaande meisjes wilden later een eigen bedrijf hebben. Naast geld verdienen wilden ze zelfstandig zijn in hun werk en niet afhankelijk zijn van een baas, leiding willen geven en daarmee zeggenschap hebben.

Het toekomstbeeld van de meisjes lijkt in hoge mate hun schoolloopbaan te bepalen. De hoger opgeleiden wilden voor een managementfunctie kiezen en na het voortgezet onderwijs verder studeren. Een deel van de meisjes die op het VMBO zitten, wilden na het voortgezet onderwijs werken als kapper, schoonheidsspecialist, winkelbediende en stewardess. De meisjes die op het VMBO zitten en een eigen bedrijf wilden (kapsalon, beauty salon, administratie) wilden een vervolgopleiding volgen op het ROC.

2.4.3 Omgevingsfactoren en schoolverzuim c.q. schoolgang

De omgevingsfactoren zijn onderverdeeld in kenmerken die te maken hebben met het gezin, sociale leven en de school.

Het gezin

Leeftijd ouders De gemiddelde leeftijd van de ouders was 40,8 jaar waarbij de leeftijdsvariatie lag tussen de 35 en 48 jaar. Van twee opvoeders, een ouder en een grootouder, waren de leeftijden onbekend. De gemiddelde leeftijd van de ouders van de schoolgaande meisjes was lager (39,9) dan de gemid-delde leeftijd van de ouders van de verzuimende meisjes (42,3).

Page 52: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

50 Trimbos-instituut

GeboorteplaatsZes ouders zijn in Nederland geboren. Op één vader na zijn alleen de moeders geïnterviewd. Meerdere moeders waren naar Nederland gekomen om te huwen met hun man die in Nederland al woonde of in Nederland was geboren. De ouders die niet in Nederland waren geboren zijn afkom-stig uit verschillende landen, waaronder Italië, Spanje, Polen, Griekenland, Roemenië, Hongarije en het voormalig Joegoslavië (Kroatië en Servië). Deze ouders woonden gemiddeld 25,5 jaar in Nederland (variatie van 13-45 jaar).

IdentiteitAlle ouders identificeerden zich sterk met hun Roma-zijn, ze waren trots om Roma te zijn. De familielijn was sterk en men zocht elkaar zoveel mogelijk op om die band te versterken en te bevestigen. Ook speelde religie (moslim, katholiek, evangelisch) in de meeste gezinnen (16) een rol. Daarnaast bestond bij meerdere Roma-ouders een gevoel van wantrouwen naar burgers. Dit had te maken met de vervolging van Roma in de 2e wereldoorlog. In de meeste families waren hierdoor familieleden omgekomen en deze geschiedenis wordt van generatie op generatie door-gegeven. Ook recentelijk werden gevoelens van wantrouwen bij Roma versterkt door de oorlogen in voormalig Joegoslavië en Kroatië, uitzettingen van Roma in Frankrijk en de negatieve publiciteit rondom Roma in Nederland. Dit wantrouwen maakt deel uit van hun identiteit en zorgt ervoor dat Roma kwetsbaar zijn, maar ook gevoelig zijn voor discriminatie. Bijna alle ouders hadden in hun leven te maken gehad met discriminatie.

Toekomstperspectief en juridische statusSchoolverzuimende meisjesEén schoolverzuimend meisje en haar moeder maakten zich grote zorgen over hun toekomstper-spectief. Zij hadden de rechtszaak verloren voor een verblijfstatus in Nederland. Ze moesten na 13 jaar het land uit, maar vanwege hun stateloosheid hadden ze geen toegang tot een ander land. Het overgrote deel van de verzuimende meisjes had een Nederlands paspoort.

Schoolgaande meisjesEen zestal moeders van schoolgaande meisjes maakten zich zorgen over het toekomstperspectief van hun dochter. Door de juridische status van stateloosheid maakten ouders zich zorgen over de studiemogelijkheden en toegang tot werk wanneer hun dochters 18 jaar zouden worden. Een enkele ouder was bezig met een aanvraagprocedure voor het Nederlanderschap dat inmiddels bij andere ouders was afgewezen.

Toekomstperspectief en discriminatie op o.a. arbeidsmarktBijna alle ouders van schoolgaande en schoolverzuimende meisjes hadden te maken gehad met discri-minatie en waren angstig dat hun dochters, op school of op de arbeidsmarkt, daarvan slachtoffer zouden worden. Ouders hanteerden verschillende strategieën om met discriminatie om te gaan en gaven dit mee aan hun kinderen. Een eerste strategie was afstand houden tot burgers (o.a. geen contacten en vriendschappen met burgers) om hun dochters te beschermen tegen discriminatie. Een voorbeeld hiervan is het volgende citaat, 'ik had geen contact met burgerleerlingen waardoor ik ook niet te maken kreeg met negatieve dingen zoals pesten', (Roma-meisje).Een tweede strategie was het gevecht aan te gaan en hun dochters aan te leren zich niet neer te leggen bij discriminatie, maar op zoek te gaan naar oplossingen. Een voorbeeld hiervan was een moeder die met haar dochter geen stageplaats kreeg. Nadat zij met haar dochter meerdere kapperszaken tever-

Page 53: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

51Trimbos-instituut

geefs langs was geweest en geen succes had, schakelde moeder een Nederlandse kennis in om met haar dochter kapperszaken af te gaan. De eerste kapperszaak die ze benaderde nam haar dochter aan. Een derde strategie die ouders hanteerden in het omgaan met (vermeende) discriminatie is het (tijdelijk) verbergen van de Roma-identiteit. Een voorbeeld hiervan is het volgende citaat, 'pas wanneer de kinderen werk hebben en iets hebben bereikt kunnen ze daar open in zijn want dan maakt het niet meer uit', (Roma-moeder). De schoolverzuimende dochters groeiden met name op met de eerste strategie. Bij de school-gaande dochters waren met name de tweede en derde strategie terug te zien.

Sociaaleconomische status van de oudersIn alle Roma-gezinnen was sprake van een lage sociaaleconomische situatie. Dat wil zeggen dat geen van de ouders meer onderwijs had genoten dan het basisonderwijs en dertien ouders hadden zelfs geen enkel onderwijs gehad. Redenen voor het beperkt genoten onderwijs was het veel-vuldig rondreizen van Roma-families en het gemis aan onderwijstraditie (lezen en schrijven was geen voorwaarde om te kunnen overleven), maar ook discriminatie en pesten op school werden aangevoerd door ouders als reden waarom ze van school gingen, zowel in Nederland als elders in Europa waar ze als kind met hun ouders verbleven. In vier van de 27 gezinnen werkten de vaders, maar de rest van de gezinnen was afhankelijk van een uitkering, ziektewet, WAO of OAW. De vier vaders die allen een minimum salaris verdienden, hadden ongeschoold en onstabiel werk op basis van een tijdelijk contract. Twee moeders af en toe enkele uren in de week. De andere moeders waren fulltime bezig met hun huishouden. Dat was zichtbaar, in bijna alle woningen was het brandschoon. In alle gezinnen sprak ten minste één van de ouders de Nederlandse taal redelijk.

Sociale contactenDe sociale contacten van de ouders van de meisjes beperkten zich veelal tot de eigen Roma-familie. De contacten die ouders hadden met burgers was veelal met de welzijnswerker of met de buren. Eén ouder gaf aan bevriend te zijn met burgers.

Woonruimte en mogelijkheid om huiswerk te makenDe woonsituatie van de gezinnen waarin de Roma-meisjes opgroeiden was verschillend. Van de 23 gezinnen woonden 9 in chalets op locaties met meerdere Roma-families. Deze chalets hadden een woonkamer met open keuken en 3 slaapkamers. De meeste waren recentelijk opgeleverd. De geïnterviewde meisjes die in de chalets woonden deelden hun kamer met andere zusjes. Zij hadden geen privacy, laat staan dat ze een ruimte hadden waar ze hun huiswerk konden maken. Ouders signaleerden dit probleem, maar konden dat niet oplossen. Eén ouderstel had een ‘huiswerkruimte’ aan de buitenkant van de chalet geplaatst. De gemeente ging hier echter niet mee akkoord door een gemis aan een vergunning. De andere gezinnen wonen in eengezinswoningen al dan niet met tuin, een flat of appartement in de woonwijk. Sommige gezinnen woonden met z’n zessen in een klein appartement, waarbij het meisje een slaapkamer deelde en roulerend met anderen aan de huiskamertafel huiswerk moest maken. De meerderheid van de schoolgaande meisjes woonden in een ruime woning en hadden hun eigen kamer waar ze huiswerk maakten.

Page 54: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

52 Trimbos-instituut

Kennis van ouders in school en schoolloopbaanBijna alle ouders, zowel van schoolgaande als schoolverzuimende ouders, hadden weinig inzicht en kennis over de inhoud en werkwijze van de scholen waarop hun dochters zaten. De ouders konden vaak niet vertellen in welke klas, type school en schoolniveau hun dochters zaten. Ouders hadden vaak geen idee van schoolloopbanen en de vereiste vervolgopleidingen die voorwaarden zijn om bepaalde beroepen uit te kunnen oefenen. Ook ontbrak kennis over studievergoedingen zoals studiefinanciering. Ouders konden niet refereren aan hun eigen schoolervaring waardoor onderwijs voor hen een nieuw en onbekend terrein is. Ze voelden zich hierover erg onzeker en durfden hun vragen die ze hadden, niet te stellen aan docenten of mentoren.

Betrokkenheid van de ouders bij de schoolgang van hun dochter. Ouders van schoolverzuimende meisjes: geen of weinig betrokkenheidVan de meisjes die voortijdig school verlieten toonden de ouders weinig tot geen betrokkenheid bij de schoolgang van hun dochter in het voortgezet onderwijs. Dit gebrek aan betrokkenheid hing samen met de visie van de moeders op de toekomst van hun dochters binnen de Roma-cultuur. ‘Een man moet werken en een vrouw moet koken, we zijn daar happy mee en we weten niet beter’, (Roma-moeder). De moeders vonden dat hun dochters naar school moesten om te leren lezen, schrijven en rekenen waardoor ze zich als huisvrouw, en eventueel tot hun trouwen als werknemer in een winkel, konden redden en met geld om konden gaan. 'Kunnen lezen en rekenen is je diploma om te kunnen werken', (Roma-moeder). Hierdoor had verder leren op het voortgezet onderwijs, laat staan een ROC, voor deze moeders geen meerwaarde.

Deze 'traditionele Roma-moeders' stuurden hun dochters alleen vanuit de wettelijke verplichting naar school, ‘als het moet dan moet het’ (Roma-moeder). Wanneer hun dochters echter niet wilden en niet gingen verbonden de moeders daar geen consequenties aan of alleen om een taakstraf en een boete van €500,- te voorkomen. Sommige moeders gaven aan dat ze nu beter dan vroeger om konden gaan met de leerplichtregel wanneer hun dochter geen zin had om naar school te gaan, 'ik bel nu school op om haar ziek te melden, dat voorkomt problemen', (Roma-moeder).

Veel van deze Roma-meisjes werden met de auto gebracht en gehaald van school. In de meeste gevallen door vader omdat deze een rijbewijs had. Schoolgang van deze Roma-kinderen was afhankelijk van de motivatie en beschikbaarheid van vader. Wanneer deze andere afspraken had of de auto kapot was betekende dat automatisch dat de kinderen niet naar school hoefden. Deze Roma-ouders hadden weinig contact met de docenten op school. De contacten tussen de reguliere school en de ouders verliepen via de welzijnswerker die als contactpersoon optraden. Het contact met de Roma-klas die tot medio 2011 bestond verliep direct via de docenten die vanuit welzijnswerk waren aangesteld.

De moeders van de meisjes die voortijdig school verlieten woonden op een viertal locaties met meerdere Roma-families waarmee ze (samen)leefden. De moeders waren fulltime bezig met het huishouden en het opvoeden van hun kinderen. Ze deelden hun dagelijks leven met de andere Roma-moeders en hadden daarbuiten nauwelijks contact met burgers. Sommige moeders waren stellig hierover en wilden vanuit culturele redenen geen contact met burgers, ze ontmoedigden burgercontact bij hun dochters, door het gewoonweg te verbieden. Deze moeders hadden burgercontact via een welzijnswerker wanneer het noodzakelijk was en problemen opgelost moesten worden.

Page 55: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

53Trimbos-instituut

Ouders van schoolverzuimende meisjes: wel betrokkenheid, maar gemis aan assertiviteitDrie ouders van schoolverzuimende meisjes zijn betrokken bij de schoolgang van hun dochter, maar misten zelfvertrouwen en een assertieve houding naar school. De 1e dochter had een conflict met een docent, de 2e dochter werd gepest door medeleerlingen en de 3e dochter moest geplaatst worden op een nieuwe school, na een uithuisplaatsing. De ouders van de 1e en 2e dochters hadden inmiddels een gesprek gehad met de mentoren van de meisjes en wachtte op een afspraak voor een vervolggesprek met de schoolleiding. In een eerder gesprek voelden ze zich niet serieus genomen. Inmiddels waren er weken verstreken zonder dat ze een bericht hadden gehad. De ouders van de 3e dochter kregen hun kind niet geplaatst op een nieuwe school. Alle drie de ouderstellen maakten zich zorgen over de situatie en wisten niet wat ze verder konden doen. Voor deze ouders was de stap te groot om zelf naar school te gaan en gesprekken aan te vragen met docent en schoolleiding waardoor ze allen afwachten in angst voor leerplicht en instellingen als jeugdzorg en in het verlengde daarvan een potentiële uithuisplaatsing. De ouders van de 2e dochter waren al op gesprek geroepen bij leerplicht.

Ouders van schoolgaande meisjes: veel betrokkenheidBijna alle ouders van schoolgaande meisjes waren betrokken bij het naar school gaan van hun dochters. Ook in deze groep konden de ouders hun dochters vakinhoudelijk niet bij staan met hun huiswerk. Dat vonden ze jammer. Sommigen van deze ouders hielden zich met name bezig met het creëren van randvoorwaarden voor het maken van huiswerk (studie/huiswerkruimte bouwen) of het organiseren van huiswerkondersteuning voor hun dochter. Ze belden met de docenten op school om huiswerkbegeleiding te vragen, maar regelden ook beschikbare neven en nichten die konden helpen bij het huiswerk.

Een andere manier die meerdere moeders hanteerden om hun dochters te stimuleren om naar school te gaan en hun best te doen, was het ontmoedigen van vriendjes. Waar deze ouders openstaan voor vriendschappen met vriendinnen, waren vriendjes en verliefdheid uit den boze. Voor deze dochters was het ‘verboden’ om voor hun 19e jaar met een vriendje aan te komen. Sommige moeders hoopten dat hun dochters door dit verbod niet in de verleiding zouden komen en te willen trouwen op jonge leeftijd. Deze moeders wilden dat hun dochters eerst opleidingen volgden en dan zouden gaan werken. 'Ik wil niet dat ze jong trouwt, als ze in de twintig is dan is dat ook goed want ze kan tot die tijd thuis wonen', (Roma-moeder). 'Vroeger was het normaal om met 16 te trouwen, dat is niet meer zo' (Roma-moeder).

Meerdere ouders gaven aan dat ze trots waren op hun dochters. In sommige families was het schoolgaande meisje de eerste die een VMBO diploma zou halen, of 'de eerste in de familie die studeert' (Roma-moeder van dochter die op het VMBO zit), of de eerste die op het VWO zit.

De betrokkenheid van de ouders kwam grotendeels voort uit economische motieven en met name het verkrijgen van economische onafhankelijkheid en meer economische armslag. Uit ervaring wisten de ouders dat hun kinderen zonder diploma in de Nederlandse samenleving geen perspec-tief zouden hebben op werk en een zelfstandig inkomen. 'School is belangrijk, met diploma ben je klaar voor de toekomst’, (Roma-moeder). Ouders gaven ook aan dat ze wilden dat hun kinderen het beter zouden krijgen dan zijzelf. ‘Ik wil meer voor mijn kinderen dan werkloos zijn en geen opleiding hebben', (Roma-moeder). 'Hoe hoger de opleiding des te meer ze later kan verdienen en des te kleiner de kans dat ze later moeite heeft om rond te komen' (Roma-moeder).

Page 56: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

54 Trimbos-instituut

Sommige ouders motiveerden hun dochters naar school te gaan vanuit persoonlijke ervaringen met de sociale dienst, 'om gedoe te voorkomen met een uitkering en de gemeente' of als gescheiden moeder, 'school is belangrijk om je eigen geld te verdienen, als je gaat scheiden kun je namelijk voor je eigen kinderen zorgen' (Roma-moeder). In tegenstelling tot enkele decennia geleden, zien veel ouders de toekomst van hun kinderen in Nederland. ‘Mijn kinderen moeten zich financieel en sociaal kunnen redden in deze burgermaat-schappij’ (Roma-moeder). In de betrokkenheid van ouders kwam het belang van persoonlijke ontwikkeling van hun dochter nauwelijks aan bod.

Bijna alle ouders van de schoolgaande meisjes hadden een zogenaamde 'naar buiten gerichte blik'. Veel van de moeders waren net als de 'traditionele Roma-moeders', fulltime bezig met het huishouden en het opvoeden van hun kinderen. En ook bij deze ouders is de Roma-familie en cultuur erg belangrijk en invloedrijk. Maar deze moeders onderscheidde zich van de 'traditionele Roma-moeders', in het open staan voor contact met andere mensen dan alleen met de eigen Roma-familie. Eén ouder beredeneerde haar openstaan voor andere culturen als volgt, ‘wij zijn allemaal door God gemaakt en van binnen zijn wij allemaal hetzelfde' (Roma-moeder). Sommige van deze ouders hebben zelf contacten met burgers, namelijk met hun buren, collega's of hebben burgervrienden. Bijna alle ouders vonden het leuk en belangrijk dat hun dochters schoolvrien-dinnen, zowel Nederlandse als met andere culturele achtergronden, mee naar huis namen of bij hen op bezoek gingen.

De ruime blik van deze ouders betekende echter niet dat ze hun dochters geheel vrij lieten in de opvoeding en het opgroeien. De meeste ouders maakten duidelijke afspraken met hun dochters over het tijdstip dat ze thuis moesten zijn en over ontoelaatbaar gedrag. Het niet houden aan gemaakte afspraken, rondhangen op straat en het omgaan met 'slechte' jongeren was verboden. Ook dienden de dochters de Roma-tradities te respecteren en na te leven, zoals de volgende drie citaten van verschillende ouders illustreren: 'Geloof is belangrijk en Roma-cultuur, dat mag ze niet vergeten'; ‘We vinden het belangrijk dat ze studeert, maar cultuur mag ze niet vergeten'; 'Ze weet de tradities van de Roma-cultuur en combineert ze goed met het leven in Nederland'; 'Ze moet de Roma taal en cultuur kennen naast Nederlandse, zo ben je namelijk zeker van jezelf' (Roma-moeder).

De meeste ouders waren op de hoogte van de voortgang op school van hun dochter, door bij hun dochter zelf te informeren en de school te bezoeken op ouder- of informatieavonden. De meeste ouders hadden alleen op deze avonden contact met de docenten op school. Enkele ouders ervoeren de gesprekstijd tijdens een ouderavond als kort en gingen vaak met ongestelde vragen terug naar huis. Sommige ouders gingen er vanuit dat wanneer het niet goed zou gaan op school, zij dat zouden horen van de docent of mentor op school en hadden een houding van 'geen nieuws is goed nieuws'. Andere ouders waren alerter, 'We zien het soms misgaan bij andere kinderen omdat ouders niet tijdig in gesprek gaan met school, maar ook dat school de ouders niet tijdig op de hoogte stelde', (Roma-ouders). Een tweetal moeders hadden frequenter contact met docenten, omdat het een aantal keren 'niet lekker liep', met hun dochters op school en een moeder wilde spreken met de docent naar aanleiding van een les over seksuele voorlichting op school.

Page 57: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

55Trimbos-instituut

Voorbeelden van schoolgaande of schoolverzuimende zussen en broersHet gemiddelde gezin van de schoolgaande meisjes bestond uit 5,3 gezinsleden, de ouders van de meisjes geïncludeerd. De schoolgaande meisjes hadden in totaal 22 jongere broertjes en zusjes en 14 oudere broers en zussen. Eén schoolgaand meisje was opgegroeid met een broer en zus die van school verzuimde en voortijdig school hadden verlaten. Alle andere 14 meisjes leefden in gezinnen waar alle kinderen naar school gingen of inmiddels na het behalen van een diploma aan het werk waren.

De gemiddelde gezinsgrootte van de schoolverzuimende meisjes bestond uit 6,3 gezinsleden, dat is 1 gezinslid meer dan de schoolgaande meisjes. De schoolverzuimende meisjes hadden 11 jongere broertjes en zusjes en 23 oudere broers en zussen. In 7 van de 9 gezinnen groeiden de verzuimende meisjes op met broers en zussen die van school verzuimden of voortijdig school hadden verlaten.

Het sociale leven van de meisjes: familie en vriendschappen

Sociaal netwerk

Tabel 12 Sociale contacten

Totaal Naar school Verzuim/van school

Man/kind/schoonfamilie 3 - 3

Gezin (ouders/broers/zussen) 27 15 12

Nichten 16 9 7

Vriendinnen van Roma-afkomst vanuit school 5 1 4

Vriendinnen van Roma-afkomst uit de woonomgeving 4 2 2

Burgervriendinnen vanuit school/stage/werk 15 12 3

Burgervriendinnen uit de woonomgeving 4 2 2

Alle twaalf schoolverzuimende meisjes gaven aan dat ze veel en dagelijks contact hadden met hun familie. Bij meerdere meisjes liepen de vriendschappen en familierelaties door elkaar heen, bijvoor-beeld door hun vriendschappen met hun nichten. Zeven meisjes hadden uitsluitend vriendschappen met hun nichten. Dit gold voor de schoolverzuimende meisjes die met andere Roma-families op kampen woonden. Vijf van de twaalf verzuimende meisjes hadden vriendinnen zonder Roma-afkomst. Dit zijn buurmeisjes en schoolvriendinnen met verschillende culturele achtergronden. Een schoolverzuimend meisje werkte in de winkel en ging buiten het werk ook met haar collega’s om, dit mochten haar ouders niet weten.

Eveneens alle schoolgaande meisjes gaven aan dat ze veel en met name in het weekend contact hadden met hun familie. Enkele meisjes gaven aan dat ze hecht bevriend waren met hun nichten en dat gold met name voor de meisjes die met andere Roma-families op locaties (kampen) woonden. Dertien van de vijftien schoolgaande meisjes hadden vriendschappen met niet Roma-meisjes en twee daarvan hadden vriendschappen met niet Roma-jongens. Twee meisjes hadden via school vriendschap gesloten met andere Roma-meisjes.

Page 58: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

56 Trimbos-instituut

School

Motivatie en schoolbelevingSchoolverzuimende meisjesDrie van de twaalf schoolverzuimende meisjes vonden het leuk om naar school te gaan. Het meisje dat vanwege haar stateloosheid zou worden uitgewezen vond school leuk en deed tot de uitspraak van de rechter erg haar best op school. De andere meisjes die het leuk vonden om naar school te gaan, vonden vooral de creatieve vakken als tekenen, knutselen en schilderen leuk. De negen andere meisjes vonden school 'saai', 'niet leuk', 'vreselijk' of 'niet belangrijk'. Enkele meisjes gaven aan dat ze weinig op school hadden geleerd, 'ik kan zelfs niet lezen en schrijven', (Roma-meisje). Een ander meisje gaf aan dat behalve het leren lezen, schrijven en rekenen, het onbelangrijk was om naar school te gaan, 'maar als het moet dan moet het', (Roma-meisje). De meisjes die het meest uitgesproken waren in hun schoolbeleving waren de twee meisjes die conflicten hadden op school met hun medeleerlingen en docenten. Zij gaven aan dat ze school vreselijk vonden en het liefst niet meer naar school wilden. Ze hadden veel stress en verdriet door de huidige schoolsituatie.

Schoolgaande meisjesTwaalf van de vijftien schoolgaande meisjes vonden het leuk om naar school te gaan. Deze meisjes vonden het gezellig op school om meerdere redenen: ze hadden op school vriendinnen of kenden klasgenoten die ze leuk vonden en waarmee ze kletsten in de pauzes; ze vonden het leuk om te leren en ze wilden leren; en ze hadden leuke vakken waarvoor ze ook goede cijfers haalden. Eén meisje illustreerde haar schoolbeleving als volgt: 'de school is van mij',(Roma-meisje).

Fysieke en mentale afstand woning en schoolSchoolverzuimende meisjesZes meisjes werden door hun ouders met de auto naar school gebracht en gehaald. Twee meisjes van elk 16 jaar oud gingen tot voor kort naar een Roma-klas in dezelfde woonplaats. Deze Roma-klas is medio 2011 gestopt en daarmee ook het schoolgaan van de meisjes. De meisjes moesten hun opleiding vervolgen op een reguliere school, een ROC in de naburige stad. De ouders van de meisjes weigerden de meisjes naar het ROC te brengen vanwege de grote afstand, maar ze wilden ook niet dat hun dochters met het openbaar vervoer naar het ROC zouden gaan. 'Mijn dochter is altijd naar de Roma-klas gegaan en heeft hierdoor geen burgervriendinnen waarmee ze samen naar het ROC kan gaan', (Roma-moeder). ‘Met al die vreemde kinderen naar school moeten gaan, dat is onveilig', (Roma-moeder). Beide meisjes gaven ook zelf aan dat de afstand naar het ROC te groot was en dat ze liever wilden werken.

Schoolgaande meisjesBijna alle schoolgaande meisjes gingen zelfstandig naar school met de fiets of met het openbaar vervoer. Drie meisjes werden regelmatig door hun vader naar school gebracht.

Page 59: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

57Trimbos-instituut

Leer/schoolprestatiesSchoolverzuimende meisjesMeerdere meisjes konden niet goed aangeven in welke vakken ze op school goed waren en waarin ze goede cijfers haalden. Sommige meisjes gaven aan dat ze nergens goed in waren of dat ze helemaal niets geleerd hadden op school, zelfs niet leren lezen en schrijven. Twee meisjes gaven aan dat ze te weinig ondersteuning bij de leerstof kregen van de docenten tijdens de lessen. Ze begrepen vaak niet wat ze moesten doen en konden hun opdrachten in de les niet zelfstandig uitvoeren. 'Ik begreep veel niet en de juffen en meesters hielpen me ook niet toen ik het vroeg. Ze hadden steeds geen tijd, of zeiden dat ik het nog een keer goed moest lezen', (Roma-meisje). Eén meisje was meer uitgesproken over haar schoolprestaties en gaf aan dat ze goede cijfers op school haalde, alleen kon ze niet aangeven voor welke vakken. De drie meisjes die verzuimden vanwege conflicten op school en te maken hadden met de uitzetting vanwege haar stateloosheid, gaven aan dat hun schoolprestaties hierdoor negatief beïnvloed werden. Voor-afgaande aan deze gebeurtenissen waren hun schoolprestaties goed, maar deze waren inmiddels afgenomen doordat ze zich slechter konden concentreren en ze ongemotiveerder waren om hun best te doen op school.

Schoolgaande meisjesDe schoolgaande meisjes waren uitgesproken over welke vakken ze wel en niet leuk vonden, waar ze moeite mee hadden en waar ze goed in waren. Het meest besproken vak was wiskunde dat een aantal meisjes het leukste vak vonden waar ze goed in waren, maar door een evenzo groot aantal meisjes als het minst leuke vak werd beschouwd waarmee ze moeite hadden. Eén schoolgaand meisje stond er niet goed voor, mede door regelmatige afwezigheid door migraine en ze zou waarschijnlijk niet over gaan.

Huiswerk maken Schoolverzuimende meisjesZes meisjes gaven aan dat ze vanuit school geen huiswerk thuis hoefden te maken. Eén meisje gaf aan dat zij thuis zelfstandig haar huiswerk kon maken. Eén meisje gaf aan dat het voor haar vaak moeilijk was om huiswerk thuis te maken 'ik vond het moeilijk en snapte niet alles. Mijn ouders kunnen mij niet helpen omdat ze zelf niet naar school zijn geweest', (Roma-meisje). Vier meisjes hadden oudere broers of zussen die hen konden helpen bij het maken van het huiswerk. Twee van deze meisjes gaven echter aan dat ze sinds de conflicten op school hun huiswerk niet meer maakten.

Schoolgaande meisjesDrie meisjes maakten thuis geen huiswerk. Twee van hen kregen geen huiswerk mee en één meisje gaf aan dat door de drukte thuis het niet mogelijk was om thuis huiswerk te maken en te leren. Zij maakte zoveel mogelijk haar huiswerk op school, in de lessen en in de pauzes. De twaalf andere meisjes waren min of meer zelfstandig in staat om hun huiswerk thuis te maken. De meeste meisjes maakten dagelijks hun huiswerk, op hun eigen kamer en een enkeling bij toerbeurt in de woonkamer. De meisjes die daarbij ondersteuning nodig hadden vroegen dat zelfstandig aan de docent op school of aan broers, zussen, neven en nichten.

Page 60: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

58 Trimbos-instituut

Gedragsproblemen op schoolSchoolverzuimende meisjesEén meisje gaf aan dat ze op school wel eens straf kreeg vanwege haar gedrag. Voorbeelden hiervan waren in de klas Romanes spreken met haar Roma-vriendinnen/nichten, van het school-plein afgaan, naar de stad gaan of een grote mond geven. ’Als ik iets moet dat ik niet wil dan doe ik dat soms niet en dan worden ze boos en dan moet ik naar de directeur om te praten. Daar word ik dan rustig', (Roma-meisje).

Schoolgaande meisjesVier schoolgaande meisjes vertelden dat ze wel eens straf hadden gekregen. De verschillende aanleidingen hiervoor waren dat ze tijdens de les teveel kletsten, Romanes spraken en met hun mobiele telefoon speelden. Bij één van deze meisjes is een ruzie een keer uit de hand gelopen waarbij er werd geslagen. Dit conflict had niet te maken met haar Roma-zijn zegt ze zelf.

Omgaan met leerlingen/peers op schoolSchoolverzuimende meisjesZes meisjes zaten alleen met Roma-leerlingen in de klas. In veel gevallen waren dat hun vrien-dinnen/nichten. De meisjes vonden het prettig dat ze met elkaar in dezelfde klas zaten omdat ze met elkaar konden spreken in het Romanes en zoals een meisje omschrijft, 'ik had geen contact met burgerleerlingen waardoor ik ook niet te maken kreeg met negatieve dingen zoals pesten', (Roma-meisje). Twee meisjes zaten met Roma-leerlingen en burgerleerlingen in de klas. Beide meisjes hadden weinig tot geen contact met de burgerleerlingen. Het ene meisje had geen zin om met burgerleerlingen te praten en het andere meisje gaf hiervoor de volgende reden, 'Zij hebben een beperking. Wij zitten daar (speciaal onderwijs) omdat we niet altijd goed onderwijs hebben gehad en daardoor achterop zijn', (Roma-meisje). Vier meisjes zaten alleen met burgerleerlingen in de klas. Eén meisje kon goed met haar klasge-noten opschieten, het contact tussen de andere drie meisjes en hun klasgenoten verliep niet goed. Eén meisje had het idee dat ze vanwege haar Roma-achtergrond gepest werd, een ander meisje voelde zich alleen in haar klas, ook al omdat ze een stuk ouder was dan haar klasgenoten en ook het derde meisje had geen klik met haar klasgenoten.

Schoolgaande meisjesZeven schoolgaande meisjes zaten op scholen waarbij ze de enige waren met een Roma-achter-grond. Dat was voor geen van de meisjes een probleem om met alleen burgerleerlingen om te gaan. 'Het maakt niet uit of iemand Roma of Nederlands is, het gaat om de persoon en of je daarmee overweg kan, niet of iemand Roma is of niet', (Roma-meisje). Deze meisjes hadden op school meerdere vriendinnen met verschillende culturele achtergronden waaronder Hindoestaans, Marok-kaans, Colombiaans, Turks, Antilliaans en Nederlands waarmee ze ook buiten school afspraken.

Eveneens zeven meisjes zaten op scholen met enkele andere Roma-leerlingen, maar zaten in de klas met alleen burgerleerlingen. Sommige meisjes hadden ook contact met andere Roma-meisjes op school waarmee ze met name in de pauzes kletsten, maar ze hebben ook veel contact met vriendinnen met andere culturele achtergronden. Eén meisje vormde daarop een uitzondering en had geen contact met haar burgerklasgenoten buiten school om. Eén meisje zat met meerdere Roma-klasgenoten die tevens haar nichten waren in een klas en ging vooral met hen om en niet met de andere klasgenoten.

Page 61: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

59Trimbos-instituut

SchoolklimaatSchoolverzuimende meisjesEen aantal meisjes gaf aan dat ze nog nooit waren gepest op school vanwege hun Roma-achter-grond. Sommige meisjes stelden zich strijdbaar op wanneer ze gepest werden. 'Een jongen op school scheldt mij uit als kutkamper, maar ik scheld dan gewoon net zo hard terug', (Roma-meisje). De meisjes die een conflict hadden met hun klasgenoten en docenten voelen zich onveilig in de klas of bij de desbetreffende docenten. Zij hadden het gevoel dat ze door hun Roma-afkomst werden buitengesloten en gediscrimineerd. De gesprekken met de mentoren waarin de meisjes met hun ouders dit gevoel bespraken, hadden niet tot oplossingen geleid waardoor ze zich niet serieus genomen voelden.

Schoolgaande meisjesGeen van deze meisjes hadden het idee of de ervaring dat ze gediscrimineerd of negatief (uitge-scholden, uitgelachen, gepest) benaderd waren vanwege hun Roma achtergrond. 'Ze weten op school dat ik Roma ben, maar daar wordt niet moeilijk over gedaan' (Roma-meisje.) Voor veel ouders was dit een geruststelling. Eén meisje besprak haar situatie en verblijfsvergunning meerdere malen met de vertrouwenspersoon op school.

Relatie leerling en leraarSchoolverzuimende meisjesDe relaties tussen de schoolverzuimende meisjes en de docenten werden wisselend beoordeeld. Twee meisjes beoordeelden hun contact met de docenten als 'goed'. Deze meisjes kregen weinig straf op school en vonden sommige docenten leuk. De meeste meisjes beoordeelden de relatie met de docenten als 'gewoon' of gemiddeld. Ze hadden geen docenten waarmee ze een goede relatie hadden, maar ook geen docenten waar ze niet goed mee overweg konden, 'ze zijn allemaal een beetje hetzelfde'. (Roma-meisje).

Vier meisjes vonden hun relatie met hun docenten niet goed. Eén meisje vond dat ze onvoldoende geholpen werd tijdens de lessen en dat haar docenten te streng waren. Twee meisjes voelden zich niet begrepen door de docenten en misten ondersteuning van de docenten tijdens conflicten met klasgenoten. Tijdens conflicten met haar klasgenoten werden de meisjes hierop aangesproken en apart gezet, terwijl ze van mening waren dat andere leerlingen de aanleiding waren voor het conflict. De meisjes begrepen de handelswijze van de docenten niet en voelden zich gediscrimi-neerd. Een ander meisje had het gevoel dat één specifieke docent haar structureel persoonlijk aanviel. Ook dit meisje had het idee dat haar Roma-achtergrond hiermee te maken had.

Schoolgaande meisjesDe meeste schoolgaande meisjes beoordeelden hun relaties met docenten als 'goed'. Deze meisjes hadden een goed contact met hun docenten die ook aardig waren. Voor één meisje hield een goed contact in dat ze met haar docenten ook een pittige discussie kon voeren zonder dat deze op hun eigen standpunt bleven staan maar ook met haar mee dachten wanneer zij gelijk had. Dat was op haar school het geval. Twee meisjes waardeerden de behulpzaamheid van de docenten. 'Mijn mentrix doet heel erg haar best voor mij' (Roma-meisje). Het andere meisje gaf daarbij aan dat ze haar docenten ook echt voor hulp kon vragen en met hen over haar verblijfsvergunning kon praten.

Page 62: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

60 Trimbos-instituut

Drie schoolgaande meisjes waren minder positief over hun relaties met docenten. Twee daarvan vonden enkele docenten wel leuk, maar de meeste waren saai en streng. Eén meisje vond het lastig om met haar Roma-nichtjes in de klas geen Romanes te spreken en daardoor kregen ze vaak straf. Een ander meisje positioneerde zich duidelijk als een Roma-meisje tegenover haar docenten omdat ze van mening was dat sommige docenten 'naar' doen over Roma. 'Prima als je me niet accepteert, maar dan weten ze in ieder geval wie ik ben!' Het meisje gaf aan dat ze niet hield van docenten die 'een soort masker', op hadden en haar als Roma niet accepteerden. 'Ik accepteer iedereen als ze ook respect hebben voor mij' (Roma-meisje).

Aandacht voor diversiteitSchoolverzuimende meisjesNaar aanleiding van de gesprekken met de meisjes was het niet duidelijk in hoeverre docenten of op school aandacht had voor culturele diversiteit. De docenten van de meisjes waren op de hoogte van hun Roma-afkomst. Uit de interviews bleek dat op school of bij sommige docenten incidenteel aandacht was voor hun Roma afkomst. 'Ze vragen soms wel iets als ik naar een Roma bruiloft was geweest'. (Roma-meisje)

Schoolgaande meisjesOok op de scholen van de schoolgaande meisjes ontbrak structurele aandacht voor culturele diversi-teit. Meerdere meisjes gaven aan dat ze incidenteel wel eens een vraag van een docent kregen over hun Roma achtergrond. Die vragen gaan o.a. over de wijze waarop ze wonen, het verschil tussen Roma en Sinti, waar Roma oorspronkelijk vandaan kwamen of vragen over de gang van zaken bij een Roma-bruiloft. De meisjes vonden het leuk dat docenten hierover vragen stelden. Het maakt wel uit op welke manier de vragen worden gesteld, ‘als ik maar niet als een buitenstaander wordt beschouwd’. (Roma-meisje) En voor sommige meisjes maakt het uit welke docent de vraag stelt. 'Docenten die een masker ophebben moeten geen vragen stellen, alleen 'pure mensen', mogen dat doen omdat zij oprechte belangstelling en respect hebben voor Roma’, (Roma-meisje).

VerzuimbeleidSchoolverzuimende meisjesMet de ouders van de schoolverzuimende meisjes en de school was frequent contact geweest en er waren meerdere gesprekken gevoerd met docenten, mentoren of onderwijsconsulenten over het schoolverzuim van hun dochters. De drie ouders van de meisjes die op school conflicten hadden met klasgenoten en/of docenten waren niet op de hoogte van de procedure die de school hanteerde in dit soort gevallen waardoor miscommunicatie ontstond rondom het verzuim van hun dochters. De ouders gingen er enerzijds vanuit dat na een eerste gesprek de school het initiatief zou nemen tot een vervolgafspraak terwijl dat niet gebeurde. Vanwege onzekerheid durfden de ouders hier niet actief achteraan te gaan. Ondertussen schakelde een school leerplicht in. Alle ouders van de verzuimende meisjes waren op de hoogte van de leerplicht. Voor sommige ouders was leerplicht en de daaraan verbonden sancties (geldboete of taakstraf) een motivatie om hun dochters naar school te sturen. Voor sommige meisjes en hun ouders was het de 'kunst' om zoveel mogelijk thuis te blijven zonder dat ze problemen kregen met leerplicht. De onderstaande twee citaten geven hiervan een illustratie.

Page 63: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

61Trimbos-instituut

'Toen ik nog naar school ging, was dat 2 of 3 keer per week. Ik ging dan naar de stad. Als de docenten belden om te vragen waar ze bleef dan zei ik gewoon dat ik ziek was. Toen ik eenmaal zwanger was kon leerplicht er weinig meer aan veranderen' (Roma-meisje).

'Mijn dochter gaat niet naar school als ze moe of ziek is. En mijn dochter is vaak moe. Ik zeg haar dan wel dat ze moet gaan, want school is verplicht. Maar als ze niet wil dan bel ik school dat ze niet komt. Als ik school maar bel is het ok' (Roma-moeder).

De helft van de verzuimende meisjes had te maken (gehad) met leerplicht. Vijf van hen kregen wegens teveel verzuim een boete en taakstraf opgelegd. Van één meisje was bekend dat ze twee keer een taakstraf had gekregen. Eén meisje kreeg recentelijk een uitnodiging om met haar ouders op gesprek te komen bij leerplicht.

Vijf van de twaalf meisjes waren van mening dat ze buiten de leerplichtregeling vielen. Drie meisjes waren getrouwd en zwanger of hadden inmiddels een kind. Eén meisje had ontheffing gekregen van leerplicht om te mogen werken en bij het meisje dat het land uitgezet dreigde te worden was de leerplichtregeling niet meer van toepassing. Dit meisje mocht officieel niet meer naar school.

Schoolgaande meisjesVan één schoolgaand meisje was bekend dat ze enkele jaren geleden te maken had met leerplicht, omdat ze volgens eigen zeggen een aantal keren te laat op school was.

2.4.4 Bevindingen schematische weergegeven

Hieronder volgt een schematisch overzicht van de bovengenoemde factoren die samenhangen met het schoolverzuim en schoolgaan van Roma-meisjes. Deze factoren zijn onder te verdelen in verschillende niveaus, die van het kind zelf en van de omgeving. Alle factoren op deze niveaus hebben samenhang met de schoolgang van Roma-meisjes. Dat betekent niet dat bij alle school-gaande meisjes ook alle factoren aanwezig zijn. In tegendeel, bij meerdere meisjes ontbraken enkele belangrijke bevorderende factoren. Belangrijk is echter dat op alle (sub)niveaus wel enkele bevorderende factoren aanwezig zijn. In de onderstaande schema’s (1, 2a t/m 2c) worden deze factoren gepresenteerd.

Page 64: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

62 Trimbos-instituut

Kindfactoren

In schema 1 staan de factoren die een rol speelden op individueel niveau bij schoolverzuim/voor-tijdig schoolverlaten en schoolgang van Roma-meisjes in het voortgezet onderwijs weergegeven.

Schema 1: kindfactoren

Kindfactoren

Verzuimende meisjes Schoolgaande meisjes

Late schoolstart met taalachterstand. Veel verzuim in eerste jaren basisonderwijs

Leer en school achterstand → Onbekend

Praktijkschool en Roma-klas

Schoolniveau →VMBO, HAVO, VWO

en ROC

Beperkte leefwereld: zowel school als vrije tijd

binnen Romakring

Leefwereld →Geïntegreerde leefwereld tussen Roma en burgers

zowel op school als vrije tijd.

Perspectief gericht op trouwen en gezin stichten.

Toekomstperspectief →Perspectief gericht op ‘eerst

werken’, trouwen komt later.

Traditioneel beeld van de Roma-vrouw: zorgen voor het huishouden, man en kinderen.

Werken is uitgesloten.

Beeld van Roma-vrouw: in ere houden van de

Romatradities, combinatie getrouwde vrouw en werk

is mogelijk.

Ideaal is op ‘jonge’ leeftijd trouwen, rond 18de jaar,

eerder mag ook↔

Ideaal is op ‘latere’ leeftijd trouwen, rond 21ste en

later mag ook

Werken is ondergeschikt aan toekomstperspectief

getrouwde vrouw. Werken is tot aan het zich aandienen

van potentiële man.

↔Werken genereert

economische zelfstandigheid

School is niet bepalend voor realiseren van toekomstideaal. Kennis op basisschool niveau

volstaat voor toekomst en tijdelijk werk.

School is bepalend voor het verkrijgen van werk. Meer

kennis en opleiding vergroot de kans op werk, maar ook ‘hoger’ werk, zelfstandige zaak en meer inkomsten.

Juridische status en primaire omstandigheden

(uithuisplaatsing) belemmerd toekomstperspectief en

motivatie om naar school te gaan.

↔ Niet laten leiden door

toekomstige onzekerheid van verblijf door stateloosheid

Omgevingsfactoren

Omgevingsfactoren die een rol speelden bij schoolverzuim/voortijdig schoolverlaten van Roma-meisjes in het voortgezet onderwijs zijn gezinskenmerken, leeftijdsgenoten en schoolkenmerken. In schema’s 2 a t/m c staan deze factoren weergegeven.

Page 65: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

63Trimbos-instituut

GezinskenmerkenIn schema 2a staan de factoren die een rol speelden op gezinsniveau bij schoolverzuim/voortijdig schoolverlaten en schoolgang van Roma-meisjes in het voortgezet onderwijs weergegeven.

Schema 2a: Omgevingsfactoren: gezinskenmerken

Omgevingsfactoren: Gezin

Verzuimende meisjes Schoolgaande meisjes

Contact met burgers is verboden of niet gewenst. geen burgerkinderen over

de vloer.

Contact ouders-burgers →Open staan voor contact

met burgers. Burgerkinderen komen thuis.

Ouders zijn nauwelijks opgeleid. Gezin hebben lage SES. Kennis school: ouders

hebben geen kennis en inzicht in school en opleiding. Dit lijkt

ouders niet uit te maken.

SES →

Ouders zijn nauwelijks opgeleid. Gezin zit in Lage SES. Kennis school: ouders

hebben geen kennis en inzicht in school en opleiding.

Ouders zeggen dit te betreuren.

Geen betrokkenheid van ouders. Houding: schooldiploma is leren

lezen, schrijven en rekenen. Voldoende diploma voor

huisvrouw en tijdelijk werk. Verder leren is geen meerwaarde en wordt niet gestimuleerd. Handelen:

Weinig contact met school, omzeilen van leerplicht door ‘onterechte ‘ ziekmelding.

Betrokkenheid ouders →

Betrokkenheid ouders. Houding: schooldiploma is voorwaarde voor werk

en inkomen. Vriendjes zijn verboden tot tenminste 18 jaar om trouwleeftijd uit te stellen. Handelen: contact met school, organiseren

van randvoorwaarden om schoolgaan te faciliteren

(neven/nichten voor huiswerk, bouwen van

huiswerkruimte)

Onzekerheid bij ouders belemmert proactieve houding

naar school.

Onzekerheid →Onzekerheid bij ouders belemmert proactieve houding naar school.

In bijna elk gezin bestaan negatieve voorbeelden van verzuim of voortijdig school

verlaten broer/zus

Voorbeelden broers/zussen →

In bijna elk gezin bestaan positieve voorbeelden van schoolgaande broer/zus of die een diploma hebben

gehaald.

Verhouding aantal gezinsleden (gemiddelde 6)

en woningoppervlak is veel te klein. Altijd moeten meisjes

kamer delen met andere zusjes.

Woonomstandigheden →

Verhouding aantal gezinsleden (gemiddelde 5)

en woningoppervlak is redelijk. Vaak hebben meisjes eigen kamer.

Wantrouwen naar burgers. Als reactie op discriminatie hoort agressie of terugtrekken en

afstand nemen.

Discriminatie →

Wantrouwen naar burgers. Verbergen Roma identiteit. Als reactie op discriminatie zoeken naar oplossingen en

niet laten frustreren

Page 66: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

64 Trimbos-instituut

LeeftijdsgenotenIn schema 2b staan de factoren die een rol speelden op het niveau van leeftijdsgenoten bij school-verzuim/voortijdig schoolverlaten en schoolgang van Roma-meisjes in het voortgezet onderwijs weergegeven.

Schema 2b: Omgevingsfactoren: Leeftijdsgenoten

Omgevingsfactoren: Leeftijdsgenoten

Verzuimende meisjes Schoolgaande meisjes

Met andere Roma-leerlingen /nichten in de klas op

school: weinig contact met burgerleerlingen, niet mee om willen of kunnen (niet

aanwezig) omgaan.

→ Omgang met leeftijdsgenoten op school →

Met andere Roma-leerlingen op school, maar niet

in de klas: contact met Roma-leerlingen in pauzes, maar ook veel contact met

burgerleerlingen

Zonder andere Roma-leerlingen op school:

moeizaam contact met burgerleerlingen

(geen klik, pesten).

↔Zonder andere Roma-

leerlingen op school: goed contact met burgerleerlingen.

Uitsluitend vriendinnen die tevens nichten zijn, geen

contact burgerleeftijdsgenoten

→ Omgang met leeftijdsgenoten in vrije tijd →

Omgang met nichten, veelal in het weekend en

daarnaast vriendschap en frequent omgang met

burgervriendinnen

Combinatie van vriendinnen met Roma-achtergrond en

burgervriendinnen↔

Page 67: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

65Trimbos-instituut

SchoolkenmerkenIn schema 2c staan de factoren die een rol speelden op het niveau van school bij schoolverzuim/ voortijdig schoolverlaten en schoolgang van Roma-meisjes in het voortgezet onderwijs weerge-geven.

Schema 2c: Omgevingsfactoren: School

Omgevingsfactoren: School

Verzuimende meisjes Schoolgaande meisjes

Negatief: saai, vreselijk, niet leuk en niet belangrijk

Schoolbeleving →Positief: vriendinnen, leren en

de vakken zijn leuk.

Onder begeleiding van de ouders met de auto naar

school gebracht

→ Afstand tussen woning en school →

Zelfstandig met de fiets of openbaar vervoer naar school

gaan

Weinig inzicht in eigen kwaliteiten en geen relatie met vakinhoud (niet weten in welke vakken ze goed

waren)

Leer/schoolprestaties →

Uitgesproken in welke vakken wel/niet leuk waren en in welke vakken ze wel/niet

goed waren; goede resultaten

Slechte schoolprestaties door omstandigheden (pesten, conflicten, uithuiszetting)

Geen huiswerk van school mee of niet altijd maken

Huiswerk maken → Dagelijks huiswerk maken

Geen huiswerkondersteuning van ouders en beperkt van

broer/zus↔

Zelfstandig huiswerk maken, maar ook veel ondersteuning

van broer/zus/neef/nicht

Onveilig door conflicten docent en vermeende

discriminatie

Schoolklimaat →Veilig door gevoel van acceptatie Roma zijn

Gewoon en gemiddeld: allemaal een beetje hetzelfde, niet behulpzaam, en onbegrip

Relatie docent en leerling →

Redelijk tot goed: leuke en aardige docenten (tenminste met enkele) goed contact en

behulpzaam.

Incidenteel aandacht voor Roma achtergrond, wordt

positief ervaren

Aandacht voor diversiteit →Incidenteel aandacht voor

Roma achtergrond, aandacht wordt positief ervaren.

Ervaring met leerplicht.

verzuimbeleid →Geen of nauwelijks ervaring

met leerplicht

Page 68: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

66 Trimbos-instituut

Page 69: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

67Trimbos-instituut

3 Best-practice aanpak schoolverzuim

In dit hoofdstuk volgt een overzicht van interventies die schoolverzuim en schooluitval in het voortgezet onderwijs belemmeren.

3.1 Doelstelling

Het doel van deze deelstudie is het beantwoorden van de twee onderzoeksvragen:• Wat zijn effectieve of veelbelovende interventies om schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten van (Roma)-jongeren in het voortgezet onderwijs te voorkomen? • Is op basis van de geselecteerde effectieve of veelbelovende interventies een best-practice aanpak op te stellen die toepasbaar is in de Nederlandse praktijk voor Roma-jongeren?

3.2 Methode van onderzoek

Een literatuursearch is uitgevoerd in de databestanden van PsycINFO, PubMed en Eric. Er is gezocht met de termen Roma, Gypsy, education, school, absenteeism, attendance, drop-out en truancy. Vervolgens zijn 67 artikelen opgezocht en verwerkt in deze rapportage. Uit de search bleek dat relatief veel onderzoek was gedaan naar beïnvloedende factoren op schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten van Roma, maar dat weinig interventiebeschrijvingen specifiek voor Roma bestonden. Vervolgens is breder gekeken naar interventiebeschrijvingen in het verminderen van schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten van jongeren in het algemeen in het voortgezet onderwijs. Hierbij is ook gezocht naar interventiebeschrijvingen op websites van het Nederlands Jeugdinstituut (NJI), de Rijksoverheid, via google en googlescholar, VNG en KPC. In de literatuur is een selectie gemaakt van Nederlandse en Engelse literatuur van 1 januari 2000 tot medio 2012.

3.3 Interventies in het voorkomen van schoolverzuim en -uitval

In hoofdstuk 1 is te lezen dat schoolverzuim van Roma-leerlingen op zowel de voorschool als de basisschool en het voortgezet onderwijs in meerdere gemeenten worden gesignaleerd. In meerdere gemeenten voert men ook interventies uit vanuit onderwijs en welzijn om schoolgaan van Roma-peuters, -kinderen en -jongeren te bevorderen. Deze interventies hebben een lage wetenschap-pelijke status, in de zin dat deze interventies vaak een theoretische onderbouwing missen en onderzoek naar de werkzaamheid en effectiviteit ontbreekt. Ook is naar interventies gericht op jongeren in het algemeen en het voorkomen van schoolverzuim en schooluitval gekeken. Deze interventies zijn vaak wel theoretisch beschreven en uitgetest op scholen, maar weinig onderzocht op effectiviteit (met controle groep). Geen van deze interventies is uitgetest op Roma-jongeren. Kortom, de opbrengst van de inventarisatie is dat er enerzijds interventies zijn die vanuit de praktijk, met beperkte theoretische onderbouwing zijn ontwikkeld en worden uitgevoerd voor Roma-jongeren. Anderzijds worden interventies met een theoretische onderbouwing uitgevoerd voor jongeren die weliswaar uitgetest zijn, maar niet specifiek op Roma-jongeren.

3.3.1 Inventarisatie interventiesUit de inventarisatie zijn 25 interventies tegen schoolverzuim en –uitval van jongeren (wel/niet Roma) geselecteerd. Deze interventies staan kort beschreven in tabel 13.

Page 70: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

68 Trimbos-instituut

Tabe

l 13:

Inte

rven

ties

ger

icht

op

scho

olve

rzui

m e

n –u

itva

l (R

oma)

jong

eren

Naa

m i

nter

vent

ieK

orte

bes

chri

jvin

gU

itvo

erin

g en

res

ulta

ten

1B

ij de

les

blij

ven

(van

Vee

n &

Ber

dow

ski,

2000

)

Doe

l: O

ntw

ikke

len

van

een

sam

enha

ngen

de,

prev

entie

ve a

anpa

k va

n be

ginn

end

scho

olve

rzui

m b

ij le

erlin

gen

van

10-1

5 ja

ar.

Hul

pmid

dele

n w

aren

:O

pzet

ten

van

adeq

uaat

ver

zuim

bele

id o

p sc

hole

n;Be

vord

eren

van

bet

rokk

enhe

id v

an k

inde

ren

en o

uder

s bi

j sch

ool;

Ont

wik

kele

n en

tes

ten

van

prob

leem

adeq

uate

act

ivite

iten

en p

reve

ntie

ve

met

hodi

eken

;O

ntw

ikke

ling

van

effe

ctie

ve e

n ef

ficië

nte

netw

erke

n va

n le

erpl

icht

, on

derw

ijs,

wel

zijn

- en

zor

gins

telli

ngen

zoa

ls je

ugdh

ulpv

erle

ning

, je

ugdp

oliti

e en

jeug

dge-

zond

heid

szor

g

Doe

lste

lling

: af

nam

e sc

hool

verz

uim

met

35

% is

nie

t ge

haal

d; W

el is

sig

nale

ring-

en

reg

istr

atie

func

tie v

an h

et v

oort

geze

t on

derw

ijs s

terk

ver

bete

rd

2Fu

ture

s Pr

ogra

m

(Lev

er e

.a.,

2004

)

Com

bina

tie v

an w

erkz

ame

stra

tegi

eën:

Lee

rling

en u

it gr

ote

sted

en z

itten

in

klei

nere

kla

ssen

, w

orde

n on

ders

teun

d do

or e

en m

ento

r, do

en w

erke

rvar

ing

op e

n ku

nnen

daa

rnaa

st p

ositi

eve

belo

ning

en v

erdi

enen

doo

r go

ed t

e pr

este

ren.

Er z

ijn o

ok a

nder

e vo

orbe

elde

n va

n su

cces

volle

pro

gram

ma’

s w

aarin

geb

ruik

ge

maa

kt w

ordt

van

fin

anci

ële

prik

kels

zoa

ls h

et E

ngel

se E

duca

tion

mai

nten

ance

A

llow

ance

pro

gram

ma.

Hie

rbij

krijg

en 1

6- 1

8 ja

rige

een

wek

elijk

se t

oela

ge a

ls z

e do

orga

an m

et h

et v

olge

n va

n on

derw

ijs e

n ee

n bo

nus

bij h

et b

ehal

en v

an h

un

dipl

oma.

Dit

leid

de t

ot e

en h

oger

e pa

rtic

ipat

ie v

an d

eze

jong

eren

in h

et o

nder

wijs

.

Uitv

oerin

g in

Eng

elan

d en

Am

erik

a.M

inde

r vo

ortij

dig

uitv

al v

an le

erlin

gen

uit

het

onde

rwijs

.

3H

andh

avin

g do

or

leer

plic

htam

bten

aar

Leer

plic

htam

bten

aar

heef

t m

eerd

ere

take

n. E

nerz

ijds

heef

t de

leer

plic

htam

bten

aar

een

hand

have

nde

taak

: zo

wel

leer

linge

n al

s de

oud

ers

als

scho

len

die

de le

erpl

icht

ov

ertr

eden

wor

den

geho

ord

en e

vent

ueel

met

een

Pro

ces

verb

aal n

aar

het

Ope

nbaa

r M

inis

terie

doo

rges

tuur

d. D

aarn

aast

hee

ft d

e le

erpl

icht

ambt

enaa

r ee

n m

aats

chap

pelij

ke z

orgt

aak,

waa

rbij

gezo

cht

wor

dt n

aar

adeq

uate

hul

pver

leni

ng

wan

neer

ver

zuim

ver

oorz

aakt

wor

dt d

oor

acht

erlig

gend

e pr

oble

mat

iek.

Aan

pak

wor

dt in

alle

gem

eent

en

uitg

evoe

rd,

maa

r ve

rsch

ilt in

w

erkw

ijze.

In

zes

gem

eent

en w

erkt

de

leer

plic

htam

bten

aar

sam

en m

et

onde

rwijs

cons

ulen

ten/

inte

rmed

iaire

n en

ric

ht le

erpl

icht

zic

h op

han

dhav

ing.

In

de

ande

re g

emee

nten

hee

ft le

erpl

icht

ee

n du

bbel

e pe

t op

en

wor

dt e

en

com

bina

tie u

itgev

oerd

tus

sen

zorg

taak

en

han

dhav

ing.

Dit

is v

eela

l afh

anke

lijk

van

de b

esch

ikba

re t

ijd d

ie le

erpl

icht

he

eft

voor

Rom

a do

ssie

rs.

Met

nam

e in

sam

enw

erki

ng m

et o

nder

wijs

cons

u-le

nten

/ in

term

edia

iren

is d

e aa

npak

van

le

erpl

icht

eff

ectie

f.

Page 71: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

69Trimbos-instituut

4H

uisw

erkb

egel

eidi

ng

(Ver

enig

ing

van

Ned

er-

land

se g

emee

nten

, 20

11).

Hui

swer

kbeg

elei

ding

gev

en d

oor

een

prof

essi

onel

e hu

isw

erkb

egel

eide

r. D

eze

wor

dt b

ijges

taan

doo

r ee

n R

oma

cont

actp

erso

on d

ie z

ich

bezi

g ho

udt

met

het

w

erve

n va

n le

erlin

gen

voor

de

huis

wer

kkla

s en

doo

r R

oma-

leer

linge

n di

e al

s hu

isw

erka

ssis

tent

fun

gere

n.

Hui

swer

kbeg

elei

ding

wor

dt g

ecom

bine

erd

met

het

aan

bied

en v

an c

ultu

rele

act

i-vi

teite

n. N

a he

t m

aken

van

hui

swer

k w

ordt

muz

iekl

es (

Rom

a m

uzie

k) o

f da

nsle

s (R

oma

dans

) aa

ngeb

oden

.

Doe

l: te

geng

aan

van

scho

olui

tval

in h

et v

oort

geze

t on

derw

ijs.

Het

ver

ster

ken

van

vaar

digh

eden

(so

llici

tatie

etc

.) v

an jo

nger

en

Aan

pak

wor

dt in

1 g

emee

nte

uitg

evoe

rd.

Sam

enw

erke

n m

et R

oma

cont

actp

erso

nen

is e

ffec

tief

om v

ia

snee

uwba

l met

hode

mee

rder

e fa

mili

es

te b

erei

ken

en d

at d

raag

t bi

j tot

de

elna

me

van

Rom

a-ki

nder

en a

an d

e hu

isw

erkk

las.

Ech

ter

er b

esta

at g

een

één

Rom

a-ge

mee

nsch

ap e

n do

or

sam

enw

erki

ng m

et d

e éé

n w

eige

rt d

e an

der.

Hui

swer

kbeg

elei

ding

hee

ft in

het

afg

e-lo

pen

jaar

10

kind

eren

ber

eikt

die

naa

r sc

hool

gaan

op

de b

asis

scho

ol.

Jong

eren

di

e na

ar h

et v

oort

geze

t on

derw

ijs g

aan

zijn

nog

nie

t be

reik

t.

5In

divi

duel

e be

gele

idin

g R

oma

(Ver

enig

ing

van

Ned

er-

land

se g

emee

nten

, 20

11).

Coa

chen

van

Rom

a-jo

nger

en (

12-1

6 ja

ar)

en h

un o

uder

s: r

icht

en o

p st

age,

het

be

hale

n va

n ee

n st

artk

wal

ifica

tie e

n ve

rkrij

gen

van

beta

ald

wer

k.W

ekel

ijkse

beg

elei

ding

, st

imul

erin

g en

mot

iver

ing

van

Rom

a-le

erlin

gen

en h

un

oude

rs,

het

coac

hen

van

doce

nten

en

kenn

isov

erdr

acht

van

de

gedr

agsc

ultu

ur

van

spec

ifiek

de

Rom

a aa

n pr

ofes

sion

als

met

als

doe

l het

sch

eppe

n va

n ee

n ve

rtro

uwen

sban

d w

ardo

or R

oma-

leer

linge

n hu

n op

leid

ing

volg

en e

n vo

ltooi

en

met

sta

rtkw

alifi

catie

.

Aan

pak

wor

dt in

1 g

emee

nte

uitg

e-vo

erd.

Vijf

leer

linge

n en

hun

oud

ers

hebb

en in

het

afg

elop

en ja

ar c

oach

ing

gekr

egen

. D

eze

leer

linge

n ve

rzui

men

, be

halv

e op

zie

ktev

erzu

im n

iet

mee

r.Be

reid

will

ige

doce

nten

zijn

get

rain

d op

tw

ee s

chol

en in

ken

nis

over

cul

tuur

en

norm

en v

an R

oma.

Ook

zijn

ver

gelij

k-ba

re p

rese

ntat

ies

geho

uden

bij

Bure

au

Leer

plic

ht.

6Pr

ojec

t ‘W

isse

lgel

d’

(Ver

enig

ing

van

Ned

er-

land

se g

emee

nten

, 20

11).

Aan

pak

is g

eric

ht o

p be

gele

idin

g va

n m

ultip

robl

eem

gez

inne

n m

et e

en R

oma-

acht

ergr

ond.

Het

gaa

t om

inte

gral

e aa

npak

: va

n pr

even

tie –

rep

ress

ie e

n va

n zo

rg

-han

dhav

ing.

In

zet

van

inte

rmed

iairs

: co

ntac

t le

ggen

met

Rom

a-ge

zinn

en e

n be

trok

ken

inst

an-

ties.

-O

pste

llen

van

plan

van

aan

pak

bij g

ezin

en

regi

e vo

eren

hie

rop.

Doe

l: po

sitie

ve

vera

nder

ing

real

iser

en in

het

gez

in e

n sa

men

wer

king

met

bet

rokk

en in

stan

ties.

-Kin

d st

aat

cent

raal

en

dus

ook

aanp

ak s

choo

lver

zuim

-Inz

et v

an g

ezin

scoa

ches

: be

nade

ren

Rom

a-ge

zinn

en m

et m

ulti-

prob

lem

atie

k.

Plan

van

aan

pak

opst

elle

n ge

richt

op

verm

inde

ren

van

scho

olve

rzui

m,

over

last

, ar

moe

de,

crim

inal

iteit

en u

itker

ings

afha

nkel

ijkhe

id.

De

coac

hes

hant

eren

een

st

reng

e aa

npak

. O

nwill

ige

Rom

a kr

ijgen

boe

tes

of k

unne

n w

orde

n ge

kort

op

hun

uitk

erin

g.

Aan

pak

is in

1 g

emee

nte

uitg

evoe

rd.

Binn

en 3

jaar

is in

zich

t in

Rom

a do

ssie

rs (

94 d

ossi

ers)

en

inzi

cht

op d

e pr

oble

mat

iek

in d

e R

oma

gezi

nnen

ve

rgro

ot.

Aan

pak

heef

t go

ed g

ewer

kt

in d

eeln

ame

van

leer

linge

n in

het

ba

siso

nder

wijs

, is

ges

tege

n. E

r is

nog

ge

en r

esul

taat

te

zien

in s

choo

lgan

g va

n R

oma-

jong

eren

in h

et v

oort

geze

t on

derw

ijs.

Page 72: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

70 Trimbos-instituut

7M

@ZL

(M

edis

che

Adv

iser

ing

Ziek

gem

elde

Le

erlin

g).

ww

w.g

gdw

estb

raba

nt.n

l

M@

ZL is

een

ges

truc

ture

erde

aan

pak

van

sign

aler

en,

bere

iken

, ad

vise

ren

en

bege

leid

en v

an d

e zi

ek g

emel

de le

erlin

g, w

aarb

ij de

sch

ool,

de a

fdel

ing

jeug

dgez

ondh

eids

zorg

(JG

Z) v

an d

e G

emee

ntel

ijke

Gez

ondh

eids

dien

st (

GG

D)

en

de a

fdel

ing

leer

plic

htza

ken

(LPZ

) va

n de

gem

eent

e in

tens

ief

sam

enw

erke

n. D

e sc

hool

sig

nale

ert,

de

jeug

dart

s ad

vise

ert,

de

leer

plic

htam

bten

aar

hand

haaf

t.

Aan

de

hand

van

vas

te c

riter

ia v

oor

ziek

teve

rzui

m w

ordt

de

leer

ling

door

de

scho

ol a

ange

mel

d bi

j de

jeug

dart

s. D

e je

ugda

rts

roep

t de

leer

ling

met

zijn

/haa

r ou

ders

op

voor

een

con

sult.

De

jeug

dart

s be

paal

t op

bas

is d

aarv

an o

f de

leer

ling

al d

an n

iet

(vol

ledi

g) k

an d

eeln

emen

aan

het

lesp

rogr

amm

a. O

ok s

telt

deze

, in

dien

nod

ig,

een

re-i

nteg

ratie

plan

op.

Dit

wor

dt a

ls a

dvie

s te

rugg

ekop

peld

aan

de

sch

ool.

Bere

ik:

98%

van

de

jong

eren

. R

eden

van

ver

zuim

: Zi

ekte

verz

uim

als

si

gnaa

l voo

r ps

ycho

soci

ale

prob

lem

a-tie

k: b

ij 60

% v

orm

t ni

et-l

icha

mel

ijk

gezo

ndhe

idsp

robl

eem

zie

ktev

erzu

im.

Inst

eek

jeug

dart

s vi

a lic

ham

elijk

e kl

acht

en w

erkt

: lic

ham

elijk

e kl

acht

en z

ijn o

psta

pje

naar

de

kern

va

n pr

oble

em:

soci

aal-

emot

ione

le

prob

lem

en o

f pr

oble

men

in d

e th

uis-

situ

atie

.

Afn

ame

ziek

teve

rzui

m:

4 m

aand

en

na s

tart

tra

ject

ver

zuim

de 6

3% v

an

jong

eren

nie

t m

eer

volg

ens

crite

ria.

Afn

ame

aant

al z

iekt

edag

en

(1,1

3) p

er le

erlin

g pe

r sc

hool

jaar

(2

008-

2009

), e

en a

fnam

e va

n 0,

6%.

8O

nder

wijs

cons

ulen

t R

oma

(Ver

enig

ing

van

Ned

er-

land

se g

emee

nten

, 20

11).

Een

onde

rwijs

cons

ulen

t ve

rric

ht t

aken

op

het

terr

ein

van

voor

licht

ing,

adv

iser

ing,

ov

erdr

acht

en

bem

idde

ling.

De

kern

taak

van

de

cons

ulen

t lig

t in

de

brug

func

tie

tuss

en le

erlin

gen,

oud

ers

en s

chol

en.

Wer

kzaa

mhe

den:

• C

onta

ct le

ggen

met

Rom

a-ou

ders

• R

oma-

leer

linge

n (e

n hu

n ou

ders

) st

imul

eren

om

dee

l te

(blij

ven)

nem

en a

an

he

t on

derw

ijs.

• H

ulpv

erle

nen

bij d

e sc

hool

keuz

e.•

Oud

ers

mot

iver

en o

m k

ind

te la

ten

deel

nem

en a

an o

nder

wijs

. •

Scho

len

info

rmer

en o

ver

de s

peci

fieke

ond

erw

ijs-

of le

erpr

oble

men

van

de

le

erlin

gen.

• Be

mid

dele

n bi

j con

flict

en t

usse

n sc

hool

en

oude

rs.

• C

onta

cten

ond

erho

uden

met

de

leer

plic

htam

bten

aar

om s

choo

lver

zuim

te

ve

rmin

dere

n•

Het

opz

ette

n en

dee

lnem

en a

an n

etw

erke

n.

Aan

pak

is in

zes

gem

eent

en u

itgev

oerd

.

Prim

aire

inst

eek

is o

nder

wijs

.C

onta

ctle

ggen

en

vert

rouw

en

opbo

uwen

kos

t tij

d. O

p ko

rte

term

ijn

zijn

de

resu

ltate

n op

sch

oolv

erzu

im

bepe

rkt.

Op

de la

nger

e te

rmijn

hee

ft d

e aa

npak

een

pos

itief

eff

ect

op s

choo

l-ve

rzui

m.

In s

omm

ige

gem

eent

en g

aan

alle

Rom

a-jo

nger

en n

aar

het

voor

tgez

et

onde

rwijs

. Sc

hool

uitv

al w

ordt

ech

ter

nog

niet

voo

rkom

en.

Voo

rwaa

rde

voor

he

t sl

agen

van

aan

pak

onde

rwijs

con-

sule

nt:

kort

e lij

nen

met

ket

enpa

rtne

rs

en s

peci

aal m

et le

erpl

icht

(in

tegr

ale

aanp

ak).

Ond

erw

ijsco

nsul

ent

zoek

t in

gang

op

zorg

en

sam

enw

erki

ng m

et

Rom

a ou

ders

, al

s da

t on

vold

oend

e w

erkt

op

scho

olve

rzui

m d

an z

it le

erpl

icht

op

de a

chte

rhan

d. O

nder

-w

ijsco

nsul

ent

sign

alee

rt e

n is

bru

g na

ar

ande

re k

eten

part

ners

van

weg

e ve

elal

m

ulti-

prob

lem

atie

k.

Page 73: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

71Trimbos-instituut

9‘O

nder

wijs

steu

npun

t R

oma

in h

et v

oort

geze

t on

derw

ijs’

(Ver

enig

ing

van

Ned

er-

land

se g

emee

nten

, 20

11).

Een

steu

npun

t w

aar

Rom

a-jo

nger

en z

elf,

hun

oud

ers,

doc

ente

n te

rech

t ku

nnen

vo

or v

rage

n en

beg

elei

ding

. H

et g

aat

om R

oma

jong

eren

die

naa

r sc

hool

gaan

in

het

voor

tgez

et o

nder

wijs

. A

ccen

t lig

t op

het

aan

reik

en v

an o

nder

steu

ning

tijd

ens

de s

choo

lgan

g va

n R

oma-

jong

eren

doo

r he

t ge

ven

van

huis

wer

kbeg

elei

ding

, jo

nger

en h

elpe

n m

et p

lann

en e

n om

gaan

met

doc

ente

n, b

egel

eide

n in

het

ve

rvol

gtra

ject

na

het

voor

tgez

et o

nder

wijs

(do

orle

ren

of w

erke

n),

stag

es z

oeke

n,

maa

r oo

k in

term

edia

ir zi

jn t

usse

n do

cent

en e

n ou

ders

ove

r sc

hool

zake

n en

vra

ag-

baak

voo

r R

oma-

oude

rs.

Daa

rnaa

st g

eeft

het

ste

unpu

nt v

oorli

chtin

g ov

er R

oma

aan

doce

nten

en

kete

npar

tner

s, o

nder

and

ere

over

om

gang

en

acht

ergr

ond.

H

et s

teun

punt

gee

ft R

oma-

jong

eren

ook

beg

elei

ding

naa

r he

t zo

eken

en

verk

rijge

n va

n w

erk.

Het

ste

unpu

nt s

taat

in c

onta

ct m

et k

eten

part

ners

voo

r ev

entu

ele

adeq

uate

doo

r-ve

rwijz

ing

naar

leer

plic

ht,

wel

zijn

etc

.

Aan

pak

wor

dt in

1 g

emee

nte

uitg

e-vo

erd

en lo

opt

1 ja

ar.

De

aanp

ak s

luit

aan

bij d

e al

bes

taan

de in

tegr

ale

aanp

ak

met

o.a

. on

derw

ijsco

nsul

ente

n/in

term

e-di

aire

n, le

erpl

icht

en

kete

npar

tner

s.

Het

Ste

unpu

nt h

eeft

in 1

jaar

tijd

22

Rom

a-le

erlin

gen

en o

uder

s be

reik

t.

Daa

rnaa

st w

ordt

sam

enge

wer

kt m

et jo

b co

ache

s, w

elzi

jn e

n do

cent

en v

an h

et

voor

geze

t on

derw

ijs.

10O

p st

ap

(van

Tui

jl &

Sie

bes,

200

6)

Vro

egsc

hool

s pr

ogra

mm

a: g

ezin

sint

erve

ntie

voo

r ki

nder

en t

usse

n 4-

6 ja

ar.

De

rela

tie m

oede

r en

kin

d st

aat

cent

raal

. D

oel i

s om

kle

uter

s be

ter

voor

te

bere

iden

op

het

for

mel

e on

derw

ijstr

ajec

t. T

wee

jaar

lang

krij

gen

oude

rs b

egel

eidi

ng v

an

cont

actm

edew

erke

rs o

m e

en m

eer

stim

uler

ende

en

onde

rste

unen

de o

mga

ng t

e re

alis

eren

met

hun

kin

d.

Wor

dt b

reed

uitg

evoe

rd in

Ned

erla

nd,

ook

onde

r Tu

rkse

en

Mar

okka

anse

ou

ders

. Po

sitie

ve r

esul

tate

n op

Ned

er-

land

se t

aal,

voor

bere

iden

d re

kene

n.

Posi

tief

effe

ct o

p do

orst

room

naa

r gr

oep

3. M

et n

ame

min

der

inte

llige

nte

leer

linge

n pr

ofite

erde

n m

eer

van

de

inte

rven

tie.

11O

uder

com

pone

nt

Voo

rsch

ool

(Act

iepl

an O

uder

com

-po

nent

voo

rsch

ool

Am

ster

dam

, 20

08)

Mee

r be

trok

kenh

eid

van

oude

rs b

ij de

Voo

rsch

ool.

Bij a

anm

eldi

ng p

eute

r w

ordt

pro

toco

l bes

prok

en:

wat

kan

oud

er v

an s

choo

l en

scho

ol v

an o

uder

ver

wac

hten

. A

lle V

oors

chol

en b

esch

ikke

n ov

er e

en s

peci

ale

ruim

te v

oor

oude

rs:

ontm

oetin

g en

ac

tivite

iten

onde

rnem

en.

Het

pro

ject

oud

erco

mpo

nent

Voo

rsch

ool s

taat

voo

r:1)

om

slag

in h

et d

enke

n va

n de

sch

ool o

ver

oude

rs;

2) o

msl

ag in

het

den

ken

van

oude

rs o

ver

de s

choo

l; 3)

Sa

men

wer

king

tus

sen

oude

rs e

n sc

hool

; 4)

Com

mun

icat

ie m

et e

n re

spec

t vo

or

elka

ar;

5) E

mpo

wer

men

t va

n de

oud

ers;

6)

Vra

agge

stuu

rde

dien

stve

rleni

ng.

Theo

reti

sche

ori

ënta

tie

Proj

ect

‘oud

erco

mpo

nent

Voo

rsch

ool’:

erv

arin

g op

geda

an m

et:

aans

telle

n va

n ee

n co

ntac

toud

er V

oors

choo

l, di

e de

eig

en t

aal v

an b

epaa

lde

groe

pen

oude

rs s

pree

kt

en e

en v

ertr

ouw

ensp

erso

on v

oor

hen

is.

Dez

e fu

nctio

neer

t al

s in

term

edia

ir tu

ssen

de

sch

ool e

n de

oud

ers;

opz

ette

n va

n ou

derk

amer

s; o

uder

volg

syst

eem

;H

et v

raag

gest

uurd

wer

ken

en d

e em

pow

erm

ent-

geda

chte

leid

en t

ot e

en a

nder

e ki

jk o

p en

daa

rmee

tot

att

itude

vera

nder

ing

van

leid

ster

s en

leer

krac

hten

ten

op

zich

te v

an d

e ou

ders

én

tot

attit

udev

eran

derin

g va

n de

oud

ers

ten

opzi

chte

va

n de

sch

ool.

Oud

ers

en s

choo

l zijn

gez

amen

lijk

vera

ntw

oord

elijk

voo

r de

on

twik

kelin

g va

n de

kin

dere

n.

Vana

f 20

07 w

ordt

de

inte

rven

tie o

p al

le

Voo

rsch

olen

in A

mst

erda

m u

itgev

oerd

. O

uder

com

pone

nt V

oors

choo

l is

ter

prev

entie

van

sch

oolv

erzu

im o

p de

ba

siss

choo

l en

voor

tgez

et o

nder

wijs

.

Page 74: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

72 Trimbos-instituut

12‘O

uder

s: p

rese

nt!’

(Dat

aban

k Ef

fect

ieve

Je

ugdi

nter

vent

ies;

be

schr

ijvin

g va

n N

ikke

n,

2006

)

Opv

oedc

ursu

s vo

or o

uder

s bi

j ver

zuim

kin

d i.p

.v.

boet

e. C

ursu

s on

twik

keld

in

opdr

acht

van

het

Min

iste

rie v

an J

ustit

ie d

oor

het

Plat

form

Opl

eidi

ng,

Ond

erw

ijs

en O

rgan

isat

ie (

PLA

TO)

van

de U

nive

rsite

it Le

iden

.

Doe

l is

het

verz

uim

ter

ugdr

inge

n do

or o

uder

s ve

rant

woo

rdel

ijkhe

id t

e la

ten

nem

en.

Opz

et c

ursu

s: 1

) Er

varin

gsge

richt

e m

odul

en:

erva

ringe

n de

len

over

bel

evin

g sp

ijbel

prob

leem

. 2)

Inf

orm

atie

geric

hte

mod

ulen

: ke

nnis

uitw

isse

len

over

opv

oede

n en

sch

ool.

3) M

odul

e co

achi

ng e

n ad

vise

ring:

att

itude

van

indi

vidu

ele

oude

rs

eval

uere

n en

bep

alen

of

verv

olgt

raje

ct n

odig

is.

Theo

retis

che

onde

rbou

win

g: O

uder

onde

rste

unin

g w

ordt

gez

ien

als

attit

ude-

vera

nder

ings

proc

es.

De

oude

rs h

ebbe

n ee

n be

paal

de a

ttitu

de t

egen

over

het

sp

ijbel

en v

an h

un k

ind.

Dez

e ho

udin

g is

nie

t op

timaa

l. A

ttitu

deve

rand

erin

g bi

edt

oude

rs d

e m

ogel

ijkhe

den

om a

an d

e op

loss

ing

van

het

prob

leem

te

wer

ken.

A

anpa

k op

mee

rder

e fr

onte

n: e

mot

ies,

ken

nis

en v

aard

ighe

den

van

oude

rs m

et

betr

ekki

ng t

ot h

et s

pijb

elpr

oble

em.

Leer

theo

retis

che

bena

derin

g en

de

com

mun

icat

ieve

ben

ader

ing

van

Gor

don.

Le

erth

eore

tisch

e be

nade

ring:

ged

rag

dat

wor

dt b

eloo

nd,

vers

terk

t. G

edra

g da

t ni

et w

ordt

bel

oond

, zw

akt

af.

Oud

ers

lere

n va

ardi

ghed

en o

m g

ewen

st g

edra

g te

ve

rste

rken

en

onge

wen

st g

edra

g te

ver

zwak

ken.

D

e co

mm

unic

atie

ve b

enad

erin

g va

n G

ordo

n ga

at e

rvan

uit

dat

geho

orza

amhe

id

niet

kan

wor

den

afge

dwon

gen.

Bij

het

oplo

ssen

van

con

flict

en w

ordt

geb

ruik

t ge

maa

kt v

an (

1) a

ctie

f lu

iste

ren

en (

2) h

et c

reër

en v

an e

en w

in-w

in s

ituat

ie.

Uitg

evoe

rd in

tw

ee g

emee

nten

. V

oor-

waa

rde

is d

at o

uder

s N

eder

land

se t

aal

kunn

en s

prek

en e

n ve

rsta

an.

Effe

ctst

udie

uitg

evoe

rd v

ia W

eten

scha

p-pe

lijk

Ond

erzo

ek-

en D

ocum

enta

tie

cent

rum

: W

OD

C.

Bevi

ndin

gen:

Circ

a 95

% v

an d

e de

elne

mer

s he

eft

de

curs

us a

fger

ond;

oud

ers

war

en in

eer

ste

inst

antie

‘w

eini

g ge

lukk

ig’

met

de

stra

f m

aar

na d

eeln

ame

oord

eelt

drie

kwar

t va

n de

oud

ers

posi

tief

over

de

curs

us;

60%

von

d de

cur

sus

leer

zaam

; 50

%

vind

t da

t O

uder

s Pr

esen

t on

ders

teu-

nend

hee

ft g

ewer

kt b

ij he

t ve

rbet

eren

va

n he

t sc

hool

gedr

ag v

an h

et k

ind;

Na

Oud

ers

Pres

ent

blee

k da

t tw

eede

rde

van

de jo

nger

en n

iet

mee

r ha

rdne

kkig

ve

rzui

mde

van

sch

ool.

Daa

rnaa

st

kreg

en e

nkel

e jo

nger

en e

en t

aaks

traf

.

13Pl

ezie

r op

sch

ool

(Fab

er e

.a.,

2006

)

Voo

r aa

nsta

ande

bru

gkla

sser

s di

e op

de

basi

ssch

ool g

epes

t w

orde

n, a

ngst

en

onha

ndig

zijn

in d

e om

gang

met

and

eren

, ni

et o

f on

vold

oend

e vo

or z

ichz

elf

kunn

en o

pkom

en o

f op

zien

teg

en d

e ov

erga

ng n

aar

het

voor

tgez

et o

nder

wijs

. D

e cu

rsus

is g

ebas

eerd

op

cogn

itief

ged

rags

ther

apeu

tisch

e in

zich

ten.

Ria

gg N

oord

Lim

burg

hee

ft d

e cu

rsus

on

twik

keld

. he

t is

een

zom

ercu

rsus

. O

p de

kor

te a

ls m

idde

llang

e te

rmijn

laat

de

cur

sus

een

posi

tief

effe

ct z

ien

op

soci

aal-

emot

ione

le p

robl

emen

.

Page 75: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

73Trimbos-instituut

14R

oma-

klas

(Ver

enig

ing

van

Ned

er-

land

se g

emee

nten

, 20

11).

Opv

ang

van

Rom

a-ki

nder

en d

ie d

oor

taal

en

ontw

ikke

lach

ters

tand

nie

t re

cht-

stre

eks

in k

unne

n st

rom

en in

het

reg

ulie

re o

nder

wijs

, zo

wel

het

bas

ison

derw

ijs

en h

et v

oort

geze

t on

derw

ijs.

Rom

a-kl

as is

toe

gank

elijk

voo

r le

erlin

gen

die

de N

eder

land

se t

aal n

iet

spre

ken

en v

olde

den

aan

de s

tart

kwal

ifica

ties

van

het

VM

BO.

Aan

pak

Rom

a-kl

as:

veel

pra

ktijk

en

scho

olse

- en

soc

iale

vaa

rdig

hede

n aa

nler

en.

Doe

l sch

oolri

jp

mak

en.

Inst

elle

n va

n ni

veau

klas

sen

geric

ht o

p N

T2 o

nder

wijs

. M

onito

ring

van

scho

olre

sulta

ten

met

bes

taan

de t

oets

en (

NT2

, C

ITO

). N

aast

kla

ssen

moe

st e

r ve

el g

eïnv

este

erd

wor

den

in w

ekel

ijkse

hui

sbez

oeke

n om

leer

linge

n bi

j de

scho

ol t

e ho

uden

.

In m

eerd

ere

gem

eent

en z

ijn R

oma-

klas

sen

opge

zet

voor

een

aan

tal j

aren

om

kin

dere

n be

ter

in t

e la

ten

stro

men

op

bas

isni

veau

en

op h

et v

oort

geze

t on

derw

ijs.

In 1

gem

eent

e is

lang

durig

tr

ajec

t ui

tgev

oerd

(20

05-2

011)

. D

e R

oma-

klas

sen

zijn

ook

in d

eze

gem

eent

e ge

stop

t om

dat

alle

kin

dere

n di

rect

inst

rom

en in

het

reg

ulie

re

onde

rwijs

. R

esul

taat

: 26

leer

linge

n, w

aarv

an

13 jo

ngen

s en

13

mei

sjes

. In

mid

dels

he

bben

8 jo

ngen

s en

3 m

eisj

es e

en

vast

e ba

an.

Uite

raar

d is

dit

niet

alle

en

het

resu

ltaat

van

de

Rom

a-kl

as m

aar

ook

door

sam

enw

erki

ng m

et in

term

edi-

aire

n, s

choo

lcon

sule

nten

, le

erpl

icht

etc

.

15R

oma-

onde

rwijs

assi

sten

tR

oma

stud

ente

n di

e ee

n op

leid

ing

tot

onde

rwijs

assi

sten

t vo

lgen

spe

len

een

inte

rmed

iaire

rol

in h

un g

emee

nsch

ap o

m R

oma

kind

eren

te

mot

iver

en o

nder

wijs

te

vol

gen.

Dez

e on

derw

ijsas

sist

ente

n on

ders

teun

en d

e do

cent

bij

het

lesg

even

in

de b

asis

scho

ol e

n op

het

voo

rtge

zet

onde

rwijs

.

De

onde

rwijs

assi

sten

t is

rol

mod

el (

scho

ol h

eeft

zin

wat

het

leve

rt w

erk

op,

scho

ol

is v

ertr

ouw

d do

or R

oma

assi

sten

t) v

oor

zow

el R

oma

leer

linge

n al

s hu

n ou

ders

.

Tot

nu t

oe is

dez

e aa

npak

ges

tart

in e

en

aant

al k

lein

ere

gem

eent

en m

et o

nder

-w

ijs a

ssis

tent

en v

an S

inti-

afko

mst

. Po

sitie

f ef

fect

op

het

afna

men

van

sc

hool

verz

uim

ond

er S

inti-

leer

linge

n.

16R

oma-

scho

olbe

mid

dela

ar

Foye

r (2

011)

Rom

a-sc

hool

bem

idde

laar

s va

n R

oma-

afko

mst

ric

hten

zic

h op

8 p

unte

n:(1

) B

egel

eide

n va

n de

fam

ilie

om d

e ki

nder

en n

aar

scho

ol t

e st

uren

(hu

isbe

zoek

en)

(2)

Ver

trou

wen

srel

atie

s op

bouw

en t

usse

n de

fam

ilie

en d

e sc

hool

(3)

Sens

ibili

sere

n va

n de

oud

ers

omtr

ent

het

bela

ng v

an o

nder

wijs

, rec

hten

en

plic

hten

(4)

Info

rmer

en v

an d

e ou

ders

ove

r he

t fu

nctio

nere

n en

het

reg

lem

ent

van

de

scho

ol,

de v

eilig

heid

op

scho

ol,

de s

choo

lact

ivite

iten

enz.

(5)

Mob

ilise

ren

van

de o

uder

s vo

or s

choo

lact

ivite

iten

(oud

erco

mité

s, m

ondi

ale

dage

n)(6

) B

emid

dele

n in

gev

al v

an c

onfli

cten

(7)

Soci

ale

omka

deri

ng v

an d

e fa

mili

e en

doo

rver

wijz

ing

naar

reg

ulie

re d

iens

ten

voor

vra

gen

en p

robl

emen

in v

erba

nd m

et a

nder

e le

vens

dom

eine

n di

e in

dire

ct d

e sc

hola

risat

ie v

an d

e ki

nder

en b

eïnv

loed

en(8

) N

etw

erke

n (W

erke

n in

net

wer

k m

et k

eten

part

ners

)

In 1

6 la

nden

wor

den

soor

t ge

lijke

in

terv

entie

s ui

tgev

oerd

. In

Bru

ssel

is d

e aa

npak

van

af 2

007

van

star

t ge

gaan

en

wor

den

kind

eren

(n=

70)

inge

schr

even

di

e no

g na

uwel

ijks

naar

sch

ool z

ijn

gew

eest

.

Page 76: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

74 Trimbos-instituut

17R

oos

en B

asta

, le

erst

raff

en

ww

w.w

odc.

nl

Jong

eren

die

een

pro

ces-

verb

aal o

pgel

egd

hebb

en g

ekre

gen

door

de

leer

-pl

icht

ambt

enaa

r ku

nnen

, af

hank

elijk

van

de

erns

t va

n he

t ve

rzui

m e

en le

erst

raf

opge

legd

krij

gen:

Bas

ta e

n R

OO

S (R

eact

ie O

p O

ngeo

orlo

ofd

Scho

olve

rzui

m).

Het

to

tale

tra

ject

bes

taat

uit

een

inta

ke e

n m

axim

aal 8

bije

enko

mst

en v

an a

nder

half

uur.

Er w

ordt

gew

erkt

aan

de

volg

ende

doe

len:

De

jong

ere

kent

op

basi

s va

n ee

n an

alys

e de

opb

ouw

en

het

tot

stan

d ko

men

van

het s

pijb

elge

drag

en

wee

t wat

de

voor

- en

nad

elen

zijn

van

het

naa

r sch

ool g

aan.

De

jong

ere

kent

man

iere

n om

zic

h w

eerb

aar

op t

e st

elle

n bi

j beï

nvlo

edin

g.

• D

e jo

nger

e he

eft

een

toek

omst

plan

en

kent

zow

el d

e fu

nctie

als

de

plek

van

scho

ol h

ierin

. •

De

jong

ere

onde

rnee

mt

stap

pen

om h

et t

oeko

mst

plan

te

real

iser

en:

wee

r na

ar

sc

hool

gaa

n of

een

and

ere

dagb

este

ding

zoa

ls w

erk

zoek

en D

e do

elgr

oep

van

RO

OS

en B

asta

zijn

jong

eren

: •

In d

e le

eftij

d va

n 12

tot

en

met

16

jaar

(jo

nger

e m

oet

leer

plic

htig

zijn

).

• D

ie m

inim

aal b

esch

ikke

n ov

er e

en I

Q v

an 8

0 (la

ag-g

emid

deld

leer

nive

au).

Mat

ig t

ot h

ardn

ekki

g sp

ijbel

gedr

ag v

erto

nen

waa

rvan

de

Off

icie

r va

n ju

stiti

e

of d

e re

chte

r oo

rdee

lt da

t ee

n ta

akst

raf,

eve

ntue

el g

ecom

bine

erd

met

and

ere

st

raff

en,

zich

ver

houd

t to

t de

ern

st v

an d

it fe

it.

Jaar

lijks

hee

ft B

asta

125

jong

eren

w

aarv

an 8

5% s

laag

t. R

oos

heef

t 20

0 jo

nger

en in

de

3 ja

ar w

aarb

ij sp

rake

is

van

35%

uitv

al.

(Bur

eau

Boek

hoor

n (B

BSO

), 2

004)

18(S

chak

el)k

las

voor

Rom

a-le

erlin

gen

(Ver

enig

ing

van

Ned

er-

land

se g

emee

nten

, 20

11).

Met

de

scha

kelk

lass

en in

het

reg

ulie

re b

asis

- en

voo

rtge

zet

onde

rwijs

wor

den

leer

linge

n m

et e

en k

enni

s- e

n le

erac

hter

stan

d op

geva

ngen

, w

aaro

nder

Rom

a-le

er-

linge

n. L

eerli

ngen

wer

ken

6 da

gdel

en in

de

Scha

kelk

las,

dit

is e

en a

fges

cher

mde

kl

as in

de

scho

ol.

De

rest

van

de

wee

k vo

lgen

ze

het

regu

liere

pro

gram

ma.

Doe

l: A

chte

rsta

ndle

erlin

gen

toel

eide

n na

ar r

egul

iere

ond

erw

ijs (

jong

e ki

nder

en),

of

naar

opl

eidi

ngen

/ le

erw

erkt

raje

cten

(ou

dere

kin

dere

n) d

ie e

en p

ersp

ectie

f vo

or d

e to

ekom

st k

unne

n bi

eden

.

Ges

tart

van

af 2

005.

In

de e

erst

e ja

ren

was

sch

oolv

erzu

im o

nder

Rom

a-le

erlin

gen

hoog

, m

aar

in d

e la

atst

e ja

ren

neem

t he

t af

. R

esul

taat

voo

r le

erlin

gen

is d

at h

un

zelfv

ertr

ouw

en v

erbe

terd

en

het

wer

ken

in k

lein

e gr

oepe

n m

et e

en s

peci

fiek

taal

curr

icul

um h

eeft

eff

ect.

Lee

rling

en

voel

en z

ich

geac

cept

eerd

. Be

vord

ert

door

stro

om n

aar

regu

lier

onde

rwijs

en

verm

inde

rd s

choo

lver

zuim

. V

oorw

aard

e is

nau

we

sam

enw

erki

ng m

et k

eten

part

-ne

rs e

n de

vra

ag o

m e

en o

nder

wijs

con-

sule

nt d

ie h

uisb

ezoe

ken

doet

.

Page 77: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

75Trimbos-instituut

19Sc

hool

-oud

erco

ntac

t pe

rsoo

n in

het

voo

rtge

zet

onde

rwijs

.

(Uitv

oerin

gsno

titie

sch

ool-

oude

rcon

tact

pers

oon

VO

, 20

07 &

201

2)

Scho

olou

derc

onta

ctpe

rsoo

n V

O v

ervu

lt ee

n ve

rbin

dend

e fu

nctie

tus

sen

oude

rs,

leer

linge

n en

de

scho

len.

H

et d

oel v

an d

e fu

nctie

van

sch

oolo

uder

cont

actp

erso

nen

VO

is a

ls v

olgt

: 1)

Het

ve

rgro

ten

van

de b

etro

kken

heid

van

spe

cifie

ke g

roep

en o

uder

s bi

j de

scho

ol-

loop

baan

van

hun

kin

d, z

odat

leer

linge

n zi

ch o

ptim

aal k

unne

n on

tplo

oien

, ee

n su

cces

volle

sch

oollo

opba

an k

unne

n do

orlo

pen

en n

iet

voor

tijdi

g de

sch

ool

verla

ten;

2) B

evor

dere

n va

n he

t co

ntac

t tu

ssen

oud

ers,

leer

linge

n en

sch

ool d

oor

het

bied

en v

an v

oorli

chtin

g en

info

rmat

ie,

door

als

gas

tvro

uw o

f –h

eer

voor

ou

ders

een

vra

agba

akfu

nctie

te

verv

ulle

n, d

oor

over

ige

med

ewer

kers

, m

ento

ren

en v

akdo

cent

en t

e on

ders

teun

en b

ij hu

n co

ntac

ten

met

oud

ers;

3)

verg

rote

n va

n op

voed

ings

vaar

digh

eden

en

het

bevo

rder

en v

an o

nder

wijs

onde

rste

unen

d ge

drag

va

n sp

ecifi

eke

groe

pen

oude

rs;

4) b

iede

n va

n in

form

atie

en

onde

rste

unin

g aa

n m

ento

ren,

vak

doce

nten

en

ande

re s

choo

lmed

ewer

kers

voo

r co

mm

unic

atie

en

het

dele

n va

n de

zor

g vo

or d

e op

voed

ing

met

de

oude

rs;

5) B

evor

dere

n va

n de

dee

l-na

me

van

spec

ifiek

e gr

oepe

n ou

ders

aan

act

ivite

iten

(info

rmat

ie o

ver

onde

rwijs

of

opvo

edin

g, e

en t

aalc

ursu

s of

ont

moe

ting

en u

itwis

selin

g);

6) O

nder

steu

ning

van

de

inte

rcul

tura

liser

ing

van

med

ewer

kers

op

scho

ol

Inm

idde

ls z

ijn e

r sc

hool

oude

rcon

tact

-pe

rson

en v

oor

Mar

okka

anse

en

Turk

se

leer

linge

n op

sch

ool.

De

scho

olou

derc

onta

ctpe

rson

en V

O

valle

n on

der

het

prog

ram

ma

‘Bet

er

Pres

tere

n’,

onde

rdee

l van

het

Rot

ter-

dam

s O

nder

wijs

bele

id m

et lo

optij

d to

t 20

14.

Gee

n ev

alua

tie a

anw

ezig

. In

ver

schi

l-le

nde

rapp

orte

n va

n sc

hole

n w

ordt

aa

ngeg

even

dat

het

aan

stel

len

van

scho

olou

derc

onta

ct-p

erso

nen

VO

eff

ect

heef

t op

het

geb

ied

van

oude

rpar

ti-ci

patie

en

vert

rouw

ensb

ande

n (C

VO

, 20

01).

Een

sch

oolo

uder

cont

actp

erso

on

VO

zeg

t: ‘

De

betr

okke

n ve

stig

inge

n zi

jn

war

mer

e sc

hole

n ge

wor

den

door

het

sc

hool

cont

actw

erk.

Ook

voo

r do

cent

en

is h

et le

uker

,’ ze

gt V

an H

ooff

. En

het

is

nie

t te

bew

ijzen

, m

aar

Ata

bay

is e

r ze

ker

van

dat

er v

eel m

inde

r sc

hool

ver-

late

rs z

ijn.

Page 78: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

76 Trimbos-instituut

20Sc

hool

’s c

ool

Men

tori

ng v

an B

O n

aar

het

VO

ww

w.s

choo

lsco

ol.n

l

Ond

erst

euni

ng a

anbi

eden

bij

de e

erst

e tw

ee ja

ar o

p de

mid

delb

are

scho

ol.

Een

twaa

lfjar

ige

en z

ijn o

uder

s kr

ijgen

te

mak

en m

et g

rote

ver

ande

ringe

n. H

oe o

ver-

leef

je d

e br

ugkl

as? 

  

Scho

ol’s

Coo

l bes

chik

t ov

er m

ento

ren

die

als

vrijw

illig

er,

brug

klas

sers

op

een

inte

nsie

ve e

n po

sitie

ve m

anie

r on

ders

teun

en b

ij hu

n st

art

op d

e m

idde

lbar

e sc

hool

. D

e m

ento

r ga

at b

ij he

t ki

nd o

p hu

isbe

zoek

om

hem

te

help

en m

et a

lle

zake

n di

e m

et s

choo

l te

mak

en h

ebbe

n. H

ierb

ij ga

at h

et in

alle

gev

alle

n om

ki

nder

en w

aarv

an o

uder

s sc

hool

erg

bel

angr

ijk v

inde

n m

aar

om u

iteen

lope

nde

rede

nen

niet

in s

taat

zijn

hun

kin

d ze

lf vo

ldoe

nde

bege

leid

ing

te b

iede

n.

De

stap

van

de

basi

ssch

ool n

aar 

het

mid

delb

aar

onde

rwijs

 is g

root

, vo

or e

en

aant

al k

inde

ren

te g

root

. D

e m

ento

ren

van

Scho

ol’s

Coo

l gaa

n ge

dure

nde

ande

rhal

f ja

ar (

met

uitl

oop

tot

twee

jaar

) ee

n ke

er p

er w

eek

bij h

et k

ind

op

huis

bezo

ek o

m h

em t

e he

lpen

met

het

org

anis

eren

en

lere

n va

n zi

jn h

uisw

erk

en

alle

and

ere

scho

olse

zak

en z

oals

: he

t le

ren

lere

n, h

et b

ijhou

den

van

de a

gend

a en

 het

pla

nnen

, m

aar

ook

met

soc

iaal

em

otio

nele

zak

en.

Een 

men

tor

gaat

met

de

oud

ers

en d

e le

erlin

g m

ee n

aar

oude

rges

prek

ken

op s

choo

l, al

s de

oud

ers

hier

pr

ijs o

p st

elle

n. O

ok h

ebbe

n de

men

tor

en d

e kl

asse

nmen

tor

tuss

entij

ds c

onta

ct

met

elk

aar.

  Crit

eria

om

in a

anm

erki

ng t

e ko

men

voo

r de

inte

rven

tie z

ijn:1

) Zw

akke

inte

grat

ie

van

de o

uder

s in

de

Ned

erla

ndse

sam

enle

ving

; 2)

Onv

oldo

ende

beh

eers

ing

van

de N

eder

land

se t

aal;

3) A

ard

van

het

kind

(w

eini

g w

eerb

aar,

hype

ract

ief,

hoo

gbe-

gaaf

d, z

wak

ke le

erlin

g, la

stig

, on

geco

ncen

tree

rd).

Uitg

evoe

rd in

Am

ster

dam

, G

ouda

, Br

eda,

Nijm

egen

, Pu

rmer

end,

Vel

sen,

U

trec

ht,

Del

ft,

Lely

stad

, Zw

olle

en

in

Wes

tland

.

Ond

erzo

ek v

an S

arde

s (2

009)

con

clu-

deer

de d

at e

r du

idel

ijke

effe

cten

lijk

en

te z

ijn v

an S

choo

l’s c

ool.

1) D

e de

elne

mer

s, v

an w

ie v

oora

f ge

vree

sd w

erd

dat

ze v

oort

ijdig

de

scho

ol z

oude

n ve

rlate

n, z

aten

na

3 to

t 4

jaar

bijn

a al

lem

aal n

og s

teed

s op

sc

hool

(96

%).

2) 3

5% v

an d

e Sc

hool

’s c

ool p

upill

en

had

na d

rie ja

ar e

en h

oger

sch

ooln

ivea

u da

n he

t ba

siss

choo

ladv

ies

en d

e br

ug-

klas

. Bi

j 30%

van

de

jong

eren

zon

der

bege

leid

ing

was

het

sch

ooln

ivea

u ju

ist

geza

kt.

21Sc

hool

Tra

nsit

iona

l En

vi-

ronm

ent

Proj

ect

(STE

P)

(Fel

ner

e.a.

, 19

93;

in

ZJun

ger-

Tas

en in

: D

urla

k,

1997

)

Opv

ange

n va

n ris

icol

eerli

ngen

die

ove

rsta

ppen

van

het

bas

ison

derw

ijs n

aar

het

voor

tgez

et o

nder

wijs

. D

e 1e

kla

sser

s w

orde

n in

een

apa

rte

klas

(kl

eine

sch

ool i

n de

sch

ool)

gepl

aats

t, w

aar

ze in

kle

ine

groe

pen

in v

aste

kla

slok

alen

ver

blijv

en.

Die

kl

aslo

kale

n be

vind

en z

ich

dich

t bi

j elk

aar.

De

leer

linge

n kr

ijgen

met

een

bep

erkt

aa

ntal

doc

ente

n te

mak

en.

Na

een

jaar

wor

den

de le

erlin

gen

opge

nom

en in

het

no

rmal

e sc

hool

curr

icul

um.

Doe

l: st

erke

sta

rt t

e la

ten

mak

en o

m p

robl

emen

te

voor

kom

en.

Posi

tieve

res

ulta

ten

op s

choo

lsuc

ces,

sc

hool

gang

en

het

afm

aken

van

het

vo

ortg

ezet

ond

erw

ijs.

STEP

leer

linge

n be

haal

den

hoge

re c

ijfer

s en

het

aan

tal

uitv

alle

rs w

as d

e he

lft v

an d

at v

an d

e co

ntro

legr

oep.

Page 79: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

77Trimbos-instituut

22Sc

oren

met

sch

olin

g/

Blij

f op

sch

ool

en h

aal

je

dipl

oma.

ww

w.s

core

nind

ewijk

.nl

Doe

lgro

ep:

Jong

eren

tot

23

jaar

die

zon

der

star

tkw

alifi

catie

hun

sch

ool h

ebbe

n ve

rlate

n en

ver

afs

taan

van

arb

eids

mar

kt,

scho

ol e

n he

t be

hale

n va

n de

sta

rtkw

a-lif

icat

ie.

De

spel

ers

van

voet

balc

lub

(Vite

sse,

FC

Tw

ente

) tr

eden

op

als

budd

y. V

erde

r w

ordt

er

gebr

uik

gem

aakt

van

bed

rijve

n vo

or s

tage

s en

vak

antie

wer

k. B

ij V

itess

e sp

reke

n de

jong

eren

in d

e ee

rste

tw

ee w

eken

met

de

bege

leid

ers

over

wie

je

bent

en

wat

je w

ilt.

Daa

rna

wor

dt h

et c

oncr

eter

: de

gro

ep k

rijgt

te

zien

en

te

hore

n w

at h

et in

houd

t om

met

sela

ar o

f be

tonl

asse

r w

orde

n. H

et is

een

bet

aald

e op

leid

ing:

wer

ken

én le

ren.

In 1

0 w

eken

krij

gen

de d

eeln

emer

s ee

n be

roep

skeu

zepr

ogra

mm

a en

soc

iale

va

ardi

ghed

en.

Het

is e

en p

rakt

ijkon

derz

oek

naar

opl

eidi

ngs-

en

bero

epsm

ogel

ijk-

hede

n.

Arn

hem

, Ei

ndho

ven,

Tw

ente

, A

mst

erda

m v

olge

n Ei

ndho

ven,

Bre

da,

Zuid

-Lim

burg

en

Den

Haa

g.V

olge

ns d

e pr

ojec

tleid

er g

aat

85%

van

de

‘ka

nsar

me

jong

eren

’ tu

ssen

17

en

23 ja

ar d

ie m

eedo

en m

et h

et p

roje

ct

Scor

en d

oor

Scho

ling

gaan

opn

ieuw

na

ar s

choo

l of

zijn

aan

het

wer

k.

De

gem

eent

e A

rnhe

m z

orgd

e vo

or

de f

inan

cier

ing

van

het

proj

ect

vanu

it he

t pa

rtic

ipat

iebu

dget

. D

e ge

mee

nte

Arn

hem

zor

gde

voor

zow

el d

e ui

tker

ing

voor

de

jong

eren

bij

deel

nam

e aa

n he

t pr

ojec

t al

s vo

or d

e ev

entu

ele

plaa

tsin

g-su

bsid

ies

voor

wer

kgev

ers.

En

teve

ns

faci

litee

rde

zij d

e pr

ojec

tleid

ing

en le

gt

de v

erbi

ndin

g m

et d

e ke

tenp

artn

ers.

De

Uni

vers

iteit

Utr

echt

is b

ezig

met

een

th

eore

tisch

e be

schr

ijvin

g

23St

udyb

uddi

es e

n pe

er t

o pe

er m

ento

ring

(ww

w.m

ento

ringi

nond

er-

wijs

.nl)

Ver

bete

ren

van

de a

ansl

uitin

g va

n vm

bo n

aar

mbo

Uit

onde

rzoe

k bl

ijkt

dat

dem

otiv

atie

een

gro

te r

ol s

peel

t bi

j het

voo

rtijd

ig s

topp

en

met

een

opl

eidi

ng.

De

mee

st k

wet

sbar

e gr

oep

voor

tijdi

ge s

choo

lver

late

rs z

ijn

de v

mbo

’ers

en

mbo

’ers

. D

eze

kunn

en d

oor

hbo-

en/

of w

o-st

uden

ten

wor

den

geco

acht

. D

em

ento

ren

(hbo

’ers

en

wo’

ers)

fun

gere

n al

s ra

adge

ver

en r

olm

odel

waa

r de

m

ente

es (

vmbo

’ers

en

mbo

’ers

) zi

ch m

ee k

unne

n id

entif

icer

en.

De

leer

linge

n he

lpen

elk

aar

bij h

et s

tude

ren.

M

ento

rpro

ject

en z

ijn e

chte

r ni

et a

lleen

gun

stig

voo

r de

men

tees

; de

men

tore

n he

bben

de

kans

zic

h te

ver

diep

en in

een

maa

tsch

appe

lijk

them

a, k

unne

n ee

n be

teke

nisv

olle

bijd

rage

leve

ren

aan

de s

amen

levi

ng e

n do

en c

oach

ende

erv

arin

g op

die

van

bel

ang

is v

oor

hen

bero

epsp

rakt

ijk.

Een

typi

sch

geva

l van

een

win

-win

situ

atie

.

Theo

reti

sche

ori

ënta

tie

Vol

gens

Fra

ns M

eije

rs (

2002

) bl

ijkt

dat

het

voor

de

stud

iem

otiv

atie

bijz

onde

r be

lang

rijk

is d

at le

erlin

gen

een

dial

oog

kunn

en v

oere

n ov

er d

e er

varin

gen

die

zij,

zow

el b

inne

n al

s bu

iten

het

onde

rwijs

, op

doen

. V

eela

l zijn

leer

linge

n m

éér

bere

id o

m e

en d

erge

lijke

dia

loog

met

‘hu

n ge

lijke

n’ t

e vo

eren

. D

aaro

m k

an d

e be

gele

idin

g te

n aa

nzie

n va

n al

leda

agse

pro

blem

en v

an p

uber

s op

sch

ool,

thui

s en

m

et z

ichz

elf

het

best

wor

den

uitg

evoe

rd d

oor

ande

re jo

nger

en.

Ver

schi

llend

e pr

ojec

ten

wor

dt

uitg

evoe

rd in

Haa

rlem

, Pr

ovin

cie

Zuid

-H

olla

nd,

Am

ster

dam

en

Utr

echt

.

De

vers

chill

ende

pro

ject

en w

aar

het

prin

cipe

van

stu

dybu

ddie

s w

ordt

toe

ge-

past

zijn

ver

schi

llend

qua

act

ivite

iten

en

doel

groe

p. W

el g

even

de

mee

rder

heid

va

n zo

wel

de

men

tore

n al

s de

men

tees

aa

n he

t m

ento

rtra

ject

als

eff

ectie

f te

he

bben

erv

aren

.

Page 80: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

78 Trimbos-instituut

24Te

ache

rs P

erfo

rman

ce

Ince

ntiv

e Pr

ogra

m

(van

der

Ste

eg &

W

ebbi

nk,

2006

)

Ger

icht

op

doce

nten

. D

ocen

ten

van

mid

delb

are

scho

len

krijg

en e

en p

rest

atie

belo

-ni

ng,

gem

eten

op

basi

s va

n ve

rbet

erin

gen

in p

rest

atie

s va

n le

erlin

gen.

Inte

rven

tie w

ordt

in E

ngel

and,

Am

erik

a en

Isr

aël u

itgev

oerd

.R

esul

taat

: le

erlin

gen

beha

len

hoge

re

gem

idde

lde

toet

ssco

res,

dat

gel

dt m

et

nam

e bi

j zw

akke

leer

linge

n

25W

erkg

roep

in

een

netw

erk

met

dee

lnam

e ke

tenp

artn

ers.

(Ver

enig

ing

van

Ned

er-

land

se g

emee

nten

, 20

11).

De

wer

kgro

ep v

olgt

alg

emen

e on

twik

kelin

gen

rond

om R

oma,

sig

nale

ert

knel

-pu

nten

en

draa

gt b

ij aa

n op

loss

inge

n aa

ndra

gen

voor

pro

blem

en.

De

aanp

ak r

icht

zic

h op

kin

d en

gez

in o

m h

et b

elan

g va

n na

ar s

choo

l gaa

n te

ku

nnen

ond

erst

repe

n. V

anui

t de

wer

kgro

ep z

al e

en p

roje

ctpl

an w

orde

n op

gest

eld

waa

rin d

e re

gulie

re in

stel

linge

n (p

eute

rspe

elza

len,

con

sulta

tiebu

reau

s, s

chol

en,

scho

olm

aats

chap

pelij

k w

erk,

leer

plic

ht e

.d.)

gez

amen

lijk

tot

afsp

rake

n ko

men

.

Besc

hrijv

ing:

• be

vord

eren

van

sch

oolg

ang

van

Rom

a-m

eisje

s en

Rom

a-jo

nger

en in

het

alg

emee

n•

Scho

olui

tval

teg

en t

e ga

an e

n te

voo

rkom

en•

Een

succ

esvo

lle a

fslu

iting

van

de

scho

olca

rriè

re m

et t

enm

inst

e ee

n st

artk

wal

ifica

tie•

And

erso

ortig

e pr

oble

mat

iek

in e

en z

o vr

oeg

mog

elijk

sta

dium

op

te s

pore

n en

zo m

ogel

ijk t

e be

strij

den

Aan

pak

wor

dt in

1 g

emee

nte

uitg

evoe

rd.

De

aanp

ak s

luit

aan

bij

best

aand

e ne

twer

ken

en o

pgez

ette

sa

men

wer

king

tus

sen

kete

npar

tner

s.

Res

ulta

ten

zijn

dat

er

vanu

it ee

n m

ulti-

disc

iplin

aire

inva

lsho

ek e

en b

rede

re k

ijk

onts

taat

op

de R

oma

prob

lem

atie

k. D

e ke

nnis

ove

r R

oma

bij d

e ke

tenp

artn

ers

is v

ergr

oot.

Daa

rnaa

st is

er

mee

r ke

nnis

en

con

tact

tus

sen

de k

eten

part

ners

, ko

rte

lijne

n en

kan

er

snel

ler

gew

erkt

w

orde

n. D

oor

besp

reki

ng v

an c

asuï

stie

k zi

jn r

esul

tate

n op

cas

usni

veau

ger

eali-

seer

d.

Page 81: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

79Trimbos-instituut

In de 25 geselecteerde interventies ter voorkoming van schoolverzuim en -uitval komen een aantal thema's terug namelijk:• Persoonlijke binding. Door het inzetten van mentoren of schoolconsulenten om een band te scheppen tussen individuele leerling, ouders en de school wordt een risicofactor van school- verzuim en voortijdig schoolverlaten aangepakt.• Leerlingen in contact brengen met een concreet toekomstperspectief. Schoolverzuimers en voortijdige schoolverlaters zien niet altijd de toegevoegde waarde van een schooldiploma. Door leerlingen in contact te brengen met diverse banen of vervolgopleidingen leren ze deze waarde wel zien.• Ondersteuning in het aanleren van studievaardigheden. Veel leerlingen vallen uit of raken ongemotiveerd omdat zij steeds falen en het gevoel krijgen dat hun inspanningen voor niets zijn. • Betrekken van het gezin c.q. ouders. Betrokken ouders spelen een belangrijke rol in de school- gang naar school.

3.3.2 Uitgangspunten en de interventiesOp basis van wetenschappelijk onderzoek zijn meerdere uitgangspunten naar voren gekomen om schoolverzuim en –uitval te voorkomen. Hieronder volgt een korte toelichting op de uitgangs-punten. In tabel 14 zijn de geselecteerde interventies gekoppeld aan deze uitgangspunten.

Voorschoolse preventieve interventiesOnderzoek wijst uit dat wanneer sprake is van een negatieve attitude of negatief gedrag t.a.v. school, het belangrijk is om vroeg in te grijpen. Hierbij moet vooral ingezet worden op het vergroten van de betrokkenheid van de ouders en het inzetten van voorschoolse interventies om onderwijs-achterstand te voorkomen (Smink & Reimer, 2005). Betrokkenheid van ouders, broers en zussen bij school en huiswerk blijkt een direct positief effect te hebben op de aanwezigheid en de prestaties van leerlingen (Corville-Smith, Ryan, Adams & Dalicandro, 1998; Epstein & Sheldon, 2002). Onderwijsachterstand is een belangrijke risicofactor voor schoolverzuim (Kearney, 2008). Interven-ties die zich richten op het voorkomen van taal- en onderwijsachterstand en leerlingen voorbereiden op de schoolcontext dragen bij aan het voorkomen van schoolverzuim.

Interventies gericht op de leerlingMeerdere preventieve interventies lijken de aanwezigheid van risicoleerlingen op het voortgezet onderwijs school te stimuleren (Smink & Reimer, 2005). Mentoring is een begeleidende activiteit waarbij een meer ervaren persoon een minder ervaren persoon begeleidt door het uitwisselen van informatie (kennis en ervaringen) en het geven van feedback. De mentorbegeleiding vindt meestal plaats buiten de lessen en de mentor fungeert als rolmodel en coach (Crul & Kraal, 2004). De mentor ondersteunt leerlingen bij de studie, het sociale welbevinden en de beroepskeuze. In Nederland zijn meerdere mentorprojecten die veelbelovend lijken.

Interventies die jongeren aanspreken op hun eigenbelang blijken succesvol te zijn (Junger-Tas, 2002). Jongeren die positief beloond worden, door financiële beloningen, extra praktijkscholing en training worden gestimuleerd om vaak op school aanwezig te zijn en hun opleiding af te maken. Projecten in VS en Engeland laten zien dat de positieve beloningen werken.Interventies die gericht zijn op het aanleren van zelfcontrole en sociale competentie gebaseerd op cognitieve gedragstherapie zijn effectief in de aanpak van gedragsproblemen, waaronder het voor-komen van schoolverzuim en –uitval (Junger-Tas, 2002). Bij cognitieve gedragstherapie worden

Page 82: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

80 Trimbos-instituut

denkprocessen van jongeren over sociale situaties veranderd. In combinatie van technieken zoals ontspanning, zelfmonitoring, het leren van oplossende vaardigheden en cognitieve herstructure-ring (inadequate negatieve gedachten omzetten naar positieve gedachten) leert een jongere de sociale situatie realistischer in te schatten en daar gepaster op te reageren.

Interventies gericht op klas en docentInterventies gericht op de klas, docent en school hebben een positieve invloed op het voorkomen van schooluitval (Junger-Tas, 2002). Hierbij gaat het om het invoeren van innovaties zoals het trainen van docenten in effectieve instructiemethoden en het samenwerken in kleine groepjes, maar ook om het hanteren van duidelijke regels, normen en verwachtingen voor gewenst gedrag van leer-lingen en een daarop aangepast straf- en beloningssysteem. Uit een vrij recente rapportage van de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid (WRR, 2009) naar het voorkomen van schooluitval van ‘overbelaste jongeren’ benoemt de WRR vier thema’s. Deze thema’s zijn: verbondenheid binnen de school (betrokkenheid en band kind en docent), samenstelling van de schoolpopulatie (goede menging met ‘normale’ en ‘kansrijke’ kinderen), ‘goede’ leraren (gekwalificeerde) en de school en haar omgeving (o.a. ouderbetrokkenheid). Onder overbelaste leerlingen verstaat zij de jongeren die te maken hebben met een opeenstapeling van problemen, uiteenlopend van beperkte vaardigheden en gedragsproblemen tot gebroken gezinnen, armoede, verslaving of schulden. Schooluitval is bij deze jongeren vaak een voorbode van algehele maatschappelijke uitval (WRR, 2009).

Integrale aanpakRisicofactoren van schoolverzuim en –uitval bevinden zich op verschillende niveau’s (zie hoofd-stuk 2) en vereisen een integrale aanpak (Smink & Reimer, 2005). Onderdelen van een integrale preventieve aanpak schoolverzuim kunnen zijn: • Het bevorderen van betrokkenheid van jongeren en ouders bij de school en het verkennen van ondersteuningsbehoeften• Het opzetten van een sluitend systeem van vroegtijdige signalering, melding, registratie en interventie bij beginnend verzuim. Sancties stellen en uitvoeren. Vroegtijdig contact met leer- plicht en in nodig actie ondernemen. Hardnekkige spijbelaars blijven monitoren.• Deelname aan regionale netwerken van m.n. leerplicht, onderwijs, jeugdhulpverlening, jeugd- gezondheidszorg en politie Justitiële interventies gericht op de jongere en hun oudersUit onderzoek in opdracht van het ministerie van Justitie (WODC) blijkt dat justitiële interventies gericht op het verminderen van schoolverzuim onvoldoende helpen om het spijbelen tegen te gaan (Van Burik, e.a., 2007). Mogelijke verklaringen hiervoor is dat de justitiële interventies zich hoofd-zakelijk richten op de jongere (1 factor) en een samenwerking tussen gezin, school, gemeenschap en politie/justitie ontbreekt. Daarnaast is vaak al jaren sprake van verzuim zonder dat er eerder (preventieve of hulpverlening) interventies zijn ingezet. De effectiviteit van justitiële interventies hangt in sterke mate af van d vraag of de juiste aanpak gerealiseerd is in de twee voorgaande subketens. Desalniettemin is de voortijdige uitval uit de justitiële interventies beperkt en zijn de deelnemers positief over hun deelname hieraan.

In tabel 14 zijn de geselecteerde interventies gekoppeld aan de hierboven beschreven uitgangs-punten. De letter A staat bij de interventies die zijn uitgevoerd onder algemene jongeren. De letter R staat bij de interventies die zijn uitgevoerd bij Roma-jongeren.

Page 83: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

81Trimbos-instituut

Tabe

l 14

Inte

rven

ties

en

uitg

angs

punt

en

Naa

m i

nter

vent

ieG

eric

ht o

p le

erlin

gG

eric

ht o

p sc

hool

Ger

icht

op

voor

scho

olIn

tegr

ale

aanp

ak

Cog

ni-

tieve

aa

npak

Men

torin

gPo

sitie

ve

belo

ning

Voo

rkom

on

derw

ijs-

acht

er-

stan

d

Just

itie:

Le

er-s

traf

Ver

ande

r-m

anag

e-m

ent

klas

of

sch

ool

Betr

ek

oude

rBe

trek

ou

der

Voo

rkom

on

derw

ijs-

acht

er-

stan

d

Teru

g-dr

inge

n sc

hool

-ve

rzui

m,

sign

a-le

ring,

re

gist

eren

, ha

ndha

-vi

ng

1B

ij de

les

blij

ven

A

2Fu

ture

s Pr

ogra

mA

A

3H

andh

avin

g le

erpl

icht

RR

4H

uisw

erkb

egel

eidi

ngA

5In

divi

duel

e be

gele

idin

gR

6Pr

ojec

t ‘W

isse

lgel

d’R

7M

@ZL

A

8O

nder

wijs

-con

sule

ntR

RR

9O

nder

wijs

-ste

unpu

nt V

OR

RR

10O

p st

apA

A

11O

uder

com

pone

nt V

oor-

scho

olA

A

12O

uder

s: p

rese

nt!

A

13Pl

ezie

r op

sch

ool

A

14R

oma-

klas

R

15O

nder

wijs

assi

sten

tR

16Sc

hool

bem

idde

laar

RR

R

17R

oos

en B

asta

, le

er-

stra

ffen

A

Page 84: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

82 Trimbos-instituut

18(S

chak

el)k

las

R

19Sc

hool

-oud

erco

ntac

t pe

rsoo

nA

20Sc

hool

’s c

ool

Men

tori

ng v

an B

O n

aar

het

VO

A

21Sc

hool

Tra

nsit

iona

l En

vi-

ronm

ent

Proj

ect

(STE

P)A

22Sc

oren

met

sch

olin

gA

A

23St

udyb

uddi

es e

n pe

er t

o pe

er m

ento

ring

A

24Te

ache

rs P

erfo

rman

ce

Ince

ntiv

e Pr

ogra

mA

25W

erkg

roep

en

netw

erk

kete

npar

tner

s.R

Page 85: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

83Trimbos-instituut

3.4 Best-practice aanpak

Bij het samenstellen van een best-practice aanpak schoolverzuim Roma, zijn de bevindingen uit hoofd-stukken 1 en 2, de ervaringen vanuit de gemeenten met schoolverzuim, de factoren die van invloed zijn op schoolverzuimen –uitval van de Roma-meisjes gecombineerd met de bevindingen uit paragraaf 3.3.

Een best-practice dient aan een viertal voorwaarden te voldoen: • Voorwaarde 1: Factoren die van invloed zijn op schoolverzuim en –uitval hebben te maken met verschillende leefgebieden en actoren. Een best-practice aanpak dient te interveniëren op meerdere niveaus, namelijk op dat van het kind, de ouders, de sociale omgeving en leeftijdsgenoten en de school. • Voorwaarde 2: Schoolverzuim en –uitval op het voortgezet onderwijs staat niet los van het verloop van de schoolloopbaan voorafgaande daaraan. Doordat veel Roma kinderen met taal en ontwikkelingsachterstand starten is dat in hoge mate bepalend voor het behalen van een laag niveau in hun schoolloopbaan. Een bestpractice aanpak dient dan ook gericht te zijn op de periode voorafgaande aan de start van het basisonderwijs tot aan het verkrijgen van werk. • Voorwaarde 3: Schoolverzuim en –uitval op het voortgezet onderwijs staat vaak niet op zichzelf maar is ingebed in meervoudige gezinsproblematiek. Een best-practice aanpak dient uit te gaan van een integrale aanpak waarin samenwerking met actoren rondom school (ouders, docent, leerplicht, welzijn, consulenten etc.) van belang is, maar ook signalering en hulpverlening van andere problematiek (schulden, huisvesting, werkloosheid, stateloosheid) bepalend is voor een succesvolle schoolloopbaan van Roma jongeren. • Voorwaarde 4: Vanuit de wetenschap is kennis ontwikkeld over de wijze waarop schoolverzuim en –uitval kan worden voorkomen. Ook is inmiddels kennis ontwikkeld over de werkzaamheid van bepaalde interventies in het voorkomen van schoolverzuim en –uitval voor een brede doel-groep. Ook vanuit de praktijk is kennis ontwikkeld, toegespitst op specifieke groepen zoals Roma. Zowel vanuit de theorie als vanuit de praktijk is deze kennis onvolledig en is het belangrijk om de aanwezige kennis bij elkaar aan te laten sluiten. Een best-practice aanpak dient een theoretische verantwoording te hebben en zoveel mogelijk te bestaan uit interventies die getoetst zijn aan de theorie of zijn onderzocht in de praktijk.

Rekening houdend met de vier gestelde voorwaarden kunnen meerdere best-practice aanpakken voor Roma opgesteld worden. Per gemeente kan, rekening houdend met de specifieke onder-wijs- en gezinssituatie van Roma-kinderen, bestaande contacten en betrokkenheid tussen Roma, onderwijs en welzijn, de interventies die uitgevoerd worden en het beschikbare budget een best-practice-aanpak opgesteld worden.

Voorbeeld van een best-practice aanpak rekening houdend met de vier voorwaardenOm aansluiting (taal en ontwikkeling) op de basisschool te garanderen is het belangrijk dat Roma-peuters naar de voorschool gaan en dat hun ouders daar actief bij betrokken worden door ze te laten participeren. Schoolconsulenten ook wel bemiddelaars of intermediairen genoemd worden ingezet om contacten te leggen met de ouders, ze te informeren over school, problemen te signa-leren en het contact te leggen met andere ketenpartners, maar ook contact te hebben met docenten en deze te informeren over Roma en de voortgang van het kind te monitoren. Deze intermediairen moeten samenwerken met een leerplichtambtenaar die met name de regels toepast wanneer sprake is van ongeoorloofd schoolverzuim. Mentoren ondersteunen Roma-leerlingen tijdens hun

Page 86: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

84 Trimbos-instituut

schoolperiode door ze te helpen met hun huiswerk, stageplek en zijn een goed rolmodel. Dit kunnen oudere Roma-jongeren zijn die nog op school zitten of inmiddels hun school hebben afgemaakt. Stateloosheid van Roma-jongeren zou geen rol mogen spelen in schoolverzuim. Dat is echter wel bij sommige jongeren het geval. Extra ondersteuning hierbij, waaronder financiële ondersteuning, is noodzakelijk. Een veilige omgeving voor alle leerlingen creëren betekent open staan voor diversiteit, interesse tonen in elkaars achtergrond op een respectvolle wijze. Uitvoering van een lessenmodule 'cultural competence and Equity’, naar voorbeeld van de ‘positive school’, is een eerste stap in de goede richting.

De best-practice aanpak is gekoppeld aan het ASE-model (De Vries, 1988), een theoretisch model dat gedragsveranderingen verklaart. Uitgangspunt is in deze casus dat een best-practice aanpak verzuimgedrag van Roma-meisjes verandert en Roma-meisjes wel naar school gaan. Uiteraard wordt het gedrag van Roma-meisjes beïnvloed door anderen. Het ASE-model gaat ervan uit dat het verzuimgedrag tot stand komt en beïnvloed wordt door: 1) de houding van Roma-meisjes t.a.v. school; 2) de houding/ steun/druk van ouders, haar docenten en haar klasgenoten; 3) het vertrouwen (zelfvertrouwen, inschatting problemen en vaardigheden) van Roma-meisjes om verzuimgedrag te veranderen. In schema 3 staan de beïnvloedende factoren weergegeven met daarbij de onderdelen (verschillende interventies) van de best-practice aanpak. In tabel 15 volgt de verantwoording van de keuze van de onderdelen (verschillende interventies) van de best-practice aanpak.

Schema 3: Best-Practice aanpak leerlingen (3-18) voor schoolgang en -verlaten met startkwalificatie.

ASE-model

Attitude (kind, ouders, sociale omgeving)

Sociale omgeving (ouders, docenten, klasgenoten)

Eigen-effectiviteitsverwachting

KindA. Voorschool

C. MentoringB. Onderwijsconsulent/ Schoolbemiddelaar

OudersE. Leerplichtambtenaar

G. RolmodelF. Cultuurlessen

Sociale omgeving (docenten, klasgenoten) G. Rolmodellen H. Ondersteuning school

en daarna

Intentie (kind)

BarrièreFinanciële ondersteuning

Gedragsverandering (ouders, kind)

Page 87: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

85Trimbos-instituut

Tabe

l 15:

Toe

licht

ing

onde

rdel

en (

inte

rven

ties

) be

st-p

ract

ices

aan

pak

Inte

rven

tie

Kor

te b

esch

rijv

ing

Vóó

r de

sta

rt v

an b

asis

onde

rwijs

A.

Voo

rsch

ool

B.

Oud

erbe

trok

kenh

eid

A O

m t

e zo

rgen

voo

r ee

n go

ede

aans

luiti

ng in

taa

l en

ontw

ikke

ling

op d

e ba

siss

choo

l heb

ben

Rom

a-pe

uter

s ex

tra

bege

leid

ing

nodi

g. D

at k

an o

p de

voo

rsch

ool m

et d

e in

terv

entie

‘O

p St

ap’.

B In

zet

van

‘Oud

erco

mpo

nent

’, st

imul

eert

Rom

a-ou

ders

om

act

ivite

iten

te o

ntpl

ooie

n w

aard

oor

ze b

etro

kken

wor

den

bij d

e vo

or-

scho

ol.

De

oude

rs k

unne

n co

ntac

t m

et e

lkaa

r le

ggen

en

info

rmat

ie u

itwis

sele

n.

Bas

ison

derw

ijs &

Voo

rtge

zet

onde

rwijs

C.

Scho

olbe

mid

dela

ar o

f -c

onsu

lent

Scho

olbe

mid

dela

ars

of c

onsu

lent

en r

icht

en z

ich

op h

et b

egel

eide

n va

n de

fam

ilie

om d

e ki

nder

en n

aar

scho

ol t

e st

uren

. Ze

heb

ben

een

vert

rouw

ensr

elat

ie t

usse

n fa

mili

e en

sch

ool e

n zo

rgen

erv

oor

dat

oude

rs b

eken

t ra

ken

met

het

bel

ang

van

onde

rwijs

. O

uder

s kr

ijgen

info

rmat

ie o

ver

het

func

tione

ren

en d

e re

gels

van

sch

ool,

de v

eilig

heid

op

scho

ol,

de s

choo

lact

ivite

iten.

Con

sule

nten

m

obili

sere

n de

oud

ers

voor

sch

oola

ctiv

iteite

n (o

uder

com

ités,

mon

dial

e da

gen)

, ze

bem

idde

len

bij c

onfli

cten

en

hebb

en c

onta

ct m

et

kete

npar

tner

s di

e m

et a

nder

e pr

oble

men

kun

nen

onde

rste

unen

D.

Men

tori

ngD

e sc

hool

’s c

ool w

erkt

met

thu

ism

ento

ren

en s

tudy

budd

ie.

De

thui

smen

tor

(vrij

will

iger

s) le

ert

huis

wer

k te

pla

nnen

, m

aken

en

zorg

t vo

or s

truc

tuur

. D

e sc

hool

prob

lem

en w

orde

n be

spro

ken

met

het

kin

d en

oud

ers.

Ook

stim

ulee

rt z

ij/hi

j het

kin

d om

vrij

etijd

sbes

te-

ding

te

zoek

en e

n on

dern

eem

t m

et d

e le

erlin

g ac

tivite

iten.

 D

e st

uddy

budi

es f

unge

ren

als

huis

wer

kbeg

elei

ders

, ra

adge

vers

en

rolm

odel

len

waa

r de

men

tees

(vm

bo’e

rs e

n m

bo’e

rs)

zich

mee

ku

nnen

iden

tific

eren

. Ze

hel

pen

elka

ar o

.a.

bij h

et s

tude

ren

en s

tage

plek

zoe

ken.

E. M

onit

orin

gD

e le

erpl

icht

ambt

enaa

r zo

rgt

voor

een

goe

de m

onito

ring

op jo

nger

en d

ie v

erzu

imen

en

leer

plic

htig

zijn

. Id

ealit

er w

erke

n zi

j sam

en

met

een

sch

oolc

onsu

lent

waa

rdoo

r ee

n st

rate

gie

van

zorg

en

hand

havi

ng o

f on

derh

ande

len,

sam

enw

erki

ng e

n re

gels

/han

dhav

ing

kan

wor

den

toeg

epas

t.

F. A

anda

cht

voor

cul

ture

le

acht

ergr

ond

op s

choo

lPo

sitiv

e sc

hool

str

eeft

naa

r ee

n re

spec

tvol

le s

choo

lom

gevi

ng v

oor

alle

leer

linge

n. T

ijden

s de

mod

ule

‘Cul

tura

l Com

pete

nce

and

Equi

ty’

mak

en le

erlin

gen

kenn

is m

et e

lkaa

rs a

chte

rgro

nden

. K

inde

ren

en d

ocen

ten

gaan

zel

f op

zoe

k na

ar in

form

atie

ove

r el

kaar

en

er v

olge

n pr

esen

tatie

s (f

oto,

film

of

tone

elst

uk).

G.

Rol

mod

elle

nR

oma

die

beke

nd z

ijn,

onde

rwijs

assi

sten

t zi

jn,

een

dipl

oma

hebb

en o

f ie

ts a

nder

s in

hun

leve

n be

reik

t he

bben

kun

nen

als

rolm

o-de

llen

func

tione

ren

om o

uder

s en

kin

dere

n te

mot

iver

en o

m o

ok o

nder

wijs

te

volg

en.

Voo

rtge

zet

onde

rwijs

en

daar

na

H.

Ond

erst

euni

ng h

uis-

wer

k, s

tage

, w

erk

Rom

abur

eau

scho

ol e

n w

erk

richt

op

het

onde

rste

unen

van

Rom

a-jo

nger

en b

ij st

age,

sta

rtkw

alifi

catie

en

beta

alde

arb

eid.

Rom

a-le

erlin

gen

van

het

voor

tgez

et o

nder

wijs

krij

gen

extr

a on

ders

teun

ing

voor

het

suc

cesv

ol v

olto

oien

van

hun

opl

eidi

ng e

n he

t be

hale

n va

n ee

n st

artk

wal

ifica

tie.

Page 88: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

86 Trimbos-instituut

Page 89: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

87Trimbos-instituut

ReferentiesAllan, J. (2010). Questions of inclusion in Scotland and Europe. European Journal of Special

Needs Education, 25, 2, 199 – 208. Bhopal, K. (2004). Gypsy travellers and education: changing needs and changing perceptions.

Britisch Journal of Educational Studies, 52, 1, 47 – 64. Brief ‘Aanpak voor Roma’ in Nederland op 29 juni 2009, van de minister voor Wonen, Wijken

en Integratie, minister van der Laan. CFI. (2006). Nieuwe gewichtenregeling basisonderwijs. Zoetermeer, CFI. Cox, A. (2003). Woonwagen- en zigeunerkinderen ten onder in achterstandenbeleid. 'De glazen

bol is leeg'. TooN, 6, 8. Cudworth, D. (2008). 'There is a little bit more than just delivering the stuff': Policy, pedagogy

and the education of Gypsy/Traveller children. Critical Social Policy, 28, 361 – 377. Derrington, C. (2006). Fight, flight and playing white: An examination of coping strategies

adopted by Gypsy Traveller Adolescents in English secondary schools. International Journal of Educational Research, 46, 357 – 367.

Doornbos, O. (2007) Good practices on Roma inclusion in the Netherlands. Durlak, J.A. (1997). Successful prevention programs for children and adolescents. New York/London: Plenum Press.EUMC. (2006). Roma and Travellers in Public Education. An overview of the situation in the EU

Member States. Vienna: EUMC.Faber, M., Verkerk, G., van Aken, M., Lissenburg, L. & geerlings, M. (2006). Plezier op school:

sterker naar de brugklas. Kind en Adolescent Praktijk. 1 maart, p. 32-39.Forum (2008). Onderwijs en scholing voor Sinti en Roma in Nederland. Gerganov, E., Varbanova, S., & Kyuchukov, H. (2005). School adaptation of Roma children.

Intercultural Education, 16, 5, 495 – 511. Huinder, C., Brassé, P. (2008). Roma in Nederland. Onderzoek ten behoeve van het Bestuurlijk

Overleg lokaal integratiebeleid Roma. Utrecht: Forum. Hulsen, M., & Mulder, L. (2005). Speciale doelgroepen in het basisonderwijs. Schooljaar

2002/2003. Nijmegen: ITS. Igarashi, K. (2005). Support programmes for Roma children: do they help or promote exclusion?

Intercultural Education, 16, 5, 443 – 452. Inhoudelijke eindrapportage Projecten Platform Roma-gemeenten (2011). Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).Jordan, E. (2001a). Exclusion of Travellers in state schools. Educational Research, 43, 2, 117 –

132. Jordan, E. (2001b). From interdependence, to dependence and independence. Home and school

learning for Traveller children. Childhood, 8, 57 – 74.Jordan, E. (2001c). Interrupted learning, the Traveller paradigm. Support for learning, 16, 3,

128 – 134.Jonger-Tas, J. (2002). Preventie van antisociaal gedrag in het onderwijs. Den Haag: Ministerie

van Justitie.Khonraad, S., Overbekking J. (2002) Een andere kijk. Nieuwe uitgangspunten voor een

interactief woonwagenbeleid. Utrecht: ForumKPC Groep. (2006). Roma Sinti en woonwagenbewoners. Succesfactoren en knelpunten op het

gebied van arbeidstoeleiding. 's-Hertogenbosch: KPC Groep.

Page 90: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

88 Trimbos-instituut

Lalueza, J. L., & Crespo, I. (2009). Voices in the "Gypsy developmental project". Mind, culture, and activity, 16, 263 – 280.

Laubeova, L. (2000). The Role of Education in Preventing Ethnic Conflicts: The Case of Roma in the Czech Republic. Global security Fellows Institute, occasional paper, 15.

Lever. N., Sander, M.A., Lombardo, S., Randall, C., Axelrod, J., Rubenstein, M. & West, M.D. (2004). A drop-out prevention program for high-risk inner-city youth. Behavior Modification.

Vol. 28, nr. 4, p. 513-527.Levinson, M. P., & Sparks, A. C. (2005). Gypsy children, space, and the school environment.

International Journal of Qualitative Studies in Education, 18, 6, 751 – 772. Levinson, M. P., & Sparks, A. C. (2006). Conflicting value systems: Gypsy females and the

home-school interface. Research papers in Education, 21, 1, 79 - 97. Liégeois, J-P. (2007). Roma Education and Public Policy. A European perspective. European

Education, 39, 1, 11 – 31. Lloyd, G., Stead, J., Jordan, E., & Norris, C. (1999). Teachers and gypsy travellers. …..Lloyd, G., & McCluskey, G. (2008). Education and Gypsies/Travellers: 'contradictions and

significant silences'. International Journal of Inclusive Education, 12, 4, 331 - 345. Marc, A., & Bercus, C. (2007). The Roma Education Fund. A new tool for Roma inclusion.

European Education, 39, 1, 64 – 80. Messing, V. (2008). Good practices addressing school integration of Roma/Gypsy children in

Hungary. Intercultural Education, 19, 5, 461 – 473. Minneapolis Public Schools. (2011). Positive School Climate Tool Kit, First EditionMyers, M., McGhee, D., & Bhopal, K. (2010). At the crossroads: Gypsy and Traveller parents'

perceptions of education, protection and social change. Race Ethnicity and Education, 13, 4, 553 – 548.

Nicolae, V. (2007). Perfectly equipped failures. The European Union and Educational Issues Affecting the Roma. European Education, 39, 1, 50 – 63.

O'Hanlon, C. (2010). Whose education? The inclusion of Gypsy/Travellers: continuing culture and tradition through the right to choose educational opportunities to support their social and economic mobility. Compare, 40, 2, 239 – 254.

O'Nions, H. (2010). Different and unequal: the educational segregation of Roma pupils in Europe. Intercultural Education, 21, 1, 1-13.

Orsos, E. H. (2001). Alternative schools and Roma education: a review of alternative secondary school models for the education of Roma children in Hungary. World bank regional office Hungary ngo studies no. 3

Projectvoorstellen Platform Roma-gemeenten (2010). Vereniging van Nederlandse gemeenten (VNG)

Pecek, M., Cuk, I., & Lesar, I. (2008). Teachers perceptions of the inclusion of marginalized groups. Educational Studies, 34, 3, 225 – 239.

Ravens-Sieberer, U., & the European KIDSCREEN Group (2006). The KIDSCREEN Questionnaires - Quality of life questionnaires for children and adolescents – Handbook. Lengerich: Papst Science Publisher.

Rodrigues, P. R., & Van Donselaar, J. (2010). Monitor racism & extremisme. Negende rapportage. Amsterdam University Press: Anne Frank Stichting.

Sinti en Roma in Nederland, een inventarisatie (2007). Stichting Zet.Steeg, M. van der & Webbink, D. (2006). Voortijdig schoolverlaten in Nederland: omvang,

beleid en resultaten. Den Haag: Centraal Planbureau.

ˇ ˇ

Page 91: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

89Trimbos-instituut

Timmermans, R., van den Hurk, A. (2002) Onderwijsdeelname van woonwagen- en zigeunerkinderen in de twintigste eeuw. 's-Hertogenbosch: KPC GroepTrentin, R., Monaci, M. G., De Lume, F., & Zanon, O. (2006). Scholastic Integration of Gypsies

in Italy. School psychology International, 27, 79 - 99. Tuijl, C. v., & Siebes, R (2006). Het rendement van opstap in de basisschoolperiode. Een longitudinaal onderzoek naar effecten van een gezinsgericht stimuleringsprogramma bijTurkse en Marokkaanse gezinnen. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut.Vereniging der Nederlandse Gemeenten. (2010). Projectvoorstellen Platform Roma-gemeenten.Vereniging van Nederlandse gemeenten. (2011). Inhoudelijke eindrapportage Projecten Platform

Roma-gemeentenVertrouwen in de school: over de uitval van 'overbelaste' jongeren (2009). Wetenschappelijke

Raad voor het Regeringsbeleid (WRR).Voorend, L., Welie, van M., Jong, de A. Rovers, (2010). Stateloos maakt radeloos, de situatie

van stateloze Roma in Nederland 2009. Amsterdam: Dokters van de Wereld.Weeber, F. (2006). OWWZ in Beeld. 's-Hertogenbosch: KPC Groep. www.schoolscool.nl; http://www.vitesse.nl/scoren-door-scholing

Page 92: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

90 Trimbos-instituut

Page 93: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

91Trimbos-instituut

Bijlage 1: Topiclijst gemeente/leerplicht en onderwijsconsulentenIn het interview met de leerplichtambtenaren staan de volgende twee vragen centraal:1. Zijn er in deze gemeente interventies om het schoolverzuim onder Roma jongeren te verminderen?2. Wat zijn de ervaringen in deze gemeente en is er een evidence base?Doel is om op basis van deze gegevens (in combi met de literatuurstudie) een best-practice aanpak op te stellen.

I Werk & gemeente Graag zouden we zicht krijgen op het beleid van de gemeente m.b.t. de schoolgang van Roma kinderen en de verschillende samenwerkingspartners die daarbij zijn betrokken. Kunt u vertellen hoe dit in uw gemeente eruit ziet en wat uw werkzaamheden daarin zijn?

a) Eigen werk• Beroep: onderwijsconsulent/leerplichtambtenaar? • Werkgebied: (gemeentegrenzen, stadsdeel, provincie)• Wat is de taak/werkomschrijving? Is het specifiek op Roma of zijn Roma onderdeel van het werk? • Jaren in dienst? Dagen per week/uren? • Wanneer en hoe vaak in contact met de gezinnen? Incidenteel of structureel? Met ouders of met de kinderen of allebei? Contact vanwege schoolverzuim en/of andere problematiek? Initiatief vanuit de gezinnen of vanuit school/gemeente/leerplicht?• Hoe verloopt het contact met de gezinnen? Acceptatie, frustratie?

b) Beleid gemeente• Wat is het beleid van de gemeente? Is het specifiek op Roma, op schoolverzuim (onderscheid meisjes/jongens?) of op allebei? • Wat zijn de kosten van projecten? Wat wordt er jaarlijks uitgegeven aan Roma? • Zijn er speciale projecten en doelstellingen? • Hoe lang duurt een Roma project over het algemeen? Wordt het beleid geëvalueerd? • Is er beleid voor korte- en lange termijn? • Wat zijn de verwachtingen van resultaten? (direct, maar ook na een aantal jaren)• Wat zijn aanleidingen geweest om beleid eventueel te veranderen? • Hoe verloopt de financiering? Is er eenmalig geld beschikbaar gesteld of is het een meerjarenplan? • Is er betrokkenheid van de Roma zelf in beleidvorming? Wordt er gesproken en/of overlegd met een sleutelfiguur/intermediair? • Wat gaat er goed in de Roma aanpak en wat is voor verbetering vatbaar? • Doorvragen op het hoe, waarom en motieven!

c) Samenwerking andere partijen• Welke partijen zijn betrokken in de aanpak van Roma? • Hoe ziet de onderlinge samenwerking er uit? Wat zijn de taken en verantwoordelijkheden van school, leerplichtambtenaar, onderwijsconsulent, en de gemeente? • Wat zijn de stappen bij schoolverzuim? Hoe verloopt de registratie daarvan? Is er in zekere mate monitoring van schoolverzuim/schoolgang van Roma leerlingen?

Page 94: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

92 Trimbos-instituut

II Roma gezinnen & gemeenschapOm erachter te komen welke factoren eventueel van invloed zijn op het schoolverzuim van Roma meisjes is het voor ons belangrijk een beeld te krijgen hoe het leven van deze meisjes eruit ziet. Kunt u een beeld schetsen van de groep Roma (aantal families, woonomgeving e.d.) in uw werkgebied?

a) Gezinnen • Opdeling in families en aantal. Traditioneel/modern? • Hoeveel families/gezinnen zijn er? • Hoe verloopt de relatie tussen families onderling? • Hoe gaan ouders met kinderen om? Hoe wordt er tegen kinderen aangekeken? Worden ze beschermd opgevoed, heel vrij opgevoed? Hoe worden jongens en meisjes opgevoed? • Wordt onderwijs gezien als toeleiding naar werk?

b) Woonomgeving • Waar wonen ze? Welke wijken?• Hoe ziet de huisvesting van Roma-gezinnen er uit? Huizen of wagens? Koop of huurhuis? • Is er een kamp of wonen ze verspreid door dorp/stad?

c) Sociale contacten• Heeft u een idee hoe het sociale netwerk van een Roma eruit ziet?

d) Gezondheid & risicogedrag • Psychische gezondheid• Lichamelijke gezondheid • Roken• Drinken• Drugs

e) Specifieke problematiek • Criminaliteit • Ervaring discriminatie in vinden van werk etc.?

III ScholenIn de meeste gemeenten is er sprake van veel schoolverzuim onder Roma (meisjes). Dit verschilt wel heel erg per gemeente en de verschillende families. Kunt u vertellen hoe de Roma gemeen-schap in uw gemeente aankijkt tegen onderwijs en hoe die schoolgang verloopt?

a) Kinderen • Hoeveel Roma kinderen gaan er naar VVE, PO, VO, SO en MBO/HBO/WO en hoeveel leer- plichtige kinderen zijn er? • Kinderen die wel naar school gaan, is er veel verzuim? (PO en VO)• Is er een verschil tussen jongens/meisjes in schooluitval/schoolverzuim?• Aan welke niveaus voortgezet onderwijs wordt deelgenomen?

Page 95: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

93Trimbos-instituut

b) School • Wat is de werkwijze van de scholen? Zitten de kinderen in reguliere klassen of is er een aparte Roma klas? • Gaan veel Roma kinderen naar dezelfde school of is er bepaalde spreiding?• Is de onderwijsinhoud hetzelfde voor Roma-leerlingen als voor andere leerlingen?• Zijn er specifieke Roma-projecten op de scholen? Wat houden deze projecten in en hoe verlopen ze? • Is er expertise op de scholen en zo ja op welke manier? Wordt er expliciet aandacht besteed aan het onderwijs voor Roma-kinderen?

c) Houding en relatie • Hoe verloopt het contact tussen ouders en de school? • Wat is de houding van de scholen ten opzichte van Roma?• Wat is de houding van Roma ten opzichte van school? • Hebben de Roma-kinderen aansluiting op school? Is dat alleen met Roma- kinderen of ook burgers? Zijn er veel ervaringen met pesten/discriminatie?• Mogen jongens en meisjes met elkaar naar school?

d) Schoolverzuim• Wat ziet u voor redenen voor schoolverzuim bij Roma meisjes? Wat zouden belangrijke factoren kunnen zijn? • Wanneer vallen de meeste meisjes uit/ schoolverlaten: groep 7 BO; groep 8 BO; overgang BO-VO; klas 1 VO; klas 2 VO; klas 3 VO; klas 4 VO?• Is er een proces te onderscheiden in schoolverzuim naar schoolverlaten?

Page 96: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

94 Trimbos-instituut

Page 97: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

95Trimbos-instituut

Bijlage 2: Topiclijst Roma-meisjes die niet meer naar schoolgaan of na de basisschool niet zijn doorgestroomd naar het voortgezet onderwijs.Algemeen- Observatie: geld, sieraden, make-up, wijk, huisvesting, inrichting, uiterlijk ouders en meisje, wie zijn er thuis etc. - Anonimiteit- Opnemen of schrijven- Hoeveel tijd is er beschikbaar?

I Persoonlijke omstandighedenOpeningsvraag: 'Kun je wat vertellen over wie je bent en met wie je woont?'Leeftijd; religie, welke school; welke klas; met wie woon je in huis (vader, moeder, oma, broers/zusjes); heb je oudere broers/zussen; indien ja, naar welke school gaan zij en welke klas; hoelang woon je al in dit huis.

II Sociale kaart: Vorm: 3 cirkels om elkaar heen. In de binnenste cirkel staan de meest belangrijke mensen, 2e cirkel belangrijke mensen en 3e cirkel minst belangrijke mensen. De opdracht is om met behulp van deze cirkels het sociale netwerk van het meisje in kaart te brengen o.a. gezins- en familieleden; kennissen, vriendinnen en andere mensen uit de Roma-gemeenschap, op school (docent etc.) en contacten in de buurt (huisarts, tandarts, sporthal, zwembad, winkel etc.) in één van de 3 cirkels te zetten.Vragen die hierbij gesteld kunnen worden zijn: wie zijn erg belangrijk (en waarom) en wie zijn minder belangrijk (en waarom) met wie heb je het meest contact en met wie het minst contact, met wie voel je je prettig (en waarom), met wie ga je om wanneer je thuis bent, met wie heb je de afgelopen week veel tijd doorgebracht, met wie kun je alles bespreken, wie vertrouw je, wie is je voorbeeld/op wie wil je lijken? Voel je je Roma, onderdeel van de gemeenschap? Vriendinnen? Grote familie? Ken je die allemaal?

III Dagbesteding: Openingsvraag: 'Kun je vertellen wat je overdag allemaal doet?'Beschrijf eens een doordeweeksedag? Werk je? Wat vind je belangrijk en leuk om te doen? Wat zou je het liefste willen doen?

IV Toekomst: Wat wil je worden? Is daar een opleiding voor nodig? Waar zou je zo'n opleiding kunnen volgen? Denk je dat je nog ondersteuning nodig hebt? Waarom wil je …later worden/gaan doen (wens ouders)? Wat lijkt je daaraan leuk (veel geld verdienen/inhoud interessant)? En naast opleiding/werk, wat wil je dan nog? Trouwen, kinderen etc.?

Page 98: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

96 Trimbos-instituut

V School: Openingsvraag: 'Kun je vertellen hoe het ging op school voordat je thuis bent gebleven en hoelang ga je niet meer naar school?

1 Leren: Hoe ging het op school? Haalde je goede cijfers? Wat vond je het leukste vak. Ging het leren makkelijk/moeilijk? Vond je het in de afgelopen week leuk op school? Ging je graag naar school? 2 Docenten: Had je leuke leraren? Met welke leraar kon je minder goed overweg en waarom? Had je wel eens ruzie met leraren, waarover dan? Vroegen leraren wel eens naar jouw Roma achtergrond en leefwijze? Vond je dat prettig?

3 Andere scholieren/jongeren: Waren er andere Romascholieren op je school? Ging je daar mee om? Werd je wel eens gepest door scholieren op school en waarom? Zo ja, wat heb je toen gedaan (besproken met een docent/je ouders/iemand anders, namelijk…., teruggescholden/geslagen, gehuild)?

4 Compliment/Beloning-Straf/nakomen: Kreeg je wel eens een compliment op school of van de docent/ had je weleens straf op school? Wat was de aanleiding (te laat komen, brutaal zijn, huiswerk niet af, ruzie met andere leerlingen). Wat vond je van de beloning / straf die je had gekregen? Vertelde je dat aan je ouders? Wat vonden je ouders ervan?

5 Andere jongeren: Ken je andere Roma-jongeren of meisjes die ook niet meer naar school gaan.

6 Ouders: Vinden je ouders het belangrijk dat je thuis blijft? Waarom denk je dat je ouders dat belangrijk vinden? Zijn er mensen in je familie die het wel/niet belangrijk vinden?

VI Vrije tijd: Heb je naast je dagelijkse werkzaamheden ook tijd voor jezelf? Wat doe je dan? (hobby's, vrienden ontmoeten, oppas-sen, thuis werken, thuis helpen, sporten, computeren (hyves/facebook/msn); bepaal je zelf wat je doet wanneer je thuis bent van school? Krijg je geld voor het oppassen/ thuiswerken?

VII Geldzaken: Krijg je zakgeld? Verdien je geld met oppassen/werken. Had je in de afgelopen week genoeg geld voor je uitgaven? Welke uitgaven? Heb je genoeg geld gehad om dingen met je vrienden te doen?

Page 99: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

97Trimbos-instituut

Bijlage 3: Topiclijst Roma-oudersAlgemeen- Observatie: geld, sieraden, make-up, wijk, huisvesting, inrichting, uiterlijk ouders en meisje, wie zijn er thuis etc. - Anonimiteit- Opnemen of schrijven- Hoeveel tijd is er beschikbaar?

1 ThuisPersoonlijke gegevens van de ouders: leeftijd, religie, gezondheid, opleidingsniveau, stabiliteit woonsituatie (frequentie verhuizing), gezinsleden, werk (wil niet werken, kan niet werken, ervaart moeilijkheden (discriminatie) bij vinden van werk etc.).Ontwikkelingen in het verleden (tijdlijn); sinds wanneer in Nederland/woonplaats? Hoe bevalt het hier in Nederland? Welke taal spreken ze thuis? Wie wonen er in huis? Zelf geen school gehad: jammer/moeilijk? Wat willen ze voor hun kind?

2 OmgevingHoe ziet de sociale omgeving van de ouders eruit? In kaart wordt gebracht: netwerken rondom ouders, contacten met de Roma en burgers, de spreiding van de contacten in de omgeving (buurt, stad of wijder), met wie voelen ze zich verbonden binnen de Roma-gemeenschap (familie, land van herkomst, leden uit de woongemeenschap, geloofsovertuiging etc.) en buiten de Roma-gemeenschap (geloofsovertuiging, wijkgenoten, politieke overtuiging etc.). Contact en relatie met externen (leerplicht, intermediair?) Als er iets zou zijn, bij wie kloppen ze dan aan? Weten ze bij wie ze terecht kunnen?

3 SchoolHoe is de betrokkenheid van ouders bij de school van hun kind? Helpen (en kunnen ze het ook) ze bij huiswerk maken, stimuleren ze hun kind op tijd en elke dag naar school te gaan, bezoeken ze rapportenvergaderingen, hebben ze contacten met de docent en waarover? Is er een verschil tussen hun betrokkenheid nu op het voortgezet onderwijs en in het basisonderwijs en zo ja waar heeft dat mee te maken. Leerplichtcontacten? Proces-verbalen, boetes etc.? Wat zijn de verwachtingen en opvattingen van ouders t.a.v. school? Wat vinden ze belangrijk dat hun kind leert op school, wat gaat volgens hen goed op school, wat gaat volgens hen niet goed op school (of wat missen ze/willen ze anders), waarom vinden ze het belangrijk dat hun kind naar school gaat. Hoe ziet de toekomst voor hun kind eruit? Is het nog anders voor jongens/meisjes? Wat zijn hun doelen voor hen?

Wat zien ouders als reden waarom hun kind van school verzuimt/naar school gaat. Wat is hun rol/invloed hierin? Maar ook: wat vinden ze er van dat hun kind niet naar school kan? (Deze keus is niet alleen van de ouders, maar wordt ook beïnvloed door familie, cultuur, etc.) Is er nog verschil in opvatting met de partner?

Hoe ziet een ideale school er voor hen uit? Als die er zou zijn, zou je kind er daar wel heen mogen gaan?

Hoe is de overgang van BO naar VO gegaan?

Page 100: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

98 Trimbos-instituut

Page 101: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig
Page 102: Roma en schoolverzuim...1 Gemeenten, beleid en schoolverzuim bij Roma 15 1.1 Doelstelling 15 1.2 Methode van onderzoek 15 1.3 Roma in Nederland 17 1.4 Roma en schoolverzuim c.q. voortijdig

www.trimbos.nl

Hoewel recente landelijke cijfers over schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten bij

Roma-jongeren ontbreken, laten gemeentelijke cijfers zien dat Roma-jongeren in

Nederland naar verhouding veel vaker school verzuimen dan andere jongeren. Het

aantal Roma-jongeren dat de laatste jaren het voortgezet onderwijs verliet met een

startkwalificatie wordt zeer laag ingeschat.

Tussen gemeenten bestaan echter verschillen. Waar in de ene gemeente meer dan

90% van de Roma-meisjes tussen de 12 en 18 niet naar school gaat, ziet men in de

andere gemeente een stabiel, relatief laag verzuimpercentage of zelfs een afname van

schoolverzuim. Omdat met name Roma-meisjes achterblijven, vormen zij de focus

van de voorliggende studie.

Deze studie richt zich op de problemen die gemeenten ervaren rondom schoolverzuim

en de invloed van het gemeentelijk beleid op schoolgang c.q schoolverzuim van Roma-

meisjes in het voortgezet onderwijs. Daarnaast worden aan de hand van interviews de

met schoolgang samenhangende factoren uit het leven van Roma- meisjes in kaart

gebracht. Tot slot komt deze studie met aanbevelingen die kunnen leiden tot een best

practice om het schoolverzuim onder Roma-meisjes in Nederland te verminderen.