PZ Dendermonde (5443) - Politie · Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017 6. 1.1....
Transcript of PZ Dendermonde (5443) - Politie · Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017 6. 1.1....
PZ Dendermonde (5443)
Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
1.
INHOUDSTAFEL
INLEIDING 3
Voorwoord van de korpschef 4
HOOFDSTUK 1: VISIE – MISSIE – WAARDEN 5
1.1. Getrokken lessen uit het vorige plan 6
1.2. Onze belanghebbenden en hun verwachtingen 6
1.3. Visie – missie –waarden 7
HOOFDSTUK 2: SCANNING EN ANALYSE 8
2.1. Getrokken lessen uit het vorige plan 9
2.2. Socio-economische en demografische beschrijving van de zone 10
2.3. Beeld van veiligheid en leefbaarheid 11
2.3.1 Objectieve bronnen 11
2.3.1.1. Politiële criminaliteitsstatistieken 2008-2009-2010-2011 12
2.3.1.2. Verkeersongevallenanalyse 2009-2010-2011 13
2.3.1.3. Zonaal politioneel veiligheidsbeeld 14
2.3.1.4. Huidige beleidsprioriteiten 15
2.3.2 Subjectieve bronnen 15
2.3.2.1. Bevraging sleutelfiguren 15
2.3.2.2 Lokale Veiligheidsbevraging 17
2.3.2.3. Buurtbevragingen 19
2.3.2.4. Bevraging korps 20
2.3.2.5. Signalen wijkinspecteurs 21
2.3.3 Bestuurlijke en gerechtelijke overheden 21
2.3.3.1. Memorandum 2012 Dendermonde 21
2.3.3.2 Lokaal integraal veiligheidsplan 23
2.3.3.3. Aandachtspunten Bestuurlijk Directeur-coördinator 24
2.3.3.4. Aandachtspunten Gerechtelijk directeur 24
2.3.3.5. Prioriteiten procureur des Konings 25
2.3.3.6. Nationaal veiligheidsplan 2012-2015 25
2.4. Beeld over het functioneren van het korps. 26
2.5. Inrichting van het korps 28
2.5.1 Personeelscapaciteit 28
2.5.2 Organogram 29
2.6. Beeld van de dienstverlening en de werking 31
2.6.1 Uitvoering van de dienstverlening aan de bevolking 31
2.6.1.1. Minimale werkingsnormen basisfunctionaliteiten 31
2.6.1.2. Andere operationele diensten 43
2.6.1.3. Opdrachten en taken van federale aard 45
2.6.1.4. Bijdrage aan het nationaal veiligheidsplan 48
2.6.2 Interne werking 50
2.6.2.1. Management van medewerkers 50
2.6.2.2. Management van middelen 53
2.6.2.3. Management van processen 55
2.7. Samenwerking 57
2.7.1 Interzonale en bovenlokale politiesamenwerking 57
2.7.1.1. Samenwerkingsprotocollen op lokaal vlak 57
2.7.1.2. Protocollen, afgesloten met de federale politie 58
2.7.1.3. Bijdrage van de zone aan de geïntegreerde werking van de politie 59
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
2.
2.7.2 Andere protocollen of samenwerkingsakkoorden met niet-politionele partners
en derden 59
2.8. Synthese van de bestede capaciteit 61
HOOFDSTUK 3: DE STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN 64
3.1. De vorige strategische doelstellingen: evoluties, tendensen en SWOT-analyses 65
3.1.1 Binnen het domein van veiligheid en leefbaarheid 65
3.1.2 Binnen het domein van dienstverlening en werking 85
3.2. De strategische doelstellingen 2014-2017 89
3.2.1 Fenomenen 2014-2017 89
3.2.2 Strategische doelstellingen: synthese en doelstellingen 89
3.2.2.1. Binnen het domein van veiligheid en leefbaarheid 89
3.2.2.2. Binnen het domein van dienstverlening en werking 96
HOOFDSTUK 4: HET COMMUNICATIEBELEID 99
4.1. Externe communicatie 100
4.1.1 Te trekken lessen 2009-2012 100
4.1.2 Intenties 2014-2017 101
4.2. Interne communicatie 102
4.2.1 Te trekken lessen 2009-2012 102
4.2.2 Intenties 2014-2017 103
HOOFDSTUK 5: GOEDKEURING VAN HET PLAN 104
5.1. Verbeteren en vernieuwen 105
5.2. Goedkeuring 105
HOOFDSTUK 6: ACTIEPLANNEN EN PROJECTEN 106
VERSPREIDINGSLIJST 108
BIJLAGEN 110
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
3.
INLEIDING
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
4.
Voorwoord van de korpschef
Het ZVP is een ‘politioneel’ plan. Het schetst eerst en vooral de veiligheids- en overlastsituatie in
de zone en stelt daarnaast wat de politie hieraan doet of zal doen. Veiligheid is echter geen
exclusief werkveld van de politie alleen. Ook de stad als overheid en de diverse stadsdiensten
kunnen bijdragen tot het bevorderen van de veiligheid en het bestrijden van de overlast, evenals
bepaalde (privé)-organisaties of –personen. Dit laatste komt bij de bespreking van het plan slechts
aan bod, voor zover deze organisaties of personen betrokken zijn als partner bij de initiatieven die
genomen worden door de politie. Dit betekent geenszins dat de niet-politionele initiatieven minder
belangrijk zijn. Wij verwijzen hier trouwens naar het integraal lokaal veiligheidsplan van de stad,
dat binnen een ruimere context (ruimer dan wat de politie doet) weergeeft welke initiatieven
genomen worden inzake de aanpak van veiligheids- en overlastproblemen en tot het verhogen van
de leefbaarheid in de stad.
In een eerste deel van dit plan worden de visie, missie en waarden van het korps toegelicht.
Centraal daarbij staat de kwalitatieve externe dienstverlening. Kritieke succesfactor om dit te
realiseren is de aandacht die dient geschonken te worden aan de werkomgeving van de
medewerkers en het bevorderen van een bedrijfscultuur die aansluit bij het streven naar een
gemeenschapsgerichte politiezorg.
Het werken volgens de principes van de excellente politiezorg, waarbij de gemeenschapsgerichte
politiezorg, het informatiegericht sturen van de organisatie en een optimale bedrijfsvoering centraal
staan, is de wens van zij die een beroep doen op de politie en is ons streefdoel.
In het tweede deel wordt vooral aandacht besteed aan de analyse van de veiligheids- en
overlastproblemen. Door het consulteren van zowel objectieve als subjectieve bronnen wordt
weergegeven wat de problemen zijn in Dendermonde. Om alle plannen op elkaar af te stemmen, is
het nodig dat met de beleidsprioriteiten van andere niveaus en instanties rekening gehouden
wordt. Dit alles wordt verwerkt in een matrix, die, voorzien van de nodige contextuele informatie,
moet toelaten om prioriteiten te stellen op het vlak van de aanpak van veiligheids- en
overlastproblemen.
Tevens worden zowel de zone als het korps voorgesteld. Er wordt een overzicht gegeven van de
voornaamste (basis)functionaliteiten en op welke wijze binnen deze domeinen gewerkt wordt.
Bijzondere aandacht gaat naar de capaciteitsbesteding of, anders gezegd, een antwoord op de
vraag hoe de politie zijn tijdsgebruik invult.
In het laatste deel worden de prioriteitskeuzes toegelicht: welke onveiligheids- en
overlastfenomenen zullen prioritair aangepakt worden? Voor welke problemen zal de politie een
extra inspanning doen (naast de routinewerking)? Deze keuzes worden eveneens gemotiveerd.
Ook op het vlak van interne werking worden eveneens prioriteiten gesteld: waaraan zal de politie
prioritair werken om zijn werking en dienstverlening nog te verbeteren?
Het vorige zonale veiligheidsplan liep van 2008 tot 31 december 2012. De looptijd werd door de
minister van Binnenlandse Zaken twee maal verlengd (eerst tot 1 juli 2013, nadien tot 31
december 2013). Omdat in 2012 nog geen duidelijk zicht was op eventuele verlengingen, werd het
nieuwe plan voorbereid tegen begin 2013.Vandaar dat het plan reeds op 8 februari 2013 werd
goedgekeurd. Dit had ook als gevolg dat de gegevens, die gebruikt werden in de scanning en
analyse, dateren van begin 2012 of vroeger.
Dit plan heeft een looptijd van 1 januari 2014 tot 31 december 2017.
Putteman Paul
Korpschef PZ Dendermonde
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
5.
HOOFDSTUK 1: VISIE - MISSIE - WAARDEN
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
6.
1.1. Getrokken lessen uit het vorige plan
Kort na de eenmaking werd binnen het korps de visie, missie en waarden uitgewerkt. Dit
gebeurde door een werkgroep, samengesteld uit personeelsleden van alle niveaus en afdelingen
van het korps om een zo breed mogelijk draagvlak te creëren.
Om te voorkomen dat dit enkel herleid zou worden tot een boodschap op papier, wordt er tijdens
verschillende momenten aandacht aan besteed. Zo wordt er regelmatig naar deze visie, missie en
waarden teruggekoppeld tijdens vergaderingen, teambuildingactiviteiten, opleidingen,...
Bovendien heeft deze visie - missie - waarden een belangrijke impact op de bedrijfscultuur. De
nadruk wordt daarbij gelegd op het concreet vorm geven van de toepassing van de
gemeenschapsgerichte politiezorg.
Dat dit in het korps niet enkel bij woorden blijft en dat onze medewerkers doordrongen zijn van de
gemeenschapsgerichte politiezorg en hun steentje willen bijdragen aan een betere maatschappij,
ook buiten dienstverband, blijkt uit het volgende.
Een aantal collega’s hebben zich verenigd in een feitelijke vereniging “run a wish”. Zij werken
hierbij tezamen met de VZW “Make a wish”. Dit is een organisatie die fondsen werft om een
kinderwens in vervulling te laten gaan die normaal nooit in vervulling zou gaan wegens gebrek aan
beschikbare financiële middelen.
De vereniging “run a wish” heeft een BBQ georganiseerd en tijdens het weekend van 22 en 23
september 2012 werd een afstand van 300 km. gelopen door een team, waarbij personen,
bedrijven, organisaties,… konden sponsoren. In totaal werd op 23 september 2012, 7.000 €
overhandigd aan de organisatie Run a wish.
1.2. Onze belanghebbenden & hun verwachtingen
Bij het opstellen van het vorige zonale veiligheidsplan (ZVP) werd bij de belanghebbenden, zowel
de overheden als de sleutelfiguren (wie dit zijn: zie punt 2.3.2.1), gepeild naar de noodzaak om de
visie en missie bij te sturen. Hieruit bleek dat dit niet vereist was.
Bij de voorbereiding van dit plan werd niet expliciet gepeild naar de behoefte bij de
belanghebbenden om de visie en missie bij te stellen. Wel werd een bevraging georganiseerd in
het kader van de scanning en analyse van zowel de sleutelfiguren als de bevolking
(bevolkingsenquête). Hierbij werd (o.a.) gepeild naar hun verwachtingen inzake de aanpak van
criminaliteit en overlast. Zie hiervoor verder punt 2.3.2.1 en 2.3.2.2.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
7.
1.3. Visie - Missie - Waarden1
• Visie
Vanuit een positieve werksfeer wensen wij een maatschappijgerichte politiezorg aan te bieden.
Werkomstandigheden,
- waarbij aandacht geschonken wordt aan
o de middelen waarmee moet gewerkt worden
o de relatie tussen de leiding en de basis en tussen alle medewerkers onderling,
- waarbij kan gewerkt worden in een geest van vertrouwen en een optimale
samenwerking tussen de afdelingen,
moeten leiden tot een positief werkklimaat om een goede dienstverlening te verzekeren.
In onze dienstverlening bij een politioneel optreden staat de aanpak van de maatschappelijke
problemen centraal. Kenmerkend hierbij is onze bezorgdheid om kwaliteitsvol politiewerk te
leveren en onze dienstbaarheid naar de burger toe
• Missie
De Lokale Politie Dendermonde wil een maatschappijgerichte politiezorg leveren, waarbij
gewerkt wordt met aandacht en begrip voor de problemen en verwachtingen van de bevolking
en de overheid. Wij doen dit door:
- Het verzekeren van de veiligheid en het beperken van overlast;
- Het vaststellen en onderzoeken van misdrijven;
- Het leveren van professionele hulpverlening met aandacht voor nazorg;
- De oorzaken van de problemen aan te pakken, zo nodig op projectmatige wijze en met
medewerking van partners;
- Preventief te werken waar dit kan;
- Een uniforme aanpak, met gemotiveerde medewerkers, met een permanente open
communicatie.
• Waarden
Wij geloven in:
- Beschikbaarheid;
- Empathische en sociale ingesteldheid;
- Streven naar kwaliteit en professionalisme;
- Totale integriteit, neutraliteit en objectiviteit
1 Een verduidelijking van de belangrijkste termen vindt u in bijlage 9 terug.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
8.
HOOFDSTUK 2: SCANNING & ANALYSE
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
9.
2.1. Getrokken lessen uit het vorige plan
In dit deel gaat het niet zozeer over de behaalde resultaten op het vlak van de verschillende
beleidsprioriteiten (cf. hoofdstuk 3) maar over de getrokken lessen wat de verzameling en
interpretatie van gegevens uit het zonaal veiligheidsplan 2009-2012 betreft.
In het kader van de voorbereiding van het zonaal veiligheidsplan 2013 – 2017 werd zowel de
veiligheid en leefbaarheid als de interne bedrijfsvoering onder de loep genomen.
Naar analogie met de beleidsvoorbereiding van het zonaal veiligheidsplan 2009-2012, werden
tijdens deze beleidsvoorbereidende fase opnieuw zoveel mogelijk bronnen geconsulteerd om zicht
te krijgen op onveiligheids- en overlastfenomenen op het grondgebied van de zone. Om een beeld
te krijgen dat de realiteit zoveel mogelijk benadert, werd een stand van zaken opgemaakt op basis
van informatie uit zoveel mogelijk verschillende invalshoeken. De classificatie van deze bronnen in
drie hoofdrubrieken bleef behouden. We verzamelden zowel objectieve als subjectieve gegevens
met betrekking tot onveiligheid en overlast en we hielden rekening met prioriteiten uitgaande van
bestuurlijke en gerechtelijke overheden.
Na de inventarisatie werden de ruwe gegevens uit de scanning gecontextualiseerd. Om meer
inzicht te krijgen in de fenomenen op zich en factoren zoals de ernst en omvang werden de
verzamelde gegevens verfijnd, becommentarieerd, geïnterpreteerd o.a. rekening houdend met
omgevingsfactoren.
Naar analogie met de beleidsvoorbereiding van het zonaal veiligheidsplan 2009-2012, werden
binnen elke hoofdrubriek nog een aantal supplementaire bronnen aan het lijstje toegevoegd (bvb.
zonaal politioneel veiligheidsbeeld, ruimere verkeersongevallenanalyse) en/of werd de werkwijze
aangepast en andere accenten gelegd (bvb. uitbreiding van het aantal sleutelfiguren, gebruik van
gestandaardiseerd document,…). Een beknopt overzicht van de geraadpleegde bronnen evenals
de belangrijkste conclusies en de aangepaste werkwijze vindt u terug onder punt 2.3.
Nieuw is de bevolkingsenquête. Via de bestaande wijkenquêtes hadden wij een zicht op wat de
bevolking als criminaliteit en overlast ervaart in Dendermonde, doch dit was beperkt tot enkele
wijken. 4.000 inwoners in de stad werden aangeschreven. Het resultaat van deze enquête laat toe
het beeld m.b.t. problemen en verwachtingen, te optimaliseren.
Wat de interne werking en bedrijfsvoering betreft, werden in het korps geen nieuwe audits
uitgevoerd in de periode 2009 – 2012 (looptijd van het vorige ZVP). In de periode 2003 – 2008
werden in totaal 2 audits, een selfaudit o.b.v. het CAF (common assessment framework) model en
2 medewerkerstevredenheidsonderzoeken uitgevoerd.
Tevens kan verwezen worden naar het rapport van het comité P “ een toetsing van het EFQM-
model als audittool voor een lokaal politiekorps”, verslag van 18 september 2008.
De bedoeling van het comité P was om te kijken in welke mate het EFQM-model als audittool kon
gebruikt worden, o.a. om korpsen met elkaar te vergelijken in het domein van het functioneren en
bereikte resultaten. Onze zone werd hierbij als testzone uitgekozen. De studie liep in de domeinen
verkeer, recherche en wijkwerking.
Hoewel het opzet van deze studie het uittesten van de bruikbaarheid van het EFQM-model als
audittool was en niet zozeer het auditen van de zone zelf, bleken toch heel wat elementen uit de
studie nuttig voor de bijsturing van het functioneren van het korps.
Hierdoor hebben wij een vrij goed zicht op het functioneren van het korps en werd gewerkt in de
afgelopen 4 jaar aan de bloot gelegde verbeterpunten.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
10.
Wel werden, ter voorbereiding van dit plan, de leidinggevenden (zowel officieren als
middenkaders) geconsulteerd m.b.t. eventuele verbeterpunten (zie verder punt 2.4).
2.2. Socio-economische en demografische beschrijving van de zone
De politiezone Dendermonde is een eengemeentezone en maakt deel uit van het Scheldeland. De
zone is gelegen in de driehoek Gent – Brussel - Antwerpen, op het grondgebied van de provincie
Oost-Vlaanderen, aan de monding van de Dender in de Schelde.
Wat de inplanting betreft kunnen we stellen dat drie scheldebruggen een verplicht doorgangspunt
zijn voor het ‘noord – zuidverkeer’, waardoor in de spitsuren rond deze bruggen en op de ring rond
het oude stadsgedeelte heel wat verkeersproblemen ontstaan. Dendermonde staat via het spoor
ook rechtstreeks in verbinding met steden zoals Brussel, Gent, Mechelen en Lokeren.
De Dendermondse bevolking neemt toe. In 2000 telde Dendermonde 43.137 inwoners, in 2011
reeds 44.488 inwoners op een oppervlakte van ongeveer 5.568 ha. . Er is een lichte
oververtegenwoordiging van het vrouwelijke geslacht (51,2 %) versus het mannelijke geslacht
(48,8 %).
In Dendermonde is er een negatieve natuurlijke aangroei van de bevolking, wat wil zeggen dat er
minder geboortes (in 2011: 358) dan overlijdens (in 2011: 379) zijn. Het stijgend aantal inwoners is
te verklaren door een positief migratiesaldo, er komen meer mensen in Dendermonde wonen dan
er uit Dendermonde verhuizen.
Er zijn 949 inwoners met een vreemde nationaliteit, wat neerkomt op 2,1 % van het totaal aantal
inwoners van Dendermonde.
Er zijn 19.046 huishoudens in Dendermonde, waarvan 30,6 % bestaat uit alleenstaanden, 35,3 %
uit 2 personen, 16,3 % uit 3 personen en ten slotte 17,6 % uit vier of meer personen.
De stad bestaat uit 8 deelgemeenten, met name Appels, Dendermonde, Sint-Gillis, Baasrode,
Grembergen, Mespelare, Oudegem en Schoonaarde. Het centrum van de stad (de oude
historische kern zelf) heeft, op economisch vlak, vooral een handels- en administratieve functie.
Als commerciële kern biedt Dendermonde een vestigingsplaats aan diverse bedrijven, al dan niet
gecentraliseerd in een industriezone. De economische structuur van Dendermonde bestaat uit
een omvangrijk industrieterrein, verschillende ambachtelijke zones en een groot aantal bedrijven
die verspreid liggen over de stad en haar deelgemeenten. In totaal bedraagt de tewerkstelling in
Dendermonde ongeveer 12.000 arbeidsplaatsen. De werknemers zijn voor de helft afkomstig van
binnen Dendermonde en de helft van buiten de gemeente.
Dendermonde telt slechts vier bedrijven met meer dan 200 werknemers. Een groot gedeelte van
de bevolking pendelt dagelijks naar een plaats van het werk, gelegen buiten de stad.
Daarnaast treft men in Dendermonde heel wat landbouwgrond aan. Tevens vindt men er stukken
natuur- en bosgebied. Op toeristisch vlak zijn het oude stadscentrum en de Scheldeboorden (voor
de wielertoeristen) een aantrekkingspool.
Dendermonde is een echte scholenstad. In groot Dendermonde bevinden zich 17 lagere scholen
en 9 middelbare scholen in het centrum, die samen ongeveer 10.000 leerlingen tellen. Er is tevens
kunstonderwijs mogelijk. Er is een stedelijk algemeen ziekenhuis (St Blasius) en een
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
11.
rijksadministratief centrum. In het centrum vindt men winkelstraten ( Dendermonde is de vierde
belangrijkste handelskern in de provincie Oost-Vlaanderen ); de wekelijkse markt is, qua omvang,
één van de grootste van België. In de stad treft men eveneens een cultureel centrum aan, evenals
een stedelijk zwembad.
Het belang van Dendermonde als centrumfunctie voor de regio geldt ook op het vlak van de
administratie en justitie. Zowel de rechtbank van eerste aanleg als de gevangenis zijn hier
gehuisvest. Het gerechtelijk arrondissement Dendermonde is qua oppervlakte het vierde grootste
van België en qua inwonersaantal groter dan Gent. Het beslaat de regio Sint-Niklaas, Aalst en
Dendermonde.
Dendermonde kent geen echte probleembuurten, hoewel in bepaalde wijken wel iets meer overlast
is dan in de rest van de stad. Dendermonde staat niet bekend als een uitgangscentrum voor de
jeugd en heeft geen grote discotheken op haar grondgebied. Het uitgangsleven speelt zich vooral
af in het centrum van de stad en de stationsbuurt.
Dendermonde heeft sportclubs die in de nationale competitie actief zijn (een rugby-, een
minivoetbal-, kaats en volleybalclub in de hoogste reeks, een korfbal- en krachtbalclub in de
tweede reeks, een basketbalclub in de derde reeks ), maar die geen noemenswaardige
veiligheidsproblemen met zich meebrengen.
Algemeen kan gesteld worden dat er zich geen significante veranderingen met grote impact op het
te voeren beleid voorgedaan hebben. Uit de cijfers in bijlage 1 blijkt dat de onveiligheidsproblemen
in Dendermonde relatief beperkt zijn. In vergelijking met de andere steden in het arrondissement,
scoort Dendermonde goed qua veiligheid.
2.3. Beeld van veiligheid en leefbaarheid
Om de lokale veiligheids- en overlastfenomenen in kaart te kunnen brengen, consulteerden we
zoveel mogelijk verschillende bronnen. Globaal genomen kunnen deze onderverdeeld worden in
drie grote categorieën. Het betreft gegevens afkomstig van objectieve bronnen, gegevens
afkomstig van subjectieve bronnen en prioriteiten bepaald door de bestuurlijke en gerechtelijke
overheden.
Voor een meer gedetailleerde bespreking van de geraadpleegde bronnen verwijzen wij u graag
naar de documenten in bijlage 1. De argumentatiematrix vindt u als bijlage 3 terug.
2.3.1. Objectieve bronnen
2004 2005 2006 2007 2008
Objectieve bronnen zoals criminaliteitsstatistieken zijn gebaseerd op criminaliteit die via de
politiediensten wordt doorgegeven aan het openbaar ministerie. Bijgevolg geven deze slechts een
fragmentarisch beeld van de gepleegde criminaliteit aangezien de verborgen criminaliteit buiten
beschouwing blijft . Schommelingen in de criminaliteitscijfers kunnen bijgevolg een weergave zijn
van reële stijgingen of dalingen van bepaalde vormen van criminaliteit maar kunnen net zo goed
onderhevig zijn aan andere factoren. We denken hierbij ondermeer aan veranderingen in de
nomenclatuur van de cijfergegevens over de jaren heen, wijzigingen in de vattingssystemen tijdens
de voorbije jaren, uitbreiding van informaticatechnische mogelijkheden, gebruik van nieuwe
procedures, wijzigingen in het juridisch kader enz.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
12.
Bovendien zijn bepaalde aspecten van (on)veiligheid (bvb. het onveiligheidsgevoel) niet te vatten
in cijfers.
Om tegenwicht te bieden aan bovenstaande problematiek en toch meer inzicht in de
desbetreffende fenomenen te kunnen krijgen hebben we de nodige aandacht aan de
contextualisatie geschonken en hebben we meerdere objectieve bronnen geraadpleegd.
2.3.1.1 Politiële criminaliteitsstatistieken (PCS)
Naar analogie met de opmaak van het vorig zonaal veiligheidsplan werd ook tijdens deze
beleidsvoorbereidende fase gebruik gemaakt van de politiële criminaliteitsstatistieken (PCS),
opgesteld door de dienst politiebeleidsondersteuning van de directie van de operationele
politionele informatie van de federale politie, om zicht te krijgen op het aantal stafrechtelijke
inbreuken en de criminele figuren gepleegd op het grondgebied van de zone. Deze databank
geeft in aanvulling op de zonale ISLP-databank niet enkel absolute aantallen weer maar laat ook
toe om de evolutie van een bepaald fenomeen in de tijd in kaart te brengen. Daarenboven kan op
basis van deze absolute aantallen de criminaliteitsgraad berekend worden die een indicatie van
het aantal inbreuken per 1000 inwoners op jaarbasis geeft. Bijgevolg laten deze berekeningen toe
om de politiezone te positioneren ten opzichte van vergelijkbare zones door de criminaliteitsgraden
te vergelijken. De PCS zijn volledig, in die zin dat alle feiten, gepleegd binnen de zone (en
geregistreerd zowel binnen als buiten de zone), opgenomen zijn in de bestanden.
Op basis van de politiële criminaliteitsstatistieken 2008-2009-2010-2011 blijkt dat er in 2011 in de
politiezone 4.091 inbreuken vastgesteld werden op gerechtelijk vlak. Dit komt overeen met een
criminaliteitsgraad (aantal feiten gepleegd per jaar per 1000 inwoners) van 92,41. M.b.t. het totaal
aantal feiten bemerken we een lichte stijging van het aantal vaststellingen van jaar tot jaar.
Ten opzichte van 2010 bedraagt het verschilpercentage 3,11%.
Zoals u uit onderstaande tabellen kan afleiden zit het verschil vooral in de hoofdrubriek drugs.
Aangezien dit eerder een prestatie-indicator dan een resultaatsindicator is en niet zozeer de ernst
van het fenomeen maar de inspanning weergeeft, kan dit sterk genuanceerd worden. Immers, hoe
meer een korps aan dit fenomeen werkt, hoe meer vaststellingen er gebeuren.
Daarnaast kan ook een groot deel van de stijging toegeschreven worden aan het fenomeen
diefstal en afpersing (zie verder).
De cijfers voor 2012 werden hier niet opgenomen, omdat zij bij het opstellen van dit plan nog niet
definitief waren.
2008 2009 2010 2011 Verschil%
totaal aantal feiten 3.836 3.861 3.955 4.091 3%
criminaliteitsgraad 87 88 89 92 3%
misdrijven per hoofdrubriek
Diefstal en afpersing 1.298 1.182 1.157 1.238 7%
Beschadigen van eigendom 461 496 506 517 2%
Misdrijven tegen de lichamelijke integriteit 360 335 397 371 -7%
Drugs 366 385 308 341 11%
In vergelijking met naburige zones van gelijkaardige grootte binnen het gerechtelijk arrondissement
behaalt onze politiezone een goede score en doen zich geen significante negatieve of positieve
tendensen voor op het vlak van de hoofdrubrieken die meer dan 5% van de totaal geregistreerde
criminaliteit voor de politiezone Dendermonde uitmaken, het fenomeen ‘verdovende middelen’ niet
te na genomen (cf. supra).
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
13.
Ten opzichte van de nationale en arrondissementele criminaliteitsgraad heeft de politiezone een
criminaliteitsgraad van 92. Met uitzondering van de criminaliteitsgraad op het vlak van diefstal en
afpersing waar de politiezone een beduidend lagere graad heeft dan de nationale, leunen de
graden op het vlak van de andere hoofdrubrieken sterk aan bij deze op nationaal vlak.
Misdrijven en bijzondere wetten 2011 Nationaal Arrondissementeel PZ Dendermonde
Algemene criminaliteitsgraad 94 76,7 92,41
Diefstal en afpersing 40,85 25,5 27,97
Beschadigen van eigendom 11,23 10,85 11,68
Misdr. tegen de lichamelijke integriteit 3,33 5,04 3,25
Drugs 8,11 7,53 8,38
2.3.1.2 Verkeersongevallenanalyse
In de loop van 2011 maakte de verkeersdienst een analyse van alle verkeersongevallen die
plaatsvonden in de loop van de periode 2008-2009-2010.
De doelstelling hiervan was het aanreiken van informatie aan partners zoals stadsbestuur
Dendermonde, AWV Oost-Vlaanderen, Provinciebestuur Oost-Vlaanderen, Federale Politie, BIVV
en parket van de procureur des Konings met het oog op de realisatie van een nieuw geïntegreerd
verkeersactieplan. Het was geenszins de bedoeling om een studie over de impact van bepaald
rijgedrag (overdreven snelheid, sturen onder invloed...) op ongevallen te maken maar wel om de
‘black spots’ in de politiezone Dendermonde in kaart te brengen en na te gaan op welke manier
bepaalde ongevalsoorzaken kunnen weggewerkt worden aan de hand van bijkomende of nieuwe
handhavingsmaatregelen, infrastructurele maatregelen enz.
Enkele analyseresultaten op basis van de ongevallengegevens 2008-2009-2010. Het integrale
analyserapport vindt u terug als bijlage 2.
- Het totaal aantal ongevallen (letselongevallen én ongevallen met materiële schade) kent
een dalende trend tot 2010. In 2011 steeg het totaal aantal ongevallen met 10 % (van 753
in 2010 naar 831 in 2011).
- Het aantal letselongevallen kent een duidelijk dalende trend. Uit bijgevoegde grafiek blijkt
dat het aantal letselongevallen evolueerde van 368 in 2002 naar 205 in 2012. Ten
opzichte van 2002 (start verkeersactieplan) betekent dit een daling met 44 %.
Evolutie van het aantal letselongevallen
0
50
100
150
200
250
300
350
4002002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
14.
- 1 op 3 van de geregistreerde ongevallen betrof een letselongeval. Ongeveer de helft van
deze letselongevallen vond plaats op gewestwegen. Tussen 2008 en 2012 deden zich op
het grondgebied van de zone 9 ongevallen met dodelijke afloop voor (3 in 2008, 3 in 2009,
1 in 2010, 0 in 2011 en 2 in 2012).
- Het aantal ongevallen met betrokkenheid van motorrijders en bromfietsers kende een
duidelijke dalende trend, de ongevallen met fietsers daarentegen een eerder stijgende
trend en de ongevallen met voetgangers eerder een status quo.
Bij 48 % van de letselongevallen in 2012 was een fietser of bromfietser betrokken (48 % in
2010 en 43 % in 2011). Bij meer dan de helft (55 %) van de letselongevallen in 2012 was
een tweewieler (motorrijder, bromfietser, fietser) betrokken (58% in 2010 en 52 % in 2011).
- Het aantal ongevallen in relatie met alcohol kende een stijgende trend tot 2010. Tov. 2010
stelden onze diensten in 2012 23 % minder aan alcohol gerelateerde ongevallen vast. Na
opnieuw een lichte stijging in 2011 daalde het aantal letselongevallen in relatie tot alcohol
in 2012 met 28 %.
- Bij de ongevallen met betrokkenheid van 12 t/m 15-jarigen vond 90 % van de ongevallen
plaats op een werkdag en buiten de grote vakantie. Het gaat hier voornamelijk om
schoolverkeer.
De meeste ongevallen vonden plaats tussen 7 en 9 uur en 15 en 18 uur. Tegenover 8
ongevallen met louter materiële schade stonden maar liefst 42 letselongevallen.
De grondgebied van de politiezone Dendermonde telt momenteel (gemeten begin 2011) nog 1
zwart punt nl. het kruispunt N41 met de Denstraat te Grembergen. Sinds de ongevallenanalyse
2004-2005-2006 werden er twee ‘zwarte punten’ weggewerkt.
2.3.1.3 Zonaal politioneel veiligheidsbeeld 2012
In het zonaal politioneel veiligheidsbeeld worden 30 veiligheidsfenomenen geïnventariseerd,
onderling met elkaar vergeleken en gerangschikt naar belang. Het werd opgesteld door de
strategisch analisten van de coördinatie- en steundienst van de federale politie Dendermonde op
arrondissementeel niveau conform de methodologie van het nationaal politioneel veiligheidsbeeld.
De tellingen voor wat de criminaliteit betreft, gebeurden op basis van de algemene nationale
gegevensbank.
Wat de politiezone Dendermonde betreft, resulteerde het multicriteria-beslissingsmodel in
onderstaande prioriteitenorde. Hoe hoger het getal, hoe meer prioritair het fenomeen.
1 Intrafamiliaal geweld Score 78,61
2 Extrafamiliaal geweld 66,56
3 Vernielingen en vandalisme 65,54
4 Drugs (bezit, gebruik, trafiek, andere) 56,62
5 Bromfietsen- en fietsendiefstal 55,64
6 Inbraken in bedrijf/handelszaak 52,38
7 Ernstige en georganiseerde fiscale fraude 43,83
8 Gauwdiefstallen 42,07
9 Inbraken in woningen 37,09
10 Illegale immigratie en mensensmokkel 31,46
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
15.
De zwakte van dit model schuilt ons inziens in de wegingscoëfficiënten die door een werkgroep op
nationaal niveau aan de fenomenen toegekend werden. Deze coëfficiënten beïnvloeden
ontegensprekelijk de behaalde resultaten en maken dat het model een stuk artificieel overkomt.
Niettegenstaande deze vaststelling, namen we het toch op als objectieve bron omdat dit een
vergelijking met andere zones uit het arrondissement toelaat, voor zover deze dezelfde gewichten
aan de overeenkomstige fenomenen toegekend hebben.
2.3.1.4 Resultaten beleidsprioriteiten
Tot slot namen wij ook de resultaten op het vlak van de beleidsprioriteiten uit het zonaal
veiligheidsplan 2009-2012 in beschouwing. Voor een overzicht van de resultaten per actieplan
verwijzen wij u graag naar hoofdstuk 3. In de rubriek evaluatie en te trekken lessen geven wij een
overzicht van de inspanningen en behaalde resultaten op het vlak van verkeersveiligheid, drugs
georiënteerd naar jongeren, diefstalpreventie, jongeren, buurt en overlast en milieu
(geluidsoverlast en sluikstorten).
2.3.2. Subjectieve bronnen
Sommige fenomenen laten zich niet zomaar in cijfers vatten. Tijdens deze scanning werd
bijgevolg niet alleen rekening gehouden met cijfers inzake (on)veiligheid en overlast, maar werden
ook signalen, ervaringen en problemen van inwoners van de stad, instellingen, organisaties en
verenigingen geïnventariseerd om in een later stadium een zo breed mogelijke analyse van de
problemen in de stad Dendermonde te maken. Hiertoe diende dan ook heel wat cijfermateriaal
verzameld te worden; daarnaast was het ook heel belangrijk voor ons dat instellingen, organisaties
en verenigingen hun stem konden laten horen.
2.3.2.1 Bevraging sleutelfiguren
Om te detecteren met welke onveiligheids- en overlastproblemen bepaalde instanties, organisaties
en verenigingen binnen de politiezone Dendermonde te kampen hebben, werd naar analogie met
de opmaak van het vorige zonaal veiligheidsplan overgegaan tot het actief contacteren van
sleutelfiguren.
Sleutelfiguren zijn instellingen, groeperingen en organisaties die op een formele en/of informele
manier relevante informatie kunnen geven, nuttig bij het opstellen van het vierjaarlijks beleidsplan.
Het zijn tevens personen met een maatschappelijke functie en rol die een ruime kijk hebben op het
functioneren van de maatschappij in zijn totaliteit.
Om in aanmerking te komen als kandidaat-sleutelfiguur moesten de desbetreffende instanties
minstens voldoen aan één van volgende voorwaarden: in aanraking komen met overlast of
onveiligheid, beschikken over een zekere deskundigheid inzake de aanpak van
overlast/onveiligheidsproblemen of een doorverwijzingsfunctie hebben inzake
veiligheidsproblemen.
In overleg met de korpsleiding en de projectcoördinatoren werd de lijst die bij de opmaak van het
vorig zonaal veiligheidsplan gebruikt werd, uitgebreid tot onderstaande lijst met 21 sleutelfiguren
.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
16.
Lagere scholen Secundaire scholen Jeugddienst
Justitiehuis Wijk- en buurtcomités CAW
Middenstandsraad Unizo Stedenbouw en ruimtelijke ord.
Odice Mobiliteit en verkeer Sociaal huis
Wegen en waterlopen NMBS De Lijn
AZ Sint-Blasius Huisvestingsmaatschappijen CGGZ
CC Belgica Leefmilieu en afvalbeheer Samenlevingsopbouw Oost-Vl
Naar analogie met de vorige bevraging gebeurde de bevraging niet aan de hand van open vragen
maar werd de voorkeur gegeven aan een gestandaardiseerde lijst met onveiligheidsfenomenen.
Voor de samenstelling van de lijst werd o.a. rekening gehouden met fenomenen uit het NVP, de
politiële criminaliteitsstatistieken, de voornaamste inbreuken op het vlak van de gemeentelijke
administratieve sancties, de huidige beleidsprioriteiten, signalen van de toezichtsploegen,
categorieën gebruikt bij de opgestelde aanvankelijke pv's, bemerkingen van de
projectcoördinatoren, enz.
Met deze bevraging hadden wij een tweeledige doelstelling voor ogen. Wij wilden zicht krijgen op
de onveiligheidsfenomenen waarmee sleutelfiguren geconfronteerd worden en op de frequentie
waarmee dit gebeurt. Hun opdracht bestond erin om uit de lijst van (on)veiligheidsfenomenen de
voor hen tien belangrijkste fenomenen uit te kiezen en een score toe te kennen van 1 tot 10
waarbij 1 staat voor het minst belangrijke en 10 voor het belangrijkste fenomeen. Om ook zicht te
krijgen op de mate waarin deze fenomenen zich voordoen, vroegen we hen ook om voor deze 10
fenomenen een waarderingscijfer tussen 1 en 4 te geven door het bijpassende cijfer te omcirkelen
of aan te kruisen.
Wat het aantal bruikbare formulieren betreft, moet nog in rekening gebracht worden dat een
sleutelfiguur verschillende instellingen kan omvatten. Zo beperkt de sleutelfiguur ‘secundaire
scholen’ zich bv. niet tot een enkele schooldirectie maar werden alle schooldirecties van de
secundaire scholen gecontacteerd. Hetzelfde geldt voor de lagere scholen, de wijkcomités, de
huisvestingsmaatschappijen, evenals voor de centra voor geestelijke gezondheidszorg.
In tweede instantie creëert deze werkwijze een uniforme vergelijkingsbasis tussen de verschillende
groepen sleutelfiguren en kunnen de verzamelde gegevens statistisch verwerkt worden.
In derde instantie verkregen we concrete en bruikbare info in plaats van vage bewoordingen.
Hoewel de nadruk eerder op het kwantitatieve lag en de respondenten mogelijks beïnvloed werden
door de fenomenen uit de lijst, bleef er ook ruimte voor kwalitatieve aspecten en trachten we dit te
compenseren door de restcategorie ‘andere’ en ruimte voor een eigen inbreng te voorzien.
Resultaten:
In totaal bezorgden 16 sleutelfiguren ons een bruikbare vragenlijst. Over alle groepen
sleutelfiguren heen kunnen we het volgende concluderen:
� Hoogste prioriteit:
Het fenomeen vernielingen/vandalisme krijgt de hoogste totaalscore en werd onafhankelijk
van de aard van de sleutelfiguren het meest aangeduid.
� Top drie:
1. vernielingen/vandalisme (65)
2. geweld binnen het gezin (55)
3. problematische opvoedingssituatie (54)
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
17.
Bij het verwerken en analyseren van de gegevens viel het ons op dat de gekozen prioriteiten
onderling sterk van elkaar verschillen. Afhankelijk van de groep waartoe de sleutelfiguur behoort
en het referentiekader dat zij gebruiken, komt er een specifiek antwoordpatroon naar voor. In
tegenstelling tot de vorige bevraging kregen sociaal-maatschappelijk gerelateerde fenomenen vb.
een hogere score, deels te wijten aan de hogere responsgraad van instanties die met deze
fenomenen te maken krijgen. We zijn er ons dan ook terdege van bewust dat de verkregen
resultaten in de juiste context geplaatst dienen te worden en dat differentiatie onontbeerlijk is.
Voor een overzicht en bespreking van de resultaten per sleutelfiguur (hoogste prioriteit, top 3,
indicatie van frequentie) verwijzen wij u graag naar de documenten in bijlage 1 (bevraging
sleutelfiguren in deel subjectieve bronnen). Hetzelfde geldt voor de overkoepelende matrix.
2.3.2.2 Lokale veiligheidsbevraging
Om zicht te krijgen op de mening van de inwoners van de politiezone Dendermonde over veiligheid
en politiewerking, organiseerde de lokale politie in samenwerking met de federale politie een
‘Lokale Veiligheidsbevraging’. Eind 2011 ontvingen 4000 inwoners een enquête met vragen over
buurtproblemen, onveiligheidsgevoel, slachtofferschap en politiewerking. Van deze groep vulden
ongeveer 1500 personen de vragenlijst correct in. Hierbij geven wij u graag de belangrijkste
conclusies en tendensen op het vlak van veiligheid en leefbaarheid mee. Het integrale verslag
vindt u terug in bijlage 1 (lokale veiligheidsbevraging in deel subjectieve bronnen).
Buurtproblemen
Uit deze veiligheidsbevraging blijkt dat inwoners zich in hun buurt vooral zorgen maken over
onaangepaste snelheid in het verkeer, sluikstorten en zwerfvuil en agressief verkeersgedrag en
wildparkeren. Zij vinden dat de politie zich vooral moet bezighouden met deze fenomenen en ook
met woninginbraken.
Buurtproblemen
63,9
41,037,6 36,3
25,923,1
19,0
13,9 12,59,9 8,5 8,2 6,4
4,3 3,7
0
10
20
30
40
50
60
70
Ona
ange
past
e sne
lheid
in h
et ver
keer
Slu
ikstorte
n en
zw
erfv
uil
Wild
park
eren
Agr
essief v
erkeer
sged
rag
Gelui
dsove
rlast
Fiet
sdie
fsta
lW
oning
inbra
ak
Ove
rlast
van
gro
epen
jong
eren
Aan
rijdinge
n, v
erke
erso
ngev
alle
n
Van
dalis
me
en g
rafit
ti
Ove
rlast
ver
bond
en a
an a
lcoh
ol- e
n dr
ugge
...Die
fsta
l uit
auto
's
Zakke
nrolle
rij,g
auwdi
efst
al
Men
sen
die
op s
traat
wor
den
last
igge
valle
nVec
htpa
rtije
n
% r
espondente
n d
ie d
eze ite
ms "
Hele
maal w
el"
en "
Eerd
er
wel"
als
een b
uurt
pro
ble
em
beschouw
en
OPM:
De verticale streepjes bovenaan de verschillende balken stellen het betrouwbaarheidsinterval voor. Dit is
een foutenmarge die we in acht moeten nemen aangezien de gegevens verzameld werden op basis van een
steekproef en een deel van de bevolking bijgevolg buiten beschouwing gelaten werd.
De Lokale Veiligheidsbevraging garandeert een betrouwbaarheid van 90%.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
18.
De sociale cohesie in de eigen buurt is globaal gezien behoorlijk sterk. 70% is het immers eens
met de stelling dat ‘mensen uit de buurt bereid zijn andere buurtbewoners te helpen’. Slechts 2%
gaat hier helemaal niet mee akkoord.
Onveiligheidsgevoel
Bijna drie kwart van de inwoners geeft aan zich veilig te voelen in de politiezone. Ongeveer 5%
voelt zich altijd of vaak onveilig. Mannen voelen zich over het algemeen veiliger dan vrouwen en
het onveiligheidsgevoel neemt toe naarmate het opleidingsniveau afneemt.
Mijdingsgedrag
Een kwart van de bevraagden vermijdt om de deur te openen voor onbekenden en 13% vermijdt
om het huis te verlaten als het donker is. Zowel vrouwen als oudere personen (leeftijdscategorie
50-64 jaar en 65-plussers) zijn meer geneigd om dit te doen. Van de inwoners met kinderen
vermijdt een op vijf om de kinderen alleen het huis te laten verlaten.
Mijdingsgedrag
23,622,1
13,3
8,4
5,4
0
10
20
30
Niet opendoen voor
onbekenden
Vermijden kinderen weg
te laten gaan
Bij duisternis vermijden
om weg te gaan
Bepaalde plekken in de
gemeente mijden
Vermijden het openbaar
vervoer te nemen
% a
ltijd
& v
aa
k
Slachtofferschap
Uit de bevraging blijkt dat een vijfde van de bevraagde inwoners en/of hun gezinsleden gedurende
de voorbije 12 maanden te maken kreeg met beschadigingen van hun auto. Dit is echter het
fenomeen waarvan ze het minst aangifte doen, slechts een op vijf doet aangifte van dergelijk feit.
In ruim een tiende van de gevallen werd de respondent het slachtoffer van een fietsdiefstal.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
19.
Slachtofferschap
21,3
12,3
6,0
5,9
5,6
4,7
4,3
4,0
2,8
2,8
2,2
1,5
0,8
0,7
0,1
-5 0 5 10 15 20 25
Beschadiging auto
Fietsdiefstal
Vluchtmisdrijf (verkeer)
Andere
Bedreiging
Diefstal zonder geweld
Oplichting
Poging inbraak (zonder diefstal)
Inbraak met diefstal
Diefstal uit auto
Lichamelijk geweld
Zedenfeiten
Diefstal motor(fiets)
Diefstal met geweld
Auto gestolen
%
2.3.2.3 Buurtbevragingen
Opzet en doel:
Dendermonde hecht veel belang aan de buurt waarin men woont. De stad wil de leefbaarheid in de
wijken verbeteren. Het stadsbestuur onderschrijft dit in hun beleidsprogramma 2008-2012. Om dit
te realiseren maakt de stad een buurtprogramma per wijk voor een periode van 2 jaar. Het
buurtprogramma wenst via concrete acties en initiatieven bij te dragen tot een aangenamer woon-
en leefklimaat in elke buurt met als doelstelling het komen tot concrete en duurzame
veranderingen in de wijk die de algemene leefbaarheid ten goede komen en gedragen worden
door de wijkbewoners
Om zicht te krijgen op mogelijke oorzaken van maatschappelijke overlast en onveiligheid worden
er sinds 2002 buurtbevragingen georganiseerd, dit in samenwerking met het stadsbestuur, de
lokale politie, externe partners en de bevolking. D.m.v. een vragenlijst wordt de veiligheid en
leefbaarheid binnen een wijk nagegaan. Vervolgens wordt de buurt tijdens een hoorzitting uitvoerig
geïnformeerd over de resultaten en worden er verbetervoorstellen geformuleerd.
Vanaf 2009 werd het concept buurtbevragingen enigszins veranderd.
Het buurtprogramma wordt in onderlinge afstemming met de verschillende betrokken
(stads)diensten en partners opgemaakt. Het sluit zo veel mogelijk aan op de noden en wensen uit
de buurt.
Niet alleen de stad of de verschillende betrokken diensten of partners staan mee in voor de
uitvoering van het buurtprogramma of nemen hierin hun verantwoordelijkheid.
Ook de bewoners zelf kunnen hun steentje bijdragen, via allerlei acties vanuit de verenigingen,
wijkcomités, … .
Bewoners uit de wijken kunnen rekenen op steun van de ‘wijkwerking Dendermonde’ (initiatief van
de stad Dendermonde, in regie van partner Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen - afdeling
Dendermonde, Gentsesteenweg 1).
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
20.
Samen wordt er gewerkt volgens het concept “Buurt aan Zet”. Dit zijn jaarlijks weerkerende
informatievergaderingen in vier buurten, in het bijzonder gaat het over de Boonwijk, de
Donckstraat–De Dammenlaan–Vlotgraslaan, Keur-Blauwe Steen–Kroonveldlaan en Sint-
Jorisgilde. Doelstelling is de betrokken buurtbewoners uit te nodigen met de bedoeling deze buurt
formeel op de hoogte te brengen van het buurtprogramma : de geplande acties, de stand van
zaken en het inventariseren van opmerkingen en suggesties.
Tevens wordt er jaarlijks een tussentijdse evaluatie uitgevoerd volgens het concept
“Buurtschakels”. Een Buurtschakel is een buurtgebonden werkgroep die de actieve actoren in de
wijk samenbrengt om het buurtprogramma op te volgen en te evalueren. De buurtschakel vorm
een brug tussen wijk en het sociaal beleid : het signaleren van kleine knelpunten aan de betrokken
stadsdiensten, de plus- en minpunten aan het lokaal beleid doorgeven.
De buurtprogramma’s Buurt aan Zet worden opgemaakt met concrete acties rond 3 thema’s :
wonen, woonomgeving en wijkleven en lokale voorzieningen.
Resultaten:
In het algemeen worden onderstaande thema’s beschouwd als knelpunten op het vlak van
woonomgeving, mobiliteit en veiligheid en overlast die vaak tot subjectieve onveiligheid bij de
bevraagden leiden.
� infrastructurele aspecten: o.a. staat en onderhoud van het wegdek, fiets- en voetpaden;
gebrekkige straatverlichting;
� groenvoorziening: slecht onderhoud (onkruid verdelgen, gras maaien, bomen snoeien);
� verkeersveiligheid: veiligheid van zwakke weggebruikers, veiligheid op kruispunten en in de
schoolomgeving, overdreven snelheid, sluipverkeer;
� milieu: sluikstorten, zwerfvuil, hondenpoep;
� vandalisme/beschadigingen.
2.3.2.4 Bevraging korps
Aan de hand van een gestandaardiseerd document werd aan ieder personeelslid gevraagd de
voor hem/haar tien belangrijkste fenomenen te selecteren en een score van tien tot één toe te
kennen in dalende volgorde van belangrijkheid. Deze bevraging over de kaders en de
functionaliteiten heen droeg bij tot het krijgen van inzicht in de fenomenen die tot onveiligheid en
overlast kunnen leiden. In totaal hebben er 82 medewerkers (ong. 63%) de lijst ingevuld.
Deze bevraging werd uitgevoerd omdat er van uitgegaan wordt dat door het dagelijkse werk in de
zone, de medewerkers een vrij goed zicht hebben op de problemen in de politiezone.
Uiteindelijk resulteerde deze bevraging in onderstaande top 10 van onveiligheids- en
overlastfenomenen:
1) Diefstal in gebouwen (22x een score 10)
2) Verkoop van verdovende middelen (10x een score 10)
3) Alcohol en drugs in het verkeer
4) Verkeersongevallen met lichamelijk letsel
5) Diefstal met afpersing/geweld
6) Geweld binnen het gezin
7) Drugsgebruik
8) Zedenfeiten
9) Fiets- en bromfietsdiefstallen
10) Vernielingen/vandalisme
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
21.
2.3.2.5 Signalen wijkinspecteurs
Om zicht te krijgen op belangrijke onveiligheids- en overlastfenomenen en knelpunten op het
grondgebied van de zone kon een bevraging op wijkniveau in het kader van de
beleidsvoorbereiding niet ontbreken. Hiertoe werden de wijkinspecteurs tijdens een
wijkvergadering gevraagd een inventaris op te maken van signalen die zij opvangen en van
significante onveiligheidsproblemen die in hun wijk de kop opsteken. Hierbij fungeren zij als
spreekbuis en vertolken zij het standpunt van de inwoners van hun wijk.
Om de verschillende fenomenen gemakkelijker aan elkaar te kunnen linken, met elkaar te kunnen
vergelijken en zicht te krijgen op de ernst en frequentie werd gekozen voor een groepering per
thema in plaats van een opsplitsing per wijk.
De aangegeven signalen kunnen globaal gezien ingedeeld worden in volgende hoofdcategorieën:
1. Verkeersveiligheid
2. Milieu-inbreuken
3. Buurt, sociale overlast en onveiligheid
4. Verdovende middelen
5. Diefstallen
6. Infrastructurele maatregelen
2.3.3. Bestuurlijke en gerechtelijke overheden
Naast bovenstaande bronnen, met name cijfers en signalen, hielden we in derde instantie ook
rekening met reeds bestaande beleidsprioriteiten zowel op federaal als op lokaal vlak. De
afstemming op de vooropgestelde beleidsprioriteiten van het lokaal bestuur, op verschillende
niveaus inclusief het nationaal veiligheidsplan 2012-2015 is ons inziens een belangrijke
succesfactor.
2.3.3.1 Memorandum 2012 van de stad Dendermonde
In voorbereiding op de uitwerking van het strategisch meerjarenplan van de stad Dendermonde
2014-2019, werd in samenwerking met verschillende diensten (de stad, het OCMW en de politie)
het memorandum 2012 opgesteld.
Het Gemeentedecreet legt een aantal regels op inzake strategische planning en het beleid dat
gedurende een aantal jaren zal gevoerd worden. Deze planning start in 2013 en resulteert in een
meerjarenplan voor de periode 2014 – 2019.
Het Ministerieel Besluit betreffende de beleids- en beheerscyclus bepaalt dat een nieuwe
meerjarenplanning voorafgegaan wordt door een omgevingsanalyse. Een omgevingsanalyse is
een soort foto van de huidige toestand in cijfers en feiten gekoppeld aan een verwacht beeld en
aandachtspunten die een domein of werking zullen beïnvloeden. Beschikken over voldoende
informatiebronnen om een ambitieus maar realistisch meerjarenplan op te stellen, is een
basisvoorwaarde. Vanuit de administratie wensen wij hier graag aan mee te werken via dit
memorandum.
Het memorandum 2012 heeft als doel om de lokale politieke actoren voldoende en juiste informatie
te geven, zodat een goed lokaal beleid kan uitgestippeld worden voor de volgende legislatuur. In
dit memorandum staan geen beleidslijnen of projecten die te nemen of te laten zijn. De tekst staat
vol met aandachtspunten waarover een debat gevoerd kan worden met de politiek
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
22.
verantwoordelijken en die hopelijk resulteren in een duidelijk meerjarenplan waarin de ambitie voor
Dendermonde duidelijk gesteld wordt.
Het memorandum 2012 is een ambtelijk gedragen document waaraan zowel de stad, het OCMW
als de politie meewerkten. De basisteksten kwamen tot stand via diverse themasessies waarvan
de resultaten teruggekoppeld werden naar de ambtelijke stuurgroep waar rode draden besproken
werden.
Om een zo groot mogelijke inbreng te garanderen werd beslist om te werken rond 5 domeinen,
opgesplitst in 17 thema’s.
- Domein Algemene Organisatie met de thema’s: financiën, infrastructuur, ICT, personeel en
algemene organisatie
- Domein Mens en Welzijn met de thema’s: kind en jeugd, sociale dienstverlening en
tewerkstelling
- Domein Grondgebiedzaken met de thema’s: water, mobiliteit, leefmilieu, ruimtelijke
ordening en wonen
- Domein Cultuur en toerisme met de thema’s: cultuur en erfgoed, toerisme en
verenigingsleven, vrije tijd en recreatie
- Domein Veiligheid
Invloed van BBC (beleid- en beheercyclus) op ZVP
De besproken thema’s en vooropgestelde aandachtspunten hebben uiteraard raakvlakken met de
domeinen “veiligheid” en “overlast” of de werking van de politie. Hierna geven wij de belangrijkste
items weer die van belang kunnen zijn bij het bepalen van doelstellingen rond veiligheid en
overlast.
Het document stelt 8 speerpunten voorop : dit zijn aandachtspunten van algemene aard die als
een “rode draad” door het uit te stippelen beleid zouden kunnen lopen. Het zijn
aandachtsvestigingen in volgende domeinen :
- Beleid : prioriteiten stadsbestuur, kerntaken, ..
- Klantgerichtheid : beleid ter zake, uitbouw laagdrempelig en toegankelijk
informatiecentrum,…
- Centrale of decentrale dienstverlening : de mate waarin dit kan/moet gebeuren.
- Diversiteit en armoede : welke focus leggen ?
- ICT en digitalisering : krijtlijnen, hoe ver wil men er in gaan (Vb. e-loket, sociale media,
werken “in the cloud”,…) ?
- Transparantie en processen : monitoren beleid, processen uitschrijven.
- Samenwerkingsverbanden : met partners – bepalen van een visie hierop.
- Duurzaamheid : stadspatrimonium, voorbeeldfunctie.
Daarnaast zijn er nog een aantal themagebonden aandachtspunten die van belang kunnen zijn,
namelijk :
- Inzake aanpak veiligheids- en overlastfenomenen :
• Mobiliteit : medewerking politie bij het realiseren van het mobiliteitsplan (opgesteld
o.b.v. het STAP-principe : eerst stappers, dan trappers, vervolgens openbaar
vervoer en ten slotte privévervoer).
• Kind en jeugd : samenwerking met de sociale dienst van de stad inzake welzijn en
opvoedingsondersteuning. Fuifbeleid : ontwikkelen politiek rond fuifzalen om de
overlast voor de buurt te beperken.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
23.
- Inzake algemeen functioneren :
• Financieel evenwicht : alle geledingen van de stadsadministratie dienen betrokken
te worden in het budgetteringsdebat, gezien de financiële draagkracht van de stad
beperkt is.
• Algemene organisatie : kwaliteitscontrole d.m.v. audits en meetsystemen.
2.3.3.2 Lokaal Integraal Veiligheidsplan
Werken rond veiligheid is niet alleen de taak van de politie en van de overheid. De beste aanpak
van onveiligheids- en overlastproblemen is die waarbij partners een effectieve inbreng kunnen
doen bij het aanpakken van de reële oorzaken van problemen (en waarbij niet louter aan
symptoombestrijding wordt gedaan). In het verleden is reeds bewezen dat een integrale aanpak of
een aanpak van alle problemen rond een bepaald thema op een geïntegreerde wijze, nl. met alle
betrokken actoren samen, de beste resultaten oplevert. We baseren ons hierbij o.a. op de aanpak
van wijkproblemen in de periode 2003 – 2004 – 2005 aan de hand van buurtbevragingen (cf.
2.3.2.3) en de aanpak van problemen m.b.t. schoolgaande jongeren in samenwerking met partners
zoals schooldirecties, het parket, het stadsbestuur en het justitiehuis (cfr. 2.7.2).
Naar aanleiding van de aanstelling van het nieuw stadsbestuur in 2006 werd de aanzet gegeven
tot het ontwikkelen van een lokaal integraal veiligheidsplan voor de stad Dendermonde. Het betreft
een plan waarbij een keuze gemaakt wordt voor drie prioriteiten die op een multidisciplinaire,
integrale en geïntegreerde wijze aangepakt zullen worden. Daarbij worden (op basis van een
grondige analyse) bepaalde veiligheidsfenomenen, doelgroepen en/of locaties geselecteerd om
een gerichte multidisciplinaire aanpak te organiseren. Alle diensten die kunnen meehelpen om de
oorzaken van de problemen weg te werken worden hierbij betrokken.
In 2008 werden een aantal subwerkgroepen opgericht die zich tijdens deze legislatuur samen met
de stuurgroep als denk- en overlegorgaan over de volgende drie geselecteerde prioriteiten zullen
buigen:
- Wijkontwikkeling
Het verhogen van de lokale betrokkenheid in de wijk, de buurt en deelgemeenten, met
aandacht voor het versterken van sociale netwerken.
Wij verwijzen o.a. naar punt 2.3.2.3.
Met diverse partners werd gewerkt rond veiligheid- en leefbaarheidproblemen in een aantal
wijken, waarbij de inwoners van de wijken, al dan niet gegroepeerd in buurtcomités, actief
betrokken werden.
Deze aanpak werd positief onthaald door de buurtbewoners.
- Drugsthema
Dendermonde wil zijn verantwoordelijkheid opnemen via het ondersteunen van alle
mensen, organisaties en beleid in het omgaan met het drugsthema.
Eén van de belangrijkste realisaties binnen dit domein, was de opstart van het project
“vroeginterventie”, waaraan zowel het centrum voor geestelijke gezondheidszorg (CGGZ),
de stad, het parket als de politie hun medewerking toezegden.
Het opzet van dit project was om “vroeggebruikers” (zij die de eerste maal gebruiken) door
te verwijzen naar een specifiek begeleidingsproject, waarbij een beperkte vorm van
feedback gegeven wordt naar politie en parket.
Het organiseren van drugpreventieprojecten op maat voor diverse jeugdbewegingen was
minder succesvol.
- Dendermonde wenst een geïntegreerd fuifbeleid uit te bouwen, met een goede
samenwerking tussen de verschillende betrokken partners.
Realisaties hier waren o.a. de fuifkoffer en een updating van het fuifcharter.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
24.
Vanuit de politie is men vragende partij om deze aanpak verder te zetten. Het nieuwe stadsbestuur
zal zich, bij het bepalen van de krijtlijnen van het beleid voor de nieuwe legislatuur, moeten
uitspreken of deze aanpak verder gezet wordt of niet.
2.3.3.3 Aandachtspunten van de Bestuurlijk Directeur-coördinator
De Bestuurlijk Directeur-coördinator van de Federale politie Dendermonde stelde in het kader van
de beleidsvoorbereiding van het zonaal veiligheidsplan 2014-2017 een nota op met de aanpak van
prioritaire fenomenen. Hierna de krachtlijnen op het vlak van veiligheid en leefbaarheid.
- Criminaliteit: prioritaire fenomenen: diefstallen gewapenderhand, geweld in de publieke
ruimte (in het bijzonder op openbaar vervoer), drugs (in het bijzonder de import en export
van cocaïne, de productie en de smokkel van synthetische drugs en cannabis en de
verkoop van drugs), illegale vuurwapenzwendel, terrorisme, intrafamiliaal geweld en
geweld tegen vrouwen, mensenhandel (seksuele en economische uitbuiting),
mensensmokkel, informaticacriminaliteit, (sociale en fiscale) fraude alsook fraude inzake
afvalbeheer en inbraken in woningen en andere gebouwen.
Bijdragen tot de geïntegreerde en integrale aanpak van de prioritaire fenomenen van de
FGP Dendermonde door deelname aan geïnitieerde werkgroepen (projectmatige aanpak).
- Verkeer (gebaseerd op de prioriteiten uit het NVP): uitvoeren van controleacties m.b.t. de
federale prioriteiten inzake verkeer (overdreven snelheid, rijden onder invloed, gsm-gebruik
achter het stuur, niet dragen van de veiligheidsgordel en het niet gebruiken van
kinderzitjes). Prioritaire doelgroepen hierbij zijn zwakke weggebruikers, motorrijders en
vrachtwagenchauffeurs en het vrachtverkeer.
- Overlast op kwetsbare plaatsen zoals winkelstraten, horeca, schoolomgeving en openbaar
vervoer (incl stations en bushaltes).
- Gebeurtenissen voetbal, annex hooliganisme
- Zware (georganiseerde) diefstal, woninginbraken en ramkraken
2.3.3.4 Aandachtspunten van de Gerechtelijk Directeur
Hierbij vindt u de prioriteiten en verwachtingen van de FGP in het kader van de criminaliteits-
bestrijding voor de komende vier jaar.
- Aanpak van prioritaire criminaliteitsfenomenen met een georganiseerd karakter:
diefstallen gewapenderhand, drugs (in het bijzonder de import en export van cocaïne, de
productie en de smokkel van synthetische drugs en cannabis en de verkoop van drugs),
illegale vuurwapenzwendel, terrorisme, mensenhandel (seksuele en economische
uitbuiting), mensensmokkel, informaticacriminaliteit, (sociale en fiscale) fraude alsook
fraude inzake afvalbeheer en inbraken in woningen en andere gebouwen.
- Projectmatige aanpak van een aantal prioritaire criminaliteitsfenomenen uit het nationaal
veiligheidsplan waarin de zones zich kunnen inschrijven indien de problematiek zich
voordoet op hun grondgebied.
De politiezone Dendermonde engageerde zich om mee te werken aan de aanpak van
volgende nationale fenomenen:
o Informaticacriminaliteit – basiscursus voor de medewerkers.
o Drugs – aanpak van cannabisplantages.
o Eigendomsdelicten – uitwerken en opvolgen draaiboek.
o Detectie van mogelijke financiële delicten door de wijkagenten.
- Misdrijven tegen de fysieke integriteit zoals moord en doodslag
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
25.
2.3.3.5 Prioriteiten van de procureur des Konings
In een schrijven van 01.10.2012 stelde de procureur des Konings volgende prioriteiten voorop:
- geweldsdelicten
- verkeersinbreuken: naast de prioriteiten uit het NVP zal er ook bijzondere aandacht uitgaan
naar gevaarlijk en a-sociaal rijgedrag, verkeersinbreuken in de schoolomgeving en zone 30
en het ‘rood licht rijden’.
- vermogensdelicten
- drugdelicten: alle vormen van productie, invoer en verkoop van drugs (zowel verdovende
middelen als psychotrope stoffen) met bijzondere aandacht naar de verkoop aan
minderjarigen.
- mensenhandel en mensensmokkel
- ecofinmisdrijven
- informaticacriminaliteit
- milieu-inbreuken en inbreuken op de wetgeving inzake volksgezondheid
2.3.3.6 Nationaal veiligheidsplan 2012-2015
In het NVP 2012-2015, goedgekeurd op 1 maart 2012, worden de volgende fenomenen als
prioritair naar voren geschoven :
- diefstallen gewapenderhand
- geweld in de publieke ruimte: in het bijzonder op het openbaar vervoer en door
stadsbendes
- drugs: in het bijzonder de import en export van cocaïne, de productie en de smokkel van
synthetische drugs en cannabis en de verkoop van drugs (dealen)
- illegale vuurwapenzwendel
- terrorisme
- intrafamiliaal geweld en geweld tegen vrouwen
- aantastingen van de fysieke integriteit, in het bijzonder t.o.v. vrouwen
- mensenhandel (seksuele en economische uitbuiting) en de mensensmokkel
- informaticacriminaliteit
- (sociale en fiscale) fraude alsook fraude inzake afvalbeheer
- inbraken in woningen en andere gebouwen.
- verkeer: uitvoeren van controleacties m.b.t. de federale prioriteiten inzake verkeer
(overdreven snelheid, rijden onder invloed, gsm-gebruik achter het stuur, niet dragen van
de veiligheidsgordel en het niet gebruiken van kinderzitjes). Prioritaire doelgroepen hierbij
zijn zwakke weggebruikers, motorrijders en vrachtwagenchauffeurs en het vrachtvervoer.
In functie van de lokale omstandigheden wordt gevraagd om ook rekening te houden met
plaatsen die kwetsbaar zijn voor verscheidene criminaliteitsfenomenen, meer in bijzonder op
de volgende vier plaatsen:openbaar vervoer, recreatiedomeinen en toeristische trekpleisters,
grote evenementen en plaatsen met grote volkstoeloop.
Daarnaast wordt ook gewezen op een reeks toekomstige veiligheidsproblemen, met name de
risico’s die gepaard gaan met het toenemend gebruik van het internet en de nieuwe
technologie, de internationalisering van de criminaliteit, de sociale uitsluiting en het toenemend
geweld.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
26.
2.4. Beeld over het functioneren van het korps.
Zoals reeds gezegd in punt 2.1, werden in de periode 2003 - 2008, op vraag van de zone, reeds 2
audits uitgevoerd door de AIG, één selfaudit op basis van het CAF-model en 2
medewerkerstevredenheidsonderzoeken. Bovendien werden in 2008 de afdelingen interventie,
verkeer en wijkwerking doorgelicht door het Comité P in het kader van een project m.b.t. “ een
toetsing van het EFQM-model als audittool voor een lokaal politiekorps”, verslag van 18 september
2008.
Dit maakt dat in het korps een vrij goed beeld aanwezig is over het functioneren van het korps en
de verbeterpunten, waarop de interne prioriteiten inzake het functioneren in het vorige ZVP geënt
waren en waaraan ook gewerkt werd.
Ter voorbereiding van dit plan werd nagegaan welke risico’s zich voordoen in het korps; dit in het
kader van de toepassing van de ministeriële omzendbrief CP3 inzake de risicobeheersing in de
organisatie. Dit gebeurde tijdens een intern georganiseerd seminarie waaraan de diensthoofden
van het korps deelnamen en dat begeleid werd door een officier van de CSD Dendermonde. Op
basis van een lijst met mogelijke risicogebieden die gebruikt wordt in het Vlaams Gewest, werd
nagegaan in welke domeinen zich de grootste gevaren situeerden m.b.t. het niet behalen van de in
de organisatie voorop gestelde doelstellingen. Dit zowel op basis van de frequentie waarmee die
gevaren (kunnen) opduiken in het korps als rekening houdende met de ernst van de gevolgen voor
de organisatie wanneer die risicosituaties zich daadwerkelijk voordoen.
Volgende domeinen werden gedetecteerd en weerhouden binnen dit kader :
- Domein bedrijfscultuur : respecteren van de deontologische regels en de integriteit.
- Domein kwaliteit : werken rond kwaliteitsdenken - integreren van permanente aandacht
voor kwaliteit binnen de bedrijfscultuur.
- Domein werkprocessen : garanderen dat bepaalde bedrijfsprocessen maximaal efficiënt en
doeltreffend verlopen met aandacht voor de nodige kwaliteit, meerbepaald :
o doorverwijsfunctie binnen het onthaal en werking onthaal.
o het opstellen van kwaliteitsvolle PV’s.
o de rol “middenkader van dienst binnen de afdeling interventie” – een coachende,
ondersteunende en tegelijkertijd controlerende rol.
Tevens werd in verschillende seminaries met de leidinggevenden (zowel de diensthoofden als de
middenkaders), nagegaan in welke mate het korps functioneert volgens de EPZ-filosofie2 en in
welke domeinen zich verbeterpunten situeren.
Een aantal verbeterpunten werden gedetecteerd, waarvan het belangrijkste de “overbelasting” van
de wijkinspecteurs met administratieve taken betreft, waardoor zij te weinig tijd hebben om kleine
problemen in de wijk aan te pakken.
2 De EPZ-filosofie (excellente politiezorg) is een model waarbij gewerkt wordt rond 6 velden (gemeenschapsgerichte
politiezorg, informatie gestuurde politiezorg, organisatiegebieden EFQM-model, optimale bedrijfsvoering,
maatschappelijke veiligheid en belanghebbenden), elk opgedeeld in 5 domeinen. Een 7de veld laat toe om na te gaan in
welke fase van organisatieontwikkeling een organisatie zich bevindt.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
27.
Daarnaast werden tal van kleinere punten gedetecteerd, zoals o.a. :
- communicatie : interne communicatie nog verbeteren op diverse domeinen, politiek m.b.t;
social media verder uitwerken, actualiseren informatieserver, laten weten in het korps met
welke partners wij samenwerken en via wie deze te contacteren zijn, accountability - de
juiste argumenten gebruiken bij het te woord staan van de burgers, ...
- meer lessen trekken uit klachtenmanagement.
- meten werklast in diverse afdelingen.
- medewerkers aanzetten tot het nemen van meer initiatief.
- opstellen meer stuurborden i.v.m. functioneren van het korps. Ontwikkelen individuele
prestatie-indicatoren.
- verfijnen taakafbakening met bepaalde sleutelpartners (zoals bijvoorbeeld bepaalde
stadsdiensten) en beter opvolgen/evalueren samenwerking.
- verbeteren onthaal nieuwe medewerkers in het korps.
- verfijnen/bijsturen dienstregeling voor de afdeling interventie.
- verder uitwerken controlesysteem op gebruik korpsmateriaal.
- verder werken rond attitude van de medewerkers – afstemming op filosofie van de
gemeenschapsgerichte politiezorg via trainingssessies “GGPZ”.
- werken rond stijl leidinggevenden.
Vanuit de basis werd de behoefte kenbaar gemaakt om dit seminarie ook op hun niveau te
organiseren. Hierop zal ingegaan worden. Dit maakt dat actueel het inventariseren van de
verbeterpunten met het oog op het opmaken van het nieuwe ZVP, nog niet volledig afgerond is. De
bedoeling is om, nadat de inventarisatieoefening volledig gemaakt werd, alle mogelijke
verbeterpunten opgelijst worden en een actieplan uitgewerkt wordt.
Tot slot willen wij de conclusie van het auditrapport over de zone weergeven; audit uitgevoerd door
de algemene inspectie van de lokale en federale politie in de periode 2007-2008:
“ … De meeste ‘risico’s’ waarover in dit verslag gerapporteerd wordt, werden al gedetecteerd door
de korpsleiding. De permanente zorg voor verbetering van de werking en de bedrijfsvoering van de
zone is trouwens een bewuste strategische optie en loopt als een rode draad doorheen het denken
en handelen van de korpsleiding.
Dit autitverslag bevat een aantal aanbevelingen, maar in essentie is de enige echte aanbeveling
deze: doorgaan op de ingeslagen weg van constant verbeteren en streven naar kwaliteit in het
werk bij toepassing van de principes van de filosofie van de gemeenschapsgerichte politiezorg.
Ongeveer vier jaar na de eerste doorlichting ( 2002-2003) bevestigt deze audit de eerdere
algemene vaststelling dat de zone een voorbeeld van goede werking is. De zone heeft sindsdien
toch een aanzienlijk traject afgelegd op weg naar een excellente politieorganisatie. Daarom
moeten de aanbevelingen en kritische noten in dit verslag gezien worden als een hulpmiddel om
nog efficiënter op de ingeslagen weg verder te zetten.”
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
28.
2.5. Inrichting van het korps
2.5.1. Personeelscapaciteit
Op 01/01/2013 bestaat het organiek kader van de Lokale Politie Dendermonde uit 105
operationele FTE’s en 17 administratieve en logistieke FTE’s. Wat de effectieve invulling van
dit kader betreft zijn er 104 operationele medewerkers en 20 administratieve en logistieke
medewerkers actief binnen het korps (waarvan verschillende halftijds). In onderstaande
tabellen vindt u een opsplitsing per graad en per niveau.
Operationeel kader:
Minimaal effectief
(AR / KB 05/09/01)
Organiek kader indien
gewijzigd tov de laatst gekende
morfologische gegevens *
Reëel effectief (FTE)
Aantal Datum van
aanpassing
Beschikbaar aantal Datum van registratie
99
OK: 8
MK: 24
BK: 75
AK: 5
22/04/2009 OK: 8
MK: 24
BK: 70
AK: 3
01/01/2013
OPM:
� Beschikbaar aantal uitgezonderd onbeschikbaarheden ten gevolge van ziekte, verlof zonder wedde, detacheringen,
afdeling naar AIK, CIC,…
� OK: 8 commissarissen van politie waarvan 1 hoofdcommissaris en 7 commissarissen
� AK: 5 agenten van politie waarvan 2 statutaire en 3 contractuele. Ten opzichte van 2012 zijn vier functies van agent
omgevormd tot inspecteur. Twee contractuele functies agent worden momenteel niet ingevuld.
� Daarnaast stuurt het korps ook zes veiligheidsagenten aan en krijgt het bijstand van het interventiekorps (cf. 2.5.1.3)
Administratief en logistiek kader:
Minimaal effectief
(AR / KB 05/09/01)
Organiek kader indien
gewijzigd tov de laatst gekende
morfologische gegevens *
Reëel effectief (FTE)
Aantal Datum van
aanpassing
Beschikbaar aantal Datum van registratie
9,5
Niv. A: 2
Niv. B: 3
Niv. C: 9,5
Niv. D: 2,5
04/07/2012 Niv. A: 2
Niv. B: 3
Niv. C: 9,5
Niv. D: 2,5
01/01/2013
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
29.
OPM: Het organiek kader CALOG is gewijzigd t.o.v. de vorige gegevens. Het CALOG personeel is uitgebreid met 1 niveau A en twee
niveau B. tevens zijn goed als alle contractuelen niveau D omgeschakeld naar niveau C en is met uitzondering van één statutaire
functie niveau D eveneens deze omschakeling gebeurd. .
Vereenvoudiging administratieve taken
De zonale veiligheidsraad keurde in zijn zitting van 19 juni 2007 een stappenplan goed betreffende
de uitvoering van de omzendbrief van de minister van Binnenlandse Zaken van 1 december 2006
m.b.t. de verlichting en vereenvoudiging van bepaalde administratieve taken die door de politie
dienen uitgevoerd te worden. De omzendbrief bepaalt grosso modo welke administratieve taken
niet meer door de politie kunnen uitgevoerd worden, welke door een administratief personeelslid
kunnen/moeten uitgevoerd worden en welke administratieve taken verder door een operationeel
personeelslid worden uitgevoerd. Bovendien dient weergegeven te worden in welke mate
geïnvesteerd werd in de aanwerving van administratief personeel binnen de politiezone.
Voor wat betreft de taken van administratieve politie, werd volledig uitvoering gegeven aan de
bepalingen van de omzendbrief. Tussen de procureur des Konings van Dendermonde enerzijds
en alle korpschefs van het arrondissement, de DirCo en DirJud, anderzijds, werd in oktober 2007
een protocol afgesloten inzake de administratieve taken in het gerechtelijke domein. In maart 2008
werd een bijkomend protocol ondertekend tussen de procureur, de gerechtsdeurwaarders van het
arrondissement en alle korpschefs, DirCo en DirJud.
Bovendien werden een aantal stappen genomen om bijkomend administratief personeel te
voorzien en te rekruteren. De vooropgestelde norm van 16 % (Het calog-personeel moet 16 %
uitmaken van de operationele getalsterkte) wordt niet gehaald; de actuele norm is 15,2 %
(tegenover de personeelsformatienorm van het operationeel personeel – 112 personeelsleden).
2.5.2. Organogram
Het diagram op de volgende bladzijde geeft u een overzicht van de verschillende diensten om u
meer inzicht in de organisatie en structuur van het korps van de lokale politie van Dendermonde te
geven.
Een verduidelijking van de afkortingen die u in dit organogram terugvindt:
• OK: officierenkader dat bestaat uit commissarissen van politie
• MK: middenkader dat bestaat uit hoofdinspecteurs
• BK: basiskader dat bestaat uit inspecteurs
• AP: hulpkader dat bestaat uit agenten van politie
• CALOG: personeelsleden die deel uitmaken van het administratief en logistiek kader
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
30.
1 HCP
1 CALOG niveau A
DIENST VERKEER DIENST INTERN TOEZICHT/PERS/LOG/ICT/GER.COORD/WAPEN DIENST INTERVENTIE
1 CP DIENSTHOOFD 1 CP DIENSTHOOFD 1 CP DIENSTHOOFD
1 CP 1 CP
VERKEER SECRETARIAAT LOGISTIEK PERSONEEL/SECR. Ger. Coördinatie ICT WAPENS INTERVENTIE - ONTHAAL - STEUN Best. Coörd
3 HINP 2 CALOG niv. C 1 CALOG niveau B 1,5 CALOG niveau C 1 HINP 1 INP RADIO 10 HINP
5 INP + 0,5 CALOG niv. D + 1 CALOG niv. C + 1 verv CALOG niv. C + 1 INP CALOG niveau B RECHTBANK 47 INP
2 S AP + 1,5 tijd. CALOG niv. C + 1 CALOG niv. D 1 CALOG niv C
1 C AP '+ 1 tijd. CALOG niv. D 1/2 CALOG niv C
SIGNALISATIE: 1 CALOG niv. B
DIENST PROJECT/WIJK DIENST GERECHTELIJK
1 CP DIENSTHOOFD 1 CP DIENSTHOOFD
WIJKWERKING PROJECTWERKING DIEFSTAL DRUGS
12 INP 3 HINP 3 HINP 2 HINP 2 HINP
1 INP project preventie 1 INP 1 INP
1 INP project drugs + 1 /2 tijd. CALOG niv. C
1 CALOG A project milieu en stedenbouw
+ 1 /2 tijd. CALOG niv. C
KORPSCHEF
KORPSSTRUCTUUR LOKALE POLITIE DENDERMONDE - 2013
SOCIALE CEL
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
31.
2.6. Beeld van de dienstverlening en de werking
2.6.1. Uitvoering van de dienstverlening aan de bevolking
2.6.1.1 MINIMALE WERKINGSNORMEN BASISFUNCTIONALITEITEN
Conform het koninklijk besluit (KB) van 17.09.2001 en de omzendbrief PLP 10 werden in de
politiezone Dendermonde een aantal functionaliteiten bepaald om een optimale en gelijkwaardige
dienstverlening aan de bewoners van de zone te kunnen garanderen. Het betreft wijkwerking,
onthaal, interventie, politiële slachtofferbejegening, lokaal onderzoek en handhaving van de
openbare orde. Op basis van het KB van 16.10.2009 werd ook verkeer tot de basisfunctionaliteiten
gerekend.
WIJKWERKING
Om de dienstverlening en de werking volgens de filosofie van de gemeenschapsgerichte
politiezorg niet in het gedrang te brengen, voerde de politiezone gedurende de afgelopen jaren
enkele wijzigingen door.
- In 2009 werd de deelgemeente Sint-Gillis opgesplitst in drie wijken in plaats van in twee,
met name Sint-Gillis-West , Sint-Gillis-Oost en Sint-Gillis-Zuid om het stijgende aantal
inwoners (11.363 in zijn totaliteit) een kwalitatieve dienstverlening te kunnen blijven geven.
- Naar analogie met deze opsplitsing, voerde de politiezone in mei 2010 ook een opsplitsing
door van de deelgemeente Grembergen en dit creëerde twee nieuwe wijken, met name
Grembergen Oost en Grembergen West (6.765 inwoners in zijn totaliteit).
- Eind 2010 ging de wijkinspecteur van Schoonaarde met pensioen. Zijn vervanger werd ook
verantwoordelijkheid voor de opdrachten m.b.t. de gevangenis.
De politiezone Dendermonde omvat momenteel 12 wijken (Dendermonde-Zuid, Dendermonde-
Noord, Hoogveld-Keur-Vlassenbroek, Sint-Gillis-Oost, Sint-Gillis-West, Sint-Gillis-Zuid,
Grembergen-Oost, Grembergen-West, Schoonaarde, Oudegem-Mespelare, Appels en Baasrode),
waarvoor telkens één wijkinspecteur is voorzien.
In totaal beschikt de politiezone over twaalf wijkinspecteurs. Van deze groep bemannen er 9 een
operationele politiepost buiten het commissariaat. Zij hebben een bureau in één van de
deelgemeenten waar zij enkele uren per week instaan voor het onthaal. De collega’s
Datum registratie
Aantal inwoners
Aantal wijkinspecteurs volgens de norm
Reëel aantal wijkinspecteurs
Aantal politieposten
Capaciteit op jaarbasis
01/01/2013 44.488 11,12 12 7 12 FTE’s=
17.598 uur
NORM : 1 wijkinspecteur op 4000 inwoners
NORM GEHAALD
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
32.
verantwoordelijk voor het stadscentrum en nabije omgeving alsook Vlassenbroek en Hooveld zijn
daarentegen gehuisvest binnen het commissariaat zelf.
In geval van overlast, storende problemen en kleinschalige criminaliteit zijn de wijkinspecteurs hét
aanspreekpunt bij uitstek. Zij zijn het best geplaatst, gezien hun kennis en ervaring, om
buurtgebonden problemen in hun wijk aan te pakken. Ze worden hiertoe gesensibiliseerd.
Complexe problemen worden aangepakt in samenwerking met de projectcoördinatoren of de
korpsleiding. Per beleidsprioriteit is er binnen de politiezone Dendermonde een projectcoördinator
aangesteld als verantwoordelijke.
Onderstaande tabel geeft het aantal inwoners per wijk weer.
Wijk Aantal ingeschreven inwoners op 01/12/2012
Dendermonde – Noord 4.419
Dendermonde – Zuid 3.660
Sint – Gillis – West 4.204
Sint – Gillis – Oost 4.012
Sint-Gillis-Zuid 3.147
Keur –Hoogveld – Vlassenbroek 3.162
Baasrode 5.285
Grembergen-Oost 3.325
Grembergen-West 3.440
Appels 3.027
Schoonaarde 2.435
Oudegem – Mespelare 4.371
Totaal aantal inwoners 44.488
Op termijn zal in functie van de bevolkingsgroei van Dendermonde, eventueel een 13de
wijkinspecteur aangeworven moeten worden om te blijven voldoen aan de norm van één
wijkinspecteur per 4000 inwoners.
Globaal genomen valt het takenpakket van een wijkinspecteur uit elkaar in onderstaande
activiteiten. Hierbij zijn zichtbaarheid en aanspreekbaarheid sleutelbegrippen in hun werking die
maximaal georiënteerd is op de behoeften en verwachtingen van de bevolking.
Activiteiten wijkwerking
8%7%
6%
33%14%
9%
15%
7% 1%
w ijkvergadering en opleiding (8%) openbare orde en justitiepaleis (7%) problemen oplossen (6%)
kantschriften (33%) onthaal in w ijkbureau (14%) opstellen processen-verbaal (9%)
verkeer (15%) administratie (7%) bijstand projecten (1%)
8
Zoals u uit bovenstaande grafiek kan afleiden besteedden de wijkinspecteurs in 2012 ongeveer
14% van hun totale capaciteit (ong. 2600 manuren) aan onthaal in hun wijkbureau.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
33.
Het aantal opleidingen (inclusief de trainingen geweldsbeheersing) en/of vergaderingen kende een
daling die zich laat vertalen in een kleine stijging van het probleemoplossend werken. Deze stijging
is alsnog veel te klein want er wordt nog steeds maar 6 % van hun capaciteit gespendeerd aan het
probleemoplossend werken of beter gezegd het aanwezig zijn binnen hun wijk in het straatbeeld.
Wij moeten er dus naar streven om dit percentage terdege op te trekken. Wanneer de
wijkinspecteur meer deze scharnierfunctie kan uitoefenen zal het volledige politiekorps hier de
vruchten van dragen.
Uit het capaciteitsoverzicht blijkt dat de wijkinspecteurs nog steeds het grootste deel van hun tijd
spenderen aan de uitvoering van administratieve taken en kantschriften. De vereenvoudiging van
de administratieve taken (cf. 2.5.1 en 3.1.2) heeft een zekere, doch eerder beperkte invloed op de
capaciteitsbesteding van de wijkinspecteur. Naar analogie met voorgaande jaren (2008, 2009,
2010) slorpten deze taken in 2012 iets minder dan 50% van hun capaciteit op waardoor er nog
steeds te weinig tijd (ongeveer 6%) overblijft om aan effectieve wijkwerking te doen. Dit in
tegenstelling tot de miniseriële omzendbrief van december 2006 over het beperken/afbouwen van
administratieve taken zodat er meer capaciteit voor andere activiteiten en dus effectieve
wijkwerking vrijkomt. Er werd gepoogd om de administratieve taken maximaal terug te dringen. Op
dit vlak zal geen substantiële capaciteitswinst meer kunnen gerealiseerd worden.
Op basis van een vergelijking van het aantal uren per hoofdactiviteit zien we in 2012 een stijging
van het aantal kantschriften met 4% en daardoor ook een stijging van het aantal uren administratie
met 19%.
0
1000
2000
3000
4000
5000
6000
7000
wijk
verg
en
opl
open
bare
ord
e
proble
men
oplos
sen
kant
schr
iften
onth
aal
opste
llen
pv's
verk
eer
adm
inistra
tie
Vergelijking aantal uren per hoofdactiviteit
2011
2012
2010 2011 2012 verschil%
Brieven 4.487 4.198 4.296 + 2%
Kantschriften 3.437 2.835 3.332 + 18%
Aanvankelijke pv's 541 680 721 + 6%
Navolgende pv's 2.604 2.244 2.563 + 14%
Totaal aantal stukken 11.069 9.957 10.912 + 10%
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
34.
ONTHAAL
NORM : per dag 12 uur fysiek onthaal in het centrale onthaalpunt + contacteerbaar d.m.v. technische infrastructurele maatregelen
NORM GEHAALD
Op het onthaal kunnen burgers 24u/24 terecht om klacht neer te leggen, aangifte te doen of
inlichtingen te vragen.
Het onthaal is permanent geopend en wordt verzekerd door leden van de afdeling ‘interventie,
onthaal en steun’ volgens onderstaand schema:
- van maandag tot en met vrijdag van 08u tot 16u30: twee inspecteurs en een calog-
personeelslid;
- van maandag tot en met vrijdag van 16u30 tot 08u00 en op zaterdag en zondag: twee
inspecteurs
- op zaterdag en zondag 24/24 : twee inspecteurs
Het calog-personeelslid zorgt vooral voor de eerste opvang aan het onthaal (fysiek en telefonisch)
en administratieve afhandelingen. Voor klachtneerlegging verwijst zij bezoekers door naar de twee
politie-inspecteurs.
Naast het centraal onthaalpunt kunnen burgers tussen bepaalde tijdstippen of op afspraak ook
terecht bij de wijkinspecteurs in de wijkbureaus. In 2012 besteedden zij ongeveer 2600 manuren
aan onthaal in hun wijkbureau.
Datum registratie
Aantal gemeenten in de zone
Aantal politieposten
Aantal uren daadwerkelijk fysiek onthaal in het centraal onthaalpunt
Voorziene jaarlijkse capaciteit
Weekdagen Weekend/
feestdagen
01/01/2013 1 7
(1 centraal
onthaalpunt
en 6
wijkbureaus)
24u/24 24u/24 21.196 uur
Waarvan 19.026 uren door
politie-inspecteurs en 2170
uren door calog-personeel
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
35.
INTERVENTIE EN ALGEMEEN TOEZICHT
In de zone zijn er gedurende de weekdagen in de vroege shift en in de late shift twee
interventieploegen bestaande uit telkens twee inspecteurs. Er is één interventieploeg tijdens de
nachtshift.
Deze worden ondersteund door toezichtploegen, die vooral toezichtopdrachten uitvoeren, doch
steeds kunnen bijspringen in het interventiegebeuren indien dit noodzakelijk is. Sinds 2004 stuurt
de lokale politie van Dendermonde naast de traditionele interventieploegen immers ook
toezichtploegen op pad. Het gaat om bijkomende teams die zich, indien mogelijk, overdag met de
fiets verplaatsen en ingezet worden tegen allerlei vormen van maatschappelijke overlast en
criminaliteit in de stad. Op basis van politionele vaststellingen (bv. toename vandalisme in
bepaalde buurt), meldingen van burgers, wijkcomités, verenigingen of overheden verrichten deze
extra patrouilles gericht toezicht op vooraf bepaalde tijdstippen.
Datum registratie
Aantal interventieploegen Aantal toezichtploegen Voorziene jaarlijkse capaciteit
Aantal Voorziene uurvorken Aantal Voorziene uurvorken
01/01/2013
Weekdagen:
5 pl
Weekend/
feestdagen:
3 pl
2 pl : 05.45 – 14.00
2 pl : 13.45 – 22.00
1 pl : 21.45 – 06.00
1 pl : 05.45 – 14.00
1 pl : 13.45 – 22.00
1 pl : 21.45 – 06.00
Weekdagen:
2 pl / in late en
nacht
Tussen 07.15
en 16.00 uur
Volgens
beschikbaar-
heid
Weekend/
feestdagen:
3 pl
Vrijdag- en
zaterdag-
avond/nacht:
1 pers + OGP
07.15 – 16.00
(volgens
beschikbaarheid)
1 pl : 13.45 – 22.00
1 pl : 21.45 – 06.00
1 pl : 05.45 – 14.00
1 pl : 13.15 – 22.00
1 pl : 21.45 – 06.00
1 persoon per
overlastploeg + OGP
gedurende 8 uur met
wisselende uren (afh.
van tijdsduur
evenementen)
Interventieploegen :
Weekdagen :
5 pl x 8u15 x 2 per = 82,5 uur
per dag x 250 weekdagen =
20.625 manuren
Weekend + feestdagen :
3 pl x 8u15 x 2 per = 49,5 uur
per dag x 115
weekend/feestdagen =
5.692,5 manuren
Toezichtploegen :
Weekdagen :
1 pl x 8u15 x 2 per = 16,5 uur
per dag x per beschikbaarheid
= ?
2 pl x 8u15 x 2 per = 33 uur
per dag x 250 weekdagen =
8.250 manuren
Weekend + feestdagen :
3 pl x 8u15 x 2 per = 49,5 uur
per dag x 115
weekend/feestdagen =
5.692,5 manuren
NORM: 1 continuploeg + 1 piekploeg 84 uur/week of 4368 uur/jaarbasis
NORM GEHAALD
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
36.
De toezichtsploegen krijgen een gericht dienstbulletin mee geënt op drie pijlers :
• preventief : toezicht gebaseerd op politionele vaststellingen bv inbrakenplaag
• pro-actief : toezicht gebaseerd op fenomenen bv overlast aan het station
• repressief : toezicht gebaseerd op veroordelingen of wetten, KB’s, … bv rijverbod,
verplichte verzekering, …
Tot 2012 was er tijdens de week een toezichtploeg van 07.15 u tot 16 u, behalve op woensdag en
donderdag. Omdat we vaststellen dat wegens de grote werkdruk (voornamelijk gecreëerd door de
dienst justitiepaleis, overbrenging en voorleiding van gevangenen en inzage dossier) er regelmatig
een toezichtsploeg van 07.15 tot 16.00 uur wegvalt, werd besloten om deze shift vanaf 2013 niet
meer op voorhand te programmeren. Het voorbereiden van de dienstbulletins vereist immers ook
werk en zo wordt er geen nutteloos werk gecreëerd.
De verantwoordelijke voor de toezichtsploegen of de OGP met dienst van de vroege shift kan,
indien er voldoende personeel aanwezig is, de namiddag voor een vroege shift of de ochtend van
een vroege shift voor 07.15 uur, een toezichtploeg of ploegen (afhankelijk van de te leveren inzet)
creëren.
De toezichtploeg van de late shift zal niet meer aanvangen om 13.15 u maar om 13.45 uur en
hetzelfde regime volgen van de late shift. Dit heeft als voordeel dat de middenkader van dienst,
twee personeelsleden kan aanduiden uit het personeel dat de shift aanvangt. Hij kan, afhankelijk
van de aard van het uit te voeren toezicht, rekening houden met de ingesteldheid en vaardigheden
van de verschillende personeelsleden die hij ter beschikking heeft.
De toezichtploeg tijdens de nachtshift blijft behouden.
Om het hoofd te kunnen bieden aan de aanhoudende overlast tijdens de weekends op specifieke
plaatsen besliste de korpsleiding in 2007 om ook overlastploegen te creëren. Wegens de
werkdruk zijn we evenwel verplicht deze ploeg te verminderen tot één persoon die we echter
koppelen aan de middenkader met dienst op vrijdag- en zaterdagnacht. Zo wordt toch nog een
overlastploeg gecreëerd die zich vooral richt op overlast in het uitgangsleven en evenementen.
Ook de middenkaders zullen eveneens participeren in de toezichts- en/of overlastploegen en dit
minstens één maal per maand.
In het weekend en op feestdagen is er steeds één interventieploeg in de vroege-, late- en
nachtshift en één toezichtploeg in de vroege, late en nachtshift.
Tijdens de vroege en de late shift wordt de middenkader met dienst niet geïntegreerd in de
interventieploegen. Tijdens de nachtshift, behalve op vrijdag- en zaterdagnacht, wordt hij wel
geïntegreerd en maakt hij normaal deel uit van de toezichtploeg.
Opvallend is, zoals reeds aangegeven hierboven, dat het aantal opdrachten inzake voorleiding en
overbrenging van gevangenen, evenals het geven van inzage in dossiers, steeds toeneemt (zie
ook punt 2.6.1.3. ). Dikwijls worden deze opdrachten vrij laat medegedeeld, waardoor de
toezichtploeg ingezet wordt voor het uitvoeren van deze opdracht (voor de duur van de ganse shift
of voor een deel ervan) . Dit is uiteraard nefast voor het toezicht. Omdat het gaat om een
structureel probleem, werd in de loop van de laatste vijf jaar het aantal toezichtploegen
herbekenen en teruggeschroefd. Zo werden alle vroege toezichtploegen geschrapt om meer
personeelscapaciteit te kunnen voorzien voor voornamelijk de ‘dienst justitiepaleis’ en
overbrenging van gevangenen. Deze tendens is uiteraard nefast voor de preventieve werking !
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
37.
POLITIONELE SLACHTOFFERBEJEGENING
Datum registratie Gespecialiseerd medewerker
beschikbaar (ja / neen) Wijze waarop de permanente beschikbaarheid
geregeld is (aan te kruisen) Capaciteit op jaarbasis
Intern de zone geregeld
Samenwerkingsverband met andere PZ
01/01/2013
ja X (samenwerkingsprotocol
regio Schelde)
3623 uur
NORM: 1 gespecialiseerd medewerker continu terugroepbaar (eventueel via samenwerkingsakkoord)
NORM GEHAALD
Crisissituaties kunnen een zeer grote impact hebben op alle personen (slachtoffers,getuigen,
nabestaanden, verwanten) die rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken zijn bij conflicten,
misdrijven, ongevallen, ernstige incidenten, rampen e.d.
Slachtofferbejegening beperkt zich in de politiezone Dendermonde niet enkel tot slachtoffers van
misdrijven en verkeersslachtoffers, maar richt zich ook tot ‘personen in nood’, waarbij gezocht
wordt naar een gepaste doorverwijzing.
De basisfunctionaliteit slachtofferbejegening wordt binnen de politiezone opgenomen door alle
leden van het korps, die hiertoe een opleiding kregen. Tien leden van het korps (waaronder de drie
leden van de sociale cel), volgden een bijkomende opleiding inzake slachtofferbejegening en
worden ingezet van zodra de bejegening door een gespecialiseerde collega opportuun is (bij
ernstige vevallen). De bejegening omvat een aangepaste ondersteuning en opvang op het
ogenblik van de slechtnieuwsmelding of de feiten, een waardevolle bijstand, de nodige
informatieverstrekking en een aangepaste doorverwijzing naar hulpverleningsinstanties. Tevens
wordt aandacht besteed aan het opstellen van een proces-verbaal.
De ondersteuning door een slachtofferbejegenaar kan noodzakelijk zijn bij elke vorm van
slachtofferschap, dit zowel in crisissituaties als daarbuiten. In het bijzonder wordt aandacht
besteed aan slachtoffers en/of hun na(ast)bestaanden bij gepleegde misdrijven zoals intrafamiliaal
geweld, bij verkeersongevallen en bij zelfdodingen.
Enkele cijfers en vaststellingen
De sociale cel van de politie Dendermonde voorziet in een permanentie tijdens de kantooruren en
participeert in een wachtsysteem voor de regio Schelde die de dienstverlening garandeert buiten
de kantooruren. De regio Schelde omvat 5 politiezones, met name Dendermonde, Lebbeke-
Buggenhout, Hamme-Waasmunster, Zele-Berlare en Wetteren-Laarne-Wichelen. De politie
Dendermonde neemt jaarlijks 16 weken wachtdienst op zich. Er werd in 2011 buiten de
kantooruren 22 keer ondersteuning gevraagd van een slachtofferbejegenaar van de PZ
Dendermonde binnen dit netwerk.
Tijdens de kantooruren wordt dagelijks ondersteuning gevraagd van gespecialiseerde collega’s
binnen het korps. Het uitvoeren van slechtnieuwsmeldingen, het ondersteunen van slachtoffers ter
plaatse of op bureau en het doorverwijzen naar hulpverlening zijn enkele taken binnen deze
context. Buiten deze praktische ondersteuning zorgt de sociale cel voor de noodzakelijke
administratie en registratie. Dit aspect van de werking nam ongeveer 7% van de capaciteit in
beslag van de sociale cel. In totaal besteedde het korps in 2012 ong. 8,5% aan activiteiten in het
kader van slachtofferbejegening.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
38.
De politiezone Dendermonde verwees 72 dossiers door naar het Centrum Algemeen Welzijn
(CAW) voor verdere begeleiding. Deze doorverwijzingen omvatten eveneens die met betrekking tot
intrafamiliaal geweld. In 2012 werden 125 feiten van fysiek geweld binnen koppels en 85 feiten van
psychisch geweld binnen koppels binnen de zone opgetekend. T.o.v. 2011 is dit een daling met
9%. Binnen dit kader gebeurden er 49 doorverwijzingen naar het project partnergeweld.
De sociale cel heeft eveneens een bijzondere aandacht voor verkeersslachtoffers. Vanaf juli 2010
werden alle betrokkenen bij een verkeersongeval met gewonden systematisch per brief
aangeschreven en kregen zij een aanbod tot hulpverlening door het Project Verkeersongevallen bij
het CAW.
Gezien de grote werklast die dit met zich meebracht, werd deze werkwijze bijgestuurd en kregen
alle betrokkenen van een letselongeval vanaf 2011 een standaardbrief bij het attest
verkeersongeval op basis waarvan ze bij het CAW terecht konden.
LOKALE OPSPORING EN LOKAAL ONDERZOEK
Organisatievorm
Datum registratie Globaal effectief zone
Effectief operationeel kader
Lokale recherche-dienst (met vaste medewerkers)
Polyvalente of « flexibele »
opsporings- en onderzoekscapaciteit
Capaciteit op jaarbasis
Aantal FTE Aantal FTE of uren
01/01/2013
122 organiek kader: 112
KUL-norm: 99
7 FTE 2 FTE 9 FTE’s = 12.839 uur
NORM : 10% van het operationeel effectief voor zones met globaal effectief ≥ 230, 7% van het operationeel effectief met een minimum van één ploeg (2 mw) voor de weekdagen, voor de andere PZ
NORM GEHAALD
De lokale recherchedienst bestaat uit zeven vaste leden (een commissaris van politie, vier
hoofdinspecteurs en twee inspecteurs) aangevuld met 2 inspecteurs komende uit de afdeling
interventie in een ‘roterend systeem’ waarbij om de twee maanden op vrijwillige basis een
wisseling gebeurt en een halftijdse administratieve medewerker. De bedoeling van het
rotatiesysteem is meervoudig: het verhogen van de capaciteit van de continu zwaar belaste
recherchedienst, het tegengaan van de verzuiling tussen de afdelingen, het aanscherpen van de
polyvalentie van de leden van de dienst interventie, het verhogen van hun gevoeligheid voor het
belang van een sporenonderzoek en de uit te voeren taken bij de eerste vaststellingen (in het licht
van verder onderzoek), het verhogen van de kennis inzake het gerechtelijke werk bij collega’s uit
de interventiedienst en het anticiperen op een toekomstige capaciteitsderving door het
klaarstomen van potentiële kandidaten voor de recherchedienst.
In ieder geval wordt, zelfs zonder de versterking, al voldaan aan de minimale norm.
De recherche is lokaal georiënteerd en werkt aan allerhande misdrijven gaande van eenvoudige
tot ernstige misdrijven. Ernstige misdrijven die soms zelfs buiten het kader, geschetst door de Col
02/2002, vallen (bvb: moord, internationale parentale ontvoering, reeks opzettelijke
brandstichtingen door een pyromaan, grootschalige drughandel, inbraken door bendes,..).
Door de Procureur des Konings werd in 2003 een werkgroep in het arrondissement opgericht om
de richtlijnen i.v.m. het gerechtelijke werk af te bakenen. In de werkgroep werden afspraken
vastgelegd tussen de magistratuur – federale politie en de lokale politie die geformaliseerd werden
in een protocol. Het gaat om een verfijning van de col 02/2002. De onderzoeksrechters zijn niet
gehouden door dit protocol.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
39.
De lokale recherche werkt vooral op misdrijven tegen de lichamelijke integriteit (met ondermeer
moord, doodslag, zware slagen,…), zedenzaken, eigendomsdelicten (met ondermeer overvallen,
grootschalige diefstallen, inbraken, zwendel), brandstichtingen,…en vooral ook op drugs. Buiten
deze belangrijke gerechtelijke onderzoeken komen de dossiers schijnhuwelijken en financieel-
economische misdrijven ook aan bod.
Evolutie aantal opdrachten
Zoals u uit onderstaande tabel kan afleiden voerde de lokale recherche tijdens de afgelopen jaren
stelselmatig meer opdrachten en verdere onderzoeken uit. Terwijl dit aantal bij de start van de
dienst in 2002 ongeveer 900 onderzoeken op jaarbasis bedroeg, constateren we sinds 2010 een
sterke stijging van het aantal dossiers. In 2011 betrof het bijna 1600 dossiers, een stijging met 86%
t.o.v. 2009. Er heerst steeds een hoge werkdruk waarin prioriteit dient te worden gegeven aan de
dringende dossiers.
De aard van de onderzoeken verschilt onderling sterk en is dit mede daardoor soms heel
belastend voor de capaciteit van deze dienst. De inhoud ervan handelt over diefstallen met
geweld, zedendossiers, drugsdossiers tot schijnhuwelijken. Vooral de onderzoeken van de
onderzoeksrechter met aangehoudenen namen gemiddeld meer tijd in beslag.
Start onderzoek naar aanleiding van: 2008 2009 2010 2011 2012 Verschil%
PV's ( initiëel opgesteld door lokale politie ) 142 49 142 59 67 14
Kantschriften Procureur des Konings 500 521 541 807 769 -5
Kantschriften onderzoeksrechter 283 238 239 694 459 -34
APO-opdrachten3 4 11 13 16 19 19
Zachte informatie 28 24 19 7 12 71
Nota's (afkomstig van niet-politiediensten of niet-gerechtelijke diensten)
11
9
8
3
43
1333
Totaal 968 852 962 1586 1369 -14
Algemeen wordt vastgesteld dat er weinig ruimte is voor proactief werk of het onderzoeken van
zachte informaties. Het overgrote deel van de tijdsbesteding gaat uit naar het uitvoeren van
opdrachten van onderzoeksrechters of van het parket. In een aantal gevallen wordt een onderzoek
opgestart dat overgenomen wordt van een andere dienst in het korps (voornamelijk de
interventiedienst). Dit gebeurt ter ondersteuning van die dienst, omdat het ‘onderzoeksniveau’ en
mogelijkheden voor die dienst overschreden worden en de recherche een meerwaarde kan
bieden.
Evolutie aantal gerechtelijke arrestaties
Op het vlak van het aantal gerechtelijke arrestaties zien we een terugval in 2012 t.o.v. 2011. In
2012 werden er door de ganse zone 200 personen, ongeveer een derde minder dan 2011,
gerechtelijk gearresteerd. Dit kan ons inziens gedeeltelijk verklaard worden door de invoering van
de Salduz-procedure. Aan de hand van bijgevoegde tabellen brengen wij de evoluties in kaart.
3 Een Ambtshalve Politioneel Onderzoek is een onderzoek waarbij de politie in het kader van bepaalde gerechtelijke dossiers
opdrachten kan geven aan interne diensten of andere korpsen zonder de tussenkomst van het parket af te wachten. De doelstelling is een volledig afgewerkt dossier te bezorgen aan de magistraat zodat op basis hiervan een eindbeslissing kan genomen worden.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
40.
0
50
100
150
200
250
300
2008 2009 2010 2011 2012
Evolutie aantal gerechtelijke arrestaties
Overzicht gerechtelijke arrestaties 2007 2008 2009 2010 2011 2012
minderjarigen 22 33 34 46 35 14 -jarige vrij na verhoor 13 17 6 23 7 7
-jarige vrij na voorleiding 0 6 21 5 15 3
-jarige geplaatst 9 10 7 18 13 4
vrij na verhoor 126 113 138 138 127 103
voorleiding bij onderzoeksrechter 64 85 86 62 110 77 vrij na voorleiding 15 40 20 8 32 18
aangehouden 49 45 66 54 78 59
collocatie 11 6
totaal 212 231 258 246 283 200
Misdrijfcategorieën 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Verschil%
zeden 10 11 5 6 11 9 -18
diefstal 70 60 44 63 92 59 -36
drugs 30 25 30 25 34 18 -47
aanslag tegen persoon 76 85 109 98 75 58 -23
brandstichting 0 3 9 1 0 4 /
andere 26 47 61 53 49 37 -24
bevel tot gevangenneming 7 5 11 14 22 15 -32
totaal 212 231 258 246 283 200 -29
Arrestaties inzake diefstallen 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Verschil%
eenvoudige 15 16 9 17 22 20 -9
zware 38 14 15 10 27 10 -63
huisdiefstal 4 0 0 1 3 1 -67
geweld 6 18 13 11 14 11 -21
winkel 7 12 7 24 26 7 -35
Arrestaties inzake geweld tegen personen
2009 2010 2011 2012
familiaal/belaging/stalking 57 14 voorgeleid 4 vrij na voorl 10 aangehouden
30 3 voorgeleid 2 vrij na voorl 1 aangehouden
28 5 voorgeleid 4 vrij na voorl 1 aangehouden
22 10 voorgeleid 1 vrij na voorl 9 aangehouden
bedreigingen/weerspannigheid 31 34 22 12
moord/doodslag (poging) 1 / 3 3
slagen/verwondingen/geweld 20 34 34 21
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
41.
Proactieve recherche
Door de werkdruk is er weinig capaciteit om proactief onderzoek uit te voeren wat normaal
gesproken 5% van de capaciteit zou moeten bedragen. Er werd getracht om toch proactief te
werken in het domein van de drugs, wat niet echt succesvol verliep doordat de geplande
activiteiten in dit kader constant doorkruist werden door dringende onderzoeken (bvb.
onderzoeksdaden in dossiers met aangehouden personen). Het proactief onderzoek werd en zal in
de toekomst vooral gericht worden naar het lokale drugmilieu en mensenhandel in bepaalde
bedrijfssectoren.
In de komende 4 jaar moet voor de recherche meer capaciteit vrijgemaakt worden om proactief te
kunnen werken en bepaalde informaties (m.b.t. lokale criminaliteit) te kunnen natrekken. Dit zal de
lokale veiligheid ten goede komen, gezien op die manier kleine lokale criminelen aangepakt
worden.
HANDHAVING VAN DE OPENBARE ORDE
Ja
X
Ja OBP
Neen
Interzonale samenwerking
Neen
X
Permanentie OBP en OGP
Ja
X
Ja
Datum registratie
OGP
Neen
Interzonale samenwerking
Neen
X
NORM : 1 OBP permanent bereikbaar en terugroepbaar
NORM GEHAALD
Het handhaven van de openbare orde impliceert de handhaving van de openbare rust,
openbare veiligheid en openbare gezondheid.
Er is permanent een OBP bereikbaar en terugroepbaar. Hiervoor werd een beurtrol opgesteld voor
alle commissarissen van het korps. In overeenstemming met de wet op het politieambt en de
zonale richtlijnen licht de OGP met dienst de OBP in, van zodra de ernst en het type interventie de
aanwezigheid van een OBP op het terrein vereist.
In de praktijk wordt hij voornamelijk gecontacteerd bij administratieve aanhoudingen en
gebeurtenissen met media-impact. Sinds 2003 is er permanent een OGP met dienst aanwezig,
hetzij in het commissariaat hetzij in de ploegen op het terrein (bvb. 's nachts).
Wat het leveren van hycap betreft, beschikt de politiezone over het daartoe opgeleide personeel
om de noodzakelijke bijstand te kunnen leveren (één officier, zeven middenkaders en éénendertig
basiskaders).
Activiteit 2009 2010 2011 2012 verschil% 2011 tov 2012
Openbare orde 3623 4285 4636 4221 -9
in de zone 2623 3188 3677 3199 -13
buiten de zone 1000 1097 959 1022 7
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
42.
Het Veiligheidskorps is een onderdeel van de FOD Justitie. Dit korps staat in voor de
overbrenging van gedetineerden en de handhaving van de openbare orde en veiligheid op de
rechtbank. Het Veiligheidskorps wordt het aangestuurd door de lokale politie van de stad die op
haar grondgebied een gevangenis of een justitiepaleis heeft.
De lokale politie Dendermonde krijgt van het Veiligheidskorps bijstand van zes agenten. Dit aantal
veiligheidsagenten volstaat niet voor de uitvoering van deze dienst (cf. 2.6.1.3).
Er is een draaiboek opgesteld met betrekking tot mogelijke incidenten in de gevangenis van
Dendermonde. In deze context werd aan de Bestuurlijk Directeur-coördinator van de federale
politie gevraagd om in de zonale veiligheidsplannen van de andere zones van het arrondissement
het principe van een snelle bijstandsverlening te doen inschrijven.
VERKEER
Het verkeersteam bestond in 2012 uit 1 commissaris, 2 hoofdinspecteurs, 4 inspecteurs, 3 agenten
en 6 administratieve bedienden, waarvan één technicus. Dankzij het verkeersveiligheidsfonds
(VVF) kon er bijkomend personeel worden aangeworven.
Het personeel van het administratief en logistiek kader nam een maximum aan administratieve
taken over van het operationeel personeel en er werd maximaal geautomatiseerd. Dankzij het
verkeersveiligheidsfonds kon ook het aantal controles worden opgevoerd. Een aantal educatieve
projecten kon worden gerealiseerd. Dat deze aanpak zijn vruchten afwerpt, bleek de voorbije jaren
uit de gunstige evolutie van het aantal letselongevallen.
Het verkeersteam heeft twee belangrijke taken:
• ondersteuning bieden op het vlak van verkeer
• verkeershandhaving
• Ondersteuning op het vlak van:
Ongevallenanalyse
De projectleider ontwikkelt, in principe tweejaarlijks, een algemeen verkeersactieplan. Dit
gebeurt op basis van een ongevallenanalyse. Aan de hand van deze analyse worden de
zogenaamde ‘black-spots4’ gelokaliseerd. Op basis van de oorzaakanalyse van deze
ongevallen kan bepaald worden welke maatregelen genomen dienen te worden:
infrastructurele aanpassingen, handhaving (op welke tijdstippen), communicatie, enz.
4 Een black-spot is een plaats waar gedurende de laatste drie jaar minstens 3 verkeersongevallen met
lichamelijk letsel gebeurden en waarvan de prioriteitswaarde minstens 15 bedraagt. P= (5 x dodelijk slachtoffer) + (3 x zwaargewonde slachtoffers) + (1 x lichtgewonde slachtoffers)
Organisatievorm
Datum registratie Globaal effectief zone
Effectief operationeel kader
Operationele medewerkers
Administratieve medewerkers
Capaciteit op jaarbasis
Aantal FTE Aantal FTE
01/01/2013
122 organiek kader: 112
KUL-norm: 99
10 6 19.554 uur
NORM : minimum 8% van de totale werkcapaciteit
NORM GEHAALD
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
43.
Verkeersadviezen
De projectleider is lid van de gemeentelijke verkeerscommissie. Op basis van de
ongevallenanalyse formuleert het Verkeersteam verbeteringsvoorstellen op het vlak van
infrastructuur naar de wegbeheerders toe.
Gegevensverwerking
De administratieve medewerkers van het VerkeersTeam handelen alle bekeuringen
administratief af.
• Bij de verkeershandhaving wordt vnl. gewerkt rond de federale prioriteiten, nl.:
- overdreven snelheid
- rijden onder invloed van alcohol en drugs
- GSM-gebruik achter het stuur
- het niet dragen van de gordel en het niet gebruiken van kinderzitjes
Ook aandacht voor gevaarlijk en hinderlijk parkeren.
Prioritaire doelgroepen hierbij zijn zwakke weggebruikers en tweewielers in het bijzonder
(fietsers, bromfietsers en motorrijders), jongeren en senioren en vrachtwagenbestuurders.
Tevens wordt er veel aandacht geschonken aan de verkeersveiligheid van de schoolgaande
jeugd.
De verkeershandhaving is samengesteld uit toezicht, communicatie, sensibilisatie en educatie.
Het grootste deel van de beschikbare capaciteit wordt besteed aan controles in de
handhavingszones, dit zijn de zones waar de meeste letselongevallen plaatsvinden.
Op schooldagen worden er ’s morgens voor verkeersregeling tijdens de spits 16
personeelsleden ingezet.
2.6.1.2. ANDERE OPERATIONELE DIENSTEN
PROJECTWERKING
Per beleidsprioriteit werd er binnen de politiezone Dendermonde een fulltime projectcoördinator
aangesteld als verantwoordelijke. Naast een screening en diepgaande analyse werken zij
actieplannen op maat uit. Hierbij houden ze rekening met factoren zoals frequentie, tijd- en
plaatsbepaling, aangetroffen oorzaken, enz. Coördinatoren van projecten staan zowel in voor
contacten met externe partners als voor de opvolging, evaluatie en bijsturing van deze plannen.
Zij nemen de noodzakelijke maatregelen om het actieplan uit te voeren.
Dit team telt vijf personen en in 2010 werd er een afzonderlijke sociale cel bestaande uit 3
personen opgericht. Met het zonaal veiligheidsplan 2009-2012 als referentiekader gaat het over
drugs bij jongeren, diefstal in de brede zin, jongeren, buurt en overlast en milieu. De sociale cel
behartigt de belangen van drie doelgroepen. In het bijzonder gaat het over slachtoffers, jongeren
en gezinssituaties evenals collega’s. De uitwerking van de aanpak van de prioriteiten op vlak van
verkeer behoort daarentegen tot de verkeersdienst.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
44.
COORDINATIEPUNT BESTUURLIJKE POLITIE
Het Coördinatiepunt Bestuurlijke Politie (CBP) werd in 2007 opricht om het grote aantal activiteiten
in de stad Dendermonde beter op te volgen en de grote toevloed aan informatie inzake bestuurlijke
politie te beheren. De opvolging van de vele activiteiten in Dendermonde (op de openbare weg, in
zalen en op privé-eigendommen) bestaat in het verlenen van advies aan het stadsbestuur, overleg
plegen met de organisatoren van vooral grote evenementen, opvolging en evaluatie van de
activiteiten.
Het CBP verzorgt ook de coördinatie van het in te zetten personeel niet alleen tijdens de vele
activiteiten in de stad maar eveneens voor de controleacties van de politie.
Het beheer van de informatie inzake bestuurlijke politie bestaat vooral in het ontvangen van
berichten via mail, post en fax en de verspreiding ervan naar de juiste afdeling of persoon.
In 2012 werd deze werking verder gezet. Het aantal dossiers is, in vergelijking met de voorgaande
jaren, opnieuw gestegen. Vooral het aantal fuiven (grote en kleine) is toegenomen. Net zoals vorig
jaar werd de politie door de organisatoren van in het begin betrokken bij de voorbereiding van
grote evenementen. We denken hierbij o.a. aan de stratenloop ‘Dwars door Dendermonde’, het
steeds groeiende internationaal rugbytornooi, de festiviteiten in de feestweek in augustus, het
nieuwe muziekfestival ‘Denderpop’ en verschillende grote wijkkermissen.
Omdat sommige evenementen een grote impact hebben op het leven in het centrum van de stad
werd voor sommige evenementen zoals de stratenloop en Katuit een commandopost voor de
politie, brandweer en medische dienst ingericht in het stadhuis. De politie werd hierbij
vertegenwoordigd door de twee leden van het CBP.
Een laatste aspect van de werking van het CBP is dat de twee medewerkers deel uitmaken van de
gemeentelijke veiligheidscel. In die functie werken ze mee aan het opstellen van het Algemeen
Nood- en Interventieplan van de stad Dendermonde, maar ook van verschillende Bijzondere Nood-
en Interventieplannen (Katuit, Ros Beiaard, Cytec). Daarbij aansluitend staan zij ook in voor de
opleiding van hun collega’s inzake rampenmanagement.
In onderstaande tabel vindt u een overzicht van het aantal opgestelde dossiers door het CBP in
2012.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
45.
Soort activiteit Aantal dossiers
Buurtfeesten (buurtfeest 11 juli, wijkfeesten- en kermissen)
34
Evenementen (festivals, feesten van meerdere dagen, circus, opendeurdagen, jaarmarkten, tornooien)
156
Fuiven (grote en kleine fuiven) 197
Carnaval (alle activiteiten rond carnaval) 5
Folklore (rondgangen, stoeten, Katuit) 19
Kerst/Nieuw (recepties, kerstmarkten, kerststallen en –tochten)
17
Plechtigheden (herdenkingen, novemberplechtigheden)
6
Sport/recreatie (fiets- en wandeltochten, joggings, motortreffen)
49
Wielerwedstrijden(organisatie Dendermonde,doortochten)
16
Beurs 2
Allerlei (schoolfeesten, TV-opnames, huwelijken, tenten, bewakingsopdrachten, optredens…)
40
Publiciteit (borden, radiowagen, inzamelingen, publiciteitstanden)
10
Kansspelen (aanvraag of verlenging vergunning) 15
Ambulante handel 5
Milieu 1
Tentoonstelling 3
Terras 3
Totaal 578
2.6.1.3. OPDRACHTEN EN TAKEN VAN FEDERALE AARD
Conform art. 61 en volgende uit de wet op de geïntegreerde politie, draagt de lokale politie
Dendermonde bij tot de uitvoering van opdrachten en taken van federale aard. In hetgeen volgt
geven we een overzicht.
• Dwingende richtlijnen.
MFO 1: het verzekeren van de openbare orde in hoven en rechtbanken, het overbrengen
van gevangenen en het handhaven van de orde en de veiligheid in de gevangenissen in
geval van oproer of onlusten.
De richtlijnen inzake de MFO 1 worden strikt uitgevoerd. Heel wat capaciteit wordt besteed aan
het voorleiden van gevangenen, het overbrengen van gevangenen naar een andere
gevangenis of instelling, het geven van inzage in dossiers,…
Ondanks het feit dat 6 veiligheidsagenten (FOD Justitie) aangestuurd worden door de zone
Dendermonde en dat quasi alle capaciteit van het interventiekorps die ter beschikking gesteld
wordt van de zone, besteed wordt aan de uitvoering van deze opdrachten, levert de zone toch
nog een grote inspanning in dit domein. Onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal
bestede uren aan de uitvoering van deze taken (door de diverse diensten en in totaal).
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
46.
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Veiligheidskorps 4332 5136 3668 6570 6927 7438 5728 5704 6026
Politiezone 5332 7376 6008 5025 4438 5301 5554 7265 7002
Totaal 9.664 12.512 9676 11.595 11.365 12.739 11.282 12.969 13.028
Interventiekorps 1366 1572 2191 3937 4609 5308 3956
Eindtotaal 11.042 12.167 13.556 16.676 15.891 18.277 16.984
Bovenstaande tabel laat zien dat :
- het totaal aantal uren, gepresteerd aan deze taken, van jaar tot jaar toeneemt.
- ondanks de inzet van het interventiekorps en het veiligheidskorps, de belasting voor de
PZ Dendermonde gevoelig gestegen is in 2012 t.o.v. 2009.
- het aantal uren gepresteerd door het Veiligheidskorps elk jaar blijft toenemen.
De daling van het totaalcijfer voor 2012 t.o.v. 2011 is voornamelijk te wijten aan de
verminderde steun in 2012 van het Interventiekorps. Dit korps levert de PZ Dendermonde
dagelijkse twee personeelsleden voor de beveiliging van het gerechtsgebouw en voor toezicht
tijdens de zittingen. Daarenboven ontvangen wij ook versterkingen tijdens de voorleidingen
voor de raadkamer op dinsdag en vrijdag. Deze steun is echter vermindert in 2012.
Ondanks dat een verandering in de werkwijze voor wat betreft het geven van inzage in
dossiers aan de in Dendermonde opgesloten gevangenen een aanzienlijke capaciteitswinst
opleverde, steeg het aantal gepresteerde uren door het korps van de PZ Dendermonde.
Problematisch is ook het feit dat bepaalde opdrachten zeer laattijdig overgemaakt worden aan
de politiezone, waardoor bepaalde geplande diensten geschrapt en geheroriënteerd dienen te
worden.
In het licht van de nieuwe gevangenis in Dendermonde (capaciteit : 440 gevangenen) zal dit
probleem alleen nog vergroten.
De stijging van het totaal aantal uren is volgens ons vooral te wijten aan een drietal factoren.
Ten eerste aan het stijgend aantal gedetineerden. In 2010 werd op nationaal vlak de kaap van
11.000 personen overschreden en dit aantal bleef in 2012 nog stijgen. Doordat de
gevangenissen overbevolkt zijn, worden de gevangenen opgesloten daar waar nog plaats is en
niet meer noodzakelijk altijd in de gevangenis van het arrondissement waar de aanhouding
gebeurde. Dit leidt tot bijkomende overbrengingen naar andere arrondissementen bij
verschijning voor de rechtbanken of inzage dossier.
Tevens worden de gevangenen niet meer overgebracht naar de gevangenis van Gent met het
oog op het verschijnen voor de Kamer van In beschuldigingstelling, waardoor de overbrenging
ten laste komt van de PZ Dendermonde.
Ten tweede aan de steeds grotere personeelsinzet om de rechtbanken te beveiligen. In 2010
werd de beveiliging van de rechtbank herbekeken in het licht van een spectaculaire
ontsnapping in het justitiepaleis te Brussel en werd het beveiligingsdispositief aangepast.
Ten derde, voor een beperkt deel, aan het groter aantal zaken met inzet van bijzondere
veiligheidsmaatregelen (cfr bijvoorbeeld de zaak Kim De Gelder).
MFO 2: capaciteitsbeheer en het verlenen van versterking door de lokale politie bij
opdrachten van bestuurlijke politie
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
47.
Door de zone werd in 2012 ong. 1022 uur bijstand geleverd inzake het uitvoeren van
ordediensten (arrosol en hycap). De zone ontving bijstand inzake arrosol en hycap ten bedrage
van 643 uur in 2012.
Dit is een vaste tendens : de zone levert een veelvoud aan bijstand inzake Hycap en arrosol
i.v.m. de capaciteit die zij ontvangt als steun.
De ontvankelijkheidsdrempel bedraagt 12, de arrondissementele solidariteit 2.
In totaal zijn 37 personeelsleden gevormd en uitgerust voor het uitvoeren van opdrachten
openbare orde. Het “ aanspreekbaarheidsniveau “ voor de zone Dendermonde bedraagt 7
personeelsleden (1 middenkader; 6 basiskaders) binnen de 24 uur.
MFO 3: informatiebeheer inzake gerechtelijke en bestuurlijke politie
Inzake informatiedoorstroming intern het korps en naar buiten toe (ANG en AIK), wordt
controle uitgeoefend door de cel gerechtelijke coördinatie. Op de personeelsvergaderingen
worden periodiek bepaalde voorschriften in herinnering gebracht.
De informatiedoorstroming inzake bestuurlijke politie wordt afgehandeld door het
coördinatiepunt bestuurlijke politie (CBP).
MFO 4: opdrachten van beveiliging, toezicht en controle door de politiediensten in het kader van de regelgeving inzake private veiligheid.
De voorschriften inzake private beveiliging worden gecontroleerd door de PZ. Zo houdt de PZ
Dendermonde regelmatig controle op de portiers in bepaalde instellingen en voert de nodige
controles uit wanneer, bij de beveiliging ter gelegenheid van evenementen, een private
beveiligingsdienst wordt ingeschakeld. Bestuurlijke informatierapporten worden, indien nodig,
opgesteld.
Verlenen van de sterke arm aan de gerechtsdeurwaarders wordt uitgevoerd overeenkomstig
de wettelijke voorschriften en een protocol, afgesloten met de deurwaarders in maart 2008
tussen de gerechtsdeurwaarders en alle zones van het arrondissement, evenals het parket.
MFO 5: Opdrachten van bijzondere bescherming van personen en roerende en
onroerende goederen.
De richtlijnen, vervat in de MFO 5, werden uitgevoerd ter gelegenheid van de bedreiging van
een onderzoeksrechter door een crimineel.
MFO 6: werking en organisatie van het arrondissementeel informatiekruispunt (AIK).
Binnen het gerechtelijk arrondissement werd een begeleidingscommissie opgericht voor het
AIK, die de werking en dienstverlening van het AIK evalueert en waar nodig,
verbetervoorstellen doet.
Binnen het arrondissement werd een protocol afgesloten dat bepaalt dat zes personeelsleden
van de zones worden afgedeeld naar het AIK. De kosten worden verdeeld over alle zones van
het arrondissement overeenkomstig de KUL-norm.
• FIPA-acties
De politiezone Dendermonde neemt systematisch deel aan grootschalige/suprazonale acties
tegen inbraak zoals ‘Goliath ‘ die 2 à 3 maal per jaar georganiseerd worden binnen het
gerechtelijk arrondissement. De coördinatie van deze acties berust bij de DirCo.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
48.
• Communicatie- en informatiecentrum (CIC) en arrondissementeel informatiekruispunt
(AIK)
- AIK: zie supra.
- CIC: twee personeelsleden van de politiezone Dendermonde werden afgedeeld naar het
CIC Oost-Vlaanderen (CICOV). Tevens werd, inzake de werking, een protocolakkoord
afgesloten (cf. 2.6.1 B)
2.6.1.4. BIJDRAGE AAN HET NATIONAAL VEILIGHEIDSPLAN
Het zonaal veiligheidsplan is geen op zichzelf staand gegeven. Het is ingebed in en bouwt verder
op andere veiligheids- en beleidsplannen. Dit is niet alleen nuttig om te vermijden dat er
tegenstrijdigheden of spanningsvelden zouden ontstaan tussen de uitvoering op het vlak van de
gekozen beleidsmateries. Op deze manier wordt de informatie die in de andere plannen vervat zit
ook ten volle benut.
Bij de opmaak van het zonaal veiligheidsplan 2013 – 2017 werd rekening gehouden met het
Nationaal Veiligheidsplan 2012 – 2015. De nieuwe federale kadernota integrale veiligheid is nog
niet definitief (bevindt zich nog in de ontwerpfase op het ogenblik van de redactie van dit ZVP). De
externe en interne prioriteiten werden afgetoetst aan deze van het Nationaal Veiligheidsplan.
Sommige werden weerhouden en gevolgd in functie van de relevantie voor de politiezone.
Voor wat betreft de bijdrage van de zone aan het uitvoeren van het NVP 2012 – 2015, verwijzen
wij naar punt 3.2.
Hierna wordt een overzicht gegeven van de manier waarop de politiezone Dendermonde
bijgedragen heeft tot de uitvoering van de veiligheidsprioriteiten, zoals vooropgesteld in het NVP
2008 – 2011.
Werden als prioriteit beschouwd in het ZVP 2009 – 2012 en was eveneens een prioriteit in het
NVP 2008 – 2011:
• Verkeersongevallen met lichamelijk letsel
Gericht naar onaangepaste snelheid, rijden onder invloed, roodlichtrijden, veiligheidsuitrusting
(gordel en kinderzitjes), zwaar vervoer.
Tevens werd gewerkt aan het realiseren van een performante beeldvorming inzake het
fenomeen in de zone. En werd aandacht besteed aan de communicatie (zowel via de media
als op het terrein);
• Drugscriminaliteit
Het NVP stelde vooral de drugproductie, -handel en druggerelateerde criminaliteit centraal.
Binnen de politiezone werd hieraan gewerkt door de lokale recherche;
In het ZVP werd vooral de drugproblematiek, gerelateerd aan jongeren, centraal gesteld,
gezien de jongeren een kwetsbare groep zijn.
• Eigendomsdelicten
Het NVP 2008 – 2011 stelde vooral de woninginbraken en inbraken in bedrijven,
werfdiefstallen en metaaldiefstallen prioritair.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
49.
In het ZVP werd de inbraak in gebouwen als prioriteit gesteld. Andere zwaarwichtige diefstallen
(vanwege de modus operandus of de waarde van de buit), werden aangepakt door de lokale
recherche.
• Jongerencriminaliteit
Hoewel Dendermonde niet geconfronteerd wordt met een uitgesproken probleem van
jongerencriminaliteit, werd de aanpak van problematische opvoedingssituaties (POS) als
prioriteit weerhouden in het ZVP 2009-2012. Door de aanpak van deze problemen kan men
niet alleen werken aan een aantal schrijnende toestanden, maar kan men ook preventief
werken aan het “doorgroeien” van jongeren naar een criminele carrière toe.
• Overlast
Werken aan overlast was een prioriteit zowel in het NVP 2008 – 2001 als in het ZVP 2009 –
2012.
Voor wat betreft de geboekte resultaten, verwijzen wij naar de desbetreffende jaarverslagen van
het korps.
Volgende fenomenen werden als prioriteit beschouw in het NVP 2008 – 2011 maar niet in het ZVP
2009 – 2012:
• Intrafamiliaal geweld/partnergeweld.
Rond intra familiaal geweld werd een samenwerkingsproject uitgewerkt in 2004 waarbij het
CAW, de lokale politie en het parket samenwerken in de aanpak van het probleem en het
werken aan de relatie centraal staat. Dit project had goede resultaten en werd geborgd in de
routinewerking van het korps. Er wordt actueel nog steeds op dezelfde wijze gewerkt.
• Ernstige geweldsmisdrijven.
Dit fenomeen werd niet als prioritair aangeduid binnen het ZVP 2009 – 20012, maar de aanpak
ervan kreeg wel prioriteit bij het bepalen van de opdrachten van de lokale recherche.
Overvallen gewapenderhand, ernstige gewelddaden (zoals moord), ernstige zedendelicten
(zoals Vb. verkrachting), kregen prioriteit bij de recherche en de onderzoeken hiernaar werden
overwegend met goed resultaat afgerond.
• Ernstige informaticacriminaliteit, mensenhandel en mensensmokkel, zware milieucriminaliteit,
straatcriminaliteit, terrorisme, ernstige economische en financiële criminaliteit.
Op dit soort misdrijven werd niet prioritair ingezet, omdat ofwel er geen uitgesproken probleem
is op de geciteerde vlakken, of omdat de onderzoeken in die domeinen thuis horen in het
takenpakket van de federale politie.
Wanneer de politiezone Dendermonde wel rechtstreeks geconfronteerd werd met een
probleem dat in één van deze domeinen thuis hoorde, werd desgevallend, in overleg met het
parket, de lokale recherche ingezet
Bijkomend kan gesteld worden dat in het domein van de milieucriminaliteit, periodiek controles
uitgevoerd werden, georiënteerd naar afvaltransporten.
Ook werd een samenwerkingsproject opgezet met de dienst bevolking van de stad om het
probleem van de schijnhuwelijken beter aan te pakken.
Dendermonde heeft geen echt probleem van straatcriminaliteit, maar in het project “overlast”
wordt wel aandacht besteed aan de problematiek van de uitgangsbuurten en de
“hangjongeren”.
Tenslotte dient nog vermeld dat alle leden van het korps, maar in het bijzonder de wijkagenten,
gesensibiliseerd werden inzake het oog hebben voor signalen, die mogelijks wijzen op vormen
van terrorisme of radicalisering.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
50.
2.6.2. De interne werking
2.6.2.1. MANAGEMENT VAN MEDEWERKERS
Het management van de medewerkers is één van de belangrijkste kritieke succesfactoren in een
organisatie om de vooropgestelde doelstellingen te realiseren.
Hierna zullen enkele aspecten van het medewerkersbeleid (HRM) nader belicht worden.
Algemeen medewerkersbeleid.
Er wordt naar gestreefd om alle beschikbare functies binnen het korps in te vullen. Het beschikken
over de nodige manschappen is een conditio sine qua non voor het uitvoeren van de opdrachten.
Bij de aanwerving van personeelsleden in de zone heeft een selectiegesprek plaats waarbij vooral
aandacht besteed wordt aan de attitude van de kandidaat. Tevens wordt gepeild naar de
competenties van de kandidaat. Er wordt getracht de functies aan de meest geschikte
personeelsleden toe te wijzen.
Wanneer operationele personeelsleden interesse tonen voor een bepaalde functie/materie, wordt
er getracht daarop in te spelen. Zo bestaat de mogelijkheid om als lid van de interventiedienst op
vrijwillige basis gedurende twee maanden mee te draaien bij de recherche of om tijdelijke
ondersteuning te geven aan een andere afdeling (bv. aan projectwerking in het kader van de
uitvoering van de beleidsprioriteiten).
Alle personeelsleden worden opgevolgd met betrekking tot hun vlakke loopbaan en er is opvolging
met betrekking tot de vereiste baremische opleidingen. Personeelsleden die promotieambities
hebben worden, waar mogelijk, gesteund en ondersteund.
Met de verschillende opleidingscentra zijn er contacten zodat de aspirant-inspecteurs (eventueel
toekomstige inspecteurs voor de politiezone) een degelijke stage kan worden aangeboden. De
contacten met deze opleidingscentra brengen eveneens een goede samenwerking met zich mee
voor noodzakelijke opleidingen.
Ontwikkeling van competenties.
Vorming is en blijft een essentiële factor in het personeelsbeleid van elke organisatie. Tijdens de
afgelopen jaren investeerde de zone met het oog op een kwaliteitsvolle werking opnieuw heel wat
capaciteit in opleiding, vorming en training. Dit zowel intern als extern. Opleidingen waarvoor de
nodige kennis en expertise in de zone zelf voor handen is, werden intern het korps uitgewerkt en
georganiseerd.
Opleidingsplan
Binnen de lokale politie Dendermonde bestaat er een uitgewerkt opleidingsplan.
Dit opleidingsplan wordt jaarlijks opgesteld, rekening houdende met:
- Een individuele bevraging van de personeelsleden naar hun eigen opleidingsnoden teneinde
goed te kunnen functioneren binnen hun afdeling. Verder wordt er eveneens gevraagd naar
toekomstgerichte professionele interesses waarvoor opleidingen noodzakelijk zijn.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
51.
- Een bevraging van de leiding van de respectievelijke afdelingen met de bedoeling na te gaan
wat de noden zijn binnen de afdelingen en welke personeelsleden nood hebben aan specifieke
opleidingen teneinde goed te kunnen functioneren binnen de respectievelijke afdeling.
- De prioritaire opleidingen die noodzakelijk zijn om de politiezone op een goede wijze te laten
functioneren binnen alle voorziene functionaliteiten met het oog op het uitvoeren van het ZVP
en de actieplannen.
- Een bevraging van de opleidingscentra met de bedoeling een overzicht te hebben van de
opleidingen die aangeboden worden en binnen welke tijdspanne deze kunnen verwezenlijkt
worden.
Ook het calog-personeel krijgt mogelijkheden om hun competenties te ontwikkelen binnen hun
eigen niveau en wordt ondersteund indien zij een hoger niveau willen bereiken. In
overeenstemming met hun nieuw statuut krijgen zij de mogelijkheid om gecertificeerde opleidingen
te volgen.
Er wordt getracht om met al deze criteria zoveel mogelijk rekening te houden en binnen de
beschikbare personeelscapaciteit dit opleidingsplan maximaal te realiseren, waar jammer genoeg
niet steeds volledig in geslaagd wordt.
Personeelsvergaderingen
Het korps organiseert jaarlijks vier personeelsvergaderingen. Naast algemene mededelingen en
een bespreking van punctuele aspecten uit de werking van het korps worden er tijdens deze
momenten ook korte opleidingen over diverse onderwerpen gegeven. Hierbij is er enerzijds
aandacht voor nieuwe ontwikkelingen in de wetgeving of interne procedures, worden richtlijnen van
het parket toegelicht, komen diensten waarmee we als politiedienst nauw samenwerken zich
voorstellen, enz.
Anderzijds worden bepaalde technieken (bvb controle van een voertuig) of wettelijke procedures
(bv huiszoeking) herhaald. Daarbij wordt gewerkt in verschillende workshops en staat een
interactieve aanpak centraal.
Elke personeelsvergadering wordt tweemaal georganiseerd zodat een maximaal aantal
personeelsleden deze kan bijwonen.
Intern opleidingstraject gemeenschapsgerichte politiezorg.
Binnen het pakket verstrekte opleidingen, verdient dit project enige toelichting:
In het kader van de bedrijfscultuur, gestoeld op de gemeenschapsgerichte politiezorg (GGPZ),
bestaat er binnen de politiezone Dendermonde een continuïteit aan opleidingen en opvolgingen
waarin enkele, hiertoe speciaal opgeleide, operationele personeelsleden van het korps opleidingen
geven en ondersteunen (trainers GGPZ).
Samen met de federale politieschool werd binnen deze context een intern opleidingstraject
uitgewerkt. Het opleidingspakket ging van start in 2004 en is een ‘never-ending story’. Het bestaat
voor alle personeelsleden van de zone (inclusief medewerkers uit het administratief en logistiek
kader) en richt zich voornamelijk op 2 aspecten :
- Luik strategie: hier wordt ingezoomd op de inhoud van het begrip GGPZ en de praktische
toepassing ervan, de vertaling van deze filosofie naar het beleid van de zone, de
beleidsprioriteiten uit het zonaal veiligheidsplan, de bijdrage die iedereen kan leveren tot het
realiseren van de doelstellingen van het korps,
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
52.
- Luik ‘omgaan met mensen’, waarbij ze naast theorie hun vaardigheden ook kunnen inoefenen
aan de hand van rollenspelen. De nadruk ligt in eerste instantie op attitudevorming, tevens is
er aandacht voor kennisoverdracht en politionele vaardigheden.
Alle officieren en hoofdinspecteurs van het korps volgden in 2005 een cursus “coaching”
gedurende vijf dagen. Een veranderingsproces, waarbij dient gestreefd te worden naar een
bedrijfscultuur die geënt is op de GGPZ, veronderstelt dat de kaderleden beschikken over een
goede/aangepaste leiderschapsstijl.
Op basis van de gegeven sessies durven wij stellen dat dit intern opleidingstraject zeker een
positieve invloed op de bedrijfscultuur gehad heeft. Hoewel dit moeilijk te meten is, blijkt dit ons
inziens toch uit de vermindering van weerstanden, klachten, tuchtverslagen en een toename van
positieve reacties van de bevolking en overheden.
In de komende jaren (looptijd van dit ZVP - 2013 tot 2017) gaat het korps verder met de uitvoering
van dit opleidingstraject met het oog op de implementatie van de GGPZ en zullen er nieuwe
sessies ‘omgaan met mensen’ en “strategie” uitgewerkt worden. Deze sessies zullen aan iedereen
aangeboden worden. Het continue werken aan de attitude en vaardigheden van de medewerkers,
in een streven naar een gemeenschapsgerichte dienstverlening naar de burger toe, blijft voor het
korps een prioriteit.
Er werden in totaal drie trainers gevormd binnen de politiezone. Tevens werd een provinciaal
netwerk van trainers opgericht die elkaar kunnen ondersteunen en ervaringen uitwisselen. De
coördinatie gebeurt door de Federale politieschool en OPAC.
Klachtenmanagement
Binnen de politiezone bestaat er een procedure uitgeschreven voor de behandeling en de
verwerking van klachten.
Iedere binnenkomende klacht met betrekking tot de werking van de lokale politie Dendermonde
wordt behandeld waarbij er oog is voor de noodzakelijke communicatie naar alle betrokkenen, de
nodige bijsturingen en de nodige follow-up.
Het systematisch trekken van lessen uit de klachten, is nog vatbaar voor verbetering.
Zorgteam
Binnen het korps werd een team van “zorgcollega’s” uitgebouwd. Het gaat om collega’s bij wie
personeelsleden, die kampen met problemen, terecht kunnen. De zorgcollega bekijkt dan met hen
welke mogelijkheden zich aanbieden om aan de problemen te werken en op te lossen. Dit systeem
heeft zijn deugdelijkheid bewezen bij de opvang van de collega’s bij de crisis “Fabeltjesland”.
Verdere afspraken rond de opvang van collega’s die betrokken zijn bij incidenten die
traumatiserend kunnen werken, werden gemaakt.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
53.
2.6.2.2. MANAGEMENT VAN MIDDELEN
Financieel beleid
Verhouding personeels-, werkings-, en investeringskosten De percentsgewijze verdeling tussen personeelskosten ( PK) , werkingskosten ( WK ) , en investeringskosten ( IK ) de laatste 9 jaar is als volgt :
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 PK : 86,16 86,10 85,68 85,67 86,35 85,79 85,13 84,73 82,17 WK : 9,99 10,18 10,47 10,45 9,31 10,28 11,09 11,62 11,50 IK : 3,85 3,72 3,85 3,88 4,34 3,93 3,78 3,65 6,33
Het gaat om cijfers uit de begroting, niet uit de jaarrekening.
De verdeling is vrijwel constant over de verschillende jaren. Het grootste gedeelte van de uitgaven
van de zone bestaat uit personeelskosten (ongeveer 85 %), gevolgd door werkingskosten
(ongeveer 10 %) en investeringskosten (ongeveer 5 %).
Buitengewone dienst
Bij de oprichting van de zone in 2002 werd een afspraak gemaakt met het stadsbestuur
(burgemeester en college van burgemeester en schepenen) dat de zone jaarlijks kan beschikken
over een vast bedrag voor de ‘buitengewone dienst’ (investeringskosten – aankoop van materieel).
Dit geeft de zone de gelegenheid om de aankopen te plannen in de tijd en het materiaal te
moderniseren en nieuwe technologie aan te kopen. Actueel kan gesteld worden dat de zone goed
uitgerust is qua materieel.
Meerjarenplan
Er werd een financieel meerjarenplan opgemaakt op basis van de geschatte personeelskost
(rekening houdende met indexaties en baremische verhogingen, gebaseerd op de huidige
personeelsformatie), een constant budget voor de functioneringskosten (rekening houdende met
de indexatie – de werkingskosten kunnen actueel, na 7 jaar functioneren van de zone, vrij goed
ingeschat worden), de aflossing van de schuld (die eveneens goed in te schatten is, gezien de
voorziene investeringen binnen een bepaalde enveloppe dienen te blijven) en de buitengewone
dienst.
Financieel beleid gekoppeld aan strategische doelstellingen
Er is geen (volledige) koppeling tussen het financieel beleid en de strategische doelstellingen
(zoals dit bijvoorbeeld wel voorzien is binnen de beleids- en beheerscyclus - BBC, die dient
gevolgd te worden door de stad en het OCMW, overeenkomstig een Vlaams decreet). Er is wel
een capaciteitsmeting in het korps: dit houdt in dat gemeten wordt hoeveel uren op jaarbasis
gespendeerd worden aan verschillende activiteiten. Tevens wordt gemeten in ieder actieplan
hoeveel uren gepresteerd worden aan de diverse activiteiten. Tenslotte zijn afspraken gemaakt
met de verschillende diensthoofden en binnen ieder actieplan, hoeveel financiële middelen mogen
besteed worden aan overuren, nacht- en weekenduren.
Er kan dus wel bepaald worden hoeveel de kostprijs bedraagt voor de inzet van personeel voor de
diverse activiteiten en actieplannen. Gezien de personeelskost het grootste gedeelte is van de
kosten van de zone (ongeveer 85 %), kan een zeker beeld gemaakt worden van de kostprijs per
activiteit of actieplan.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
54.
Verkeersveiligheidfonds
De subsidies aan de zone van het verkeersveiligheidfonds betekenen een substantiële inbreng in
de begroting van de politie. Het geld wordt aangewend, niet alleen voor de financiering van
personeelskosten (bijkomend personeel en betaling weekend- en nachturen voor bijkomende
acties) en aankoop materiaal i.v.m. verkeersveiligheid, doch ook voor het bekostigen van
verkeerseducatieve projecten (vooral in samenwerking met de scholen) en promotie- en
sensibiliseringsmateriaal.
Logistiek beheer
De aankoop van materieel wordt gepland naar aanleiding van de jaarlijkse opmaak van de
begroting. Hiertoe kunnen alle afdelingshoofden voorstellen doen, gebaseerd op de behoeften in
hun dienst. Met de korpschef worden deze voorstellen besproken en al dan niet weerhouden om
opgenomen te worden in de “buitengewone dienst” van het volgend jaar.
Er bestaat in het korps een vervangings-/afschrijvingsplan voor voertuigen en ICT-materiaal.
Voor wat betreft de verbruiksproducten, is er regelmatig overleg tussen de logistiek beheerder in
het korps en een vertegenwoordiger per afdeling. Op die manier moet aan logistieke problemen in
de afdelingen op een vlotte wijze tegemoet gekomen worden.
Om het dagelijks beheer van het korpsmateriaal in de afdeling interventie te vergemakkelijken,
wordt gebruik gemaakt van een automatisch registratiesysteem (scanningsysteem) waardoor
permanent een overzicht gehouden wordt welk materieel uitgeleend werd/in gebruik is bij welk
personeelslid.
Infrastructuur
In april 2005 werd het nieuwe commissariaat op de Noordlaan in gebruik genomen. Hierdoor werd
het korps, dat voordien verspreid was over 3 locaties, ondergebracht in één gebouw (met
uitzondering van de wijkposten).
Hoewel het gebouw voldoet aan de noden van het korps, zijn toch verbouwingswerken gepland.
Het gaat dan voornamelijk om het uitbreiden van de ruimte van de dienst verkeer (die in
personeelsbestand toenam de laatste jaren), het uitbreiden van de vestiaires en het voorzien in
een aantal verhoorlokalen die beantwoorden aan nieuwe behoeften (video verhoor lokaal, “Salduz”
advocaten consult ruimte, …).
Beheer van kennis en technologie
ICT
Voor de opvolging van de ICT staan 2 personeelsleden in: een operationeel personeelslid
(gedeeltelijk medisch vrijgesteld) en een personeelslid calog niveau B met specialisatie
informatica. Dit betekent dat de functie ontdubbeld is en er steeds iemand aanwezig is. De
combinatie operationeel – calog personeelslid lijkt de ideale combinatie, vooral wanneer aan de
ICT-cel gevraagd wordt om een lokale ontwikkeling te doen van een bepaalde softwaretoepassing.
Logistiek
De commissaris, belast met de logistiek, wordt bijgestaan door een calog niveau B. Zij hebben
kennis van aankoopprocedures. Zij handelen echter in samenwerking met de financiële dienst van
de stad Dendermonde, zodat er een versterking is van de vereiste know-how in de
aankoopdossiers.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
55.
Financieel beheer
Voor wat betreft de opmaak van de begroting, is er een nauwe samenwerking met de financiële
dienst van de stad Dendermonde. Hier kan beroep gedaan worden op de expertise van deze
dienst. De rekeningen en jaarrekeningen worden bijgehouden/opgemaakt door de financiële dienst
van de stad.
Deze manier van werken is niet alleen kostenbesparend voor de zone; er is tevens een bijkomend
toezicht vanwege de financiële dienst van de stad op de financiële verrichtingen van de zone, wat
een bijkomende garantie moet geven op het vermijden van disfuncties.
Binnen de oefening die gemaakt werd in het korps m.b.t. het uitvoeren van de CP3 (zie punt 2.4),
werd dit als een sterk punt ervaren.
2.6.2.3. MANAGEMENT VAN PROCESSEN
Proces binnen de functie ‘onthaal’
In 2004 werd gestart met de uittekening van het proces binnen de functie ‘onthaal’ via OMP
(ordeningsmethodiek processen), onder begeleiding van CGL. Deze methode werd als zeer
omslachtig ervaren en werd opzij geschoven. Er werd overgegaan tot het beschrijven van de
verschillende stappen en uit te voeren activiteiten bij het acteren van aangiften en klachten i.f.v.
verschillende gevallen/feiten.
Uit de analyse, uitgevoerd in het kader van de CP3, blijkt dat het proces onthaal, meerbepaald het
luik “doorverwijzen”, verder moet uitgediept worden.
Proces m.b.t. vaststelling stedenbouwkundige overtredingen en milieu-inbreuken
Om een grotere kwaliteit te bekomen bij het vaststellen van de stedenbouwkundige en
milieuovertredingen en de administratie tot een minimum te beperken, werd een protocol
afgesloten met enerzijds de dienst stedenbouw en anderzijds de milieudienst van de stad
Dendermonde en de lokale politie Dendermonde. Het parket keurde dit protocol goed.
Proces m.b.t. vaststellingen intra familiaal geweld
Binnen het korps werd een draaiboek uitgewerkt m.b.t. de aanpak van intrafamiliaal geweld;
Logistiek proces
Teneinde maximaal tegemoet te komen aan de behoeften van de interne klanten, werden inzake
de logistieke processen volgende maatregelen genomen :
- regelmatig overleg tussen de logistiek verantwoordelijke van het korps en een
vertegenwoordiger van iedere afdeling binnen het korps teneinde de (kleinere) logistieke
problemen aan te pakken.
- Inspraak van alle afdelingen bij het aankoopbeleid van het korps doordat :
� Alle afdelingen een voorstel kunnen doen van aan te kopen materiaal in het volgende
begrotingsjaar. Deze voorstellen worden besproken op het niveau van de korpsleiding.
� De afdelingen betrokken worden bij de keuze van het aan te kopen materiaal ( inspraak
in het opstellen van de lastenboeken en nadien bij de evaluatie van het materieel ).
- Verbeteren van de interne communicatie inzake logistieke beslissingen.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
56.
Proces m.b.t. het realiseren van het opleidingsplan binnen het HRM-beleid
Zoals reeds supra gesteld, wordt m.b.t. het opstellen van het opleidingsplan zowel uitgegaan van
de opleidingsbehoeften, uitgedrukt door de personeelsleden zelf als door de lacunes, vastgesteld
door de afdelingshoofden of korpsleiding in hoofde van de personeelsleden of nog behoeften,
waarvan de invulling vereist is voor de uitvoering van het beleid. Deze behoeften worden
opgenomen in het plan. Met OPAC (Oost-Vlaamse politieacademie) werden een aantal afspraken
gemaakt, weergegeven in een charter, om beter tegemoet te komen aan deze
opleidingsbehoeften.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
57.
2.7. Samenwerking
Sinds de integratie van de politiediensten werkt het korps van de Lokale Politie van Dendermonde
binnen de filosofie van de gemeenschapsgerichte politiezorg (GGPZ).
Partnergericht werken is één van de essentiële onderdelen van de GGPZ waardoor dit model zich
onderscheidt van andere modellen. Algemeen uitgangspunt is dat het bestrijden van onveiligheid
en overlast niet louter de taak van de overheid in het algemeen en de politie in het bijzonder is. De
beste resultaten bij de aanpak van onveiligheids- of overlastsituaties worden bekomen wanneer via
een specifiek uitgewerkt actieplan (met maatregelen op maat), de werkelijke oorzaken van een
bepaalde problematiek aangepakt worden waarbij alle partners die een nuttige inbreng kunnen
hebben, hierbij ook betrokken worden. Het spreekt voor zich dat deze partners verschillen
naargelang de problematiek die aangepakt wordt.
Anderzijds zijd de lokale politiekorpsen, door de kleine schaal waarop zij georganiseerd zijn,
verplicht om samen te werken. Gebeurtenissen van grotere omvang kunnen zij immers niet alleen
aan. Daarvoor hebben zij nood aan samenwerking en wederzijdse ondersteuning. Ook inzake
gespecialiseerde taken (zoals bijvoorbeeld slachtofferbejegening, videoverhoor, ..; ) dringt
samenwerking zich op. Vandaar dat verschillende samenwerkingsprotocollen tussen politiezones
voorliggen.
2.7.1. Interzonale en bovenlokale politiesamenwerking
2.7.1.1. Samenwerkingsprotocollen op lokaal vlak
Binnen de regio Schelde, een feitelijk samenwerkingsverband tussen de zones
Buggenhout/Lebbeke, Hamme/Waasmunster, Zele/Berlare, Wetteren/Wichelen/Laarne en
Dendermonde, werden onderstaande samenwerkingsprotocollen afgesloten:
• Gemeenschappelijk interventiebeleid.
Voor de dringende hulpverlening werd een gemeenschappelijk interventiebeleid uitgewerkt
tussen de korpsen van de regio Schelde in overleg met het CICOV (provinciale
politiedispatching in Gent). De prioriteit die gegeven wordt aan het type oproep, is uniform
bepaald. Tevens is vastgelegd in welke gevallen beroep kan gedaan worden op “laterale
steun”. Dit houdt in dat, indien het aantal interventieploegen in een bepaalde zone van de regio
niet volstaat om een bepaalde situatie het hoofd te bieden, kan beroep gedaan worden op
interventieploegen van de andere zones binnen de regio. De wijze waarop het CICOV de
interventieploegen dient aan te sturen en de andere ploegen ondersteunt, werd ook bepaald.
Evenals de delegatie die CICOV krijgt van de zone bij het aansturen van de
(interventie)ploegen, wanneer en de wijze waarop de zone het beheer van een gebeurtenis
overneemt van het CICOV, welke ondersteuning het CICOV geeft aan de zone, rapportage van
het CICOV aan de zones en de wijze van aanmelden van de ploegen.
• Netwerk gespecialiseerde slachtofferbejegenaars.
Binnen de regio Schelde werd een netwerk opgericht van gespecialiseerde
slachtofferbejegenaars. Dit netwerk heeft tot doel om een permanentie te verzekeren binnen
de regio Schelde inzake gespecialiseerde slachtofferbejegenaars enerzijds en de
kennisoverdracht tussen de slachtofferbejegenaars (door intervisiemomenten) te
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
58.
bewerkstelligen. Tenslotte wordt binnen dit netwerk gestreefd naar een uniforme aanpak van
de slachtofferbejegening binnen de regio.
• Bijstand inzake audiovisuele verhoren.
In de schoot van alle zones werden personeelsleden gevormd inzake het afnemen van
audiovisuele verhoren van minderjarigen. Een protocol regelt de onderlinge ondersteuning van
de zones i.g.v. dringende audiovisuele verhoren waarbij geen beroep kan gedaan worden op
de eigen mensen binnen de zone.
• Het vaststellen van feiten, waarin leden van de eigen politiezone betrokken zijn.
Dit protocol regelt de bijstand tussen zones onderling wanneer feiten dienen vastgesteld te
worden, waarbij collega’s van de eigen zone betrokken zijn; dit om de objectiviteit te
waarborgen. In het protocol wordt omschreven in welke gevallen beroep kan gedaan worden
op de andere zones.
• Opsluiting van aangehouden personen in de cellen van het commissariaat te
Dendermonde
Binnen de politieregio Schelde, beschikt enkel de politiezone Dendermonde over een
cellencomplex waar 24 uur op 24 een bewaking voorzien is. Buiten de klassieke kantooruren
kunnen de andere zones de door hun aangehouden personen opsluiten in deze cellen mits het
betalen van een retributie aan de zone Dendermonde.
In het arrondissement Dendermonde zijn er vijf zones met een 24 uur op 24 permanentie op
het commissariaat. Afspraken tussen de zones werden gemaakt, zodat iedereen dezelfde
prijzen hanteert.
2.7.1.2. Protocollen, afgesloten met de federale politie.
• Protocol inzake gecoördineerd veiligheidsbeleid en operationele werkafspraken.
Binnen het gerechtelijk arrondissement Dendermonde werd een protocol afgesloten inzake een
gecoördineerd veiligheidsbeleid en operationele werkafspraken binnen het gerechtelijke werk.
Dit protocol werd ondertekend door de procureur des Konings, de korpschefs, de DirCo en de
DirJud. Binnen dit protocol komen volgende items aan bod : beleidsstructuren, prioriteiten en
beleidssepots, operationele werkafspraken ( verfijning van de COL 2/02 ), wederzijdse bijstand,
overeenkomsten met externen, het kennisnet, procedures AIK en andere steundiensten,
onderzoeks- en opsporingsmethodes, SLA’s.
• Protocol inzake het leveren van capaciteit door de zones van de lokale politie van het
gerechtelijk arrondissement Dendermonde aan het AIK.
Eind 2004 werd een protocol afgesloten tussen de lokale politiekorpsen van het gerechtelijk
arrondissement Dendermonde en de federale politie m.b.t. het detacheren van 6
personeelsleden, afkomstig van de lokale politie naar het AIK Dendermonde, waarbij de
personeelskosten van deze 6 politiemensen verdeeld worden over alle zones van het
arrondissement in verhouding met de grootte van de zone( KUL-norm ).
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
59.
2.7.1.3. Bijdrage van de zone aan de geïntegreerde werking van de politie.
Zowel de wet op de geïntegreerde politie als de (toenmalige) Minister van Binnenlandse Zaken
onderstrepen het belang van een geïntegreerde werking en van de bijdrage van de lokale politie
hierbij. De politiezone Dendermonde draagt hiertoe op volgende wijze bij :
• Afdeling van personeel naar het CICOV, het AIK en de politiescholen.
Drie leden van het korps zijn afgedeeld in het CICOV, twee in het AIK en twee in politiescholen
(één in OPAC en één in het GIP). De loonkosten worden terugbetaald aan de zone.
• Deelname aan de selectiecommissies voor basiskaders.
In de selectieprocedure voor kandidaat-politiemensen, is een onderhoud met een commissie
voorzien, waarin o.a. politiemensen zetelen die behoren tot de lokale politie.
De officier HRM zetelt in een dergelijke selectiecommissie.
• Selectie en opleiding van kandidaat-directiebrevethouders.
Alvorens benoemd te kunnen worden in een functie van hoofdcommissaris, is het behalen van het
directiebrevet vereist. Om dit brevet te halen, dienst een selectie- en opleidingprocedure doorlopen
te worden.
De korpschef van de politiezone Dendermonde fungeert als assessor in de selectie en als coach in
de opleiding.
• Deelname aan de vaste commissie van de lokale politie (VCLP).
De VCLP is een commissie die bestaat uit 14 korpschefs en die advies geeft inzake
aangelegenheden die een belang hebben voor de lokale politie. Tevens duidt zij de leden aan die
de lokale politie vertegenwoordigen in overlegplatformen os jury’s.
De korpschef van Dendermonde maakt deel uit van de VCLP.
• Uitwerken procedure AMOK
Naar aanleiding van het tragische incident in het kinderdagverblijf “Fabeltjesland”, werd het
voorstel gedaan aan de VCLP om een procedure te ontwikkelen inzake de problematiek van de
personen die in een vlaag van blind geweld zoveel mogelijk slachtoffers trachten te maken. Een
werkgroep, samengesteld uit vertegenwoordigers van de geïntegreerde politie, heeft een
procedure uitgewerkt die in de geïntegreerde politie geïmplementeerd wordt.
2.7.2. Andere protocollen of samenwerkingsakkoorden met niet politionele partners en derden
• Protocol inzake verkeersveiligheid.
Met de FOD Binnenlandse Zaken en de FOD Mobiliteit werd een overeenkomst afgesloten
inzake verkeersveiligheid. De zone verbindt er zich toe om een aantal acties inzake
verkeersveiligheid te organiseren; in ruil hiervoor ontvangt zij een subsidie uit het
verkeersveiligheidsfonds.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
60.
• Protocol inzake partnergeweld.
De zone sloot een protocol af met het centrum voor algemeen welzijn (CAW), de 2 centra voor
geestelijke gezondheidszorg (CGGZ) die binnen het arrondissement werkzaam zijn, het parket,
het justitiehuis, de provincie en de stad betreffende de aanpak van partnergeweld. Het komt er
op neer dat zowel daders als slachtoffers van partnergeweld doorverwezen worden door de
politie naar het CAW, die instaat voor de begeleiding van het paar. Het CAW heeft hiervoor
personeel ter beschikking dat gesubsidieerd wordt door de overheid. De CGGZ geven hulp in
tweede lijn. Het parket stemt zijn vervolgingsbeleid af op de begeleiding. De provincie
coördineert de financiering van het extra personeel binnen het CAW (die afkomstig is van
zowel de provincie, het gewest als het federale niveau) en zorgt voor de verspreiding van het
project binnen het arrondissement en de ervaringsuitwisseling binnen de groep van partners
die in een dergelijk project willen instappen.
• Werkafspraken met de dienst bevolking inzake schijnhuwelijken.
Met de dienst bevolking werden een aantal afspraken gemaakt inzake een ‘scanning’ naar
schijnhuwelijken die de dienst bevolking doet bij de vragen tot een huwelijk. De dienst
bevolking hanteert een aantal criteria en op basis van het resultaat van deze scanning wordt
de procureur des Konings in kennis gesteld van ‘verdachte’ huwelijksaanvragen en wordt het
dossier doorgestuurd naar de lokale recherche voor onderzoek.
• Protocol met het Vlaams Gewest, het parket en de politiezone i.v.m. het verwerken van
verkeersinbreuken, vastgesteld door onbemande camera’s.
Op 1 maart 2002 werd een protocol afgesloten tussen Vlaams Gewest, het parket en de
politiezone i.v.m. het verwerken van verkeersinbreuken, vastgesteld door onbemande
camera’s, geplaatst door het Vlaams Gewest.
• Protocol met De Lijn.
Provinciaal werd een protocol afgesloten dat betrekking heeft op de samenwerking tussen de
lijn en zowel de federale als lokale politiediensten in de provincie Oost-Vlaanderen.
Doelstellingen zijn de samenwerking tussen de partijen te verbeteren, de veiligheid van de
reizigers op de bussen te verhogen en de informatie-uitwisseling te optimaliseren.
• Protocol met de dienst stedenbouw en milieudienst van de stad Dendermonde.
Er werd een protocol afgesloten met de dienst stedenbouw en met de milieudienst met als doel
het verhogen van de kwaliteit van de vaststellingen, het beperken van de administratie in de
dossiers, het optimaliseren van de personeelscapaciteit in beide diensten en het optimaliseren
van de procedures (met aandacht voor termijnen).
• Overlegplatform met de scholengemeenschap in Dendermonde.
In december 2001 werd een overlegplatform opgestart waaraan de directies van alle
middelbare scholen deelnemen, een vertegenwoordiging van de stad (schepen sociale zaken
en preventieadviseur), het parket, de politie, het justitiehuis en de CLB’s (overlegplatform
Dendermonde veilige scholenstad). Dit overlegplatform heeft als doel te werken rond
problemen inzake drugs, verkeersveiligheid, veiligheid in en rond de scholen, algemene
overlast en spijbelen. Tal van initiatieven werden in dit kader genomen en uitgewerkt.
Sinds 2007 werd een analoog overleg gecreëerd met de directies van de lagere scholen.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
61.
2.8. Synthese van de bestede capaciteit
In het kader van de permanente meting van de ingezette capaciteit per type activiteit, een
evaluatie van de werklast van de verschillende diensten en de juiste loonberekening van de
personeelsleden, wordt er met een systeem van dienstbulletins gewerkt. Op het einde van de
dienst vult elk personeelslid een bulletin in waarin hij de juiste uren van aanvang en einde dienst
en een omschrijving van de uitgevoerde taken (bv. mobiele permanentie, toezicht, bijstand project,
onthaal, onderzoek, enz.) noteert.
Deze werkwijze biedt verschillende voordelen. Ten gevolge van de invoering van dit systeem
verkrijgen we niet alleen correcter statistisch materiaal maar wordt ook een vergelijking tussen de
jaren mogelijk op voorwaarde dat de activiteiten onder de juiste categorie ondergebracht worden.
Op deze manier kunnen evoluties in de werklast in kaart gebracht worden en kan de organisatie
bijgestuurd worden. Daarenboven kunnen deze gegevens ook gebruikt worden om verantwoording
af te leggen aan bestuurlijke en gerechtelijke overheden, medewerkers en andere
belanghebbenden. Beschikbare (personeels)capaciteit is immers beperkt en het is een
permanente zorg van onze politiezone deze zo optimaal mogelijk (efficiënt en doeltreffend) te
besteden.
Om zicht te krijgen op het integraal takenpakket en de werklast van de verschillende diensten op
zich (excl. bijstand van andere diensten) geven we in een eerste tabel een opsplitsing van de
nettocapaciteit per dienst weer. De dienstoverschrijdende activiteiten ‘vergadering’ en ‘opleiding’
werden hierbij opgenomen als aparte rubrieken en ook ‘beleid en leiding en beheer van een
bepaalde dienst’ wordt hierbij als afzonderlijke rubriek beschouwd, hoewel dit gekoppeld is aan de
een dienst. In deze uren zitten ook de algemene beleidsondersteuning en de communicatietaken
vervat.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
62.
CAPACITEITSMETING
Activiteit 2011 2012 verschil%
uren % tov
nettocap. uren % tov
nettocap.
Interventie-onthaal-steun 95299 49,33 94265 48,87 -0,46
onthaal 18440 18595
politiehulp op terrein 39485 39103
toezicht 13071 14562
bijstand projecten 341 661
bijstand verkeer 1645 1206
openbare orde 2799 2298
rechtbanken 6622 6164
bijstand lokale recherche 3017 3158
bijstand deurwaarder 216 200
administratie en redactie 9663 8318
Wijkwerking 16387 8,48 17598 9,12 0,64
Projectwerking 8667 4,49 7326 3,80 -0,69
drugs 3376 3470
buurt en sociale overlast 1507 1064
diefstalpreventie 2103 1457
milieu en stedenbouw 1369 1254
openbare orde en bijstand andere afd 312 81
Verkeer 18532 9,59 19556 10,14 0,55
Lokale recherche 10895 5,64 9681 5,02 -0,62
Sociale cel (incl. slachtofferbej) 3913 2,03 3623 1,88 -0,15
Cel gerechtelijke coördinatie 4535 2,35 4519 2,34 0,00
Wapens 776 0,40 824 0,43 0,03
Informatica 2451 1,27 2931 1,52 0,25
Beleid, leiding en beheer van de afd 10115 5,24 10749 5,57 0,34
Logistiek 1387 0,72 1658 0,86 0,14
Secretariaat 6779 3,51 6941 3,60 0,09
Technisch medewerker 1558 0,81 1563 0,81 0,00
Opleidingen 7133 3,69 6588 3,42 -0,28
Vergaderingen 4774 2,47 5064 2,63 0,15
Ziekte 12087 14771
Verlof 46727 48964
Rest (bv verminderde prestaties) 5211 4578
Brutocapaciteit 257226 261199
Nettocapaciteit 193201 100 192886 100
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
63.
Een groot deel van de te registreren activiteiten zijn echter niet dienstgebonden maar lopen over
verschillende diensten heen. In onderstaande tabel vindt u een overzicht van de deelactiviteit
inclusief de bijstand die werd gegeven door andere afdelingen en een verhouding tot de
nettocapaciteit. Zo besteedde het korps in 2011 en 2012 bvb geen 4,49% en 3,80% maar 7% aan
actieplannen en projectwerking.
CAPACITEITSBESTEDING OVER DE DIENSTEN HEEN
Activiteit 2011 2012 verschil%
uren % tov nettocap. uren % tov nettocap.
Projectwerking (incl. bijstand) 13158 7 13050 7 0
drugs 3863 5616
project 3376 3470
bijstand andere afdelingen 487 2146
buurt en sociale overlast 3758 1483
project 1507 1064
bijstand andere afdelingen 2251 419
diefstal 4116 4261
project 2103 1457
bijstand andere afdelingen 2013 2804
milieu en stedenbouw 1421 1690
project 1369 1254
bijstand andere afdelingen 52 436
Verkeer 24850 13 25282 13 0
verkeersdienst 18532 19556
bijstand andere afdelingen 6318 5726
Lokale recherche 13912 7 12839 7 0
vaste capaciteit 10895 9681
roterende recherche 3017 3158
Onthaal 20956 11 21196 11 0
commissariaat 18440 18595
wijkbureaus 2516 2601
Openbare orde 4636 2 4221 2 0
wijk- en projectwerking 92 52
wijkwerking 1009 1375
Interventie 2799 2298
gerechtelijke coördinatie 127 105
sociale cel 25 25
verkeer 584 366
Dienst rechtbank en overbrenging 7265 4 7002 4 0
Interventie 6622 6164
Toezichtsploegen 550 792
Recherche 18 2
wijkwerking 75 44
MP (int + toezicht) 42217 22 41836 22 0
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
64.
HOOFDSTUK 3: DE STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
65.
3.1. De vorige strategische doelstellingen – evaluatie en te trekken lessen
3.1.1. Binnen het domein van veiligheid en leefbaarheid
In uitvoering van het zonaal veiligheidsplan 2009-2012 pakte de politiezone Dendermonde tijdens
de afgelopen jaren onderstaande prioriteiten aan in samenwerking met externe partners.
PRIORITEITEN:
• Verkeersongevallen met lichamelijk letsel
• Drugs, georiënteerd naar jongeren
• Diefstal in gebouwen
• Fiets- en bromfietsdiefstallen
• Jongeren, problematische opvoedingssituatie en spijbelen
• Buurt en overlast
• Milieu (geluidsoverlast, sluikstorten en hondenpoep)
Hoewel we er ons van bewust zijn dat de huidige beleidscyclus nog niet voltooid is (het zonaal
veiligheidsplan 2009-2012 is nog steeds in uitvoering), geven we hierbij toch al een evaluatie en
een aantal kritische reflecties zodat we deze als input kunnen gebruiken bij het uitschrijven van de
nieuwe actieplannen. Enerzijds krijgt u een overzicht van de belangrijkste evoluties en conclusies
per beleidsprioriteit, anderzijds maken wij aan de hand van SWOT-analyses een tussentijdse
balans van onze projectwerking op. Deze bespreking van de resultaten op het vlak van veiligheid
en leefbaarheid geeft echter dikwijls aanleiding om ook aspecten uit de interne werking aan te
halen. Bijgevolg wordt dit niet volledig apart behandeld maar komen deze aspecten ook per thema
aan bod.
Zonder de keuze van de leden van de zonale veiligheidsraad al te veel te willen beïnvloeden,
hebben we de behaalde resultaten per beleidsprioriteit ook opgenomen als objectieve bron in de
fase van de scanning en analyse. Het schetsen van de belangrijkste tendensen gaf niet enkel een
stand van zaken weer maar zorgde ons inziens ook voor belangrijke input.
1. VERKEERSONGEVALLEN MET LICHAMELIJK LETSEL
1A. Evolutie en tendensen
Met het oog op een daling van het aantal verkeersongevallen in het algemeen en het aantal
verkeersongevallen met doden en gewonden in Dendermonde in het bijzonder, werkte het korps
aan de realisatie van onderstaande subdoelstellingen.
- Het verhogen van de verkeersveiligheid van de schoolgaande jeugd
- Het verhogen van de verkeersveiligheid in het algemeen en in de zwarte zones in het
bijzonder
- Het controleren van federale verkeersprioriteiten zoals zwaar vervoer, gordel, alcohol en
drugs in het verkeer
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
66.
Verkeersongevallen met lichamelijk letsel (VOLL)
Zoals u in het deel van de scanning en analyse al kon lezen, daalde het aantal letselongevallen
van 368 in 2002 naar 205 in 2012 Ten opzichte van 2002 (start verkeersactieplan) betekent dit
een daling met ong. 44 %.
Ondanks 3 negatieve uitschieters 2007, 2009 en 2011 zien we geen constante daling maar een
duidelijk dalende trend voor de periode 2002 t/m 2012.
0
50
100
150
200
250
300
350
4002002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
Letselongevallen met betrokkenheid van zwakke weggebruikers:
Letselongevallen met 2009 2010 2011 2012
Bromfietsers 43 30 31 16
Fietsers 74 69 66 82
Motorfietsers 14 19 21 15
Snelheidscontroles
Uit onderstaande grafieken die enerzijds de evolutie van het aantal gecontroleerde voertuigen met
de bemande camera, anderzijds de evolutie van het aantal snelheidsinbreuken weergeven, blijkt
dat ongeveer 18.400 of 4,1% van het aantal gecontroleerde bestuurders in 2012 een
snelheidsinbreuk beging. Ten opzichte van 2011 betekent dit een lichte daling van het aantal
inbreuken met 0,5%.
Wat de snelheidscontroles met de onbemande camera betreft, blijkt dat ondanks de daling van het
aantal gecontroleerde voertuigen met 15% het aantal snelheidsinbreuken met 0,02% gestegen is
t.o.v. 2011.
Ten gevolge van de invoering van drie specifieke handhavingsprojecten (cf.
verkeersongevallenanalyse) stelden we zowel een daling van de gemiddelde snelheid als een
daling van het aantal letselongevallen vast.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
67.
Snelheidscontroles bemande camera
0
100000
200000
300000
400000
500000
600000
700000
2007 2008 2009 2010 2011 2012
aantal gecontroleerde voertuigen
0
4000
8000
12000
16000
20000
24000
2008 2009 2010 2011 2012
Evolutie aantal snelheidsinbreuken
Alcohol en drugs in het verkeer
Jaarlijks organiseert de politie 24 grootschalige acties op grote verkeersassen en in de omgeving
van uitgaansbuurten naar gebruik van alcohol en drugs in het verkeer, het ontbreken van geldige
boorddocumenten, het dragen van de gordel. Hierbij is het de bedoeling om drugdealers te
onderscheppen, potentiële drugkoeriers af te schrikken en rijden onder invloed van drugs en
alcohol te verbaliseren.
Van de 577 pv’s die in 2012 tijdens deze acties opgesteld werden, vindt u in de bijgevoegde tabel
een opsplitsing van de 100 pv’s die betrekking hebben op de beleidsprioriteiten.
Beleidsprioriteit Aantal pv's
alcohol 86
drugs in het verkeer 32
Belangrijkste conclusies:
• Het aantal opgestelde pv’s alcohol steeg met 13 % ten opzichte van 2011.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
68.
• Het aantal opgestelde pv’s drugs steeg met 33 % ten opzichte van 2011.
• In 2012 werden gezien de ernst van de inbreuk tijdens deze acties 37 rijbewijzen onmiddellijk
ingetrokken door het parket en werden 18 gerechtelijke dossiers opgestart.
• Zoals u in onderstaande grafiek kan zien, deden er zich 69 ongevallen in relatie met alcohol
voor. Na de stijging in 2010 t.o.v. 2009 met 20%, daalde het aantal ongevallen in relatie met
alcohol in 2011 met 16 % en in 2012 opnieuw met 9 %.
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
2007 2008 2009 2010 2011 2012
Evolutie aantal ongevallen in relatie tot alcohol
totaal aantal ongevallen aantal letselongevallen
• Het aantal ongevallen met gewonden in relatie tot alcohol daalde met 28 % in vergelijking met
2011.
1B. Te trekken lessen
STERKTEN:
• Mogelijkheid tot grondige ongevallenanalyse:
Door maandelijkse opvolging van de ongevallenproblematiek en periodieke analyses van de
ongevallen met lichamelijk letsel naar oorzaken van de ongevallen, tijdstip, aard
weggebruiker,… is het voor de verkeersafdeling mogelijk om op zeer korte termijn
ongevalsoorzaken en/of doelgroepen te bepalen. Bleek o.m. uit de algemene analyse van
2011 dat wanneer we invloed willen blijven uitoefenen op de ongevallencijfers, we op dit
ogenblik en zeker in de loop van de volgende jaren de tweewielers (fietsers, bromfietsers en
motorrijders) als belangrijkste doelgroep dienen te weerhouden. De tweewielers zijn actueel
immers goed vertegenwoordigd in de ongevallen met lichamelijk letsel.
• Veel verkeerscontroles mogelijk door goede organisatie en doorgedreven automatisering:
Op dagelijkse basis wordt een dienstplanning uitgewerkt (maximale capaciteitsaanwending)
Het calogpersoneel neemt maximaal administratieve taken over van het operationeel
personeel (ook de opvolging van de educatieve projecten). Er wordt maximaal gebruik
gemaakt van computersoftware voor de verwerking en het beheer van de gegevens.
• Gekende verkeersprioriteiten en gemotiveerde medewerkers:
De verkeersprioriteiten worden herhaaldelijk op de voorgrond geplaatst. We mogen er vanuit
gaan dat ze gekend zijn bij de medewerkers. De medewerkers van de verkeersafdeling zijn
gemotiveerd wat blijkt uit hun sterke wil om de vooropgestelde doelstellingen te realiseren.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
69.
• Het verkeersveiligheidsfonds (VVF):
De beschikking over het verkeersveiligheidsfonds laat de aanwerving van bijkomend personeel
toe waardoor de uitvoering van bijkomende acties (zowel op repressief als op educatief vlak)
mogelijk wordt.
ZWAKTES
• Afhankelijkheid van externe factoren:
De resultaten (o.m. evolutie van aantal ongevallen) houden niet enkel verband met de
geleverde inspanningen (o.m. het aantal verkeerscontroles) maar tevens met meerdere
externe factoren, waarop wij geen of weinig invloed hebben, zoals o.m. de
weersomstandigheden, de verkeersdrukte, de bereidheid van wegbeheerders tot het nemen
van infrastructurele maatregelen, de modal split…
• Werkprocessen:
Alle prioriteit gaat naar toezicht en projecten. De hoge werkdruk die hiermee gepaard gaat, is
oorzaak dat er te weinig aandacht wordt besteed aan het uitschrijven (analyseren en verfijnen)
van de werkprocessen.
• Werkomgeving:
Er is verlies aan capaciteit en kwaliteit door de drukke werkomgeving. De volledige afdeling
verkeer werkt voorlopig nog steeds in een landschapsbureau.
KANSEN
• Gunstige evolutie ongevallencijfers moet leiden tot groter draagvlak:
De huidige aanpak van de ongevallenproblematiek blijft zijn vruchten afwerpen (cf.
ongevallenanalyse). Ontegensprekelijk daalde de gemiddelde snelheid van de auto’s in gans
Dendermonde. Bleek dat dit een grote invloed uitoefende op het aantal letselongevallen, nog
meer op het aantal ongevallen met zwaar gewonden.
Een groter draagvlak en een attitudewijziging bij de weggebruikers kan leiden tot een verdere
verbetering van de verkeersveiligheid. Een verdere verbetering van de verkeersveiligheid zal
namelijk maar mogelijk zijn als de weggebruikers bewust worden gemaakt van de risico’s die
zij zelf veroorzaken en als ze ervan overtuigd kunnen worden die risico’s te beperken.
• Ruimte voor onderzoek/analyse:
Op het vlak van verkeersonderzoek zijn er nog heel wat mogelijkheden. Meer
onderzoek/analyse kan ertoe leiden dat bepaalde ongevalsoorzaken effectief kunnen worden
weggewerkt, dat bepaalde groepen van weggebruikers nog doelgerichter kunnen worden
aangepakt.
• Ruimte voor sensibiliseringsacties:
Zowel intern als extern moet aandacht gaan naar het creëren van draagvlak voor de acties
inzake verkeersveiligheid, die nog altijd bij een aantal mensen gepercipieerd worden als zijnde
storend, vormen van “ pestgedrag “, manier om extra geld in de begroting te voorzien, niet
proportioneel,… (Nog meer) aandacht kan worden besteed aan sensibilisering van het publiek,
door o.a. feedback te geven van de positieve resultaten inzake verkeersveiligheid van de
acties, het uiteenzetten van de wijze waarop acties gevoerd worden (op basis van analyses
waarbij acties georiënteerd worden op basis van de besluiten van deze analyses), de wijze
waarop feedback gegeven wordt aan de overtreders, … evenals het vergroten van het interne
draagvlak voor verkeersacties.
• Erkenning deskundigheid door partners en invoering nieuwe handhavingstechnieken:
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
70.
Bleek al meermaals dat de externe partners onze deskundigheid op het vlak van
verkeershandhaving erkennen.
BEDREIGINGEN
• Evolutie verkeersveiligheidsfonds:
Het terugschroeven van deze vorm van subsidiëring zou in de toekomst kunnen leiden tot de
afbouw van verkeerseducatieve projecten en vooral tot de afvloeiing van contractuele
personeelsleden wat dan weer een negatieve invloed zou hebben op het aantal
verkeerscontroles en dus ook op de verkeersveiligheid.
• Lange termijnen realisatie verbetervoorstellen
De lange termijnen voorafgaande aan de realisatie van verbetervoorstellen, vooral op het vlak
van infrastructuur maakten dat bepaalde realisaties in het straatbeeld ter verbetering van de
verkeersveiligheid, lang op zich laten wachten.
• Overbevraging van de verkeersdienst:
De verkeersafdeling wordt overbevraagd. Dit heeft o.a. te maken met het zeer ruime
administratieve takenpakket. De politie (verkeersafdeling) is nog steeds de motor van vrijwel
alle verkeersprojecten, waardoor minder capaciteit ter beschikking bleef voor onderzoek of
verkeerscontroles.
2. DRUGS
2A. Evolutie en tendensen
De projectmatige aanpak van de drugsproblematiek, vooral in relatie tot jongeren, kan opgedeeld
worden in een aantal globale doelstellingen. Het betreft o.a. het verstrekken van informatie en
voorlichting, het uitvoeren van preventieve terreinacties, het repressief optreden, het maken van
afspraken met partners om overlast op gevoelige plaatsen of plaatsen die gekend zijn voor het
gebruik en dealen van drugs te beperken.
Zoals reeds vermeld bij de bespreking van de objectieve bronnen (cf. 2.3.1.1) moeten cijfers
binnen de drugscontext eerder beschouwd worden als prestatie-indicatoren dan als
resultaatsindicatoren. Hoe meer een korps aan dit fenomeen werkt, hoe meer vaststellingen er
gebeuren.
In 2012 werden in het kader van de drugwetgeving in totaal 856 processen-verbaal opgesteld.
Zoals u in het bijgevoegd diagram kan zien, betekent dit zo goed als een status quo t.o.v. 2011 en
een stijging met 30% t.o.v. 2010.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
71.
Totaal aantal opgestelde pv's
0
100
200
300
400
500
600
700
800
900
1000
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
In 20% van de dossiers waren minderjarigen betrokken, vooral degene die geboren werden tussen
1994 en 1996.
0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Op productniveau zien we bij deze leeftijdsgroep vooral een toename van het gebruik van
amfetamines en aanstekergas.
Producten gebruikt door minderjarigen
66%
7%
2%2%
20%
2%1%
cannabis
amfetamines
cocaïne
XTC
aanstekergas
benzodiazepines
paddo's
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
72.
In 2012 werden 111 pv’s drugs in het verkeer opgesteld. Opmerkelijke vaststelling bij deze
resultaten is dat ongeveer 13% van deze groep betrapt werd op multigebruik en bijgevolg positief
testte op minstens 2 verschillende stoffen in zijn bloed. In bijgevoegde tabel vindt u per
aangetroffen product het percentage opgestelde pv’s
Producten 2011 2012
Cannabis 48% 47%
Cocaïne 26% 32%
Amfetamines + XTC 24% 30%
Heroïne 10% 14%
Wat de inbeslagnames per product in het kader van drugs in het verkeer betreft, wordt zowel de
toename van het amfetamine- en XTC-gebruik als het cocaïne- en heroïnegebruik als een
verontrustende tendens beschouwd.
0
20
40
60
80
100
120
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
cannabis
speed-XTC
cocaïne
heroïne
Daar waar de leeftijd van de overtreders zich met betrekking tot alcoholgebruik in het verkeer
grotendeels situeert in de leeftijdscategorie van de 35-plussers, ligt deze voor het sturen onder
invloed van drugs voornamelijk tussen 18 jaar en 25 jaar. Ook de leeftijdsgroep van de 25 tot 35-
jarigen heeft een groot aandeel als we de leeftijd van de overtreders in beschouwing nemen.
Inspelend op de nood aan drughulpverlening in de regio Schelde-Dender werd in 2007 in
Dendermonde een therapeutisch overlegproject opgestart i.s.m. centra voor geestelijke
gezondheidszorg voor jongeren tussen 12 en 21 jaar die regelmatig middelen gebruiken en waarbij
een verhoogd risico bestaat op verdere afhankelijkheid. Bedoeling was om te voorkomen dat
jonge druggebruikers doorgroeien tot problematische gebruikers door een aangepast
multidisciplinair zorgtraject uit te stippelen. Dit initiatief werd ondertussen vervangen door een
tweeledig project nl. het project vroeginterventie (beginnend gebruik) en een zorgtraject
(problematisch gebruik).
In 2012 verwees onze politiezone 38 minderjarigen door naar het project vroeginterventie en 11
minderjarigen naar het zorgtraject.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
73.
2B. Te trekken lessen
STERKTEN
- Goede verstandhouding en wederzijds vertrouwen met externe partners (scholen, parket,
hulpverlening, stadsdiensten)
- Goede uitgewerkte samenwerking met hulpverlening (‘project vroeginterventie, zorgtraject
jongeren’)
- Project is voldoende kenbaar gemaakt. In de eerste drie jaren van de uitvoering van het
actieplan waren we ook goed zichtbaar in de omgeving van de scholen
- Goede samenwerking met de lagere scholen inzake project MEGA
- Goede samenwerking met eigen diensten (lokale recherche en interventie). De collega’s zijn
voldoende gemotiveerd.
- De procedure “Drugs in het verkeer” is goed ingeburgerd binnen onze zone en wordt veelvuldig
toegepast.
ZWAKTEN
- Het aantal dossiers stijgt jaarlijks wat maakt dat het een dagelijks gevecht wordt om blauw op
straat te krijgen.
- Het actieplan in de gevangenis werkt niet zoals verhoopt.
- Het actieplan biedt geen oplossing voor het fenomeen “ housedeal”
- Uitblijven van speekselanalyses in het kader van de controle drugs in het verkeer.
( verantwoordelijkheid federale overheid)
BEDREIGINGEN - GEVAREN
- Het vorige ZVP en actieplan werd opgesteld a.d.h.v. de cijfers van voorgaande jaren. Er werd
geen rekening gehouden met een mogelijke groei van het aantal tussenkomsten.
- Door de goede relatie met de externe partners werden er ook verwachtingen gecreëerd naar
onze diensten. Door tijdsgebrek en capaciteitsgebrek is het niet altijd mogelijk om aan deze
verwachtingen te voldoen binnen een redelijke termijn.
KANSEN
- Vertrouwensrelatie met de scholen verder uitwerken, ook op nadere domeinen dan
drugsgerelateerde feiten.
3. DIEFSTAL
3A. Evoluties en tendensen
De geïntegreerde en projectmatige aanpak van het fenomeen diefstallen bestaat binnen de
politiezone Dendermonde eigenlijk uit twee verschillende actieplannen. Naast de beleidsprioriteit
‘diefstallen in gebouwen’ werd ook het fenomeen ‘fiets- en bromfietsdiefstallen’ door de zonale
veiligheidsraad weerhouden. Een overzicht per actieplan:
• Diefstallen in gebouwen
Na de lichte stijging in 2011 stellen we voor dit fenomeen in 2012 ongeveer eenzelfde aantal feiten
vast. Niettegenstaande deze stijging blijven we onder de piek die zich in 2008 voordeed.
In 2012 werden 218 inbraken waarvan 143 voltooide en 75 pogingen geregistreerd. Ten opzichte
van 2010 betreft het een stijging met 15%. Rekening houdend met het groot aantal pogingen lijkt
het erop dat veel feiten door lokale gelegenheidsdaders gepleegd werden.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
74.
In het totaalcijfer zitten ook de inbraken in onbewoonde gebouwen zoals kantines van
sportpleinen, leegstaande magazijnen, tuinhuizen, alleenstaande garages, enz. vervat. In zijn
totaliteit gaat het om 5% van de gepleegde feiten.
Evolutie diefstallen in gebouwen
0
50
100
150
200
250
300
2007 2008 2009 2010 2011 2012
Wat het type gebouw betreft, zien we in 2012 in tegenstelling tot 2011 een sterke daling op het
vlak van het aantal inbraken in appartementen (voltooide feiten en pogingen). In 2012 werden er
binnen deze categorie 16 feiten geregistreerd t.o.v. 31 in 2011. M.b.t. inbraken in bedrijven stellen
we een status quo vast. In 2012 werden er 37 feiten aangegeven t.o.v. 36 in 2011.
Net zoals tijdens de voorgaande jaren werd het vaakst in woningen ingebroken. In 2012
gebeurden er 76 aangiftes.
Op basis van de gegevensdatabank van de federale politie kunnen we concluderen dat in
verschillende van de naburige politiezones uit het gerechtelijk arrondissement in 2012 een
significante stijging van het aantal inbraken in gebouwen vast te stellen is. Als we de evolutie van
het aantal inbraken in gebouwen per jaar bekijken, zien we voor de volledige periode 2005-2012
een stijging van 56.6% (+1305 inbraken). Tussen 2005 en 2006, tussen 2008 en 2009 en tussen
2011 en 2012 is telkens een kleine daling te zien. Tussen 2006 en 2008 en 2009 en 2011 stijgen
de feiten.
In vergelijking met naburige politiezones stellen we vast dat onze politiezone de op twee na
laagste criminaliteitsgraad heeft. Zowel de politiezones Sint-Niklaas, Beveren, Lokeren als Aalst
hebben een hogere criminaliteitsgraad (d.i. parameter die het aantal geregistreerde inbraken in
gebouwen in 2012 per 1000 inwoners weergeeft) in vergelijking met de politiezone Dendermonde.
De politiezone Dendermonde heeft een criminaliteitsgraad van 4,72.
• Fiets- en bromfietsdiefstallen
In vergelijking met 2011 werden 8% meer fietsdiefstallen aangegeven. In 2012 registreerden onze
diensten 309 fietsdiefstallen.
Wat het aantal bromfietsdiefstallen betreft, zien we een daling met 33% t.o.v. 2011. In totaal
werden 20 bromfietsdiefstallen aangegeven.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
75.
Evolutie aantal fiets- en bromfietsdiefstallen
0
50
100
150
200
250
300
350
2007 2008 2009 2010 2011 2012
aantal fietsdiefstallen aantal bromfietsdiefstallen
Zowel de omgeving van het station als het grondgebied van Sint-Gillis blijven diefstalgevoelige
plaatsen. In het stadscentrum zien we een lichte vermindering van het aantal fiets- en
bromfietsdiefstallen, hoewel het koploper blijft.
• Pilootproject Selecta DNA Forensic marking
Situering
In de strijd tegen woninginbraken lanceerden het stadsbestuur Dendermonde en de lokale politie
Dendermonde eind oktober 2010 het pilootproject Selecta DNA (SDNA). Het betreft een preventief
middel om woninginbraken te voorkomen en om eventuele buit vlugger op te sporen. Met behulp
van een unieke stof, het zogenaamde synthetisch DNA, kunnen eigenaars hun waardevolle
voorwerpen van een unieke DNA codering voorzien. Aangezien de vloeistof oplicht in uv-licht en
microdots met een unieke en onuitwisbare code bevat, laat dit toe om de eigenaar vlugger en
eenduidig te identificeren.
De afbakening van de projectzone gebeurde op basis van een analyse van de inbraakcijfers.
Hieruit bleek dat de deelgemeente Sint-Gillis-Dendermonde in het algemeen en een bepaalde
zone in het bijzonder koploper was op het vlak van woninginbraken. Eind 2011 werd het project
uitgebreid naar Dendermonde-centrum, rekening houdende met een nieuwe analyse van de
politiestatistieken.
In 2012 besliste het stadsbestuur en de lokale politie om het project uit te breiden naar heel
Dendermonde en kon elke inwoner voor 10 euro een SDNA-kit aankopen.
Resultaten
Sint-Gillis
Twee jaar na de opstart van het project in Sint-Gillis stelt de politie nog steeds een daling van het
aantal woninginbraken in de afgebakende wijk vast.
Uit een vergelijking van het totaal aantal inbraken (zowel voltooide als pogingen) uit de periode
november 2009 - oktober 2010 (het jaar voor de opstart) ten opzichte van de periode november
2010 - oktober 2011 blijkt een daling van het aantal feiten. Dit in tegenstelling tot de algemeen
stijgende tendens van het aantal woninginbraken binnen het gerechtelijk arrondissement. Zoals u
uit de bijgevoegde tabel kan afleiden, deden er zich in het projectgebied tijdens deze periode 55%
minder geregistreerde inbraken (voltooide feiten en pogingen) voor. In 2012 zette deze dalende
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
76.
tendens zich verder. Op twee jaar tijd daalde het aantal voltooide inbraken in het projectgebied met
74%.
2009-2010 2010-2011 2011-2012
Totaal aantal inbraken in projectgebied 44 20 18
Voltooid aantal inbraken in projectgebied 35 11 9
Dendermonde-centrum
Uit een vergelijking van het totaal aantal inbraken (zowel voltooide als pogingen) uit de periode
november 2010 - oktober 2011 (een jaar voor de opstart) ten opzichte van de periode november
2011 – oktober 2012 blijkt een daling van het totaal aantal feiten met 20%. Het voltooid aantal
inbraken steeg met 7%.
2010-2011 2011-2012
Totaal aantal inbraken in projectgebied 49 39
Voltooid aantal inbraken in projectgebied 30 32
Conclusie
Bij alle personen die tot op heden een dergelijke set aankochten en hun voorwerpen markeerden
werd in drie woningen ingebroken en in drie woningen een poging tot inbraak vastgesteld.
Opvallend is het feit dat er slechts één feit gebeurd is waarbij een gemerkt toestel is ontvreemd.
Daarnaast werd een gevoelige daling van het aantal inbraken in het volledige gebied (dus ook bij
diegenen die geen set aankochten) vastgesteld.
Vooral het preventieve aspect (voornamelijk door communicatie) van het project dient onderstreept
te worden. Om potentiële daders af te schrikken en duidelijk te maken dat waardevolle spullen van
een DNA-code voorzien zijn in de woning, werden waarschuwingsborden op de toegangswegen
geplaatst en konden de gebruikers stickers op het raam van hun woning kleven.
Het is wel belangrijk om deze toepassing met SDNA als een aanvullend middel in de strijd tegen
inbraken te zien en deze strategie te integreren binnen een globaal plan van aanpak.
Vanaf november 2012 werd het project uitgebreid over heel Dendermonde en kon iedere geïnteresseerde burger een SDNA-kit aankopen.
3B. Te trekken lessen
STERKTEN:
- werking preventiedienst is goed en sterk uitgebouwd met DPA die ondertussen ‘specialist’ is
geworden in de materie;
- via eigen verwerking en dagelijkse opvolging wordt snel ingespeeld op fenomenen die de kop
opsteken;
- coördinator diefstalpreventie heeft zicht op het totaalbeeld en kan daardoor correcte informatie
en bijsturing geven aan de andere diensten, zowel intern als extern;
- het zo goed als dagelijks gebruik van de blijvende demostanden laat toe zeer professioneel
advies te verlenen zowel aan particulieren, zelfstandigen als openbare besturen;
- regelmatig worden er voordrachten op locatie gegeven voor groeperingen;
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
77.
- er is een vlotte samen- en wisselwerking met een groot aantal partners (intern & extern) en
ondertussen werden wij een vast ankerpunt (o.a. deelname aan verschillende werkgroepen en
wetenschappelijke studies bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken, Provincie Oost-
Vlaanderen, jurylid bij laatstejaars beveiligingstechnieken, e.d.).
ZWAKTEN:
- door het plots wegvallen van één collega is de dienst tijdelijk overbelast, vooral door de opstart
van nieuwe projecten;
- evolutie in beveiligingsmaterie gaat razend snel en vraagt veel inspanningen om te volgen;
- preventiedienst (of werking) onvoldoende gekend door onze bevolking;
- grote administratieve werklast die veel tijd en energie opeist;
- financieel beperkte middelen waardoor het moeilijk is om o.a. grote informatieacties te
organiseren zoals affiche campagnes e.d.;
- grote werkdruk waardoor het zeer moeilijk is om nieuwe acties op te starten / op te volgen.
BEDREIGINGEN:
- ‘de tol van de roem’ wordt betaald door steeds stijgende bevraging en bijkomende opdrachten;
- kwaliteit mag zeker niet dalen door toenemende kwantiteit;
- externe partners laten het soms afweten => het wordt moeilijker om de kar steeds opnieuw zelf
te trekken (vb.: fietshandelaars n.a.v. fietsgraveringen);
- we mogen niet wegzakken in louter routine en ongewild oogkleppen dragen;
KANSEN:
- we kennen zelf een aantal zwakten en bedreigingen => aan ons om deze kennis te benutten
en positief te gebruiken als stuwende kracht om onze werking nog te verbeteren.
4. JONGEREN
4A. Evoluties en tendensen
Sinds de opstart van de sociale cel in mei 2010 werd de opvolging van het actieplan jeugd
geïntegreerd in hun werking. Binnen dit kader wordt voornamelijk veel aandacht besteed aan
problematische opvoedingssituaties en de spijbelproblematiek.
Problematische opvoedingssituaties (POS)
Met betrekking tot de zorg voor jongeren is er veel aandacht voor de opvolging van jongeren in
problematische opvoedingssituaties. Een problematische opvoedingssituatie is een toestand
waarbij de fysieke integriteit en de affectieve, morele, intellectuele of sociale ontplooiingskansen
van minderjarigen in het gedrang komen door de situatie waarin zij leven.
Het belang van vroegdetectie en een gepaste doorverwijzing naar de hulpverlening zijn niet te
onderschatten om te vermijden dat de minderjarige in gevaar komt en/of in delinquent gedrag
vervalt. Bijgevolg moeten risicodossiers in samenwerking met het parket en partners uit de sociale
sector prioritair behandeld worden. Er was een voortdurend overleg met scholen en andere
externe partners (o.a. comité bijzondere jeugdzorg, sociale dienst jeugdrechtbank, centrum
algemeen welzijn, diensten m.b.t. integrale jeugdzorg).
De cijfers met betrekking tot problematische opvoedingssituaties (POS) kennen een duidelijke
stijging. Deze cijfers kunnen verklaard worden door een grotere sensitiviteit voor het onderwerp,
mede door de oprichting van de sociale cel. In 2011 werd een actieplan POS uitgewerkt wat tot
een enorme stijging in het aantal dossiers heeft geleid. Het actieplan benadrukt onder andere de
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
78.
wetgeving inzake IFG, waarbij consequent een dossier POS wordt opgesteld naar aanleiding van
IFG-feiten in gezinnen met minderjarigen. In 2012 werden er door het korps drie keer zoveel
dossiers opgestart t.o.v. 2010. In 2012 betrof het 231 dossiers.
Bij het jeugdparket werden in 2011 30% meer nieuwe dossiers behandeld in het gerechtelijk
arrondissement m.b.t. dit fenomeen.
Spijbelproblematiek - PLP 41
Met betrekking tot de spijbelproblematiek is de sociale cel aanspreekpunt voor de scholen. Bij
problematisch spijbelen, waar het gedrag vaak slechts een uiting is van een onderliggende
problematiek zoals een problematische opvoedingssituatie, worden zowel de school als de ouders
gecontacteerd en wordt steeds PV m.b.t. jeugdbescherming opgesteld dat verder opgevolgd wordt
door het Parket. Indien nodig gebeurt een gepaste doorverwijzing. De cijfers met betrekking tot
de spijbelproblematiek kennen een stijgende tendens, een stijging van 44% in 2011 t.o.v. 2010 en
12% in 2012 t.o.v. 2011. De gekende dossiers zijn, gezien het aantal leerlingen binnen
Dendermonde, eerder beperkt. De scholen doen in eerste instantie zelf de opvolging van hun
leerlingen met betrekking tot spijbelen.
In het kader van de ministeriële omzendbrief PLP 41 is de sociale cel het aanspreekpunt voor de
scholen voor alle feiten die zich in of rond de scholen voordoen, tenzij deze drugsgerelateerd zijn
(opvolging door projectcoördinator drugs).
In 2012 stelden onze diensten n.a.v. feiten op scholen 126 pv’s op. Ten opzichte van 2011 is dit
een stijging met 29%. 87% van de tussenkomsten vond plaats naar aanleiding van signalen uit
secundaire scholen. Hierbij ging het voornamelijk over meldingen inzake diefstallen (incl.
fietsdiefstal), inbreuken op de wet van de leerplicht en het bezit van verdovende middelen.
4B. Te trekken lessen
STERKTEN:
- drie gemotiveerde hoofdinspecteurs die een integratie realiseren van de werking rond
jongeren, slachtoffers en collega’s
- zeer goede verstandhouding en samenwerking tussen de drie leden van de sociale cel
- werksfeer gekenmerkt door flexibiliteit, motivatie, initiatiefname en dynamisme
- nauwe samenwerking met collega’s binnen de verschillende diensten
- externe gerichtheid gekenmerkt door een goede werkrelatie met partners
- bekendheid intern en extern
- permanente bereikbaarheid en aanspreekbaarheid intern en extern van 07:30 tot 17:00 uur
- door dagelijkse aanwezigheid op briefingmomenten is opvolging op maat mogelijk inzake
sociale dossiers
- vakkennis en specialisatie
- kwaliteitsvolle dienstverlening
ZWAKTEN:
- voor uitvoeren van projectactieplannen is men intern grotendeels afhankelijk van de toepassing
door anderen (vb. consequent aanmaken proces-verbaal, doorverwijzing naar
hulpverlening,…)
- mogelijkheden tot het motiveren van collega’s voor uitvoering van taken en toepassen
richtlijnen
- collega’s zijn niet steeds onmiddellijk te bereiken in functie van overleg
- veronderstelling dat anderen dezelfde vakkennis hebben
- doorstroming van informatie naar collega’s verloopt vaak moeizaam
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
79.
- de zich steeds wijzigende regelgeving werkt belastend
- door capaciteits- en/of tijdsgebrek kunnen niet alle taken even kwaliteitsvol worden volbracht
(vb. actieve opvolging van collega’s, doorgedreven en langdurige opvolging collega’s,
opvolging dossiers in kader van PLP41, feedback met betrekking tot opvolging dossiers aan
collega’s, …)
- door capaciteits- en/of tijdsgebrek wordt innovatie uitgesteld
- een occasionele houding van realisme tot frustratie met betrekking tot opvolging van dossiers
door externe partners
- de grootste capaciteit binnen de werking van de sociale cel gaat uit naar het uitvoeren van
gerechtelijke taken, niet naar projectwerking
- op sommige deelaspecten is er geen duidelijke taakafbakening met ander diensten (vb. te
stellen onderzoeksdaden,…)
- door aanspreekbaarheid intern en extern worden aanvankelijke dossiers opgestart
niettegenstaande tweedelijns functie
BEDREIGINGEN - GEVAREN:
- capaciteits- en/of werkdruk leidt tot stellen van prioriteiten
- capaciteits- en/of werkdruk leidt tot kwaliteitsverlies
- door specialisatie wordt verondersteld vaker in eerste lijn te werken
- veelheid aan informatie (o.a. nieuwe regelgeving, DOD, …) leidt tot selectie
- door specialisatie minder kennis en kunde met betrekking tot ander politiewerk
- ongewilde controlefunctie binnen andere diensten
- door het stellen van prioriteiten is het moeilijk een evenwicht te bewaren tussen het voldoen
aan taken opgegeven door externe of interne partners
- collega’s creëren verwachtingen bij burgers die niet worden ingelost (vb. het regelen van een
afspraak of huisbezoek zonder medeweten van het lid van de sociale cel, …)
- de beperkingen van het beroepsgeheim
- verwachtingen gegroeid uit een historische voortrekkersrol
- door het nemen van tijd voor innovatief werken, worden lopende zaken minder snel
afgehandeld
- door werkdruk wordt zelfzorg vaak vergeten
KANSEN:
- vertrouwensrelatie met partners rekeninghoudend met beroepsgeheim
- beïnvloeding op beleidsniveau is mogelijk door participatie en actieve betrokkenheid op
overlegmomenten
- eigen bijscholingsmogelijkheden
- sensibilisering en informatieoverdracht is via verschillende kanalen mogelijk (vb.
personeelsvergadering, briefing, …)
- trekkerspositie binnen de regio en verder met betrekking tot slachtofferbejegening
(voorzitterschap), AMOK, PSIP,...
- positie als dienst binnen het maatschappelijk landschap
- efficiënter werken door eigen audiovisueel verhoorlokaal
- aanpassing slachtofferlokaal
- uitbreiding van de permanentie slachtofferbejegening is met leden van interventie leidt tot een
verspreiding van de visie met betrekking tot slachtofferzorg
- meer opgeleide collega’s slachtofferbejegening kan leiden tot minder vraag tot bijstand door de
leden van de sociale cel
- overleg met lokale recherche inzake dossierbeheer bij zedenfeiten
- overleg met project drugs inzake dossierbeheer PLP41-gerelateerde feiten
- een gestructureerde wijze van opvolging van tussenkomsten door dienst interventie leidt tot
minder werklast
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
80.
5. BUURT EN OVERLAST
5A. Evoluties en tendensen
• Signalen i.v.m. onveiligheid en overlast
In 2011 kreeg de politie 15% meer signalen van individuele personen, organisaties en
verenigingen zoals bijvoorbeeld wijkcomités, sport- en jeugdverenigingen, overheden, enz. inzake
onveiligheid en overlast t.o.v. 2010. Van de 435 geregistreerde signalen werden er 165 door de
afdeling wijk opgevolgd en werden er 270 verwerkt in opdrachten of aandachtspunten voor de
ploegen op het terrein.
0
100
200
300
400
500
2008 2009 2010 2011
Signalen over onveiligheid en overlast
OPM: De cijfers voor 2012 werden hier niet opgenomen, omdat zij bij het opstellen van dit plan nog
niet definitief waren.
• Gemeentelijk administratief sanctierecht
In 2012 werden in totaal 132 administratieve dossiers opgesteld door de politie en de
gemeenschapswachten samen n.a.v. kleinschalige en storende overlast. In vergelijking met 2011
betreft het een stijging met 9%. Vooral klachten m.b.t. achterlaten van afval en sluikstorten en
parkeren zijn sterk toegenomen.
In bijgevoegde tabel vindt u een weergave van de belangrijkste inbreuken om zicht te krijgen op de
aard en frequentie van het aantal overtredingen.
Inbreuk 2008 2009 2010 2011 2012
zedenschennis (wildplassen) 17 22 18 20 23
nachtlawaai / 1 15 28 23
publiciteit (aanplakkingen) 17 9 4 7 /
geluidshinder (alg, blaffende honden, voertuigen,..) 15 8 17 12 16
parkeren (markten en stoeten) 9 6 13 9 18
dieren (loslopende honden, poepzakje) 6 4 2 6 5
openbaar domein (inname openbare weg, signalisatie) 6 3 9 6 7
aanpassing politiereglement wielertoerisme (Appels) / / / 15 /
achterlaten afval en sluikstorten / / 4 15 37
woonwagenbewoners 3 / / / /
organisatie bijeenkomst / / / / 3
Totaal 91 81 92 121 132
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
81.
Hierbij dient opgemerkt dat van bij het begin aan de personeelsleden werd medegedeeld dat dit
politiereglement “ met gezond verstand “ dient gehanteerd te worden en dat het niet de bedoeling
is om alle inbreuken op dit reglement systematisch vast te stellen. Alleen wanneer er duidelijk
sprake is van overlast of bij klacht, wordt een administratief verslag opgesteld. In die zin is het
politiereglement dan ook niet te beschouwen als een vertaling van het beleid in een document dat
consequent moet afgedwongen worden maar eerder als een instrument om de overlast te
beperken.
4B. Te trekken lessen
STERKTEN:
- Goed uitgebouwde projectwerking met veel knowhow, specialisten, elk op zijn terrein.
- Vast aanspreekpunt inzake overlast binnen de politie naar de diverse partners, zowel intern als
extern.
- ‘Onafhankelijke’ coördinator toezicht (t.o.v. interventie ) op het vlak van het verwerken van
signalen , het sturen van de toezichtploegen en het verwerken van de gegevens.
- Coördinator buurt- en sociale overlast kan de wijkinspecteur ondersteunen bij de aanpak van
complexe problemen.
- Onmiddellijk kunnen inspelen op overlastfenomenen van zodra deze de kop opsteken.
ZWAKTEN:
- (Te) veel aan administratie ; in casu ‘toezicht’ ; viseren verslagen, administratief opstellen
verslagen neemt heel wat tijd in beslag van de coördinator.
- Verminderde terreinkennis ingevolge voorgaande.
- Het engagement van bepaalde externe partners dient bewaakt te worden.
- Niet alle interne partners zijn doordrongen van het concept toezicht. Communicatie is in deze
primordiaal.
- Dit actieplan én zijn cijfers/resultaten zijn bijzonder moeilijk te meten. Hoe meten we goed
uitgevoerd toezicht , preventief toezicht n.a.v. overlast. Dit laat zich moeilijk in cijfers vatten.
- Overlast als containerbegrip ; wat moeten we eronder verstaan?
BEDREIGINGEN:
- (Te) sterke focus op buurtgebonden problemen en sociale overlast maakt dat andere aspecten
misschien uit het oog verloren worden.
- Overbevraging en werklast. Mensen doen steeds meer en meer beroep op de politie en
kaarten de problemen niet zelf aan (bvb bij hun buren in geval van overlast), waardoor de
politie steeds meer bevraagd en belast wordt. Het oog hebben voor het bevorderen van
‘zelfredzaamheid’ dient hier onderstreept.
- Neiging van sommige andere personeelsleden om de projectcoördinator in te schakelen van
zodra ze horen dat de klacht over overlast gaat zonder zelf verder te analyseren en op te
volgen. Hetgeen de overbevraging van de coördinator in de hand werkt.
KANSEN:
- De externe partners bekijken en waarderen ons meer en meer als volwaardige partner;
hierdoor kunnen wij beslissingen mee richting geven.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
82.
6. MILIEU
5A. Evoluties en tendensen
• Geluidsoverlast
Wat geluidsoverlast betreft, kwamen er in 2012 meer meldingen binnen t.o.v. 2011. In vergelijking
met 2011 betreft het een stijging met 8%. In 2012 registreerden onze diensten ongeveer 507
meldingen inzake geluidsoverlast.
Als we de geluidsoverlast per bron bekijken, zien we de sterkste stijging op het vlak van hinder
door elektronisch versterkte muziek. In 2012 werden er 29% meer klachten geregistreerd.
Nieuwe geluidsnormen voor muziekactiviteiten
Vanaf 1 januari 2013 gelden in Vlaanderen geluidsnormen voor muziekactiviteiten. Deze
regelgeving over het maximale geluidsniveau geldt voor alle muziekactiviteiten die toegankelijk zijn
voor publiek en waar elektronisch versterkte muziek gespeeld wordt. Dat wil zeggen dat iedere
openbare activiteit met opgenomen muziek of elektronisch versterkte livemuziek onder de
regelgeving valt.
In de nieuwe reglementering worden elektronisch versterkte muziekactiviteiten in drie categorieën
ondergebracht, afhankelijk van het geluidsniveau. Er zijn 3 categorieën. Hoe meer geluid, hoe
zwaarder de te nemen maatregelen. Bij elke categorie horen gepaste voorschriften op vlak van
gehoorbescherming, burenhinder, eventuele afwijkingen, meten en/of registreren van het geluid
• Hondenpoep
Cf. inbreuken politiereglement (punt 4A)
• Sluikstorten
In 2012 kwamen bij onze diensten 111 meldingen over sluikstorten binnen. Niettegenstaande deze
daling van het aantal meldingen met 24% volgde er 83 keer een tussenkomsten met gevolg. Er
werden bijgevolg 47 processen-verbaal en 36 administratieve verslagen opgesteld ten laste van
2009 2010 2011 2012 verschil% verschil% verschil%
‘09-‘10 ‘10-’11 ‘11-’12
Meldingen inzake geluidsoverlast 469 470 468 507 0,2% -0,4% 8%
Meldingen inzake elektr. versterkte muziek 274 262 239 309 -4,0% -9,0% 29%
0 50
100
150
200
250
300
350
elektronisch versterkte muziek
personen machines dieren
Evolutie meldingen geluidsoverlast per bron
2011
2012
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
83.
verdachten. Dit is in 75% van de gevallen. Een percentage dat er ons inziens op wijst dat onze
acties tot resultaat leiden.
0
20
40
60
80
100
120
140
160
2008 2009 2010 2011 2012
Meldingen sluikstorten
5B. Te trekken lessen
STERKTEN:
- Aangezien deze materie enige specialisatie vraagt is het nuttig om te kunnen terugvallen op
personeelsleden die gewoon zijn om binnen deze materie op te treden. Het is niet iedereen
gegeven om hierin een specialisatie op te bouwen.
- De aanwerving van een personeelslid Calog A als projectcoördinator (sinds 01/08/2009) is een
positief gegeven. Betrokkene is in het bezit van een Vlarem getuigschrift wat zich uit in
ondermeer het beheer, met kennis van zaken, van de kantschriften milieu en stedenbouw.
- Uitwerking en toepassing van een dossier geluidsoverlast cfr afspraken met horecazaken met
feestzaal alsook organisatoren van evenementen.
- Eenvormig beleid inzake optreden geluidsoverlast.
- Opmaak en uitvoering van het protocol tussen parket – stad – dienst ruimtelijke ordening politie
=> hierdoor betere en vlottere samenwerking met andere diensten.
- Opmaak en uitvoering van het protocol tussen parket – stad – dienst milieu - politie => hierdoor
betere en vlottere samenwerking met andere diensten.
- Mogelijkheid tot het volgen van de opleiding toezichthouder geluid (een must voor de goede
werking en nuttig voor al wie binnen deze materie wil werken). Vier personen werden
aangeduid.
- PSV (parket samenwerking(s)verband): betere opvolging en dito vervolging wegens
specialisatie op niveau parket (Gent)
- Takenpakket van de dienst is ruimer dan milieu en stedenbouw. De coördinator heeft kennis
opgebouwd inzake burgerlijke zaken, dierenbescherming, horecaregelgeving, politiereglement,
Vlaamse wooncode, camerawetgeving, ….
- Goede samenwerking met de wijkinspecteurs die (relatief gezien het meeste) bijstand verlenen
bij de opvolging van de dossiers (navolgende processen-verbaal) op het terrein.
- Diensthoofd wijk- en projectwerking levert het meeste bijstand bij de behandeling en uitvoering
van dossiers bij gebrek aan bijstand van andere diensten.
ZWAKTEN :
- De beloofde bijstand (a rato van 1 FTE) door de dienst interventie werd niet gehaald. Deze
bijstand was de eerste dienst die afgeschaft werd bij nood aan personeel voor invulling andere
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
84.
diensten. Daardoor werd de geleverde bijstand uiteindelijk afgeschaft. (zie jaarverslag 2011:
bijstand andere afdelingen aan milieu en stedenbouw: 52 uur op jaarbasis !!!)
- De motivatie van het personeel dat bijstand levert is niet altijd even groot.
- Te weinig repressief optreden van de politiemensen in het algemeen. De politiemensen treden
vaak alleen maar op naar aanleiding van een oproep terwijl er meer ambtshalve vaststellingen
zouden moeten gebeuren. Dit is vaak voor de burger het signaal dat er daadwerkelijk iets aan
gedaan wordt en dat hun gedrag vaak niet tolereerbaar is (cfr. grote en kleine sluikstorten –
aanplakkingen - …). Sinds vorig jaar is er echter een kentering merkbaar inzake het opsporen
sluikstorten en het vatten van daders.
- Gezien het uitgebreide takenpakket van de coördinator, dat ruimer is dan milieu en stedenbouw
in de echte zin van het woord, dient de functie zich meer toe te spitsen op het coördineren.
- Gezien het gebrek aan structureel vastgelegde bijstand beperken onze tussenkomsten zich tot
reactief handelen.
BEDREIGINGEN - GEVAREN :
- Gebrek aan planning op lange termijn wat betreft bijstand
- Geen of te zacht vervolgingsbeleid => verwachtingen op elkaar afstemmen => verbetering:
gezien PSV
- Minder direct contact gezien de verantwoordelijke substituten bij het parket Gent zitten.
- Personeel meer de mogelijkheden geven om zich verder te ontplooien binnen deze materie.
- Verworven kennis, specifieke technieken en analysemethoden (analyse geluidsmetingen) zijn
gecentraliseerd bij één persoon zonder dat er sprake is van een back-up.
- Diensthoofd wijk- en projectwerking spendeert een groot deel van zijn capaciteit aan
behandeling en uitvoering van dossiers bij gebrek aan bijstand van andere personeelsleden.
KANSEN :
- Een samenwerkingsprotocol met de dienst milieu van de stad Dendermonde afsluiten (onder
goedkeuring en medeweten van het parket) => analoog met protocol stedenbouw.
- Verdere uitbouw van een degelijk milieubeleid vanuit de politie (van groot belang naar de
toekomst toe). Deze materie krijgt een steeds belangrijkere impact op de maatschappij
waardoor er meer aandacht moet besteed worden aan opvolging en uitwerken van processen
terzake.
- Motiveren van het personeel door ze feedback te geven van de uitgesproken vonnissen en
administratieve boetes.
- Een goed georganiseerd preventiebeleid inzake geluidsoverlast uitwerken (afspraken met
organisatoren – preventieve metingen – contacten met horeca-uitbaters - …).
- Nog betere afstemming en samenwerking met externe diensten.
- Opvolging van de kantschriften zodat deze dossiers direct volledig afgewerkt worden en
navolgende kantschriften worden vermeden.
- Meer personeel opleiden inzake geluid waardoor er efficiënter en met kennis van zaken kan
worden opgetreden bij meldingen van geluidsoverlast.
- Nog meer uitbouwen van de functie van coördinator/specialist die instaat voor interne
adviesverlening langs diverse kanalen (infonet, infosessies, werkprocessen, …).
- Verder uitwerken van concrete werkprocessen waarbij de uitvoerders op het terrein duidelijk
weten hoe ze moeten handelen en wat er van hen wordt verwacht.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
85.
3.1.2. Binnen het domein dienstverlening en werking
De in het ZVP 2009 – 2012 prioritair aan te pakken onderdelen inzake functioneren, weliswaar op
het niveau van het korps, waren:
- Werken aan bedrijfscultuur.
- Interne en externe communicatie.
- Optimaliseren van werkprocessen.
- Ontwikkelen van competenties.
Hoewel er voor bovenstaande prioriteiten in het domein van de dienstverlening en werking geen
aparte actieplannen uitgeschreven werden, stonden we ook op dit vlak zeker niet stil.
1. Werken aan de bedrijfscultuur
Met het oog op de verdere implementatie van de gemeenschapsgerichte politiezorg (GGPZ) in
de politiezone werden volgende doelstellingen vooropgesteld:
- Afstemmen van de bedrijfscultuur op de pijlers van de GGPZ door te werken rond de
attitude van de medewerkers (verder zetten van lopende opleidingstrajecten).
Evaluatie : een aantal opleidingen werden intern het korps georganiseerd de afgelopen 4
jaar. Verdere aandacht voor dit soort opleidingen is echter noodzakelijk.
- Stimuleren van de geïntegreerde werking van het korps en tegengaan van de verzuiling
tussen de afdelingen.
Evaluatie : een aantal maatregelen werden genomen. Zo hebben medewerkers van de
afdeling interventie de mogelijkheid om gedurende 2 maanden afgedeeld te worden naar
de rechercheafdeling; de middenkaders van de afdeling interventie werden allen
gedurende één maand afgedeeld naar de afdeling recherche; collega’s van de afdeling
interventie kregen de gelegenheid om een “stage” te lopen in de afdeling “wijk en project”;
aan de grootschalige alcoholcontroles (waarvan er 24 op jaarbasis georganiseerd worden),
nemen alle afdelingen deel.
- Hanteren van een gepaste ‘coachende’ leiderschapsstijl.
Evaluatie : in 2004 – 2005 volgden alle leidinggevenden in het korps (zowel officieren als
middenkaders) een cursus coaching. De leidinggevenden worden aangesproken op hun
wijze van leiding geven.
- Werken rond deontologie.
Evaluatie : dit gebeurde o.a. door te werken rond klachtenmanagement, optreden tegen
normoverschrijdend gedrag, … Dit aspect verdient verdere aandacht.
2. Interne en externe communicatie
Met een maximale doorstroming van allerhande informatie naar verschillende
belanghebbenden en doelgroepen (medewerkers, burgers, bestuurlijke en gerechtelijke
overheden, pers en media,…) voor ogen, werd ook tijdens de afgelopen jaren aandacht
geschonken aan maatregelen die de communicatie en informatiedoorstroming kunnen
optimaliseren.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
86.
- In aansluiting op het ZVP 2005-2008 werd de verdere uitwerking van een
communicatiebeleid en het permanent waken over een doeltreffende communicatie als
strategische doelstelling in het ZVP 2009-2012 opgenomen.
Evaluatie: een volledig communicatieplan (voor zowel interne als externe communicatie)
werd uitgewerkt. Hierbij werden afspraken gemaakt met het parket en de burgemeester.
Dit plan wordt dagelijks toegepast. De zone onderhoudt zeer frequente contacten met de
pers. Communicatie wordt als een essentieel onderdeel beschouwd bij de aanpak van
veiligheidsvraagstukken.
- In 2012 werd een aanzet gegeven tot het uitwerken van een strategie voor het gebruik van
de sociale media.
Evaluatie : de zone heeft een twitteraccount en een facebookpagina. Afspraken werden
gemaakt rond het gebruik hiervan (vermijden dat dit te belastend wordt). Het beleid inzake
het gebruik van de sociale media in het korps dient echter nog verfijnd.
3. Optimaliseren van werkprocessen.
Zowel op het vlak van basisfunctionaliteiten (bvb interventie en onthaal) als n.a.v.
aanbevelingen uit de audit en studies van de AIG en het comité P, werden een aantal
initiatieven genomen:
- Kwaliteitsstandaarden inzake het proces onthaal.
Evaluatie : de wijze van registratie en afhandelen van de verschillende mogelijke soorten
aangiften en klachten, werd in kaart gebracht. Dit is echter voor verfijning vatbaar (zie
verder).
- Het trachten te bepalen van kwaliteitsstandaarden op het vlak van aanrijtijden.
Evaluatie : de aanrijtijden werden gemeten; het ontwikkelen van een “querry” om gericht de
aanrijtijden te meten door het CICOV, heeft uiteindelijk geen doorgang gevonden,
waardoor het project deels gehypothekeed werd. Een bevraging over de aanrijtijden werd
gedaan bij de bevolking (in het kader van een enquête eind 2011). Hierop antwoordde 54,2
% (zeer) tevreden te zijn, 18,5 % was neutraal in zijn beoordeling, 12,8 % was (zeer)
ontevreden en 14,5 % had geen mening.
Het sturen op aanrijtijden zonder substantieel meer interventieploegen in te zetten, is
nochtans moeilijk. Bij dit laatste stelt zich ook het opportuniteits- en efficiëntievraagstuk.
Een aantal afspraken werden gemaakt intern het korps om de aanrijtijden te optimaliseren.
- Besteden van de nodige aandacht aan een doordachte planning en uitvoering van
‘afbreekbare taken’ (naast afhandeling schrijfwerk) samen met een overkoepelende,
ondersteunende controle op de werking van de ploegen binnen de afdeling interventie.
Evaluatie : het systeem van de interventieploegen en toezichtploegen werd herbekeken.
Door het geven van betere briefings (o.b.v. het “toezichtbestand”; dit is een tool waarbij
signalen i.v.m. onveiligheid en overlast omgezet worden in toezichttaken) en oriënteren van
de toezichtploegen, wordt een groter rendement behaald.
Tevens worden bepaalde toezichtdiensten uitgevoerd met een “nummerplaatlezer” (ANPR-
camera). Hiervoor werd een bestand ontwikkeld, dat ter goedkeuring voorgelegd werd aan
het controle-orgaan van de politiediensten en het parket en eveneens medegedeeld werd
aan de privacycommissie.
Heroriëntering van de toezichtploegen naar overlastploegen op vrijdag- en zaterdagnacht
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
87.
- Het verfijnen van het controlesysteem inzake kwaliteit van de opgestelde PV’s en de vatting
van de nodige gegevens in de ANG.
Evaluati : hierop werd gestuurd door de cel gerechtelijke coördinatie door het uitvoeren van
kwaliteitscontrole en, waar nodig, collectief en/of individueel bij te sturen.
Uit stuurborden van het controleorgaan blijkt dat de PZ Dendermonde zowel hoog scoort
op het vlak van volledigheid als snelheid en kwaliteit van de vatting van data in de ANG.
- Evalueren van de interne procedures m.b.t. in beslag genomen voorwerpen.
Evaluatie : vooral m.b.t. de in beslag genomenwapens werd de procedure verfijnd. Idem
dito i.v.m. de (grote hoeveelheden) teruggevonden fietsen en bromfietsen. In 2012 werd
bvb. een kijkdag georganiseerd m.b.t. teruggevonden fietsen.
- Optimaliseren van de beschikbare capaciteit in het korps.
Evaluatie : de dienstplanning werd herbekeken in de afdeling interventie, zodat iedereen
alle diensten uitvoert en geen situaties ontstaan waarbij bepaalde collega’s bepaalde
procedures “niet meer in de vingers hebben”. Dit leidde tot een systeem dat door de
medewerkers als minder sociaal aangevoeld wordt. Bijsturing op relatief korte termijn wordt
voorzien.
Extra capaciteit voor project jeugd en drugs, heroriëntering van een operationeel
personeelslid van een taak als systeembeheerder naar taken inzake wapenwetgeving,
dienst justitiepaleis en uitvoering kantschriften stedenbouw (en vervanging door een calog-
personeelslid).
Maximaal inzetten van personeel van het interventiekorps waar dit kan en binnen de
afspraken, gemaakt op provinciaal niveau.
Administratieve ondersteuning van verschillende afdelingen (recherche, interventie, wijk)
door stagiairs en calog-personeelsleden.
Aanwerving van bijkomende calog-personeelsleden (1 calog niveau A coördinator
stedenbouw en milieu; 1 calog-personeelslid niveau B in de dienst verkeer) in 2009 en
verregaande informatisering in de dienst verkeer.
- Opvolgen en implementeren van nieuwe technologieën ter ondersteuning van de
werkprocessen.
Evaluatie : de ANPR-camera werd ingevoerd (automatische nummerplaat lezer); een life-
scan station werd aangekocht (d.i. een toestel dat digitaal vingerafdrukken opneemt en
doorstuurt naar de databank voor vergelijking en eveneens gebruikt wordt voor het maken
van foto’s van aangehouden personen); evenals een compacte snelheidscamera; nieuwe
ademanalysetoestellen; fleet loggers op de voertuigen; nieuwe en moderne geluidsmeters;
een uitleestoestel voor data in GSM’s.
4. Ontwikkelen van competenties
Actualiseren van het algemeen opleidingsplan en van de individuele opleidingsplannen op
basis van een analyse van de gedetecteerde competentiebehoeften, zowel bij de medewerkers
als bij de organisatie. Volgende initiatieven werden genomen :
- Jaarlijks opstellen van een opleidingsplan in het korps.
Evaluatie : jaarlijks wordt een opleidingsplan opgesteld dat zowel rekening houdt met de
behoeften van de organisatie als met de individuele behoeften (gedetecteerd door de
organisatie bij de medewerker of zelf aangegeven door de medewerker).
Alle behoeften kunnen niet gerealiseerd worden; keuzes moeten gemaakt worden.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
88.
- Voorzien van opleidingen in het korps.
Evaluatie : met OPAC werden afspraken gemaakt om opleidingen te geven intern het
korps. Een voorbeeld hiervan was de opleiding inzake de “Salduz-procedure”. In 2011.
- Investeren in gespecialiseerde opleidingen.
Evaluatie : een aantal medewerkers werden opgeleid m.b.t. gespecialiseerde materies,
zoals reglementering inzake zwaar vervoer, milieuwetgeving (Vlarem), videoverhoor, …
- Voorzien van 4 personeelsvergaderingen per jaar.
Evaluatie : ieder jaar worden 4 personeelsvergaderingen georganiseerd (ontdubbeld, zodat
een maximaal aantal personeelsleden kunnen deelnemen). De bedoeling is om richtlijnen
in herinnering te brengen, technieken te oefenen, nieuwe richtlijnen toe te lichten, …
- Deelname aan seminaries.
Evaluatie : de mogelijkheid wordt gegeven aan de personeelsleden om deel te nemen aan
studiedagen en seminaries, zoals bijvoorbeeld seminaries georganiseerd door CEPOL,
CPS, Politeia, ....
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
89.
3.2. De strategische doelstellingen 2014-2017
3.2.1. Fenomenen 2014-2017
Op het vlak van veiligheid en leefbaarheid werden onderstaande fenomenen weerhouden op basis
van de scanning en analyse (zie bijlage 1); dit tijdens de zitting van de zonale veiligheidsraad van
26 oktober 2012:
• verkeersongevallen met lichamelijk letsel
• drugs, georiënteerd naar jongeren
• diefstallen in gebouwen
• fiets- en bromfietsdiefstallen
• overlast
• milieu-inbreuken: geluidsoverlast en sluikstorten
• problematische opvoedingssituaties (POS)
Op het vlak van werking en dienstverlening werden prioriteiten bepaald ter gelegenheid van een
vergadering van de diensthoofden en wordt geopteerd om de aanbevelingen van het auditteam,
geformuleerd ter gelegenheid van de audit in 2007, te integreren als werkpunten in
overkoepelende thema’s. Tevens zal gewerkt worden rond aanbevelingen die het comité P en de
AIG deden n.a.v. thematische studies en onderzoeken. De keuze voor deze onderwerpen werd in
zekere mate ook beïnvloed door een streven naar continuïteit met en een volgehouden aanpak
van de punten uit het ZVP 2005- 2008.
• Werken aan aandachtspunten die gedetecteerd werden n.a.v. het maken van de analyse in het
kader van de omzendbrief CP3
• Werken aan de bedrijfscultuur
• Verdere ontwikkeling van opvolgingsinstrumenten
3.2.2. De strategische doelstellingen: synthese en doelstellingen
3.2.2.1 Binnen het domein van veiligheid en leefbaarheid
Zoals reeds in hoofdstuk twee binnen het kader van de scanning en analyse besproken werd,
consulteerden we bronnen uit drie verschillende categorieën om het domein van veiligheid en
leefbaarheid in kaart te brengen. Het betreft gegevens afkomstig van objectieve bronnen,
gegevens afkomstig van subjectieve bronnen en prioriteiten bepaald door de bestuurlijke en
gerechtelijke overheden. In de argumentatiematrix vindt u een overzicht van deze drie grote
categorieën en een opsplitsing per bron (cf. bijlage 3).
Op basis van een uiteenzetting over de analyse en contextualisatie van de gegevens uit de
geraadpleegde bronnen, weerhielden de leden van de zonale veiligheidsraad onderstaande
fenomenen.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
90.
1. Aanpak van verkeersongevallen met lichamelijk letsel
Motivatie :
- Zie ongevallenanalyse: gunstige trend, doch dient bewaakt te worden.
- Bevraging sleutelfiguren (vnl. overdreven en onaangepaste snelheid)
- Lokale veiligheidsbevraging
- Resultaten buurtbevragingen (vooral snelheid en parkeren).
- Bevraging korps
- Signalen uit wijkwerking
- BBC
- Beleidsprioriteit PdK
- Vraag DirCo (werken aan federale prioriteiten)
- NVP 2012-2015
Doelstellingen :
- Periodiek analyseren van verkeersongevallen met lichamelijk letsel en verkeersongevallen
met materiële schade. Signaalfunctie naar de bevoegde overheden.
- Geïntegreerd aanpakken gedetecteerde problemen – overleg hierover binnen
multidisciplinaire werkgroep ad hoc – uitwerken maatregelen op maat op vlak van :
• handhaving
• infrastructuur
• communicatie/ sensibilisering
• educatie
• nazorg
- Werken rond federale prioriteiten:
• overdreven snelheid
• rijden onder invloed van alcohol en drugs
• GSM-gebruik achter het stuur
• het niet dragen van de gordel en het niet gebruiken van kinderzitjes
Ook aandacht voor gevaarlijk en hinderlijk parkeren.
- Prioritaire doelgroepen hierbij zijn zwakke weggebruikers en tweewielers in het bijzonder
(fietsers, bromfietsers en motorrijders), jongeren en senioren en vrachtwagenbestuurders.
2. Drugs, georiënteerd naar jongeren
Motivatie :
- PCS maar minder relevant want eerder resultaatsindicator.
- Zonaal politioneel veiligheidsbeeld
- Bevraging sleutelfiguren
- Bevraging korps.
- Signalen uit wijkwerking.
- Beleidsprioriteit PdK.
- Beleidsprioriteit DirCo en DirJud
- NVP 2012-2015
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
91.
Doelstellingen :
- Verstrekken van informatie/voorlichting.
- Preventief en repressief optreden.
- Afspraken maken met partners, teneinde de drugsoverlast op bepaalde plaatsen te
beperken.
- Integrale aanpak van vroeggebruikers; streven naar een zo vlug mogelijke hulpverlening
met feedback naar het parket.
- Signaalfunctie naar de overheden.
3. Inbraken in gebouwen
Motivatie :
- PCS
- Zonaal politioneel veiligheidsbeeld
- Bevraging sleutelfiguren.
- Lokale veiligheidsbevraging
- Bevraging korps
- Signalen uit de wijkwerking
- Beleidsprioriteit PdK.
- Beleidsprioriteit DirCo
- Beleidsprioriteit DirJud.
- NVP 2012-2015
Doelstellingen :
- Preventieve maatregelen: geven van technopreventief advies, sensibiliseren (affiches,
folders, persartikels, … ), preventieve terreinacties.
- Toezicht, georiënteerd naar inbraken door toezichtploegen en gemeenschapswachten
- Meewerken aan suprazonale acties en initiatieven, gecoördineerd door de federale politie
- Onderzoek van gepleegde feiten.
- Nazorg voor slachtoffers van inbraken.
4. Fiets- en bromfietsdiefstallen
- PCS
- Zonaal politioneel veiligheidsbeeld
- Bevraging sleutelfiguren.
- Lokale veiligheidsbevraging
- Buurtbevraging
- Bevraging korps
- Signalen uit de wijkwerking
Doelstellingen :
- Preventieve maatregelen : sensibiliseren (affiches, folders, persartikels, … ), preventieve
terreinacties, fietsregistratie
- Toezicht, georiënteerd naar (brom)fietsdiefstallen door toezichtploegen en
gemeenschapswachten
- Onderzoek van gepleegde feiten.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
92.
5. Aanpak van overlast
Motivatie :
- PCS: vernielingen.
- Zonaal politioneel veiligheidsbeeld
- Aantal signalen i.v.m. overlast
- Aantal opgestelde GAS-dossiers
- Bevraging sleutelfiguren
- Resultaten lokale veiligheidsbevraging
- Resultaten buurtbevraging.
- Signalen uit wijkwerking
- Bevraging korps
- NVP 2012-2015
- BBC (fuiven en uitgaan).
- Aandachtspunt DirCo (op specifieke plaatsen samenwerken met de federale politie).
Doelstellingen :
- Aanpak van overlastproblemen in bepaalde buurten
- Aanpak van individuele sociale problemen die tot overlast leiden in de buurt
- Aandacht voor ‘hangjongeren’ op locaties waar dit kan leiden tot overlast. In het kader van
het project Saferail wil de politie ism partners de overlast van hangjongeren in stations en
op treinen bv. grondiger aanpakken.
6. Milieu-inbreuken
Motivatie :
- Cijfers (meldingen en PV’s – administratieve verslagen) inzake geluidsoverlast en
sluikstorten
- Bevraging sleutelfiguren
- Lokale veiligheidsbevraging
- Buurtbevraging
- Signalen uit wijkwerking
- BBC
- Beleidsprioriteit PdK (illegale afvalzwendel)
Doelstellingen :
- Aanpak geluidsoverlast door :
• Opvolgen van klachten/meldingen inzake geluidsoverlast.
• Preventieve acties/maken van afspraken met organisatoren van manifestaties en
uitbaters van bepaalde herbergen.
• Maken van afspraken met partners inzake aanpak dossiers en uitvoeren protocol
milieu
• Sensibiliseren via de pers.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
93.
- Aanpak sluikstorten door :
• Opvolgen van klachten/meldingen inzake sluikstorten.
• Preventieve acties - toezicht.
• Maken van afspraken met partners inzake aanpak dossiers en uitvoeren protocol
milieu
• Maken van afspraken met organisatoren van manifestaties.
• Sensibiliseren via de pers.
• Opvolgen bedrijfsmatige afvalzwendel
7. Geweld binnen het gezin gekoppeld aan problematische opvoedingssituaties (POS)
Motivatie :
- PCS
- Zonaal politioneel veiligheidsbeeld
- Aantal kantschriften van het parket inzake POS.
- Achter heel wat dossiers MOF (als misdrijf omschreven feit) inzake drugs, diefstal …
waarbij jongeren betrokken zijn, schuilt een POS.
- Bevraging sleutelfiguren
- Bevraging korps
- BBC
- Beleidsprioriteit PdK.
- Beleidsprioriteit DirCo
- NVP
Doelstellingen :
- Actief opsporen POS met het oog op vroegdetectie
- Optimaliseren van werkprocessen met interne en externe partners inzake POS
- Opvolgen van de toepassing van de COL 3-4 m.b.t. IFG
- Opvolging van de toepassing van de PLP 41 met o.a. toepassen spijbelactieplan.
Vanaf 1/1/2014 zal voor Vlaanderen het decreet betreffende de Integrale Jeugdhulp gelden. Het
decreet wordt toegepast op dossiers POS binnen de vrijwillige hulpverlening.
Het gerechtelijk arrondissement Dendermonde wordt als pilootproject beschouwd en zal vanaf
1/2/2013 de nieuwe principes binnen zijn werking integreren. Het hulpverleningslandschap wordt
vertekend wat zijn gevolgen heeft op de werking van politie en justitie m.b.t. de opvolging van
POS-dossiers.
Aandachtspunten uit het ZVP 2009 – 2012 die niet meer weerhouden worden om volgende
redenen:
- Verkeersongevallen met stoffelijke schade
• Problematiek wordt mee behandeld in het verkeersactieplan, doch er wordt geen
klemtoon gelegd op dit fenomeen. Analyse van de resultaten wordt meegenomen
in de beeldvorming en de signaalfunctie naar de bevoegde overheden worden wel
weerhouden.
• Geen zicht op “ dark number “.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
94.
- Winkeldiefstallen
• Dalende trend laatste jaren; geen echt probleem vergeleken in een ruimere context.
• Middenstandsraad geeft dit aan als probleem; UNIZO niet.
• Problematiek wordt verder opgevolgd, maar binnen de routinewerking.
- Gauwdiefstallen
• Dalende trend laatste jaren; geen echt probleem vergeleken in een ruimere context.
• Problematiek wordt verder opgevolgd, maar binnen de routinewerking.
- Terrorisme
• Wordt niet meer weerhouden als aandachtspunt, gezien zich binnen dit domein
weinig problemen stellen in de PZ Dendermonde.
• Aandacht voor signalen die mogelijks wijzen op extremisme en terrorisme wordt wel
weerhouden binnen de routinewerking.
- Aanpak van hondenpoep.
• Opgenomen bij de GAS-inbreuken.
• Problematiek wordt verder opgevolgd, maar binnen de routinewerking.
Aanpak van fenomenen binnen een samenwerkingskader met partners.
- Intrafamiliaal geweld.
• Zie project “ partnergeweld “.
• Geborgd binnen de routinewerking.
- Illegale immigratie/schijnhuwelijken.
• Zie afspraken hierover met de dienst bevolking en het parket.
• Geborgd binnen de routinewerking.
- Stedenbouwkundige overtredingen
• Bestendigen goede werking protocol stedenbouw en samenwerking met andere
diensten in het kader van gecoördineerde acties (dienst groen en natuur en
milieudienst)
• Problematiek wordt verder opgevolgd, maar binnen de routinewerking.
- Projecten van FGP (geïntegreerde politie), waarin de zone zich inschreef :
• Informaticacriminaliteit – basiscursus voor de medewerkers.
• Drugs – aanpak van cannabisplantages.
• Inbraak – uitwerken en opvolgen draaiboek.
• Detectie van mogelijke financiële delicten.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
95.
Fenomenen, als prioriteit weerhouden in het NVP en niet weerhouden in het ZVP –
motivatie.
- Ernstige geweldsmisdrijven
Ernstige geweldsmisdrijven komen in Dendermonde niet frequent voor. Indien dit toch het
geval is, worden deze zaken behandeld door de lokale recherche en krijgen op die manier de
nodige aandacht. De aanpak van dit fenomeen wordt bijgevolg voorzien binnen de
routinewerking. Er is geen behoefte om hierover een apart actieplan te schrijven.
- Straatcriminaliteit
Ernstige vormen van straatcriminaliteit (bvb jongerengeweld op straat, steaming, … ) komt
slechts zelden voor in Dendermonde. Indien zich feiten voordoen, worden deze aangepakt
door de recherche. Indien vereist, wordt gedurende een bepaalde periode verscherpt toezicht
gehouden op de plaats waar zich de feiten voordeden. Bijgevolg is het hier evenmin nodig een
apart actieplan uit te werken; de aanpak van dit fenomeen is voorzien binnen de
routinewerking van het korps (recherche en organiseren toezicht).
- Ernstige vormen van financiële criminaliteit
Het gaat hier om een prioritair fenomeen voor de federale politie (cf. omzendbrief van het
college van Procureurs-generaal Col 2/02 en de afsprakennota op arrondissementeel niveau
tussen het parket, de federale politie en de korpschefs van de lokale politie ).
Binnen de recherche van de lokale politie Dendermonde werden 2 personeelsleden gevormd
met het oog op het onderzoek inzake economisch-financiële dossiers, doch het gaat hier dan
ook om minder zwaarwichtige en niet complexe dossiers.
- Ernstige informaticacriminaliteit
Het gaat hier om een prioritair fenomeen, toegekend aan de federale politie (cf. omzendbrief
van het college van Procureurs-generaal Col 2/02.
- Zware milieucriminaliteit
Het gaat hier om een prioritair fenomeen, toegekend aan de federale politie (cf. omzendbrief
van het college van Procureurs-generaal Col 2/02.
De lokale politie Dendermonde werkt wel mee aan deze prioriteit door periodiek controles te
organiseren, gericht naar illegale afvaltransporten over de weg.
- Mensenhandel en mensensmokkel
Het gaat hier om een prioritair fenomeen, toegekend aan de federale politie (cf. omzendbrief
van het college van Procureurs-generaal Col 2/02.
De lokale politie Dendermonde werkt wel mee aan deze prioriteit door periodiek controles te
organiseren in (op dit gebied) risicosectoren (restaurants van vreemde origine, nachtwinkels,
belwinkels, … ).
Zoals reeds beschreven in 2.3.3.4 (aandachtspunten van de gerechtelijk directeur) engageert de
politiezone Dendermonde zich om samen met de FGP Dendermonde te werken rond
cannabisplantages en rondtrekkende dadergroeperingen (inbraken).
Tevens worden sensibiliseringssessies georganiseerd met het oog op het vaststellen van signalen
die wijzen op mogelijke financiële misdrijven; alsook een (basis)opleiding inzake
informaticacriminaliteit.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
96.
3.2.2.2 Binnen het domein dienstverlening en werking
Om de vooropgestelde doelstellingen te bereiken (optimaal uitvoeren van de basisfunctionaliteiten
en het realiseren van de hierboven voorgestelde prioriteiten met aandacht voor kwaliteit,
doeltreffendheid en efficiëntie), is het van belang dat de lokale politie Dendermonde zodanig
georganiseerd is dat de realisatie van deze doelstellingen ook kan gehaald worden.
Refererend naar de scanning en analyse – punt 2.4, worden de hierna voorgestelde doelstellingen
in het domein van de dienstverlening en de werking vooropgesteld.
Gezien een politiekorps echter een ‘levende organisatie’ is, zullen deze doelstellingen constant
moeten geëvalueerd worden en, indien nodig, verfijnd of aangevuld. Een permanente opvolging en
bijsturing is bijgevolg nodig. De hier weergegeven doelstellingen moeten derhalve gezien worden
als items die bij de aanvang van de uitvoering van het zonaal veiligheidsplan zullen uitgewerkt
worden, maar (bijna met zekerheid) nog zullen evolueren tijdens de komende 4 jaar. Het valt te
verwachten dat ook nog aan andere aandachtspunten, die nu niet geïnventariseerd zijn, zal
moeten gewerkt worden.
Als ‘rode draad’ in dit domein zouden wij trouwens de permanente zorg voor verbetering van de
werking en de bedrijfsvoering van de zone als een bewuste strategische optie naar voren willen
schuiven. Iedereen, en vooral de leiding, moet er van doordrongen zijn om steeds beter te (willen)
doen (dit is trouwens een hier onder weergegeven werkpunt). Disfuncties zullen dan ook
aangepakt worden. Bedreigingen (in de mate van het mogelijke) geminimaliseerd of weggewerkt.
Maar tevens zal gebruik gemaakt worden van opportuniteiten die zich aandienen om verder te
evolueren.
In die zin zal er dan ook doorgegaan worden op de ingeslagen weg van constant verbeteren en
streven naar kwaliteit in het werk bij toepassing van de principes van de filosofie van de
gemeenschapsgerichte politiezorg.
De weerhouden doelstellingen zijn:
Werken aan aandachtspunten die gedetecteerd werden n.a.v. het maken van de analyse in
het kader van de omzendbrief CP3.
Realiseren van een ‘controleomgeving’ in de zin van de CP3 (beheersen van risico’s voor
het realiseren van de vooropgestelde doelstellingen).
Basisvoorwaarden voor het uitwerken van een controleomgeving zijn :
- Er bestaat een gedragen gedragscode binnen de organisatie.
- De taken zijn omschreven. De opleidingen zijn gericht op competentieontwikkeling.
- Er bestaat een toezichtsysteem.
- Er bestaat een gedragen organisatiebeheerssysteem, waarbij de voorbeeldfunctie
vooropgesteld wordt.
- Cruciale functiescheidingen zijn ingebakken in de structuur (Vb. i.v.m. aankoopbeleid,
financieel beheer, … ).
- Verantwoordelijkheden en delegaties zijn goed omschreven.
- Selectieprocedures van het personeel zijn afgestemd op de doelstellingen van de
organisatie.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
97.
In het korps werd op de diverse hierboven vermelde vlakken reeds heel wat gerealiseerd. Er zal
echter nagegaan worden of dit kader niet kan verfijnd/aangevuld worden.
Oprichten van werkgroepen om in de domeinen die als gevoelig gedetecteerd werden, de
situatie verder te analyseren en aanbevelingen te formuleren.
Domein bedrijfscultuur :
- Werkgroep i.v.m. deontologie en integriteit : hoe de optimale naleving van de deontologie
binnen het korps maximaal waarborgen ?
Domein kwaliteit :
- Werkgroep i.v.m. het integreren van permanente aandacht voor kwaliteit binnen de
bedrijfscultuur. Motiveren van medewerkers om steeds kwalitatief werk te leveren.
Domein werkprocessen :
- Werkgroep i.v.m. de doorverwijsfunctie binnen het onthaal en werking onthaal.
- Werkgroep i.v.m. het opstellen van kwaliteitsvolle PV’s.
- Werkgroep i.v.m. het uitwerken van een handleiding voor het uitvoeren van de rol
“middenkader van dienst binnen de afdeling interventie” .
Werken aan de bedrijfscultuur
Wil men werken volgens de principes van de gemeenschapsgerichte politiezorg (GGPZ) in de
politiezone, dan is de afstemming van de bedrijfscultuur op de GGPZ een noodzaak.
Een aantal waarden en begrippen staan centraal in de GGPZ, zoals :
- Zichtbaar en aanspreekbaar zijn
- Proactief werken
- Kwaliteit leveren
- Integriteit
- Voorbeeldfunctie
- Empatische ingesteldheid
- Neutraliteit
- Objectiviteit
- Controle/rekenschap afleggen
- Probleemoplossend werken
- ….
Er zal verder aan de bedrijfscultuur gewerkt worden door o.a. :
- Opleidingen, georiënteerd naar de attitude van de medewerkers (verder zetten van lopende
opleidingstrajecten).
- Hanteren van een gepaste ‘coachende’ leiderschapsstijl door leidinggevenden. Werken
rond de stijl van leidinggevenden.
- Verder uitvoeren van de klachtenanalyse en trekken van lessen uit de klachten.
- Werken rond deontologische thema’s op basis van ontvangen klachten tijdens
personeelsvergaderingen, opleidingssessies.
- Aandacht tijdens sessies geweldbeheersing voor gebruik minimaal geweld en desescalatie
van (geweld)incidenten.
- Medewerkers aanzetten tot het nemen van initiatief om maximaal problemen op te lossen
die op hun niveau kunnen opgelost worden (empowerment)..
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
98.
Verdere ontwikkeling van opvolgingsinstrumenten
Opvolgingsinstrumenten zijn belangrijk om disfuncties op te sporen. In de zone bestaan reeds heel
wat opvolgingstools; de vraag die zich stelt is of dit palet niet moet uitgebreid worden. Concreet
wordt gedacht aan :
- Meten van de werklast in de diverse afdelingen. Het maken van afspraken om
piekbelastingen op te vangen.
Inzonderheid zal de werklast van de wijkagenten bekeken worden met de bedoeling om
meer ruimte vrij te maken voor het aanpakken van kleine problemen in de wijk.
- Opstellen meer stuurborden i.v.m. functioneren van het korps.
Actueel bestaan reeds verschillende stuurboren (o.a. i.v.m. resultaten projectwerking,
aantal en spreiding in de tijd van de interventies en gebeurtenissen, vatting van data in de
ANG, werklast recherche en wijkwerking, …
Er zal nagegaan worden of niet bijkomende stuurborden moeten ontwikkeld worden.
Gedacht wordt o.a. aan stuurborden in het domein van het klachtenmanagement,
opleidingen, …
- Ontwikkelen van individuele prestatie-indicatoren.
Er zal nagegaan worden in welke mate individuele stuurborden kunnen ontwikkeld worden
gericht op het opvolgen van individuele prestaties.
- Verder uitwerken controlesysteem op gebruik korpsmateriaal.
- Verfijnen taakafbakening met bepaalde sleutelpartners (zoals bijvoorbeeld bepaalde
stadsdiensten) en beter opvolgen/evalueren van de samenwerking.
- Verfijnen/bijsturen dienstregeling voor de afdeling interventie.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
99.
HOOFDSTUK 4: HET COMMUNICATIEBELEID
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
100.
4.1. Externe communicatie
4.1.1. Te trekken lessen over de externe communicatie van het politiebeleid 2009-2012
Op het vlak van externe communicatie maakten wij gebruik van verschillende communicatie-
kanalen (mondelinge, schriftelijke, elektronische en audiovisuele) om feedback te geven over het
gevoerde politiebeleid en verantwoording (accountability) af te leggen aan bestuurlijke en
gerechtelijke overheden en aan de bevolking. Wij vonden het een meerwaarde om informatie via
diverse kanalen te verspreiden daar dit draagvlak creëerde voor de acties die we organiseerden in
uitvoering van de diverse actieplannen, de bevolking informeerde en sensibiliseerde.
Om externe communicatie ook bij de personeelsleden onder de aandacht te brengen werd dit in de
korpsvisie geïntegreerd onder ‘permanente open communicatie’. Hierin staat beschreven dat het
binnen het luik van de externe communicatie niet enkel gaat om het verstrekken van objectieve en
correcte informatie aan lokale overheden en de bevolking maar ook om het respecteren van
discretie (bvb beroepsgeheim).
Er werd een communicatieplan uitgeschreven inzake interne en externe communicatie (cf. bijlage
5).
Bepaalde aspecten blijven echter voor verbetering vatbaar en moeten verder bewaakt worden. Uit
de voorbije jaren blijkt dat hierbij best aandacht besteed wordt aan:
• Betere afstemming van de boodschap op de gekozen kanalen. Afhankelijk van de doelgroep
en de aard van de boodschap kan het meer of minder aangewezen zijn om bepaalde media in
te schakelen. Zo blijkt de audiovisuele media logischerwijs meer geïnteresseerd in een verhaal
met beeldwaarde (preventieve of repressieve actie op het terrein) dan in een persconferentie in
een vergaderzaal waarbij de resultaten van de verschillende beleidsprioriteiten geduid worden.
Naar de toekomst toe dienen we hier meer aandacht aan te besteden, meer te differentiëren
en in te spelen op de specifieke behoeften van de diverse media om de gewenste boodschap
te laten opnemen.
• Opstellen van een actieplan met communicatieacties per onderwerp (bvb campagne veilig naar
school). Met het oog op een efficiënte communicatie is het aangewezen om een boodschap
tegelijkertijd langs meerdere kanalen te verspreiden (website, persconferentie, artikel in
stadsmagazine, uitgeschreven persnota,…).
• Taalgebruik: het vermijden van vakjargon en het taalniveau aanpassen aan dit van de
doelgroep die we voor ogen hebben.
• Continuïteit van de informatie en deze op eigen initiatief verspreiden. Bij het ter beschikking
stellen van resultaten van acties/campagnes wordt soms te weinig aandacht besteed aan de
opvolging, zeker als de acties enkele maanden lopen (bvb preventieve acties fietsverlichting).
Daarenboven zouden we nog meer initiatief moeten nemen om op geregelde tijdstippen
informatie te verspreiden om alle belanghebbenden te bereiken.
• Uitwerken van een visie m.b.t. het gebruik van sociale media.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
101.
De zone beschikt over een facebookpagina en een twitteraccount. Deze worden momenteel
gebruikt in één richting, namelijk voor het mededelen van informatie en niet om meldingen of
aangiften te doen of om discussies te voeren.
De boodschappen worden aangeleverd door alle afdelingen. Deze toepassing kan ook gebruikt
worden bij rampenplannen.
Het is de bedoeling om deze visie verder uit te werken en te vertalen naar een concreet plan
van aanpak en te integreren in het communicatiebeleid van de zone.
• De website van de zone is nu geïntegreerd in de website van de stad Dendermonde.
Het is echter de optiek dat alle politiewebsites er analoog zouden uitzien op termijn. De zone
zal zich hierop inschrijven en de website aanpassen.
4.1.2. Intenties betreffende de externe communicatie van het politiebeleid 2014-2017
Om erover te waken dat we alle belanghebbenden bereiken, geven we de geplande
communicatieacties m.b.t. communicatie over het ZVP, de actieplannen en evaluaties schematisch
weer. Heel wat werd reeds gerealiseerd en zal ook in uitvoering van dit plan blijven bestaan.
Daarnaast zullen er ook een aantal bijkomende initiatieven genomen worden. In onderstaande
tabel vindt u een opsomming van de communicatieacties, waarbij (R) staat voor realisaties en (I)
voor intenties.
BELANGHEBBENDE REALISATIES (R) EN INTENTIES (I)
Bestuur en financiers (overheden en opdrachtgevers)
o Bespreking van het ZVP tijdens ZVR ter goedkeuring en
verspreiding onder de leden ervan. (R)
o Mededelen van het goedgekeurde ZVP aan de gemeenteraad.
(I)
o Jaarlijkse feedback over de genomen initiatieven in uitvoering
van de diverse actieplannen en een weergave van de
behaalde resultaten aan de leden van de zonale
veiligheidsraad door de projectcoördinatoren. Tussentijdse
vergaderingen en event. bijsturing van actieplannen. (R)
o Toelichting van de krachtlijnen van het ZVP en de behaalde
resultaten aan de gemeenteraadscommissie. (R)
o Wekelijks overleg tussen de korpschef en de burgemeester.
(R)
Partners – sleutelfiguren
o Overlegplatforms (met de schooldirecties van de lagere en
secundaire scholen, buurtcomités,..): regelmatige bijeen-
komsten waarbij we de partners op de hoogte brengen van
vooropgestelde acties en feedback geven over de behaalde
resultaten. (R)
o Jaarverslag waarbij volledig hoofdstuk gewijd is aan de
verwezenlijking van de strategische doelstellingen. (R)
Partners – politiezones
o Overleg tussen de korpschefs van de regio Schelde en de
dirco. (R)
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
102.
Maatschappij
o Publicatie van de nieuwe strategische doelstellingen in het
Stadsmagazine (stedelijk informatieblad): maandelijks artikel
met stand van zaken + follow-up (feedback over het gevoerde
beleid; zowel actiepunten als behaalde resultaten) en/of
sensibilisatie. (I)
o Uitgeschreven persnota’s, telefonische en mondelinge
contacten met regionale pers (geschreven en audiovisuele),
persconferenties om het gevoerde beleid/acties verder toe te
lichten. (R & I) o Website: publicatie van het ZVP 2014-2017 en de
jaarverslagen op de vernieuwde website, gelinkt aan deze van
de stad Dendermonde + streven naar een actuele inhoud. (I)
o Reportages op regionale en stadstelevisie Dendermonde om
politiegerelateerde items in de kijker te brengen. (R & I)
o Terugkoppeling naar de strategische doelstellingen en de
behaalde resultaten tijdens evenementen en educatieve
projecten (bvb verkeersdagen) (R & I)
o Voordrachten over het gevoerde beleid (bvb
verkeersveiligheid) (R & I) o Gebruik van sociale media (Twitter en Facebook) (R & I)
Met het oog op een laagdrempelige en efficiënte externe communicatie blijven het onderhouden
van goede relaties met de pers en het verhogen van de betrokkenheid van de burgers t.o.v. het
beleid belangrijke doelstellingen. Het belang van een goede (externe) communicatie in het kader
van een gevoerd veiligheidsbeleid kan immers moeilijk overschat worden. Communicatie is
belangrijk om op het veiligheidsgevoel in te spelen, informatie over bepaalde tendensen te
verstrekken of acties te duiden en toe te lichten, waardoor meer draagvlak kan ontstaan voor het
veiligheidsbeleid en wat wervend werkt m.b.t. het gewenste engagement van de burgers.
Binnen de zone is het voeren van een goede communicatie dan ook één van de belangrijkste
prioriteiten.
4.2. Interne communicatie
4.2.1. Te trekken lessen over de interne communicatie van het politiebeleid 2009-2012
Met het besef in het achterhoofd dat interne communicatie een kritieke succesfactor is voor het
optimaal functioneren van een organisatie in het algemeen en van een politiedienst in het
bijzonder, werden tijdens de voorbije jaren verschillende initiatieven genomen. Een efficiënte
interne communicatie is belangrijk bij het werken aan de bedrijfscultuur volgens de filosofie van de
gemeenschapsgerichte politiezorg. Door een goede interne communicatie verloopt de werking
binnen het korps vlot wat uiteindelijk bijdraagt tot een betere dienstverlening aan de bevolking.
Het communicatieplan van de zone bevat dan ook een luik over de interne communicatie (cf.
bijlage 5)
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
103.
Een aantal aandachtspunten dienen vermeld:
• Optimaliseren van de informatieserver. De informatieserver is een databank die de meest
belangrijke en courant gebruikte regelgeving over diverse items weergeeft. Het is in feite
een digitaal naslagwerk dat door alle leden van het korps op de pc’s binnen het korps kan
bekeken worden. Uiteindelijk is het de bedoeling om aan de hand van een trefwoord de
meest relevante informatie over een topic (bvb geluidsoverlast) op te zoeken. De
verkregen informatie kan afkomstig zijn van bronnen zoals het zonaal veiligheidsplan,
interne nota’s, interventiegids terrein van de federale politie, interventiezakboekje van de
politie Gent, het nieuw stedelijk politiereglement, jaarverslag, projectwerking enz.
De informatieserver blijkt echter niet optimaal geconsulteerd te worden. Er zal getracht
worden door hem gebruiksvriendelijker te maken (door o.a. een betere structuur te
voorzien, zoekmogelijkheden, meer garanties inzake updating, …).
• Daarnaast dient er ook gewaakt te worden over de ‘informatieparadox’: welke nuttige en
noodzakelijke informatie wordt verspreid zonder dat de medewerkers ‘overspoeld’ worden
met informatie (die niet meer gelezen wordt en haar effect mist).
• Het verbeteren van het onthaal van de nieuwe medewerkers of stagiairs in het korps, is een
werkpunt. Het gaat dan niet alleen over communicatie, maar ook over het zo vlug mogelijk
verstrekken van alle benodigde uitrustingstukken, toegang geven tot ICT-toepassingen, …
4.2.2. Intenties betreffende de interne communicatie van het politiebeleid
BELANGHEBBENDE REALISATIES (R) EN INTENTIES (I)
Medewerkers
o Publicatie van het ZVP 2014-2017 en de actieplannen op het
intranet en een exemplaar ter inzage bij de verschillende
diensthoofden. (I)
o Jaarlijkse feedback over de genomen initiatieven in uitvoering
van de diverse actieplannen en een weergave van de
behaalde resultaten tijdens de personeelsvergadering. (R & I)
o Workshops over aspecten gerelateerd aan de
beleidsprioriteiten (bvb preventieve geluidsmetingen). (R & I)
o Informatieserver: streven naar een inhoud die up-to-date is.
Het ZVP is terug te vinden op de informatieserver (R & I)
o Publicatie van de jaarverslagen op het intranet. (R)
o Verspreiden van krantenartikels over de werking en gevoerde
acties van het korps n.a.v. persnota’s, persconferenties,
genomen initiatieven,… zodat personeelsleden op de hoogte
blijven. (R)
Het constant aanmoedigen van een open communicatie en het detecteren van en zo vlug mogelijk
inspelen op bijkomende communicatiebehoeften blijft een permanente zorg. Hierbinnen is zowel
een taak weggelegd voor de korpsleiding als voor alle personeelsleden.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
104.
HOOFDSTUK 5: GOEDKEURING VAN HET PLAN
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
105.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
106.
HOOFDSTUK 6: ACTIEPLANNEN EN PROJECTEN
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
107.
Tegen juli 2013 zal per strategische doelstelling binnen het domein van de veiligheid en
leefbaarheid een actieplan uitgewerkt worden en ter goedkeuring voorgelegd worden aan de
zonale veiligheidsraad.
Nadien zullen deze aan dit plan toegevoegd worden.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
108.
VERSPREIDINGSLIJST
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
109.
Het zonaal veiligheidsplan 2014-2017 van de lokale politie Dendermonde wordt bezorgd aan:
• De minister van Binnenlandse Zaken
• De minister van Justitie
• De burgemeester
• De schepenen
• De gemeenteraadsleden
• De procureur des Konings
• De Bestuurlijk Directeur-coördinator
• De Gerechtelijk directeur
• De Arrondissementscommissaris
• De directie van de relaties met de lokale politie
Het zonaal veiligheidsplan 2014-2017 wordt, overeenkomstig de wet op de geïntegreerde politie
(WGP), medegedeeld aan de gemeenteraad na de ministeriële goedkeuring ervan. Het ZVP wordt
tevens ter beschikking gesteld van alle medewerkers via de informatieserver en van alle
geïnteresseerden via de website van de lokale politie Dendermonde.
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
110.
BIJLAGEN
Politiezone Dendermonde Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017
111.
De documenten waarnaar in dit zonaal veiligheidsplan verwezen wordt, geven meer gedetailleerde
info over onderstaande onderwerpen. De geïnteresseerde lezer kan zich verder verdiepen in deze
materie aan de hand van de pdf-bestanden die op de CD-R of op de website van de lokale politie
Dendermonde (via www.dendermonde.be) terug te vinden zijn.
Bijlage 1 Analyse van veiligheid en leefbaarheid op basis van objectieve en subjectieve bronnen
Bijlage 2 Verkeersongevallenanalyse 2008-2009-2010
Bijlage 3 Argumentatiemode
Bijlage 4 Verduidelijking van terminologie uit de Visie - Missie - Waarden
Bijlage 5 Communicatieplan van de politiezone Dendermonde