PUM Magazine voorjaar 2011

28
����������������

description

PUM Magazine voorjaar 2011

Transcript of PUM Magazine voorjaar 2011

Page 1: PUM Magazine voorjaar 2011

���������������������

����������������������������

��������������������������

��������������������������������

������������������������������������������������

������������������������

�����������������������������������������������������

����������������������

Page 2: PUM Magazine voorjaar 2011

2 PUM Magazine voorjaar 2011

6

PUM Magazine is een uitgave van PUM Nether-

lands senior experts. PUM is sinds zijn oprichting

in 1978 uitgegroeid tot Europa’s grootste

‘uitzendbureau’ voor de inzet van professionele

vrijwilligers onder het motto ‘ondernemers voor

ondernemers’. PUM Magazine heeft een oplage

van 4500 exemplaren en wordt verspreid onder

experts, stafvrijwilligers en relaties van PUM.

Hieronder vallen sponsors, Nederlandse ambas-

sades, bedrijfsleven, media en andere geïnteres-

seerden.

Productie PUM Marketing en Communicatie

Tekst en redactieGabriëlle ten Bokkel Huinink, Dénise ten Bokum, Leo Enthoven, Karin Jensma, Kees van der Maas, Karin Overtoom, Frank Steverink, Corien Unger, Ans Tromp, Karin Verhaak, Bernard Wientjes.

Ontwerp en illustratieI DON/T BUY ITwww.idontbuyit.biz

Fotografi eDénise ten Bokum, Arenda Oomen, Jeroen Poortvliet, privébezit.

DrukDe Maasstad, Rotterdam

Bezuidenhoutseweg 122594 AV Den Haagt 070 349 05 55f 070 349 05 [email protected]

Volg ons op:

InhoudColofon

BROADCAST: Radio in Georgië & Mali

4Het gesprek met

Berry Marttin

Nieuwe keuzes,nieuwe kansen

Groot denken

12Albanië

18

Synergie:Oikocredit & PUM

23

Nieuwe lichting

11

Column

Beter broodvoor Haïti

20Geleerde lessen

in Rusland

26Thuisfront:

Sabine Vess in Peru

24

Voorwoord

3

PUM gaatvoor groen

10Naaimachines voor Rwanda

9

1614

En verder: ‘Social Media’, ‘PUMmers in de media’ en ‘Bijzondere omstandigheden’

Onze vrouw inAddis Abeba

22

Page 3: PUM Magazine voorjaar 2011

‘Een witte raaf in ontwikkelingsland’ heb ik PUM in het verleden wel eens ge-noemd, omdat praktische oplossingen en concrete resultaten er altijd voorop staan. Aan dat pragmatisme ligt een visie ten grondslag die verder gaat dan alleen de korte termijn. PUM-experts stimuleren zelfredzaamheid, maar introduceren en passant wezenlijke actuele onderwerpen als duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Staatssecretaris Knapen heeft met zijn verschuiving van sociale naar econo-mische ontwikkeling de deur wijd open gezet naar duurzame economische ontwikkeling. Dat vind ik een belangrijke stap, want ik ben van mening dat zonder economisch belang het Nederlandse bedrijfsleven niet grootschalig in ontwikkelingslanden aan de slag zal gaan. Deze koerswijziging biedt ook belangrijke kansen voor PUM.

Beter, schoner, eerlijkerNederland heeft minder ontwikkelde economieën veel te bieden. We hebben op een aantal terreinen wereldwijd een vooraanstaande positie, waar we niet moeten schromen Nederlands ondernemerschap en lokaal ondernemerschap samen te brengen. Dat is in ieders welbegrepen eigenbelang.

Nederlandse bedrijven brengen in opkomende markten over het algemeen hoogstaande normen met zich mee, die bijna altijd beter, schoner en eerlijker zijn dan de lokale normen. Duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen zijn niet voor niets vandaag de dag speerpunten van elke onder-nemer in ons land. In een andere context heb ik al eerder gepleit om met een brede inzet, van onder andere het PUM-programma, bij te blijven dragen aan verbetering van het ondernemersklimaat in minder ontwikkelde gebieden.

SynergieHet stopzetten van de subsidie van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie dwingt ons scherp te blijven en alternatieven te zoeken. We moeten kansen grijpen waar die zich voor doen. Wanneer het Nederlandse bedrijfsleven actiever wordt in ontwikkelingslanden, biedt dat ruimte voor synergie met PUM.

PUM kan zich in dat geval sterker dan voorheen profileren bij Nederlandse ondernemers. Er kunnen nieuwe samenwerkingsverbanden worden aan-gegaan. Netwerken kunnen worden versterkt. Zo ontstaat er een moderne ‘win-win-win’ situatie. Dit PUM Magazine staat vol verhalen die getuigen van visie en betrokkenheid over de grenzen heen. Ik wens u veel inspiratie en leesplezier toe.

Bernard WientjesBestuursvoorzitter PUM Netherlands senior experts /voorzitter Vereniging VNO/NCW

Welbegrepen eigenbelang

Bernard Wientjes introduceert het thema van deze editie van PUM Magazine: Visie.

Bernard Wientjes (1943): bestuursvoorzitter

PUM Netherlands senior experts, voorzitter

Vereniging VNO/NCW – beiden sinds 2005.

Voorwoord

Page 4: PUM Magazine voorjaar 2011

Thema Visie

BROADCAST! _ _ _ _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAsT

Muzikaal erfgoed en nieuwe muziek

In 2007 ging Hans Quant naar Tblisi, Georgië om de mo-gelijkheden voor een klassieke radiozender te onderzoeken. Het resultaat van zijn PUM-missie was de presentatie van een kansrijk plan met solide begroting. Daarna kreeg het vanuit Nederland gesteunde initiatief vleugels.

Het idee kwam van Sandra Roelofs, echtgenote van de president van Georgië en vanaf 2002 enkele jaren lokale vertegenwoordiger voor PUM in dat land. Zij legde bij de Nederlandse publieke omroep de eerste contacten voor medewerking. Al snel ontstond een lijntje naar Hans Quant, die vrijwilligerswerk voor PUM zou gaan doen na een loopbaan bij de Wereldomroep waarin hij de laatste zeventien jaar hoofd was van de muziekafdeling.

Rijk muzieklevenHans Quant ontdekte dat Georgië een rijk muziekleven kent. “Muziek hoort bij het dagelijks leven en is een aangeboren traditie. Iedereen kan in principe driestem-mig zingen. Het muzikale erfgoed en nieuwe muzikale ontwikkelingen, ook van buiten, toegankelijk maken voor een breed publiek, dat moest het fundament worden van het nieuwe radiostation.”

Twee PUM-missies besteedde Hans Quant, samen met de initiatiefnemers, aan het grondwerk voor dit culturele ontwikkelingsproject. De doelstelling secuur en direct beschrijven. Een sluitende begroting maken en licenties voor radiofrequenties verkrijgen. En natuurlijk: finan-ciering.

Liefde voor het vakRadio Muza is er gekomen. Een private culturele stichting is vaste sponsor voor drie ton in euro’s per jaar.De technische inrichting en het onderhoud van het station in Tbilisi en de tien lokale zenders elders in het land worden vanuit Nederland verzorgd. Na de PUM-missies stopte Hans Quant persoonlijk veel energie in budgettering, coaching, personeelsbeleid en interna-tionale contacten voor Radio Muza.

“Mijn hele werkzame leven ben ik gefascineerd geweest door muziek en techniek en nu kan ik m’n kennis, tijd en energie kwijt in een project dat me na aan het hart ligt. Geweldig om samen met enthousiaste mensen zo’n zender voor klassieke muziek uit het niets op te zetten.”

Hans Quant zette veertig jaar ervaring bij Radio Nederland Wereld-

omroep in om Georgië te helpen bij het opzetten van een radiostation

voor klassieke muziek, Radio Muza.

4 PUM Magazine voorjaar 2011

CI I

Sandra Roeloefs in gesprek met Hans Quant.

BROADCAST! _ _ _ _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAsT _ _

I

Page 5: PUM Magazine voorjaar 2011

Thema Visie

BROADCAST! _ _ _ _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAsT

Steeds een stapje vooruit

Eenvoudig waren ze niet, de twee PUM-missies die Legien Kromkamp ondernam naar een lokaal radio-station in Kayes, Mali. Wat zij er de eerste keer aantrof was depri-merend. Maar de subtiele manier waarop de radio- en tv-journaliste

en communicatieadviseur de problemen benaderde, viel in goede aarde. Haar persoonlijke verhaal.

Mission impossible“Na mijn eerste missie in 2010 voelde ik me hulpe-loos. De armoede, de weinige mogelijkheden die het kleine radiostation had om meer inkomsten te verwer-ven, - ik wist niet wat ik ermee aan moest. De presentatoren waren ongeschoold. Ieder had zijn etnische doelgroep, met eigen taal en eigen muziek. Er was geen samenhang. Mijn bezoek was bedoeld als fact finding missie. Welnu, de feiten spraken voor zich. PUM kon niet veel doen voor Radio Alliance FM.” “Maar ik had mijn steun toegezegd aan de directrice, mevrouw Coulibaly, en we onderhielden e-mailcon-tact. Ze schreef over groeiende samenwerking tussen de medewerkers, over wekelijkse besprekingen van thema’s voor de programma’s. Haar zoektocht naar informatie over besnijdenis van meisjes, de gevolgen van veel te vroege huwelijken, de ontwikkelingsachter-stand van vrouwen. Fysieke en geestelijke mishande-ling, de rechten van het kind van de VN,

toegang tot gezondheidszorg, family planning. Over dat alles wilde ze uitzendingen maken en discus-sies lostrekken.”

Doorzetten“Ik raakte onder de indruk van haar doorzettingsver-mogen. Na een half jaar was ik terug voor een vervolg-missie en stond paf: de studio was opgeruimd, alle aftandse apparatuur was verwijderd, de medewerkers droegen een t-shirt met het logo van Radio Alliance FM. Ze waren op elkaar ingespeeld en de presentatie-kwaliteit was met sprongen vooruit gegaan. Er was hoop op reclameopdrachten. Dankzij een donatie van PUM’s Hans Blankert Fonds kon er nieuwe apparatuur worden gekocht.”

“Toen ik wegging was de verbouwing in volle gang.De financiële planning klopte. Als ik over de grote markt naar de studio liep hoorde ik overal de jingles van Radio Alliance FM. Er moet nog steeds veel gebeu-ren. Maar de hulpeloosheid die ik voelde na de eerste missie is omgeslagen in optimisme en vertrouwen.”

ON AIR5PUM Magazine voorjaar 2011

I

I

Voormalig NCRV-presentatrice Legien Kromkamp ondersteunde de

vastberaden directrice van Radio Alliance FM, een lokaal radiostation

in Mali.

BROADCAST! _ _ _ _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAST! _ _ _ BROADCAsT _ _

I

Page 6: PUM Magazine voorjaar 2011

6 PUM Magazine voorjaar 2011

Het gesprek

Maatschappelijk verantwoord bankieren:

“We doen het omdat we er in geloven”

Ontwikkelingssamenwerking moet meer in samenwerking met het

bedrijfsleven. Het mag een nieuw uitgangspunt lijken, de Rabobank

vervult op dit gebied al jaren een voortrekkersrol. Thijs van Praag

ging in gesprek met Berry Marttin, lid van de Raad van Bestuur van

de Rabobank en verantwoordelijk voor Rabobank International.

Over bush bankers. De honger naar kennis en de dorst naar kapitaal.

En mogelijkheden voor samenwerking tussen PUM en de Rabobank.

6 PUM Magazine winter 2010

Page 7: PUM Magazine voorjaar 2011

7PUM Magazine voorjaar 2011

Berry Marttin blijkt PUM te kennen via een oom die PUM-expert was: “Hij is er zelfs Chinees voor gaan leren. Dan ging hij weer een tijd weg, dan kwam hij weer vol verhalen weer terug.” Bij de Rabobank is Berry Marttin verantwoordelijk voor de rural- en retailactiviteiten buiten Nederland. De bank richt zich op boeren en hun rurale gemeenschappen in belangrijke agrarische markten.

Expertise“We hebben activiteiten in Australië, Nieuw-Zeeland, Verenigde Staten, Brazilië, noem maar op. Daarnaast ben ik verantwoordelijk voor Rabo Development. Daarmee zijn we actief in ontwikkelingslanden waar de gemiddelde inwoner geen toegang heeft tot veilige betaalsystemen en waar bovendien een groot deel van de bevolking op het platteland leeft. Rabo Development wordt hier minderheidsaandeelhouder in lokale ban-ken. We leveren kapitaal, maar ook kennis en mensen. Zo ontwikkelen we banken zodat ze zich dienstbaar kunnen maken aan de vooruitgang van het land. Rabo Development ontwikkelt een bank verder met manage-mentexpertise, net als PUM, en met simpele dingen als computersystemen die hier misschien verouderd zijn, maar daar nog prima bruikbaar. “

Praktische oplossingen“We hebben ook banktechnologie voor mobiele te-lefoons ontwikkeld. In Tanzania zijn we de grootste in mobiel bankieren geworden. En als je kijkt naar Rwanda, daar zijn gebieden waar je geen bankgebouw kunt neerzetten omdat er geen elektriciteit is. Maar ze hebben er wel zonnepanelen waarmee ze hun mobiele telefoon kunnen opladen. En als je dan zo betalingen kan doen, in de bergen van Rwanda... Voor bepaalde landen zou ik heel graag de mogelijkheden met jullie bekijken. Het is voor ons erg belangrijk om zo relaties op te kunnen bouwen.”

Berry Marttin noemt een aantal ontwikkelingslanden waar de Rabobank minderheidsbelangen heeft in leidende retailbanken, zoals Tanzania, Rwanda. Mozambique. En Indonesië, ook een belangrijk ontwikkelingsland waar zowel PUM als de Rabobank actief is.

Thijs van Praag: “Jullie hebben daar geen last van de remmende voorsprong...”

BusinessplannenBerry Martin vertelt over de Rabo Foundation die het afgelopen jaar voor 26 miljoen euro aan projecten heeft gerealiseerd. Deze stichting biedt via coöperaties en

opleidingen infrastructuur aan in de landen waar Rabo Development actief is. “Banken ontwikkelen zich daar heel snel. Als je managers zou hebben die businessplannen voor de klanten van die banken zouden kun-nen schrijven, zou dat fantastisch zijn. Ik kan me voor-stellen dat PUM-experts daar kunnen helpen, dat we jullie kennis kunnen gebruiken.”

Thijs van Praag legt uit waarom financiering een chronisch probleem is bij de typische PUM-aanvrager - het ‘arm-lastige’ MKB in ontwikkelingslanden en opkomende markten. “De lokale financiering met zijn rentepercentages

van 25 of zelfs 30 procent, daar is hun business niet winstgevend genoeg voor. Onderpanden als grond of gebouwen zijn vaak niet voldoende of niet goed gere-gistreerd. Ze komen dus gewoon niet aan de noodzake-lijke financiering om de stap te maken, om te groeien of om in een, zeg maar, hogere divisie te voetballen.”

Financiering“We kijken naar mogelijkheden om naast kennis en expertise ook financiering naar ze toe te brengen. Het voordeel voor de financier zou zijn dat er een expert binnen is geweest die, met objectieve blik, een tweede antwoord kan geven op de vraag: ‘Waarom zou ik hier als financier in stappen?’ Die kan zeggen: ‘Dit bedrijf kan dit en dit, maar dat niet, maar je hebt er in elk geval een betrouwbare partner aan.’”

Thijs van Praag komt snel tot zijn vraag: “Zou de Rabobank daarin geïnteresseerd zijn?”

Berry Marttin: ‘Ik heb er helemaal geen problemen mee om daar over te praten. Kijk, we moeten wel praten over waar we dat kunnen doen.” Hij roept een beeld op van de bankier die bij de boer thuis aan de keukentafel praat over geld en zaken. Met koffie. En taart. “Zo ken ik het van vroeger. En zo doen we dat bij de Rabobank nog steeds.”

Het gesprek

Page 8: PUM Magazine voorjaar 2011

8 PUM Magazine voorjaar 2011

Het gesprek

The missing middleThijs van Praag: “Dat zijn de verbanden die PUM zoekt. We merken dat er naast een grote behoefte aan kennis bijna altijd behoefte aan financiering bestaat. Finan-ciering tussen 50.000 en een miljoen euro is wat onze doelgroep nodig heeft. We noemen het zelf ‘the missing middle’. Overal is microfinanciering en boven de miljoen is het ook geen probleem geld te krijgen. Juist in dat tussenstuk is het lastig. De Rabobank heeft de naam specifiek in deze groep geïnteresseerd te zijn, met name in de landbouw. Onze experts zouden daar de weg kun-nen wijzen.”

De Rabobank financiert kleine koffieboeren in bijvoorbeeld Tanzania met bedragen rond de 2000 Amerikaanse dollars, legt Berry Marttin uit. Dat maakt het verschil om uit de armoede te raken en ontwikkeling mogelijk te maken. Om kinderen naar school te laten gaan. Het zijn soms hele simpele dingen. Voor de Rabobank is het ontwikkelingsprogramma niet zozeer gelimiteerd door gebrek aan fondsen, als wel dat het moeilijk is goede mensen te vinden. Berry Marttin heeft het over bush bankers die flexibel zijn. Die aan de ene kant zero tolerance kunnen uitdragen maar aan de andere kant ook culturele sensitiviteit hebben.

InvesterenMaatschappelijk verantwoord ondernemen, vandaag de dag een buzz word, zit de Rabobank in de genen. Berry Marttin: “We doen het omdat we er in geloven. Dat is ook onze coöperatieve achtergrond. Als je kijkt hoe het hier rond 1890 was, zie je een zelfde situatie als nu daar. Een dorp in het binnenland, agrarisch, geen bank, niks. De maatschappij heeft zich georganiseerd om een be-taalsysteem op te bouwen, financieringsmogelijkheden te creëren. Wij zien het als onze taak als coöperatieve bank dit soort systemen ook daar op te bouwen.”

“Daar komt nog een ander punt bij, voor de Rabobank heel belangrijk. En paar jaar geleden hebben we gecon-cludeerd dat we problemen gaan krijgen met de voed-selvoorziening. Dat is geen verrassing. Er zijn een paar gebieden in wereld met ruimte voor groei. Zuid-Amerika. Jaar op jaar zie je daar grote groei. Het gebied rond de Zwarte Zee. Maar met name in Oost-Afrika zijn er nog veel mogelijkheden. Kenia, Ethiopië, Tanzania. Het gebeurt daar nu nog niet omdat dat boeren geen toegang hebben tot educatie, technologie, betaalsystemen. Dat gaat de komende 30, 40 jaar gebeuren. We denken bij te kunnen dragen aan agrarische productie in deze landen. Onze visie is dat we moeten investeren zodat die gebieden zich over 20, 30 jaar kunnen ontsluiten.

Dat is hard nodig voor de wereld. Je ziet dat de prijzen voor grondstoffen omhoog schieten...”

Thijs van Praag: “....dus moet je mechanismen ontwik-kelen om dat tegen te gaan.”

PilotEr wordt besloten verder te praten over een pilot, bij-voorbeeld in Tanzania of Rwanda. Voor PUM zou het niet de eerste keer zijn dat er wordt samengewerkt met een bank. In Marokko loopt een project met de land-bouwbank. PUM vliegt experts in voor groepen boeren die problemen hebben. De bank financiert liever boeren die zich hebben laten adviseren. Want het is bekend dat zonder die expertise de lening minder goed gaat lopen.

Thijs van Praag: “Het werkte daar heel goed.”

Berry Marttin is geboren en getogen in

Brazilië. Zijn Nederlandse ouders zijn in

1958 naar Brazilië geëmigreerd. “In de

buurt van Sao Paulo. Mijn vader is boer.

Hij heeft ook een fabriek voor landbouw-

werktuigen gehad. Ik ben bij de Rabo-

bank in Brazilië begonnen en heb mijn

hele carrière bij de bank opgebouwd, in

verschillende landen. Curaçao, Hong Kong,

Indonesië, Australië. En nu bijna zeven jaar

in Nederland.” De eerste vier jaar was hij

directievoorzitter van de Rabobank in

Amsterdam. Inmiddels is hij anderhalf jaar

lid van de Raad van Bestuur. Hij heeft retail-

bankieren buiten Nederland, Rabobank

Development en Rabobank Foundation in

portefeuille.

8 PUM Magazine voorjaar 2011

Page 9: PUM Magazine voorjaar 2011

9PUM Magazine voorjaar 2011

Het gesprek Actueel

Een missie houdt niet op bij terug-

komst in Nederland, bewijst PUM-

expert Tinus Uijtdehaag. Voor de

tweede keer organiseerde hij een

transport van naaimachines naar

Kigali in Rwanda.

In 2009 bezocht Tinus Uijtdehaag twee coöperaties van naaisters in Kigali. De meisjes en vrouwen, veelal we-duwen, voorzien door kleding maken in hun levenson-derhoud. Naaimachines zijn natuurlijk van groot belang voor deze vrouwen.

Weer thuis ging Tinus Uijtdehaag op zoek naar goede tweedehands naaimachines en kwam in contact met Van Vliet Naaimachines in Breda. Eigenaar Kees van Vliet stelde belangeloos tijd en medewerkers beschikbaar om oude naaimachines op te knappen. Eind 2009 zijn ruim 20 naaimachines naar Rwanda verzonden, eind 2010 volgden er nog eens 25. De transportkosten zijn betaald van een schenking van het Hans Blankert Fonds.

Kees van Vliet: “We hebben informatie over dit project op onze website gezet en krijgen daar veel leuke reac-ties op. In Nederland staan veel machines te verstoffen terwijl ze nog prima werken. Verkoop in het buitenland levert weinig op. Dan is Kigali een mooiere optie.

Hebt u een naaimachine staan (elektrisch

of een handmachine) die nog in goede

staat verkeert? Maak er iemand in Rwanda

gelukkig mee! Neem contact op met:

VAN VLIET [email protected]

telefoon 076-5216827

KIGALI

Het bericht dat een moeder dankzij een naaimachine genoeg geld verdient om haar dochter te laten studeren is voor mij één van de redenen om er mee door te gaan. We zijn nu een zending van zo’n 25 tot 30 naaimachines in orde aan het maken voor een school in Kigali.”

Page 10: PUM Magazine voorjaar 2011

10 PUM Magazine voorjaar 2011

Thema Kennisoverdracht

10 PUM Magazine winter 2010

Het aantal VROM-projecten loopt achter, constateerde Bertus van Heugten toen hij in 2009 aantrad als coördinator environmental projects PUM-VROM. Dus bedacht de expert waste management een plan.

De landencoördinator die de meeste milieuprojecten binnenbracht mocht rekenen op drie fl essen wijn, nummer twee zou er twee krijgen en nummer drie één. Niet zozeer de wijn als wel de publiciteit zou mensen motiveren, dacht Bertus van Heugten. Op gezette tijden mailde hij PUM-breed een tussenstand en inderdaad: in augustus waren er 22 projecten, eind 2009 was met 96 projecten het doel van 100 nagenoeg gehaald. In 2010 werd de wedstrijd her-haald en werden er zelfs 150 projecten gerealiseerd.

De projecten staan in het teken van energie, water, milieu, afvalverwerking, landbouw, natuurontwikke-ling en duurzaam bouwen. Grote winnaar in 2010 was Rob Harrems, die acht projecten wist te genere-ren, op de voet gevolgd door Frank Ong, Johan van den Berg en Arie Pronk. In 2011 verwacht Bertus van Heugten de 100 projecten ‘op zijn slofjes’ te halen. Daarom blijft de wedstrijd dit jaar uit. Intus-sen is het ministerie van VROM opgegaan in het ministerie van Infrastructuur en Milieu. De subsidie voor 2011 is veilig gesteld, voor 2012 komt er een nieuwe aanvraagronde.

Bertus van Heugten: “Met de subsidie van I&M kunnen we PUM weer wat groener en duurzamer maken. Goed lopende duurzame bedrijven liggen beter in de markt, trekken makkelijker medewerkers aan, kunnen makkelijker geld lenen en hebben min-der moeite zich ergens te vestigen en hun producten te verkopen. Dat is een wereldwijde trend, ook in ontwikkelingslanden.”

PUM gaat voor groen

CO2-compensatieOm PUM’s ‘ecologische voetafdruk’ zo neutraal mogelijk te maken zoekt PUM actief naar projecten die een positieve bijdrage leveren aan het milieu.

Met 2000 missies per jaar wordt er behoorlijk wat gevlogen door onze experts en die vliegreizen belasten het milieu. Een speciale werkgroep selecteert projecten die duurzame energie opwekken, energie besparen of uitstoot verminderen.

Een voorbeeld van zo’n mogelijk compensatieproject is het palmsuiker-project van de stichting Masarang van Willy Smits in Indonesië. Palmsuiker is in zijn visie milieuvriendelijker te produceren dan rietsuiker en kan kleine boeren een inkomen verschaffen. Op verzoek van Smits buigen PUM-experts zich over praktische problemen waar het palmsuikerproject mee te maken heeft.

Social MediaPUM is sinds enige tijd actief op het gebied van social media. Zo verspreiden we bijna dagelijks berichten via Twitter, hebben we een Facebook-pagina, een LinkedIn-groep en een YouTube-kanaal.

Op YouTube staat sinds kort weer een nieuwe videofi lm. Hierin wordt Annelies Kuijpers, PUM-expert voor de sector Horeca, gevolgd tijdens haar missie in Makassar, Indonesië. Leuk om aan mensen te laten zien die interesse hebben om expert te worden!

Via LinkedIn hebben zich inmiddels ruim 170 leden aangesloten bij de PUM groep. De groep functioneert als een platform waar bijvoorbeeld een PUM-expert, maar eigenlijk iedereen die in PUM geïnteresseerd is, nieuws kan uitwisselen of een oproep kan doen. Zo werd er onlangs een oproep gedaan voor een ICT-expert die een onderwijsmodule kan ontwikkelen voor een VEHICLE project in Tanzania. Daar wordt deze zomer een lokale IT-bachelor opleiding opgezet. Ook wisselen experts kennis en ervaring uit over hun missies en stellen ze elkaar op de hoogte van hun weblogs.

Nieuwsgierig geworden? Neem zelf een kijkje en klik op een van de vier social media iconen, rechtsonder op de homepage van www.pum.nl.

10 PUM Magazine voorjaar 2011

Actueel

Page 11: PUM Magazine voorjaar 2011

11PUM Magazine voorjaar 2011

Actueel

Nieuwe lichting

George van Vugt (61) horeca-expert, heeft zijn eerste missie al achter de rug: een ho-

tel in Kenia adviseren over zo’n beetje alle aspecten van de be-drijfsvoering. Hij liep ooit stage bij Wynand Vogel, nu hoofd-inspecteur van restaurantgids Lekker en PUM-expert. Via hem hoorde hij over PUM. Eerste in-druk? “Positief, een organisatie die zijn werk goed doet, al was de introductiebijeenkomst wel wat formeel.” Op de 4e Editie HorecaEvenTT Assen heeft George van Vugt recentelijk gelobbyd bij het Koksgilde om PUMmers te mogen werven. Een echte PUM-ambassadeur dus.

Robert Groeneboom (64) deed een HTS-opleiding werktuigbouw en raakte via werkgevers als DSM ge-specialiseerd in de kunststofindustrie. “Via collega’s en vrienden heb ik van PUM gehoord. Ik ben nog niet ‘buiten’ geweest en kijk uit naar mijn eerste missie,

dan kan ik er uit eigen ervaring meer over zeggen. Afrika spreekt me aan, daar zijn denk ik de grootste stappen te zetten. In Azië en Zuid-Amerika is toch meer kennis en techniek. Ik denk dat PUM kritisch moet kijken naar de output van een missie. Dat is nu heel actueel.”

Elk kwartaal ontvangt

PUM nieuwe experts

voor een introductie-

middag. We stellen een

aantal nieuwe gezichten

aan u voor.

Annbritt Olsson Lu-cas (58) hoorde van PUM via een vriend die ook expert is. “Ik heb restaurants

gehad en ben binnenhuisarchitect. Ik ben ook kok en geef kookles. Momenteel run ik een klein bedrijf als restaurantdokter.” De van oor-sprong Zweedse expert woont al 12 jaar in Nederland. Wat vindt ze van PUM? “Een geweldige organisa-tie. Internationaal goed vertegen-woordigd, vriendelijke mensen, bereidwillig om te helpen.” PUM trekt haar aan omdat ze iets terug wil doen. “Afrika zou daarom mis-schien wel een mooie uitdaging zijn.”

Alita van Wanrooij (50) is marketing-expert. “Ik geef trainingen en workshops, adviseer op het gebied van mar-keting en ondernemerschap en bied onderzoek en consul-tancy aan.” Eind maart vertrekt ze naar Jordanië op een

trainingsmissie voor lokale ondernemers. “Een mooie gelegenheid om de Arabische cultuur te leren kennen.” PUM zou zijn leeftijdscriterium wel iets mogen bijstellen, vindt ze: “Iemand met 20 jaar ervaring in een bepaalde branche is toch ook expert met een zekere senioriteit.”

Page 12: PUM Magazine voorjaar 2011

12 PUM Magazine voorjaar 2011

Thema Visie

Tegenwoordig werkt Pieter ter Steeg als consultant voor een divisie van CSM. Daarnaast is hij activist en zet hij zich in voor PUM. “Werken voor PUM is een inspirerende manier om iets van mijn kennis te delen, kennis die ik vrij beperkt kwijt kan.” Onlangs ging hij op een missie naar India. Een rijstproducent wilde onderzoeken of er mogelijkheden waren om snacks te maken met rijst als grondstof. Eenmaal aangekomen zag hij dat het bedrijf eigenlijk een stap te ver was met plannen voor snacks.

Eerst moest de basis op orde. Zo had de fabriek veel last van rijstkevers. Pieter ter Steeg leerde de mensen om schoner en meer gestructureerd te werken. “Door kleine handelingen kun je problemen verhelpen.” En passant stuitte hij op een veel groter probleem.

Heilig ongedierteIn India gaat jaarlijks 20 miljoen ton rijst verloren door ratten. Dat is voldoende voedsel voor 220 miljoen mensen.

groot denkenRatten in India eten de rijst van 220 miljoen mensen

Pieter ter Steeg is wetenschapper, kunstenaar en filosoof. Van origine

bioloog was hij bij Unilever wetenschapsleider Voedingsmicrobiologie

en -houdbaarheid wereldwijd. Hij kon zich niet verenigen met com-

merciële keuzes die de multinational maakte en is er in 2006 weggegaan

“vanwege ethische zaken. Iets te ver voor de troepen vooruit,” zoals hij

het kernachtig samenvat.

Thema Visie

Page 13: PUM Magazine voorjaar 2011

13PUM Magazine voorjaar 2011

Thema Visie

Een enorm probleem dus. Daar komt bij dat ratten voor sommige Indiërs heilig zijn en dat het doden van de dieren op ethische bezwaren stuit. Pieter ter Steeg: “Dat kun je oplossen door te zorgen dat de rijst niet klaar ligt voor ratten. Maar je kunt ratten ook met fe-romonen, lokstoffen, weglokken van de rijst. Je kunt ze dan op de plek waar ze naar toe gelokt worden anticon-ceptie of chemische castratie geven. De ratten kunnen dan doorleven, maar zonder zich voort te planten. Zo kun je zones rondom fabrieken creëren waar ratten in ouderdom sterven, tevreden, met een volle buik.”

Het lijkt te mooi om waar te zijn. Maar Pieter ter Steeg is niet alleen bevlogen en visionair, hij is vooral praktisch ingesteld en, zegt hij zelf: “lastig”. Om zijn visie op het rattenprobleem ingang te doen vinden, schakelt hij mensen uit zijn netwerk in, van de universiteit Wage-ningen tot Unilever, van DSM tot de Lions Club. “Ik heb in mijn netwerk geanalyseerd welke mensen ik moet aanspreken om kennis bij elkaar te brengen.” Langzaam maar zeker probeert hij de druk op te voeren op bedrijven die de kennis in huis hebben. Niet iedereen zit daar op te wachten, beseft hij: “Ik verstoor het regu-liere proces, waarin ieder zijn klusjes doet.”

Helicopter viewGrote problemen oplossen vraagt om denken buiten de gebaande paden en een helicopter view. “Er blijken heel vaak oplossingen te zijn, alleen zijn ze op een ander ter-rein ontdekt. Het probleem is dat mensen geïsoleerd in hun eigen veld werken en geen flauw benul hebben van wat er buiten hun gebied gebeurt,” zegt Pieter ter Steeg. Het malariaprobleem zou op soortgelijke wijze zijn op te lossen. “Gebruik lokstoffen, voeg een stof toe die de levenscyclus van de parasiet in de mug remt. Dat kanmet bio-afbreekbare confetti die je verspreidt met vlieg-tuigen. Je geneest de muggen van de parasieten en je reduceert het malariarisico.”

Ken uw zonden“Mijn levensmotto is streven naar duurzame kwaliteit. Hoe gaan we om met risico’s? Risico’s zijn zonden. Omdat we ons niet bewust zijn van onze zonden doen we steeds dingen fout, waar we uiteindelijk voor moeten boeten. In de islam is er een verbod op varkensvlees omdat daar vroeger een parasiet in zat waar je dood aan ging. In onze eigen maatschappij betalen we nu en later de rekening voor de drank- en tabaksindustrie. We kunnen ook kiezen voor vrijheid, met behoud van welvaart, tijd voor onze naasten en persoonlijke ont-plooiing.”

Met hulp van een bevriende professor uit Wageningen heeft Pieter ter Steeg zijn oplossing voor het rattenpro-bleem inmiddels aan de World Health Organisation (WHO) voorgelegd. Ook Maneka Gandhi, de Indiase oud-minister, politica en dierenactiviste, heeft het voor-stel ontvangen.

Wordt vervolgd...

“Alle kennis is er al.

Maar de puzzelstukjes

liggen verspreid over de

hele wereld. Problemen

oplossen is een kwestie

van de juiste stukjes bij

elkaar zoeken.”

Page 14: PUM Magazine voorjaar 2011

Thema Visie

14 PUM Magazine winter 201014 PUM Magazine winter 2010

Duurzame ontwikkeling vraagt borging

Verslag uit Albanië

Alleen als een organisatie

op eigen benen kan staan

kun je structureel werken

aan duurzame ontwikkeling, concludeert

expert Ewald Mitterdorfer in Albanië.

Ewald Mitterdorfer ging op missie om het toerisme op de kaart te zetten in Korca, Oost-Albanië. De in Oostenrijk geboren expert was onder meer twee jaar directeur van de VVV Oostenrijk en had in Nederland zijn eigen bedrijf, Joy Tours, dat hij in 2000 heeft verkocht. De organisatie die PUM om advies vroeg was opgericht met hulp van de SNV en werd ondersteund door UNWTO en de Albanian Tourist Association. “Er werken vijftien enthousiaste mensen bij deze organisatie,” vertelt Ewald Mitterdorfer. “Maar het project zou binnen een half jaar tot een jaar gestopt worden omdat de SNV zich terugtrekt als ondersteunende partner.

Dat heb ik vaker gezien in mijn vijf jaar als PUM-expert. NGO’s laten een project aan zijn lot over voordat de organisatie op eigen benen kan staan. Zo kun je niet structureel aan duurzame ontwikkeling werken.” Hier kan een belangrijke taak zijn weggelegd zijn voor PUM.

Op eigen benenBranding heeft weinig zin als je niet ook nadenkt over structurele financiering. Eerste punt van aandacht was dan ook hoe de organisatie geborgd kon worden.

De PUM-expert stelde voor eerst een inkomende reisorganisatie te vestigen om voor de toekomst financiële onafhankelijkheid te creëren. Er wordt nu gewerkt aan productontwikkeling, het openen van informatiepunten, de training van gidsen, contracten sluiten met hotels, een website opzetten en brochures maken.

Ewald Mitterdorfer: “Als de producten er zijn worden er reisorganisaties benaderd, ook Nederlandse. Vooral op gebied van avontuurlijke reizen, alternatief toerisme en cultuur. Albanië heeft veel te bieden. Iedere steen die je omdraait heeft historie. Grieken en Romeinen hebben hier hun sporen achtergelaten, islamitische en westerse cultuur leven naast elkaar. Maar er moet ook veel gebeuren. Monumenten zijn verwaarloosd en vaak gesloten en er is nauwelijks documentatie. Een rechtstreekse vlucht zou maar drie uur hoeven duren, maar er zijn nog geen charters en low-budget vluchten.”*

TopbestemmingAlbanië heeft politiek en maatschappelijk moeilijke tijden achter de rug. Er is weinig bewustzijn van milieuproblematiek, alles wordt in zee geloosd. Ervaring in toerisme en marketing ontbreekt. Maar de bevolking is vriendelijk en behulpzaam en niemand valt je lastig. Het land staat bovenaan de top-10 landen 2011 van Lonely Planet. Ewald Mitterdorfer: “Albanië heeft de potentie om een van de beste vakantiebestemmingen van Europa te worden.” Eind maart 2011 komen er twee follow-up missies. Hierin ligt het accent op productontwikkeling, marketing en gidsen trainen.

15PUM Magazine voorjaar 201114 PUM Magazine voorjaar 2011

Lonely Planet’s Nr 1 in de top-10 landen 2011

Page 15: PUM Magazine voorjaar 2011

15PUM Magazine voorjaar 2011

Thema Visie

Land in opmars

Albanië is een zeer liberaal islamitisch land. Alleen op het platteland zie je af en toe een hoofddoek. Het straatbeeld doet niet onder voor West-Europa. De mensen zijn optimistisch en krijgen meer vertrouwen. Investeerders ook.

Zomaar wat uitspraken van de landencoördinator voor Albanië, Johan van den Berg. Het land is aan een opmars bezig, zegt hij. “Mijn eerste indruk was ‘veel afval langs de weg’, maar je ziet het jaar na jaar minder worden. Dat is ook belangrijk, als je toerisme wilt ontwikkelen moet je daar ook mee beginnen. Het land ligt aan de Adriatische Zee, dus het heeft qua toerisme veel potentie. Driekwart van de bevolking leeft in de regio Tirana-Dures. PUM was tot dusver weinig actief in de arme delen, het zuiden en het noorden. Met de aanstelling van een lokale vertegenwoordiger in het zuiden hopen we daar verandering in te brengen. Aan de kust heb je wat badplaatsen, maar landinwaarts is het vooral vredig – en beperkt, zowel qua projecten als ontwikkeling. Alles volgt het toerisme. Dat brengt geld binnen en dan volgt de rest.”

Positieve ervaringenHet land is nog relatief onaangeraakt door de westerse cultuur. Je kunt je er redden met Engels, Het imago van criminaliteit bestaat, maar de PUM-experts komen daar niet mee in aanraking. Johan van den Berg: “Je ziet wel mensen in grote westerse auto’s rijden en dat kan niet van een normaal salaris in dat land. Maar ik heb nog nooit iets gehoord over dreiging of anderszins.

De meeste experts zijn erg positief over wat ze tegenkomen. Verwachtingen over maffiatoestanden komen niet uit.”

Project-officer Laura Vink: “In onze projecten ben ik nog nooit iets tegengekomen dat op criminele banden duidt. Ik heb ook nog nooit meegemaakt dat de lokale vertegenwoordiger met een dubbele agenda werkt, om extra projecten binnen te halen bijvoorbeeld. De mensen zijn over het algemeen heel snel en correct in de communicatie.”

Breed werkterrein“PUM is in Albanië heel breed bezig in het MKB,” zegt Laura Vink. “Denk aan winkels, een kapper, een verpakkingsbedrijf. En ook in veel sectoren, bijvoorbeeld de Bouw, Agro, Hout, Chemie en Metaal. Ik denk dat er veel potentieel is, al ben ik er nog niet geweest. Ik zou het graag willen zien, elk land waar ik mensen naar toe stuur zou ik wel willen zien.”

PUM is sinds 1994 actief in Albanië, met zo’n 15 projecten per jaar. Advies aan agrarische bedrijven is grotendeels uitgesloten door de criteria die PUM hanteert, merkt Johan van den Berg tot zijn spijt. “In Nederland zijn al geen agrarische bedrijven met 10 medewerkers te vinden, in een land als Albanië zeker niet. Daardoor blijven er veel kansen liggen voor de inzet van PUM-experts. Ik pleit er voor de criteria op dit vlak te versoepelen.”

* Transavia heeft sinds zomer 2010 een chartervlucht naar Ohrid in Macedonië, 45 minuten rijden van Korca.

Thema Visie

15PUM Magazine voorjaar 201114 PUM Magazine voorjaar 2011

Page 16: PUM Magazine voorjaar 2011

16 PUM Magazine voorjaar 2011

Thema Visie

eterrood

Samen met een collega ging Piet Sluimer in ok-tober naar Haïti om zich een beeld te vormen van de gevolgen van de aardbeving. Ze zagen veel slechte ap-paratuur, veel handarbeid, een zwaar leven. Maar ook een levendig straatbeeld, met veel ambulante handel, dat Afrikaans aandoet. Ze bezochten vijftien bakkerijen en kregen overal de concrete vraag: ‘Kunnen jullie geen apparatuur regelen?’

Normaal gesproken levert PUM alleen expertise en ken-nis, maar gezien de situatie in Haïti werd besloten aan dat verzoek te voldoen. Piet Sluimer inventariseerde wat er nodig was en zocht financiering. Die werd gevonden bij Zerokap, een particulier fonds, met garantiestelling van Woord & Daad, een christelijke NGO die zich, net als PUM, richt op ontwikkeling van het MKB. Zij zijn de spil van het project, PUM brengt deskundigheid in.

MachinesPiet Sluimer: “We zijn nu tweedehands apparatuur aan het verzamelen bij handelaren. Die wordt in een contai-ner verscheept, voor rekening van PUM’s Hans Blankert Fonds. We zullen de machines niet weggeven, maar verkopen. Dat is essentieel. Je kunt ze wel weggeven, maar daarmee verstoor je de markt.”

In Haïti wordt de apparatuur in een hal van Woord & Daad opgeslagen, schoongemaakt en voorzien van goede stekkers. Woord & Daad sluit een contract met de bakkers af voor een renteloze lening. De bedoeling is dat ze de lening binnen enkele jaren, of korter, terugbe-talen. Binnenkort gaan Nederlandse experts van PUM naar de betrokken bakkerijen om te zorgen dat de ap-paratuur goed aangesloten en gebruikt wordt.

In 2010 kreeg PUM van VNO-NCW het verzoek mee te werken aan de wederopbouw van het

door een aardbeving getroffen Port-au-Prince. Het is niet de eerste keer dat PUM ‘buiten de

gebaande paden’ kennis en expertise levert aan noodgebieden. Ook na de tsunami in 2005

en de aardbeving in Jogyakarta in 2006 hielp PUM ondernemers om sneller weer in bedrijf te

komen. Landencoördinator Arie van der Lee en expert Piet Sluimer vertellen over hun ervaringen.

B- voor Haiti -

Page 17: PUM Magazine voorjaar 2011

17PUM Magazine voorjaar 2011

Thema Visie

KennisPUM hoopt met het bakkerijproject direct bij te dragen aan de groei van de lokale werkgelegenheid. Maar met de machines en met kennis wordt ook het brood zelf be-ter in Haïti, hoopt Piet Sluimer. “Ze eten er zacht klein brood. Bolletjes, lange broodjes, ringen, allemaal van een matige kwaliteit. Met heel weinig middelen kun je de kwaliteit enorm verbeteren. De houdbaarheid. En de smaak, want je eet ‘voor het lekker’, vind ik. Voor de bakker is ook belangrijk dat hij het brood wat luch-tiger maakt. Daardoor kan hij lager afwegen, want de mensen denken: ‘wat groot’ en daardoor kan hij meer verdienen. Dat interesseert zo’n bakker natuurlijk wel. En als je van een bolletje van 60 gram naar 55 gram gaat, heb je tien procent meer winst. De jus op de aard-appelen, bij wijze van spreken.”

NetwerkVoor de aardbeving was PUM niet actief in Haïti. Arie van der Lee was er voor een andere hulporganisatie eerder geweest en had er al wat contacten. Daarom is hem gevraagd landencoördinator te worden. “Ik ben op een fact finding missie gegaan en heb nieuwe contacten opgebouwd. Daarbij heb ik veel gehad aan de Nederlandse consul, Rob Padberg. Hij heeft me geïntroduceerd, bij de lokale Kamer van Koophandel, Woord & Daad en andere organisaties.”De volgende stap was lokale vertegenwoordigers voor PUM te vinden. “We hebben er nu twee en zijn op zoek naar een derde. Inmiddels zijn er tien projecten afgerond, afgezien van dit bakkerij project. Een houtverwerkings-bedrijf dat ook de shelterwoningen levert aan de hulp-organisaties, is er een van.

Een rioolreinigingsbedrijf dat de sanitaire voorzieningen bij de tentenkampen verzorgt, is een ander voorbeeld. Onlangs is een expert teruggekomen die de watervoor-ziening in een wijk van Port-au-Prince weer op de kaart heeft gezet.”

Praktische hulpWat de mensen in Haïti erg waarderen is dat PUM concrete, praktische hulp biedt. Arie van der Lee: “Geen dikke rapporten, korte lijnen. Na het eerste contact kun-nen mensen binnen een maand een expert verwachten. Zonder veel administratieve rompslomp en met een enorme kennis van zaken.”

Mede op initiatief van de Nederlandse ambassadeur, mevrouw Rahman, is een seminar georganiseerd voor ondernemers die getroffen zijn door de ramp. Er waren meer dan 100 deelnemers. De minister van Transport en Handel was ook aanwezig. Uit die contacten komen nog steeds projecten voort.

Geld“Normaal gesproken levert PUM alleen kennis en geen financiering,” zegt Arie van der Lee. “In Haïti ligt dat iets anders, hier proberen we ook te bemiddelen met hulporganisaties, om financiering voor elkaar te krijgen. Dankzij PUM’s eigen Hans Blankert Fonds hebben we nu al een paar keer machines kunnen sturen, voor het bakkerij project, maar ook voor het houtverwerkingsbe-drijf. Er staan andere, nieuwe projecten op stapel. In april ga ik er weer naar toe.”

“Weggevenverstoort

de markt ”

- voor Haiti -

Page 18: PUM Magazine voorjaar 2011

18 PUM Magazine voorjaar 2011

Leren uit ervaring

Beter bedrijf of ander bedrijf?

Mr. X

Een heel enkele keer loopt het helemaal

en hopeloos mis met een PUM missie,

ondanks zeer grondige voorbereidingen.

Het overkwam expert Peter van der Laar

en landencoördinator Robert van der

Hall. In Rusland diende zich een bemoeial

aan die zelfs de lokale mensen op het

verkeerde been zette.

Vijfhonderd kilometer ten zuiden van St. Petersburg ligt een groot gemengd agrarisch bedrijf. Het beslaat 9.000 hectare. Ruim honderd mensen verdienen er een boterham met akkerbouw en het verzorgen van duizend stuks vee. In de tijd van het Sovjet-imperium waren het drie kollektivnoe chozjajstvo, kortweg kolchozen, met elf boerderijen. Sinds de samenvoeging tot één bedrijf maken aandeelhouders de dienst uit. Die lijken meer geïnteresseerd in geld dan in de boe-renstand. De hard werkende en aimabele manager Vladimir Nikolaevich Mihajlov, zelf een kleine aan-deelhouder, heeft de dagelijkse leiding. Tweemaal eerder riep hij met succes de steun van PUMmers in.

Page 19: PUM Magazine voorjaar 2011

19PUM Magazine voorjaar 2011

Rendabel boerenbedrijf Hij klopt opnieuw bij PUM aan met een heldere hulp-vraag: ‘Hoe kan ik ons slechte rendement opkrikken?’ Soms vergen eenvoudige vragen een grondig antwoord. PUM en de Russen staken een jaar lang veel tijd en energie in de voorbereidingen van de missie van bedrijfseconoom en registeraccountant Peter van der Laar. Hij werkte wereldwijd voor concerns als Unilever en Nestlé en geldt, met twintig PUM-missies naar totaal verschillende landen en bedrijven sinds 2002, als een ervaren expert.

Samen met Vladimir Mihajlov en diens medewerkers zou hij een grondig business plan opstellen, inclusief een SWOT-analyse. Heldere en haalbare strategische doelen zouden de banken overhalen om leningen te verstrekken. Een ‘bankable business plan,’ vat landenco-ordinator Robert van der Hall het vol overtuiging samen. De expert en hij vertrouwden op de haalbaarheid.

PretparkNa een paar dagen diende zich een figuur aan die zich ontpopte als een bemoeial van het ergste soort. Honderd procent duidelijkheid over ’s mans betrokkenheid bij het bedrijf hebben de expert en de landencoördinator niet gekregen. Voor Vladimir Mihajlov en de lokale ver-tegenwoordiger van PUM was het een raadsel waarom de man plotsklaps opdook en wat zijn rol was. Vermoedelijk is hij grootaandeelhouder. Van een ‘bankable business plan’ voor het boerenbedrijf wilde hij niets weten. Er moest een plan komen om het gebied in iets totaal anders om te toveren, een racecircuit of een soort Efteling of Disney-land met vakantiehuisjes waar de bevolking van St. Petersburg zich massaal zou komen vermaken. Wilden Vladimir en de PUM-meneer zich daar eens over buigen?

Vladimir Mihajlov en Peter van der Laar zaten met open monden van verbazing. Die ‘opdracht’ strookte absoluut niet met de aanvraag en met de intentie waarmee de ex-pert vol goede moed was afgereisd. Het conflict bracht aan het licht dat de aandeelhouders uit waren op veel meer geld en niet op het verbeteren van het rendement van het boerenbedrijf. “PUM helpt bestaande bedrijven vooruit,” zegt Robert van der Hall. “Wat die man wilde, ligt op het terrein van commerciële adviesbureaus.”

Schimmige figurenEr volgde intensief overleg tussen expert en landen-coördinator. Hun conclusie was onvermijdelijk: inpakken en wegwezen. “Een grote teleurstelling, voor Vladimir Mihajlov, onze tolk, onze lokale vertegenwoordiger, de landencoördinator en voor mezelf,” aldus Peter van der Laar. “Sommige dingen zijn niet te voorkomen, hoe goed de voorbereiding ook is geweest,” voegt Robert van der Hall berustend toe. “In landen als Rusland spelen dikwijls schimmige figuren op de achtergrond een rol waar je geen idee van hebt, ook onze vertegenwoordiger ter plekke niet. We zijn allemaal op het verkeerde been gezet. Heel jammer voor Vladimir Mihajlov en zijn mensen.”

Leren uit ervaring

Niet elk probleemis te voorkomen

Page 20: PUM Magazine voorjaar 2011

20 PUM Magazine voorjaar 2011

Achtergrond

De komende tijd werkt het Management Team van PUM aan een nieuw beleids-

plan voor de periode 2012-2015. Karin Jensma, hoofd Marketing & Communicatie,

en Hans Luursema, adjunct-directeur Financiën & Operaties aan het woord

over marketing en kansen voor samenwerking.

Nieuwe keuzes, nieuwe kansen

In de afgelopen jaren is PUM steeds professioneler geworden en is het aantal missies gegroeid tot ruim 2000 per jaar. Met de publicatie van het rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid over 60 jaar ontwikkelingshulp en de komst van een nieuw kabinet worden nu nieuwe criteria en speerpunten ge-kozen op het gebied van internationale samenwerking. Voor PUM is het van groot belang proactief een koers uit te zetten. Klantdenken“Organisaties moeten er voor zorgen dat hun producten en diensten aansluiten bij de behoeften van hun klanten,” zegt Karin Jensma. “Dat lijkt een openingszin uit een marketingboek, maar daar begint het echt allemaal mee. En dat geldt natuurlijk ook voor PUM.”

De tijd dat ontwikkelingssamenwerking een heilig huisje was is inmiddels wel voorbij. Goede bedoelingen alleen voldoen allang niet meer, steeds meer worden er meet-bare, zichtbare resultaten verlangd.

Draaide in het verleden de ‘PR’ bij PUM vooral om het informeren van de stakeholders, tegenwoordig wordt het inspelen op hun behoeften steeds belangrijker.

“Alle stakeholders van PUM zijn eigenlijk klanten, onze sponsoren bijvoorbeeld ook. Als we niet voldoende in de gaten houden wat onze klanten willen, worden we in-gehaald. We denken dus ook heel bewust na over onze eigen positionering en de weg die we willen gaan.”

Page 21: PUM Magazine voorjaar 2011

21PUM Magazine voorjaar 2011

Achtergrond

De toenemende druk op de budgetten van ontwik-kelingshulp dwingt om vooruit te denken, ook buiten de gebaande paden. Karin Jensma: “We kijken of ons netwerk en onze expertise aansluiten bij behoeften van andere partijen in de markt. We praten momenteel met andere ministeries, lokale partijen in PUM-landen, maar ook met partijen die vanuit een Europees per-spectief interesse hebben. En natuurlijk ook met het bedrijfsleven.”

VooruitdenkenHoe belangrijk het is om vooruit te denken werd eind vorig jaar pijnlijk duidelijk. Het ministerie van Econo-mische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) zette de subsidie aan PUM na 18 jaar van het ene op het andere moment stop.

Hans Luursema: “Natuurlijk houden we er altijd rekening mee dat be-paalde sponsoren er op termijn wel eens mee op kunnen houden. Maar het was toch even schrikken toen bleek dat PUM vanaf 2011 geen geld meer zou krijgen van het mi-nisterie van EL&I. Gelukkig hebben we

een behoorlijke regeling kunnen treffen voor de projecten die al op de rol stonden om uitgevoerd te worden. Maar toch, het blijft zuur dat we na 18 jaar geen financiering meer hebben voor projecten in EZ-landen* terwijl er zoveel handelskansen voor Nederland liggen en worden gerealiseerd.”

Oplossingsgericht denkenInternationale samenwerking was vroeger misschien een luxe, maar wordt, net als het vinden van duurzame oplossingen, steeds meer een noodzaak. Zoals commu-nicatiedeskundige Herman Nieuwenhuis in het vorige PUM Magazine al aangaf: Bedrijven zien dat het in hun eigen belang is om te investeren in oplossingen voor mondiale problemen. Het gaat om grondstoffen en afzetmarkten.

Karin Jensma: “Neem bijvoorbeeld Unilever. Zij gebruiken grondstoffen als spijsolie en cacao, waar steeds meer vraag naar komt. Schaarste zal de prijs opdrijven en een interna-tionale concurrentiestrijd aanwak-keren die mogelijk over de hoofden van de plaatselijke bevolking wordt beslecht. Daar zit Unilever niet op

te wachten. Ze zorgen dus samen met de plaatselijke bevolking dat voor alle grondstoffen die zij gebruiken een zelfde hoeveelheid grondstoffen terugkomt. Daarbij hebben ze te maken met lokale boeren die nog onvol-doende weten van duurzame kweektechnieken. Dat kennisniveau moet op peil gebracht worden. Daar ligt een rol voor PUM”.

Karin wijst nog eens op de missie van PUM. “Kennisover-dracht is goed voor de plaatselijke economie, maar ook voor de mondiale. Een hoger kennisniveau stimuleert ondernemerschap. Dat zorgt uiteindelijk voor nieuwe bedrijfjes, daling van de werkloosheid en meer econo-mische zelfredzaamheid. Zo is de cirkel rond”

KiezenDe komende tijd moet PUM keuzes maken en knopen doorhakken. Hans Luursema: “Wat wordt het aantal landen waar we actief zijn en welke landen zouden dat moeten zijn? Kiezen we voor optimaal rendement, gebieden waar we de grootste toegevoegde waarde hebben? Of voor gebieden waar anderen wegblijven en waar ondernemers onze hulp meer dan ooit nodig heb-ben? Of is er een gulden middenweg? En hoe zit het met sectoren? Moeten we ook daar keuzes maken, of is de breedte van ons expertpalet juist onze kracht?”

“Dat zijn geen makkelijke besluiten om te nemen. Het gaat niet alleen om sponsoren en financiering maar ook altijd om het belangrijkste werkkapitaal van PUM: onze experts. Zij moeten zich er in kunnen herkennen, anders spannen we het paard achter de wagen.”

* Belarus, Kazachstan, Oekraïne, Rusland, Servië en Turkije

“Internationale samenwerking wordt steeds meer een noodzaak.”

Page 22: PUM Magazine voorjaar 2011

22 PUM Magazine voorjaar 2011

Column

Het Nederlandse volk werd, en dat is toch al heel wat jaartjes geleden, het geweten van Europa genoemd. Het werd met respect uitgesproken in buitenlandse media en wij Ne-derlanders beschouwden het als een compliment.

Het was een eretitel waar we ons in herkenden, ons gedachtegoed sloot er naadloos op aan. We bezigden de actieve democratie als geen andere natie. Discussiëren, maar ook compromissen sluiten, zat ons in de genen. Als onze minister-president in het buitenland een kritische noot liet horen over het een of ander, legde niemand dat naast zich neer. Nederland had een visie, en wel een duidelijke visie, en droeg die uit. We bemoeiden ons, ook vaak ongevraagd, overal mee. Dat was gepermitteerd en werd geaccepteerd.

De gelukzalige luxe van het verdedigen van idealen in een meer dan welvarend Nederland maakte jarenlang als vanzelfsprekend deel uit van onze samenleving. Onbekommerd, open, gastvrij en blij genoten we van de vooruitgang die ons niet alleen een zorgeloze toekomst garandeerde maar ons ook tot onafhankelijke denkers maakte. Dat anderen daarvan mee zouden profiteren vonden we vanzelfsprekend.

Zo was onze cultuur en ineens kwam dan toch dat mo-ment: er ontstond een tegencultuur. Kennelijk was er een bodem gelegd voor sluipmoordenaars: crisis, intolerantie, onverschilligheid en wat dies meer zij. Genadeloos pleeg-den zij aanslagen en brachten het geweten van Europa in verwarring. Dat verwarde geweten doet nu verwoede pogingen om de eretitel terug te winnen.Alleen zijn de wedstrijdregels aangescherpt. Het speel-veld is van omvang veranderd, de doelen zijn verplaatst. Daarbinnen zullen nieuwe visies ontwikkeld moeten worden.

Ontwikkelingssamenwerking zal die dans niet ontspringen. Het bedrijfsleven moet vechten om te overleven. Van beide wordt gevraagd om ook elders in de wereld bases te bouwen voor een gezonde toekomst. Dat moet het geweten van Europa toch lukken!

PUM-expert Karin Verhaak-Kersten is sinds 1980 werkzaam in de journalistiek.

Zij werkt als freelance journalist in binnen- en buitenland en was mede-eigenaar en

hoofdredacteur van Peel en Maas uitgevers, uitgever van vijf nieuwsbladen in Noord-

oost-Brabant. Sinds 2006 staat ze ingeschreven bij PUM. Onlangs debuteerde ze met

haar bundel ,,Blote Schoenen”, te bestellen bij Bol.com of via de boekhandels.

Het geweten van Europa PUMmers in de mediaZonder draagvlak geen ondersteuning en zonder bekendheid geen nieuwe experts. PUM Marketing & Communicatie is daarom over het algemeen erg blij met verhalen in de media van PUM-experts over hun missie of ervaringen. Wel is belangrijk dat het beeld in die verhalen strookt met het professionele beeld dat PUM wil uitdragen.

Daarom vragen we alle experts om voor publicatie bestemde verhalen of interviews vooraf even te laten ‘checken’ door de afdeling Marketing & Communicatie op onvolledigheden, fouten of mogelijk ongewenste beeldvorming. Desgewenst kunnen we ook helpen met professioneel beeldmateriaal, voor zover voorhanden, advies en logo’s.

VrijheidAls u op persoonlijke titel een mening wilt ventileren in de media, bent u daar uiteraard vrij in. Als u daarbij refereert aan uw ervaringen als PUM-expert geldt weer dat PUM daar vooraf van op de hoogte wenst te worden gesteld. Dit is overigens conform de afspraken zoals die verwoord zijn in het gentleman’s agreement dat elke expert tekent voor hij of zij op missie gaat.

ZorvuldigheidHet is herhaaldelijk voorgekomen dat PUM-experts met alle goede intenties contact zochten met de media en dat in de uiteindelijke berichtgeving vervelende fouten bleken te zijn geslopen. Soms ging het daarbij om fouten in de naam PUM Netherlands senior experts, inconsistentie, soms om onvolledige informatie en een enkele keer ook om uitlatingen waar PUM geen enkele verantwoordelijkheid voor wilde of kon nemen.

Journalisten checken niet altijd alle feiten even zorgvuldig. De afdeling Marketing & Communicatie staat klaar om te zorgen dat onze verhalen op een correcte manier in de media gepresenteerd worden.

E-mail: [email protected]

Page 23: PUM Magazine voorjaar 2011

23PUM Magazine voorjaar 2011

Synergie

PUM het advies, Oikocredit de financiering

Erik Heinen, Director Loans and Investments van Oiko-credit: “Het gaat om zakelijke contracten met rechten en plichten voor zowel leninggever als leningnemer. Met leningen benadruk je wat mensen kunnen: hun capaciteiten om een inkomen te genereren. Bij giften is de relatie gauw paternalistisch; je benadrukt honger en beperkingen.”

Oikocredit is een bekende instelling voor sociale inves-teerders in Nederland, Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk, Zweden, Groot-Brittannië en de VS. De organisatie financiert zo’n 500 miljoen euro per jaar. Sinds de jaren negentig is het aandeel microkrediet opgelopen tot circa 80 procent. Maar het MKB blijft het speerpunt van Oikocredit, zegt Erik Heinen. “Microkrediet is heel relevant, maar we zouden het graag weer wat meer in evenwicht brengen met onze leningen aan het MKB en coöperaties, vooral in landbouwproductie en verwerking van landbouwgewassen.”

In die sector zijn PUM-experts ook veel actief. Bij de vraag om advies of ondersteuning horen ze ook vaak de vraag om werkkapitaal of investeringen. “Twintig mensen trainen om timmerman te worden is zinloos als ze vervolgens geen geld hebben om gereedschap en materiaal te kopen,” zegt Erik Heinen. “Bij PUM zie je iets soortgelijks: je kunt wel advies geven, maar zonder geld blijft dat in de lucht hangen.”

Complementair werken“PUM en Oikocredit kunnen complementair werken en hebben dat ook al gedaan,” vervolgt hij. “Financieringsmogelijkheden en advies liggen vaak in elkaars verlengde. Ondernemers kunnen een aanvraag indienen op basis van een business plan dat is geschreven met een PUM-expert.”

Oikocredit heeft kantoren in 35 landen. Een lening bedraagt minimaal 50.000 euro, waarover marktcon-forme rente wordt betaald. De aandeelhouders van Oiko-credit krijgen 2% dividend. De looptijd van een lening is drie tot vijf jaar. Kleine aanvragen worden op lokale kantoren beoordeeld. Tussen het eerste contact en de goedkeuring liggen ongeveer twee maanden. Grote aanvragen en leningen met een hoog risico gaan naar het hoofdkantoor. Dan komt er nog ongeveer een maand bovenop. De maximale eerste lening bedraagt 2 miljoen euro. Voor partners die al contracten hebben is het maximum 5 miljoen.

Erik Heinen: “Het begint allemaal met een goed business plan van een doortastende MKB-ondernemer met visie, initiatief en oog voor werknemers en de gemeenschap.”

www.oikocredit.org/nl

Economische ontwikkeling financiëren met leningen in plaats van

giften. Met dat idee ontstond in 1975 Oikocredit. Leningen zijn gelijk-

waardiger en beide partijen houden belang bij succes.

Page 24: PUM Magazine voorjaar 2011

24 PUM Magazine voorjaar 2011

Wiegelied van de straatOp basis van een gesprek met een straatkind schreef ze een tekst voor een rapsong, Nanna de la Calle - het wiege-lied van de straat. De kinderen traden er mee op tijdens het tweede Wereldcongres voor de rechten van het kind, dat in 2007 in Lima gehouden werd. Met subsidie van een kringloopwinkel en geld uit de verkoop van een paar van haar eigen schilderijen lanceerde ze een nieuw pro-ject, een opera voor straatkinderen. Uiteindelijk leidde dat tot een nieuwe droom, een theateracademie voor straatkinderen.

Zo’n project vraagt veel geduld en uithoudingsvermogen. Maar Sabine Vess gaat door. “Theater helpt straatkinderen discipline te ontwikkelen.” Een 14-jarige jongen neemt de honneurs waar als regisseur als zij er zelf niet is. Elk

jaar gaat ze nu één, soms twee keer naar Lima om met de kinderen te werken. Nee, medelijden is niet haar drijfveer. “Ik kijk mensen graag in de ogen,” zegt ze. “En bij die kinderen zie ik dan prachtige dingen. Eerst dachten ze ‘weer zo’n gringo die even komt en dan weer weggaat.’ Nu niet meer. ‘Nu ben je één van ons,’ zeggen ze.”

Het werk voor PUM mag dan over zijn, Sabine Vess is nog lang niet klaar met haar Peruaanse straatkin-deren.

Het eerste project dat de in Berlijn geboren Sabine Vess in 1996 voor PUM deed was meteen een dubbelproject. Een missie naar een art school in de sloppenwijken van Kisumu, Kenia en naar een opleidingsinstituut in Kameroen dat een expert met kennis van batik zocht. In Kenia deed ze, bij gebrek aan werkmateriaal, aan theater. Er kwamen vervolgmissies. Later kwamen er aanvragen uit Mali en Peru. In Peru wilde een kunstnijverheids-coöperatie zijn kansen op de wereldmarkt vergroten. Vervolgens kwam de vraag of ze wevers in de Andes wilde begeleiden.

In Peru kwam ze in contact met Generación, een edu-catieve organisatie voor straatkinderen. Ze lichtte het lesaanbod door en concludeerde dat theater beter kon. Ze besloot eigen geld te investeren in het opzetten van een theaterproject. Dat is nu tien jaar geleden.

Weer een paar jaar verder besloot ze zich helemaal op theater voor straatkinderen in Peru te richten. “Ik was 65 jaar geworden en dacht: nu mag het wel”.

Kunstenares Sabine Vess is 70, dus haar actieve carrière bij PUM zit er op. Eén van

haar missies bracht haar naar Peru. En daar blijft ze naar toe gaan.

Thuisfront

“Ik was 65 jaar geworden en dacht: nu mag het wel”

Page 25: PUM Magazine voorjaar 2011

25PUM Magazine voorjaar 2011

Thuisfront

Warm vandaag...

Gewoon doorlopen bij temperaturen boven de 35 of zelfs 40 graden? Verstandig is het niet. Een aantal tips om je goed te blijven voelen in extreme hitte.

TranspirerenZweet koelt het lichaam door verdamping. Normaal zweten we ongeveer een halve liter per dag, bij hoge temperaturen kan dat drie keer zoveel zijn.

DrinkenDrink tenminste twee liter per dag om uitdroging te voorkomen. Maar: vermijd ijskoude dranken, het tempe-ratuurverschil kan buikpijn en spijsverteringsproblemen veroorzaken.

Zout aanvullenMet zweet verliezen we zout, wat tot een slap gevoel of spierkrampen kan leiden. Eet wat extra zout (tot 5 g per dag) bij de maaltijden, of drink regelmatig een kop bouillon.

Rustig aanBeweeg rustig, loop een beetje langzamer dan gewoonlijk en vermijd inspanning in de zon, zeker midden op de dag.

Veiligheid & Gezondheid

Bijzondere omstandigheden

PUM-experts komen in alle uithoeken van de wereld en doen hun werk soms onder

bijzondere omstandigheden. Hoe mensen reageren op grote hoogte of extreme

hitte is nooit helemaal te voorspellen. Maar een goede voorbereiding op de

missie is en blijft essentieel.

Hoogteziekte

Zuivelexpert Marga de Gier is twee keer op missie ge-weest naar een coöperatie van boeren bij Puno, Peru. Puno ligt 3860 meter boven zeeniveau en hoogteziekte is hier een bekend verschijnsel. Marga de Gier was door de landencoördinator geattendeerd op dit fenomeen - onbekend in onze Nederlandse delta - en had voor-zorgsmaatregelen getroffen. Via de huisarts had ze ta-bletten gekregen tegen hoogteziekte, ‘soroche’ in Peru.

Na aankomst leek ze aanvankelijk nergens last van te hebben. Maar midden in de nacht viel ze flauw toen ze op weg was naar de badkamer. De volgende dag ging het gelukkig beter en kon ze langzaam aan haar project beginnen. Op een vervolgmissie, anderhalf jaar later, is uit voorzorg gekozen voor een extra overnachting in Arequipa, op 2350 meter hoogte. De volgende dag is Marga de Gier doorgereisd naar Puno en van hoogte-ziekte heeft ze geen last gehad.

“Een extra overnachting in een lager gelegen gebied geeft je de gelegenheid om te acclimatiseren,” zegt Marga de Gier. “En nog een tip: test van te voren de telefoonnummers van je contactpersonen, zodat je weet wie je in geval van nood kunt bereiken.”

H2O40%

Page 26: PUM Magazine voorjaar 2011

26 PUM Magazine voorjaar 2011

Onze vrouw in Addis Abeba

Thuisfront

Emebet Dejene spreekt vloeiend Nederlands.

Ze heeft hier 28 jaar gestudeerd, gewoond en

gewerkt. Nu is ze weer terug in Ethiopië, waar

ze lokale vertegenwoordiger is voor PUM. Ooit

vluchtte ze vanwege de politieke situatie. Is die

nu beter?

“Ik ben rustiger geworden, ik sta niet meer meteen op de barricades,” zegt Emebet Dejene. “En ja, de situatie in Ethiopië is veranderd. Ik wil graag bijdragen aan de ontwikkeling van mijn land.”

Ze werkte in Nederland bij een zorginstelling waar ze ‘Brabants’ leerde spreken. Daarna richtte ze zich op maatschappelijk werk. Arbeidsbemiddeling voor lang-durig werkelozen, met name jongeren. Loopbaanbege-leiding, en nog weer later onderzoek. Toen de kinderen groot waren, trok het moederland weer. “Ik zocht meer uitdaging dan ik in Nederland kon vinden.”

Ontwikkeling vraagt expertiseZe organiseerde vanuit Nederland onderwijsprojecten in Ethiopië. Voor Philips faciliteerde ze een marktonder-zoek voor een houtkachel die met heel weinig hout kan koken. Ze bemiddelde tussen Ethiopische en Nederlandse bedrijven. En vervolgens ging ze Nederlandse bedrijven zoeken die Ethiopische producten wilden afnemen. Ze begon met honing. Dat project bracht haar in contact met PUM. De expert die toen naar Ethiopië kwam, had kritiek op het hotel waar hij verbleef. ‘Hier zou een PUMmer goed werk kunnen doen’, zei hij. Op de PUM-website zag ze dat er zo’n tien, elf experts per jaar naar Ethiopië kwamen. “Dat kan niet, vond ik. Een land in ontwikkeling, waar van alles gebeurt, daar moeten veel meer experts naar toe.”

Ze schreef naar de landencoördinator voor Ethiopië, Leen Hanenberg, en vroeg hoe het zat. ‘Kort door de bocht’ vertelde hij haar dat ze het zelf moest gaan doen. Aldus geschiedde. Een barrière in Ethiopië is dat mensen het moeilijk vinden te erkennen dat ze problemen hebben. Dan roep je ook niet snel de hulp van een expert in. Dat probeert ze te doorbreken. Ze benadert proactief zelf bedrijven en organisaties waarvan ze weet dat er problemen zijn.

Samen met de andere lokale vertegenwoordigers (LV’s) zou ze zo’n 30 tot 40 projecten per jaar binnen kunnen halen, schat ze.

Status en de praktijkEen praktisch probleem waar Emebet Dejene op stuit is het ad hoc karakter van het LV-schap. “Je doet het erbij.” Ze heeft geen PUM-kantoor en dat maakt het voor potentiële klanten moeilijker om haar werk serieus te nemen. “In Nederland is het heel gebruikelijk om vanuit huis te werken, hier is dat ondenkbaar. Je bestaat pas echt als je een kantoor hebt, liefst met een groot bord met je naam naast de deur.”

Ze werkt om te beginnen met brochures om mensen over PUM te informeren. Het schort in Ethiopië nog wel eens aan goede internetverbindingen. En ook als die verbinding er wel is, hebben mensen vaak begeleiding nodig om bijvoorbeeld een projectaanvraag in te dienen. Leuke anekdotes over haar LV-schap? Daar moet ze over nadenken. Ze werkt ook pas zes maanden voor PUM. “Kom over een jaar nog maar eens terug,” zegt ze lachend.

Page 27: PUM Magazine voorjaar 2011

27PUM Magazine voorjaar 2011

Hebt u een mening, suggestie of anekdote die u wilt delen met andere PUMmers?

Stuur uw mail voor publicatie naar [email protected]

Uw mening

AanpassenTijdens mijn missie naar Vietnam kreeg ik een drankje als welkomstgroet. Van goede kwaliteit, werd me verzekerd, en lekker zoet. Het was van Wonderfarm en heette Fungus (white) Bird’s Nest. Een Chinese delicatesse, die wordt gemaakt van nestjes die vogels maken met... hun speeksel!

Bert Drenth, Zwolle

Redactie PUM Magazine:

De Aziatische vogelnestjes zijn afkom-stig van zwaluwachtige soorten die in grotten nestelen. De nestjes worden ‘geoogst’ voordat de vogels eieren leggen, ze gaan dan een volgend nest bouwen. In het ideale geval wordt de zwaluwen een paar maanden rust gegund om te broeden. Te veel oogs-ten komt ook voor - de prijs voor een kilo vogelnestjes (ca 6 gram per stuk) kan oplopen tot 200 euro op markten in grote steden - waardoor hele generaties vogels verloren gaan.

AlledaagsOngedierte is altijd een thema in Azië. In mijn comfor-tabele guesthouse stel ik de eerste dag vast: ‘Hier in elk geval geen ratten.’ De derde dag zit ik ‘s avonds net aan een heerlijke lamscurry als er een rat langs schuifelt en onder een kast kruipt, een meter van me vandaan. Zodra er een bediende binnenkomt, vertel ik over de rat. Hij rolt een katoenen servet op en stopt het in een gat onder de kast. “Ja, ratten kunnen altijd binnen komen als de deuren en ramen open staan,” is de reactie. Een wereld van verschil! Ik ben verbijsterd, hij reageert op een alledaagse gebeurtenis. De rest van mijn verblijf eet ik met zicht op de witte prop en vraag me af waar de rat is. Weg? Dood? Ik heb het niet gevraagd. Het is immers alledaags, alleen niet in mijn beleving.

Tjitske Bruinsma-Boersma, op missie in Bangladesh

P O S T @ P U M . N LTweetaligCommunicatie is al moeilijk genoeg als je dezelfde taal spreekt. Het wordt nog moeilijker als je verschillende talen spreekt en allebei uit een andere cultuur komt. Zo heb ik in Indonesië ervaren dat ik een vraag soms drie keer moet herhalen om een enigszins betrouwbaar antwoord te krijgen. Indonesiërs beginnen per definitie met ja te zeggen op iedere vraag. De taal spreek ik niet, maar ik probeer wel steeds tweetalige rapporten af te leveren, in het Engels en in het Bahasa Indonesia. De bedrijven waar ik kom zijn vrij groot, zo’n 400 mensen, en hebben behoorlijk management. Maar hoogstens een paar jongeren spreken Engels. Dus laat ik mijn rappor-ten daar vertalen, want dan kunnen we er ook meteen over praten. Je kunt wel een gelikt Engelstalig rapport achterlaten, maar dat verdwijnt in een la. Als je wilt dat je boodschap overkomt en begrepen wordt, moet een rapport tweetalig zijn.

Oebele Anema, op missie in Indonesië

PUM antwoordt:

Dank voor deze klantgerichte suggestie. Ik ben het ermee eens dat ons advies bij de klant beter beklijft als het in zijn of haar eigen taal verwoord is. Dat gebeurt gelukkig ook al vaak; menig expert schrijft een rapport in het Frans of Spaans. Het structureel faciliteren van vertaalde rapporten brengt uiteraard extra kosten met zich mee. Maar die zijn het uitzoeken waard. Ik ga ermee aan de slag!

Hans Luursema, adjunct-directeur Financiën & Operaties

?

Page 28: PUM Magazine voorjaar 2011

Paul Laurijssens is sinds twee jaar landencoördinator voor El Salvador en heeft “nog twee jaar te gaan”. Ondertussen heeft hij het Midden-Amerikaanse land in zijn hart gesloten: “Het bedrijfsleven is er erg op gebrand om te innoveren. PUM heeft er een goed lopend programma met 30 tot 40 missies per jaar.”

El Salvador heeft een lange burgeroorlog achter de rug. Het heeft de naam nog niet erg veilig te zijn, vanwege jeugdbendes die bedrijven afpersen. De meeste experts komen echter laaiend enthousiast terug en hebben veel kunnen bereiken, vertelt Paul Laurijssens. “De onderne-mers zijn veelal jong en hebben het bedrijf overgenomen van hun vader of opa. Je moet daarom niet alleen met zoon of schoondochter praten, maar ook met de ouderen. Vaak mensen met een goed zakengevoel waar de PUM-experts prima mee overweg kunnen.”

“We hebben relatief veel follow-up missies. Aanbevelingen worden snel opgevolgd, dat maakt het werk dankbaar. Op het gebied van marketing is er nog veel te doen. En over exportkansen zijn men-sen vaak veel te optimistisch. We krijgen veel enthousiaste reacties van bedrijven die melden dat PUM hen de ogen voor bepaalde

zaken heeft geopend. En dat ze Nederland feliciteren met PUM-experts die in twee weken tijd zoveel goeds teweeg te brengen.”

Ed Slui is met zijn 54 jaar een van de jongere PUM-experts. In het dagelijks leven geeft hij les op het Zadkine College in Rotterdam. Voor PUM is hij net naar Sumatra vertrok-ken, zijn tiende missie binnen twee jaar. Ed Slui leerde het vak ooit bij de VBH, de Vakschool voor Bakkerijen en Hotelpersoneel. Hij ging varen en werkte als chef-kok aan boord. “Daar leer je met weinig materiaal veel te doen.” Hij werkte ook in restaurants en als dieetkok in een ziekenhuis. Inmiddels zit hij alweer 25 jaar in het onderwijs. De foto is genomen in Vietnam. Daar gaf hij advies aan een bakkerij die door doven en blinden wordt gerund. “Het was een follow-up project en erg leuk om te doen. De mensen zijn blij als je komt. En het geeft voldoening te zien dat het advies ook wordt opgevolgd.”

Waar bent u geweest?De redactie zoekt foto’s van experts op bijzondere plekken in de wereld. Het leukste is als u er zelf met de PUM vlag op staat. Stuur uw foto naar [email protected].

Landenfocus

Altijd in contact

Er zijn momenten dat een vrijwilliger contact wil hebben met PUM. De vaste staf is tijdens kantooruren bereikbaar voor vragen rond een

missie. Voor vragen over een land of een sector kunt u terecht bij de landen- en sectorcoördinatoren. Zij zijn doorgaans niet op het PUM

kantoor aanwezig. U kunt contact met hen opnemen via het algemene e-mailadres van PUM, [email protected].

PUM komt overal

El Salvador: respect voor de ouderen

El Salvador

GUATEMALAHONDURAS

COSTA RICA

MEXICO

BELIZE

NICARAGUA