PUM Magazine herfst 2013

28
herfst 2013 Bhutan en Birma, de nieuwe PUM-landen SPECIAL Nieuwe landen Hoe klimaatbestendig zijn wij? Sociale media: snelheid, interactie, dialoog Als alles anders is

description

PUM Magazine herfst 2013

Transcript of PUM Magazine herfst 2013

Page 1: PUM Magazine herfst 2013

herfst 2013

Bhutan en Birma, de nieuwe PUM-landen

Special Nieuwe landen

Hoe klimaatbestendig zijn wij?

Sociale media: snelheid, interactie, dialoog

Als alles anders is

Page 2: PUM Magazine herfst 2013

4

Inhoudcolofon

PUM Magazine is een uitgave van PUM Netherlands

senior experts. PUM is sinds zijn oprichting in 1978

uitgegroeid tot Europa’s grootste ‘uitzendbureau’

voor de inzet van professionele vrijwilligers onder

het motto ‘ondernemers voor ondernemers’. PUM

Magazine heeft een oplage van 4500 exemplaren

en wordt verspreid onder experts, stafvrijwilligers

en relaties van PUM. Hieronder vallen sponsors,

Nederlandse ambassades, bedrijfsleven, media

en andere geïnteresseerden.

Productie

PUM Marketing en Communicatie

redactieadres: [email protected]

Hoofdredacteur

Karin Jensma

Redactie

Dénise ten Bokum, Grisella Indemans,

Ineke Ouwehand, Karin Overtoom,

Frank Steverink, Ans Tromp, Froukje Wattel

Ontwerp en illustratie

Ontwerpwerk, Den Haag

Fotografie

Dénise ten Bokum, Irene Clarijs,

Jeroen Poortvliet, Arenda Oomen,

Wil Nuijen (coverfoto), privébezit

Druk

Ando, Den Haag

PUM Netherlands senior experts

Bezuidenhoutseweg 12

2594 AV Den Haag

t 070 349 05 55

f 070 349 05 90

[email protected]

www.pum.nl

Volg ons op:

TALKCONNECT

REACT

Hello, my name is

...

Welcome to PUM

DISCUSS

6

12

16

22

fsc logo

Voorwoord 3

Missie 4

Laat je inspireren door de klantvraag,

maar houd focus

Het gesprek 6

Hoe klimaatbestendig zijn wij?

Lopende zaken 9

Missie 10

Kaas made in Panama

Special Nieuwe landen Special 12

Bhutan en Birma, de nieuwe PUM-landen

Missie 16

Sociale media: snelheid, interactie, dialoog

Leren van ervaring 18

Missie 20

Als alles anders is

Lopende zaken 22

Portret 24

Ook in de Filippijnen zijn de vrouwen heel sterk

Column 25

Onze man in... 26

‘Opeens verandert alles heel snel’

Post@PUM 27

Landenfocus 28

Madagaskar

PUM komt overal 28

Page 3: PUM Magazine herfst 2013

In deze editie van PUM Magazine ligt de focus op ‘nieuwe’ PUM-landen. Om te beginnen met een verhaal van expert Wil Nuijen, die er in Sierra Leone achter kwam dat daar maar twee keer per dag eten geserveerd wordt. Erger nog, er was geen restaurant in de buurt dus moest hij ‘overleven’ op een rantsoen van Sultana’s. Drie kilo lichter, maar uiteindelijk toch voldaan kijkt hij terug op zijn belevenissen in dit ‘echt primitieve land’.

Verder zetten we de schijnwerpers op het boeddhistische koninkrijk Bhutan en het tot voor kort gesloten Birma. Landencoördinator John de Bruijn deed er fact finding en vertrekt deze maand met PUM-directeur Thijs van Praag naar deze landen om het MKB verder op weg te helpen.Ook laten we in dit nummer de landencoördinatoren van Madagaskar, Malawi, Maldiven en Afghanistan aan het woord. Exotisch klinkende bestemmingen, tegelijkertijd behorend tot de armste landen van de wereld.

Wat is de reden voor PUM om wel of niet in een land te gaan ‘zitten’? Allereerst moet er een midden- en kleinbedrijfsegment zijn waar onder-nemers behoefte hebben aan kennis en expertise. Dat klinkt logisch, maar in sommige landen zoals bijvoorbeeld Tsjaad is er nauwelijks of geen MKB en dus geen werk voor PUM-experts. Verder vallen gebieden af waar de overheid een gezond functionerende economie in de weg staat, zoals bijvoorbeeld Eritrea. Daar waren we actief, maar zijn we gestopt omdat de overheid ondernemers gewoonweg tegenwerkt. Instabiliteit is ook een reden om niet actief te zijn, zoals bijvoorbeeld Somalië. Extreme corruptie zoals in Oezbekistan heeft ons doen besluiten ook daar te stoppen. In landen waar het onrustig en gevaarlijk is, zoals Syrië, Egypte of Jemen hebben we onze activiteiten opgeschort.

PUM is nu actief in 73 landen. Dat aantal fluctueert. Er vallen landen af, bijvoorbeeld omdat ze welvarend genoeg zijn geworden om zichzelf te redden. En er komen landen bij, zoals u in dit PUM Magazine kunt lezen. Ooit zat PUM tegelijkertijd in 110 landen, onder andere in veel Oost- Europese landen, maar de praktijk wees uit dat dit een maat te groot voor ons was gezien onze organisatiecapaciteit. Met het huidige aantal landen kunnen we effectief opereren. Overigens moet er natuurlijk ook budget zijn om ons werk te doen. Behalve onze trouwe sponsor het ministerie van Buitenlandse Zaken, zijn er ook steeds vaker andere opdrachtgevers. Zij hebben ook invloed op de vraag in welke landen we actief zijn.

Ik wens u veel lees en - als u de website bezoekt - surfplezier.

Alex MeerkerkHoofd Analyse en Monitoring (Anamon)

voorwoord

Waar ‘zitten’ we en waar niet?

PUM Magazine herfst 2013 | 3

Page 4: PUM Magazine herfst 2013

T-shaped person: metafoor om capaciteiten te beschrijven. De verticale streep van de T geeft de diepte van capaciteiten en expertise aan. De horizontale streep staat voor: over disciplines heen samenwerken met experts op andere gebieden en je kennis toepassen in andere vak gebieden.

miSSie in Sierra Leone

Wil Nuijen ging voor PUM naar Sierra Leone waar hij drie kilo afviel. Hij kreeg maar twee maaltijden per dag en de douche in het gastenverblijf moest hij zelf repareren. En toch, na aanvankelijke reserves - ‘ik hoef niet zo nodig nog eens’- overheerst een paar weken later de kriebel om het karwei af te maken. Een verhaal over afzien in een door burgeroorlog getraumatiseerd land1.

Wil Nuijen: ‘Ik heb nog nooit een missie gedaan waarin ik zoveel van mijn ervaring en kennis kwijt kon. Zodra ik buiten de deur kwam dacht ik: ‘dat kan beter, dat moet anders,’ en dat ging zo de hele dag door. Telkens kon je mensen op een vaak simpele manier dingen beter laten doen.’ Deze missie was een mooi voorbeeld van de T-shaped expert: in de diepte van je expertise duiken, maar ook een helikop-ter view hebben om bedrijfskundige adviezen te kunnen geven.’

focus aanbrengenDe klant is een producent van eenvoudige solar verlichtingssystemen. De PUM-expert kwam er al snel achter dat men qua kosten nooit zal kunnen concurreren met kant-en-klaar gekochte producten uit het Verre Oosten. Ze zouden hoogstens als importeur2 van dergelijke producten het hoofd boven water kunnen houden. Maar met het ontwerp, de installatie en het onderhoud van tailor-made (solar)systemen zou het bedrijf op termijn een florerende onderneming kunnen worden.

Uitdaging en voldoening

Laat je inspireren door de klantvraag, maar houd focus

4 | PUM Magazine herfst 2013

TekST FranK STeVerinK | foTografie WiL nUiJen

Page 5: PUM Magazine herfst 2013

niet meer toe, naar die wel erg primitieve omstandigheden. Niet weer drie kilo afvallen. Toch denk ik daar nu anders over. Het begint te kriebelen en denk ik: we zouden over een half jaar nog eens moeten gaan kijken. Dan hebben ze de eerste projecten gedaan en moet je ze een nieuwe impuls geven. Sommige zaken zullen zeker beklijven. Het accu zuur zullen ze wel blijven bijvullen met het trechtertje dat ik voor ze gemaakt heb.’

kennis gaat doorgeven aan je collega’s.’ Hij heeft mij bezworen dat hij dat zal doen en ik geloof hem. oorlogsrantsoen‘Deze missie springt eruit qua voldoening in het werk. De werkomstandigheden waren slecht. De oorlog heeft het land enorm op achterstand gezet. De littekens daarvan zijn nog overal zichtbaar. Je ziet het aan de wegen, hutjes, krotten. In de hoofdstad Freetown zie je veel verval en verwaarlozing. In het dorpje Kambia, tegen de grens met Guinea, lag één op de vier huizen in puin. Ik logeerde in het guesthouse van de campus. Op zichzelf niet eens zo slecht. Maar er was een pro-bleem: kapotte waterpomp en distributie-leidingen. Alleen de laatste twee dagen kon ik douchen, nadat ik eerst eigenhandig had meegeholpen met de reparatie. Waar ik moeite mee had was het eten. ’s Morgens een broodje met een gebakken eitje - dat viel mee - maar soms ook gebakken aardappels, de meest vreselijke gebakken, gebraden dingen, op een houtvuurtje klaargemaakt in palmolie. Na twee weken kon ik geen palmolie meer ruiken. ’s Middags altijd gekookte kool, soms een aardappel, soms een klein stukje kip of vis. Maar ‘s avonds kreeg ik niks meer! De locals aten dan ook geen maaltijd! Ik ben drie kilo afgevallen. Uit voorzorg had ik Sultana’s meegenomen. Ik legde mijzelf een rantsoen op van één pakje (drie crackers) per avond. Met een kopje oploskoffie. Er was wel een koelkast die soms bijgevuld werd. Naar een restaurant gaan kon niet, in dit dorp was helemaal niets. Na aankomst wilde ik op het vlieg-veld geld wisselen, maar dat zou later wel kunnen, zei men. Dat bleek niet zo te zijn, zodat ik alleen dollars op zak had. In het kleine dorpswinkeltje hadden ze nog nooit van dollars gehoord. Dus ik kon niks kopen.’ wat er beklijftIn hoeverre alle kennis en expertise beklijft is altijd de vraag. ‘We hebben nog mail-contact. Ze leggen vragen bij me neer waarover ik echt moet nadenken wat de beste reactie is. Altijd koppel ik terug of ik hun probleem goed begrepen heb en wat zij van plan zijn,’ aldus Wil Nuijen. ‘Eerst dacht ik na thuiskomst: ik hoef er

Want daarvoor bestaat er een snel op-komende markt in Sierra Leone. Wil Nuijen: ‘Aanvankelijk bracht ik vooral adviezen uit om de lopende activiteiten te verbeteren, van een oplaadstation voor accu’s tot het leren repareren van defecte units. Veel praktische adviezen schreef ik met viltstift op grote vellen, die langs de wanden werden opgehangen. Waar ze heel veel problemen mee hebben is focus. Ze laten zich te veel leiden door de waan van de dag. Het eerste idee wat opkomt wordt als oplossing gekozen. Trek je plan en doe dat vervolgens. Je moet het uit-houdingsvermogen hebben om dingen tot een goed einde te brengen. In onze cultuur zijn we daarop getraind. Zij moeten dat nog leren. En misschien is het ook wel een beetje een mentaliteits-kwestie. Ik kom dat in meer Afrikaanse landen tegen. Ook heerst er nog veel an-alfabetisme. Dus tekende ik veel plaatjes om informatie over te brengen.’ kennis overdragenTijdens zijn verblijf kwamen er bij de klant vier offerteaanvragen binnen. ‘Ik heb met een spreadsheet een offertemodel gemaakt en dat heb ik achtergelaten, zodat ze dat in de toekomst kunnen gebruiken. Dat bleek veel efficiënter,’ vertelt Wil Nuijen. ‘De manager, in wie ik veel vertrouwen had, bleek echter computeranalfabeet. Een flinke teleurstel-ling. Er werkte echter ook een computer-instructrice in de organisatie. Die twee heb ik aan elkaar gekoppeld, zodat zij voortaan samen die spreadsheets kunnen opstellen. Ook liepen er gelukkig andere “slimme jongens” rond. Eén daarvan wist precies hoe de elektrische zonne-installatie werkte. Een schema had hij niet, alles zat in zijn hoofd. Toen hebben we het schema samen uitgetekend. Ik heb veel in hem geïnvesteerd. Uiteindelijk heb ik mijn meegebrachte gereedschappen, tangetjes, een opwindbare zaklamp en dergelijke aan hem gegeven en gezegd: ‘ik verwacht nu ook iets van jou, namelijk dat je die

‘Ze laten zich te veel leiden door de waan

van de dag’

‘samen aan de slag’

1 Tussen 1991 en 2001 had Sierra Leone te lijden onder een bloedige burgeroorlog waar-door de helft van het land gevechts gebied werd en een derde van de bevolking moest vluchten. Aan het einde van het conflict was het land grotendeels verwoest en moest men per hoofd van de bevolking met 38 dollarcent per dag rondkomen.

2 Inmiddels is het bedrijf in gesprek over mogelijkheden voor import met Kamworks, een ander door Wil Nuijen geadviseerd bedrijf, producent van ledlampen in Cambodja. De lampen worden opgeladen door zonne-energie. Het samenbrengen van de twee bedrijven en economische activiteit creëren is een mooi voorbeeld van PUM-synergie.

‘Littekens van de oorlog zijn nog overal

zichtbaar’

PUM Magazine herfst 2013 | 5

Page 6: PUM Magazine herfst 2013

heT geSprek

Thijs van Praag gaat in gesprek met Pier Vellinga, een Nederlandse weten-schapper en hoogleraar met (inter)nationale bekendheid als klimaatveran-deringdeskundige. Ze kennen elkaar van hun studie aan de TU Delft en praten over klimaatbestendigheid, voorbereiding op rampen en hoe je van een crisis een kans kunt maken. Ook komt de huidige PUM-voorzitter Bernard Wientjes ter sprake, wiens termijn bij VNO-NCW volgend jaar mei afloopt. Pier Vellinga heeft een uitgesproken mening:

Hoe klimaat- bestendig zijn wij?

6 | PUM Magazine herfst 2013

opgeTekend door FranK STeVerinK | foTografie Jeroen PoorTVLieT

Page 7: PUM Magazine herfst 2013

PV Hij heeft geen enkele affiniteit met duurzaam-heid en heeft de energiepolitiek in het honderd laten lopen. Ik geloof niet dat ik hem zal missen.

TvP Dat is een aardige opening (lachend).

PV Maar onder PUM-experts en ondernemers is er wel enthousiasme voor duurzaamheid heb ik de indruk. Die willen allemaal nog graag de wereld redden.

TvP Jazeker.

wat valt je op aan de discussie over klimaatverandering in nederland? PV Je zou aanvankelijk misschien denken dat klimaat typisch een probleem is voor de overheid. Maar je ziet dat die overheid er heel veel moeite mee heeft, gezien de problemen rond de CO2-uitstoot bijvoor-beeld. Terwijl bedrijven en individuen enthousiast aan de slag gaan.

TvP Die moeten het doen tenslotte.

PV Ja, bedrijven die zichzelf respecteren kijken toch heel serieus naar CO2-emissies. Projectontwikkelaars, wijken, burgers die met hun omgeving bezig zijn. Langzaam breekt het besef door dat je misschien eens moet gaan denken over een groen dak. Boeren die er niet meer van uitgaan dat de overheid wel water zal leveren, maar die met behulp van onze technieken ondergrondse waterbuffering aanleggen. Wat dijken betreft: we zijn bezig met dijken die nooit meer kunnen doorbreken. Waterpleinen. Boeren die het zout wegduwen door ondergrondse zoetwater-injectie. Parkeerkelders die water kunnen opvangen. Groene gevels. Nederland loopt qua adaptatie aan klimaatverandering intellectueel wel voorop. Ons hele kennisprogramma valt op het ogenblik in goede aarde, ook vanwege al die innovatieve aspecten. Want men wil eigenlijk niets meer zonder innovatie. Een aantal voorgaande kabinetten heeft ingezien dat klimaataanpassing voor Nederland hartstikke nodig is, maar daarnaast ook internationaal vooral kansen biedt. Hoewel we van die hele waterbouw-kundige wereldmarkt internationaal maar vijf à tien procent hebben, is onze naamsbekendheid gigantisch.

waar staan we als het gaat om klimaat? gaan we de goede kant op of de verkeerde?PV Dat is maar net hoe je het bekijkt. Het schiet internationaal niet erg op. Maar als je lokaal kijkt, bijvoorbeeld naar wat men in Vietnam doet, krijg je een ander beeld. Daar voert de nationale staat een politiek dat de komende tien jaar tachtig procent van de Vietnamezen moet weten wat klimaatveran-

dering is en wat dat voor Vietnam betekent. Dat is een nationale doelstelling. Overal in de wereld weet men: het klimaat is aan het veranderen. Iedereen klaagt erover, of je nu in Indonesië bent of in Afrika. Het klimaat is niet meer wat het geweest is, voor een deel klopt dat, voor een deel is het ook de actuele interpretatie van de statistiek. Maar het is een feit dat de zwaarte van de regenval toeneemt en de zwaarte van de droogteperiode, door extra verdam-ping, ook toeneemt. Dat is statistisch signi ficant.Je ziet dat een internationale benadering van nationale staten samen niet van de grond komt. Ook de bijbe-horende fondsen zijn er nauwelijks, vanwege de crisis. Als je vraagt hoe het zit met het bewustzijn van de Afrikaanse boer en Zuidoost-Aziatische rege-ringen, dan merk je dat het bewustzijn wel goed zit. Lokaal, op bedrijfsniveau en op nationaal niveau zijn er wel ontzettend veel acties. In China zal de helft van alle investeringen in energie-infrastructuur duurzaam zijn, de andere helft fossiel. Tien jaar geleden had niemand dat durven voorzien. Er is behoorlijk veel gaande. Er wordt bijvoorbeeld nergens meer een waterwerk aanbesteed zonder rekening te houden met klimaatverandering. Boeren weten ervan, soms door schade en schande. Uit onderzoek van de Europese Unie is gebleken dat iedere euro die je nu al besteedt aan het robuuster maken van je infrastructuur tegen het klimaat, netto zeven euro minder schade oplevert.

TvP Dat is een goede investering, daar zou menige bank jaloers op zijn.

PV Ja en waarom gebeurt het niet? Iedereen probeert toch de externe kosten van fossiel energieverbruik, CO2-uitstoot en klimaatverandering wat weg te drukken. Het kost veel moeite om een land klimaat-robuust te maken. In 2005 bleek uit een rapport dat de helft van alle waterkeringen in Nederland niet voldoet aan de zelf opgestelde norm. En zelfs die norm is eigenlijk al niet streng genoeg. Zo zie je dat mensen het toch laten versloffen. Uit het verleden blijkt dat Nederland elke vijftig jaar een soort Zee-landramp heeft gehad. Na de stormvloed van 1916 werd de Afsluitdijk gebouwd.Na de stormvloed van 1953 kwam het Deltaplan. Iedere vijftig jaar is er weer een nieuwe generatie die vergeten is hoe ramp-zalig het is als het land overstroomt. Psychologisch zitten wij niet zo goed in elkaar dat wij onszelf eco-nomisch optimaal beschermen. Als de kans één op duizend is, denken we: ‘het zal wel’. Daar ga ik nu mijn goeie geld niet aan uitgeven. En als het gebeurt, hebben we allemaal pech. Vergelijk het met de bankenbubbel. Zolang je op korte termijn nog geld kunt verdienen, wie maakt zich dan druk over tien jaar later? De oppositie die klimaatverandering

PUM Magazine herfst 2013 | 7

Page 8: PUM Magazine herfst 2013

heT geSprek

ontkent, heeft heel veel schade aangericht. Als je de temperatuurstijging tot twee graden wilt beperken, zul je de komende dertig jaar echt met die energiehuishou-ding aan de gang moeten. Maar je moet ook tegelijker-tijd de landbouw inrichten op hier en daar sterkere droogtes, elders meer nattigheid en vooral heftiger weer. Je moet met rivieren en dijken aan de slag.

TvP En als je kijkt naar ontwikkelingslanden? Die krabbelen economisch gezien nu een beetje op. De rijke landen hebben minder geld te besteden voor de infrastructuur daar. Wat voorzie je daar voor de komende decennia?

PV Die landen hebben altijd kapitaalbehoefte en er is grote concurrentie om dat kapitaal. Het gaat altijd om investeringen, waarbij de kost voor de baat uit-gaat. Wij zijn honderd jaar geleden ook begonnen met een dijk van drie meter boven zeeniveau. Dat is vandaag tien meter. Bescherming tegen weersom-standigheden heeft altijd te maken met een zekere welvaart. Anderzijds zie je wel dat er op energiege-bied in ontwikkelingslanden mooie kansen liggen. Zoals in Engeland het langst de gaslantaarns bleven branden, zo heb je ook wel kans doordat wij in Europa verzadigd zijn als economie. Dat wij niet meer onze wegen hoeven te vernieuwen, niet meer gebouwen hoeven te bouwen, die staan er allemaal al, kortom dat wij achterblijven bij een hoop ontwik-kelingslanden. Dat is al aan de gang.

TvP De remmende voorsprong…

PV Zeker. Op gebied van energie zie je dat al, of het ook geldt voor aanpassingen aan klimaatverandering weet ik het niet. Die landen moeten nu investeren in energie. Als ze dat met zon, aardwarmte en wind doen, is dat voor hen bij uitstek aantrekkelijk. Dan hoeven ze minder grote elektriciteitsnetten aan te

leggen en komt er meer lokale werkgelegenheid. Op het gebied van aanpassingen aan klimaatverandering is er ook wat aan de hand. Iedere Afrikaanse boer heeft tegenwoordig een mobiele telefoon en daar staat ook het weerbericht op. En klimaat berichten voor de komende weken. Daar druppelt ook wel door dat het tijdstip van de moesson minder betrouwbaar is en dat rivieren vaker kunnen overstromen. Maar ik denk dat er, net als in Nederland, eerst een ramp moet komen voordat men gaat investeren. In Miami lukt het niet om collectieve preventieve aanpassingen te doen voor wateroverlast. Dus daar richt men zich op plannen voor ná de ramp. Daar liggen plannen klaar voor waar men na een hurricane wel en niet gaat herbouwen. In landen waar PUM actief is moet je kijken of je als PUM bijvoorbeeld kunt meedenken over bepaalde scenario’s. Wat kun je doen bij extreme droogte? Waar haal je het water vandaan? Zou je een lokale zoetwaterbel kunnen aanleggen? Kunnen we meer water vasthouden? Kun je bosbranden voor-komen? Die volgende crisis komt wel. Je kunt daar somber van worden, maar je kunt het ook gewoon accepteren en je er zo veel mogelijk op voorbereiden.

waar vallen de hardste klimaat­klappen in de toekomst?PV De grootste toename van temperatuurstijgingen en droogtes vind je in het gebied tussen de 30e breedtegraad, zowel zuid- als noordkant, het gebied tussen Zuid-Italië en Noord-Afrika en het strekt zich uit tot in India en verder. Daar gaan de grote klimaat-klappen vallen. Er is op het gebied van water vast-houden al veel innovatie, zowel bovengronds, als ondergronds. Overigens, na een ramp zie je altijd een opleving van de economie. Dat zag je ook bij ons na de watersnoodramp. Geld dat men anders aan de bioscoop zou besteden, ging nu naar Zeeland. Dus er werd meer aan infrastructuur dan aan consumptie besteed. Elke euro besteed aan infrastructuur, levert meer werkgelegenheid op dan die euro aan con-sumptieve bestedingen uitgeven. Zo zie je drie, vier jaar na een ramp altijd een economische opleving. Vaak is er dan ook een wisseling van de van de wacht, de oude garde wordt gedwongen te vertrekken onder het mom van ‘nu moet het’.

TvP Dus af en toe een ramp is noodzakelijk…

PV Zolang ze elkaar niet te snel opvolgen. Eens in de zeven jaar stelt mensen nog in staat zich te her-vinden. Maar als het elke drie jaar is, dan wordt dat al een stuk moeilijker. En als het structureel is, zoals bij lang aanhoudende droogte, dan lukt het niet. Heel veel rampen kun je zien aankomen. Probeer van iedere crisis een kans te maken, wat we in Nederland ook gedaan hebben.

8 | PUM Magazine herfst 2013

Page 9: PUM Magazine herfst 2013

lopende zaken

In het vorige PUM Magazine berichtten we over de koers van minister Ploumen en haar nota ‘Wat de wereld verdient’. Inmiddels is deze nota in de Tweede Kamer besproken. Dit leidde tot een groot aantal moties en het verzoek aan de minister om haar beleid concreter te maken. Zo wil de Kamer meer weten over de invulling van het zoge-noemde Dutch Good Growth Fund (DGGF).

De minister gaf aan voor het zomerreces met een aantal aanvullende brieven te komen, waaronder een brief over het DGGF. Inmiddels is dit uitgesteld tot na het zomer-reces. Bij het te perse gaan van dit PUM Magazine waren de brieven nog niet ver-schenen. Om die reden kunnen we er hier helaas niet inhoudelijk op ingaan.

Bent u geïnteresseerd hoe dit verder gaat en wilt u niet wachten tot het volgende PUM Magazine, kijk dan op www.pum.nl voor de meest recente informatie.

Update beleid ontwikkelings-samenwerking

Dat er de laatste tijd steeds meer nadruk ligt op de effectiviteit van ontwikkelingssamenwerking zal u niet zijn ontgaan. PUM doet er alles aan om zo goed mogelijk te meten wat een PUM-missie met en voor een ondernemer doet.

Via een nieuwe methode, ontwikkeld in samenwerking met onderzoeks-instituut LEI Wageningen UR (LEI) en de Erasmus School of Economics (ESE), zullen de komende vijf jaar metingen worden uitgevoerd die ons vertellen in hoeverre het PUM-advies invloed heeft op de omzet, werk-gelegenheid, winst en duurzaamheid van een ondernemer. Dat is niet altijd eenduidig vast te stellen, want ook andere factoren (politiek klimaat en de mate waarin ondernemerschap wordt gestimuleerd, financiële slagkracht, concurrentie etc.) zijn van invloed.

Sneller bijsturenTot nu toe vonden evaluaties van het PUM-programma pas jaren na afloop van de missies plaats. De bevindingen en aanbevelingen uit die evaluaties kwamen dan vaak als mosterd na de maaltijd. Want ‘dan hadden we kwesties meestal allang zelf geconstateerd en verbeterd,’ aldus Thijs van Praag, algemeen directeur van PUM. Het bijzondere van deze nieuwe aanpak is dat er gedurende de missies gemeten wordt. We kunnen dus meteen bijsturen.

LEI en ESE nemen niet alleen PUM-missies onder de loep, maar ook CBI-projecten. CBI staat voor Centrum tot Bevordering van Import uit Ontwikkelingslanden en is een agentschap van het ministerie van Buitenlandse Zaken dat MKB-exporteurs uit ontwikkelingslanden adviseert bij hun exportactiviteiten. De samenwerking tussen de vier partijen is uniek. Nooit eerder trokken adviesorganisaties en kennisinstituten zo nauw samen op bij het meten van ontwikkelingsimpact.

De nieuwe aanpak wordt ondersteund door de Inspectie Ontwikkelings-samenwerking en Beleidsondersteuning (IOB) van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Als de aanpak succesvol blijkt, kan deze ook toe-gepast worden bij andere Nederlandse organisaties die zich bezighouden met het stimuleren van de private sector in ontwikkelingslanden.

Nieuwe meet- methode effectiviteit PUM-missies

Uw feedback gevraagd Ieder jaar organiseert PUM een enquête onder experts die het jaar daarvoor op missie zijn geweest. We vragen gericht naar de voortgang bij het geadviseerde bedrijf en naar de handel met Nederland die mogelijk is ontstaan. Daarnaast is er dit jaar een algemene enquête voor alle experts. Daarmee willen we inventariseren hoe de dienstverlening en communicatie verbeterd kan worden. U krijgt daarover binnenkort bericht. In het aankomende PUM Magazine leest u de resultaten. Wij kijken alvast uit naar uw feedback!

PUM Magazine herfst 2013 | 9

Page 10: PUM Magazine herfst 2013

Maar door een strakke planning is er in die twee weken toch veel gebeurd. Eerst maar eens kijken waar en hoe melk te verkrijgen is, en tegen welke prijs. Dan kijken wat de prijzen van kaas- en yoghurt- producten in de supermarkt zijn. En tot slot rekenen: is een en ander überhaupt interessant? Ook energie en water zijn vaak een heikel punt, maar door een waterbron in de naastgelegen berg beschikken ze hier over uitstekend water en is elektriciteit redelijk betrouwbaar.

leergierige doorzettersToen begon het uiteindelijke aftasten: heeft de familie de potentie en het juiste gevoel om aan een melkverwerkingsproces te beginnen? Door wat proefjes op de keukentafel met wat melk en meegebrachte

hulpmiddelen bleek al snel dat de kaas-producenten in spé zeer leergierig waren. Adviezen werden tot in het extreme opge-volgd. Zo werd, na een opmerking dat reinheid en hygiëne één van de belang-rijkste voorwaarden zijn om tot een goed eindproduct te komen, de hele keuken opgeruimd en gereinigd en werden de muren gewit. Dit gaf een goed gevoel voor het vervolg. Na de twee weken was er toch het een en ander gebeurd. De contouren van het gebouw waren inmid-dels zichtbaar, een eenvoudig productie-tankje was in de maak, en de familie had nu enige kennis van het kaas- en yoghurt- productieproces. Alleen er was nog een lange weg te gaan. Eenmaal thuis bleek uit regelmatige e-mails het grote door-zettingsvermogen van de familie.

Via mailcontact vooraf bleek al snel dat er weinig kennis bestond van kaas- en yoghurtproductie. Maar het ondernemers-echtpaar kwam toch met een aardig voorstel hoe ze dachten dat een productie-gebouw er ongeveer zou moeten uitzien. Na wat aanpassingen in de tekening gingen ze aan de slag, met de verwachting dat het gebouw eind 2010 wel klaar zou zijn. Bij aankomst in januari 2011 stond er alleen een stapel stenen en was de aannemer net begonnen met het uitzetten van de bouw. De vraag is dan hoe we ons nuttig gaan maken de komende tijd.

Van eerste steen tot productiebedrijf

miSSie in Panama

Toen kaasexpert Sybren Lautenbach (12 missies) in 2011 voor de eerste keer naar Panama afreisde, was zijn gedachte: wat zal ik aantreffen? Het bedrijf, een ranch die tot dan toe alleen slachtrunderen fokte, had een aanvraag ingediend voor hulp bij het opzetten van kaas- en yoghurtproductie. Wat twee jaar geleden begon als een voorzichtige poging, lijkt inmiddels een succes. Queso Blanco made in Panama, met dank aan de expert uit Nederland.

SybreN LauteNbach

‘er stond alleen een stapel stenen’

Kaas made in Panama

10 | PUM Magazine herfst 2013

TekST Sybren LaUTenbach | foTografie Sybren LaUTenbach

Page 11: PUM Magazine herfst 2013

Ondanks het bescheiden budget en tegenslagen bouwde men stukje bij beetje aan de productielocatie. Een van de grote hobbels was het verkrijgen van een productievergunning. In 2012 kwam dan uiteindelijk de toelating om te mogen produceren voor de provincie Chiriqui. Alleen voor de rest van Panama en Zuid-Amerika was de toe lating lastig te verkrijgen. Door bemiddeling van landenvertegenwoordiger Koos Kruit, die toevallig het bedrijf bezocht, is dat uiteindelijk ook gelukt. Midden 2012 werd er voor het eerst geproduceerd en met redelijk succes door learning by doing.

Boven verwachtingIn februari 2013 is het tijd om voor de tweede keer naar Panama af te reizen. De verwachtingen zijn hoog gespannen. Zou het de familie gelukt zijn een goed eindproduct te maken met de eenvoudige middelen die ze tot hun beschikking hebben? Het resultaat is boven verwach-ting. De kwaliteit van de kaas Queso Blanco (een verse kaassoort) is goed en de verpakking met het zelfontworpen logo heeft een mooie uitstraling. Er is regel- matig vraag naar extra levering, terwijl de prijs ten opzichte van de concurrent niet als laagste geldt. Ook de yoghurt wordt goed gewaardeerd en wordt, in grootver-

pakking, als een soort halfproduct gele-verd aan cafetaria’s, die het gebruiken in vruchtendranken. Het gebouw voldoet aan de basiseisen voor melkverwerking en is voorzien van een omkleedruimte met douches en toiletten. Voor de expert was er zelfs in het kantoortje een bed met daarnaast een eigen douche en toilet. Wel bijzonder om ‘s morgens te worden gewekt, niet door de wekker, maar door de brulapen in de bergen. Deze twee weken heeft de expert vooral benut om hier en daar wat aanpassingen in de productie door te voeren en om gevoel te krijgen of er voldoende potentie is voor de toekomst. De familie werkt hard en is van begin (melk ophalen) tot het eind (levering van kaas en yoghurt aan afnemers) betrokken bij het bedrijf. Maar ze willen meer dan alleen deze verse kaas maken. Ze willen kijken naar andere producten die mogelijk kunnen bijdragen aan een goed rendement. Zo zijn er productietesten gedaan met kleine hoeveelheden van verschillende soorten halfharde kaas. Om dit te realiseren zal

Bevlogen ondernemers met hun witte kaas

‘adviezen werden tot in het extreme

opgevolgd’

pUm zoekT Bevlogen ondernemerS

commitment van de ondernemer behoort tot de belangrijkste criteria voor de 265 lokale vertegenwoordi-gers die voor PUm op zoek gaan naar klanten in het mKb-segment. alleen met voldoende commitment is er een gerede kans dat de adviezen uiteindelijk opgevolgd worden. De vertegenwoordigers worden dan ook nadrukkelijk geïnstrueerd hier een goede inschatting van te maken. is de aanvrager daadwerkelijk de eigenaar van het bedrijf? Stelt hij of zij genoeg tijd beschikbaar voor overleg met de expert? PUm zoekt bevlogen ondernemers, zoals in deze missie, mensen die kansen ruiken en ze vervolgens met hulp van een expert weten te benutten.

er verder in apparatuur moeten worden geïnvesteerd. Uitdagingen genoeg, maar door de bijdrage namens PUM en door de geweldige inzet van de aanvrager is er een mooi resultaat bereikt.

PUM Magazine herfst 2013 | 11

Page 12: PUM Magazine herfst 2013

TekST xxxxxxxxxx

Bhutan en Birma, de nieuwe PUM-landen

Special Nieuwe landen

over de roepiecrisis, bruto nationaal geluk en all­in toerisme

Als dit PUM Magazine op de deurmat valt, bezoekt landencoördinator John de Bruijn twee nieuwe PUM-landen: Bhutan en Birma (Myanmar). Dit in het kader van het Project Development Visit (PDV), het één- of tweejaarlijkse bezoek van een landencoördinator aan zijn of haar land. Algemeen directeur Thijs van Praag vergezelt hem. Wat ging eraan vooraf, en wat kunnen ze ter plekke verwachten?

zijn met goede netwerken. Tegelijkertijd kwam Bhutan in beeld. In november vorig jaar vertrok De Bruijn naar beide landen. De Bruijn: ‘de fact finding mission begint vooraf thuis, met heel veel deskresearch, achter de computer. Vervolgens ga je een programma opstellen. Ik heb veel met mensen in Nederland gesproken om daar ter plekke afspraken te kunnen maken. Zo heb ik onder andere met de consul van Bhutan gesproken en met Bhutan + partners, een Nederlandse organisatie die internationaal contacten

faciliteert met Bhutan op het gebied van zaken, sport en cultuur. Ook hebben we in september vorig jaar een delegatie uit Bhutan op het PUM-kantoor ontvangen. Voor Birma (Myanmar) wordt nauw samengewerkt met de Nederlandse ambassade.’

roepie crisis en bruto nationaal gelukBhutan heeft vanwege zijn lange periode van isolatie voor westerlingen een aura van mystiek en romantiek. De beeldvor-ming is sterk bepaald door het initiatief van Bhutan om het nationaal bruto geluk in te voeren als indicator. Koning Jigme Singye Wangchuk, de vierde koning van Bhutan, introduceerde dit begrip in 1972. Het is een denkwijze waarbij de welvaart in een samenleving niet slechts

Wat aan deze reis vooraf ging, is om te beginnen de opheffing van de EU-sancties tegen Birma (Myanmar). Eerst werden ze opgeschort en in april jongstleden zijn ze opgeheven, met uitzondering van gevoe-lige zaken als wapens en materiaal dat voor binnenlandse repressie kan worden gebruikt. Met het opschorten van de sancties kreeg PUM groen licht om een fact finding mission te doen, waarbij een landencoördinator onderzoekt of en in welke sectoren er kansen liggen voor PUM. En of er lokale vertegenwoordigers

‘balans tussen authenticiteit en moderne tijd in

bhutan.

12 | PUM Magazine herfst 2013

Page 13: PUM Magazine herfst 2013

met de Burmese Kamer van Koophandel in Yangon voor samenwerking ten behoeve van het midden en kleinbedrijf in Birma (Myanmar). Er is inmiddels een lokale vertegenwoordiger in Yangon (Rangoon), maar tijdens het PDV-bezoek zal men ook uitkijken naar een lokale vertegenwoordiger voor Mandalay. Zie voor het portret van de vertegenwoor-diger in Yangon, Birma het artikel op pagina 26.

NB: lees ook het verslag van Mieke Schrijver over de Filippijnen op pagina 24/25.

koninkrijk BhUTan• hoofdstad Thimphu• inwoners 2013 725.000• Bevolkingsgroei 2012

1,15% per jaar• Circa65%vandebevolking

woont op het platteland• Bnp 2012 US $ 2,1 miljard

groeicijfer 2012 9,7 % inflatie 2012 10,9%

• per capita US $ 2.900 (schatting 2012)

bhutan grenst aan india en china.

repUBliek der Unie van myanmar / Birma• hoofdstad naypitaw• economisch centrum

de voormalige hoofdstad yangon • inwoners 2013 55,1 mln• Bevolkingsgroei 2012

1,05% per jaar• Circa65%vandebevolkingwoont

op het platteland.• Bnp US $ 53,1 miljard

groeicijfer 2011 5,5% inflatie 2012 4,2%

• Bnp per hoofd van de bevolking US $ 963,7

• 25,6%vandebevolkingleeftonder de armoedegrens (1,25 US $ per dag)

myanmar is noord / zuid 2.090 kilometer lang en oost / west 925 kilometer breed. De totale oppervlakte is 676.578 km2, het land is hiermee ruim18 keer zo groot als nederland. myanmar grenst aan bangladesh, india, china, Laos, en Thailand.

beschreven wordt in economische termen (bruto nationaal product) maar ook in termen van geluk en geestelijke en sociale ontwikkeling. Op het moment dat De Bruijn zijn fact finding deed, was er in Bhutan een crisis, de roepies waren op! Met als gevolg dat alle import, bijvoorbeeld van Indiaas bier, stil kwam te liggen. Waar alle roepies gebleven waren? John de Bruijn: ‘er wordt heel veel geïnvesteerd in de vele hydroprojecten die er momenteel ontwik-keld worden. Dan hebben de banken op een gegeven moment gewoon geen roepies meer.’ Het huishoudboekje heeft men dus wel op orde, ze geven geen geld uit dat ze niet hebben.

landelijk leven in BhutanJohn de Bruijn: ‘Bhutan is ongeveer zo groot als Zwitserland en er wonen 725.000 mensen. Voor het grootste deel bestaat het uit bergen, aan de grens met India is het vlakker. Mensen leven hoofd-zakelijk van landbouw, organisaties als de VN en SNV zijn er al actief om met name boeren te helpen. In de hoofdstad wonen maar 70.000 mensen, dat geeft al aan hoe landelijk het leven hier is. Bhutan is economisch sterk afhankelijk van India. De ngultrum, de lokale munt, is inwisselbaar met de Indiase roepie. Je kunt er zowel met roepies als met ngultrums betalen. Het belangrijkste exportproduct is energie, ze hebben namelijk heel veel waterkrachtelektrici-teitscentrales. Nu wordt bijna alles ge ïmporteerd uit India, er is een duidelijke behoefte om ook zelf meer te gaan pro-duceren en ontwikkelen.’ In Bhutan liggen de mogelijkheden voor PUM met name in de agrarische sector, de voedings-middelen en toerisme. De landbouw moet daar versterkt worden en de productiviteit moet omhoog. Kleinere bedrijven kunnen geholpen worden lokaal producten te maken, dan hoeft men minder te impor-teren.’ Er zijn zo’n 250 bedrijven die in aanmerking zouden kunnen komen voor PUM-expert advisering. De lokale vertegen - woordiger van PUM is gevestigd in de hoofdstad Thimphu.

de all-in toerist in de liftBehalve landbouw en kleinere maak-bedrijven zullen er ook aanvragen komen vanuit de toerisme sector. Het toerisme

in Bhutan zit namelijk in de lift, ondanks de ogenschijnlijk gepeperde prijzen die je moet neerleggen om dit koninkrijk in de Himalaya te bezoeken. Het beleid van de Bhutanese overheid is om toeristen in het land door Bhutanese reisbureaus te laten begeleiden. Het is niet mogelijk om ongeorganiseerd door het land te reizen. Men hanteert hiervoor een ‘all in’-formule. Van iedere toerist wordt door de overheid in het hoogseizoen 275 US $ (per dag) gevraagd en in het laagseizoen 200 US $. Daar krijg je dan overigens wel alles voor: hotel, volpension, plus een auto met chauffeur en gids die je het land rond leidt. Men hecht een groot belang aan het behoud van natuur en cultuur. Momenteel zijn er plannen voor de ontwikkeling van Bhutan als conferentie-bestemming. De uitdaging hierin zal zijn om een goede balans te vinden tussen het behoud van authenticiteit en cultuur enerzijds en de behoeften van de moderne congres-ganger anderzijds. Overigens wie op YouTube op zoek gaat naar Paro Dangerous Airport Landing krijgt een indruk van de woeste, maar indrukwekkende en prachtige natuur van de Himalayabergstaat. John de Bruijn: ‘Het is wel schitterend. Met mooi weer zie je zelfs vanuit het vliegtuig de Mount Everest.’

Birma (myanmar)‘Voor Birma (Myanmar) heb ik met de ambassadeur in Brussel en de consul in Nederland gesproken,’ vertelt John de Bruijn. ‘Van hen kreeg ik introducties en namen van mensen en organisaties. Vervolgens ben ik afspraken gaan maken, heb ik veel mensen ter plaatse ontmoet en gesprekken gevoerd met de Nederlandse ambassades en/of consu-laten.’ Gezien de omvang van het land is het aantal potentiële aanvragers in Birma (Myanmar) voor een PUM-expert vele malen groter dan in Bhutan. Het aantal bedrijven in de doelgroepen van PUM beloopt meer dan 10.000. PUM zal zich met name gaan richten op de sector voedselzekerheid, alles rondom water (waterbeheersing, watermanagement), de agrarische sector en toerisme. Tijdens een eerder bezoek van De Bruijn in maart dit jaar is er een overeenkomst getekend

PUM Magazine herfst 2013 | 13

Page 14: PUM Magazine herfst 2013

Special Nieuwe landen

De 17 miljoen inwoners zijn arm en leven van een paar dollar per dag. Het is een rustig land, hier volgden geen oorlogen na de Engelse dekolonisatie. Het land is laag ontwikkeld gebleven en de economie is zwak. Vroeger was er een bloeiende tabaksindustrie die produceerde voor de export naar Aziatische landen. Maar de tabaksmarkt staat onder druk en de vergroting van het areaal tabaksaanplant leidde daarom tot een debacle. De voedselproductie is genoeg om het land te voeden, men exporteert maïs. Malawi heeft potentie als toeristenland en er zijn zeker verbeteringen in de landbouw mogelijk. Er wordt nog veel platgebrand,

Malawi behoort tot een van de vreedzaamste en armste landen van Afrika. Volgens het Ontwikkelings-programma van de Verenigde Naties leeft in Malawi 65,3% van de bevolking onder de armoede-grens. Het bruto nationaal product (BNP) per hoofd van de bevolking was 900 US $ in 2011. (Bron: CIA World Factbook).

Landencoördinator Bert Vermeij: ‘Malawi heeft qua oppervlakte ongeveer vier keer de omvang van Nederland en is dus relatief klein. Kern van het land is een groot meer, daaromheen ligt het land.

Malawi

als makkelijke methode om vruchtbaar land toegankelijk te maken. Dat kan veel beter. PUM heeft Malawi een aantal jaren bediend. Daar zijn we mee gestopt omdat er te weinig projecten waren en te weinig kwaliteit. In 2011 is er een fact finding missie gedaan en daaruit bleek dat er nu wel kansen zijn voor succesvolle missies. Vorig jaar augustus zijn we weer begonnen met twee lokale vertegen-woordigers. Inmiddels zijn er zes missies gedaan naar onder meer een macademia plantage, een toeristische holding (guest-house en autoverhuur), een verzekerings-kantoor, een fabriek voor fietsambulances en een resort.’

14 | PUM Magazine herfst 2013

Page 15: PUM Magazine herfst 2013

PUM-primeur in Sri LankaCees van Dijl heeft een ‘PUM- primeur’: het noorden van Sri Lanka (waarvan hij ook landencoördinator is red.) is weer open, na dertig jaar gesloten geweest te zijn. ‘We hebben er een vertegenwoordiger aangesteld en verwachten in het noorden en oosten per jaar vijf missies te realiseren, met name op het gebied van toerisme en visserij.’

Sjaak Vink, landencoördinator voor Afghanistan, zet de plannen voor Afghanistan in hoofdlijnen uiteen. ‘We heb-ben één vertegenwoordiger in Kabul. In die stad willen we eerst ervaring opdoen.

Het bruto nationaal product (BNP) in 2009 bedroeg 1.674 miljard $ en per hoofd van de bevolking $ 4.200. Volgens de Maldivische Democratische Partij moet 42 procent van de bevolking rondkomen van minder dan US$ 1,17 per dag.

willen we het werkgebied uitbreiden naar Masar e Sharif en Herat, beide grote indus-triesteden in respectie velijk het noorden en westen van Afghanistan.’ Nesar Moshtaq van het Nederlands Centrum voor Handels-bevordering, waar hij ondermeer verant-woordelijk is voor handelsbevorderende

activiteiten tussen Nederland en Afghani-stan, is erg blij met de komst van PUM naar Afghanistan. Zelf is hij veertien jaar geleden het land ontvlucht en is hij in Groningen gaan studeren: ‘Afghanistan is een uitdagend land met veel potentie. De private sector groeit en biedt kansen voor Nederlandse bedrijven. Door alle projecten en de komst van de NAVO is veel ten goede veranderd, al zijn er natuurlijk nog steeds uitdagingen. Er zijn al Nederlandse bedrijven actief, met name op het gebied van agrobusiness. Zij leren de lokale boeren van bijvoorbeeld droogvruchten hoe ze volgens de inter-nationale standaard kunnen produceren. Nederlandse overheid heeft het Private Sector Investment (PSI) programma ontwikkeld om Nederlandse bedrijven te helpen om ondermeer Afghanistan actief te worden. De Wageningen Universiteit doet er ook landbouwprojecten.’

Afghanistan

Tijdens mijn bezoek aan Kabul in januari dit jaar, hebben de lokale vertegenwoor-diger en ik een groot aantal details besproken, waaronder de veiligheid. Concrete aanvragen hebben we nog niet, maar we hebben er tenminste twee die ‘in de week’ liggen. Na de eerste ervaringen

maldivenSri lanka

Birma

BhUTanafghaniSTan

malawi

MaldivenCees van Dijl is landencoördinator voor dit atollenrijk in de Indische Oceaan ten zuidwesten van India. In september bezocht hij de hoofdstad Malé om een vertegenwoordiger aan te stellen. De meeste bedrijven zitten op het hoofdeiland Malé. Via via was er al het nodige voorwerk gedaan. Een duikschooldirecteur, die PUM een warm hart toedraagt en vijf keer per jaar in de Maldiven is, was voordien al aan het speuren geslagen. De Maldiven is een van de armste landen in de wereld, hoewel met name het toerisme, dat veel overheidsinkomsten genereert, zich snel ontwikkelt. ‘Omdat we nog in de identifcatiefase zitten valt het land voorlopig buiten de subsidie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Het wordt door eigen geld van PUM betaald.’

PUM Magazine herfst 2013 | 15

Page 16: PUM Magazine herfst 2013

TALKCONNECT

REACT

Hello, my name

is...

Welcome to PUM

DISCUSS

Voor PUM, dat wereldwijd opereert in lang niet altijd gemakkelijk toegankelijke gebieden, vormen sociale media een geschenk uit de hemel. De crux zit in de staart van de definitie: interactie en dialoog. Behalve honderden experts in Nederland telt PUM 265 lokale vertegen-woordigers in ruim zeventig landen. ‘Zij zijn één van de belangrijkste schakels in het proces van onze missies,’ vertelt

Karin Jensma, hoofd marketing & com-municatie van PUM. ‘Zonder hen geen klanten.’ Schriftelijk individueel communi-ceren met deze mannen en vrouwen kan natuurlijk prima met e-mail, maar het gaat met name om de directe interactie, directe dialoog en directe informatie-uit-wisseling binnen de lokale vertegenwoor-digers als groep die sociale media met één druk op de knop mogelijk maken.

miSSie

Sociale media: snelheid, interactie, dialoog

De nieuwe tijd, net wat u zegt. Ongetwijfeld herinneren PUM-experts zich deze regel uit Het Dorp waarmee cabaretier Wim Sonneveld in 1965 op gevoelige wijze de veranderingen in zijn geboorteplaats bezong. Anno 2013 zingt PUM het hem na, met een knipoog, als het om sociale media gaat.

Internet-encyclopedie Wikipedia hanteert de definitie: sociale media is een verzamelbegrip voor online platformen waar gebrui-kers, zonder of met minimale tus-senkomst van een professionele redactie, de inhoud verzorgen. Hoofdkenmerken zijn interactie en dialoog tussen de gebruikers.

16 | PUM Magazine herfst 2013

TekST Leo enThoVen illUSTraTie onTWerPWerK

Page 17: PUM Magazine herfst 2013

pUm­familiegevoel‘Onze lokale vertegenwoordigers ont-moeten elkaar bijna nooit. Toch hebben ze elkaar veel te vertellen. Ze kunnen leren van elkaars ervaringen, want ze doen hetzelfde werk,’ legt Karin Jensma uit. ‘De meeste lokale vertegenwoordigers zitten op Facebook en via de PUM Facebookgroep die de afgelopen maand voor hun in het leven is geroepen, kunnen ze makkelijk en snel best practices en tips & tricks uitwisselen. Maar ook vragen stellen of elkaars hulp inroepen. Dat werkt inspirerend voor lokale vertegenwoordigers én voor de PUM-stafleden die normaal gesproken niet zo veel van landenvertegenwoordi-gers te horen krijgen.’ Zo hebben sociale media een positief effect op betrokkenheid en saamhorigheid. ‘Het geeft lokale verte-genwoordigers echt het gevoel lid te zijn van de PUM-familie. Hopelijk leiden sociale media tot intensieve uitwisseling van ideeën die nieuwe en betere pro-ducten en diensten opleveren.’

hulp en inspiratieAgung Irianto, lokale vertegenwoordiger op West-Java, schrijft op Facebook over de mooie resultaten van een kaasproject in Sumedang: hogere productie, meer inkomsten, groeiende werkgelegenheid. De reacties werken stimulerend. Een expert op missie diep in Afrika stuurde een noodkreet via LinkedIn de wereld in dat hij op zoek was naar een bepaald apparaat voor zijn klant. Ogenblikkelijk kreeg hij een aantal reacties met tips.Als het om sociale media gaat, lijken lokale vertegenwoordigers een voor-sprong te hebben op experts en stafvrij-willigers. Onder experts en vrijwilligers zijn er die nog twijfelen aan het nut van sociale media. Karin Jensma: ‘We moeten hen overtuigen van het nut door te laten

zien hoe handig die nieuwe communicatie - technieken zijn.’ Ze noemt als voorbeeld dat landencoördinatoren via Facebook vrij eenvoudig nieuwe klanten kunnen vinden. ‘Niet iedereen weet dat Facebook in ontwikkelingslanden en opkomende markten ook zakelijk heel intensief wordt gebruikt. In Indonesië is Facebook razend populair. Een sectorcoördinator kan zich aansluiten bij sectorgerichte groepen op LinkedIn en daar potentiële experts ontmoeten. Regelmatig krijgen experts tijdens hun missies vragen voorgeschoteld die niet direct met hun specialisme te maken hebben. Via de LinkedIngroep kunnen ze die vragen doorspelen naar andere experts. Zo kunnen ze hun missie van nog meer waarde maken voor hun klant.’

handig maar niet verplichtSommige mensen zijn beducht dat hun privacy in het gedrang kan komen. Karin Jensma: ‘PUM verplicht niemand

Sociale media: snelheid, interactie, dialoog

PUM FOTOWeDSTRijDHet zal u niet zijn ontgaan, PUM bestaat 35 jaar en we hebben onze 35.000e missie verricht! Om alle verhalen goed ‘in beeld’ te brengen vragen we u om uw mooiste, beste, meest sprekende foto van uw missie op te sturen. PUM is op zoek naar foto’s die treffend weergeven waar PUM voor staat, wat PUM nastreeft of teweeg kan brengen. Iedereen ’die op Facebook zit’ kan meedoen: ga naar www.pum.nl/content/Doe_mee_aan_PUMs_fotowedstrijd. Potentiële deelnemers kunnen hier de voorwaarden voor deelname lezen en via deze pagina hun inzending insturen. Belangstellenden kunnen op deze plek hun stem uitbrengen. De fotowedstrijd loopt tot 3 november 2013, u kunt tot deze datum uploaden. ‘We hopen op inzendingen van lokale vertegenwoordigers, experts en werknemers bij klanten,’ vertelt Dénise ten Bokum die bij PUM verantwoordelijk is voor de organisatie van de wedstrijd. PUM maakt de drie winnende foto’s op 26 november bekend. Vergrote afdrukken krijgen eervolle plekken in het PUM-kantoor inclusief een korte toelichting. Kort voor het ter perse gaan van dit magazine stond de teller op 36 ingezonden foto’s.De winnende foto’s zullen tevens de covers van PUM Magazine gaan sieren!

om sociale media te gebruiken. Onze ervaring is dat wie de voordelen ervaart niet meer zonder wil. Mensen hebben en houden controle over hun privacy. Ze kunnen bijvoorbeeld hun profiel afschermen als ze dat willen.’

pUm en sociale mediaPUM is actief op sociale media en stimu-leert experts, lokale vertegenwoordigers en stafvrijwilligers om zo veel mogelijk gebruik te maken van•Facebookpagina, openbaar:

facebook.nl/PUM•Linkedin groep linkedin.com/

groups/PUM-Netherlands-senior-experts-43868

•Twitter twitter.com/PUM_nl•YouTube youtube.com/user/

PUMSeniorExperts

PUM Magazine herfst 2013 | 17

Page 18: PUM Magazine herfst 2013

leren van ervaring

TekST FranK STeVerinK foTografie irene cLariJS

Do’s en dont’s voor de expert

gelegenheid. In de PUM-brochure Leidraad experts op missie, wordt het aangaan van ongepaste relaties onder ‘gedragscode’ genoemd als voorbeeld van onprofessioneel gedrag dat niet acceptabel is. Ook alcoholgebruik blijkt nog wel eens een oorzaak dat experts in de problemen komen. Als u drinkt, doe het dan niet op rekening van de klant. En zeker niet in landen waar alcohol voor lokale inwoners verboden is en het dus in hotels, waar het buiten-landers wel toegestaan is, navenant duur is. De klant was not amused en liet dat uiteraard weten tijdens de evaluatieronde.

Het overtreden van lokale gebruiken kan eveneens leiden tot serieuze problemen. Tijdens een training in India onstond een woordenwisseling met de cursisten. Rens van Gelder: ‘Je kunnen aanpassen aan de lokale omstandigheden is een voorwaarde voor een geslaagde missie. Respect voor anderen en een andere cultuur is daarbij een eerste voorwaarde. Wat bij ons als normaal geldt, is in andere culturen misschien wel aanstootgevend en vice versa. Als er

Uit lezersonderzoek weten we dat er behoefte bestaat aan meer dan alleen ‘goed nieuws verhalen’ in PUM Magazine. In de realiteit gaat er met regelmaat wat mis en van elkaars verhalen kun je leren. Met deze gedachte duidelijk tussen de oren duiken we in de anekdotes van Rens van Gelder, Adjunct- directeur/ Hoofd Personeel & Organisatie van PUM.

geSPReK MeT PUM’S ReNS VAN geLDeR

Een van de eerste voorbeelden waar we over praten is het belang van advies over veiligheid van een landencoördinator. Rens van Gelder: ‘We sturen geen experts naar onveilige gebieden, maar er zijn landen waar je bepaalde dingen niet moet willen. Zo zijn er experts overvallen. Ze gingen, tegen ons nadrukkelijke advies in, toch ‘s avonds wandelen in volkswijken waar je als westerling niet moet zijn op dat tijdstip. Niet willen luisteren naar wat we uit ervaring experts op het hart drukken, leidt soms tot problemen. Veel van onze experts zijn echte globe-trotters die de hele wereld al gezien hebben en ze denken dat het zo’n vaart niet zal lopen. Meestal is dat zo, maar soms ook niet. En dan is het zuur dat het te vermijden was geweest als men gewoon wat beter opgelet had en geen ondoordachte risico’s had genomen.’ geen nachtleven, wel respectZeker na middernacht moet je in bepaalde landen het lokale uitgaansleven mijden. Zo werd in Niger ooit een expert overvallen in een uitgaans-

reNS vaN geLder

18 | PUM Magazine herfst 2013

Page 19: PUM Magazine herfst 2013

Mocht zich die situatie voordoen, houd dan altijd ruggespraak met ‘Den Haag’ en de lokale vertegen-woordiger en beslis in goed overleg en niet op eigen houtje.Nog een voorbeeld. Een expert ging zijn paspoort met visa afhalen bij de servicebalie op Schiphol, waar hij ongemerkt niet alleen zijn eigen paspoort meenam, maar ook die van twee andere experts die in dezelfde periode vlogen. De enveloppen waren door het visumbureau aan elkaar geniet, om het voor de koerier en de afhandeling gemakkelijker te maken. Dat was de expert niet opgevallen en de medewerker van de servicebalie evenmin. Gevolg: twee experts die een vertraging van twee dagen opliepen. De paspoorten werden per koerier terug naar Nederland gestuurd. Tickets die gewijzigd en hotels die omgeboekt moesten worden. Niet onover-komelijk, maar wel te vermijden geweest. Moraal: check, check, double check.

lees nog even de brochure ‘leidraad experts op missie’ die u half mei thuisgestuurd heeft gekregen en het gentleman’s agreement in de briefingmap, als u op missie gaat.

problemen zijn met een klant, moet je je als expert op de vlakte houden en ruggespraak houden met de landencoördinator.’

Thuisfront informerenEen ander voorbeeld is (het gebrek aan) communicatie met het thuisfront. Zo werd Van Gelder in het weekend dat hij calamiteitendienst had, gebeld door een zeer bezorgde echtgenote van een expert op missie. Sinds donderdagavond was ze elk contact kwijt met haar man, terwijl hij dit en dat had beloofd. Rens ging aan het werk en was vervolgens twee uur aan het bellen. Hij kreeg noch de lokale vertegen-woordiger noch de landencoördinator direct te pakken, dus ging hij zelf op onderzoek uit. Het hotel waar de expert zou verblijven, had geen inschrijving van hem. De receptionist werd gevraagd of er geen hotel was met een naam die op hun hotel leek. Dat was er, maar ook daar geen Nederlanders, wel Belgen. Uiteindelijk werd de expert via de lokale vertegenwoordiger getraceerd. Er was er niets aan de hand, er bleek onder de ‘Belgen’ inderdaad een Nederlandse PUM-expert te zijn. Moraal van het ver-haal: maak goede afspraken over communicatie met het thuisfront en houd je er aan. Maar realiseer je ook dat in veel landen telefoon en internet niet zo betrouwbaar werken als bij ons.

overleg en checkEen andere expert ging op eigen initiatief na anderhalve dag naar huis omdat het gastenverblijf ter plaatse te primitief was. Dit zonder ruggespraak met de landencoördinator. Het zal iedereen duidelijk zijn dat dit niet de manier is. Een PUM-missie wordt betaald uit publieke middelen en de inzet van een expert als vrijwilliger is derhalve niet vrij-blijvend. Met een beetje overleg en goede wil had de lokale vertegenwoordiger absoluut een alterna-tief gevonden en was de missie gered geweest. Wie voortijdig klaar denkt te zijn, kan wellicht nog worden ingezet bij een andere klant in de buurt of met de lokale vertegenwoordiger acquisitie doen.

SpelregelS in heT korT• houd goed contact met het thuisfront

en met het PUm-kantoor in Den haag. • houd rekening met lokale gewoontes

en omstandigheden. • respecteer de adviezen van de landen-

coördinator en wees terughoudend met alcohol gebruik.

geSPReK MeT PUM’S ReNS VAN geLDeR

PUM Magazine herfst 2013 | 19

Page 20: PUM Magazine herfst 2013

miSSie

Als alles anders is

Op missie bij een Palestijns familiebedrijf

Wat als alles anders is dan u dacht? Dit is de titel van een hoofdstuk uit de Leidraad Experts op Missie van PUM. Ik moest er regelmatig aan denken toen ik in juli dit jaar op missie was in Beit Sahour, in de ‘Palestijnse Gebieden’.

Het ging om een vervolgmissie bij een familiebedrijf dat medische apparatuur, instrumenten en geneesmiddelen impor-teert uit diverse landen in de wereld. Het is een echt familiebedrijf. De oprichter zwaait nog steeds de scepter, zijn vrouw is de CFO en de middelste zoon is de beoogde opvolger (afgestudeerd aan Columbia University, New York). De oudste zoon en diens vrouw werken ook in het bedrijf en de jongste zoon loopt zich warm op een Nederlandse universiteit. Tot zo ver de familie. Medipharm zelf bestaat al 35 jaar en behoort inmiddels tot de grootste bedrijven van Palestina. Al behoeft dat enige nuancering: slechts 1 procent van alle Palestijnse bedrijven heeft meer dan twintig medewerkers in dienst. De onderneming heeft er 23 en

realiseert een omzet van bijna 5 miljoen euro. Gezien de politieke en economische situatie in de Palestijnse gebieden werkt het bedrijf onder zeer bijzondere omstan-digheden.De opdrachtgever voor de PUM-missie was de middelste zoon, degene die op termijn de algehele leiding op zich zal nemen. Zijn vraag was: welk CRM-systeem (Customer Relationship Manage-ment) kunnen we het beste invoeren?

familieruzieOp mijn eerste werkdag – ik was nog geen uur binnen – ontstond er voor mijn bureau een fikse discussie tussen vader en zoon (de gedoodverfde opvolger) met wederzijdse kritiek op elkaars functio-neren. Verrast en onvoorbereid probeerde ik de discussie te volgen. Ik sprak mijn verbazing uit over hun openheid, waarop ze me vertelden dat ze deze discussie hadden uitgesteld tot mijn komst!

En dat ze mij graag als mediator wilden gebruiken… Hoezo was alles anders dan ik dacht? Ik kreeg al snel in de gaten dat het echte probleem van het bedrijf funda-menteler was dan customer relationship management. Het ging om de koers voor de toekomst, om welke keuzes ze gingen maken en hoeveel risico’s ze wilden nemen. Om welke consequenties dat voor het productaanbod had, en hoe het bedrijf verder moest professionaliseren, enzovoort, enzovoort. Het was glashelder dat vader en zoon tegenovergestelde meningen hadden. Dus uiteindelijk ging het hier ook om een generatieconflict.

meer dan crm alleenAls eerste ging ik gesprekken aan met het management, de medewerkers en de klanten. Bij alle gesprekken viel me opnieuw op hoe open iedereen was over het bedrijf en hun eigen rol daarin.

‘Mediator in een familiebedrijf’

20 | PUM Magazine herfst 2013

TekST KoenraaD Van haSSeLT | foTografie KoenraaD Van haSSeLT

Page 21: PUM Magazine herfst 2013

Met de interviewresultaten kreeg ik een redelijk accuraat beeld van het bedrijf. De bedrijfscultuur was er een van veel loyaliteit, maar weinig verantwoordelijk-heid. Qua leiderschapsstijl bestond er geen gedeelde visie, missie en strategie en de manier van werken miste focus, was nogal ad hoc. Een echte overleg-structuur was er niet, wel veel één op één communicatie per telefoon. Ook de op zichzelf staande informatiesystemen en de financiën behoefden een upgrade, want het bedrijf heeft heel lange krediet-termijnen en geen financiële analyse. Sales & services ten slotte kenden geen centraal overzicht en geen target setting.

TienpuntenplanMijn aanbevelingen heb ik in een tien-puntenplan verwoord en uitgebreid besproken met het management, dat wil zeggen: met de familie. Ik heb vooral benadrukt dat er projecteigenaren moeten komen die de verbeterpunten realiseren. Verder ben ik uitgebreid ingegaan op het onderwerp Customer Relationship Management, dat aan veel van bovengenoemde onderwerpen raakt. CRM gaat immers over het managen van de totale klantervaring door een beter inzicht in en begrip van hun wensen en aankoopgedrag. Dit kan worden onder-steund door CRM-technologie, met een drievoudige functionaliteit: operationeel (processen), analytisch (rapportages, dashboards) en collaborative (samen-werken op een gemeenschappelijk informatieplatform). Mijn advies was om met de inrichting van een CRM-systeem te beginnen op een deelgebied dat al redelijk ontwikkelde onderliggende processen en data heeft. Dit bleek de tendering business (aanbestedingen) te

zijn, dat 60 tot 75 procent van de totale omzet uitmaakt. Later kunnen ze dit uitbreiden met de verkoopdimensie aan de voorkant en de financiële component aan de achterkant. Kritische factor is de steun van het management, dat een champion moet aanwijzen. Dat was nog het gemakkelijkste, dat werd de aan-vrager van de PUM-missie, de zoon dus.

het beste van twee wereldenOm het management op weg te helpen met sommige verbeterpunten, heb ik een aantal tools achtergelaten, zoals een SWOT-analyse, een project planning chart, een voorstel voor de overlegstruc-tuur en een concept voor de visie & missie statement. Na de discussie met het management over het tienpuntenplan, vertelden ze mij een aantal malen dat ze al bezig waren met het invoeren van de nieuwe manier van werken. Of ze het lijstje structureel gaan afwerken - en of dat duurzaam zal zijn - is afwachten. Mijn conclusies heb ik getrokken met een westerse bril op en ik hoop dat het management het beste uit twee werelden zal kunnen combineren. Ik heb met eigen ogen gezien hoe moeilijk het is om te opereren in bezet gebied, waar regel- en wetgeving ieder moment kan veranderen en het moeilijk is - als Palestijn - om het gebied uit te komen. De hartelijkheid van mijn opdrachtgever en de familie was spreekwoordelijk. Elke middag na het werk, rond half vier, schoof ik bij de familielunch aan waar ik de Palestijns/Egyptische cuisine heel goed leerde kennen. Nadeel was dat de discussies over het bedrijf, maar vooral over de politieke situatie, ook tijdens het eten door gingen. Desalniettemin was het al met al een onvergetelijke missie.

Straatbeeld Beit Sahour

Adham Rishmawi legt het process

flow chart uit

PUM Magazine herfst 2013 | 21

Page 22: PUM Magazine herfst 2013

lopende zaken

TekST FranK STeVerinK | foTografie yoUmaniTaS

Onze 35.000e missie!

Colombiaanse viskwekers ontdekken aquaponics en duoteeltHet zat er aan te komen en hier is ie dan: de 35.000e PUM-missie. Heel toepasselijk in het jaar waarin PUM 35 werd. De missie die het uiteindelijk werd, betrof een Business Link. Een delegatie van drie Colombianen van een geïntegreerd landbouwbedrijf met een sterke visteeltpoot kwam op uitnodiging van PUM een week naar Nederland om kennis en contacten op te doen. Een korte video over deze missie is te zien op de PUM-website.

duoteeltEen van de innovatieve technieken waarmee de Colombianen kennismaakten tijdens hun bezoek is duoteelt, waarbij vis en groente kweken wordt gecombineerd. Het principe is eenvoudig. Jan Henfling, een expert ten tijde van de missies en nu sector-coördinator Fisheries & Fish Processing verwoordt het als volgt: ‘kleine vis + voer + zuurstof = grote vis + poep + kooldioxide en vissenpoep + kooldioxide + water + zonlicht = tomaten, rijst of slakroppen. In principe kan de plantaardige afval ook weer worden omgezet in voer voor vegetarische vis zoals tilapia. Of via insectenlarven in voer voor meerval en dergelijke.’

vissen zijn efficiëntVolgens Gino Smit van de stiching Youmanitas - overigens zelf PUM-expert - die de Colombianen een dag ontving, is het met vis feitelijk als met algen. ‘Algen hebben geen wortels en geen stam

Tijdens eerdere missies van PUM-experts had het idee postgevat dat vuil afvalwater van de veertig hectare tilapiavijvers zeer effectief zou zijn als meststof voor de rijst, het grasland en andere gewassen die het bedrijf verbouwde. Dit idee werd getest en leidde de afgelopen jaren reeds tot dertig procent besparing op kunst-mestgebruik en schoon water dat terugvloeide in de rivier. Nadat de adviezen geïmplementeerd waren en men wel genoeg advies gehad had op het gebied van tilapia teelt was men klaar om een volgende stap te zetten. Zowel de PUM-experts als de eigenaar van het bedrijf dachten meer rendement van het afvalwater te kunnen krijgen als het zou worden toegepast als vloeibare meststof in groenteteelten op substraat (kunstmatige bodem) in kassen. En Nederland is natuurlijk het land van de innovatieve kasteelten! Omdat men klaar was te investeren in een nieuwe activiteit werd het tijd voor een oriëntatie in Nederland in het kader van een business link.

Pionier aquaponics Gino Smit: ‘met dit systeem kweken we dus vis én planten op een zeer duurzame en efficiënte wijze.’

22 | PUM Magazine herfst 2013

Page 23: PUM Magazine herfst 2013

en kunnen dus veel efficiënter groeien dan de meeste organismen. Vissen zijn koudbloedig en hoeven hun lichaamstemperatuur niet op peil te houden zoals warmbloedige dieren. Bovendien hebben ze geen hinder van de zwaartekracht. Dat betekent dat ze een aanzienlijk groter deel van het voer dat ze eten opslaan in spierweefsel en gewicht dan landdieren zoals kippen en varkens. Vissen zijn zeer efficiënt in het omzetten van voeding naar spieren. Om een voorbeeld te noemen: voor de aanwas van een kilo rund-vlees is zes tot acht kilo voer nodig. Voor een kilo vis is dat tussen de één en twee kilo. En dan hebben we het nog niet over de hoeveelheid water die nodig is voor de productie van rundvlees. Dat maakt het kweken van vis een aantrekkelijke en duurzame vorm van voedselproductie. Zeker als je het lokaal kunt doen,’ vervolgt Gino Smit. ‘Je ziet nu in de vriesbakken bij supermarkten als Aldi en Lidl verpakte vis die van de andere kant van de wereld komt, waar vis niet duurzaam gekweekt wordt en waarbij niet-biologische middelen worden gebruikt voor de houdbaarheid van de vis. De vis die wij kweken is gegarandeerd duurzaam en hoeft niet over lange afstanden getransporteerd te worden. Daarnaast bespaart dit systeem op het gebruik van water, energie en ruimte en blijkt dat de planten zo sneller groeien dan met gangbare methodes.’

aquaponics Aquaponics heet het slimme kweeksysteem bestaande uit vistanks, biofilters en groeibedden. Daarbij worden de tanks gevuld met vis en via een pompsysteem gekoppeld aan groeibedden waarop planten gekweekt worden in kweekgoten. Samen vormen ze het kweeksysteem waarin hetzelfde water voortdurend wordt rond-gepompt. De planten (en bacteriën) ontdoen het water al groeiend van de meststoffen van de vissen. Het water vloeit na reiniging in biologische filters terug in de tanks. Op die manier is de installatie een zelfreinigend systeem. De methode is geschikt voor tilapia, maar ook voor andere soorten consumptievis. Bij de planten kan het gaan om groenten of kruiden, maar ook om bijvoorbeeld sier-bloemen.

de pionierSmit kan gezien worden als een pionier van aquaponics in Nederland. Hij is al drie jaar in deze sector actief door projecten op te starten met onder andere het gevangeniswezen en een sociale werkplaats. Het resulteerde onder meer in adviesopdrachten van Russische en Duitse bedrijven die aquaponics willen gaan toe-passen en in de opdracht voor het bouwen van een installatie in Rotterdam. Smit ziet mogelijkheden voor PUM-experts om aqua-ponics in partnerlanden onder de aandacht te brengen en daarmee een economische en sociale impuls te bewerkstelligen in lokale gemeenschappen. Nederlandse ondernemers in onder meer de tuinbouwsector zouden daar ook wel bij kunnen varen.

inspiratie voor thuisDe Colombianen toonden zich aan het einde van de week dank-baar en verrast. Ze waren met name onder de indruk van onze

lopende zaken

Business Links voor Trade & AidElk jaar bezoeken PUM-klanten zo’n vijfhonderd Nederlandse bedrijven in het kader van een Business Link. Om zich te oriënteren op innovatieve kennis, samenwerking, of de aanschaf van (tweedehands) machines en apparatuur. Het levert de Nederlandse economie miljoenen aan extra handel op. Een goed voorbeeld van hoe handel en hulp samen gaan dus. Deze Business Link werd behalve door Jan Henfling georganiseerd door Frans Zeestraten, expert in de sector Horticulture. Expert Johann Flint gaf voorlichting over alternatieve energie. Jan Henfling: ‘Deze Business Link toonde ook heel mooi aan dat PUM een geïntegreerde adviseur is. We begonnen jaren terug met vis (mijn missies), maar we kwamen in de groenteteelt en de alternatieve energie terecht. We kunnen op al die terreinen expertise leveren. Dat kwam allemaal samen in deze business link.’

Gratis workshop aquaponics of duoteelt Youmanitas biedt de lezers van PUM Magazine een (gratis) workshop aan over aquaponics of -duoteelt. Gino Smit: ‘Wij zien het als onze missie om via kennisoverdracht mensen te wijzen op duurzame inno-vatieve manieren om voedsel te kweken, zelfs met beperkte middelen. Wij vertrouwen erop dat de workshop inspirerend zal werken en dat de deelnemers op hun beurt andere mensen enthousiast zullen maken voor toepassing van innovatieve kweekmethoden. We zijn van plan de deelnemers een kwalitatief hoogwaardig programma aan te bieden, waarin we innovatieve voedselkweek vanuit meerdere invals-hoeken zullen benaderen. Omdat we enerzijds graag veel deelnemers willen zien, maar anderzijds ook de gelegenheid willen hebben om uitgebreid met hen te kunnen praten, zijn we van plan om de work-shop op drie verschillende data aan te bieden. Mogelijk op verschil-lende locaties. Het streven is maximaal vier personen tegelijk te laten deelnemen, zodat we gelegenheid hebben om uitvoerig in te gaan op wat de deelnemers persoonlijk beweegt.’

Meer informatie en aanmelden: [email protected] of via het contactformulier van www.youmanitas.nl

infrastructuur en de efficiëntie van de Nederlandse ondernemers, waar met weinig mensen op weinig grond veel geproduceerd wordt. Ook was er bewondering voor de aandacht voor duurzaam-heid, bijvoorbeeld door het gebruik van biologische gewasbescher-ming. Ze bezochten verschillende telers van groenten op substraat (tomaat, paprika, aubergine enzovoort), kassenbouwer van Dalsem in Delft, de constructeur van visteeltsystemen Hesy Aqua-culture International, een visteler en een veeteeltbedrijf. Misschien dat het aan de zomerse temperatuur lag, maar van enige koelheid of kilte van Nederlanders hebben de buitenlandse gasten niets gemerkt: ‘we hebben alleen maar aardige mensen ontmoet!’ De viskwekers overwegen in Nederland zuurstofslangen aan te kopen voor hun bedrijf en toonden zich geïnspireerd door de nieuw opgedane kennis van Nederlandse innovaties.

PUM Magazine herfst 2013 | 23

Page 24: PUM Magazine herfst 2013

doen alle landencoördinatoren dat? ‘Dat weet ik niet. Wij laten de ambassade ook altijd weten welke experts in het land aanwezig zijn. Mocht er iets gebeuren, een aardbeving, een tyfoon - je hebt er nogal wat natuurgeweld - dan weten ze in ieder geval welke mensen er zijn en kunnen ze contact met hem opnemen. Ik heb dat zelf ook een keer meegemaakt, toen kreeg ik na een aardbeving een telefoontje van iemand van de ambassade die vroeg hoe het ermee was.’

dus het systeem werkt?Ja. Ik probeer altijd een afspraak te maken met de ambassadeur en twee mensen van economic affairs. Het is geen grote ambassade. Onze lokale vertegen-woordigers, twee mannen en twee vrouwen, hebben allemaal een behoorlijk netwerk. Ze zijn afkomstig uit het bedrijfsleven, van de Kamer van Koophandel, het toerisme en de overheid. Al onze vertegenwoor-digers zijn Filippijnen.

hoe is hun engels?‘Heel goed. Maar bijna iedereen spreekt hier heel goed Engels. Dat heeft ook met de geschiedenis te

‘De Filippijnen bestaan uit meer dan 7.000 eilanden. PUM is actief op de vier grootste. Op Mindanao, in het zuiden, hebben we twee vertegenwoordigers. In bepaalde delen van dat eiland vind je ook de moslimextremisten en de communisten die regel-matig problemen geven. Maar niet in de plaatsen waar PUM actief is. En dan zijn we nog actief op Cebu en West Negros. Tijdens een Project Develop-ment Visit (PDV) bezoek ik alle lokale vertegenwoor-digers in ‘mijn’ land. Ik ga sowieso ook altijd even in Manilla bij de Nederlandse ambassade langs. Dan praten we elkaar bij over waar we mee bezig zijn.’

porTreT

Ook in de Filippijnen zijn de vrouwen heel sterk

Mieke Schrijver, landencoördinator Filippijnen, verwisselde anderhalf jaar geleden Turkije voor dit Aziatische eilandenrijk. Ze is net terug van haar derde reis. Hoe moeten we ons de Filippijnen en het werk daar voorstellen?

Mieke Schrijver op bezoek bij een klant

24 | PUM Magazine herfst 2013

TekST FranK STeVerinK | foTografie mieKe SchriJVer

Page 25: PUM Magazine herfst 2013

maken. Het land is heel lang overheerst geweest door de Spanjaarden en later door de Amerikanen. De Filippijnen zijn eigenlijk pas sinds de Tweede Wereldoorlog zelfstandig. Ik ben tijdens mijn bezoek ook bij een aantal PUM-klanten in de buurt van Manilla geweest. Ik kreeg een rondleiding door de fabriek, en kon met eigen ogen de vooruitgang zien die mede door de adviezen van de PUM-expert gere-aliseerd was. Bijvoorbeeld bij een vleesverwerkings-bedrijf, waar ik een tot fabriek omgebouwd woon-huis kreeg te zien. Inmiddels is dat bedrijf in een groter pand gehuisvest. Het is mooi te horen dat ze dankzij onze PUM-support nu ook winstgevend zijn, wat eerst niet het geval was. Onze experts letten ook op de arbeidsomstandigheden. Zodat zo’n ramp als onlangs in Bangladesh (waar honderden mensen omkwamen in een brand in een textiel sweatshop, red.) voorkomen kan worden. In het noorden van Mindanao heb ik samen met de lokale vertegenwoor-diger ook een aantal PUM-klanten bezocht.’

doet iedere landencoördinator dat?Ik denk het wel. We promoten PUM, maar brengen ook bezoeken aan bedrijven, waar PUM support heeft gegeven. Zo weten de aanvragers dat onze ondersteu-ning niet vrijblijvend is, dat we ook willen weten wat er van de adviezen terechtgekomen is. Bijna alle projecten op de Filippijnen krijgen een follow-up, wat betekent dat de door de expert gedane aanbevelingen opgevolgd zijn. En dat men enthousiast is en wil blijven verbe-teren en doorgroeien. Dat werkt gewoon. Ik bezoek ook een aantal bedrijven waarvan de lokale vertegenwoor-diger denkt dat ze geïnteresseerd zijn in PUM. Zo heb ik een organisatie bezocht die zich bezighoudt met de drinkwatervoorziening in Cagayan de Oro.’

hoe word je daar ontvangen als vrouw?‘Heel goed! In de Filippijnen zijn de vrouwen heel sterk. Er zijn heel veel vrouwelijke ondernemers. Ik was in een machinefabriek waar een groot deel van de werknemers vrouw was. En ook in echte traditio-nele mannenberoepen, zoals lasser, of het bedienen van machines. Dat zie je niet zo vaak een vrouw doen, maar daar wel, net zo makkelijk.’

landencoördinaTor mieke Schrijver

mieke Schrijver is behalve stafvrijwilliger landencoördinator Filippijnen ook actief in de stuurgroep gender van PUm die zich inzet voor meer vrouwen binnen het traditionele mannenbolwerk. eerder was ze landencoördinator voor Turkije. mieke Schrijver werkte voorheen als manager (onder meer sales en export) voor Johnson Polymer en baSF. het afgelopen jaar adviseerden PUm-experts veertig bedrijven en organisaties in de Filippijnen.

Toen in 2004 het bericht kwam dat ik twee jaar voor

ontwikkelingsorganisatie VSO naar Ulaanbaatar (UB)

in Mongolië zou worden uitgezonden, moest ik eerst op

de wereldkaart uitvissen waar dat precies lag. Alleen in

de zomer kun je met de jeep de buitengebieden

bezoeken. En dat zijn geen ontspannen ritjes. Mongolië

kent slechts enkele asfaltwegen. De chauffeur volgt een

van de vele karrensporen en meestal kom je gerad-

braakt op je bestemming aan. Daar hoef je niet al te

hoge verwachtingen van te hebben in de middle of

nowhere. Eerst mochten we soms een binnenlandse

vlucht nemen. Maar de reputatie van de vloot en de

bemanning was van dien aard dat besloten werd dat

we niet meer mochten vliegen. Ook niet business class,

want die stoelen zitten in hetzelfde vliegtuig. Ik heb veel

geleerd van mijn Mongoolse collega’s. Een van de

mooiste lessen die ik kreeg, gaat over het begrip tijd. We

waren onderweg terug naar UB en ik vroeg de chauf-

feur hoe laat we zouden aankomen. De chauffeur ver-

telde mij dat Mongoliërs zich nooit bezighouden met

zo’n vraag. Dat zien ze vanzelf wel. Hij zei: ‘als ik zeg

rond ‘drie uur vanmiddag’ en we krijgen een lekke

band of andere ellende, dan zit jij je vreselijk op te

winden. Omdat we in jouw beleving dan niet op tijd

aankomen.’ Het werd mij meteen duidelijk hoe wij het

begrip tijd opvatten, en vooral wat voor stress dat kan

opleveren. Ik vraag dus nooit meer hoe laat we denken

aan te komen, ook niet in Nederland.

ineke oUwehandpUm-experT en STafvrijwilliger

‘Tijdsbesef in Ulaanbaatar,

Mongolië’

colUmn

PUM Magazine herfst 2013 | 25

Page 26: PUM Magazine herfst 2013

onze man in...

TekST FranK STeVerinK

joost van Kesteren is PUM-vertegen-woordiger in Yangon, het vroegere Rangoon in wat ooit Birma heette. Sinds kort is Myanmar een PUM-land, dus hoog tijd voor vraaggesprek met PUM Magazine.

hoe ben je in myanmar terecht gekomen?‘Tijdens mijn studie zag ik de economische macht verschuiven naar Azië. China begon met de open door policy en ik zag geen toekomst in de Europese economie. Ik wilde naar China. Na mijn studie en dienstplicht bood iemand me een baan aan in Myanmar. Ik wist niks van Myanmar, maar kwam erachter dat het grenst aan China. Ik nam de baan aan en dacht: ‘ik ben er bijna’. Ik woon echter nog steeds in Myanmar. En ik ben er erg gelukkig.’

hoe lang woon je er al?‘Ik woon sinds 1997 in Yangon, de voormalige hoofdstad. Het is met zo’n vijf miljoen mensen de grootste stad van het land.’

wat doe je naast het werk als pUm­ vertegenwoordiger?‘In 1997 was ik werknemer in een meubelbedrijf. In 2003 hebben mijn Myanmar vrouw en ik ons eerste bedrijf opgezet: een meubelbedrijf. Nu hebben we zes bedrijven, actief in uiteenlopende sectoren.’

wat maakt het leven in myanmar leuk?‘Myanmar heeft 48 jaar in relatieve isolatie geleefd. De mensen leefden in een soort time capsule. De oude gebouwen waren in tact, maar vervallen. De cultuur veranderde weinig in deze periode. De mensen waren puur, de tijd ging langzaam. Het was niet eenvoudig om er zaken te doen. Maar we hadden er plezier in om creatieve oplossingen te vinden. Na de verkiezingen van 2010 opende de regering het land voor buitenlandse bedrijven. Opeens veranderde alles erg snel. Nadat de EU en de VS de economische sancties hebben opgeheven, zijn er veel buiten-landse bedrijven naar Myanmar gekomen. Er komen veel nieuwe producten en diensten op de markt. En sinds kort hebben we files in de stad. Nu is het leven leuk op een hele andere manier. Alles gaat sneller en er zijn veel uitdagingen. Het is spannend. Het is bijzonder om dit te kunnen meemaken.’

wat mis je uit nederland?‘Een internationaal standaard banksysteem. Nu hebben we dit nog niet. Vrijwel alles is cash. We moeten onze cash flow altijd heel goed in de gaten houden want we kunnen vrijwel geen geld lenen.’

aan wat voor kennis heeft myanmar behoefte wat betreft pUm­experts?‘Het land loopt ongeveer vijftig jaar achter op andere landen in de omgeving. Alles moet ontwikkeld worden. Daardoor is kennis op verschillende terreinen nodig. Bijvoorbeeld landbouw, voedsel productie, hotelwezen, toerisme, marketing, productietechniek in het algemeen, om de kwaliteit van producten te verbeteren en om te concurreren met binnenkomende buitenlandse bedrijven.’

kenmerkende cultuurverschillen tussen nederland en myanmar?‘Dat is een interessant onderwerp. Ik denk dat je kunt zeggen dat mensen in Myanmar meer groepsgeoriënteerd zijn en dat er meer machtsafstand is in Myanmar dan in Nederland.’

joost van kesteren in myanmar

‘Opeens verandert alles heel snel’

26 | PUM Magazine herfst 2013

Page 27: PUM Magazine herfst 2013

poST@pUm

Heeft u een mening,

suggestie of anek-

dote die u wilt

delen met andere

PUM-experts?

Stuur uw mail naar:

[email protected]

invoerverbod op plastic zakken in RwandaWe zijn er al lang aan gewend: bij het winkelen krijg je in veel winkels en op de markt je boodschappen in een plastic tas aangereikt. Lekker makkelijk. je hoeft zelf geen boodschappentas te hebben.

Meestal zijn het dunne tasjes zonder logo. Maar het staat ook wel chic als je met een tas van een gerenommeerd merk door een drukke winkelstraat kunt paraderen. Voor mij is het land van de plastic tasjes Frankrijk. Voor de vakantieboodschappen in een hypermarché kreeg je altijd een toereikend aantal tasjes voor je boodschappen. Met het groeiend milieubewustzijn is daar de laatste tijd wel een kentering in gekomen. Maar het blijft een hardnekkige vorm van milieuvervuiling.

Ook in Afrika is het vaak gebruikelijk om boodschappen in kleine plastic tasjes mee te geven. Meestal zijn ze zwart, ik vermoed dat het dan om gerecycled plastic gaat. Ze zijn zo dun dat je ze eenmalig kunt gebruiken. En wat gebeurt er daarna mee? Precies, ze vervuilen het milieu. Iedereen die weleens in de Afrikaanse savanne is geweest kent het: aan ieder graspolletje of struik plakt zo’n zwart zakje. Daarom was het een verrassende mededeling van de purser van het KLM-toestel op weg naar Kigali dat we alle plastic tassen in het toestel moesten achterlaten. Invoer van plastic tassen in Rwanda was verboden. Ach, dat zal zo’n vaart niet lopen, dacht ik ten onrechte. In de aankomsthal kreeg ik al snel een dame achter me aan die me verzocht de bekende Schipholtas in de daartoe bestemde afvalbak te deponeren. Ik kreeg nog wel de tijd om de inhoud ervan in mijn koffer over te hevelen.

In mijn standplaats kon ik het resultaat van dat invoerverbod duidelijk waar- nemen. Vrijwel alles werd vervoerd in manden of katoenen doeken. Als er al sprake was van het gebruik van plastic dan was dat een zeer kleine minderheid. Knap van een regering om zoiets te handhaven. Daar kan onze regering nog wat van leren met z’n convenanten met het bedrijfsleven. Bier, vruchtensappen en frisdranken in Rwanda zijn allemaal gebotteld in glas en schaars glas. Probeer maar eens bier te kopen zonder een fles in te leveren. Dat kost overredingskracht, en wat geld. Ik zag maar één grote uitzondering. Mineraalwater werd vrijwel uitsluitend verhandeld in plastic flesjes van een halve liter. Kennelijk was er een multinational of een invloedrijke Rwandees, die met succes bij de overheid heeft gelobbyd voor gebruik van plastic flesjes voor zijn product.

Piet SluimerJuli 2013

PUM Magazine herfst 2013 | 27

Page 28: PUM Magazine herfst 2013

landenfocUS

pUm komT overal

zijn de missies gestopt. Vorig jaar februari deed Wouter Creijghton, landencoördinator Zuid-Afrika, een fact finding missie en het oordeel was positief. Er zijn inmiddels vertegenwoor-digers aangesteld en we hopen het komende jaar dertig missies te doen in dit land. Het Franstalige Madagaskar is volgens Lon van der Zon een vriendelijk land en als toeristenbestemming sterk in opkomst. Hij verwacht missies op het gebied van toerisme, water, duurzame energie, landbouw, fruit en groente, houtverduurzaming, gebouwen en publieke werken.

alTijd in conTacTer zijn momenten dat een vrijwilliger contact wil

hebben met PuM. de vaste staf is tijdens kantoor-

uren bereikbaar voor vragen rond een missie.

voor vragen over een land of een sector kunt u

terecht bij de landen- en sectorcoördinatoren. Zij

zijn doorgaans niet op het PuM-kantoor aanwezig.

hun e-mail adressen staan op de website.

‘Hoewel het eiland Madagaskar bij Afrika hoort, maakt het toch een Aziatische indruk,’ aldus Lon van der Zon, landencoördi-nator Madagaskar. ‘Dat komt omdat het merendeel van de bevolking van origine uit Indonesië en Maleisië komt.’

Madagaskar

tanzania

Mozambique

en heeft in diverse wereldsteden gewoond, gestudeerd en gewerkt. Deze beelden staan op het plein vóór het prachtige Museo de Antiochia, waar veel werk van Botero -zowel schilde-rijen als beelden- te zien is. Het plein is een centrale ontmoe-tingsplaats voor mensen uit Medellin, die trots zijn dat een zo belangrijke kunstenaar uit hun midden is voortgekomen. Medellin had in het verleden een slechte naam: het Medellin drugs-kartel heeft vele jaren lang z’n stempel op de stad gedrukt. Opeenvolgende regeringen hebben ervoor gezorgd dat thans Medellin een veilige en prettige stad is om te wonen. Medellin is een dynamische stad die een belangrijke rol speelt in de economische groei en ontwikkeling van Colombia.’

MADAgASKAR•Volgens het Ontwikkelingsprogramma

van de Verenigde Naties leeft in Madagaskar 71,3% van de bevolking onder de armoedegrens.

•inwoners 12 miljoen mensen. •Het bruto binnenlands product

per inwoner (BBP) bedraagt in 2008 $ 1000 (Bron: Wikipedia)

Madagaskar, Aziatisch eiland in Afrika

Madagaskar is qua oppervlakte ongeveer even groot als Frankrijk. PUM was er zes jaar geleden ook al actief, maar omdat het toen een periode onrustig was,

Pum-expert Chris van der Klugt ging naar Medellin, Colombia. Hij adviseerde een drukkerij waarbij de eigenaar volgens eigen zeggen zijn hele leven al een hekel had aan procedures. Maar juist daar bleek het in zijn bedrijf aan te schorten. Het gebrek aan met name werkprocedures leidde tot een rommelig bedrijf dat inefficiënt werkte. Na twee weken zag het bedrijf er totaal anders uit, opgeruimd, overzichtelijk. ‘Dat is de kracht van procedures!’, sprak de ondernemer lachend. Het hele verhaal van de missie kunt u lezen op de PUM-website onder ‘nieuws’.

Chris van der Klugt maakte in Medellin een foto van een kunst-werk van Botero: ‘De kunstenaar is in 1932 geboren in Medellin

TekST FranK STeVerinK

TekST FranK STeVerinK