PSG Brochure SP

9
PSG-medewerkers over het Strategisch Plan 2011 t/m 2014

description

Medewerkers ovet het strategisch plan van PSG

Transcript of PSG Brochure SP

Page 1: PSG Brochure SP

PSG-medewerkers over het Strategisch Plan 2011 t/m 2014

Page 2: PSG Brochure SP

PSG-medewerkers over het Strategisch Plan 2011 t/m 2014‘In dit Strategisch Plan verwoordt PSG haar ambities voor de jaren 2011 t/m 2014. Ambities die waargemaakt kunnen worden, wanneer er zowel binnen als buiten PSG nieuwe samenwerkingsverbanden tot stand komen die leiden tot innovatief onderzoek en vernieuwend onderwijs. Ons motto is daarom meerwaarde uit samenwerking’.

‘We hebben het geluk in een domein te werken dat er echt toe doet. Er liggen kansen te over om bij te dragen aan de oplossing van grote maatschappelijke vraagstukken, zoals voedselvoorziening, gezondheid en biobased economy. Daar word ik erg enthousiast van. Met het nieuwe Strategisch Plan leggen we de basis om die kansen te grijpen. Vanuit de maatschappelijke opgaven – dus van buiten naar binnen geredeneerd – hebben we onze doelen voor de komende jaren geformuleerd om onze nationale en internationale positie als kennisinstelling te versterken. De doelen zijn gebaseerd op een viertal strategische keuzes voor kwaliteit, productiviteit, maatschappelijke en wetenschappelijke relevantie en !exibiliteit en veerkracht.

Belangrijk is dat het Strategisch Plan niet alleen via het management tot stand is gekomen, maar dat we het plan met zijn allen hebben gemaakt. Diverse bijeenkomsten zijn georganiseerd, van waaruit allerlei visies zijn meegenomen en verwerkt in het uiteindelijke plan. Om te voorkomen dat het document een papieren tijger wordt en niet ingebed raakt

binnen PSG, starten we met werkgroepen. Dat is iets nieuws. De groepen gaan erop toezien en eraan werken dat we voldoende voortgang boeken rondom de vier strategische keuzes, gekoppeld aan vijf PSG-kernwaarden: kwaliteit, klantgericht en onafhankelijk, ondernemend, samenwerken en maatschappelijk betrokken. Deze groepen moeten het management bij de les houden.

De inhoudelijke lijn van het Strategisch Plan wijkt niet sterk af van wat we de afgelopen jaren hebben gedaan. Wel zijn we intensiever op zoek naar de meerwaarde van samenwerking. Iedereen erkent dat de samenwerking beter kan. In mijn eerste jaar als directeur heb ik zoveel kansen voorbij zien komen, waarvan ik niet snap dat we ze niet oppakken. Het is belangrijk nog meer verbindingen te zoeken tussen het universitaire en DLO-gedeelte van PSG, tussen onderzoek en onderwijs en tussen ons en het bedrijfsleven. Als we daar meer aandacht aan geven, ligt er een mooie toekomst in het verschiet.’

Waar willen wij naartoe?

Ernst van den EndeALGEMEEN DIRECTEUR PLANT SCIENCES GROUP.

KWALITEIT

Strategische keuzes

FLEXIBILITEIT & VEERKRACHTPRODUCTIVITEIT

STRATEGISCH PLAN BLZ. 7

MAATSCHAPPELIJKE & WETENSCHAPPELIJKE RELEVANTIE

KERNWAARDEN

Page 3: PSG Brochure SP

‘De individuele kwaliteit van de PSG-onderzoekers en -docenten is hierbij van doorslaggevende betekenis. Wageningen UR heeft verschillende stappen gezet om de individuele kwaliteit van het wetenschappelijk personeel nog verder te vergroten: het loopbaanbeleid voor het wetenschappelijke personeel van Wageningen University (Tenure Track), het Talent Development-programma (Wageningen UR-breed) en het in ontwikkeling zijnde toptalentprogramma voor DLO.’

Hoogleraar en hoofd van het Laboratorium voor Moleculaire Biologie. Werd in mei 2010 benoemd tot lid van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen (KNAW). Hij is één van de meest geciteerde wetenschappers op het gebied van de plant- en dierkunde. Initiatiefnemer van het Tenure Track-programma van Wageningen UR.

‘Vernieuwing van inzichten en wetenschappelijke doorbraken vormen het bestaansrecht van een kennisinstelling. Het is ook dé manier om nieuw talent op te leiden. We moeten om beide redenen daarom veel energie steken in de ontwikkeling van getalenteerde, jonge wetenschappers. Om hen te prikkelen tot excellent onderzoek, heb ik een aantal jaren geleden mede het initiatief genomen voor Tenure Track. Dit loopbaantraject voor Wageningen University draait nu ongeveer twee jaar.

Het is de bedoeling dat de deelnemers in een jaar of twaalf uitgroeien tot persoonlijk hoogleraar. Het gaat om bijvoorbeeld net-gepromoveerden die een eigen onderzoekslijn opzetten, daarvoor !nanciering verwerven en een onderzoeksgroep om zich heen bouwen. Hierbij worden ze gecoached

door hun hoogleraar en vindt toetsing en coaching plaats door een commissie. Deze commissie bestaat uit de directeuren van de onderzoekschool en het onderwijsinstituut, de hoogleraar, een universitair hoofddocent van de onderzoeksgroep, een HRM-vertegenwoordiger én een vertegenwoordiger van een andere universiteit. Bij PSG zit veel veelbelovend talent, dat op die manier extra perspectief wordt geboden.

Elke drie jaar beoordeelt de commissie of de deelnemer klaar is voor een volgende loopbaanstap en al dan niet door kan. Naar mijn idee is het een groot voordeel dat ons talent nu door meer mensen beoordeeld en gestimuleerd wordt dan alleen door de directe hoogleraar. Het is goed dat mensen van ‘buiten’ meekijken. Het niveau wordt sneller en beter zichtbaar. De kans op verkeerde keuzes wordt heel klein en persoonlijke voorkeuren worden uitgesloten. Een punt van aandacht is wel dat we voorzichtig moeten omgaan met feedback en beoordelingen. Deze mogen mensen niet beschadigen. Wanneer deelnemers niet door kunnen gaan wil dat niet zeggen dat ze geen kwaliteiten hebben. Maar niet iedereen zal uiteindelijk hoogleraar kunnen worden.’

Onderzoeker bij de PRI-business unit Agrosysteemkunde. Initiator en promotor van het Young PSG-onderdeel van Young Wageningen UR. Young PSG organiseert allerlei activiteiten om nieuwe medewerkers meer over elkaar en over de organisatie te weten te laten komen.

‘Er waren al Young Groups voor ESG en ASG. PSG heeft ook zoiets nodig, dacht ik ruim een jaar geleden. Zo ontstond het netwerk waar nieuwe medewerkers elkaar ontmoeten, ervaringen uitwisselen en deelnemen aan excursies en lezingen om de organisatie beter te leren kennen.

KwaliteitEXCELLENT ONDERZOEK EN ONDERWIJS

Ton Bisseling

Ben Schaap

STRATEGISCH PLAN BLZ. 24

Page 4: PSG Brochure SP

Sinds 15 september hoogleraar Erfelijkheidsleer en hoofd van het Laboratorium voor Erfelijkheidsleer bij de Plant Sciences Group. Werkte daarvoor als universitair hoofddocent evolutionaire biologie bij de Universiteit Leiden. ‘Ik wil niet overkomen als iemand die even vertelt hoe we moeten samenwerken. Maar als nieuwkomer heb ik wellicht een frisse kijk. Samenwerking binnen Radix heeft zeker voordelen. Kijk hoe ef!ciënt Erfelijkheidsleer en Plantenfysiologie labs op elkaar hebben afgestemd. Daarbij helpt dat deze groepen onder andere onderzoek doen aan hetzelfde plantje (Arabidopsis) en gebruikmaken van overlappende technieken en apparaten. Het praktisch delen van zaken is vaak een broedplaats voor nieuwe onderzoeksideeën en –mogelijkheden. Samenwerking ontstaat van onder af. Van bovenaf samenwerking opleggen levert in mijn ogen vaak niet echt iets concreets

op, omdat het moet ontstaan vanuit wederzijdse interesse en het besef dat je elkaars expertise nodig hebt. De directie kan samenwerken stimuleren door het proces vanaf de basis te faciliteren.

Aan de andere kant kan samenwerking binnen een organisatie zoals PSG op gespannen voet staan met wat subsidiegevers willen. Bijvoorbeeld: voor Europese projecten kan samenwerken met je ‘buurman’ in Radix worden beperkt doordat internationale samenwerking vereist is. We moeten dus voorkomen dat groepen elkaar als concurrenten zien voor zo’n project en elkaar (onbedoeld) uitsluiten. Dat is beslist ongewenst, want binnen PSG hebben de disciplines elkaar nodig. Biologische vraagstukken behoeven een steeds bredere aanpak, van genniveau tot ecosysteem.

Samenwerking staat of valt met vertrouwen en elkaar wat gunnen. Niet te onderschatten is de chemie tussen mensen. Als je het met elkaar kunt vinden, komt het met de samenwerking vaak wel goed. Het management kan een belangrijke rol spelen door duidelijk te maken dat je werkt in het belang van het hogere organisatieniveau. Dit kan betekenen dat je soms een stapje terug doet als afdeling, business unit of leerstoelgroep. Aan de andere kant is het de kunst om de verschillende vakgebieden in een breed project herkenbaar te houden.’

‘Voor PSG is het van levensbelang dat er jong, wetenschappelijk talent binnenkomt en behouden blijft voor de organisatie. Het is een grote uitdaging talent aan te trekken en vervolgens vast te houden voor de wetenschap, maar ook door te laten stromen naar hogere functies. De positie van vrouwen vraagt daarbij extra aandacht.’

‘Met de nieuwbouw van het Radixgebouw op het campusterrein van Wageningen UR zijn de meeste PSG-groepen onder één dak gekomen. Dit is een belangrijke motor voor het versterken van de onderlinge samenwerking binnen PSG en tussen PSG en de andere Sciences Groups van Wageningen UR. Daarnaast willen we ook de samenwerking met andere internationale universiteiten en kennisinstellingen versterken.’

Productiviteit

Bas Zwaan

Als nieuweling heb je nog geen uitgebreid netwerk. Dat geldt vooral als je jong bent, uit het buitenland komt of een tijdelijk contract hebt. Bovendien zijn zaken die zo vanzelfsprekend lijken, helemaal niet zo vanzelfsprekend voor nieuwe medewerkers. Ook komt het voor dat mensen op je afdeling weinig interactie met elkaar hebben of weinig Engels spreken. Dan is het prettig om gelijkgestemden tegen te komen.

Het gaat erom dat nieuwe medewerkers zich thuis gaan voelen en aarden. Hiermee sluit Young PSG direct aan bij de doelstelling van PSG om jong talent te binden en op den duur door te laten stromen. Voor Young PSG is een hoog aandeel vrouwen binnen onze gelederen een vanzelfsprekendheid, en als ik om me heen kijk zie ik zeer bekwame

vrouwen die veel in hun mars hebben. Een netwerkorganisatie zoals Young PSG kan eraan bijdragen dat deze vrouwen de weg naar hogere posities beter weten te vinden. Binnenkort organiseren we bijvoorbeeld een workshop over hoe je kan omgaan met mensen die op de werkvloer trucjes toepassen en over hoe je ervoor zorgt dat je gehoord wordt. Uiteraard ook nuttig voor mannen.

We zien onszelf als een nieuwe, jonge vorm van samenwerking. Voor Young PSG is geen lidmaatschap nodig; het is een echte netwerkorganisatie. Een vaste kern van zes mensen organiseert activiteiten. Iedereen die nog geen drie jaar bij PRI in dienst is en jonger is dan 35 nodigen we uit.’

STRATEGISCH PLAN BLZ. 25,26

STRATEGISCH PLAN BLZ. 27

MEERWAARDE DOOR SAMENWERKING

KANSEN VOOR JONG, WETENSCHAPPELIJK TALENT

Page 5: PSG Brochure SP

‘Om de goede strategische positie van PSG te bestendigen en te versterken is op basis van diverse analyses een aantal thema’s gekozen, waarop wij gericht zullen investeren. (…) Wij zullen actief investeren in vier onderzoeksthema’s. Van deze thema’s verwachten we dat ze onze marktpositie in onderwijs, onderzoek en kennisdoorstroming naar de praktijk zullen versterken.’

‘Wij willen onze kennis zo goed mogelijk vermarkten. Het is een manier om kennis te delen, inkomsten te genereren en weer nieuwe opdrachten te verwerven. Voorwaarde voor het realiseren van deze ambitie is een slagvaardige en ondernemende organisatie die (...) optimaal gebruik maakt van de !nanciële mogelijkheden die de markt biedt. Daarvoor is het van levensbelang dat we kansen om kennis te vermarkten in beeld krijgen (...).’

Senior-biometricus bij Biometris. Bedenker van het succesvolle softwarepakket Canoco dat via internet wordt aangeboden. De internetpagina waarop de Canoco-software wordt aangeboden is de meest bezochte pagina van het PRI-internet (ruim 13.000 bezoeken/jaar).

‘Het is mooi als je begint met wetenschap en er dan een product voor de markt uitrolt. Zo is het gegaan met het softwareprogramma Canoco. In 24 jaar hebben we wereldwijd zo’n vierduizend licenties verkocht. Dat is een succes voor zo’n nicheproduct. Eigenlijk is het met Canoco niet anders dan met het vermarkten van het appelras Elstar of het aardbeienras Elsanta. Het voormalige CPRO ontwikkelde rassen en had daarvoor kwekersrechten verworven. Wat betekent dat iedereen die het ras gebruikt een afdracht doet.Canoco hebben we in eerste instantie gemaakt voor een voorloper van Alterra. Ecologen kunnen daarmee beter de effecten van beheer, verontreinigingen en milieuveranderingen op biologische levensgemeenschappen begrijpen.

Inmiddels heeft het programma ook een toepassing gekregen in de toxicologie, bodemkunde, geologie, marktonderzoek en

volksgezondheidsonderzoek, bijvoorbeeld om effecten van probiotica op de darm"ora te meten. In 1998 hebben we een “majeure” update gedaan, waarvoor ik me "ink heb moeten hardmaken bij onze organisatie. Je moet wel op tijd zijn om succesvol te blijven!

Het programma bestaat in 2011 alweer 25 jaar, en dat gaan we groots vieren met een wetenschappelijk congres. Overigens, als Petr #milauer van de University of South Bohemia er niet bij gekomen was om het product gebruiksvriendelijk te maken, was Canoco zeker niet zo succesvol geworden. Als wetenschapper ben je niet in eerste instantie bezig met gebruiksvriendelijkheid, maar het is uiteindelijk wel nodig om een programma als warme broodjes over de toonbank te laten gaan.’

Maatschappelijke/wetenschappelijke relevantie

Cajo ter Braak

STRATEGISCH PLAN BLZ. 33

STRATEGISCH PLAN BLZ. 3,4

EXTRA FOCUS OP 4 ONDERZOEKTHEMA’S

TOT WAARDE BRENGEN VAN KENNIS VOOR BEDRIJFSLEVEN

SYSTEEMBIOLOGIE DUURZAME PRODUCTIE &KLIMAATVERANDERING

GEZONDHEID GROENE GRONDSTOFFEN

Page 6: PSG Brochure SP

‘Eén van de kerntaken van PSG is het geven van universitair onderwijs. Met onze kennis op het gebied van plantenwetenschappen leveren we bijdragen aan diverse opleidingen van Wageningen University, waaronder de BSc- en MSc-opleiding Plantenwetenschappen, de BSc- en Msc-opleiding Biologie maar ook de MSc-opleidingen Biologische Landbouw en Plantenbiotechnologie. De opleiding die het dichtst tegen ons werkgebied aanligt, is Plantenwetenschappen. Het lukt ons steeds beter om eerstejaars studenten aan te trekken, maar het is nog een kleine studie.’

Flexibiliteit en veerkracht

‘We hebben al langer de ambitie om ons werkterrein uit te breiden via activiteiten voor het (internationale) bedrijfsleven en andere !nanciers dan het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en het Productschap Tuinbouw. Hierin zijn we nog onvoldoende geslaagd. Vanuit de ambitie om de innovatiekracht van opdrachtgevers te verbeteren blijft deze doelstelling staan. Eén van onze zwaktes is dat het voor bedrijven soms niet duidelijk is welke toegevoegde waarde wij voor ze kunnen leveren. We zullen daarom in projecten duidelijk moeten maken wat men aan ons kan verdienen.’

Opleidingsdirecteur BSc Plantenwetenschappen, MSc Plant Biotechnology, MSc Plant Sciences en MSc Organic Agriculture van het Onderwijsinstituut (OWI) van Wageningen UR. Verantwoordelijk voor de plantgerelateerde opleidingen. Anja Kuipers is één van de 18 OWI-opleidingsdirecteuren.

‘We hebben nu 28 studenten voor de Bsc Plantenwetenschappen. Daar zijn we erg blij mee. Met dit aantal zitten we weer op het niveau van tien jaar geleden. Het gaat de goede kant op. Dat komt omdat we er heel hard aan trekken. Met de introductie van acht pro!elen in het onderwijsprogramma laten we zien hoe breed de opleiding is: dat het gaat om planten plus wat anders, bijvoorbeeld gezondheid of veredeling. Het concept begint zijn vruchten af te werpen. Met de nieuwe major-minorstructuur in de BSc hopen we het concept verder uit te bouwen. Daarnaast proberen we met de Linnaeusprijs de bachelor meer bekendheid te geven bij zowel vwo-scholieren als hun docenten. De prijs is twee jaar geleden geïntroduceerd voor scholieren die een pro!elwerkstuk over plantenwetenschappen maken.

Aan de werving van MSc-studenten trekken we minder hard. Dit jaar zijn er zo’n honderd MSc’ers begonnen, afkomstig van

het hbo en vooral uit het buitenland. De internationale studenten komen op onze naam af. Voor hen komt het er vooral op aan dat de website goed is. De werving van hbo’ers willen we nog wel verbeteren. Zo gaan we gericht het hoger laboratoriumonderwijs (HLO) benaderen. We zien al langer dat HLO-studenten zich aanmelden, bijvoorbeeld na een stage bij een veredelingsbedrijf waar ze enthousiaste Wageningse afgestudeerden tegenkwamen. Met een concrete boodschap moeten we meer HLO-studenten kunnen interesseren.

De groep van internationale studenten is te diffuus voor zo’n gerichte benadering. Maar om de excellente studenten hiernaartoe te halen, gaan we aan de slag met fondsen. Nieuw is de Nunhems Fellowship voor buitenlandse veredelingsstudenten en het Paul Speijer Fonds voor talentvolle Afrikaanse studenten op het gebied van plantaardige productie.’

Anja Kuipers

STRATEGISCH PLAN BLZ. 34

STRATEGISCH PLAN BLZ. 35

VERGROTEN INSTROOM STUDENTEN

OMZET VERGROTEN BIJ BEDRIJFSLEVEN EN OVERHEDEN

Page 7: PSG Brochure SP

KernwaardenVanuit vijf kernwaarden bedienen we als PSG onze opdrachtgevers en zijn we een aantrekkelijke onderwijsinstelling, zowel nationaal als internationaal.

KWALITEITDe wetenschappelijke kwaliteit van ons onderwijs en onderzoek staat voorop. We geven hiervoor ruimte aan persoonlijk talent. We zijn een betrouwbare samenwerkingspartner.

KLANTGERICHT EN ONAFHANKELIJK Wij brengen de vraag van de opdrachtgever zo goed mogelijk in kaart, zonder bij de beantwoording de wetenschappelijk objectieve standaarden te verloochenen.

ONDERNEMENDWe zijn alert op kansen in de markt en in staat creatief en "exibel krachten te bundelen.

SAMENWERKENWij zoeken zowel binnen als buiten PSG naar samenwerking. Daarbij blijven de verschillende vakgebieden van individuele PSG-eenheden herkenbaar.

MAATSCHAPPELIJK BETROKKENOns werk moet aantoonbaar bijdragen aan het verbeteren van de kwaliteit van leven, oplossingen aandragen voor maatschappelijke opgaven en de innovatiekracht van opdrachtgevers verbeteren. Dit maken we zichtbaar voor de buitenwereld.

Plaatsvervangend manager van de PPO-business unit Akkerbouw, Groene Ruimte en Vollegrondsgroenten. Deze business unit heeft in 2010 een onderzoeksomzet van ca 18 miljoen euro. Hiervan is 45% afkomstig van opdrachten uit de derdenmarkt, 49% van het Ministerie van EL&I en 6% van het Productschap Tuinbouw.

‘Het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en de productschappen zullen zich de komende jaren verder terugtrekken als !nanciers van onderzoek. We moeten daarom nog intensiever aan de slag met nieuwe !nanciers. We zullen vooral onze boegbeelden moeten inzetten, mensen die visie en daadkracht koppelen aan een goed en effectief netwerk. Anderen kunnen zich meer specialiseren in de uitvoering. Diversi!catie dus.

Ook zoeken we gericht mensen ‘van buiten’ met goede acquisitiecompetenties.

Het is belangrijk om meer samen te werken met het bedrijfsleven. Internationaal hebben we toonaangevende projecten als Tropcoat met een Thaïs zaadbedrijf en Snailwise met het Nederlandse Incotec. In beide projecten gaat het om het coaten van zaad met een insecticide, die tijdens de jeugdfase de plant beschermt tegen belagers. Dit is economisch en ecologisch interessant en kan voor een bedrijf een grotere of interessantere markt opleveren. We zijn best trots op deze projecten. Net zoals op het project met Ontwikkelingssamenwerking (BuZa) rondom duurzame tuinbouwproductie in Indonesië. Daar hebben we lang voor moeten knokken, maar het is uiteindelijk wonderwel gelukt. De ervaring die we opdoen, geven we door aan de Indonesische kennispartners en de deelnemende boeren.

We proberen steeds meer bedrijven te interesseren voor ons onderzoek. Het kost soms tijd om het vertrouwen te winnen. Bedrijven willen niet altijd outsourcen. Voor de agrochemische industrie zoals Bayer en Syngenta bieden we sinds enige jaren een instapmodel aan met verschillende vormen van samenwerking. Soms maken ze alleen gebruik van onze faciliteiten, maar steeds meer besteden zij ook onderzoek aan ons uit. Je ziet dat dit model van accountmanagement echt werkt. Die omzet is de laatste tijd gegroeid tot ongeveer een miljoen. We willen het ook introduceren bij andere typen agrarische industrie.’

Chris de Visser

STRATEGISCH PLAN BLZ. 4

Page 8: PSG Brochure SP

COLOFON | INTERVIEWS RIA DUBBELDAM, GAW ONTWERP EN COMMUNICATIE, WAGENINGEN | ONTWERP EN VORMGEVING CREATIVE STUDIO JOHNNYDOES , UTRECHT | DRUKWERK O.B.T., DEN HAAG | FOTOGRAFIE GUY ACKERMANS, WAGENINGEN + PLANT SCIENCES GROUP | COÖRDINATIE EN REDACTIE AFDELING COMMUNICATIE, PLANT SCIENCES GROUP | PLANT SCIENCES GROUP POSTBUS 16 6700 AA WAGENINGEN

KWALITEIT

PRODUCTIVITEIT

Page 9: PSG Brochure SP

KERNWAARDEN

FLEXIBILITEIT & VEERKRACHT

MAATSCHAPPELIJKE & WETENSCHAPPELIJKE RELEVANTIE