Project Ervarend - ervarend-leren.eu · XONAR, Ervarend Leren, versie oktober 2014 pagina 4 van 12...
Transcript of Project Ervarend - ervarend-leren.eu · XONAR, Ervarend Leren, versie oktober 2014 pagina 4 van 12...
XONAR, Ervarend Leren, versie oktober 2014 pagina 1 van 12
Project
Project Ervarend
Leren
2014
Uit ervaring leren voor
een nieuwe kans
Project
XONAR, Ervarend Leren, versie oktober 2014 pagina 2 van 12
Inhoudsopgave
Inleiding 3
De theorie van het Ervarend Leren 4
Visie en uitgangspunten 4
Doelgroep 5 Doelen 6
Werkwijze: 6
Fase 1: De introductiefase 6
Voorbereidingen
Fase 2: De buitenlandperiode 8
Onbekende situatie
Begeleiding
Onderwijs in het buitenland 9
Fase 3: Transfer en nazorg 10
Begeleiding vanuit XONAR 11 Samenwerking met buitenlandse zorgaanbieders 11
Aanmelding en plaatsing 11
Contactgegevens 12
XONAR, Ervarend Leren, versie oktober 2014 pagina 3 van 12
Inleiding
Het Project Ervarend Leren (PEL) is het ervarend leren programma van XONAR
aan jongeren in de leeftijd tussen 16 en 21 jaar. Het PEL is een zeer intensieve vorm van
hulpverlening. De hulpverlening is individueel en op maat. De hulpverlening richt zich
vooral op het heden en de toekomst.
De deelnemers zijn zelf verantwoordelijk voor hun eigen ontwikkelingsproces.
Tijdens het hulpverleningstraject worden de jongeren geconfronteerd met zichzelf
en ervaren de jongeren, dat zij zelf grip op hun leven kunnen krijgen. Ze nemen letterlijk
en figuurlijk afstand van hun oude leefsituatie door voor korte of langere tijd in het
buitenland te verblijven en worden hier in staat gesteld een nieuw toekomstperspectief te
creëren, waarmee zij aan de slag gaan bij terugkeer in Nederland. Personen die voor de
jongere belangrijk zijn worden geïnformeerd en begeleid, als ze dit wensen. Zo kunnen
zij meegroeien met de ontwikkeling van de jongere en zijn zij beter in staat de jongere te
ondersteunen op het moment, dat deze weer voet op Nederlandse bodem zet.
Het project is opgebouwd uit drie fasen:
Introductie
Buitenlandperiode
Transfer en nazorg
XONAR, Ervarend Leren, versie oktober 2014 pagina 4 van 12
De theorie van het Ervarend Leren
Ervarend leren is een actieve hulpverleningsmethode waarbij gebruik gemaakt
wordt van doe-activiteiten om de jeugdigen ervaringen op te laten doen die kunnen
bijdragen aan de oplossing van de problematiek waarvoor ze bij de jeugdzorg zijn
aangemeld.
De methodiek van het ervarend leren is bedoeld voor jongeren die behoefte
hebben afstand te nemen van hun eigen omgeving omdat deze hen belemmert tot
gedragsverandering te komen. Voor hen is het noodzakelijk om in een totaal andere
omgeving geheel nieuwe ervaringen op te doen waarna ze de ingeslagen koers in
Nederland kunnen voortzetten.
Visie en uitgangspunten
Ervarend leren omschrijven we als: het creëren van een methodisch opgezette
leersituatie, waarin jongeren concrete en intense ervaringen opdoen, die na reflectie over
deze ervaringen leiden tot verandering in gedrag op meerdere leefgebieden. Te denken
valt aan de leefgebieden: Wonen, Werken, Scholing, Vrijetijdsbesteding, Sociale Omgang
en Relaties.
Ervarend leren wordt vooral gezien als alternatief voor traditionele vormen van
hulpverlening, die vooral gericht zijn op compensatie van afwijkend gedrag.
Ervarend leren gaat echter uit van het lerende vermogen van de jongere ongeacht zijn
aanvangsniveau. In de buitenlandse woon/leefomgeving leren jongeren nieuw gedrag,
waardoor ze effectiever kunnen optreden in andere leefsituaties. De leerervaringen
vergroten het zelfinzicht van de jongeren, versterken het zelfvertrouwen, verrijken de
handelingsbekwaamheid en effectueren het probleemoplossende vermogen.
Centraal thema is empowerment: het aansluiten bij en versterken van (potentiële)
krachten in de jongere zelf. Daarnaast gaat het om competentie. Er is sprake van
competentie als een persoon over voldoende vaardigheden beschikt om de taken te
vervullen waarvoor hij in het dagelijkse leven wordt gesteld.
Het PEL versterkt het leren door het intense karakter welke in de activiteiten is
opgesloten. Ook het opdoen van ervaringen in een andere leefomgeving werkt
versterkend op het leerproces. Bij activiteiten moet dan vooral gedacht worden aan het
wonen in een familiebedrijf, in een andere leefomgeving (boerderij, hotel-restaurant in
het buitenland) en participeren in alle activiteiten, die deel uitmaken van de nieuwe
situatie. Vooral het niet-welvarende karakter van het project maakt het leren krachtig en
draagt bij tot de ontwikkeling van een goed basis waarden- en normenpatroon waarvan
respect het fundament is.
De jongere worden in een specifieke situatie gebracht, waarin ze concrete
leermomenten krijgen aangeboden. Ze komen in een aanvankelijk onbekende situatie,
waarin ze nieuwe ervaringen opdoen en waarin oud gedrag niet meer het gewenste effect
heeft.
In gestructureerde gesprekken (die wekelijks plaatsvinden met hun Nederlands
sprekende begeleider) kijken de jongeren terug op hun ervaringen. Uiteraard worden de
doelstellingen waarmee ze het project zijn gestart als leidraad genomen tijdens deze
gesprekken.
Op grond van de opgedane ervaringen en reflectiemomenten (o.a. gesprekken
met begeleiding, schrijf- en belcontacten, leefsituatie in buitenland) maken de jongeren
keuzes en stellen een plan op voor hun toekomstig gedrag, hun relatie tot anderen
(ouders, familie, vrienden), hun daginvulling (school, werk) en de vrijetijdssituatie.
Jongeren passen het geleerde toe in een nieuwe situatie, waarmee de cyclus opnieuw
start en het gaat toepassen.
Kenmerkend voor project ervarend leren is, dat het gaat om activiteiten, die de
jongeren kunnen volbrengen. In de vorm van het PEL Project XONAR houdt dit concreet
in, dat de jongeren deel uitmaken van een buitenlands familiebedrijf. Ze doen mee aan
XONAR, Ervarend Leren, versie oktober 2014 pagina 5 van 12
alle activiteiten die plaatsvinden in het gezin: het wonen in gezinsverband alsook
ervaring opdoen in het bedrijf (boerderij en horeca). Vanuit die alledaagse en zinvolle
activiteiten leert de jongere weer een dagstructuur ontwikkelen, deelgenoot te zijn van
een samenleving, zelfvertrouwen en zelfrespect te ontwikkelen. Hij leert nadenken over
zijn activiteiten in het nu, terug te blikken op het verleden en keuzes te maken voor de
toekomst.
Doelgroep
Het project richt zich op jongeren in de leeftijd van 16 t/m 21 jaar
( uitzonderingen mogelijk), die ernstige problemen hebben op vier leefgebieden:
1. De persoonlijke ontwikkeling
2. De gezinssituatie: ernstige conflicten in de thuissituatie; het gezin treedt niet
op als een adequaat functionerend gezinssysteem voor de jongere
3. De school/werksituatie: gedragsproblemen, uitval, leerproblemen
4. De vrijetijdssituatie: geen of geen adequate vrijetijdsbesteding, verkeerde
vrienden.
Bij deze jongeren bestaat er een sterke samenhang tussen de problematiek op
deze leefgebieden. Hierdoor worden de jongeren in hun normale functioneren ernstig
beperkt.
De jongeren beschikken over een leerstijl die sterk gericht is op het doen, om van daaruit
meer inzicht te krijgen en tot verandering te komen.
Bovendien ontbreekt voor de jongere het toekomstperspectief. De problemen bestaan
vaak al langere tijd en eerdere hulpverlening heeft niet bijgedragen aan de oplossing van
de problemen.
Kenmerkend voor het project ervarend leren is:
De jongere is zeer actief deelnemer in plaats van toeschouwer
De activiteiten vragen om een motivatie van de jongere in de vorm van energie,
betrokkenheid en verantwoordelijkheid
De activiteiten zijn echt en betekenisvol voor de jongere in die zin, dat ze
natuurlijke consequenties hebben voor de jongere
Reflectie is een kritisch element in het proces van ervarend leren.
Het PEL maakt gebruik van de volgende vormen van leren en maakt daarbij de
vertaalslag naar het hoogst mogelijke ervarend leren rendement op dat moment:
Leren door middel van vallen en opstaan (Trial en error)
Leren van de gevolgen van je gedrag
Leren door observatie en imitatie
Leren door ontwikkelen van waarden en normen
Leren door kennisverwerving en door het ontwikkelen van denkvaardigheden
Leren door reflecteren.
XONAR, Ervarend Leren, versie oktober 2014 pagina 6 van 12
Doelen
Oude reactiepatronen zijn doorbroken.
De jongere maakt gebruikt van zijn eigen sterke punten, zelf inzicht is gegroeid.
De jongere heeft duidelijkheid aangaande relaties met familie c.q. vrienden.
Positieve gedragsverandering is gerealiseerd.
Persoonlijkheid is versterkt, zelfvertrouwen is gegroeid.
De jongere heeft nieuwe manieren ontwikkeld om met de eisen om te gaan die
het dagelijkse leven en de verhoogde druk van de huidige maatschappij aan hen
stelt.
Woonperspectief is duidelijk
School en/of werk is gerealiseerd bij terugkeer in Nederland
De jongere heeft een zinvolle vrijetijdsbesteding.
De jongere heeft geleerd om keuzes te maken en zelf verantwoordelijkheid te
dragen voor deze keuzes.
Naast deze algemene doelen worden binnen het project de doelen geconcretiseerd
en toegespitst op de individuele jongere.
Werkwijze
Het PEL project kent drie fasen:
1. De introductiefase
2. De buitenlandperiode
3. Transfer en nazorg
Fase 1: De introductiefase
Als eerste vindt er een informatief gesprek plaats met de jongere, verwijzer en/of
ouders. In dit gesprek legt de PEL-medewerker uit wat het project ervarend leren inhoudt
en wat de jongere kan verwachten bij deelname aan het project.
Na dit gesprek krijgt de jongere maximaal een week de tijd om na te denken of hij
wil deelnemen aan het project.
Vervolgens schrijft de jongere een motivatiebrief waarin hij o.a. aangeeft:
Hoe het nu met hem gaat
Waarom hij ervoor kiest om naar het buitenland te gaan
Wat hij wil doen om het project te laten slagen
Wat hij goed vindt van zichzelf
Waar hij moeite mee heeft
Het doel hiervan is de jongere te laten nadenken over zijn huidige situatie en zijn
mogelijkheden en wensen voor de toekomst.
Deze brief wordt uitgebreid besproken tijdens het zorgmatchingsgesprek. In dit
gesprek wordt bekeken of de jongere in aanmerking komt voor een plaatsing binnen
XONAR.
Achtergrondinformatie van de jongere wordt met toestemming van jongere en/of
(ouders) door de verwijzer aan de PEL medewerker verstrekt. De motivatiebrief,
indicatiebesluit en de achtergrondinformatie vormen de basis voor het plaatsingsgesprek
(hulpvraagspecificatiegesprek).
Het plaatsingsgesprek (waarin de motivatiebrief en gegevens uit de rapportages
besproken worden) vindt plaats met de jongere en de PEL-medewerkers. Dit gesprek is
open, direct en confronterend en gaat in op de hulpvragen van de jongere. Deze wijze
van gespreksvoering heeft tot doel de motivatie van de jongere te toetsen en de doelen
aan te scherpen.
XONAR, Ervarend Leren, versie oktober 2014 pagina 7 van 12
De PEL-medewerker beschrijft de situatie van de jongere met als doel de jongere
te laten reflecteren op zijn eigen situatie. Bovendien zal op deze manier duidelijk worden
of de jongere zicht heeft op het eigen functioneren.
De PEL-medewerker bepaalt aan de hand van het gesprek en de motivatie van de
jongere of het haalbaar is, dat de jongere naar Frankrijk gaat. Samen met de jongere
wordt bekeken of de leerdoelen, zoals deze vermeld worden in het indicatiebesluit, nog
actueel zijn. Daarnaast voegt de jongere tijdens het plaatsingsgesprek leerdoelen toe,
welke door de PEL-medewerker in het (evaluatie) hulpverleningsplan worden beschreven.
Wanneer de betrokken partijen besluiten verder te gaan starten de
voorbereidingen richting het buitenland. De PEL-medewerker gaat dan, in overleg met de
begeleidende organisatie in Frankrijk, op zoek naar een geschikte plaats voor de
betreffende jongere.
De PEL-medewerker schrijft het (evaluatie)hulpverleningsplan en stelt een
begeleidingsovereenkomst op. Het plaatsingsgesprek kan ook uitwijzen, dat het PEL niet
de juiste hulpverleningsvorm voor de jongere is. In dat geval zal opnieuw een
zorgmatchingsgesprek plaatsvinden, waarin uitgelegd wordt waarom de jongere in de
ogen van XONAR geen geschikte kandidaat is voor het project ervarend leren en hoe nu
verder.
Voorbereidingen
De jongere en zijn ouders krijgen een kledinglijst. Hierin staat beschreven wat er
noodzakelijkerwijs mee moet naar het buitenland. De ouders/verzorgers zijn in principe
verantwoordelijk voor het afsluiten van een aansprakelijkheidsverzekering, een
ziektekostenverzekering en de aanschaf van benodigde spullen.
Het streven is om zo spoedig mogelijk te vertrekken naar het buitenland.
XONAR, Ervarend Leren, versie oktober 2014 pagina 8 van 12
Fase 2: De buitenlandperiode
De jongere wordt “individueel” geplaatst bij een familiebedrijf in Frankrijk. Het
betreft hier hoofdzakelijk Franstalige gezinnen. Deze gezinnen zijn zorgvuldig
geselecteerd en gescreend. De jongere woont bij het gezin, dat het bedrijf voert, maar
heeft een eigen slaapkamer waar hij zich kan terugtrekken. Het betreft hier overwegend
agrarische bedrijven, maar ook maneges, tuinbouwbedrijven, wijnbouw, etc.
De hulpvraag van de jongere bepaalt de keuze voor een gastgezin.
De jongere volgt het dagelijkse ritme van het gezin; een dagindeling met veel structuur
waaraan hij vaak niet meer gewend is.
Jongeren die zijn vastgelopen op meerdere leefgebieden gaan gemiddeld voor een
periode van 5 maanden naar het buitenland. Indien een jongere zijn doelen nog niet
behaald heeft en er wel duidelijk ontwikkeling in zit of indien een jongere zijn
toekomstplannen niet helder heeft, kan er besloten worden tot verlenging van de
geplande termijn.
De buitenlandperiode is bedoeld om in een onbekende omgeving positieve
ervaringen op te doen en op basis daarvan kritisch te kijken naar heden, verleden en
toekomst. De buitenlandperiode bedraagt in principe maximaal zes maanden.
Onbekende situatie
De bedoeling van de buitenlandperiode is de vastgelopen ontwikkeling van de
jongere weer “in beweging” te krijgen. Hij is los van zijn oude omgeving en kan (indien
hij bij een niet-Nederlandstalig gezin verblijft) geen beroep doen op zijn Nederlandstalige
verbale mogelijkheden. Hij woont bij onbekende mensen met andere gewoonten. De
landelijke afgelegen locatie biedt hem niet de gebruikelijke ontsnappingsmogelijkheden.
Door het isolement wordt de jongere op zichzelf teruggeworpen en geconfronteerd met
zijn tekorten, maar ook met zijn mogelijkheden.
Dit dwingt hem tot herbezinning en zelfacceptatie. In deze nieuwe situatie levert
de jongere prestaties, waardoor het zelfvertrouwen toeneemt.
In de onbekende omgeving moet de jongere oplossingen zoeken voor problemen
en een nieuwe houding bepalen. Hierdoor krijgen ze het gevoel, dat ze zelf invloed
hebben op hun leven. Gedurende hun verblijf in het buitenland ontwikkelt de jongere
nieuwe manieren om met de eisen om te gaan, die door het dagelijkse leven gesteld
worden.
Vervolgens kan de jongere gaan werken aan de concrete invulling van zijn
gedachten en ideeën door het maken van een reëel toekomstplan. Dit plan omvat
wensen voor wonen, werken, (mogelijke) scholing, vrijetijdsbesteding en persoonlijke
leer- en aandachtspunten.
Begeleiding in het buitenland
Ook in het buitenland heeft de jongere een Nederlands sprekende begeleider.
Twee keer per week bezoekt deze begeleider de jongere.
De begeleider in het buitenland ondersteunt en begeleidt de jongere bij het verwerken
van de opgedane ervaringen en bij het opstellen van een toekomstplan.
De PEL-medewerker in Nederland werkt op afstand intensief mee aan de
ontwikkeling van het plan en richt zich in deze fase intensief op het thuisfront van de
jongere. Wekelijks is er contact met de ouders/opvoeders en regelmatig vinden
gesprekken plaats. Het is belangrijk, dat het thuisfront informatie krijgt over wat er met
de jongere gebeurt in het buitenland. Tevens treft de PEL-medewerker alle
voorbereidingen die nodig zijn voor de terugkeer van de jongere. Een daginvulling dient
geregeld te zijn, het woonperspectief moet duidelijk zijn.
De PEL-medewerker heeft wekelijks contact met de begeleiders in het buitenland.
De PEL-medewerker schrijft met de jongere in het buitenland. De intensiteit van deze
XONAR, Ervarend Leren, versie oktober 2014 pagina 9 van 12
communicatie is afhankelijk van de jongere, op elke brief van de jongere volgt een brief
van de begeleider.
De PEL-medewerker heeft regelmatig contact met de verwijzer, maar ook van de
verwijzer wordt een actieve houding verwacht middels het regelmatig schrijven met de
jongere. (dit werkt stimulerend en ondersteunend)
Tussen ouders en jongere is er contact door middel van het schrijven van brieven,
telefonisch contact (wekelijks, na een maand verblijf) en in sommige gevallen via skype.
Halverwege de buitenlandperiode wordt de jongere (afhankelijk van de
ontwikkeling van de jongere en situatie) bezocht door de PEL-medewerker in Frankrijk.
Aansluitend vindt een evaluatiegesprek plaats in Nederland. Deelnemers aan dit gesprek
zijn de ouder(s), verwijzer en de PEL-medewerker.
De jongere weet ruim van tevoren wanneer dit gesprek zal plaatsvinden en wordt in de
gelegenheid gesteld om agendapunten aan te dragen en/of heeft deze besproken tijdens
het bezoek van de PEL-medewerker.
Indien het toekomstplan duidelijk is en de noodzakelijke voorbereidingen zijn
getroffen, is de jongere klaar voor terugkeer naar Nederland. Als afsluiting vindt in
Frankrijk een eindgesprek plaats.
Onderwijs in het buitenland
Tijdens het verblijf in Frankrijk bestaat de mogelijkheid tot het volgen van onderwijs. Het
onderwijs wordt verzorgd via de huidige school of via het Hoenderloo College. Het
Hoenderloo College biedt onderwijs op afstand aan via E-learning. De jongere ontvangt
onderwijs op maat en heeft 3 keer per week via skype contact met zijn/haar persoonlijke
leraar. Doel is dat het onderwijs in Frankrijk naadloos aansluit op het vervolgonderwijs in
Nederland. Het onderwijs via het Hoenderloo College hoeft niet te stoppen bij terugkeer
in Nederland, maar bij de start op de nieuwe of bestaande school.
XONAR, Ervarend Leren, versie oktober 2014 pagina 10 van 12
Fase 3: Transfer en nazorg
Na de buitenlandperiode komt de jongere terug naar Nederland en start de fase
waarin het toekomstplan in praktijk moet worden gebracht: de transfer. Dit alles wordt
beschreven in een evaluatiehulpverleningsplan. De ervaringen uit de buitenlandstage
worden vertaald naar de situatie in Nederland. Tijdens deze fase is het belangrijk, dat de
jongere de ingezette ontwikkeling vasthoudt en zelf verantwoordelijk blijft. Met
ondersteuning van zijn begeleider richt de jongere zich op de verdere opbouw van een
netwerk, waarin hij zijn plannen kan realiseren.
Met de jongere wordt sterk gewerkt aan de leefgebieden: (zelfstandig) wonen,
contact onderhouden met het gezin/familie, invullen van dagbesteding (school, werk,
vrije-tijd) en de omgang met leeftijdgenoten.
Vanaf de eerste dag is er een dagbesteding voor de jeugdige evenals geschikte
woonruimte. Bij het zoeken naar zowel geschikte woonruimte ,als ook scholing, werk en
vrijetijdsbesteding wordt rekening gehouden met de cognitieve, sociaal-emotionele en
motorische mogelijkheden, alsook de leeftijd van de jongere. Er wordt in alle gevallen
gestreefd naar een zo optimaal mogelijke match. Door de begeleider zijn hiertoe al
voorbereidingen getroffen, zodat de jongere meteen aan de slag kan en zijn goede
voornemens kan uitvoeren.
Er vinden intensieve gesprekken plaats met de (pleeg/stief)ouder(s)/verzorgers
van de jongere. Bovendien is er regelmatig contact met de school- en werksituatie. Veel
aandacht is er voor het netwerk van de jeugdige (familie, vrienden, woonomgeving). De
jongere wordt intensief gecoacht (in het begin indien noodzakelijk dagelijks) om hem
zoveel mogelijk ondersteuning te geven bij de uitvoering van zijn plan. Belangrijk is dat
de jongere zelf verantwoordelijk is voor zijn ontwikkeling en de jongere ook steeds op
zijn eigen verantwoordelijkheid wordt aangesproken. Dit is een moeilijke en
confronterende fase. De verwachtingen kunnen te hoog zijn en de jongere kan
teleurgesteld raken, omdat doelen niet bereikt worden. Bovendien komt de jongere vaak
terug in de oude omgeving waar de verleidingen weer lokken.
Het is daarom belangrijk, dat de jongere en de PEL-medewerker alert blijven op een
mogelijke terugval in oud gedrag. Met een kritische en confronterende opstelling
stimuleert de begeleider de jongere de positieve lijn uit het buitenland voort te zetten.
De inhoud en de duur van de begeleiding zijn afgestemd op de behoefte en de
ontwikkeling van de jongere.
Naar mate de ontwikkelingen stabiliseren wordt de jongere steeds meer op zijn
zelfredzaamheid aangesproken. Aan het einde van deze fase trekt de PEL-medewerker
zich geleidelijk terug uit het leven van de jongere.
Zoals uit het voorafgaande blijkt, is het de jongere die in elke fase bepaalt hoe het
verloop zal zijn: hij is verantwoordelijk. De PEL-medewerker is er ter ondersteuning en
om op terug te vallen. In enkele situaties zal de begeleider (ter wille van een doel dat de
jongere kiest) sturend optreden, maar dan alleen voor een beperkte tijd of bepaalde
taak.
Belangrijk is wel dat de PEL-medewerker voortdurend de koppeling blijft maken
tussen gedrag en plannen in het nu en de opgedane ervaringen tijdens het verblijf in het
buitenland. De PEL-medewerker bepaalt of de ontwikkelingen nog passen in de gemaakte
plannen en of de begeleiding nog zinvol en verantwoord is.
De transfer en nazorg vindt plaats voor een periode van ongeveer 5 maanden.
XONAR, Ervarend Leren, versie oktober 2014 pagina 11 van 12
Begeleiding vanuit XONAR
Het PEL beschikt over medewerkers die zorgen voor de uitvoering van de
hulpverlening. Het betreft hier gekwalificeerde jeugdhulpverleners (HBO) met
aanvullende opleidingen op het gebied van de methodiek ervarend leren en systemisch
werken.
De jongere heeft in principe vanaf aanvang van het project tot het einde van het
project dezelfde begeleider/contactpersoon.
XONAR maakt deel uit van het platform ervaringsleren buitenlands zorgaanbod.
Dit betekent dat XONAR voldoet aan de kwaliteitsmaatstaven, opgesteld door de
inspectie jeugdzorg.
Samenwerking met buitenlandse zorgaanbieders
XONAR werkt samen met twee organisaties in Frankrijk.
Dit zijn: Clé de Voûte. / www.cledevoute.nl
En Route / geen website beschikbaar
Aanmelding en plaatsing
De jongere kan aangemeld worden door een plaatsende instantie. Een
zorgtoewijzing van het Bureau Jeugdzorg, alvorens tot plaatsing over te gaan is
noodzakelijk.
De maandelijkse betaling aan het Landelijk Bureau Inning Ouderbijdragen tijdens
deelname aan het PEL is verplicht. Daar deelname aan het PEL niet gelijk staat aan
deelname aan school of opleiding is de Sociale Verzekeringsbank niet verplicht tot het
betalen van kinderbijslag. In incidentele gevallen gebeurt dit echter wel. Indien de
jongere leerplichtig is en er duidelijke redenen zijn voor het niet kunnen volgen van
onderwijs in Frankrijk, is een ontheffing van de leerplicht noodzakelijk.
NB. Het PEL kan zowel voor jongens als meisjes een uitstekende
hulpverleningsvariant zijn. Voor meisjes zijn er ook meer dan voldoende mogelijkheden
op de al eerder genoemde bedrijven.
Het PEL is een flexibele hulpvorm, waarbij de hulpvraag van de jongere centraal
staat. Door het grote aanbod en diversiteit van de gezinnen bestaat de mogelijkheid tot
het aanbieden van een hulpaanbod, dat nauw aansluit bij de hulpvraag van de jongere.
De hulpvraag bepaalt dus de duur (gemiddeld 5 maanden) en invulling van het traject,
als ook welk gezin gekoppeld wordt aan de jongere.
Daarnaast vindt er nauwe samenwerking plaats met diverse hulpvormen van
XONAR en andere organisaties, waardoor een adequaat hulpverleningstraject
gerealiseerd kan worden.
Voor meer informatie kunt u te allen tijde contact met ons opnemen.
XONAR, Ervarend Leren, versie oktober 2014 pagina 12 van 12
Project Ervarend
Leren
Postadres: Heerlerbaan 142
6418 CJ Heerlen
E-mail: [email protected]
Websites: www.jeugdhulpinhetbuitenand.nl www.cledevoute.nl
www.ervarend-leren.eu
www.xonar.nl
Louis Schreurs 06-53827808 Lilian Kamphues 06-20957464
Roger Knubben 06-22494167
Hoofdkantoor XONAR 043-6045555