Postmodern bouwen in een moeras van regelgeving
-
Upload
enprodes-management-consultancy-bv -
Category
Documents
-
view
216 -
download
2
description
Transcript of Postmodern bouwen in een moeras van regelgeving
Factsheet
Postmodern bouwen in een moeras van regelgeving
Dames en heren. Bouwen op palen lijkt in de voor het westen van ons
land zo karakteristieke moerasgebieden nog steeds een betere oplossing
dan het bouwen op drijfzand. Toch lijkt ieder bouwproject dat op dit
moment ondernomen wordt weg te zakken in een moeras van
verstikkende regelgeving. Ik wil u vanmiddag daar enkele voorbeelden
van geven. Ik wil ook trachten om zowel langs een maatschappelijke
benadering als een bestuurlijk-juridische analyse u te laten zien waar het
moeras uit voortkomt. Tot slot wil ik u de contouren schetsen van hoe
een nieuw systeem van het funderen van bouwprojecten wellicht kan
voorkomen dat deze in de toekomst blijven wegzakken. Voor alle
duidelijkheid: funderen is in dit verband slechts een metafoor voor de
alledaagse dynamische en complexe werkelijkheid waar de ingenieur
mee geconfronteerd wordt en waarbinnen deze geacht wordt zijn
bouwproject succesvol te realiseren.
Ik gebruik de term postmodern bouwen vanuit twee oogpunten. Enerzijds doel
ik op het maatschappelijke gegeven dat wij in een postmoderne tijd leven. Een
tijd die de ‘grote verhalen’ voorbij is. Een tijd waarin iedereen op zoek lijkt te zijn,
verwarring heerst en waarin de grootste dreiging voor onze samenleving
voortkomt uit een deel van de wereld dat nog wel vasthoudt aan hun ‘grote
verhaal’ en dat aan de rest van de wereld wil opleggen. Een tijd waarin het
‘ risicodenken’ de boventoon voert, mede ingegeven doordat wij hier in het
ontwikkelde Westen, redelijk comfortabel bovenin de behoeftebevredigings-
pyramide van Maslow vertoeven. Mede ook doordat voor het eerst in de
geschiedenis we in een tijd leven waarin de voortbrengselen van de mens zelf
het grootste risico vormen. Ik spreek ook over het postmodern bouwen in een
tweede context. De context van het postenquête tijdperk en de complexiteit die
dit meebrengt door het opnieuw uitvinden van processen en posities. Kenmerk
van beide invalshoeken zou wel eens kunnen zijn het grootscheeps herdefiniëren
en ten dele opnieuw uitvinden van de overheid en haar taken en verantwoordelijk-
heden. Werd er enige tijd geleden nog gesproken over ‘re-inventing government’
en de ondernemende overheid, de trend lijkt nu te zijn dat de overheid tot haar
kleinste kern moet worden teruggebracht. Het politiek debat daarover wordt
vervolgens gedomineerd door de visie die partijen hebben over wat nu feitelijk
de taak van de overheid moet zijn. Het zal u niet verrassen dat deze visie nogal
1
Lezing uitgesproken tijdens
de lezingenmiddag van de
afdeling TTOW van KIVI
NIRIA op woensdag 25 april
2007 te Maarssen door Han
Admiraal.
2
verschilt van links naar rechts, van zorgzame overheid tot stimulerende overheid.
Op dit moment zien we een ontwikkeling in de wereld van de infrastructuur
waarin een transitie gaande is van een sector met een dominantie van publiek
opdracht- geverschap naar een sector waarin een dominantie van privaat
initiatief zou moeten ontstaan. Een transitie waarbij niet uitsluitend taken van
de overheid worden uitbesteed maar in toenemende mate ook verantwoordelijk-
heden die tot voorkort tot het publiek domein werden gerekend. Dit alles
uiteraard naar Brits voorbeeld waar men nog nadeint op de golven van het
tijdperk Thatcher, die zich daarin liet inspireren door Reagan. Ik geef u maar even
een schets van waar de trein vandaan komt die op ons afkomt. Het is een snel
rijdende trein waarvan de ellende niet te overzien zou zijn als we hem tot stoppen
dwingen. Wel kunnen we hier en daar nog wat wissels omzetten in de hoop tot
een andere koers te komen. Ik kom hier op terug.
Direct aansluitend op het tijdperk van Thatcher en Reagan, werden in Nederland,
we spreken dan over de beginjaren 90 van de vorige eeuw, een tweetal wetten
aangenomen die mede bepalend zijn voor het moeras dat we op dit moment
percipiëren als het gaat om de verstikkende regelgeving. Ik doel hier op de
Algemene wet Bestuursrecht en de Tracéwet. Als jong ambtenaar van
Rijkswaterstaat mocht ik de introductie van beide meemaken. Ik kan mij de
workshops nog herinneren. Het beloofde mooie tijden te worden. Alles werd
beter, duidelijker en vooral efficiënter. De Algemene wet Bestuursrecht was
vooral een verbetering omdat deze de verhouding tussen overheid en burger
regelde. Een verhouding die daarvoor nogal eens wazig was. Het kroonberoep
was vanuit Europa bekritiseerd omdat niet de onafhankelijk rechter daarin het
laatste woord had, maar een minister die soms ook partij kon zijn in een conflict.
De wet voorzag in een geheel nieuwe vorm van rechtspraak: de bestuursrecht-
spraak. De hoogste instantie werd de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad
van State. De Tracéwet “coördineert de besluitvorming van de sector verkeer en
waterstaat en de ruimtelijke ordening. In plaats van tijdrovende besluitvorming,
voorziet deze wet in een afstemming op de verschillende procedures”. Een
definitie die ik vond op de website milieuhulp.nl . Een definitie overigens die ik
me nog kan herinneren om dat ik die ook meegekregen heb. Alles zou beter
worden, wegenprojecten konden veel sneller aangelegd gaan worden en doordat
de burger duidelijkheid kreeg over inspraak, zou ook dat allemaal sneller verlopen.
Ook hier is weer eens duidelijk gebleken dat de praktijk vaak weerbarstiger is dan
de theorie. Ik geef u eerst een tweetal voorbeelden om dit te onderbouwen,
daarna probeer ik vanuit een meer theoretisch perspectief te duiden wat er
gaande is.
De Algemene wet Bestuursrecht en Tracéwet leiden in de praktijk nogal eens tot
een tegengesteld effect van wat verwacht werd. Zo kreeg ik eens als ambtenaar
een bijzondere beloning uitgekeerd. Deze toekenning werd uiteraard gedaan
door de Minister. Zo werkt dat bij rijksambtenaren. Daarmee was het ook een
De Tracéwet “coördineert
de besluitvorming van de
sector verkeer en waterstaat
en de ruimtelijke ordening.
In plaats van tijdrovende
besluitvorming, voorziet deze
wet in een afstemming op de
verschillende procedures”
definitie afkomstig van
website milieuhulp.nl
Het is een snel rijdende trein waarvan de
ellende niet te overzien zou zijn als we
hem tot stoppen dwingen.
3
beschikking geworden die mij direct raakte. De Algemene wet Bestuursrecht
schrijft voor dat in een dergelijk geval de burger het recht heeft om bezwaar te
maken. Dus stond er keurig onderaan de beschikking in kleine letters dat ik
bezwaar kon maken tegen deze beschikking en ook dat ik de president van de
rechtbank om een voorlopige voorziening kon vragen. U begrijpt waar ik naar toe
wil. Het gaat mij niet om het mechanisme aan te vallen dat hieraan ten grondslag
ligt. Wel wil ik laten zien dat het handelen van een overheid, ook al is dit
privaatgericht, nog steeds gebonden is aan publieke regels, waaronder ook de
algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Dat dit in de praktijk tot vreemde
situaties kan leiden is hier een direct afgeleide van.
Ik noemde u al de Tracéwet. Een procedure die als ratio heeft dat iedereen
eenmaal de kans krijgt om mee te denken en zich uit te spreken over de aanleg
van infrastructuur. Is eenmaal dit democratisch proces doorlopen dan zou in
beginsel iedereen moeten meewerken en zouden er verder geen bezwaar-
mechanismen meer mogelijk moeten zijn. Ook hier zie je dat de praktijk anders
is. Door uitspraken van de rechter is jurisprudentie ontstaan over de werking van
het tracébesluit. Deze jurisprudentie wordt door de juristen van het ministerie
van Verkeer en Waterstaat zo geïnterpreteerd dat het tracébesluit leidend is
voor het traject wat daarna komt. Met andere woorden, het tracébesluit dient zo
gedetailleerd te zijn dat de burger weet wat op hem afkomt. Ik kan me daar nog
wel in vinden, immers in theorie is bezwaar maken niet meer mogelijk, dus het
tracébesluit moet helder zijn. Maar gaat dit zover dat waar een zinktunnel is
voorzien, een aangeboden boortunnel niet kan worden uitgevoerd omdat dan de
tracéprocedure opnieuw doorlopen moet worden? Kan er voor de verankering
van geluidschermen niet voor een ander bevestigingsmiddel gekozen worden
dan vermeld in het tracébesluit? Kan het materiaal en kleur van de geluidschermen
nog aangepast worden? Nee zeggen de juristen van V&W en daarmee krijgt het
tracébesluit een werkingssfeer die nooit bedoeld geweest kan zijn. Het ging
immers om coördinatie tussen de sectoren verkeer en vervoer en de ruimtelijke
ordening. De ruimtelijke ordening kenmerkt zich juist door een vastlegging op
hoofdlijnen. Nieuwe bestemmingsplannen worden steeds meer globaler omdat
de overheid geen restrictief stelsel van ruimtelijke ordening meer wil opleggen.
Het contourenbeleid van de Vijfde Nota waarmee een nog restrictievere
toelatingsplanologie werd voorgestaan heeft het niet gehaald. Het neo-liberale
gedachtegoed zet zich ook hier door en ontwikkelingsplanologie is de nieuwe
kreet. Moet in die situatie dan een tracébesluit zo gedetailleerd zijn dat de
aannemer alleen nog maar tot uitvoering hoeft over te gaan? We lijken hierin
niet alleen volslagen doorgeslagen te zijn, deze regelgeving staat ook haaks op
de ontwikkeling die ik eerder schetste waarbij de overheid zichzelf aan het
heruitvinden is. Een overheid die meer privaat initiatief wil, die aan de markt wil
laten wat de markt ook wel kan. Hoe heeft het zo ver kunnen komen?
4
Eén van de kenmerken van onze postmoderne tijd is de dominantie van
economisch- en bureaucratisch-professionele krachtenvelden ten opzichte van
de leefwereld. Volgens de Utrechtse hoogleraar Kunneman zie je dat bijvoorbeeld
in ons denken over de gezondheidszorg waar steeds meer in termen van efficiency
wordt gedacht. De verhouding tussen cliënt en professional wordt daar
gereduceerd tot een verhouding die verloopt volgens het broodroostermodel. Hij
zegt hierover: “Een cliënt (…) wordt gedurende een bepaalde tijd blootgesteld
aan de afgesproken behandeling (…) in de verwachting dat die behandeling een
van te voren vastgestelde, bij voorkeur exact meetbare, verandering bij
betrokkene teweeg zal brengen als oplossing voor een al even nauwkeurig
gedefinieerde vraag of probleem.” Er is sprake van een toenemende protocolisering
van de samenleving. De protocollen zelf zijn daarin niet zozeer het probleem, als
wel het denken dat daaraan ten grondslag ligt. Dat wat in feite niet meer is dan
een hulpmiddel wordt als beslissingsmodel gehanteerd, waarbij iedere vorm van
verantwoordelijkheid van de professional wordt uitgeschakeld. De professional
hoeft niet meer na te denken, hoeft niet meer te beslissen. Het volgen van het
protocol is afdoende om tot een resultaat te komen.
Dat dit in veel gevallen niet werkt, komt door de complexiteit en dynamiek van
de samenleving. Dat deze zich verzet tegen het broodroostermodel uit zich in
ogenschijnlijk lachwekkende voorbeelden die ik al eerder schetste. Bij de grote
projecten zoals de HSL Zuid en de Betuweroute hebben we ook kunnen zien dat
de complexiteit en dynamiek van de samenleving tot andere resultaten kan
leiden dan de broodrooster voorspelt. De tracéwet voorziet in coördinatie op het
gebied van verkeer en vervoer en de ruimtelijke ordening. Toen echter een aantal
grote branden in Europese wegtunnels leiden tot een politiek ingrijpen en ook
een aantal rampen in Nederland de brandweer en het toetsingsregime rond
bouwvergunning en gebruiksvergunning in het verdachtenbankje plaatste,
ontstond een geheel nieuwe dynamiek. De genoemde projecten vielen bijna ten
prooi aan een ongecoördineerd denken van lokale overheden en nauwelijks
toegeruste brandweerkorpsen waar per gemeente het vereiste uitrustingsniveau
van tunnelveiligheidsinstallaties werd vastgesteld. Dit leidde zelfs tot debatten
over het wel of niet toepassen van sprinklerinstallaties tussen Tweede Kamer en
Minister op het moment dat die dingen bijna geïnstalleerd werden. Pas met de
komst van nieuwe regelgeving in de vorm van de Wet aanvullende regels
veiligheid wegtunnels lijkt deze dynamiek enigszins beteugeld. De vraag is
echter wat nu de gevolgen zijn van wat ik kortheidshalve zal duiden met het
toepassen van de broodrooster op infrastructurele projecten. Ik noem u twee
voorbeelden.
De wens van de overheid om te komen tot meer privaat initiatief kenmerkt zich
ondermeer bij de projecten Tweede Coentunnel en de A2 Maastricht. Beide zijn
projecten met een eigen dynamiek. De Tweede Coentunnel wordt op dit moment
aanbesteed volgens de zogenaamde concurrentiegerichte dialoog waarbij een
5
DBFM contractmodel wordt gehanteerd. Met andere woorden de aannemer van
dit project is verantwoordelijk voor het ontwerp, de uitvoering, de financiering
en het onderhouden van het werk. Qua planologische procedures is ervoor
gekozen deze parallel te laten lopen met de concurrentie gerichte dialoog. Het
uiteindelijke doel is te zorgen dat wat er in het tracébesluit komt ook dat is wat
de aannemende partij gaat uitvoeren. De oplossing voor de eerder beschreven
spagaat lijkt het. Niets is echter minder waar. Zonder verder in details te treden
kan ik u zeggen dat er op dit moment een grote spanning is ontstaan tussen
enerzijds deze keuze om de processen parallel uit te voeren en de wens om
optimaal gebruik te maken van de innovatiekracht van de marktpartijen via de
concurrentiegerichte dialoog. In het proces zijn de aannamen van de opdracht-
gever ten aanzien van het gewenste resultaat en hoe dit bereikt moet worden
maatgevend. Waarom? Omdat alleen op die manier het planologisch proces
zonder kleerscheuren doorlopen kan worden. Een innovatieve suggestie van de
aannemer tijdens de dialoog zal eerder gezien worden als een planologisch
genante gedachte dan een welkome handreiking van de markt. Bij Maastricht
spelen soortgelijke processen hoewel hier nog even het resultaat afgewacht
moet worden. Er is namelijk hier niet gekozen voor een parallel proces als bij de
Tweede Coentunnel maar voor vervlechting. Het planologisch proces wordt
vervlochten met het aanbestedingsproces. Hoewel ik niet als cynicus wil
overkomen kan ik ook hier voorspellen dat dit niet zonder kleerscheuren zal
aflopen. Ik doe dit omdat ik namelijk buitengewoon overtuigd ben van de
wijsheid van een uitspraak van Albert Einstein: “The significant problems we
have, can not be solved at the same level of thinking with which we created
them”. Einstein stelt dat we de oplossing van onze problemen buiten het
systeem moeten zoeken waarbinnen ze ontstaan zijn. Ik kan de huidige situatie
nog anders illustreren: “Often, people think they’re in one plot, while the system
is following another plot – with painful results”. We moeten dus buiten het
systeem treden of tenminste onderkennen dat het systeem een ander scenario
volgt dan het scenario wat we zelf aan het volgen zijn. Wat gaat er bij beide
projecten nu verkeerd?
Mijn observatie is, dat los nog van problemen die ontstaan doordat ook hier de
broodrooster wordt gehanteerd, er nog iets anders aan de hand is. Met name de
tracéwet is ontstaan in een periode dat de rol van Rijkswaterstaat en de
toenmalige NS dominant was in de sector verkeer en vervoer. De rol was niet
alleen dominant, beide partijen werd een absolute deskundigheid toegekend. Zo
was in de toelichting op het besluit meldingsplichtige bouwwerken te lezen dat
deze partijen zo deskundig waren dat portalen over de weg of over de rails niet
als meldingsplichtige bouwwerken aangemerkt hoefden te worden. Het adagium
opdrachtgever ontwerpt, aannemer voert uit werd weliswaar niet langer als
dogma erkend, er werd nog wel naar gehandeld. Daar waar we in de sfeer van de
UAV de introductie zagen van de UAV-GC als antwoord op de behoefte aan een
antwoord op het uitbesteden van taken door de opdrachtgever, zien we dat de
“The significant problems
we have, can not be solved
at the same level of thinking
with which we created them”
Albert Einstein
6
UAV geheel buiten werking wordt gesteld bij DBFM contracten. De essentie van
deze observatie is echter dat de tracéwet nog nimmer is geëvalueerd tegen deze
ontwikkeling. Er is nog nooit gekeken of de werking van de tracéwet zoals deze
ooit bedoeld was, nog wel gehaald wordt met de toepassing die deze wet
gekregen heeft in de hedendaagse dynamiek. Tweede Kamer ligt hier niet een
schone taak? Zou hier niet meer te winnen zijn dan met de Deense hoogleraar
Flyvbjerg te constateren dat grote projecten per definitie uit de hand lopen. Een
constatering die overigens geheel onderbouwd wordt met onderzoek naar
projecten die uit de hand zijn gelopen, iets wat mijns inziens niet geheel recht
doet aan het gedachtegoed van Karl Popper.
Het gaat bij infrastructurele werken niet zelden om innovatieve opgaven die in
een complexe en dynamische omgeving uitgevoerd moeten worden. De vraag
die hier onmiddellijk gesteld moet worden is dus of de bestaande regels wel
adequaat genoeg zijn om als kader te dienen waartegen getoetst wordt. Juristen
zullen dit onmiddellijk beamen. De vraag is echter of dit ook zo is. Het Nederlandse
recht is gebaseerd op de uitgangspunten van het Romeinse recht. Eén van de
belangrijkste uitgangspunten hiervan is dat een samenleving slechts codificeert
dat wat algemeen gebruikelijk is of geaccepteerd is. De vraag is dus of wanneer
er innovatieve oplossingen worden gevonden of projecten worden uitgevoerd op
een schaal die dit land nooit heeft gekend, er niet tot een nieuwe codificatie
moet worden besloten. Ligt hier niet de kern van de kritiek op het ‘uit de hand
lopen’ van grote projecten. De commissie Duivesteijn sprak in dit verband van
‘megalomane projecten’ waar we als Nederland in de toekomst vanaf moeten
zien. Mijn opvatting is dat gelet op de toekomstige problemen de oplossing voor
ons land juist ligt bij dit soort projecten. De vraag is echter of onze regelgeving
en besluitvormingsprocessen hier wel adequaat op aansluiten en de ruimte
bieden om deze opgave aan te kunnen. Laten we het gedachtegoed van Einstein
en Popper eens recht doen door te kijken naar projecten die buiten geordende
kaders zijn of worden uitgevoerd en wel goed verlopen.
7
Als eerste noem ik in dit verband de Westerscheldetunnel. Dit project kende
uiteraard ook zijn mindere momenten. Toch is één van de sterke kanten van dit
project geweest dat er een eigen juridisch kader en –vehikel is ontwikkeld om
het project te realiseren en exploiteren: de Tunnelwet Westerschelde en de
daarmee ingestelde NV Westerscheldetunnel. Dit maakte een aantal zaken
eenvoudiger. Nut en noodzaak van deze tunnel zijn wettelijk vastgesteld na een
democratisch besluitvormingsproces. Dit maakte ieder debat na de inwerking-
treding van de wet een lastige. De financiële transacties verliepen buiten de
begroting. De NV keerde als zij geld nodig had aandelen uit aan het Ministerie
van Financiën. Daarmee veranderde er feitelijk niets op de balans van de
overheid. Nu er tolinkomsten zijn kunnen de aandelen weer door de NV
teruggekocht worden. Ook hier dus geen aanleiding tot debatten in de Tweede
Kamer over de kosten van het project. Houdt u dit even vast: een eigen juridisch
kader en een eigen juridisch vehikel. Een tweede voorbeeld. Net buiten de stad
Kopenhagen, in de driehoek tussen de stad, de luchthaven Kastrup en de
Øresund verbinding, wordt Ørestad ontwikkeld. Het bijzondere van de
ontwikkeling is dat het Deense parlement hier een eigen wet voor heeft
aangenomen. De ontwikkelingsmaatschappij mag de komende dertig jaar
Ørestad ontwikkelen en alle inkomsten uit grondtransacties en belastingheffing
innen. Als tegenprestatie moet het consortium ook een uit drie fasen bestaand
metrostelsel aanleggen van Ørestad naar Kopenhagen, daarna westwaarts naar
Frederiksbjerg en tenslotte een aftakking naar de luchthaven Kastrup. Een ander
voorbeeld betreft de ontwikkeling van het zogenaamde ZuidasDok. Bij deze
ontwikkeling moet het verschil tussen de investeringsuitgaven en de overheids-
bijdragen worden terugverdiend uit de gronduitgiften. De nv Zuidas krijgt hierbij
het recht om gronden uit te geven voor een periode van vijftig jaar, waarbij
hogere of lagere opbrengsten ten gunste c.q. ten laste komen van deze publiek-
private onderneming. Tot slot wijs ik nog op de voorbeelden van de ontwikkeling
van de wijk Kattebroek in Amersfoort en de ontwikkeling Arnhem CS. In beide
gevallen kenmerken de processen zich door wethouders die weliswaar in overleg
met de gemeenteraad de regie over de ontwikkeling volgen maar zich hierdoor
ook niet teveel hebben laten afleiden dan wel beïnvloedden.
Dames en heren, ik pleit absoluut niet voor het afschaffen van ons democratisch
instrumentarium. Wel pleit ik voor het overzichtelijk en doelgericht inzetten
hiervan zodat risico’s inzichtelijk worden en beheersbaar zijn. Dat het kan heb ik
aan de hand van enkele cases laten zien, dat het moet heb ik aan de hand van
andere cases geïllustreerd. De kern van de zaak ligt in een ontdekking die de
Shell deed na de zogenaamde Brent Spar affaire en die een cultuurverandering
binnen de onderneming tot gevolg had. Zij stapten af van het tot dan gehanteerde
DAD, ‘decide-announce-defend’ model van besluitvorming. Wereldwijd passen
zij nu de strategie van DDD toe: ‘dialogue-decide-deliver’. Toegepast op de wereld
van de infrastructuur zou dat er als volgt uit kunnen zien: de fase van ‘dialogue’.
In deze fase vindt het maatschappelijk debat plaats en wordt het maatschappelijke
8
programma van eisen vastgesteld. Dit is het stelsel van afspraken waarbinnen
de oplossing van het verkeers- en vervoersprobleem gezocht kan worden. Hierna
is het de tijd voor beslissingen, ‘decide’. Het gaat hier om het politiek debat en
besluitvorming, de mogelijkheid tot inspraak, bezwaar en beroep. Hierna wordt
het juridische kader en –vehikel gecreëerd om tot uitvoering te komen. Het is
dan tijd om te doen wat afgesproken is, ‘to deliver’ binnen de kaders die
bestuurlijk- en maatschappelijk zijn vastgesteld met alle ruimte voor privaat
initiatief of zogewenst publiek-private samenwerking.
Op deze manier kunnen we misschien de beschamende vertoning rond de A6-A9
tunnel nabij het Naardermeer voorkomen. Toen de publieke opinie zich meester
had gemaakt van deze variant binnen één van de tracés die bestudeerd werd
greep de politiek in. Overigens na een meesterlijke campagne van de Vereniging
tot behoud van Natuurmonumenten. Een campagne waar vervolgens
Rijkswaterstaat niet op kon antwoorden, gebonden door de principia van
overheidsvoorlichting die bepalen dat de overheid slechts kan informeren zolang
er geen sprake is van vastgesteld beleid. De politiek benoemde de tunnelvariant
tot een kop van jut vlak voor de verkiezingen. En zo werd het exit voor deze
tunnel. Hoe zat dat procedureel nu eigenlijk? Het kon gewoon niet. Het bestond
niet dat dit kon gebeuren. Het debat met de samenleving liep nog en het
planologisch proces was op weg naar het ontwerp-tracébesluit. De complexiteit
en de dynamiek van de samenleving culmineerde op dit ene moment en de
politiek heeft wat mij betreft zelf het bewijs geleverd dat de huidige tracéwet
niet toegesneden is om tegemoet te komen aan enerzijds deze complexiteit en
dynamiek en anderzijds de wijze waarop we taken en verantwoordelijkheden
willen overdragen aan de markt. Het zojuist door mij geschetste model op basis
van DDD wil hieraan wel tegemoet komen.
Dames en heren, ik heb getracht u te schetsen waaruit het moeras van
regelgeving bestaat waarin het postmoderne bouwen moet plaatsvinden. Vele
beklemmende regels heb ik niet kunnen noemen. Denk daarbij aan het stelsel
9
Enprodes Management Consultancy B.V.
Heemraadssingel 245
3023 CD Rotterdam
T 010 244 99 00
F 010 244 97 25
Over EnprodesEnprodes Management Consultancy B.V. is gevestigd
in Rotterdam en in 2008 opgericht door Han Admiraal.
Programma’s en projecten mogelijk maken door besluiten
te baseren op dialoog is de kernwaarde van waaruit
Enprodes werkt.
van milieuwetten en –regels bijvoorbeeld rond fijnstof emissies. Wat ik hopelijk
wel heb kunnen schetsen is dat het mogelij k moet zijn, om door buiten het
huidige systeem te treden, met oplossingen te komen die mogelijk maken dat
we het postmoderne bouwen van een nieuw en stevig fundament kunnen
voorzien. Daarmee nemen we het moeras niet weg, we maken het wel een stuk
minder bedreigend.
Kurt Lewin: We can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected, the less likely will be an implementable solution
Kurt Lewin: We can predict social consequences for any im
provement project: the less involvement of those affected, the less likely will be an implementable solution
Kurt Lewin: We can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected, the less likely will be an implementable solution
char
les
han
dy: t
her
e is
no
per
fect
so
luti
on t
o an
ythi
ng
charles handy: no one can predict the ultimate effect of any action
Kurt Lew
in: W
e can
predict so
cial co
nseq
uen
ces for a
ny im
provem
ent project: th
e less involvem
ent of th
ose a
ffected, the less likely w
ill be an
implem
enta
ble solu
tion
kurt Lewin: We can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected,the less likely will be an implementable solution
margaret Mead: Never doubt that a small group of thoughtful, committed citizens can change the world. indeed, it is the only thing that ever has.
Kurt Lewin: We can predict social consequ
ences for an
y improvem
ent project: the less involvement of those affected, the less likely will be an implementable solution
charles handy: there is no perfect solution to anything
kurt lew
in: w
e can predict social consequences for any im
provement project: the less involvem
ent of those affected, the less likely w
ill be an
implem
enta
ble solutio
n
Kurt Lewin: W
e can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected, the less likely will be an implementable solution
charles handy: no one can predict the ultimate effect of any action
kurt Lewin: We can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected,the less likely will be an implementable solution
margaret mead: never doubt that a small group of thoughtful, com
mitted citizen
s can chan
ge the world. in
deed, it is the only th
ing th
at ever has.
kurt lewin: w
e can predict social consequ
ences fo
r a
ny im
pro
vemen
t pro
ject: the less in
volvem
ent o
f tho
se affected, the less likely w
ill be an implem
entable solution
charles handy: no one can predict the ultimate effect of any action
kurt lewin: we can predict social consequences for any improvem
ent project: the less involvement of those affected, the less likely will be an implementable solution
kurt lewin: W
e can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected, the less likely will be an implementable solution
Margaret Mead: Never doubt that a small group of thoughtful, committed citizens can change the world. indeed, it is the only thing that ever has.
kurt Lewin: W
e can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected, the less likely will be an implementable solution
Margaret Mead: Never doubt that a small group of thoughtful, committed citizens can change the world. indeed, it is the only thing that ever has.
margaret mead: Never doubt that a small group of thoughtful, committed citizens can change the world. Indeed, it is the only thing that ever has.
Kurt Lewin: We can predict social conseq
uen
ces for a
ny im
provement project: the less involvem
ent of those affected, the less likely will be an implementable solution
margaret mead: never doubt that a small group of thoughtful, committed citizens can change the world. indeed, it is the only thing that ever has.Kurt Lew
in: We can predict social consequences for any im
provement project: the less involvement of those affected, the less likely will be an implementable solution
charles handy: no one can predict the ultimate effect of any action
margaret mead: never doubt that a small group of thoughtful, com
mitted citizen
s can ch
ange th
e world. In
deed, it is the o
nly th
ing th
at ever h
as.
kurt lewin: we can predict social consequences for any improvem
ent project: the less involvement of those affected, the less likely w
ill be an implem
entable solution
Margaret Mead: Never doubt that a small group of thoughtful, committed citizens can change the world. indeed, it is the only thing that ever has.
margaret mead: never doubt that a small group of thoughtful, committed citizens can change the world. indeed, it is the only thing that ever has.
Kurt Lewin: We can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected,the less likely will be an implementable solution
Kurt Lewin: We can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected, the less likely w
ill be a
n impl
emen
tabl
e so
luti
on
Kurt lewin
: we can
predict social consequ
ences for a
ny im
provem
ent pro
ject: the less in
volvem
ent o
f tho
se affected, th
e less likely will be an
implem
entable solution
Margaret Mead: Never doubt that a small group of thoughtful,
committed citizens can change the world. Indeed, it is the only thing that ever has.
kurt Lewin: w
e can predict social consequences for any im
provemen
t project: the less involvement of those affected, the less likely w
ill be an implementable solution
charles handy: there is no perfect solution to anything
Kurt lewin: we can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected, the less likely will be an implementable solution
Kurt Lew
in: W
e can predict social con
sequences for any im
provement project: the less involvem
ent of those affected, the less likely w
ill be an
implem
enta
ble solu
tion
Kurt Lewin: we can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected, the less likely will be an implementable solution
Kurt Lewin: we can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected, the less likely will be an
Kurt Lewin: W
e can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected, the less likely will be an implementable solution
kurt Lewin: We can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected, the less likely will be an implementable solution
charles handy: no one can predict the ultimate effect of any action
Margaret mead: never doubt that a small group of thoughtful, committed citizens can change the world. Indeed, it is the only thing that ever has.
kurt lewin: we can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected, the less likely will be an
kurt lewin: w
e can predict social consequences for any improvem
ent project: the less involvement of those affected, the less likely will be an implementable solution
charles handy: there is no perfect solution to anything
charles handy: no one can predict the ultimate effect of any action
margaret Mead: Never doubt that a small group of thoughtful, committed citizens can change the world. indeed, it is the only thing that ever has.
charles handy: no one can predict the ultimate effect of any action
Mar
gare
t m
ead:
Nev
er d
oubt
that a
small group of thoughtful, committed citizens can change the world. Indeed, it
is the only thing that ever has.
kurt lewin: we can predict social consequences for any improvement project: the less involvement of those affected, the less likely will be an
charles handy: there is no perfe
ct s
olut
ion
to a
nyth
ing
charles handy: no one can predict the ultimate effect of any action
Samenvatting
Deze lezing wil een bijdrage leveren aan het debat rond de
toegenomen regelgeving en de belemmeringen die dit
oplevert bij de realisatie van infrastructuur. Betoogd wordt dat
op een drietal punten een andere aanpak gezocht moet
worden:
- aanpassing van de huidige regelgeving en procedures;
- eigen juridische context voor grote projecten;
- investeren in de dialoog met de projectomgeving.