Podium nummer 1
description
Transcript of Podium nummer 1
podiumplatform voor schoolbestuurders in het primair onderwijs november 2011
1
Rotterdams bestuur regelt zélf meestersDe meerwaarde van de bestuurder
Krimp in aantocht? Bereid je tijdig voor!
Rotterdams bestuurregelt zélf meesters
Het aantal mannelijke leerkrachten neemt
drastisch af. Op veel basisscholen bestaan
de teams uit enkel vrouwen. Ongewenst,
vindt het Rotterdamse schoolbestuur RVKO.
Dankzij het Hij-instroomtraject volgen
35 mannen momenteel een tweejarige
deeltijd pabo-opleiding. Ondertussen staan
ze ook al voor de klas.
Pagina 6
Krimp in aantocht?Bereid je tijdig voor!
Krimp hoeft geen ramp te zijn, als je deze
ontwikkeling maar tijdig onder ogen wilt
zien. Drie schoolbestuurders die al met
krimp te maken hebben, vertellen hoe zij
zich hierop hebben voorbereid. Soms stuwt
de krimp besturen op tot grotere creativiteit.
Dat kan leiden tot hele nieuwe ideeën.
Pagina 12
inhoud november 2011
2 podium � november 2011
podium is een platform van en voor leden van de PO-Raad waar meningen, ideeën, problemen en oplos-singen uit de onderwijspraktijk aan bod komen. De PO-Raad onderschrijft niet noodzakelijk de in het blad verkondigde meningen. Hoofdredacteur: Marc Mathies. Eindredacteur: Marijke Nijboer. Redactieraad: Elise van Bockhorst, Corine van Helvoirt, Gert-Jan van Midden, Onika Pinkus. Grafische vormgeving: Thoben Offset Nijmegen. Foto omslag: Hans Roggen. Redactieadres: [email protected]
verder in deze editie 4 Voorwoord Kete Kervezee over podium, het nieuwe platform voor de leden, schoolbesturen
en de schoolleiderskamer van de PO-Raad
24 Webpoll ‘Goed dat er een sterkere focus ligt op taal en rekenen.’ Lees hoe de bezoekers
van onze website stemden. Twee bestuurders lichten hun standpunt toe.
28 Column In elk nummer reageert een politicus op een actueel onderwerp.
Nu: Cynthia Ortega-Martijn (CU) over de focus op taal en rekenen
De meerwaarde van de bestuurder
Bestuurders worden nogal eens weggezet
als veelverdieners, en besturen als een
bureaucratische leemlaag die de mensen
op de werkvloer vooral van het werk houdt.
Maar is dat terecht voor wat betreft het
primair onderwijs?
Pagina 18
3 podium � november 2011
Met trots presenteert de PO-Raad het eerste nummer van haar nieuwe ‘blad’: podium. Met dit blad willen we een platform geven aan onze leden, de schoolbesturen in het basisonderwijs en speciaal onderwijs en aan de nieuwe schoolleiderskamer van de PO-Raad.
podium voor schoolbesturen in het primair onderwijs
4 podium � november 2011
We hebben ervoor gekozen om geen traditioneel blad te maken. Er zijn
andere onderwijsbladen en u krijgt al zoveel papier op uw bureau. We
bieden podium daarom aan als elektronisch tijdschrift. Het blad is op een
vertrouwde manier gemaakt, maar wordt aangeboden via onze website.
Met de koppeling, die we per mail versturen, komt u rechtstreeks bij het
blad. Vervolgens kunt u zelf kiezen om het digitaal te lezen of om het uit te
printen en op papier te lezen.
Met de komst van podium kan de PO-Raad meer aandacht geven aan
goede voorbeelden uit de praktijk en achtergrondverhalen over en voor
schoolbestuurders in het primair onderwijs. Het is een aanvulling op de
informatievoorziening aan onze leden. Op de website en in de tweeweke-
lijkse nieuwsbrief blijft u de actuele nieuwsberichten vinden. De artikelen in
podium daarentegen zijn meer bedoeld voor uitwisseling van informatie en
ter inspiratie van de leden van de PO-Raad.
In dit eerste nummer van podium leest u onder andere over krimp op basis-
scholen in steeds meer regio’s van Nederland. Diverse schoolbestuurders
vertellen hoe zij hierop inspelen. Daarnaast discussieert Wiely Hendricks
(De Haagse Scholen) over de meerwaarde van een schoolbestuurder met
vakbondsman Patrick Banis (CNV Onderwijs). In Rotterdam spreken we met
een schoolbestuur dat het aantal mannelijke leraren wil verhogen. Tot slot
in deze podium reacties vanuit onze achterban en vanuit de politiek op een
stelling. Voor elk nummer van podium zetten we een stelling op onze web-
site. Deze keer was dat: ‘Het is goed dat er een sterkere focus ligt op taal en
rekenen’.
Ik ben heel benieuwd naar uw reacties op podium. Wat vindt u leuk aan het
blad? Hoe kunnen we het nog beter maken? En wat wilt u zelf naar voren
brengen in podium? U kunt reageren naar [email protected]. Ik hoor graag
van u.
Ik wens u veel leesplezier met podium. Ik hoop dat het blad een bijdrage
levert aan de bevlogenheid van schoolbestuurders en schoolleiders bij de
invulling van het onderwijskundig leiderschap en bij de uitvoering van de
opdracht: goed onderwijs voor elk kind.
Kete Kervezee,
Voorzitter PO-Raad
5 podium � november 2011
Rotterdams s regelt zelf me
Begin september nog opent het AD met de kop ‘Steeds minder mannen voor de klas’. De toon van het artikel is negatief: men ziet geen heil in landelijke initiatieven om de situatie te verbeteren. Ondertussen pakt het Rotterdamse bestuur RVKO het probleem zelf aan. Inmiddels volgen 35 mannen een tweejarige deeltijd pabo-opleiding die hen klaarstoomt voor leerkracht terwijl ze al op RVKO-scholen werken.
6 podium � november 2011
choolbestuur esters
TEKST JOËLLE POORTVLIET FOTO’S HANS ROGGEN
7 podium � november 2011
Mannen voor de klas: wetenschap-
pers zijn het niet eens over het belang
daarvan voor kinderen. Ook ‘Den Haag’
is hierover niet eenduidig. Het ministerie
van OCW erkent het probleem van de
feminisering van het onderwijs, maar
in het huidige Regeerakkoord meldt
het kabinet dat zij ‘het diversiteits/
voorkeursbeleid op basis van geslacht
en etnische herkomst beëindigt’. Een
ander spanningsveld betreft regionale
verschillen: in de Randstad kent het po
al een zeker personeelstekort (en daar-
door mogelijk een wat acutere behoefte
aan meer mannen), terwijl op landelijk
niveau eerder een overschot dreigt van-
wege de terugloop van leerlingen.
Elders mag er verdeeldheid heersen; het
Rotterdamse schoolbestuur RVKO staat
vierkant achter haar Hij-instroomtraject.
Algemeen directeur Lia Zwaan: ‘Uit
gesprekken met schoolleiders en leer-
krachten merk je de behoefte. Het is vaak
iets resultaatgerichter werken met een
man in het team, al moet je oppassen dat
je niet in clichés vervalt.’ Teams die vorig
jaar al met een ‘hij-instromer’ hebben
gewerkt, zeggen dat de sfeer positief
verandert. Zwaan: ‘Maar in de eerste
plaats gaat het om de leerlingen. Ons
doel is dat ieder kind op de basisschool
minimaal twee jaar een meester heeft.’
Een aantal RVKO- scholen staat in sociaal
zeer zwakke wijken met veel alleen-
Handvaardigheidsles op de Pabo Thomas More. Hij-instromer Diederik van Dalen: ‘Straks volgt didactiek, dat is veel inhoudelijker, maar ook in deze praktijkles heb ik goede tips gekregen. Om kinderen met klei te kunnen laten werken, moet je het materiaal kennen en weten wat je bij de kinderen wilt bereiken.’
8 podium � november 2011
staande moeders. Zwaan: ‘Hun kinderen
komen amper mannen tegen. Dat is een
gemis. Jongens kunnen zich identifice-
ren met mannen. Zij hebben baat bij het
fysieke, het voetballen en stoeien. Maar
ook voor meisjes is het goed. Meesters
geven andere dingen mee. Mannen en
vrouwen zijn nu eenmaal anders en dat
verschil is waardevol.’
Niet stoer genoegDe RVKO koos voor het Hij-instroom-
traject omdat het moeilijk bleek om
mannelijke studenten voor de pabo-
opleiding te werven. ‘Werken in het
primair onderwijs is voor jongens tussen
de 17 en 20 jaar simpelweg geen stoer
beroep. Zij kiezen voor het bedrijfsleven.
Pas jaren later komen ze tot de conclusie
dat ze in een omgeving zitten die niet
goed bij ze past.’ Ex-manager Diederik
van Dalen (31) zocht bijvoorbeeld een
manier om met mensen te werken ‘zon-
der de commerciële gedachte erachter’.
In augustus begon Diederik als hij-in-
stromer op kbs De Oosthoek in Bleiswijk.
‘Iedereen in m’n omgeving zei: eindelijk
gaat-ie het onderwijs in.’
Cees van Hartingsveldt (33) begeleidt
op zijn Rotterdamse stageschool de
Vijfster de kleuters. ‘Kinderen die niet
bij me in de klas zitten zijn ook blij dat
er een meester is. Ze spreken me aan en
willen dingen aan me laten zien.’ Voor
een muziekles in een hogere klas nam
hij onlangs z’n gitaar mee. ‘Een man met
een gitaar in de school: hun mond viel
open.’ Cees werkte jarenlang als verko-
per bij een internationale wijnhandel.
Een mannenwereld die hem te grimmig
en onpersoonlijk werd. Nu is hij de enige
man in het schoolteam. ‘Dat maakt mij
niet uit. Het zijn pittige dames die hun
mannetje staan.’ En dan ook nog eens bij
de kleuters? ‘Ja, ik had het van te voren
niet verwacht. Uit de gesprekken met de
RVKO bleek dat ik open en eerlijk ben.
Kleuters zijn dat ook.’
Recruitmentbedrijf Bronnson HR
selecteert de mannen voor dit traject.
Degenen die door de selectie komen
gaan bij de RVKO op gesprek. Hun moti-
vatie wordt gecheckt, onder andere met
een drijfverenonderzoek. Ook worden ze
geattendeerd op een mogelijke daling in
het salaris en twee pittige opleidingsja-
ren. Als beide partijen akkoord zijn, volgt
de koppeling aan een school. Vorig jaar
vielen uiteindelijk tien van de 25 mannen
uit. Meestal omdat ze het vak en/of de
opleiding onderschatten, aldus Zwaan.
‘Hun studieresultaten waren niet vol-
doende, of ze kregen de interactie met
de kinderen niet op gang. We hebben dit
jaar nóg beter gescreend op inlevings-
vermogen en sociale vaardigheden. De
omgang met grote en kleine mensen,
daar moet je als leerkracht energie uit
halen.’
De RVKO komt salarissen uit vorige banen
‘Ons doel is dat ieder kind minimaal twee jaar een meester heeft’
9 podium � november 2011
zoveel mogelijk tegemoet, maar uitein-
delijk is in het primair onderwijs minder
groei mogelijk dan in het bedrijfsleven.
Daar staan natuurlijk wel langere vakan-
ties tegenover. Diederik: ‘Mensen denken
te beperkt. Ik kan dezelfde dingen doen
als voorheen. Wat telt is dat het voor mij
persoonlijk een goede en logische stap
is.’ De belangstelling voor het traject is
enorm. Zwaan: ‘Nog wekelijks komen er
aanmeldingen binnen, terwijl we alweer
met een nieuwe jaargang begonnen zijn.’
Nieuw is dat er dit jaar vijf dames in
de ‘mannenklas’ zitten. Zwaan: ‘De
eerste lichting bestaat uit enkel man-
nen. Zij zeiden dat ze het consequente
en consciëntieuze van vrouwen in de
groep misten.’ Verder is de opleiding
om verschillende redenen verhuisd van
Dordrecht naar de Pabo Thomas More in
Rotterdam.
Initiatief uitrollenHet Hij-instroomtraject illustreert hoe
een inventief schoolbestuur zelf iets kan
doen aan een probleem. Daarbij is echter
wel enige financiële armslag nodig.
RVKO betaalt alle kosten zelf. Jaarlijks
onttrekt deze vereniging 5 300.000 aan
het eigen vermogen voor de opleidings-
en begeleidingskosten van de mannen.
Daarnaast ontvangen de deelnemende
scholen een bestuurlijke bijdrage in de
formatiekosten. Het grootste deel van de
salariskosten komt voor rekening van de
scholen.
‘Sommige leerlingen komen in hun leven amper mannen tegen. Dat is een gemis. Jongens kunnen zich identificeren met mannen. Zij hebben baat bij het voetballen en stoeien. Maar ook voor meisjes is het goed.’ Vlnr Martijn Groenewegen, Cees van Hartingsveldt, Diederik van Dalen
10 podium � november 2011
GELD VOOR 75 EXTRA MEESTERS
RVKO betaalt haar initiatief (nog) helemaal
zelf, maar inmiddels zijn er wel (beperkte)
fondsen beschikbaar. Het SBO, waarin de
bonden en de PO-Raad zijn vertegenwoordigd,
maakt een malig 7 300.000 vrij voor het
werven van maximaal 75 mannelijke zij-
instromers in de Randstad. Het gaat om een
tweejarig deeltijd-opleidingstraject bij een
pabo met aangepast curriculum. De mannen
zitten in één klas en worden binnen de school
intensief begeleid door zowel de pabo als
de schoolbesturen. Uitgangspunt is dat de
schoolbesturen de zij-instromers gedurende
hun opleiding een jaarcontract van minimaal
0,8 fte bieden en een salaris conform de cao.
Aanmelden voor dit traject kan bij de PO-Raad
of SBO.
Om, los van dit project, de instroom
van mannen in het basisonderwijs in de
Randstad een verdere impuls te geven
maken de sociale partners de komende
twee jaar 3 ton vrij (zie kader). Met dit
geld worden mannen aangetrokken en
opgeleid. De PO-Raad zou dit initiatief
liefst landelijk uitgerold zien en, bij
gebleken succes, langer laten duren dan
de geplande twee jaar. Een eerste aanzet
tot financiering hiervan zou gevonden
kunnen worden door de huidige zij-
instroomregeling voor het vo ook open
te stellen voor het po. De PO-Raad voert
hierover momenteel gesprekken met
diverse politieke partijen. Tot op heden
reageert OCW afwijzend met de opmer-
king dat in het po op korte termijn geen
leerkrachtentekort wordt verwacht. Dit
gaat echter voorbij aan de maatschappe-
lijke wens om meer mannen voor de klas
te krijgen in het basisonderwijs.
Enthousiast blijvenHet Rotterdamse schoolbestuur RVKO wil
in ieder geval zo lang mogelijk doorgaan
met het Hij-instroomtraject. De vereni-
ging hoopt op een opwaartse spiraal.
Zwaan: ‘Dat er straks weer meer man-
nen op de scholen werken, geeft al een
ander beeld aan potentiële leerkrachten.’
Landelijk is er momenteel een kleine
toename van het aantal mannelijke
eerstejaars pabostudenten. Op de Pabo
Thomas More is die trend nog wat ster-
ker. Op de open dag, waar hij-instromers
seksegenoten aanspraken, schreven zich
meer jongens in dan voorgaande jaren.
De pabo is vooralsnog niet van plan om,
net als de Fontys-pabo in Venlo, binnen
de reguliere opleiding gescheiden les
aan mannen en vrouwen te gaan geven.
Rob van der Veer, directeur van Thomas
More, is benieuwd naar de resultaten
in Venlo, maar voor hem is het nu van
belang dat de hij-instromers enthousiast
blijven en hun weg vinden naar een plek
voor de klas.
Rest nog de vraag hoe lang zij voor de
klas blijven. Mannen hebben immers
vaker de ambitie om door te stromen
naar een directiefunctie? Hij-instromer
Diederik: ‘Ik blijf niet tot m’n 65ste voor
de klas staan. Ooit wil ik misschien rich-
ting het directeurschap of bestuur van
een school, maar dat is nog lang niet aan
de orde. Ik kan voorlopig nog ontzettend
veel leren van het lesgeven.’ ■
11 podium � november 2011
Anko van Hoepen van Alpha Scholengroep
‘Bij ons ligt fuseren vanwege de vele denominaties bestuurlijk heel lastig. De oplossing is soms een uitruil.’
podium � november 201112
Krimp in aantocht?Niet afwachten, maar snel handelenKrimp hoeft geen ramp te zijn, zeggen school-bestuurders die hier al volop mee te maken hebben. Als je deze ontwikkeling maar tijdig onder ogen wilt zien. Ook een goede voorbereiding is essentieel. ‘We hebben te lang weggekeken.’
TEKST IRENE HEMELS
‘De tijd van groei is voorbij. Je houdt jezelf
voor de gek door niet te anticiperen op
krimp.’ Anko van Hoepen is lid van het col-
lege van bestuur van Alpha Scholengroep
in het Zeeuwse Zuid-Beveland. De zestien
christelijke basisscholen van dit bestuur
variëren in grootte van 35 tot 350 leerlin-
gen. Krimp is hier al een serieus probleem.
‘Wij hebben vorig jaar de broekriem aan-
gehaald en een officieuze personeelsstop
ingevoerd. Door de positieve beeldvor-
ming die mensen hebben van christelijk
onderwijs profiteerden we tot vijf jaar
geleden nog volop van tussentijdse
inschrijvingen. De laatste twee, drie jaar
is het leerlingenaantal stabiel. De krimp
is nu nog verstopt, maar wordt snel
zichtbaar. We zien al een aantal jaren
een daling in het aantal geboorten en
aanmeldingen van vierjarigen.’
ImagoDe Stichting Flore (32 scholen, varië-
rend van 50 tot 500 leerlingen) in het
13 podium � november 2011
‘Nog vóór het nieuwe schooljaar grepen we in omdat we zagen dat scholen meer uitgaven dan ze binnenkregen’
Adrie Groot van de Stichting FloreFoto Kees Rutten
14 podium � november 2011
leerlingenaantal zich zal ontwikkelen,
maar daarbij baseren zij zich niet op
gemeentelijke en landelijke bevolkings-
prognoses. ‘Die stellen wij standaard
naar beneden bij. Je moet vooral goed
kijken en luisteren naar cijfers en opinies
van maatschappelijke partners,’ zegt
bestuursvoorzitter John van der Vegt
van de Almeerse Scholen Groep (ASG).
Dat geldt ook voor Alpha Scholengroep.
Van Hoepen: ‘Wij hebben in 2010 een
analyse van de leerlingaantallen laten
maken waarbij de krimp in beeld is
gebracht. De cijfers sloegen in als een
bom en zijn veel negatiever dan de
gemeentelijke cijfers, die nog steeds
uitgaan van voorzichtige groei. Terwijl
je overal ziet dat woningbouwpro-
jecten niet van de grond komen of
tegenvallen. We hebben onszelf als
onderwijsaanbieders al te lang voor de
gek gehouden. Veel nieuwe scholen zijn
te groot bij aanvang. Wij waren bezig
samen te gaan met een school van een
andere vereniging. Op basis van nieuwe
prognoses hebben we een verdieping
van het geplande gebouw afgehaald. Bij
aanvang zullen we wat krap zitten, maar
binnen de kortste keren is het gebouw
groot genoeg.’
Fuseren
Hoewel de bestuurders diversiteit in
schoolaanbod belangrijk vinden, is
geen van hen voorstander van hand-
having van kleine schooltjes rond de
opheffingsnorm. Dat komt de kwaliteit
niet ten goede, vinden ze. Toch is voor
de Zeeuwse Alpha Scholengroep een
fusie met het openbaar onderwijs nog
een brug te ver. Van Hoepen: ‘Wat
Noordhollandse Noord-Kennemerland
voerde in april 2009 al een onmiddel-
lijke vacaturestop in. Bestuursvoorzitter
Adrie Groot: ‘We hebben een begro-
ting per kalenderjaar en een integrale
schooljaarbegroting. Door deze twee
begrotingen naast elkaar te leggen
maak je snel mutatiegolven zichtbaar
en ben je meer up to date. Nog vóór het
nieuwe schooljaar grepen we in omdat
we zagen dat scholen meer uitgaven
dan ze binnenkregen. Daarnaast werken
we sinds vorig jaar meer met tijdelijke
krachten via een ‘payroll’-constructie.
Dat is qua loonkosten duurder, maar je
gaat geen langdurige verplichtingen
aan en dat geeft je de flexibiliteit die je
nodig hebt.’
Groot maakt veelvuldig mee dat ver-
krampt wordt omgegaan met krimp.
‘Besturen hebben de neiging het te
ontkennen uit vrees dat het hun imago
zal aantasten. Er wordt nog te vaak
gedacht dat een dalend leerlingenaantal
een indicatie is voor de kwaliteit van je
school of bestuur. Ik kom veel wantrou-
wen en dubbele agenda’s tegen in de
regio. Als ik met mijn mensen praat hoor
ik soms ook geluiden van: laten we ons
scherp profileren om zo kinderen binnen
te halen. Nee, zeg ik dan. We hebben
de verantwoordelijkheid om elk kind
goed onderwijs te bieden. Als we dit
probleem gezamenlijk aanpakken dan
komen we ergens. Vroeg of laat krijgt
ook de school die zich profileert met
krimp te maken.’
Goed kijken en luisteren De bestuurders proberen zo goed
mogelijk in te schatten hoe hun
15 podium � november 2011
dat betreft benijd ik de katholieken in
Limburg. Bij ons ligt fuseren vanwege
de vele denominaties bestuurlijk heel
lastig. De oplossing is soms een uitruil.
In plaats X sluiten we de openbare
school en houden we de christelijke
school open en in plaats Y sluiten we de
christelijke school en blijft de openbare
school open. Maar als de leerlingenaan-
tallen sterk verschillen, ligt dit al een
stuk moeilijker.’
Bij Stichting Flore is deze zomer het
scholenaantal teruggelopen van 34
naar 32, vertelt Groot. ‘Deze weken zit ik
bij de teams, medezeggenschapsraden
en ouders van twee scholen in Graft-
De Rijp. Ik ga hen informeren over de
leerlingendaling en hen vragen hoe zij
hun toekomst zien. Ik heb dit proces
van fuseren nu al drie, vier keer meege-
maakt en steeds zie ik dat als je mensen
vanaf het begin meeneemt en zelf laat
nadenken over oplossingen, het altijd
goed komt. Als je het als bestuur maar
tijdig aankaart en iedereen vanaf het
begin de ruimte geeft.’
Omslag Ook Almere, lang een groeigemeente,
heeft met krimp te maken. Van der
Vegt van ASG: ‘Wij zijn 35 jaar lang van
groei uitgegaan, dus dat vergt wel een
omslag.’ Het bestuur is momenteel
gebouwen aan het ‘indikken’. Recent
zijn vier basisscholen samengegaan tot
twee basisscholen. Net als de Stichting
Flore geeft ASG de betrokkenen een
belangrijke stem: ‘We hebben níet tegen
de vier schoolleiders gezegd dat er twee
scholen moeten sluiten. We hebben de
cijfers en ontwikkelingen geschetst en
aangegeven dat we terug moeten in
kosten. Ook moest er een aansprekend
profiel overblijven zodat ouders wat te
kiezen hebben. Vervolgens zijn de scho-
len zelf aan de slag gegaan.’
Almere werkt eveneens met een flexi-
bele pool aan arbeidskrachten. Van der
Vegt: ‘We kunnen nog steeds ieder-
een een plek geven omdat we zoveel
scholen onder ons bestuur hebben,
maar de keuzemogelijkheden worden
John van der Vegt van ASG: ‘We hebben níet tegen de vier schoolleiders gezegd dat er twee scholen moeten sluiten. We hebben de cijfers en ontwikkelingen geschetst en aangegeven dat we terug moeten in kosten. Ook moest er een aansprekend profiel overblijven zodat ouders wat te kiezen hebben. Vervolgens zijn de scholen zelf aan de slag gegaan.’ Foto: Fotostudio André Ruigrok, Almere.
16 podium � november 2011
Onderwijs vlak bij huis is een belangrijke voorziening. Maar tegen welke prijs houd je een school open?
steeds minder. Op lange termijn gaan
we het ook hier niet mee redden.’
Tegelijkertijd zet ASG echter ook in op
het binnenhalen van getalenteerde
pabo-afgestudeerden. ‘Als je kijkt naar
het natuurlijk verloop en prognoses
van lerarentekorten dan besef je dat
we snel weer in de situatie kunnen
komen dat we hen hard nodig hebben.’
Verder worden steeds vaker afspraken
op bestuursniveau gemaakt over de
verdeling van wijken. ‘Voorheen zetten
drie schoolbesturen in een nieuwe wijk
elk een school neer. Dat gebeurt nu niet
meer standaard.’
Meer creativiteit Bij de Alpha Scholen-
groep in Zeeland lijkt het inzetten op
mobiliteit niet haalbaar, omdat veel
onderwijsgevenden bewust kiezen voor
het werken op een christelijke school.
Maar de krimp stuwt besturen op tot
grotere creativiteit. Dat leidt soms tot hele
nieuwe ideeën. Van Hoepen: ‘We moe-
ten kritisch kijken naar hoe we het jaren
geleden hebben geregeld. Misschien
kunnen we dingen op een andere manier
beter organiseren. Je kunt jonge kinderen
bijvoorbeeld dichter bij huis naar school
laten gaan en voor oudere basisschool-
kinderen het vervoer zo regelen dat zij
op een andere plek naar school kunnen.
Wie weet kunnen we bovenbouwgroe-
pen van de basisschool combineren met
onderbouwgroepen van het voortgezet
onderwijs.’ ■
KRIMP TREFT STEEDS MEER REGIO’S
Vergrijzing, een wegtrekkende bevolking en economische stagnatie eisen hun tol. Hoewel Zeeland, Limburg en de drie noordelijke provincies voorop lopen, krijgen andere delen van Nederland ook steeds meer met krimp te maken. Zoals Brabant, de Achterhoek, Noord-Holland Noord, gemeenten rond de grote steden en het platteland.
Landelijk daalt het aantal basisschoolleerlingen tussen 2010 en 2015 waarschijnlijk met gemiddeld zeven procent; in krimpgebieden met ongeveer twaalf procent met uitschieters naar boven.
17 podium � november 2011
De meerwaarde van de bestuurder
Bestuurders worden nogal eens weggezet als veelverdieners, en besturen als een bureaucratische leem laag die de
mensen op de werkvloer vooral van het werk houdt. Maar is dat terecht voor wat betreft het primair onderwijs?
Wiely Hendricks, voorzitter van het College van Bestuur van
De Haagse Scholen.
18 podium � november 2011
Daarover gaan bestuurder Wiely Hendricks (de Haagse Scholen) en vakbondsman Patrick Banis (CNV Onderwijs) in gesprek. Hun meningen botsen hier en daar, maar beiden zien tenminste twee belangrijke punten van meerwaarde. Onderwijsbestuurders zijn nodig om de maatschappelijke eisen te vertalen naar de onderwijspraktijk en moeten zorgen voor goed werkgeverschap.
TEKST SUSAN DE BOER
Patrick Banis, lid van het dagelijks bestuur van onderwijsvakbond
CNV Onderwijs.
19 podium � november 2011
Grote scholen en grote besturen zijn uit
de gratie. Patrick Banis van de vakbond
CNV Onderwijs: ‘Er heerst een ideaal
van kleine scholen waar de directeur
iedereen bij naam kent, waar de lijnen
kort zijn. Mensen maken zich zorgen
om de onderwijskwaliteit bij grote
onderwijsorganisaties.’ Lang niet altijd
terecht, reageert Wiely Hendricks. ‘Zijn’
De Haagse Scholen is met 54 scholen
een grote organisatie. Hendricks: ‘Het
pedagogisch-didactische beleid ligt pri-
mair bij de scholen zelf. Wij hebben een
toezichthoudende en ondersteunende
rol, en zorgen ervoor dat de school-
leiders daar zo min mogelijk last van
hebben.’ Hij wijst op de voordelen van
In het po komen de meeste bestuurders
uit het onderwijsveld, maar er is een
tendens om mensen van buiten het
onderwijs aan te trekken en die hebben
vaak een zakelijker blik.’
Grote reservesDe meeste bestuurders in het po
verdienen onder de ton per jaar; ver
onder de Balkenendenorm (5 187.000).
Banis: ‘Transparantie over het inkomen
is goed, maar je moet uitkijken dat
die geen opdrijvend effect krijgt. Dat
zie je nu in het voortgezet onderwijs.
We moeten voorkomen dat dat in het
po ook gaat gebeuren.’ Er zijn tot op
heden geen grote gevallen van financi-
schaalgrootte, zoals minder overhead.
‘Bij personeelsadministratie en gebou-
wenbeheer maakt het niet zoveel uit of
je dat voor vijf of vijftig scholen doet.
Daarnaast kun je voordeliger inkopen,
bijvoorbeeld bij schoonmaakbedrijven.’
Volgens Banis kleven er wél bezwaren
aan grootschaligheid. ‘Grote besturen
hebben de neiging om te gaan unifor-
meren. Dat is niet goed, de schoolleider
moet autonoom blijven en er moet wat
te kiezen blijven voor ouders. Verder
focussen veel grote besturen vooral
op de financiën. De begroting is dan
belangrijker dan de onderwijskwaliteit.
eel wanbeheer aan het licht gekomen,
zoals recentelijk in het hbo. Wel ziet
Banis een paar problemen, onder meer
doordat in het po de lumpsum relatief
kort geleden is ingevoerd. ‘Er is nog veel
onkunde. Niet alle bestuurders kunnen
de risico’s goed inschatten. Sommige
besturen houden teveel reserves aan.
Wij pleiten dan ook voor meer professio-
naliteit bij schoolleiders en bestuurders.’
Hendricks is het daarmee eens, maar
kijkt anders aan tegen grote reserves.
‘Die kunnen een spaarpot vormen voor
toekomstige grote uitgaven. Daarnaast
is er een calamiteitendeel nodig. De
‘Een goede bestuurder kan een inhoudelijk verhaal vertellen, pept de mensen op, spreekt
de achterban bevlogen toe’
20 podium � november 2011
bezuiniging die nu op onderdelen van
passend onderwijs wordt doorgevoerd
kon ik drie jaar geleden niet zien aanko-
men, maar ik moet het wel opvangen.’
Banis werpt tegen: ‘De commissie
Don (Commissie Vermogensbeheer
Onderwijsinstellingen, red.) heeft
duidelijke aanbevelingen gedaan
over reserves. Daar zijn indicatoren
voor.’ Hendricks: ‘Maar een risico zoals
een plotselinge bezuiniging door de
overheid staat daar niet bij. En deze
bezuiniging drukt sterk op De Haagse
Scholen, omdat wij veel scholen voor
speciaal onderwijs hebben.’
De achterban inspirerenOm een organisatie goed te leiden is
een bestuur nodig dat huisvesting en
personeel regelt, en dat de eisen van de
overheid en de maatschappij vertaalt
naar schoolbeleid. Maar de schoolbe-
stuurder moet geen kille boekhouder
zijn, vinden beiden. Banis: ‘Een goede
bestuurder is ook in staat een inhou-
delijk verhaal te vertellen, de mensen
op te peppen, de achterban bevlogen
toe te spreken. Professionalisering en
differentiatie zijn geen termen waar
de achterban van gaat juichen, maar je
moet als bestuurder toch dat verhaal
Schaalgrootte biedt bepaalde voordelen. Je kunt voordeliger inkopen, bijvoorbeeld bij schoonmaakbedrijven.
21 podium � november 2011
houden.’ Hendricks: ‘Hoe hoger je in de
organisatie komt, hoe minder affiniteit
met onderwijs nodig is voor je functi-
oneren. Ik moet verstand hebben van
beleid en bedrijfsvoering, niet van
het onderwijsinhoudelijke proces. Mijn
taak is om de veranderende maatschap-
pelijke verwachtingen op een goede
manier in relatie te brengen met de
onderwijspraktijk.’
Banis: ‘Ook als aanspreekpunt voor
de buitenwacht is een bestuurder
onmisbaar. Een bestuur kan lobbyen
bij de gemeente of samen met andere
instellingen afspraken maken.’ Een
andere belangrijke taak is die van werk-
gever. Hendricks: ‘Het gaat erom de
continuïteit te waarborgen. Het bestuur
moet de risico’s in kaart brengen van
bijvoorbeeld krimpsituaties, en een
goed werkgever zijn. Je bent verant-
woordelijk voor de werkgelegenheid van
je mensen. Daarbij kijken we ook naar
hun loopbaanperspectief. Onze mensen
houden zelf een bekwaamheidsdossier
bij en daar hoort een gesprekscyclus
bij.’ Banis: ‘Dat is belangrijk. Het gesprek
tussen de schoolleider en de leerkracht
over diens functioneren is op veel scho-
len nog niet vanzelfsprekend.’
Scheiding bestuur en toezichtBeiden zijn positief over het effect
van de nieuwe wet Goed Onderwijs,
Goed Bestuur, die een scheiding
voorschrijft tussen bestuurlijke en
toezichthoudende taken. Hendricks: ‘Bij
veel schoolbesturen heeft dit geresul-
teerd in een College van Bestuur voor
bestuurstaken en een Raad van Toezicht
voor toezichttaken. De controle op het
bestuur is hiermee sterker verankerd
dan voorheen. Wat mij betreft is dat
toereikend.’ De Haagse Scholen heeft,
na anderhalf jaar van voorbereiding,
sinds 1 augustus een Raad van Toezicht.
Hendricks: ‘We hebben veel over de
nieuwe rollen gediscussieerd en casuïs-
tiek besproken. De scheiding zorgt voor
een goede balans in de organisatie. Bij
ons was de toezichthoudende taak van
het bestuur minder scherp belegd dan
nu het geval is.’
De Raad van Toezicht moet kijken naar
de resultaten en niet naar het proces,
vinden beiden. Banis: ‘Die scheiding in
rollen betekent dat je professionaliseert
op bestuurlijk niveau. Maar het is ook
spannend. Het gaat echt om toezicht
houden, en het is moeilijk om kritisch
te zijn en elkaar scherp te houden.’
‘Hoe hoger je in de organisatie komt, hoe minder affi niteit met onderwijs nodig is
voor je functioneren.’
22 podium � november 2011
‘Je moet uitkijken dat het geen old boys network wordt. Dat is niet goed voor het
kritisch oordeel’
Hendricks: ‘De leidraad voor scholen in
het primair onderwijs is opbrengstge-
richt werken. Het zou vreemd zijn als in
de bestuurskolom langs een andere lat
zou worden gemeten.’
De controlerende rol hoeft de goede
verhoudingen niet in de weg te staan.
Hendricks: ‘Ik overleg regelmatig met de
voorzitter van de Raad van Toezicht en
dat heeft meerwaarde. Onze RvT bestaat
uit mensen die eerder al in het bestuur
van de organisatie zaten. Het zijn
mensen die verantwoordelijkheid willen
nemen.’ Banis: ‘Je moet wel uitkijken dat
het geen old boys network wordt. Vooral
bij grote besturen zie je dat mensen in
meerdere RvT’s zitten. Dat is niet goed
voor het kritisch oordeel. Op lokaal
niveau is het gevaar dat de mensen
elkaar te vaak informeel tegenkomen.’
Hendricks geeft toe dat het invullen van
de nieuwe rollen niet vanzelf gaat: ‘Het
is een zoekproces.’ Banis: ‘Het zou goed
zijn om in een Rvt ook altijd een perso-
neelslid te benoemen. Dan voorkom je
dat old boys network.’
Integriteit Scholen ervaren hun bestuur weleens
als veeleisend. Banis: ‘De politiek komt
met taal, rekenen, opbrengstgericht
werken, passend onderwijs. Als de
school in een krimpregio staat zorgt
dat voor nog meer onzekerheid, en dan
heeft het bestuur ook nog eens een
lijstje prioriteiten. Dat ervaart het team
als een stapeling. Dat is niet helemaal
terecht. Het is juist goed als een bestuur
proactief omgaat met bijvoorbeeld
passend onderwijs. Wij zijn niet tegen
de stelselwijziging passend onderwijs,
maar het vraagt veel van leerkrachten
en schoolleiders. Als bestuur moet
je daar een goed verhaal van maken.
Professionaliseren is goed, opbrengst-
gericht werken is goed, je wilt toch geen
zwakke scholen?’ Hendricks kijkt daar
iets anders tegenaan. ‘We hebben een
relatief systeem, er is geen absolute
norm voor zwakke scholen. Er is altijd
een zwakste tien procent. Een absolute
norm zou beter zijn.’
Wat vinden zij de belangrijkste ken-
merken van goed bestuur? Banis: ‘Het
nemen van je rol. Als bestuurder moet je
zichtbaar zijn op hoofdlijnen, in gesprek-
ken moet je dat uitstralen. Maar tegelijk
moet je de schoolleider zelf aan de slag
laten gaan.’ Hendricks: ‘Integriteit. Als
je resultaten niet in orde zijn, kun je
verbeteren. Als je niet integer bent, als
mensen niet op je kunnen vertrouwen,
als je niet transparant en eerlijk bent, is
dat het failliet van je organisatie.’ ■
23 podium � november 2011
Grote respons op webpoll:
‘Goed dat er een sterkere focus ligt op taal en rekenen’Minister Van Bijsterveldt noemt taal en rekenen de ‘zuurstof van het onderwijs’. De lat moet van haar omhoog, en in het basisonderwijs moet de nadruk daarbij liggen op deze twee vakken. De stelling van onze webpoll luidde de afgelopen periode dan ook: ‘Het is goed dat er een sterkere focus ligt op taal en rekenen’. Hierop reageerden 150 mensen. Van hen reageerden er 86 (57%) instemmend, 64 (43%) waren het hiermee oneens. Een bloemlezing uit de reacties:
web poll
24 podium � november 2011
Voorstanders schrijven onder andere: ‘Deze vakken zijn in de verdruk-
king gekomen door allerlei nieuwe verplichtingen.’ ‘Taal en rekenen zijn
bepalend voor het schoolsucces van kinderen. Dat betekent niet dat ande-
re zaken er niet toe doen, maar een focus op taal+rekenen is terecht.’ ‘Een
stevige basis van taal en rekenen geeft kinderen meer kans op een succes-
volle (school)loopbaan.’ ‘Met name taal- en leesvaardigheden dragen sterk
bij aan een meer volwaardig (kunnen) participeren in de samenleving.’
‘We ontkomen er niet aan om op deze maatschappelijk belangrijke vakge-
bieden duidelijke opbrengsten te behalen. Het is aan de identiteit en visie
van scholen om zich naast taal en rekenen te onderscheiden in thema’s en
vakgebieden. Dit is het mooie van ons onderwijssysteem met z’n brede
keuzevrijheid, waar iedere school naast de hoofdvakken z’n accenten kan
leggen.’
Veel reacties zaten tussen ‘eens’ en ‘oneens’ in. Zo relativeerde iemand:
‘Goed voor havo- en vwo-leerlingen. Maar onze vmbo- leerlingen gaan we
onnodig belasten. Er zijn meer talenten dan alleen taal en rekenen.’ Een
ander: ‘Belangrijk is dat taal en rekenen binnen de context van diverse
themagebieden en vakgebieden worden meegenomen, zodat de leertijd
voor taal en rekenen enerzijds vergroot wordt, en anderzijds de tijd voor
de brede benadering van het onderwijs niet teniet wordt gedaan.’
Tegenstanders van de stelling schrijven: ‘Er wordt nu al veel tijd en
energie aan rekenen en taal gegeven. Onze wettelijke opdracht is brede
ontwikkeling en algemene vorming.’ ‘Teveel focus op taal en rekenen heeft
het gevaar in zich dat de kinderen teveel de kant op gaan van prestatie-
gerichtheid. Bij een goede ontwikkeling hoort een evenwichtige opbouw
van kennis.’ ‘Pedagogisch klimaat, veilige leeromgeving en emotioneel
stabiele omgeving lijken wel van de agenda verdwenen. Volgens mij zijn
die meer bepalend voor het welzijn van een kind.’ ‘Taal en rekenen zijn
slechts een middel. Doel is kinderen een basis te geven waarmee zij kun-
nen participeren in de samenleving, een bestaansbasis kunnen creëren,
zich persoonlijk kunnen ontwikkelen in relatie tot anderen. Daarvoor is
goed taal- en rekenonderwijs nodig, maar in evenwicht met het ontwik-
kelen van de ‘zijnskwaliteit’, waaronder leren om een democratisch burger
te zijn die autonoom en kritisch nadenkt.’ Een cynicus: ‘Over tien jaar doen
we het vast weer anders: dan is het welzijn of de creativiteitsontwikkeling
van het kind misschien wel weer nummer één.’
Op de volgende pagina lichten twee bestuurders hun mening toe.
25 podium � november 2011
Dennis Bode, voorzitter college van bestuur Consent
(33 basisscholen in en rond Enschede):
‘Kinderen moeten dat gereedschap echt meekrijgen’
‘De basisschool legt de basis voor de toekomst
van kinderen. Theo Thijssen, een groot schrijver
en pedagoog, zei honderd jaar geleden al dat het
goed leren van lezen, taal en rekenen de enige weg
omhoog was voor de arbeiderskinderen. Kinderen
maken in het voortgezet onderwijs ook weinig kans
als ze die vakken niet goed beheersen. Helaas is
het in het vo bedroevend gesteld met spelling en
rekenen. Kinderen moeten dat gereedschap echt
meekrijgen. Dat het onderwijs daardoor te smal
zou worden, vind ik geen argument. De basisschool
moet natuurlijk een evenwichtig pakket aanbieden,
inclusief kunst en cultuur, biologie, aardrijkskunde
enzovoort. Het is wat mij betreft niet het een of het
ander. Maar ik ben ervoor om ook binnen die vakken taal en rekenen te integreren.
Wij hebben een paar traditionele vernieuwingsscholen die dat doen, met heel goede
resultaten. In de jaren tachtig speelde deze discussie al. En in hún tijd discussieerden
Theo Thijssen en Jan Ligthart hier al over. Het is nu een loopgravendiscussie gewor-
den. Alleen maar meer taal en rekenen geven zegt weinig; het gaat erom dat je goede
leerkrachten in dienst hebt die de juiste dingen doen. Wij zijn met verbetertrajecten
gestart voor taal en rekenen, waarbij we vooral kijken naar de leerkrachten. Ze zijn
allemaal op cursus geweest, waarbij er ook aandacht was voor hun pedagogisch didac-
tisch functioneren. Het resultaat is gewoon goed onderwijs. Als leerkrachten goed
kunnen differentiëren, gaat het rendement flink omhoog. Dan blijft er voldoende tijd
over voor kunst en cultuur.’
CONFERENTIE OPBRENGSTGERICHT LEIDERSCHAP
Naast een sterkere focus op taal en rekenen, is ook opbrengst gericht werken een belangrijk instrument waarmee de onderwijsprestaties kunnen worden verbeterd. Welke rol kunnen bestuur en directie daarbij spelen?
Daarover gaat de conferentie Opbrengst-gericht Leiderschap op 16 november aanstaande. De samenwerking tussen bestuur en directie en de verschillende niveaus in de schoolorganisatie staan centraal. Aan de orde komen onder andere kennis en kunde op het gebied van meten en analyseren, invloeden van buitenaf, het kiezen en
web poll
26 podium � november 2011
Cécile Servaes, voorzitter college van bestuur van Catent (30 basisscholen
en twee sbo-scholen in Friesland, Drenthe, Overijssel en Gelderland):
‘Er moet ook ruimte zijn voor thematisch, zelfontdekkend leren’
‘Taal en rekenen worden vaak op één lijn gesteld, maar
ik geef prioriteit aan taal. Als de woordenschat en het
begrijpend lezen tekortschieten, krijgt een kind te
maken met allerlei andere leerproblemen. Als ik met
mijn directeuren praat, wil ik ook altijd als eerste de
scores voor taal/lezen zien. Met name de woorden-
schat is zó belangrijk. Ik vind dat je die moet aanpassen
aan je populatie. Op één van onze dorpsscholen zitten
bijvoorbeeld alleen maar kinderen van agrariërs. Die
kinderen weten alles van die wereld. Als je hen vraagt
wat een vleugel is, komen ze na enig nadenken op een
lichaamsdeel van een vogel. Maar de andere beteke-
nis, een piano, kennen ze niet. Ik vind dat je als school
je woordenschat moet afstemmen op de woonsituatie van kinderen. Kinderen op een
dorpsschool moet je andere woorden leren dan kinderen op een school in een vinex-
wijk in Zwolle.
Verder vind ik dat je er niet bent door puur naar de scores te kijken. Je moet beslist ook
uitzoeken wat daar ónder zit: welke vaardigheden mist een kind, waardoor z’n scores
op E-niveau blijven hangen? Dat kan bijvoorbeeld een zwak woordbeeld zijn.
Ik vind kennisoverdracht heel belangrijk, maar je moet kinderen ook via thematische
projecten de wereld laten ontdekken. Wij hebben daar noodgedwongen voor geko-
zen op een aantal kleine krimpende scholen waar meerdere leerjaren bij elkaar zitten.
Daar zien we dat kinderen enorm veel opsteken van het zelfontdekkende leren.’ ■
uitvoeren van interventies en het belang van een opbrengstgerichte cultuur. Inleider is prof. dr. Roel in ’t Veld, hoogleraar Governance and sustainability aan de Universiteit van Tilburg en oud-directeur-generaal onderwijs. In de workshops vertellen bestuurders en schoolleiders over hun ervaringen met het project Opbrengst gericht leiderschap.
Experts geven hoorcolleges over onder andere toezicht op bestuurlijk handelen en integratie van opbrengstgericht werken en kwaliteitszorg. Locatie: NBC, Nieuwegein. Deelname, inclusief een lunch en
dinerbuffet:7125 pp. Aanmelden kan via de website van de PO-Raad.
27 podium � november 2011
politiek
In elk nummer van podium reageert een politicus op de stelling van onze webpoll. Cynthia Ortega-Martijn, Tweede Kamerlid voor de ChristenUnie, reageert op de stelling: ‘De huidige focus op taal en rekenen is goed’.
Foto
: An
ne
Pau
l Ro
uke
ma/
inh
isim
age.
nl
28 podium � november 2011
Niet doorschieten
Enkele jaren geleden maakte ik deel uit van de parlementaire onderzoeks-
commissie Dijsselbloem. Deze commissie trok onder meer de conclusie
dat basisvaardigheden op het gebied van taal en rekenen te vaak onvol-
doende beheerst worden. Een belangrijke aanbeveling was dat duidelijker
moet worden vastgelegd wat leerlingen moeten kennen en kunnen als zij
de basisschool afronden, beter bekend als het ‘wat’. Ook moeten leraren in
hun opleidingen beter worden toegerust in deze vakken.
Inmiddels zie ik in het onderwijsveld grote verbeteringen in taal- en reken-
resultaten. De extra aandacht voor deze vakken werpt zijn vruchten af. Het
gevaar is nu dat we gaan doorschieten in de focus op slechts twee vakken
en de rest van het brede onderwijsaanbod vergeten.
Overdreven nadruk op taal en rekenen kan brede vorming en de vrij-
heid van scholen om het eigen onderwijs in te richten aantasten. We
moeten daarom bijvoorbeeld geen bekostigingsprikkels koppelen aan
CITO-toetsresultaten. Het geeft een perverse prikkel om slechts op twee
vakken goed resultaat te halen en het leidt tot een ongewenste afreken-
cultuur. Scholen met veel achterstandsleerlingen of zorgleerlingen komen
in de problemen met een zware nadruk op prestaties. Een doorgeslagen
focus van de overheid op taal en rekenen miskent bovendien de eigen
verantwoordelijkheid van scholen en gaat voorbij aan de waarde van het
Nederlandse onderwijs om leerlingen brede sociale en cognitieve vaardig-
heden bij te brengen.
Helaas staren politici zich nog wel eens blind op internationale lijstjes. Het
internationaal vergelijkende PISA-onderzoek laat de stand van zaken zien
op het gebied van onderwijsresultaten. Dat is zeker behulpzaam, maar de
staat van het Nederlandse onderwijs is niet alleen uit te drukken in cijfer-
matige opbrengsten. Tot slot blijft het opmerkelijk dat de regering wel de
lat steeds hoger legt en meer prestaties van scholen vraagt, maar niet een
daarmee gepaard gaande extra investering in het onderwijs steekt. ■
Cynthia Ortega-Martijn
29 podium � november 2011
goed onderwijs voor elk kind