Pluspunt - Lentink · 2018. 9. 18. · Het UWV gaat de premie per 1 januari 2014 immers vaststellen...
Transcript of Pluspunt - Lentink · 2018. 9. 18. · Het UWV gaat de premie per 1 januari 2014 immers vaststellen...
Nummer 2 • 2013 Informatiebulletin van Lentink Accountants/Belastingadviseurs en Lentink Audit B.V.
In dit nummer:
2 Pensioen in eigen beheer, aandacht in 2013! 4 Help, mijn bedrijfspand is minder waard 6 Hogere kosten
bij ziekte flexwerkers 8 Beperkte 'schade' bij uitvoering informele wil 10 Vergoedingsvordering tussen echt-
genoten zonder fiscale gevolgen 12 Voor u gelezen
Beste Lezer,
Het was even de vraag of de zomer zou komen, maar het lijkt toch te gebeuren.
Het is weer de tijd van koffers pakken om even weg te gaan en wat afstand te
nemen van de dagelijkse zaken. Naast momenten van ontspanning ook momenten
om na te denken wat het dit jaar al gebracht heeft en hoe richting de toekomst
gekeken kan worden.
Wat opvalt is dat de hectiek van de crisis wat lijkt te zijn verdwenen. Dit komt
voornamelijk door de rol van de media, de hype van de crisis is er voor hen af
en dat geeft ogenschijnlijk iets meer rust op dat front. Macro economisch gezien
is de groei tot stilstand gekomen en zal naar verwachting de komende tijd traag
starten. Wij hebben echter met name te maken met de dagelijkse ervaringen met
afnemers, leveranciers, banken, debiteuren/crediteuren. Om de financiën van het
eigen bedrijf op orde te houden zal de nodige aandacht aan de financiële huishou-
ding gegeven moeten worden om te voorkomen dat een goede onderneming door
liquiditeitsproblemen, het woord zegt het al, in de problemen komt. Daarnaast is
het van belang om te zorgen dat je zelf het vertrouwen in de onderneming en de
mensen blijft houden of herwint. Van vertrouwen gaat een positieve en stimuleren-
de invloed uit op de hele samenleving en daar hebben we allemaal profijt van.
Of we ook alle vertrouwen moeten hebben in de overheid is een andere vraag.
De politiek is onderhevig aan allerlei invloeden die lang niet allemaal bevorderlijk
zijn voor ondernemend Nederland. Te hopen is dat ook de politiek via evenwichtige
hervormingen en een breed draagvlak voor een stabiel klimaat in Nederland kan
zorgen. We wachten het af en voor zover we niet willen afwachten zullen we zelf in
politieke zin onze visie moeten laten horen.
Maar goed, eerst maar een periode van ontspanning en niet te vergeten het
inpakken van de koffers. Ik wens iedereen een plezierige vakantieperiode toe.
Michel Hooijschuur
Pluspunt
Pensioen in eigen beheer,
aandacht in 2013!
LENTINK • Pluspunt nummer 2 • 2013
2
Zet in uw agenda dat u een afspraak maakt met uw adviseur bij Lentink
3
De wijzigingen houden enerzijds verband met de wijzigingen in de AOW leeftijd en reeds aangenomen wetswijzigingen
in het percentage van de pensioenopbouw. Daarnaast zal later dit jaar het wetgevingsproces rond drie andere
punten worden afgerond. Het eerste is een nog verdere verlaging van het opbouw percentage, echter ook het loon
waarover maximaal pensioen kan worden opgebouwd zal worden beperkt tot € 100.000.
Opbouw percentages voor eindloonregelingen zullen in twee stappen verlaagd worden naar 1,55% (is nu nog 2%
per jaar), voor middelloonregelingen zullen die percentages in stappen verlaagd worden naar 1,75% (is nu nog
2,25%). Voor beschikbare premieregelingen zullen nieuwe tabellen gepubliceerd worden waarin deze wijzigingen
eveneens begrepen zullen zijn.
Deze wijzigingen betekenen een verdere beperking van de opbouw van het pensioen. Alhoewel men op het
ministerie heeft berekend dat het theoretisch nog mogelijk is om een redelijk pensioen op te bouwen, zal de
praktijk vaak anders zijn. Immers werknemers die hun hele werkzame leven bij één werkgever blijven dan wel bij
meerdere werkgevers die vergelijkbare en aansluitende pensioenregelingen hebben zullen niet veel voorkomen.
Dat geldt al helemaal niet voor directeur-grootaandeelhouders die pas op latere leeftijd een onderneming in een
eigen B.V. zijn gaan uitoefenen.
Overigens is het zo dat het fiscale voordeel inmiddels door alle wijzigingen (zowel die uit het verleden als ook de
komende) een stuk beperkter is geworden. Onder meer zijn de tarieven in de Vpb en in de IB dichter bij elkaar
gekomen. Ook zullen door de wijzigingen de onderhoudskosten stijgen van pensioenvoorziening in eigen beheer,
de berekeningen worden steeds ingewikkelder. Tot slot zal de huidige crisis waarbij de winsten onder druk staan
ook regelmatig aanleiding geven tot de vraag of verdere opbouw nog gewenst is, dan wel beperkt kan worden.
Daarboven komt nog dat de Belastingdienst in de uitvoering van de pensioenregelingen allerlei signalen afgeeft die
de mogelijkheden van een B.V. met een pensioenverplichting beperken, dan wel extra risico’s oproepen. Ik noem
het uitkeren van dividend, het overdragen van een pensioen naar een aparte B.V., mogelijke afstorting bij echt-
scheidingen etc.
Deze ontwikkelingen zijn aanleiding om in 2013 goed na te denken welke richting het met uw pensioen op moet.
Weliswaar kunnen bestaande rechten niet worden aangetast maar voor de nog komende tijd zijn er een aantal scenario’s
die kunnen worden afgewogen met betrekking tot de invulling van het inkomensvraagstuk na pensionering.
Per 1 januari 2014 krijgt de directeur groot aandeelhouder die een pensioen opbouwt in
eigen beheer te maken met wijzigingen. De wijzigingen zullen er in veel gevallen toe leiden
dat nog in 2013 de pensioenbrief zal moeten worden aangepast. Een goed moment om met
uw adviseur te overleggen over de wensen en mogelijkheden voor de verdere opbouw van
het pensioen in eigen beheer.
4
De crisis in de vastgoedsector is niet voorbijgegaan aan bedrijfspanden. Grote kans dat de
waarde van uw pand al is gedaald of dat u straks geconfronteerd wordt met een waardedaling
van uw onroerend goed, of dat nu in eigen gebruik is of verhuurd. Het kan verstandig zijn
om eens te kijken hoe uw bedrijfspand op de balans staat. Met een juiste waardering in de
boeken kunt u (tijdelijk) belastinggeld besparen.
Waardering bedrijfspand
Doorgaans worden bedrijfspanden gewaardeerd op de historische kostprijs (aanschafprijs) verminderd met de
jaarlijkse afschrijvingen. Daarbij moet u rekening houden met een economische gebruiksduur van het pand en een
restwaarde.
Sinds 2007 gelden er bovendien strengere afschrijvingsregels, die de afschrijving op uw bedrijfspand aanzienlijk
beperken.
U mag namelijk nog maar afschrijven tot aan de bodemwaarde van het bedrijfspand. Voor een pand in eigen
gebruik geldt een bodemwaarde van 50% van de WOZ-waarde. Bij een beleggingspand (een aan een derde verhuurd
pand) is de bodemwaarde zelfs gelijk aan de WOZ-waarde, waardoor afschrijving in deze tijd niet of nauwelijks nog
mogelijk is.
Help, mijn bedrijfspand is minder waard
LENTINK • Pluspunt nummer 2 • 2013
5
Tip:
Wanneer u een gebouw verhuurt (ter beschikking stelt aan een derde), geldt de bodemwaarde van 100%
van de WOZ-waarde alleen als het pand voor ten minste 70% wordt verhuurd.
Waardedaling
Is de waarde van uw bedrijfspand door de huidige crisis op de vastgoedmarkt sterk gedaald, dan kunt u overwegen
om het pand af te waarderen tot op de lagere bedrijfswaarde. Hierdoor kunt u in het jaar van afwaardering eenmalig
fiscaal een verlies nemen, waardoor u in dat jaar minder belasting betaalt.
Bij afwaardering van een bedrijfspand op de lagere bedrijfswaarde gelden overigens wel diverse regels. Zo moet bij
het bepalen van de bedrijfswaarde van een pand in eigen gebruik worden uitgegaan van de going-concernwaarde:
dit is de waarde die een koper bij een mogelijke verkoop van de onderneming aan het pand zou toekennen als
hij de onderneming in zijn geheel zou voortzetten. Bij beleggingspanden en voorraadpanden gelden weer andere
regels voor waardering op de lagere bedrijfswaarde.
Het is sterk aan te raden om bij afwaardering op de lagere bedrijfswaarde dit te onderbouwen met een taxatie.
Bovendien moet u er rekening mee houden dat u in ieder geval tijdelijk niet meer kunt afschrijven op het bedrijfs-
pand. Het fiscale resultaat van uw bedrijf zal hierdoor de komende jaren weer toenemen.
Stijgt het pand weer in waarde, dan moet de afwaardering worden teruggenomen. U moet dan weer opwaarderen
tot de boekwaarde die zou zijn bereikt zonder dat gebruik is gemaakt van de eerdere afwaardering op de lagere
bedrijfswaarde. Ook deze stijging vormt extra fiscale winst.
Help, mijn bedrijfspand is minder waard
Let op!
Of afwaardering op de lagere bedrijfs-
waarde voor u een aantrekkelijke optie is,
is afhankelijk van de situatie en de extra
kosten (zoals taxatiekosten) die hiermee
gemoeid zijn. Laat u daarom goed voor-
lichten door uw adviseur bij Lentink.
Hogere kosten bij ziekte
flexwerkers
6
LENTINK • Pluspunt nummer 2 • 2013
flexwerkers
7
Per 1 januari 2014 krijgt u als werkgever te maken met hogere kosten wanneer een zogeheten
vangnetter ziek wordt. Hoe meer werknemers met een tijdelijk dienstverband in de Ziektewet
of WIA komen te zitten, hoe hoger de premie die u als werkgever moet betalen. Doel van de
nieuwe wetgeving is dat de Ziektewet (ZW) en WGA-lasten van flexwerkers vanaf 2014 recht-
streeks toegerekend worden aan de voormalige werkgever.
Vangnetters zijn in dit verband ex-werknemers die bij ziekte geen recht hebben op loondoorbetaling van hun werkgever.
U moet hierbij denken aan zieke WW’ers, zieke uitzendkrachten en zieke werknemers met een contract voor bepaalde
tijd dat afloopt tijdens de ziekteperiode.
Het kabinet heeft deze maatregel genomen om het onevenredig groot aantal flexwerkers dat in de Ziektewet of
de WIA belandt, tegen te gaan. Een ander doel van de nieuwe wetgeving is dat u meer verantwoordelijkheid krijgt
rond de re-integratie van uw werknemers die ziek uit dienst gaan.
Voor de flexwerker zelf wijzigt het criterium dat bepaalt wanneer iemand onder de Ziektewet valt. Ook zijn er
aanpassingen wat betreft de duur en hoogte van een Ziektewetuitkering.
Tip
Door aanscherping van de wet krijgt u een groter belang om aan ‘schadebeheersing’ te doen. Zorg dat uw
Ziektewet- en WIA-administratie op orde is en dat u weet welke werknemers ziek uit dienst zijn gegaan
of kort daarna ziek zijn geworden. Het UWV gaat de premie per 1 januari 2014 immers vaststellen op
basis van de WGA-schadelast uit het verleden.
Gevolgen werkgevers
Om werkgevers financieel te prikkelen zieke of arbeidsongeschikte werknemers aan het werk te helpen, bevat de
nieuwe wetgeving een aantal belangrijke wijzigingen ten opzichte van de bestaande situatie.
In de berekening van de gedifferentieerde premies WGA-vast, WGA-flex en ZW-flex worden werkgevers vanaf 2014
ingedeeld in de categorieën kleine, middelgrote en grote werkgevers. Binnen iedere categorie komen de premies
op een andere manier tot stand:
• Grote werkgevers krijgen een gedifferentieerde premie op individueel niveau. Deze wordt berekend aan de hand
van het aantal ingestroomde vangnetters in de Ziektewet en de WGA.
• Voor middelgrote werkgevers geldt een gewogen gemiddelde van de sectorpremie en de individuele premie.
De premie wordt dus gebaseerd op eigen Ziektewet- en WGA-instroom en op sectorale schadelasten.
• Kleine werkgevers gaan een sectoraal bepaalde premie betalen. Zij worden dus niet direct op hun eigen instroom
afgerekend.
Informele wil
We spreken van een informele wil als een erflater bepaalde uitkeringen uit zijn nalatenschap heeft toegezegd of
zijn wensen wel kenbaar heeft gemaakt, maar dit niet testamentair heeft vastgelegd. Zo kan een tante bijvoorbeeld
hebben toegezegd dat zij haar huis wil nalaten aan haar nichtje. Erfgenamen die deze informele wil (gedeeltelijk)
uitvoeren, schenken dan aan de informeel begunstigde (in dit geval het nichtje). De informeel begunstigde kan dan
Wanneer iemand overlijdt en een erfenis nalaat, krijgen de erfgenamen te maken met
erfbelasting. Afhankelijk van de waarde van de erfenis en de vrijstellingen die er gelden, zal
er erfbelasting moeten worden betaald. Nu kan het zijn dat de erflater in een testament
heeft laten vastleggen wat er met zijn of haar nalatenschap moet gebeuren. Een erflater
kan zijn wensen ook kenbaar hebben gemaakt zonder dit testamentair vast te leggen.
Er is dan sprake van een informele wil. Uitvoering van deze informele wil door de erfge-
namen kan gevolgen hebben voor de schenk- en/of overdrachtsbelasting. Gelukkig zijn er
verzachtende omstandigheden.
8
Beperkte 'schade' bij uitvoering informele wil
LENTINK • Pluspunt nummer 2 • 2013
schenkbelasting verschuldigd zijn, of in geval van overdracht van een onroerende zaak, zelfs overdrachtsbelasting.
Op verzoek kan hiervoor een tegemoetkoming worden verleend. Er moet dan wel worden aangetoond dat de erflater
een informele wil had en dat deze ook nog bestond op het moment van zijn overlijden.
Had de erflater een testament, dan gelden de volgende voorwaarden:
• de erflater had voor zijn overlijden nog gesproken met de notaris over het wijzigen van zijn testament, maar de
wijziging kon door dit overlijden niet meer op tijd worden gerealiseerd, en
• de informele wil van de erflater bestond nog op het moment van zijn overlijden.
Tegemoetkoming schenkbelasting
Voor de tegemoetkoming in de schenkbelasting wordt een vergelijking gemaakt tussen de erfbelasting die in totaal
verschuldigd is over alle verkrijgingen van de erflater, en de erfbelasting die verschuldigd zou zijn geweest over alle
verkrijgingen als de informeel begunstigde de schenking rechtstreeks van de erflater zou hebben gekregen.
Tegemoetkoming overdrachtsbelasting
Betreft de informele wil een overdracht van een woning, dan zou de informeel begunstigde ook overdrachtsbelasting
moeten betalen. De heffing van overdrachtsbelasting kan echter achterwege blijven, maar dan mag er voor de
overdracht geen vergoeding verschuldigd zijn. Wel mag de informeel begunstigde een eventuele (restant) hypotheek-
schuld op de woning overnemen of vergoeden aan de schenkers.
9
Let op!
De wettelijk verschuldigde
erfbelasting blijft in stand.
De tegemoetkoming ziet
uitsluitend op de schenk-
belasting die de informeel
begunstigde verschuldigd is
over de schenking wegens
uitvoering van de informele
wil van de erflater. De ver-
schuldigde erfbelasting
wordt niet teruggegeven.Beperkte 'schade' bij uitvoering informele wil
Vergoedingsvordering tussen echtgenoten zonder fiscale gevolgen
10
LENTINK • Pluspunt nummer 2 • 2013
Als u uit uw privévermogen betaalt voor een goed dat tot het privévermogen van uw
echtgeno(o)t(e) gaat behoren, dan heeft u wettelijk recht op een vergoeding. Dit noemt men
een vergoedingsvordering. Tot voor kort was het onduidelijk of een dergelijke vergoedings-
vordering al dan niet belast zou zijn in de inkomstenbelasting. Recentelijk is er meer duide-
lijkheid gekomen. De vergoedingsvordering hoeft niet als inkomen te worden aangegeven
in de aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2012. U en uw echtgeno(o)t(e) moeten hier
dan wel beiden mee instemmen.
Vergoedingsvordering in vogelvlucht
Kort gezegd is sprake van een vergoedingsvordering als u uit uw privévermogen (mee)betaalt voor de aankoop van
of de verbetering aan een goed dat behoort tot het privévermogen van uw echtgeno(o)t(e). Van een vergoedings-
vordering is ook sprake als u een schuld aflost voor iets wat tot het privévermogen van uw partner behoort.
Stel dat uw echtgeno(o)t(e) in het verleden op eigen naam een woning heeft gekocht waarin u beiden woont. Er zijn
verbouwplannen en u betaalt uit uw privévermogen de rekeningen van de aannemer. U krijgt dan niet alleen een
vergoedingsvordering op uw echtgeno(o)t(e) voor het bedrag dat u heeft betaald, maar u deelt dan ook mee in de
waardeontwikkeling van het huis.
Het kan ook zo zijn dat u uit uw privévermogen betaalt voor een goed dat tot het ondernemingsvermogen van uw
echtgeno(o)t(e) gaat behoren of dat uw partner aan u geld uit zijn of haar privévermogen geeft waarmee u weer
aandelen koopt in een bv.
Huwelijksgoederenregime
Een vergoedingsvordering zal meestal voorkomen bij huwelijkse voorwaarden, maar een dergelijke vordering kan
ook ontstaan bij gehuwden in gemeenschap van goederen. U heeft bijvoorbeeld van uw ouders een schenking
ontvangen onder uitsluitingsclausule en met deze schenking betaalt u voor een goed waartoe uw echtgeno(o)t(e)
eveneens is gerechtigd. Ook dan ontstaat bij u een vergoedingsrecht en bij de ander een vergoedingsplicht.
Fiscale gevolgen
Recentelijk is goedgekeurd dat de vergoedingsvordering in ieder geval niet als inkomen hoeft te worden aangege-
ven in de aangifte inkomstenbelasting 2012. Dit moet dan wel een bewuste keuze zijn. Zowel de echtgenoot die
recht heeft op de vergoeding als degene die een vergoedingsplicht heeft, moet ervoor kiezen dit niet in de aan-
gifte op te nemen. De vergoedingsvordering heeft in dat geval geen gevolgen voor de winst uit onderneming, de
terbeschikkingstellingsregeling, de eigenwoningregeling en het aanmerkelijk belang. Ziet het vergoedingsrecht op
inkomen uit sparen en beleggen (box 3), dan behoren de vordering en de daarmee corresponderende schuld tot
de rendementsgrondslag.
11
Voor ugelezen
12
LENTINK • Pluspunt nummer 2 • 2013
Let op
Houd ook rekening met de meldings-
plicht aan de fiscus wanneer uw werk-
nemer een andere bestelauto gaat
rijden of toch besluit om de bestelauto
privé te gaan gebruiken.
1. VErsNELD AFscHrIjVEN OVEr INVEsTErINGEN 2E HELFT 2013
Het kabinet wil ondernemers meer de ruimte geven om te investeren. Daartoe is nu de regeling voor tijdelijke willekeurige
afschrijving in het leven geroepen. Deze regeling gaat in op 1 juli 2013 en loopt tot het einde van dit jaar. Ondernemers
kunnen in deze periode eenmalig tot maximaal de helft van nieuwe bedrijfsinvesteringen afschrijven en van de belasting
aftrekken. Als voorwaarde geldt dat de investering voor 1 januari 2016 in gebruik wordt genomen. Indien dat niet
gebeurt, wordt de willekeurige afschrijving teruggenomen. Zowel bedrijven die vennootschapsbelasting als bedrijven
die inkomstenbelasting betalen, komen voor de regeling in aanmerking.
2. ZONNEPANELEN GEPLAATsT? U KrIjGT mOGELIjK GELD VAN DE FIscUs!
Onlangs heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie beslist dat u als particulier recht heeft op teruggaaf van
21% btw die u heeft betaald voor de aanschaf- en plaatsingskosten van zonnepanelen.
De laatste jaren heeft het plaatsen van zonnepanelen op huizen een grote vlucht genomen, mede dankzij de vele
overheidssubsidies. De elektriciteit die particulieren daarmee opwekken, leveren ze (deels) terug aan het energienet.
Uit het arrest van de Europese rechter blijkt nu dat deze ‘terugleverende' particulieren eigenlijk btw-ondernemers
zijn. Ze leveren volgens de Europese btw-regels immers een zogeheten economische activiteit. Wanneer dat het
geval is, mag u als btw-ondernemer de betaalde btw terugvragen!
Teruggaaf van betaalde btw
Niet alleen de voorbelasting op de aanschaf- en plaatsingskosten van de zonnepanelen is aftrekbaar, maar ook
die van het toekomstige onderhoud. Het is raadzaam dat u uw adviseur verzoekt om namens u een brief te sturen
naar de Belastingdienst met de mededeling dat u btw-ondernemer bent en daarom recht heeft op teruggaaf van btw.
Verder is het van belang dat het tijdstip van aanschaf niet te ver van het heden afligt. Voor zonnepanelen die in het
tweede kwartaal 2013 zijn aangeschaft, kan een teruggaaf worden aangevraagd binnen de wettelijke termijn. Voor
facturen die zijn uitgereikt vóór 1 april 2013 ligt dat anders.
3. ZAKELIjK GEBrUIK BEsTELAUTO: GEEN PrIVéKILOmETEr TE VEEL!
Gebruikt uw werknemer de bestelauto van de zaak uitsluitend zakelijk, dan kunt u namens hem een 'Verklaring
uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto' indienen bij de Belastingdienst. U hoeft dan bij het loon van uw werknemer
geen rekening te houden met een bijtelling privégebruik auto. Ook hoeft uw werknemer geen rittenadministratie
bij te houden. Maar let op: er mag nul kilometer privé worden gereden!
De Belastingdienst geeft de verklaring af met een ingangsdatum. Vanaf deze datum mag uw werknemer de bestel-
auto niet meer privé gebruiken. Als de Belastingdienst de bestelauto bij een controle op een ongebruikelijk tijdstip
of op een bijzondere locatie aantreft, dan zullen uw werknemer en u het zakelijke karakter van de rit moeten kunnen
aantonen. Lukt dit niet dan riskeert u naheffingen en boetes. Bewaar dus bewijsstukken waarmee u kunt aantonen
dat ritten, ook op ongebruikelijke tijdstippen, voor het bedrijf zijn gereden.
De verklaring heeft geen terugwerkende kracht. Dient u de verklaring namens uw werknemer pas in de loop van
het jaar in, terwijl uw werknemer al in de bestelauto rijdt, dan moet deze laatste kunnen bewijzen dat hij tot de
ingangsdatum van de verklaring niet meer dan 500 kilometer privé met de bestelauto heeft gereden.
13
4. OVErHEID sErIEUs ALTErNATIEF VOOr ONDErNEmINGsFINANcIErING
De banken blijven zuinig met hun kredieten aan het bedrijfsleven. Onlangs stond de Europese Centrale Bank in de
krant met het nieuws dat het steunprogramma rond mkb-financiering moest worden afgeblazen. Ondertussen blijft
de economische malaise aanhouden. Een serieus alternatief voor de ondernemer die verlegen zit om kapitaal is
het financieringsprogramma van de overheid.
Naast de verschillende regelingen van het ministerie van Economische Zaken bieden ook gemeenten, UWV, Micro-
financiering Nederland en uiteraard de Belastingdienst financieringsfaciliteiten aan. Antwoord voor Bedrijven
heeft alle mogelijkheden op een rij gezet. De Belastingdienst helpt door aantrekkelijke investeringsfaciliteiten en
gunstige crisismaatregelen. De gemeenten steunen met name de kleine zelfstandige met de Bijstandsverlening
zelfstandigen. UWV geeft starters met een ww-uitkering een steuntje in de rug en Microfinanciering Nederland stelt
de zogeheten Qredits ter beschikking, een financieringsprogramma tot € 50.000.
Overzicht
Economische Zaken heeft zoveel te bieden dat er een overzicht is samengesteld van alle subsidies en regelingen
op de website van Agentschap NL. Op deze website is ook een folder te downloaden waarin alles nog eens op een
rij is gezet.
5. WErKGEVEr: VOLG BEscHIKKING sEcTOrINDELING BELAsTINGDIENsT
Ontvangt u als werkgever van de Belastingdienst een beschikking met een nieuwe sectorindeling voor de werk-
nemersverzekeringen, dan moet u vanaf de datum die op deze beschikking staat het nieuwe premiepercentage
toepassen. Dus niet pas vanaf 1 januari van het volgende jaar. De regeling is namelijk aangepast, zo maakte de
Belastingdienst onlangs bekend.
sectoraansluiting
Het bedrijfsleven is voor de werknemersverzekeringen verdeeld in sectoren. Als werkgever bent u verplicht aange-
sloten bij één van die sectoren. De sectoraansluiting bepaalt de hoogte van de sectorpremie die u moet betalen.
Nieuwe beschikking
Veranderen de ondernemingsactiviteiten van uw bedrijf niet structureel, dan blijft u als werkgever aangesloten bij
de vastgestelde sector. Veranderen de activiteiten wel structureel, dan moet u binnen veertien dagen de Belasting-
dienst schriftelijk vragen om een nieuwe beoordeling van de sectoraansluiting. U ontvangt van de Belastingdienst
dan een nieuwe beschikking. De datum op deze beschikking bepaalt wanneer u het nieuwe premiepercentage
moet toepassen.
6. ONZEKErE PLANNEN OVEr ZWAArDErE LAsTEN DGA
Begin deze week is de commissie Van Dijkhuizen met voorstellen gekomen om het belastingstelsel in Nederland
eenvoudiger en rechtvaardiger te maken. Dat doet zij door de lasten budgetneutraal onder ondernemers en
particulieren te herverdelen. Werkgeversorganisaties leverden meteen stevige kritiek op onder meer de voorgestelde
lastenverzwaring voor directeur-grootaandeelhouders (dga’s). Minister Dijsselbloem van Financiën zei dat hij op
korte termijn geen ingrijpende belastingherziening verwacht.
Het kabinet gaat de plannen van de commissie in ieder geval wel serieus bestuderen.
14
LENTINK • Pluspunt nummer 2 • 2013
15
Een serieus alternatief voor de
ondernemer die verlegen zit om
kapitaal is het financierings-
programma van de overheid
16
Vanaf 1 januari 2014 geldt er een nieuwe
regel: kinderopvangtoeslag wordt dan
toegekend vanaf de maand waarin
de ouder de aanvraag doet en de drie
maanden daarvoor
Verlaging doelmatigheidsmarge
Een voorstel dat verstrekkende gevolgen kan hebben voor de dga is de verlaging van de doelmatigheidsmarge bij
het vaststellen van het fiscale loon. Nu is het nog zo dat de dga bij een gebruikelijk loon dat hoger is dan € 43.000
(2013) binnen bepaalde grenzen van dit loon mag afwijken. Zo komt het in de praktijk vaak voor dat het loon van
de dga vastgesteld wordt op 70% van het gebruikelijke loon. De dga kan dus binnen de grenzen een 'korting' toe-
passen van 30% (doelmatigheidsmarge) op zijn loon. De commissie stelt voor om deze doelmatigheidsmarge terug
te brengen tot 10%. Dit zou de schatkist € 1 miljard extra opleveren.
Extra belasting in box 2
Bovendien wil de commissie het in de bv opgebouwde vermogen voor de aanmerkelijkbelanghouder jaarlijks gaan
belasten in box 2 tegen een zogeheten forfaitair rendement van 2,4%.
Andere belangrijke voorstellen van de commissie Van Dijkhuizen zijn: lagere belastingtarieven, verlenging van de
eerste schijf, afschaffing van de zelfstandigen- en startersaftrek voor ondernemers, vereenvoudiging van de toeslagen
en een verlaging van het forfaitair rendement in box 3 van 4% naar 3% vanaf 2014.
7. VAKANTIEWErK? HOUD U AAN DE rEGELs!
Het einde van het schooljaar komt weer in zicht en dat betekent dat veel jongeren op zoek gaan naar een vakantie-
baantje. Zorg ervoor dat u ook als werkgever goed voorbereid het vakantieseizoen ingaat. De regels kunnen u
namelijk nog weleens verrassen als u vakantiewerk aanbiedt aan jongeren in de leeftijd van 13 tot en met 17 jaar.
Brochure vakantiewerk 2013
Speciaal voor deze doelgroep heeft het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de brochure 'Vakantie-
werk 2013 (met bedragen per 1 juli 2013)' uitgebracht. De brochure is niet alleen handig voor jongeren, maar ook
voor u als uw vakantiewerk aanbiedt. Zo blijkt bijvoorbeeld dat 13- en 14-jarigen niet op zondag mogen werken.
Wel zo handig om te weten als uw bedrijf een zondagopenstelling heeft. Ook het soort vakantiewerk hangt af van
de leeftijd. Bovendien bent u verplicht om het minimumjeugdloon uit te betalen.
studenten- en scholierenregeling
Ga ook na of u gebruik kunt maken van de studenten- en scholierenregeling in de loonbelasting. Kunt u de regeling
toepassen, dan hoeft u minder loonbelasting/premie volksverzekeringen te berekenen. Het voordeel voor de student
of scholier is dat deze netto meer overhoudt.
8. KINDErOPVANGTOEsLAG AANVrAGEN KAN NOG
Ouders die in 2012 en 2013 de kinderopvangtoeslag niet op tijd hebben aangevraagd waardoor zij minder geld
ontvingen dan wanneer zij hun aanvraag eerder hadden ingediend, krijgen alsnog de mogelijkheid de toeslag voor
die jaren aan te vragen. Sommige ouders hebben namelijk een afwijzing gekregen, omdat zij met terugwerkende
kracht een aanvraag hebben ingediend die verder teruggaat dan één maand. Deze beperking wordt dus voor
2012 en 2013 tijdelijk afgeschaft. Kinderopvangtoeslag is alsnog aan te vragen via 'mijn toeslagen' op de website
van de Belastingdienst.
Vanaf 1 januari 2014 geldt er een nieuwe regel: kinderopvangtoeslag wordt dan toegekend vanaf de maand waarin
de ouder de aanvraag doet en de drie maanden daarvoor.
17
18
LENTINK • Pluspunt nummer 2 • 2013
9. sNELLErE AFHANDELING EcHTscHEIDING
Vanaf 1 april 2013 geldt er een landelijke uniforme werkwijze die rechters hanteren voor het afhandelen van de
vermogensrechtelijke kant van een echtscheiding. Het gaat dan bijvoorbeeld om het verdelen of verrekenen van
bankrekeningen, verzekeringspolissen, hypotheek, het huis en de schulden. Een verzoek tot verdeling van de huwe-
lijksgoederengemeenschap of het verrekenen van inkomen en vermogen, wordt voortaan gelijktijdig behandeld met
het echtscheidingsverzoek en andere verzoeken (bijvoorbeeld voor alimentatie of een omgangsregeling). Het voordeel is
dat partijen, indien nodig, in de meeste gevallen maar één keer naar de rechtbank hoeven.
Nieuw is ook dat partijen en hun advocaten voortaan verplicht een webformulier moeten indienen met gegevens
over de samenstelling en de waardering van het te verdelen vermogen.
10. BELAsTINGVOOrDEEL OLDTImEr PAs VANAF VEErTIG jAAr
Staatssecretaris Weekers van Financiën heeft nieuwe afspraken met de oldtimerbranche gemaakt waarbij een vrijstelling
van de MRB (motorrijtuigenbelasting) geldt voor alle motorrijtuigen van veertig jaar en ouder. Het betreft benzine-,
diesel- en LPG-oldtimers, motorfietsen, bussen, vrachtauto’s en kampeerauto’s. Voor jongere oldtimers betaalt u
vanaf 2014 in principe volledig MRB.
Wel is er een overgangsregeling getroffen voor benzineauto’s, motorfietsen, bussen of vrachtauto’s die op 1 januari
2014 ouder zijn dan 26 jaar, maar nog niet de leeftijd van 40 jaar hebben bereikt (datum eerste toelating vanaf
1963 tot en met 1987). Voor deze oldtimers geldt een kwarttarief in de MRB met een maximum van € 120 (€ 30
per kwartaal), mits er in de wintermaanden december, januari en februari geen gebruik wordt gemaakt van de
openbare weg.
11. ExTrA cONTrOLE OP OPENsTAANDE BTW-scHULDEN
De Belastingdienst heeft aangekondigd ondernemers extra te gaan controleren op openstaande btw-schulden op
de balans. Dit gebeurt door de btw-aangiften van ondernemers te vergelijken met de aangifte inkomstenbelasting
of vennootschapsbelasting. Heeft u nog niet afgedragen btw-schulden over voorgaande jaren, dan is het verstandig
zo snel mogelijk contact op te nemen met uw adviseur bij Lentink. Worden deze openstaande btw-schulden namelijk
aangegeven vóór 1 juni 2013, dan kunt u een hoge boete voorkomen. In dat geval geldt namelijk géén boete tot
een belastingbedrag van € 20.000, en daarboven een boete van 5%. Wordt de schuld na die tijd aangegeven, dan
kan er een fors hogere boete worden opgelegd
12. PErIODIEKE scHENKING AAN ANBI OF VErENIGING mAKKELIjKEr
Vanaf 1 januari 2014 is de periodieke gift aan een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) of een vereniging met
minimaal 25 leden ook fiscaal aftrekbaar als deze gift wordt vastgelegd in een schenkingsovereenkomst tussen
de gevende en de ontvangende partij. De eis dat dit moet worden vastgelegd in een notariële akte komt dan te
vervallen. Wel blijft gelden dat een periodieke gift alleen aftrekbaar is als deze een looptijd heeft van minimaal vijf jaar
(of eindigt bij eerder overlijden). De Belastingdienst zal binnen enkele maanden een model-schenkingsovereenkomst ter
beschikking stellen via een download op de website.
19
13. BEDrIjFsVErLIEs? VrAAG EEN VOOrLOPIGE VErLIEsVErrEKENING AAN
Heeft uw bv in 2011 een winst behaald, maar het jaar 2012 afgesloten met een
verlies, dan kunt u na het indienen van de aangifte over 2012 de inspecteur verzoeken
om een voorlopige verliesverrekening. De Belastingdienst zal dan alvast 80% van
het vermoedelijke verlies verrekenen met de winst van het jaar 2011. Op die manier
kunt u sneller beschikken over een deel van het door u terug te verwachten belas-
tinggeld. De voorlopige verliesverrekening wordt naderhand verrekend met de defi-
nitieve verliesverrekening of met de aanslag over het jaar 2012.
14. WETTELIjK mINImUmLOON OOK VOOr OPDrAcHTNEmErs
Opdrachtnemers die werken op basis van een overeenkomst van opdracht hebben
in de toekomst recht op het wettelijk minimumloon en de minimumvakantiebijslag.
Door betaling van het wettelijk minimumloon aan deze groep moet misbruik van
opdrachtnemers worden voorkomen. Minister Asscher van Sociale Zaken en Werk-
gelegenheid heeft hiervoor inmiddels een nieuw wetsvoorstel ingediend.
De minister wil met deze maatregel de positie verbeteren van werknemers zonder vast
contract. Nu is het wettelijk minimumloon alleen van toepassing op de opdracht-
overeenkomst als het werk door een en dezelfde persoon wordt verricht, er maxi-
maal sprake is van twee opdrachtgevers en de duur van de opdracht minimaal drie
maanden is. Deze criteria zijn in de praktijk makkelijk te omzeilen, waardoor de
opdrachtgever vaak toch geen wettelijk minimumloon hoeft te betalen. Als de Wet
wordt aangepast, dan is dat straks niet meer mogelijk. Overigens zal het wettelijk
minimumloon niet van toepassing zijn op de zelfstandige zonder personeel (zzp’er).
De zzp’er wordt op de arbeidsmarkt namelijk gezien als een ondernemer die hier-
door zelf invloed kan uitoefenen op de hoogte van zijn tarieven.
15. GrATIs HULP BIj BErEKENING ZIEKTEWETUITKErING
Werkgevers die eigenrisicodrager zijn voor de Ziektewet, kunnen tussen 1 juni 2013
en 1 september 2013 kosteloos het dagloon voor de Ziektewetuitkering aan een
werknemer laten berekenen door het UWV. Deze werkgevers krijgen zo meer tijd om
zich voor te bereiden op de nieuwe berekeningswijze van WW- en ZW-uitkeringen die
is ingegaan op 1 juni 2013. Het berekenen is alleen gratis als het gaat om daglonen
die volgens de nieuwe regels berekend moeten worden. Anders zijn er wel kosten aan
verbonden.
De nieuwe berekeningswijze is een gevolg van het gewijzigde 'Dagloonbesluit werkne-
mersverzekeringen'. Dit besluit bevat nadere regels voor de vaststelling van het dag-
loon voor uitkeringen op grond van de werknemersverzekeringen, zoals de Ziektewet
(ZW) en de Werkloosheidswet (WW).
Lentink Accountants/Belastingadviseurs enLentink Audit B.V.
Huizermaatweg 460 1276 LM Huizen Tel.: 035 - 523 25 75 Fax: 035 - 523 25 99 [email protected]
G.T. Rietveldstraat 1801333 LJ AlmereTel.: 036 - 548 67 77Fax: 036 - 548 67 [email protected]
Stationsstraat 2 B1211 EM HilversumTel.: 035 - 523 25 [email protected]
www.lentink.org www.lentink-audit.nl
Aan deze Pluspunt werkten meeMichel Hooijschuur
(Fiscaliteit)
redactiesecretariaatGina Wijntjes - de Graaf
Tel.: 035 - 523 25 75
e-mail: [email protected]
Hoewel deze Pluspunt met grote zorgvuldigheid is samen gesteld, kunnen de maatschap Lentink Accountants/Belasting adviseurs en Lentink Audit B.V.
geen aansprakelijkheid accepteren voor de gevolgen van het gebruik van deze uitgave zonder haar medewerking.