13 januari 2017

Naam notitie/procedure/afspraak Leerlingenstatuut

Eigenaar/portefeuillehouder Wim Krijbolder

Versienummer 2.0

Status document (concept, voorstel, besloten, vastgesteld)

Vastgesteld

Datum laatste statuswisseling 24 maart 2016

Leerlingenstatuut

Leerlingenstatuut 1

Inhoudsopgave Inleiding .................................................................................................. 2

Artikel 1 De functie van het leerlingenstatuut ................................................... 3 Artikel 2 Begrippen ................................................................................... 4 Artikel 3 Procedure................................................................................... 5 Artikel 4 Publicatie ................................................................................... 6

Artikel 5 Het geven van onderwijs ................................................................. 7 Artikel 6 Het volgen van onderwijs door leerlingen ............................................. 8 Artikel 7 Inspanningsverplichting ................................................................... 9 Artikel 8 Onderwijstoetsing (met uitzondering van schoolexamen en centraal examen) 10 Artikel 9 Werkstukken (waaronder praktijkopdrachten) ...................................... 11

Artikel 10 Rapporten .............................................................................. 12 Artikel 11 Overgaan en zitten blijven .......................................................... 13 Artikel 12 Huiswerk ............................................................................... 14 Artikel 13 Schoolreglement ...................................................................... 15 Artikel 14 Aanname en plaatsing ................................................................ 16 Artikel 15 Vrijheid van meningsuiting .......................................................... 17 Artikel 16 Vrijheid van uiterlijk ................................................................. 18 Artikel 17 Aanplakborden ........................................................................ 19 Artikel 18 Multimedia, e-mail en internet ..................................................... 20 Artikel 19 Bijeenkomsten ........................................................................ 21 Artikel 20 Leerling medezeggenschapsraad ................................................... 22 Artikel 21 Orde en veiligheid .................................................................... 23 Artikel 22 Consumptief gedrag .................................................................. 24 Artikel 23 Strafmaatregelen ..................................................................... 25 Artikel 24 Schorsing ............................................................................... 26 Artikel 25 Verwijdering ........................................................................... 27 Artikel 26 Klachtenregeling ...................................................................... 28 Artikel 27 Slotbepaling ........................................................................... 29

Leerlingenstatuut 2

Inleiding

Documenten waarin het leerlingenstatuut verder is uitgewerkt,

waaronder:

1. Gebruik social media 2. Veiligheidsplan 3. Regels bij schadeafhandelingen 4. Leefregels voor leerlingen 5. Instrument verantwoord onderwijs

6. Pestprotocol 7. Klachtenregelingen 8. Protocol schorsing en verwijdering 9. Verzuimprotocol

10. Protocol dyslexie

Zie voor bovenstaande documenten de website van de school.

Leerlingenstatuut 3

Artikel 1 De functie van het leerlingenstatuut

Het omschrijven van de rechten en plichten van leerlingen op het Pius X-College te Bladel. Zij zijn bindend voor: - leerlingen - personeel en directie - Bestuurder en Raad van Toezicht - Medezeggenschapsraad - ouders of verzorgers van de leerlingen en de Ouderraad - eventuele raden en commissies die in verband met het Pius X-College worden opgericht - Leerling medezeggenschapsraad

Leerlingenstatuut 4

Artikel 2 Begrippen

In alle omschrijvingen in dit leerlingenstatuut wordt overal waar ‘leerling’ staat ook ‘leerlinge’ bedoeld en waar ‘docent’ staat, wordt ook ‘docente’ bedoeld. - school: het Pius X-College - leerlingen: alle leerlingen die op school staan ingeschreven - ouders/verzorgers: ouders, voogden, feitelijke verzorgers van de leerlingen - docenten: personeelsleden met een onderwijzende taak (en stagiaires van de

lerarenopleidingen) - mentor: docent, aangewezen om een leerling of een groep leerlingen gedurende een

schooljaar sociaal te begeleiden - teamleider: functionaris die, op grond van de door de directeur onderwijs gedelegeerde

taken en bevoegdheden, belast is met de leiding van een team dat één of meer opleidingen binnen de afdeling verzorgt

- directeur onderwijs: lid van de directie, op grond van de door de Bestuurder (directie/managementstatuut) gedelegeerde taken en bevoegdheden, belast met de leiding over de leerlingen, docenten en onderwijsassistenten van de scholengemeenschap

- Bestuurder: de rector - Raad van Toezicht: college van toezichthouders - bevoegd gezag: de Bestuurder en de Raad van Toezicht - klassenvertegenwoordiger: elke onderbouwklas kiest een klassenvertegenwoordiger die:

o klassikale wensen ten aanzien van proefwerken, roosterwijzigingen en dergelijke, op

correcte wijze kenbaar maakt; o afwezigheid van onderwijs-gevenden meldt bij de teamleider of sectoradministratie; o daar waar nodig is in het belang van de sfeer binnen de klas, hulp inroept van mentor

en/of teamleider; o belangwekkende vragen of opmerkingen doorgeeft aan de leerlingvertegenwoordiger

binnen de MR. - Medezeggenschapsraad (MR): het vertegenwoordigend orgaan van het Pius X-College met

de geledingen: § leerlingen § personeel § ouders

- Inspectie: de uitvoerende instantie die namens het Ministerie van OC&W belast is met onder andere het toezicht op naleving van de regelgeving

- klachtencommissie: orgaan dat klachten aangaande vermeend onjuiste of onzorgvuldige toepassing van het Leerlingenstatuut in behandeling kan nemen en hierover advies geeft.

Leerlingenstatuut 5

Artikel 3 Procedure

De hoofddirectie legt het Leerlingenstatuut voor aan de MR, nadat de leerlingvertegenwoordiger in de MR hierover is geraadpleegd.

Leerlingenstatuut 6

Artikel 4 Publicatie

Het Leerlingenstatuut is beschikbaar voor alle leerlingen op de website van het Pius X – College (www.piusx-college.nl).

Leerlingenstatuut 7

Artikel 5 Het geven van onderwijs

a. De leerlingen hebben er recht op dat de docenten zich inspannen om goed onderwijs te

geven. Daaruit volgt dat de leerling verduidelijking kan vragen over: - verdeling van de lesstof over de lessen - presentatie en uitleg van de stof - keuze van schoolboeken - aansluiting van het opgegeven huiswerk bij de behandelde lesstof - toetsing: weging; omvang; frequentie; wijze van toetsing

b. Als een lid van het personeel naar het oordeel van (een) leerling(en) het onderwijs niet goed verzorgt en de leerling(en) zich daarover wil(len) beklagen, dan kan dat door de leerling(en) aan de orde worden gesteld bij het betreffende personeelslid. Wendt/wenden hij/zij zich niet tot de betrokkene of levert bedoeld contact geen bevredigend resultaat op, dan kunnen achtereenvolgens de mentor, de teamleider, de directeur onderwijs worden ingeschakeld. Deze neemt vervolgens contact op met degene tegen wie bezwaar is aangetekend om te proberen tot een aanvaardbare oplossing te komen. Betreft de klacht een lid van de schoolleiding, dan wordt de klacht gedeponeerd bij de Bestuurder.

c. De mentor, respectievelijk de schoolleiding c.q. de Bestuurder, geven elk binnen vijf schooldagen de leerling(en) een reactie op de klacht.

d. Indien de leerling(en) of de docent zich niet met de reactie kan/kunnen verenigen, kan beroep worden aangetekend bij de klachtencommissie, zoals bedoeld in artikel 26.

Leerlingenstatuut 8

Artikel 6 Het volgen van onderwijs door leerlingen

a. De leerlingen zijn verplicht alle lessen te volgen die in het rooster zijn vastgelegd. Ook

aangepaste schoolactiviteiten (ASA) zoals dagexcursies, sportdagen, introductiedagen, schooldagen en de maatschappelijke stage, maken deel uit van de onderwijstijd.

b. De school streeft naar een optimaal leerlingenrooster. c. De gang van zaken met betrekking tot lesuitval en tussenuren staat in de schoolgids bij

de gedragsregels vermeld. d. Leerlingen hebben in bepaalde gevallen recht op verlof, dat schriftelijk wordt

aangevraagd bij de teamleider. Voor aanvraag van bijzonder verlof raadpleeg het ouder/leerlingportaal op de website van het Pius X – College. Voor de aanvraag van bijzonder verlof moet gebruikt gemaakt worden van de daarvoor bestemde formulieren. Deze zijn te downloaden van de website.

e. Voor ziekmeldingen geldt dat een leerling door de ouder telefonisch wordt ziekgemeld bij de receptie van de school. Wanneer een leerling weer beter is dient dat daar ook gemeld te worden. Wanneer een leerling gedurende de dag ziek wordt, wordt deze na toestemming van de teamleider naar huis gestuurd. De ouder dient dan ook telefonisch aan de school door te geven als de leerling thuis is aangekomen.

Leerlingenstatuut 9

Artikel 7 Inspanningsverplichting

a. De leerlingen zijn verplicht zich in te spannen om een goed onderwijsproces mogelijk te

maken. b. Een leerling die de goede voortgang van de les verstoort, kan door de docent uit de les

worden verwijderd en dient zich vervolgens te melden bij de teamleider. c. Als de studiehouding c.q. studieresultaten daartoe aanleiding geven, kan de directeur

onderwijs, in samenspraak met teamleider en mentor, besluiten dat een leerling de studie niet mag voortzetten, nadat een bindend advies aan de ouders/verzorgers of meerderjarige leerling is uitgebracht.

Leerlingenstatuut 10

Artikel 8 Onderwijstoetsing (met uitzondering van

schoolexamen en centraal examen)

a. Toetsing van lesstof voor rapportcijfers gebeurt door middel van: - proefwerken - schriftelijke en mondelinge overhoringen, al dan niet opgegeven - het toetsen van vaardigheden - praktische opdrachten.

b. Een leerling heeft er recht op dat de docent aan het begin van het schooljaar duidelijk omschrijft wat hij verstaat onder een proefwerk, een overhoring e.d. en op welke manier deze verwerkt worden bij de berekening van het jaarcijfer conform de regeling Programma van Toetsing.

c. Het proefwerkrooster, met uitzondering dat van de proefwerkweek, wordt zodanig opgesteld dat: - er maximaal twee proefwerken per dag voor alle leerlingen gegeven mogen worden - er maximaal twee werkstukken per week ingeleverd hoeven te worden, die minimaal

vijf lesdagen van tevoren zijn opgegeven - er maximaal vijf proefwerken per week voor alle leerlingen gegeven worden. (Herkansingen en inhaalproefwerken zijn uitgesloten van bovenstaande regels.)

d. Een leerproefwerk wordt minimaal vijf lesdagen voor het gemaakt wordt, door de docent opgegeven.

e. Een proefwerk mag alleen behandelde lesstof bevatten die minimaal één les van tevoren is afgerond.

f. De docent dient een proefwerk zo snel mogelijk, doch binnen tien werkdagen, na te kijken. Voor werkstukken en opstellen geldt een termijn van een maand. Bij overschrijding kunnen leerlingen hiervan melding maken bij de teamleider, die actie onderneemt.

g. Een proefwerk wordt altijd nabesproken in de les, voordat het volgende proefwerk over dezelfde of bij het vorige proefwerk aansluitende stof gegeven mag worden.

h. Een leerling heeft recht op inzage van zijn proefwerk. Dit kan alleen plaatsvinden onder toezicht van de docent. Toetsen (proefwerken en SO’s) worden niet mee naar huis gegeven.

i. De normen volgens welke een proefwerk beoordeeld wordt, worden binnen de vaksectie geregeld en schriftelijk vastgelegd in het vakwerkplan en door de docent van tevoren medegedeeld en zo nodig toegelicht.

j. Wie het niet eens is met de beoordeling van een proefwerk kan bezwaar aantekenen bij de vakdocent. Is de reactie van de onderwijsgevende niet bevredigend, dan kan de leerling de mentor vragen te bemiddelen.

k. Indien een leerling fraude pleegt of ongeoorloofd een proefwerk of overhoring mist, krijgt de leerling te maken met passende sancties.

l. Een leerling kan bezwaar indienen wanneer hij het niet eens is met deze sanctie. (zie klachtenregeling).

m. Als een leerling een toets heeft gemist met een geldige reden dan neemt hij zo snel mogelijk contact op met de vakdocent om een afspraak te maken of en wanneer de toets kan/moet worden ingehaald. Zo lang de toets nog niet is gemaakt staat in de administratie het signaalcijfer ‘*’.

n. Leerlingen van bovenbouw GT en HV die recht hebben op extra tijd voor het maken van toetsen kunnen gebruik maken van het extra tijdlokaal. Voor andere afdelingen gelden andere afspraken. Zie hiervoor protocol dyslexie.

Leerlingenstatuut 11

Artikel 9 Werkstukken (waaronder praktijkopdrachten)

Wanneer het maken van werkstukken onderdeel is van het onderwijsprogramma en meetelt voor het rapportcijfer, dient, onafhankelijk van het soort werkstuk, van tevoren duidelijk te zijn aan welke normen/eisen het moet voldoen. Tevens dient de opdracht tijdig (minimaal vijf lesdagen) te worden opgegeven.

Leerlingenstatuut 12

Artikel 10 Rapporten

a. Een rapport geeft de leerling en zijn ouders/verzorgers een overzicht van zijn prestaties

voor alle vakken over een bepaalde periode. Alsmede geoorloofd/ongeoorloofd verzuim. Het rapport is gericht aan de ouders/verzorgers.

b. Het moet voor de leerling per vak duidelijk zijn hoe de berekening van het rapportcijfer tot stand komt.

c. Een rapportcijfer in de onderbouw moet minimaal op twee punten zijn gebaseerd (waaronder tenminste één proefwerkcijfer).

d. Indien de leerling, de ouders/verzorgers, de mentor of de docent(en) dit wenst/wensen, wordt het rapport besproken.

Leerlingenstatuut 13

Artikel 11 Overgaan en zitten blijven

Aan het begin van het schooljaar dient duidelijk te worden aangegeven, aan welke normen een leerling moet voldoen om toegelaten te worden tot een hoger leerjaar. De diverse overgangsnormeringen staan vermeld op de website van de school.

Leerlingenstatuut 14

Artikel 12 Huiswerk

a. De docenten die lesgeven aan dezelfde klas streven ernaar dat er een evenredige

belasting is voor het maken van huiswerk over het gehele schooljaar. Het voorafgaande veronderstelt dat leerlingen verantwoordelijk zijn voor een werkverdeling met betrekking tot lange-termijn opdrachten (proefwerken, werkstukken, boekbesprekingen, verslagen en dergelijke).

b. De leerling die om een geldige reden zijn huiswerk niet gemaakt of geleerd heeft, meldt dit bij de aanvang van de les bij de docent, eventueel met een schriftelijk bewijs.

c. Leerlingen die om een geldige reden afwezig zijn geweest, halen de gemiste leerstof en toetsen, in overleg met de vakdocent, zo spoedig mogelijk in.

d. In de jaarplanning wordt maximaal vier keer per jaar de schooldag direct aansluitend op een vakantieperiode van tenminste vijf werkdagen als huiswerkvrij aangeduid.

e. Leerlingen die om een ongeldige reden het huiswerk niet gemaakt hebben, krijgen passende maatregelen om alsnog het huiswerk te maken.

Leerlingenstatuut 15

Artikel 13 Schoolreglement

a. Het leerlingenstatuut is verder uitgewerkt in een verzameling van documenten die de

gang van zaken op het Pius X-College regelen; hieronder vallen onder meer de leefregels, pestprotocol, klachtenregelingen, regels bij schade afhandelingen, gedragsregels bij het gebruik van multimedia, e-mail en internet, veiligheidsplan.

b. Deze documenten die de dagelijkse gang van zaken regelen, mogen niet in strijd zijn met dit Leerlingenstatuut.

Leerlingenstatuut 16

Artikel 14 Aanname en plaatsing

a. De schoolleiding informeert de toekomstige leerling en zijn ouders/ verzorgers

voldoende over de gang van zaken op school. b. Per afdeling beslist een toelatingscommissie onder voorzitterschap van de directeur

onderwijs over toelating. c. Het document aanname- en plaatsingsbeleid staat vermeld op de website van de school. d. De school stimuleert de interne doorstroom van leerlingen. e. Als een aangemelde leerling niet wordt toegelaten, geeft de schoolleiding de gronden

aan waarop deze beslissing is gebaseerd volgens de wettelijke regelgeving omtrent zorgplicht. Deze zorgplicht verplicht het Pius X-College dan ook om samen met de ouders naar een andere, wellicht meer passende school te zoeken.

f. De reden op grond waarvan iemand van een andere school is verwijderd, kan ook een belemmering zijn voor toelating op het Pius X-College.

Leerlingenstatuut 17

Artikel 15 Vrijheid van meningsuiting

a. Iedere leerling heeft de vrijheid zijn mening op school te uiten binnen de grenzen die

de identiteit en de doelstelling van de school daaraan stellen. Leerlingen dienen elkaars mening en die van anderen te respecteren. Uitingen die discriminerend of beledigend zijn, worden niet toegestaan.

b. Iedere leerling die zich door een ander seksueel geïntimideerd, beledigd of gediscrimineerd voelt, kan handelen volgens de in artikel 26 aangegeven procedure.

Leerlingenstatuut 18

Artikel 16 Vrijheid van uiterlijk

a. De schoolleiding heeft, de leerlingen gehoord, de bevoegdheid voorschriften te geven

en te wijzigen ter zake van uiterlijk en kleding van de leerlingen. b. Medewerkers en leerlingen zijn zodanig gekleed volgens maatschappelijk aanvaardbare

regels, dat men normaal kan functioneren voor de activiteit waarvoor men bij elkaar is. c. Leerlingen mogen in de lokalen hun jas niet aanhouden. Evenmin mogen zij daar een

hoofddeksel dragen, tenzij dit op religieuze gronden wenselijk wordt geacht. Daarbij moet het gezicht goed zichtbaar zijn en de veiligheid gewaarborgd.

Leerlingenstatuut 19

Artikel 17 Aanplakborden

Er is een aanplakbord waarop de leerlingen, en eventueel aanwezige leerlingencommissies, met toestemming van de schoolleiding vooraf, mededelingen en affiches van niet-commerciële aard kunnen ophangen, tenzij de inhoud daarvan redelijkerwijs in strijd geacht kan worden met de grondslag of doelstelling van de school en/of er sprake is van uitlatingen van discriminerende of beledigende aard of schending van iemands privacy.

Leerlingenstatuut 20

Artikel 18 Multimedia, e-mail en internet

Leerlingen kunnen, onder voorwaarden, op school gebruik maken van ICT-faciliteiten. Het Pius X-College hanteert gedragsregels ten aanzien van het gebruik van multimedia, e-mail en internet. Bij schade aan ICT-faciliteiten worden de kosten in rekening gebracht bij de ouders van de verantwoordelijke leerling.

Leerlingenstatuut 21

Artikel 19 Bijeenkomsten

a. Leerlingen hebben het recht om vergaderingen in te gelasten. b. De schoolleiding is bevoegd om in uitzonderlijke gevallen bijeenkomsten van leerlingen

te verbieden. c. Alleen als de leerlingen dat toestaan, worden andere schoolleden op hun bijeenkomsten

toegelaten. Een dergelijk besluit moet verantwoord worden. d. De schoolleiding is verplicht voor een bijeenkomst van leerlingen een ruimte ter

beschikking te stellen, een en ander binnen de feitelijke en organisatorische mogelijkheden van de school.

e. De leerlingen zijn verplicht een ter beschikking gestelde ruimte op een behoorlijke wijze achter te laten.

f. De gebruikers zijn verantwoordelijk en aansprakelijk voor eventuele schade.

Leerlingenstatuut 22

Artikel 20 Leerling medezeggenschapsraad

a. Aan de leerlingvertegenwoordiger in de MR wordt zo mogelijk een ruimte, maar in ieder

geval een eigen ruimte in het administratieve netwerk ter beschikking gesteld, om verslagen e.d. op te slaan.

b. Indien de leerlingvertegenwoordiger in de MR een huishoudelijk reglement opstelt dan wordt dat vervolgens ter kennisgeving aangeboden aan de MR.

c. De leerlingvertegenwoordiger in de MR is bevoegd desgevraagd of uit eigen beweging advies uit te brengen aan de MR, met name over die aangelegenheden die de leerlingen in het bijzonder aangaan.

d. Leden van de leerlingvertegenwoordiger in de MR kunnen voor hun werkzaamheden aan de schoolleiding om vrijstelling van het volgen van lessen verzoeken.

e. Leden van de leerlingvertegenwoordiger in de MR hebben toestemming om voor hun werkzaamheden door de school te lopen tijdens de lessen.

Leerlingenstatuut 23

Artikel 21 Orde en veiligheid

a. De leden van de schoolgemeenschap dienen zich te gedragen overeenkomstig de regels,

zoals die gepubliceerd zijn in de leefregels. b. Onverminderd het bepaalde in artikel 1 is elk lid van de schoolgemeenschap gehouden

de veiligheid en het gevoel van veiligheid en geborgenheid op school van alle andere leden van de schoolgemeenschap te handhaven en te bevorderen.

c. De schoolleiding zal strafbare feiten, die in en rond de school zijn gepleegd, eventueel na overleg met de ouders/verzorgers, melden bij de politie en, indien nodig, daarvan aangifte doen bij de politie.

d. De garderobekastjes worden steekproefsgewijs en onaangekondigd gecontroleerd op verboden spullen zoals alcohol, drugs, vuurwerk en wapens.

Leerlingenstatuut 24

Artikel 22 Consumptief gedrag

a. Er geldt een rookverbod van 8:20 tot 17:00 op alle schoolterreinen en schoolgebouwen. b. Drugsgebruik, drugsbezit en drugshandel zijn niet toegestaan. Dit geldt voor het gehele

schoolgebouw en schoolterrein en ook tijdens activiteiten die onder verant-woordelijkheid van de school elders plaatsvinden.

c. Gebruik van alcohol en drugs is in de school en op het schoolterrein niet toegestaan. d. Het is niet toegestaan om onder invloed van drugs of alcohol op school te komen. e. De school spant zich in om een leerling of medewerker hulp en steun te geven als artikel

21a, b of c in het geding is.

Leerlingenstatuut 25

Artikel 23 Strafmaatregelen

a. Een straf dient om de leerling tot het inzicht te laten komen dat hij fout is geweest. b. Bij het opleggen van een straf dient er een zekere verhouding te zijn tussen de strafmaat

en de ernst van de overtreding. Ook dient er – zo mogelijk – een relatie te bestaan tussen de aard van de overtreding en de soort straf. Met andere woorden, de straf moet in het pedagogisch klimaat passen.

c. Het moet duidelijk zijn voor welke overtreding de straf gegeven wordt. d. Bij de praktische uitvoering van een straf dient met de lichamelijke en geestelijke

mogelijkheden van de leerling rekening gehouden te worden. e. De docent kan de leerling uit de les verwijderen en hem naar de teamleider sturen. Deze

laatste zorgt, in overleg met en op voorstel van de betreffende docent, voor passende maatregelen.

Leerlingenstatuut 26

Artikel 24 Schorsing

a. Een schorsing kan door de schoolleiding opgelegd worden aan een leerling die zich

schuldig maakt aan een strafbaar feit of die zich ten opzichte van een ander of van anderen onbehoorlijk gedraagt.

b. Het besluit tot schorsing dient schriftelijk met opgave van redenen te worden meegedeeld (conform de wettelijke richtlijnen) aan de leerling en, als deze minderjarig is, aan de ouders/ verzorgers. Dit besluit wordt niet algemeen bekend gemaakt.

c. Schorsing voor één lesdag kan opgelegd worden door de teamleider na overleg met de directeur onderwijs.

d. Bij schorsing van een periode, langer dan één dag, worden het bevoegd gezag, de leerplichtambtenaar en de onderwijsinspectie hiervan schriftelijk en met opgave van redenen in kennis gesteld.

e. De schoolleiding kan een leerling met opgave van redenen schorsen voor ten hoogste vijf opeenvolgende schooldagen.

f. In afwijking van het bepaalde in lid e. kan in ernstige gevallen de termijn van vijf dagen verlengd worden, afhankelijk van de duur van een nader onderzoek (conform wettelijke richtlijnen).

Leerlingenstatuut 27

Artikel 25 Verwijdering

a. Definitieve verwijdering tijdens het schooljaar kan niet plaatsvinden op grond van

slechte studieresultaten, maar alleen wegens wangedrag of het plegen van een strafbaar feit. Alleen de Bestuurder kan een leerling verwijderen, nadat de ouders/verzorgers en/of de leerling in de gelegenheid zijn gesteld hun standpunt toe te lichten in een persoonlijk gesprek.

b. Definitieve verwijdering van een leerplichtige leerling geschiedt slechts na overleg met de leerplichtambtenaar en de onderwijsinspectie. Hangende dit overleg kan de desbetreffende leerling worden geschorst.

c. De schoolleiding stelt de leerplichtambtenaar en de onderwijsinspectie van een definitieve verwijdering schriftelijk en met opgave van redenen in kennis.

Leerlingenstatuut 28

Artikel 26 Klachtenregeling

a. Mocht er zich een klacht voordoen tussen een leerling (of een groep leerlingen) en een

personeelslid, danwel een leerling en een andere leerling of groep van leerlingen, dan wordt er de volgende procedure in acht genomen: De leerling probeert de klacht eerst samen met de desbetreffende docent danwel (groep) leerling(en) op te lossen. Mocht dit niet leiden tot een bevredigende oplossing, dan schakelt de leerling de mentor in. Mocht dit overleg ook mislukken, dan wordt de klacht aan de teamleider en in laatste instantie aan de directeur onderwijs voorgelegd.

b. Een lid van de schoolgemeenschap kan te allen tijde de hulp inroepen van een vertrouwenspersoon. De namen van de vertrouwenspersonen worden jaarlijks gepubliceerd in de schoolgids.

c. Wanneer de procedure, beschreven in lid a., niet leidt tot een bevredigende oplossing, dan kan betrokkene een onderhoud hierover aanvragen met de rector, eventueel met behulp van een derde persoon. Het initiatief voor dit gesprek kan ook liggen bij de rector zelf.

d. Het resultaat van dit gesprek kan zijn dat er een schriftelijke klacht ingediend wordt bij de algemene klachtencommissie van het Pius X-College, p/a Tuinstraat 1, 5531 GK BLADEL (zie website Pius X – College).

e. Betreft het een klacht op het gebied van seksuele intimidatie, racisme of geweld, dan kan betrokkene een klacht indienen bij de SIRG-commissie, p/a Tuinstraat 1, 5531 GK BLADEL (zie website Pius X – College).

f. De algemene klachtenregeling en de SIRG-klachtenregeling (seksuele intimidatie, racisme, geweld) ligt voor iedereen ter inzage op de centrale administratie van het Pius X-College, Tuinstraat 3, 5531 GK BLADEL (zie website Pius X – College).

Leerlingenstatuut 29

Artikel 27 Slotbepaling

In gevallen waarin dit statuut niet voorziet en voorzover het de rechten en plichten van de leerlingen betreft, beslist de Bestuurder overeenkomstig het terzake in het Medezeggenschapsreglement bepaalde.

Leerlingenstatuut 30