Pedagogisch beleidsplan - Kinderopvang Rivierenland · 2 Clustermanager 4 G:/Kwaliteit...

19
Pedagogisch beleidsplan

Transcript of Pedagogisch beleidsplan - Kinderopvang Rivierenland · 2 Clustermanager 4 G:/Kwaliteit...

Pedagogisch beleidsplan

2 Clustermanager 4 G:/Kwaliteit KRBVnieuw/Pedagogisch beleid KRBV Versie 12/Mei 2015

Voorwoord

Dit is het pedagogisch beleidsplan van Kinderopvang Rivierenland.

In het pedagogisch beleidsplan worden de uitgangspunten en de werkwijze van Kinderopvang

Rivierenland uiteengezet.

Het pedagogisch beleid van Kinderopvang Rivierenland is gebaseerd op:

o het Landelijk Pedagogisch Kader Kindercentra 0-4 jaar;

o het Landelijk Pedagogisch Kader Kindercentra 4-13 jaar;

o uitgangspunten van de Wet op de Kinderopvang;

o uitgangspunten van het Convenant Kwaliteit in de Kinderopvang;

o Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang;

o BOinK de Branchevereniging Ondernemers in de kinderopvang;

o Maatschappelijk Ondernemers Groep, MO groep.

Pedagogisch beleidsplan en pedagogisch groepsplan

Binnen Kinderopvang Rivierenland maken we onderscheid tussen het pedagogisch beleidsplan en het

pedagogisch groepsplan.

In het beleidsplan wordt de theoretische achtergrond beschreven van Kinderopvang Rivierenland waarin

we onze visie en werkwijze bespreken.

Het pedagogisch groepsplan is een uitvloeisel van het beleidsplan waarin de meer praktische zaken met

betrekking tot de groep beschreven worden.

In het pedagogische groepsplan is het handelen van de dagelijkse praktijk terug te zien. Dit verhoogt de

kwaliteit en maakt het (mede)opvoeden van kinderen tot een bewust proces. Het pedagogisch

groepsplan voor iedere locatie/groep is gebaseerd op een grotendeels centraal ingevuld format.

Per locatie/groep kan dit anders ingevuld worden, maar de achtergrond van waaruit gewerkt wordt is

hetzelfde.

Dit pedagogisch beleidsplan biedt pas een compleet beeld samen met het pedagogisch groepsplan van de

betreffende locatie/groep.

Het pedagogisch beleidsplan is terug te vinden op: www.krbv.nl

3 Clustermanager 4 G:/Kwaliteit KRBVnieuw/Pedagogisch beleid KRBV Versie 12/Mei 2015

Inhoud

o Inleiding pagina 5

Missie

Visie De meerwaarde voor uw kind

o Uitgangspunten en vertaling pedagogisch beleid pagina 6

Pedagogisch groepsplan

Bieden van veiligheid en verbondenheid Overdragen van waarden en normen Verwerven van sociale en persoonlijke competenties Samenwerking ouders Teamwork en ondersteuning van de medewerkers Evaluatie pedagogisch beleid

o Uitwisseling informatie pagina 9 Informatie over eigen kind

Informatie over het activiteitenaanbod

Oudercommissie

o Beroepskwalificatie personeel en ondersteuning

beroepskrachten pagina 10

Medewerker in opleiding (MIO)/stagiaires en vrijwilligers

Begeleiding en bijscholing beroepskrachten

Piramidetrainer

Activiteitenontwikkelaar buitenschoolse opvang

Ondersteuning beroepskrachten bij begeleiding van kinderen

met bijzonderheden in de ontwikkeling

o Veiligheidsbeleid Kinderopvang Rivierenland pagina 11

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

Verklaring omtrent gedrag (VOG)

Achterwacht Vierogenbeleid

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

o Kinderdagopvang en voorschoolse educatie pagina 13

Groepsgrootte en leeftijdsopbouw

Groepsruimten en stamgroepen

Wenbeleid

Incidenteel en structureel afnemen van extra dag(deel)

Dagprogramma kinderdagopvang

Open-deuren-beleid

De Piramide-methode

Voorschoolse educatie

4 Clustermanager 4 G:/Kwaliteit KRBVnieuw/Pedagogisch beleid KRBV Versie 12/Mei 2015

o Buitenschoolse opvang pagina 16

Groepsgrootte en leeftijdsopbouw

Groepsruimten en basisgroepen

Wenbeleid

Incidenteel en structureel afnemen van een extra dag(deel)

Dagprogramma buitenschoolse opvang

Open-deuren-beleid

Buitenschoolse opvang en handreiking begeleiding 4 jaar

tot einde basisschool

o Peuterspeelzaal en Voor- en Vroegschoolse educatie pagina 18

Groepsgrootte en leeftijdsopbouw

Groepsruimten en peuterspeelzaalgroepen

Wenbeleid

Dagprogramma

De piramide-methode

Voorschoolse educatie in de peuterspeelzaal (VVE)

5 Clustermanager 4 G:/Kwaliteit KRBVnieuw/Pedagogisch beleid KRBV Versie 12/Mei 2015

Inleiding

Kinderopvang Rivierenland is een organisatie die buitenschoolse opvang, kinderdagopvang en

peuteropvang aanbiedt, verspreid in de gemeenten Buren, Geldermalsen, Neerijnen en Tiel.

Missie

Kinderopvang Rivierenland staat voor kwalitatief goede kinderopvang en werkt samen met haar

kernpartners aan ontwikkelings/participatiemogelijkheden van kinderen, ouders en medewerkers in de

samenleving.

Uw kind, onze zorg!

Visie

Wij zijn een krachtige maatschappelijke organisatie;

Wij staan voor gelijke kansen voor ieder kind

Wij zijn voor ouders een betrouwbare partner in opvoeding en zorg

Wij benutten de kracht van onze medewerkers

Wij participeren in netwerken met kernpartners

Wij leveren een actieve bijdrage aan praktijkonderwijs

De meerwaarde voor uw kind

- Kinderopvang verbreedt de wereld van uw kind

- Opvang in een veilige omgeving

- Ontmoeten van en spelen met leeftijdsgenootjes

- Goed voorbereid naar de basisschool

- Bevordert haar/zijn sociale ontwikkeling

- Samen spelen, samen delen. “Spelenderwijs van elkaar leren”

- Creativiteit aan de hand van verschillende thema’s

- Spelend ontwikkelen

*Daar waar ouder(s) staat gelieve te lezen ouder(s)/verzorger(s)

6 Clustermanager 4 G:/Kwaliteit KRBVnieuw/Pedagogisch beleid KRBV Versie 12/Mei 2015

Uitgangspunten en vertaling pedagogisch beleid in groepsplan

Pedagogisch groepsplan

Het pedagogisch groepsplan omschrijft de visie en werkwijze van een team en is daarmee het

pedagogische visitekaartje voor de eigen groep.

Per groep wordt in het pedagogisch groepsplan vorm gegeven aan de vertaling van de pedagogische

doelen naar de praktijksituatie in het werkveld.

Het kader en de richtlijnen voor het pedagogisch groepsplan zijn een afgeleide van:

o uitgangspunten pedagogisch beleid van Kinderopvang Rivierenland;

o uitgangspunten van de Piramide-methode voor de 0-tot 4 jarigen;

o uitgangspunten van de cursus “Knap Lastig” voor de 4-12 jarigen.

Aspecten van het pedagogisch beleid zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en bevatten de volgende

pedagogische doelen die beschreven worden in het pedagogisch groepsplan:

1. Bieden van veiligheid en verbondenheid

Het betreft hier de emotionele veiligheid en het welbevinden van de kinderen.

Goede en vertrouwde relaties tussen medewerker en kind staan centraal in het pedagogisch handelen.

De vaste relaties bieden een herhaald contact tussen kind en medewerkers en voor kinderen met elkaar:

het wijgevoel.

Er is aandacht voor ruimte, diversiteit en verschillen tussen mens en cultuur.

Structuur en voorspelbaarheid van een dagritme, goede indeling en inrichting van ruimtes evenals de

groepssamenstelling, bieden kinderen een vertrouwde omgeving. Met duidelijke grenzen en rituelen

ondersteunen we het dagritme en bieden we een gezonde omgeving voor het welbevinden en de

ontwikkeling van het kind.

2. Overdragen van waarden en normen

In een groep kunnen kinderen op jonge leeftijd ervaren en leren dat zijzelf een bijdrage kunnen leveren

aan het welzijn van de groep en de directe omgeving.

De voorbeeldfunctie van de medewerkers is van belang: de medewerker toont een goed voorbeeldgedrag

waaraan kinderen zich kunnen spiegelen.

De medewerker toont respect voor autonomie van kind, diversiteit, en verschillen in achtergrond van

gezinnen, religie en afkomst. Allemaal aspecten die een onderdeel uitmaken van de grondhouding van de

medewerker.

Door het positief leiding geven en verdelen van het gezag, positieve gedragsaanwijzingen, en een goede

basiscommunicatie, ondersteunen we de positieve relaties van kinderen met hun directe omgeving.

7 Clustermanager 4 G:/Kwaliteit KRBVnieuw/Pedagogisch beleid KRBV Versie 12/Mei 2015

3. Verwerven van sociale en persoonlijke competenties

Kinderen hebben een natuurlijke drijfveer om zich te ontwikkelen en te ontplooien.

Van belang is om aan te sluiten bij de behoefte, interesse en het niveau van het kind en dat betekent:

aansluiten bij het spontane leren en spelen, kansen grijpen en uitdagen tot een volgende stap, maar ook

kansen creëren.

In de groep wordt aan kinderen mogelijkheden geboden om verschillende sociale en persoonlijke

competenties te ontwikkelen:

o emotionele competentie gericht op het gevoel er te mogen zijn en kunnen vertrouwen hebben in

relaties met andere mensen. Bewustwording van identiteit, sekse, leeftijd en persoonlijke

kenmerken.

Vertrouwen in de medewerkers als een veilig baken. Kinderen worden gestimuleerd leren te

vertrouwen op eigen kracht, eigen vermogen (zelfredzaamheid) en in een positieve houding in de

omgang met anderen.

o sociale competentie gericht op initiatief nemen en volgen (bijv. hulp vragen en hulp ontvangen),

gevoel van verbondenheid. Stimuleren om rekening te houden met elkaars gevoelens en

uitdagen zelf een bijdrage te leveren aan het geheel of de groep.

o motorische- zintuiglijke competentie gericht op zelfredzaamheid van het kind en de aangeboren

drang alles zelf te willen doen. Stimuleren van het vinden van creatieve oplossingen en het

stimuleren van grove- en fijne motorische vaardigheden. Het benadrukken van het plezier in

bewegen. Ruimte bieden voor het plezier in zintuiglijke ervaringen.

o cognitieve competentie gericht op uitdaging om zich te ontplooien en ontwikkelen. Jonge

kinderen zijn onderzoekers en willen hun wereld verruimen door ontdekkingen. Het stimuleren

van het begrijpen en benoemen van emoties, zowel tijdens verzorgen of samenspel. Het

stimuleren van gebruik van alle zintuigen bij wereldverkenning en het uitbreiden van de

woordenschat en het zoeken naar verbanden in gebeurtenissen. Ordenen, meten, tellen,

verzamelen maar ook geconcentreerd spelen en doorzettingsvermogen zijn allemaal aspecten die

de cognitieve ontwikkeling beïnvloeden.

o taal en communicatieve competentie zijn gericht op de verbale en non-verbale communicatie en

taalverwerving. Stimuleren om te luisteren, het uitdrukken van gevoelens en taalbetekenis

dragen bij tot een goede taal- en communicatieontwikkeling en interactievaardigheden.

o morele competentie is gericht op regels en rituelen. Kinderen willen graag er graag bij horen en

goedkeuring ontvangen. Het stimuleren van het op een acceptabele manier uiten van emoties en

het stimuleren van het besef dat eigen handelen iets teweeg kan brengen, eigen

verantwoordelijkheid dragen, voor zichzelf en anderen opkomen. Respect hebben voor diversiteit

draagt bij tot de morele ontwikkeling.

o expressieve en beeldende competentie is gericht op het creatieve aspect om zich uit te drukken

in dans en beweging, muziek of beeldende competenties als tekenen, verven of bouwen van

constructies van groot en klein materiaal. Ruimte bieden voor het experimenteren met

verschillende materialen. Stimuleren van het gevoel voor schoonheid.

8 Clustermanager 4 G:/Kwaliteit KRBVnieuw/Pedagogisch beleid KRBV Versie 12/Mei 2015

4. Samenwerking met ouders

Een goede samenwerking tussen medewerker en ouders is een voorwaarde om goed met de kinderen te

kunnen werken. Bovendien zijn en blijven de ouders de eerstverantwoordelijke opvoeders voor hun kind.

Bij de communicatie verdient de ouder respect als ervaren opvoeder en de medewerker verdient respect

voor haar, door studie en ervaring, opgebouwde deskundigheid. Over en weer vullen partijen elkaar aan

en leren van elkaar.

Voor zowel ouders, kinderen als medewerkers is de omgang met elkaar een dagelijkse uitdaging.

Betreffende de samenwerking met ouders draagt de medewerker zorg voor:

o goed contact met ouders en samenwerking inzake de opvoeding van het kind: gericht op

wederzijds begrip en waardering, wederzijds adviseren en informeren. Heldere realistische

afspraken maken en diverse momenten en vormen van contact met de ouder;

o inzicht bij betrokkenheid bij het opvoeden in de groep:

medewerker geeft ouders inzicht over wat andere kinderen voor hun kind betekenen en geeft

inzicht in het verschil tussen thuis opvoeden en in de groep. Medewerker staat open voor

bijdragen van ouders aan sfeer en activiteiten in de groep en geeft ouders een beeld wat er in

een groep speelt;

o betrokkenheid van ouders bij het kindercentrum:

door meepraten, meedenken en meehelpen van ouders wordt de betrokkenheid vergroot.

Informatie geven aan ouders over zowel de procedures betreffende medezeggenschap en

inspraak als de ouders informeren over klachtenregeling en procedures;

o respect voor diversiteit:

de medewerker toont respect voor culturele diversiteit en verschillen in achtergronden van

gezinnen.

o ontwikkelingsondersteuning:

de medewerker ontwikkelt activiteiten om ouders te betrekken bij het VVE programma, zodat

ouders thuis activiteiten kunnen doen met hun kind, waardoor het effect van het VVE programma

wordt vergroot.

5. Teamwork en ondersteuning van de medewerkers

De medewerkers zijn op de hoogte van de inhoud van het pedagogisch beleidsplan. Het is de basis voor

het pedagogisch groepsplan waaraan door de medewerkers zelf de belangrijkste bijdrage wordt geleverd.

Toetsinstrumenten als welbevinden, peuterobservatielijst en teamfunctioneren worden gebruikt en geven

belangrijke informatie over het werk in uitvoering. De medewerker is individueel en als team

verantwoordelijk voor een optimale samenwerking ten gunste van het professionele pedagogisch

handelen naar de kinderen.

Er is ruimte om elkaar aan te vullen en te inspireren. Concrete werkafspraken, termijnplanning en

methodisch werken ondersteunen een goede samenwerking met ruimte voor individuele creatieve

inbreng.

9 Clustermanager 4 G:/Kwaliteit KRBVnieuw/Pedagogisch beleid KRBV Versie 12/Mei 2015

De medewerker wordt in haar werk op verschillende manieren ondersteund o.a. door begeleiding en

coaching van de direct leidinggevende. Indien nodig kan de medewerker terugvallen op een achterwacht

in het geval van calamiteiten. Er wordt gelegenheid geboden deel te nemen aan scholing. In sommige

situaties werken er naast de medewerkers, vrijwilligers, stagiaires of medewerkers in opleiding (MIO).

Evaluatie van het pedagogisch beleid

Evaluatiemomenten van het pedagogisch beleid zijn als volgt geregeld:

Documenten m.b.t. pedagogisch beleid:

o jaarlijks wordt het document pedagogisch beleid geëvalueerd en indien nodig bijgesteld in het

management review;

o jaarlijks is de evaluatie van het pedagogisch beleid een onderwerp van bespreking op

vergadering met de (centrale) oudercommissie en de teamvergadering locaties.

Verankering pedagogisch beleid en uitvoering in het werkveld (de groepen):

o pedagogisch groepsplan per groep is de basis voor pedagogisch handelen. Clustermanager is

verantwoordelijk voor het toezicht op het handelen volgens pedagogisch beleid c.q. pedagogisch

groepsplan;

o toetsing door de GGD op meerdere aspecten van de opvang waaronder het pedagogisch

beleid/groepsplan;

o toetsing van de vroeg-en voorschoolse educatie door de onderwijsinspectie.

Uitwisseling informatie

Goede communicatie is één van de randvoorwaarden voor het goed verlopen van processen, die zich op

de locaties voordoen. Daarbij zijn verschillende partijen betrokken: de oudercommissie, ouders,

personeel, clustermanager, manager primair proces en KRBV als organisatie. Het verwachtingspatroon

van alle partijen speelt daarbij een cruciale rol. Dat kan ook heel verschillend zijn. De locatie heeft

verschillende middelen tot zijn beschikking:

Website van KRBV;

E-mail

Facebook/Twitter;

Interne post van KRBV;

Mondelinge communicatie;

Mededelingenbord op locatie/groep.

Informatie over eigen kind

Communicatie over het kind is belangrijk; over zowel “gewone” dagelijkse dingen, als over

bijzonderheden moet worden gecommuniceerd. Vormen waarin informatie-uitwisseling een plek krijgt

zijn:

Breng- en haalcontacten;

Kind-volg-systeem (kinderdagverblijf en peuterspeelzaal);

Welbevinden (buitenschoolse opvang);

Oudergesprekken.

10 Clustermanager 4 G:/Kwaliteit KRBVnieuw/Pedagogisch beleid KRBV Versie 12/Mei 2015

Informatie over het activiteitenaanbod aan de kinderen:

Zowel op het kinderdagverblijf, de peuterspeelzaal als op de buitenschoolse opvang worden de ouders op

de hoogte gehouden van de activiteiten die de kinderen worden aangeboden. Dit gebeurt door middel

van projectbrieven bij elk Piramide-project in het kinderdagverblijf en peuterspeelzaal en met

themabrieven in de buitenschoolse opvang.

Oudercommissie

De locaties van Kinderopvang Rivierenland hebben een Oudercommissie (OC), die zich bezighoudt met

verschillende aspecten van de locatie. Ook is er een Centrale Ouder Commissie (COC) met een

afvaardiging uit alle oudercommissies.

Zowel de COC als de OC’s komen een aantal keren per jaar bij elkaar.

Beroepskwalificatie personeel en ondersteuning beroepskrachten

De beroepskrachten die werkzaam zijn bij Kinderopvang Rivierenland zijn in het bezit van een passende

beroepskwalificatie voor het uitoefenen van hun functie. Deze opleidingseisen liggen vast in de CAO

Kinderopvang en CAO Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. Naast de basisopleiding zijn

medewerkers opgeleid in het werken met de Piramidemethode en/of ‘Tis Knap Lastig. Medewerkers die

een specialistische functie vervullen zoals Piramidetrainer, zijn in het bezit van een aanvullende geldige

beroepskwalificatie.

Medewerker in opleiding (MIO)/stagiaires en vrijwilligers bij Kinderopvang Rivierenland

In het pedagogisch groepsplan wordt beschreven, indien van toepassing, welke taken en werkzaamheden

vrijwilligers en medewerkers in opleiding/stagiaires mogen uitvoeren. De beroepskracht is te allen tijde

eindverantwoordelijk. MIO staat voor medewerker in opleiding. Deze medewerkers worden in

samenwerking met het ROC intern opgeleid binnen Kinderopvang Rivierenland.

De vrijwilliger voert onder begeleiding van de beroepskracht, licht verzorgende werkzaamheden uit en

houdt, mede toezicht op sport-, spel- en andere recreatieve of educatieve activiteiten. De afspraken

worden vastgelegd in een overeenkomst vrijwilliger.

De MIO/stagiaire voert werkzaamheden uit volgens het opleidings- en competentieplan. Dit onder leiding

van een beroepskracht en praktijkopleider.

Begeleiding en bijscholing beroepskrachten

Kinderopvang Rivierenland stelt een jaarlijks opleidingsplan op, afgestemd op de scholingsvraag vanuit de

organisatie en de scholingsvraag vanuit de medewerkers.

Piramidetrainer

Kinderopvang Rivierenland beschikt over medewerkers die zijn opgeleid tot Piramidetrainer die de

scholing en de bijscholing van de beroepskrachten met een VVE certificaat verzorgen.

Deze medewerkers maken deel uit van een netwerk Piramidetrainers (Cito) en zijn op de hoogte van de

nieuwe ontwikkelingen binnen de Piramide-methode. De medewerkers zijn in het bezit van het certificaat

Piramidetrainer (Cito).

Door het organiseren van workshops of themabijeenkomsten voor de beroepskrachten met een VVE-

certificaat, worden de nieuwe ontwikkelingen geïmplementeerd bij de desbetreffende locaties.

11 Clustermanager 4 G:/Kwaliteit KRBVnieuw/Pedagogisch beleid KRBV Versie 12/Mei 2015

Activiteitenontwikkelaar buitenschoolse opvang

De activiteitenontwikkelaar ontwikkelt, plant en coördineert de thema’s op de locaties buitenschoolse

opvang. Ideeën, talenten, hobby’s van kinderen, medewerkers en externen worden hierbij zoveel

mogelijk ingezet.

Ondersteuning beroepskrachten bij begeleiding van kinderen met bijzonderheden in de ontwikkeling

Tijdens het werken met de kinderen zijn de beroepskrachten voortdurend bezig met het observeren van

de kinderen. Dit is een basisberoepshouding om de kinderen in hun ontwikkeling te volgen en te

ondersteunen. De beroepskracht maakt hierbij gebruik van dagelijkse observaties en gestandaardiseerde,

periodieke observaties vanuit het Volgsysteem Jonge Kind (kinderdagverblijven/peuterspeelzalen) en

Welbevinden (voor buitenschoolse opvang).

Wanneer er zorgen zijn over de ontwikkeling van een kind, wordt dit in eerste instantie met de directe

collega’s besproken in het groepsoverleg. Indien nodig kunnen de beroepskrachten ondersteuning vragen

van de clustermanager. De clustermanager kan hulp bieden bij het concretiseren van zorgsignalen, het

opstellen van handelingsplannen en het voeren van gesprekken met ouders. De clustermanager adviseert

en biedt ondersteuning bij het doorverwijzen naar andere instanties en kan advies inwinnen bij het Jeugd

Preventie Netwerk van de gemeente.

Kinderopvang Rivierenland heeft een aantal protocollen opgesteld om beroepskrachten te ondersteunen

bij zorgen:

Kinderen met ontwikkelingsproblemen: hierin bestaat beschreven welke stappen gezet moeten

wanneer er zorgsignalen zijn om de ontwikkeling van een kind en welke functionarissen

ondersteuning kunnen bieden.

Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling: in de wettelijk vastgestelde meldcode staan

de stappen vermeld die gevolgd moeten worden bij vermoedens van huiselijk geweld en

kindermishandeling. Kinderopvang Rivierenland heeft een aandachtsfunctionaris aangesteld, die

ondersteuning biedt en toeziet op het volgen van de stappen van de meldcode.

Protocol kindvolgsysteem 0-4 jaar: hierin staat de procedure beschreven omtrent het observeren

en toetsen van kinderen.

Protocol werken aan welbevinden 4-12 jaar: hierin staat de procedure beschreven omtrent het

observeren van kinderen in de basisschoolleeftijd.

Veiligheidsbeleid Kinderopvang Rivierenland

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

Jaarlijks vindt een risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid plaats op alle groepen van de

kinderdagopvang, peuterspeelzalen, buitenschoolse opvang.

De resultaten van deze inventarisatie worden opgenomen en verwerkt in een actieplan voor de

betreffende locatie. Deze wordt geëvalueerd en beoordeeld of genomen maatregelen afdoende zijn.

De inventarisatie is eveneens preventief bedoeld om risico’s te voorkomen zoals t.a.v. ziektekiemen,

binnen- en buitenmilieu en medisch handelen.

De risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid maakt deel uit van de GGD inspectie. Op onze website

kunnen ouders deze rapportages van de GGD-inspecties inzien.

12 Clustermanager 4 G:/Kwaliteit KRBVnieuw/Pedagogisch beleid KRBV Versie 12/Mei 2015

De inventarisatie van Fout, Ongevallen of Bijna Ongevallen en een overzicht van maatregelen die

getroffen zijn ter voorkoming van verdere ongevallen, worden geregistreerd via registratie FOBO op het

VIP formulier. Het VIP-formulier staat voor Verbeter-Inbreng-Probleem, wat door iedere

medewerker/klant digitaal kan worden ingevuld.

Indien er sprake is van een nieuwe locatie, opvangadres of ingrijpende verbouwing wordt de risico-

inventarisatie en evaluatie uitgevoerd (RIE).

Verklaring omtrent gedrag (VOG)

Alle beroepskrachten, vrijwilligers en medewerkers in opleiding/stagiaires die bij Kinderopvang

Rivierenland werkzaam zijn, beschikken over een geldige verklaring omtrent gedrag. Vanaf 1 maart 2013

is er sprake van continue screening, hetgeen betekent dat er door de overheid doorlopend gescreend

wordt op mogelijke strafbare feiten.

Achterwacht

Voor zowel buitenschoolse opvang als peuterspeelzaal geldt:

indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is, is tevens een volwassene beschikbaar

die telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten in het kindercentrum aanwezig kan zijn in geval van

calamiteit. In het kindercentrum zijn de beroepskrachten op de hoogte over de naam en telefoonnummer

van deze persoon. Indien er sprake is van een achterwachtregeling op de locatie, is de naam en het

telefoonnummer van de achterwacht die tijdens de openingstijden bereikbaar is, schriftelijk vastgelegd en

bekend bij de medewerkers.

Vierogenbeleid Kinderopvang Rivierenland

Binnen Kinderopvang Rivierenland zijn al onze medewerkers geschoold met betrekking tot signalering

kindermishandeling en seksueel misbruik. In onze organisatie wordt gestreefd naar een open werkcultuur

waarin medewerkers elkaar aanspreken bij een mogelijk niet-pluis gevoel.

In onze organisatie bevat het kwaliteitssysteem een uitgebreid protocol (meldcode) waarin signalen en

procedures staan omschreven.

Het Vierogenbeleid is gericht op de doelgroep 0-4 jaar. Kinderopvang Rivierenland stelt het 4-ogenbeleid

ook centraal voor de doelgroep 0 jaar tot einde basisschool.

De volgende stappen worden genomen om de veiligheid van het kind te waarborgen:

o periodes waar één medewerker op de groep aanwezig is, worden geminimaliseerd

o streven naar transparante ruimtes in de locaties en gezamenlijk gebruik van ruimtes

o leidinggevende loopt regelmatig de groepsruimten binnen

o samenvoegen van groepen aan de randen van de dag

o indien nodig extra paar ogen door inzet van medewerker

Het pedagogisch groepsplan laat zien hoe het Vierogenbeleid op de groep of locatie is geregeld.

In periodes waarin een pedagogisch medewerker op de locatie alleen aanwezig is bijv. vanwege een

kleine groep kinderen dan is er een andere volwassene in het pand aanwezig.

Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling

Bij Kinderopvang Rivierenland is de Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling van kracht.

Bij onze organisatie is een aandachtsfunctionaris, voor de Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk

geweld opgeleid en aangesteld.

De meldcode geeft duidelijkheid over de verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden en bevat tevens

een stappenplan voor de te volgen procedure.

13 Clustermanager 4 G:/Kwaliteit KRBVnieuw/Pedagogisch beleid KRBV Versie 12/Mei 2015

De procedure is bekend bij de medewerkers van Kinderopvang Rivierenland. Regelmatig bijscholing

aangeboden waar onderwerpen m.b.t. signalering en begeleiden van problemen aan bod komen.

Kinderdagopvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie

Groepsgrootte en leeftijdsopbouw

In de ouderinformatie en de pedagogische groepsplannen is beschreven hoe deze samenstelling er voor

elke groep afzonderlijk uitziet.

Kinderopvang Rivierenland biedt horizontale en verticale groepen aan in de sector kinderdagopvang.

Bij de kinderdagverblijven bestaat een horizontale groepsopbouw uit kinderen van dezelfde leeftijd

bijv. 0 tot 2 jaar of 2 tot 4 jaar. Bij een verticale groepsopbouw bestaat de stamgroep uit kinderen van

0 tot 4 jaar.

Het aantal groepen binnen een locatie en de leeftijden van de kinderen zijn mede bepalend of er gekozen

wordt voor verticale of horizontale groepen.

De inrichting van een locatie is afgestemd op de doelgroep. Of er horizontaal of verticaal wordt gewerkt,

heeft een grote impact op de eisen waaraan de inrichting van de ruimte, het meubilair en het

spelmateriaal moeten voldoen.

Er zijn zowel voor opvang in de horizontale groep als de verticale groep een aantal aandachtspunten te

benoemen.

Door de samenstelling van de groep 0-4 jaar zijn behoeftes van kinderen gevarieerd en afhankelijk van

de leeftijd van het individuele kind. Hier spelen de pedagogisch medewerkers een belangrijke rol in het

organiseren van het dagprogramma, rekeninghoudend met de verschillende leeftijden en behoeftes,

interesse van de kinderen.

Horizontale groepen bieden activiteiten die specifiek zijn afgestemd op de leeftijd van het kind en de

groep waarin het kind zich beweegt.

Door het aanbieden van ontwikkelingsgerichte activiteiten in een groep met leeftijdgenootjes, ligt de

focus meer op de groepsdynamiek en wordt er voortgebouwd op de opgedane ervaringen van de

kinderen in de groep.

In beide vormen van de groepsopbouw zijn de sociale - en interactievaardigheden een belangrijk aspect.

Groepsruimten en stamgroepen

Elk kind maakt onderdeel uit van een stamgroep, waar de beroepskracht-kind-ratio van kracht is. Het

minimaal aantal beroepskrachten in relatie tot het aantal aanwezige kinderen wordt bepaald door de

wettelijke voorschriften en volgens de rekenregels van de rijksoverheid.

Elke stamgroep heeft een stamgroepsruimte en vaste beroepskrachten die verantwoordelijk zijn voor de

begeleiding van het kind. Deze vaste beroepskrachten zijn het aanspreekpunt voor de ouders. In het

pedagogisch groepsplan staat vermeld hoe de groepssamenstelling is opgebouwd.

Een stamgroep beschikt over voldoende, afzonderlijke slaapruimte voor het aantal kinderen in de leeftijd

tot 1½ jaar. In de regel slapen de kinderen tot 2 jaar in een van de bedjes op de slaapkamer.

14 Clustermanager 4 G:/Kwaliteit KRBVnieuw/Pedagogisch beleid KRBV Versie 12/Mei 2015

In de peutergroepen kan er sprake zijn van het gebruik van lage stretchers. De duur van de rustperiode

wordt afgestemd op de behoefte van het kind.

Kinderdagverblijven beschikken over voldoende binnen- en buitenspeelruimte afgestemd op de

leeftijdsgroep. Een kind kan deel uit maken van maximaal 2 stamgroepen. Ouders geven dan vooraf

schriftelijk toestemming om het kind, gedurende een overeengekomen periode, op te vangen in één

andere stamgroep dan de oorspronkelijke stamgroep.

Wenbeleid

Er worden met de ouders afspraken gemaakt op welke wijze het kind het beste kan wennen aan een

nieuwe stamgroep. Indien een kind voor de eerste keer naar een kinderdagverblijf komt, wordt samen

met de ouders besproken hoe wordt omgegaan met het wennen van het kind en de afspraken over het

wennen. Als kinderen van de ene groep doorstromen naar een andere groep worden afspraken gemaakt

over: de leeftijd wanneer kinderen gaan doorstromen. Ook wanneer kinderen aan een nieuwe uitdaging

toe zijn, wordt de mogelijkheid van doorstromen naar een nieuwe groep bekeken. Kinderen kunnen ook

een aangepast wenbeleid nodig hebben. Het pedagogisch groepsplan beschrijft hoe omgegaan wordt met

het wenbeleid op de groep en hoe de overdracht van kindgegevens wordt geregeld.

Incidenteel en structureel afnemen van een extra dagdeel

Ouders kunnen, in overleg, incidenteel een extra dag(deel) afnemen welke buiten de vaste contacturen

valt.

De mogelijkheid om een extra opvangdag of ruildag buiten de stamgroep af te nemen,

indien geen plaats is op de eigen groep, wordt in overleg met de ouders van het betreffende kind

besproken en schriftelijk vastgelegd. De beroepskracht- kind-ratio en groepssamenstelling is hierin

leidend. Indien er sprake is van structureel extra dagdeel afnemen geldt dat, indien in de eigen

stamgroep geen ruimte is, het kind tijdelijk in een andere stamgroep geplaatst kan worden, totdat er

ruimte is op de eigen stamgroep. Dit wordt in overleg met de ouders van het betreffende kind besproken

en schriftelijk vastgelegd.

Dagprogramma kinderdagopvang

In het pedagogisch groepsplan staat beschreven hoe het dagprogramma van de groep wordt

vormgegeven. De groepsgrootte en de leeftijdsopbouw van de groep kinderen zijn bepalend voor het

dagritme van de groep. Er wordt aandacht geschonken aan het aanbod betreffende zowel binnen- als

buitenactiviteiten.

Open-deuren-beleid

Naarmate kinderen ouder worden, hebben zij, naast veiligheid en geborgenheid, behoefte aan een

grotere leefomgeving. Het open-deuren-beleid is tegelijkertijd een mogelijkheid om een ontmoeting met

de kinderen van andere groepen te initiëren.

Veel stamgroepen beschikken over een eigen stamgroepsruimte, waarbij een open-deuren-beleid

mogelijk is d.w.z. kinderen maken gebruik van verschillende ruimtes en/of verlaten hun groepsruimte of

stamgroep voor:

o gezamenlijke thema-activiteit

o creatieve activiteit

o muziekactiviteit

o spelactiviteit

o educatieve activiteit

15 Clustermanager 4 G:/Kwaliteit KRBVnieuw/Pedagogisch beleid KRBV Versie 12/Mei 2015

o buitenactiviteit

Als de kinderen bij activiteiten de stamgroepen verlaten; wordt de maximale omvang van de

groepsgrootte tijdelijk losgelaten. Wel blijft het aantal kinderen per beroepskracht en het pedagogisch

beleid van kracht, toegepast op het totaal aantal aanwezige kinderen op de locatie.

Het pedagogisch groepsplan beschrijft of er sprake is van structurele activiteiten of niet structurele

activiteiten in het kader van het open-deuren-beleid. Ook wordt aangegeven hoe de werkwijze is en

welke doel er wordt nagestreefd.

De Piramidemethode

De Piramide-methode is een educatieve methode voor kinderen van 0-7 jaar.

Binnen onze organisatie wordt op alle locaties van de kinderdagopvang themagericht gewerkt met de

Piramide-methode. Het “spelend leren” staat centraal.

In een gestructureerde en uitdagende speelomgeving kunnen de kinderen initiatieven nemen om te

ontdekken, spelen en leren. De beroepskracht biedt activiteiten aan en ondersteunt de kinderen in hun

ontdekkingstocht en hun spel.

De Piramide-methode ondersteunt de volgende acht ontwikkelingsgebieden:

o persoonlijkheidsontwikkeling

o sociaal-emotionele ontwikkeling

o ontwikkeling van het waarnemen

o taalontwikkeling en ontwikkeling van lezen en schrijven

o denkontwikkeling en ontwikkeling van rekenen

o oriëntatie op ruimte en tijd en wereldverkenning

o motorische ontwikkeling

o kunstzinnige ontwikkeling

Bij het werken met de Piramide-methode is het van belang dat ouders meedenken en weten, wanneer en

welke projectthema’s aan de orde zijn. Een goede samenwerking tussen thuis en de groep biedt het

jonge kind meer ontwikkelingskansen. De continuïteit van de begeleiding van de peuters wordt

gewaarborgd door de vaste beroepskrachten die zijn verbonden aan het kinderdagverblijf.

Voorschoolse educatie in het kinderdagverblijf (VVE)

Kinderopvang Rivierenland werkt met een gecertificeerd, voorschools educatieprogramma: de Piramide-

methode (Cito). De Piramide-methode ondersteunt het jonge kind, met een mogelijke

ontwikkelingsachterstand, op een of meerdere gebieden. Er is aandacht voor kinderen die extra

ondersteuning of uitdaging vragen zoals pientere kinderen en/of kinderen met een vertraagde

ontwikkeling. De activiteiten ten behoeve van de voorschoolse educatie zijn verweven in het

dagprogramma. Er is een duidelijke waarneembare opbouw en samenhang in het aanbod en de

uitvoering van de activiteiten.

Kinderen die extra ondersteuning in de ontwikkeling nodig hebben, worden geïndiceerd door het

consultatiebureau. Het is afhankelijk van de gemeente wat de indicatoren zijn. De kinderen volgen het

voorschoolse educatieprogramma en bezoeken de kinderdagopvang gedurende minimaal 10 uur per

week. Er is een duidelijk waarneembare samenhang tussen de verschillende ontwikkelingsdomeinen.

Binnen de kinderdagverblijven wordt de nederlandse taal gesproken.

De voortgang van de ontwikkeling van het kind wordt in kaart gebracht met behulp van het Cito

Volgsysteem Jonge Kind. Aan het einde van de kinderdagverblijfperiode worden de gegevens vastgelegd

16 Clustermanager 4 G:/Kwaliteit KRBVnieuw/Pedagogisch beleid KRBV Versie 12/Mei 2015

in een overdrachtlijst die wordt aangereikt aan het basisonderwijs. Hiermee wordt gewerkt aan een

doorgaande leerlijn.

De beroepskrachten, die werkzaam zijn in het VVE kinderdagverblijf, zijn opgeleid en in het bezit van een

certificaat betreffende de voorschoolse educatie.

Buitenschoolse opvang

Groepsgrootte en leeftijdsopbouw

Bij de groepsgrootte en leeftijdsopbouw van de groepen, volgen we de richtlijnen en normen zoals deze

staan aangegeven in de Wet Kinderopvang. In de pedagogische groepsplannen staat beschreven hoe

deze samenstelling voor elke groep er afzonderlijk uitziet.

Voor buitenschoolse opvang gelden de volgende regels: één beroepskracht per tien (aanwezige)

kinderen. De basisgroep bestaat uit maximaal 20 kinderen voor leeftijdgroep 4 jaar tot einde basisschool.

Afhankelijk van de leeftijdsopbouw en de groepsgrootte wordt er gewerkt in horizontale of verticale

groepen. Activiteiten zijn specifiek afgestemd op de leeftijd van het kind en de groep waarin het kind zich

beweegt.

Indien een leeftijdsgroep van 8 jaar en ouder uit 30 kinderen bestaat, is het mogelijk om in plaats van

drie beroepskrachten te werken met twee beroepskrachten en een extra volwassene, die meewerkt in het

primaire proces.

Groepsruimten en basisgroepen

Elk kind maakt onderdeel uit van een basisgroep, waar de beroepskracht-kind-ratio van kracht is. Elke

basisgroep heeft een basisgroepsruimte en vaste beroepskrachten die verantwoordelijk zijn voor de

begeleiding van het kind. Deze vaste beroepskrachten zijn het aanspreekpunt voor de ouders.

Locaties voor buitenschoolse opvang beschikken over voldoende binnen- en buitenspeelruimte afgestemd

op de leeftijdsgroep.

Wenbeleid

Er wordt met de ouders van het kind afspraken gemaakt op welke wijze het kind het beste kan wennen

aan een nieuwe basisroep. Indien een kind voor de eerste keer naar de buitenschoolse opvang komt,

wordt samen met de ouders besproken hoe wordt omgegaan met het wennen van het kind en de

afspraken over het wennen.

Als kinderen van de ene groep doorstromen naar een andere groep worden afspraken gemaakt over:

de leeftijd wanneer kinderen gaan doorstromen. Ook wanneer kinderen aan een nieuwe uitdaging toe

zijn, wordt de mogelijkheid van doorstromen naar een nieuwe groep bekeken.

Kinderen kunnen ook een aangepast wenbeleid nodig hebben. Het pedagogisch groepsplan beschrijft hoe

omgegaan wordt met het wenbeleid op de groep en hoe de overdracht van kindgegevens wordt

geregeld.

Incidenteel en structureel afnemen van een extra dagdeel

Ouders kunnen, in overleg, incidenteel een extra dag(deel) afnemen welke buiten de vaste contacturen

valt. De mogelijkheid om een extra opvangdag of ruildag buiten de basisgroep af te nemen,

indien geen plaats is op de eigen groep, wordt in overleg met de ouders van het betreffende kind

17 Clustermanager 4 G:/Kwaliteit KRBVnieuw/Pedagogisch beleid KRBV Versie 12/Mei 2015

besproken en schriftelijk vastgelegd. De beroepskracht- kind-ratio en groepssamenstelling is hierin

leidend. Indien er sprake is van structureel extra dagdeel afnemen, geldt dat, indien in de eigen

basisgroep geen ruimte is, het kind tijdelijk in een andere basisgroep geplaatst kan worden totdat er

ruimte is op de eigen basisgroep. Dit wordt besproken met de ouders van het betreffende kind en

schriftelijk vastgelegd.

Dagprogramma buitenschoolse opvang

In het pedagogisch groepsplan staat beschreven hoe het dagprogramma van de groep wordt

vormgegeven. De groepsgrootte en de leeftijdsopbouw van de groep kinderen zijn bepalend voor het

dagritme van de groep.

In het pedagogisch groepsplan wordt beschreven hoe het dagprogramma en activiteitenprogramma van

schoolweken en vakantieweken er uit ziet.

Er wordt aandacht gegeven aan zowel binnen- als buitenactiviteiten.

Open-deuren-beleid

Basisgroepen beschikken over een eigen groepsruimte waarbij een open-deuren-beleid mogelijk is d.w.z.

kinderen maken gebruik van verschillende ruimtes en/of verlaten hun groepsruimte of basisgroep voor de

volgende activiteiten:

- gezamenlijke thema-activiteit;

- creatieve activiteit

- muziekactiviteit

- spelactiviteit

- educatieve activiteit

- buitenactiviteit

Indien kinderen bij activiteiten de basisgroepen verlaten, wordt de maximale omvang van de basisgroep

tijdelijk losgelaten. Wel blijft het aantal kinderen per beroepskracht van kracht, toegepast op het totaal

aantal aanwezige kinderen op de locatie.

Buitenschoolse opvang en handreiking begeleiding vier jaar tot einde basisschool

Kinderopvang Rivierenland sluit aan bij de algemene opvoedingsdoelen van het gezin en het onderwijs.

In de buitenschoolse opvang wordt aandacht gegeven aan activiteiten en begeleiding van het individuele

kind en de groep.

Er zijn ook kinderen die extra aandacht nodig hebben om, individueel of in de groep, goed tot hun recht

te komen. In het pedagogisch groepsplan wordt de werkwijze en mogelijkheden van deze ondersteuning

aan kinderen beschreven.

Kinderopvang Rivierenland biedt regelmatig deskundigheidsbevordering aan de medewerkers van de

buitenschoolse opvang. Binnen deze scholingstrajecten wordt een handreiking gedaan aan de

medewerkers om in te spelen op de behoefte en signalen van deze doelgroep betreffende begeleiding

van kinderen zoals de cursus ’t is Knap Lastig.

18 Clustermanager 4 G:/Kwaliteit KRBVnieuw/Pedagogisch beleid KRBV Versie 12/Mei 2015

Peuterspeelzalen en Voor- en Vroegschoolse Educatie

De peuterspeelzaal is bedoeld voor kinderen in de leeftijd van twee tot vier jaar en heeft een belangrijke

taak in de stimulering van de ontwikkeling van de kinderen. Peuterspeelzalen zijn gedurende de

schoolweken geopend.

Groepsgrootte en leeftijdsopbouw

Bij de groepsgrootte en leeftijdsopbouw van de groepen, volgen we de richtlijnen en normen zoals deze

staan aangegeven in de wet OKE en de Wet Kinderopvang. In de ouderinformatie en de pedagogische

groepsplannen is beschreven hoe deze samenstelling er voor elke groep afzonderlijk uitziet.

Groepsruimten en peuterspeelzaalgroepen

De peuters komen op vaste dagdelen en in vaste groepen, in een vaste groepsruimte. Peuters komen

twee dagdelen per week naar de peuterspeelzaal.

Peuters die extra ondersteuning in de ontwikkeling nodig hebben, in het kader van de Voor- en

Vroegschoolse Educatie (VVE), komen vier dagdelen naar de peuterspeelzaal.

Wenbeleid

Er wordt met de ouders van het kind afspraken gemaakt op welke wijze het kind het beste kan wennen

aan de peuterspeelzaalgroep. Indien een kind voor de eerste keer naar een peuterspeelzaal komt, wordt

samen met de ouders besproken hoe wordt omgegaan met het wennen van kind en de afspraken over

het wennen, worden schriftelijk vastgelegd. Kinderen kunnen ook een aangepast wenbeleid nodig

hebben. Het pedagogisch groepsplan beschrijft hoe omgegaan wordt met het wenbeleid op de

peuterspeelzaal.

Dagprogramma

Het pedagogisch groepsplan beschrijft hoe een dagdeel op de peuterspeelzaal er uit ziet. Het programma

van het ochtenddagdeel kan verschillen van een middagdagdeel.

De Piramide-methode

De Piramide-methode is een educatieve methode voor kinderen van 0-7 jaar.

Binnen onze organisatie wordt op de peuterspeelzalen themagericht gewerkt met de Piramide-methode.

Het “spelend leren” staat centraal in de thema’s die worden aangeboden. In een gestructureerde en

uitdagende speelomgeving kunnen de kinderen initiatieven nemen om te ontdekken, spelen en leren. De

beroepskracht biedt activiteiten aan en ondersteunt de kinderen in hun ontdekkingstocht en hun spel.

De Piramide-methode ondersteunt de volgende acht ontwikkelingsgebieden:

- persoonlijkheidsontwikkeling

- sociaal-emotionele ontwikkeling

19 Clustermanager 4 G:/Kwaliteit KRBVnieuw/Pedagogisch beleid KRBV Versie 12/Mei 2015

- ontwikkeling van het waarnemen

- taalontwikkeling en ontwikkeling van lezen en schrijven

- denkontwikkeling en ontwikkeling van rekenen

- oriëntatie op ruimte en tijd en wereldverkenning

- motorische ontwikkeling

- kunstzinnige ontwikkeling

Bij het werken met de Piramide-methode is het van belang dat ouders meedenken en weten, wanneer en

welke projectthema’s aan de orde zijn. Een goede samenwerking tussen thuis en de groep biedt het jonge

kind meer ontwikkelingskansen.

De continuïteit van de begeleiding van de peuters wordt gewaarborgd door de vaste beroepkrachten die

verbonden zijn aan de peuterspeelzaal. In het pedagogisch groepsplan staat omschreven op welke wijze er

invulling wordt gegeven aan de activiteiten die de verschillende ontwikkelingsgebieden ondersteunen.

Voorschoolse educatie in de peuterspeelzaal (VVE)

Kinderopvang Rivierenland werkt met een gecertificeerd, voorschools educatieprogramma, de Piramide-

methode (Cito). De Piramide-methode biedt voor het jonge kind, met een mogelijke

ontwikkelingsachterstand, op een of meerdere gebieden extra mogelijkheden om deze ontwikkeling

gericht te ondersteunen en te bevorderen. Binnen de peuterspeelzalen wordt de Nederlandse taal

gesproken.

Het consultatiebureau geeft de VVE indicatie af op basis van door de gemeente vastgestelde criteria.

Kinderen met een VVE indicatie volgen het voorschoolse educatieprogramma en bezoeken de

peuterspeelzaal gedurende 4 dagdelen per week. Er is aandacht voor kinderen die extra begeleiding en

ondersteuning nodig hebben vanwege een ontwikkelingsachterstand, maar ook voor kinderen die extra

uitdaging nodig hebben. De activiteiten betreffende de voorschoolse educatie zijn verweven in het

dagprogramma. Er is een duidelijke waarneembare opbouw en samenhang in het aanbod en de

uitvoering van de activiteiten.

De voortgang van de ontwikkeling van het kind wordt in kaart gebracht met behulp van het Cito

Volgsysteem Jonge Kind en de resultaten hiervan worden met de ouders besproken. Op basis hiervan

wordt bepaald welke ondersteuning het kind nodig heeft. Aan het einde van de peuterspeelzaalperiode

worden de gegevens vastgelegd in een overdrachtlijst die aangereikt wordt aan het basisonderwijs.

De peuterspeelzalen werken nauw samen met de basisscholen om een doorgaande leerlijn te creëren.

Ouderbetrokkenheid verhoogt het effect van VVE aanzienlijk. De beroepskrachten bieden verschillende

activiteiten aan om de ouderbetrokkenheid te verhogen en doen suggesties voor activiteiten die ouders

thuis met hun kind kunnen doen.

De beroepskrachten, die werkzaam zijn in de VVE peuterspeelzalen, zijn opgeleid en in het bezit van een

certificaat betreffende de voorschoolse educatie.