Kwaliteitsmanagement en sociale dienst: contradictie of surplus ?
Paradigma’s die ons verder helpen - nnk.nl · Over paradigma’s en de praktijk van...
Transcript of Paradigma’s die ons verder helpen - nnk.nl · Over paradigma’s en de praktijk van...
Kwaliteit in Bedrijf maart 201422
schappelijke discipline worden paradigma’s
gebruikt om vragen binnen die discipline te
beantwoorden en daarmee het kennisdo-
mein te verbreden en te verdiepen’. Zo heb-
ben de in de 19e eeuw ontwikkelde para-
digma’s in de elektriciteitsleer (zoals de wet
van Ohm) geleid tot de moderne elektronica
zoals we die nu toepassen.
Daarvoor was veel experimenteren nodig.
Als de resultaten van die experimenten
onverwachte resultaten opleverden die niet
met de bestaande paradigma’s te verenigen
waren (anomalieën), of wanneer met de
bestaande paradigma’s geen antwoord te
geven was op de vraagstelling, konden er
twee dingen gebeuren. Men ging zoeken
naar de aanpassingsmogelijkheden van het
paradigma om de anomalieën alsnog te ver-
klaren. Lukte dat, dan haalden de bedenkers
van het paradigma opgelucht adem omdat
hun theorie stand had gehouden. Lukte dat
niet, of was met bestaande paradigma’s
geen antwoord te geven op de vragen, dan
was de tijd rijp voor een nieuw paradigma
ofwel een paradigmashift. In de kwaliteits-
kundige context zegt Wentink (2012) hier het
volgende over: ‘Paradigma’s komen en gaan.
Nieuwe waarnemingen die niet in bestaande
paradigma’s passen, leiden tot paradigma-
verschuivingen wanneer een nieuwe ziens-
vaarde en succesvolle praktijken, theorieën,
methoden, technieken, instrumenten en
toepassingen’. Kortom, een hele verzame-
ling van paradigma’s die de kwaliteitsmana-
ger ten dienste staat.
In zijn baanbrekende boek ‘De structuur
van wetenschappelijke revoluties’ had
Thomas Kuhn (1970) al de treffende naam
‘disciplinaire matrix’ voor een verzameling
van paradigma’s in een vakgebied geop-
perd. Waarmee nog steeds niet gezegd is
waar we paradigma’s voor gebruiken. Kuhn
(1970) geeft dit ook aan: ‘Binnen een weten-
Een korte definitie van een paradigma luidt:
een paradigma is een zienswijze, een over-
tuiging die door een bepaalde groep wordt
aangehangen (de Vaal et al., 2013). Wentink
(2012) werkt dit verder uit: ‘Een paradigma
bevat voorstellingen, opvattingen en beel-
den van de organisatorische werkelijkheid,
zoals waarden, opvattingen, handelwijzen,
methoden en instrumenten, die leden van
een sociale groep (i.c. kwaliteitsmanagers,
BvS) construeren, teneinde in staat te zijn
om denkbeelden en acties te integreren.
Een paradigma levert regels, standaarden
of normen, alsmede voorbeelden van aan-
Paradigma’s die ons verder helpen
Over paradigma’s en de praktijk van kwaliteitsmanagement
De kwaliteitskunde is rijk aan paradigma’s: quality control, quality assurance, total quality management (integrale kwaliteitszorg), klantwaardemanagement, Lean management, et cetera. Kwaliteitsmanagers maken er gebruik van bij de uitoefening van hun vak. Maar wat zijn paradigma’s, wat kunnen we ermee in de praktijk, welke problemen helpen ze op te lossen en wat als dat niet lukt? In dit artikel verkennen we paradigma’s in kwaliteitsmanagement en onder-zoeken we hun bruikbaarheid voor de hedendaagse praktijk. We zullen zien dat de oude, vertrouwde paradigma’s niet meer toereikend zijn als ‘standaardoplossingen’ voor hedendaagse problemen in het sociaal-dynamische perspectief van kwaliteits management. Is er een paradigmashift nodig, waarin de menselijke natuur een prominente plaats inneemt en professionele, organisatorische en relationele kwaliteitsdimensies ons verder kunnen helpen?
Door Ben van Schijndel
Figuur 1: Systeemtechnische en sociaal-dynamische perspectieven; naar Fisscher (1994) en Van der Bij c.s. (1999), bewerkt door Van Schijndel
en Berendsen (2007).
Perspectief
Kenmerk
Operationeel
Strategisch
Systeemtechnisch
Structuur
Standard-driven
• controles
• kwaliteitssysteem
• taken, verantwoordelijkheden,
bevoegdheden
• discipline
• plannen
• budgetten
• evalueren
• managementtaken
Sociaal-dynamisch
Cultuur
People-centred
• overleg
• communicatie
• commitment
• motivatie
• teamvorming
• waarden/normen
• dynamische besluitvorming
• leiderschap
23maart 2014 Kwaliteit in Bedrijf
wijze en theorie succesvol blijken te zijn en
een grotere aanhang krijgen. De sterkte en
de houdbaarheid van een paradigma wordt
bepaald door de hoeveelheid problemen
– van een toenemende complexiteit – die
effectief kunnen worden opgelost’.
Welke problemen in kwaliteitsmanagement
ervaren we nu als hardnekkig, kennelijk
omdat de bestaande paradigma’s geen op-
lossing bieden of omdat ze niet goed wor-
den toegepast?
HARDNEKKIGE PROBLEMENVan hardnekkige problemen in kwaliteits-
management, zoals de individuele kwali-
teitsbeleving van de professional versus de
meestal bureaucratische kwaliteitsopvatting
van de organisatie, mag op grond van boven-
staande redenering verwacht worden dat de
bestaande paradigma’s niet geschikt zijn om
ze op te lossen, of dat ze niet goed worden
toegepast. In het eerste geval is er een para-
digmashift nodig. In het tweede geval is een
herwaardering of aangepaste uitleg van een
of meerdere paradigma’s aan de orde.
Om tot een enigszins ordelijke verkenning
van hardnekkige kwaliteitsvraagstukken
te komen volg ik de rode draad in het boek
‘Kwaliteitsmanagement in de praktijk’ (De
Vaal et al., 2013), namelijk het onderscheid
in systeemtechnische en sociaal-dynami-
sche perspectieven in kwaliteitsmanage-
ment. In figuur 1 zijn de kenmerken van
beide perspectieven op operationeel en
strategisch niveau weergegeven. In het
systeemtechnisch perspectief is structure-
ren en standaardiseren van de organisatie
aan de orde. In het sociaal-dynamisch
perspectief gaat het om cultuur en mens.
Het sociaal-dynamisch perspectief is het
domein van ‘kwaliteit is mensenwerk’. Het
is immers de mens die, van hoog tot laag in
de organisatie, met zijn vakkennis, de wijze
waarop hij zijn werk organiseert en de con-
tacten met zijn professionele relaties invult
en onderhoudt, de drager is van kwaliteit.
Hoe vreemd het ook moge klinken, er zijn
vrijwel geen hardnekkige vraagstukken
meer in het systeemtechnisch perspectief.
Dat wil niet zeggen dat er geen mensen
meer zijn die moeite hebben met het ont-
werpen en inrichten van een kwaliteitssys-
teem, een auditmethodiek, het benoemen
en structureren van managementtaken,
enzovoort. Iedere kwaliteitsmanager komt
deze problemen tegen. Maar hij weet dat ze
oplosbaar zijn omdat er een veelheid aan
paradigma’s (gereedschappen, instrumen-
ten, theorieën en succesvolle praktijken) is,
die zijn ervaren collega’s al vele malen met
succes hebben toegepast. Er is een disci-
plinaire matrix van kwaliteitskundige para-
digma’s ontstaan die gelijk opging met de
ontwikkeling van het vakgebied. Dit gebeur-
de via quality inspection in de indu striële
revolutie, quality control uit de jaren ’30,
quality assurance dat rond 1975 opkwam
om de kwaliteit met kwaliteitssystemen te
beheersen en total quality management
vanaf ca. 1985. Zo ontstond een discipli-
naire matrix in de systeemtechnische kant
van kwaliteitsmanagement in een wereld-
beeld met maakbaarheid als ideaal. Deze
disciplinaire matrix is gevuld met systemen,
normen, concepten, technieken en ideeën
met meetbare factoren voor meetbare pro-
blemen. Maar, niet alle kwaliteitsproblemen
zijn meetbaar. Ik heb het over hardnekkige
problemen waarvoor een benadering vanuit
systeemtechnisch perspectief niet toerei-
kend is en die verhinderen dat organisaties
doorgroeien via gemiddeld en goed, naar
excellent:
• De professional op de werkvloer heeft
Kwaliteit in Bedrijf maart 201424
sional bij zijn werk. Het is niet juist om
te stellen dat het ene paradigma beter is
dan het andere. Afhankelijk van de situ-
atie in een organisatie kan het zinvol zijn
meer nadruk te leggen op het ene, zonder
het andere te verwaarlozen. Verstandig en
afwisselend redeneren vanuit beheersing
of betrokkenheid legt de basis voor de ver-
binding tussen strategisch en operationeel
kwaliteitsmanagement (De Vaal et al., 2013).
De empirische, normatieve en reflectieve kwa-
liteitsscholen (Vinkenburg, 2010).
Deze scholen kenmerken de ontwikkelingen
in de kwaliteitskunde. De oudste is de empi-
rische school en heeft als objecten product
en proces en gaat uit van ‘meten is weten’.
De normatieve school is van later datum
en kent systeem en organisatie als object
en kijkt naar het voldoen of afwijken van de
norm. Mens en relatie zijn de objecten van
de in 2010 door Vinkenburg voorgestelde
reflectieve school die zich richt op attitudes
en interacties. Drie manieren om naar de
kwaliteit van organisaties te kijken. Ieder
voor zich verschillend, maar samen com-
plementair, met de reflectieve school als
sociaal-dynamisch element.
Kwaliteit in Drie Dimensies: professioneel
(vakinhoudelijk/functioneel), organisatorisch
en relationeel (van Schijndel en Berendsen,
2007; van Schijndel, 2011). De drie dimen-
sies zijn toepasbaar op individueel en col-
lectief/organisatie-niveau (van Schijndel en
Fruytier, 2011), zoals figuur 2 laat zien.
Hét kenmerk van de goed functionerende
organisatie en de goed functionerende
professional is dat de drie kwaliteitsdimen-
sies van hoog niveau zijn én met elkaar
in balans. Dat wil zeggen dat geen van de
dimensies een beperkende factor is voor de
de oertijd van kwaliteitsmanagement – De-
ming, Juran, Feigenbaum, Crosby, Ishikawa,
Imai, Senge en vele anderen – ons niet van
de vraagstukken in het sociaal-dynamisch
perspectief hebben afgeholpen, zullen we
op zoek moeten naar relatief jonge para-
digma’s. Relatief jong in de zin dat ze in de
21e eeuw ontwikkeld zijn en wellicht nog niet
helemaal voldoen aan het kenmerk ‘door de
hele beroepsgroep overgenomen’.
NIEUWE PARADIGMA’S DIE VERBINDENSinds 2006 is er een aantal paradigma’s
ontstaan die niet alleen een verbinding
maken tussen systeemtechnische en
sociaal-dynamische perspectieven, maar
ook een balans tussen beiden mogelijk
maken.
Beheersing & Betrokkenheid (Vinkenburg,
2006) zijn uitgangspunten voor de bestu-
ringsfilosofie. Het beheersingsparadigma
heeft maakbaarheid als ideaal, hanteert het
begrip ‘meten is weten’ en beoordelingscri-
teria als slagvaardigheid, doeltreffendheid
en winstgevendheid. We komen ze tegen
in het systeemtechnisch perspectief. Het
betrokkenheidsparadigma heeft leefbaarheid
als ideaal en hanteert beoordelingscriteria
als nieuwsgierigheid, wijsheid en bezorgd-
heid. Daar kunnen aan worden toegevoegd:
vertrouwen, reflectie, eigenaarschap en de
persoonlijke betrokkenheid van de profes-
een andere beleving van kwaliteit, dan
het in zijn ogen meestal bureaucratische
kwaliteitssysteem van de organisatie;
• Het maken van de vertaalslag van stra-
tegisch naar operationeel kwaliteitsma-
nagement;
• De relatie tussen zingeving, eigenaar-
schap en kwaliteit van het werk;
• De ogenschijnlijke of reële mismatch
tussen persoonlijke doelen van de profes-
sional met die van zijn team of de gehele
organisatie;
• Een excellente organisatie is een lerende
organisatie. Maar wat zijn de kenmer-
ken daarvan en hoe kom je via lerende
professionals en lerende teams tot een
lerende organisatie?
Kortom, vraagstukken die tot op de dag van
vandaag nogal hardnekkig zijn gebleven
en vanuit het sociaal-dynamische kwali-
teitsperspectief om een oplossing vragen.
Hierbij kunnen paradigma’s behulpzaam
zijn, die zich buiten het traditionele ken-
nisdomein van kwaliteitsmanagement be-
vinden. Hier doet zich een parallel voor met
de praktijk van verandermanagement. In
zijn boek ‘Organisatie en verandering in de
praktijk’ komt Cozijnsen (2012) tot de con-
clusie dat veel verandertrajecten mislukken
omdat er geen of te weinig gebruik ge-
maakt wordt van kennis en ervaring van de
wetenschappelijke disciplines van sociale
psychologie en de psychologie.
Het lijkt voor de hand liggend om paradig-
ma’s uit deze disciplines toe te voegen aan
die van kwaliteitsmanagement, zodat een in-
terdisciplinaire matrix van paradigma’s ont-
staat. Maar welke zouden dat moeten zijn?
Is het niet verstandiger om eerst te kijken of
er al nieuwe kwaliteitskundige paradigma’s
zijn die een verbinding leggen tussen de sys-
teemtechnische en sociaal-dynamische per-
spectieven, om vervolgens te kijken wat er
nog nodig is uit de gedragswetenschappen?
Omdat de paradigma’s van de goeroes uit
‘DE GERICHTHEID OP DE SYSTEEMWERELD LEIDT TOT KLANTVERLIES EN VERLIES VAN EIGENAARSCHAP BIJ DE MEDEWERKERS’
Figuur 2. Kwaliteitsobjecten in ‘Kwaliteit in Drie Dimensies’.
Individueel
Collectief
Professioneel
(vakinhoudelijk/functioneel)
- Vakkennis professional
- Persoonlijk product
- Collectieve kennis
- Eindproduct
Organisatorisch
- Wijze waarop de
professional zijn
werk organiseert
- Organisatie-
structuur
- Bedrijfsprocessen
Kwaliteit in Drie Dimensies
Relationeel
- Professionele
contacten en relaties
- Interacties tussen or-
ganisatieonderdelen
(teams, afdelingen)
25maart 2014 Kwaliteit in Bedrijf
ander, zodat de organisatie haar doelen kan
bereiken en waar het om personen gaat
deze hun individuele doelen kunnen berei-
ken. Een andere eigenschap van de drie
kwaliteitsdimensies is, dat ze elkaar beïn-
vloeden. Zo heeft een slecht georganiseerde
receptie van een bedrijf (organisatorische
kwaliteit) een negatieve invloed op de rela-
ties met klanten (relationele kwaliteit).
De drie kwaliteitsdimensies bieden in hun
complementaire samenhang de mogelijk-
heid om op individueel/collectief en opera-
tioneel/strategisch niveau te reflecteren en
analyses en plannen te maken. Het concept
van kwaliteit in drie dimensies is onder an-
dere al toegepast op:
• de menselijke succesfactoren in kwali-
teitsmanagement: zingeving, eigenaar-
schap, vakmanschap, sociale vaardig-
heden en leiderschap (Van Schijndel en
Berendsen, 2007);
• kenmerken van (verbindend) leiderschap
in termen van succesfactoren, uitings-
vormen en voorwaarden (De Vaal et al.,
2013);
• de relaties tussen de professionele drijf-
veren nieuwsgierigheid en ambitie en
tussen leren op individueel en collectief
niveau (Van Schijndel, 2010; De Vaal et
al., 2013) en daardoor ook met verande-
ringsprocessen;
• het onderzoeken van teamgedrag (Van
Schijndel, 2011) en excellentie HBO-
opleidingen (Van Schijndel en Fruytier,
2011); en
• het herleiden van individueel en collectief
gedrag van professioneel handelen en
denken vanuit de gedrags- en evolutie-
biologie. Hierdoor is het spanningsveld
tussen persoonlijke en organisatiedoel-
stelling te verklaren en hanteerbaar te
maken (Van Schijndel, 2010; De Vaal et
al., 2013).
Er zijn nog twee nieuwe paradigma’s die
aandacht verdienen: het ‘Hitteschild’ van
Weggeman (2007) en de ‘Verdraaide orga-
nisaties’ van Hart (2012) omdat ook zij een
brug slaan tussen het systeemtechnisch en
sociaal-dynamisch perspectief.
Weggeman stelt dat voor het goed functi-
oneren van professionals een ‘hitteschild’
nodig is: er is een zekere relatieve rust
nodig waarin ze niet afgeleid worden door
de bureaucratie en moeilijk te begrijpen
beleidstaal ‘van boven’. De leidinggevende
van deze professionals dient dit schild
te creëren. Zorgvuldig toepassen van de
paradigma’s beheersing en betrokken-
heid bij het opstellen en uitrollen van het
kwaliteitsbeleid (policy deployment) én het
toepassen van het hitteschild leidt ertoe
dat er een begrijpelijke vertaalslag wordt
gemaakt van strategisch naar operationeel
kwaliteitsmanagement. Hierdoor worden
de persoonlijke kwaliteitsdoelen van de
professional gematched met die van de or-
ganisatie en voelt hij zich daar eigenaar van
(De Vaal et al., 2013).
In zijn boek Verdraaide organisaties- terug
naar de bedoeling beschrijft Hart (2012) hoe
organisaties succesvol kunnen zijn door
in hun dagelijks werken in het bedrijf (de
leefwereld) uit te gaan van de bedoeling van
het bedrijf en daarbij de systeemwereld van
normen en protocollen ondersteunend te
laten zijn. De omgekeerde gerichtheid op
de systeemwereld leidt tot klantverlies en
verlies van eigenaarschap bij de medewer-
kers. Hart voelt de wisselwerking tussen
beheersing en betrokkenheid haarfijn aan:
‘We zitten collectief gevangen in een be-
drijfskundige logica die eenvoudigweg niet
kan kloppen omdat die te veel haaks staat
op de menselijke natuur’. Hart pleit er voor
om de menselijke natuur als uitgangspunt
te nemen en kijkt daarbij naar inspirerende
voorbeelden in organisaties. Die voorbeel-
den inspireren (en zo hoort het ook), maar
brengen ons niet dichter bij de uitgangs-
punten van de menselijke natuur.
PARADIGMA’S UIT DE GEDRAGS-WETENSCHAPPENDit brengt ons terug bij de eerder gestelde
vraag wat we na de verkenning van nieuwe
paradigma’s nog nodig hebben uit de ge-
dragswetenschappen in onze nieuw te
creëren interdisciplinaire matrix. De door
Cozijnsen (2012) genoemde psychologie en
sociale psychologie helpen ons bij overtui-
gen, bezwaren wegnemen, omgaan met
weerstanden et cetera. Zij zijn belangrijk en
behulpzaam in de kwaliteitskundige context
van de reflectieve school en de rationele
kwaliteitsdimensie. Als discipline geven ze
geen verklaring voor het uitgangspunt van
de menselijke natuur die we hier beschou-
wen. De gedragswetenschap die wel aan
die eisen voldoet en bovendien inzicht geeft
in individueel en teamgedrag van profes-
sionals, is de gedrags- en evolutiebiologie.
Omdat dit onderwerp in andere publicaties
uitgebreid beschreven is (Van Schijndel,
2010; De Vaal et al., 2013), wordt hier vol-
staan met het weergeven van de hoofdlijn
in de gedachtegang en de illustratie uit het
boek ‘Kwaliteitsmanagement in de prak-
tijk’ (figuur 3). De evolutionair ontwikkelde
professionele drijfveren nieuwsgierigheid
en ambitie krijgen (grijpen?) hun kans als
voldaan is aan primaire en secundaire
levensbehoeften (voorbeelden: voedsel
respectievelijk veiligheid). Nieuwsgierig-
heid leidt tot kennis en ambitie, via actie, tot
Figuur 3. Relatie tussen professionele drijfveren, Kwaliteit in Drie Dimensies en professionele doelen.
Professionele drijfveren:nieuwsgierigheid en ambitie
Realiseren van professionele doelen
Kwaliteitsdimensies
Relationele kwaliteit
Organisatorische kwaliteitPr
ofes
sion
ele
kwal
iteit
vakm
ansc
hap zelforganisatie
relaties
leiden tot
sturen
Kwaliteit in Bedrijf maart 201426
Schijndel, B. van (2011). Kwaliteit in Drie Dimensies en de Teamscan. Synaps, nr. 34, p. 33-36. Ook verschenen in: Praktijkboek Kwaliteitszorg in Welzijnsvoorzieningen, aflevering nr. 38, december 2012 (België).Schijndel, B. van, en Fruytier, B. (2011). Onderwijs-kwaliteit en Teamkwaliteit. TH&MA, nr. 3, p. 21- 27. Ook gepubliceerd in Synaps, nr. 33, p. 25-29. Vaal, K. de, Pijl, O., Schijndel, B. van (2013). Kwali-teitsmanagement in de praktijk. Hilversum: Concept uitgeefgroep.Vinkenburg, H. (2006). Dienstverlening; paradigma’s, deugden en dilemma’s. Kwaliteit in Praktijk, B1-5, De-venter: Kluwer.Vinkenburg, H. (2010). Naar een derde school in de kwaliteitskunde? Synaps, nr. 31, p 3-5. Weggeman, M. (2007). Leidinggeven aan professionals? Niet doen! Schiedam: Scriptum.Wentink, T. (2012). Van kwaliteitsmanagement naar waardenmanagement: een paradigmaverschuiving. Verschenen in: Perspectieven op Kwaliteit.nl., p. 78 - 84. Uitgave van het NNK.
ervaring. De verworven kennis en ervaring
zijn de beloning en geven het goede gevoel
van trots. Die trots zet de professional aan
tot het verleggen van zijn nieuwsgierigheid
en ambitie naar een hoger niveau. Daarbij
speelt reflectie een cruciale rol. Reflecteert
hij op zijn eigen drie kwaliteitsdimensies,
dan komt hij persoonlijk op een steeds
hoger niveau. Reflecteert hij op de drie kwa-
liteitsdimensies van zijn team, afdeling of
organisatie, dan draagt hij tevens bij aan de
doelstellingen van het collectief.
TOT BESLUITIn dit artikel zijn een aantal theorieën/para-
digma’s aan de orde geweest die gewijd zijn
aan de praktijk van kwaliteitsmanagement.
In het gedachtegoed van Kurt Lewin (‘There
is nothing more practical than a good the-
ory’) is geprobeerd een verbinding te leggen
tussen de systeemtechnische en sociaal-
dynamische aspecten van kwaliteitsma-
nagement. Dit heeft kennis opgeleverd die
zou moeten behoren tot de kennisbasis van
iedere kwaliteitsmanager. Maar niet alleen
de kwaliteitsmanager moet er kennis van
nemen en ermee leren omgaan, het geldt
ook voor de lijnmanager! En wie krijgt hem
zover? Q
In september verscheen het boek ‘Kwaliteits-
management in de praktijk’. Dit is het eerste
van vier artikelen waarin drie schrijvers on-
derwerpen uit het boek verder uitdiepen.
LiteratuurCozijnsen, A.J. (2012). Organisatie en verandering in de praktijk. Hilversum: Concept uitgeefgroep.Hart, W. (2012). Verdraaide organisaties – Terug naar de bedoeling. Deventer: Kluwer.Kuhn, T. (1970). De structuur van wetenschappelijke re-voluties. Boom: Amsterdam, zesde herziene editie.Lewin, K. (1952). Field theory in social science: Selected theoretical papers by Kurt Lewin. London: Tavistock.Schijndel, B. van, en Berendsen, G. (2007). Kwaliteit is mensenwerk; relationele kwaliteit als kwaliteitsfactor. Synaps, nr. 23, p. 7–11.Schijndel, B. van (2010). Kwaliteit is mensenwerk…het vervolg of het begin?. Synaps, nr. 31, p. 33-35.
OVER DE AUTEURBen van Schijndel werkte tot zijn pensionering bij Hogeschool Utrecht, waar hij onder meer
onderzoek heeft gedaan naar Onderwijskwaliteit en Teamkwaliteit. Hij publiceert regelmatig
over het thema Kwaliteit is Mensenwerk en is medeauteur van het boek ‘Kwaliteitsmanage-
ment in de praktijk’. Hij is bestuurslid van het Nederlands Netwerk voor Kwaliteitsmanage-
ment, waarvoor hij het NNK platform HBO heeft opgericht.
De auteur bedankt Huub Vinkenburg voor de aangename en vooral diepgaande discussies
over paradigma’s in de kwaliteitskunde.
De bijeenkomst markeerde ook de start van
een belangrijke uitbreiding van het Kwali-
teit in Bedrijf-platform: het organiseren van
evenementen op het vlak van kwaliteits-
management en MVO. Op deze evene-
menten krijgen abonnees van Kwaliteit in
Bedrijf een flinke korting: sommige bijeen-
komsten zijn zelfs gratis.
Het eerstvolgende evenement zal
plaatsvinden op 12 maart a.s. en heeft een
De bekende MVO-expert Lars Moratis nam
de aanwezigen mee in een vlotte presen-
tatie, waarin tal van interessante inzichten
naar voren kwamen. Met een dikke 8 als
rapportcijfer beoordeelden de deelnemers
het evenement als geslaagd en voor herha-
ling vatbaar. Het is dan ook de bedoeling de
MVO Trendbijeenkomst als een jaarlijks – in
januari – terugkerend evenement te orga-
niseren.
heel bijzondere gastspreker: internationaal
MVO-expert en thought leader dr. Wayne
Visser.
MVO Trendbijeenkomst 2014 oogst veel waarderingZoals u ongetwijfeld zal zijn opgevallen zat er bij het decembernummer van Kwaliteit in Bedrijf een nieuw product: de Trendbijlage 2014. Hierin verzamelden we de meningen van opinieleiders over de trends voor het komende jaar op het gebied van KAM-management en MVO. Om daar een leuk en leerzaam vervolg op te geven, organiseerden we op 30 januari in samenwerking met de Open Universiteit de ‘MVO Trendbijeenkomst 2014’.
MVO-expert Lars Moratis tijdens de MVO Trendbijeenkomst.