PanEssay | December 2010 | m.f.v. Panacea

32
jaargang 24 // nummer 5 // december 2010 PANESSAY Faculteitsblad der M.F.V. Panacea This issue 6 pages in English

description

PanEssay | faculteitsblad der M.F.V. Panacea Editie: December/Januari 2010

Transcript of PanEssay | December 2010 | m.f.v. Panacea

Page 1: PanEssay | December 2010 | m.f.v. Panacea

jaargang 24 // nummer 5 // december 2010

PANESSAYFaculteitsblad derM.F.V. Panacea

This issu

e 6 pages in Englis

h

Page 2: PanEssay | December 2010 | m.f.v. Panacea
Page 3: PanEssay | December 2010 | m.f.v. Panacea

3

4

7

8

11

13

15

18

20

24

25

27

28

Uit ‘t bestuurshok

Commissies & onderwijs

Aanstormend bestuur

Tentamineren in G2010

Introducing IBMG 2010

IBMG backstage

A tale of the unexpected

De V-check

Tom Cyfly

Neologismen

Memoires van een thuiszorgmedewerker

Co-column Operation mindf*ck

Vrouwe Panacea

tot ons groot verdriet is dit alweer het aller allerlaatste of-ficiële bestuursstukje van het 23ste bestuur van Panacea.

INHOUD

de laatste nieuwtjes en de nieuwste feitjes over alle activiteiten en een zeer traumatisch interview.

het 24ste bestuur stelt zich met fris enthousiasme voor aan onze trouwe lezers.

Kuks vertelt over het reilen en zeilen van het ont-staan van de examenvragen en vooral over de motivatie daarachter.

On a average day we drink 0.2 coffee simply to maintain normal function.

what is really going on during the pre-med and what is the whole background?

in navolging van de grote klassiekers als Lord of the rings en Harry Potter waagt onze grote schrijver zich ook aan het avonturen thema.

COLOFON // de PanEssay is het faculteitsblad van M.F.V. Panacea en verschijnt met een beetje mazzel vijf keer per jaar // plaatsing van een stuk houdt niet in dat de redactie de daarin weergegeven zienswijze onderschrijft // de redactie behoudt zich het recht voor taalkun-dige correcties aan te brengen of stukken niet te plaatsen (tja, soms is het gewoon té erg!) // kopij kan via e-mail of op een gangbaar medium worden aangeleverd worden bij de redactie // oplage 2700 stuks // druk verzorgd door drukkerij Woning, Groningen // redac-tieadres A. Deusinglaan 1 t.a.v. PanEssay 9713 AV Groningen // telefoon 06 13959484 // e-mail [email protected] // voorzitter Hidde Kleijer // hoofdredacteur Davith de Vries // redactie Jop van den Berg, Maarten Jalink, Hidde Kleijer, Sietske Poortinga, Eva Salters, Sandor Schokker, Davith de Vries // lay-out Janyte Holwerda, Sietske Poortinga, Davith de Vries // Sluitingsdatum volgende editie: 7 februari

will he ever see his family back or will this night be his last...

alweer terug van weggeweest bewijzen de neologismen de kracht van resistentievorming.

wel een verplichte APK voor de auto maar niet voor de mens... stapt onze rampenman over naar de profylaxe?

over de onvermijdelijke verandering, ouder worden en beroepsdeformatie.

proberen huisartsen dementerende bejaarden steeds voor het lapje te houden?

alle drukte wordt onze vrouwe bijna te veel, maar gelukkig staat ze altijd klaar met een goede tip voor haar aanbidders.

Page 4: PanEssay | December 2010 | m.f.v. Panacea

2

WE ZOEKEN ARTSEN DIE DE LANDMACHT AANKUNNEN.

Dit is jouw kans om je carrière als arts nog uitdagender te maken. De Koninklijke Landmacht biedt volledige eerste- en tweedelijnszorg onder

alle omstandigheden, in binnen- en buitenland. Als Algemeen Militair Arts kun jij deel uitmaken van deze unieke gezondheidszorg. Soms staan

alle high-tech middelen tot je beschikking, maar soms moet je op zoek naar creatieve oplossingen. Ben jij (bijna) afgestudeerd, vindingrijk en

kun je werken onder bijzondere omstandigheden? Ga naar werkenbijdelandmacht.nl/artsen of mail naar [email protected]

501300381 Specialisten 210x297.indd 1 26-08-10 09:59

Page 5: PanEssay | December 2010 | m.f.v. Panacea

In deze PanEssay zullen wij voor de laatste keer een stukje vanuit het bestuurshok schrijven. Vanaf 1 januari 2010 zijn we in functie en we zullen met oud en nieuw officieel bestuur af zijn. Het was een heel bijzonder jaar, met ontzettend veel hoogtepunten en gigantisch veel borrels. De zes mensen die ik in het begin van het jaar zag als vage bekenden, zijn nu een deel van mijn familie worden. Daarom wil ik hen ont-zettend bedanken voor dit mooie jaar. Maar ons jaar was zeker niet zo mooi geweest zonder jullie! Voor ons zijn jullie, onze leden, diegenen waar we ontzettend veel leuke ervaringen mee gedeeld hebben.

Afgelopen tijd heeft de Medische Carrière Dag com-missie een zeer leerzame dag georganiseerd, die op 20 november heeft plaatsgevonden. Allerlei specialismen hebben de revue gepasseerd, van dermatologie tot mi-litair arts. Vele studenten hebben hopelijk een beter beeld gekregen van wat ze later willen worden.

Tevens is er de mogelijkheid geweest om wat te leren bij Panacea. De Pan-F heeft ons geleerd hoe we onze foto’s zo kunnen bewerken, dat alle oneffenheden niet meer zichtbaar zijn. Ook kunnen we nu een mooie poster maken en dat alles door de photoshop work-

shop. Daarnaast is er een onderwijsactiviteit georga-niseerd met als thema ‘Hoe maak je een tentamen?’. Hopelijk hebben jullie, mede hierdoor, de eerste tentamens van blok 2 gehaald.

Tot slot zijn we los gegaan op het AkCie Almanakfeest, waar de prachtige almanak 2010 werd gepresenteerd door de AlmanakCie. Als we nu niet over al onze ang-sten heen zijn, weet ik het ook niet meer.

Tijdens de Algemene Leden Vergadering van 9 november hebben jullie kennis kunnen maken met het nieuwe bestuur 2011. Wij zijn erg blij met onze opvolgers en willen hen ook heel veel succes wensen volgend jaar. Verder kunnen jullie ze aankomende tijd vaak vinden in de kelder, waar ze met ons meelopen

tijdens hun overdrachtsperiode. Als je nog geen ken-nis hebt gemaakt met BP’11, lees dan snel verder, ze hebben ook een stuk met foto in deze PanEssay staan.

We willen jullie nogmaals bedanken voor het ge-weldige jaar en hopelijk zien we jullie nog vaak op Panacea-activiteiten.

Liefs,Bestuur Panacea 2010

Panacea

Panessay • 2010:5 • 3

Uit het bestuurshok

.... ze hebben nu ook stuk en foto in deze PanEssay staan.

Lieve leden,

Als we nu niet over angsten heen zijn, weet ik het ook niet meer.

Page 6: PanEssay | December 2010 | m.f.v. Panacea

JV3

JV1Commissies & Onderwijs

4

JV3 Interview Patrick Nieboer, traumachirurg van het UMCG en blokcoördinator van blok 3.1

Hoe waren uw co-schappen?Tsja, ik wilde naar Curaçao, maar ik werd daarvoor uitgeloot. In plaats daarvan moest ik 2 jaar naar Enschede. De co- schappen starten met 12 weken interne geneeskunde, waarvan ik de eerste zes weken niets begreep van de werkwijze van het ziekenhuis. Zo is de denkwijze en ‘taal’ van het ziekenhuis heel anders. Dit was een schok, omdat je denkt dat je iets kunt, maar dit blijkt niet zo te zijn.

Wat is het ergste wat tegen u gezegd is of wat u moest doen tijdens uw co-schappen?Ik heb eerlijk gezegd geen idee meer, ik heb op zich geen conflicten gehad tijdens mijn co-schappen. Tot co-klussen behoorde vroeger allerlei zaken wegbrengen, buisjes ed. Nogal stom werk. Maar het leukste wat ik ooit heb moeten wegbrengen was voor hematologie. Hiervoor moest ik met de trein naar Amsterdam om samples te af te leveren. Alle onkosten werden vergoed en tegelijkertijd kon ik daar naar mijn vrienden. Er was tijdens mijn co-schappen wel een continue confrontatie met mijn eigen kunde en onkunde.

Wat is het ergste wat u tegen een co-assistent hebt gezegd of heeft laten doen?Ik denk eerlijk gezegd dat ik altijd heel aardig ben tegen co-assistenten, maar dat vindt iedereen van zichzelf. Ik heb ongetwijfeld wel onaardig tegen ze gedaan, vooral als mensen niet eerlijk zijn, de praatjesmakers en de ‘ja-maars’.

Tip voor de co-schappenWord vrienden met de keukenhulp, dan krijg je ten minste nog iets te eten. Nee… Je leert het meest als je een goede relatie met mensen opbouwt, je hoeft er alleen maar aardig voor te zijn. Je moet ook niet werkschuw zijn en iets voorbereiden helpt in het opbouwen van je leerrelatie. En bluffen mag, maar werkt alleen bij traumachirurgie en als je het waarmaakt! Er is onderzoek dat uitgewezen heeft dat co-schappen eenzelfde emotionele “impact” heeft als de puberteit. Oftewel, je wordt regelmatig heen en weer geslingerd, maar net zoals je puberteit een individualisering is van je persoon, zijn je co-schappen een individualisering van student naar dokter.

JV1 Het begin is alweer ten einde. Het eerste blok zit er op! We hopen na-tuurlijk dat iedereen dit gehaald heeft en ondertussen een beetje zijn plekje heeft gevonden op kamers, met de studie en eventueel bij Panacea of een studentenver-eniging. Even een voorstelrondje: De BlokCie bestaat uit Wouter (voorzitter), Joost, Michelle en Kiki. Zij zorgen er voor dat jullie steeds betere colleges krijgen. Ze hebben intensief contact met de blokcoördinator. Voor verbeterpunten over het blok kunnen jullie altijd bij hen terecht! Spreek deze lieve jaargenootjes van jullie aan! De TenCie bestaat uit Merel, Berend, Stephanie en Vonne. Deze bikkels beginnen na het tenta-men pas écht. Ze evalueren het tentamen en nemen al jullie mooie gedichten/teke-ningen/klachten achter op het tentamenformulier en in de mail mee in het debat met de blokcoördinator over de eliminatie van vragen. Schroom dan ook niet om ze volop lastig te vallen! De PRCie bestaat uit Hilde, Reickly, Jorga en Juliëtte. Wij zorgen onder andere voor dit stukje in de PanEssay ;). Verder ontwerpen wij momenteel dé jaartrui waarmee je in de koude wintermaandjes de studie beter door kunt komen. Check hiervoor nog een keer de promo. Ook bieden wij namens jullie allemaal de dappere patiënten die voor een volle collegezaal hun klacht op tafel gooien een klein presentje aan. Nogmaals dank voor jullie geweldige bijdrage! Daarbij worden ook de collegepraatjes door ons verzorgd. Mocht je nog andere vragen hebben, schroom ook niet om ons te benaderen want, ook al lijkt het misschien zo, we bijten niet! We hopen veel van jullie te horen de komende jaren. We gaan er een geweldige tijd van maken!

Page 7: PanEssay | December 2010 | m.f.v. Panacea

Machaon

Commissies & Onderwijs

BijlesBijles Waarschijnlijk is jullie wel opgevallen dat wij als bestuur een nieuw project op het gebied van onderwijs op hebben gezet; het bijlesproject. Het doel van het bijlesproject is bijlesgevers – en krijgers aan elkaar te koppelen aan de hand van wat ieders wensen zijn. Zo kan je als je bijles wil krijgen bijvoorbeeld aangeven of je inhoudelijke uitleg wil of juist meer wil oefenen op het gebied van open boek – toetsing.Op dit moment hebben wij 13 koppels gevormd die hard met elkaar aan het werk zijn om betere studieresultaten te behalen. We hebben na de zomervakantie onze eerste feedback gehad en deze was erg positief. Mocht je zelf ook graag bijles willen geven of krijgen, stuur dan een mailtje naar [email protected].

PanEssay • 2010:5 • 5

Machaon Machaon is een werkgroep van Panacea die zich richt op alternatieve geneeswijzen en het organiseren van activiteiten op dit gebied. Als arts zal je misschien wel eens een patiënt tegenkomen die van alternatieve geneeswijzen overtuigd is. Het kan dan handig zijn als arts om het en ander te weten over deze alternatieve geneeswijzen, zodat je de patiënt beter kan voorlich-ten en helpen. Dit jaar is Machaon volledig vernieuwd. De nieuwe leden van dit jaar zijn: Johannes Buitenhuis (voorzitter), Shasti Mooij (penningmeester) en Jozefien Bakema (secretaris en promotiefunctionaris). Met deze groep gaan we ook dit jaar leuke dingen organiseren op het gebied van alternatieve geneeswijzen. Mocht je geïnteresseerd zijn in deze werkgroep, dan kun je natuurlijk altijd contact met ons opnemen; [email protected]. Maar je kunt er natuurlijk ook voor kiezen om aan één of meerdere van onze activiteiten mee te doen. We hopen snel van je te horen!

Page 8: PanEssay | December 2010 | m.f.v. Panacea

Panessay • 2010:5 • 6

MasterraadMasterraad Het nieuwe studiejaar is alweer een tijdje bezig en dat geldt ook voor de Masterraad. Wij zijn daarom alweer druk bezig en voornamelijk met het eerste jaar van de masterfase. De M1-fase in de studie is een helemaal nieuwe fase na de drie jaar, of meer natuurlijk van leren uit de boeken. De klinische trainingsfasevan 5 weken is al veel meer praktijkge-richt dan de meer op leren beruste bachelor fase. Daarna zijn er de coschappen van 6 weken waarin je voor het eerst vaak voor 7 uur je nest uitgaat en pas laat tegen het eind van de middag weer thuis bent. De junior-coschappen zijn zeer goed gepland en worden helemaal voor je uitgestippeld. Toch zijn er ook wel knelpunten wat betreft het onderwijs en de klinische stages. Gelukkig is er een grote hoeveelheid aan evaluatie. Dit wordt mede georganiseerd door de master-raad. Wanneer er klachten zijn, kunnen die geopperd worden en behandeld, zodat de masterfase van de studie zo nodig meer gestroomlijnd wordt. Het onderwijs is nog steeds een belangrijk onderdeel van de masterfase. Het wordt veel gezien dat studenten nog op verschillende vlakken wat kennis mis-sen. Een goed voorbeeld is de kennis van anatomie. Er worden daarom buiten het curriculum om ook cursussen georganiseerd voor master-studenten. Op dit moment zijn dat de anatomie-cursus en de ECG-cursus. In januari voor de tweede keer een poly-farmacie-cursus georganiseerd, waarin wordt geleerd hoe je omgaat met patiënten die enorme hoeveelheden medicijnen gebruiken en wat je hiermee moet en kan. Op geleide van aanvraag kunnen er ook nieuwe cursussen worden georganiseerd.Naast het onderwijs moet er natuurlijk plaats zijn voor een biertje aan het einde van de zware weken. Gelukkig is het niet zo, dat er helemaal geen vrije tijd meer is. Na elke periode van klinische training en na elke periode van coschap-pen wordt een borrel georganiseerd voor alle coassistenten. Daarnaast worden er andere uitjes georganiseerd, zoals de medische pub quiz die in oktober weer een zeer hoge opkomst had en de wijnproeverij van afgelopen zomer, waarin er niet zozeer wijn geproefd werd, als wel wijn werd gedronken. Feesten en borrels tijdens de coschappen zijn in Groningen altijd zeer druk bezocht. Co-raden in andere steden vragen zich af wel eens hoe we die borrels altijd zo vol en gezellig krijgen. Waar er in Amsterdam met zijn 15-en een borrel wordt gehouden, staat bij ons Villa Volontémeestal helemaal vol. Het gaat hier waarschijnlijk om een goede Groningse mentaliteit!Aan het einde van het M1-jaar, verlaat je dan uiteindelijk Groningen. Alle coas-sistenten worden dan verdeeld over de verschillende affiliaties. In oktober werd met veel succes de affiliatie-avond georganiseerd. Alle affiliaties van Almelo tot Curaçao en van Zwolle tot Leeuwarden waren hier aanwezig om het eigen ziekenhuis aan te prijzen.Uiteindelijk is de masterraad er om waar nodig het onderwijs te verbeteren, de kennis eventueel wat aan te scherpen door middel van cursussen en natuurlijk om naast de studie het ook nog een beetje leuk te houden met andere activi-teiten. De inzet van de studenten is hierin heel belangrijk en bepaalt het succes van het M1-jaar binnen en buiten de studie. Voornamelijk door de, ik herhaal het nog maar eens, goede Groningse mentaliteit zijn de junior-coschappen in Groningen niet alleen leerzaam, maar vooral ontzettend leuk.

Page 9: PanEssay | December 2010 | m.f.v. Panacea

Panessay • 2010:5 • 7

Nu de tijd rijp is, willen we dit lang geheim gehouden recept graag met jullie delen.

Ingrediënt 1: Margot Vermue; onze eerste smaaksen-satie in de vorm van Voorzitter. Deze nuchtere Gro-ningse stormt zich klaar voor een turbulent jaar 2011. Deze ‘spicy chick’ heeft haar organisatorische talent al eerder bewezen in de PanIC en de GalaCie.Ingrediënt 2: Bart Hiemstra; deze tweede smaaksen-satie in de vorm van Secretaris zorgt voor een flam-boyant typjaar. Deze wildebras typt sneller dan zijn schaduw en weet ook menig feestje tot het bittere eind mee te pakken. Hij is echter niet te min om de vol-gende ochtend weer te sporten met de SpoCo, waarin hij twee jaren heeft vertoefd. Ingrediënt 3: Ruben Eck; deze derde smaak-sensatie van het dagelijks bestuur in de vorm van Penningmeester is zeer pikant in de uitvoering van zijn taken. Na zijn erva-ring in de MCD slaat hij nu de financiële weg in. Hij belooft een heuse ‘golddigger in spé’ te zijn.Ingrediënt 4: Fardou Heida; Deze vierde smaaksensatie is het toefje van het gerecht. Dit toefje wordt alleen gekweekt op externe gebieden. Met ervaringen in diverse con-tinenten, steden en commissies zal ze als Commissaris Externe op reis gaan naar deze gebieden om goudmijnen te ontdekken.Ingrediënt 5: Werna Uniken Venema; Deze vijfde smaaksensatie zorgt net voor dat beetje extra ‘bite’. Met al haar ervaringen van de afgelopen jaren die ze met name extern heeft ontwikkeld en als fameuze ster in de Panacea Musical van afgelopen jaar zal ze als Commissaris Onderwijs van het curriculum een waar partij maken.

Ingrediënt 6: Hilde Groot; deze zesde smaaksensatie zorgt voor de zoetigheid van ons gerecht. Onze naïeve lieveling heeft zich al eerder bewezen als voorzit-ter van PanIC’10. Dit jaar zal ze haar handen uit de mouwen steken om de commissies zo goed mogelijk te begeleiden en er een smaakvol jaar van te maken. Ingrediënt 7: Maartje Kroeze; deze zevende smaaksen-satie is de finishing touch van ons gerecht. Met haar wilde haren zet ze, tijdens de PanIC en nu, iedereen in vuur en vlam. Deze Interne II zal haar commissies dan ook zeker warm laten lopen voor een spetterend nieuw commissiejaar.

Deze zeven ingrediënten zullen nu worden klaarge-stoomd in de overdrachts-periode om jullie hier na de kerstvakantie van te laten genieten. Met ons brouwsel hopen wij jullie enthousiast te hebben gemaakt om gezellig met ons de activiteiten, feestjes en workshops van M.F.V. Panacea bij te wonen. Bij deze proosten we alvast op een spetterend jaar!

Liefs,F.t. bestuur 2011

Panacea

Aanstormend bestuurPanaceabestuur van 2011 stelt zich voor

We proosten alvast op een spetterend jaar!

Lieve geneeskundestudenten,

Het recept: zeven ingrediënten, een snufje stress, een grote eetlepel lef, een mespuntje teamwork en tot slot de smaaksensatie van gezelligheid. Dit is het veelbelovende recept voor het nieuwe f.t. bestuur 2011!

Page 10: PanEssay | December 2010 | m.f.v. Panacea

Uit recent onderzoek blijkt dat studenten niet speciaal leren voor een open boek tentamen.Wat vindt u daarvan? Het voorschrift in het blok boek is dat je eerst de stu-diestof begrijpend moet doorlezen en dan de leervra-gen moet maken. De leervragen in 2.1 en 2.2 zijn ook heel precies zó ingedeeld dat dit goed mogelijk is. Als je dat doet studeer je automatisch voor het gb en het ob tentamen. Ik weet niet of ‘de studenten’ dit wel of niet doen, ik ga er vanuit van wél want anders zou dat toch een motie van wantrouwen van mijn kant zijn. Zo ga je niet met elkaar om. Maar mochten er mensen zijn die dat niet doen, dan is dat natuurlijk hun eigen verantwoordelijkheid. Geneeskunde studeren is een serieuze zaak want je moet je voorbereiden op een verantwoordelijke baan waar veel op het spel staat. Er zijn veel studenten die de vorige toets het gesloten boek gedeelte goed hebben gemaakt, maar het open boek gedeelte juist heel slecht. Omdat het volgende deel volledig uit open boek vragen bestaat, is de angst om het blok niet te halen erg groot. Onderschrijft u die angst? Er zijn ook studenten voor wie net het omgekeerde geldt, maar die zijn inderdaad in de minderheid. Ik denk dat het helemaal niet nodig is om mijn ob tenta-men slecht te maken, er zitten altijd heel veel vragen in die gewoon gb zijn. Ik heb alleen de neiging om de vragen niet heel schools te stellen maar er een denk-stapje in te stoppen zoals dat m.i. beter bij de praktijk aansluit. Dat geldt overigens voor gb en ob. Het zou kunnen zijn dat ob slechter wordt gemaakt omdat

men van meet af aan direct alles gaat opzoeken. Wat bijvoorbeeld erg onverstan-dig is, is om bij een vignet waarbij je moet kiezen uit

een aantal ziekten, eerst al die ziekten in het boek op te gaan zoeken in plaats van het vignet gewoon goed te lezen en dan maar alvast ziekten af te strepen die gezien de informatie sowieso niet passen. Dat scheelt een hoop tijd. Eigenlijk moet je een ob tentamen eerst helemaal zonder boek gaan maken en alles wat onwaarschijnlijk is weg strepen. Wat er dan over blijft kan je nog opzoeken (want je kunt niet alles weten). Maar als je heel veel niet weet, dan ...

Mocht het open boek gedeelte inderdaad opmerkelijk slecht gemaakt worden, hoe zou u hier mee omgaan? Ik maak bij de afrekening geen verschil tussen ob en gb. Vragen die slecht gemaakt worden gaan er uit, of ze nu ob of gb zijn. Ik word niet betaald om studen-ten te martelen maar om ze enthousiast te maken en een steuntje in de rug te geven. Als dat kan door hier en daar mee te geven, dan zal ik dat heel graag doen zolang de lat maar hoog genoeg blijft (maar daarvoor is er best veel speling). Terwijl over de gehele linie veel studenten zijn die onvoldoende scoren, zijn er een hele kleine groep studenten met juist hele hoge cijfers. Waar denkt u dat dit aan ligt? Er zijn mensen die een soort intelligentie hebben voor dit soort dingen. Of die intelligentie ook goed cor-releert met ‘een goede arts worden’ weet ik niet. Wat

ik wél weet is dat als je voor mijn toetsen niet direct slaagt, dat je dan heel best een prima carrière tege-moet kunt zien. Ik heb zelf destijds een onvoldoende bij neurologie gehaald (dankzij de JV echter nog net een voldoende geworden gelukkig) dus ik kan het weten. Studenten vinden vaak dat bij open boek ten-tamens vooral vraaginterpretatie, opzoek- en leesvaardigheden getest worden, in plaats van kennis en inzicht. Wat vind u hier van? Dat is niet goed. Ik weet dat ik hier ook soms een scheve schaats rijd en probeer daar goed voor op te passen. Van de andere kant is het heel lastig om een goede vraag te maken die taalkundig afgedekt is en zo kom je soms op wat omslachtige formuleringen. Iedere keer als een tentamen uitgegeven is, ben ik wel wat teleurgesteld over enkele vragen die ik het licht heb doen zien, maar niemand is volmaakt en ik zeker niet.

Hoe staat u tegenover een open boek tentamen met open vragen, dus geen multiple choice? Ik heb in het verleden veel geëxperimenteerd met gesloten vragen met de mogelijkheid van open ant-woord. Je kon dan per vraag kiezen. Daarvoor was er een nakijksysteem en ook een apart tel systeem. Het kost wel veel tijd maar het loont wel want je leert goed

JV2Interview

8

Tentamineren in G2010Interview met prof. dr. Jan Kuks

‘Ik word niet betaald om studenten te martelen’

‘Ik heb destijds zelf bij neurologie een onvoldoende gehaald’

Page 11: PanEssay | December 2010 | m.f.v. Panacea

hoe studenten denken. Toch waren de verschillen niet heel groot. Een bepaalde categorie studenten (buiten-landse studenten, slecht-lezers) scoorde beduidend hoger, voor de rest maakte het niet heel veel uit. Waarom zijn er drie deeltoetsen in blok 2.1? Want de tweede toets bevat eigenlijk dezelfde stof als de derde. Ik had alleen een toets na week 4 en een toets na week 10 willen geven maar dat mocht niet van de O&O raad (waarin de studenten vertegenwoordigd zijn!). Mijn idee hierachter was dat de stof van 2.1 erg lastig is en enige tijd moest bezinken. Dat is dus tot mijn spijt teruggedraaid.

Waarom is de derde alleen een open boek toets? Het voorschrift is dat je minimaal 30% gb vragen moet stellen. Dat heb ik per saldo gedaan in de eerste twee toetsen. In de eerste twee toetsen heb ik dan ook vooral het noeste leerwerk getest, in de 3e toets meer de toepassing. Zo hoef je dan ook niet meer met je vingers in je oren boven je bureau te zitten om te

studeren voor de 3e toets maar kan je dit wat meer ontspannen en begrijpend doen. Wat je niet weet, kan je immers toch opzoeken (als er tenminste niet te veel is wat je niet weet, want dan ....). Zijn de vragen anders opgebouwd dan in het eerste jaar? Ik heb enige tijd blok 1.1 gedaan (na prof. Kroese en voor dr. Bart). De vragen die daar gesteld werden, waren van hetzelfde soort als nu in 2.1 en 2.2 en dr. Bart heeft mijn gewoonten voor een deel overgeno-men. De vragen uit 1.2 t/m 1.4 waren wel weer anders. Je moet echter bedenken dat 2.1 het eerste klini-sche blok is dat jullie krijgen en dat maakt het juist zo moeilijk. In het algemeen wil ik nog graag het volgende kwijt:Er zijn studenten die roepen dat geneeskunde zo’n simpele studie is en dat ze niets voor de tentamens hoeven te doen. Sommige studenten zijn er zelfs trots op dat ze een bepaald boek helemaal niet gekocht en dus ingezien hebben. Zo kwam ik laatst een JSM stu-dent (dus niet de eerste de beste) tegen in M1 die nog nooit in het KNO boek had gekeken. Dat soort dingen

Panessay • 2010:5 • 9

‘Zo hoef je niet meer met je vingers in je oren boven het bureau te zitten’

‘Ik heb in het verleden veel geëxperimenteerd’

Page 12: PanEssay | December 2010 | m.f.v. Panacea

kan ik natuurlijk niet over mijn kant laten gaan. Dan daag je me uit om pittige toetsen te maken. Genees-kunde is helemaal geen simpel vak en de opleiding moet ook niet simpel zijn.

Van de andere kant moet Geneeskunde studeren ook geen bloed-zweet-en-tranen-werk worden. Je moet we-ten waar je aan toe bent en niet op gekke feiten kennis afgerekend worden. Het is mij duidelijk geworden dat er een verschillend verwachtingspatroon tussen docenten en studenten bestaat t.a.v. kennis die je echt

paraat moet hebben. Dat verschil bestaat er vervol-gens ook tussen docenten dus waar blijf je dan als student? Daarvoor zijn er dan de leervragen, dan weet je waar je aan toe bent. Met

de rest van de stof moet je intelligent om kunnen gaan (anders kan je het vak niet in) en daarvoor is de ob toets. Middels de leervragen hoop ik de studenten zoveel duidelijkheid te geven dat ze meer ontspannen kunnen studeren. Je hoeft immers niet na te denken of bepaalde dingen uit grote tabellen in lange hoofd-stukken parate kennis zijn of niet. Ik vind het onzin als je je daar druk over zou maken want de docenten zijn het onderling daarover niet eens. Je kunt met dit systeem geen gekke verrassingen op het tentamen tegen komen.

Jammer genoeg ligt er bij het studeren nu veel te veel nadruk op het maken van de leervragen (zie de discus-sion boards). Ook het feit dat Joho vragen uitgeeft vind ik zeer betreurenswaardig. De antwoorden zijn

discutabel heb ik moeten merken en het versimpelt de student (die direkt al zo naïef is om zijn geld twee keer voor dezelfde stof uit te geven, het stond immers al in het leerboek). Ik vrees dat men in de toekomst weer te-rug zal gaan naar gb vragen waarvan de strekking veel minder bekend is dan nu (dus wél weer vragen over colleges en buiten de leervragen om), dat is spijtig maar wel een beetje begrijpelijk als ik kijk hoe het nu met die leervragen gaat.

Ik kan mij goed voorstellen dat studenten mijn toet-sen lastig vinden en ben daar eerlijk gezegd ook wel trots op. Ik bied dan ook mijn beste mogelijkheden aan om te helpen bij de voorbereiding van de toetsen door persoonlijke feedback etc. Dat moet dan ook wel. Verleden jaar is het mij gebeurd dat 83% van de men-sen op die manier voor mijn lastige toets zijn geslaagd. Daar was ik nou eens echt trots op, dat is hét plezier van onderwijs verzorgen!

En waar we ook trots op zijn: we hebben een onder-zoek gedaan naar de lange termijn kennis op het gebied van de gb kennis bij studenten uit Groningen, Leiden en Maastricht (via de voortgangstoets). En wie waren er tot onze prettige verrassing de besten? Ja, de Groningers! Binnenkort wordt dit gepubliceerd door Marjolein Heijne-Penninga, consulente op het onderwijsinstituut. Zij promoveerde 8 december op het onderwerp open boek toetsing.

10

‘Geneeskunde is helemaal geen simpel vak en de opleiding moet ook niet simpel zijn’

Page 13: PanEssay | December 2010 | m.f.v. Panacea

Combined, the students of the International Bachelor of Medicine (IBMG) have their roots in 18+ countries. Despite our diverse backgrounds, each and every individual that is a part of this study has decided to commence their future and medical careers in Gro-ningen; a youthful and vibrant town in the north of the Netherlands.

Why?Groningen and the RuG may be able to contribute the knowledge and skills that we as university students require, in order to achieve our full potential within the medical world in addition to accomplishing our life dreams.

“Ongeloofelijk stroopwafel!?”Yes, sadly that is true...Therefore we will create a little change of pace. The following passage(s) should not be taken too seri-ously. Our goal draw attention to this new study and its existence. We also want to give a little insight into the people that populate the IBMG; partly via a number of statistics that have been compiled on these individuals. As you read on, you will discover things about the students of IBMG that your did not know and things you probably did not want to know.

IBMG Trivia• As a group, we have mastered 3.2 languages

person-1.• 19% of the students are left-handed, 18% appear to

be ambidextrously inclined.• If you want to win a game of “Rock, Paper, Scissors”

from us, always choose Paper. (Rock = 42% but 30% of the time scissors will beat you.)

• On average we drink 0.2 litres of coffee a day to simply to maintain normal function, this includes the individuals (30%) that are bravely attempting to face their bachelor unaided by caffeine. More interestingly, 35% of the coffee drinkers consume 0.48 Litres per day.

IBR1International

Panessay • 2010:5 • 11

Introducing IBMG2010“Dat is toch echt niet normaal?!”

This year Groningen has received its se-cond influx of international medical stu-dents; as a result of the RuG’s growing interest in becoming an internationally oriented university. Perhaps it is this desire for global acclaim, in the medical arena, that has drawn in students from across the world.

Panessay • 2010:5 • 11

Page 14: PanEssay | December 2010 | m.f.v. Panacea

• This may seem like a considerable amount, but consider the fact that our fellow students waste an approximate total of 480 hours in the Centrale Me-dische Bibliotheek per week, while they could be out living their lives! One individual even claims to spend an average of 12 hours a day in the library. (The general consensus is that this individual may be secretly sleeping there, due to the general lack of student housing in the city.)

• All this learning has clearly had a negative effect on our ability to employ our cognitive reasoning, as 60% of the students consider Methylene Blue their favourite colour, while it is generally know that Crystal Violet (31%) is a far superior colour.

• Before you draw your conclusions, let it be known that we are a group that enjoys socializing. As a result of this, it is inevitable that we will frequently wake up with a considerable “Veisalgia” (= the disagreeable physical effects following excessive consumption of alcohol).

• Beer (28%) and ‘anything-colourful-with-a-mini-umbrella’ (25%) are our favourite drinks; although spirits are also welcome.

• It is therefore not surprising that 32% of the students consider their own bed their favourite location in the city!

• The official IBMG rating for Groningen’s night-life: 7.6

Although we actively participate in the normal acti-vities that dictate ‘student life’, a number of us have great aspirations:• One of the most common life dreams is to dis-

cover a new cell in the body and have it named after that person (48%); much like the mythical “Kroezoblast”.

• Apparently winning a Nobel Peace Prize (16%) is simply not good enough!

• However, we would settle for becoming inebriated with a number of our professors/lecturers (2%).

In contrast to all these admirable dreams, a select few individuals have come to the conclusion that they would like to terminate their bachelor in medicine in order to focus their efforts on successfully completing the FEBO Employee Training Course and pursuit a career in this profession.

As you may have noticed, we enjoy being social and taking things easy. That is why we decided to stray from the standard form of ‘introducing’ ourselves and using this slightly more unorthodox method. Because we are a very open group of students we are genera-lly eager to get to know people/student that are not directly part of our own course. • There is only one issue: 88% of the girls admit that

size is in fact important...• To compensate, the men have indicated that they

have difficulty deciding (71%) between what they prefer more; a nice pair of breasts or a well shaped derrière; at least one of the two physical features is usually required.

We hope that this short introduction to the ‘truths’ behind the 1st year students of the IBMG, has been either a refreshingly entertaining experience or me-rely a complete waste of your time. If you feel inclined to select the latter option we would like to say the following:

On behalf of the IBR of the IBMG, thank you very much for reading this, we hope you enjoyed it!

12

“We could not care less. Enjoy the rest of your day.”

12

The so loved methylene blue, the favourite colour of 60 percent of the IBMG students

Page 15: PanEssay | December 2010 | m.f.v. Panacea

This applies only to one Saudi student who passed his premedical year and was ready to enter IBMG2010 but left and studies in another Country Medicine because he was not satisfied with the organization and dealing of the premedical year! So what is really going on dur-ing pre-med and what is the whole background? Back then the idea of making an international pro-gram arose in the heads of important powerful people somewhere in the UMCG. Together with Saudi Arabia who initiated and offered their cooperation, the idea of making an International Medicine programme developed more and more.

Of course money matters but the UMCG never con-sidered this connection as moneymaking machine for themselves but nevertheless the contribution of non-EU students is substantial for providing a medical program from scratch. More ideologically this inter-

nalization of education, as it happens in the IBMG, is a powerful and subtle way of integration with multi cultural relation for the long term. Integration in a way, that we take culture with us when living in an-other country, we take habits with us and we get new points of views. Our horizon is widened if one like it or not and we change – This is what IBMG is from an ideologically point of view.

Medical School starts for Saudi Arabic Students with a so-called Pre-Med School where they, when needed, improve knowledge about Biology and Chemistry as well as English and Dutch in one year. Everybody who passed all the exams was guaranteed a place in the popular IBMG to become a medical doctor. Naturally problems arise when starting a new program and the

biggest is probably organization and logistics. This problem starts in pre med but goes on through both IBMG cohorts.

Saudi Students felt, in the cohort of 20092, they were not well informed neither about the requirements nor the general conditions for passing the pre-med for example they are only allowed to make the pre-med once and they have to pass all exams (or all resits) to be allowed to go into the IBMG. The rules were not clear to them back then and after 3 month the UMCG apparently came up with new requirements for pass-ing the pre-med. Apparently this was all fixed in the study prospectus (studiegids).

Generally it is not clear to them why they have to learn Dutch (A2 level) whereas people from the decentralized selection don’t have to provide any Dutch knowledge. Within the pre med years Saudi students have even been kicked out and weren’t allowed to do the second year again. This is regulated by the IND (immigration law)

Anyhow many Saudi students are now satisfied being in the IBMG although the organization problems are still present and will be present probably quite a while but improvement already occurred in the pre medical cohort 20103. Improvement of a new curriculum just can’t take place within a couple of months. This needs years of feedback of active students and experience but the concept of the IBMG has the potential to become an outstanding curriculum.

IBR2International

Panessay • 2010:5 • 13

IBMG BackstageBy Kilian Dahlem and Mohammad Timraz

They just changed the requirements after like 3 months…

In the cohort IBMG 20101 there are less than half as much Saudi Arabic Students as in the previous IBMG cohort. This article tries to unravel what happened during that last years. Did they maybe leave the Netherlands spontaneously because of disappointment and anger?

´We learn from every year from every mistake and improve in all direction… but this takes time and we are surely working hard on it..´

Staff UMCG

1 IBMG2010 means the cohort, which started in sept. 2010 2 Pre med. cohort 2009: they entered pre med 2008 and were possible to join IBMG in 2009 3 Pre medical cohort 2010: they entered pre med 2009 and were possible to join IBMG in 2010

Page 16: PanEssay | December 2010 | m.f.v. Panacea

14

Alumnidag Antonius Deusing d.d. 6 november 2010

Op zaterdag 6 november was het dan zover: opnieuw vond de jaarlijkse alumnidag van Medische Alumnivereniging Antonius Deusing plaats. Op deze dag werden de ‘Professor Rein Zwierstra Prijs’, een prijs voor de beste klinische les en de prijs voor het beste verslag van de Stage Wetenschap uitgereikt. Dit jaar ont-vingen de winnaars een prachtige penning. Na afloop van de uitreiking kregen beide winnaars de kans om hun verslag te presenteren. Na een lunchpauze, waarin de overige prijswinnaars (er werden bij zowel de klinische les als het verslag van de stage wetenschap vier prijzen toegekend) de gelegenheid hadden om hun werk met een poster te presenteren, werd het programma vervolgd met een Algemene Ledenvergadering. Vervolgens wer-den er twee interessante lezingen over ‘Ongevalsgeneeskunde’, het thema van de middag, gegeven. Na de lezingen was er voor de aanwezigen een rondleiding georganiseerd bij het Mobiel Medisch Team en kon de traumahelikopter van dichtbij bewon-derd worden. De dag werd afgesloten met een gezellige borrel in de Ronde Zaal. Al met al was het een geslaagde en interessante dag. Zie voor meer informatie www.rug.nl/umcg/alumni.

Page 17: PanEssay | December 2010 | m.f.v. Panacea

“Ok, now it is story time. Today I will tell you the story of a young man’s eventful destiny. Listen care-fully…” said the teacher to his graduate students. The students gave him all their attention, feeling gloomy as well as relieved, to hear their teacher’s final talk.

“Once upon a time there was a young man who lived happily with his family in the city of Abadan, in Iran. He helped his beloved mother to keep the house in order and his father with car reparations. He would accompany his sister on the piano. The young man loved his family eternally much. The four of them were inseparable. He always wore a picture of his fam-ily in his pocket.

“All in all, the young man lived a very happy period of his life. Once, in the middle of the night, his sweet dreams were abruptly interrupted. When his mind had returned to the present, he saw the figure of his mother in the dark. She was shaking his shoulders violently, whispering his name and telling him to wake up. As his eyes slowly grew accustomed to the dark of the night, he could also discern the worried figure of his sister who was covering her mouth with her hands. Suddenly, his feet were shaking and his brain was no longer functioning. He was so scared

that he could hear his own heartbeat. His mother whispered words he could not fully comprehend but after a while he could hear fragments of her cries: ‘Wake up, my son, wake up…war, war, war, escape, military…escape, war’.”

The teacher now sighed, and noticed the students’ enthralled and curious faces.

“Recall from your history books, that the Revolution began in 1978 and the Iran-Iraq war 1981. The govern-ment needed as many young men in the military as possible, whether they knew anything or not about handling a gun. They, literally, forced young men to fight a war they didn’t know anything or little about. Therefore, many tried to flee, as was the case for the destiny of the young man’s life.”

“So, the innocent and family-loving young man had to choose between a probable death for an unknown cause, or a probable chance of a good life. For us, the decision might seem easy but the young man would rather die than leave his family. He was shattered like pieces of glass; he did no longer have the power to think reasonably. His mother had heard that the military ran into houses and took the suitable

Nelly KazemianStory

Panessay • 2010:5 • 15

A tale of the unexpected

Page 18: PanEssay | December 2010 | m.f.v. Panacea

16

Page 19: PanEssay | December 2010 | m.f.v. Panacea

Panessay • 2010:5 • 17

combat-fighters in the middle of the night, just like the Nazis did with the Jews during the Second World War. She would not let her son die for nothing. Her husband had packed their son’s bag. She handed it to her son, and told him to escape. The mother also gave him a golden watch which had once belonged to her father. She blew him a kiss, told him that she will always love him but that he could not stay any longer. It was near dawn, and there was no time to waste. The whole city was still asleep, and the mother forced his son out of the house.”

“She didn’t know a better way to make him leave. She sat with her back against the door that was be-ing punched at from the other side. The young man refused to leave. He punched until his hands started bleeding, begging his mother to open the door. The salt water that ran down from his face to his fists made them smart and hurt.”

“The young man was devastated and in a state of shock but he somehow sat himself on his motorbike and put his helmet on. He put the watch into a little box and let a tear fall into it, joining his mother’s gift. Before he set off, he took an unhappy look at the picture which he always wore in his pocket. He drew his fingers along the familiar faces.”

“The young man drove for several days on his mo-torbike until he reached the borders between Turkey and Iran. In order to pass the control-checks and for no one to notice what and where from he had escaped, he had to hide his motorbike. Therefore, in a deserted area, he had dug down his vehicle. As he had no tools for digging in the sand, he had used his fingers. The young man sat down on his knees on the warm ground and pinched his fingers into the sand. The soars from the previous nights went off and dirt entered them. Tears were rolling down his face, but he was unable to utter any sounds, for although he was physically present, he was not there mentally. His hands were digging mechanically and the past days were constantly replayed in his mind. After hours of digging and with famine, thirst, fatigue and back-pain as a result, the young man was finally finished. He rose up with his bag thrown at his back, put one foot in front of the other and walked until he reached the borders. The journey from there was one that he would never forget.”

“Perhaps, I should tell you about it, but it is too long to be told and I know I am supposed to finish up soon.”

That night, when the teacher was resting in his rocking-chair beside his wife, he couldn’t stop smil-ing. He thought of his children and grandchildren who would come for visit the next day. The teacher, who was soon an old man, observed a beautiful chest across him. He liked watching the pictures his wife had placed on them. This night, he looked especially much on a picture which contained 4 figures standing closely next to each other, holding hands and smil-ing. He smiled back at them. The man then went to his room, and looked inside the box which he hadn’t dared to open for so many years. He then put a golden watch on his wrist, weighed it in his hands and stroke his fingers on its sides. The watch was gently placed back into the box and a tear of the old man followed the watch, and joined the tear-drop from his youth.

Notes from the authorThis narrative is based on a true story. I would like to dedi-cate this story to people who never give up about anything in their lives. These are people who have been through the worst possible scenarios and situations, the times when everything feels impossible and one’s dreams are far out of reach. At those times, it is usually impossible to feel that things might change for the better, but still these people never give up. They stand tall and keep on fighting for their dreams and goals. Like Emily Dickinson once wrote: “Hope is the thing with feathers.”

Page 20: PanEssay | December 2010 | m.f.v. Panacea

Van topsporter tot gewone burger, of andersom?Het idee is simpel: een vitaliteitscheck (V-Check) om hiaten in de leefstijl te ontdekken en zodoende preventie te bieden voor leefstijlgerelateerde aandoe-ningen. Want dat de druk op de gezondheidszorg toeneemt, blijkt uit de aankomende stijging van de premie ziektekostenverzekering. Een groot deel van de verhoogde zorgvraag is onnodig: ‘Men werkt in de gezondheidszorg nu te veel reactief: men zoekt pas hulp als er een klacht is ontstaan. De V-Check helpt in de preventie van klachten,’ vertelt leefstijlcoach Raymond Dörfel die sinds augustus 2010 gebruik maakt van het apparaat: ‘80% van de aandoeningen is leefstijl gerelateerd. Een groot deel daarvan kan wor-den voorkomen middels een preventieve benadering.’

Black box?V-Check: een kleine compu-ter met 6 electrodes (2 op het voorhoofd, 1 in elke hand en

2 onder de voeten). ‘V-Check meet in zeven afleidin-gen en stuurt pijnloze stroompjes door het lijf en meet zo huid en bindweefsel door. Het meet weerstanden en kan daar conclusies aan verbinden op het gebied van spieren, gewrichten en orgaanstelsels,’ vertelt Dörfel. Dit bindweefsel staat in verbinding met alle orgaansystemen. Het systeem presenteert conclusies en aanbevelingen voor lichaamsbeweging, voeding

en ontspanning, die kunnen worden omgezet in een concreet plan voor leefstijlverandering. Dörfel: ‘Een voorbeeld is een vrouw bij wie de V-Check tandpro-blematiek weergaf. Toen zij daarop naar de tandarts ging vond deze een beginnende wortelkanaalont-steking.’ Weliswaar lijkt het een diagnostische black box, maar het is allesbehalve dat. V-Check heeft een screenend doel en is hoofdzakelijk niet bedoeld voor diagnostiek, maar kan daarvoor wel gebruik maken van een zogenaamde ‘medische helpdesk’.

Evidence basedToch zal de gemiddelde geneeskundige sceptisch tegenover dit apparaat staan. Een belangrijk verschil ten opzichte van andere ‘alternatieve’ geneeskundige inzichten is dat dit apparaat gevalideerd is. Het meet-systeem van V-Check is gebaseerd op de Vegacheck, welke verder ontwikkeld is door de Duitse arts Peter Moelleney. Een beroemd onderzoekslab (AC Milan lab, red.) heeft de voorloper (de Vegacheck) uitge-breid gemeten en getest. (ter info: 12 rapporten van onderzoekscentra uit Milaan, Genua, Southampton en Rome vergeleken de metingen met klinisch onder-zoek.) Professionele sportorganisaties, zoals o.a. FC Köln, Formule 1 en K1 marterial Arts maken gebruik van dit instrument. Bij AC Milan leidde toepassing van de interpretaties tot betere prestaties van en minder blessures (90% over een periode van 5 jaar, red.) bij topsporters. Ook bij normale burgers bleek het concept effectief, zo bevestigden zeven universiteiten, waaronder die van München. Met inzichten van o.a. het Erasmus MC, de Universiteit van Bielefeld, TNO en het VUMC is op basis van het apparaat een leefstijlconcept samenge-steld. In Duitsland is dit concept effectief gebleken en wordt dan ook al breed toegepast. Zo blijkt dat een voor topsport ontworpen apparaat de burger kan helpen in de richting van topconditie: van topsport naar burger en weer terug.

Benzine vs. diesel‘Het doel is mensen een hulpmiddel te bieden om problemen in het levenspatroon op te lossen. Niet eindeloos behandelen, maar een paar consulten waarna mensen zelf aan de slag kunnen,’ legt Dörfel

Jop van den BergReportage

18

De V-CheckEen nieuwe manier van Evidence Based Lifestyle Coaching

Men werkt in de gezondheids-zorg nu te veel reactief.

Jaarlijks gaan nagenoeg alle auto’s naar de garage voor een algemene periodieke keuring. We maken ons namelijk ernstig zorgen of de auto niet kapot dreigt te gaan. Kapotte auto’s kosten geld en dat is vaak goedkoper te voorkomen. Maar waarom alleen onze auto en niet ons lichaam? Een nieuw ontwikkeld apparaat onderwerpt het lichaam aan een APK en geeft adequate leefstijladviezen.

Page 21: PanEssay | December 2010 | m.f.v. Panacea

Panessay • 2010:5 • 19

uit. Hij benadrukt nogmaals dat in tegenstelling tot bekende voedingskundige theorieën, V-Check een persoonlijk advies geeft: ‘Een benzineauto rijdt niet op diesel, dan gaat hij stuk, terwijl diesel op zich een goede brandstof is. Zo werkt dat ook bij mensen: niet iedereen is gebaat bij dezelfde dieetadviezen. Groente is beter dan patat en veel water drinken is goed, maar bijna niemand is alleen daarmee geholpen.’ De crux zit hem in de holistische benadering. Een

orthomoleculair arts ondervangt enkel de voeding, terwijl de V-Check hierbij tevens beweging en ont-spanning betrekt. Na de interpretatie volgt het plan van aanpak. ‘V-Check onderscheidt zich van andere middelen, doordat het toepasbare adviezen geeft,’ ver-telt Dörfel. Soms duurt het langer om de adviezen in te voeren in leefstijl. Coaching is daarom belangrijk. ‘Ik laat mijn cliënten pas gaan, wanneer ze zelf het vertrouwen hebben zelf aan de slag te kunnen.’

De toekomstSamen met vennoten werkt Dörfel nu aan de verdere implementatie van het V-Check lifestyle concept in Groningen en Drenthe. Binnenkort verwacht hij dat de meting en coaching vergoed gaan worden door de grotere zorgverzekeraars. Dörfel: ‘Lifestyle is de sleutel tot betere persoonlijke gezondheid en daar heeft de gezondheidszorg baat bij.’ Een combinatie met de reguliere geneeskunde ziet hij daarom zitten: ‘Medici ontkomen er niet aan dat ze moeten gaan helpen met leefstijlaanpassingen. Nadat iemand bijvoorbeeld is behandeld voor een hartinfarct, kan V-Check helpen met het opstellen van leefstijlveranderingen om zo de recidiefkans te verminderen.’

Een goede theorie om de gezondheidszorg te ontlas-ten en de kosten te drukken. Een APK voor mensen: dichtbij of een brug te ver? De toekomst zal het leren.

Tachtig procent van de aandoeningen is leefstijl- gerelateerd

Raymond Dörfel begon zijn carriere als personal trainer en instructeur in de sportin-dustrie. Via cursussen en opleidingen, maar veelal door eigen ervaringen bekwaamde hij zich uiteindelijk tot lifestyle coach. Samen met compagnon Alida Wolters is hij franchisenemer van de Vital Balance Group, die het V-Check concept heeft ontwikkeld en wereldwijd op de markt brengt.

Page 22: PanEssay | December 2010 | m.f.v. Panacea

Davith de VriesVerhaal

20

Tom CyflyEen modern sprookje over de immunologie

Middenin een droom schrok hij wakker. Iets kietelde aan zijn huid, eerst wat lichtjes, maar al snel steeds sterker. Hij kreunde, maar Tom Cyfly realiseerde zich dat er geen ontkomen aan was; hij moest opstaan. Inmiddels tintelde zijn huid van top tot teen, het gaf hem een onprettig, zenuwachtig gevoel dat hem dwong te gaan bewegen. Terwijl hij zijn wat hoekige armen uitstrekte voelde hij, alsof hij jaren in plaats van uren geslapen had, hoe zijn stijve skelet in bewe-ging kwam.

Hij wankelde naar het espressoapparaat waar, alsof er een soort automatisch systeem aan gekoppeld was, al een klein kopje ILly stond uit te dampen. Hij vroeg zich af wie dat gezet, maar blijkbaar niet meegenomen had. Nog wat slaperig om zich heen kijkend of hij echt niemand zag, besloot hij dat het warme drankje voor hem gezet zou zijn. Zijn handen omsloten het kleine, warme kopje en hij voelde hoe het diepzwarte brouwsel zijn binnenste verwarmde. Na een paar kleine slokjes draaide hij zich om en liep naar het raam; hij herkende de lichte, heldere lucht met een enkel dotje voorbijdrijvend wit. Hij kon vanaf hier het geluid van de lokale werklui horen, overheerst door een gezoef van haastige forenzen, die dag in dag uit deze vervoerswegen passeerden. Tom was blij dat hij van een dergelijk werkritme af was, desalniettemin zou ook hij vandaag op pad moeten. Maar dat vond hij niet erg, hij was een ervaren werkkracht, had het ver geschopt en kende de kneepjes van het vak. Hij draaide zich weer weg van het raam en zag tot zijn verbazing dat er een nieuw kopje onder het espresso-apparaat stond. Hij staarde naar zijn eigen, inmiddels lege kopje in zijn oude, vorkachtige handen en dan terug naar het espressoapparaat. Dit keer dreven er drie half opgeloste suikerklontjes in zijn kopje. ´Jak-kes, suiker in de espresso´, zei hij. ´Ze moeten me wel nodig hebben´. Hij dronk het in één teug leeg, en wou het kopje terug onder het apparaat zetten. Maar er stond nu een mok op diens plek, zeker 5 keer zo groot als de espressokopjes, tot de rand toe gevuld met sui-kerklontjes. Toen hij beter keek zag Tom dat ze aan het oplossen waren in een heldere, lauwwarme vloeistof. Vol afkeer bedacht hij dat er nog niets veranderd was sinds de laatste keer dat hij aan het werk was gegaan, en zette de mok aan zijn lippen.

Ondanks dat hij was gaan bewegen was het bekende, tintelende gevoel nog niet veel afgenomen. Het was tijd om te vertrekken. Buiten was het betrekkelijk

goed weer. De ramen van de meeste woningen waren nog donker, maar op straat was het redelijk druk; een tamelijk gevarieerd gezelschap van kleine boodschap-pers tot ronde bolle dikkerds liepen langs elkaar heen, sommigen leken elkaar te kennen en schudden elkaar de hand, of als de vriendschap wat beter was, omhels-den elkaar. Anderen hadden geen tijd om op de rest te letten en renden botweg dwars overal door heen, hier en daar een opstootje veroorzakend. Tussen al dat lawaai brachten moeders hun kroost naar de school op de hoek; terwijl zij ze in de juiste richting leid-den, keken de kleintjes hun ogen uit naar het rumoer op straat. Ach, hij had de levendigheid van de straten toch ook wel gemist, dacht Tom terwijl hij de straat overstak.

In gedachten verzonken zag hij niet dat er twee bekenden op hem af kwa-men; pas toen ze vlak voor hem stonden herkende hij ze, Loes en Mark. ‘Hee Tom, lang niet gezien’, zei Mark. ‘Jij bent zeker op weg naar sector 18B?’. –‘Ik heb geen idee’, zei Tom, ‘ik ben nog niet op kantoor geweest’. ‘Nou reken maar dat je daar naartoe wordt gestuurd, het is daar een gevecht van jewelste’, zei Loes haastig. ‘Wij komen er net vandaan, we zijn nu met de buit op weg naar verzamelpunt C1’, vulde ze aan terwijl ze haar uitpuilende zakken liet zien. Mark had zeker net zoveel meegenomen, maar had het allemaal netjes in een rugzak gekregen. –‘Is het ernstig?’ vroeg Tom ongerust. Na een korte stilte wisselden Tom en Loes een korte blik uit, Loes wist wat Tom wou weten. ‘Er zijn flinke verliezen aan onze kant, ja’, zei ze zachtjes. Mark sloeg een arm om haar heen en gebaarde naar Tom ‘Hier, neem jij ook wat’, terwijl hij in haar zakken rommelde en Tom een flinke hand afvalresten overhandigde, die hij aandachtig bestudeerde. –‘Dank je, ik kan maar beter snel op pad

Page 23: PanEssay | December 2010 | m.f.v. Panacea

Panessay • 2010:5 • 21

gaan’, bedankte Tom. Hij omhelsde hun beiden nog een keer stevig, toen keken ze elkaar nog een seconde of vijf in stilte aan totdat Mark die doorbrak met ‘Hou je taai, je bent een van de beste werklui die we heb-ben’. Tom glimlachte zwakjes, wenste hun veel sterkte en beende nu stevig door.

Tom was zenuwachtiger geworden, hij wilde nu zo snel mogelijk zelf de situatie opnemen. ‘Sector 18 B…’, mompelde hij, terwijl hij zich probeerde te herin-neren waar dat ongeveer lag. Zelfs als hij het zich wel had herinnerd, wist hij dat hij toch op z’n minst eerst even langs kantoor moest. Bij de briefing zou hij nog nuttige informatie kunnen krijgen. Het was niet meer

ver, een minuut of 2 lopen nog maar. Maar goed dat hij de hele mok zoete drab, zoals

hij de drank van vanmorgen het liefst omschreef, had opgedron-

ken. Zijn gedachten werkten op topsnelheid, en lang-

zaam kwam er iets boven-drijven van een eerdere

strijd in sector 18, jaren geleden. Hij was toen nog in opleiding geweest. Vreemd hoe hij er ondanks al die verstreken tijd nooit meer naar had hoe-ven terug te keren.

Het was een zware slag geweest. Sector 18

had -in ieder geval in die tijd- problemen met

aanvoer van mankracht en proviand. Nou was het

bereiken van oorlogsgebied nooit makkelijk geweest, maar

zijn supervisor vertelde hem dat hij zelden zo’n armlastige strijd had mee-

gemaakt. Met weinig energie en slagkracht kon de vijand maar net in toom gehouden worden. Terugdringen wou zeker niet lukken. ‘De situatie leek vrij hopeloos toen er –in mijn jonge ogen– opeens iets wonderbaarlijks gebeurde; een groenige nevel vulde het strijdgebied. Wij hadden er weinig last van, maar de vijand leek er onder te verzwakken, som-migen gingen er zelfs aan onderdoor. Binnen korte tijd waren we aan de winnende hand en een dag of 5 later was de vijand met de grond gelijk gemaakt.’, mijmerde Tom het verhaal wat hij al zoveel malen aan jongelingen, maar nu aan zichzelf verteld had. Later had hij dergelijke situaties in andere sectoren nog veel vaker meegemaakt. Het gekke was echter, de nevel

was niet altijd van dezelfde consistentie, soms was de kleur of de dichtheid ervan anders. Hij verscheen ook niet altijd als het daadwerkelijk nodig was. Tom herin-nerde zich genoeg gevechten waarin de vijand al lang onder controle was, maar de nevel toch langs kwam drijven. En andersom duurde het soms opmerkelijk lang voordat de nevel ‘te hulp schoot’ bij een sterke tegenstander. Het vreemdste was echter toch wel –en zijn collega’s waren het daarover met hem eens– dat de nevel, of sommigen noemden het damp, niet altijd hetzelfde effect had. De ene keer ging de vijand nagenoeg meteen tegen de vlakte, en de andere keer, terwijl de damp toch hetzelfde aanvoelde, gebeurde er vrijwel niets. Het hoofdkantoor was al jaren met het mysterie bezig, of er misschien manieren waren om de nevel te sturen of zelf op te roepen, maar die pogin-gen bleken tevergeefs. Tom stond inmiddels voor de twee enorme gietijzeren poorten die toegang toch het hoofdkantoor verschaften. Hij toonde een van zijn handen aan de portier, die hem na goedkeuring en registratie binnenliet.

De algemene vergaderzaal was al flink gevuld, maar de vergadering was of nog niet van start gegaan, of verliep niet bepaald ordelijk, want het was een gekakel van jewelste in de lange, rechte kamer. Toen Tom in het zicht van de voorzitter kwam herkende deze hem meteen en riep met luide, doch schorre stem: ‘We zijn compleet, ORDE!’. Na de boodschap nog een keer of drie herhaald te hebben stierf het rumoer langzaam weg. Tom liep met zijn blik de bekende gezichten langs; sommigen zaten te frunniken aan hun kleren of smoezelden wat, anderen keken strak vooruit met een gezicht waarop angst af te lezen was. ‘Problemen in sector 18, begreep ik?’, vroeg Tom om de onaange-name stilte te doorbreken. Hij werd strak aangekeken door de voorzitter, generaal Francois Leukine, een

Page 24: PanEssay | December 2010 | m.f.v. Panacea

22

dikke man met korte beentjes en ogen zo groot als rugbyballen. Als hoofd van de T-helper divisie had hij een bijna ontelbaar aantal pelotons onder zijn hoede bij wie hij aanvankelijk vooral gevreesd, maar na verloop van tijd -door zijn goede prestaties- toch ook enigszins geliefd was. –‘18B, inderdaad Tom’, antwoordde hij met een onaangename nadruk op de toevoeging B. Zijn stembanden leken gemaakt van schuurpapier, wat in combinatie met zijn Frans accent een onprettige combinatie vormde die zonder uitzondering bij nieuwe rekruten een angstaanjagend gevoel opriep. Het geroezemoes in de zaal zwol weer wat aan. ‘We hebben niet veel tijd voor uitgebreide strategische plannen,’ vervolgde hij, ‘we moeten zo snel mogelijk overgaan tot actie, de klasse 3 pelotons hebben het moeilijk; de vijand is sterk en het ge-bied is lastig te bereiken, versterking en aanvoer van hulpgoederen komt maar mondjesmaat op gang’. De klasse 3 pelotons bezaten überhaupt niet voldoende specifieke wapens, wist Tom. Als de vijand sterk was zou het niet lang duren voordat de invasie zich buiten sector 18 zou strekken, en dan hadden we de poppen aan het dansen. ‘Met hulp van de gegevens die we op de invasieplek verzameld hebben, heb ik in kaart gebracht welke wapens het meest effectief zullen zijn. De betreffende eenheden heb ik zo snel mogelijk laten optrommelen’, zei generaal Leukine terwijl hij de zaal snel doorkeek om te zien of inderdaad iedereen die hij in gedachten had aanwezig was. Zijn blik eindigde bij Tom. ‘Jij bent het sluitstuk van de puzzel’, voegde hij toe aan zijn verhaal. ‘Ik?’, stamelde Tom een beetje, zich meteen realiserend dat dat het verkeerde antwoord was. De blik van Leukine verstarde terwijl hij zichzelf corrigeerde ‘Natuurlijk generaal, u kunt op mij rekenen’. –‘Goed dan.’, antwoordde de generaal kortaf, ‘Ik zal mijn plan even samenvatten’, wijzende richting het enorme ouderwetse schoolbord voor-aan in de zaal, ‘en dan zullen jullie meteen moeten vertrekken. Hoe eerder hoe liever.’ Terwijl krijtjes krasten over het schoolbord, dat waarschijnlijk zo groot was als het vloeroppervlak van de gemiddelde woonkamer, zat Tom stil, half-geconcentreerd op het verhaal van de generaal, na te denken over zijn rol. Gevoelens van trots, angst en strijdkracht mengden zich in hem. Naargelang Leukine vorderde met zijn ‘samenvatting’ –hij had inmiddels alle 8 kleuren krijt gebruikt in een schema dat niet zou misstaan in een museum voor moderne kunst, mits hun muren groot genoeg waren– werd Tom boven alles één ding vooral duidelijk; het zou zwaar worden aan het front. Toen Leukine tot slot de stomp van zijn krijtje neerlegde en zweeg, bleven alle gezichten aan de tafel naar voren

gericht; geïntrigeerd en in gedachten verzonken, maar met enkele niet te onderdrukken trekjes van nervositeit. En voor de tweede maal werd een onpret-tige stilte doorbroken, maar nu door het slaan van de grote digitale klok boven de ingang aan het andere eind van de zaal. Piep, piep, pieeeeeep. De klok piepte af op de laatste 3 seconden van de ochtend. Om klokslag 12 uur sprak de generaal op een ongebruikelijke toon, waarschijnlijk omdat hij in zijn woorden een uitdruk-king van bijzonder vertrouwen probeerde te leggen, ‘Ga nu! Ik blijf voortdurend met jullie in contact.’.

De weg naar sector 18 herinnerde Tom zich nog beter dan hij had verwacht. Hij liep in de voorhoede en ondanks dat hij inschatte dat ze er bijna moesten zijn, zag hij nog niet de aanvoerproblemen waar generaal Leukine het over gehad had. Maar vlak na een scherpe bocht versmalde de toegangsweg plots enorm. Tom moest uitkijken zijn hoofd niet te stoten tegen een van de kleverige uitsteeksels in de gang. Liepen ze eerst nog met zeker 20 man naast elkaar, nu konden ze er krap met tien tegelijk door. Niet veel verder stuitte ze op de eerste opstoppingen; de hulptroepen voor hen schuifelden stapvoets vooruit. Geen wonder dat de aanvoer van goederen zo moeilijk liep. Tom vond zijn klasse 1 strijdpeloton veel belangrijker dan de bevoorradingstroepen die voor hen stonden te drin-gen door de alsmaar smaller wordende gang, maar hij wist dat inhalen logistiek onhaalbaar was. Een flinke tijd later, maar slechts een paar honderd stappen verder, verbreedde de weg weer iets. Die verbreding ging gepaard met veranderingen aan de vloer en de wanden van de gang; overal zaten spleten en gaten, die met elke stap groter werden. Toen viel Toms oog op de vertrouwde, vreemdgevormde markeringen aan de wanden die oorlogsgebied afbakenden. Ze waren er. Hij zag hoe zijn peloton zich met passen en meten verspreidde over het gebied. Hij hief zijn hand op en plaatste hem op een van de markeringen. Er klonk een lichte ‘klik’ en een van de naastgelegen spleten kraakte en verbreedde zich. Een toegangspoort, pre-cies breed genoeg voor hem, had zich gevormd. Hij staarde naar binnen. Een paar minuten lang kon hij zich niet verroeren, totdat hij aangestoten werd. Hij schrok en keek snel achterom, maar het was maar een klasse 3 strijder geweest die bijna struikelde in de smalle ruimte. Weer terug in de realiteit zoog Tom nog een teug frisse lucht naar binnen, sloot zijn ogen en perste zich door de doorgang. Zijn strijd was begonnen.

p.s. De naam van de hoofdpersoon is een anagram.

Page 25: PanEssay | December 2010 | m.f.v. Panacea

Panessay • 2010:5 • 23

Page 26: PanEssay | December 2010 | m.f.v. Panacea

Jaaa, ze waren dus nog niet helemaal weg. Na het niet verschijnen van neologismen in de vorige PanEssay voelden Placebo en Renegade zich erg schuldig door alle teleurgestelde reacties, sommigen waren zelfs boos. Feit is dat Placebo en Renegade in een enorme rechtzaak verwikkeld zitten over bepaalde neologis-men over bepaalde bevolkingsgroepen in Nederland. Nu weten we dat het heel erg en vogue is om op deze bevolkingsgroepen te fitten en dat je daar nog wel eens voor aangeklaagd kan worden, maar we hadden niet verwacht dat deze bevolkingsgroep niet tegen humor zou kunnen. Bovendien worden alle bevol-kingsgroepen belachelijk gemaakt in de neologismen, dus we vinden het een beetje kleinzerig van ze dat ze twee onafhankelijke, dikke schrijvers in de onzekere dagen van hun leven zo durven aan te pakken. Waar is het fatsoen gebleven. Maar natuurlijk laten we ons niet kennen en zullen doorgaan met onze neologis-men over Rijke Mensen. Niemand wordt hier gedis-crimineerd dus iedereen komt aan bod. Zoals Sarah Silverman zou zeggen: I don’t want you to think I’m racist.. I just want you to see me as thin.Nou, genoeg geluld, dit zijn de voorlopig laatste ‘oer-Hollandse’ neologismen, aangezien de volgende een stuk Amerikaanser getint zullen zijn.

Buikslotermeerpijn: indringende pijn die je bekruipt als je het ij oversteekt naar Amsterdam-Noord.Grachtengordelroos: 1) uitslag veroorzaakt door links intellectuele parasieten met bakfietsen 2) volk dat eigenlijk niet thuishoort in dit prachtige stukje werelderfgoed.Wereldroofgoed: 1) olie, diamanten, olie, voedsel, olie, gas, olie.Muntenslaaf: commissiefeut van de Panessay die een roze tasje moet dragen met kleingeld erin. Wil jij ook bij de Panessay, solliciteer dan nu!Jetslet: parvenu dat erop kickt zich in te likken bij de jetset. Labdance: vrijdagmiddagborrel bij de labgeeks, voet-jes van de steriele vloer. Vapsalon: geheime plek in Groningen waar alle vindi’s hun haar laten doen. Meester in het aanmeten van matten en golvende donkere haren.Labour fou: fout werk.Lip o suctie: 1) het weg laten zuigen van je lippen 2) verschijnsel dat een jongen zo tekeer gaat bij een meisje dat hij haar labia eraf trekt/zuigt.Kosmopoliep: bereisde zwelling met een wespentaille.Corpus alienum: 1) corps van een andere stad 2) lijk-bleek wereldvreemd figuur met een mat.

Burger King: land zonder constitutionele monarchie.Portemonneesitas: 1) goedgevulde geldbuidel 2) ziekelijke drang naar geld verdienen die in the end ten koste gaat van je gezondheidOktobertest: test van de vereniging van Nederlandse mannelijke studenten die in Duitsland moeten bewij-zen dat ze kunnen huffen met een lelijk pakje aan.Kermesse: zelfde als voorgaande maar dan in Groningen.Kaarsvettisj: 1) paraffine verslaving 2) seksueel opge-wonden raken van een hete substantie over je lijf waar je nog best vervelende brandwonden aan over kan houden.DSM: Dat Soort MensenMarcofaag: monster dat alle prijzen opeet, tegenwoor-dig minder actief door overactiviteit natural born killer cells.Roodvapje: Vindi chick met scharlaken gordijn met zakken, die ongesteld is.Bed hair day: haircut waarbij je daadwerkelijk de hele dag gewoon in bed hebt gelegen.Hinderbijslag: geld dat je krijgt van de overheid om met je kermende nageslacht in restaurants het bloed onder de nagels van belastingbetalende (just for the sake of the argument) snobistische studenten weg te halen.Burger lijk: populair grapje bij hedendaagse politiciMark ‘loop niet zo aan te’ Rutte: nieuwe premier (in mijn hoofd was het een beter neologisme)Coffee United Nations: overlegorgaan waarbij nooit wat nuttigs gedaan wordt behalve veel koffie drinken, roddelen en veel geld vergooien.Medisch toerisme: co-schappen op Curaçao.New York State of Mind: gevoel alsof er twee vliegtui-gen door je hoofd zijn gevlogen nadat je een avondje teveel manhattans hebt gedronken (oooooh, dat kan echt niet, kom je nu Amerika nog wel binnen, Pla-cebo, nou, we gokken het erop, want we zouden niet discrimineren).

p.s. Het bestuur der M.F.V. Panacea is niet aansprakelijk voor de inhoud van dit blad. Iedereen met commentaar en mensen die zelf een fatsoenlijk neologisme gefabriekt heb-ben zijn zeer welkom op: [email protected]

Placebo en RenegadeNeologismen

24

Globedotter: een bijzonder......succesvolle cardioloog die voor zijn PCI’s de hele wereld afreist

Page 27: PanEssay | December 2010 | m.f.v. Panacea

Mevrouw Veenstra’s gezicht spreekt boekdelen. Iets zit haar dwars. Ik wacht en na een paar seconden van stilte duikel ik mijn medische gespreksvaardig-heid uit de opleiding op en begin: ‘Ik merk dat u iets dwarszit, klopt dat?’ Ze briest ontevreden. Nerveus friemel ik wat met de bladzijdes uit de zorgmap, een dossier waarin alle gegevens van de cliënten bijgehou-den behoren te worden. ‘Ach, u bent al de vijfde die vandaag komt.’‘De vijfde? Wat vervelend.’ Gevoelsreflecties zijn misselijkmakend.‘Ja en niemand wil naar mij luisteren…’ Ik voel dat hier een taak voor mij is weggelegd en schraap mijn keel: ‘Wat is er aan de hand?’‘Vanmorgen kwam ineens een wildvreemde…’ mom-pelt ze chagrijnig ‘die wilde mijn benen zwachtelen.’ Zwachtelen is een methode met een soortgelijk doel als steunkousen. Bij de thuiszorg wordt beiden ge-

bruikt en zwachtelen wordt door de verpleegkundige gedaan. Ik leg haar dit uit. Ze knikt begrijpend, maar het zint haar geenszins. Ik vraag: ‘Maar waarom kon mijn collega niet gewoon de steunkousen aandoen zoals u gewend bent?’Mevrouw slaakt een diepe zucht: ‘Opdracht van de huisarts.’Huisartsen moesten eens weten hoeveel schade ze kunnen aanrichten met het te pas en onpas verande-ren van behandelingsstrategie bij ‘mijn’ bejaarden. Ellende alom. Communicatie is een hele klus in de thuiszorg, maar wordt beslist niet eenvoudiger als de huisarts elke dag wat nieuws verzint.‘Hij was hier vanmiddag…’Nu komen we ergens. Vandaag is een typische de-cliënten-zeggen-niets-uit-zichzelf-dag, dus ik zal het uit haar moe-ten trekken. Wederom stel ik vragen, tot ze uiteindelijk tot een goed verhaal komt: ‘Net toen de huisarts ging zitten kreeg hij telefoon.’ Tja, denk ik, het mobiele tijdperk... ‘Hij nam op.’ Zou ik ook doen, denk ik van ongeduld en maak

een handgebaar om haar tot praten aan te sporen. ‘…een spoedgeval. Zo snel als hij kwam, was hij ook weer weg.’Mijn ogen moeten een soort jongensachtige twinke-ling hebben uitgesproken, want dit is waar mijn hart naar staat: spoedgevallen. Eigenlijk is mijn mening dat spoedgevallen voor ambulances zijn, maar ik kan me indenken dat huisartsen som-mige dingen ook belangrijk vin-den. ‘En nu?’ Het is vrijdagavond en voor een steunkousdilemma komt een huisarts niet in het weekend.‘Maandag komt hij weer.’ ‘En het steunkousdilemma?’‘Onopgelost. Ik zal wel zonder blijven rondlopen.’Dat lijkt me geen goed plan. ‘Wat we doen: we trek-ken tot maandag de steunkousen aan. Ik schrijf het dilemma in het boek, zodat de collega’s er van weten. Ook zal ik iets achter het tabblad voor de huisarts schrijven. Herinnert u de huisarts eraan dat hij ook in de map schrijft wat er is gebeurd?’Mevrouw knikt begrijpend. Ik wil bijna zeggen: en weer verlaat een tevreden klant het pand, maar de klant blijft in dit geval zitten. En als beloning? Een lekkere warme mandarijn: ‘voor de vitamientjes.’ Ik grijns. Nu weet ik waarvoor ik het ook alweer doe: elk vak zijn charmes.

Jop van den BergColumn

Panessay • 2010:5 • 25

Hoe huisartsen het leven ingewikkeld maken

Memoires van een thuiszorgmedewerker

Gevoelsreflecties zijn misselijkmakend

Vandaag is het een typische clien-ten-zeggen-niets-uit-zichzelf-dag...

Jop is vierdejaars geneeskundestudent en werkt in zijn vrije tijd in de thuiszorg. Periodiek verslaat hij de meest aangrijpende, smerige of juist hilari-sche aspecten van het thuiszorgwerk, een van de populairdere baantjes onder geneeskunde-studenten.

Jop =

Page 28: PanEssay | December 2010 | m.f.v. Panacea

26

Laat je boeken thuisbezorgen of haal ze af bij het boekenbureau. Het boekenbureau is iedere dinsdag en donderdag open van 12.00 - 14.00 uur (in de eerste 4 weken van ieder blok).

Page 29: PanEssay | December 2010 | m.f.v. Panacea

De succesvolle transformatie tot arts begint met het overnemen van eigenaardige gedragingen van reeds afgestudeerde collega’s. Zo begin je en eindig je de dag met koffie. En de vrije pauzes daartussen worden opgevuld met het drinken van koffie. Acht à tien koppen van dat overheerlijke, nee, goddelijke, diep-zwarte bonendestillaat per dag wordt al snel een heel normale gewoonte. De volgende stap in het proces is het overnemen van een apart loopje. Alle co’s lopen immers braaf achter “hun” artsen aan. Dat is zelfs zo erg dat iedereen een keer onnadenkend met de arts meeloopt naar het toilet: “Wacht hier maar even bui-ten”. Tevens zal het je op gaan vallen dat elke medicus er flink de pas in heeft. Als een treintje stomen ze door het ziekenhuis en het is jouw taak, als wagonnetje, om dat tempo bij te benen. Gelukkig went alles: als je na een half jaar eindelijk weer tijd hebt om eens goed met je vrienden te gaan stappen blijkt dat het juist je kameraden zijn die wel erg traag door de Stad lopen. Maar wacht, er is meer!

Niet alleen op het lichamelijk vlak ga je stereotypen adopteren; ook je gehele gedachtengang wordt beïn-vloed door de studie. De grote man in de supermarkt is mogelijk acromegaal en je let zonder nadenken goed op of zijn tanden uit elkaar zijn gegroeid, hij af en toe met zijn handen schudt, omdat zijn carpale tunnels wel erg krap beginnen te worden, of aan een medewerker vraagt of ze hier ook grotere sokken verkopen. Natuurlijk worden ook alle rare loopjes op straat uitgebreid geanalyseerd (hanentred, klapvoet, peroneusletsel) en vallen alle uitpuilende ogen (mor-bus Graves), donkere oogkassen (lithiumgebruik), lange vingers (Marfan), onbewuste tongbewegingen (anti-psychoticagebruik), brakende studenten (alco-hol, met Mallory-Weiss in het achterhoofd), afwijken-de nagels (psoriasis, ijzergebrek of bepaalde hart- en

longziekten) en zelfs bepaalde planten (vingerhoeds-kruid, digoxine) of dieren (ratten, Yersinia Pestis en morbus Weil) extra op. Sterker nog; bijna alles wat je ziet relateert je onderbewustzijn met geneeskunde! Hartstikke makkelijk in de (poli)kliniek, maar natuur-lijk wel een beetje vreemd…

Gelukkig ben ik niet de enige die aan dit medisch beroepsdeformatie syndroom lijdt. Talloze vrienden en mede-co’s beginnen ook langzamerhand gepas-sioneerd te raken door de geneeskunst. Zo wordt ‘s ochtends vroeg in de bus naar het Scheper Ziekenhuis in Emmen soms al vol overgave verteld over bepaalde bacteriën, het inbrengen van een catheter of het wegsnijden van een ingegroeide teennagel. Het is zelfs zo erg dat, wanneer je met vrienden van de studie op vakantie gaat, sommige onderwerpen gewoon niet kan vermijden. Op weg naar Praag repeteerde ik met een vriend de middenvoetsbeentjes en bespraken we het verschil tussen Churg-Strauss en de ziekte van Wegener. En een (wintersport)vakantie eerder telden we met z’n vieren meer syndromen op de piste dan wie dan ook. Natuurlijk is er dan nog de redactie van de PanEssay zelf. Op onze laatste redactietrip (naar Ameland) werden tijdens de borrels en de strand-wandelingen talloze me-dische moppen getapt. En tenslotte kwamen we tot de bizarre ontdek-king dat Jop altijd latex handschoentjes bij zich draagt. “Voor het geval dat…” Ik durf te wedden dat, als we toevallig een spanningspnoe tegen zouden zijn gekomen (ze liggen op Ameland voor het oprapen), één van ons zonder nadenken een steriele naald uit zijn jas tevoorschijn zou heb-ben getrokken!

Tja, het is een vreemd beroep, en de studie is nog vreemder. Dus kijk niet vreemd op als jij of je collega’s zich plotseling vreemd gaan gedragen!

Maarten JalinkColumn

Panessay • 2010:5 • 27

Co-column Operation Mindf*ck

Tijdens je co-schappen verander je van gewoontes. Je gaat anders denken en je gaat je anders gedragen. Iedere co-assis-tent krijgt er op een gegeven moment last van: de verandering is onvermijde-lijk. De één noemt het “ouder worden”, de ander spreekt van “beroepsdeforma-tie”. Misschien heb je er al last van... en anders mag je je alvast voorbereiden.

Tip van Jop: ‘Altijd handschoenen op zak, voor het geval dat...’

Page 30: PanEssay | December 2010 | m.f.v. Panacea

28

Vrouwe Panacea

Page 31: PanEssay | December 2010 | m.f.v. Panacea

ActiviteitenkalenderJanuari Februari

10 jan SpoCo schaatsen

4 jan Masterraad Cursus Ouderengeneeskunde

8 feb Algemene Ledenvergadering

11-12 feb COP Valentijnsontbijt

12-20 feb SpoCo wintersport

Page 32: PanEssay | December 2010 | m.f.v. Panacea