Oppositionele AntisocialeGedragsstoornissen - users.ugent.bephamers/index_bestanden/Pav2006x.pdf ·...

331
1 1 Paul Hamers [email protected] [email protected] Agressie bij Jongeren Oppositionele & AntisocialeGedragsstoornissen

Transcript of Oppositionele AntisocialeGedragsstoornissen - users.ugent.bephamers/index_bestanden/Pav2006x.pdf ·...

11

Paul [email protected]

[email protected]

Agressie bij Jongeren

Oppositionele&

AntisocialeGedragsstoornissen

22

I.I. ProgrammaProgramma

Beeldvorming & behandelingBeeldvorming & behandeling

33

Verschillende (discontinue) lijnenVerschillende (discontinue) lijnen1.1. WerkrelatieWerkrelatie2.2. Problematiek inhoudelijkProblematiek inhoudelijk3.3. TherapieTherapie4.4. Probleemsamenhang binnen procesProbleemsamenhang binnen proces

DoelenDoelen

1.1. Bestaande kennis verdiepenBestaande kennis verdiepen2.2. Honger naar meer doen krijgenHonger naar meer doen krijgen3.3. Vaardigheid tekenen PS bij CD Vaardigheid tekenen PS bij CD

aanscherpenaanscherpen

44

InhoudInhoud

1.1. Programma & motivering van de verdiepingProgramma & motivering van de verdieping2.2. Complex samengaan van vele stoornissenComplex samengaan van vele stoornissen3.3. Definities agressie & CoDefinities agressie & Co4.4. Breder procesBreder proces5.5. Inkleurende vragenlijstenInkleurende vragenlijsten6.6. Therapeutische modellenTherapeutische modellen7.7. Cognitief werken: achtergrondCognitief werken: achtergrond7bis.7bis. Overzicht Cognitieve trainingenOverzicht Cognitieve trainingen8.8. Residentieel werkenResidentieel werken9.9. MotivationeelMotivationeel aspect aspect 10.10. Kritiek op therapeut grenzen trekkenKritiek op therapeut grenzen trekken11.11. Samenvattend modelSamenvattend model12.12. ReferentiesReferenties

55

StellingStelling

•• Diagnostisch en therapeutisch handelen zijn Diagnostisch en therapeutisch handelen zijn éééén. n. Je kan ze niet van elkaar scheiden: Je kan ze niet van elkaar scheiden: ““men kan men kan niet niet nietniet--interveniinterveniëërenren””..

•• Als je aan diagnostiek wil doen moet je niet Als je aan diagnostiek wil doen moet je niet alleen verkennen in functie van wat voorafging, alleen verkennen in functie van wat voorafging, maar ook in functie van wat nog volgt aan maar ook in functie van wat nog volgt aan therapeutische keuzemogelijkheden: een therapeutische keuzemogelijkheden: een diagnosticus moet weten wat er op diagnosticus moet weten wat er op therapeutisch vlak te koop is (therapeutisch vlak te koop is (cfcf indicerende indicerende diagnostiek).diagnostiek).

66

Dit is logischDit is logisch

•• Zowel diagnostiek als therapie gebeuren in Zowel diagnostiek als therapie gebeuren in functie van modellen.functie van modellen.

•• Beiden zijn gebaseerd op dezelfde modellenBeiden zijn gebaseerd op dezelfde modellen•• Het zou kunnen dat de therapeut alleen Het zou kunnen dat de therapeut alleen

interesse heeft voor het in kaart brengen van interesse heeft voor het in kaart brengen van ““nognog”” bewerkbare factorenbewerkbare factoren–– Maar een cliMaar een cliëënt verduidelijken dat zijn gedrag (de nt verduidelijken dat zijn gedrag (de

enig mogelijke) uitkomst vormde van een reeks enig mogelijke) uitkomst vormde van een reeks gebeurtenissen en stressoren die in interactie gingen gebeurtenissen en stressoren die in interactie gingen met zijn persoon werk vaak al met zijn persoon werk vaak al ontschuldigendontschuldigend

–– Een diagnostisch proces kan dus al therapeutisch zijnEen diagnostisch proces kan dus al therapeutisch zijn

77

Therapeutische relatieTherapeutische relatie==

Diagnostische relatie?Diagnostische relatie?

Wat kunnen we dan leren over Wat kunnen we dan leren over onze opstelling?onze opstelling?

88

De therapeutische relatieDe therapeutische relatie

•• EenEen therapeuttherapeut die die enthousiastenthousiast isis, , werktwerkt stimulerendstimulerend..•• EenEen T. die T. die actiefactief isis en en eeneen hogehoge impact impact heeftheeft ((inzichteninzichten

formulerenformuleren, , verassendverassend uituit de de hoekhoek komenkomen, , opdrachtenopdrachtenmeegevenmeegeven) ) heeftheeft meermeer effecteffect..

•• Als de Als de clicliëëntnt de de therapeuttherapeut alsals invoelendinvoelend en en competentcompetentbekijktbekijkt dan dan isis er er gunstiggunstig effecteffect. . PerceptiePerceptie strooktstrookt niet niet altijdaltijd met met realiteitrealiteit..

•• BelangrijkBelangrijk om in om in hethet beginbegin te te investereninvesteren in Non in Non SpecifiekeSpecifieke TherapiefactorenTherapiefactoren. . NadienNadien welwel blijvenblijvenonderhoudenonderhouden. .

•• NSTF: NSTF: bijbij eeneen therapietherapie--effecteffect van 1 van 1 gelijkgelijk aanaan 0,5. 0,5. BijBijprotocllaireprotocllaire behandelingbehandeling therapieffeecttherapieffeect van 1,5 van 1,5 tottot 2. 2. BelangBelang NSTF NSTF valtvalt dus dus terugterug..

99

De De ““neutraleneutrale””diagnosticus bestaat nietdiagnosticus bestaat niet

• Zeker bij kinderen & jongeren met gedragsproblemen zal op voorhand over je opstelling moeten nadenken

• Uitspraak cliënt: Waarom ik dat aan de vorige therapeut niet gezegd heb? Omdat je de enige persoon die je een compliment maakt, toch niet wil kwijtspelen door bezwarende dingen over jezelf te vertellen?”

1010

Werken met agressieve kinderen Werken met agressieve kinderen (of kinderen die agressief zijn) valt (of kinderen die agressief zijn) valt vaak onder de Agressie Paradoxvaak onder de Agressie Paradox•• Je wil contact leggen met het gekwetste zelf. Je Je wil contact leggen met het gekwetste zelf. Je empathieseertempathieseert naar naar

het lijden en het onrecht dat aangedaan is.het lijden en het onrecht dat aangedaan is.•• Anderzijds zit ook iemand voor je die Anderzijds zit ook iemand voor je die ““daderdader”” is van een is van een

agressieconflict, waarbij een ander te lijden had. Je weet dat agressieconflict, waarbij een ander te lijden had. Je weet dat aandacht belonend werkt (sommige seksdaders kikken op die soort aandacht belonend werkt (sommige seksdaders kikken op die soort aandacht).aandacht).

•• In de beroepscontext waar je werkt wordt soms verondersteld dat In de beroepscontext waar je werkt wordt soms verondersteld dat je de regels mee bewaakt.je de regels mee bewaakt.

•• Verder kunnen de cliVerder kunnen de cliëënten hun problematiek ook tentoon spreiden nten hun problematiek ook tentoon spreiden t.o.v. de onderzoeker (bijvoorbeeld pogen om dominant de controlt.o.v. de onderzoeker (bijvoorbeeld pogen om dominant de controle e over te nemen)over te nemen)

•• Vaker hebben ze zelf geen hulpvraag doorVaker hebben ze zelf geen hulpvraag door–– Ontkenning probleemOntkenning probleem–– Externe attributieExterne attributie–– Interne maar stabiel oncontroleerbare attributieInterne maar stabiel oncontroleerbare attributie

1111

Houding bepalen op verschillende Houding bepalen op verschillende assenassen

Gestructureerd Open

AanmoedigendBevestigendEnthousiastActiefGevend

TerughoudendGereserveerdAchtergrondfiguurPassiefOntvangend

1212

Weetje:Weetje:Als je een kind vraagt een tekening te Als je een kind vraagt een tekening te

makenmaken&&

Je achteraf zegt: Je achteraf zegt: ““erg mooierg mooi””

Dan zou het kind kunnen denken dat Dan zou het kind kunnen denken dat het alleen mooie tekeningen mag het alleen mooie tekeningen mag

maken;maken;Mooie inhoud mag brengenMooie inhoud mag brengen

1313

Terloops gezegdTerloops gezegd

•• De volgorde waarin je test aanbiedt is ook De volgorde waarin je test aanbiedt is ook belangrijk.belangrijk.

•• Eerst contactopbouw en vragenlijsten die Eerst contactopbouw en vragenlijsten die peilen naar gedrag.peilen naar gedrag.

•• Pas dan ingaan op beleving en Pas dan ingaan op beleving en betkenisverleningbetkenisverlening..

1414

Hulpverlening gebeurt niet in Hulpverlening gebeurt niet in het luchtledigehet luchtledige

Een analyse een paar jaar terug op Een analyse een paar jaar terug op Wagenschot leverde een aantal Wagenschot leverde een aantal

factoren op verschillende niveaus die factoren op verschillende niveaus die interinter--agerenageren

1515

Maatschappelijke factoren: De gezagsfunctie in de maatschappij vervaagt. Schandalen worden niet meer in de doofpot gestopt. Tezelfdertijd ontstaat de indruk dat ieder corrupt en pervers is (pastoor, dokter, advocaat, minister, politie). De media brengen vrij veel geweld. Via computerspelletjes en internet wordt een beeld van de maatschappij opgehangen waar alles kan,ieder zijn eigen impulsen volgt. De normen die er zijn hebben meer iets van praktische afspraken dan van algemeen geldende regels. Er is economische onzekerheid: werk is niet meer zo evident Er is een uitgesproken drugprobleem Er is een druk om jongeren meer te geven op materieel vlak dan dat het gezin aankan Het middel komt veel centraler te staan ten koste van het proces. Ouders ontschuldigen zich in het opvoedingsproces door externe kritiek en zijn daarin model naar hun kinderen. Men is mondiger geworden Misbruik wordt sneller aangeklaagd

Beleid: Keuze tussen externe beleidsvoerende verantwoordelijkheid op Macro niveau. Dreigend verwaarlozen van Meso en Micro niveau De stem uit de praktijk wordt meer ernstig genomen.

Stuurgroep Waar we maatschappelijk de doorstructurering kenden van familie over kerngezin naar individu; krijgen we hier de doorstructurering van stuurgroep naar kernteam gevaar voor eenheid van handelen Er gaat vrij veel tijd naar het inhoudelijk-administratieve (verslaggeving) Inhoudelijk wordt er op individueel vlak meer diepgaand gewerkt. Er zijn een aantal welgekomen uitdiepingen

Leefgroepniveau Nieuwe collega’s (generatiewissel opvoeders): kennen taakvelden nog niet, te weinig vertrouwd met groepsopvoeding, soms weinig spanning ten opzichte van eigen functioneren Oude collega’s: kunnen/mogen niet meer wat ze vroeger deden. Inhoudelijke verdieping bereikt niet altijd de jongere (blijf hangen op niveau van verslag of vergadering) Een aantal mensen vragen oplossingen Er zit toch nog een pak competentie en potentialiteit aan de basis

Gasten Er is meer ontsnapping, vermijding mogelijk dan vroeger Samen met het wegvallen van angst is blijkbaar ook respect weggevallen (of was er vroeger ook geen respect op kritische momenten?) Doordat we diepgaander werken en er meer resultaten verwacht worden, worden we ook met de (biologische) beperkingen van de gasten geconfronteerd. Juist hun eigenheid (cf pedagogisch werkplan I) gaat sterk in interactie met neg. Maatschappij kenmerken Jongeren die willen kunnen hier veel over zichzelf leren.

PH V4

1616

Maatschappelijke factoren: De gezagsfunctie in de maatschappij vervaagt. Schandalen worden niet meer in de doofpot gestopt. Tezelfdertijd ontstaat de indruk dat ieder corrupt en pervers is (pastoor, dokter, advocaat, minister, politie). De media brengen vrij veel geweld. Via computerspelletjes en internet wordt een beeld van de maatschappij opgehangen waar alles kan,ieder zijn eigen impulsen volgt. De normen die er zijn hebben meer iets van praktische afspraken dan van algemeen geldende regels. Er is economische onzekerheid: werk is niet meer zo evident Er is een uitgesproken drugprobleem Er is een druk om jongeren meer te geven op materieel vlak dan dat het gezin aankan Het middel komt veel centraler te staan ten koste van het proces. Ouders ontschuldigen zich in het opvoedingsproces door externe kritiek en zijn daarin model naar hun kinderen. Men is mondiger geworden Misbruik wordt sneller aangeklaagd

1717

Gasten Er is meer ontsnapping, vermijding mogelijk dan vroeger Samen met het wegvallen van angst is blijkbaar ook respect weggevallen (of was er vroeger ook geen respect op kritische momenten?) Doordat we diepgaander werken en er meer resultaten verwacht worden, worden we ook met de (biologische) beperkingen van de gasten geconfronteerd. Juist hun eigenheid (cf pedagogisch werkplan I) gaat sterk in interactie met neg. Maatschappij kenmerken Jongeren die willen kunnen bij ons veel over zichzelf leren.

1818

TekeningenTekeningen

JongerenJongeren&&

AdolescentenAdolescenten

1919

2020

2121

2222

Het bos en de bomenHet bos en de bomen

De DSM IVDe DSM IV

2323

DSM?DSM?

•• Voordeel dat we een uniform kader krijgen Voordeel dat we een uniform kader krijgen waardoor we onderzoek meer onderling waardoor we onderzoek meer onderling kunnen vergelijken, we weten of we over kunnen vergelijken, we weten of we over het zelfde probleem pratenhet zelfde probleem praten

2424

Nadelen DSMNadelen DSM

•• de categoriede categorieëën zijn weinig n zijn weinig ontwikkelingsgerichtontwikkelingsgericht

•• ze werken mogelijk stigmatiserendze werken mogelijk stigmatiserend•• validiteit en betrouwbaarheid zijn niet validiteit en betrouwbaarheid zijn niet

steeds nagegaansteeds nagegaan•• ze zijn dichotomiserend: wel of geen ze zijn dichotomiserend: wel of geen

probleemprobleem

2525

OpvallendOpvallend•• Men kan zich beperken tot de beschrijving van ODD en CDMen kan zich beperken tot de beschrijving van ODD en CD•• Maar opstandigheid & agressie komt in een breder cluster van proMaar opstandigheid & agressie komt in een breder cluster van problemen blemen

voor:voor:–– Hechtingsstoornis / Hechtingsstoornis / BorderlineBorderline persoonlijkheidsstoornispersoonlijkheidsstoornis–– Anti sociale persoonlijkheidsstoornisAnti sociale persoonlijkheidsstoornis–– Periodiek explosieve stoornisPeriodiek explosieve stoornis–– Gemengde stoornis van gedrag en emotie (ICD 10)Gemengde stoornis van gedrag en emotie (ICD 10)

•• Als randfenomeen bij weer andere:Als randfenomeen bij weer andere:–– AutismeAutisme–– AngstAngst–– PTSDPTSD–– Mentale handicapMentale handicap–– PsychosePsychose–– Bij mensen onder invloedBij mensen onder invloed

•• Soms wordt agressie maatschappelijk gehonoreerdSoms wordt agressie maatschappelijk gehonoreerd–– Wanneer men een slachtoffer beschermt tegen geweldWanneer men een slachtoffer beschermt tegen geweld–– In oorlogssituaties (land verdedigen)In oorlogssituaties (land verdedigen)–– Subcultuur (bendes)Subcultuur (bendes)

2626

DSM IVDSM IV

ODD of OOGODD of OOG&&

Cd of GSCd of GS

2727

ODD ODD OppositionalOppositional DefiantDefiant DisorderDisorder

•• Gaat over Gaat over ““moeilijke kinderenmoeilijke kinderen””, die in verzet gaan of ongehoorzaam , die in verzet gaan of ongehoorzaam zijn, (echter niet gewelddadig)zijn, (echter niet gewelddadig)

•• Er is sprake van minstens vier van de volgende acht eigenschappeEr is sprake van minstens vier van de volgende acht eigenschappen n gedurende welke langer dan 6 maanden aanhouden:gedurende welke langer dan 6 maanden aanhouden:

* is vaak driftig* is vaak driftig* verzet zich tegen regels, weigert zich te voegen naar wat de * verzet zich tegen regels, weigert zich te voegen naar wat de volwassene vraagt,volwassene vraagt,* maakt vaak ruzie met volwassenen,* maakt vaak ruzie met volwassenen,* ergert anderen met opzet,* ergert anderen met opzet,* geeft de schuld van eigen fouten aan anderen,* geeft de schuld van eigen fouten aan anderen,* is vaak prikkelbaar, ergert zich vaak,* is vaak prikkelbaar, ergert zich vaak,* is vaak boos of gepikeerd,* is vaak boos of gepikeerd,* is hatelijk en wraakzuchtig. * is hatelijk en wraakzuchtig.

2828

ODD ODD OppositionalOppositional DefiantDefiant DisorderDisorder

•• Veroorzaakt in significante mate Veroorzaakt in significante mate beperkingen in het sociale, schools en beperkingen in het sociale, schools en beroepsmatig functionerenberoepsmatig functioneren

•• Komt niet uitsluiten voor tijdens het Komt niet uitsluiten voor tijdens het beloop van een psychotische of beloop van een psychotische of stemmingsstoornisstemmingsstoornis

•• Niet voldaan aan criteria van CD of ASP Niet voldaan aan criteria van CD of ASP (+18)(+18)

2929

CD CD ConductConduct disorderdisorder

Een zich herhalend en aanhoudend gedragspatroon waarbij Een zich herhalend en aanhoudend gedragspatroon waarbij de grondrechten van anderen of belangrijke bij de de grondrechten van anderen of belangrijke bij de leeftijd horende sociale normen of regels worden leeftijd horende sociale normen of regels worden overtreden zoals blijkt uit de aanwezigheid gedurende de overtreden zoals blijkt uit de aanwezigheid gedurende de laatste twaalf maanden van drie (of meer)laatste twaalf maanden van drie (of meer) van de van de volgende criteria, met volgende criteria, met ten minste de laatste zes ten minste de laatste zes maanden maanden éééén criteriumn criterium aanwezig:aanwezig:

4 soorten gedrag4 soorten gedrag•• agressie naar dieren en mensenagressie naar dieren en mensen•• vernieling van eigendomvernieling van eigendom•• diefstal en bedriegendiefstal en bedriegen•• ernstige schending van regelsernstige schending van regels

3030

CD CD ConductConduct disorderdisorder•• agressie naar dieren en mensenagressie naar dieren en mensen

(1) pest, bedreigt of intimideert vaak anderen(1) pest, bedreigt of intimideert vaak anderen(2) begint vaak vechtpartijen(2) begint vaak vechtpartijen(3) heeft een 'wapen' gebruikt dat anderen(3) heeft een 'wapen' gebruikt dat anderen

ernstig lichamelijk letsel kan toebrengenernstig lichamelijk letsel kan toebrengen(bijvoorbeeld een knuppel, kei, gebroken(bijvoorbeeld een knuppel, kei, gebrokenfles, mes, vuurwapen)fles, mes, vuurwapen) ..

(4) heeft mensen mishandeld(4) heeft mensen mishandeld(5) heeft dieren mishandeld(5) heeft dieren mishandeld(6) heeft in een direct contact een slachtoffer bestolen (6) heeft in een direct contact een slachtoffer bestolen

(bijvoorbeeld iemand van achteren neerslaan, (bijvoorbeeld iemand van achteren neerslaan, tasjesroof, afpersing, gewapende overval)tasjesroof, afpersing, gewapende overval)

(7) heeft iemand tot seksueel contact gedwongen(7) heeft iemand tot seksueel contact gedwongen

3131

CD CD ConductConduct disorderdisorder

•• vernieling van eigendomvernieling van eigendom(8) heeft opzettelijk brand gesticht met de (8) heeft opzettelijk brand gesticht met de

bebe--doeling ernstige schade te veroorzakendoeling ernstige schade te veroorzaken(9) heeft opzettelijk eigendommen van anderen (9) heeft opzettelijk eigendommen van anderen

vernield (anders dan door brandstichting)vernield (anders dan door brandstichting)

3232

CD CD ConductConduct disorderdisorder

•• diefstal en bedriegendiefstal en bedriegen(10)heeft ingebroken in (10)heeft ingebroken in iemand'siemand's huis, huis, gg--bouwbouw of autoof auto(11)liegt vaak om goederen of gunsten van anderen te (11)liegt vaak om goederen of gunsten van anderen te

krijgen of om verplichtingen uit de weg te gaan krijgen of om verplichtingen uit de weg te gaan (bijvoorbeeld oplichting)(bijvoorbeeld oplichting)

(12)heeft zonder direct contact met het slachtoffer (12)heeft zonder direct contact met het slachtoffer voorwerpen van waarde gestolen (bijvoorwerpen van waarde gestolen (bij--voorbeeld voorbeeld winkeldiefstal maar zonder in te breken, valsheid in winkeldiefstal maar zonder in te breken, valsheid in geschrifte)geschrifte)

3333

CD CD ConductConduct disorderdisorder

•• ernstige schending van regelsernstige schending van regels(13)blijft vaak, ondanks het verbod van de ouders, 's (13)blijft vaak, ondanks het verbod van de ouders, 's

nachts van huis weg, beginnend voor het dertiende nachts van huis weg, beginnend voor het dertiende jaarjaar

(14)is ten minste tweemaal van huis weggelopen en 's (14)is ten minste tweemaal van huis weggelopen en 's nachts weggebleven (of eenmaal gedurende een nachts weggebleven (of eenmaal gedurende een langere periode zonder telangere periode zonder te--rug te keren)rug te keren)

(15)spijbelt vaak, beginnend voor het dertien(15)spijbelt vaak, beginnend voor het dertien--de jaarde jaar

3434

CD CD ConductConduct disorderdisorder

•• Types:Types:–– Beginnend in de kinderleeftijd (<10jaar)Beginnend in de kinderleeftijd (<10jaar)–– Beginnend in de adolescentie (Beginnend in de adolescentie (≥≥ 10 jaar)10 jaar)

•• ErnstErnst–– Licht: weinig criteria Of weinig verstoring van anderenLicht: weinig criteria Of weinig verstoring van anderen–– MatigMatig–– Ernstig: Veel meer symptomen dan nodig voor de Ernstig: Veel meer symptomen dan nodig voor de

diagnose Of aanzienlijke schade aan anderendiagnose Of aanzienlijke schade aan anderen

3535

CD CD ConductConduct disorderdisorder

•• Sommige auteurs bijv Sommige auteurs bijv FrickFrick ((’’98) willen de 98) willen de breedte van dit begrip accentueren door breedte van dit begrip accentueren door te spreken van te spreken van ““gedragstoornisgedragstoornissensen”” of of ““conductconduct disorderdisorderss””

3636

ICD paar andere termen of ICD paar andere termen of verfijningenverfijningen

•• HyperkinetsicheHyperkinetsiche gedragstoornis F90.1gedragstoornis F90.1•• Gedragsstoornis beperkt tot de context Gedragsstoornis beperkt tot de context

van het gezin F91.0van het gezin F91.0•• Gedragstoornis niet gesocialiseerd F91.1Gedragstoornis niet gesocialiseerd F91.1•• Gedragstoornis gesocialiseerd F91.2Gedragstoornis gesocialiseerd F91.2•• Gemengde stoornis van gedrag & emotie Gemengde stoornis van gedrag & emotie

F92F92

3737

IIIIII. Enkele bijkomende . Enkele bijkomende definitiesdefinities

3838

Abnormaal gedrag?Abnormaal gedrag?

•• De aanwezigheid van een (DSM) stoornis.De aanwezigheid van een (DSM) stoornis.•• Statistisch afwijkend Statistisch afwijkend –– alle alle ψψ kenmerken kenmerken

verdeeld volgens een verdeeld volgens een GaussGauss curve.curve.•• Niet voldoen aan ontwikkelingstaken Niet voldoen aan ontwikkelingstaken ––

opletten voor dogmatisch karakter.opletten voor dogmatisch karakter.

3939

«« NormaliteitNormaliteit »» omschrevenomschreven alsals gedraggedrag datdat in in overeenstemmingovereenstemming isismet de met de ontwikkelingstakenontwikkelingstaken, , waarbijwaarbij er er sprakesprake isis van van positievepositieverelatiesrelaties en en eeneen goedegoede integratieintegratie in in schoolschool of job of job contextcontext

INPUTOUTPUT

Bio-

Psycho-

Socialeomgeving

Adaptatie zie ‚

Ontwikkelingstaak ‚ 3 OntwikkelingsgeschiedenisTIJD

Verschillende perspectieven(Wie , Wat, bedoeling, Termijn)

SECTOREN

Identiteit

Gezin ‚1

Intieme Vriendschap ‚1

Vriendschap ‚1

Vrije Tijd

Job / School ‚2

Buurt

Functies:

Denken (o.a.ziektetheorie

Voelen

Doen (o.a. coping,SOVA, Comm., Roln)

Willen

Acties:

Opbouw(nieuw,faciliteren)

Afbouw

Behoud

DRAAGKRACHT

Mogelijkheden(intern-extern)Protectieve factoren

LASTBeperking (intern-extern)RiscicoOvergangssit.

PH ‘98

4040

PracticePractice Parameters CDParameters CD

•• 30 tot 50% van de verwijzing naar een kliniek gaat over CD 30 tot 50% van de verwijzing naar een kliniek gaat over CD ((KazdinKazdin, 1985)., 1985).

•• Prevalentie: 1,5 tot 3,4% van alle kinderen en adolescenten.Prevalentie: 1,5 tot 3,4% van alle kinderen en adolescenten.•• Binnen de DSM wordt het concept Cd Binnen de DSM wordt het concept Cd polithetischpolithetisch benaderd: benaderd:

geen enkel criterium moet zeker aanwezig zijn om de diagnose te geen enkel criterium moet zeker aanwezig zijn om de diagnose te kunnen stellen; iedere combinatie van voldoende factoren leidt kunnen stellen; iedere combinatie van voldoende factoren leidt naar de diagnose.naar de diagnose.

•• CD gaat samen met een grote coCD gaat samen met een grote co--morbiditeit van andere morbiditeit van andere ziektebeelden. Deze hebben een negatieve invloed en prognose.ziektebeelden. Deze hebben een negatieve invloed en prognose.

•• Geen enkelvoudige interventie is afdoend. Geen enkelvoudige interventie is afdoend. MultimodaleMultimodaleinterventiesinterventies moeten ieder domein dat als disfunctioneel moeten ieder domein dat als disfunctioneel genoteerd wordt leeftijdsadequaat aanpakken.genoteerd wordt leeftijdsadequaat aanpakken.

•• Medicatie als enige interventie is niet afdoende. Ze kan nuttig Medicatie als enige interventie is niet afdoende. Ze kan nuttig zijn zijn als crisis en korte termijn interventie.als crisis en korte termijn interventie.

4141

CD en CD en ADHDADHD??Stan Stan KutcherKutcher, e.a. (2004), e.a. (2004)

•• 50% van de jongeren met ADHD hebben tevens ODD of CD (N. 50% van de jongeren met ADHD hebben tevens ODD of CD (N. Martin e.a. (2006) brengen dit terug tot 35% voor ADHD Martin e.a. (2006) brengen dit terug tot 35% voor ADHD ––A; A; ADHDADHD--HIHI: 37%. De gedeelde component tussen : 37%. De gedeelde component tussen ADHDADHD--HIHI en ODD en ODD is 42%; Mat is 42%; Mat ADHDADHD--II & & ADHDADHD--CC is de correlatie lager)is de correlatie lager)

•• Ongeveer 2/3 van de adolescenten met CD hebben ADHDOngeveer 2/3 van de adolescenten met CD hebben ADHD•• Het samen gaan van ADHD en CD wordt op genetisch vlak verklaard Het samen gaan van ADHD en CD wordt op genetisch vlak verklaard

door een overlap van 50% op genetisch gebied.door een overlap van 50% op genetisch gebied.•• [Er is een grote overlap tussen DSM en ICD10 voor diagnose [Er is een grote overlap tussen DSM en ICD10 voor diagnose ADHDADHD. .

Bij de ICD moet er wel tezelfdertijd: impulsiviteit, Bij de ICD moet er wel tezelfdertijd: impulsiviteit, concentratiestoornis en onrust zijn en moeten de symptomen concentratiestoornis en onrust zijn en moeten de symptomen ernstig, aanhoudend en ernstig, aanhoudend en pervasiefpervasief zijn.]zijn.]

4242

Als 2/3 van de jongeren met Cd Als 2/3 van de jongeren met Cd ook ADHD heeftook ADHD heeft……dan heeft dit dan heeft dit gevolgen naar de diagnostiekgevolgen naar de diagnostiek

•• Opdrachten visueel ondersteunenOpdrachten visueel ondersteunen•• Zorgen voor afwisselend materiaalZorgen voor afwisselend materiaal

4343

CD en CD en ADHDADHD??Stan Stan KutcherKutcher, e.a. (2004), e.a. (2004)

•• Bij ADHD zonder CD: 1ste interventie is Bij ADHD zonder CD: 1ste interventie is psychosociaal (oudertraining, interventies in de psychosociaal (oudertraining, interventies in de klas of individueel gedragsmatig programma) klas of individueel gedragsmatig programma) en/of medicatie (sommige landen eisen dat men en/of medicatie (sommige landen eisen dat men in lichtere gevallen van ADHD vertrekt vanuit in lichtere gevallen van ADHD vertrekt vanuit psychosociale interventie).psychosociale interventie).

•• Bij ADHD met Cd: psychosociaal en medicatieBij ADHD met Cd: psychosociaal en medicatie•• Bij louter cd: psychosociaal. Pas als dit Bij louter cd: psychosociaal. Pas als dit

onvoldoende is in 2de instantie medicatie onvoldoende is in 2de instantie medicatie ((RisperdalRisperdal))

4444

Marina Marina DanckaertsDanckaerts

Relatie ADHD en CDRelatie ADHD en CD

4545

• In het verleden (80-er jaren) werd vooral het ontwikkelingspad van ADHD in interactie met gezinsfactoren belicht. Deze interactie zorgt voor een gedragspatroon dat leidt tot schoolse problemen. Het schools disfunctioneren geeft een verdere versterking van het negatief gedragspatroon en zelfbeeld. Vanuit de onmacht ten opzichte van de volwassenen wereld gebeurt toenadering tot een negatieve groep vrienden (peers) wat op zich weer leidt tot een verdere ontwikkeling van de gedragsstoornis. Men zag volgens Danckaerts ADHD als stepping stone naar CD (gedragsstoornis).

4646

• In de 90-er jaren vond men dat ADHD een eerder zwakke voorspeller was voor CD op latere leeftijd. Er is (cfr studies Biederman) op jeugdige leeftijd nog veeloverlap tussen ADHD, ODD en CD. Maar als er op jeugdige leeftijd geen gedragsproblemen zijn, ontwikkelt zich uit een ADHD probleem niet automatisch een gedragsstoornis.

• In ’96 noemt Lynam de subgroep ADHD-Cd een aparteentiteit: “de melkbaard psychopaat”. Deze groep onderscheidt zich op neuropsychologisch en neurofysiologisch vlak en op het gebied van deficiten ter hoogte van de neuro transmittoren.

4747

Impulsiviteit en AngstImpulsiviteit en AngstAskAskéénazynazy e.a. (2003)e.a. (2003)

•• AskAskéénazynazy e.a. (2003) karakteriseerden e.a. (2003) karakteriseerden jongere patijongere patiëënten uit residentinten uit residentiëële context le context volgens de mate van Impulsiviteit en volgens de mate van Impulsiviteit en Angstbeleving. Angstbeleving.

•• Men zette een registratie op voor Men zette een registratie op voor volgende aspecten: zelfmoordpoging, volgende aspecten: zelfmoordpoging, krassen, geweld, delinquentie, middelen krassen, geweld, delinquentie, middelen misbruik en eetstoornis. misbruik en eetstoornis.

4848

Impulsiviteit en AngstImpulsiviteit en AngstAskAskéénazynazy e.a. (2003)e.a. (2003)

•• De groep IA (hoog impulsief, hoog angstig) vertoonde De groep IA (hoog impulsief, hoog angstig) vertoonde voor 62% hypomanische periodes en vertoonden 87% voor 62% hypomanische periodes en vertoonden 87% weerkerende suweerkerende suïïcidepogingen. Dezer groep is dus cidepogingen. Dezer groep is dus geassocieerd met het licht bipolaire spectrum.geassocieerd met het licht bipolaire spectrum.

•• De Ia groep (Hoog impulsief, laag angstig) vertoonde De Ia groep (Hoog impulsief, laag angstig) vertoonde voor allen CD. 93% was mannelijk, ze waren 100% voor allen CD. 93% was mannelijk, ze waren 100% gewelddadig en voor 80% delinquent gewelddadig en voor 80% delinquent

•• In de In de iAiA groep (laag impulsief, hoog angstig) toonde groep (laag impulsief, hoog angstig) toonde 73% een anorexie problematiek met een ernstige 73% een anorexie problematiek met een ernstige depressieve periode. depressieve periode.

•• De ia groep (laag impulsief, laag angstig) vertoonde De ia groep (laag impulsief, laag angstig) vertoonde weinig geweld en deed eerste zelfmoordpogingen met weinig geweld en deed eerste zelfmoordpogingen met een laag risico op overlijden. een laag risico op overlijden.

4949

Ralph Ralph LoeberLoeber

OntwikkelingspadenOntwikkelingspaden

5050

OntwikkelingspadenOntwikkelingspaden

•• Verkregen via factoranalyse op enorme Verkregen via factoranalyse op enorme datahoeveelheiddatahoeveelheid

•• 3 grote paden:3 grote paden:–– OpenOpen–– HeimelijkHeimelijk–– Conflict met autoriteitsfiguren Conflict met autoriteitsfiguren

•• Anti sociaal gedrag neemt met de leeftijd af, Anti sociaal gedrag neemt met de leeftijd af, uitgezonderd diegenen die het covert pad uitgezonderd diegenen die het covert pad bewandelenbewandelen

5151

Els Merlevede e.a. Els Merlevede e.a. Vertaalde versieVertaalde versie::

5252

Journal of Clinical PsychologyVolume 55, Issue 3, 1999.

(Special Issue: Treating Anger in Psychotherapy. Issue Edited by John C. Norcross.)

In Session: Psychotherapy in Practice

5353

Agressie in de kijkerAgressie in de kijker

Verschillende benaderingenVerschillende benaderingenDe kern naar voor getrokkenDe kern naar voor getrokken

Opm: Over sommige aspecten zijn de auteurs niet eensgezind; bijv het belang van relaxatie.De grote lijnen in het verhaal zijn wel duidelijk

5454

ArtikelsArtikels•• 275275--282282 TreatingTreating angeranger in in psychotherapypsychotherapy: : IntroductionIntroduction and casesand cases

John C. John C. NorcrossNorcross, , MireikaMireika KobayashiKobayashi

•• 283283--293293 ConceptualizationConceptualization and and treatmenttreatment of rage in of rage in selfself psychologypsychologyPaul H. Paul H. OrnsteinOrnstein

•• 295295--309309 CognitiveCognitive--behavioralbehavioral conceptualizationconceptualization and and treatmenttreatment of of angerangerJerry L. Jerry L. DeffenbacherDeffenbacher

•• 311311--324324 ExperientialExperiential conceptualizationconceptualization and and treatmenttreatment of of angerangerSandra C. Sandra C. PaivioPaivio

•• 325325--337337 Systems Systems conceptualizationconceptualization and and treatmenttreatment of of angerangerShaniShani RobinsRobins, Raymond W. , Raymond W. NovacoNovaco

•• 339339--351351 BuddhistBuddhist conceptualizationconceptualization and and treatmenttreatment of of angerangerRon Ron LeiferLeifer

•• 353353--363363 Research Research reviewreview onon angeranger in in psychotherapypsychotherapyTracyTracy J. J. MayneMayne, Timothy K. , Timothy K. AmbroseAmbrose

•• 365365--379379 End End piecepiece: : ReflectionsReflections onon the the treatmenttreatment of of angerangerRaymond Raymond DiGiuseppeDiGiuseppe

5555

Definities agressie & CoDefinities agressie & Co

•• DiGiuseppeDiGiuseppe (1994):(1994):–– WoedeWoede: interne, mentale, subjectieve : interne, mentale, subjectieve

gevoelstoestand geassocieerd met cognitieve en gevoelstoestand geassocieerd met cognitieve en fysiologische fysiologische arousalarousal patronen.patronen.

–– AgressieAgressie: openlijk gedrag dat uitgevoerd wordt met : openlijk gedrag dat uitgevoerd wordt met de intentie om een object of een persoon schade of de intentie om een object of een persoon schade of letsels toe te brengen.letsels toe te brengen.

–– VijandigheidVijandigheid: een persoonlijkheidstrek, waartoe : een persoonlijkheidstrek, waartoe besloten kan worden door woede die zich uit in besloten kan worden door woede die zich uit in verschillende situaties gecombineerd met verbale of verschillende situaties gecombineerd met verbale of fysieke agressie. fysieke agressie.

5656

John John NocrossNocross & & MireikeMireike KobayashiKobayashi

•• Woede en agressie komen niet voor als aparte DSM IV Woede en agressie komen niet voor als aparte DSM IV categorie, maar zitten ingebed in andere stoornissen als categorie, maar zitten ingebed in andere stoornissen als Gedragsstoornis, antisociale persoonlijkheidsstoornis, Gedragsstoornis, antisociale persoonlijkheidsstoornis, periodiek explosieve stoornis, post traumatische stress periodiek explosieve stoornis, post traumatische stress stoornis, stoornis, bordelinebordeline persoonlijkheidsstoornis.persoonlijkheidsstoornis.

•• Hierdoor werd het probleem op onderzoeksvlak Hierdoor werd het probleem op onderzoeksvlak stiefmoederlijk behandeld.stiefmoederlijk behandeld.

•• Alle therapieAlle therapieëën pogen impliciet of expliciet de interne of n pogen impliciet of expliciet de interne of externe cues rond agressie te beexterne cues rond agressie te beïïnvloeden. nvloeden. –– Impliciet werken voornamelijk psychodynamische, Impliciet werken voornamelijk psychodynamische, experientiexperientiëëlele, ,

zelfzelf--psychologiepsychologie. . –– CognitiefCognitief--gedragsmatigegedragsmatige, systeem en boeddhistische modellen , systeem en boeddhistische modellen

doen dit meer expliciet. doen dit meer expliciet.

5757

Paul Paul OrnsteinOrnstein: : zelfzelf--psychologiepsychologie

•• In het psychoanalytisch basisschema was iedere In het psychoanalytisch basisschema was iedere relatie tot een ander zowel bezet met libido als relatie tot een ander zowel bezet met libido als agressie.agressie.

•• KohutKohut (1972) definieert de (1972) definieert de narcistische woede narcistische woede (rage)(rage) als reactief gegeven en geen primaire drift. als reactief gegeven en geen primaire drift. Het gaat om een brede klasse van reacties gaande Het gaat om een brede klasse van reacties gaande van ergernis over woede tot agressie. Centraal staat van ergernis over woede tot agressie. Centraal staat de kwetsuur van de de kwetsuur van de zelfzelf--waarderingwaardering en het ervaren en het ervaren van psychologische kwetsbaarheid.van psychologische kwetsbaarheid.

•• De therapeut moet als een bondgenoot luisteren De therapeut moet als een bondgenoot luisteren naar de subjectieve belevingswereld van de clinaar de subjectieve belevingswereld van de cliëënt.nt.

5858

Terzijde binnen de psychoanalyseTerzijde binnen de psychoanalyse

•• In de LSCI (Life In de LSCI (Life SpaceSpace Crisis Crisis InterventionIntervention) ) benadering van Wood & Long, volgelingen van benadering van Wood & Long, volgelingen van RedlRedl en en WinemanWineman uit de 50er jaren, is agressie uit de 50er jaren, is agressie een gevolg van niet verwerkte een gevolg van niet verwerkte ontwikkelingsangst. Iedere leeftijdfase gaat ontwikkelingsangst. Iedere leeftijdfase gaat gepaard met ontwikkelingsstress, die kan gepaard met ontwikkelingsstress, die kan overwonnen worden mits de juiste opstelling overwonnen worden mits de juiste opstelling van de omgeving. Zoniet treedt er angst op die van de omgeving. Zoniet treedt er angst op die zich bij nieuwe stressoren uit als agressie.zich bij nieuwe stressoren uit als agressie.

5959

Jerry Jerry DeffenbacherDeffenbacher: Cognitief : Cognitief ––Gedragsmatige benaderingGedragsmatige benadering

•• Woede komt voort uit de interactie tussen (i) een of Woede komt voort uit de interactie tussen (i) een of meer uitlokkende factoren (meer uitlokkende factoren (iiii) de toestand waarin het ) de toestand waarin het individu daarvoor verkeerde (pre individu daarvoor verkeerde (pre angeranger state), met state), met insluiting van momentane en meer duurzame elementen insluiting van momentane en meer duurzame elementen ((iiiiii) de waarderingen die persoon maakt, niet alleen ) de waarderingen die persoon maakt, niet alleen t.o.v. de uitlokkende factoren, maar ook in verband met t.o.v. de uitlokkende factoren, maar ook in verband met de de copingcoping mogelijkheden (primaire en secundaire mogelijkheden (primaire en secundaire appraisalappraisal).).

Stressor

Pre anger statr

Momentane & duurzame factoren

First & second appraisal (Lazarus)

Beperkingen & Mogelijkhedent.o.v. situatie en eugen mogelijkheden

6060

WOEDE

Jerry Jerry DeffenbacherDeffenbacher: Cognitief : Cognitief ––Gedragsmatige benaderingGedragsmatige benadering•• Woede is een ervaren toestand, welke bestaat uit Woede is een ervaren toestand, welke bestaat uit

emotionele, cognitieve en fysiologische componenten, emotionele, cognitieve en fysiologische componenten, die samen optreden, en onderling snel die samen optreden, en onderling snel interinter--agerenageren, op , op een manier dat ze als een fenomeen beleefd worden.een manier dat ze als een fenomeen beleefd worden.

Emotie

CognitieFysiologische componenten

6161

•• Woede kan veroorzaakt worden door Woede kan veroorzaakt worden door externe externe gebeurtenissen:gebeurtenissen: wachten in een file, kritiek wachten in een file, kritiek door anderen, zichzelf overslapen en daardoor door anderen, zichzelf overslapen en daardoor een vergadering missen.een vergadering missen.

•• Soms gaat het om een Soms gaat het om een combinatie van combinatie van externe gebeurtenissen en herinneringenexterne gebeurtenissen en herinneringendie aan woede verbonden zijn: bijv. kwaad die aan woede verbonden zijn: bijv. kwaad worden op vrachtwagenchauffeurs in een file worden op vrachtwagenchauffeurs in een file omdat je nog veel werk te verzetten hebt en omdat je nog veel werk te verzetten hebt en denkt dat je nooit zal rond komen.denkt dat je nooit zal rond komen.

•• Woede kan ook door Woede kan ook door interne stimuliinterne stimuligetriggerdgetriggerd worden. Gewoonlijk zijn dat worden. Gewoonlijk zijn dat gedachten of gevoelens. De herinnering een gedachten of gevoelens. De herinnering een slechte situatie of de beleving van angst of slechte situatie of de beleving van angst of opgejaagdheidopgejaagdheid vallen hieronder.vallen hieronder.

6262

Pre Pre angeranger state:state:•• Een aversieve emotionele toestand die Een aversieve emotionele toestand die

voorafgaat aan een gebeurtenis verhoogt de voorafgaat aan een gebeurtenis verhoogt de kans op het optreden van woede.kans op het optreden van woede.

•• Cognitieve schemaCognitieve schema’’s (s (cfrcfr. . musturbationmusturbation) kunnen ) kunnen woede in de hand werken.woede in de hand werken.

•• De cultuur of subcultuur bepaalt op welke De cultuur of subcultuur bepaalt op welke manier woede mag geuit worden.manier woede mag geuit worden.–– Cf verschil M Cf verschil M & V: alleen bij mannen doet & V: alleen bij mannen doet

tegenagressietegenagressie de bloeddruk dalen; respectievelijk de bloeddruk dalen; respectievelijk fightfight--flightflight / / tendtend--befriendbefriend dilemma (Taylor). dilemma (Taylor).

–– Naast cultureel aspect speelt ook Naast cultureel aspect speelt ook oxyticineoxyticine een rol; een rol; wordt bij V afgescheiden bij stress. Geeft hechting en wordt bij V afgescheiden bij stress. Geeft hechting en koesteringkoestering

6363

Waarderingsproces:Waarderingsproces:•• Primaire inschatting: de waarschijnlijkheid op het Primaire inschatting: de waarschijnlijkheid op het

optreden van woede verhoogt naarmate (i) een optreden van woede verhoogt naarmate (i) een gebeurtenis als onverdiend of onfair beleefd wordt (gebeurtenis als onverdiend of onfair beleefd wordt (IIII) ) als iemand met opzet iets veroorzaakt (als iemand met opzet iets veroorzaakt (IIIIII) het had ) het had kunnen voorkomen worden (kunnen voorkomen worden (IVIV) diegene die het ) diegene die het probleem veroorzaakte zou moeten gestraft worden.probleem veroorzaakte zou moeten gestraft worden.Secundaire inschatting: gaat over het evalueren van Secundaire inschatting: gaat over het evalueren van copingcoping mogelijkheden in functie van de mogelijkheden in functie van de stressorstressor

•• Samengevat: Woede is waarschijnlijk in situaties waar Samengevat: Woede is waarschijnlijk in situaties waar iemand iets ondergaat dat had kunnen voorkomen iemand iets ondergaat dat had kunnen voorkomen worden en waar tegenover hij geen oplossingen kan worden en waar tegenover hij geen oplossingen kan stellen.stellen.

6464

Sandra Sandra PaivioPaivio: : ExperientiExperientiëëlele benaderingbenadering•• Alleen als men toegang krijgt tot de Alleen als men toegang krijgt tot de emotieemotie enen de de emotionele emotionele

betekenisbetekenis kan woede veranderd worden.kan woede veranderd worden.•• In het diagnostisch proces maken we onderscheid In het diagnostisch proces maken we onderscheid

–– tussen tussen woede gericht op de omgevingwoede gericht op de omgeving welke geuit dient te welke geuit dient te worden) of worden) of opop zichzelf zichzelf (welke dient verkend te worden naar (welke dient verkend te worden naar betekenis); betekenis); overgecontroleerdeovergecontroleerde (welke bereikt moet worden (welke bereikt moet worden voor zijn bijhorende info) versus voor zijn bijhorende info) versus ondergecontroleerdeondergecontroleerde woede woede (welke beheerst moet worden), (welke beheerst moet worden),

–– tussen tussen pijnlijke gevoelens pijnlijke gevoelens (toegankelijk te maken) versus (toegankelijk te maken) versus slechte gevoelensslechte gevoelens zoals chronische woede (te verkennen en zoals chronische woede (te verkennen en om te vormen)om te vormen)

–– tussen tussen primaireprimaire (aangepaste woede welke dient om ons te (aangepaste woede welke dient om ons te beschermen), beschermen), secundaire woedesecundaire woede die volgt op een cognitief of die volgt op een cognitief of affectief proces affectief proces –– bijv. woede als reactie op schaamte) en bijv. woede als reactie op schaamte) en instrumentele woedeinstrumentele woede (gebruikt om andere te controleren of (gebruikt om andere te controleren of domineren).domineren).

•• Emotiegerichte therapie kent drie fases: (i) een Emotiegerichte therapie kent drie fases: (i) een therapeutische alliantie aangaan (therapeutische alliantie aangaan (iiii) de kernemoties oproepen ) de kernemoties oproepen en slechte gevoelens exploreren (en slechte gevoelens exploreren (iiiiii) onaangepaste emotie ) onaangepaste emotie herstructureren; nieuwe informatie integreren.herstructureren; nieuwe informatie integreren.

6565

Ron Ron LeiferLeifer: Boeddhistische benadering: Boeddhistische benadering•• Lijden wordt niet veroorzaakt door externe elementen maar Lijden wordt niet veroorzaakt door externe elementen maar

door 3 mentale factoren/ vergiften: Verlangen, Vermijding en door 3 mentale factoren/ vergiften: Verlangen, Vermijding en Onwetendheid. Onwetendheid.

•• Er zijn 3 kernvragen:Er zijn 3 kernvragen:–– Wat wilde ik dat ik niet nodig had?Wat wilde ik dat ik niet nodig had?–– Wat kreeg ik dat in niet wilde?Wat kreeg ik dat in niet wilde?–– Waar voelde ik dat mijn zelfgevoel genegeerd werd?Waar voelde ik dat mijn zelfgevoel genegeerd werd?

•• Neurotisch betekent gedomineerd worden door de 3 soorten Neurotisch betekent gedomineerd worden door de 3 soorten vergif.vergif.

•• AssessmentAssessment start met de zoektocht naar alternatieven om het start met de zoektocht naar alternatieven om het gewenste te bereiken of het gekwetste zelf te herstellen gewenste te bereiken of het gekwetste zelf te herstellen buiten agressie om:buiten agressie om:““geef me de moed te veranderen wat ik kan, geef me de moed te veranderen wat ik kan,

de rust te aanvaarden wat niet kan de rust te aanvaarden wat niet kan en de wijsheid om beiden te onderscheidenen de wijsheid om beiden te onderscheiden””..

6666

•• Therapie verloopt volgens 7 fasen:Therapie verloopt volgens 7 fasen:–– Verantwoordelijkheid nemenVerantwoordelijkheid nemen–– Bewust wordenBewust worden–– Woede begrijpenWoede begrijpen–– BezinningBezinning–– Engagement & BesluitvormingEngagement & Besluitvorming–– RelaxatieRelaxatie–– Openen van het hartOpenen van het hart

Ron Ron LeiferLeifer: Boeddhistische benadering: Boeddhistische benadering

6767

6868

HaniHani RobinsRobins & Raymond & Raymond NovacoNovaco::Systeemgerichte benaderingSysteemgerichte benadering•• Cognitief model wordt ingebed in het Cognitief model wordt ingebed in het systemischesystemische. . •• Woede kan gezien worden als een poging tot adaptatie Woede kan gezien worden als een poging tot adaptatie

vanuit de interactie van verschillende systemen. Er zijn vanuit de interactie van verschillende systemen. Er zijn cognitieve, fysiologische, gedragsmatige en cognitieve, fysiologische, gedragsmatige en omgevingssystemenomgevingssystemen te onderscheiden. Woede komt te onderscheiden. Woede komt voort uit de wisselwerking van deze systemen en voort uit de wisselwerking van deze systemen en evolueert met hen mee. Hoe evolueert met hen mee. Hoe aangepasteraangepaster de functie de functie van woede binnen deze systemen, hoe meer van woede binnen deze systemen, hoe meer geautomatiseerd het gedrag, hoe meer geautomatiseerd het gedrag, hoe meer inertieinertie er zal er zal zijn om te veranderen.zijn om te veranderen.

•• Woede is een negatieve emotie, subjectief ervaren als Woede is een negatieve emotie, subjectief ervaren als een verhoogde antieen verhoogde anti-- houding ten opzichte van iets of houding ten opzichte van iets of iemand gezien als de oorzaak van een aversieve iemand gezien als de oorzaak van een aversieve gebeurtenis.gebeurtenis.

6969

HaniHani RobinsRobins & Raymond & Raymond NovacoNovaco::Systeemgerichte benaderingSysteemgerichte benadering•• Men is geneigd de oorzaken van agressie te leggen in Men is geneigd de oorzaken van agressie te leggen in

persoonlijke, stabiele en controleerbare aspecten van het persoonlijke, stabiele en controleerbare aspecten van het gedrag van anderen. Eigen woede wordt als gedrag van anderen. Eigen woede wordt als onvermijdelijk en oncontroleerbaar ervaren.onvermijdelijk en oncontroleerbaar ervaren.

•• InputInput in het ene systeem (bijv. vijandige interpretaties), in het ene systeem (bijv. vijandige interpretaties), kan als kan als outputoutput gelden voor een ander (bijv. gelden voor een ander (bijv. arousalarousal). Er ). Er is is circulaire causaliteitcirculaire causaliteit..

•• Systemen zijn Systemen zijn behoudsgezindbehoudsgezind. Een verandering of een . Een verandering of een aantasting van het systeem wordt teniet gedaan door aantasting van het systeem wordt teniet gedaan door negatieve feedbacknegatieve feedback. Het systeem wil zijn . Het systeem wil zijn homeostasishomeostasis behouden. De behouden. De cathartischecathartische ontlading van ontlading van woede is ten opzichte van het fysiologisch systeem woede is ten opzichte van het fysiologisch systeem evenwicht herstellend. Therapeutisch erkent men deze evenwicht herstellend. Therapeutisch erkent men deze poging, maar poogt ze te vervangen door meer poging, maar poogt ze te vervangen door meer aangepast gedrag (vanuit het sociaal systeem gezien).aangepast gedrag (vanuit het sociaal systeem gezien).

7070

HaniHani RobinsRobins & Raymond & Raymond NovacoNovaco::Systeemgerichte benaderingSysteemgerichte benadering•• EscalatieEscalatie impliceert dat de waarschijnlijkheid op agressief gedrag impliceert dat de waarschijnlijkheid op agressief gedrag

verhoogt iedere keer het succesvol uitgevoerd wordt. Waar woede verhoogt iedere keer het succesvol uitgevoerd wordt. Waar woede ten opzichte van sommige subsystemen adaptief is zal het ten ten opzichte van sommige subsystemen adaptief is zal het ten opzichte van brede systemen dit niet zijn. Als een echtgenote biopzichte van brede systemen dit niet zijn. Als een echtgenote bijv. jv. de grens van mishandeling door haar man opschuift en er geen de grens van mishandeling door haar man opschuift en er geen negatieve feedback is (bijv. reactie vanuit de omgeving) wordt dnegatieve feedback is (bijv. reactie vanuit de omgeving) wordt de e waarschijnlijkheid op mishandeling groter. We raken via waarschijnlijkheid op mishandeling groter. We raken via positieve positieve feedbackfeedback steeds verder weg van het steeds verder weg van het evenwichtevenwicht. Eens een . Eens een bepaald punt voorbij (bepaald punt voorbij (thresholdthreshold) zal een systeem kwalitatief ) zal een systeem kwalitatief veranderen.veranderen.

•• Bij een Bij een open systeemopen systeem is er beis er beïïnvloeding vanuit ander systemen. In nvloeding vanuit ander systemen. In geval van een losstaand en gegeval van een losstaand en geïïsoleerd systeem spreken we van een soleerd systeem spreken we van een gesloten systeemgesloten systeem..

•• Er is Er is transfer transfer van gebeurtenissen van het ene systeem naar het van gebeurtenissen van het ene systeem naar het andere. Van het verleden naar het heden. Zo wordt spanning van andere. Van het verleden naar het heden. Zo wordt spanning van het ene systeem (school) mee naar het andere systeem het ene systeem (school) mee naar het andere systeem overgebracht (thuis)overgebracht (thuis)

7171

TracyTracy MayneMayne & Timothy & Timothy AmbroseAmbrose: research: research•• Het woede proces verloopt via gebieden gelokaliseerd in Het woede proces verloopt via gebieden gelokaliseerd in

de de amygdalaamygdala (temporale kwab (temporale kwab limbischlimbisch systeem)systeem)•• Voordat er hogere processen betrokken worden is er een Voordat er hogere processen betrokken worden is er een

inschatting op dit niveau. De snelheid van dit proces was inschatting op dit niveau. De snelheid van dit proces was evolutionair belangrijk. Het primitieve van dit proces evolutionair belangrijk. Het primitieve van dit proces brengt echter mogelijke fouten in.brengt echter mogelijke fouten in.

•• Na dit eerste proces start een fijnere afstemming Na dit eerste proces start een fijnere afstemming (hogere processen). Er is een terugkoppeling naar de (hogere processen). Er is een terugkoppeling naar de amydalaamydala waar woede verhoogd of verlaagd wordt.waar woede verhoogd of verlaagd wordt.

•• Gezichtsexpressie is een van de snelste reacties op het Gezichtsexpressie is een van de snelste reacties op het eerste proces. Dit wordt eerste proces. Dit wordt subliminaalsubliminaal door anderen door anderen opgevat, waarop ze reageren. Een therapeut dient dit opgevat, waarop ze reageren. Een therapeut dient dit proces bewust te leren interpreteren/hanteren.proces bewust te leren interpreteren/hanteren.

7272

TracyTracy MayneMayne & Timothy & Timothy AmbroseAmbrose: research: research

•• Nieuw gedrag kan geleerd worden, maar de Nieuw gedrag kan geleerd worden, maar de oude neurologische banen blijven bestaan. Als oude neurologische banen blijven bestaan. Als een prikkel sterk genoeg is wordt het oude pad een prikkel sterk genoeg is wordt het oude pad gereactiveerd.gereactiveerd.

•• Foute mythes:Foute mythes:–– Catharsis leidt tot een daling van de woede. Soms Catharsis leidt tot een daling van de woede. Soms

leidt woede tot meer woede. Woede verloopt dus niet leidt woede tot meer woede. Woede verloopt dus niet via een hydraulisch proces (psychoanalyse) via een hydraulisch proces (psychoanalyse) (mythe (mythe 11). ).

–– Mannen uiten hun woede rechtstreekser dan vrouwen Mannen uiten hun woede rechtstreekser dan vrouwen ((cfrcfr. cultuur). In adolescentie juist omgekeerd. Voor . cultuur). In adolescentie juist omgekeerd. Voor volwassen klopt de theorie volwassen klopt de theorie (mythe 2).(mythe 2).

7373

TracyTracy MayneMayne & Timothy & Timothy AmbroseAmbrose: research: research•• Relaxatie alleen is voor de behandeling even effectief als Relaxatie alleen is voor de behandeling even effectief als

al de andere vormen samen, waar louter cognitief al de andere vormen samen, waar louter cognitief werken dat niet is. Bij angst en agressie worden werken dat niet is. Bij angst en agressie worden hormonen geactiveerd die het leren en het presteren hormonen geactiveerd die het leren en het presteren bebeïïnvloeden met directe impact op cognities en gedrag. nvloeden met directe impact op cognities en gedrag. Bij relaxatie zakt de energie en de motivatie om uit te Bij relaxatie zakt de energie en de motivatie om uit te ageren. Associaties en gedachten over andere ageren. Associaties en gedachten over andere woedesituaties worden gedempt.woedesituaties worden gedempt.

•• Meer complexe technieken zijn aan te raden omdat de Meer complexe technieken zijn aan te raden omdat de clicliëënt ook wel zicht wil op de oorzaken.nt ook wel zicht wil op de oorzaken.

•• Woede dient niet ingeslikt te worden maar geuit. Woede dient niet ingeslikt te worden maar geuit. Sommige cliSommige cliëënten dienen in therapie te gaan om hun nten dienen in therapie te gaan om hun woede op te drijven woede op te drijven weinig onderzoek hierover. weinig onderzoek hierover.

7474

Raymond Raymond DiGiuseppeDiGiuseppe: Slot: Slot

•• Ideaal pakket: Ideaal pakket: –– Motivatie ontwikkelenMotivatie ontwikkelen–– Therapeutische relatie ontwikkelenTherapeutische relatie ontwikkelen–– Fysiologische Fysiologische arousalarousal beheersenbeheersen–– Cognitieve verandering bewerkstelligenCognitieve verandering bewerkstelligen–– Gedragsverandering implementerenGedragsverandering implementeren–– Omgevingsteun voorzienOmgevingsteun voorzien–– Terugval preventie vaardigheden ontwikkelenTerugval preventie vaardigheden ontwikkelen–– Herstel en reHerstel en reïïntegratie bewerkstelligenntegratie bewerkstelligen

7575

Het is logischHet is logisch……

Dat je nagaat hoe een cliDat je nagaat hoe een cliëënt bij nt bij aanvang van de hulpverlening aanvang van de hulpverlening

scoort op deze aspecten.scoort op deze aspecten.

7676

Raymond Raymond DiGiuseppeDiGiuseppe: Slot: Slot

•• Mensen met een veilige hechting vertonen meer Mensen met een veilige hechting vertonen meer functionele woede. Mensen met een angstig functionele woede. Mensen met een angstig ambigue hechting vertonen woede welke ambigue hechting vertonen woede welke voorkomt uit slechte bedoelingen (wraak, de voorkomt uit slechte bedoelingen (wraak, de ander kwetsen); ze tonen vermijding van actieve ander kwetsen); ze tonen vermijding van actieve confrontatie, confrontatie, ruminerenderuminerende woede en vijandige woede en vijandige gedachten.gedachten.

•• Met voorbehoud voor vreugde zal woede een Met voorbehoud voor vreugde zal woede een sterkere toenadering dan andere emoties sterkere toenadering dan andere emoties meebrengen. Daardoor kunnen destructieve meebrengen. Daardoor kunnen destructieve zaken optreden.zaken optreden.

•• De meeste woede wordt geuit naar personen die De meeste woede wordt geuit naar personen die men kent (vooral thuis).men kent (vooral thuis).

7777

Raymond Raymond DiGiuseppeDiGiuseppe: Slot: Slot

•• BaumeisterBaumeister geeft aan dat woede niet altijd samenhangt geeft aan dat woede niet altijd samenhangt met een laag zelfbeeld met een laag zelfbeeld (3de mythe).(3de mythe). De narcistische De narcistische woede (hoog zelfbeeld bij primair narcisme) leidt ook tot woede (hoog zelfbeeld bij primair narcisme) leidt ook tot woede.woede.

•• Woede is behandelbaar. Opgelet het gaat over studies met Woede is behandelbaar. Opgelet het gaat over studies met mensen die vrijwillige hulpverlening aangaan.mensen die vrijwillige hulpverlening aangaan.

•• De effecten zijn minder goed dan bij de behandeling van De effecten zijn minder goed dan bij de behandeling van angst en depressie.angst en depressie.

•• Behandelingseffecten zijn duurzaam. De Behandelingseffecten zijn duurzaam. De peerspeers houden als houden als enige groep (naast ouders, leerkrachten) jongeren wel enige groep (naast ouders, leerkrachten) jongeren wel gevangen met de vooroordelen van voor de behandelinggevangen met de vooroordelen van voor de behandeling

•• Men denkt dat interventies het meeste effect hebben als ze Men denkt dat interventies het meeste effect hebben als ze rechtstreeks aansluiten bij het kanaal van de woede rechtstreeks aansluiten bij het kanaal van de woede (fysiologisch, gedachten of gedrag) (fysiologisch, gedachten of gedrag) (4de mythe).(4de mythe).Fysiologische factoren worden echter meer beFysiologische factoren worden echter meer beïïnvloed door nvloed door cognitieve interventies dan door relaxatie. Dus interventies cognitieve interventies dan door relaxatie. Dus interventies zijn niet succesvoller wanneer ze alleen ingrijpen op het zijn niet succesvoller wanneer ze alleen ingrijpen op het symptoom patroon.symptoom patroon.

7878

Raymond Raymond DiGiuseppeDiGiuseppe: Slot: Slot

•• Individuele therapie is effectiever dan groep. Individuele therapie is effectiever dan groep. CfrCfr. weerstand tegen verandering en onderlinge . weerstand tegen verandering en onderlinge bebeïïnvloeding, bekrachtiging.nvloeding, bekrachtiging.

•• Vergevingsgezindheid is een belangrijke term die Vergevingsgezindheid is een belangrijke term die tot nu toe te weinig getot nu toe te weinig geëëxploreerd werd. xploreerd werd. Vergeven betekent niet vergeten.Vergeven betekent niet vergeten.

•• Externe schuldattributie en laag zelfbeeld geeft Externe schuldattributie en laag zelfbeeld geeft woede. Interne schuldattributie en laag zelfbeeld woede. Interne schuldattributie en laag zelfbeeld geeft depressie.geeft depressie.

•• Woedende cliWoedende cliëënten hebben vaak geen nten hebben vaak geen alternatieve scripts.alternatieve scripts.

7979

Raymond Raymond DiGiuseppeDiGiuseppe: Slot: Slot

8080

DelfosDelfos

GedragsstoornisGedragsstoornis

8181

BioBio psychologisch model (Delfos)psychologisch model (Delfos)

8282

8383

AgressiewettenAgressiewetten

Functionele analyses in woordenFunctionele analyses in woordenAgressie is lonend op korte Agressie is lonend op korte

termijn!termijn!

8484

AgressieAgressie--wettenwettenP Men grijpt op korte termijn van wat door uitstel en invoeggedrag op

langere termijn niet verkrijgbaar is. Vaak wordt dit grijperig gedrag versterkt door opvoedingsfiguren die af en toe capituleren. Hierdoor ontstond een erg resistent gedrag, waarvoor vaak dan nog geen gedragsalternatieven voor handen zijn. Het feit dat men op lange termijn aversief wordt voor de omgeving, wordt niet verrekend.

P Agressief gedrag is een snelle methode om een teveel aan spanning te ventileren.

P Agressief is imago-verhogend naar de andere jongeren toe. P Vaak blijkt men na een agressieconflict tot een vorm van intimiteit,

nabijheid te komen die anders niet haalbaar lijkt. P Men blijft loyaal aan het thuismilieu: waar het thuis niet ging, gaat

het elders ook niet.

8585

1. Agressief gedrag is belonend op korte termijn. Het lange termijneffect wordt niet verrekend. Op lange termijn worden deze jongeren aversief voor begeleiders en andere jongeren. We geven een voorbeeld: SD : Nieuwe les na de speeltijd. De leerlingen verzamelen en gaan naar de les. X is nog nergens te zien. R1: X komt de klas binnen gestormd, of is eerst zelfs moeilijk te vinden. Hij maakt veel lawaai, is ongedurig, lacht, hangt aan de mensen hun lichaam, spreekt tegen. +S-: krijgt werk +S-: klachten over laattijdigheid /S+: als het zo verder gaat haalt ge geen diploma R2: loopt weg op het domein -S-: heeft geen werk te doen +S+: heeft plezier dat hij rondloopt terwijl anderen moeten werken Als de leerkracht hem niet terughaalt duurt dit verder tot de volgende les -tenzij hij in conflict komt met anderen-. De leerkracht vermijdt voor zichzelf een mogelijk gevecht, maar heeft wel het gevoel dat hij zijn job niet goed doet (CER). Hij troost zich met de gedachte dat de anderen nu toch les hebben (CAR). Als de leerkracht hem terughaalt dan krijgen we: +S-: wordt verplicht tot werk +S+: krijgt aandacht -S+: moet vrijheid inperken R3: Komt mee en begint aan opdracht +S+: krijgt gunstige commentaar omdat hij nu wel werkt /S-: vermijdt conflict waar hij op dat moment dan toch geen zin in heeft R3': Trekt zich los, begint te roepen, poogt te slaan -S-: spanning daalt tijdens het vechten -S-: de ander gaat weg, dus de opdracht vervalt +S+: imago stijgt: 'ze doen met mij niet wat ze willen' +S-: anderen spreken slecht over hem, maar dat trekt hij zich niet erg aan. Mogelijk volgt er straf, maar dat is op dat moment onbelangrijk.

8686

2. Ze zijn bereid zichzelf een sterk nadeel toe te dienen of erbij te nemen als hun imago van onwrikbare rebel maar gespaard blijft. Sd Krijgt een aantal --> Cov:Niet eerlijk --> R1 Voert ze uit --> /S- laat zich niet doen --> afwasdiensten opgelegd Wacht maar maar tergend +S+ andere gasten zien dit langzaam imago stijgt +S- opvoeder geeft diensten bij

/S- studiemeester stuurt terug naar de groep, waardoor les gemist wordt

R2 terug naar de leefgroep --> +S- Opvoeder wordt nu echt kwaad --> R3 Houdt zich van den domme --> +S+ Heeft enig leedvermaak met Zegt dat hij er toch niet aan kan doen onmacht opvoeder dat de opvoeder hem langer in groep houdt +S+ Opvoeder geeft commentaar op school 'ze zijn weer lastig vandaag' (jongere geniet van de ruzie tussen anderen, die hij veroorzaakte) +S- De opvoeder geeft in kwaadheid nog diensten bij +S+ cov: Ik heb me toch niet laten doen, en hem goed kwaad gekregen +S+ Blijft overtuigd gelijk +S+ Heeft nu nog een argument bij: opvoeder pik op hem. -->Ander wordt kwaad +S- --> Terug kwaad CER -->Straf +S- roepen vechten SD --> CER -->CAR betrapt op fout verveeld gevoel boertig doen verbaal agressief doen of het hem niet interesseert -->Ander bindt in -–> Spanning weg -S- Imago stijgt +S+

8787

3. Vechten is een CAR op een CER, namelijk angst (bijvoorbeeld om verlaten te worden). Vechten als een CAR op het gevoel van verwerping. UCS Als kind alleen gelaten

+S- krijgt straf, maar blijkbaar niet zo zwaar als bij gewone overtreding

+S+ gesprek op weg naar nieuwe afspraken, hij wordt gehoord, er wordt onderhandeld.

UCR /S- wordt niet afgewezen CER CAR +S+ wordt begrepen, krijgt toenadering CS Angst vechten -S- spanning weg Dreiging met verwerping

8888

4. Na een fysiek agressieconflict is er vaak een sterke onderlinge betrokkenheid (aandacht van de begeleiding), waardoor men soms dichter bij de jongere komt dan anders mogelijk is. De begeleiders beamen dit bij het overlopen van deze functionele analyses. Sd: Speel je mee? --> R1 Speelt --> +S+ amusement --> R2 Wordt wilder (cfr FF) --> +S- Anderen zetten hem verbaal Klampt anderen fysisch aan voor schut Wordt enthousiaster +S- Verlies van aandacht en plezier --> Cov: "Ik kan niets terugzeggen" --> R3 Gaat vechten --> +S-- Opvoeder komt tussen ----> ze lachen mij uit en geeft hem naar zijn voeten R4 Gaat uit de bol --> S- raakt door vechten zijn energie kwijt -->R5 schuldbekentenis + --> +S+ begrip Roepen, Tieren S- krijgt straf uiten voornemens aandacht Slaan, schoppen, in oog +S+ imago stijgt "er valt met mij niet te sollen" /S- mag van ander krabben Daardoor zullen meerdere personen het conflict met blijven hem vermijden (cfr. school) FF: LK: ADHD Raakt stilaan verstoten Lage frustratietolerantie Andere vinden hem gek en gevaarlijk, dit dringt Toestand thuiscontacten: Houden speciale problemen X bezig? langzaam tot hem door. X spreekt van goede en slechte dagen.

8989

LochmanLochman vat samen:vat samen:

John E. Lochman, PhDJohn E. Lochman, PhDThe University of AlabamaThe University of Alabama

Box 870348, Department of Psychology, The University Box 870348, Department of Psychology, The University of Alabamaof Alabama

Tuscaloosa, AL 35487Tuscaloosa, AL 35487205205--348348--7678; 7678; [email protected]@gp.as.ua.edu

Slides Slides vertaaldvertaald van van uiteenzettinguiteenzetting tete Gent, 9/02Gent, 9/02

9090

Het verloop van agressief gedrag doorheen de ontwikkeling?Het verloop van agressief gedrag doorheen de ontwikkeling?

05

1015

2025

3035

4045

%

2 3 4 5 6 7 8 9 10 11AGE (years)

GirlsBoys

•• De De frequentie frequentie van fysieke van fysieke agressie agressie daalt continu daalt continu tussen 2 en tussen 2 en 12 jaar12 jaar

•• (Tremblay & (Tremblay & LeMarquandLeMarquand, , 2001)2001)

9191

Vormt agressief gedrag doorheen de ontwikkeling een stabiel Vormt agressief gedrag doorheen de ontwikkeling een stabiel gedrag?gedrag?

00.5

11.5

22.5

33.5

44.5

5

6 10 11 12 13 14 15

Age

Agg

ress

ion

Chronic Hi Desist Mod Desist Low •• De subgroep De subgroep van van chronisch chronisch agressieve agressieve jongeren jongeren vormt de vormt de grootste grootste risicogroep risicogroep in de in de adolescentieadolescentie((NaginNagin & & Tremblay, Tremblay, 1999)1999)

9292

Agressief gedrag als voorspeller van latere Agressief gedrag als voorspeller van latere problemen:problemen:

•• Schools falen en Schools falen en problemen op schoolproblemen op school

•• DruggebruikDruggebruik•• DelinquentieDelinquentie

020406080

100

6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18

Cumulative Age of Onset of Serious Delinquency (Loeber & Farrington, 1998)

Perc

ent

9393

•• De De meetgegevensmeetgegevens verkregenverkregen van van moedersmoeders in in verbandverband met met ““moeilijkmoeilijk hanteerbaarhanteerbaar gedraggedrag”” op op de de leeftijdleeftijd van van 3 3 jaarjaar en en gedragsproblemengedragsproblemenop de op de leeftijdleeftijd van 5 van 5 jaarjaar voorspellenvoorspellen antsociaalantsociaalgedraggedrag op op eeneen leeftijdleeftijd van 9van 9--13 13 jaarjaar (White, Moffitt, (White, Moffitt, et al, 1990)et al, 1990)

•• Door Door oudersouders gemetengemeten agressiefagressief gedraggedrag op de op de leeftijdleeftijd van 4 van 4 jaarjaar voorspeltvoorspelt gexternaliseerdegexternaliseerdegedragsproblemengedragsproblemen op 11 (r=.42) op 11 (r=.42) (Hay, 2002)(Hay, 2002)

Agressief gedrag als voorspeller Agressief gedrag als voorspeller van latere problemen:van latere problemen:

9494

SekseSekse--verschillenverschillen??

•• Meisjes bereiken niet zoMeisjes bereiken niet zo’’n hoog niveau en n hoog niveau en dalen sneller wat agressie betreft.dalen sneller wat agressie betreft.

•• ScreeningScreening in de klas geeft voor in de klas geeft voor kleuterschool kinderen een 2:1 kleuterschool kinderen een 2:1 verhouding jongens verhouding jongens -- meisjesmeisjes( Conduct Problems ( Conduct Problems Prevention Research Group, 1999; Prevention Research Group, 1999; LochmanLochman & Wells, in press& Wells, in press--b)b)

De De practicepractice parameters spreken parameters spreken afhankelijk van de leeftijdscategorie van afhankelijk van de leeftijdscategorie van een 5:1 of 3,4:1 verhoudingeen 5:1 of 3,4:1 verhouding

9595

Biologische & temperamentfactoren:Biologische & temperamentfactoren:•• Voor kinderen (niet voor adolescenten Voor kinderen (niet voor adolescenten –– zie zie

bijkomende groep van late starters) blijkt er bijkomende groep van late starters) blijkt er een erfelijke factor te zijn. een erfelijke factor te zijn. (e.g. (e.g. EleyEley, Lichtenstein & , Lichtenstein & Stevenson, 1999Stevenson, 1999

•• Alcoholproblemen en ondervoeding tijdens de Alcoholproblemen en ondervoeding tijdens de zwangerschap en geboortecomplicaties hebben zwangerschap en geboortecomplicaties hebben een effect. een effect. (Brennan et al, 1999; Delaney(Brennan et al, 1999; Delaney--Black, 2000; Kelly Black, 2000; Kelly et al, 2000), (et al, 2000), (RasanenRasanen et al, 1999), (et al, 1999), (ArseneaultArseneault et al, in press; et al, in press; RaineRaine et al, 1997)et al, 1997)

•• Er is een onderprikkeling van het autonoom Er is een onderprikkeling van het autonoom zenuwstelsel (trage hartslag en huidgeleiding); zenuwstelsel (trage hartslag en huidgeleiding); deze is geassocieerd met een ontremd deze is geassocieerd met een ontremd temperament. temperament. ((RaineRaine, 2002), (Phillips, , 2002), (Phillips, LochmanLochman, Barth, Craven & , Barth, Craven & Wells, 2002)Wells, 2002)

9696

•• HormonaalHormonaal:: Hogere hoeveelheid testosteron (alleen in Hogere hoeveelheid testosteron (alleen in adolescentie) en hogere adolescentie) en hogere cortisolcortisol hoeveelheden reactief hoeveelheden reactief op een provocatie zijn met meer gewelddadig gedrag op een provocatie zijn met meer gewelddadig gedrag verbonden, in gezinnen met lage SES en hoog misbuik. verbonden, in gezinnen met lage SES en hoog misbuik. Deze bevindingen steunen het Deze bevindingen steunen het diathesisdiathesis--stressmodelstressmodelvan Marvin van Marvin ZuckermanZuckerman. . ((DabbsDabbs & Morris, 1990; & Morris, 1990; ScarpaScarpa et al, 1999) et al, 1999)

•• NeuroNeuro--psychologischpsychologisch: Laag IQ (vooral verbaal) is : Laag IQ (vooral verbaal) is voorspeller CD. Verder zijn er slechtere executieve voorspeller CD. Verder zijn er slechtere executieve functies (aandacht, geheugen, remkracht, functies (aandacht, geheugen, remkracht, besluitvorming en planning) besluitvorming en planning) (e.g., (e.g., CaspiCaspi & Moffitt, 1995)& Moffitt, 1995)

Biologische & Biologische & temperamentfactoren:temperamentfactoren:

9797

•• Neurotransmitters:Neurotransmitters:Geweldplegers hebben lage Geweldplegers hebben lage hoeveelheid serotonine hoeveelheid serotonine ((KreusiKreusi et al, et al,

19971997). Jongens die een gen ). Jongens die een gen hadden dat slechts weinig hadden dat slechts weinig MAOA afscheidt tonen MAOA afscheidt tonen gewelddadiger gedrag gewelddadiger gedrag alleen alleen wanneer ze geprovoceerd wanneer ze geprovoceerd wordenworden. . MonoamineMonoamine oxidase A oxidase A moet een teveel aan moet een teveel aan neurotransittorsneurotransittors afbreken.afbreken.Dit ondersteunt ook het Dit ondersteunt ook het diathesisdiathesis--stressmodelstressmodel((CaspiCaspi et al, 2002).et al, 2002).

-0,4-0,2

00,20,40,60,8

11,2

Childhood Maltreatment

Ant

isoc

ialC

ompo

site

Hi MAOA Lo MAOA

None Probable Severe

Biologische & Biologische & temperamentfactoren:temperamentfactoren:

9898

•• TemperamentTemperament: Kinderen welke op 6 maanden een : Kinderen welke op 6 maanden een moeilijk temperament hebben, vertonen (rapportage moeilijk temperament hebben, vertonen (rapportage door moeder) later meer gedragsproblemen door moeder) later meer gedragsproblemen ((BatesBates et al, 1991)et al, 1991) ..

•• DiathesisDiathesis--stressmodelstressmodel: moeilijke kinderen lopen meer : moeilijke kinderen lopen meer het risico op Cd wanneer dit in combinatie valt met het risico op Cd wanneer dit in combinatie valt met slechte ouderlijke vaardigheden.slechte ouderlijke vaardigheden.

•• Verbanden tussen agressie en biologische factoren als Verbanden tussen agressie en biologische factoren als arousalarousal, hormonen en neurotransmitters gelden in de , hormonen en neurotransmitters gelden in de twee richtingen (m.a.w. bepaalde slapende biologische twee richtingen (m.a.w. bepaalde slapende biologische factoren worden maar geactiveerd in een bepaalde factoren worden maar geactiveerd in een bepaalde omgeving omgeving –– cfcf CaspiCaspi).).

Biologische & Biologische & temperamentfactoren:temperamentfactoren:

9999

Buurt & Buurt & PeersPeers::

•• Buurtvariabelen als criminaliteit en sociale Buurtvariabelen als criminaliteit en sociale cohesie voorspellen gedragsproblemen bij cohesie voorspellen gedragsproblemen bij kinderen kinderen ((MajumderMajumder, Moss & , Moss & MurrelleMurrelle, 1998; , 1998; MaughanMaughan, 2001) , 2001)

•• De relatie is rechtstreeks en onrechtstreeks De relatie is rechtstreeks en onrechtstreeks (Gorman(Gorman--Smith & Smith & TolanTolan, 1998; Lynch & , 1998; Lynch & CicchettiCicchetti, 1998), 1998)

•• Verwerping door Verwerping door peerspeers is een voorspeller van is een voorspeller van delinquentie, schools mislukken, internaliserende delinquentie, schools mislukken, internaliserende problemen, adolescentie zwangerschap en problemen, adolescentie zwangerschap en druggebruik. De kans op integratie in en druggebruik. De kans op integratie in en deviante groep stijgt. Dit is op zichzelf een deviante groep stijgt. Dit is op zichzelf een bijkomende risicofactor.bijkomende risicofactor.

100100

Peer context:Peer context:

0

0,5

1

1,5

Peer-rated Aggression

InflatorAccurate RejectedDeflatorAccurate Accepted

• Verworpen kinderen die hun positie overschatten zijn een kwetsbare groep voor de ontwikkeling van agressie.

•Figuur toont inschatting van de agressie door peers in 5de graad (Pardini, Barry, Barth, Lochman & Wells, 2002)

101101

LochmanLochman vervolgt:vervolgt:

•• Naast de biologische (genetisch, Naast de biologische (genetisch, hormonale),temperament, buurt en peer hormonale),temperament, buurt en peer factoren zijn er factoren zijn er sociaal en cognitieve sociaal en cognitieve processen en emotieregulatieprocessen en emotieregulatie die later die later ontwikkelen.ontwikkelen.

•• Vanaf 3 jaar ontstaan de 3 belangrijkste Vanaf 3 jaar ontstaan de 3 belangrijkste factoren voor zelf regulatie:factoren voor zelf regulatie:

•• Ontwikkeling van gedragscontrole.Ontwikkeling van gedragscontrole.•• Ontwikkeling van inlevingsvermogenOntwikkeling van inlevingsvermogen•• Beheersen van negatieve emotie.Beheersen van negatieve emotie.

102102

Kenneth A. Kenneth A. DodgeDodge

Reactieve en proactieve agressie

103103

ReactieveReactieve & & ProactieveProactieve AgressieAgressie(Dodge & (Dodge & CoieCoie, 1987; Dodge, Lochman, , 1987; Dodge, Lochman, HarnishHarnish, Bates & Pettit, 1997; Lochman & Wells, 1999), Bates & Pettit, 1997; Lochman & Wells, 1999)

•• ReactieveReactieve Agressie:Agressie:CoderingsfoutenCoderingsfoutenVijandige attributieVijandige attributieLagere sociale en Lagere sociale en algemene competentiealgemene competentieMeer bedroefd en triestigMeer bedroefd en triestigMeer wreed en niet Meer wreed en niet betrokken ouderschapbetrokken ouderschapGeweld in de buurtGeweld in de buurt

•• Proactieve Agressie:Proactieve Agressie:Verwachting dat agressie Verwachting dat agressie zal lonenzal lonenLaag angstgevoelLaag angstgevoelCognitieve deregulatie Cognitieve deregulatie ––weinig bekommernis voor weinig bekommernis voor lange termijn gevolgen en lange termijn gevolgen en doelendoelenBetrokken bij Betrokken bij peerspeers die die afwijkend gedrag goed afwijkend gedrag goed keurenkeuren

104104

DodgeDodge over over agressieagressie::

I. Agressieve kinderen in complexe situaties zijn meer geneigd om anderen vijandige gevoelens toe te kennen. Ze zullen zich ook meer vijandige elementen herinneren dan anderen.

II. Agressieve jongeren zien meer informatie over het hoofd. Ze zijn meer geneigd om interpretatiefouten te maken.

III. Ze bedenken minder oplossingen dan anderen. De oplossingen zijn ook agressiever van aard

IV. Hun gedrag werkt afwijzing en isolatie in de hand wat op zich een reden is tot meer agressieve interpretaties en gedrag

We merken drie niveaus van informatieverwerking: waarnemen en interpreteren (1) oplossingen bedenken en tegen elkaar afwegen (2) en het uitvoeren van een antwoord (3)

105105

Crick & Crick & DodgeDodge cfcf Merlevede e.a.:Merlevede e.a.:

106106

LochmanLochman

SamengevatSamengevat

107107

Geweldplegers lage hoeveelheid Geweldplegers lage hoeveelheid SerotineSerotineBij provocatie minder Bij provocatie minder MonoamineMonoamineoxidase A moet een teveel aan oxidase A moet een teveel aan neurotransmittorsneurotransmittors afbrekenafbreken

NeurotransmittorNeurotransmittor

Lager verbaal IQ, stoornis executieve Lager verbaal IQ, stoornis executieve functies, VIM,BIS/BASfuncties, VIM,BIS/BAS

NeuropsychologischNeuropsychologisch

Meer testosteron (in adolescentie)Meer testosteron (in adolescentie)Meer Meer CortisolCortisol na provocatie (alleen bij na provocatie (alleen bij gezinnen met lage gezinnen met lage SESSES) ) cfcf diathesediathese--stressmodelstressmodel

HormonaalHormonaal

Onderprikkeling Autonoom Onderprikkeling Autonoom zenuwstelsel in combinatie met zenuwstelsel in combinatie met ontremd temperamentontremd temperament

Alcoholprobleem ouders, Alcoholprobleem ouders, ondervoeding, geboortecomplicatiesondervoeding, geboortecomplicaties

Bij vroege starters erfelijke factorBij vroege starters erfelijke factorErfelijk /PerinataalErfelijk /Perinataal

108108

Emotioneel kwetsbaarEmotioneel kwetsbaarChildChild modesmodes

EmotieEmotie

Gestuwd gedragGestuwd gedragReactieveReactieve en proactieve agressieen proactieve agressie

GedragGedrag

InterpretatiefoutenInterpretatiefoutenExterne attributieExterne attributie

CognitieCognitie

Woede modelWoede modelZwakke opvoedingsvaardigheden Zwakke opvoedingsvaardigheden (Patterson)(Patterson)Dwinggedrag (Dwinggedrag (PrinziePrinzie))Emotionele diskwalificatieEmotionele diskwalificatie

GezinsGezins & opvoedingsvariabelen& opvoedingsvariabelen

Onveilige buurt en lage sociale Onveilige buurt en lage sociale cohesiecohesieVerwerping door Verwerping door peerspeers (= (= voorspeller)voorspeller)

Buurt en Buurt en peerspeers

109109

•• Agressief gedrag is verbonden met woede.Agressief gedrag is verbonden met woede.•• Woede wordt versterkt door slechte ouderlijke Woede wordt versterkt door slechte ouderlijke

vaardigheden (te sterke discipline of vermijdend vaardigheden (te sterke discipline of vermijdend gedrag).gedrag).

•• Blootstelling aan een woedemodel verhoogt het Blootstelling aan een woedemodel verhoogt het optreden van woede.optreden van woede.

•• Taal is belangrijk in het leren beheersen van woede.Taal is belangrijk in het leren beheersen van woede.•• Proactieve agressieProactieve agressie: vrijwillige, berekende woede, : vrijwillige, berekende woede,

welke uren en dagen kan aanhouden. welke uren en dagen kan aanhouden. ReactieveReactieveagressieagressie: gaat gepaard met fysiologische : gaat gepaard met fysiologische arousalarousal en en kan enkele minuten duren.kan enkele minuten duren.

LochmanLochman vervolgt:vervolgt:

110110

Paul Paul FrickFrick

CallousCallous--unemotionalunemotional type type Subtype Subtype childhoodchildhood onsetonset CDCD

111111

4 succesvolle therapie4 succesvolle therapieëënn

•• ProgrammaProgramma’’s werkend via contingentie s werkend via contingentie managementmanagement

•• Ouderlijke vaardigheidstrainingOuderlijke vaardigheidstraining•• Cognitief gedragsmatige Cognitief gedragsmatige

vaardigheidstrainingvaardigheidstraining•• Medicatie (Medicatie (rilatinerilatine voor ADHD groep)voor ADHD groep)

112112

113113

Belangrijke beperkingenBelangrijke beperkingen

•• Grote groep kinderen met CD normaliseert nietGrote groep kinderen met CD normaliseert niet•• Vooral vVooral vóóóór de leeftijd van 8 jaar zijn er r de leeftijd van 8 jaar zijn er

efficiefficiëënte interventies. Voor oudere jongeren nte interventies. Voor oudere jongeren moeten er betere interventies ontwikkeld moeten er betere interventies ontwikkeld wordenworden

•• De De transfer transfer van het behandelingseffect over van het behandelingseffect over verschillende contexten van functioneren is verschillende contexten van functioneren is eerder geringeerder gering

•• De behandelingseffecten zijn over tijd niet altijd De behandelingseffecten zijn over tijd niet altijd stabielstabiel

114114

Interessant spoor:Interessant spoor:

Ontwikkelingspaden binnen Ontwikkelingspaden binnen childhoodchildhood onsetonset

Psychopathie als begrip bij jongerenPsychopathie als begrip bij jongeren

115115

116116

BedenkingBedenking

•• Het primair impulsieve type lijkt deels te overlappen met Het primair impulsieve type lijkt deels te overlappen met het concept van het concept van emotionele kwetsbaarheidemotionele kwetsbaarheid dat vervat zit dat vervat zit in de groep van de kinderen met in de groep van de kinderen met reactievereactievehechtingstoornishechtingstoornis--borderlineborderline structuur (zie verder)structuur (zie verder)

•• In de In de callouscallous--unemotionalunemotional groep vinden we dan weer groep vinden we dan weer aspecten van de groep die aspecten van de groep die thrillthrill zuchtig is en aansluit bij zuchtig is en aansluit bij de theorie van Quay (zie verder)de theorie van Quay (zie verder)

•• FrickFrick pleit wel sterk om causale en instandhoudende pleit wel sterk om causale en instandhoudende mechanismen in kaart te brengen omdat ze een mechanismen in kaart te brengen omdat ze een duidelijke relatie tonen met succesvolle behandelingduidelijke relatie tonen met succesvolle behandeling

117117

• Onderzoek over het pad dat via ODD over CD tot een antisociale persoonlijkheidsstoornis loopt.

• Verwijst naar Frick en Hare die de APSD ontwikkelden(Antisocial Process Screening Device).

• Men vond via factoranalyse twee dimensies waarop jongerenkunnen gesitueerd worden: Impulsiviteit engedragsproblemen (I/CP) aan de ene kant en kilheid enemotionele vervlakking anderzijds (CU). Later vond men driedimensies. Narcisme werd nog toegevoegd.

• De jongeren met levenslange gedragsproblemen kon menonderverdelen in twee groepen: (1) Gedragsproblemen enkilheid en (2) Gedragsproblemen zonder meer.

BijttebierBijttebier over over FrickFrick

118118

(1) Gedragsproblemen en kilheid. (1) Gedragsproblemen en kilheid. •• Deze groep is sensatiezoekend, minder gevoelig voor Deze groep is sensatiezoekend, minder gevoelig voor

straf dan voor beloning en heeft een verminderde straf dan voor beloning en heeft een verminderde reactiviteit ten aanzien van bedreigende of emotionele reactiviteit ten aanzien van bedreigende of emotionele prikkels.prikkels.

•• Ontwikkelingshypothese Ontwikkelingshypothese BijttebierBijttebier: Voor de eerste groep : Voor de eerste groep is er een temperamentgebonden lage reactiviteit. De is er een temperamentgebonden lage reactiviteit. De voorlopers van empathie worden daarop gemist; hierbij voorlopers van empathie worden daarop gemist; hierbij komt de hoge afhankelijkheid van beloning als komt de hoge afhankelijkheid van beloning als motivatormotivator. Voorgaande factoren leiden tot tekorten op . Voorgaande factoren leiden tot tekorten op affectief en interpersoonlijk vlak en geven proactieve affectief en interpersoonlijk vlak en geven proactieve agressie agressie

119119

(2) Gedragsproblemen zonder meer(2) Gedragsproblemen zonder meer

•• Deze groep daarentegen heeft een hoge emotionele Deze groep daarentegen heeft een hoge emotionele reactiviteit, een reactiviteit, een hostielehostiele interpretatiebias (interpreteren interpretatiebias (interpreteren wat om hen gebeurt als vijandig en tegen hen bedoeld). wat om hen gebeurt als vijandig en tegen hen bedoeld). Bij deze groep is er ook een verband te vinden met Bij deze groep is er ook een verband te vinden met zwakke opvoedingspraktijken en een verminderde zwakke opvoedingspraktijken en een verminderde verbale intelligentie. verbale intelligentie.

•• BijttebierBijttebier geeft hier als ontwikkelingshypothese: Het geeft hier als ontwikkelingshypothese: Het verhaal begint anders verhaal begint anders nlnl. met een hoge emotionele . met een hoge emotionele reactiviteit, gecombineerd met zwakke reactiviteit, gecombineerd met zwakke opvoedingsstrategieopvoedingsstrategieëën en het al vermelde deficit bij de n en het al vermelde deficit bij de verbale intelligentie. Hierop volgt een gebrekkige verbale intelligentie. Hierop volgt een gebrekkige emotieregulatie. Dit geeft ongeplande woede emotieregulatie. Dit geeft ongeplande woede uitbarstingen en uitbarstingen en reactievereactieve agressie.agressie.

120120

Verder uitdieping van het Verder uitdieping van het begrip psychopathiebegrip psychopathie

CfrCfr. Paul . Paul FrickFrick en Robert Hareen Robert Hare

121121

J.DasJ.Das e.a. Term psychopathie?e.a. Term psychopathie?

•• Mag volgens DSM niet voor 18de jaar Mag volgens DSM niet voor 18de jaar gesteld wordengesteld worden

•• Opletten voor pejoratieve Opletten voor pejoratieve labelinglabeling van van groep jongerengroep jongeren

•• Opletten voor valse positieven: Opletten voor valse positieven: ““ontbreken ontbreken van doelen op lange termijnvan doelen op lange termijn”” typisch voor typisch voor vele adolescentenvele adolescenten

122122

J.DasJ.Das e.a. Term psychopathie?e.a. Term psychopathie?

•• Maar er is een psychopathische subgroep Maar er is een psychopathische subgroep te diagnosticeren binnen de anti sociale te diagnosticeren binnen de anti sociale jongerengroep jongerengroep

•• Geeft kans op meer adequate aanpakGeeft kans op meer adequate aanpak•• Conclusie: eerder spreken van Conclusie: eerder spreken van

psychopathische trekken of nog beter psychopathische trekken of nog beter hoge scores op diagnostische hoge scores op diagnostische instrumenteninstrumenten

123123

FrickFrick nog wat meer uitgewerkt:nog wat meer uitgewerkt:

•• Stadium 1: Stadium 1: OveractiveringOveractivering BAS geeft opzoeken risicovolle BAS geeft opzoeken risicovolle activiteiten en geen uitstel behoeftebevrediging: activiteiten en geen uitstel behoeftebevrediging: verklaart gedragscomponent bij CD en ASP. verklaart gedragscomponent bij CD en ASP. Onderactivering BISOnderactivering BISèèonderactivering autonoom onderactivering autonoom zenuwstelsel zenuwstelsel èèminder vrees & minder gevoelig voor minder vrees & minder gevoelig voor strafstraf

•• Stadium 2: Vanuit opzoeken beloning en niet gevoelig Stadium 2: Vanuit opzoeken beloning en niet gevoelig voor straf wordt interpersoonlijke stijl ontwikkeld die voor straf wordt interpersoonlijke stijl ontwikkeld die negatieve effecten van eigen gedrag op anderen negeertnegatieve effecten van eigen gedrag op anderen negeert

•• Stadium 3: emotieloze trekken vormen ernstig gevaar Stadium 3: emotieloze trekken vormen ernstig gevaar voor ontwikkelen ernstig gewelddadig gedrag.voor ontwikkelen ernstig gewelddadig gedrag.

124124

Terzijde :QuayTerzijde :Quay

Biologische structurenBiologische structurenBIS/BAS hypothese (BIS/BAS hypothese (GrayGray))

125125

Quay onderscheidt in de hersenen drie structuren: • een systeem dat reageert op de ongeconditioneerde prikkels als pijn en straf • een gedragsactiverend systeem dat antwoordt op geconditioneerde prikkels voor beloning, vermijden en uitblijven van straf• een systeem dat een inhiberende functie heeft. Dit systeem reageert op geconditioneerde prikkels samenhangend met straf en het uitblijven van beloning, alsook op de nieuwheid van een situatie.

Bij ADHD jongeren is er een tekort aan remkracht vanuit het inhiberend systeem. Bij conduct disorder kinderen is er bovendien een overactiviteit van het activeringssysteem dat zich richt op het opzoeken van beloningen. Zelfs al leidt de beloning tot straf op iets langere termijn, dan nog zal er actief opzoeken zijn.

126126

Vervolg psychopathieVervolg psychopathie

•• ForthForth ((’’90)e.a. Alle jongeren met een 90)e.a. Alle jongeren met een hoge psychopathiescore voldoen aan de hoge psychopathiescore voldoen aan de diagnose CD, maar slechts 30% met Cd diagnose CD, maar slechts 30% met Cd voldoen ook aan diagnose psychopathie.voldoen ook aan diagnose psychopathie.

•• ColledgeColledge & & BairBair ((‘‘01) vonden een 01) vonden een significante correlatie waar het significante correlatie waar het hethet aspect aspect impulsiefimpulsief--hyperactiefhyperactief betreft.betreft.

127127

Psychopathie Checklist: Jeugd Psychopathie Checklist: Jeugd versie PCL/versie PCL/JVJV) ) forthforth, , KossonKosson & hare & hare 20032003•• Voor jeugdigen van 11 tot 18 jaar20 itemsVoor jeugdigen van 11 tot 18 jaar20 items•• Score 0 (afwezig); 1 (tot op zeker hoogte Score 0 (afwezig); 1 (tot op zeker hoogte

van toepassing); 2 (van toepassing)van toepassing); 2 (van toepassing)•• CuttCutt offscoreoffscore van 30van 30•• Men vindt met deze lijst in instellingen Men vindt met deze lijst in instellingen

twee groepen met hoge PP score: een twee groepen met hoge PP score: een gewelddadige groep en een gewelddadige groep en een (schijn)aangepaste groep(schijn)aangepaste groep

128128

129129

AntisocialAntisocial ProcessProcess ScreeningScreening DeviceDevice((APSDAPSD) ) FrickFrick & Hare& Hare•• Kinderen jonger dan 12 jaarKinderen jonger dan 12 jaar•• 20 items , Score 0,1,220 items , Score 0,1,2•• In te vullen door leerkracht en oudersIn te vullen door leerkracht en ouders•• AntisocialAntisocial processprocess verwijst naar een breder begrip dan psychopathie verwijst naar een breder begrip dan psychopathie

alleenalleen•• Factoranalyse op een groep van 6Factoranalyse op een groep van 6--13 jarigen geeft ook weer 13 jarigen geeft ook weer

callousnesscallousness and and unemotionalityunemotionality (CU) naast factor (CU) naast factor impulsivityimpulsivity and and conductconduct problemsproblems (I/C)(I/C)

•• Kinderen met hogere score hebben hogere (verbale) intelligentie Kinderen met hogere score hebben hogere (verbale) intelligentie dan kinderen met CD, tonen een groter & gevarieerder pallet aan dan kinderen met CD, tonen een groter & gevarieerder pallet aan symptomen binnen de CDsymptomen binnen de CD

•• Emotieloze trekken komen alleen voor bij de Emotieloze trekken komen alleen voor bij de chilhoodchilhood onsetonset groep groep (die vaker doorzet in volwassenheid)(die vaker doorzet in volwassenheid)

130130

131131

YouthYouth PsychopathicPsychopathic TraitsTraitsInventoryInventory ((YPIYPI) ) AndershedAndershed, , KerrKerr, Stattin & , Stattin & LevanderLevander 20012001

•• ZelfrapportagelijstZelfrapportagelijst met 50 items. Items zo met 50 items. Items zo opgesteld dat ze wenselijk of nastreefbaar zijn opgesteld dat ze wenselijk of nastreefbaar zijn (gaat in tegen sociaal wenselijke antwoorden)(gaat in tegen sociaal wenselijke antwoorden)

•• Onderzoek (Onderzoek (normaleradolescentennormaleradolescenten, + 16 , + 16 jaar)levert ook weer 3 factoren:jaar)levert ook weer 3 factoren:–– Grandioos manipulatieve interpersoonlijke stijlGrandioos manipulatieve interpersoonlijke stijl–– Kilheid en oppervlakkige emotiesKilheid en oppervlakkige emoties–– Impulsieve en onverantwoorde levensstijlImpulsieve en onverantwoorde levensstijlKomt overeen Komt overeen mermer PCLPCL--RR

132132

133133

Gerald D. PattersonGerald D. Patterson

OpvoedingsvaardighedenOpvoedingsvaardigheden

http://www.oslc.org/

134134

CoCoëërciercieveve interactieinteractiepas 1: moeder dringt op pas 1: moeder dringt op ‘‘aversieveaversieve’’ manier binnen in de activiteit van het kindmanier binnen in de activiteit van het kindpas 2: het kind gaat in de tegenaanvalpas 2: het kind gaat in de tegenaanvalpas 3pas 3: moeder stopt met berispen : moeder stopt met berispen pas 4: het kind staakt de tegenaanvalpas 4: het kind staakt de tegenaanval

Cf. Peter Cf. Peter PrinziePrinzie

Vb. Film PaulVb. Film Paul

Centraal begrip is dwinggedragCentraal begrip is dwinggedrag

135135

Gerald PattersonGerald Patterson•• Hij vond een relatie tussen het ontstaan van Hij vond een relatie tussen het ontstaan van

antisociaal gedrag en een gebrek aan antisociaal gedrag en een gebrek aan monitoringmonitoringen disciplinering. en disciplinering. Dus moeten we ook de ouderlijke Dus moeten we ook de ouderlijke factor voldoende in kaart brengenfactor voldoende in kaart brengen

•• Dus moeten we ook de ouderlijke factor voldoende Dus moeten we ook de ouderlijke factor voldoende in kaart brengenin kaart brengen

•• Vermoedelijk zullen de positieve vaardigheden Vermoedelijk zullen de positieve vaardigheden (betrokkenheid, interpersoonlijk probleem (betrokkenheid, interpersoonlijk probleem oplossen en bekrachtigen) wel een gunstig effect oplossen en bekrachtigen) wel een gunstig effect hebben op het zelfbeeld en zo onrechtstreeks op hebben op het zelfbeeld en zo onrechtstreeks op het afremmen van negatief gedrag. Dit zou echter het afremmen van negatief gedrag. Dit zou echter een trager werkend mechanisme kunnen zijn.een trager werkend mechanisme kunnen zijn.

136136

Model Model BelskyBelsky cf. Els Merlevede e.a.cf. Els Merlevede e.a.

137137

Therapie bestaat uit:Therapie bestaat uit:•• Zelfbeeld / CognitiesZelfbeeld / Cognities•• RolnemingRolneming•• Sociale vaardighedenSociale vaardigheden•• ProblemProblem solvingsolving•• Ouderlijke vaardighedenOuderlijke vaardigheden•• Impulsbeheersing / relaxatieImpulsbeheersing / relaxatie•• OmgevingscontroleOmgevingscontrole•• RelapseRelapse preventionprevention

Dus zijn dit aspecten die diagnostisch Dus zijn dit aspecten die diagnostisch verkend moeten wordenverkend moeten worden

138138

Plezier in geweld?Plezier in geweld?

Niet zoveel voorkomendNiet zoveel voorkomendBaumeisterBaumeister & Campbell& Campbell

Als agressie sadisme wordtAls agressie sadisme wordt

139139

StudieStudie

•• Gevallen van individueel geweld dus niet Gevallen van individueel geweld dus niet van collectief geweld dat maatschappelijk van collectief geweld dat maatschappelijk georganiseerd wordt: georganiseerd wordt: cfrcfr. oorlogen. oorlogen

•• Drie soorten geweldDrie soorten geweld–– Sadistisch plezierSadistisch plezier–– Verveling in combinatie met Verveling in combinatie met thrillzuchtthrillzucht–– Krenking sterk egotisme, gevolgd door wraak Krenking sterk egotisme, gevolgd door wraak

naar belediger.naar belediger.

140140

SadismeSadisme

•• Een aantal daders lijkt erin te slagen hun oorspronkelijke walgEen aantal daders lijkt erin te slagen hun oorspronkelijke walging te ing te overstijgen en plezier te beleven aan de pijniging van anderen. overstijgen en plezier te beleven aan de pijniging van anderen.

•• Om dit verschijnsel te verklaren wordt beroep gedaan op de Om dit verschijnsel te verklaren wordt beroep gedaan op de opponent opponent processprocess theorie (theorie (SolomonSolomon). Bij het pijnigen van anderen ). Bij het pijnigen van anderen ontstaan eerst negatieve lichamelijke ervaring zoals misselijkheontstaan eerst negatieve lichamelijke ervaring zoals misselijkheid en id en walging (A curve). Ons lichaam heeft de eigenschap om walging (A curve). Ons lichaam heeft de eigenschap om activatieactivatie die die ver afwijkt van het gemiddelde te neutraliseren door het op gangver afwijkt van het gemiddelde te neutraliseren door het op gangbrengen van een tegenovergesteld antagonistisch proces (B curve)brengen van een tegenovergesteld antagonistisch proces (B curve). . Naarmate het proces zich herhaalt zal de Naarmate het proces zich herhaalt zal de AA--curvecurve geleidelijk in geleidelijk in kracht afnemen. Het kracht afnemen. Het BB--gevoelgevoel (de kick) wordt dominant. Men merkt (de kick) wordt dominant. Men merkt dat sommige daders over gaan tot het uitvoeren van steeds dat sommige daders over gaan tot het uitvoeren van steeds gewelddadiger gedrag om de gewelddadiger gedrag om de BB--curvecurve te versterken. Eens de A te versterken. Eens de A curve immers aan effect verliest (door gewenning), zal de curve immers aan effect verliest (door gewenning), zal de BB--curvecurveniet meer toenemen. niet meer toenemen.

141141

http://www.dushkin.com

142142

SadismeSadisme

•• Op de vraag waarom dan niet iedereen in Op de vraag waarom dan niet iedereen in deze spiraal meegetrokken wordt is het deze spiraal meegetrokken wordt is het antwoord dubbel: antwoord dubbel: –– enerzijds blijkt schuldgevoel een enerzijds blijkt schuldgevoel een protectieveprotectieve

factor die mensen weerhoudt om over te factor die mensen weerhoudt om over te gaan tot beschadigend gedrag. gaan tot beschadigend gedrag.

–– anderzijds blijkt slachtofferempathie een anderzijds blijkt slachtofferempathie een tweede beschermende factor. tweede beschermende factor.

143143

Verveling & Verveling & ThrilzzuchtThrilzzucht•• Verveling leidt bij mensen Verveling leidt bij mensen

–– met weinig zelfcontrole met weinig zelfcontrole –– en een hoge impulsiviteiten een hoge impulsiviteittot tot actingacting out gedrag, out gedrag, thrillthrill zoekend gedrag.zoekend gedrag.

•• Opgemerkt wordt dat de gevolgen voor de slachtoffers vaak veel Opgemerkt wordt dat de gevolgen voor de slachtoffers vaak veel groter zijn dan het hen toegewenst leed door de daders. groter zijn dan het hen toegewenst leed door de daders.

•• Meestal zal in de ogen van een objectief toeschouwer het slachtoMeestal zal in de ogen van een objectief toeschouwer het slachtoffer ffer veel meer verliezen dan de dader lijkt te winnen. De daders zijnveel meer verliezen dan de dader lijkt te winnen. De daders zijnvaak blind voor de gevolgen voor de slachtoffers. Gevolgen zijn vaak blind voor de gevolgen voor de slachtoffers. Gevolgen zijn wel wel vaker het resultaat van vaker het resultaat van uit de hand gelopen situatiesuit de hand gelopen situaties (bijvoorbeeld (bijvoorbeeld een verkeersslachtoffer ten gevolge van dronken een verkeersslachtoffer ten gevolge van dronken joyjoy ridingriding door door jongeren). De buitenstaander heeft de neiging om de inschatting jongeren). De buitenstaander heeft de neiging om de inschatting te te maken vanuit het perspectief van het slachtoffer eerder dan vanumaken vanuit het perspectief van het slachtoffer eerder dan vanuit it de dader.de dader.

•• Met het voorgaande willen we niet insinueren dat het intentioneeMet het voorgaande willen we niet insinueren dat het intentioneel l geweld bij deze vorm altijd laag ligt. geweld bij deze vorm altijd laag ligt. BaumeisterBaumeister vertelt het verhaal vertelt het verhaal van jongeren die lukraak van jongeren die lukraak pizzapizza--leveranciersleveranciers naar een bepaalde plek naar een bepaalde plek lokten om ze dan neer te schieten.lokten om ze dan neer te schieten.

144144

Krenking zelfbeeldKrenking zelfbeeld

•• Situaties waarbij het zelf van een persoon gekwetst Situaties waarbij het zelf van een persoon gekwetst wordt. wordt.

•• In tegenstelling tot vroegere opvattingen lijkt niet zozeer In tegenstelling tot vroegere opvattingen lijkt niet zozeer het beschamen van iemand met een zwak zelfbeeld een het beschamen van iemand met een zwak zelfbeeld een triggertrigger tot geweld. In experimentele situaties bleken tot geweld. In experimentele situaties bleken vooral mensen met een hoog, maar instabiel (dus vooral mensen met een hoog, maar instabiel (dus kwetsbaar) zelfbeeld te reageren met geweld.kwetsbaar) zelfbeeld te reageren met geweld.

•• Men komt op deze manier bij Men komt op deze manier bij narcismenarcisme uit: personen uit: personen met een hoog zelfbeeld en een hoge aandrang om dit met een hoog zelfbeeld en een hoge aandrang om dit zelfbeeld bevestigd te zien door anderen. zelfbeeld bevestigd te zien door anderen.

145145

IVIV. Het breder proces. Het breder proces

146146

Belangrijk!!Belangrijk!!

•• Iedere interventie kadert in een breder Iedere interventie kadert in een breder expliciteerbaar proces (expliciteerbaar proces (cfrcfr. . AccountibilityAccountibility))

•• Model empirische hulpverleningModel empirische hulpverlening•• Voor eerste fase: model Voor eerste fase: model PameijerPameijer

147147

Wat we bevechten:Wat we bevechten:

Is datgene terug te vinden wat we Is datgene terug te vinden wat we impliciet al veronderstellenimpliciet al veronderstellen

148148

AlternatiefAlternatief

1. INTAKE:Is de casus op de juiste plek ?

2. STRATEGIE:Is onderzoek nodig ?

3. ONDERZOEK:Is advies al duidelijk ?

4. INTEGRATIE- EN INDICATIESTELLING:

- Integratief beeld- Indicatiestelling

5. ADVIES:- Informatieoverdracht en overleg- Opstellen handelings- of verwijzingsplan

Doorverwijzen Is advies al duidelijk?

Fasenmodel voor handelingsgerichte diagnostiekN.K. Pameijer & J.T.E. van Beukering, 1997

Ja Ja

Ja

Ja

Nee Nee

Nee

Nee

149149

ZoektochtZoektocht•• Op zoek naar een model om meervoudig & Op zoek naar een model om meervoudig &

meerlagigmeerlagig probleemgedrag in kaart te brengenprobleemgedrag in kaart te brengen•• In het werk met jongeren en adolescenten was In het werk met jongeren en adolescenten was

er geen kader om identiteit in kaart te brengener geen kader om identiteit in kaart te brengen•• We wensen externe bronnen, cliWe wensen externe bronnen, cliëëntrapportage, ntrapportage,

observaties, testgegevens te integrerenobservaties, testgegevens te integreren•• Hebben oog voor probleemfactoren maar ook Hebben oog voor probleemfactoren maar ook

voor sterke punten en voor sterke punten en protectieveprotectieve elementenelementen(we wensen die ook op te nemen in het (we wensen die ook op te nemen in het functioneel verband)functioneel verband)

150150

Vandaar:Vandaar:

Het uitwerken van 2 conceptenHet uitwerken van 2 conceptenDe GVP (grafische voorstelling profiel)De GVP (grafische voorstelling profiel)

De PS (probleemsamenhang)De PS (probleemsamenhang)

151151

152152

ConcreteConcrete werkwijzewerkwijze•• AanmeldingsklachtAanmeldingsklacht/ / hulpvraaghulpvraag•• EersteEerste PS (PS (sterksterk theoretischtheoretisch en en hypothetischhypothetisch))•• HypothesesenHypothesesen onderzoeksvragenonderzoeksvragen ter ter toetsingtoetsing•• GVP: GVP: InformatieInformatie vertalenvertalen naarnaar eeneen aantalaantal rubriekenrubrieken

–– HulpvraagHulpvraag–– ErfelijkheidErfelijkheid, , medischmedisch, , organischorganisch–– GezinGezin–– CommunicatieveCommunicatieve & Sociale & Sociale vaardighedenvaardigheden–– IdentiteitIdentiteit, , DenkenDenken & & WaardenWaarden

•• PerspectievenPerspectieven persoonsmodelpersoonsmodel VerhoftadtVerhoftadt--DenDenèèveve•• SchemaSchema’’ss

–– GevoelensGevoelens–– GedragGedrag & & CopingCoping–– StressorenStressoren

•• 22dede PS: PS: MeestMeest werkzamewerkzame elementenelementen opgevenopgeven en en verbandenverbandenaangevenaangeven

•• TherapieplanTherapieplan opstellenopstellen–– LogischLogisch afgeleidafgeleid uituit voorgaandevoorgaande analyseanalyse–– HulpvraagHulpvraag verrekenenverrekenen

153153

Grafische voorstelling Grafische voorstelling proflielprofliel

•• Een encyclopedische, gestructureerde Een encyclopedische, gestructureerde weergave van alle weergave van alle clicliëëntgevensntgevens::

→→VolledigVolledig→→ Snel toegankelijkSnel toegankelijk

•• Model verder in te kleuren met theoretische Model verder in te kleuren met theoretische inzichteninzichten

•• HetHet persoonsmodelpersoonsmodel Verhofstadt Verhofstadt laatlaat toetoeom om identiteitidentiteit in in begrijpbarebegrijpbare termentermen in in kaartkaart te te brengenbrengen..

154154

GelijkenisGelijkenis & & VerschilVerschil van PS met van PS met HolistischeHolistischeTheorieTheorie (HT)(HT)

•• BeidenBeiden mikkenmikken op op eeneen grafischoverzichtgrafischoverzicht•• BeidenBeiden zijnzijn in in eeneen zozo concreetconcreet mogelijkemogelijke

clicliëëntnt--taaltaal opgesteldopgesteld. De PS . De PS heeftheeft de de duidelijkeduidelijke betrachtingbetrachting om de om de unicitietunicitiet van van iederieder in in kaartkaart te te brengenbrengen. . VandaarVandaar datdattermentermen alsals negatiefnegatief zelfbeeldzelfbeeld, , depressiedepressie, , sociale sociale angstangst te te vaagvaag wordenworden gevondengevonden..

•• EenEen HT HT hadhad slechtsslechts eeneen 4 4 àà 5 5 vakkenvakken en en richtrichtzichzich hoofdzakelijkhoofdzakelijk op op hethet hedenheden en op en op observeerbaarobserveerbaar/ / concretiseerbaarconcretiseerbaar gedraggedrag. De . De PS kan PS kan verderverder teruggaanteruggaan in de in de tijdtijd ((ziezieverderverder voorbeeldvoorbeeld EvanEvan))

155155

GelijkenisGelijkenis & & VerschilVerschil met met HolistischeHolistische TheorieTheorie(2)(2)

•• In de PS In de PS mogenmogen ookook concreteconcrete gedragsketensgedragsketens opgenomenopgenomenwordenworden alsals datdat hethet beeldbeeld scherperscherper maaktmaakt..

•• VerschilVerschil isis datdat wijwij hethet therapieplantherapieplan ophangenophangen aanaandezedeze schetsschets, , waarwaar in in eeneen HT HT éééénn te te bewerkenbewerkenprobleemprobleem wordtwordt geslecteerdgeslecteerd. Via . Via TopografischeTopografischebeschrijvingbeschrijving en FA en FA komtkomt men dan pas men dan pas tottot eeneentherapieplantherapieplan..

•• ZowelZowel HT HT alsals PS PS wordenworden voortdurendvoortdurend geactualiseerdgeactualiseerd

156156

GVP GVP

RubriekenRubrieken

157157

Z E LF-B E EL D

au to m at i s ch e ge da ch t en

s tr at eg is c he as s u m p t ie s (s a)co n d i tio n el e a ss u m p t i es (c a)

B A S ISSC H E M A ’S (b s )(o u d ers ch em a’ s: m o raal ,i de aal ) -k i n d sc h em a ’s :w eg lat in g en , o n tk en n i n g st u krea l it ei t )/ cf . ch i ld m o d es

ID E AA L

M E T A Z E LF

o nju i st e z on e (o j)

reë el b ew us t (rb )v oo rb ew u st (v b )

o nb ew u s t (o b )

ID E AA L

A LT E R - B E E LD

ID E AA L

PE R S OO N / ID E N T ITE IT = ZIJ N & D E N K E Nm e t in b eg ri p va n no rm en en waa rd en

Erfelijkh eidOrganiciteitS tofwisselingsstoorn is sen(cf. neurotransmittor-balans, vo ed in g)Ontwikkelingss too rnisIntelligentieTemperamen tImpuls iviteitSpanningsbeho efte

GRAFISCHE VOORSTELLING PROFIEL X ° dd/mm/jj -Opname: dd/mm/jj

SOCIALE & COMMUNICATIEVE VAARDIGHEDEN

Concretiseren (ABC),contact leggen (gesprek, iets vragen), reageren opkritiek/woede, eigen kritiek/woede uiten, compliment geven en ontvangen,mening geven, inleven in de ander.Actief luisteren, ik gericht praten, geen verlies methodeOnderscheid inhoud en betrekkingsdisputen, interpuncties.Terugkerende interactiepatronen - Spelsituaties (cf. omslag)

GEVOELENS(kinderen/basisgevoelens : blij, bang, boo s,ver drietig,afkeer, verbazin g)

Emo tionele kwetsb aarh eiddepressief/ teleurg es teld,uitgelaten/ op gewond en /geluk, sch uw, h umeu rig,boo s, moe, gewetensvol/zorgzaam, onverschillig,arrogant /trots , angstig/nerveus/ onveilig/paniekerig, (so ciale)inadequatie/ verlegen/beschaamd, (afgeleidegevoelens)

gefrus tr eerd, vernederd,schu ld ig, en tho usiast,trots, liefdevol,

S temmingswissel / Over-ond err eageren / Sch uld -almacht/ Hypervigilan tie/

Actief-pass ief faalangs tig

GEDRAGVriend en / buurtIntieme vriendschap /bindingVrije tijd / sp ortJo b/ Sch ool(sch oolverlo op, pres taties,concentratie, motivatie,stud ievaardigheden, socialecontacten schoo l)Gezond heid / R is ico gedrag:drug s, thrillg ed rag ,onb eschermde sek sualiteit,voedingsstoornissen (aspectgedrag cf. br ak en )Omgaan met gezag / regels

Symp to menExternaliserend:lieg en, man ipu leren, fu gue,agress ie (verbaal/n on-verbaal; reactief, pro actief),stelen.Internaliserend:encopres is , automutilatie,(para)suïcidaal gedrag, enures is , tics , somatiseren.

* Men k an oo k een schem a m aken m et pe r leef tij dscategor ie, per aspec t, ver sc hill ende t est s.* Op dit sch ema t ekenen w e nog geen p ijlen ; vo or i eder e cliën t zijn ze im mer s apart te co ns tru eren, ook

te ar gum enter en. Ook binn en 1 v eld m oeten so ms pi jlen getr okken wor den. Al is h et schem a mul tileve l/ m ult i pr oblem , select eer al s o verg ang naa r het ther apiep lan en kele b ijzon der releva ntesamen hangen . Maak een Gr afische V oor st elli ng ( Chro nolo gische) Gear gum enteer deP rob leemsam enhang : GV (C) GP. Pr oblem en = aanm eldi ng/h ulpv raag + gespr ek + dia gnos ti ek.

* Not eer n iet al leen zw akke el ement en ( -) st erkt es (+ ).* S ch ets voo r d iver se aspect en het tij dsperspect ief, het o ntwi kkeli ngsver loop .* Redu ceer d it schem a niet tot een on persoo nlij ke check lis t, maar sch ets een i deosyncr atische

getu igeni s .

P H ‘ 0 1 / v 1 2 - 4

Acu te stressorenOver gan gss ituatiesChr onische s tresso renRisico Situaties en HR S

ZELFHAND-HAVINGPro blem solvingFru stratie ha nter ingCop ing : actiefaanpakken, passief/ actiefafwachten (zinn enverzetten met iets anders),vermijden, steun zoeken,piekeren, zich zelfgerus ts tellen, neg emotieuiten/ humorFocus intern versus extern(cf sociale angst) In rolkleven (praeco x)/ niet inrol ger ak en (impotent) cf. Ook v erd eling aan dach tlich aam/omgeving/procesof taakveiligh eidsgedragRela tion ele opstelling:assertief, terugtrekken,angstig uitv oeren

GEZIN:* Samenstelling / structu ur (cf. lo s zand -

kluwen )* Functioneren (normen,

waarden,expressie, conflict, recreatie,maatschappelijke oriën tatie,organisatie (taken)

* Opvoedin gsvaardigheden(betrokkenh eid, positievebekrachtiging, probleem o plossen,discipline [regels formuleren, grenzenbewak en , sanctio nerin g], monitoring)

* Typ ische interactiep atronen(zondebok , parentificatie, symbiose,trian gulatie, geperverteer de triadeemotio nele diskwalificatie, do ublebind) / elementen uit subcultuur (cfmigranten)

* Pathologie van individuele led en (watis Zelfbeeld, Meta-en Alter b eeld vande respectievelijke ouders , wat zijn decentrale assu mp ties, aan welkopvo ed ing sregime wer den zijblootgesteld, wat zijn deonverwerktheden u it hun leven, welkeboo dschappen kregen zij mee van hu noud ers

* Ontwikkelingsgeschiedenis ,ziektetheor ie, hanteringsgedrag,perceptieverschillen tussen d eversch illende p artijen

SIGNIFICANTE ANDEREN(cf grootouders / vrienden)

DENKSTIJL / ATTRIBUTIESTIJL- denkfouten (BECK) / tunnel denken/veiligheidss ignaal ontkennen.- cognitieve mechanismen: ontkenning, omkering, omzetting in tegendeel, te niet doen, rumineren (in sit), post-mortem denken (na sit) / gut-thinking (ik ben wat ik

voel), magisch denken, dubbele standaard hanteren () in naar zz kijken en ander beoordelen). Zie ook schemaontkenning,/vermijding, schemabevestiging,schema(over)compensatie; T.o.v. de … problemen: voorbeschouwings fase, overpeinzing, beslissing, actieve verandering, consolidatie, terugval (partiëel, breder/tijdelijk,permanenter. Verder:(vervorming t.o.v. prikkel/situatie-gedrag -oplossingen

MOTIVATIESTIJL:(DRIVE cf. TA )- alles moet in orde zijn voordat ik kan genieten, nooit genoeg stijl: genieten uitgesteld door telkens weer nieuwe eisen.- nu is het goed, maar morgen zullen we moeten boeten voor vandaag.- nooit zal ik gelukkig zijn (zichzelf saboteren op weg naar succes).- altijd overkomt mij weer (negatieve herhalingen die men opzoekt door schijnbaar onbewuste keuzes -cf. scheiden en weer zelfde type man kiezen)- behoefte aan erkenning, sociale steun, dominantie, altruïsme, onafhankelijkheid, conformisme/ variatie, zakelijkheid,doelgerichtheid, besluitvaardigheid,

pres tatiemotivatie, orde en netheid

STROKES: - positieve en negatieve strokes in de sociale omgang- balans moeters en mogers- hoe krijgt iemand in zijn functioneren +S+, -S-, °S-; +S-, -S+, °S+

- balans tussen intrinsieke motivatie (pleizer door doen) en extrinsieke motivatie (plezier aan ouders; in functie van eigen imago opbouw) (cf. ook kort en lang termijnperspectief)

Opm: A Binnen ieder van de zes velden gaat men telkens op zoek naar Intern/ extern zelfbeeld; Niveau van bewustzijn; Centrale cognities; Ook in het onbewuste zijn erfoute kernen te vinden (cf. vermeende verwerping die verdrongen is ); in de ideaal-beelden zijn er realistische en onrealistische elementen te vinden; voor deverschillende aspecten van het persoonsmodel bekijken we heden, verleden en toekomst.Na hypotheses door de opsteller geformuleerd noteren we: (hyp)Enigzins veralgemenend kan men zeggen dat het Bewust overeenkomt met het Volwassen niveau, het Onbewuste en het Voorbewuste meer met de Kind enOuderstructuur.

B Schema’s: ONVERBONDENHEID & AFWIJZING: Verlating/instabiliteit, Wantrouwen/misbruik, Emotioneel tekort/ emotionele deprivatie, Defect/ schaamte,Sociale Isolatie/ vervreemding; VERZWAKTE AUTONOMIE & VERZWAKTE PRESTATIE: Afhankelijkheid/ incompetentie, Kwetsbaarheid voor gevaar enziekte, Kluwen / niet ontwikkeld zelf, Falen; VERZWAKTE GRENZEN: Gerechtigd zijn/ Grandiositeit, Onvoldoende zelfcontrole/zelfdiscipline;GERICHTHEID OP ANDEREN:Onderwerping, Zelfopoffering, Goedkeuring zoeken/ erkenning zoeken; OVERMATIGE WAAKZAAMHEID & INHIBITIE:Negativiteit/ pessimisme, Emotionele remming/ inhibitie, Onverbiddelijk hoge normen/ overkritisch zijn.

Aan meldingsklacht:Wie, Wat, Bedo eling (?),Termijn (?)

158158

Aanmeldingsklacht:Wie, Wat,Waarom:Bedoeling (?),Termijn (?) Net Nu?

ErfelijkheidOrganiciteitStofwisselingsstoornissen(cf. neurotransmittor-balans, voeding)OntwikkelingsstoornisIntelligentieTemperamentImpulsiviteitSpanningsbehoefte

GRAFISCHE VOORSTELLING PROFIEL X ° dd/mm/jj -Opname: dd/mm/jj

159159

GEZIN:* Samenstelling / structuur (cf. los zand -

kluwen)* Functioneren (normen,

waarden,expressie, conflict, recreatie,maatschappelijke oriëntatie,organisatie (taken)

* Opvoedingsvaardigheden(betrokkenheid, positievebekrachtiging, probleem oplossen,discipline [regels formuleren, grenzenbewaken, sanctionering], monitoring)

* Typische interactiepatronen(zondebok, parentificatie, symbiose,triangulatie, geperverteerde triadeemotionele diskwalificatie, doublebind) / elementen uit subcultuur (cfmigranten)

* Pathologie van individuele leden (watis Zelfbeeld, Meta-en Alter beeld vande respectievelijke ouders, wat zijn decentrale assumpties, aan welkopvoedingsregime werden zijblootgesteld, wat zijn deonverwerktheden uit hun leven, welkeboodschappen kregen zij mee van hunouders

* Ontwikkelingsgeschiedenis,ziektetheorie, hanteringsgedrag,perceptieverschillen tussen deverschillende partijen

SIGNIFICANTE ANDEREN(cf grootouders/ vrienden)

160160

SOCIALE & COMMUNICATIEVE VAARDIGHEDEN

Concretiseren (ABC),contact leggen (gesprek, iets vragen), reageren opkritiek/woede, eigen kritiek/woede uiten, compliment geven en ontvangen,mening geven, inleven in de ander.Actief luisteren, ik gericht praten, geen verlies methodeOnderscheid inhoud en betrekkingsdisputen, interpuncties.Terugkerende interactiepatronen - Spelsituaties (cf. omslag)

GEVOELENS(kinderen/basisgevoelens: blij, bang, boos,verdrietig,afkeer, verbazing)

Emotionele kwetsbaarheiddepressief/ teleurgesteld,uitgelaten/ opgewonden/geluk, schuw, humeurig,boos, moe, gewetensvol/zorgzaam, onverschillig,arrogant /trots, angstig/nerveus/ onveilig/paniekerig, (sociale)inadequatie/ verlegen/beschaamd, (afgeleidegevoelens)

gefrustreerd, vernederd,schuldig, enthousiast,trots, liefdevol,

Stemmingswissel / Over-onderreageren / Schuld -almacht/ Hypervigilantie/

Actief-passief faalangstig

Acute stressorenOvergangssituatiesChronische stressorenRisico Situaties en HRS

161161

GEDRAGVrienden / buurtIntieme vriendschap /bindingVrije tijd / sportJob/ School(schoolverloop, prestaties,concentratie, motivatie,studievaardigheden, socialecontacten school)Gezondheid / Risicogedrag:drugs, thrillgedrag,onbeschermde seksualiteit,voedingsstoornissen (aspectgedrag cf. braken)Omgaan met gezag / regels

SymptomenExternaliserend:liegen, manipuleren, fugue,agressie (verbaal/non-verbaal; reactief, proactief),stelen.Internaliserend:encopresis, automutilatie,(para)suïcidaal gedrag, enuresis, tics, somatiseren.

ZELFHAND-HAVINGProblem solvingFrustratie hanteringCoping: actiefaanpakken, passief/ actiefafwachten (zinnenverzetten met iets anders),vermijden, steun zoeken,piekeren, zichzelfgeruststellen, neg emotieuiten/ humorFocus intern versus extern(cf sociale angst) In rolkleven (praecox)/ niet inrol geraken (impotent) cf. Ook verdeling aandachtlichaam/omgeving/procesof taakveiligheidsgedragRelationele opstelling:assertief, terugtrekken,angstig uitvoeren

162162

ZE LF-B EE LD

au to m ati s che g ed acht en

st rat egi sch e as su m p ti es (sa)co nd it io n ele a ss um p ti es (ca)

B A SISSC HE M A’S (bs )(o ud ersch em a’s : m oraal ,i deaal ) - kind sch em a’s :w egl ati ng en, o nt ken ni ng s tu kreal it ei t)/ cf. chi ld m o de s

IDE AA L

M ET A ZEL F

on ju is te zon e (oj )

reëel bew us t (rb)vo orb ewu st (vb )

on bew us t (ob )

IDE AA L

AL TE R -B EE LD

IDE AA L

PER SO ON / ID EN TIT EIT = ZIJN & D EN K ENm et in beg rip van no rm en en w aarden

Opm: A Binnen ieder van de zes ve lden gaat men telkens op zoek naar Intern/ extern zelfbeeld; Niveau van bewustz ijn; Centra le cognities; Ook in het onbewuste zijn erfoute kernen te vinden (c f. ve rm eende verwerping die verdrongen is); in de ideaa l-beelden z ijn er rea listische en onrealist ische e lementen te vinden; voor deverschillende as pecten van het persoonsmodel bekijken we heden, verleden en toekom st.Na hypotheses door de opste ller geformuleerd noteren we: (hyp)Enigzins veralgemenend kan m en zeggen da t he t Bewust overeenkom t m et het Volwassen niveau, het Onbewuste en he t Voorbewuste meer met de Kind enOuders tructuur.

B Schem a’s: ONVE RBONDE NHEID & AFWIJZING: Verlating/ins tabili te it , Wantrouwen/misbruik, E motionee l tekort/ emotionele deprivatie, Defect/ schaamte,Sociale Isola tie/ vervreemding; VERZ WAKT E AUTONOMIE & VE RZWAKT E PRESTATIE: Afhankeli jkheid/ incompetentie , Kwetsbaarhe id voor gevaar enziekte , Kluwen / niet ontwikkeld ze lf, Fa len; VE RZWAKTE GRE NZEN: Gerechtigd zi jn/ Grandiositei t, Onvoldoende zelfcontrole/zelfdiscipline;GERICHTHEID OP ANDEREN:Onderwerping, Z elfopoffering, Goedkeuring zoeken/ erkenning zoeken; OVERMAT IGE WAAKZ AAMHEID & INHIBIT IE :Negativitei t/ pess imisme, Em otionele remming/ inhibit ie , Onverbidde li jk hoge norm en/ overkrit isch zijn.

163163

164164

DENKSTIJL / ATTRIBUTIEST IJL- denkfouten (BECK) / tunnel denken/veilighe idssignaal ontkennen.- cognitieve mechanismen: ontkenning, omkering, omze tt ing in tegendee l, te nie t doen, rumineren (in si t), post-mortem denken (na sit) / gut-thinking (ik ben wat ik

voel), magisch denken, dubbele s tandaard hanteren () in naar zz kijken en ander beoordelen). Z ie ook schemaontkenning,/vermijding, schemabevestiging,schema(over)com pensatie; T.o.v . de … problemen: voorbeschouwingsfase , overpeinz ing, besl issing, ac tieve verandering, consolidat ie , terugval (partiëe l, breder/t ijde li jk,permanenter. Verder:(vervorming t .o.v. prikkel/situa tie-gedrag -oplossingen

MOTIVA TIE STIJL: (DRIVE cf. TA )- al les moe t in orde zi jn voordat ik kan genieten, nooit genoeg sti jl : genieten uitgeste ld door telkens weer nieuwe e isen.- nu is he t goed, maar morgen zullen we m oeten boeten voor vandaag.- nooit zal ik gelukkig z ijn (zichzelf sabote ren op weg naar succes).- alt ijd overkomt mij weer (negatieve herhalingen die men opzoekt door schijnbaar onbewuste keuzes -c f. sche iden en weer zelfde type man kiezen)- behoefte aan erkenning, socia le steun, dom inantie, al truïsm e, onafhankelijkheid, conformisme/ variat ie , zakelijkheid,doe lgerichtheid, beslui tvaardighe id,

presta tiemotivatie , orde en ne theid

STROKES: - positieve en negatieve strokes in de soc ia le omgang- balans moeters en mogers- hoe krijgt iemand in zi jn func tioneren +S+, -S-, °S-; +S-, -S+, °S+

- balans tussen intrinsieke motiva tie (pleizer door doen) en extrinsieke m otivatie (plezie r aan ouders; in func tie van eigen imago opbouw) (cf. ook kort en lang te rm ijnperspectie f)

PH ‘01/v12-4

165165

TherapieplanTherapieplan

•• BrainstormingBrainstorming•• BeslissingsfaseBeslissingsfase

166166

Vormgeving Brainstorming:Vormgeving Brainstorming:

GezinGezin

Vrije tijdVrije tijd

RelatieRelatie

SchoolSchool

OudersOuders

JongereJongere

ValkuilValkuilEvaluatieEvaluatieInterventieInterventieDoelDoelProbleemProbleem

167167

Niveau Soort Interventie Opmerking

Gezin Gezinstherapie Gezinsgesprek (info verwerven)

Opname van ouders en kinderen in

residentiële context mogelijk

Ouders Relatietherapie Individuele Therapie aan één van de ouders

Ouderlijke vaardigheden - Patterson (groep of individueel) Mediatietherapie / Token economy

Kaderen en herbenoemen van gedrag / informatie

Techniek: positive playtime: ouders en kinderen ravotten 15'

per dag. Ook bij adolescent: moment van onbekommerde aandacht

voor elkaar.Jongere

Probleem

Emotionele verwerking -Rouw (verlies persoon,

handicap, psychose), Misbruik, Mishandeling-

Dader (Agressie, seks, drugs,

diefstal)

Identiteitsproblemen / Begeleiding transities

Faalangst, Sociale Angst,

Psychosomatiek, Eetstoornis, Dwang, Depressie,

Tics, (Enuresis-

Encopresis),Leerstoornis, Schizofrenie

Interventie Informatie verwerven

(zelf observatie/ meting, bibliotherapie, info verstrekt door

therapeut)

Sociale vaardigheden / Communicatie / Assertiviteit

Zelf-instructietraining /

Stressinoculatie

Psychodrama

Cognitieve therapie: (Ellis, Beck, Schema Focused Therapy - Young, Transactionele Analyse) cf.

Socratische methoden (creëren cognitieve dissonantie en meta-perspectief), gedachtenschema,

kansberekening, historische toetsing, continuümtechnieken, experimenten opzetten, concentratietechnieken

aanleren cf. sport en sociale angst (doseren van aandacht die naar zichzelf of de omgeving gaat ten voordele van de aandacht naar het

proces), actieschema, attributietraining.

(Sekstherapie1)

Technieken S

Stimuluscontrole Exposure, SD, flooding (vivo, vitro, imagine)

R

Responspreventie Arousal controle Gedragsinoefening

C

Contingentie management

Psychodramatechnieken individueel aangewend/

twee stoelen script herschrijven -

reparenting

Positief herbenoemen Humor

Metaforisch werken Paradoxale opdrachten

Perspectief buitenstaander naar eigen gedrag kijken Advocaat van de duivel

(Preventie) Ambulant

Semi-residentieel Residentieel

Individueel

Groep

Maatwerk protocollair

Opvoeders Leerkrachten

Technieken vergelijkbaar met die aangewend bij interventies op ouderlijk niveau

Omgeving Mogelijk worden anderen betrokken (vriend of vriendin) Inschakelen: Vertrouwenscentrum, Bemiddelingscomissie, Politie

Doorverwijzen naar een psychiater voor

medicatie

Geen Interventie Bij te weinig motivatie (contracttechniek met engagement alle partijen) , voldoende kracht in milieu,

Combinaties Vaak zal men afhankelijk van de complexiteit/haalbaarheid meerdere niveau’s combineren. Ook kan men verschillende interventievormen combineren mits een voldoende uitgeschreven GVP. Ook kan men

meerdere therapeuten inschakelen

1Een eerder uitzonderlijke gegeven bij adolescenten (i.t.t. seksuele voorlichting; onder deze therapievorm valt het opheffen van functiestoornissen en het wegnemen van remmingen bv. t.g.v. misbruik.

168168

Noodzakelijk!Noodzakelijk!

•• Een logisch verband tussen Hulpvraag, Een logisch verband tussen Hulpvraag, GVPGVP, GV, GV©©PS, TherapieplanPS, Therapieplan

•• Expliciete argumentatie van geschetste Expliciete argumentatie van geschetste verbandenverbanden

•• Voldoende concreetVoldoende concreet•• ProtectievProtectiev factoren (persoon & factoren (persoon &

omgeving) moeten een milderend omgeving) moeten een milderend effect hebben op problematiekeffect hebben op problematiek

169169

Een voorbeeldEen voorbeeld

MikeMike

170170

GVP:Mike °5/1/’85©

Medisch, erfelijk, organisch Goede intelligentie Boredom susceptibility (SBLdec 8) Disinhibition (SBLdeciel 9) Impulsiviteit (ATL impulsiviteit 90 pc) Vitaal, lichamelijk actief (M)

SOCIALE ENCOMMUNICATIEVE VAARDIGHEDEN Aanpassen aan leeftijdsgenoten om miserie te vermijden Kent codering peer groep en past zich aan Anderen provoceren (aanbieden sigaretten aan “nurds”) SIG: eerder teruggetrokken (weinig spanning, weinig frequent) Diepere gevoelens niet delen Soms flitsend sociaal inzicht

GEVOELENS Niet verbitterd Eenzaam, angstig, zenuwachtig (va)↔ niet: bang ,angstig, zenuwachtig (M) Agressief (va, moe, M) Neiging achterdocht Snelle stemmingswissels Jaloers (op gasten met betere skates)

PERSOON EN IDENTITEIT GEZIN

Vader psychiater (kliniek + privé) Moeder directrice interim bureau Zus 1,5j ouder Scheiding ’96. Vader samen met andere vrouw. Al 2 dochters (universiteit): modeldochters (moe) Vader en moeder hebben dagelijks telefonisch contact. Ziektetheorie moeder: schuld weggaan vader Ziektetheorie vader: Hij is als ik Hanteringgedrag: straffen bij problemen/ externe hulp zoeken; de verantwoordelijkheid bij de psycholoog leggen (Moe), zwijgen voor de lieve rust (Moe) de directeur is laf (Moe+Va)

META-ZELF Ouders: hij is kieskeurig naar activiteiten Va: faalangst (?), gebrek aan pos. waarden (?); koppig, gesloten, driftig: gedraagt zich te jong voor leeftijd; slechte schoolresultaten; oudere en slechtere vrienden; plaagt zus veel; zenuwachtig += humor, menige woordspeling Moe: weinig zelfvertrouwen; opscheppen; neg zelfbeeld; taken slechts doen na veel zeuren, weinig volhardend ↔ + kan soms gedienstig zijn Zegt veel vrienden te hebben, maar staat alleen. Ik ben het vertrouwen van mijn ouders kwijt Ideaal Meta zelf Ik wil dat anderen mij “een wijze” vinden (i)

ZELF-BEELD Ziektetheorie: Ik trek op oom (e) Ik ben leergierig in niet schoolse context (e) Ik haat mensen die anderen commanderen (e) Ik kan me soms moeilijk concentreren Ik durf anderen tegemoet treden (e+i); op sociaal vlak sta ik mijn mannetje (e+i) Ik ben open en direct: ze weten wat ze aan mij hebben (e; SA); met mijn echte gevoelens hebben ze geen zaken (i) Ik weet de grens tussen goed en slecht perfect liggen Ik los het zelf wel op (SA) Ideaal Zelf Stoer & van niemand schrik, een persoonlijkheid zijn.

ALTER-BEELD De directeur is een lafaard. Vader is lief, maar te snel boos Ik heb schrik om mijn vrienden kwijt te raken (i)→Ik speel het spel zoals het moet gespeeld worden (SA) →Ik heb schrik om alleen te vallen (BA) Mijn vrienden mogen meer dan ik; mijn ouders maken zich te snel zorgen. Ik mot op een kleine gast, schuif langs de groten (SA) Als je je kwetsbaar opstelt word je gepakt (CA) De wereld onder jonge gasten is een jungle (BA) De school is saai; ik wil een frituur beginnen Mijn moeder hoeft niet te weten dat ik haar vriend niet zie zitten (i) Ik wil moeder beschermen, zich niet teveel zorgen laten maken (i, SA) Ik ben de man in huis (BA, ob, hyp) De kinderen van de nieuwe partners van de ouders zijn me te perfect (I:bij Va; bron Moe), hun leven ligt mijniet (E, oj) De partners liggen me niet (bij Moe) (hyp) Zus wordt voor getrokken. Ideaal Alter Ik wil Pa & Ma terug samen zoals vroeger (i, vb)

GEDRAG School: 1ste sec: alles goed behalve latijn →moderne 2de sec: slecht over de hele lijn 2de sec dubbelen (’01) →schoolwissel na verwijdering Vrij tijd: Basket: gepest; karaté (gestopt wegens groepsamenstelling); moutain bike; skaten; scouts (+ kamp: cf: moe); heavy metal. Risicogedrag: Brandje gesticht met vriend Hond gepest & pijn gedaan Paar keer weed gerookt Symptomen: Automutilatie (va: wondjes open prutsen/ moe: kerven met mes) Hardnekkig liegen (moe) Passieve faalangst Zelf hanhaving: Discussiëren met moeder Weinig volharden Humor Minimaliseren Ik zal dezelfde fout niet meer maken: lesje geleerd.

DENKSTIJL / ATTRIBUTIESTIJL: Intern, specifiek, onstabiel, controleerbaar MOTIVATIESTIJL: Tegen dominantie (“dikke nek”); macht volwassenen Weinig orde en netheid Na een feit: spijt vooral door de reactie van belangrijke anderen: wil ouders geen verdriet aandoen, hen niet in verlegenheid brengen. Nood aan erkenning (99 pc); sociale steun (79 pc)→vooral dr ouders (cf. knuffel); onafhankelijkheid (84 pc); dominantie: gem.; graag bij anderen zijn STROKES + aandacht van anderen, een wijze gevonden worden, bij moeder knuffel, goed biken

- school, nieuwe partners & co, ouders houden mij kort, spanning in gezin

Stressoren & Risicosituaties: ’96 scheiding ouders gepest basketbal dubbelen 2de middelbaar van school gezet (drugs) oudere vriend 28 (?)

© Auteur: PH V1 02/’01

Hulpvraag: Van school gezet na drugdealen. Ouders vragen zich af of er niet meer aan de hand is→moeder vraagt dat ψ einde straf bepaalt.

171171

GV(C)PS Mike °5/1/’86

ImpulsiefDisinhibitionBoredom susceptibility

Goede intelligentie

Scheiding oudersPa: knuffel + conflictMa: Rivaliserend øZorgendZus: Rivaliserend

Negatief Zelfbeeld

Niet communicatief overemotie

Gepest worden

Druggebruik

Automutilatie

Schoolprobleem

Vrienden + Vrije tijdMeelopen /NuancerenSkaters

PH ‘01-v1

172172

GV(C)PS Mike °5/1/’86PH ‘01-v1

Sterktes en Steun

Intelligent

Sociaal alert, verbaal

Humor, opgewekt

Aversie voor dominantie (bazigheid)Nood aan erkenning (II)

Nood knuffel, gedienstig , bezorgd(moe)

Distanciëren van onozelheid skaters opgedragsvlak

Lasten en kwetsbaarheden

School saai; later frituur; directeur de schuld;vak - ÷stof niet gezien wegens schoolwissel

Te jong gedrag (Va +Moe). - volharding (M-NPV-J), Liegen (Moe)

Nood aan erkenning/ Beïnvloedbaar (Moe)Discussie met moeder (Va)

Druggebruik, automutilatie, meelopen(Moe), geen vrienden (Moe)

Motten op kleine gasten. Groten ontwijken:tactischAgressief / stemmingswisselJaloers/ Zenuwachtig/ snel huilen (Moe &Va)

Negatief zelfbeeld (Va+Moe)

Mike:Ouders over drijvenIk leerde mijn lesjeIk ben gestraftIk wil mijn ouders geenverdriet aan doen.Ik trek op oom langsmoederdszijdeIk weet de grens welliggenIk wil op eigen benenstaan (E) Pak me vast (I)

Moeder:Schuld paDe psycholoog beslist

Vader:Net ik? Moeilijke puberteitGroeit er wel uitOuders werken goed samen

Vrienden

ImpulsiefBoredom susceptibili tyDisinhibition

De psycholoog:?????

173173

De ene dag getekend…

De volgende dag uitgewerkt…

174174

PS Kenny ° 03/05/1991

Mishandeling M door V tijdens zwangerschap

V in gevanggenisvoor diefstal: ntbetrokken, maar wel model voor durf & rebellie

Licht mentale handicap

ADHDCf ‘98 Verlatings &

mishandelingsangst; hechtingsstoornis?

Mishandeling SV (uit onmacht)

Dwinggedrag

Stelt oppositioneel opstandig gedrag

Krenkingswoede“ik ben speciaal”cf V (hyp)Almacht en besef van minderwaarde & beperking

Vervelend gedragAfwijzing door peers

Seksspelletjes SZus

Niemand heeft me graag

Gevoelig voor peerdrukStuntman op commando

Extreem verbaal bedreigend:“vermoorden”Vanaf bep. arousal“overspoelende woede”

Druggebruik

Verstoting door oudersHij vertsoord hun (matrerieel gericht) leven

Door scholen en internaten

++ kan zich bij gezag aanpassen

Slaat moeder0 0

1

3

2

5’+9’

Ph 09/2005

8

4

5

67

0

8’

8’”

A

B

C

10

III

III

IVI’

II’

+

175175

V. Inkleurende vragenlijstenV. Inkleurende vragenlijsten

176176

Functies diagnostiekFuncties diagnostiek

•• ScreeningScreening•• ClassificatieClassificatie•• Explorerend/ verklarende diagnostiekExplorerend/ verklarende diagnostiek•• IndicatiestellingIndicatiestelling•• EvaluatiefEvaluatief

177177

GVP in testen:GVP in testen:Hulpvraag

Organsich, erfelijk, medisch:SBL,ATL, AVL,WISC, Bourdon Vos, HIPIC/Neo-Pi-R

GezinGKSII, Gezinssystementest,Familie relatietestNOSI, SOG

Sociale & communicatieve vaardighedenSIG, VISK, IOA

IdentiteitCBCL, YSR,TRF,NCKS, NPV-JCBSKTAT, ZATSchema vragenlijstSIW, SPWVIR

Gevoelens:ASLDISQBuss DurkeeCDI

GedragKLADVvGKVASEVNVESCL-90SASKid-SCID

UCLStressoren

178178

InterpretatieInterpretatie testentesten

•• Op schaalniveauOp schaalniveau•• Op item niveau: op zoek naar markante Op item niveau: op zoek naar markante

uitspraken (hoge en lage)uitspraken (hoge en lage)•• Op zoek naar ogenschijnlijke Op zoek naar ogenschijnlijke

tegenstrijdigheden: vaak een spel van tegenstrijdigheden: vaak een spel van intern en extern zelfbeeld, en ideaal intern en extern zelfbeeld, en ideaal metameta--beeldbeeld. . Echter ook: item niet begrepen, niet gemotiveerd Echter ook: item niet begrepen, niet gemotiveerd voor testvoor test..

179179

BedenkingenBedenkingen over over effectiviteiteffectiviteitvan van handelenhandelen•• BijBij n=1 n=1 studiesstudies wilwil de de therapeuttherapeut niet niet

uitmakenuitmaken of of zijnzijn protocolprotocol werktwerkt, maar , maar welwelof of eeneen clicliëëntnt er er significantsignificant op op vooruitvooruitgaatgaat..

•• WeWe dienendienen zowelzowel gebruikgebruik te te makenmaken van van statistischestatistische alsals idiosyncratischeidiosyncratische methodesmethodes..

180180

AanvullendAanvullend::•• OnderzoekOnderzoek SCLSCL--9090 HafkenscheidHafkenscheid e.a. e.a.

((’’98): van de 64 pt met 98): van de 64 pt met eeneen niet niet klinischeklinischeen en eeneen niet niet betrouwbarebetrouwbare veranderingveranderinggevengeven 25 25 aanaan nauwelijksnauwelijks of of geengeen last last meermeer te te hebbenhebben van de van de klachtenklachten ..

•• OmgekeerdOmgekeerd geeftgeeft de de helfthelft van de 41 pt van de 41 pt die die welwel verbeterenverbeteren op de op de tweetwee vormenvormenvan van statistischestatistische toetsingtoetsing aanaan datdat zeze welwelnognog steedssteeds last last ondervindenondervinden van de van de hoofdklachthoofdklacht..

181181

Conclusie:Conclusie:

•• De statische maat van verandering dient De statische maat van verandering dient gecombineerd te worden met een gecombineerd te worden met een schaaltechniek die de clischaaltechniek die de cliëënten ruimte biedt om nten ruimte biedt om hun persoonlijke opinie weer te gevenhun persoonlijke opinie weer te geven

•• We kunnen immers statistische maat voor We kunnen immers statistische maat voor verandering niet zonder meer gelijk stellen met verandering niet zonder meer gelijk stellen met effectieve verandering.effectieve verandering.

•• Het lijkt Het lijkt zinvol om te werken met vragenlijsten zinvol om te werken met vragenlijsten die metrisch goed gedie metrisch goed geëëvalueerd zijn. Bovendien valueerd zijn. Bovendien maken we best gebruik idiosyncratische maken we best gebruik idiosyncratische meetschalenmeetschalen

182182

VoorbeeldenVoorbeelden van van schalenschalen

Noteer op de onderstaande schaal in welke mate u globaal gezien last heeft van het probleem dat we als volgt omschreven : Kwaadheid omzetten in agressief gedrag naar andere toe. 1 2 3 4 5 6 7 heel erg erg veel veel matig weinig erg weinig heel erg veel weinig

De laatste schaal wordt respectievelijk herhaald voor de aspecten gevoelens en gedrag

Noteer op de onderstaande schaal in welke mate u globaal gezien last heeft van het probleem dat we als volgt omschreven : Vijandige gevoelens 1 2 3 4 5 6 7 heel erg erg veel veel matig weinig erg weinig heel erg veel weinig

183183

BussBuss DurkeeDurkee HostilityHostilityInventoryInventory

Specifieke vragenlijst rond Specifieke vragenlijst rond agressieagressie

184184

Titel/Product Buss-Durkee Hostility Inventory - Dutch (BDHI-D) Auteur(s) Lange, A. Publicatiedatum 1995 Doel Meten van hostiliteit en neiging tot agressief gedrag. Beschrijving De BDHI-D is een Nederlandse bewerking van de Amerikaanse BDHI;

een zelfrapportage-instrument voor het vaststellen van iemands hostiliteit en neiging tot agressief gedrag. De BDHI-D bevat veertig uitspraken met de antwoordmogelijkheden ‘waar’ of ‘onwaar’. Er zijn drie schalen: Directe Agressie (uitingen), Indirecte Agressie (op zichzelf gericht) en Sociale Wenselijkheid. De vragenlijst kan gebruikt worden in onderzoek en als hulpmiddel om risico’s voor werknemers in de gevangenis of psychiatrie in te schatten. Verder kan het een indicatie geven van de mate van psychopathologie en een aanwijzing geven voor de aard van de behandeling. De BDHI-D kan worden gescoord met behulp van twee plastic sleutels of met behulp van een scoringsprogramma. De ruwe scores worden omgezet in quintiel- of tertielscores. De BDHI-D bevat normen voor de ‘normale’ bevolking (N=472), voor psychiatrische patiënten (N=426) en voor gedetineerden (N=401). De normtabellen zijn uitgesplitst naar leeftijd.

Afname tijd 15 - 20 minuten Schalen Er zijn drie schalen: Directe Agressie (uitingen), Indirecte Agressie (op

zichzelf gericht) en Sociale Wenselijkheid. Nomeringen De BDHI-D bevat normen voor de ‘normale’ bevolking (N=472) 15-40j,

voor psychiatrische patiënten (N=426) 13-25j en voor gedetineerden (N=401)..

185185

Correlaties tussen BDHI schalen en Correlaties tussen BDHI schalen en andere schalen die agressie meten:andere schalen die agressie meten:

* p<0,01 (tweezijdig getoetst)* p<0,01 (tweezijdig getoetst)** p<0,001 (tweezijdig getoetst)** p<0,001 (tweezijdig getoetst)

0,240,240,54 **0,54 **0,290,290,47 *0,47 *

0,64 **0,64 **0,240,240,54 **0,54 **0,100,10

Vijandigheid (Vijandigheid (VIRVIR))Verbitterdheid (Verbitterdheid (VIRVIR))Negativisme (Negativisme (MMPIMMPI))Hostiliteit (SCLHostiliteit (SCL--90)90)

Indirecte AgressieIndirecte AgressieDirecte AgressieDirecte AgressieSchalenSchalen

Lange, Lange, PathlichPathlich, e.a. (1995), e.a. (1995)

186186

Correlaties tussen BDHI schalen en Correlaties tussen BDHI schalen en andere schalen die agressie meten:andere schalen die agressie meten:

•• SCL 90: Directe agressie geen tot matig SCL 90: Directe agressie geen tot matig negatieve r. Met Indirecte agressie: angst, negatieve r. Met Indirecte agressie: angst, depressie, insufficidepressie, insufficiëëntie, sensitiviteit, ntie, sensitiviteit, psychoneuroticismepsychoneuroticisme: significant p<0,001 ; : significant p<0,001 ; agorafobie en agorafobie en somatisatiesomatisatie: significant : significant p<0,01p<0,01

187187

Correlaties tussen BDHI schalen en Correlaties tussen BDHI schalen en andere schalen die agressie meten:andere schalen die agressie meten:

0,23**0,23**--0,39**0,39**--0,26**0,26**MeegaandheidMeegaandheid

--0,18**0,18**0,010,010,18**0,18**OpenheidOpenheid

--0,060,06--0,26**0,26**0,070,07ExtraversieExtraversie

--0,09*0,09*0,64**0,64**0,16**0,16**NeuroticismeNeuroticisme

•• * p<0,05* p<0,05••** P<0,01** P<0,01

0,14**0,14**--0,15**0,15**--0,13**0,13**ConsciConsciëëntieusheidntieusheid

SocSoc WensWensIndirect AIndirect ADirecte ADirecte ASchalenSchalen

188188

STAEI STAEI SpielbergerSpielberger

•• StateState--TraitTrait AngerAnger ExpressionExpression InventoryInventory..•• 44 vragen die de ervaring, de expressie en de 44 vragen die de ervaring, de expressie en de

controle over woede meten.controle over woede meten.•• Expressie van woede leidt tot agressie en Expressie van woede leidt tot agressie en

geweld. Suppressie leidt tot hoge bloeddruk en geweld. Suppressie leidt tot hoge bloeddruk en gezondheidsrisico.gezondheidsrisico.

•• Beperking bij zelfrapportage is dat de cliBeperking bij zelfrapportage is dat de cliëënt zich nt zich mogelijk niet bewust is van de emotie of sociaal mogelijk niet bewust is van de emotie of sociaal wenselijk antwoordt.wenselijk antwoordt.

189189

Schema Schema vragenljstvragenljst J. YoungJ. Young

Zie cognitiefZie cognitief

190190

VIVI. Therapeutische modellen. Therapeutische modellen

•• NovacoNovaco•• MarlattMarlatt•• DodgeDodge•• Long (Long (LSCILSCI))•• MeursMeurs

191191

Model Model NovacoNovacoCognitieve Processen

WoedeGedragsreactie

* frustratie* ergernis* belediging* onrechtvaardigheid* aanval

* inschatting / interpretatie* verwachtingen* zelfspraak

Arousal+Cognitievebetekenisverlening

* verbale agressie* fysieke agressie* passieve agressie* ontsnappings of vermijdingsgedrag

Uitwendige Elementen

192192

NovacoNovaco

•• Belangrijk is hier Belangrijk is hier firstfirst en en secondsecond appraisalappraisalcfrcfr. Lazarus. Lazarus

•• Geeft handig schema om met cliGeeft handig schema om met cliëënten te nten te overlopenoverlopen

193193

MarlattMarlatt keten bij daders:keten bij daders:

•• Eerste contactEerste contact•• Aanvang met diagnostiek Aanvang met diagnostiek

en contractfase.en contractfase.•• Daderscript, rationalisaties Daderscript, rationalisaties

aanpakken, aanpakken, slachtofferempathie.slachtofferempathie.

•• Hervalpreventie.Hervalpreventie.

194194

DaderketenDaderketenLevens-onevenwichten(moeters >mogers en willers)

HRS

Geen adequate Coping

Dalende zelfdoeltreffendheiddalend gevoel van zelfwaarde

+

Verwachting positieve uitkomst van eenafwijkend gedrag

+

Aandrang& Mentale ApetijtZuchtigheidPsychisch t oenaderingsgedrag

BOB

Rationalisatie

SOB Struikeling Herval

195195

Begrippen:Begrippen:1ste componentHRS: : Elke bedreiging voor de zelfcontrole, waardoor de kans op een struikeling groter wordt: negatieve emoties, negatieve fysieke toestand, conflict met de buitenwereld, sociale druk. Geen adequate coping. De persoon slaagt er niet in een bevredigend antwoord te vinden, waardoor de situatie indien ze aanhoudt het zelfgevoel zal ondermijnen Zelfbeeld zakt: Ik ben slecht en zwak, niemand zorgt voor mij, men heeft een pik op mij. Verwachting positieve uitkomst: Als ik hem of haar graag zie, dan komt alles in orde. Hier situeren we ook een gevoel van broeierigheid: een soort onbewust voorafgaand weten van wat er komen gaat - met daarbij de bevrediging op korte termijn, waarop men vindt dat men wel recht heeft gezien alle miserie. Om mij goed tevoelen heb ik seks nodig. Zuchtigheid en aandrang nemen toe: Ook de gedachte wordt prominenter dat een aandrang pas zal weggaan na uitleving. In afwachting hiervan zal de spanning toenemen. Het cathartisch principe rond emoties is een veel gehoord principe dat echter wetenschappelijk niet houdbaar is Rationalisatie: ontkenning van feiten, verantwoordelijkheid/ aandeel, intentionaliteit, impact op cliënt. Struikeling: Men gaat in de richting van het delict door een mentale constructie: bv. masturbatie met deviante fantasie. Het gaat nog niet echt over de uitvoer van onterecht gedrag. Herval: P. Cosyns e.a. spreken van het "zie-je-wel" effect. Door de voorafgaande fantasie daalt de zelfachting nog meer, men heeft het gevoel de controle verloren te zijn, de verwachting van (hernieuwd) falen wordt zeer hevig. Het komt tot een botsing (cognitieve dissonantie) tussen de beleefde fantasie enerzijds en de overtuiging geen dader (meer) te zijn. Dit conflict leidt tot schuld. Schuld vormt een motivatie om iets te ondernemen om dit gevoel weg te werken. De actiebereidheid en het niet beschikken over alternatieven betekent dat de enige manier om de dissonantie op te heffen een bezwijking is. Binnen de attributietheorie zien we hier twee markante gegevens: Een specifieke tijdelijke toestand van onmacht wordt verbreed tot globaal en duurzaam: altijd en overal. Het mislukken wordt niet meer extern gelegd (ze zijn tegen mij) maar intern: "Ik ben zwak en zal nooit goed kunnen doen. De onthoudingregel is geschonden, waarom zou ik nog stoppen?" We herhalen hier het gevaar van het louter sanctioneren op morele basis. Delicten plegen is een bewijs van slechtheid en zwakheid. Eens de jongere tot de conclusie komt dat hij zwak is en niets waard, kan hij de bestaande spanning tussen de negatieve toestand in zijn leven enerzijds en de zuchtigheid anderzijds opheffen door toe te geven aan het delict, wat alle zwakke mensen zouden doen - waarvan hij nu eenmaal deel van uitmaakt.

196196

Begrippen:Begrippen:2de componentOnevenwicht tussen moeters en mogers: Iemand die zich vooral gesteld ziet voor verplichtingen en weinig eigen keuzes kan maken; er bovendien weinig genot is, krijgt een gevoel van zelfdeprivatie en daaruit voortvloeiend de neiging om zich ook eens te laten gaan. Hierdoor zien we een toename van de aandrang. BOB: De behoefte op onmiddellijke bevrediging geeft aanleiding tot het verder toenemen van aandrang (dwangmatige behoefte - "die alleen maar zal toenemen zolang men niet involgt" en zuchtigheid ( wat diffuus subjectief verlangen naar bevrediging). Naast het levensonevenwicht is ook het laag zelfbeeld en de foute attributie (zie vorige component) een discriminatieve stimulus voor het toenemen van de aandrang. SOB: Schijnbaar Onbelangrijke beslissingen (komen naar ons aanvoelen ook in component een voor). Van verhoogde aandrang naar uitleving zijn er tussenliggende fasen. De aandrang wordt tijdelijk gesublimeerd in fantasie. Hierover ontstaat schuld. Dit vormt de basis van een toenadering vermijdingsconflict. Dit conflict geeft aanleiding tot een soort onbewuste planning. Naar de uitvoering van de planning wordt toegewerkt via zogezegd onbelangrijke beslissingen (bijvoorbeeld nog eens op de kamer gaan kijken).

197197

Life Life SpaceSpace Crisis Crisis InterventionIntervention

•• 6 fasen in een interventie6 fasen in een interventie–– DrainDrain offoff–– Time Time lineline–– Central IssueCentral Issue–– InsightInsight–– New New SkillsSkills–– Transfer of Transfer of learninglearning

198198

6 types van gesprek6 types van gesprek

•• Red Red flagflag (tap in, (tap in, carrycarry in, in, carrycarry over): veel emotie, over): veel emotie, verschuiving.verschuiving.

•• The The realityreality rubrub: vervorming van tijdslijn uit eigen belang.: vervorming van tijdslijn uit eigen belang.•• SymptomSymptom enstrangementenstrangement: verstard in asociale moraal, : verstard in asociale moraal,

wet v.d. straat; kiezel in vijver als enige interventie.wet v.d. straat; kiezel in vijver als enige interventie.•• The The MassagingMassaging NumbNumb valuesvalues: goede bedoeling, telkens : goede bedoeling, telkens

herhalende feiten met schuldbesef (herhalende feiten met schuldbesef (cfrcfr mishandeling in mishandeling in de voorgeschiedenis).de voorgeschiedenis).

•• The New The New ToolsTools: gebrekkige vaardigheden: gebrekkige vaardigheden•• The The manipulationmanipulation of the body of the body boundariesboundaries (set (set upup, , falsefalse

friendshipfriendship))

199199

KenmerkendKenmerkend

•• Positieve sfeer, veel attenderenPositieve sfeer, veel attenderen•• Inleving in perceptie/gevoelens cliInleving in perceptie/gevoelens cliëënt = nt =

contactcontact•• Niet moraliseren, preken, wel vanuit de Niet moraliseren, preken, wel vanuit de

regel sprekenregel spreken•• Belang lichaamstaalBelang lichaamstaal•• Ritme van cliRitme van cliëënt volgennt volgen

200200

Patrick MeursPatrick Meurs

Onderzoek naar affectieve Onderzoek naar affectieve structurenstructuren

201201

Normale en pathologische ontwikkeling van Normale en pathologische ontwikkeling van affectieve structuren (Meurs)affectieve structuren (Meurs)

•• Bij 11 jarige kinderen is de affectcategorie (verrassing, Bij 11 jarige kinderen is de affectcategorie (verrassing, interesse,interesse,……afkeer, woede, schaamte,afkeer, woede, schaamte,……) belangrijker dan ) belangrijker dan de intensiteit om de graad van aangenaamheid te de intensiteit om de graad van aangenaamheid te voorspellen.voorspellen.

•• Dit geldt ook enigszins voor de Dit geldt ook enigszins voor de internaliserende internaliserende stoornissenstoornissen. Maar . Maar sterke gevoelens uit de positieve sterke gevoelens uit de positieve categorie (interesse, vreugde, tevredenheid) worden categorie (interesse, vreugde, tevredenheid) worden significant onaangenamer beleefdsignificant onaangenamer beleefd dan wanneer ze een dan wanneer ze een gemiddelde of lage intensiteit tonen. Ontspanning is zelfs gemiddelde of lage intensiteit tonen. Ontspanning is zelfs los van de intensiteit meer onaangenaam dan bij de los van de intensiteit meer onaangenaam dan bij de normale groep. Bepaalde negatieve gevoelens (woede) normale groep. Bepaalde negatieve gevoelens (woede) worden ongeacht de intensiteit minder gerapporteerd. worden ongeacht de intensiteit minder gerapporteerd. Hoog intense negatieve gevoelens worden steeds minder Hoog intense negatieve gevoelens worden steeds minder frequent gerapporteerd.frequent gerapporteerd.

202202

•• Voor de groep Voor de groep externaliserende stoornissenexternaliserende stoornissenwordt de intensiteit wordt de intensiteit de belangrijkste de belangrijkste determinant voor de aangenaamheid: hoe determinant voor de aangenaamheid: hoe intenser, hoe negatieverintenser, hoe negatiever. Gevoelens worden . Gevoelens worden vanaf een gemiddelde intensiteit al meer als vanaf een gemiddelde intensiteit al meer als negatief ervaren.negatief ervaren.

•• Bij kinderen met Bij kinderen met ernstige psychopathologieernstige psychopathologie(o.a. psychotische stoornissen) is een (o.a. psychotische stoornissen) is een intensiteit intensiteit hoger dan laag al negatiefhoger dan laag al negatief. Zolang ze laag . Zolang ze laag intensief zijn kunnen ook negatieve gevoelens intensief zijn kunnen ook negatieve gevoelens als aangenaam beleefd worden.als aangenaam beleefd worden.

Normale en pathologische ontwikkeling van Normale en pathologische ontwikkeling van affectieve structurenaffectieve structuren

203203

•• Bij Bij normale kinderennormale kinderen is er een overwicht is er een overwicht van positieve gevoelens op negatieve.van positieve gevoelens op negatieve.

•• Bij Bij internaliserende stoornisseninternaliserende stoornissen is het een is het een 1/2de verhouding tussen positieve en 1/2de verhouding tussen positieve en negatieve gevoelens.negatieve gevoelens.

•• Bij Bij externalisatiestoornissenexternalisatiestoornissen behoort behoort ongeveer 60% van de gevoelens tot de ongeveer 60% van de gevoelens tot de negatieve categorie. Op vreugde na zijn negatieve categorie. Op vreugde na zijn positieve gevoelens zelfs licht onaangenaam.positieve gevoelens zelfs licht onaangenaam.

•• Bij de psychotische groep is 70% afkomstig Bij de psychotische groep is 70% afkomstig uit de categorie onaangenaam.uit de categorie onaangenaam.

Normale en pathologische ontwikkeling van Normale en pathologische ontwikkeling van affectieve structurenaffectieve structuren

204204

Na therapie:Na therapie:•• Bij Bij internaliserende klachteninternaliserende klachten: Eerste : Eerste

stijgen de hoog intense positieve stijgen de hoog intense positieve gevoelens om dan weer te dalen: ze zijn gevoelens om dan weer te dalen: ze zijn nog steeds niet genog steeds niet geïïntegreerd. Woede ntegreerd. Woede wordt meer toegelaten maar blijft minder wordt meer toegelaten maar blijft minder frequent dan bij de normale groep. frequent dan bij de normale groep. Ontspanning blijft eerder onaangenaamOntspanning blijft eerder onaangenaam

Normale en pathologische ontwikkeling van Normale en pathologische ontwikkeling van affectieve structurenaffectieve structuren

205205

TherapeutischTherapeutisch

•• Werken op de hoog Werken op de hoog positieve gevoelens positieve gevoelens en ontspanning, en ontspanning, worden immers als worden immers als onaangenaam beleefdonaangenaam beleefd

•• Woede wordt Woede wordt overgecontroleerdovergecontroleerd

206206

Na therapie:Na therapie:•• Bij Bij externaliserendeexternaliserende stoornissenstoornissen: de : de

affectcategorie krijgt meer impact. Blijft dat affectcategorie krijgt meer impact. Blijft dat positieve gevoelens eerder onaangenaam positieve gevoelens eerder onaangenaam blijven. Laag intense negatieve gevoelens (zie blijven. Laag intense negatieve gevoelens (zie woede en wantrouwen) houden een aangename woede en wantrouwen) houden een aangename evaluatie in.evaluatie in.

•• Behandeling van langer dan een jaar geeft niet Behandeling van langer dan een jaar geeft niet zoveel extra verbetering.zoveel extra verbetering.

Normale en pathologische ontwikkeling van Normale en pathologische ontwikkeling van affectieve structurenaffectieve structuren

207207

TherapeutischTherapeutisch•• Opkomende en Opkomende en

minder hevige minder hevige positieve gevoelens positieve gevoelens ondersteunen en ondersteunen en positief houden, ook positief houden, ook wanneer ze sterker wanneer ze sterker wordenworden

•• Bij hoog negatieve Bij hoog negatieve gevoelens destructiviteit gevoelens destructiviteit en extreme en extreme onaangenaamheid onaangenaamheid indammenindammen

•• De laag negatieve, niet De laag negatieve, niet overspoelende overspoelende gevoelens (gevoelens (cfcf licht licht positief beleefd) positief beleefd) constructiever constructiever aanwenden (bijv aanwenden (bijv signaalangst).signaalangst).

•• Lichte verdrietgevoelens Lichte verdrietgevoelens na conflict na conflict herbenoemen als een herbenoemen als een aandrang om het goed aandrang om het goed te maken.te maken.

208208

Therapie voor psychotische kinderenTherapie voor psychotische kinderen•• Intensiteit niet te hoog laten oplopen. Anders Intensiteit niet te hoog laten oplopen. Anders

worden positieve gevoelens ook negatief. De worden positieve gevoelens ook negatief. De grote dominantie van negatieve gevoelens wordt grote dominantie van negatieve gevoelens wordt onrechtstreeks ingedamd door de positieve onrechtstreeks ingedamd door de positieve gevoelens verder uit te werken, ze niet te laten gevoelens verder uit te werken, ze niet te laten escaleren en evenmin als vluchtige gevoelens te escaleren en evenmin als vluchtige gevoelens te laten opgaan in de negatieve hoofdstroom.laten opgaan in de negatieve hoofdstroom.

Normale en pathologische ontwikkeling van Normale en pathologische ontwikkeling van affectieve structurenaffectieve structuren

209209

BesluitendBesluitend

•• De De internaliserende groepinternaliserende groep zal de normale zal de normale groep het meest benaderen. Na 1j. behandeling groep het meest benaderen. Na 1j. behandeling zijn er nog verschillen, die met een extra jaar zijn er nog verschillen, die met een extra jaar verder kunnen weggewerkt worden.verder kunnen weggewerkt worden.

•• Bij de Bij de externaliserendeexternaliserende stoornissenstoornissen geeft geeft een jaar extra behandeling geen verdere een jaar extra behandeling geen verdere verbetering, maar belet het terugval.verbetering, maar belet het terugval.

•• Bij de Bij de psychotische stoornissenpsychotische stoornissen zal een extra zal een extra behandeling van 10 tot 24 maanden meer in de behandeling van 10 tot 24 maanden meer in de richting gaan van het profiel van de richting gaan van het profiel van de externalisatiestoornissenexternalisatiestoornissen zonder gelijk te komen.zonder gelijk te komen.

210210

VIIVII. Cognitief werken: . Cognitief werken: AchtergrondAchtergrond

211211

CognitiefCognitief werkenwerken

212212

Samenhang Samenhang situatiesituatie--gedachtengedachten--gevoelensgevoelens(uitbreiding van model Greenberger)(uitbreiding van model Greenberger)

Omgeving

Gedachten

Gevoelens

Gedrag

Lichamelijkegewaarwording

Zintuigen

213213

Samenhang Samenhang situatiesituatie--gedachtengedachten--gevoelensgevoelens(Power & (Power & DalgleishDalgleish))

Gebeurtenis

Schematisch ModelNiveau

AssociatiefNiveau

PropositioneelNiveau

Route 1

Route 2Intern/Extern

Hoogst

Laagst

Midden

Visueel

Auditief

Tactiel

Olfactorisch

Degustatief

214214

Belangrijke bedenking:Belangrijke bedenking:

•• Het stressmodel van Lazarus (zie o.a. Het stressmodel van Lazarus (zie o.a. NovacoNovaco) leert dat ) leert dat er twee fases zijn in de cognitieve inschatting.er twee fases zijn in de cognitieve inschatting.

•• Het model van Power en Het model van Power en DalgleishDalgleish en dat wat en dat wat MayneMayne & & AmbroseAmbrose inbrengen leert dat er een snelle associatieve inbrengen leert dat er een snelle associatieve niet verbale weg is naar emotie.niet verbale weg is naar emotie.

•• Een geEen geïïntegreerd model vraagt naar uitzuivering. ntegreerd model vraagt naar uitzuivering. •• Ofwel benoemt men de associatieve route als een voorfase en Ofwel benoemt men de associatieve route als een voorfase en

beschrijft men daaropvolgend 2 cognitieve inschattingen.beschrijft men daaropvolgend 2 cognitieve inschattingen.•• Ofwel neemt men de associatieve route als het begin van de fase Ofwel neemt men de associatieve route als het begin van de fase

waarin de waarin de firstfirst appraisalappraisal valt. Op deze manier behoudt men het valt. Op deze manier behoudt men het mode l met twee fases.mode l met twee fases.

215215

SchemaSchema’’s (Jeffrey Young)s (Jeffrey Young)•• Een schema bevat een hoeveelheid kennis over iets Een schema bevat een hoeveelheid kennis over iets

(schema tafel; moeder)(schema tafel; moeder)•• SchemaSchema’’s sturen de waarneming, de interpretatie, s sturen de waarneming, de interpretatie,

de activering van bepaalde geheugen inhouden, het de activering van bepaalde geheugen inhouden, het antwoord dat zal geformuleerd worden.antwoord dat zal geformuleerd worden.

•• PsychopatholgiePsychopatholgie komt overeen met komt overeen met hyperhyper--vigilantievigilantievan bepaalde schemavan bepaalde schema’’s die dominant worden bij s die dominant worden bij informatieverwerking.informatieverwerking.

•• Je komt schemaJe komt schema’’s op het spoor door de s op het spoor door de ArrowArrowDown Techniek:Down Techniek: als dit zou waar zijn, wat zegt dit als dit zou waar zijn, wat zegt dit dan over uzelf, de ander, de wereld?dan over uzelf, de ander, de wereld?

•• De negatieve automatische gedachten zijn het De negatieve automatische gedachten zijn het onkruid. De basisschemaonkruid. De basisschema’’s de wortelss de wortels

•• Je kan cognitief werken vergelijken met het pellen Je kan cognitief werken vergelijken met het pellen van een uivan een ui

216216

SchemaSchema’’ss•• BasisschemaBasisschema: meest fundamenteel; zijn vaak : meest fundamenteel; zijn vaak

geassocieerd met Hulpeloosheid (ik kan niets) en geassocieerd met Hulpeloosheid (ik kan niets) en Niet Geliefd zijnNiet Geliefd zijn

•• Conditionele AssumptiesConditionele Assumpties: als dan relaties (als : als dan relaties (als iemand tegen mij roept dan val ik hem meteen aan.iemand tegen mij roept dan val ik hem meteen aan.

•• Strategische AssumptiesStrategische Assumpties: worden gebruikt om : worden gebruikt om zich te handhaven (altijd vriendelijk zijn; iedereen zich te handhaven (altijd vriendelijk zijn; iedereen naar de mond praten; nooit iets goed over mezelf naar de mond praten; nooit iets goed over mezelf zeggen.zeggen.

•• AttitudesAttitudes:Het is verschrikkelijk om:Het is verschrikkelijk om……•• De 3 voorgaande schemaDe 3 voorgaande schema’’s zijn s zijn intermediaire intermediaire

schemaschema’’ss•• Automatische gedachten:Automatische gedachten:stroom van gedachten; stroom van gedachten;

komen op vraag wat ging er door je hoofd toen..?komen op vraag wat ging er door je hoofd toen..?

217217

Soorten cognitiesSoorten cognities

BASISSCHEMA’S

CONDITIONELE ASSUMPTIES

STRATEGISCHE ASSUMPTIES

AUTOMATISCHE GEDACHTEN

(ATTITUDES)

218218

BasisschemaBasisschema’’s Youngs YoungOnverbondenheid en Afwijzing: verlating, wantrouwen/misbruik, emotionele deprivatie, onvolmaaktheid/schaamte, sociale isolatie, sociaal ongewenst zijn, Verzwakte autonomie en verzwakte prestatie: functionele afhankelijkheid/incompetentie, kwetsbaarheid, verstrengeling/kluwen/niet ontwikkeld zelf, mislukking, Verzwakte grenzen:zich rechten toe-eigenen, onvoldoende zelfcontrole/zelfdiscipline, Gerichtheid op anderen: onderwerping, zelfopoffering, goedkeuring/erkenning zoeken, Overmatige waakzaamheid en inhibitie: negativiteit/pessimisme emotionele geremdheid , meedogenloze normen/overkritisch zijn, bestrafferigheid. Meer nog dan in de schaalscores zullen we bij een afname geïnteresseerd zijn in de specifiek aangestipte items met een hoge score; deze verwijzen heel specifiek naar een basisschema.

219219

Young Schema QuestionnaireYoung Schema Questionnaire

•• Aantal vragen per schema te quoteren op 6 punt Aantal vragen per schema te quoteren op 6 punt schaal. Ieder item met een score 5 of 6 wordt schaal. Ieder item met een score 5 of 6 wordt geteld als geteld als ““hypervigilanthypervigilant”” item.item.

•• Oppassen: er bestaat niet alleen schema Oppassen: er bestaat niet alleen schema verwerkelijkingverwerkelijking, maar ook , maar ook vermijdingvermijding en en compensatiecompensatie. Deze aspecten worden . Deze aspecten worden respectievelijk bevraagd in de YRAIrespectievelijk bevraagd in de YRAI--1 en de YCI1 en de YCI

•• Er zijn nog geen normen. De meeste schemaEr zijn nog geen normen. De meeste schema’’s s worden door factoranalytisch onderzoek worden door factoranalytisch onderzoek ondersteund.ondersteund.

220220

VIIVII. Bis Overzicht Cognitieve . Bis Overzicht Cognitieve TrainingTraining

221221

Zelfcontroletraining.Zelfcontroletraining.

•• Basis is Basis is KanferKanfer (1975)(1975)•• Fasen:Fasen:

–– Zelf observatieZelf observatie–– Zelf registratieZelf registratie–– Zelf evaluatie (uitzetten vorige t.o.v. criteria)Zelf evaluatie (uitzetten vorige t.o.v. criteria)–– Zelf beloningZelf beloning

•• Indicatie: impulscontrole problemen. Bij agressie Indicatie: impulscontrole problemen. Bij agressie en antisociaal gedrag: en antisociaal gedrag: KazdinKazdin (1987); (1987); KazdinKazdin, , SiegelSiegel & & BassBass (1992).(1992).

222222

ZelfinstructietrainingZelfinstructietraining

•• MeichenbaumMeichenbaum & & GoodmanGoodman: gedrag wordt : gedrag wordt gestuurd door interne spraak.gestuurd door interne spraak.

•• Fasen:Fasen:–– huidige zelfspraak onderzoekenhuidige zelfspraak onderzoeken–– zelfinstructie gekoppeld aan gedragzelfinstructie gekoppeld aan gedrag–– model voert uit, hardop sprekenmodel voert uit, hardop spreken–– kind voert uit model spreekt instructieskind voert uit model spreekt instructies–– kind uitvoerder en zichzelf hardop toesprekenkind uitvoerder en zichzelf hardop toespreken–– idem maar fluisterenidem maar fluisteren–– idem, zichzelf in stilte toesprekenidem, zichzelf in stilte toespreken

223223

Interpersoonlijke Interpersoonlijke probleemoplossingsvaardighedenprobleemoplossingsvaardigheden•• dd’’ ZurillaZurilla & & GoldfreidGoldfreid (1971); (1971); SpivackSpivack & & ShureShure

(1974)(1974)•• Focus op het interpersoonlijkeFocus op het interpersoonlijke•• Aanleren cognitieve vaardigheden en Aanleren cognitieve vaardigheden en

denkwijzen:denkwijzen:–– perspectief nemenperspectief nemen–– alternatieve oplossingen bedenkenalternatieve oplossingen bedenken–– middel doel denken (hoe doel bereiken)middel doel denken (hoe doel bereiken)–– consequenties kunnen overzienconsequenties kunnen overzien–– oorzaak gevolg denken (welke gebeurtenis geeft oorzaak gevolg denken (welke gebeurtenis geeft

welk effect)welk effect)

224224

•• Via interview en vragenlijsten poogt men Via interview en vragenlijsten poogt men juist beeld te krijgen op probleem.juist beeld te krijgen op probleem.

•• Stappen in training:Stappen in training:–– Wat is het probleem?Wat is het probleem?–– Wat kan ik eraan doen? ( Wat kan ik eraan doen? ( ≠≠ oplossingen)oplossingen)–– Wat gebeurt er als ik dat doe?Wat gebeurt er als ik dat doe?–– Wat is de beste oplossing?Wat is de beste oplossing?–– Ik probeer!Ik probeer!–– Hoe goed heb ik het gedaan?Hoe goed heb ik het gedaan?

225225

SressinoculatietrainingSressinoculatietraining

•• MeichenbaumMeichenbaum & Cameron& Cameron•• Training met drie fases:Training met drie fases:

–– educatieve fase (uitleg over educatieve fase (uitleg over fysiologische & mentale processen bij fysiologische & mentale processen bij emotionele reactiesemotionele reacties

–– aanleren aanleren copingcoping vaardighedenvaardigheden–– geleerde toepassen (scripttraining)geleerde toepassen (scripttraining)

226226

Fase 3:scriptrainingFase 3:scriptraining

•• Voorbereiding op Voorbereiding op stressorstressor•• Impact [aandacht naar binnen Impact [aandacht naar binnen ––

zelfcontrole]zelfcontrole]•• Probleem aanpakkenProbleem aanpakken•• EvaluatieEvaluatie

227227

Een voorbeeldscript:Een voorbeeldscript:Voorbeeld van een oefening stressinoculatie rond agressie Voorbereiding: Ik zie tekenen van gevaar. Ik ga weer naar mijn voeten krijgen. Ik ga beschuldigd worden. Al stond ik vanmorgen vies op, dit is geen reden om nu terug uit te vliegen. Ik wil geen straf. Ik heb geleerd dit anders aan te pakken. Opletten en kalm blijven. Ik mag me niet laten vangen. Ik pak het niet persoonlijk op. De ander kan kwaad zijn. Ik moet daarom niet volgen. Ik luister en kan gelijk geven waar er gelijk is. Ik verlies mijn gezicht zo niet. Ik kan dit wel aan. Ik sta hier voor een probleem; problemen zijn er om op te lossen. Ikgeleerd mijn schema te volgen. Als de ander ongelijk heeft, zeg ik hem dat zonder kwaad te worden. Confrontatie: Daar hebt ge het. Nu niet kwaad worden. Ik kan rustig blijven luisteren en blijf verder bij mijn plan. Vooral sportief blijven. Als zij roepen is dat hun probleem niet het mijne. Wat gebeurt is geen ramp. Rustig blijven, niets forceren. rustig in en uitademen. Ik ga de ander geen plezier doekwaad te worden. Als ik optimistisch blijf komt alles uiteindelijk wel goed. Een klap doet zeer, maar is het einde van de wereld nog niet. Een sterke oude trotse boom als ik heeft al voor grotere stormen gestaan die hij ook te boven kwam. Arousal reductie: Ik geef mij nu 5/10. Tijd voor mijn oefening. Ik maak me rustig ontspannen. Het beven gaat weg, normaal en rustig wordt die ademhaling. Aandacht terug naar buiten: Ok, nu de volgende stap. Wat is het probleem nu, wat wil ik zeggen. Waar heeft de ander gelijk, waar heb ik gelijk? Hoe kan ik het minder verwijtend zeggen? Eveproberen. Wat er ook gebeurt, ik blijf kalm en rustig, en weer af waar nodig. Woede gaat weg door vechten, maar nog beter door ontspanning. Feedbackfase: a) Conflict niet opgelost: Ok, ik poog wat afstand te nemen. Ik maak mij hier weg met zo weinig mogelijk schade. Een verloren veldslag is daarom nog geen verloren oorlog. Trouwens als iweggaan ben ik de slimste. Ik heb het lastig, maar houd vol. Straks wordt er wel weer anders gesproken. Na regen komt zonneschijn. b) Conflict opgelost: Dat heb ik goed gedaan. Ik zou me echt kwaad kunnen gemaakt hebben, maar beheerste mijn woede. Soms ben ik te trots om toe te geven; maar ik heb nu meerover mezelf en dat is wat telt.

228228

Attributie Attributie hertraininghertraining

•• Attributies (toeschrijven van Attributies (toeschrijven van oorzakelijkheid) zijn medebepalend voor oorzakelijkheid) zijn medebepalend voor de manier waarop info verwerkt wordt.de manier waarop info verwerkt wordt.

•• Verschillende dimensies:Verschillende dimensies:–– interne versus externe oorzaakinterne versus externe oorzaak–– globaal versus specifiekglobaal versus specifiek–– stabiel versus veranderlijkstabiel versus veranderlijk–– controleerbaar versus oncontroleerbaarcontroleerbaar versus oncontroleerbaar

229229

Uiteindelijke keuzeUiteindelijke keuze

•• Meerdere aspecten worden vaak Meerdere aspecten worden vaak gecombineerd.gecombineerd.

•• Van belang: leeftijd, ontwikkelingsniveau.Van belang: leeftijd, ontwikkelingsniveau.•• Belangrijk is een diagnostiek die peilt naar Belangrijk is een diagnostiek die peilt naar

het relatieve belang van verschillende het relatieve belang van verschillende aangehaalde factoren. aangehaalde factoren.

230230

•• AngerAnger CopingCoping Program (18 sessies)Program (18 sessies)•• CopingCoping Power Program (33 kind/16 Power Program (33 kind/16

ouders)ouders)•• FastFast Track ProjectTrack Project

LochmansLochmans groepsprogramma groepsprogramma ((DodgeDodge))

231231

LochmansLochmans programma (programma (DodgeDodge))

•• Verstoorde perceptie van zelf en anderen. Verstoorde perceptie van zelf en anderen. •• Minder aansluitende sociale doelen.Minder aansluitende sociale doelen.•• Minder goede probleemoplossing (vooral Minder goede probleemoplossing (vooral

dan verbale dan verbale onderhandelingsonderhandelings-- en en bemiddelingstechnieken). bemiddelingstechnieken).

•• Gedachte dat agressie loont. Gedachte dat agressie loont. •• Slechte uitvoering van oplossingen door Slechte uitvoering van oplossingen door

zwakke sociale vaardigheden.zwakke sociale vaardigheden.

232232

Outcome Expectations: Aggression can work for him

233233

•• Doelen stellenDoelen stellen•• Bewust zijn van woede en hostiliteitBewust zijn van woede en hostiliteit•• Woede hanteringWoede hantering•• PerspectiefnamePerspectiefname•• SocialSocial problemproblem solvingsolving•• Weerstand tegen druk leeftijdsgenotenWeerstand tegen druk leeftijdsgenoten

234234

•• Doelen stellen: concreet/observeerbaar, met jongere Doelen stellen: concreet/observeerbaar, met jongere onderhandeld, registratieblad, beloningsysteem, flash onderhandeld, registratieblad, beloningsysteem, flash cardcard, positieve sfeer & steun., positieve sfeer & steun.

•• Bewust zijn van woede en hostiliteit: thermometer, Bewust zijn van woede en hostiliteit: thermometer, lichaamssignalen, ademhalingscontrole, afleiding, lichaamssignalen, ademhalingscontrole, afleiding, selfselfstatements, werken met rollenspel, werken met poppen statements, werken met rollenspel, werken met poppen (spelregels).(spelregels).

•• Woede hantering: Woede hantering: selfself statements.statements.•• Perspectief name: rollenspel vertrekkend van kaartPerspectief name: rollenspel vertrekkend van kaart–– na na

tijd bevriezen van spelers en interview, techniek met tijd bevriezen van spelers en interview, techniek met motief uit hoed trekken en dit spelen/ anderen raden motief uit hoed trekken en dit spelen/ anderen raden motief.motief.

•• SocialSocial problemproblem solvingsolving: gebruik video, script: gebruik video, script•• Weerstand tegen druk leeftijdsgenoten: goed/slechte Weerstand tegen druk leeftijdsgenoten: goed/slechte

druk, weerstand bieden, goede vriendengroep.druk, weerstand bieden, goede vriendengroep.

235235

VerhaalVerhaal

•• Een aantal jongens hebben de voetbal van Een aantal jongens hebben de voetbal van Kevin geleend tijdens de middagspeeltijd. Kevin geleend tijdens de middagspeeltijd. Wanneer hij op het einde van de lesdag Wanneer hij op het einde van de lesdag buiten komt zijn al een aantal anderen buiten komt zijn al een aantal anderen met de bal aan het spelen. Kevin moet na met de bal aan het spelen. Kevin moet na school onmiddellijk naar huis. Op de school onmiddellijk naar huis. Op de laatste prent zie je Kevin naar huis gaan laatste prent zie je Kevin naar huis gaan met de bal onder zijn arm; wat gebeurde met de bal onder zijn arm; wat gebeurde in tussentijd?in tussentijd?

236236

PSM-C••SocialSocial problemproblem solvingsolving: aantal en kwaliteit oplossingen evalueren.: aantal en kwaliteit oplossingen evalueren.

237237

PSMPSM--C C InhoudsInhouds CoderingCodering

•• VerbaleVerbale TussenkomstTussenkomst((AangepastAangepast en en NegatiefNegatief))

•• DirecteDirecte ActieActie((AangepastAangepast en en NegatiefNegatief))

•• HulpHulp--zoekenzoeken•• NietNiet--confronterendconfronterend

•• FysiekeFysieke AgressieAgressie•• VerbaleVerbale AgressieAgressie•• OnderhandelenOnderhandelen•• CompromissenCompromissen

238238

G o a l S h e e t

F o r : J o a n B a r t h

W e e k o f : 6 / 4 / 0 1 /

M o n d a y Y N J o h n L o c h m a nT u e s d a y Y N J o h n L o c h m a nW e d n e s d a y Y N .T h u r s d a y Y N J o h n L o c h m a nF r i d a y Y N J o h n L o c h m a n

M e t G o a l s1 - 2 D a y s = 1 p o i n t

3 - 4 D a y s = 2 p o i n t s5 D a y s = 3 p o i n t s

G o a l : I w i l l k e e p m yh a n d s t o m y s e l f d u r i n gl u n c h t i m e . I , J o a n B a r t h , h a v e c h o s e n t h e a b o v e g o a l a n d a m r e s p o n s i b l e f o rd o i n g m y b e s t t o m e e t t h i s g o a l a n d h a v i n g m y t e a c h e r s i g n t h i s s h e e td a i l y .

239239

WoedeWoede thermometerthermometer

Losgeslagen/woedendLosgeslagen/woedend

StomendStomend/ / kwaadkwaad

GeGeïïrriteerd/verveeldrriteerd/verveeld

GefrustreerdGefrustreerd

•Agressie wordt beleefd in “alles” of “niets” termen. Door de thermometer kunnen jongeren hun woedeniveaubenoemen en triggers erkennen.

• Probleemoplossing is eenvoudiger bijlage arousal

•Lochman gebuikt een grote versie op de vloer tijdens rollenspel

240240

•• PersepctiefnamePersepctiefname

241241

Why is she throwing a tomato ?

242242

Why is he walking by and not stopping ?

243243

Ouderlijke Vaardigheden bij Ouderlijke Vaardigheden bij LochmanLochman•• Positieve aandacht en beloning voor gepast gedrag.Positieve aandacht en beloning voor gepast gedrag.•• Negeren minder belangrijk verstorend gedrag.Negeren minder belangrijk verstorend gedrag.•• Regelstelling en geven van instructies.Regelstelling en geven van instructies.•• Consistent en consequent gebruik van time out, Consistent en consequent gebruik van time out,

inleveren beloning en privileges.inleveren beloning en privileges.•• MonitoringMonitoring•• Verbetering van de communicatie en activiteiten in Verbetering van de communicatie en activiteiten in

gezin.gezin.•• Stress management ouders verbeteren.Stress management ouders verbeteren.•• Uitleg van wat de kinderen leren met het oog op Uitleg van wat de kinderen leren met het oog op

transfer.transfer.•• Steun aan huis.Steun aan huis.

244244

Anders boos wordenAnders boos worden

Minder boos en opstandigMinder boos en opstandig(18 sessie jongeren(18 sessie jongeren18 sessies ouders)18 sessies ouders)

245245

VIIIVIII. . ResidentiResidentiëëelel modelmodel

246246

Pedagogisch Centrum WagenschotPedagogisch Centrum Wagenschot

2 Majeure agressie triggers:

• Iets zeggen over uw moeder….

• U aanstaren en begapen….

247247

Gemeenschappelijk aan ieder model:Gemeenschappelijk aan ieder model:

•• Visie op doelgroep en zijn noden.Visie op doelgroep en zijn noden.•• Regels en routines vastleggen.Regels en routines vastleggen.•• Communicatieve houding en stijl bepalen.Communicatieve houding en stijl bepalen.•• Naast de groepsmatige benadering Naast de groepsmatige benadering

individueel programma voorzien.individueel programma voorzien.•• Scripts crisisinterventie ontwikkelen.Scripts crisisinterventie ontwikkelen.

248248

Ged

rags

-& a

ttitu

detr

aini

ng

Vakt

rain

ing

Cog

nitie

f em

otio

nele

trai

ning

3 soorten training voor jongeren in 3 soorten training voor jongeren in BUSO type 3BUSO type 3

249249

SpanningsveldSpanningsveld

K-dienst

Reva

JB

MPI Cat 14BUSO T3

Bizar gedragComplex gedragStoornis realiteitOverspoeling

LeerstoornisResistent gedrag(herhalende systematische oefening)

POSGezinsondersteunendMOFSanctie + heropvoeding

250250

Noodzakelijke ingrediNoodzakelijke ingrediëëntennten

1.1. Een werkingsmodelEen werkingsmodel2.2. Mensen met de kracht, het enthousiasme Mensen met de kracht, het enthousiasme

en de competentie om het toe te passenen de competentie om het toe te passen

251251

252252

BemerkingBemerking

•• Tot nu toe bleven 2 elementen Tot nu toe bleven 2 elementen onderbelicht in deze uiteenzetting:onderbelicht in deze uiteenzetting:–– De nood aan een ethische kader en De nood aan een ethische kader en

waardegericht, emanciperend werkenwaardegericht, emanciperend werken–– Naast interventies gericht op de Naast interventies gericht op de ““stoornisstoornis””

zijn er een aantel interventies naar de zijn er een aantel interventies naar de omgeving. Op deze manier creomgeving. Op deze manier creëëren we een ren we een veilig en daardoor groeibevorderend kader.veilig en daardoor groeibevorderend kader.

253253

10 gouden basisprincipes10 gouden basisprincipes v2 01v2 01--0606Waarden, attitudes & Waarden, attitudes & grongron,,dhoudingendhoudingen basaal model, basaal model, LSCILSCI, , SOWSOW, , GedeeldGedeeld

1.1. De grond waarop wij zaaien is die van wederzijds respect (en verDe grond waarop wij zaaien is die van wederzijds respect (en verbondenheid), bondenheid), met jongere, oudersysteem en omgevingmet jongere, oudersysteem en omgeving

2.2. Structureer en organiseer, drijf niet ongericht mee, wees conseqStructureer en organiseer, drijf niet ongericht mee, wees consequent, wees uent, wees duidelijk; markeer, alles op zijn tijd en plaats. Werk gefaseerdduidelijk; markeer, alles op zijn tijd en plaats. Werk gefaseerd Gebruik de groep Gebruik de groep als middelals middel

3.3. Werk preventief (plan, analyseer en stuur bij)Werk preventief (plan, analyseer en stuur bij)4.4. Gedrag & Emotie: Kijk verder dan gedrag (decodeer op niet bedreiGedrag & Emotie: Kijk verder dan gedrag (decodeer op niet bedreigende gende

manier) manier) -- maak contact met de jongere en zijn leefwereldmaak contact met de jongere en zijn leefwereld. Bekijk de dingen in . Bekijk de dingen in een breder kader. een breder kader.

5.5. Communiceer helder, blijf concreet, luister actief en geef Communiceer helder, blijf concreet, luister actief en geef ikik--boodschappenboodschappen. . OndesteunOndesteun communicatie visueelcommunicatie visueel

6.6. Wees een duidelijk, aantrekkelijk en inspirerend model voor de jWees een duidelijk, aantrekkelijk en inspirerend model voor de jongere.ongere.7.7. Volg op en deel met anderen..Volg op en deel met anderen..8.8. Tijd brengt raad, heb geduld. Verwacht niet teveel in Tijd brengt raad, heb geduld. Verwacht niet teveel in éééén keer. Denk in n keer. Denk in

stappen. Het voordeel van herhalend probleemgedrag is dat je meestappen. Het voordeel van herhalend probleemgedrag is dat je meerdere rdere kansen krijgt om een goede aanpak of een alternatief te bedenkenkansen krijgt om een goede aanpak of een alternatief te bedenken. Denk niet . Denk niet te snel in te snel in ““er op of er onderer op of er onder”” termen. Denk in (haalbare) stappen. Herhaal. termen. Denk in (haalbare) stappen. Herhaal. CreCreëëer werkbaarheider werkbaarheid

9.9. Heb steeds oog voor het positieve hoe klein ook. Heb steeds oog voor het positieve hoe klein ook. Moedig voortdurend aan.Moedig voortdurend aan.Waarderend werken betekent: versterken van kwaliteiten, van mogeWaarderend werken betekent: versterken van kwaliteiten, van mogelijkheden, lijkheden, oogvoor wat wel loopt (niet fixeren op tekorten en beperkingen)oogvoor wat wel loopt (niet fixeren op tekorten en beperkingen)

10.10. Houd vol (humor helpt & creativiteit ook)Houd vol (humor helpt & creativiteit ook)

254254

Zwak begaafd Licht mentaal gehandicaptZwakker verbaal dan perf.Stoornis executieve functiesBIS/BAS ontregelingVIM probleem

Maa

tsch

appi

j

Maatschappij

Maatschappij

Maatsch

appij

Hoge impulsiviteitZwakke concentratie(overbeweeglijk)Emotioneel kwetsbaar

Gezinsmilieu: BASAAL•Ouder(s) met pathologie / eigen onverwerkt verleden•Weinig oplossingvermogen•Weinig draagkracht in verhouding tot draaglast•Economisch weinig stabiel•Veel onderlinge twist en onenigheid•Relaties vaker gekleurd vanuit macht (wie bepaalt), neiging om de tegen positie in te nemen, agressief coping model•Gebroken gezinnen met kinderen uit verschillende relaties(ongelijk behandeld)OPVOEDINGSVAARDIGHEDEN•Weinig consequent optreden•Gestoorde feedback (positief/negatief)•Zwakke regelstelling, zwakke normen, defect toezicht•Geen positieve betrokkenheid eerder wisselend•Emotionele diskwalificatie•Gebroken gezinnen met kinderen uit verschillende relaties(ongelijk behandeld)•Zondebok mechanisme, parentificatie

Verwaarlozings-Mishandelings-Misbruiksituatie

Negatief zelfbeeld (weinig onderscheid ideaal beeld & zelfbeeld)Flaterend extern zelfbeeldZwakke AutonomiefunctieRechten toe-eigenenFundamenteel ongeloof in mogelijkheden tot verandering (intern & extern)

Wantrouwen, verlatingsangst, wraakgevoelens, hostiliteit, stemmingswissels, geringe frustratietolerantie

Onveilig, ambivalent gehecht / hunkerend

•Agressie(verbaal/fysiek)(reactief/proactief(dwinggedrag)•Seksueel uitageren•Fugue•Diefstal•Liegen•Manipulatie•Risicogedrag (drug, vuur)•Straf & afwijzing uitlokken•Hervalgedrag•Gestuwd gedrag

LeerproblemenSchoolmoeheid

SomatiserenTicsAutomutilatieDepressieEncopresis(enuresis)ObesitasFaalangst

Negatief beïnvloed door peergroup

•Zwart:wit denken•Weinig rolneming•(cognitief/emotioneel)•Ontkenning, splitsing•Passief, vermijden palliatief•Externe attributie•Idealiseren & verwerpen

PH ‘05 V6

2

1

2’

3

0

4

5

4’

III

III

III’

IV

A

B

C

D

3’

255255

Macht over onmachtMacht over onmacht

In de therapeutische praktijk komt men vaak mensen tegen die zich onmachtig voelen. We merken verschillende manieren om onmacht om te zetten in macht. Gewoonlijk zijn dit strategieën die slechts op korte termijn renderen. We geven een paar voorbeelden: 1) Vanuit de ervaren verwerping: zelf de volgende verwerping actief uitlokken. De ander bij een

beginnende binding voor zijn. 2) Slachtoffer van seksueel geweld zal zelf een dader worden. De gepeste wordt zelf pester. Aan

anderen wordt de rekening gepresenteerd voor wat men als slachtoffer moest ondergaan. 3) Bij een Gilles de La Tourette syndroom gaat men zelf het vocaal symptoom manipuleren.

De jongere die via een onuitputtelijke reeks diefstallen de omgeving dwingt tot een onuitputtelijke strafspiraal. Het symptoom voorstellen als een bewuste keuze.

4) Iemand die hunkert naar liefde (cf. onveilige hechting) gaat de omgangsvormen juist erotiseren, de relatievraag omzetten in machtstermen om het affectiethema te ontwijken. Men doet steeds het omgekeerde van wat men zelf wenst.

5) Iemand die hunkert naar liefde (cf. onveilige hechting) zal een bijna anatomische interesse ontwikkelen voor schema’s van straten, elektronica, de werking van motoren, de binnen-kant van de dingen.

5bis) De schizofreen op zoek naar één theorie waarmee hij alles kan verklaren wat zich in de maatschappij afspeelt. Kennis geeft macht over de relationele en emotionele onmacht. De innerlijke desintegratie wordt verlegd in een strijd met de buitenwereld.

256256

Macht over onmachtMacht over onmacht6) Zich uit onmacht over het eigen functioneren inlaten met het wel en wee van anderen (cf.

verantwoordelijkheid opnemen voor hun lijden). Uit onmacht, onzekerheid over de eigen miserie anderen domineren.

7) Een extern opgeblazen zelfbeeld aanmeten dat het innerlijke zal camoufleren. 8) Het slachtoffer van aanranding voelt zich schuldig. Schuld impliceert controle en dus onrechtstreeks

veiligheid. Dus moet we opletten dat we niet alleen het schuldgevoel wegnemen, maar ook streven naar een grotere beveiliging (door bijvoorbeeld het leren stellen van grenzen).

9) De opdracht door een ander gegeven saboteren, waardoor een kortdurend triomfgevoel ontstaat. Te laat komen, niet opdagen, over de therapeut slecht spreken bij anderen. De therapeut incompetentie verwijten.

10) Zich hulpeloos opstellen (cf. verder actieve passiviteit) waardoor de ander in de rol gedrongen wordt van helper. Bepalen vanuit een onderliggende positie.

11) Soms merken we dat eetstoornissen een reactie vormen op een onmachtsituatie ten opzichte van leeftijdgenoten. De onmacht wordt geattribueerd aan het eigen dik zijn (of juist het slank zijn van de anderen). De jongere blijkt op een bepaald moment te zeggen: “Ik kan ook zo worden (slank en aantrekkelijk voor de anderen) en zal dat bewijzen”. Sociale onmacht wordt omgezet in controle over het eigen lichaam. Naarmate hier successen geboekt worden, start een tweede beweging op een biologische cyclus. Men wordt periodiek geconfronteerd met grote aandrang van honger, die aanleiding geeft tot vreetbuien. Hierop start dan vaak een tweede controlepoging: compensatie door braken of purgerende middelen te gebruiken. Na het braken is er schuldgevoel. Deze schuld is een actietendens tot verder uitagerend gedrag (mogelijk een volgende vreet bui). De tweede cyclus wordt algauw een autonoom proces dat onttrokken wordt aan de wilsbeschikking. Het geheel vindt plaats binnen een sterk perfectionische houding, dichotomiserend denken en een zwak zelfbeeld. Daarnaast vindt vaak in de onmacht tot zelfcontrole een openlijk controlegevecht met de ouders plaats (derde onmachtsomkering).

257257

Componenten individueel programma:Componenten individueel programma:

•• SOVA (rolneming, SOVA (rolneming, problemproblem solvingsolving), ), ZEPOZEPO..•• Cognitief luikCognitief luik•• ArousalArousal controle, imaginatie (veilig gevoel)controle, imaginatie (veilig gevoel)•• Contingentie management (individuele Contingentie management (individuele

opvolgschemaopvolgschema’’s)s)•• OuderbegeleidingOuderbegeleiding•• Medicatie (?)Medicatie (?)

258258

De De ongrijpbarenongrijpbaren•• Opvallend is de grilligheid en de chaos waarin ze Opvallend is de grilligheid en de chaos waarin ze

leven. Men krijgt de indruk dat zij ergens een leven. Men krijgt de indruk dat zij ergens een controleknop hebben waardoor zij kunnen kiezen of controleknop hebben waardoor zij kunnen kiezen of er een crisis komt of niet.er een crisis komt of niet.

•• Na een conflict is er niet de gebruikelijke Na een conflict is er niet de gebruikelijke ““daldal--periodeperiode””..

•• Vaak scherp sociaal inzicht. Meedogenloze opstelling Vaak scherp sociaal inzicht. Meedogenloze opstelling naar anderen.naar anderen.

•• Kerncognitie: Kerncognitie: ““Niemand ziet mij graagNiemand ziet mij graag””•• Voorgeschiedenis van seksueel misbruik of Voorgeschiedenis van seksueel misbruik of

mishandeling.mishandeling.•• Een goede periode kan snel omslaan in een Een goede periode kan snel omslaan in een

bijzonder slechte.bijzonder slechte.•• Begeleiding blijkt telkens die interventie te kiezen Begeleiding blijkt telkens die interventie te kiezen

welke een omgewenst effect geeft.welke een omgewenst effect geeft.

259259

Gestuwd gedragGestuwd gedrag

Gestuwd gedrag impliceert dat het gedrag de leerwetten (schijnbaar niet meer volgt). Waar onder normale omstandigheden een positief gevolg leidt tot gedragstoename en een negatief gedrag tot de afname van een bepaald gedrag treedt dit hier niet op. Welke reactie men ook geeft, we merken een toename van het deviante gedrag. We kunnen ditmet een voorbeeld rond automutilatie illustreren. Verhoogde aandacht uit de omgeving geeft logischer wijze een bekrachtiging van de appél functie van dit gedrag. Een negatieve reactie leidt juist niet (in tegenstelling tot de leerwetten) tot een vermindering van het probleemgedrag. Immers worden door de negatieve reactie een aantal cognities getriggerd bv.” ‘t is altijd ik”), die verdere negatieve emotie aanzwengelen. op haar beurt is de verhoogde emotie reden om het gedrag verder te blijven stellen. Naar interventie komt het erop neer deze ketens van gestuwd gedrag zo vroeg mogelijk te couperen en een alternatief gedrag te laten ontwikkelen.

260260

Onprettige situatie

Spanning

Gestuwd gedragGestuwd gedrag

Automutilatie

R1 ZorgMedelijdenAandacht: +S+

Ze moeten van mij niet weten‘t is altijd ik

R2 Neg. Commentaar: +S-

261261

LinehanLinehan

Dialectical Behavioral TherapyDialectical Behavioral Therapy

262262

Linehan: centrale begrippenChaos komt voort uit een combinatie van traumatiserende omgevingsfactoren invaliderende omgeving: (p 15) behoeften en emoties worden ontkend i.p.v. ingevolgd of minstens bevestigd -als het kind zegt dorst te hebben wordt dit betwijfeld; uitingen van verdriet, pijn of angst worden onthaald op hoongelach en afwijzing; op emotionele uitingen wordt de ene keer niet gereageerd, een andere danweer heel sterk; mislukken wordt steeds toegeschreven aan het kind, los van de inspanning die het reëel leverde; aangezien men het uiten van emoties diskwalificeert en slechts reageert na extreme escalatie, ontwikkelt het kind iets dat zweeft tussen extreme teruggetrokkenheid en extreme ontremming ). Deze invaliderende omgeving zal in interactie treden met een biologische kwetsbaarheid Verder is een fundamenteel kenmerk van deze jongeren hun emotionelekwetsbaarheid: dat ze op prikkels uit de omgeving erg reactief reageren. Deontreddering door emotionele prikkels duurt lang, ze keren niet zo snel terug naarhet emotionele basisniveau). Ze kunnen (Psychotherapie, 1995- nr 3, p288): disfunctionele vormen van gedragmoeilijk afremmen, hun emotionele stemming van het moment loslaten en hungedrag in doelen organiseren, hun fysiologische prikkeling moeilijk verhogen ofverlagen afhankelijk van wat de situatie vraagt, hun aandacht afleiden van prikkelsdie hun emotioneel verwarren, moeilijk emoties ervaren zonder een rebound effect teondergaan van een andere secundaire emotie (blijdschap wordt gevolgd doorverdriet).

263263

Tegenstrijdige nodenTegenstrijdige noden

De chaos is te verklaren uit een voortdurend oscilleren tussen een aantal tegenstrijdige noden. De betrokkene is niet in staat te komen tot een hogere synthese, maar blijft ter plaatse trappelen, overgeleverd aan het grillige spel van tegenstrijdige krachten. We zetten de tegenstrijdigheden op een rijtje: 1. Er bestaat een spanningsveld tussen zichzelf aanvaarden zoals men enerzijds is

en anderzijds de nood om te veranderen. 2. Er is een nood om nieuwe dingen te verwerven; het verwerven van die

vaardigheden leidt tot onafhankelijkheid, waar de cliënt uit is op binding, aandacht, warmte, nabijheid, onvoorwaardelijke, voortdurende aandacht en bevestiging.

3. Er is een spanning tussen het vasthouden aan eigen integriteit en het leren van nieuwe vaardigheden. Als nieuwe vaardigheden leerbaar zijn, dan is dat ter zelf der tijd een bevestiging van het feit dat het al zo lang aanhouden van de problemen in feite een gevolg is van eigen onwil, schuld, slechtheid.

264264

Polariteiten:Polariteiten:1. Emotionele kwetsbaarheid versus invaliderende omgeving.Deze emotionele kwetsbaarheid evenals de invaliderende omgeving werd hoger reeds omschreven. Op hun emotionele kwetsbaarheid reageren deze jongeren met ofwel afblokken, terugtrekken of onder reageren enerzijds, intens over reageren anderzijds. Zelfmoordpogingen en automutilatie zijn reacties op een allesoverheersend negatief gevoel. 2. Spanningsveld tussen Actieve passiviteit t.o.v. de Ogenschijnlijk Competente Persoon Actieve passiviteit verwijst naar de tendens om op problemen te reageren met passiviteit en hulpeloosheid. De actieve passiviteit heeft ook als doel om hulpgedrag van anderen uit te lokken. Maar hierdoor stijgt dan weer de afhankelijkheid en de neiging tot emotioneel over reageren op het verlies of het dreigend verlies van significante personen. Deze jongeren hebben anderzijds de neiging om zich ogenschijnlijk competent op te stellen. Ze moffelen hun zwakke punten weg en scoren op bepaalde deelsegmenten (bv. inschatten van non-verbaal gedrag) zo goed dat men gaat vergeten dat ze veel nood hebben aan aanmoediging en actieve bijstand. 3. Nooit ophoudende crisissen t.o.v. een geremd rouwproces. De emotionele kwetsbaarheid veroorzaakt aanhoudende crisissen waarvan de jongere nooit herstelt. Anderzijds zal tot ieders verbazing zal de borderline jongere in situaties waar men juist emotionele reacties verwacht onder reageren. Zowel het over reageren als het onder reageren staan een effectief rouwproces in de weg. Dit proces dient aan de cliënt verduidelijkt. Bovendien dient de hoop gegeven dat eens de persoon in contact komt met zijn reële gevoelens van verdriet, er ondanks de pijn toch een verwerking kan op gang komen.

265265

Het competentiemodelHet competentiemodel

PROTECTIEVE FACTOREN

ONTWIKKELINGSTAKEN

VAARDIGHEDEN

STRESSOREN

Het Competentiemodel van Slot ingekleurd vanuit het Structuur en confrontatiemodel

gezin /omgeving:* onveilige buurt* sociaal economisch zwak* - opvoedingsvaardigheden* eigen niet verwerkte ziektegeschiedenis/pathologie* veelvuldige schoolwissels* neg peers

* vaak moeilijke hechting* zwakke autonomiefunctie* negatief weinig uitgetekend zelfbeeld* weinig rolneming* gn respect voor eigen lichaam* zwakke normering

organisch:emotioneel kwetsbaarzwakbegaafdimpulsiviteit / zwakke concentratie/ overachtiefsyndromen: Gilles de la Tourette, Klinefelter,..

traumata:* mishandeling* misbruik* verlating* wisseling school & setting

PH ‘00 - V1

266266

Vergelijking Wagenschot Vergelijking Wagenschot --CompetentiemodelCompetentiemodel

Gemeenschappelijk aan beiden: I. Beiden vertrekken van een ontwikkelingsmodel. Model betekent dat we een

theorie hebben over de publieksgroep, dat we doelstellingen hebben en daar een expliciete methodiek bij laten aansluiten. Het model van Slot heeft wel een empirische ondersteuning. Het model waar wij mee werken is een ervaringsmodel.

II. In beide modellen wordt er gewerkt op vaardigheden en problem solving technieken gekoppeld aan leeftijdseisen. Men werkt dus, zeker in de aanvangsfase, op gedrag eerder dan op emotie. Beide modellen staan (zeker in een aanvangsfase) terughoudend ten opzichte van emotieventilatie als helende factor.

III. Bij beide modellen worden de positieve elementen in kaart gebracht. IV. Beide modellen hebben een aantal gemeenschappelijke elementen: het definiëren van

regels & bepalen van routines, ingaan op de basishoudingen van de opvoeders naar de jongeren (en elkaar toe), het werken met een individueel programma en oog hebben voor crisishantering.

V. Het gaat bij beiden om een gefaseerd proces.

267267

Vergelijking Wagenschot Vergelijking Wagenschot --CompetentiemodelCompetentiemodel

Verschillend tussen beide modellen I. In het model dat wij hanteren wordt de impact van

psychopathologie zwaarder ingeschat (cf. meerlagig en meervoudigprobleemgedrag). Het motivationeel “kapot zitten” (met de erbijhorende ontkenningen), de emotionele kwetsbaarheid, deondergane trauma’s, de negatieve input vanuit het gezinsmilieu bijonze publieksgroep zijn naar onze mening niet louter om te kerendoor een positieve benadering. We verwijzen hier ook naar detheorie van Gray.

II. Hier willen we aan toe voegen dat het negatief gedrag vaakgeautomatiseerd is. Dit wil zeggen dat het gedrag minderbeïnvloed wordt vanuit de consequenties die erop volgen. Het zijneerder de discriminatieve stimuli die een bijna automatisch verloopvan het proces triggeren. Geautomatiseerd gedrag wordt vanuitandere hersengebieden gestuurd dan nieuw in te oefenen gedrag.

268268

Vergelijking Wagenschot Vergelijking Wagenschot --CompetentiemodelCompetentiemodel

III. We gaan er aansluitend bij het voorgaande van uit dat dwingerig gedrag vaak intermittent bekrachtigd werd. Dit betekent dat het resistent tegen uitdoving.

IV. Vaardigheidstraining is bij ons belangrijk. Ze staat echter veel minder centraal. We werken/verrekenen veel sterker elementen rond zelfbeeld en cognitieve schema’s. In het competentiemodel is er een sterk positieve benadering die overweegt. In het conflict en structuurmodel is er een periode van begrenzen en vaak negatieve feedback. Het positieve is in die periode eerder te vinden in het engagement (“We laten u niet los”; “Hier raak je niet weg door slecht gedrag”).

De voorgaande punten rond de kerneigenschappen van onze publieksgroep vormen de motivatie tot onze andersoortige aanpak.

V. Het contextuele, verschillende perspectieven, hanteringsgedrag, ziektetheorie en loyaliteiten worden in ons model meer verrekend. Om het met een boutade te zeggen: “Het gezin is meer dan een verzameling van protectieve factoren en stressoren”.

VI. Het competentiemodel werkt zeer sterk in op een aspect (het opdrijven van vaardigheden binnen een uitgesproken positieve sfeer). Wij werken breder, op verschillende terreinen maar minder diep.

VII. Alhoewel wij gestructureerd werken (een uitgebreid regelpakket door alle opvoeders consequent toegepast) is het competentiemodel veel meer uitgewerkt (cf. vrijheidsgraden, het opsplitsen van vaardigheden in deelvaardigheden, werken met basisrechten en een bijkomend te verdienen privilege)

VIII. In het competentiemodel krijgt de groep veel uitleg over wat er met de andere jongeren aan de hand is, en wordt hen vaak expliciet om hun medewerking gevraagd. We houden het hier nogal op het recht op een persoonlijk en privé(be)leven door de jongeren: “Ieder bemoeit zich met zijn eigen problemen en betrekt er geen anderen bij dan de groepsleiding”.

IX. Anderzijds zullen we de jongere in aanvang weinig keuzes aanbieden. Vanuit een opgelegd/afgedwongen programma & regelstructuur willen we gaandeweg komen tot succeservaring, inspraak en meer zelfsturing. Binnen het competentiemodel verloopt het ganse proces positiever en sneller.

X. In de aanvangsfase is er in ons model een belangrijke nadruk op de afbouw van probleemgedrag. In het competentiemodel richt men zich sterk op het faciliteren van bestaand en het aanleren van nieuw gedrag. Indien bepaalde ontwikkelingstaken te zwaar zijn, wordt er aan taakverlichting gedaan. Bij te lichte taken wordt aan taakverzwaring gedaan. Binnen beide modellen is het belangrijk dat men taken aanbiedt die juist boven het huidige vaardigheidsniveau liggen.

269269

Staving structurerend handelen

Staving van ons structurerend handelen: Er is sprake van veel gestuwd gedrag d.i. automatisch ontwikkelend

gedrag dat weinig beïnvloedbaar is door elementen in de omgeving. Zie ook lange geschiedenis van het probleemgedrag.

De biologische theorie van Quay stelt: dat er onevenwichten zijn tussen remmende structuren en activerende structuren: Te weinig remkracht en teveel opzoeken van beloningen die snel hun waarde verliezen.

De theorie van Arntz die zegt dat mensen met een persoonlijkheidsstoornis of (as2 stoornis) in tegenstelling tot mensen met een as1 stoornis geen schema’s rond “normaliteit” ter beschikking hebben, en ze dus eerst moeten aangeleerd worden.

De opvatting van Arntz dat mensen met een antisociale persoonlijkheidsstoornis dienen geconfronteerd te worden met regels en normen en met de kost die een overttreding met zich meebrengt.

De theorie van Patterson, waarbij hij een relatie vond tussen het ontstaan van antisociaal gedrag en een gebrek aan monitoring en disciplinering. Vermoedelijk zullen de positieve vaardigheden (betrokkenheid, interpersoonlijk probleemoplossen en bekrachtigen) wel een gunstig effect hebben op het zelfbeeld en zo onrechtsreeks op het afremmen van negatief gedrag. Dit zou echter een trager werkend mechanisme kunnen zijn..

270270

Walter Walter MatthysMatthys: Effectiviteit residentie bij : Effectiviteit residentie bij CD (lagere school)CD (lagere school)

•• Een sociaal leermodel blijkt effectiever dan een Een sociaal leermodel blijkt effectiever dan een programma gebaseerd op programma gebaseerd op intraintra--psychischepsychische verandering. verandering. Voorafgaand aan de Cognitief Gedragsmatige Voorafgaand aan de Cognitief Gedragsmatige behandeling dienen behandeling dienen contingencycontingency management en sociale management en sociale vaardigheden getraind.vaardigheden getraind.

•• KazdinKazdin toonde aan dat een combinatie van een toonde aan dat een combinatie van een programma van cognitieve gedragsmatige elementen en programma van cognitieve gedragsmatige elementen en training ouderlijke vaardigheden meest succesvol is.training ouderlijke vaardigheden meest succesvol is.

•• Het residentiHet residentiëële luik moet voor vele jaren gevolg door le luik moet voor vele jaren gevolg door een ambulant luik. een ambulant luik.

•• De lijst van Quay wordt vervolledigd: lage hartslag, lage De lijst van Quay wordt vervolledigd: lage hartslag, lage huidgeleiding samenhangend met geringe huidgeleiding samenhangend met geringe prosocialeprosocialeorioriëëntatie, lage serotonine werking (ntatie, lage serotonine werking (inhiberendinhiberend) in ) in verband met impulsiviteit.verband met impulsiviteit.

271271

Kenmerken As2 stoornisKenmerken As2 stoornisCCdiffusediffuse presentatiepresentatie van vage slecht van vage slecht

gedefinieerde klachten; het is moeilijk te gedefinieerde klachten; het is moeilijk te bepalen waaraan te werken.bepalen waaraan te werken.

CCinterpersoonlijkeinterpersoonlijke problemenproblemen: de : de samenwerkingrelatie met de therapeut loopt samenwerkingrelatie met de therapeut loopt ook hierdoor moeilijk.ook hierdoor moeilijk.

CCrigiditeitrigiditeit: onbuigzame patronen van denken en : onbuigzame patronen van denken en handelen, die moeilijk uit te dagen zijn.handelen, die moeilijk uit te dagen zijn.

CCcognitievecognitieve en affectieve vermijding en affectieve vermijding waardoor waardoor standaardtechnieken uit de traditionele standaardtechnieken uit de traditionele cognitieve therapie niet kunnen worden cognitieve therapie niet kunnen worden toegepast. (Young,J. en Pijnaker, H., toegepast. (Young,J. en Pijnaker, H., ‘‘99)99)

Werken met Werken met BorderlineBorderline StoornisStoornis

272272

273273

274274

275275

276276

ChildChild modesmodes

•• SchemaSchema’’s zijn te clusteren volgens s zijn te clusteren volgens childchild--modesmodes. Het is . Het is een deel van het zelf of een emotionele toestand waarbij een deel van het zelf of een emotionele toestand waarbij schemaschema’’s en s en copingcoping stijl betrokken zijn. Een schema stijl betrokken zijn. Een schema modus is niet volledig gemodus is niet volledig geïïntegreerd met de andere delen ntegreerd met de andere delen van het zelf.van het zelf.

•• Deze worden op verschillende momenten Deze worden op verschillende momenten hypervigilanthypervigilant. . Ze geven zicht op weerkerende patronen in het gedrag. Ze geven zicht op weerkerende patronen in het gedrag. CliCliëënt zal zich op verschillende momenten met andere nt zal zich op verschillende momenten met andere modi vereenzelvigen.modi vereenzelvigen.

•• Bij Bij BorderlineBorderline: Mishandelende/verwerpende ouder, : Mishandelende/verwerpende ouder, hunkerende kind, kwade kind, onthechte beschermer, hunkerende kind, kwade kind, onthechte beschermer, volwassene (volwassene (cfrcfr. Redelijke zelf).. Redelijke zelf).

277277

ChildChild--modesmodes: opgepast: opgepast

•• Het gaat niet over verschillende Het gaat niet over verschillende persoonlijkheden binnen persoonlijkheden binnen éééén individu.n individu.

•• Therapeutisch gaat men in coalitie met het Therapeutisch gaat men in coalitie met het gekwetste/ hunkerende kind. Men gaat in verzet gekwetste/ hunkerende kind. Men gaat in verzet tegen de mishandelende ouder. De beschermer tegen de mishandelende ouder. De beschermer wordt gaandeweg overbodig. Bij jongeren die wordt gaandeweg overbodig. Bij jongeren die nog contacten hebben met hun ouders en de nog contacten hebben met hun ouders en de loyauteitenloyauteiten nog veel sterker zijn moet men nog veel sterker zijn moet men gedoseerd te werk gaan.gedoseerd te werk gaan.

278278

Werken met Werken met childchild modesmodes

AFWEZIGE OUDERSFeestende moeder die me niet beschermt tegen vriendjesVader .... Afwezig en gelijkenis met K..* Ik kleed me uitdagend, ik wil naaktmodel zijn, ik spreek seks

casettes in.* (Omkering) Ik speel hulpverlener voor Jan (mijn vriend).

HET KIND IN MIJ* Ze laten me alleen.* Ze beschermen me niet.* Ik kan de opdrachten nog niet aan, ben nog een klein meisje* Ik ben het beu om de problemen voor anderen op te lossen* Anderen zijn mooier (zus)* Ik ben het beu om alsmaar mijn best te doen terwijl niemand naar mij omkijkt.

ZELF BESTRAFFER* Ge kunt niets domme trut, blijf maar dromen* Ik drink als ik een kans zie mezelf te pletter* Ik ben dom en lelijk.

HET KWADE KIND / DE REBEL* Wacht maar ik zet het jullie betaald.* Mijn pa zal voor mij betalen.* Als gij peist dat ik voor uw schone ogen opdrachten zal

uitvoeren, dan zijt ge aan het verkeerde adres.* Ik ben beter dan de rest* Als ge me zin niet geeft, dan ga ik uit de bol; ik ben koppig* Ik vertrek op mijn 18de

TERUGTREKKER* Ik praat, ik verkoop show, maar steek mijn

onzekerheid weg door te spreken van later* Ik ga in discussies over détails om mijn

onmacht te verstoppen.* Ik doe mijn best niet want het stelt toch niets

voor (school/job)* Ik fantaseer er op los.

DE VOLWASSENE / DE OVERSCHOUWER* Het wordt tijd dat ik iets van mijn leven maak.

PH. ‘00-v2

279279

De De gelijkenisgelijkenis tussentussen verschillendeverschillende benaderingenbenaderingenTaakvelden (Kok) Conflictanalyse /

Hantering Therapiefasering Lineham Therapiefasering

Young 1.basisfuncties / veiligheid 1.functionele analyses in

operante termen ( contin-gentiemanagement, stimuluscontrole, responspreventie / mediatieprogramma’s)

1.installeren van veiligheid afbouw suïcidaal gedrag

1. Relatie leggen, rationale, praktische afspraken

2.vermindering van gedrag dat de therapie verstoort aangepaste sociale vaar-digheidstraining: Kernoplettendheidsvaardighe-den:(Redelijke zelf, Emotionele Zelf, Wijze Zelf) (observeren, beschrijven, participeren / oordeelsvrije houding aannemen, aan-dacht richten op één ding tegelijk, effectief zijn) Intermenselijke effectiviteitsviteitsvaardigheden; Emotieregulatievaardigheden; Vaardigheden voor het verdragen van crisis

2. Symptoom en crisismanagement

2.sociaal klimaat 2.sociale vaardigheidstraining, problem solving, rolneming, zelfcontrole

3. Correctie denkfouten, schema-identificatie en opsporen van historische wortels

3.verwerking traumatiserend verleden 3.individueel therapeutisch opvoeden

3.functionele analyses via referentiële conditionering (cf teken-betekende); identiteitsopbouw cognitief werken

4.opbouw zelfrespect bereiken individuele doelen

4. Traumaverwerking en schemaverandering

5. Afronding

280280

Nina H. ° 1/9/86 Opname: 8/6/2000Medisch:1 mnd.: 14 dagen hospitalisatie: dehydratatie2,3 mnd: hospitalisatie 3 dagen; reden onbekendOp jonge leefti jd enuresis (? verloop)Orthodontische behandelingLenige motoriekStarre wil, cholerische buienEmotioneel kwetsbaarADHD (B)IQ 9-‘94: V105; P 108; T 106

Gezin:Wettelijke Vader: Erik H (29/7/’53)Natuurlijke vader: W. R.Mishandeling door Erik eerste levensmaanden (niet duidelijkvan moeder of N)Erik heeft met Mia kind; N stelt zich onverschil lig afwijzendop.Erik voelt zich afgewezen omdat N het contact verwerpt , woualle kinderen rond zich verenigen, mei ‘99 (ZS)

Moeder:Nancy V M (5/5/’65)Zelfmoordpoging als N 1 mnd is (overmedicatie), weigerthulp en opvolging; nadien labiel en depressiefMoeder 14 daags op bezoek bij haar, vanaf 4de verjaardagniet meer gezienWettelijke scheiding in ‘99

Kinderen:17/12/84 Edgard VM home Tiki, home DB (?)1/9/86 Nina

Dim H pleeggezin

Pleegouders: Henk DS (bakker in dienst, helpt in tea roomvrouw)

Karin V (uitbaatster tea room)Patricia 18/7/67 opvoedster (op 26 jaar thuiswonend). N. bl ijkt afgunstig en concurrentiëel testaan t.o.v. P

Van in het begin waren er problemen bij pleeggezin: wenenen tieren, angsten (‘s nachts wakker worden, erg transpirerenen hysterisch wenen - pleegvader geeft paar klappen).Daarnaast is N eisend, dreigend, grensverleggend. Ouderskunnen zich niet opstellen zoals ze wil len: pleegvader steltzich rigide streng op (schuldgevoel?). Pleegmoeder wilgeven, maar wordt iedere keer gepakt in deze rol .Spreken zelf van verergering bij 1ste leerjaar: meer personenen hogere eisen.Zitten in handelingsonmacht. Hadden internaat als strafvoorgesteld (zelf schuldgevoel). Spijt hierover, herhalenechter bi j observatiecentrum. Als ze straffen verl iezen ze nogwat N. krijgt aandacht.Ook in tea-room manipulatie: mensen aanklampen op zoeknaar affectie, voor hulp bij huiswerk, dingen vragen dieouders haar weigerden

Sociale en communicatieve vaardigheden:Heeft goed emotioneel inlevingsvermogenSpreekt snel en l ijkt niet naar anderen te luisterenHeeft neiging om zich dominant op te stellenKan niet tegen dreigend verl ies: zal saboterenA: is graag het middelpunt (cf. bij zang) anderen moeten luisteren

StressorenAfwezigheid van moeder; onzekerheid over haar lot (mei ‘99 brief ongeopend terug)Erik blijkt geen natuurlijke vader te zijnPleegouders moeten forfait gevenVerandering van instellingtot eind ‘96: geen besef van broers of vaderVerscheurende loyauteit-keuzes tussen ouders onderling en grootouders

EmotioneelVerlatingsangstenWoedeSpecifieke vroegkinderlijke angsten (cf; verbli jf plaagouders:angst warm water) (trauma:hyp)

Gedrag en Coping::Plaatsingsgeschiedenis:14 mnd plaatsing Zo2 jr 3mnd: versnelde overgang naarpleeggezin; sterke huilbuien wanneerze na weekend tijdens proefperiodewerd terug gebracht.‘93: van bij pleeggezin op internaatin school (St A) (2de leerjaar)23-6-94: (Z) observatie. 1-9-94:Behandeling (DB)verschuiving hulpvraag: vanondersteuning pleegouders omwillevan uitdagend en extreem aandachtzoekend gedrag naar eindepleegouderschap. Eind ‘94individuele therapie. Stelt zichmanipulerend op.31-1-97: (ZS)16-3-2000: (W)Scholen:‘93 :St A: 2de leerjaar96-97 en 97-98: (A) 6de leerjaar:wisselende inzet, presteert eerderonder mogelijkheden, weiniguithouding bij tegenkanting98-99: (A) 9C99-2000: Buso D V observatiejaar

Seksualiserend gedrag: van aandachttrekken via lichaam en kledij totopener seksuele opstel ling inpuberteit (hyp:de macht van hetlichaam naast de verhoogdeaandrang)Weinig zelfcontrole, stuurloos endaardoor in chaos verzei len.

Passieve faalangst: kookte in ZS 1xper week voor de groep, liet datachterwege om kritiek te vermijden.

Manipulerend de ander pogen tetreffen.

5-99: gebroken met wettelijke vader;brief naar moeder komt ongeopendterug (is dit contingent op uitsprekenscheiding of geboorte kind Mia. enErik?)

Meta-Zelf:ZS: blijkbaar heeft ze het gevoel dat het niet goed maggaan (hyp: schrik om dan te verliezen: “telkens als; ofloyauteit moeder) ZS+B+Z: ze is creatiefZ: overwegend eisend, extreem aandacht vragend,onredelijk; += rustig, vriendeli jk, toenaderend. Egocentrisch gericht op krijgen. Onverzadigbaarvragen. Weinig verinnerlijking.B: agressie richt zich meer naar mannen (hyp: starheidpleegvader; of loyauteit naar moeder die ze alsslachtoffer ziet van Erik?)ZS: pleegouders leggen eis op waaraan ze niet kanvoldoen: “braaf zijn”; poogt daarom het contact tebeperken; ZS: ordeli jk op eigen gerief (het enige dat ze“heeft in de wereld”; voor collectieve zaken: controleen aansporing. Dagboek met beloningssysteem alshanteringsmiddel (reflectie) wordt door N na een ti jdjeverworpen.B: autodestructief, regressief, ongenoegen wordtomgezet in massale ontlading; weinig innerlijkebevrediging en voldaanheid. Sadomasochistische kant:eerst bazig; dan bi j twijfel aan zichzelf en gebrek aanhantering, ontlading in (zelf)destruct ieve en regressievekrachten): lokt afstot ing en verwerping ui t.Beleeft grensstelling als afwijzing. Heeft nood aan eenexterne structuur, niet teveel nabijheid, maar wel oogvoor bevestiging.

ZelfbeeldIk ben erfelijk belast (via moeder):mooi, maar gedoemd totmarginaliteit (vb, int)Cond Ass: “Wie mooi is wordtgraag gezien” (int)Cond. Ass: “Als ze mij aanvallendan verdedig ik mij. (ext)Vb: Strat Ass: “Als ik bepaal, de

touwtjes in handen neem, danben ik minder kwetsbaar”(int)Srat. Ass: “Beter negatieve

aandacht dan geen aandacht”(int)Strat. Ass.”Mij krijgen ze niet

klein” (hyp.)(ext)Bas. sch. (hyp.) Als ik slecht ben,dan mag ik overeenkomstighandelen. Het lukt me trouwenstoch nooit om mij te gedragen, dusgeef ik het liever op.Ideaal Zelf:Flink en mooi zijn (B)

Alter Beeld:Strat Ass: “Ikmag mensenniet te dichtbij mij latenkomen” (hyp:ze gaan mijdoorzien)(vb,int)Vroeger inhome: “mijnpapa is debeste bakker”Noemtpleegoudersnuonthaalouders

Moraliteit:Na de situatie in staat tot reflectie over eigen aandeel met spijtgevoelens (Z). Globaal autodefensieve reflexbij benadering: externe schuldat tributie (cf projectie)Verdedigingsmechanismen:projectie: het zi jn de anderen die mij zoeken, mij kwaad maken, agressief zi jnsplitsing: de vervelende N. wordt ontkend (er is niet)identificatie met agressor: als ik aanval heb in controleDenkfout: zwart-wit denken, personaliseren.

PH 10/00 v1

Identiteit

281281

GV(C)GP: N. M. (° 1/9/86)

1ste levensjaar:VerwaarlozingVroekinderlijke hospitalisatieTrauma’s (?) cf. angst warm waterBij vader als s traf: niet met moedermee (cf. verslag Z spelt.)Opname home

Pleegouders:+ = zorg, maar ook onmiddellijk problemenInternaatsplaatsing 2de lj (= straf)Stellen niet haalbaar ideaalWorden in rol gedrongen die ze niet wensen

Forfait pleegouders,worden onthaalouder

Veelvuldige wisselingsetting

Em otionele KwetsbaarheidTemperam ents / Erfel ijkheidsfactoren:

- = koppig verzet+= goed uiterlijk , creatief, emot ioneel intelligent

Zelfbeeld en Gevoel:

Verlatingsangst

Onrus t

PijnWoedeJaloersheid

Perfectionisme

Extern OvergeïdealiseerdIdeaal: niet doorleefd, al les of

niets: zeepbeleffect

OnmachtSchuld Verwerping uitlokken via:

* fysiek verzet/aanval* eisend gedrag (ook neg. aandacht)* manipulatie* seksualiserend gedrag* zelf-destructief gedrag

PH 9-2000 v1

1

2

3

4

5

Stressoren en trauma’s

Constitutie:

Gedrag:

282282

SOVA & ZEPOSOVA & ZEPO

•• In het model is er plaats voor het expliciet In het model is er plaats voor het expliciet aanleren van aanleren van sociale vaardighedensociale vaardigheden. Daarna . Daarna kan het effect van dit leerproces en mogelijke kan het effect van dit leerproces en mogelijke tekorten bevraagd worden met het tekorten bevraagd worden met het overzichtsschema.overzichtsschema.

•• Daarnaast is er een Daarnaast is er een zelfstandigheidprogrammazelfstandigheidprogramma dat jongeren zo dat jongeren zo goed mogelijk voorbereidt op zelfstandig goed mogelijk voorbereidt op zelfstandig functioneren na hun vertrek.functioneren na hun vertrek.

283283

Sociale vaardighedenSociale vaardighedenDe Moeder van alle Sociale Vaardigheden: de Meta Vaardigheid.

I. Timing / Gepaste moment/Plaats-Omgeving

• Ben je op een plaats, in een omgeving waar een gesprek mogelijk is? • Ga na of de ander tijd heeft om nu met je te praten. Hoe is zijn stemming? • Ben je zelf wel in de juiste stemming? • Als je iets wil zeggen bepaal je best op voorhand wat je gaat zeggen, ook wat je liever niet zegt. (Eerst

denken, dan doen!)

Op het veld Contact leggen/ Kenbaar maken • Zeg of toon duidelijk, de andere dat je iets wil zeggen.

• Vraag of hij tijd heeft

II. Duidelijk spreken / luisteren • Als je naar iemand luistert, laat de ander uitspreken; blijf interesse tonen (aankijken, knikken). Hiermee toon je dat je wat de ander zegt (de boodschap) goed wil opvangen.

• Spreek concreet (over feiten), luid, duidelijk, vriendelijk, beleefd en verlies jezelf niet in détails. • Als je een vraag stelt poog de reden te geven voor je vraag.

Aanpakken & Opheldering & Terug geven

Wat

• Controleer of jouw boodschap begrepen werd zoals je bedoelde. • Als je merkt dat iets niet juist gezegd werd of begrepen werd, verbeter jezelf. • Controleer of je de ander juist begrijpt. Laat even bezinken als de spanning te hoog wordt. Herhaal het in

eigen woorden • Vraag bijkomende uitleg of geef die als de ander je niet begrijpt. • Geef aan waar je akkoord kan gaan met wat de ander zegt en waar je een en ander niet begrijpt.

Begrijpen ≠ akkoord gaan. • Poog te weten te komen wat het gevoel van de ander is. Kan je dit weer proberen te geven. • Gevoelens en gedachten hebben altijd een reden, zoek die! • Fout: Stukjes uit het verhaal halen en daar over beginnen ruziën. → Juist: Je gaat in op volledige verhaal • Fout: Er zaken van vroeger bijhalen (oude koeien uit de gracht halen) maakt de ander gewoon kwaad

→Juist: Blijf zoveel mogelijk bij de situatie die zich hier en nu afspeelt • Fout: Er is een juiste oplossing voor probleem. →Juist: Voor iedere probleem bedenk je meerdere

oplossingen; Bekijk samen met de ander wat de beste is.

De w

edstrijd: blijf sportief, volg de regels Missers & Oplossingen

Hoe

• Meen wat je zegt, wees echt. • Je mag de ander zijn gedachten niet lezen→ Laat de ander voor zichzelf praten. Je weet nooit uit jezelf

wat de ander voelt of denkt. • fout Spreken in plaats van een ander (bijv. “Men zegt) is → Juist: Spreek in eigen naam: “Ik voel, ik

denk”, niet: “Jij bent, jij voelt”. Ik gericht praten betekent niet dat je een hoge dunk van jezelf hebt. • Een vraag stellen aan de ander, maar zijn antwoord niet willen horen. Als je de andere door een vraag de

keuze laat, dan moet je wat hij ook kiest volgen. Anders stel je geen vraag maar eis je iets. • Veralgemeningen en verwijten naar de ander, waarbij gebruik gemaakt wordt van de woorden altijd,

nooit, overal. . Als je de ander verwijten maakt over zijn persoon, dan is de kans groot dat die zich aangevallen voelt. Daarop volgend zich verdedigt zonder echt te luisteren of samen naar een oplossing te zoeken.

• Blijf rustig, houd jezelf onder controle.

Het

einde van het spel

III. Afronding Anja DR. & Paul H. v1-‘02

• Bedank de ander om te luisteren, voor het gesprekje. • Als je merkt dat je uit een discussie niet uit raakt, spreek dan af om er later eens op terug te komen (nadat

je beiden hebt nagedacht) • Bied je excuses aan als je merkt dat je te grof was op bepaalde momenten

Geef duidelijk een duidelijke boodschap!

Ontvang duidelijk een duidelijke boodschap!

284284

Opvolgschema:Opvolgschema:AFSPRAKEN RUDY WE WERKEN MET TWEE STAPPEN: STAP 1: ORANJE: "Rudy pas op".

Rudy krijgt twee minuten tijd om zich te corrigeren. STAP 2: ROOD: "Rudy Stop-Ga naar uw kamer"

3 Indien Rudy zich binnen de 2 minuten niet herpakt heeft - of indien in één uur twee oranje signalen gegeven worden.

3 Rudy gaat naar zijn kamer. Luistert 15 minuten naar ontspannende muziek - Maakt ademhalingsoefening, ontspant, denkt aan iets plezierig.

3 Opvoeder komt na 15 minuten kijken. Indien nog teveel spanning º15 minuten touw springen in de turnzaal. Rudy kan bij te hoge spanning ook vragen om te oefenen, zonder eerst een Rood signaal te krijgen.

BELONING: 100 fr basiszakgeld per week Iedere avond voor het slapen wordt met de opvoeder een evaluatie gemaakt. Indien een punt goed was, wordt OK gezet. Indien geen STOP 3 20 fr extra zakgeld

3 30 minuten uitgang in weekend (op te sparen - maar in overleg met de mentor te gebruiken) ZWARE OVERTREDINGEN: 3 Medicatie niet nemen (na verwittiging blijven weigeren) 3 Niet naar kamer willen gaan na STOP 3 Fysiek conflict met opvoeder Rudy kan hier niet verder. Hij wordt aan de deur gezet. Hij wordt bij de

gdrechter ontboden. Deze beslist wat verder te doen staat. OPMERKINGEN:

3 Misschien is Rudy niet akkoord met een Oranje of Rood teken. Toch luistert hij: 1 maal per week heeft hij een gesprek met zijn mentor. Hij kan dan zeggen wat hij niet juist vond. Mogelijk kan er dan een gesprek zijn met de opvoeder waarmee Rudy niet akkoord gaat.

Het is wel belangrijk dat Rudy de signalen van de opvoeders opvolgt of hij ze nu juist vindt of niet. 3 Bij diefstal buiten het centrum: Zakgeldkaart - Terug vergoeden schade

binnen het centrum: Terug vergoeden schade - Leefgroeparrest behoudens verdiende uitgang.

285285

Week: Maandag Dinsdag Woensdag

Donderdag

Vrijdag Zaterdag Zondag Totaal week:

GEDRAG - VERBODEN: 3 Afwenden isoleren van anderen -rug draaien naar anderen 3 Schelden, uitmaken gasten of opvoeders 3 Kritiek geven op gasten opvoeders, centrum

20 fr x = 30' x =

ETEN - TAFEL: 3 Gezonde voeding - geen kruidensoepjes 3 Proper eten

Totaal Stand: Geld: Vorige stand: Deze week: Totaal: Uitgang: Vorige stand: Deze week: Totaal:

HYGIENE: 3 Alle dagen een Douche 3 Propere onderkledij

MEDICATIE: 3 Zelf vragen bij avondeten

Beloning: JA/NEE

AFSPRAKEN RUDY

286286

DissociatieDissociatie

CS: BlikStemgeluidKledij

Psychische representatie

CR: psychische reactivatie van oorspronkelijke situatie

UCS: Dader is mishandelingssituatie UCR: AngstVerwarring

287287

VermijdingslerenVermijdingslerenCS -Licht

UCS -Stroomstoot

UCR - Pijn CER -SchrikVerdrietVerwarring

Escape: -S-

CS -Licht CARWegspringenvoor schok

Bij dit proces treedt geen extinctie op

288288

IXIX. . MotivationeelMotivationeel

289289

Weerstand bij opdrachtenWeerstand bij opdrachten•• Kijken naar een probleem geeft verhoogde Kijken naar een probleem geeft verhoogde

negatieve emotienegatieve emotie•• Er schuilt achter opdrachten een technische Er schuilt achter opdrachten een technische

visie op probleem.visie op probleem.•• Wat gaan anderen denken als ze me met Wat gaan anderen denken als ze me met

een schema zien zeuleneen schema zien zeulen•• Soms is het gewin van een klacht groter dan Soms is het gewin van een klacht groter dan

de kostde kost•• Er is toch niets aan te doenEr is toch niets aan te doen•• Als de problemen eenvoudig te veranderen Als de problemen eenvoudig te veranderen

zijn, dan heb ik mij aangesteldzijn, dan heb ik mij aangesteld•• Vergeten / niet begrepenVergeten / niet begrepen

290290

Weerstand tegen veranderingWeerstand tegen verandering

•• ItIt wonwon””t t bebe me effectme effect•• Schrik om tot de groep van de Schrik om tot de groep van de

middelmatigheid te gaan behorenmiddelmatigheid te gaan behoren•• ZelfhaatZelfhaat•• Gut thinkingGut thinking

291291

Verandering?Verandering?

•• Uitermate belangrijk is dat men zijn Uitermate belangrijk is dat men zijn interventies afstemt op het interventies afstemt op het motivatieniveau, de inzichten van de climotivatieniveau, de inzichten van de cliëëntnt

•• Ieder niveau vraagt andere interventiesIeder niveau vraagt andere interventies

292292

De Stadia Van VeranderingProchaska & Di Clemente

Start

Permanente Uitgang

Tussentijdse Uitgang

Terugval

Voorbeschouwing

Overpeinzing

Beslissing

Actieve verandering

Consolidatie

293293

Voorbeschouwingsfase: De veranderingswens bestaat bij personen uit de onmiddellijke omgeving. De persoon zelf gaat ervan uit dat hij nog geen probleem heeft. Men hoopt dat in deze fase het bewustzijn en de bezorgdheid over het probleem toenemen, evenals de noodzaak tot verandering van het gedrag. Men lokt zelfmotiverende uitspraken uit. Inzicht in de problematiek brengt vaak een terugval van het gevoel van eigenwaarde mee. Vaak dient men eerst het gevoel van eigenwaarde op te schroeven voordat de persoon toe is aan een confrontatie met zichzelf. In deze fase moet men als hulpverlener niet gaan herhalen wat de cliënt al weet, de mechanismen van mensen uit de directe omgeving kopiëren (dit wekt wrevel). Het heeft ook geen nut om de cliënt via discussie te overhalen om het anders aan te pakken.

294294

Overpeinzing: De cliënt realiseert zich hier dat er een probleem zou kunnen zijn. In eerste instantie wordt de verantwoordelijkheid tot veranderen bij de omgeving gelegd. Verder heeft hij echter nog geen besluit tot verandering genomen. Hij maakt de balans tussen argumenten voor verandering en welke tegen pleiten. De cliënt heeft angst om iets prettig op te geven, of niet voldoende competent te zijn om te kunnen veranderen. Men gaat als hulpverlener pogen om cognitieve dissonantie tot stand te brengen. Men zal open vragen stellen, informatie geven die neutraal is, zonder de duidelijke bedoeling om een cliënt in een bepaald kamp te trekken. De therapeut creëert keuzemogelijkheden, poogt weg te gaan van het alles of niets standpunt. Soms speelt hij advocaat van de duivel (“Ik vraag me af of het probleem wel zo erg is?”). Men maakt gebruik van registratieopdrachten. Men poogt het probleembewustzijn te verhogen, poogt zicht te krijgen op beïnvloedende factoren.

295295

Beslissing - besluitvormingsfase: Deze fase vormt een overgang tussen overwegen en actief veranderen. Men gaat met de cliënt in onderhandeling over wenselijke doelen. Bij de doelen zoekt men naar een methode die voor de cliënt aanvaardbaar is. In een klassiek model is dit het beginpunt van therapie. Het kan ook zijn dat de cliënt op basis van verschillende factoren besluit om niet te veranderen. Zo kan hij uiteindelijk besluiten dat er geen probleem is. In dat geval verlaat hij de cirkel en keert hij terug naar de voorbeschouwingsfase. Actieve verandering: De cliënt werkt naar verandering toe in functie van zijn doelen. Deze mogen voor de buitenwereld triviaal zijn; voor de cliënt kan het om relevante aspecten gaan die zijn zelfwaarde omhoog drijven. Consolidatiefase / Herval: Men poogt de veranderingen te stabiliseren. Indien de cliënt via herval komt tot een terugkeer naar het oorspronkelijk probleemniveau, dan zal hij sceptisch staan ten opzichte van toekomstige veranderingsmogelijkheden. Door herval als een van de (mogelijke) stadia van verandering te omschrijven gaat men een spectaculaire capitulatie bij herval vermijden.

296296

OntkenningenOntkenningen (TA)(TA)

•• OplossingsmethodesOplossingsmethodes

•• ProbleemProbleem

•• PrikkelPrikkel

•• IkIk weetweet datdat ikikteveelteveel rookrook, maar , maar er er isis nietsniets meermeer aanaante te doendoen..

•• IkIk hoesthoest welwel, maar , maar datdat isis omdatomdat ikik eeneenverkoudheidverkoudheidopdeedopdeed van van mijnmijnvriendinvriendin

•• IkIk hoesthoest niet, niet, ikikschraapteschraapte misschienmisschieneveneven mijnmijn keelkeel

297297

X. Kritiek op therapeutX. Kritiek op therapeut

Grenzen stellenGrenzen stellen

298298

Kritiek op therapeutKritiek op therapeut

•• Eerst aandacht naar binnen; rustig blijven; Eerst aandacht naar binnen; rustig blijven; welke schemawelke schema’’s worden bij ons s worden bij ons getriggerdgetriggerd??

•• Aangeven dat je merkt dat de ander boos is.Aangeven dat je merkt dat de ander boos is.•• Als je een fout maakte geef je dit toe.Als je een fout maakte geef je dit toe.•• Op zichzelf is dat goed om dat te uiten, maar Op zichzelf is dat goed om dat te uiten, maar

niet met verwijten.niet met verwijten.•• Heeft de aanval te maken met Heeft de aanval te maken met

relatiedefinirelatiedefiniëëring?ring?•• Ook nog elders meegemaakt?Ook nog elders meegemaakt?

299299

Grenzen stellenGrenzen stellenGrens overschrijding Reactie therapeut (nooit straffend, alleen in gedragstermen, voorkom activering straffende ouder) I. Leg regel uit, met persoonlijke motivatie. II. Herhaal regel, laat je gevoelens in lichte mate blijken, herhaal

persoonlijke motivatie. III. Als 2, kondig lichte consequentie aan (natuurlijke consequentie). IV. Voer consequentie uit. V. Voer consequentie uit, kondig zwaardere consequentie aan. VI. Voer consequentie uit. VII. Kondig onderbreken van therapie aan zodat patiënt zich kan bedenken. VIII. Voer onderbreking van therapie uit (laat patiënt aantal weken nadenken

over of hij wel deze therapie wil met deze regel). IX. Kondig stoppen van therapie aan. X. Stop therapie en verwijs patiënt.

300300

Valkuilen voor therapeut volgens Valkuilen voor therapeut volgens YoungYoung

•• Stelt geen grenzen; vermijdt confrontatie; passiviteit Stelt geen grenzen; vermijdt confrontatie; passiviteit ((onderwerpingonderwerping))

•• Geeft de patiGeeft de patiëënt teveel tijd buiten de therapie (nt teveel tijd buiten de therapie (zelf zelf opofferingopoffering))

•• Voelt zich onbekwaam (Voelt zich onbekwaam (onverbiddelijke eisenonverbiddelijke eisen))•• Kwaad worden, wraakzuchtig zijn (Kwaad worden, wraakzuchtig zijn (compensatiecompensatie))•• Moedigt voortijdig stopzetten therapie aan (Moedigt voortijdig stopzetten therapie aan (vermijdingvermijding))•• Afstandelijke, rigide en onpersoonlijke opstelling Afstandelijke, rigide en onpersoonlijke opstelling

((emotionele inperkingemotionele inperking))

301301

XIXI. Samenvattend model. Samenvattend model

302302

Krol e.a.Krol e.a.

•• Poogt een aantal theoriePoogt een aantal theorieëën in een n in een CausalCausalModellingModelling FrameworkFramework samen te brengen.samen te brengen.

•• We bespreken eerst de theorieWe bespreken eerst de theorieëën welke n welke nog niet aan bod kwamennog niet aan bod kwamen

•• Maken dan een vergelijkbaar schema met Maken dan een vergelijkbaar schema met wat Krol poogde, maar streven dan wel wat Krol poogde, maar streven dan wel volledigheid na.volledigheid na.

303303

Blair (Blair (’’95): 95): ViolenceViolence InhibitionInhibitionMechanismMechanism (VIM) Geweld (VIM) Geweld Remmend MechanismeRemmend Mechanisme•• Het is de biologische achtergrond die bepaalt of iemand Het is de biologische achtergrond die bepaalt of iemand

emotionele moeilijkheden kan vertonen. Het is echter de emotionele moeilijkheden kan vertonen. Het is echter de omgeving die een noodzakelijk factor vormt in het al dan omgeving die een noodzakelijk factor vormt in het al dan niet ontwikkelen van psychopathologie.niet ontwikkelen van psychopathologie.

•• Bij dieren blijkt de agressor het vechten te staken als de Bij dieren blijkt de agressor het vechten te staken als de tegenstander tekenen van onderwerping toont. Bij tegenstander tekenen van onderwerping toont. Bij mensen is er een gelijkaardig mechanisme; Als VIM mensen is er een gelijkaardig mechanisme; Als VIM geactiveerd wordt geeft dit effecten in het Autonoom geactiveerd wordt geeft dit effecten in het Autonoom zenuwstelsel en het afremmen van het vertoond gedrag.zenuwstelsel en het afremmen van het vertoond gedrag.

•• Via klassieke conditionering worden de mentale Via klassieke conditionering worden de mentale voorstellingen welke actief zijn bij de voorstellingen welke actief zijn bij de activatieactivatie van Vim van Vim op hun beurt uitlokkende factoren voor het activeren van op hun beurt uitlokkende factoren voor het activeren van VIMVIM

304304

VIMVIM

•• Afwezigheid van het VIM kan tengevolge vanAfwezigheid van het VIM kan tengevolge van–– Fysiologische factorenFysiologische factoren–– Afwezigheid van eerste Afwezigheid van eerste socialistatiesocialistatie–– Combinatie van beideCombinatie van beide

•• Er zullen geen morele emoties ontstaan en dus ook geen Er zullen geen morele emoties ontstaan en dus ook geen schuldgevoel. Het stoppen van het agressieve schuldgevoel. Het stoppen van het agressieve gedragspatroon wordt niet negatief bekrachtigd (stress gedragspatroon wordt niet negatief bekrachtigd (stress van de andere als Svan de andere als S--).).

•• Men blijft hangen op het niveau van de conventionele Men blijft hangen op het niveau van de conventionele regels en kan niet komen tot een moreel regelstelsel, regels en kan niet komen tot een moreel regelstelsel, morele morele metameta--kenniskennis: een gedrag is fout omdat het niet : een gedrag is fout omdat het niet mag, niet omdat het een ander zou schaden, doet lijden. mag, niet omdat het een ander zou schaden, doet lijden.

305305

Voorstelling VIM modelVoorstelling VIM model

Elementen welke niet aangetast worden door afwezigheid van VIM zijn met een volle lijn omkaderd

306306

Blair: biologische achtergrondBlair: biologische achtergrond

•• Disfunctioneren van Disfunctioneren van amygdalaamygdala; ; cfrcfr. . herkennen van verdrietige en angstige herkennen van verdrietige en angstige emotie anderenemotie anderen

•• OrbitoOrbito frontale cortex disfunctioneert; frontale cortex disfunctioneert; samen met samen met amygdalaamygdala van belang bij van belang bij aversieve conditionering.aversieve conditionering.

307307

Voorstelling model Voorstelling model DodgeDodge

•• DodgeDodge verwijst wel naar de invloed van verwijst wel naar de invloed van neuronpsychologische functies en neurotransmitters, maar neuronpsychologische functies en neurotransmitters, maar werkt dit niet uitwerkt dit niet uit

308308

Voorstelling PattersonVoorstelling Patterson

•• Het dwinggedrag is een voorbeeld van negatieve bekrachtiging Het dwinggedrag is een voorbeeld van negatieve bekrachtiging ((--SS--))

•• Het raakt zo geautomatiseerd dat er nog weinig bewuste Het raakt zo geautomatiseerd dat er nog weinig bewuste cognitieve processen cognitieve processen medimediëërenren

•• De ontwikkeling van de mentale structuren:/het mentale De ontwikkeling van de mentale structuren:/het mentale repertoire hangt of van straf en beloning in diverse contextenrepertoire hangt of van straf en beloning in diverse contexten

•• Opvoedingsvaardigheden Opvoedingsvaardigheden medimediëërenren tussen stressoren, tussen stressoren, sociosocio--ecomomischeecomomische status en persoonlijkheidsfactoren van de oudersstatus en persoonlijkheidsfactoren van de ouders

309309

CaspiCaspi & Moffit& Moffit

310310

Moffit & Moffit & CaspiCaspi

•• Twee lijnen:Twee lijnen:–– Cognitieve gevolgen van aantal Cognitieve gevolgen van aantal neuroneuro--psychologischepsychologische

problemenproblemen–– Verstorende interactie tussen opgroeiend kind en de Verstorende interactie tussen opgroeiend kind en de

oudersouders

•• NeuroNeuro--psychologischepsychologische problemen t.g.v. kleine problemen t.g.v. kleine fysieke anomaliefysieke anomalieëën,druggebruik of slechte n,druggebruik of slechte voeding in zwangerschap, pre en postnatale voeding in zwangerschap, pre en postnatale blootstelling aan toxische stoffen, voedingblootstelling aan toxische stoffen, voeding-- en en verzorgingtekort na geboorte, mishandelingverzorgingtekort na geboorte, mishandeling

311311

CaspiCaspi & Moffit& Moffit

•• In verband met Cd wordt de link gelegd In verband met Cd wordt de link gelegd met verbale met verbale deficietendeficieten (PIQ>(PIQ>VIQVIQ) en ) en stoornis in de executieve functies.stoornis in de executieve functies.

•• Er is een interactie tussen familiale Er is een interactie tussen familiale omgeving en zwakke verbale ontwikkeling omgeving en zwakke verbale ontwikkeling (agressiescore 4x hoger dan bij laag (agressiescore 4x hoger dan bij laag verbaal of slechte omstandigheden los van verbaal of slechte omstandigheden los van elkaar)elkaar)

312312

CaspiCaspi & Moffit& Moffit

313313

CaspiCaspi & Moffit: & Moffit: verdere uitdiepingneurologisch verdere uitdiepingneurologisch deficietdeficiet

314314

CaspiCaspi & Moffit: & Moffit: verdere uitdiepingneurologisch verdere uitdiepingneurologisch deficietdeficiet

•• Taal is essentieel voor de ontwikkeling van proTaal is essentieel voor de ontwikkeling van pro--sociaal sociaal gedrag:gedrag:–– Uitstellen van bevredigingUitstellen van bevrediging–– Anticiperen op gevolgenAnticiperen op gevolgen–– Uitgestelde consequentie verbinden met vroegere Uitgestelde consequentie verbinden met vroegere

overtredingovertreding•• Kinderen met verbale Kinderen met verbale deficietendeficieten kunnen niet profiteren van kunnen niet profiteren van

het benoemen van een klasse van gedrag als fout of het benoemen van een klasse van gedrag als fout of ondeugend, ze leren uit trial & ondeugend, ze leren uit trial & efforteffort en moeten daarom veel en moeten daarom veel meer straf ondergaan dan verbale kinderen, vermoedelijk dan meer straf ondergaan dan verbale kinderen, vermoedelijk dan nog met minder effect naar gedragscontrole.nog met minder effect naar gedragscontrole.

•• Krol heeft problemen met de absolute band die gesuggereerd Krol heeft problemen met de absolute band die gesuggereerd wordt tussen verbaal wordt tussen verbaal deficietdeficiet en gedragsproblemen. Niet alle en gedragsproblemen. Niet alle kinderen met verbale problemen hebben gedragsproblemen kinderen met verbale problemen hebben gedragsproblemen wat doet vermoeden dat nog andere factoren wat doet vermoeden dat nog andere factoren medimediëërenren..

315315

CaspiCaspi & Moffit: & Moffit: verdere uitdiepingneurologisch verdere uitdiepingneurologisch deficietdeficiet

•• Wat de executieve functies betreft vernoemen ze: aandacht Wat de executieve functies betreft vernoemen ze: aandacht volhouden en concentratie, abstract denken en volhouden en concentratie, abstract denken en conceptvorming, doelen formuleren, anticiperen en plannen, conceptvorming, doelen formuleren, anticiperen en plannen, doelgerichte gedragsketens programmeren en uitvoeren, doelgerichte gedragsketens programmeren en uitvoeren, zelfobservatie en zelfbewustzijn, afremmen van niet zelfobservatie en zelfbewustzijn, afremmen van niet succesvol, ongepast of impulsief gedrag.succesvol, ongepast of impulsief gedrag.

•• Ook hier geeft Krol de kritiek dat er bij andere stoornissen Ook hier geeft Krol de kritiek dat er bij andere stoornissen ook executieve problemen zijn en dat niet gezegd wordt wat ook executieve problemen zijn en dat niet gezegd wordt wat nu specifiek is voor CDnu specifiek is voor CD

•• Recenter hebben Recenter hebben CaspiCaspi & Moffit het over interacties tussen & Moffit het over interacties tussen omgeving en biologische pakketten, waarbij genetische omgeving en biologische pakketten, waarbij genetische pakketten maar pakketten maar getriggerdgetriggerd worden onder bepaalde worden onder bepaalde omstandighedenomstandigheden

316316

CaspiCaspi & Moffit& Moffit

Schema voor de executieve disfuncties

317317

Synthese Krop 2 aparte modellenSynthese Krop 2 aparte modellen

•• Er is een causaal modelEr is een causaal model•• Een stroommodel dat Een stroommodel dat

informatieverwerking in kaart brengtinformatieverwerking in kaart brengt•• Verder kan men voor de individuele cliVerder kan men voor de individuele cliëënt nt

op basis van deelaspecten hypotheses op basis van deelaspecten hypotheses opstellen die kunnen getest wordenopstellen die kunnen getest worden

318318

Synthese Krop causaal modelSynthese Krop causaal model

319319

Synthese Krop Synthese Krop informationinformation flowflow chartchart

320320

Synthese Krop 3 individuele voorbeeldenSynthese Krop 3 individuele voorbeelden

321321

Praktische oefeningPraktische oefening

EvinEvinMaak op grond van de film een PSMaak op grond van de film een PS

322322

Evan 11 jaar °83 – Beeldvorming maart ‘94Biologisch V?Cf ZiekteTh M

3j °Kimberly

5j ’88Huwelijk

7j ’90V wil M keel oversnijden

Begin relatie in ‘81Geweld van V nr M gevangenisstraf;M doet ook dingen?

6mnd later:Kinderen nr zusM naar Mexico

V hoederechtKinderen bij hem

M terug uit M; depressieZelfmoordgedrag; ψtrieV brengt K op de hoogte

8j M terug bij V, nt meer gehuwdRelatie goed; E gedrag

Uithuisplaatsing na film op TVV en M uit elkaarK terug naar M; E pleeggezin

V: Mike•Eigen onverwerkt verleden(VV: streng; weinig affectie,Wel via anderen laten weten•Alcoholprobleem•Agressieprobleem (vooral bij stress)

M:Karen•Moeilijk thuis; scheiding O +•Vervreemding van MM?? Gedrag tot 90•Depressie + suïcidaal + automutilatie (91)

Impulsief???Thrillzucht??Gedragsstoornis van 4j

Opvoedingsvaardigheden & Gezinsklimaat:Weinig monitoring; hard straffen (roepen & lange straffenSchuldinductieWeinig uiten van Pos betrokkenheidDreigen met buiten gezin zettenMaterieel verwennenV: K knuffelen, E niet; weinig + speeltijd; “Je wil tussen M en V komen”M: Soms theatrale verontschuldiging

Strijd tegen Egeeft eenheid

OnmachtWoede

WraakgevoelensOnveiligheid

•Goede jongen; slechte keuzes•V zit meer met huis in dan met mij•Liever – aandacht dan geen•E over M? Verantwoordelijk?Schuldig?

OnverschilligOntkennenOver mij heen laten gaanLeedvermaak?? Cf verf ik koffie)

Agressie nr andere K in kleuterschool8j Stelen buitenhuis (cf stiften)Stelen thuis (cheque)Bier drinkenRoken (11 j) van school gestuurdMet vuur spelen

Onmacht inrelatie

Boven M begaafd•Koken (zorgen)•Voetbal

PH ’03 V1

1?

1 of 2

3

4”A

B

76

4’

4’

O bereid om ookNr zz te kijken

5

323323

En nogEn nog……

MarjorieMarjorie in het in het HarreveldHarreveld

324324

Voorlopige PS Marjorie x? jaar

MisbruikPleegvader(van jonge lft?)

Nat. Ouders?

PM volgt eerstKiest dan voor SV

Schuld? Dwinggedrag?

Wie is te vertrouwen? Wie ziet mij graag?

Verlangen naar huis(broertje)

Confrontatie met PV

Opv vinden dit gn goede zaak

Zijn er binnen PGOok affectieve elementen?

SPANNING WoedeRoepenEisenKritiek op behandeling

Automutilatie

Sec aandacht

BOB

PH/9-04/V1

1

2’

3

4

1’

2’

5

67

8

9

A

B

I

IIIII

IV

325325

Tot slot:Tot slot:

Jean FranJean Franççois ois BoterdaeleBoterdaele

326326

PS Jean FranPS Jean Franççois ois BoterdaeleBoterdaele °°23/10/9123/10/91 opname 25/08/04opname 25/08/04

Vader:Agressiemodel (impulsief)Drankprobleem (zuchtigheid)Gezagsmatige affectloze maarConsequente opstelling

Coercief gedrag

Angstig ambivalente hechting

Ondanks rustige baby

Moeder zwak; aanvankelijk geen MgevoelEerste 6 jaar (tot geboorte zus) bij MV VerwennenMaterieel compenseren

Geen compentetiegevoel opgebouwdContingent op gedrag

Geboorte zusRelationele spanning ts ouders

Afwijzende ouderDom, niets kunnen,hopeloosSlecht fout, niets goed, oorzaak miserie

Hunkerende Angstige kindZus liefde geven die hij misteSoms lief en vriendelijk, behoefte aandachtTwijfel om relatie aan te gaanInsufficiënt, lijden

Ontrekkende kindDrugs, bende, alles durvenFantasie, fugueAndere domineren dr kennis

Kwade kindBrutaal, rebellie, provoceren,Woede over gemiste liefdeVulgaire taal, geweld

+ normaal begaafdGn concentratiestoornisHonger naar uitleg PH 09-04 v1

Zwakke normeringOnmiddellijk gewin

Instabiele relaties Wisselende stemming Veelheid aan klachten

Vreemdheid t.o.v. zichzelf

1

1’

1’’

2

3

3’

4

+

327327

XIIXII. Referenties. Referenties

328328

•• AskAskéénazynazy, F. , F. e.ae.a., (2003) Anxiety and impulsivity levels identify ., (2003) Anxiety and impulsivity levels identify relevant subtypes in adolescents with atrelevant subtypes in adolescents with at--risk behaviour. risk behaviour. Journal of Journal of Affective DisordersAffective Disorders, 74, 219, 74, 219--227.227.

•• Arntz, A., & Arntz, A., & BBöögelsgels, S. (2000)., S. (2000). Schemagerichte cognitieve therapie Schemagerichte cognitieve therapie voor persoonlijkheidsstoornissenvoor persoonlijkheidsstoornissen. Praktijkreeks Gedragstherapie. . Praktijkreeks Gedragstherapie. HoutenHouten--DiegenDiegen: : BohnBohn StafleuStafleu Van Van LoghumLoghum..

•• BaumeisterBaumeister, R.. Campbell , K. (1999) The , R.. Campbell , K. (1999) The IntrinsicIntrinsic AppealAppeal of of EvilEvil: : SadismSadism, , SensationalSensational ThrillsThrills, and , and ThreatenedThreatened egotismegotism. . PersonalityPersonalityand and SocialSocial PsychologyPsychology ReviewReview, Vol 3, No 3, 210, Vol 3, No 3, 210--221.221.

• Cosyns, P e.a,(1994). Therapeutische begeleiding van daders van seksueel geweld. Antwerpen: UIA.

• Das, J., de Ruiter, C., van Heteren, M. & Doreleijers, T. (2004) Psychopathie bij kinderen en jeugdigen: stand van zaken en diagnostische instrumenten. Tijdschrift voor orthopedagogiek, kinderpsychiatrie en klinische kinderpsychologie, 29 jrg, nr1.

•• Delfos, M.F.(1997). Kinderen en gedragsproblemen. Een Delfos, M.F.(1997). Kinderen en gedragsproblemen. Een biobio--psychologischpsychologisch model met richtlijnen voor model met richtlijnen voor diagnistiekdiagnistiek en en behandeling. behandeling. LisseLisse: : SwetsSwets & & ZeitlingerZeitlinger..

•• FrickFrick, P. (2001); , P. (2001); EffectiveEffective InterventionsInterventions forfor ChildrenChildren and and Adolescents Adolescents WithWith ConductConduct Disorder. Disorder. Canadian Journal of Canadian Journal of PsychiatryPsychiatry. . 4646--7, 5977, 597--608608

•• Greenberger, G., & Greenberger, G., & PadeskyPadesky, C. (1999, C. (1999). Je gevoel de baas. Leer je ). Je gevoel de baas. Leer je negatieve denkpatronen veranderennegatieve denkpatronen veranderen. . LisseLisse: : SwetsSwets & & ZeitlingerZeitlinger..

329329

•• Jacobs, G.,Muller, N. & ten Brink E. Jacobs, G.,Muller, N. & ten Brink E. (2001). Uit de knoop. (2001). Uit de knoop. RationeelRationeel--emotieveemotievetherapie en andere cognitieve therapie en andere cognitieve gedragstherapiegedragstherapieëën bij kinderen en n bij kinderen en adolescenten. adolescenten. HoutemHoutem//DiegemDiegem: : BohnBohnStafleuStafleu van van LoghumLoghum..

•• , , G.P.JG.P.J., Hoogduin, ., Hoogduin, C.A.LC.A.L., & Hagenaars, ., & Hagenaars, M.AM.A. (1998). Therapietrouw en de . (1998). Therapietrouw en de therapeutische relatie; de betekenis van therapeutische relatie; de betekenis van de therapeutische relatie voor het de therapeutische relatie voor het therapieresultaat. In therapieresultaat. In E.A.ME.A.M. . KnoppertKnoppert--VanVander Klein, P. der Klein, P. KKööllinglling, & , & C.A.LC.A.L. Hoogduin . Hoogduin ((EdsEds.), .), Richtlijnen ter bevordering van Richtlijnen ter bevordering van hth i t H t hB h flSt fl V

330330

• Meichenbaum, D. (1981). Cognitieve en gedragsmodificatie. Een integrale benadering. Deventer: Van Loghum Slaterus.

• Merlevede, E., Meerschaert, T., Bosman, G., De Mey, M., Breat, C. (2004). Kinderen…de baas!?. Praktijkboek voor deskundigen. Antwerpen-Appeldoorn; Garant.

• Meurs, P. & Cluckers, G. (2002, in press). Normale en pathologische ontwikkeling van affectieve structuren: ontwikkelingspsychopathologisch perspectief op stoornissen in deaffectregulatie. In P. Hamers, K. Van Leeuwen, C; Braet & L. Verhofstadt (red). Moelijke kinderen of kinderen die het moeilijk hebben. Evidence based niet zo evident. Leuven/Apeldoorn: Garant

•• NovacoNovaco, R. (1978). Anger and Coping with Stress. Cognitive , R. (1978). Anger and Coping with Stress. Cognitive BehavioralBehavioral Interventions. In J. Interventions. In J. ForeytForeyt and D. and D. RathjenRathjen (Eds.), (Eds.), Cognitive Cognitive BehaviorBehavior Therapy. Research and ApplicationTherapy. Research and Application (135(135--174). 174). New York/ London: Plenum Press.New York/ London: Plenum Press.

• Padesky, C., Schema veranderingsprocessen in de cognitieve therapie, Psychotherapie 3, 3, 385-390.

•• Power, M.J., & Power, M.J., & DalgleishDalgleish, T. (2000). , T. (2000). TweeTwee routes routes naarnaar emotieemotie: multi : multi gelaagdegelaagde emotietheorieemotietheorieëënn en en enkelenkele implicaties voor de e implicaties voor de therapeutische praktijk. therapeutische praktijk. Toegang tot de Psychotherapie Toegang tot de Psychotherapie Internationaal, 7Internationaal, 7, 237, 237--253.253.

•• Schacht, R., & Peeters, R. (2000). Schacht, R., & Peeters, R. (2000). Schemagerichte therapie voor Schemagerichte therapie voor ‘‘moeilijke mensenmoeilijke mensen’’. Een nieuwe uitdaging voor de cognitieve . Een nieuwe uitdaging voor de cognitieve gedragstherapie.gedragstherapie. LeuvenLeuven--AppeldoornAppeldoorn: Garant.: Garant.

331331

• Stewart I., Joines V., (1996), Transactionele Analyse. Het handboek voor persoonlijk en professioneel gebruik, Utrecht: SWP.

• Steiner H. (red) (1997). Practice Parameters for the Assessment and Treatment of Children an Adolescents wirh Conduct Disorder. Journal of the Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 36, 122-139.

• Van Emst en van Bilsen, (1995), Leren motiveren. Een handleiding voor de Implementatie van Motiverende Gespreksvoering.

• Van Tilburg, W., Van Den Brink, W., Artnz, A.(red),(1998). Behandelingsstrategieën bij de borderline persoonlijkheidsstoornis, Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum.

• Verhulst, J. (1993) RET jezelf. Lisse: Swets & Zeitlinger.• Young, J.,E. & Pijnaker, H., (1999) Cognitieve therapie voor

persoonlijkheidsstoornissen. Een schemagerichte benadering, Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.