Opleiding Medewerker marketing en communicatie s/2015//Medewerker... · 2015-12-11 · 2 I1. Welkom...
Transcript of Opleiding Medewerker marketing en communicatie s/2015//Medewerker... · 2015-12-11 · 2 I1. Welkom...
1
Onderwijs- en examenregeling
Opleiding Medewerker marketing en communicatie
Uitstroom Marketing medewerker / crebo 90532
Uitstroom Assistent communicatiemedewerker / crebo 90531
Uitstroom Medewerker evenementenorganisatie / crebo 90534
Niveau 4 BOL
Cohort 2015 - 2018
Nominale studieduur 3 jaar / 4800 SBU
versie 1, mei 2015
2
I1. Welkom bij het Florijn College
Met deze OnderwijsExamenRegeling(OER) willen wij je wegwijs maken in de opleiding die je gaat
volgen. De OER is een belangrijk onderdeel van de onderwijsovereenkomst die je met het ROC West-
Brabant en dus met het Florijn college hebt gesloten. Het is belangrijk deze OER goed te lezen en er
regelmatig dingen in op te zoeken, want het is ook een soort naslagwerk dat je ondersteunt tijdens
de studie.
Als Florijn College hebben wij ons ten doel gesteld studenten op te leiden tot succesvolle
wereldburgers. Onze studenten zijn afkomstig uit allerlei culturen. Daar zijn we trots op.
Ons onderwijs en onze begeleiding zijn er dan ook op gericht om het beste uit jezelf te halen.
Dat kan alleen als we steeds in beweging blijven en bij de tijd. Dat doen we samen: jij als student en
al onze medewerkers.
Wij nodigen jou dan ook van harte uit hieraan bij te dragen door jouw ambities waar te maken.
Ben jij succesvol, dan is het Florijn College dat ook.
Wij wensen je een leerzame en fijne tijd toe.
Lisan van Beurden, directeur
3
I2. Inhoud
Algemene informatie
I1. Welkom bij het Florijn College .................................................................................................................................... 2
I2. Inhoud ................................................................................................................................................................................... 3
I3. Belangrijk om te weten .................................................................................................................................................. 5
Informatie over werk en beroep
W1. Het beroep (algemeen) .................................................................................................................................................. 7
W2. Het beroep (uitstroomprofielen) ................................................................................................................................. 9
Informatie over het onderwijsprogramma
O1. Opleiding op hoofdlijnen .............................................................................................................................................. 11
O2. Onderdelen van de opleiding ..................................................................................................................................... 13
O3. Maatwerk ........................................................................................................................................................................... 16
O4. Voortgang .......................................................................................................................................................................... 18
O5. Planning van de onderwijstijd.................................................................................................................................... 23
O6. Kerntaken .......................................................................................................................................................................... 27
Informatie over het examenprogramma
E1. Verschillende examens ................................................................................................................................................. 35
E2. Examenplan ...................................................................................................................................................................... 38
E3. Inzien examens, herkansing en vrijstelling aanvragen ................................................................................... 51
E4. Klachten, bezwaar en beroep bij examens .......................................................................................................... 52
4
Informatie over begeleiding
B1. Begeleiding bij het leren .............................................................................................................................................. 53
B2. Zorgbegeleiding ............................................................................................................................................................... 55
B3. Leerplicht, kwalificatieplicht en aanwezigheid .................................................................................................... 56
B4. Veiligheid, gedrag en vertrouwenspersoon .......................................................................................................... 57
B5. Inspraak en klachten over het onderwijs en de organisatie ......................................................................... 59
5
I3. Belangrijk om te weten
Op de website van het Florijn College staat belangrijke informatie over procedures, afspraken,
rechten en plichten, etc. Deze informatie kan je terugvinden op de website onder de tab
‘Studenteninformatie’. (http://www.florijn.nl/studieinformatie/studenteninfo).
Opleidingskosten en schoolkosten
Algemene schoolkosten en specifieke opleidingskosten
Afspraken op Florijn College
Algemene informatie over en afspraken op Florijn College (studenteninfogids)
Studentenstatuut
Onderwijs
Doorstroomformulier
Onderwijsovereenkomst (OOK)
Praktijkovereenkomst (POK)
Leerplichtwetgeving of Leerplichtinformatie of Leerplicht - Regionaal bureau West-Brabant
Vakantierooster
Verzuim en consequenties daarvan
Studentenbegeleiding
Zorgbegeleiding ‘Als het (even) tegen zit’
Pestprotocol
6
Flyer voordelen bij bedrijven met Florijnpas - Florijn College MBO
Klachtenregeling (procedure Bezwaar en beroep algemeen)
Examinering
Onderwijs- en Examenreglement (OER)
Algemeen centraal Examenreglement Beroepsonderwijs
Vrijstellingsregeling
Herkansingsregeling
Hulpmiddelen examen
Procedure Bezwaar en beroep Examinering
Inzien en bespreken examen en beoordeling
ARBO en veiligheid
Schoolveiligheidsplan
Calamiteitenflyer ‘Wat te doen bij een calamiteit?’
Studentenraad
Namen en contactgegevens
Verslagen
Klassenvertegenwoordigers
Verslagen
Data en locatie overleggen
7
W1. Het beroep (algemeen)
Werkomgeving
De medewerker Marketing & Communicatie werkt binnen een grote verscheidenheid aan sectoren
c.q. branches (profit, not-for-profit, overheid, event-, music & entertainmentbranche e.d.) omdat
heel veel soorten organisaties aandacht besteden aan marketing, communicatie, public relations,
voorlichting, het organiseren van evenementen of werkzaamheden op dit vlak uitvoeren voor andere
organisaties. Hij1 kan werkzaam zijn op een marketing- en communicatieafdeling, op een afdeling
voorlichting, bij een adviesbureau (voor marketing- en/of communicatievraagstukken), een
evenementenorganisatiebureau, een museum, een organisatie voor mediaproductie, een theater etc.
In voorkomende gevallen heeft de medewerker met niet-Nederlandssprekende opdrachtgevers,
uitvoerders en bezoekers te maken en is het relevant/noodzakelijk om buitenlandse
informatiebronnen te raadplegen. Het werk vraagt daarom om een goede beheersing van het Engels
en om beheersing van een tweede moderne vreemde taal.
1 Omwille van de leesbaarheid is steeds ‘hij’ gebruikt in de tekst. Waar ‘hij’ staat kan uiteraard ook ‘zij’ worden gelezen.
8
Beroepshouding
Een medewerker in het beroepenveld marketing, communicatie en evenementen is nauwkeurig,
proactief, stelt zich flexibel en dienstverlenend op, drukt zich zowel communicatief als schriftelijk
goed uit en kan werkzaamheden efficiënt organiseren. Analytische vaardigheden, creativiteit,
marktgerichtheid en gedrevenheid om een bijdrage te leveren aan het bereiken van de doelstellingen
van de organisatie, zijn essentiële houdingsaspecten.
Resultaat
Als de medewerker Marketing & Communicatie zijn werk goed heeft gedaan, heeft de organisatie op
tijd de beschikking over operationele plannen om het strategisch marketing- en communicatiebeleid
te realiseren en zijn er ten behoeve van de eigen of andere organisaties relevante online en offline
marketing- en communicatieactiviteiten, marktonderzoeken en evenementen uitgevoerd en zijn de
doelstellingen behaald.
9
W2. Het beroep (uitstroomprofielen)
Voor de opleiding Medewerker Marketing & Communicatie bestaat er 3 uitstroomprofielen op niveau
4:
P1 Marketing medewerker
Indien de medewerker binnen de marketing werkt assisteert hij de marketingmanager bij het
opstellen van operationele plannen ten behoeve van het marketingbeleid op basis van de
marketinginstrumenten (product, prijs, plaats en promotie). Hij voert activiteiten uit, voortkomende
uit deze operationele plannen, zoals het bedenken, uitwerken en uitvoeren van prijs-, product- en
promotiecampagnes. De marketing medewerker voert marktverkenningen uit, zet zelf
marktonderzoeken uit of begeleidt uitbestede marktonderzoeken. De marketing medewerker
probeert verschillende doelgroepen op velerlei wijzen (en op innovatieve manieren) te interesseren
en te acquireren voor producten en diensten van de organisatie.
10
P2 Assistent communicatie medewerker
Indien de medewerker binnen de communicatiebranche werkt, assisteert hij de
communicatiemanager bij het opstellen van het communicatieplan en/of operationele plannen. Hij
voert activiteiten uit, voortkomende uit de plannen: hij assisteert bij het bedenken, uitwerken en
uitvoeren van pr-campagnes. De medewerker organiseert zelfstandig kleine of ondersteunt bij de
organisatie van grotere communicatie- en/of reclamecampagnes. De medewerker assisteert bij het
schrijven en redigeren van teksten en artikelen. Hij schrijft binnen een format niet-complexe teksten
zowel voor interne (bijvoorbeeld het personeelsblad) als externe communicatie (bijvoorbeeld voor de
website). Ook informeert hij de pers over de activiteiten van de organisatie.
P3 Medewerker evenementenorganisatie
De medewerker evenementenorganisatie werkt binnen de evenementenbranche. Hij organiseert
allerlei evenementen: congressen, beurzen, bedrijfsuitjes, voorstellingen, concerten en festivals. Hij
bedenkt samen met collega’s een programma en kijkt wat er nodig is. Samen met collega’s bedenkt
hij antwoorden op vraagstukken als: Welke sprekers, organisaties of artiesten worden uitgenodigd?,
Wie gaat ze begeleiden?, Waar kunnen ze slapen?, Wat vragen ze voor hun optreden? Hij regelt het
transport van de podia, richt ruimtes in, zorgt dat er decorontwerpers en technici ingeschakeld
worden, regelt het inhuren van tijdelijk personeel, de catering en beveiliging etc. Hij bedenkt hoe
publiek te trekken. Hij maakt promotiemateriaal en informeert de pers.
Daarnaast ondersteunt de medewerker de event- en/of productmanager bijvoorbeeld bij het
opstellen van het marketing- en/of communicatieplan.
11
O1. Opleiding op hoofdlijnen
Een studiejaar bestaat uit 4 periodes van 9 of 10 weken. Een lesweek op school bevat ongeveer 25
klokuren aan geroosterde onderwijsactiviteiten. In alle studiejaren bestaat je lesweek uit een aantal
vergelijkbare onderdelen. We maken onderscheid tussen:
a. Beroepsvorming
Tijdens projecten en theorielessen werk je aan de kerntaken die horen bij de opleiding Medewerker
Marketing Communicatie. Elk thema, project en vak is verdeeld in een aantal onderdelen. Per
periode wordt het betreffende onderdeel afgetoetst door middel van bijvoorbeeld opdrachten,
presentaties of toetsen. Al deze onderdelen zijn erop gericht jou die kennis en die vaardigheden te
leren die je nodig hebt voor het goed uitvoeren van de kerntaken.
Daarnaast word je beoordeeld op je competenties. Dit zijn aspecten die horen bij een goede
beroepshouding. Denk hierbij aan samenwerken, presenteren, kwaliteit leveren, vakdeskundigheid
toepassen. Deze competenties komen gedurende de hele opleiding terug. Je bent natuurlijk nooit
‘klaar’ met het ontwikkelen van je competenties. In het eerste jaar verwachten wij van jou een ander
niveau dan bijvoorbeeld in de stage.
12
b. Generieke vakken
In dit onderdeel besteed je aandacht aan vaardigheden die je in het dagelijks leven en in je beroep
nodig hebt. Denk daarbij aan computervaardigheden, Nederlands, Oriëntatie, Burgerschap en
Engels. Je kan ook nog kiezen tussen Duits of Frans als 2de vreemde taal. De generieke onderdelen
worden op vaste momenten in je rooster aangeboden in aparte lokalen.
Een schematische weergave van het studietraject vind je terug in de volgende tabel.
P1 P2 P3 P4 P5 P6 P7 P8 P9 P10 P11 P12
Intro School School School School School Stage School School School School Stage Stage
SA1 SA2 SA3 SA4
Periode 1 start met een introductieprogramma.
In periode 5 of 6 loop je 5 dagen per week stage. Deze stage is algemeen. De stage in 11 en 12 voer
je taken uit, die passen bij jouw uitstroomrichting.
13
O2. Onderdelen van de opleiding
Je opleiding bestaat uit een aantal vaste onderdelen. Informatie over de inhoud en leerdoelen krijg je
van je docent. Documenten waarin de leerdoelen beschreven zijn, vind je op
www.kwalificatiesmbo.nl.
a. Beroep
De kerntaken en werkprocessen komen tijdens je opleiding aan bod in verschillende vakken. Je leert
vakkennis en vaardigheden toe te passen in beroepssituaties. Er zijn kerntaken voor het
gemeenschappelijk deel en kerntaken voor het uitstroomprofiel. Er worden verschillende
werkvormen gebruikt: o.a. projecten, individuele en groepsopdrachten, digitale oefeningen,
praktijksimulatie, leren uit boeken, instructies van de docent. De leerdoelen zijn beschreven in het
kwalificatiedossier ‘Medewerker Marketing Communicatie’. Meer informatie over de inhoud van de
kerntaken vind je in deel C van het kwalificatiedossier.
b. Nederlands
Taaltraining op de vaardigheden lezen, luisteren, spreken, gesprekken voeren, schrijven,
taalverzorging en begrippen. Er worden verschillende werkvormen gebruikt: o.a. digitale oefeningen,
leren uit boeken, instructies van de docent, rollenspel, luisteroefeningen. De leerdoelen zijn
beschreven in het ‘Referentiekader Taal en Rekenen’.
14
c. Engels
Taaltraining op de vaardigheden lezen, luisteren, spreken, gesprekken voeren en schrijven. Er
worden verschillende werkvormen gebruikt: o.a. digitale oefeningen, leren uit boeken, instructies
van de docent, rollenspel, luisteroefeningen. De leerdoelen zijn beschreven in het ‘Europees
ReferentieKader’.
d. Rekenen
In de trainingen rekenvaardigheid wordt aandacht besteed aan 4 domeinen: getallen, verhoudingen,
meten en meetkunde, verbanden. Middels digitale oefeningen, opdrachten en instructie werk je toe
naar het Cito-examen. De leerdoelen zijn beschreven in het ‘Referentiekader Taal en Rekenen’.
e. Oriëntatie en Burgerschap
De onderdelen Oriëntatie en Burgerschap zijn gericht op je persoonlijke ontwikkeling. Bij oriëntatie
staat het vinden van betekenisvol werk of vervolgonderwijs centraal. Daarbij krijg je inzicht in je
eigen kwaliteiten, je mogelijkheden en de waarden en motieven die voor jou belangrijk zijn. Bij
burgerschap krijg je inzicht in 4 dimensies: politiek juridische, economische en sociaal-
maatschappelijke dimensie en vitaal burgerschap. Middels discussie, onderzoek, opdrachten en
presentaties werk je aan je persoonlijke ontwikkeling. De leerdoelen zijn beschreven in het
document ‘Kwalificatie-eisen loopbaan en burgerschap (vanaf 2012)’
15
f. BPV (stage)
Stage wordt ook wel BPV (Beroeps Praktijk Vorming) genoemd. Tijdens de stage leer je werken in
een bedrijf en kan je toepassen wat je op school hebt geleerd. De eerste stage is gericht op het
basisdeel van je opleiding. In de tweede stage komen er steeds meer taken bij, die passen bij jouw
uitstroomrichting. Bij iedere stage hoort een werkboek met uitleg en opdrachten.
De keuze voor een stagebedrijf is afhankelijk van de uitstroom die je kiest, het type bedrijf dat bij je
past en de beschikbaarheid van bedrijven. Het stagebedrijf moet goedgekeurd zijn voor de opleiding
die je gekozen hebt. De lijst met alle goedgekeurde stagebedrijven vind je terug op
www.stagemarkt.nl.
De BPV-begeleider helpen je bij het vinden van een goed stageadres. De BPV-begeleider komt
enkele malen bij je stagebedrijf op bezoek voor voortgangsgesprekken en begeleiding. Binnen het
stagebedrijf is er altijd een medewerker (praktijkopleider) die je dagelijks begeleidt in het bedrijf.
Samen met het bedrijf en de school onderteken je een praktijkovereenkomst (POK) waarin afspraken
staan over wat er van jou verwacht wordt en wat jij van het bedrijf mag verwachten.
Het is ook mogelijk om in een internationale stage ervaring op te doen in het buitenland.
g. Keuzevakken
Je kan kiezen tussen Duits of Frans als 2de vreemde taal kiezen. Net als het vak Engels krijg je een
taaltraining op de vaardigheden lezen, luisteren, spreken, gesprekken voeren en schrijven. Voor het
beoordelen maken we gebruik van officiële examens. De leerdoelen zijn beschreven in het ‘Europees
ReferentieKader’.
h. Begeleiding
De wijze waarop je wordt begeleid is beschreven in het hoofdstuk ‘B1. Begeleiding bij het leren’.
16
O3. Maatwerk
Aansluiting op je vooropleiding
Een diploma van de kaderberoepsgerichte-, gemengde of theoretische leerweg in de sector economie
sluit het beste aan. Aanvullend heb je Duits of Frans minimaal gevolgd tot en met leerjaar 3.
Aansluiting op vervolgonderwijs en arbeidsmarkt,
Na de opleiding kun je gaan werken op een marketingafdeling bijvoorbeeld als marketing assistent,
marketeer, direct marketing medewerker en junior productmanager. Binnen het vakgebied
communicatie kun je aan de slag communicatiemedewerker, pr-medewerker of naar een functie
binnen de customerservice. In de evenementenwereld werk je in een team bij bijvoorbeeld een
evenementenbureau, een cateringbedrijf of bij de communicatie-afdeling van een bedrijf.
Ook is het mogelijk door te stromen naar het HBO, bijvoorbeeld naar HBO-commercieel, HBO-mer,
NHTV (doet 90% van alle geslaagden).
Versnellen of vertragen
Voor studenten met een Havo-diploma is het mogelijk de opleiding in twee jaar af te ronden. Heb je
VMBO als vooropleiding, dan geldt in principe dat de opleiding drie jaar duurt. Door het niet tijdig
voldoen aan de voortgangsnormen kan het zijn dat je vertraging oploopt.
17
Remediëren, verrijken, verdiepen
Omdat het leertraject beperkt flexibel is ingericht, kan je waar nodig langer meer opleidingstijd
besteden in bepaalde vakken. Ook zijn er mogelijkheden voor extra ondersteuning voor bijvoorbeeld
rekenen. Daarvoor kun je maatwerkafspraken maken.
18
O4. Voortgang
Ontwikkelingsgericht beoordelen en feedback
Tijdens de studieonderdelen (bv. projecten, lessen of trainingen) word je regelmatig beoordeeld door
middel van bijvoorbeeld opdrachten, presentaties of toetsen. Deze beoordelingen zijn bedoeld om je
ontwikkeling te ‘meten’ en om te kijken waar het beter kan. Bij ieder studieonderdeel word je vooraf
verteld wat er van je wordt verwacht. Je bent op de hoogte van alles wat je moet doen (bewijslast)
en aan welke eisen deze bewijslast moet voldoen.
Wanneer je werk is beoordeeld, krijg je feedback op je prestatie: wat is er goed en wat kan beter. Je
probeert daarna zelf vast te stellen wat je al goed kan, op welke punten je nog kunt verbeteren en
hoe je dat gaat doen.
Je tussentijdse resultaten worden bijgehouden op een resultatenoverzicht. Iedere periode worden je
voortgang en je resultaten besproken met je studieloopbaanbegeleider.
19
Studieadvies
Op basis van je resultaten en voortgang krijg je een studieadvies.
Er zijn bij het studie advies drie mogelijke uitkomsten:
Jammer, maar deze opleiding past niet bij jou. We gaan je in de resterende periode
helpen bij het vinden van een andere opleiding en daar waar mogelijk ondersteunen
bij je overstap.
We denken dat je het diploma kan behalen maar... Afhankelijk van je achterstanden
wordt er een afspraak gemaakt. Deze afspraak wordt vastgelegd in een
studiecontract. Misschien kan je pas op een later moment op stage en ga je studie
achterstand oplopen.
Je ontwikkeling verloopt volgens verwachting of zelfs daarboven. Je kan zonder
studievertraging beginnen aan je stage.
Voor het eerste studieadvies (in periode 2) wordt er gekeken of:
• de opleiding/het beroep bij je past;
• je voldoende aan je opleiding werkt en gemotiveerd bent;
• je studieresultaten aan de verwachtingen voldoen.
Bij het tweede studieadvies (in de periode voorafgaande aan je stage) wordt bepaald of je voldoende
geleerd hebt om op stage te gaan. Je kan beginnen aan deze stage als je geen achterstanden hebt
en je resultaten op orde zijn. Afhankelijk van mogelijke achterstanden wordt er een afspraak
gemaakt. Deze afspraak wordt vastgelegd in het begeleidingsdossier.
20
Bij het derde studieadvies (in periode 8) kies je voor een uitstroomrichting: Marketing medewerker,
Assistent communicatiemedewerker of Medewerker evenementenorganisatie.
Bij het vierde studieadvies (in de periode voorafgaande aan je eindstage) wordt bepaald of je
voldoende geleerd hebt om op stage te gaan. Je kan beginnen aan deze stage als je geen
achterstanden hebt en je resultaten op orde zijn. Afhankelijk van mogelijke achterstanden wordt er
een afspraak gemaakt. Deze afspraak wordt vastgelegd in het begeleidingsdossier.
Eisen aan studievoortgang
Norm
Studieadvies 1 Op basis van jouw en onze ervaringen.
Studieadvies 2
de 7 computervaardigheidsonderdelen in leerjaar 1 moeten een score
opleveren van tenminste 75%;
de projecten moeten een gemiddeld cijfer opleveren van tenminste 5,5;
voor marketing moet het gemiddeld cijfer ten minste 5,5 zijn;
het gemiddeld percentage studiepunten moet op ten minste 70%
uitkomen. Het aantal studiepunten is 0 bij een cijfer onder 4,5, 1 stp
indien 4,5 tot 5,5, 2 stp indien 5,5 tot 6,5, 3 stp vanaf 6,5;
de competenties moeten voldoende zijn
21
Studieadvies 3
de projecten moeten een gemiddeld cijfer opleveren van tenminste 5,5
voor marketing moet het gemiddeld cijfer ten minste 5,5 zijn;
het gemiddeld percentage studiepunten moet op ten minste 70%
uitkomen. Het aantal studiepunten is 0 bij een cijfer onder 4,5, 1 stp
indien 4,5 tot 5,5, 2 stp indien 5,5 tot 6,5, 3 stp vanaf 6,5;
de competenties moeten voldoende zijn;
de BPV klas 2 moet voldoende zijn;
Voor alle instromers geldt de regel dat 5 cova-onderdelen moeten zijn
behaald met een score van minstens 75 % en de toets Marketing klas 1
met voldoende moet zijn afgesloten.
Studieadvies 4
Het gemiddelde cijfer van zowel management als ondernemingsvormen is
voldoende.
Het gemiddelde van elk theorieonderdeel in de uitstroomdifferentiatie is
voldoende.
Voor marketing: Marktverkenning/SPSS; Bedrijfseconomie;
Statistiek;
Voor communicatie: Desktop publishing; Pers en Pr; Redigeren;
Sales
Voor evenementen: Evenemententheorie; Bedrijfseconomie; Sales;
Statistiek
Elk project afzonderlijk in de uitstroomdifferentiatie is voldoende.
Voor marketing: Productinnovatie; Marktonderzoek;
Ondernemingsplan
22
Voor communicatie: Direct mail; Imagoprobleem; Schoolmagazine;
Ondernemingsplan
Voor evenementen: zakelijk evenement; publieksevenement;
ondernemingsplan
Elk competentiecluster is voldoende. Dit is het geval als binnen elk cluster
na periode 10 minstens 70 % van de beoordelingen voldoende is.
Het studiepuntenresultaat voor Nederlands en de vreemde talen is over
periode 9 en 10 gemiddeld minstens 70 %.
Alle cova-onderdelen moeten met ten minste 75% score zijn afgesloten.
23
O5. Planning van de onderwijstijd
Planning onderwijstijd (in klokuren per week)
Schooljaar 1 P1 P2 P3 P4
Beroep 13,5 14,5 15,5 15,5
Nederlands 3 3 3 3
Engels 2,5 2,5 2,5 2,5
Duits of Frans 2,5 2,5 2,5 2,5
Rekenen 1,5 1,5 1,5 1,5
Oriëntatie 1 1 1 1
Burgerschap 2 2 2 2
BPV - - - -
Begeleiding 1 1 1 1
Totaal 27 28 29 29
24
Schooljaar 2 P5* P6* P7 P8
Beroep 13 - 13 13
Nederlands 3 - 3 3
Engels 2,5 - 2,5 2,5
Duits of Frans 2,5 - 2,5 2,5
Rekenen 2 - 2 2
Oriëntatie 1 - 1 1,5
Burgerschap 2 - 2 2
BPV - 320 - -
Begeleiding 1 - 1 1
Totaal 27 320 27 27,5
* Oriënterende stage vindt plaats in periode 5 of 6.
25
Schooljaar 3 P9
Ma - Com - Evo
P10
Ma - Com - Evo P11 P12
Beroep 16 - 15 - 16 14,5 – 14 - 13 - -
Nederlands 3 3 - -
Engels 2,5 2,5 - -
Duits of Frans 2,5 2,5 - -
Rekenen 1 1 - -
Oriëntatie 1 1 - -
Burgerschap - - - -
BPV - - 325 325
Begeleiding 1 1 - -
Totaal 27 – 26 - 27 25,5 – 25 - 24 325 325
In deze tabellen zijn uren voor introductie, toetsing en andere activiteiten niet opgenomen. Per
uitstroom kan de onderwijsplanning in periode 9 en 10 iets verschillen.
26
Eisen aan het studietraject en studiebelasting
De school heeft de wettelijke plicht om je voldoende aantal uren te begeleiden in je studieproces.
Deze begeleiding mag je van ons verwachten. Vanaf 18 jaar hangt je recht op studiefinanciering
hiervan af. In onderstaande tabel zie je het aantal begeleide onderwijsuren (BOU) en stage-uren
(BPV) per studiejaar.
Eis BOU Planning Eis BPV Planning Eis totaal Planning
Studiejaar 1 700 1128 0 0 0 1128
Studiejaar 2 0 754 0 320 0 1074
Studiejaar 3 0 524 0 650 0 1174
Totaal 1800 2406 900 970 3000 3376
27
O6. Kerntaken
Bij de kerntaken is per uitstroom omschreven welke werkzaamheden van toepassing zijn.
K1: Assisteert bij het opstellen van operationele plannen ten behoeve van het strategisch
marketing- en/of communicatiebeleid
De medewerker marketing en communicatie zoekt op verzoek van het management naar informatie
voor een operationeel plan en achterhaalt daarvoor alle belangrijke informatiebronnen (traditionele
en digitale media) en selecteert vervolgens mogelijk relevante informatie. Zo nodig vraagt hij om
verduidelijking van de informatiebehoefte.
De medewerker marketing en communicatie toetst gegevens/informatie kritisch en legt zijn analyse
ter becommentariëring aan collega’s voor. De medewerker presenteert de voor het operationeel plan
gevonden informatie aan het management en beperkt zich tot de hoofdzaken.
De medewerker marketing en communicatie ontwikkelt voorstellen voor de verbetering of
vernieuwing van het operationele plan en presenteert deze onderbouwd met argumenten.
De medewerker marketing en communicatie werkt voorstellen van hemzelf en anderen voor het
operationele plan uit. Hij stelt binnen het plan reële doelen en prioriteiten. Hij legt het plan ter
becommentariëring voor aan collega’s en/of direct leidinggevende.
28
De medewerker marketing en communicatie beoordeelt de bijdragen die anderen aan operationele
plannen leveren. Of deze nu mondeling of schriftelijk zijn, hij toont aandacht, denkt na/mee over de
materie, geeft aan wat hij van de bijdrage vindt, en relateert de bijdrage aan de andere bijdragen
opdat ze een geheel kunnen vormen. De medewerker neemt, op verzoek van zijn leidinggevende,
bestaande operationele plannen door en actualiseert ze op basis van nieuwe informatie en inzichten.
Toelichting:
Het verschil tussen de kwalificaties zit voornamelijk in de soorten operationele plannen.
De marketing medewerker levert een bijdrage aan marketingplannen, zoals marketingcommunicatie,
reclame- en mediaplannen. De assistent communicatiemedewerker levert een bijdrage aan
communicatieplannen zoals media, reclame- en voorlichtingsplannen. De medewerker
evenementenorganisatie levert een bijdrage aan marketingplannen, zoals marketingcommunicatie-,
reclame- en mediaplannen.
K2: Assisteert bij het opzetten en uitvoeren van marktverkenningen en marktonderzoeken
De marketing medewerker is alert op ontwikkelingen en nieuwe informatie over de markt, een
product en/of de dienst en de klant. Hij probeert deze constant te volgen. Hij gebruikt daarbij
verschillende bronnen om deze informatie te verzamelen. Hij bewaart de verzamelde gegevens.
De marketing medewerker analyseert de beschikbare gegevens, legt verbanden tussen gegevens,
combineert gegevens uit verschillende bronnen tot relevante informatie. Hij onderzoekt
vraagstukken op verschillende manieren.
De marketing medewerker verwerkt de analyse tot managementinformatie. Hij schetst zakelijke
mogelijkheden die de afdeling/organisatie zou kunnen verwezenlijken. Hij verwerkt zijn bevindingen
in een rapport of bespreekt deze direct met de opdrachtgever c.q. leidinggevende.
29
De marketing medewerker introduceert (nieuwe) initiatieven en houdt bij deze initiatieven rekening
met afdelings- en/of organisatiedoelen en met toekomstige trends en ontwikkelingen. De
medewerker formuleert uitdagende doelstellingen voor het verder uitbouwen van al bestaande
activiteiten van de organisatie op het gebied van marktverkenning. De medewerker werkt zijn
marktverkenningsinitiatieven uit in plannen en activiteiten en licht deze, met onderbouwing, toe.
De marketing medewerker zet (in opdracht) een marktonderzoek op. Hij analyseert de
onderzoeksvraag, stelt onderzoeksitems vast en komt met een haalbaar onderzoeksvoorstel. De
medewerker werkt het onderzoeksvoorstel uit, dat wil zeggen dat hij een volledige en gedetailleerde
marktonderzoeksopzet maakt, zo kiest hij de meest geschikte onderzoeksmethodiek, formuleert hij
een doelstelling/probleemstelling en de onderzoeksvragen. De medewerker plant en regelt de
onderzoeksactiviteiten, en legt vast welke mensen en middelen nodig zijn om het werk uit te voeren.
De marketing medewerker voert (in opdracht) een marktonderzoek uit: hij verzamelt data, verwerkt
de data statistisch, analyseert de data, interpreteert de onderzoeksresultaten. Hij verwerkt de
onderzoeksresultaten in een rapport en bespreekt dit met de opdrachtgever c.q. leidinggevende. De
medewerker betrekt het onderzoeksteam (indien nodig) bij zijn werkzaamheden. De medewerker
begeleidt en bewaakt in voorkomende gevallen de uitvoering van een marktonderzoek door derden.
Toelichting:
Alleen de marketing medewerker is primair bezig met het opzetten en uitvoeren van
marktverkenningen en marktonderzoeken. De assistent communicatiemedewerker en de
medewerker evenementenorganisatie zullen in hun werkzaamheden deze aspecten wel tegenkomen
maar krijgen nooit de opdracht daarin werkzaamheden uit te voeren.
30
K3: Zet marketing- en/of communicatieactiviteiten op en voert ze uit
De medewerker marketing en communicatie analyseert een marketing- of communicatievraagstuk
van de eigen organisatie of de organisatie waaraan hij een dienst gaat verlenen. Naar aanleiding van
de mondelinge of schriftelijke informatie (bijvoorbeeld uit het beleidsplan) die hij krijgt aangereikt
zoekt de medewerker zo nodig extra informatie om een actueel en concreet beeld te kunnen geven
van het vraagstuk.
De medewerker marketing en communicatie bedenkt een oplossing voor het vraagstuk en stemt
deze af met zijn collega’s, leidinggevende en de opdrachtgever. Hij ontwikkelt bijvoorbeeld een
voorstel voor het ontwikkelen van een concreet product/dienst of een plan om een probleem op te
lossen en komt zo nodig met creatieve oplossingen die aansluiten op de wensen van de
opdrachtgever.
De medewerker marketing en communicatie stelt een projectplan op; hij formuleert zijn ideeën/het
plan en presenteert ze, hij kiest ter realisering geschikte materialen en middelen en plant alle
noodzakelijke activiteiten. Hij verzamelt de gegevens die nodig zijn voor het opstellen van een
begroting en/of budget en stelt deze vervolgens op. Hij gebruikt bij het opstellen van het projectplan
het door de organisatie gehanteerde format. Hij presenteert het projectplan ter goedkeuring aan de
opdrachtgever.
De medewerker marketing en communicatie presenteert het projectplan aan de betrokkenen, legt uit
wat er moet gebeuren en zorgt ervoor dat het plan door hemzelf en/of collega’s uitgevoerd wordt.
Ook bewaakt hij het budget.
De medewerker marketing en communicatie evalueert het project(plan) en het behaalde resultaat.
Hij doet dit door relevante gegevens te verzamelen en door te beoordelen of de resultaten voldoen
aan de verwachtingen (c.q. doelstellingen). Hij koppelt het evaluatierapport terug aan de
opdrachtgever.
31
De medewerker marketing en communicatie ontwikkelt voor de eigen organisatie of voor derden
voorlichtings-, promotie- en/of pr-materiaal. Hij inventariseert en analyseert de wensen van de
opdrachtgever ten aanzien van dit materiaal en stemt zijn product hierop af. Hij stemt het product af
op het taalgebruik van de doelgroep. Ook stemt hij zijn werkzaamheden af met anderen en beheert
hij het bestaande voorlichtings-, promotie- en/of pr-materiaal.
De assistent communicatiemedewerker redigeert conceptteksten (drukproeven) van collega’s. Hij
controleert of de aangeleverde teksten voldoen aan de huisregels/huisstijl, aan de officiële
spellingsregels, of de feitelijke inhoud juist is en of de tekst is afgestemd op doel en doelgroep en
past de teksten zo nodig aan. Ook koppelt hij zijn bevindingen terug naar de schrijver.
De assistent communicatiemedewerker medewerker ontwikkelt pagina’s voor internet en/of intranet,
richt deze in en past ze zo nodig aan (functioneel beheer). Verder inventariseert hij regelmatig de
behoeften van de informatiegebruikers, zoekt hij naar aanleiding daarvan relevante informatie en
bewerkt deze zo nodig, voordat hij ze plaatst (contentbeheer). Ook ontwikkelt hij content en
bewaakt hij de actualiteit van de informatie op inter- en intranet.
De assistent communicatiemedewerker heeft veel mondelinge en schriftelijke contacten met de pers.
Daartoe vergaart hij continu informatie over wat er speelt in de organisatie, over wat collega’s van
plan zijn te gaan communiceren en over actuele gebeurtenissen e.d. Hij wordt benaderd voor
informatie of hij neemt in overleg met zijn leidinggevende het initiatief om de pers van informatie te
voorzien. Hij licht het nieuws over de organisatie toe. Ook assisteert hij bij de ontvangst van de pers,
bij persconferenties en bij de publiciteit.
32
Toelichting:
Het verschil tussen de kwalificaties zit voornamelijk in de beroepsproducten en de context.
De marketing medewerker en medewerker evenementenorganisatie leveren een bijdrage aan het
oplossen van marketingvraagstukken. Dat doen zij door analyse van de vraagstukken, waarna de
marketing medewerker zich voornamelijk bezig zal houden met het opstellen en uitvoeren van
(project)plannen gebaseerd op de marketing-instrumentenmix en de medewerker
evenementenorganisatie met het opstellen en uitvoeren van evenementplannen ten behoeve van
congressen, beurzen, bedrijfsuitjes, theatervoorstellingen, concerten, (film)festivals etc. Beiden
ontwikkelen ze daartoe voorlichtings- en promotiemateriaal.
De assistent communicatiemedewerker richt zich op het oplossen van communicatievraagstukken.
Dat gebeurt door analyse van het betreffende vraagstuk/issue en het opstellen en uitvoeren van
(project)plannen op communicatiegebied zoals corporate communicatie, voorlichting en in- en
externe communicatie. Verder ontwikkelt hij voorlichtings-, promotie- en pr-materiaal en redigeert
hij bovendien door anderen aangeleverde teksten en bereidt hij perscontacten voor.
K4: Organiseert evenementen
De medewerker evenementenorganisatie stelt de opdrachtgever relevante vragen over een te
organiseren evenement om alle noodzakelijke informatie boven tafel te krijgen. Hij luistert naar wat
de opdrachtgever vertelt en laat onduidelijkheden verhelderen. Hij probeert de opdrachtgever te
overtuigen van de deskundigheid van de organisatie door op referenten, successen en ervaringen bij
andere organisaties te wijzen.
33
De medewerker evenementenorganisatie maakt op basis van de geformuleerde wensen, het budget
en gemaakte afspraken met de opdrachtgever een draaiboek waarin hij de te verrichten activiteiten
en zijn oplossingen voor (logistieke) vraagstukken vermeldt. Zo nodig pleegt hij overleg met
anderen. Na goedkeuring van het draaiboek informeert hij de bij de uitvoering betrokken
medewerkers over de voor hen relevante zaken.
De medewerker evenementenorganisatie verzorgt het vervoer van materialen en personen. Hij plant
alle vervoer in, laat personen en materialen vervoeren en probeert de vervoerskosten waar mogelijk
te reduceren. Om het vervoer te regelen voert hij regelmatig overleg met anderen.
De medewerker evenementenorganisatie laat ruimten inrichten en materialen installeren of doet dit
zelf. Dit gebeurt aan de hand van een planning/draaiboek. De medewerker installeert apparatuur en
materialen zoals audiovisuele apparatuur, decor, inrichting, bewegwijzering etc. of houdt er toezicht
op dat dit gebeurt.
De medewerker evenementenorganisatie organiseert op basis van het draaiboek de dagelijkse
voorzieningen voor bezoekers, toeleveranciers en onderaannemers conform de wensen van de
opdrachtgever. Hij maakt de wensen van de opdrachtgever kenbaar aan cateringbedrijven en
beoordeelt het aanbod van de bedrijven.
De medewerker evenementenorganisatie maakt in overleg met de leidinggevende
personeelsplanningen, huurt uitzendkrachten, promotiemedewerkers, vrijwilligers in en registreert de
noodzakelijke gegevens hierover in de personeelsadministratie. De medewerker controleert de uren-
en afwezigheidadministratie van ingehuurd personeel en vrijwilligers en hij zorgt er zo nodig voor dat
de financiële afhandeling plaatsvindt.
34
De medewerker evenementenorganisatie stelt samen met de leidinggevende een veiligheids- en
ontruimingsplan op en assisteert waar nodig bij het inhuren van een beveiligingsbureau. Hij vraagt
offertes bij beveiligingsbureaus aan, legt een beveiligingsbureau zo nodig uit wat de opzet van het
evenement is en wie er zoal komen en laat de locatie van te voren zien. Ook adviseert hij over de
keuze van een beveiligingsbureau en over de volledigheid en relevantie van veiligheids-,
ontruimings- en beveiligingsplannen.
De medewerker evenementenorganisatie assisteert terwijl het evenement daadwerkelijk plaatsvindt.
Hij ontvangt en begeleidt sprekers, artiesten en bezoekers. Hij controleert of er gebeurt wat er moet
gebeuren en of er conform de veiligheidsvoorschriften en richtlijnen gewerkt wordt, fungeert als
aanspreekpunt (contactpersoon) voor opdrachtgever, toeleveranciers en leidinggevende, meldt hen
belangrijke incidenten, stemt bevindingen met hen af en raadpleegt hen of staat hen bij in geval van
twijfel. Tot slot evalueert hij het verloop van het evenement en rapporteert hierover aan de
leidinggevende.
Toelichting:
De medewerker evenementenorganisatie is primair belast met de organisatie en coördinatie van een
evenement. De nadruk ligt op het uitvoerend werk. Hoewel de marketing medewerker en de
assistent communicatiemedewerker ook evenementen moeten kunnen organiseren (= onderdeel van
kerntaak 3), liggen hun werkzaamheden niet op het uitvoerende vlak. Zij stellen vast dat een
evenement past in hun marketing- en/of communicatieactiviteiten en zullen dit op hoofdlijnen verder
uitwerken, maar de daadwerkelijke voorbereiding en uitvoering (‘op de dag zelf’) zullen zij
uitbesteden (aan derden).
35
E1. Verschillende examens
Een examen is een eindtoets die meetelt voor diplomering. In het examenplan staan alle examens
die meetellen voor je diploma. Bij het Florijn College gebruiken we verschillende examenvormen.
Hieronder vind je een korte toelichting bij iedere examenvorm.
Praktijkexamen of Proeve van bekwaamheid (PE)
Een proeve van bekwaamheid is een praktijkexamen waarin je laat zien dat je een kerntaak
beheerst. Het examen vindt plaats in je stagebedrijf of in een simulatie op school. Je wordt
beoordeeld op wat je laat zien en de producten die je hebt gemaakt.
Theorie-examen (TE)
Het theorie-examen is een examen om je vakkennis te beoordelen. Het gaat om kennis die
belangrijk is voor de uitoefening van het beroep en die je nodig hebt om je proeve goed te kunnen
afsluiten.
Centrale examens Nederlands en Rekenen (COE)
Voor de onderdelen Nederlands Lezen en Luisteren is er een verplichte centraal examen van het
CITO. De examens worden digitaal afgenomen in een aantal computerlokalen van het Florijn College.
De examens bestaan uit teksten en filmpjes met multiple choice vragen.
Voor rekenen bestaat het centrale examen uit de onderdelen Getallen, Verhoudingen, Verbanden en
Meten en Meetkunde.
36
Instellingsexamens Nederlands (IE-S en IE-M)
Het Florijn College heeft eigen examens voor de vier onderdelen Schrijven, Taalverzorging en
begrippenlijst, Spreken en Gesprekken Voeren. Deze examens zijn schriftelijk (open en gesloten
vragen, opdrachten en multiple choice) en mondeling (bijvoorbeeld een klantgesprek of presentatie).
Examens Moderne vreemde talen (MVT-S en MVT-M)
Voor Engels, Duits en Frans zijn de examens gericht op de vaardigheden Luisteren, Lezen, Schrijven,
Spreken en Gesprekken voeren. De examenvormen zijn vergelijkbaar met die van Nederlands.
Examens Oriëntatie en Burgerschap (BuCo)
Bij Oriëntatie maak je opdrachten die worden verzameld in een portfolio. Dit onderdeel is afgerond
wanneer je portfolio compleet is en de opdrachten voldoen aan de eisen.
Bijzonder voor het onderdeel Burgerschap is dat de examens je ontwikkeling meten. Je toont met
werkstukken, opdrachten en presentaties aan dat je je verdiept hebt in een onderwerp en wat je
hebt geleerd. Het gaat hierbij om kennis, inzicht en bewustzijn, en ook hoe je je gedraagt en
functioneert. De vier onderdelen voor burgerschap zijn: de politiek-juridische dimensie, de
economische dimensie, de sociaal-maatschappelijke dimensie en de dimensie vitaal burgerschap.
Een overzicht van al deze examens, tref je verderop aan in het Examenplan.
37
Hulpmiddelen bij examens
Afhankelijk van de examenvorm mag je gebruik maken van hulpmiddelen zoals bijvoorbeeld een
rekenmachine. Op het voorblad van ieder examen worden toegestane hulpmiddelen vermeld.
Belangrijkste hulpmiddelen zijn de rekenmachine (R), het woordenboek (W), de hoofdtelefoon (H) en
hulpmiddelen bij praktijkexamens (P). Meer informatie over hulpmiddelen vind je terug op de
website in de bijlage ‘Hulpmiddelen bij examens’.
Voor studenten met een beperking kunnen speciale hulpmiddelen worden toegestaan. Ook is er
toetstijdverlenging mogelijk. Je vraagt dit aan bij de zorgcoördinator. De examencommissie beslist
welke hulpmiddelen zijn toegestaan. Het kan bijvoorbeeld gaan om een daisyspeler of computer. Je
krijgt hiervoor een speciaal pasje dat tijdens het examen moet tonen aan de surveillant.
38
E2. Examenplan Marketing medewerker (905322015MM)
Examenplan cohort 2015
Naam
opleiding
Nive
au Leerweg Cohort Crebo Startdatum
Studiejaar
diplomering Kwalificatiedossier
Kwalificatie-
eisen L&B
Vaststellingsdatum
examenplan
Marketing
medewerker 4
☒ BOL
☐ BBL 2015 90532 1/8/2015 2018-2019
Medewerker
marketing en
communicatie 2014
Brondocument
2012 1/6/2015
Beroepsgerichte examens Marketing medewerker
Examencode Vorm Titel examen
Kern
taken/
werk
pro
cessen
Peri
ode a
fnam
e
Duur
exam
en
Aanta
l gele
genheden
Pla
ats
afn
am
e
Beoord
ela
ar
bero
epspra
ktijk
Beoord
ela
ar
school
Wegin
g e
xam
ens
Resultaat
BPV School
Kerntaken en werkprocessen
FPVB90530-1 PE Proeve van bekwaamheid kt1-90530 1.1 t/m 1.5 11 6
uur 2 x x x 1 o-v-g
FPVB90532-2 PE Proeve van bekwaamheid kt2 mm-
90532 2.1 t/m 2.6 12
6
uur 2 x x x 1 o-v-g
FPVB90530-3A PE Proeve van bekwaamheid kt3-3.1 t/m
3.6-90530 3.1 t/m 3.6 12
6
uur 2 x x x 1 o-v-g
Slaag-/zakregeling: Alle examens zijn minimaal met een voldoende beoordeeld.
Het kerntaakcijfer goed wordt toegekend indien bij alle examens een beoordeling G is behaald.
39
Beroepsgericht Engels
Examencode Vorm Vaardigheid
Niv
eau e
xam
en
Peri
ode a
fnam
e
Duur
exam
en (
min
)
Aanta
l beoord
ela
ars
Aanta
l gele
genheden
Wegin
g e
xam
ens
Resultaat
Engels
FENLEB1d MVT-S Beroepsgericht Engels lezen B1 9-10 60 1 3 1 1-dec
FENLUB1d MVT-S Beroepsgericht Engels
luisteren B1 9-10 60 1 3 1 1-dec
FENSPB1d MVT-M Beroepsgericht Engels
spreken B1 9-10 60 2 3 1 1-dec
FENGEB1d MVT-M Beroepsgericht Engels
gesprekken voeren B1 9-10 60 2 3 1 1-dec
FENSCA2d MVT-S Beroepsgericht Engels
schrijven A2 9-10 60 1 3 1 1-dec
Slaag-/zakregeling: voor beroepsgericht Engels wordt het cijfer van de examens gemiddeld tot één heel eindcijfer. Dit eindcijfer moet
tenminste een 6 zijn. De afzonderlijke examencijfers mogen niet lager dan 4,0 zijn.
40
Beroepsgericht Duits (2e MVT Duits of Frans)
Examencode Vorm Vaardigheid
Niv
eau e
xam
en (
eis
)
Peri
ode a
fnam
e
Duur
exam
en (
min
)
Aanta
l beoord
ela
ars
Aanta
l gele
genheden
Wegin
g e
xam
ens
Resultaat
Duits
FDULEB1d MVT-S Beroepsgericht Engels lezen B1 9 60 1 3 1 1-dec
FDULUB1d MVT-S Beroepsgericht Engels
luisteren A2 10 60 1 3 1 1-dec
FDUSPB1d MVT-M Beroepsgericht Engels
spreken A2 9 30 2 3 1 1-dec
FDUGEB1d MVT-M Beroepsgericht Engels
gesprekken voeren A2 10 30 2 3 1 1-dec
FDUSCA2d MVT-S Beroepsgericht Engels
schrijven A2 8 90 1 3 1 1-dec
Slaag-/zakregeling: Voor beroepsspecifiek Duits wordt het cijfer van alle examens gemiddeld tot één heel eindcijfer (van 1 – 10). Dit is
het eindcijfer voor het onderdeel beroepsspecifiek Duits (of Frans). Het eindcijfer voor beroepsspecifiek Duits (of Frans) moet tenminste
een 6 zijn. Voor alle examens geldt dat je minimaal een 4,0 of hoger dient te behalen.
41
Beroepsgericht Frans (2e MVT Duits of Frans)
Examencode Vorm Vaardigheid
Niv
eau e
xam
en (
eis
)
Peri
ode a
fnam
e
Duur
exam
en (
min
)
Aanta
l beoord
ela
ars
Aanta
l gele
genheden
Wegin
g e
xam
ens
Resultaat
Frans
FFRLEB1d MVT-S Beroepsgericht Engels lezen B1 9 60 1 3 1 1-dec
FFRLUB1d MVT-S Beroepsgericht Engels
luisteren A2 10 60 1 3 1 1-dec
FFRSPB1d MVT-M Beroepsgericht Engels
spreken A2 9 30 2 3 1 1-dec
FFRGEB1d MVT-M Beroepsgericht Engels
gesprekken voeren A2 10 30 2 3 1 1-dec
FFRSCA2d MVT-S Beroepsgericht Engels
schrijven A2 8 90 1 3 1 1-dec
Slaag-/zakregeling: Voor beroepsspecifiek Frans wordt het cijfer van alle examens gemiddeld tot één heel eindcijfer (van 1 – 10). Dit is
het eindcijfer voor het onderdeel beroepsspecifiek Duits (of Frans). Het eindcijfer voor beroepsspecifiek Duits (of Frans) moet tenminste
een 6 zijn. Voor alle examens geldt dat je minimaal een 4,0 of hoger dient te behalen.
42
Generieke examens Nederlands
Examencode Vorm Vaardigheid
Niv
eau e
xam
en
Peri
ode a
fnam
e
Duur
exam
en
Aanta
l beoord
ela
ars
Aanta
l gele
genheden
Wegin
g e
xam
ens
Resultaat
Nederlands
FNELL3FCOE COE Lezen en luisteren 3F 7 120 - 3 1 1-dec
FNESP3Fd IE-M Spreken 3F 9 30 2 3 1 1-dec
FNEGE3Fd IE-M Gesprekken voeren 3F 10 30 2 3 1 1-dec
FNESC3Fd IE-S Schrijven 3F 10 120 1 3 1 1-dec
FNEBE3Fd IE-S Taalverzorging/begrippenlijst 3F 10 120 1 3 1 1-dec
Slaag-/zakregeling: Voor Nederlands wordt het cijfer van het centrale examen (= één cijfer met één decimaal) en het cijfer van het
instellingsexamen (= één cijfer met één decimaal) gemiddeld tot één heel eindcijfer (van 1 – 10). Dit is het eindcijfer voor het onderdeel
Nederlands. Voor alle instellingsexamens geldt dat je een 4,0 of hoger dient te behalen.
Van de eindcijfers voor generieke onderdelen Nederlands, Rekenen en Engels mag er één onvoldoende zijn (niet lager dan een 5), de
twee andere eindcijfers moeten ten minste een 6 zijn. Van de eindcijfers voor Nederlands en rekenen mag er één onvoldoende zijn (niet
lager dan een 5), het andere eindcijfer moet ten minste een 6 zijn.
43
Generieke examens Engels
Examencode Vorm Vaardigheid
Niv
eau e
xam
en
Peri
ode a
fnam
e
Duur
exam
en (
min
)
Aanta
l beoord
ela
ars
Aanta
l gele
genheden
Wegin
g e
xam
ens
Resultaat
Engels
FENLEB1d MVT-S Beroepsgericht Engels lezen B1 9-10 60 1 3 1 1-dec
FENLUB1d MVT-S Beroepsgericht Engels
luisteren B1 9-10 60 1 3 1 1-dec
FENSPA2d MVT-M Beroepsgericht Engels
spreken A2 9-10 30 2 3 1 1-dec
FENGEA2d MVT-M Beroepsgericht Engels
gesprekken voeren A2 9-10 30 2 3 1 1-dec
FENSCA2d MVT-S Beroepsgericht Engels
schrijven A2 9-10 90 1 3 1 1-dec
Slaag-/zakregeling:
Voor generiek Engels wordt het cijfer van alle examens gemiddeld tot één heel eindcijfer (van 1 – 10). Dit is het eindcijfer voor het
onderdeel generiek Engels. Dit eindcijfer moet ten minste een 5 zijn. Voor alle examens geldt dat je een 4,0 of hoger dient te behalen.
Van de eindcijfers voor generieke onderdelen Nederlands, Rekenen en Engels mag er één een 5 zijn, de twee andere eindcijfers moeten
ten minste een 6 zijn.
44
Generieke examens Rekenen
Examencode Vorm Vaardigheid
Niv
eau e
xam
en
Peri
ode a
fnam
e
Duur
exam
en
Aanta
l beoord
ela
ars
Aanta
l gele
genheden
Wegin
g e
xam
ens
Resultaat
FRE3FCOE COE Rekenen 3F 7-8 120 - 3 1 0-dec
Slaag-/zakregeling: Voor rekenen is het cijfer van het centrale examen het eindcijfer (heel cijfer van 1 - 10).
Van de eindcijfers voor generieke onderdelen Nederlands, Rekenen en Engels mag er één onvoldoende zijn (niet lager dan een 5), de
twee andere eindcijfers moeten ten minste een 6 zijn.
LET OP: bij het schrijven van deze OER is nog niet precies bekend hoe de slaag/zak-regeling er definitief uit zal zien. Indien de regeling
anders wordt dan hierboven, word je hierover geïnformeerd door de examencommissie.
45
Loopbaan en Burgerschap
Examencode Onderwerp Naam kwalificerende
opdracht Periode Weging Resultaat
Loopbaan
Capaciteitenreflectie
Motievenreflectie
Werkexploratie
Loopbaansturing
Netwerken
lob 1-10 1 Voldaan–Niet
voldaan
FBUCOD1-1 Burgerschap Politiek
juridische dimensie pvb 7-8 1
Voldaan–Niet
voldaan
FBUCOD2-1
Burgerschap
Economische
dimensie
pvb 4-5 1 Voldaan–Niet
voldaan
FBUCOD3-1
Burgerschap Sociaal
maatschappelijke
dimensie
pvb 2-3 1 Voldaan–Niet
voldaan
FBUCOD4-1
Burgerschap
Dimensie Vitaal
burgerschap
dimensie
pvb 1 1 Voldaan–Niet
voldaan
Slaag-/zakregeling: voor iedere afzonderlijke dimensie is aan de inspanningsverplichting voldaan.
46
Beroepspraktijkvorming
Onderdeel Onderwerp Periode Weging Resultaat
FBPV90530P1 BPV eerste periode – 90530 - beoordeling 5 of 6 1 Onvoldoende-
Voldoende
FBPV90530P1U BPV eerste periode – 90530 - uren 5 of 6 1
Voldaan–Niet
voldaan
(>=320 klokuren)
FBPV90532P2 BPV eerste periode mm – 90532 – beoordeling 11-12 1 Onvoldoende-
Voldoende
FBPV90532P2U BPV tweede periode mm – 90532 - uren 11-12 1
Voldaan–Niet
voldaan
(>=650 klokuren)
Slaag-/zakregeling: de stages zijn met een voldoende beoordeeld en er is aan het aantal vereiste uren voldaan.
47
E3. Examenplan Assistent communicatiemedewerker (905312015AC)
Examenplan cohort 2015
Naam
opleiding
Nive
au Leerweg Cohort Crebo Startdatum
Studiejaar
diplomering Kwalificatiedossier
Kwalificatie-
eisen L&B
Vaststellingsdatum
examenplan
Assistent
communicatie
medewerker
4 ☒ BOL
☐ BBL 2015 90531 1/8/2015 2018-2019
Mederwerker
marketing en
communiciatie
2014
Brondocument
2012 1/6/2015
Beroepsgerichte examens
Examencode Vorm Titel examen
Kern
taken/
werk
pro
cessen
Peri
ode a
fnam
e
Duur
exam
en
Aanta
l gele
genheden
Pla
ats
afn
am
e
Beoord
ela
ar
bero
epspra
ktijk
Beoord
ela
ar
school
Wegin
g e
xam
ens
Resultaat
BPV School
Kerntaken en werkprocessen
FPVB90530-1 PE Proeve van bekwaamheid kt1-90530 1.1 t/m 1.5 11 6
uur 2 x x x 1 o-v-g
FPVB90530-3A PE Proeve van bekwaamh. kt3-3.1 t/m
3.6-90530 3.1 t/m 3.6 12
6
uur 2 x x x 1 o-v-g
FPVB90531-3B PE Proeve van bekwaamh. ac kt3-3.7
t/m 3.9-90531 3.7 t/m 3.9 12
6
uur 2 x x x 1 o-v-g
Slaag-/zakregeling: Alle examens zijn minimaal met een voldoende beoordeeld.
Het kerntaakcijfer goed wordt toegekend indien bij alle examens een beoordeling G is behaald.
48
Beroepspraktijkvorming Assistent communicatiemedewerker
Onderdeel Onderwerp Periode Weging Resultaat
FBPV90530P1 BPV eerste periode – 90530 - beoordeling 5 of 6 1 Onvoldoende-
Voldoende
FBPV90530P1U BPV eerste periode – 90530 - uren 5 of 6 1
Voldaan–Niet
voldaan
(>=320 klokuren)
FBPV90531P2 BPV eerste periode ac – 90532 – beoordeling 11-12 1 Onvoldoende-
Voldoende
FBPV90531P2U BPV tweede periode ac – 90532 - uren 11-12 1
Voldaan–Niet
voldaan
(>=650 klokuren)
Slaag-/zakregeling: de stages zijn met een voldoende beoordeeld en er is aan het aantal vereiste uren voldaan.
Generieke examens Nederlands/Engels/Rekenen (zie marketing medewerker)
Beroepsgericht Engels en Duits of Frans (zie marketing medewerker)
49
E4. Examenplan Medewerker evenementenorganisatie (905342012ME)
Examenplan cohort 2015
Naam
opleiding
Nive
au Leerweg Cohort Crebo Startdatum
Studiejaar
diplomering Kwalificatiedossier
Kwalificatie-
eisen L&B
Vaststellingsdatum
examenplan
Medewerker
evenementen
organisatie
4 ☒ BOL
☐ BBL 2015 90531 1/8/2015 2018-2019
Mederwerker
marketing en
communiciatie
2014
Brondocument
2012 1/6/2015
Beroepsgerichte examens
Examencode Vorm Titel examen
Kern
taken/
werk
pro
cessen
Peri
ode a
fnam
e
Duur
exam
en
Aanta
l gele
genheden
Pla
ats
afn
am
e
Beoord
ela
ar
bero
epspra
ktijk
Beoord
ela
ar
school
Wegin
g e
xam
ens
Resultaat
BPV School
Kerntaken en werkprocessen
FPVB90530-1 PE Proeve van bekwaamheid kt1-90530 1.1 t/m 1.5 11 6
uur 2 x x x 1 o-v-g
FPVB90530-3A PE Proeve van bekwaamh. kt3-3.1 t/m
3.6-90530 3.1 t/m 3.6 12
6
uur 2 x x x 1 o-v-g
FPVB90534-4 PE Proeve van bekwaamh. me kt4-90531 3.7 t/m 3.9 12 6
uur 2 x x x 1 o-v-g
Slaag-/zakregeling: Alle examens zijn minimaal met een voldoende beoordeeld.
Het kerntaakcijfer goed wordt toegekend indien bij alle examens een beoordeling G is behaald.
50
Beroepspraktijkvorming Assistent communicatiemedewerker
Onderdeel Onderwerp Periode Weging Resultaat
FBPV90530P1 BPV eerste periode – 90530 - beoordeling 5 of 6 1 Onvoldoende-
Voldoende
FBPV90530P1U BPV eerste periode – 90530 - uren 5 of 6 1
Voldaan–Niet
voldaan
(>=320 klokuren)
FBPV90534P2 BPV eerste periode mm – 90532 – beoordeling 11-12 1 Onvoldoende-
Voldoende
FBPV90534P2U BPV tweede periode mm – 90532 - uren 11-12 1
Voldaan–Niet
voldaan
(>=650 klokuren)
Slaag-/zakregeling: de stages zijn met een voldoende beoordeeld en er is aan het aantal vereiste uren voldaan.
Generieke examens Nederlands/Engels/Rekenen (zie marketing medewerker)
Beroepsgericht Engels en Duits of Frans (zie marketing medewerker)
51
E5. Inzien examens, herkansing en vrijstelling aanvragen
Inzien examens
Je hebt het recht op inzage van je examenwerk. Ook kan je een toelichting vragen op de
beoordeling. In de bijlage ‘Inzien en bespreken examen en beoordeling’ op de website van het Florijn
College lees je
binnen welke termijn je inzage kan aanvragen;
hoe je inzage kan aanvragen bij het examenbureau.
Herkansingen
Je hebt recht op minimaal 1 herkansing van ieder examen. Waar mogelijk kan je 2 keer herkansen.
Het aantal gelegenheden is aangegeven in het examenplan. In de ‘Herkansingsregeling’ op de
website van het Florijn College lees je
wanneer je in aanmerking komt voor een herkansing;
hoe je een herkansing kan aanvragen bij het examenbureau.
Vrijstellingen
Het kan zijn dat je in een voorgaande opleiding resultaten hebt behaald die je recht geven op een
vrijstelling. De examencommissie kan je vrijstelling verlenen. In de ‘Vrijstellingsregeling’ op de
website van het Florijn College lees je
wanneer je mogelijk in aanmerking komt voor een vrijstelling;
hoe je een vrijstelling kan aanvragen bij de examencommissie.
52
E6. Klachten, bezwaar en beroep bij examens
Klacht over examinering
Wanneer je een klacht hebt over een examen of de manier waarop het examen is afgenomen, kan je
een brief schrijven aan de examencommissie. De examencommissie zal je klacht onderzoeken.
Mogelijk word je uitgenodigd om je klacht toe te lichten. De examencommissie beslist of en wat er
moet gebeuren. Je wordt via je e-mailadres van school over de beslissing geïnformeerd.
Procedure voor bezwaar en beroep
Het kan voorkomen dat je het niet eens bent met de uitslag van een examen of de manier waarop je
bent beoordeeld. In dat geval dien je binnen 14 dagen na de bekendmaking van de einduitslag
schriftelijk te melden bij de examencommissie (via STIP).
Dit geldt alleen voor de examens, dus niet voor andere vormen van beoordeling tijdens het
studietraject. Voor die gevallen ga je met je bezwaren naar je afdelingsmanager.
In de ‘Procedure bezwaar en beroep’ op de website van het Florijn College lees je
Hoe je bezwaar aan kan tekenen bij de examencommissie;
Hoe je in beroep kan gaan bij de Commissie van Beroep van ROC West-Brabant.
53
B1. Begeleiding bij het leren
Studieloopbaanbegeleiding
Iedere student heeft een studieloopbaanbegeleider (SLB) die je helpt tijdens je opleiding. Regelmatig
ga je met je klas, in een groepje of individueel in gesprek.
De studieloopbaanbegeleider ondersteunt je bij het verwezenlijken van je doelen. De begeleiding is
gericht op de korte termijn (studiesucces) en de lange termijn (loopbaansucces). Je krijgt inzicht in
je persoonlijkheid (wie ben ik), in je drijfveren (wat vind ik belangrijk, wat wil ik) en je capaciteiten
(wat kan ik al en wat nog niet).
Doel van de begeleiding is dat je:
inzicht hebt in je eigen vermogens;
keuzes kan maken en achter deze keuzes staat;
leert doelgericht te werken aan je toekomst;
zelfstandig bent;
je verantwoordelijk voelt en proactief bent;
zelfvertrouwen hebt;
je een belangrijk onderdeel voelt van onze veelkleurige samenleving;
je het maximale uit je (school)carrière haalt;
je goed voorbereid bent op toekomstig werk of vervolgopleiding;
je regisseur bent van je eigen leven.
54
Je studieloopbaanbegeleider helpt je bij het behalen van deze doelen. De taken van de
studieloopbaanbegeleider zijn:
Oplossingsgericht begeleiden;
Ontwikkelen van studievaardigheden;
Volgen van je aanwezigheid, prestaties en gedrag;
Begeleiden bij problemen en waar nodig doorverwijzen naar zorgbegeleiding;
Loopbaanbegeleiding, helpen bij keuzes maken voor (vervolg)opleiding of werk;
Uitstroombegeleiding en nazorg.
In je begeleidingsdossier worden afspraken vastgelegd en wordt je studievoortgang, begeleiding en
aanwezigheid bijgehouden.
Als er zaken zijn die het studeren moeilijk maken (bv. een beperking of privéproblemen), dan kan je
studieloopbaanbegeleider je doorverwijzen naar het zorgteam.
55
B2. Zorgbegeleiding
Begeleiding door de Trajectbegeleider zorg
Er zijn verschillende problemen die een negatieve invloed kunnen hebben op je studieresultaten. Het
gaat dan om bijvoorbeeld dyslexie, dyscalculie, motivatieproblemen en sociaal-emotionele
problemen. Als je bijvoorbeeld gepest wordt of er gebeuren dingen in je privéleven die je heel erg
raken. Alles wat je het leren erg moeilijk maakt kun je bespreken met de Trajectbegeleider Zorg van
je opleiding.
De trajectbegeleider zorg beoordeelt of je hulpvraag door het team kan worden begeleid of dat er
meer hulp nodig is. Samen met de zorgcoördinator van het Florijn College wordt dan naar een goede
oplossing gezocht.
Begeleiding door het zorgteam
De zorgcoördinator van het Florijn College vormt samen met de trajectbegeleiders zorg het intern
zorgteam. Voor problematiek die door het Zorgteam niet (of niet voldoende) kunnen worden
opgevangen, kan via de zorgcoördinator een doorverwijzing plaatsvinden naar de
Schoolmaatschappelijk werker, het Service Centrum Studie & Beroep of externe zorgbegeleiding.
Meer informatie over zorgbegeleiding vind je op de website in brochure ‘Als het even tegen zit’.
Indien je een gerichte ondersteuningsvraag hebt, dan worden voordat je aan je opleiding begint
afspraken gemaakt met de zorgcoördinator.
56
B3. Leerplicht, kwalificatieplicht en aanwezigheid
Leerplicht en kwalificatieplicht
Leerplicht geldt tot het einde van het schooljaar waarin je 16 jaar bent geworden. Na het laatste
schooljaar van de leerplicht begint de kwalificatieplicht voor kinderen die nog geen startkwalificatie
hebben gehaald. Een startkwalificatie is een havo-, vwo- of mbo-diploma (niet niveau 1). Met de
kwalificatieplicht wordt de leerplicht verlengd tot de dag dat de je een startkwalificatie heeft gehaald,
of tot de dag dat de je 18 jaar wordt.
Meer informatie vind je op onze website in de bijlage ‘Leerplichtinformatie’.
Aanwezigheid
Je aanwezigheid wordt met behulp van je schoolpas geregistreerd in ‘Pars’. Je krijgt bij aanvang van
je studie uitleg over het systeem en over de eisen die er aan je aanwezigheid worden gesteld. De
studieloopbaanbegeleider let op je aanwezigheid. Indien je vaak te laat bent of ongeoorloofd afwezig
bent, moet de school hiervan verplicht melding maken bij de kwalificatieplichtambtenaar en bij DUO.
De werkwijze en eisen die er aan aanwezigheid worden gesteld, kun je terugvinden op de website in
de bijlage ‘Verzuim en consequenties daarvan’.
57
B4. Veiligheid, gedrag en vertrouwenspersoon
Veiligheid en gedrag
In de economische beroepen is het werken over de grenzen en met verschillende culturen een
gegeven. We zien de veelkleurigheid en diversiteit van de wereld om ons heen dan ook als een kans.
In de missie van het Florijn College staat: ‘Studenten opleiden tot succesvolle wereldburgers die een
tastbare bijdrage leveren aan handel en zakelijke dienstverlening’.
Dat betekent in de praktijk dat we elkaar serieus nemen en met respect behandelen. Onderlinge
bedreigingen en pesten worden niet getolereerd. We bestrijden discriminatie op basis van
verschillende culturele/etnische herkomst of seksuele geaardheid. Regels over leef- en
werkomgeving en onderwijs vind je op de website in het ‘Deelnemersstatuut’ en in de ‘Schoolregels’.
Veiligheid en calamiteiten
We hebben allemaal een actieve rol in de veiligheid in en buiten het schoolgebouw. In de
introductieweek krijg je instructies over wat je moet doen bij calamiteiten. Met de
studieloopbaanbegeleider loop je naar de verzamelplaats waar iedereen naar toe moet bij een
ontruiming. Tijdens je studie doe je ook mee aan een ontruimingsoefening. De instructie voor
ontruimingen ‘Calamiteitenflyer locatie W33’ kan je vinden op de website.
58
Vertrouwenspersoon
Je kunt altijd hulp krijgen van de vertrouwenspersoon als je te maken hebt gekregen met
ongewenste intimiteit (bijvoorbeeld een vernederende grap of ongewenst lichamelijk contact) of
andere zaken die je erg raken. De vertrouwenspersonen, mevrouw Liesbeth Joris en de heer Bart
Edwards van Muijen, hebben een zwijgplicht. Ze zijn op school te bereiken onder nummer (076) 530
88 00.
59
B5. Inspraak en klachten over het onderwijs en de organisatie
Inspraak
Op verschillende manieren word je betrokken bij de verbetering van ons onderwijs. Jaarlijks vinden
er enquêtes en onderzoeken plaats. Om het jaar is er een grote enquête (JOB-enquête) die door alle
studenten van het Florijn College wordt ingevuld. Daarnaast worden er panelgesprekken met
studenten georganiseerd over bepaalde thema’s. In de studentenraad spreken studenten met de
directie over belangrijke ontwikkelingen.
Al deze informatie wordt gebruikt om het onderwijs en onze organisatie te verbeteren.
Meer informatie vind je op onze website in de bijlage ‘Studentenraad’.
Klachten
Op een school met ongeveer 1700 studenten gaat ook wel eens wat fout. Dat vinden we natuurlijk
heel vervelend, maar we weten ook dat het niet uit te sluiten valt. We proberen problemen uiteraard
goed oplossen. We kijken wat we kunnen doen om fouten in de toekomst te voorkomen.
Heb je een serieuze klacht die te maken heeft met het onderwijs of de organisatie van het Florijn
College, dan kun je dat in eerste instantie melden bij je studieloopbaanbegeleider. Die kan reageren
op je klacht en helpen het probleem op te lossen. Kom je er op die manier niet uit, dan kun je
gebruikmaken van de klachtenprocedure. De ‘Klachtenprocedure’ vind je terug op de website.