Oog voor uw kind Ruimte voor talent toekomst Samen sterk algemeen... · 7.0 Educatief partnerschap...
Transcript of Oog voor uw kind Ruimte voor talent toekomst Samen sterk algemeen... · 7.0 Educatief partnerschap...
HET SCHOOLPLAN 1
Oog voor uw
kind
Ruimte voor
talent
Klaar voor de
toekomst
Samen sterk
HET SCHOOLPLAN 2
Colofon Het bestuur:
SAKS Helderseweg 14-4 1815 AB Alkmaar
Voorzitter: mevr. Helma van der Hoorn
School
Katholieke basisschool De Burijn Stempelmakerstraat 20 1825DP Alkmaar tel.: 072-5616433 e-mail: [email protected]
Directeur: mevr. Virginija Festner Adj. directeur: mevr. Marianne Witte Lid van het managementteam: mevr. Mireille Le Fébre De vertrouwenspersoon: mevr. Margriet van Twisk. De externe vertrouwenspersoon: mevr. Petra Verwoort.
HET SCHOOLPLAN 3
Voorwoord De Wet op het Primair Onderwijs voorziet in een herziening/bijstelling van het schoolplan van een basisschool in een periode van vier jaar. Het schoolplan 2015-2019 van de katholieke basisschool de Burijn, die tot de Stichting Katholieke Scholen (SAKS) behoort, ligt voor u. In dit schoolplan beschrijven we ons beleid voor de komende vier jaar. Het geeft informatie
over hoe wij op de Burijn het onderwijs vorm gaan geven en hoe wij denken en werken. De
school heeft haar missie geformuleerd op basis van haar visie op diverse beleidsdomeinen.
Het door SAKS vastgesteld strategisch beleidsplan 2014-2017 is richtinggevend en vormt
het kader voor het beleid van onze school.
Over veel zaken op onze school zijn we tevreden: die willen we graag behouden voor de toekomst. Een school staat echter nooit stil. De samenleving verandert, waardoor we voor nieuwe uitdagingen komen te staan. Er worden nieuwe inzichten over het onderwijs en de opvoeding ontwikkeld. Door dit soort ontwikkelingen is het noodzakelijk om als school een proactieve houding aan te nemen en voortdurend de kwaliteitszorg te waarborgen: doen we nog wel de goede dingen en doen we die dingen wel goed genoeg? De directie heeft de aanzet gegeven tot het schrijven van het schoolplan. Een aantal
onderdelen zijn met het team ontwikkeld en een aantal met het team besproken. Vervolgens
is het schoolplan uitgewerkt door de directie, besproken in het managementteam en
voorgelegd aan de medezeggenschapsraad. Ten slotte is het schoolplan vastgesteld door
het bevoegd gezag (SAKS).
Virginija Festner Directeur de Burijn
HET SCHOOLPLAN 4
Inhoud Colofon .................................................................................................................................................... 2
Voorwoord .............................................................................................................................................. 3
1.0 Context en aanleiding ........................................................................................................................ 6
1.1 Doel en functie .............................................................................................................................. 7
1.2 Samenhang met de andere documenten ...................................................................................... 7
2.0 Bestuursbeleid en visie ...................................................................................................................... 9
2.1 Visie ............................................................................................................................................... 9
2.2 Beleid ............................................................................................................................................. 9
2.3 Drie pijlers van het strategisch beleidsplan 2014-2017 ................................................................ 9
2.4. Identiteit en kernwaarden.......................................................................................................... 11
3.0 Schoolspecifiek ................................................................................................................................ 12
3.1 Schoolmissie ................................................................................................................................ 12
3.2 Schoolvisie ................................................................................................................................... 12
4.0 Kenmerken van de school ............................................................................................................... 13
4.1 Typering van de school ................................................................................................................ 13
4.2Team en directie ........................................................................................................................... 13
4.3 Leerling-populatie ....................................................................................................................... 13
4.4 Ouderkenmerken ........................................................................................................................ 13
4.5 Landelijke en lokale trends en ontwikkelingen ........................................................................... 14
5.0 Vakmanschap: zorg voor kwaliteit .................................................................................................. 15
5.1 De inrichting van ons onderwijs .................................................................................................. 15
5.2 Onderwijs en leren ...................................................................................................................... 17
5.3 Actief burgerschap en sociale integratie ..................................................................................... 18
6.0: Onderwijskundig leiderschap: leiderschap en professionele cultuur ............................................ 22
7.0 Educatief partnerschap ................................................................................................................... 24
7.1 Samenwerking met diverse ketens ............................................................................................. 24
7.2 Zorg en begeleiding ..................................................................................................................... 24
7.3 Wie zorgt op de Burijn voor het kind? ........................................................................................ 24
7.4 De speerpunten van de zorg: opbrengstgericht werken (OGW) en handelingsgericht werken
(HGW) ................................................................................................................................................ 25
7.5 Hoe is de zorg op de Burijn georganiseerd? ................................................................................ 26
7.6 Passend onderwijs ....................................................................................................................... 28
HET SCHOOLPLAN 5
8.0 Personeelsbeleid ............................................................................................................................. 33
8.1 Taakbeleid ................................................................................................................................... 33
8.2 Sociale veiligheid ......................................................................................................................... 33
9.0 Kwaliteitsanalyse ............................................................................................................................. 34
9.1 Interne analyse ............................................................................................................................ 34
9.3 Zelfevaluatie en conclusies .......................................................................................................... 35
9.4 Beleidsconsequenties periode 2015-2019 .................................................................................. 37
HET SCHOOLPLAN 6
1.0 Context en aanleiding Het door de Stichting Alkmaarse Katholieke Scholen vastgesteld strategisch beleidsplan 2014-2017 vormt het uitgangspunt van het schoolbeleid voor de komende periode. Het schoolplan van onze school is gebaseerd op de drie pijlers van het strategisch beleidsplan van de SAKS, te weten: vakmanschap, leeromgeving en educatief partnerschap. Tevens hebben de volgende wettelijke voorschriften invloed op ons schoolplan:
- De Wet op het Primair Onderwijs, de artikelen 8,9, en 12. - De Wet Medezeggenschapsraad scholen - De Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen - De Arbo Wet - De Wet passend onderwijs
Een toelichting op de artikelen 8, 9 en 12 wordt hierna gegeven in relatie tot het ontwikkelen van het schoolplan. Voor de volledige tekst van deze artikelen verwijzen we naar Internet. Artikel 8 Uitgangspunten en doelstelling onderwijs Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelings-proces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele en de verstandelijke ontwikkeling, en op het ontwikkelen van creativiteit, op het verwerven van noodzakelijke kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden. Het onderwijs gaat er mede van uit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving, is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie, en is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten. Ten aanzien van leerlingen die extra zorg behoeven, is het onderwijs gericht op individuele begeleiding die is afgestemd op de behoeften van de leerling. De school voorziet in een voortgangsregistratie omtrent de ontwikkeling van leerlingen die extra zorg behoeven. Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen in beginsel binnen een tijdvak van 8 aaneensluitende schooljaren de school kunnen doorlopen; de leerlingen in 8 schooljaren ten minste 7520 uren onderwijs ontvangen; de onderwijsactiviteiten evenwichtig over de dag worden verdeeld. Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat daarbij op structurele en herkenbare wijze aandacht wordt besteed aan het bestrijden van achterstanden in het bijzonder in de beheersing van de Nederlandse taal. Artikel 9 De inhoud van het onderwijs Het onderwijs omvat, waar mogelijk in samenhang: zintuiglijke en lichamelijke oefening, Nederlandse taal, rekenen en wiskunde, Engelse taal, enkele kennisgebieden, expressie-activiteiten, bevordering van sociale redzaamheid, waaronder gedrag in het verkeer en bevordering van gezond gedrag. Bij de kennisgebieden wordt in elk geval aandacht besteed aan: aardrijkskunde, geschiedenis, de natuur, waaronder biologie, maatschappelijke verhoudingen, waaronder staatsinrichting; geestelijke stromingen. Voor de school geldt de eis dat zij tenminste de kerndoelen bij haar onderwijsactiviteiten als aan het eind van het basisonderwijs te bereiken doelstellingen hanteert. Artikel 12 Schoolplan Het schoolplan bevat een beschrijving van het beleid met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs dat binnen de school wordt gevoerd en omvat in elk geval het onderwijskundig
HET SCHOOLPLAN 7
beleid, het personeelsbeleid en het beleid met betrekking tot de bewaking en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Het onderwijskundig beleid omvat in elk geval de uitwerking van de wettelijke opdrachten voor het onderwijs en van de door het bevoegd gezag in het schoolplan opgenomen eigen opdrachten voor het onderwijs in een onderwijsprogramma. Het personeelsbeleid, voor zover dat in het schoolplan tot uitdrukking wordt gebracht, omvat in elk geval maatregelen met betrekking tot het personeel die bijdragen aan de ontwikkeling en de uitvoering van het onderwijskundig beleid. Het beleid met betrekking tot de bewaking en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs omvat in elk geval: de wijze waarop het bevoegd gezag bewaakt dat die kwaliteit wordt gerealiseerd, de wijze waarop het bevoegd gezag vaststelt, welke maatregelen ter verbetering van de kwaliteit nodig zijn, en maatregelen en instrumenten om te waarborgen dat het personeel zijn bekwaamheid onderhoudt. Het college van Bestuur van de Stichting Alkmaarse Katholieke scholen heeft dit schoolplan aan de inspectie van het onderwijs ter beschikking gesteld.
1.1 Doel en functie
Het schoolplan is een beleidsdocument voor de periode 2015-2019, waarin de school een omschrijving geeft van haar:
Missie en visie
Ambitie
Leiderschap en organisatie
Identiteit en kernwaarden
Kwaliteit
Passend onderwijs Het schoolplan heeft twee functies:
1. Een interne ontwikkelfunctie. Het biedt het kader voor de interne dialoog over schoolbeleid.
2. Een verantwoordingsdocument in de richting van de overheid (rijksinspectie), het bevoegd gezag (SAKS), leerkrachten en ouders.
Het schoolplan moet minimaal één keer per vier jaar worden vastgesteld. De in de bijlage van het schoolplan ingevulde strategische planning wordt jaarlijks geëvalueerd. In het jaarplan worden de activiteiten per schooljaar vastgesteld.
1.2 Samenhang met de andere documenten
De schoolgidsen in de periode 2015-2019 worden samengesteld op basis van de inhoud van het schoolplan. Tevens verwijzen we in dit schoolplan naar de volgende documenten:
- Strategisch beleidsplan Saks 2014-2017 - Het zorgplan de Burijn - Schoolondersteuningsprofiel - De schoolgids - Klachtenregeling SAKS - Inspectierapport
Tevens zijn de volgende bronnen geraadpleegd: - Wat werkt op school, Robert J. Marzano, 2007, Bazalt - De reflectieve leraar, Robert J. Marzano, 2013 Bazalt - Passie en kracht in schoolontwikkeling, M. Fullan & Clift St. Germain, 2009 Bazalt - Opvoeden in betrokkenheid, K. Jurius & H. Torringa
HET SCHOOLPLAN 8
- Pamijer, N., Beukering, T. van & de Lange, S. (2009) Handelingsgericht werken: een
handreiking voor het schoolteam. Leuven/Den Haag: Acco.
- Clijsen, A., Gijzen, W., Lange, S. de & Spaans, G. (2007). 1-zorgroute: naar
handelingsgericht werken. WSNS+ en KPC Groep.
- Ledoux, G., Blok, H., Boogaard, Krüger, M. (2009). Opbrengstgericht werken; over de
waarde van meetgestuurd onderwijs. Amsterdam: SCO-Kohnstamm Instituut.
HET SCHOOLPLAN 9
2.0 Bestuursbeleid en visie
2.1 Visie
Samen werken aan een nieuwe visie op onderwijs: groots denken, klein organiseren! We leven in een tijd van veranderingen. Bestaande structuren verdwijnen steeds meer. Of dat goed is of slecht, dat weten we eigenlijk nog niet. Het is belangrijk dat we samen met een open blik kijken naar de veranderingen in de maatschappij en hoe we ons daar als school tot verhouden. Het basisonderwijs heeft te maken met voortdurende maatschappelijke ontwikkelingen. Scholen anticiperen op deze ontwikkelingen. SAKS is een schoolorganisatie van deze tijd. Natuurlijk bewegen wij mee in dit krachtenveld en zien we kansen. Hoe? Door in de eerste plaats de ontwikkelingen op het gebied van onderwijsvernieuwingen op de voet te volgen. We constateren dat de individuele ontwikkeling van het kind steeds meer centraal zal komen te staan. Wij willen individuele leerprocessen introduceren en volgen. Maar een school is meer dan een verzameling individuen. Het moet ook een veilige omgeving zijn, waarin kinderen zichzelf zijn, waar zij zich mogen verwonderen en elkaar en hun leerkrachten in vertrouwen 'ontmoeten'. In zo'n geborgen omgeving kunnen persoonlijkheden zich vrijuit ontwikkelen.
2.2 Beleid
De leerkrachten maken een SAKS-school. Als coach en begeleider van het lerende kind, maar ook als 'hoeders' van het schoolklimaat. Wij hechten zeer aan het vakmanschap van onze leerkrachten en investeren daar nadrukkelijk in. Dat zorgt ervoor dat zij in staat zijn in het klaslokaal de juiste keuzes te maken in het belang van elk kind. Een belangrijke graadmeter voor ons succes is dat ouders en leerlingen tevreden zijn over leerresultaten en schoolomgeving.
2.3 Drie pijlers van het strategisch beleidsplan 2014-2017
Onderwijskundig leiderschap
Met de ontwikkelingen in het onderwijs in de 21ste eeuw wordt een prominent beroep gedaan op de school. Dit vraagt om onderwijs-kundig leiderschap. Onder onderwijskundig leiderschap verstaan we leiderschap, dat gericht is op het leren in de school en het verbeteren en grip houden op de resultaten van het leren en het proces daar naartoe. Het gaat dus in de eerste plaats om het leren van leerlingen en vakmanschap van leerkrachten. Leerkrachten moeten goed lesgeven, zodat leerlingen goede resultaten behalen. Aspecten, die bijdragen aan het realiseren van goed onderwijs zijn:
a. Een heldere koers, duidelijke kaders en ambitieuze doelen: Het gaat hierbij om helder communiceren over wat we onder goed onderwijs verstaan: bestaande patronen over het onderwijs en de benadering van leerlingen is niet meer vanzelfsprekend.
b. Planmatig en transparant organiseren: Doen we de goede dingen? Doen we de dingen goed?
c. Werken als team, waarbij gezamenlijke verantwoordelijkheid, wederzijds vertrouwen en constructieve samenwerking belangrijke componenten zijn.
d. Effectief gebruik van kwaliteitsgegevens: uitkomsten zijn er om processen te verbeteren.
e. Professionalisering: leerkrachten nemen verantwoordelijkheid voor eigen vakmanschap
HET SCHOOLPLAN 10
Onderwijskundig leiderschap ligt in het onderwijs van de 21ste eeuw niet bij één persoon, maar is verspreid binnen de organisatie. Door passend onderwijs ontstaan nieuwe specialismen en dus andere rollen en verantwoordelijkheden binnen de school. De keuzes die hierbij gemaakt worden, bepalen uiteindelijk het rendement in het primaire proces. Ambitie Een ontwikkeling van beheersen en aansturing naar regisseren en zelfsturing. Dit geldt zowel op schoolniveau als groepsniveau als leerlingniveau. Vanuit gemeenschappelijke denk- en werkkaders worden doelen en ambities geformuleerd om het onderwijs beter te laten aansluiten op de onderwijsbehoeften van iedere leerling. De onderwijsbehoeften van de leerling is het vertrekpunt. Goed onderwijs vraagt om goed en systematische analyse en het stellen van heldere doelen. Dit zijn voorwaarden om onderwijsprocessen te regisseren.
Vakmanschap
Leerkrachten verschillen van elkaar. Deze diversiteit in een schoolteam zorgt voor eigenheid, dynamiek en geeft kansen voor ontwikkeling. Belangrijk blijft de kwaliteit van lesgeven. Het beheersen van de basisvaardigheden door leerlingen is een fundamentele verantwoordelijkheid van de leerkracht. Goede leerkrachten onderscheiden zich, doordat zij goed uitleggen, leerlingen actief betrekken bij de les en voldoende leertijd weten te realiseren voor alle leerlingen. Een andere voorwaarde is het effectief omgaan met verschillen en het afstemmen van het onderwijs op specifieke groepen leerlingen. Dit vraagt om een onderzoekende houding van medewerkers en attitude waarbij het onderzoeken en verbeteren van onderwijsprocessen centraal staat. Dit kan alleen in een veilige professionele cultuur. Een cultuur waarin men mag experimenteren en waarbij reflectie tot verbetering leidt. Een cultuur van (zelf)reflectie, waar feedback wordt gegeven op basis van objectieve data en waarnemingen. De wil om zich blijvend te ontwikkelen behoort tot een professionele attitude van de leerkracht. Niet: ‘het komt erbij’ maar, ‘het hoort erbij.’
Ontwikkeling van ‘onderwijzer’ naar een coachende en lerende leerkracht.
Een leerkracht, die het eigenaarschap voor het leren terug geeft aan de leerling en de
onderwijspraktijk voortdurend afstemt op de ontwikkelingsvragen van de leerling. Kennis
hebben van leerlijnen, didactische en pedagogische inzichten, en kunnen reflecteren op het
eigen handelen zijn hierbij vanzelfsprekend.
Educatief partnerschap
Educatief partnerschap is een productieve relatie tussen school, leerlingen, ouders en derden om de schoolprestaties en persoonlijke ontwikkeling van leerlingen te optimaliseren. Binnen educatief partnerschap onderscheiden we een drietal processen:
a. Meer leerbronnen / leeromgevingen binnen bereik De school heeft niet het monopolie op kennisoverdracht. Buiten de school zijn tal van leeromgevingen denkbaar, waarin kinderen leren en meer leerbronnen waar ze gebruik van kunnen maken. Educatief partnerschap met andere organisaties brengt andere leeromgevingen en leerbronnen binnen het bereik van leerlingen. Binnen- en buitenschools leren moeten integreren.
HET SCHOOLPLAN 11
b. Onderdeel van een bredere infrastructuur Scholen staan niet op zichzelf, maar zijn onderdeel van een educatieve en pedagogische infrastructuur. Dit vergt samenwerken met andere organisaties, waaronder organisaties met voorschoolse voorzieningen, scholen voor voortgezet onderwijs, organisaties voor het maken van dag-arrangementen (brede scholen) of instellingen als het Centrum voor Jeugd en Gezin en opvoedbureaus.
c. Mede-opvoederschap Vanuit de identiteit zijn een zestal kernwaarden geformuleerd (zie 2.4). Vanuit die kernwaarden houden wij ons nadrukkelijk bezig met de ontwikkeling van waarden en normen, bevordering van integratie en ontwikkeling tot actief burgerschap. Dit vraagt om afstemming.
Ambitie Verbetering van onderwijsprocessen door samenwerking
a. Inspelen op de ontwikkelingsvragen en rekening houden met de verschillen en omstandigheden van kinderen vraagt om afstemming in het opvoedend denken en handelen;
b. De effectiviteit van de school door inbreng van ouders en andere organisaties; c. Het informeel meedenken en meebeslissen van ouders en ketenpartners.
Een beweging van ouderhulp naar ouderbetrokkenheid, zowel binnen als buiten de school. Onderwijs en opvoeden is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Een beweging van vrijblijvendheid naar wederzijdse verwachtingen. Binnen deze afstemming heeft de school een duidelijke regiefunctie. De school hoeft het zelf niet uit te voeren, maar moet het wel kunnen bieden. Het gaat hierbij om een structurele samenwerking met ketenpartners.
2.4. Identiteit en kernwaarden
Scholen bij de stichting SAKS zijn verbonden door een aantal gemeenschappelijke waarden, die per school op een eigen manier worden uitgedragen. Deze waarden zijn:
Ontmoeting; Vertrouwen; Eigenheid; Spiritualiteit; Traditie; Verwondering.
HET SCHOOLPLAN 12
3.0 Schoolspecifiek
3.1 Schoolmissie
Het bieden van kwalitatief hoogwaardig onderwijs in een inspirerende leeromgeving aan alle aan ons toevertrouwde kinderen! Onze missie houdt voor ons in dat:
we een veilige basis bieden waarin we mèt de kinderen werken aan hun totale ontwikkeling;
we groepen hebben waarbij iedereen op zijn eigen kunnen wordt aangesproken; we de leerlingen bij het schoolbeleid betrekken; we uitdagend materiaal, begeleiding en ruimte bieden; we dit terugzien in een samenhangend onderwijsaanbod; we gebruik maken van het digitale tijdperk en zetten computers/tablets inventief in.
3.2 Schoolvisie
Kind staat centraal: heeft plezier, mag meedenken over onderwijsaanbod en zelf vorm geven aan eigen ontwikkeling. De kernwaarden van onze school zijn:
Ontmoeting: Identiteit wordt gevormd in relatie tot de ander. De school geeft de kinderen de ruimte om regelmatig iets van zichzelf aan de ander te laten zien, zodat zij steeds andere aspecten van zichzelf oplichten en nieuwsgierig worden naar de ander.
Vertrouwen: Je vertrouwt erop dat er iets goeds schuilt in alles wat er gebeurt. Je hoeft het gedrag van een ander niet te bepalen en je laat al je angsten en zorgen los.
Eigenheid: Groot of klein zijn is niet bepalend. Gebruik je talenten.
Spiritualiteit: Niet alles kunnen we met ons hoofd verklaren. Spiritualiteit is ook een levenshouding, je stelt je open voor het bijzondere van de ander, voor geheimen van het leven.
Traditie: Het staan in een traditie (zoals katholiciteit) is een voorwaarde om na te denken over vorming van kinderen. Zonder een traditie gaat het niet, maar dat wil niet zeggen dat het heden een kopie is van de traditie.
Verwondering: Door open te staan naar de wereld met beide benen op de grond is er ruimte om te verwonderen.
Wij hanteren bij het ontwerpen van onze onderwijsactiviteiten een aantal uitgangspunten: relatie, competentie en autonomie. Dit zijn de drie basisbehoeften van elke leerling.
Een kind voelt zich veilig; Een kind durft uit zichzelf zijn mening te verkondigen; Een kind ervaart dat hij/zij zelfstandig en onafhankelijk iets voor elkaar krijgt; Een kind leert zijn talenten kennen en voelt zich uitgedaagd om zich verder te
ontwikkelen. Ouderbetrokkenheid:
we betrekken ouders graag bij het onderwijsproces van hun kind en gaan de dialoog aan over opvattingen en verwachtingen over ons onderwijs; wij zijn transparant naar ouders over wat wij van hen verwachten en over wat zij van ons kunnen verwachten.
HET SCHOOLPLAN 13
4.0 Kenmerken van de school
4.1 Typering van de school
De Burijn is een open, moderne katholieke basisschool die in de wijk Mare, ’t Rak-Noord, gevestigd is en onder het stichtingsbestuur SAKS te Alkmaar valt. De school onderscheidt zich door een professionele schoolcultuur. Deze schoolcultuur is gebaseerd op waarden en normen die we terugvinden in de katholieke traditie. Naast het opdoen van kennis en het leren van vaardigheden is een houding herkenbaar waarbij respect, luisteren en zich kunnen verplaatsen in anderen belangrijke elementen zijn. Wij vinden het belangrijk dat onze leerlingen zich open stellen naar anderen en realiseren
een klimaat waarin kinderen elkaar leren kennen, begrijpen en waarderen op basis van
respect en vertrouwen. Zowel op cognitief gebied als op sociaal-emotioneel gebied streven
wij naar een zoveel mogelijk ononderbroken ontwikkelingslijn waarbij de leerling begeleiding
krijgt die past bij zijn ontwikkelingsfase.
4.2Team en directie
Het team bestaat momenteel uit 20 medewerkers met de volgende functies: Achttien leerkrachten, waarvan twee fulltimers en twee met een LB-functie
(onderbouwcoördinator en taalspecialist); één directeur; één adjunct directeur; één bouwcoördinator; één intern begeleider; één vakleerkracht gymnastiek; één conciërge;.
De Burijn kent de volgende directiestructuur:
één directeur; één adjunct-directeur één bouwcoördinator
Het managementteam (directie, adjunct directeur, bouwcoördinator) heeft om de week een overleg. Eén maal per twee weken is er afwisselend een managementteam- of bouwoverleg en om de zes weken een teamoverleg.
4.3 Leerling-populatie
De Burijn wordt op dit moment bezocht door 243 leerlingen, verdeeld over 11 groepen. De prognose van het leerlingaantal voor de komende jaren laat zien dat het leerlingaantal zal dalen. Dit heeft met de wijksamenstelling te maken. Onze leerling-populatie kenmerkt zich door een verschillende soorten leerlingen en is gevarieerd. We hebben leerlingen uit alle sociale lagen van de bevolking: kinderen uit gescheiden gezinnen, kinderen uit gezinnen met twee werkende ouders en kinderen uit een traditioneel of modern samengesteld gezin. Het merendeel van onze leerlingen heeft een Nederlandse achtergrond.
4.4 Ouderkenmerken
De school wordt bevolkt door leerlingen van wie ouders/verzorgers middelbaar tot hoog opgeleid zijn. Zo telt de Burijn op de huidige leerling-populatie 243 leerlingen. 240 leerlingen hebben volgens de normen geen achterstand in hun ontwikkeling. In het algemeen zien wij dat onze ouders sterk betrokken zijn bij de schoolactiviteiten en ze investeren veel tijd thuis om hun kind te ondersteunen in hun ontwikkeling: 38% van onze ouders helpt actief mee op school en 86% van de ouders helpt de kinderen met hun huiswerk. (Bron: ouder- en leerlingtevredenheidpeiling juni 2014).
HET SCHOOLPLAN 14
4.5 Landelijke en lokale trends en ontwikkelingen
Momenteel zijn er de volgende trends die voor de komende schoolplanperiode van toepassing zijn. Landelijk:
Passend onderwijs: per 1 augustus 2014 is de wet voor passend onderwijs in werking getreden:
o Alle kinderen moeten een plek krijgen op een school die past bij hun kwaliteiten en mogelijkheden. Leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, krijgen die ook.
o In de regionale samenwerkingsverbanden werken het reguliere onderwijs en speciaal onderwijs samen.
o Alle scholen in een samenwerkingsverband bieden dezelfde basisondersteuning. Dit is de begeleiding die alle (reguliere) scholen in een samenwerkingsverband standaard kunnen bieden. De scholen bepalen samen in het samenwerkingsverband welke zorg er in de basisondersteuning valt.
o Scholen hebben een eigen schoolondersteuningsprofiel. o Ambulante zorg waar het hoort; o Afstemming doorgaande lijn: VVE-PO-VO.
Referentieniveaus: sinds 1 augustus 2010 is de ‘Wet referentieniveaus Nederlandse
taal en rekenen’ in werking getreden. Voor het primair onderwijs worden twee beheersingsniveaus onderscheiden:
o niveau 1F: fundamenteel niveau. o niveau 1S: hoger streefniveau.
Tevens houden de referentieniveaus het volgende in:
o Een hulpmiddel om de taal- en rekenprestaties van de leerlingen te verhogen en om duidelijke onderwijsdoelen te stellen;
o Een instrument om opbrengstgericht te werken; o Mogelijkheid om de aansluiting tussen het primair en voortgezet onderwijs te
verbeteren; o De kerndoelen beschrijven vooral de inhoud van het onderwijsaanbod; o Referentieniveaus geven het beheersingsniveau aan.
Opbrengstgericht werken:
o Wat werkt op school op verschillende niveaus (Marzano) Schoolniveau; Opbrengstgericht leiderschap; Leerkrachtniveau; Leerlingniveau
Lokaal o Anticiperen op het gemeentelijk beleid
o Strategisch beleidsplan SAKS2020
De Burijn heeft een helder schoolondersteuningsprofiel waarin beschreven staat welke zorg wij als school kunnen leveren. De veranderende manier van denken en werken voor leraren, van aanbod gericht naar handelingsgericht werken, waarbij het kind centraal staat, zal de komende jaren een speerpunt zijn in beleidsontwikkeling en (team)scholing.
HET SCHOOLPLAN 15
5.0 Vakmanschap: zorg voor kwaliteit
5.1 De inrichting van ons onderwijs
Kwaliteitszorg voor ons is: zeggen wat we doen en dit systematisch evalueren om een continu verbeterproces aan te sturen. Op systematische wijze willen wij kunnen nagaan of wij waarmaken wat we in onze plannen en beleidsvoornemens beloven. Dit streven naar kwaliteit betekent, dat we moeten vaststellen of we de ‘goede dingen doen’ en ‘de dingen goed doen’. Belangrijk hierbij is dat we ons samen verantwoordelijk voelen voor de resultaten en dat stappen, die worden genomen om de kwaliteit te verbeteren, door iedere betrokkene worden gedragen. Kwaliteitszorg kent twee aspecten:
1. Systematisch werken aan behoud en verbetering kwaliteit o Zicht op behoeften populatie. o Jaarlijkse evaluatie kwaliteit opbrengsten (school- en bestuursniveau). o Regelmatige evaluatie van leren en onderwijzen (proces). o Planmatig werken. o Borgen van kwaliteit. o Rapportage aan belanghebbenden. o Waarborgen sociale veiligheid.
2. Kwaliteitsvoorwaarden o Schoolleiding stuurt aan. o Relatie tussen kwaliteitszorg en visie op leren en onderwijzen. o Professionele schoolcultuur. o Betrokkenheid van personeel, directie, leerlingen, ouders/verzorgers en
bestuur.
De kwaliteitszorg wordt op twee niveaus geëvalueerd: 1. Intern:
o Onze opbrengsten. o Het leren en onderwijzen op onze school. o Kwaliteitszorg spiegelen aan de missie/visie, zoals geformuleerd is in het
schoolplan. o Professioneel handelen: het professionele gedrag en het professioneel
handelen als uitgangspunt. o Tevredenheidpeilingen (leerlingen, ouders en medewerkers)
2. Extern o De rijksinspectie verricht op grond van de Wet op Onderwijstoezicht
kwaliteitsonderzoek op de school. Vormen van kwaliteitsonderzoek zijn: jaarlijks onderzoek. periodiek kwaliteitsonderzoek naar alle aspecten; eens in de vier jaar; nader onderzoek indien er sprake is van kwaliteitstekort geconstateerd
in het periodieke onderzoek. Het onderzoek richt zich tevens op het domein beleid en organisatie.
o incidenteel onderzoek op eigen verzoek van de inspectie, of in opdracht van de minister. Dit onderzoek wordt verricht naar aanleiding van maatschappelijke ontwikkelingen.
Domeinen van onderzoek zijn: o Resultaten:
Aspect 1: eindresultaten Aspect 2: voortgangsresultaten
o Onderwijs en leren
Aspect 3: leerstofaanbod
Aspect 4: leertijd
Aspect 5: pedagogisch-didactisch handelen
Aspect 6: toetsing en begeleiding
HET SCHOOLPLAN 16
Aspect 7: schoolklimaat o Beleid en organisatie (uitgevoerd indien hier aanleiding toe is)
Aspect 8: kwaliteitszorg
Aspect 9: organisatie
Aspect 10: personeelsbeleid
Aspect 11: inzet van middelen
Aspect 12: communicatie met de omgeving
De Burijn past het INK Model (Instituut Nederlandse Kwaliteitszorg) toe om de kwaliteit van haar onderwijs te waarborgen. Het INK model vormt de Plan-Do-Check-Act cyclus, kortweg de ‘PDCA cyclus’. Deze cyclus onderscheidt vier stappen:
1. Plan: bepalen van ambities en richting, ontwikkelen van (strategisch) beleid, uitwerken naar doelen, jaarplannen van activiteiten.
2. Do: Uitvoeren van plannen en activiteiten. Wat zijn concrete acties, wat zijn kritische succesfactoren, wie zijn bij de uitvoering betrokken, welke middelen worden ingezet, waarover en hoe wordt gecommuniceerd.
3. Check: meten van behaalde resultaten, analyse van de meetgegevens (mogelijke oorzaken van tegenvallende of zeer positieve uitkomsten), uitkomsten vergelijken met afgesproken doelen; conclusies trekken.
4. Act: formuleren van verbeterpunten op basis van getrokken conclusies.
HET SCHOOLPLAN 17
Dit laat zich vertalen in de cyclus:
Instrument/systeem
Betrokkenen Frequentie/systematiek
Schooljaarplan Directie, intern begeleider, het managementteam en MR
Jaarlijks + evaluatie
Schoolgids Directie, team en MR Jaarlijks Trendanalyses van tussenopbrengsten en eindopbrengsten
Directie, intern begeleider en team
Niet methodegebonden toetsen: twee keer per jaar Methodegebonden toetsen: na elke toets
LOVS Directie, intern begeleider en leerkrachten
Dagelijks
Klassenbezoeken directeur Directie Twee keer per jaar + evaluatie n.a.v. het bezoek
Klassenbezoeken intern begeleider
Intern begeleider Twee keer per jaar n.a.v. beleidsvoornemens + evaluatie n.a.v. het bezoek en terugkoppeling naar de directie
Klassenbezoeken bouwcoördinator
Bouwcoördinator Minstens 4 keer per jaar; evaluatie in het managementteam
Tevredenheidsonderzoeken: Ouders leerlingen Team
Ouders, leerlingen, personeel
Één keer per twee jaar
Voortraject verwijzing VO/KOERS VO: leermogelijkheden, schoolvorderingen, schoolbeleving en werkgedrag
Directie, intern begeleider en leerkracht groep 8
Jaarlijks meerdere keren
De interne afspraken rond toetsen en afnamen van toetsen zijn vastgesteld: toetskalender, toetsservice
Intern begeleider Jaarlijks
De school heeft een vaste cyclus in haar personeelsbeleid, gesprekken en beoordelingen
Directie Op basis van 4-jarige cyclus
Elk teamlid maakt deel uit van een intervisiegroep in de school:
Bouwoverleg Klassenconsultatie Coaching Buddy/sparmaatje
Directeur, team Effectieve systematische afwisseling van diverse overlegmomenten gedurende het schooljaar
5.2 Onderwijs en leren
Opbrengstgericht werken (OGW) is het systematisch verzamelen, analyseren, interpreteren en gebruiken van data over het functioneren van de school voor het behalen van de doelen van de school, maar ook voor een verbetering van het onderwijs op zowel schoolniveau als
HET SCHOOLPLAN 18
klasniveau. Hierbij gaat het niet alleen om de leerprestaties, maar bijvoorbeeld ook om de sociaal emotionele ontwikkeling van de leerlingen. Opbrengstwerken vraagt van de directeur en het team, dat vanuit systematisch kwaliteitsonderzoek gericht de onderwijspraktijk wordt verbeterd. Opbrengstgericht werken en handelingsgericht werken gaan hand in hand. Het team en de directie zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het eindresultaat in groep 8. Voor het opbrengstgericht werken is het belangrijk dat het team zich betrokken voelt bij de resultaten van de leerlingen van de gehele school. Dit maakt het noodzakelijk dat de school werkt met doorgaande leerlijnen en dat leerkrachten gedegen kennis hebben van het leerstofaanbod voorafgaand aan het leerjaar waarin zij lesgeven en het leerjaar erna. Op de in de PDCA cyclus vastgelegde momenten worden de leerresultaten in teamverband besproken. Tevens is het van belang om de landelijke ontwikkelingen, die voor ons onderwijs relevant zijn, bij te houden.
5.3 Actief burgerschap en sociale integratie
Actief burgerschap en sociale integratie is geen apart vak maar is geïntegreerd in het totale onderwijsaanbod. Om actief, maar ook kritisch te kunnen deelnemen aan de samenleving zijn specifieke kennis en vaardigheden noodzakelijk. De Burijn is een rooms-katholieke school, waarbij niet alleen aandacht is voor de katholieke identiteit, maar ook voor andere religies en culturen. Door kennis te maken met en het ontdekken van overeenkomsten en verschillen, ontstaat begrip en acceptatie. Actief burgerschap en sociale integratie hebben consequenties voor de omgang tussen leerlingen en leraren en vormen de basis voor het veiligheidsbeleid. Pestgedrag, discriminatie en intimidaties worden niet getolereerd. Gedragsregels, protocollen, waaronder het anti-pestprotocol ondersteunen dit streven. De school volgt op systematische wijze de veiligheidsbeleving door:
Het in kaart brengen van het veiligheidsgevoel van leerlingen, ouders en leerkrachten d.m.v. enquêtes
Het zorgvuldig registreren van incidenten. Realisatie kerndoelen Artikel 9 lid 5 WPO geeft aan: ten aanzien van de onderwijsactiviteiten, genoemd in het eerste tot en met vierde lid, worden bij algemene maatregel van bestuur kerndoelen vastgesteld. En in artikel 9 lid 6: voor de school geldt de eis dat zij tenminste de kerndoelen bij haar onderwijsactiviteiten en als aan het eind van het basisonderwijs te bereiken doelstellingen hanteert. De Burijn heeft een aanbod voor de wettelijk voorgeschreven leer- en vormingsgebieden dat:
Voldoet aan de kerndoelen;
Dat in overeenstemming is met de referentieniveaus;
Dat in overeenstemming is met de wettelijke uitgangspunten en doelstellingen;
Dat in doorgaande lijn aangeboden wordt tot en met groep 8;
Dat geschikt is om af te stemmen in verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de methoden en materialen waarvan per vakgebied gebruik wordt gemaakt. In de handleidingen van deze methoden is terug te vinden hoe zij bijdragen aan de realisatie van de kerndoelen.
HET SCHOOLPLAN 19
Vak/ vormingsgebied
Aanbod/ Methode
Aangeboden in groep Kern- doelen
Vervangingsjaar
1 2 3 4 5 6 7 8 1.Aanbod het jonge kind:
- ontluikende geletterdheid
Schatkist x x x
Map fonemisch bewust zijn
x
x
- ontluikend rekenbegrip
Schatkist WIG-4
x x x 2022
Map gecijferd bewustzijn
x x
-sociaal-emotionele ontwikkeling
Schatkist Nog te kiezen
x x x
-Motorische ontwikkeling
Bewegingslessen BAO Schrijfdans
x x x n.v.t.
2. Nederlands
- Technisch lezen
Veilig leren lezen
x x
- Voortgezet technisch lezen
VNL x x x x x
- Begrijpend lezen
Nieuwsbegrip XL
x x x x x x x n.v.t.
- Taalmethode Taal actief 3 x x x x x x x
- Woordenschat Nieuwsbegrip XL
x x x x x x x x n.v.t.
- Spelling x x
- Schrijven Pennen-streken
x x x x x x x
- Schrijven Voortgezet schrijven
x x x
1. Engels
Take it easy x x x x x x 2019
2. Rekenen wiskunde
3.
Wereld in getallen 4
x x x x x x x x
x 2022 2015
Wis en Rekenen
4. Kennisgebieden:
Aardrijkskunde Geobas x x x x x 2018
Geschiedenis Argus Clou x x x x x x
Biologie/natuur Leefwereld x x x x x x
Verkeer Wegwijs x x x x x x x x x n.v.t.
Burgerschap EHBO lessen x x x x x x x x x n.v.t.
Techniek x x x x x x x x x
ICT x x x x x x x x x
HET SCHOOLPLAN 20
5. Sociaal- emotionele vorming
x x x x x x x x
6. Godsdienstige vorming
Hemel en Aarde
x x x x x x x x x
7. Expressie activiteiten
Handvaardigheid Moet je doen x x x x x x x x x
Tekenen Moet je doen x x x x x x x x x
Muziek Moet je doen x x x x x x x x x n.v.t.
Drama Moet je doen x x x x x x x x x n.v.t.
7.Lichamelijke oefening
Bewegings- lessen Bewegings-onderwijs
x x x x x x x x x
De maatschappelijke ontwikkelingen vragen om aanpassingen in onze methodiek. De nadruk komt steeds meer te liggen op vaardigheden, zoals: vermogen om kritisch, creatief en probleemoplossend denken, communiceren, samenwerken en ICT geletterdheid. De Burijn gaat de komende vier jaar haar onderwijsaanbod en methodiek zodanig inrichten dat de nadruk steeds meer op eigenaarschap van de leerling komt te liggen over zijn leerproces. Dit houdt in dat de leerling medeverantwoordelijkheid voelt voor zijn ontwikkeling. We willen een beroep doen op een andere vorm van persoonlijk leiderschap: het leerstof jaarklassensysteem voorzichtig loslaten en andere combinaties te vormen.
HET SCHOOLPLAN 21
Deze invulling vraagt om een andere inrichting van de fysieke leeromgeving. Bij de leeromgeving verstaan we niet alleen het klaslokaal en het schoolgebouw, maar ook op en om speelplaats.
HET SCHOOLPLAN 22
6.0: Onderwijskundig leiderschap: leiderschap en professionele cultuur Kenmerkend voor het leidinggeven aan de school is, dat de schoolleiding de onderwijs-behoeften van de leerlingen centraal stelt bij het inrichten van de organisatie. De organisatie is er op gericht om kinderen hun talenten te laten ontwikkelen. Dit is breder dan het verbeteren van taal- en rekenvaardigheden alleen. De schoolleiding is in staat om leiding te geven aan opbrengstgericht werken en heeft kennis van de factoren die op het niveau van de school, de groep en de leraar, de leerlingresultaten positief beïnvloeden. Zij kent de kenmerken van de leerlingenpopulatie van de school en de kwaliteit van de leerkrachten en hun ontwikkelingsmogelijkheden. De schoolleiding organiseert, stimuleert en bewaakt een onderzoeksmatige, lerende cultuur in de school. Een dergelijke cultuur wordt gekenmerkt door het handelen op basis van het verzamelen en analyseren van data. Op basis daarvan worden interventies bepaald en beleid vormgegeven. De schoolleider organiseert uitdagende activiteiten in het kader van het leren van elkaar in de school waarbij gebruik wordt gemaakt van erkende ongelijkheid. Als onderwijskundig leider organiseert de schoolleiding hierover de communicatie in het
team waarbij het leren van elkaar centraal staat. Op grond van het werk en het leerresultaat
van kinderen wordt bekeken of het onderwijsaanbod in relatie tot het handelen van de
leerkracht aangepast kan worden.
Michael Fullan benadrukt in zijn theorie met zijn bekende wielen dat de samenhang een voorwaarde is om te komen tot duurzame schoolontwikkeling. In onderstaand schema geven we weer hoe wij de samenhang tussen de verschillende niveaus interpreteren en op welke kwaliteitsdomeinen dit van invloed is. De rol van de schoolleider is om de voorwaarden voor kwaliteitsdomeinen (wielen) te creëren. De kleuren corresponderen met de kleur van de pijlers van het Strategisch beleidsplan.
HET SCHOOLPLAN 23
WIELEN VAN FULLAN
Lerende schoolleider:
Pedagogisch leider Beheerder Ondernemer Onderwijskundig leider PDCA-cyclus
Leren in de klas
Inhoud Instructie Interactie Klassenmanagement PDCA-cyclus
Lerende leerkracht
Werkconcepten Samenhang Onderzoekende houding Zelfreflectie PDCA-cyclus
Lerende school
Gezamenlijke visie Teamleren Continue verbetering Denken en samenhang PDCA-cyclus
Lerend bestuur Collectief leerproces Sturingsfilosofie Strategische visie PDCA-cyclus
HET SCHOOLPLAN 24
7.0 Educatief partnerschap
7.1 Samenwerking met diverse ketens
Onze ouders participeren actief op de arbeidsmarkt. Dit betekent dat de inrichting van onze school aan de behoefte van onze ouders moet voldoen. In het huidige regeerakkoord krijgt het IKC (Integraal Kindcentrum) veel aandacht. Een werkdefinitie van IKC is: een voorziening voor kinderen van 0 tot en met 12 jaar, waar zij gedurende de dag komen om zich te ontwikkelen, te spelen en te leren. De Burijn wil zich de komende periode tot een IKC ontwikkelen. Dit betekent dat de school met diverse partners, met een gezamenlijke pedagogische visie, gaat samenwerken. Samenwerking tussen onze school en kinderopvang (Kiddies) is niet meer weg te denken. Echter, er zijn veel mogelijkheden om deze samenwerking nader te verdiepen. Tevens zijn er andere organisaties (o.a. Rollebol, Olke Bolke, Sport-X, logopedie,etc..) die wij in deze ontwikkeling willen betrekken. Daarnaast willen wij gebruik maken van de kwaliteiten van onze ouders om een naschoolse activiteitenaanbod te ontwikkelen.
7.2 Zorg en begeleiding
De directie en personeelsleden van de Burijn vinden het belangrijk dat kinderen zich zo goed
mogelijk kunnen ontplooien. Ze moeten met plezier naar school kunnen gaan, zodat ze
zoveel mogelijk leren. Onderwijs dient zoveel mogelijk aan te sluiten bij de ontwikkeling van
het kind. Dit vraagt om een betrouwbare en professionele zorgstructuur. De uitwerking van
de Wet van Passend onderwijs is in ons zorgsysteem zo veel, als op dit moment mogelijk is,
verwerkt.
7.3 Wie zorgt op de Burijn voor het kind?
Leerkracht Schoolleiding Ouders
Leerkracht: De belangrijkste taak op onze school is weggelegd voor de leerkracht. Hij/zij is de spil van de zorg voor uw kind. Wij vragen van onze collega’s de volgende kwaliteiten om deze zorgtaak te kunnen vervullen. De leerkracht:
o geeft de leerlingen voldoende tijd en gelegenheid tot leren; o is duidelijk op de hoogte van en gebruikt onderwijskundig verantwoorde
methoden; o stelt duidelijke (minimum) doelen; o geeft effectieve instructie en verwerking; o voert een goed klassenmanagement; o hanteert een leerlingvolgsysteem; o schept een positief werkklimaat; o hanteert een flexibele klassenorganisatie; o werkt samen met collega’s en vraagt om hulp indien nodig; o evalueert regelmatig de vorderingen van de leerlingen; o signaleert een leerling die opvalt in zijn ontwikkeling en/of leervorderingen; o kan de juiste toets- en observatie-instrumenten kiezen en toepassen; o de uitkomsten van deze toets en observatie helder kunnen weergeven
(verslag doen); o een diagnose kunnen stellen; o een (groeps)handelingsplan -betreffende een individueel kind of een groep-
kunnen opstellen en uitvoeren.
HET SCHOOLPLAN 25
De schoolleiding: De schoolleiding heeft als taak ervoor te zorgen dat de leerkrachten optimale zorg kunnen bieden. De volgende voorwaarden dienen door de schoolleiding gecreëerd te worden:
o bijdragen aan een positief (werk)klimaat voor leerling, leerkrachten en ouder; o mede op basis van de groepsoverzichten een schooloverzicht (van leerling-
ontwikkelingen) op teamniveau bespreken; o samen met interne begeleiding zorg dragen voor de zorg op school,
kwaliteitsbewaking en monitoring; o vakmanschap: werken aan professionele ontwikkelen o het stellen van een schooldiagnose n.a.v. LOVS, entreetoets en
eindopbrengsten; o een (aangepast) onderwijsaanbod (doen) uitvoeren en laten evalueren; o bewaken van de continuïteit van het leerlingvolgsysteem en de
schoolverbetering.
Ouders: educatief partnerschap: Ouders hebben een belangrijke rol bij de samenwerking (educatief) met school bij pedagogische en didactische vraagstukken. Onder het begrip ‘Pedagogisch partnerschap’ verstaan we de samenwerking tussen school en ouders om optimale omstandigheden te scheppen voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind. Onder het begrip ‘Didactisch partnerschap’ verstaan we de samenwerking tussen ouders en school om de leerontwikkeling van het kind optimaal te stimuleren.
7.4 De speerpunten van de zorg: opbrengstgericht werken (OGW) en handelingsgericht
werken (HGW)
Handelingsgericht Werken (HGW) kenmerkt zich door een planmatige benadering van de specifieke onderwijsbehoefte van leerlingen. HGW gaat niet uit van het in kaart brengen van mogelijke beperkingen van een leerling, maar op de ontwikkelingsmogelijkheden die een leerling heeft om een bepaald doel te bereiken. Afstemming van het onderwijs- en instructieaanbod op de leerling is cruciaal. Bij de afstemming van het onderwijs- en instructieaanbod op individuele begeleidingsbehoeften geldt volgens Pamijer en Beukering (2009) dat met name de interactie tussen leerkracht, leerling en groep aanknopingspunten biedt. Met het voortdurend afstemmen van instructie- en onderwijsaanbod wordt ook het dynamische aspect in het onderwijsleerproces weergegeven. Niet alleen de onderwijsbehoefte van de leerling wordt in kaart gebracht, ook de begeleidingsbehoefte van de leerkracht bij het Pamijer, van Beukering en de Lange (2009) beschrijven de HGW-cyclus in vier fasen:
1. Waarnemen: Verzamelen van leerlinggegevens 2. Begrijpen: Benoemen van onderwijsbehoeften en stellen van doelen 3. Plannen: Opstellen van het groepsplan waarin het aanbod en instructiebehoefte
zijn vastgelegd 4. Realiseren: Uitvoeren van het groepsplan
Leerkrachten zijn de sleutelfiguren bij het succesvol realiseren van passend onderwijs; dat lukt alleen met steun van ouders, collega’s en begeleiding van intern begeleider en leidinggevenden. (Pamijer, van Beukering & de Lange, 2009) HGW wordt op de Burijn gekoppeld aan Opbrengstgericht Werken (OGW). Systematische dataverzameling wordt gekoppeld aan het planmatig analyseren van deze data en vervolgens aan het bijstellen van het onderwijsplan: opbrengstgericht werken. De uitkomsten van de metingen bepalen hoe het onderwijs wordt vormgegeven voor de komende periode. Uit onderzoek blijkt dat door opbrengstgericht werken de leerprestaties van de leerlingen toenemen (OCW 2007, Pamijer, van Beukering & de Lange 2009, Ledoux et al., 2009).
HET SCHOOLPLAN 26
Een opbrengstgerichte analyse van de toetsdata is gericht op het vaststellen en het verhogen van de opbrengsten. Handelingsgericht werken is een breder perspectief op deze resultaten: hierbij wordt gekeken naar interactie tussen leerling en (leer-)omgeving in brede zin. (Clijsen, Pamijer & Kappen 2007) Handelingsgericht werken en opbrengstgericht liggen in elkaars verlengde.
7.5 Hoe is de zorg op de Burijn georganiseerd?
Zorg op schoolniveau Wij willen een uniform gebruik door de hele school met eenduidige afspraken en zorgformulieren op het gebied van zorg. Door de hele school gebruiken we de toets-screening, het didactische groepswerkplan, didactische handelingsplan (individueel), een groeidocument (OPP) en het sociaal emotioneel volgsysteem (SEO-lijsten). In alle groepen is herkenbare zorg te zien:
instructietafels worden in alle groepen ingezet. zorgmappen zijn in uniforme lay-out uitgevoerd herkenbaar klassenmanagement, waardoor gedifferentieerde instructie kan worden
gegeven. iedere groepsleerkracht wordt geacht de uitvoering van de beschreven zorg in de
groep te kunnen organiseren en deze ook groepsspecifiek te hebben vastgelegd. Zorgmappen De school heeft gekozen voor een uniforme zorgadministratie door de gehele school. Alle leerkrachten werken met vier zorgmappen in de groep. De inhoud van de mappen is overal gelijk en heeft een vastgelegde volgorde met standaard zorgformulieren:
Blauw o Cito-overzichtslijst (LOVS) o Didactisch groepsoverzicht o Actuele didactische groepswerkplannen o Individuele handelingsplannen (evt. OPP) o Groeps- en leerlingbespreking o Registratie methodegebonden toetsen o Voor groep 1-2: observatielijst taal en rekenen o Recent overzicht AVI
Rood: o Intakegegevens/overdracht van andere school o Schriftelijke informatie van de leerlingen. (vnl van groep 2 naar 3) o Kopie toets van zorgleerling
Geel o Jaarplanning o Weekplanning (en lesvoorbereidingen) o Diagnostische gespreksverslagen met leerlingen o Leerlingenlijst, telefoonnummers, allergielijst o Info invaller o VNL praktisch gedeelte, dyslexieprotocol
Groen o Groepslijst leerlingen o Absentielijst o Noodnummers leerlingen o Organisatie in de groep: bijv. klassendienst, plattegrond, gymrooster o Jaarkalender team o Ib-consultatierooster o Toetskalender o Personeel en werkgroepen
HET SCHOOLPLAN 27
IB- directie overleg Iedere veertien dagen is er overleg tussen de directie en Intern begeleider. Actuele, lopende zaken worden besproken en er wordt beleid gemaakt op het gebied van Zorg, plannen van studiedagen, aanschaf materialen, het opstellen van zorg- en toetskalender en maken van groeps- en schoolanalyses (LOVS CITO, entreetoets groep 7 en het Drempelonderzoek). Schoolanalyse entreetoets en LOVS CITO Na de Entreetoets maakt de intern begeleider een analyse van de toetsen. De toetsen worden ingevoerd in Esis om zo de data beter te vergelijken met de LOVS toetsen. De nadruk bij de Entreetoets ligt op het analyseren waar mogelijke hiaten zitten en op welke leergebieden specifiek ingezet moet worden richting midden toetsen van het LOVS. Er wordt samen met de leerkracht van groep 8 een plan van aanpak opgesteld. Bij de analyse van de CTIO-M toetsen en het Drempelonderzoek ligt de nadruk om de gemaakte interventies bij de entreetoets te evalueren. Ouders worden nadat de uitslagen bekend zijn van de Entreetoets (begin van groep 8) in de gelegenheid gesteld dit met de leerkrachten en eventueel met de intern begeleider te bespreken.
Zorg op groepsniveau: Het leerling- en onderwijsvolgsysteem (LOVS): De ontwikkelingen van alle leerlingen worden gevolgd door middel van het Leerling- en het Onderwijs volgsysteem (LOVS) van het CITO. Het gaat hierbij om de vakgebieden rekenen, spelling, technisch en begrijpend lezen. Voor de kleuters gaat het om Taal en Rekenen voor kleuters. Daarnaast worden regelmatig methodegebonden toetsen afgenomen. Voor het vakgebied Sociale Vaardigheden neemt de school SEO-lijst af. Voor de kleuters wordt een observatieformulier uit de methode Schatkist gebruikt.
Voor de verschillende toetsen bestaat een afnameprocedure. Informatie over de toetsen en afnameprocedures zijn te vinden in het zorgplan en de handleiding van de desbetreffende toets. De leerkracht registreert (digitaal) de resultaten van de verschillende CITO toetsen in Esis en verzamelt deze resultaten in de zorgmap. Didactische groepswerkplannen: Binnen de groep is de leerkracht verantwoordelijk voor het bieden van een passend/ uitdagend onderwijsaanbod. Uitgangspunt hierbij is dat kinderen zich verschillend ontwikkelen. Door middel van didactische groepswerkplannen wordt de organisatie van de hulp aan (groepen) leerlingen weergegeven. In dit didactische groepswerkplan wordt de groep ingedeeld op niveau van instructiebehoeften (instructie-onafhankelijk, basisinstructie en verlengde instructie).
o De zon-groep bestaat uit leerlingen die een A(|)- of B (||)-niveau hebben gehaald. Zij kunnen na een korte instructie van de leerkracht aan het werk.
o De maan-groep bestaat uit de leerlingen die een C-niveau hebben gehaald. Deze groep gaat na de (volledige) instructie van de leerkracht aan het werk.
o De ster-groep bestaat uit leerlingen die een D(|V)- of E (V)-niveau hebben gehaald. Zij krijgen na de klassikale instructie een verlengde instructie aan de instructietafel in de klas.
De didactische groepswerkplannen worden telkens door leerkracht, directie en ib’er
besproken volgens de daarvoor opgestelde jaarplanning.
Groepstoetsbespreking (GTB) Het doel van de groepstoetsbespreking is de evaluatie van het didactisch groepswerkplan, het bespreken van de boven genoemde eerste drie stappen: bespreken hoe de leerlingen op een effectieve en haalbare manier geclusterd kunnen worden en het verzamelen van praktische handvatten voor het opstellen/bijstellen van een nieuw didactisch groepswerkplan.
HET SCHOOLPLAN 28
In de groepstoetsbespreking worden eveneens afspraken gemaakt over de begeleiding van de leerkracht hierbij. Het didactisch groepswerkplan wordt door de leerkracht in concept voorafgaand aan de groepsbespreking opgesteld en bij tussenevaluaties bijgesteld.
Zorg op leerlingniveau Leerlingenbespreking Tijdens de groepstoetsbespreking kunnen ook complexere vragen van de leerkracht betreffende een individuele leerling naar voren komen. In geval van een complexe vraagstelling kan in de groepstoetsbespreking (en na mondelinge toestemming van de ouders) het besluit genomen worden om een leerling aan te melden voor de leerlingenbespreking. In de groepsbespreking geeft de leerkracht aan wat haar begeleidingsvraag is. Tijdens de leerlingenbespreking staat het beantwoorden van de begeleidingsvraag van de leerkracht centraal. Het is de bedoeling dat de onderwijsbehoeften van de betrokken leerling worden verhelderd en hoe de leerkracht in het groepsplan aan deze onderwijsbehoeften de komende periode tegemoet kan komen. Educatief partnerschap met ouders: De leerkracht informeert ouders/verzorgers over de ontwikkeling van hun kind/eren. Zorgoverleg Als tijdens de leerlingenbespreking onvoldoende antwoord of onvoldoende oplossingen worden gevonden, kan het besluit worden genomen om de desbetreffende leerling in het zorgoverleg (ZO) te bespreken. In dit overleg neemt de intern begeleider, de schooldirectie, de zorgexpert en een schoolcontactpersoon van Centrum Jeugd & gezin zitting. Ouders kunnen op aanvraag/schoolverzoek de bespreking bijwonen. Doel van dit overleg is om extern handelingsgerichte begeleiding of handelingsgerichte diagnostiek te vragen of om de mogelijkheden van een verwijzing van het kind te onderzoeken. Hiervoor dienen de ouders schriftelijk toestemming te verlenen. De rol van de leerkracht De leerkracht formuleert begeleidingsvraag/werkprobleem. In relatie tot deze vraag geeft de leerkracht aan wat het doel en de opbrengst van de leerlingenbespreking moet zijn. De leerkracht verstrekt de vraag aan de intern begeleider. De leerkracht houdt voor de leerlingenbespreking een gesprek met de ouders. Hiervan wordt een verslag gemaakt volgens het formulier dat op school hiervoor wordt gebruikt. De rol van de Intern begeleider De intern begeleider gaat na of de begeleidingsvraag van de leerkracht duidelijk en concreet is; zo nodig wordt de vraag verder geëxpliciteerd. Na toestemming van de ouders verzamelt de intern begeleider samen met de leerkracht alle informatie over de betrokken leerling, de onderwijsleersituatie en de thuissituatie. Zo nodig worden de stimulerende en belemmerende factoren van de leerling in de onderwijsleersituatie en de thuissituatie geobjectiveerd en geclusterd. Tevens wordt informatie verzameld over de extra zorg en begeleiding die de leerling intern en extern heeft ontvangen en de resultaten hiervan. De rol van de directie De intern begeleider spreekt na de leerlingenbespreking de inhoudelijke informatie over leerlingen met de directeur door, zodat deze op de hoogte is van de extra zorg rondom kinderen. De directie volgt het traject op hoofdlijnen en stuurt zonodig bij.
7.6 Passend onderwijs
Alle scholen zijn in het kader van de Wet Passend Onderwijs verplicht om een
schoolondersteuningsprofiel op te stellen waarin zij een beschrijving geven van de
voorzieningen die zijn getroffen voor de ondersteuning van leerlingen die extra
HET SCHOOLPLAN 29
ondersteuning behoeven. Voor het uitgebreide profiel verwijzen we u naar de bijlage
‘Schoolondersteuningsprofiel De Burijn’.
Basisondersteuning Basisondersteuning is het geheel van preventieve en lichte curatieve interventies die binnen de ondersteuningsstructuur van de school vallen. De Burijn is een school waar leerlingen met speciale ondersteuningsbehoeften zich
optimaal kunnen ontwikkelen. Met behulp van de vijf zorg ondersteuningsniveaus
kunnen we inschatten of we het kind al dan niet kunnen helpen:
1. Preventie en lichte curatieve interventies: extra ondersteuning in de groep is noodzakelijk en volstaat. Hierbij kan worden gedacht aan een aanbod voor leerlingen met dyslexie of een aanpak voor het voorkomen van gedragsproblemen.
2. Onderwijsondersteuningsprofiel: expertise die op school aanwezig is om de benodigde interventies te plegen.
3. Planmatig werken: school organiseert haar onderwijsaanbod planmatig en kan op basis daarvan nagaan welke onderwijsbehoefte leerlingen hebben.
4. Basiskwaliteit van het onderwijs: de minimale onderwijskwaliteit die gemeten wordt door het toezichtkader van de inspectie van het onderwijs. De Burijn heeft een basisarrangement, dat wil zeggen dat de kwaliteit van ons onderwijs op orde is.
5. Extra ondersteuning: specifieke mogelijkheden die school extra heeft om de onderwijsbehoefte van leerlingen te voldoen.
Onder basisondersteuning behoren de zorgniveaus 1,2,3 en 4. Hierbij geven wij een opsomming van de interventies die bij de basisondersteuning horen, al dan niet in samenwerking met externen.
een afgestemd aanbod voor leerlingen met meer of minder dan gemiddelde intelligentie;
vroegtijdige signalering van leer- , opgroei- en opvoedproblemen;
zorg voor een veilig schoolklimaat; onder andere door inzet van de schoolregels.
Zorg voor leerlingen met dyslexie beschreven in ons dyslexieprotocol;
aanpak voor sociale veiligheid en voorkomen van gedragsproblemen; door inzet van pestprotocol en vertrouwenspersoon;
een protocol voor medische handelingen (medicijnenprotocol);
onze school is rolstoel toegankelijk.
Afgestemd onderwijsaanbod Leerkrachten werken op basis van Handelingsgericht Procesdiagnostiek (HGPD) en werken met 3 instructieniveaus (DIM-model). De leerlingen worden op basis van leerstijl en onderwijsbehoefte ingedeeld in niveaus (zon, maan en ster). Door deze indeling ontstaan 3 (4) niveaus:
1. Instructieonafhankelijke leerlingen (Zongroep): de leerlingen kunnen de doelen, zoals geformuleerd voor deze periode, bereiken en daarbij nog extra doelen behalen als verdieping en verrijking.
2. Instructiegevoelige leerlingen (basisaanbod, maangroep): de leerlingen kunnen de doelen zoals geformuleerd voor deze periode met de basisinstructie bereiken.
3. Instructieafhankelijke leerlingen (stergroep):de leerlingen kunnen de doelen zoals geformuleerd voor deze periode bereiken als zij daarbij extra ondersteuning krijgen in de vorm van extra instructie, begeleiding, oefening en lestijd.
4. Individuele leerling (afzonderlijk benoemen): leerlingen met specifieke pedagogische en/of didactische behoefte (leerlingen met een ontwikkelperspectief (OPP)).
HET SCHOOLPLAN 30
Opbrengstgerichte aanpak: De school behaalt op LOVS toetsen voor Begrijpend Lezen, Technisch Lezen en Spelling gemiddelde vaardigheidsscores, die de school zich ten doel gesteld heeft. Rekenen & Wiskunde opbrengsten vragen meer aandacht ten opzichte van inspectienormen. Vanuit de analyse van onze opbrengsten (LOVS CITO-resultaten) hebben wij de opbrengsten als beginsituatie genomen, namelijk: behaalde resultaten (beginsituatie) te koppelen aan streefdoelen. Deze streefdoelen zijn in de groei van vaardigheidsscores zowel per leerling als per groep vastgelegd in de documenten Groepstoetsbespreking en Streefdoelen op groepsniveau. Voor leerlingen waarvoor een ontwikkelingsperspectief (OPP) is geformuleerd, behaalt de school minimaal het rendement, conform de richtlijnen uit “Analyseren en waarderen van Opbrengsten” opgesteld door de onderwijsinspectie. Arrangementen op de Burijn Voor ieder arrangement geldt dat steeds per individuele leerling bekeken wordt of een arrangement daadwerkelijk binnen vooraf vastgesteld tijdpad en doel(en) haalbaar is.
Arrangement
Deskundigheid Grens Onder- steunings-niveau
Leer- en ontwikkelingsondersteuning
Ontwikkelingsperspectief (OPP)/ eigen leerlijn
We hebben de expertise in huis om kinderen met een eigen leerlijn of een OPP op te vangen.
Het aantal OPP’s per groep haalbaar voor de individuele leerkracht. Elke situatie zal apart bekeken worden.
4
Leesontwikkeling Intern begeleider heeft voldoende kennis. We werken met een dyslexie protocol.
Het aantal leerlingen in een groep met deze vorm van ondersteuning is voor de individuele leerkracht haalbaar.
2 en 3
Reken- en wiskunde ontwikkeling
Leerlingen met problemen met rekenen worden binnen de didactische groepsplannen geholpen. De school heeft hier al expertise in opgebouwd.
Het aantal leerlingen met reken- en wiskunde ontwikkelingsproble-men per groep haalbaar blijft voor de individuele leerkracht.
2 en 3
Meerbegaafdheid Er is aangetoond dat de leerling meer aan kan dan de geboden basislesstof. Extra aanbod in de klas (Zonprogramma).
2
Fysiek en medische ondersteuning
HET SCHOOLPLAN 31
Leerlingen die (kort- of langer durend) dienen te werken met aanbevelingen van een behandelend of begeleidend medicus/fysiotherapeut in de klassensituatie. Bijvoorbeeld: leerlingen die gebruik maken van medische hulpmiddelen, zoals een rolstoel (nog niet rolstoelvriendelijk), gehoorapparaat, een leeslamp etc..
De leerkracht als ervaringsdeskundige, de intern begeleider en eventueel externe begeleiding.
Er wordt tevens gekeken naar de samenstelling van de groep en mogelijk leerlingen met andere arrangementen die toelating uitsluiten.
2 en 3
Sociaal Emotioneel en Gedragsondersteuning
Leerlingen met ADHD, ADD, ODD
Structuur bieden aan kinderen die rusteloos zijn en kenmerken hebben vanuit gediagnosticeerde gedragsproblemen. Expertise van de intern begeleider. Leerkrachten hebben voldoende kwaliteiten om deze kinderen in de klassensituatie te begeleiden.
Het aantal leerlingen in een groep met deze vorm van ondersteuning is voor de individuele leerkracht haalbaar.
2 en 3
Leerlingen met lichte kenmerken vanuit het autisme spectrum.
Structuur bieden aan kinderen met kenmerken vanuit het autistisch spectrum. Expertise van de intern begeleider en deskundigheid van leerkrachten.
Het aantal leerlingen in een groep met deze vorm van ondersteuning is voor de individuele leerkracht haalbaar.
2 en 3
Ouders als partners
Ondersteuning thuissituatie
Op dit gebied biedt onze school geen arrangementen.
n..v.t. n.v.t.
Ouders en school: partners in opvoeding
Ouders worden regelmatig op de hoogte gebracht van de vorderingen van hun zoon/ dochter. Leerkrachten nemen zelf initiatief om ouders uit te nodigen wanneer zij daartoe aanleiding zien. Bij intakegesprekken worden ouders goed op de hoogte gebracht van wat we van ouders en kinderen verwachten en wat ouders en kinderen van onze school mogen verwachten.
Gespannen relatie tussen ouders en school. Interventies die te hoge (niet haalbare) inspanning van school vragen.
1 tot en met 5
HET SCHOOLPLAN 32
Wij verwachten dat ouders relevante kennis aangaande de ontwikkeling van hun kind delen met de leerkracht.
Inzet expertise
Inzet expertise van de LB- leerkrachten. Inzet expertise van de intern begeleider (ib’er)
Overdragen en inbrengen van verdiepende kennis met betrekking tot het eigen specialisme. Een voortrekkersrol nemen m.b.t. de collegiale consultatie, de behoeftes van het team in een verbetertraject te checken, ervoor te zorgen dat het traject aansluit bij waar het team staat en wat er leeft, opgevangen signalen vanuit het team in te brengen bij directie/MT/IB-overleg. Meedenken over beleidsontwikkeling.
Conform de jaarplanning: (intervisie) teambijeenkomsten; opbrengsten analyse: leerling- groep- jaargroepen- school- leerkrachtniveau.
3
Alternatieven De school is handelingsverlegen. Na het aantonen van de handelingsverlegenheid van de school zijn er twee alternatieven:
1. Het kind blijft op de school waar het zit met de volgende aanpassingen: inzet specifieke expertise en/of onderwijskundige-, pedagogische en fysieke aanpassingen. Het ontwikkelingsperspectief (OPP) is leidend voor de voortgang.
2. Samen met de ouders gaat de school op zoek naar een geschikte school waar de expertise en/of de speciale voorzieningen aanwezig zijn. Samen met de ouders stelt de school het onderwijskundig rapport op. Indicatiestelling wordt aangevraagd bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg(PCL) behorend bij het Samenwerkingsverband. De leerling kan zich- na indicatie- op een speciale voorziening zo optimaal mogelijk ontwikkelen.
HET SCHOOLPLAN 33
8.0 Personeelsbeleid
8.1 Taakbeleid
Dit beleid heeft als doel een optimale afstemming te realiseren tussen het werk dat moet gebeuren op school (het takenpakket), de kwaliteiten en de beschikbare tijd van het personeel. De Burijn werkt volgens de indeling van de normjaartaak, afgestemd op de werktijdfactor. Dit betekent dat bij de taaktoebedeling onderscheid wordt gemaakt tussen lesgevende en niet-lesgevende taken. Jaarlijks wordt in het team met elkaar gesproken over de verdeling van niet-lesgevende taken. Bij de taakverdeling zien wij toe op een zo evenwichtig mogelijke spreiding van de werkzaamheden over het jaar, over de week en over de dag en op een zo evenwichtige mogelijke taakbelasting van de individuele werknemers. Natuurlijk houden wij bij bovenstaande rekening met individuele wensen, kwaliteiten en ambities. (o.a. mobiliteitsbeleid, BAPO, ouderschapsverlof, parttime beleid). Op school is er op dit moment één vertrouwenspersoon aangesteld. Functioneren en beoordelen Binnen de gesprekkencyclus zijn de volgende gesprekken met de bijbehorende doelen aanwezig:
o Taakgesprek: vaststellen normjaartaak en takenpakket in bouwvergadering. o Functioneringsgesprek / Competentiegesprek: verbeteren van het
functioneren van de leerkracht en de organisatie; o Persoonlijk Ontwikkelingsplan: in het functionerings- competentiegesprek
worden ontwikkelingsdoelen vastgesteld, uitwerking vindt plaats in het Persoonlijke ontwikkelingsplan.
o Voortgangsgesprek: vaststellen behaalde doelen en het maken van nieuwe afspraken;
o Beoordelingsgesprek: het uitspreken van een waardeoordeel over het functioneren.
8.2 Sociale veiligheid
Op De Burijn waarborgen we de sociale veiligheid van onze leerlingen en medewerkers door binnen het team specifieke functionaris aan te stellen die de sociale veiligheid bewaakt en bevordert. De functionaris heeft de volgende taak: de aandachtsfunctionaris kindermishandeling, de interne vertrouwenspersoon en de communicatie met de externe vertrouwenspersoon.
o Vertrouwenspersoon De rol van de vertrouwenspersoon is het fungeren als aanspreekpunt voor werknemers, leerlingen en ouders die binnen de organisatie geconfronteerd worden met ongewenst gedrag (zoals pesten, mishandeling, ruzie, seksueel geweld, discriminatie of racisme), er zorg voor dragen dat die personen goed opgevangen worden en eventueel verwezen worden; bijvoorbeeld naar een externe vertrouwenspersoon van het bestuur. De externe vertrouwenspersoon is onafhankelijk en dus niet verbonden aan een school of organisatie. Op onze school is de vertrouwenspersoon mevr. Margriet van Twisk. De externe vertrouwenspersoon binnen Saks is mevr. Petra Verwoort.
o Aandachtsfunctionaris In gevallen van (vermoeden van) huiselijk geweld en kindermishandeling, hanteert de Burijn de landelijke meldcode. Deze code geeft aan hoe scholen dienen te handelen bij het vermoeden van huiselijk geweld en kindermishandeling. Bij onze school vervult de intern begeleider, mevr. Margriet van Twisk, de rol van de aandachtsfunctionaris. Zij is aanspreekpunt voor ouders, leerlingen en leerkrachten en vormt de schakel met hulpverleningsinstanties.
HET SCHOOLPLAN 34
9.0 Kwaliteitsanalyse
9.1 Interne analyse
Een analyse van de interne sterke en zwakke punten van de school en de kansen en belemmeringen van buitenaf (omgeving / overheid) zijn bepalend voor de vaststelling van het meerjarenbeleid. SWOT-analyse september 2014
Personeel
Financieel/materieel
Sterke kanten Zwakke kanten Sterke kanten Zwakke kanten
- Elkaar ondersteunen / kennis delen
- Goede teamsfeer
- Team is close - Goede scholing
- Team is close - Inspraak ouders:
onduidelijk tot hoe ver
- Goed financieel beleid
- Planmatige investeringen
- Het gebouw
Kansen Bedreigingen Kansen Bedreigingen
- Meer mannen voor de klas
- minder mannen voor de klas
- groeien in leerling-aantal
- Daling leerling-aantal -Ruimte past niet meer bij deze tijd -vandalisme - bezuinigingen
Onderwijsinhoudelijk
Schoolorganisatie
Sterke kanten Zwakke kanten Sterke kanten Zwakke kanten
- Goede methodes
- Rust ®elmaat bieden
- Goede leerresultaten
- Doorgaande leerlijn
- Zorgoverleg: mag effectiever
- Expertise van derden benutten
- Betrokken ouders
- Goed pedagogisch klimaat
-negatieve houding sommige ouders
Kansen Bedreigingen Kansen Bedreigingen
- Passend onderwijs: expertise van derden benutten
- Methodes vernieuwen
- Social-media
- Passend onderwijs
- Groeien in leerling-aantal
- professionaliteit van ouders benutten
- Continurooster
- schoolimago - social media
HET SCHOOLPLAN 35
- Gedoseerd vernieuwen
- Doorgaande leerlijn nader uitdiepen
9.2 Terugblik schoolplan 2011-2015
Beleidsconsequenties vanuit niet/onvoldoende afgerond schoolplanperiode 2007-2011
1. Invoeren methode sociaal-emotionele ontwikkeling
2. Passend onderwijs
3. Ontwikkelen tot brede school (nu IKC)
4. Personeelsbeleid: beoordelingsgesprekken
5. Verhogen van de opbrengsten van begrijpend lezen
9.3 Zelfevaluatie en conclusies
Hieronder noemen we de beleidsconsequenties naar aanleiding van door onszelf uitgevoerde of geïnitieerde evaluaties:
Tevredenheidsonderzoeken;
Trendanalyse schoolopbrengsten;
Evaluatie klassenbezoeken;
Verbeteracties voorkomend uit de kwaliteitszorg.
Tevredenheidsonderzoeken:
Leerlingtevredenheid Leerlingen zijn tevreden over de school en geven een gemiddeld cijfer van 8.0. Dit is gelijk aan het landelijk gemiddelde (uitkomst enquête leerlingtevredenheidpeiling juni 2014).
Pluspunten Kritiekpunten
Uitstapjes met de klas Zitplaats in de klas
Beperking van eigen pestgedrag Aantrekkelijkheid van TSO
Gymnastiek Rust in de klas
Omgang met de juf/meester, ruimte voor eigen mening
Het vak: aardrijkskunde, taal, levensbeschouwelijke vorming, godsdienst en rekenen
Uitleg van de leerstof Vermoeidheid op school
Moeilijkheidsgraad op de computer en werken met computer
Invalleerkrachten
Het vak tekenen
De school kan zich profileren op drie aspecten, te weten:
o contact van de leerkracht met leerlingen o feedback/ondersteuning van leerkracht o algemene tevredenheid. o Drie belangrijke aandachtspunten voor beleid op onze school zijn: o omgang van leerlingen onderling o schoolgebouw en omgeving o ouderbetrokkenheid
HET SCHOOLPLAN 36
Oudertevredenheid Ouders zijn over het algemeen tevreden over de school en geven een gemiddeld cijfer van 7.3 (uitkomst enquête oudertevredenheidpeiling juni 2014) . Deze waardering is nagenoeg gelijk aan de landelijke referentiegroep (7.5).
Pluspunten Kritiekpunten
Uiterlijk van het gebouw Veiligheid op weg naar school
Sfeer en inrichting Huidige schooltijden
Aandacht voor gymnastiek Hygiëne en netheid binnen de school
Veiligheid op het plein Begeleiding leerlingen met problemen
Aandacht voor normen en waarden Informatievoorziening over het kind en de school
Mate waarin leraar naar ouders luistert Rust en orde in de klas
Omgang leerkracht met de leerlingen Speelmogelijkheden op het plein
Inzet en motivatie leerkracht Aandacht voor wereld oriëntatie en soc. –emotionele ontwikkeling
Vakbekwaamheid leerkracht Sfeer in de klas, omgang van de kinderen onderling
Aandacht voor creatieve vakken Aandacht voor uitstapjes en excursies
Duidelijkheid schoolregels
Extra mogelijkheden goede leerlingen
Opvang bij afwezigheid leraar
De school kan zich profileren op zes aspecten, te weten:
o Sfeer o Kennisontwikkeling o Persoonlijke ontwikkeling o Schoolregels, rust en orde o De leerkracht o Contact met de school
Een belangrijke aandachtspunt voor beleid op onze school is begeleiding.
Medewerkertevredenheid Personeel is tevreden over de school en de directie en geven een gemiddeld cijfer van 7.6. Dit is gelijk aan het landelijk gemiddelde (uitkomst enquête medewerkertevredenheidpeiling juni 2014). De opsomming van de plus- en kritiekpunten is erg lang. Hiervoor verwijzen we naar het Evaluatie rapport van Medewerkertevredenheidpeiling. Samenvattend kan er gezegd dat de school zich op zeven aspecten kan profileren:
o Schoolgebouw o Schoolklimaat o Werkklimaat o Interne communicatie o Externe communicatie o Management o Organisatie
Drie belangrijke aandachtspunten voor beleid van onze school zijn: 1. Pedagogisch klimaat 2. Leermiddelen 3. Primaire arbeidsvoorwaarden
De bovenstaande uitkomsten worden in de beleidsconsequenties meegenomen.
HET SCHOOLPLAN 37
Trendanalyse schoolopbrengsten Uit de trendanalyses van de afgelopen jaren bleek dat de tussenopbrengsten omhoog moesten. Begrijpend lezen laat langzamerhand een stijgende lijn zien, maar er is nog steeds veel winst te behalen. Rekenresultaten zijn voldoende. Echter, in de bovenbouwgroepen zijn ze nog kwetsbaar. Spellingresultaten laten een wisselend beeld zien. De eindopbrengsten van het afgelopen jaar zijn voldoende. Aandachtspunt: begrijpend lezen en rekenen in de bovenbouwgroepen.
Evaluatie groepsbezoeken
Effectief instructiemodel wordt bijna door alle leerkrachten goed toegepast.
Didactisch groepswerkplan is aangepast naar aanleiding van de laatste landelijke ontwikkelingen.
Aandacht voor de evaluatie van de didactisch groepswerkplannen en de dag-evaluatie in de weekplanning.
School- en klassenregels actualiseren en met de nadruk op de eenduidigheid. Verbeteracties voortkomend uit kwaliteitszorg
Verdere implementatie van het effectief instructiemodel
Aandacht voor de dagevaluaties
Hygiëne binnen de school
Pedagogisch klimaat
Begeleiding van leerlingen op maat
9.4 Beleidsconsequenties periode 2015-2019
Beleidsconsequenties voor de schoolplanperiode 2015-2019 Zorg:
Passend onderwijs
Zorgroute-1
OPP/Groeidocument
Didactische groepsplannen
Het verder implementeren en uitbreiden van het beleid op passend onderwijs.
OPP/Groeidocument (ontwikkelperspectief) verder optimaliseren conform passend onderwijs. Didactisch groepswerkplan/hp en de dag evaluaties tijdig en gedefinieerd evalueren.
OGW: Data analyse
Effectief instructie model (DIM-model)
Samenhang .
Het gebruik van Esis optimaliseren. Data op verschillende manieren ‘leren lezen’.
Effectief instructiemodel optimaliseren. Nieuwe leerkrachten trainen. Systeem van OGW verder optimaliseren. Samenhang tussen de diverse gebieden leren zien, verbanden leggen.
Onderwijsaanbod: Sociaal-emotioneel methode
invoeren
Methode sociaal-emotionele ontwikkeling invoeren. Behoefte voor gedragscoach in kaart brengen m.b.t. sociaal-emotionele ontwikkeling op schoolniveau.
HET SCHOOLPLAN 38
Methode Pennenstreken
Leertijd
Rekenmethode WIG-4
Engels
VVE/aanbod het jonge kind
Brede school-aanbod
Methode voor het schrijven actualiseren.
Effectieve leertijd bewaken. Leertijd naar mogelijkheden aanpassen n.a.v. de opbrengsten. Rekenmethode implementeren De methode Engels implementeren VVE-aanbod + aanbod voor het jonge kind optimaliseren.
Aanbod na schooltijd ontwikkelen. Doorgaande leerlijn ontwikkelen tussen de reguliere lesmethoden en het brede school aanbod.
Personeel: Uitvoeren gesprekkencyclus
Nieuw personeel scholen
Managementteam
Kwaliteiten benutten
Tevredenheidpeilingen
Deskundigheidsbevordering, POP, scholing. Investeren in de nieuwe leerkrachten op het gebied van OGW en onderwijsaanbod. De kwaliteiten van het managementteam nader benutten. Bevorderen collegiale consultatie en intervisie binnen de school. Effectief en professioneel gebruik maken van elkaars kwaliteiten. Uitvoeren tevredenheidsonderzoeken.
Kwaliteitssysteem N.a.v. PDCA-cyclus
Evaluatie schoolplan
Toezicht inspectie van onderwijs
Een kwaliteitssysteem kiezen zodat de interne kwaliteitsaspecten inhoudelijke, proces gestuurde evaluatie krijgen. Jaarlijks het jaarplan evalueren en bijstellen. Kwaliteitsaspecten en indicatoren van het onderwijstoezicht nadrukkelijk betrekken bij de inrichting van onze kwaliteitszorg.
Meerjarenplanning
Beleidsvoornemens
2015-2016
2016-2017
2017-2018
2018-2019
Domein 1: Kwaliteitszorg 1. Optimaliseren OGW X X X 2. Kwaliteitskaarten/meetinstrument invoeren om
sterke en zwakke punten planmatig in beeld te krijgen.
X
X
X
X
3. Leerlingtevredenheidonderzoek X X 4. Oudertevredenheidsonderzoek X X 5. Personeelstevredenheidsonderzoek X X
HET SCHOOLPLAN 39
6. Jaarlijkse evaluatie X X X X
Domein 3: Zorg en begeleiding 1. Passend onderwijs: zorgroutes optimaliseren X X X 2. Didactische werkplannen optimaliseren X X X X 3. OPP/GD (groeidocument) optimaliseren en
koppelen aan groepsoverdracht X X X
Domein 4: Management en organisatie 1. Taalbeleidsplan ontwikkelen (actualiseren) en de
daarbij behorende uitvoering (begrijpend lezen, spelling, woordenschatonderwijs.)
X X X
2. School- en groepsafspraken actualiseren X X 3. Schoolwebsite uitbouwen X X X
Domein 5: Scholing en begeleiding 1. Leerkrachten kunnen data analyseren en
toepassen (borgen) X X X X
2. Scholing X X X X 3. Scholing n.a.v. optimaliseren van didactisch
werkplannen (borgen) X X
5. Taalspecialist X X X Domein 6: Didactisch handelen 1. OGW borgen X X X X 2. Effectief instructiemodel optimaliseren X X 3. Doorgaande leerlijn groep 0 (peuterspeelzaal)
groep 1 opzetten en borgen X X X X
4. Doorgaande leerlijn groep 2-groep 3 verfijnen X X 5. Taalspecialist schoolbreed inzetten (borgen) X X X X Domein 7: Externe contacten 1. Netwerk het jonge kind anticiperen X X X X 2. PR beleid X X X X 3. Samenwerking met de externe ketens
opzetten/uitdiepen X X
4. Educatief partnerschap met ouders uitbouwen X X X X Domein 9: Inzet middelen 1. Financieel beleid/meerjarenplanning uitvoeren X X X X 2. Methodes conform afspraken hanteren X X X X 3. Moderniseren: onderwijs 21e eeuw uitgangspunten X X X X Domein 10: Integraal personeelsbeleid 1. Jaarlijks 2x klassenbezoeken X X X X 2. Collegiale consultatie X X X X 3. Cyclus van begeleiden en beoordelen borgen X X X X
HET SCHOOLPLAN 40
4. Alle leerkrachten hebben een POP X X X X
Domein 11: Leerstofaanbod 1. Soc-emot. methode invoeren en implementeren X X X
2. WIG-4 implementeren en borgen X X X X 3. Doorgaande lijn groep 0-1 ontwikkelen X X X X 4. ICT-aanbod optimaliseren/borgen X X X X 5. Oriënteren/invoeren methode studievaardigheden X X 6. Oriënteren/invoeren/borgen schrijfmethode X X X
Domein 12: Leertijd 1. Leertijd aan leerling/groepspopulatie aanpassen X X X X Domein 13: Opbrengsten 1. OGW optimaliseren X X X X 2. Borgen tussen- en eindopbrengsten X X X X 3. Data actualiseren en optimaliseren X X X X 4. Effectief gebruik van data (o.a. Esis) X X X X Domein14: Toetsinstrumenten 1. Jaarlijks in samenspraak met ib’er analyseren en
eventueel aanpassen. X X X X
Domein 15: Schoolleiding 1. Managementteam versterken X X
Domein 16: Oudercontacten 1. Ouderbetrokkenheid vergroten X X X X 2. Educatief partnerschap met ouders uit diepen X X X X
HET SCHOOLPLAN 41
De Burijn streeft naar:
Kwalitatief goed onderwijs
Respect voor elkaar
Een veilige plek
Goede contacten met ouders
Uitdaging
Samenwerking
Aandacht voor eigen ontwikkeling
Zelfstandigheid
Ka
Katholieke basisschool de Burijn
Stempelmakerstraat 20
1825 DP Alkmaar
072—5616433
www.burijn-saks.nl