ON Spiritualiteit en kinderen spiritualiteit en... · 2015. 2. 9. · ON DERZOEK Spiritualiteit en...

4
ON DERZOEK Spiritualiteit en kinderen 2 Kees Both In de Engelstalige wereld is veel aandacht voor 'spiritual educa- tion', ook in openbare scholen, en wordt onderzoek gedaan naar het spirituele leven van kinderen. In dit artikel een verken- ning van de spiritualiteit van kinderen, vanuit een onderzoeks- project van de Universiteit van Nottingham in Engeland. Het begrip 'spiritualiteit' kent verschillen- de betekenissen. In spiritualiteit zit 'spi- rit'- adem, levensadem, geest. Het kan ook worden omschreven als bezieling, geestkracht, inspiratie. Over de inhoud en bronnen van deze inspiratie zegt dat nog niets, alleen over het zoeken ernaar en het ervaren ervan . Van Dag Hammarskjöld, secretaris-generaal van de Verenigde Naties, werd na zijn dood (hij kwam om bij een vredesmissie in Congo) een geestelijk dagboek gevon- den, dat later werd uitgegeven onder de titel Merkstenen en daarin zegt hij' de langste reis is de reis naar binnen' . Maar die reis naar binnen (de 'heenweg'), die diepte-ervaring, is voor hem verbonden met de weg naar buiten (de 'terugweg'), met op een andere manier in de wereld staan, met verwachting en hoop (Hammarskjöld,2001). Belangrijk is het onderscheid tussen begripsmatig en spiritueel kennen. , Spiritualiteit is een vorm van kennen. De spirituele cognitie is in onze cultuur weg- gedrukt. Het is namelijk een wijze van kennen, die ... niet de werkelijkheid in begrippen tracht te vangen, maar het directe aanschouwen centraal stelt ... oplettendheid, het terloopse, al ervaren- de, opmerken van het proces van het eigen ervaren en het proeven daarvan ... ' (Sanders, 1987). Het zijn dingen die je overkomen, al kun je wel oefenen in het je openstellen voor dergelijke ervaringen. Het gaat hier meer over verwonderd staan, dan om het - begripsmatig of technisch - beheersen van je omgeving. In onze cultuur, waarin het intellect overheerst, zullen de mees- september 2004 ten hun spirituele ervaringen voor zich houden, of een andere naam geven. In andere culturen ligt dat vaak anders. Als we hebben geleerd om onze spiritu- aliteit te ontkennen - wanneer we ten- minste uitgaan van de vooronderstelling dat spiritueel besef natuurlijk voor ons is - dan ligt het voor de hand om er bij kin- deren naar te zoeken. Kinderen hebben immers nog niet of veel minder geleerd deze ervaringen te ontkennen. Wel is het zo dat in onze samenleving een groot aantal zaken als 'spiritueel' benoemd worden: alles wat niet weten- schappelijk te bewijzen is, zaken die met religie te maken hebben (opgevat als iets 'bovennatuurlijks') en een 'spiritualiteit van het dagelijks leven'. Mijn eigen visie is, dat er momenten kun- nen zijn in het dagelijks leven die onthul- lend kunnen zijn; voor degene die dat ervaart, geven ze zicht op diepere dimen- sies van de werkelijkheid, inclusief religi- euze. Het is nauw verwant met wat ver- wondering wordt genoemd. Hoort spiritualiteit bij kinderen? Kijk eens naar kinderen in verschillende situaties. Bijvoorbeeld een meisje dat in het vuur zit te kijken tijdens een stille avond, aandachtig in de gloeiende sintels starend. Of een jongen die in zijn slaap- kamer voor het raam zit en naar de ster- renhemel kijkt. Of het kind dat in tranen is, nadat het ontdekt heeft dat de ham- ster dood in de kooi ligt. Wat voor soor- ten gedachten en gevoelens gaan in deze kinderen om? Hebben die misschien te maken met spiritualiteit? In het Children's Spirituality Project (Hayen ",w .. ", ... Nye, 1998) werd onderzoek gedaan om deze vragen te beantwoorden. In dat onderzoek werd ervan uitgegaan dat spi- ritualiteit iets natuurlijks is dat bij men- sen hoort. Veel mensen blijken inderdaad ervaringen te hebben die te vangen zijn onder het kopje 'spirituele ervaringen'. In het Engelse onderzoek (Coles, 1991) werd het spirituele leven van groepen zes- en tienjarigen bestudeerd in twee basisscholen in Nottingham en Birmingham. Het waren in meerderheid kinderen uit gezinnen die niets met kerk en geloof van doen hadden. De kinderen bij wie dat wel het geval was waren in de minderheid, zowel christelijk als islami- tisch. Maar hoe kun je spirituele ervarin- gen herkennen bij kinderen die geen reli- gieuze taal van huis uit meekrijgen? Hoe spreken die kinderen erover? Welke woor- den gebruiken ze? Thema's van spiritueel besef Om een beginpunt te hebben - waarop wordt in eerste instantie gelet - werden voorlopig drie met elkaar verbonden the- ma's of categorieën van spirituele gevoe- ligheid, c.q. spiritueel besef beschreven, die op de een of andere manier een rol zouden moeten spelen in het spirituele leven van iemand. 1 Bewustzijn van het hier en nu Wij - ook kinderen - peinzen over plezie- rige of pijnlijke dingen die in het verleden gebeurd zijn of verheugen ons op de toe- komst en maken daarvoor plannen. Maar er is ook zoiets als de ervaring van het bestaan in het hier en nu. De ontwikke- lingspsychologe Margaret Donaldson (1992) heeft opgemerkt dat kinderen jon- ger dan anderhalf jaar nog geen herinne- ring aan een verleden lijken te hebben. Afgezien van zaken die op zeer korte ter- mijn spelen, hebben zij ook nog geen begrip van de toekomst. Donaldson noemt dat besef van 'hier en nu' de 'punt- modus' en beschrijft het als de meest basale vorm van ons denken. Ook later

Transcript of ON Spiritualiteit en kinderen spiritualiteit en... · 2015. 2. 9. · ON DERZOEK Spiritualiteit en...

Page 1: ON Spiritualiteit en kinderen spiritualiteit en... · 2015. 2. 9. · ON DERZOEK Spiritualiteit en kinderen 2 Kees Both In de Engelstalige wereld is veel aandacht voor 'spiritual

ON DERZOEK

Spiritualiteit en kinderen

2

Kees Both

In de Engelstalige wereld is veel aandacht voor 'spiritual educa­

tion', ook in openbare scholen, en wordt onderzoek gedaan

naar het spirituele leven van kinderen. In dit artikel een verken­

ning van de spiritualiteit van kinderen, vanuit een onderzoeks­

project van de Universiteit van Nottingham in Engeland.

Het begrip 'spiritualiteit' kent verschillen­de betekenissen. In spiritualiteit zit 'spi­

rit'- adem, levensadem, geest. Het kan

ook worden omschreven als bezieling,

geestkracht, inspiratie. Over de inhoud

en bronnen van deze inspiratie zegt dat

nog niets, alleen over het zoeken ernaar

en het ervaren ervan . Van Dag

Hammarskjöld, secretaris-generaal van

de Verenigde Naties, werd na zijn dood

(hij kwam om bij een vredesmissie in

Congo) een geestelijk dagboek gevon­

den, dat later werd uitgegeven onder de titel Merkstenen en daarin zegt hij' de langste reis is de reis naar binnen' . Maar die reis naar binnen (de 'heenweg'), die

diepte-ervaring, is voor hem verbonden

met de weg naar buiten (de 'terugweg'),

met op een andere manier in de wereld

staan, met verwachting en hoop

(Hammarskjöld,2001).

Belangrijk is het onderscheid tussen

begripsmatig en spiritueel kennen. , Spiritualiteit is een vorm van kennen. De spirituele cognitie is in onze cultuur weg­gedrukt. Het is namelijk een wijze van kennen, die ... niet de werkelijkheid in begrippen tracht te vangen, maar het directe aanschouwen centraal stelt ... oplettendheid, het terloopse, al ervaren­de, opmerken van het proces van het eigen ervaren en het proeven daarvan ... ' (Sanders, 1987). Het zijn dingen die je overkomen, al kun

je wel oefenen in het je openstellen voor

dergelijke ervaringen. Het gaat hier meer

over verwonderd staan, dan om het -

begripsmatig of technisch - beheersen

van je omgeving. In onze cultuur, waarin

het intellect overheerst, zullen de mees-

september 2004

ten hun spirituele ervaringen voor zich

houden, of een andere naam geven. In

andere culturen ligt dat vaak anders. Als we hebben geleerd om onze spiritu­

aliteit te ontkennen - wanneer we ten­

minste uitgaan van de vooronderstelling dat spiritueel besef natuurlijk voor ons is

- dan ligt het voor de hand om er bij kin­

deren naar te zoeken. Kinderen hebben

immers nog niet of veel minder geleerd

deze ervaringen te ontkennen.

Wel is het zo dat in onze samenleving een

groot aantal zaken als 'spiritueel'

benoemd worden: alles wat niet weten­

schappelijk te bewijzen is, zaken die met

religie te maken hebben (opgevat als iets

'bovennatuurlijks') en een 'spiritualiteit

van het dagelijks leven'.

Mijn eigen visie is, dat er momenten kun­

nen zijn in het dagelijks leven die onthul­

lend kunnen zijn; voor degene die dat ervaart, geven ze zicht op diepere dimen­

sies van de werkelijkheid, inclusief religi­

euze. Het is nauw verwant met wat ver­

wondering wordt genoemd.

Hoort spiritualiteit bij kinderen? Kijk eens naar kinderen in verschillende

situaties. Bijvoorbeeld een meisje dat in

het vuur zit te kijken tijdens een stille avond, aandachtig in de gloeiende sintels

starend. Of een jongen die in zijn slaap­

kamer voor het raam zit en naar de ster­

renhemel kijkt. Of het kind dat in tranen is, nadat het ontdekt heeft dat de ham­

ster dood in de kooi ligt. Wat voor soor­

ten gedachten en gevoelens gaan in deze

kinderen om? Hebben die misschien te

maken met spiritualiteit? In het

Children's Spirituality Project (Hayen

",w .. ", ... ~

Nye, 1998) werd onderzoek gedaan om deze vragen te beantwoorden. In dat

onderzoek werd ervan uitgegaan dat spi­ritualiteit iets natuurlijks is dat bij men­

sen hoort. Veel mensen blijken inderdaad

ervaringen te hebben die te vangen zijn

onder het kopje 'spirituele ervaringen'.

In het Engelse onderzoek (Coles, 1991)

werd het spirituele leven van groepen

zes- en tienjarigen bestudeerd in twee

basisscholen in Nottingham en

Birmingham. Het waren in meerderheid

kinderen uit gezinnen die niets met kerk

en geloof van doen hadden. De kinderen

bij wie dat wel het geval was waren in de

minderheid, zowel christelijk als islami­

tisch. Maar hoe kun je spirituele ervarin ­

gen herkennen bij kinderen die geen reli­

gieuze taal van huis uit meekrijgen? Hoe

spreken die kinderen erover? Welke woor­

den gebruiken ze?

Thema's van spiritueel besef Om een beginpunt te hebben - waarop

wordt in eerste instantie gelet - werden

voorlopig drie met elkaar verbonden the­

ma's of categorieën van spirituele gevoe­

ligheid, c.q. spiritueel besef beschreven,

die op de een of andere manier een rol

zouden moeten spelen in het spirituele

leven van iemand.

1 Bewustzijn van het hier en nu Wij - ook kinderen - peinzen over plezie­

rige of pijnlijke dingen die in het verleden

gebeurd zijn of verheugen ons op de toe­

komst en maken daarvoor plannen. Maar

er is ook zoiets als de ervaring van het

bestaan in het hier en nu. De ontwikke­

lingspsychologe Margaret Donaldson

(1992) heeft opgemerkt dat kinderen jon­ger dan anderhalf jaar nog geen herinne­

ring aan een verleden lijken te hebben. Afgezien van zaken die op zeer korte ter­

mijn spelen, hebben zij ook nog geen

begrip van de toekomst. Donaldson noemt dat besef van 'hier en nu' de 'punt­

modus' en beschrijft het als de meest

basale vorm van ons denken. Ook later

Page 2: ON Spiritualiteit en kinderen spiritualiteit en... · 2015. 2. 9. · ON DERZOEK Spiritualiteit en kinderen 2 Kees Both In de Engelstalige wereld is veel aandacht voor 'spiritual

blijft het van belang in het leven van kin ­

deren, zelfs als zij de 'lijn-modus' verwor­

ven hebben : het vermogen om zich te

richten op het 'daar en dan' van verleden

en toekomst. Dit bewustzijn van het hier

en nu vormt het hart van gebed en medi­

tatie en bezet een prominente plek in de

praktijk van grote religieuze culturen,

zowel uit het Oosten als het Westen.

Kort samengevat: De punt-modus van

beleving is zowel voorwerp van een wijd ­

verbreide en verfijnde religieuze interes­

se, maar ook universeel aanwezig in de

kindertijd. Als volwassenen moeten we

daar alert op zijn als we met kinderen

spreken over spirituele ervaringen .

2 Besef van het mysterie Hierbij gaat het om het bewustzijn van

aspecten van onze levenservaring die in

principe niet logisch te begrijpen zijn.

Jonge kinderen kennen het onderscheid

nog niet tussen het alledaagse en gewo­

ne enerzijds en het diepzinnige ander­

zijds. Hun gevoel voor mysterie wordt al

gewekt door verschijnselen als het

tevoorschijn komen van een vlam als een

lucifer aangestreken wordt, of het licht

dat aangaat door een schakelaar om te

zetten, of de werking van de waterkraan. Allemaal situaties waarin vanuit het per­

spectief van volwassenen er alleen spra­

ke is van een eenvoudige verklaring.

3 Besef van waarde Het derde thema wordt door de reeds

genoemde Margaret Donaldson betiteld

als 'besef van waarde'. Als befaamd cog­

nitief psychologe en leerlinge van Piaget,

stond zij desondanks kritisch tegenover

de sterke nadruk die de moderne psycho­

logie legt op cognitieve vaardigheden.

Men lijkt voorbij te gaan aan voelen en

'affect' : 'het is slechts emotie'. Ook en

zelfs wetenschappers worden in hun

onderzoek gedreven door passie, door

gevoelens. Gevoelens zijn een maat voor

wat we waarderen. Donaldson heeft aan­

getoond dat er in onze rijping als persoon

een progressieve ontwikkeling is, die

leidt van een op zichzelf betrokken emo­

tie naar een ervaring van waarden die

onze persoonlijke belangen overstijgen.

Dit is misschien ook aan de orde in de

extatische ervaringen van de grootste

religieuze contemplatieve figuren. Het

voelen van waarden wordt ervaren als

emotie. Dingen die voor ons het belang­

rijkst zijn, worden verbonden met onze

diepste gevoelens. Kinderen geven

gemakkelijk uiting aan hun ideeën van

wat waardevol is in en door de intensiteit

van hun alledaagse ervaring van vreugde

en verlorenheid.

Doorvoelde betekenis Betekenis geven aan dingen en gebeurte­

nissen is - in het verlengde van het voor­gaande - verbonden met voelen.

Kinderen kennen daarbij een eindeloze

nieuwsgierigheid. Het volgende

voorbeeld - van een volwassene -laat

zien wat bij volwassenen expliciet is,

maar bij kinderen meestal nog impliciet

blijft. Het is een voorbeeld uit het docu­

mentatiecentrum van het 'Children's

Spirituality Project' .

, Een jaar geleden ging ik in de velden wandelen met mijn hond. Ik begon opeens na te denken over de schoonheid om mij heen, ik overwoog hoe schitte­rend de structuur en timing waren van de groei van elke bloem, en van planten als geheel en de uitbundige veelvormigheid van alles wat ik om me heen zag groeien. Ik herinner me dat ik dacht: ' Hier ben ik helemaal bij, dit moment, nu.' Toen moesten we door een hekje en plotseling

o,."", ... ~

stond ik voor een braambosje dat vol zat met zwarte glanzende vruchten. En dit, samen met mijn eerdere indrukken en gedachten, bracht mij tot een sterk gevoel van extase. Gedurende enkele momenten voelde ik mij werkelijk een met het universum of met de Creatieve Macht, die we daarin herkennen. Ik weet nog dat het een gevoel van eenheid was met iets buiten mij, maar ook en tegelij­kertijd een gevoel van innerlijke eenheid. Ik moet hier geconfronteerd zijn met de bron van alle bestaan, hoe je dat ook zou moeten benoemen. Deze ervaring heb ik nooit vergeten. Het elektrificeerde mij in zekere zin en overkwam mij, het was niet bewust gezocht. '

In dit citaat is veel meer te vinden dan

logische redeneringen over de zin van

alles. Het is een uitdrukking van spiritu­

aliteit, waarin de persoon, misschien

bewust, wel filosofische en theologische

taal gebruikt en daarin verwijst naar

direct, intuïtief kennen, maar daarbij

geen relatie wil leggen met de conventio­

nele en georganiseerde religie .

Spirituele vragen van kinderen In de kindertijd, in het bijzonder als kin­

deren op zoek zijn naar hun identiteit,

worden vragen gesteld die in essentie

spiritueel van aard zijn: Wie ben ik? Waar

september 2004 3

Page 3: ON Spiritualiteit en kinderen spiritualiteit en... · 2015. 2. 9. · ON DERZOEK Spiritualiteit en kinderen 2 Kees Both In de Engelstalige wereld is veel aandacht voor 'spiritual

4

hoor ik bij? Wat voor doel heb ik in mijn

leven? Met wie of wat ben ik verbonden en ben ik voor verantwoordelijk? Deze

klaarblijkelijke cognitieve signalen van spirituele activiteit zijn in veel gevallen

producten van spirituele roerselen die

verbonden zijn met het besef van het hier

en nu, van mysterie en van dingen die van waarde zijn.

De genoemde centrale dimensies van spiritualiteit waren in het 'Children's

Spirituality Project' basis voor diepgaan­

de en lange gesprekken met individuele

kinderen, zonder daarbij religieuze taal te

gebruiken, tenzij dit spontaan opkwam in

de reacties van de kinderen zelf. Deze

gesprekken werden ondersteund door

foto's van kinderen in situaties zoals die

aan het begin van dit artikel genoemd

werden. De onderzoekster stelde vragen als: 'Wat zal het kind dat in het vuur staart denken?' De antwoorden van de

kinderen lieten zien, dat zij zich in verre­weg de meeste gevallen in de voorgeleg­

de situaties konden verplaatsen en graag

wilden praten over hun persoonlijke

gedachten daarbij.

Contrasterende spiritualiteiten Uit de uitgetypte teksten van de gesprek­

ken met de kinderen werd al snel duide­

lijk dat er geen kinderen zijn zonder spiri­

tualiteit, maar dat elk kind daarbij een,

wat Rebecca Nye noemt, 'eigen signa·

tuur' heeft, die verband houdt met hun

individuele persoonlijkheden. Dat kan

geïllustreerd worden door twee kinderen

met elkaar te contrasteren, die zogezegd

de uitersten van een spectrum vormen .

Het verhaal van Ruth

Enkele kinderen drukten zich - zonder

dat zij zich dat bewust waren - uit in reli ·

gieuze termen. Ruth kwam naar voren als

een rustig, gelukkig, welsprekend meisje

van zes jaar, uit een stabiel gezin. Zij

bezocht een zondagsschool van de

Anglicaanse Kerk, maar zij noemde deze

wekelijkse activiteit niet spontaan, toen

haar gevraagd werd naar activiteiten in

het weekend. De opmerkingen over haar

ervaring van de kerk gaven aan dat deze

voor haar geen bron van spirituele inspi·

ratie was: 'Ik wil er eigenlijk nooit heen,

omdat het zo vervelend is.'

september 2004

Ruth had een geprononceerd besef van verwondering, kon intens van dingen

genieten en beschikte over een actieve religieuze verbeeldingskracht. Haar indi·

viduele wijze om dit te laten blijken, was

primair in termen van een veelzijdig zin­

tuiglijk, esthetisch en door de natuur

geïnspireerd raamwerk. Als voorbeeld hoe zij zich de hemel voorstelde: , Een geurwolk, er zijn gouden muren en

een regenboog staat over de troon van

God heen. (. .. ) maar er is een soort door·

zichtige mist ... ik kan het niet verder uit·

leggen. Als een geur. Een echte wolk van

geur, een heerlijke geur ... als de geur die

je ruikt als je wakker wordt op een win·

terrnorgen en als je dan gaat slapen en je

wordt weer wakken, dan hoor je de

vogels tsjilpen en de laatste sneeuw is

aan het wegsmelten en de toppen van de

bomen glanzen in de wind en het is een lenteochtend ... ' (Dan voegt ze toe:) , Ik

denk dat het helemaal geen jaargetijde

is, niet echt tenminste, omdat het een

heerlijke dag is, elke dag.'

Deze reactie vol verbeeldingskracht van Ruth, waarbij zij teruggrijpt op de natuur

en haar zintuigen en op haar gevoelig­

heid voor de mysterieuze transformaties

die in het leven plaatsvinden, doordrin ­

gen ook vele van haar commentaren in

andere, 'niet-religieuze' contexten. Later

- als zij uitgenodigd wordt om iets te

tekenen, reageert zij:

'Ik hou van de natuur' (Waarom?)

, ... gewoon omdat ik ervan houd. Ik weet

het niet. En het is zo mooi om op de

wereld te zijn.'

Dit laat zien hoe Ruth's individualiteit­

uitgedrukt als een esthetische waarde­

ring van de natuur, richting gaf aan de

vorm van haar spirituele reactie die, in

haar geval, dikwijls aan bod kwam in

expliciete religieuze contexten, zoals een

beeld van de hemel of gezegend worden.

Verder leek zij zich er in zekere mate

bewust te zijn van dit patroon van haar

eigen individuele gerichtheid en haar spi­

rituele reactie. Zoals bijvoorbeeld toen zij

het had over de momenten in haar leven waarin zij gestimuleerd werd om over God te denken:

'Als ik zie hoe ... hum ... de bomen in de

lente open gaan. In de lente, ik hou

... ",,,,,.~

ervan. Maar als ik de lammetjes in Wales

zie, oh ... dan maakt dat ... oh ... dat ik

ook ga springen.'

De intensiteit van Ruth's reacties doen

veronderstellen dat zij waarschijnlijk - in

termen van de interviewster - verschillen ­

de zintuigen heeft die haar in staat stel­

len om af te stemmen op dergelijke din­

gen: dat spirituele waarneming een

kostbaar geschenk is. Ruth 's hele hou­

ding lijkt er een te zijn van dankbaarheid,

voor de natuur, voor schoonheid en voor haar vermogens om deze waar te nemen

en te waarderen . De zintuiglijke verbin ­

dingen die zij volgens eigen zeggen legt,

inclusief het 'horen van de zon', suggere­

ren zeker een soort synesthetisch vermo­gen; dat wil zeggen een vorm van waar­

nemen waarin verschillende zintuigen

een synthese aangaan. Wij zien bijvoor­

beeld de hardheid van glas voordat wij

het aanraken, we zien aan de vouwen en

kreukels van een doek al hoe nat deze is,

enzovoort. Eenzelfde verband is er ook

als mensen zeggen dat pas gemaaid gras

'groen ruikt' . Ruth heeft minstens een

vermogen om zeer snel betekenisvolle

verbanden te leggen. In tegenstelling

hiermee ervaart zij in haar dagelijks leven hoe andere mensen daarvoor soms

onverschillig lijken te zijn :

, Het is zo mooi, de wereld, maar mensen

maken het mooie ervan kapot ... als

iemand rotzooi weggooit langs de weg.'

Het verhaal van Tim

Aan de tegenovergestelde kant van het

religieuze spectrum vinden we de spiritu­

aliteit van Tim, een tien jaar oude jongen.

Tim verwierp alles wat naar religie

zweemde, wat past bij het gezin waartoe

hij behoort. Alleen zijn oma is volgens

hem christen, maar zij was immers oud

en het was haar 'laatste kans' om in de

hemel te komen. Dat was voor hem een

verklaring voor oma's religieuze activitei­

ten . In tegenstelling tot Ruth was het vol­strekt zinloos om nader in te gaan op

Tims opvattingen over traditioneel 'religi­

euze' spirituele noties als hemel, zege­

ningen en ervaringen van de aanwezig­

heid van God. Desondanks raakte veel van wat Tim zei ook aan thema's die min

of meer verbonden zijn met religieuze

zaken - zoals reïncarnatie, polytheïsme,

Page 4: ON Spiritualiteit en kinderen spiritualiteit en... · 2015. 2. 9. · ON DERZOEK Spiritualiteit en kinderen 2 Kees Both In de Engelstalige wereld is veel aandacht voor 'spiritual

een hiernamaals, moraal en de vrije wil

van mensen .

De discussies met Tim werden gekleurd

door een gevoel van innerlijke strijd . In

sterke tegenstelling tot het kader van

waaruit Ruth dacht en voelde, waren zijn

toespelingen over het spirituele te inter­

preteren als conflicterende hypothesen

die typerend waren voor een bepaalde

manier van denken. Zoals bij veel oudere

kinderen in het onderzoek het geval was,

was zijn individuele 'signatuur' aanwezig

in sommige van zijn allereerste reacties

op de vragen en de foto's. Tim veronder­

stelde bijvoorbeeld, toen hij naar de foto

keek van het meisje dat in het vuur staar­

de, dat zij eenzaam was en veel zorgen

had, misschien wel over de dreigende

scheiding van haar ouders, worstelend

met problemen waarover zij niet met

anderen kon praten. Een dergelijke - voor

Tim typerende reactie - vanuit een kader

van onbehaaglijkheid en strijd was ook

kenmerkend voor zijn gevoelens van ver­

wondering, verbazing, zinvolheid en mys­

terie.

Zijn meer gefrustreerde en worstelende,

dan vreugdevolle inspiratie wordt hier

duidelijk. Er waren andere situaties die

aanleiding gaven om mentaal te vechten

met spirituele vragen. Hij vroeg zich bij­

voorbeeld af of religieus gedrag een eer­

lijke reactie was of slechts 'gewoonte'.

Tim probeerde 'spiritueel' te definiëren

als een gevoel of wijze van zijn, waarbij je

emotioneel geraakt wordt en herinnerde

zich dat hij toen hij jonger was wellicht

een 'heleboel' ervaringen had gehad -

wat leek op leiding van God, een invloed

die 'je leven vormde'. Hij beschreeftame­

lijk gemakkelijk ongewone ervaringen en

gevoelens die hij had als hij kerken

bezocht en 'heilige plaatsen' en bij zijn

gedachten alleen in de nacht. Deze

gevoelens waren echter overwegend

negatief en hij gebruikte daarbij woorden

als spookachtig, huiveringwekkend, koud

en wel op een manier die consistent was

met de rest van zijn uitingen (zijn 'kader') .

Deze speciale momenten gingen telkens

samen met gevoelens van strijd, maar

eveneens met een besef van de onderlig­

gende waarde en betekenis die dergelijke

mysterieuze en uitdagende ervaringen

bevatten. Tim suggereerde dat deze erva­

ringen iets weg hadden van 'mijn ogen

die mij bedriegen', 'een illusie, ik denk

het maar', 'een toevallige samenloop van omstandigheden'. Hij gaf ook indirect

commentaar op de tegenstelling tussen

zijn 'denken en vechten'-spiritualiteit en

die van sommige anderen. Reageerde

heel sceptisch als hem werd gevraagd of

kinderen van zijn leeftijd religieuze erva­

ringen konden hebben. Het zou onjuist

zijn om Tims reflecties, vanwege dat

sceptische taalgebruik, af te doen als

niet-spiritueel. Hij heeft een sterk spiritu­

eel besef, maar dat gaat bij hem gepaard

met strijd, die weer samenhangt met een

sterke culturele traditie die vragen die hij

zich stelt, diskwalificeert.

Ervaringen van kinderen Er zijn verschillende vormen en belevin ­

gen van spiritualiteit bij kinderen. Belangrijk is dat dergelijke ervaringen

herkend en erkend worden, ook in de

school. In een volgend artikel zal daarom

worden ingegaan op de voorwaarden in

de schoolsituatie voor een verantwoorde

manier van omgaan met spirituele erva-

0, ... ,,, ". ~

ringen. En wordt spiritualiteit beschouwd

als 'relationeel bewustzijn', c.q. verbon­denheid.

In dit artikel is gebruik gemaakt van een bijdrage die eerder in Nederland is ver­

schenen (Hay, 2002).

Kees Bath is studiesecretaris van de

Nederlandse Jenaplanvereniging.

Literatuur Beumer, J. (1997), De langste reis is de

reis naar binnen. Ten Have, Baarn.

(oles, R. (1991), The Spiritual Life of

Children. Houghton Mifflin, Newyork.

Donaidson, M. (1992), Human Minds.

An Explanation. Penguin Books,

Londen.

Hammarskjöld, D, (2001), Merkstenen.

Kok, Kampen.

Hay, D., R. Nye (1998), The Spirit ofthe

Child. Fount, Londen.

Hay, D. (2002), De spiritualiteit van kin­

deren. In: Mensen-kinderen, maart

2002. Sanders, C. (1987), Spiritualiteit en

maatschappelijk engagement. In:

Wending, jrg. 42, no. 3.

september 2004 5