Om maagdarmstoornissen bij gespeende biggen te...
Click here to load reader
Transcript of Om maagdarmstoornissen bij gespeende biggen te...
Een goede darmgezondheid is de basis
van goede prestaties in de varkenshou-
derij. Vooral in overgangssituaties ver-
dient de voeding van het dier extra aan-
dacht; dit geldt dus ook bij het speen-
proces. Het wegvallen van de
moeder(melk), de verandering in huis-
vesting en voeding en het mengen van
tomen leveren stress op voor de jonge
big. De darmgezondheid komt daardoor
onder druk te staan. In de zoogperiode
wordt de zuurbarrière in de maag in
stand gehouden door de fermentatie
van lactose tot melkzuur. De lage maag-
pH bevordert de vertering van eiwit, via
de omzetting van pepsinogeen in pepsi-
ne. Een lage maag-pH voorkomt dat
(potentieel pathogene) bacteriën de
dunne darm bereiken.
Voeding in de zoogperiode
Door in de zoogperiode smakelijk, goed
verteerbaar, vers en gemakkelijk
opneembaar prestart voer aan te bie-
den, went de big aan het opnemen van
vast voer. Ook dient in de zoogperiode
schoon drinkwater ter beschikking van
de jonge big te staan. Het risico op
maagdarmproblemen neemt hiermee af.
Als de wateropname onvoldoende is,
blijft ook de voeropname achter. De nip-
pels moeten regelmatig worden gecon-
troleerd. Ook bij brijvoedering zijn apar-
te drinkgelegenheden nodig voor de
gespeende biggen.
Voldoende vreetplaatsen
Na spenen moet elke big de gelegen-
heid hebben om voer op te nemen. Als
elke big een vreetplaats heeft, kunnen
alle dieren tegelijk vreten. Daardoor
kunnen de ranglage biggen voldoende
voer opnemen en wordt voorkomen dat
de dominante biggen zich overvreten.
Door het voer vochtig-kruimelig aan te
bieden, wordt de voeropname verder
gestimuleerd. Een gelijkmatige voerop-
name na spenen geeft minder risico op
verteringsproblemen en diarree.
Voervorm
Voer in meelvorm bevordert de men-
ging van de spijsbrok met vocht en
maagzuur. Het kan bij ad lib voedering
bovendien een meer geleidelijke voer-
opname opleveren dan gepelleteerde
voeders. Het voersysteem op het bedrijf
moet natuurlijk wel geschikt zijn voor
Om maagdarmstoornissen bij gespeende biggen te voorkómen, moet aandacht worden
besteed aan voeding van de big voor en na spenen. Bijvoeding in de zoogperiode, voldoende
vreetruimte voor elke big na spenen, bevorderen van de wateropname, ondersteunen van de
maagbarrière, (organische) zuren en andere toevoegmiddelen in het speenvoer, dragen bij
aan een probleemloze overgang bij spenen.
‘Oplosbaarheid voer vDiervoeding [Heinrich Kleine Klausing *]
Invloed van het
gehalte aan
drukhydrother-
misch ontsloten
(gekookte) gra-
nen op het
oplosgedrag van
gepelleteerd
voer in water
(tijdsbestek:
10 minuten).
34-36_Voedingsmaatregelen:34-36 31-05-10 12:44 Pagina 34
D e M o l e n a a r n r . 8 1 1 j u n i 2 0 1 034 35
r van groot belang’
meelvoedering zonder verliezen.
In Duitsland wordt meelvoeding voor
biggen veel toegepast; het voermanage-
mentsysteem is hiervoor goed toegerust.
In Nederland wordt 99 procent van het
biggenvoer gepelleteerd (al dan niet
verkruimeld) verstrekt in droogvoerbak-
ken.
Voeder in meelvorm mengt zich gemak-
kelijker met water (in brijvoer, maar ook
in de maag), wat de voeropname en
gezondheid van de biggen verbetert. Bij
gepelleteerde voeders is het daarom van
belang om aandacht te besteden aan de
‘oplosbaarheid’ van de pellets. Elke
voeraanpassing of –toevoeging die het
uiteenvallen van de korreltjes in een
vochtige omgeving bevordert, is gun-
stig.
Gekookte granen
Het gebruik van gekookte granen met
een hoge zetmeel-hydrolyse-graad is
een belangrijke technische toepassing
om het uiteenvallen van gepelleteerde
voeders in water te bevorderen. In de
maag daalt de pH van de spijsbrok daar-
door snel. Het percentage gekookte gra-
nen in de voerformulering heeft een
directe invloed op deze ‘oplosbaarheid’
(zie foto). De gekookte zetmeelkorrels
nemen veel sneller water op en zwellen
daardoor sneller, waardoor de pellets
snel uiteenvallen.
Maagbarr ière
De maag heeft een belangrijke functie
als barrière tegen de instroom van bacte-
riën in de darm. Om de maagfunctie van
de pasgespeende big te ondersteunen,
moet het voer snel uiteenvallen in de
maag, zodat het maagzuur zich goed
kan mengen met de spijsbrok. De viscosi-
teit van het voer kan hierbij een rol spe-
len, zoals blijkt uit onderzoek van
Fledderus et al. Zij verhoogden de viscosi-
teit door toevoeging van carboxymethyl-
cellulose (CMC) en vonden dat dit leidde
tot een langere verblijftijd in de maag,
een verhoogde aminopeptidase-activiteit
en een verbeterde eiwitvertering (zie
tabel 1). Voor de praktijk is toevoeging
van CMC aan biggenvoeders niet
geschikt. Wel kan de viscositeit worden
bevorderd via technologische hittebehan-
deling van voercomponenten. Vooral
ontsloten granen zijn gunstig, omdat die
de viscositeit in de maag verhogen. De
viscositeit in de darm wordt niet beïn-
vloed, omdat het ontsloten zetmeel daar
snel wordt afgebroken door amylase.
Als de spijsbrok vanuit de maag de
dunne darm bereikt, zorgt de pancreas
voor verhoging van de pH, zodat de
enzymen in de darm hun werk goed kun-
nen doen. De secretie van de pancreas
wordt gestuurd door de hormonen secre-
tine en cholecystokinine (CCK) en door
de nervus vagus. Als de pH van de bin-
nenstromende chymus te veel varieert,
reageert de bicarbonaatsecretie door de
pancreas niet snel genoeg. Dit kan leiden
tot een te hoge pH in het begin van de
dunne darm, waardoor pathogene bacte-
riën (E. coli bijvoorbeeld) zich kunnen
Voedingsmaatregelen verbeteren darmgezondheid biggen
Tabel 1. Effect van verhoogde viscositeit (via CMC-toevoeging) op fysiologische parameters bij biggen
(Fleddereus et al., 2007).
Controle CMC p
Viscositeit (mPa s) 3,6 21,8
Verblijftijd in de maag 21,4 25,7 0,18
(% marker-recovery)
Eiwithydrolyse in de maag (%) 26 34 0,13
Activiteit aminopeptidase 359 516 <0,01
(U/g eiwit)
Ileale N-vertering (%) 75,2 79,8 0,22
Fecale N-vertering (%) 80,3 84,2 0,04
34-36_Voedingsmaatregelen:34-36 31-05-10 12:44 Pagina 35
D e M o l e n a a r n r . 8 1 1 j u n i 2 0 1 036 37
>> ‘Oplosbaarheid voer van groot belang’
vermeerderen. Om diarree te voorko-
men, is het dus van belang dat de pH van
de maaginhoud laag en constant is bij
het verlaten van de maag.
Zuurtoevoeging
Anorganische zuren (zoals fosforzuur)
hebben alleen een pH-verlagend effect.
Organische zuren (mierenzuur, melk-
zuur, fumaarzuur, citroenzuur, bezoë-
zuur, propionzuur) kunnen in ongedisso-
cieerde toestand de celmembraan van
micro-organismen passeren. In de bacte-
riecel dissociëren ze vervolgens en de H+
ionen en de anionen verstoren het me -
tabolisme van de cel, zodat die sterft.
Tabel 2 geeft de werking van verschil-
lende organische zuren weer. De beste
resultaten worden bereikt door een
combinatie van zuren met verschillende
eigenschappen toe te passen.
Andere addit ieven
De darmgezondheid kan ook worden
ondersteund door andere toevoegmid-
delen. NSP-afbrekende enzymen (xyla-
nase, glucanase) zorgen ervoor dat de
viscositeit in de darm niet te hoog
wordt. De NSP-afbraakproducten leve-
ren energie voor de big. Door de
afbraak van NSP komen meer eiwitten,
mineralen en spoorelementen beschik-
baar.
Probiotica ondersteunen de kolonisatie-
resistentie in de darm en toevoeging
van prebiotica kunnen de gunstige bac-
teriën bevoordelen en de aanhechting
van potentieel schadelijke bacteriën
(E.coli, Salmonella) aan de darmwand
voorkómen.
Diverse kruiden en specerijen worden
ook toegepast in de biggenvoeding.
Deze fytogene producten worden
gerangschikt bij de aroma’s en eetlust-
stimulerende stoffen. Bekende voorbeel-
den zijn oregano, kaneel, tijm, knoflook
en anijs. Componenten van deze pro-
ducten kunnen ook specifieke effecten
in het maagdarmkanaal hebben, zoals
het bevorderen van de secretie van
speeksel, maagsap, galzuren en verte-
ringsenzymen. Saponinen reguleren de
gasvorming in de dikke darm en kunnen
zo ammoniakconcentratie in de stallucht
verminderen.
Middenlangketenige vetzuren (MCFA)
en triglyceriden (MCT) remmen de groei
van gram-negatieve en gram-positieve
bacteriën. De combinatie van MCFA of
MCT met organische zuren biedt per-
spectieven die momenteel worden
onderzocht.
Conclusie
Via voedingsmaatregelen kan de
(darm)gezondheid van gespeende big-
gen worden verbeterd. Zowel in het
voermanagement als in de voersamen-
stelling zijn er mogelijkheden om de
biggen een probleemloze overgang bij
het spenen te bieden. -* Heinrich Kleine Klausing is werkzaam bij
Deutsche Tiernahrung. Het artikel is vertaald
door Carolien Makkink.
Het wegvallen van
de moeder(melk),
de verandering in
huisvesting en
voeding leveren
stress op voor
jonge biggen.
Citroen- Mieren- Melk- Benzoë- Propion-
zuur zuur zuur zuur zuur
Biologische acti-
viteit (pH 4,5) 3,7% 15% 19% 32% 71%
Deeltjes als %
van mierenzuur 24 100 51 38 62
Actief tegen: bacteriën bacteriën bacteriën bacteriën gisten
gisten gisten schimmels
schimmels
Locatie van
activiteit bek + maag maag bek + maag darm maag
Tabel 2. Werking van verschillende organische zuren (Matthies en Rimbach, 2007).
34-36_Voedingsmaatregelen:34-36 31-05-10 12:45 Pagina 36