Nw i 5 geluid en muziek
-
Upload
rphwetenschappen -
Category
Education
-
view
54 -
download
2
Transcript of Nw i 5 geluid en muziek
I 5 Geluid en muziek
5.1 Mechanische golven
Mechanische golf
= golf die materie nodig heeft om energie te verplaatsen.
= golf, veroorzaakt door een mechanische trilling.
Golf = sinus in tijd (voor elk punt) en ruimte (voor elk moment).
Amplitude A = maximale uitwijking.
Eenheid: meter (m) bij mechanische trillingen,
volt (V) bij een elektrisch signaal,
pascal (Pa) bij geluid.
A
A
5.1 Mechanische golven
5.1 Mechanische golvenGolf = sinus in tijd (voor elk punt) en ruimte (voor elk moment).
Periode T = tijd van één cyclus (op- en neer of
heen- en weer). Eenheid: seconde (s).
Frequentie f = 1/T = het aantal cycli per
seconde. Eenheid: Hertz (Hz).
5.1 Mechanische golven
Golf verplaatst energie, geen massa!
Trillingsbron levert vermogen P (W) (energie E = ½ m.A².(2πf)²),
wordt verspreid over het golffront als intensiteit I (W/m²)
naarmate het golffront groter wordt neemt A sterk af,
f blijft constant.
5.1 Mechanische golven
Golf = trilling die zich verplaatst door de ruimte. Er is dus
een trillingsrichting en een voortplantingsrichting
TRANSVERSAAL
LONGITUDINAAL
5.1 Mechanische golven
Harmonisch = “zuiver” (enkelvoudig)
en ongedempt (A = constant).
Vb. elektronische tonen
Realiteit = vaak samengesteld en altijd gedempt (A neemt
exponentieel af door wrijving)
Vb. seismogram
Energie van een golf opnemen = resoneren.
Voorbeelden van resonantie zijn:
- bruggen en hoge gebouwen = slingers. Vb. Tacoma Narrows
Bridge , Millennium Bridge London.
5.1 Mechanische golven
5.2 Basiskenmerken van geluid
Frequentie f = het aantal cycli per seconde. Eenheid: Hertz (Hz).
Vb.
vrouwelijke stem: 170 – 10000 Hz praten: 225 Hz – 450 Hz – 900 Hz
mannelijke stem: 100 – 8500 Hz 100 Hz – 200 Hz – 400 Hz – 800 Hz
muggenvleugels slaan aan 600 Hz
menselijke oren kunnen 20 – 20000 Hz horen (gevoeligst rond 1000 Hz)
< 20Hz: infrasoon vb. walvissen, olifanten, aardbevingen
> 20 kHz: ultrasoon vb. vleermuizen( echolocatie), echografie
5.2 Basiskenmerken van geluid
5.2 Basiskenmerken van geluid
Golf = sinus in tijd (voor elk punt) en ruimte (voor elk moment).
Verplaatsing golfsnelheid v.
Deze snelheid is afhankelijk van de dichtheid van het medium.
5.2 Basiskenmerken van geluid
Middenstof geluidssnelheid
lucht 343 m/s
water 1500 m/s
staal 5 km/s
2 oren (met een klein positieverschil
Δx = ca. 20 cm) klein tijdsverschil:
lucht Δt < 0,6 ms richting
water Δt < 0,15 ms geen richting!
5.2 Basiskenmerken van geluid
Gehoordrempel Io = 10-12 W/m²
Conversatielevel Ic = 10-6 W/m²
Schadedrempel Is = 10-4 W/m²
Pijndrempel Ip = 1 W/m²
= zeer breed bereik log-schaal: 10dB. log(I/Io)
0 dB
60 dB
80 dB
120 dB
dubbel zo luid = + 3 dB
10x zo luid = +10 dB
5.2 Basiskenmerken van geluid
5.2 Basiskenmerken van geluid
Normen, bescherming
Energie van een golf opnemen = resoneren.
Voorbeelden van resonantie zijn:
- De meeste geluidsbronnen hebben nood aan een
versterkende resonantieruimte: mond- en keelholte (stem) of
klankkast (muziekinstrumenten)
5.3 Golfeigenschappen bij geluid
5.3 Golfeigenschappen bij geluid
versterking = constructieve interferentie
verzwakking = destructieve interferentie
Toepassingen:
- afzetten GSM in ziekenhuis
- antigeluid in de koptelefoon van een helikopterpiloot
- zwevingen (o.a. gebruikt door muzikanten om te stemmen)
- Luidsprekers (vooral voor lage tonen) moeten in een kast
gemonteerd worden (de “box”), om akoestische kortsluiting
te vermijden.
Interferentie: golven worden opgeteld
5.3 Golfeigenschappen bij geluid
Teruggekaatst geluid = galm (△t > 0,20 s echo)
Toepassingen:
- Gregoriaanse gezangen werden ontwikkeld voor de grote
Middeleeuwse kathedralen.
- Opnames kunnen in een beroemde concertzaal “gesimuleerd”
worden door het juiste galmpatroon op het geluid te plaatsen.
Terugkaatsing of reflectie
5.3 Golfeigenschappen bij geluid
5.3 Golfeigenschappen bij geluid
http://www.astro.ubc.ca/~scharein/a
311/Sim/doppler/Doppler.html
5.3 Golfeigenschappen bij geluid
5.4 Muziek
Een snaar MOET beginnen en eindigen met een knoop…
Knopen = punten die niet trillen
Buiken = punten die heel hard trillen
In een begrensd medium kaatsen golven terug
staand golfpatroon
5.4 Muziek
In een snaar (lengte l) kunnen slechts bepaalde golven bestaan:
Lengte l = λ/2 λ = 2.l f/2 = laagste toon, de grondtoon.
v = λ.f
Lengte l = λ λ = l f = eerste boventoon,
Lengte l = 3/2λ λ = 2/3.l 3/2f = tweede boventoon, …
Het geheel van deze tonen = klank
5.4 Muziek
Muziek octaven, 1 octaaf = verdubbeling vd frequentie.
(toon horen = logaritmisch!)
c' d'dis'
es'e' f'
fis'
ges'g'
gis'
as' a'
ais
'
be
s'
b' c''
dodo#
reb rere#
mibmi fa
fa#
solbsol
sol#
lab lala#
sib si do
261,6 277,2 293,7 311,1 329,6 349,2 370,0 392,0 415,3 440,0 466,2 493,9 523,3
Toon = fysisch gedefinieerd, 1 frequentie.
Hoe herkennen we verschillende muziekinstrumenten?
5.4 Muziek
De klank wordt versterkt in de resonantiekast of klankkast,
maar niet elke toon even sterk: het timbre of klankkleur.
Zo werkt een synthesizer: hij stelt de klank samen als som
van een grondtoon en een reeks boventonen, telkens met hun
specifieke sterkte.
Zo werkt ook de stem + de neus- en mondholte bij de
vorming van de klinkers: