Nut en noodzaak VHCP Kengetallen in beeld 2008: pieken en dalen · Resumé De dagelijkse...
Transcript of Nut en noodzaak VHCP Kengetallen in beeld 2008: pieken en dalen · Resumé De dagelijkse...
FocusEen uitgave van het Verbond van Handelaren in Chemische Producten
VHCP
No 1 – maart 2009
2008: pieken en dalen
Nut en noodzaak VHCP
Kengetallen in beeld
Opvallende prestaties
Het zijn verwarrende tijden… Het ene megaverlies is
nog niet verwerkt, of het andere grootste verlies van
een Amerikaanse onderneming in de geschiedenis
van de mensheid (verzekeraar A.I.G) dondert al weer
neer over de ‘rokende’ financiële en economische
puinhopen. Zelfs het meest gitzwarte scenario lijkt
niet donker genoeg. En elke ochtend gooien de com-
mentatoren, zoals Kees de Kort bij nieuwsradio BNR,
er nog een meltdownsausje overheen.
De overheid houdt de financiële sector overeind, maar treuzelt met maatregelen
voor de reële economie, na de onheilstijding van het CBS in februari 2009. En wat
is de laatste stand van zaken met betrekking tot REACH? Zal de sector wellicht nog
harder worden geraakt, dan tot nu toe de verwachting is? Kortom, het zijn verwar-
rende tijden.
Echter, in tijden van crisis is er vaak behoefte aan positieve voorbeelden uit het
verleden. Een tastbaar gegeven, waaruit men kan concluderen dat vanuit alle duis-
ternis een vernieuwde samenleving kan ontstaan. Een goed voorbeeld hiervan is het
extra-parlementaire kabinet Cort van der Linden (1913-1918). Dit kabinet bestond
zowel uit linkse als rechtse liberalen, waartussen Cort van der Linden als premier als
centrum-liberaal stond. Tijdens de Eerste Wereldoorlog voerden Cort van der Linden
en zijn regering een krachtige, neutrale politiek, en hielden daarmee Nederland bui-
ten de toen heersende wereldcrisis. Hoewel soms krampachtig, behield Nederland
niet alleen zijn neutraliteit, maar ontwikkelde zich versneld tot het handelshuis van
Europa. Een positie die Nederland daarna economische vleugels heeft gegeven.
Naast deze opvallende prestaties, werd door deze regering ook nog een grondwets-
wijziging door het parlement geleid die de invoering van het algemeen kiesrecht
voor mannen mogelijk maakte, en bovendien heeft bijgedragen aan het einde van
de schoolstrijd.
Duidelijk is dat er ondernemende mensen nodig zijn om de crisis te lijf te gaan.
En dat is juist één van de kenmerken van het VHCP. Een brancheorganisatie van
ondernemende en doortastende bedrijven, die op dit moment al hun aandacht
moeten kunnen richten op de kern van de zaak. Het VHCP zal u ook in 2009, zoals
u van ons gewend bent, zo goed mogelijk ondersteunen met onder meer de verdere
invoering van REACH en de CLP-verordening (GHS). Daarnaast blijft het VHCP in
vele andere zaken een brugfunctie vervullen tussen de leden, de overheid en andere
maatschappelijke organisaties. Met als doel een stabiele chemische distributiebran-
che in deze woelige tijden. Daarbij zou het helpen dat onze politici het beroemde
citaat van Winston Churchill ook kennen: "Een politicus denkt aan de volgende
verkiezing, een staatsman aan de toekomst".
Robert Stuyt
P.S.: Wie meer wil weten over het kabinet Cort van der Linden, dan is het boek van
Johan den Hertog een aanrader: Cort van der Linden (1846-1935), Minister-president
in oorlogstijd, 2007, Boom - Amsterdam, ISBN 978 90 8506 499 2.
Nut en noodzaak VHCP
en ervaringen 2008 pagina 4
‘Zonder chemie geen vooruitgang’ pagina 16
Robuuster beleid Responsible Care pagina 14
In dit nummer
Verder in dit nummer:
Kengetallen 2007
REACH: the next step
‘Respecteer de spelregels’
2008: van maand tot maand
Azië dichterbij
FECC Congres - Helsinki 2009
Bedrijfsnieuws & Personalia
Ledenoverzicht + Agenda
pagina 9pagina 10pagina 12pagina 18pagina 20pagina 21pagina 22pagina 23
4
Nieuwjaarsbijeenkomst 2009
Nut en noodzaak VHCPDé residentie van onze beleidsmakers vormde ook dit jaar weer de perfecte locatie voor de nieuwjaarsbijeenkomst van het VHCP om gezamenlijk te brainstormen over de chemi-sche distributie. Als gebruikelijk schetste de voorzitter van het VHCP, Piet van der Slikke, een korte terugblik op een turbulent 2008. Verder wees hij - vanuit zijn positieve onderne-mersmentaliteit - ook op kansen voor 2009.
Allereerst was er in de traditionele nieuwjaarsspeech
het moment van dank aan erelid Paul van Nispen,
voor de prachtige locatie waar de leden elkaar konden
treffen. Vervolgens volgde een beschrijving van het
afgelopen jaar, dat, aldus de voorzitter, niet eenvoudig
was. Immers, er is veel gebeurd, zowel in de buiten-
wereld om ons heen als in de wereld van de chemie.
Over de buitenwereld, was hij kort en krachtig: “Zonder
precedent was en is de kredietcrisis bepalend, veel is
er gemoraliseerd over hebzucht van bankiers en finan-
cieel engineers. Hebzucht lijkt mij niet het grootste
probleem. Veel erger is de non-professionaliteit van
vele leidinggevenden, die aan het licht is gekomen:
één groot demasqué van onder anderen bankiers,
adviseurs, et cetera. Het resultaat is dat we daardoor
nu met de negatieve gevolgen zitten, en dat er som-
bere tijden in aantocht zijn.” Uiteraard stipte hij ook
de bijzondere gebeurtenissen rondom de Amerikaanse
verkiezingen aan, met als resultaat Barack Obama als
eerste ‘African American’ president van de Verenigde
Staten.
Turbulent jaar
Ook de wereld van de chemie was turbulent. De voor-
zitter gaf als toelichting: “De eerste acht maanden van
2008 lieten een stevige vraag naar chemicals zien,
met stijgende prijzen. De laatste vier maanden zette
echter een daling in van vraag en prijzen. Ook werden
in onze sector een paar zeer grote deals aangekondigd
en werd er uiteindelijk één afgeblazen.” Als voorbeeld
gaf hij onder meer de overnames van Hercules door
Ashland en van Rhodia Asia Trading door Brenntag,
die overigens ook het gerenommeerde bedrijf Schmidt
overnam.
Actief en professioneel
Uiteraard ging 2008 ook het VHCP niet ongemerkt
voorbij. Het was een druk jaar, met daarin onder meer
de gebruikelijke bijeenkomsten, zoals de ledenverga-
dering en de lunchbijeenkomst, en uiteraard REACH.
Piet van der Slikke dankte in zijn nieuwjaarsspeech de
voorzitters van de verschillende commissies, inclusief
Robert Stuyt en Sanne Muijser van het secretariaat,
voor hun actieve en professionele inzet. “Juist REACH
maakt duidelijk dat het VHCP hard nodig is”, gaf de
voorzitter aan, waarmee hij nog even fijntjes op het
nut en de noodzaak van een goede brancheorganisatie
attendeerde. Goed is om te zien dat ook steeds meer
bedrijven dit ervaren en lid worden van het VHCP. Op
pagina 20 leest u meer over de laatste nieuwkomer.
Voorts wees Piet van der Slikke op het belang van een
5
juiste interpretatie van de mededingingsregels, hier-
over meer in het interview op pagina 12. Ook zal er tij-
dens de komende ledenvergadering uitgebreid worden
ingegaan op dit thema, waarmee het VHCP wil bena-
drukken dat ieder lid de spelregels moet respecteren.
Nieuwe kansen
Tot slot, 2009. Aan alle voorspellingen die zijn gedaan,
wilde Piet van der Slikke zich niet branden. “Wie het
weet, mag het zeggen”, luidde zijn visie op dit jaar.
Ondanks de slechte scenario’s die worden voorspeld,
hoopt hij dat er zich juist ook nieuwe outsourcings-
kansen zullen voordoen voor de chemische distribu-
tie. “Hoofdzaak is dat we ons werk met plezier en in
gezondheid doen”, besloot hij zijn speech. En dat was
voor de vele aanwezigen het moment om met elkaar
het glas te heffen op dit nieuwe jaar.
Resumé
De dagelijkse actualiteit volgend, blijft het voor iedere
ondernemer een spannende tijd. Toch, ondanks de
economische teruggang, die door de één zwaarder
wordt ingeschat dan door de ander, biedt ook dit jaar
ruimte voor positieve ontwikkelingen. Vooral wan-
neer u zich als chemisch distributeur kwalitatief blijft
onderscheiden, kunt u uw marktpositie versterken.
Hetgeen ook de conclusie is van het VHCP-bestuurslid
John Regout in zijn reactie namens Quaron. Het
VHCP zal zich daarom ook blijven inzetten om ieder
lid te ondersteunen bij zaken die vooral op de lange
termijn het gewenste onderscheid nog meer ten goede
komen. Denk daarbij aan een verdere verdieping
van het Responsible Care-beleid en het omgaan met
nieuwe wet- en regelgeving, zoals het inmiddels veel
besproken Globally Harmonized System (GHS). In
deze FOCUS leest u daarover meer, maar eerst vertel-
len verschillende leden hoe zij 2008 hebben ervaren en
wat zij zoal verwachten in 2009.
Durven!
Directeur Henk-Jan Aarsen (Aarsen Holding) over
dochteronderneming Transmare: “2008 is een verwar-
rend jaar geweest. De eerste maanden waren zeer
goed, met name voor onze productie. Helaas kwam
daarin ongelofelijk snel verandering toen oktober zich
aandiende. Door de olieprijsschommelingen en de
combinatie met alle andere onzekerheden zag je vorig
jaar al dat bedrijven vooral op koopjes uit zijn. Wij
merken dat ook nu aan de vele aanvragen. Overigens
hebben wij de omkeer gebruikt om nog innovatiever
met onze producten om te gaan en bepaalde zaken
6
efficiënter te organiseren, zodat we de nieuwe kansen
die we creëren, ook realiseren. Wij hebben verder onze
grenzen verlegd en oriënteren ons meer op andere
markten, zoals in China, India en (Noord-)Afrika.
Als we los van dit alles kijken naar zaken als de
Verpakkingenbelasting, daar zijn wij redelijk pragma-
tisch mee omgegaan. Helaas blijft het een gemiste
kans dat er met de opbrengsten niet een constructieve
bijdrage wordt geleverd aan het terugbrengen van ver-
pakkingsafval. Ten aanzien van REACH hebben ook wij
onze handen vol gehad aan het preregistreren van al
onze producten. Al met al was het een ‘interessante’
exercitie. Voor de volgende ronde zetten wij bij bepaal-
de zaken wel vraagtekens, zoals het kostenplaatje en
het wel of niet betalen voor afgeschreven data. Kortom,
extra onzekerheden, in een onzekere tijd. Wat vooral
geen zin heeft, is stilzitten. Bovenal moet de durf
terugkeren, want dat is dé beste remedie!”
‘Bewust bezig met chemie’
Executive Vice President Europa Harry van Baarlen over
Brenntag: “Wij kunnen terugkijken op een uitstekend
2008. Daarnaast hebben wij onze marktpositie verder
versterkt door onze recente acquisitie in Zuidoost-
Azië. Lokaal waren voor ons belangrijke hoogtepunten:
de succesvolle invoering van SAP binnen Brenntag
Benelux, de nieuwe installatie in Rotterdam-Botlek,
alsmede de acquisitie van C.N. Schmidt. Los van deze
mijlpalen hebben wij net als iedereen in deze business
met REACH te maken. De nieuwe stoffenwetgeving,
waaraan ook wij veel aandacht besteden, is zoals
bekend complex. Trots zijn we daarom op de FECC
Award, die onze REACH-coördinator Fabrice Delhaise
in de wacht wist te slepen. Voor 2009 zien ook wij dat
het moeilijker zal worden, maar desondanks hebben
wij mede dankzij tal van belangrijke projecten, onze
investeringen in automatisering en de nieuwe produc-
tielocatie in de Rotterdamse haven alle vertrouwen in
2009. Dit alles onder ons motto: Bewust bezig met
chemie!”
Gezonde bedrijfsvoering
CEO John Regout van de Quaron groep kijkt gematigd
tevreden terug op 2008: “Het eerste kwartaal was er
reeds sprake van gigantische prijsstijgingen in onze
markt. Veel klanten realiseerden zich toen niet dat
dit gedurende het jaar zo zou blijven en teerden in
op hun voorraden. De rest van het jaar verliep prima,
maar ook wij zagen in het laatste kwartaal de prijsge-
volgen voor onze business vanwege de kredietcrisis,
de keldering van de olieprijs en prijzen voor vele anor-
ganische chemicaliën. Om onze efficiency nog meer
te verhogen, zijn wij in 2008 een project gestart om
al onze vestigingen in Frankrijk op één lijn te brengen
met het IT-systeem dat binnen al de overige Quaron-
locaties wordt gebruikt. Over REACH kan ik voorlopig
concluderen dat de initiële problematiek, zoals eerder
geschetst, achteraf in de praktijk toch een stukje min-
der blijkt te zijn. Voor 2009 hebben wij uiteraard maat-
regelen achter de hand, mocht de kredietcrisis te diep
en langdurig worden. Duidelijk is dat de prijzen - over
een breed front aan producten - fors onder het niveau
van 2008 zullen liggen. Toch verwacht ik dat juist nu
de kwaliteitsbewuste distributeurs goed uit de verf zul-
len komen. Weliswaar zijn ook wij afhankelijk van de
marktontwikkelingen, maar we zien de toekomst met
vertrouwen tegemoet, mede dankzij onze zeer brede
product- en klantenspreiding.”
Pas op de plaats
Frans van der Lee, directeur van het gelijknamige trans-
portbedrijf: “Tot en met september van het afgelopen
jaar zat Van der Lee met bijna tien procent omzetgroei
behoorlijk in de lift, maar door de economische crisis
kwam daar bijna per direct een einde aan. Als logis-
tieke dienstverlener, hoofdzakelijk in de chemie, heb-
ben wij door interne aanpassingen en werkverdeling bij
zowel onze vestigingen in Nederland en België als die
in Duitsland het verlies aan omzet enigermate kunnen
opvangen. Voor ons bedrijf waren ook andere, helaas
negatieve factoren medebepalend voor 2008. Zo heb-
ben de voortdurende stijging van de dieselprijzen en
de almaar toenemende verkeerscongestie het resultaat
geen goed gedaan. Voor 2009 verwachten wij een pas
op de plaats en hopelijk geen terugval. Door de (juiste)
grootte van onze onderneming en de sterk op service
gerichte dienstverlening blijven de klanten ons geluk-
kig trouw. Wat ons daarnaast voor dit jaar zeker parten
zal spelen, is de absurde LKW-Maut-verhoging van
meer dan vijftig procent door de Duitse regering. Zo’n
toename in deze voor het bedrijfsleven toch al kritische
periode begrijpen wij totaal niet! Weliswaar is het doel
van deze tolheffing de CO2-uitstoot te verminderen,
maar ook al heeft een transportbedrijf voertuigen die
voldoen aan de Euroklasse 4 en 5, dan nog wordt men
niet gespaard.”
Toppen en dalen
Managing director Ed Bowser van De Noord Chemicals
BV: “Het jaar dat achter ons ligt, was in veel opzichten
een belangrijk en interessant jaar. De kunstmeststof-
fenmarkt heeft hierin een belangrijke rol gespeeld.
Voornamelijk de groei-economieën van China en India
waren verantwoordelijk voor de explosief gestegen
vraag. Dit resulteerde in prijzen van grondstoffen die in
korte tijd hoge toppen en diepe dalen kenden. Ondanks
de vele uitdagingen waar de onderneming in de loop
7
van het jaar mee te maken kreeg, is het jaar 2008 voor
De Noord Chemicals positief verlopen. De kredietcrisis
en de effecten daarvan op de consumentenuitgaven
hebben ertoe geleid dat ook in de chemische indu-
strie, in het bijzonder bij de chlooralkali-installaties,
de productiecapaciteit verlaagd moest worden. De
verminderde Europese beschikbaarheid van diverse
anorganische producten gaf de nodige kopzorgen.
Door samen met onze partners deze problemen
vroegtijdig te onderkennen, heeft dit geen nadelige
consequenties gehad.
De verwachtingen voor 2009? Actuele vooruitzichten
voor de wereldeconomie wijzen voornamelijk in neer-
waartse richting. Het wachten is op een herstel van
vertrouwen in de financiële sector. Dit zal de onzeker-
heid uitbannen en de consumentenbestedingen weer
op peil brengen.”
Voorbereid op tegenwind
“We blikken terug, zoals dat voor zoveel collega´s
geldt, op een turbulent jaar”, aldus Ger van der Lubbe,
directeur BASF Nederland BV. “We maakten begin
2008 een sterke start. BASF behaalde zeer goede
resultaten over de eerste kwartalen van het jaar. Na de
zomer kreeg de wereld - en dus ook wij - sneller dan
verwacht te maken met de negatieve effecten van de
snel teruglopende economie. Hierop ondernam BASF
in november actie en trof ze als eerste in de industrie
de nodige voorzorgsmaatregelen: we reduceerden
wereldwijd onze productie en legden fabrieken stil om
optimaal voorbereid te zijn op tegenwind.”
De afgelopen jaren is de BASF-groep sterk gegroeid.
“Voor BASF Nederland BV betekende dit uitbreiding
met drie nieuwe locaties: Catalysts in De Meern,
Performance Chemicals in Nijehaske en Construction
Chemicals in Oosterhout”, licht Van der Lubbe toe.
“Het komende jaar zal een moeilijk jaar worden en
ook van BASF het uiterste vergen. Dit houdt in dat we
flexibel moeten zijn en snel en gericht moeten hande-
len. Nauw contact met onze klant is van groot belang,
zeker in deze tijd. Tegelijkertijd zien we de crisis als een
kans om BASF’s positie verder te verbeteren.”
9
De cijfers over 2007 zijn de eerste cijfers sinds 2005.
Net zoals in 2004 en 2005 is niet getracht de cijfers van
verkoopkantoren te extrapoleren. Globaal kan worden
gesteld dat het VHCP ruim 72 leden telt, bestaande uit:
- 70% (voorraadhoudende) distributeurs;
- 20% verkoopkantoren;
- en 10% logistiek dienstverleners.
Qua ledenaantal vertegenwoordigt het VHCP bijna 6%
van de Europese associatie voor chemische distributeurs
(FECC). De cijfers die volgen zijn gebaseerd op 60% van
de distribuerende leden.
Minimaal 5 miljard euro
De totale omzet van de chemische distributie bedroeg in
2007 1,55 miljard euro, met een gemiddelde omzet van 25
miljoen euro per onderneming.
• 25% van de voorraadhoudende distributie behaalde een
omzet van minder dan 10 miljoen euro;
• 50% een omzet tussen de 10 en 25 miljoen euro;
• 15% een omzet tussen de 25 en 50 miljoen euro;
• 10% een omzet van meer dan 50 miljoen euro.
De (voorraadhoudende) distributie heeft circa 1500 werk-
nemers in dienst; het gemiddelde aantal werknemers per
onderneming bedroeg in 2007 25 werknemers, met een
gemiddelde omzet per werknemer van 1 miljoen euro.
De gemiddelde winstgevendheid binnen de distributie
bedroeg 6%; het betreft hier het bedrijfsresultaat voor
aftrek van rente en belastingen, uitgedrukt in een percen-
tage van de omzet. Van de distributeurs heeft 50% eigen
opslagfaciliteiten en besteedt 65% de opslag uit bij derden.
25% van de distributeurs doet beide. De verkoopkantoren
van de chemische industrie, die wel gegevens hebben
aangeleverd, waren in 2007 goed voor een omzet van 3,3
miljard euro, dat wil zeggen een gemiddelde omzet van
660 miljoen euro per onderneming.Gemiddeld had men
375 werknemers in dienst en bedroeg de winstgevendheid
4%. (De chemische industrie in Nederland was in 2007
goed voor een omzet van ongeveer 50 miljard euro.)
Al met al kan met zekerheid worden gesteld, dat het VHCP
een omzet van minimaal 5 miljard euro vertegenwoordigt
(d.w.z. ruim 8% van de Europese chemiehandel met een
omzet van ongeveer 30 miljard euro), en dat de leden van
het VHCP werk bieden aan ruim 3250 personen.
Kengetallen 2008
Binnenkort volgt er wederom een enquête om de kenge-
tallen van het afgelopen jaar vast te stellen. De leden kun-
nen de gevraagde gegevens voortaan via een speciaal ont-
wikkelde module invullen via de website van het VHCP.
Hierop ziet ieder bedrijf - via zijn eigen inlogcode - met-
een wat de opgegeven gegevens van 2007 zijn, waardoor
het eenvoudiger wordt om de cijfers van 2008 in te vullen.
Zowel de voorzitter van het bestuur, Piet van der Slikke,
als de voorzitter van de Werkgroep Responsible Care,
Harry van Baarlen, hebben aangegeven dat het van groot
belang is dat ieder VHCP-lid meewerkt aan de totstand-
koming van deze cruciale informatie. Immers, alleen op
deze manier kan het belang van de chemische distributie
in Nederland daadwerkelijk worden aangetoond, en kan
het VHCP zich nog beter profileren in de discussies met
diverse overheden.
Kengetallen 2007
Het VHCP in cijfersJaarlijks tracht het VHCP het (economisch) belang dat de chemische distributiesector in Nederland vertegenwoordigt in beeld te brengen. Niet uit nieuwsgierigheid, maar om over betrouwbaar materiaal te beschikken bij discussies over de implicaties van overheids-maatregelen voor importeurs en distributeurs van chemicaliën. De discussies met de overheid en stakeholders over de businessimpact van REACH op de chemicaliënhandel en de Verpakkingenbelasting zijn daar recente voorbeelden van.
Update www.vhcp.nlSinds kort is de website van het VHCP
weer volledig geactualiseerd. U leest daar
meer over zaken als Product Stewardship
en vindt er het laatste nieuws over onder
andere REACH en CLP-GHS. Heeft u
suggesties voor de website? Mail die
naar het secretariaat: [email protected].
10
De REACH-manager van Aako, Henk-Jan de Jager, heeft
de preregistratieperiode als vrij eenvoudig ervaren. Hij
bevestigt: “Inderdaad, bovendien handelen wij veelal
in enkelvoudige stoffen en waren we goed voorbereid.
Uiteindelijk hebben wij de meeste stoffen als OR (Only
Representative) van onze niet-Europese principalen al
in een vroeg stadium gepreregistreerd. Een beperkt
aantal stoffen is onder onze eigen bedrijfsnaam gepre-
registreerd. Vlak voor 1 december 2008 hebben wij
alsnog een strategische beslissing genomen voor het
preregistreren van zogenaamde wederingevoerde stof-
fen van buiten de EU, die niet waren geregistreerd.
Hiermee hebben wij geprobeerd risico’s uit te sluiten.
Verder nemen wij al deel aan consortia en zullen
we uiteraard ook in SIEF’s (Substance Information
Exchange Forum’s) gaan participeren. Helaas werkte
het REACH IT-systeem in het begin van het jaar erg
traag, waardoor pre-SIEF-activiteiten een kleine vertra-
ging opliepen.”
Monitoren belangrijk
Wat zijn daarnaast belangrijke stappen om REACH in
goede banen te leiden? “Vanzelfsprekend zit REACH
inmiddels diep geworteld in onze bedrijfsvoering, dat
kan ook niet anders”, vervolgt Henk-Jan de Jager.
“Momenteel zijn wij bezig om de binnendienst te
informeren over wat ze nu wel en niet verplicht zijn
in de toeleveringsketen te communiceren. Zo worden
enquêtes niet blindelings ingevuld. Daarnaast hebben
wij richtlijnen opgezet om goed te kunnen monitoren
hoe bepaalde producten en daarin verwerkte stoffenvo-
lumes zich gaan ontwikkelen. Overigens geldt dit ook
voor de monitoring van monomeren in polymeren.”
Communicatie neem toe
Naast REACH gelden per 20 januari 2009 in de EU
nieuwe regels voor de indeling, etikettering en ver-
pakking van chemische stoffen: de Regulation on
Classification, Labelling and Packing (CLP). Wat bete-
kent dit voor Aako? “Voor wat betreft de heretikettering
moet er binnen de SIEF’s snel overeenstemming komen
over de classificatie, want zowel het registratiedos-
sier als het chemisch veiligheidsrapport en het etiket
moeten uiteindelijk éénduidig zijn. In ieder geval zal
de communicatie op alle fronten alleen maar gaan
toenemen. Niet alleen de communicatie in de SIEF’s en
consortia wordt intensiever. Ook de communicatie over
geïdentificeerd gebruik, blootstellingsscenario’s en zeer
zorgwekkende stoffen in producten komt op gang. Wat
wij overigens onderbelicht vinden, zijn de risico’s qua
communicatie met externe OR’s. Vooralsnog sturen wij
niet alle gevraagde informatie zomaar toe, want dit zou
uiteindelijk kunnen leiden tot ongewenste situaties.”
Managen SIEF
De REACH-coördinator van Brenntag, Fabrice Delhaise,
vertelt eveneens in het kort hoe dit bedrijf de eerste
ronde heeft afgerond en wat hen bezighoudt. “Brenntag
heeft uiteraard alle stoffen gepreregistreerd die zij zelf
produceert. Qua import hebben wij vooral gekeken wie
als OR is aangesteld en gecheckt of dit allemaal goed
is geregeld. In de meeste gevallen hebben we alsnog
zekerheidshalve zelf de desbetreffende stoffen geprere-
gistreerd. Uiteindelijk hebben we twintig entiteiten en in
totaal duizend stoffen gepreregistreerd.”
Wat hem in deze fase zorgen baart, is de invulling van
de SIEF’s. Onlangs heeft Cefic een procedure ontwikkeld
om de uitwisseling van gegevens over stoffen binnen
een SIEF in goede banen te leiden. Fabrice Delhaise
vervolgt: “Essentieel voor nu is wie een SIEF uiteinde-
lijk gaat formeren, want iemand moet dit gaan doen.
Immers, de eerste deadline is erg krap. Overigens is
die formatie niet het probleem van de chemische dis-
tributie, die taak is weggelegd voor de producenten. De
brief van Cefic is een praktische leidraad, die verstuurd
kan worden aan alle preregistranten die onder hetzelfde
EINICS-nummer hebben gepreregistreerd. Het advies
van Cefic is, dat de SFF (SIEF Formation Facilitator) de
REACH: the next step!Net als voorgaande jaren stond binnen de chemische distributie ook 2008 nadrukkelijk in het teken van de implementatie van de omvangrijke Europese stoffenwetgeving REACH. Vooral het nemen van strategische beslissingen speelde het afgelopen jaar een belangrijke rol bij het wel of niet overgaan tot preregistratie van chemische stoffen. Hoe heeft een aan-tal leden de eerste ronde van REACH ingevuld en wat betekent dit voor de volgende fase?
11
De laatste GHS-workshop gemist? Kijk dan voor alle presentaties op de ledenafdeling van de website van het
VHCP: www.vhcp.nl. Ook alle presentaties van de op 4 maart (in samenwerking met de VNCI) gehouden REACH-
workshop vindt u op deze website.
status van deelnemers inventariseert.” Zie voor deze
procedure www.vhcp.nl op de ledenafdeling onder de
rubriek REACH.
Eerste trein
Verder adviseert Fabrice Delhaise dat het wellicht ver-
standig is - ook al valt een gepreregistreerde stof onder
de 1.000 ton - om nu al de eerste trein te nemen. “Een
ander aspect”, vervolgt de REACH-coördinator, “is dat
producenten identificeren welke gebruiken van toepas-
sing zijn voor bepaalde stoffen. De eerste resultaten
zullen omstreeks eind april bekend zijn. Vervolgens
hebben de ketenpartners slechts tot 1 december 2009
de tijd om ontbrekende gebruiken aan te vullen. Voor
wat betreft het Globally Harmonized System (GHS),
houdt dit in dat al in 2009 volgens de CLP-verordening
moet worden geclassificeerd binnen de SIEF’s.
Echter, deze classificatie hoeft dit jaar nog niet in het
Veiligheidsinformatieblad (VIB) opgenomen te worden.
Dat zal pas in 2010 zijn. Al met al zullen de komende
jaren in het teken staan van veel communicatie, zowel
binnen de keten als binnen de SIEF’s.”
Risico’s uitsluiten
Het VHCP-lid G.C. Rutteman & Co. nam in het kader
van REACH geen enkel risico, en preregistreerde al
zijn producten. Directeur Kees Rutteman legt uit: “Als
distributeur organiseren wij de import, export en dis-
tributie van technisch plantaardige oliën en harsen.
Om te voorkomen dat een bepaald product in de
toekomst wordt uitgesloten, hebben wij ons complete
assortiment gepreregistreerd. Hetgeen overigens veel
tijd heeft gekost, doordat het REACH IT-systeem veel-
vuldig overbelast was. Overigens wel logisch, want
veel bedrijven hebben alle EINICS-stoffen uit voorzorg
gepreregistreerd. Voor ons is het nu de vraag wat we
wel of niet gaan registreren. Vooralsnog wachten we
de komende REACH-workshop van het VHCP af om te
kunnen beoordelen wat verstandig is. In het verleden
hadden wij nogal eens de neiging om in bepaalde zaken
voorop te lopen, maar de complexiteit van REACH
en de onduidelijkheid rond het kostenplaatje van het
registreren van een bepaalde stof maken dat wij een
afwachtende houding aannemen. Ondertussen hebben
wij intern een efficiencyslag kunnen maken in onze
IT-huishouding, zodat we - indien nodig - voor de toe-
komst meer tijd beschikbaar hebben voor REACH.”
Vrijheid behouden
Is een Only Representative (OR) voor uw bedrijf een
optie? “Aansluiting zoeken bij een OR of zelf deze rol op
ons nemen, is voor ons als handelshuis niet echt inte-
ressant en zou ons juist kunnen beperken. We leveren
namelijk vooral in de commoditysfeer, en wij willen de
vrijheid behouden om producten bij voor ons interes-
sante partijen in te kopen. In ieder geval is het ook geen
optie om bij onze producenten te informeren of zij een
bepaalde stof gaan registreren, want in onze markt
hebben we al gauw te maken met een paar honderd
verschillende producenten/leveranciers. Daarnaast is
de verwachting dat voor een bepaalde groep kleine
volumeproducten, die niet in Europa worden gepro-
duceerd, het uiteindelijke prijskaartje voor registratie
bepalend zal zijn in onze keuze om die weg in te gaan.
Kortom, voor nu is het vervolg op REACH nog ongewis,
en wachten we op de komende workshops. Naast de
aldaar aanwezige deskundigheid, is het ook leerzaam
om tijdens zo’n bijeenkomst te constateren dat meer
leden met dezelfde problematiek worstelen, en om met
elkaar te overleggen.”
Uiteraard gaat het VHCP ook dit jaar onvermin-
derd voort met het organiseren van workshops,
al dan niet in samenwerking met de VNCI, om de
leden bij te staan in REACH en GHS. Zo zal de
Klankbordgroepbijeenkomst van 25 juni 2009 gecom-
bineerd worden met een REACH-workshop, met als
onderwerp het Veiligheidsinformatieblad (VIB), en is
er op 25 september wederom een VHCP – VNCI
Stoffendag.
12
“De Nederlandse mededingingsregels stammen primair
uit het EG-verdrag, die sinds 1962 van toepassing zijn
voor de Europese Unie. Nederland was eigenlijk relatief
laat met het doorvoeren van deze regelgeving en kwam
in 1998 met de Mededingingswet, die uiteraard volledig
is georiënteerd op het Europese mededingingsrecht.”
Aan het woord is corporate counsel Frederik Schutte
van Brabers, waar het VHCP secretariaat houdt. Vanuit
zijn dagelijks werk is hij meer dan op de hoogte van de
mededingingsregels, en hij vervolgt: “Het belangrijk-
ste doel van de wet is te voorkomen dat door gedrag
van ondernemers de marktwerking en de concurrentie
worden beperkt. De wetgeving stelt strenge regels aan
kartels, misbruik van economische machtsposities en
concentraties van ondernemingen.”
Waar ligt de grens? Frederik Schutte: “We mogen best
samenwerken, maar het gaat erom dat de concurrentie
niet wordt beperkt. Zeker wanneer er afstemming plaats-
vindt over het te voeren commercieel beleid, dan is het
mededingingsrecht onverbiddelijk. Zo zijn bijvoorbeeld
de zogenaamde horizontale afspraken, dit zijn afspra-
ken tussen ondernemingen die werkzaam zijn op het-
zelfde niveau of dezelfde niveaus in een bepaalde markt,
waarbij doelbewust het prijsbeleid wordt afgestemd, de
klassieke kartels, keihard verboden.”
Wat mag wel?
De NMa staat overigens wel positief tegenover samen-
werkingsverbanden waarin ondernemers proberen
efficiënter en veiliger te werken, meer te innoveren
en beter te concurreren. Vandaar dat ook een bran-
cheorganisatie, zoals het VHCP, daaraan een nuttige
bijdrage kan leveren. Aanbevelingen op het gebied van
prijzen en tarieven zijn vanzelfsprekend verboden. De
mededingingsdeskundige vult aan: “Neem bijvoorbeeld
het Responsible Care-programma. De verplichtingen
die hier vanuit het VHCP aan de leden zijn opgelegd,
worden juist gezien als een positieve impuls voor meer
veiligheid en kwaliteitsbewaking in de sector. Deze vorm
van samenwerking ziet de NMa dan ook niet als concur-
rentiebeperkend.”
Kwalitatieve criteria
Vanuit het mededingingsrecht valt het Responsible
Care-programma dan ook onder de zogenaamde
erkenningsregelingen. Hierin worden de activiteiten van
ondernemingen getoetst aan een aantal kwalitatieve cri-
teria. Een ondernemer die zich in dit geval conformeert
aan het Responsible Care-programma en de verplichte
audit laat uitvoeren, mag het logo van Responsible Care
voeren, waarmee wordt aangetoond dat zijn bedrijf han-
delt conform dit erkende Europese programma op het
gebied van veiligheid, milieu en gezondheid. “Essentieel
is uiteraard wel dat iedereen die aan de kwaliteitsei-
sen voldoet, kan deelnemen aan het programma”,
Mededinging is veelvuldig in het nieuws, en zowel de Europese Commissie als de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) houden scherp toezicht op wat voor commer-ciële afspraken er in ondernemingsland worden gemaakt. De boetes van Eurocommissaris Nelie Kroes voor bedrijven die het niet zo nauw nemen met de mededingingsregels, zijn meer dan fors. Maar ook de NMa is als toezichthouder in Nederland onverbiddelijk wan-neer de mededingingsregels aan de spreekwoordelijke laars worden gelapt. Waar heeft u als ondernemer in grote lijnen mee te maken? Wat mag bijvoorbeeld wel en wat is verboden?
Mededinging uitgelicht
‘Respecteer de spelregels’
13
benadrukt Frederik Schutte de geldende spelregels.
“Overigens ook gedragscodes of –regels kunnen, mits
zij objectief, transparant en niet-discriminerend worden
toegepast, vallen buiten het kartelverbod. Bovendien sti-
muleren bepaalde gedragsregels zelfregulering en kun-
nen ze de kwaliteit binnen een branche verhogen. Denk
bijvoorbeeld aan de Guiding Principles voor de export
van chemische grondstoffen voor zowel gevoelige pro-
ducten als humane geneesmiddelen van het VHCP.”
Eigen prijsbeleid
Frederik Schutte gaat vervolgens in op verticale overeen-
komsten, dit zijn afspraken tussen ondernemingen die
werkzaam zijn op verschillende niveaus in een keten.
“Hiervoor geldt dat indirecte en directe prijsbinding
eveneens verboden is, maar een leverancier mag wel
aangeven wat de advies- of maximumprijs is van een
bepaald product. Overigens moet daarbij de afnemer
altijd in de gelegenheid worden gesteld om zijn eigen
prijsbeleid te kunnen voeren. Verder mag een toeleve-
rancier onder bepaalde voorwaarden kiezen voor exclu-
sieve distributie. Echter, de periode dat een distributeur
die positie mag innemen, duurt zeker niet langer dan
vijf jaar, want dat is in de ogen van de NMa al heel lang.
Daarnaast geldt een kortere periode voor exclusieve
distributie wanneer een toeleverancier meer dan dertig
procent marktaandeel heeft.”
Verder wijst hij op de verantwoordelijkheid die een
grote speler in een bepaalde markt heeft. “Wanneer een
bedrijf op een bepaald niveau opereert en een marktaan-
deel van vijftig procent of meer heeft, moet zo’n bedrijf
zich wel heel zorgvuldig gedragen. Normaal gesproken
geldt het vrije contractenrecht. Dit betekent simpelweg:
geen overeenkomst, dan is men niet verplicht te leveren.
Echter, bij een bepaalde marktpositie dient men uit te
gaan van het principe ‘gelijke monniken, gelijke kappen’
en is men verplicht te leveren”, aldus Frederik Schutte.
Veiligheid en mededinging
Vooral op productieniveau is iedereen bekend met de
miljoenen aan boetes die voor concurrentiebeperkende
afspraken zijn opgelegd. Wanneer we nu kijken naar het
ook door de voorzitter aangestipte onderzoek van de
NMa bij chemische bedrijven die handelen in zwem-
badchemicaliën, hoe ziet Frederik Schutte deze gang
van zaken? “Hier speelt mee dat in die sector de veilig-
heid een enorm belangrijke rol speelt. Ongebreidelde
concurrentie kan dan ten koste gaan van de gewenste
veiligheid. Immers, bij een zwembad gaat het om
chloorhoudende producten met alle risico’s van dien.
Wanneer een bedrijf een installatie levert, is het uit
veiligheidsoogpunt van belang dat via dit bedrijf ook de
toebehorende middelen worden verstrekt. Kortom, hier
is exclusieve aflevering op eindgebruiker uit het oogpunt
van veiligheid noodzakelijk. Overigens ziet de NMa
deze gang van zaken als een gezond standpunt, maar
de vraag is natuurlijk of van de noodzaak om de veilig-
heid te kunnen garanderen, geen misbruik is gemaakt
ten koste van de concurrentie.”
‘Nimmer faciliteren’
Welke rol vervult het VHCP vanuit het licht van het
mededingingsrecht? “Vanuit het VHCP gezien, zijn wij
bij Brabers altijd beducht voor het feit dat we concur-
renten bij elkaar hebben. Namens het VHCP treden
wij dan ook op als compliance officer om er op toe te
zien dat er tussen de leden onderling geen verboden
afspraken worden gemaakt. Uiteraard ligt de verant-
woording altijd bij iedere ondernemer zelf. Wat wij
doen, is voorlichting geven over wat bijvoorbeeld in een
distributieovereenkomst wel of niet is toegestaan.” Op
de algemene ledenvergadering van 16 maart zal Frederik
Schutte uitgebreider ingaan op het mededingingsrecht
en is er gelegenheid tot het stellen van vragen. En zoals
de voorzitter van het VHCP in zijn nieuwjaarsspeech al
aangaf: “Het bestuur hecht eraan te herbevestigen, dat
het VHCP nimmer overtreding van mededingingsregels
onder zijn paraplu zal faciliteren, en roept alle leden op
de gegeven spelregels te respecteren.”
Vanzelfsprekend is het van belang dat tijdens bijeen-
komsten van een brancheorganisatie volgens het mede-
dingingsrecht wordt gehandeld. Onlangs heeft FECC
op www.fecc.org, onder de rubriek ‘about FECC’, bij
het ‘FECC Governance and Compliance Program’ een
checklist opgenomen met ‘do’s en don’ts’ in het kader
van mededinging binnen door FECC georganiseerde
bijeenkomsten. Ook het VHCP zal binnenkort de richt-
lijnen daarvoor op zijn website plaatsen.
Meer informatie?
Op de website van de NMa vindt u meer informa-
tie om als ondernemer te kunnen beoordelen of
uw handelwijze verenigbaar is met het mededin-
gingsrecht. Zie daarvoor de brochure Richtsnoeren
samenwerking ondernemingen, inclusief leeswij-
zer, op www.nmanet.nl onder de rubriek brochures.
Hierin baseert de NMa zich op geldende wetge-
ving, rechterlijke uitspraken en toepassingspraktijk
van de Europese Commissie. U kunt deze infor-
matie ook opvragen via e-mail [email protected] of
tel. 0800-02318 85.
14
Allereerst wijst Harry van Baarlen op het belang van
het bijwonen van de Klankbordgroepbijeenkomsten:
“Realiseer u dat Responsible Care niet vrijblijvend is.
Ieder VHCP-lid wordt geacht aan minimaal twee van
de drie bijeenkomsten actief deel te nemen, want dat
is één van de verplichtingen die men aangaat wan-
neer men zich committeert aan de Responsible Care-
doelstellingen, temeer omdat iedereen die lid is van
het VHCP, daarvoor de verklaring heeft ondertekend.
Bovendien hoe je het ook wendt of keert, de regels
worden steeds gecompliceerder en er komen steeds
meer regels op ons af. Zeker in deze tijd is het in ieders
belang om de gratis expertise, die beschikbaar is tijdens
deze bijeenkomsten, ook te benutten.”
Meer REACH
Deze oproep doet hij naar aanleiding van de opkomst in
2008, die helaas minder was dan in voorgaande jaren.
“Een logische verklaring daarvoor is zeker voor vele
leden gerelateerd aan alle zorg en tijd die nodig waren
en zijn om REACH in goede banen te kunnen leiden. De
workshops in het kader van de nieuwe Europese stoffen-
wetgeving konden dan ook wel rekenen op een excessie-
ve belangstelling”, geeft hij mee, in de wetenschap dat
tijd kostbaar is. Overigens, om die reden zal het VHCP
dit jaar een Klankbordgroepbijeenkomst combineren
met het REACH-dossier, want dit heeft uiteraard ook
alles met veiligheid en milieu te maken. Onderwerpen
die het afgelopen jaar onder meer de revue pas-
seerden, waren het verpakkingendossier, handhaving
en Product Stewardship. Voor wat betreft de nieuwe
Verpakkingenbelasting geeft Harry van Baarlen aan:
“Gelukkig heeft dit voor onze branche ten aanzien van
de administratie rondom deze nieuwe belasting niet de
Anno 2009 is het noodzakelijk om de koers ten aanzien van Responsible Care nog beter op de kaart te zetten. In de eerste plaats spelen de toenemende regelgeving en verdere intensi-vering van bestaande regels, zowel vanuit de Nederlandse overheid als Brussel, mee in het robuuster maken van het beleid. Daarnaast stelt ook de chemische industrie steeds hogere eisen aan de sector op het gebied van veiligheid, milieu en gezondheid. De voorzitter van de Werkgroep Responsible Care, Harry van Baarlen, over de verplichtingen en de noodzaak tot verdere professionalisering.
Groen licht: versterking Responsible Care
verwachte complexiteit gebracht, en valt het dus relatief
mee. Wat jammer blijft, is dat de geïnde belasting door
de overheid niet wordt ingezet om samen met het totale
bedrijfsleven in Nederland meer innovatie op dit gebied
mogelijk te maken en daarmee uiteindelijk de afvalberg
te verkleinen.”
Robuuster beleid
In 2008 werd al aangekondigd dat het beleid voor
Responsible Care robuuster zou worden gemaakt, waar-
door de zorg voor milieu, veiligheid en gezondheid nog
beter kan worden verankerd in de chemische distributie.
Inmiddels is door het bestuur van het VHCP het groene
licht gegeven om hieraan invulling te geven. Harry van
Baarlen geeft uitleg over deze verdere professionalise-
ring: “Weliswaar hebben we samen een mooie prestatie
neergezet met de verplichte externe audit, die door
iedereen die daartoe verplicht was, is afgerond. Echter,
de industrie stelt steeds meer eisen op het gebied van
Responsible Care. De huidige Zelfanalyse Checklist
zal op korte termijn niet meer worden geaccepteerd
als middel om de verbeteringen te kunnen toetsen.
Weliswaar blijven voor bedrijven die over installaties
beschikken, bij een externe audit de uitgangspunten
van ESAD II leidend. Voor bedrijven die niet binnen die
categorie vallen, is het nodig om de audit te integreren
in al bestaande ISO-programma’s. Veel bedrijven zijn
immers al ISO-genormeerd, en wij willen een program-
ma maken om de externe audit voor Responsible Care
te koppelen aan ISO-gerelateerde audits. Het eerste
voorstel zal tijdens de Responsible Care-dag worden
gepresenteerd. De planning is dat bij de eerstvolgende
externe audit (2009-2010) met de nieuwe ISO-methode
gewerkt zal gaan worden. Overigens wordt aan het
15
Responsible Care-beleid ook een stevige impuls gege-
ven door het bestaande partnership met de VNCI op
korte termijn te vernieuwen.”
Dag voor Responsible Care
Om gezamenlijk onder andere te brainstormen over
het nieuwe beleid en het geheugen even op te fris-
sen, organiseert het VHCP op 7 april een Responsible
Care-dag. Ook komen alle acht uitgangspunten van het
programma nog eens uitgebreid aan de orde, en wat
er zoal is gerealiseerd. Daarnaast staat een presentatie
van de VNCI gepland over de vernieuwde Global Charter
Responsible Care, waarmee wereldwijd aandacht wordt
gevraagd voor het programma. In ieder geval zullen
zaken als duurzaamheid, product stewardship, trans-
parantie en harmonisatie ook binnen dit handvest nog
meer aandacht gaan krijgen.
Aanzet convenant
Op het gebied van risicocommunicatie in de keten is de
Klankbordgroep zelfgemaakte explosieven, alsmede de
projectgroep Waterstofperoxide, gevraagd een werkbaar
convenant op te stellen. Deze actie vloeit voort uit de
presentatie die in september 2007 werd gegeven door
het Ministerie van VROM en de Nationaal Coördinator
Terrorismebestrijding (NCTb), en het verzoek van
VROM om als branche pro-actief te willen bijdragen
aan het uitsluiten van bepaalde risico’s van explosieve
precursoren. Vanzelfsprekend wordt u hierover te zijner
tijd uitvoerig geïnformeerd.
Kengetallen en verbeterpunten
Tot slot wil de voorzitter van de Werkgroep Responsible
Care deze gelegenheid gebruiken om nogmaals het
belang van de kengetallen te benadrukken: “Voor ons
als branchevereniging is het noodzakelijk dat we aan-
tonen hoe de sector zich verhoudt tot zaken als werk-
gelegenheid, omzet en veiligheid. Juist in dit licht
is het essentieel dat meer leden de gegevens (op
tijd) aanleveren, zodat het VHCP een en ander kan
gebruiken in overleg met bijvoorbeeld de overheid. In
de laatste enquête voor 2007 is ook gevraagd om de
verbeterpunten die naar voren zijn gekomen tijdens de
eerste verplichte audits ten aanzien van het Responsible
Care-beleid. Hiermee kan de werkgroep aan de slag
om te analyseren waar bijvoorbeeld knelpunten liggen,
en daar in de toekomst op inspelen tijdens de diverse
Klankbordgroepbijeenkomsten. Wanneer ieder VHCP-
lid daadwerkelijk met cijfers en resultaten komt, maken
we nog meer duidelijk hoe de chemische distributie in
Nederland bijdraagt aan eerdergenoemde aspecten. En
ik kan blijkbaar niet genoeg herhalen dat al die informa-
tie nodig is om onze branche goed op de kaart te zetten
en te houden!”
Kortom, verdere intensivering van het beleid en het uit-
dragen van Responsible Care vragen van ieder VHCP-lid
tijd. Ook al is die tijd kostbaar. Immers, maatschappelijk
verantwoord ondernemen - investeren in veiligheid,
gezondheid en milieu - is niet iets wat even tussen de
bedrijven door kan gebeuren. En bovenal in het belang
van iedereen.
16
“Inmiddels ben ik - na achtendertig jaar werkzaam te zijn
geweest in de chemische industrie - gepensioneerd en
geef ik mijn tijd aan bepaalde zaken, omdat ik Nederland
een prachtig land vind. Chemie is bovendien een indruk-
wekkend onderzoeksgebied, maar heeft helaas een slecht
imago. En dan gaan er vanuit mijn passie voor het vak
duidelijk belletjes rinkelen. Mijn zorg voor dit onterecht
slechte imago wil ik onder meer binnen de regiegroep
proberen om te zetten naar wat de branche toekomt”,
motiveert Rein Willems zijn inspanningen.
Wat zijn de ambities van de regiegroep? “Het geheel van
ons businessplan bestaat uit twee ambitieuze doelstel-
lingen, te weten: de verdubbeling van de bijdrage van
chemie aan het bruto binnenlands product binnen tien
jaar en een halvering van gebruik van fossiele brand-
stoffen binnen vijfentwintig jaar. Vooral het tweede zal
inhouden dat er veel meer met biomassa gewerkt zal
gaan worden. In het verlengde van deze doelen speelt
het uitbouwen van technologische competenties op het
gebied van industriële biotechnologie, katalyse, mate-
rialen en procestechnologie om wereldwijd te kunnen
blijven presteren.”
Inzet regiegroep
“Zonder chemie geen vooruitgang”, is een vaak geciteer-
de uitspraak van Rein Willems. Wat doet de regiegroep
concreet om de chemische sector te versterken? “We
hebben vier actielijnen vastgesteld, zoals de publiek-
private samenwerking met bijvoorbeeld scholen en voor-
stellen opgesteld voor onder meer het onderzoeks-
programma scheidingstechnologie en het Polymeren
Innovatie Programma (PIP). Deze innovatieprogramma’s
zijn onlangs volledig goedgekeurd. Verder proberen we
actief Centra voor Open Chemische Innovatie, de zoge-
naamde COCI’s, op te richten. Hier kunnen bijvoorbeeld
startende bedrijven hun creativiteit en kennis inzetten
voor de chemie. Daarnaast nemen we ondersteunende
maatregelen, zoals op het gebied van onderwijs. Twee
jaar geleden constateerden wij als regiegroep dat er tien
chemieopleidingen voor 530 eerstejaarsstudenten waren.
Wij vonden dit overdreven, en hebben voorgesteld de
opleidingen terug te brengen en daarbij tevens meer
focus te bieden. Tegelijkertijd proberen we bedrijven en
universiteiten meer te betrekken bij het geheel. Inmiddels
werken we aan het terugbrengen van de tien opleidingen
naar acht en het opvoeren van het aantal eerstejaars van
540 naar 700. Ook hiermee werkt de regiegroep aan een
van haar actielijnen, namelijk de versterking van de ken-
nisinfrastructuur.”
Jonge mensen
“Verder hebben we de Human Capital Chemie (HCC)
In de vorige uitgave werd het imagotraject ‘Chemie is overal’ uitvoerig belicht. Deze ondersteunende maatregel draagt bij aan de ambitieuze doelstellingen van de Regiegroep Chemie, die zich focust op bedrijvigheid en innovatie in de sector. Hiermee geeft zij invul-ling aan een van de zes sleutelgebieden van het Innovatieplatform. De voorzitter van de regiegroep, Rein Willems, steekt als bèta-ambassadeur zijn gevoelens voor de chemie niet onder stoelen of banken
Chemie is een indrukwekkend onderzoeksgebied
17
agenda, hierin speelt een aantal zaken mee, zoals ook
het imagotraject. Dit traject kan de sector meer op de
kaart zetten voor jonge mensen die zich oriënteren voor
een opleiding. Wanneer we namelijk kijken naar de mens-
kracht die in de chemie nodig is, dan is er binnen vijftien
jaar over de hele breedte een enorme terugval, die met
name wordt veroorzaakt door de vergrijzing. Hierdoor
worden grote tekorten verwacht. Vandaar dat de actielijn
HCC over de hele linie een belangrijke rol speelt, want
mensen blijven nodig om het werk te kunnen doen en
ideeën te ontwikkelen.”
Recentelijk zijn alle zes sleutelgebieden, in opdracht van
het Innovatieplatform en het Ministerie van Economische
Zaken, geanalyseerd door een commissie onder leiding
van Ad Scheepbouwer (voorzitter KPN). Wat was het
resultaat? “Uit deze voortgangsrapportage blijkt dat het
sleutelgebied Chemie zichzelf het sterkst heeft georgani-
seerd. Hierop zijn we best een beetje trots. Een beetje,
want we hebben nog veel te doen.”
Versterking imago
Kijkend naar het imagotraject, wat is de stand van zaken?
“Deze ondersteunende maatregel gaat nu de tweede fase
in. De eerste fase was meer naar binnen gericht, maar
nu is het moment dat we naar buiten effectief campagne
gaan voeren, zoals ondersteuning bieden richting mid-
delbare scholen. Uiteindelijk is ons doel om duidelijk te
maken dat de chemie een ondersteunende wetenschap
is, die een concrete bijdrage levert aan zaken als klimaat-
problemen. Die bovenal daarin actief meedenkt en oplos-
singen biedt. Denk aan de terugdringing van fossiele
brandstoffen en schoon drinkwater, want ook daarvoor
is chemie nodig. Bovendien staat Nederland wereldwijd
zeer goed bekend om zijn wetenschappelijk onderzoek.
Van de honderd topwetenschappers die er wereldwijd
zijn, komen er tien uit Nederland, en dat is veel voor zo’n
klein landje. Het zou dan ook te gek zijn als we met die
kennis en de rol die chemie heeft, niet nog meer kunnen
betekenen.”
Zorg om veiligheid
Hoe ziet Rein Willems de chemische distributie in dit
geheel? “Hiervoor verwacht ik niet zoveel baanbrekende
veranderingen. Uiteraard zullen er nieuwe producten
komen, waarop de handelssector zal gaan inspelen.
Daarnaast blijft natuurlijk de zorg voor veiligheid bestaan,
want de eisen daaraan worden steeds strenger. Verder zal
de handel steeds Europeser en globaler worden, maar
daar wordt al goed op ingespeeld. En in het licht van het
imago zal zeker ook het Responsible Care-programma
een belangrijke betekenis blijven hebben.”
Prachtige bagage
Tot slot, wat verwacht voorzitter Willems over tien jaar?
“Wanneer iedereen zijn steentje bijdraagt aan alle plan-
nen, dan zie ik onder meer bloeiende universitaire oplei-
dingen, en meer aandacht voor beroepsopleidingen, met
name op mbo-niveau, en dat er meer studenten voor
bèta zullen kiezen. Juist die richting biedt een gedegen
grondslag om je als individu te ontwikkelen. Niet alleen
aan de productietechnische kant, maar ook wanneer
men op termijn kiest voor een leidinggevende functie,
dan biedt deze richting een uitstekende basis. Immers,
alfa- en gammakennis kan iemand zich altijd nog eigen
maken, maar andersom spijker je een gemiste bètaoplei-
ding nooit meer bij. En ik hoop dat in tegenstelling tot
de keuze die mijn kinderen gemaakt hebben, mijn klein-
kinderen wel zullen kiezen voor zo’n studie, zodat ze een
prachtige bagage meekrijgen voor de toekomst.”
www.chemieisoveral.nl en postercampagneMedio maart wordt de website ‘Chemie is overal’ naar ver-
wachting gelanceerd. Deze site geeft niet alleen de mensen die
werkzaam zijn in de chemie, de benodigde informatie over het
imagotraject en de HCC. Het zal een site zijn die de verrassende
kant van chemie laat zien. Die de innovaties van de sector, de
campagne en het laatste nieuws over het voetlicht brengt. Een
interessante, kleurrijke verzamelplaats van verhalen, belang-
rijke informatie en leuke weetjes. Een site die doorverwijst waar
gewenst, een archieffunctie heeft en in de toekomst hopelijk ook
een interactieve rol vervult. Ook de postercampagne gaat van
start met als leus: Chemie is overal. Chemie is lust.
18
Januari: Tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst hief Piet
van der Slikke, voor de eerste maal, het glas op een
voorspoedig 2008. Een spannend jaar, vanwege de
preregistratie van stoffen in het kader van REACH.
Ook sprak hij uit dat de sector zijn professionaliteit als
dienstverleners moest verbeteren. Na afloop van de
tafelrede werd aan de aanwezigen het handzame VHCP
REACH Kompas uitgereikt. Een goede opmaat voor een
bewogen ‘REACH’-jaar.
Februari: Het VHCP was druk met de aankomende
CLP-verordening (GHS), Explosieven Precursoren,
implementatie REACH, Vernieuwing Toezicht en de
Verpakkingenbelasting. Tevens kwam het bestuur voor
het eerst in 2008 bijeen. Tijdens de vergadering werd
nogmaals bevestigd dat REACH voor de komende jaren
een hot topic zal zijn.
Maart: Een gebruikelijk drukke maand voor het VHCP.
Allereerst was er een drukbezochte REACH-workshop,
waarin alle facetten van de preregistratie volgens de op
dat moment best beschikbare kennis werden behandeld.
Voorafgaand aan deze workshop, was er ook een goed
bezochte Klankbordgroepbijeenkomst Responsible Care.
Centraal stonden Risicocommunicatie en Explosieven
Precursoren. Beide presentaties van het Ministeries van
VROM en dat van Binnenlandse Zaken onderstreepten
nogmaals het belang van een goed contact tussen het
bedrijfsleven en de overheid. Halverwege maart was het
tijd voor de algemene ledenvergadering, waarin maar
liefst drie bestuursleden aftraden, namelijk Harry van
Het VHCP-jaar van maand tot maandEen overzicht van de vele activiteiten en inspanningen namens het VHCP in 2008.
Baarlen, Rob Koebrugge en Chris Slot. Carl Blomme,
Henk Kwakman en Harry van Zuuk namen de lege
plaatsen in. De vergadering werd afgesloten door een
bevlogen en humorvolle bijdrage van professor Herman
Pleij, die de Nederlandse handelsgeest vakkundig onder
de loep nam. Ook de Commissie Milieu & Veiligheid
kwam samen om te spreken over samenwerking met
BGZ, brandblusinstallaties en de nieuwe opzet voor
arbeidsinspecties in de chemische sector.
April: Ook dit jaar organiseerde het VHCP samen met
de VNCI een Stoffendag. Ditmaal in de Jaarbeurs in
Utrecht. De grote opkomst en vakkundige presentaties
maakten het tot een geslaagde dag. Het VHCP nam ook
deel aan een rapport over de toezichtlast binnen de che-
mische distributie. De grootste bezwaren blijken voor-
namelijk te liggen in de beperkte deskundigheid van de
inspecteurs en de trage rapportage. Tijdens het Social
Event, dat feestelijk werd afgesloten in het Parkhotel,
gingen VHCP- en JIDC-leden op ‘chemische’ speurtocht
door hartje Rotterdam.
Mei: Een drukke maand in Brussel met een aantal ver-
gaderingen bij het FECC. Tevens werd de VHCP-website
uitgebreid. Ook kwam de werkgroep Hygiënecode bij
elkaar om toch tot een gezamenlijke code voor de leve-
ring van levensmiddelenadditieven te komen namens
het VHCP.
19
Juni: Een bestuursvergadering, het FECC-congres in
Budapest – waar Piet van der Slikke na zes jaar
afscheid nam van het FECC-bestuur –, een vergade-
ring van de Commissie Milieu & Veiligheid en een
Klankbordgroepbijeenkomst Responsible Care stonden
allemaal op het menu. En dat alles naast enkele glansrij-
ke wedstrijden van het Nederlands elftal tijdens het EK
voetbal. Bovenal stond juni in het teken van de start van
de preregistratie van stoffen voor REACH. Een moment
waar de sector met enige argwaan naar heeft gekeken.
Juli: In deze ‘Tour de France-maand’ werd met de VNCI
gesproken over de verlenging van de Responsible Care-
samenwerkingsovereenkomst. Het VHCP gebruikte
deze maand tevens om de workshops van september
voor te bereiden.
Augustus: De leden ontvingen deze maand twee enquê-
tes, namelijk Kengetallen 2007 en Toezichtlast. De
laatste enquête bevestigde het beeld dat de leden van
het VHCP veel hinder ondervinden van ondeskundige
ambtenaren (voornamelijk van de lagere overheden).
De uitkomst is voorgelegd aan de VROM-inspectie.
September: In Gouda werd onder grote belangstel-
ling een REACH-workshop over polymeren gehouden.
Hoewel de preregistratiefase al enkele maanden in wer-
king was, kwamen er weer vele vragen en onduidelijk-
heden rond het REACH-proces boven tafel. Met name
de vraag over dubbele preregistratie van monomeren
en polymeren beheerste vanaf dit moment menig
persoon. De Responsible Care-coördinatoren kwamen
bijeen om de eerste palen te slaan onder een vernieuwd
en robuust Responsible Care-beleid. In Amerika viel
Lehmann Brothers Bank om. Het begin van een finan-
ciële en economische crisis, die ook wereldwijd haar
uitwerking kreeg op de chemische distributie.
Oktober: Wederom een speciale REACH-workshop, met
veel belangstelling voor het onderwerp ketencommuni-
catie. Aan de aanwezige ambtenaren van VROM werden
vele vragen gesteld. Ook bleek dat het ECHA nog niet op
alles een antwoord had. Dit werd bevestigd tijdens een
stakeholdersbijeenkomst later die maand in Helsinki.
Ook vond na afloop van de bestuursvergadering de
jaarlijkse lunchbijeenkomst plaats. Aangezien het jaar
ook in het teken stond van handhaving en inspecties,
kwam mevrouw Beuting van de VROM-inspectie het
toezichtbeleid uit de doeken doen. Tot grote verbazing
riep zij op om zoveel mogelijk via de rechter tegen de
beleidsplannen van de overheid te strijden.
November: In Brussel was het najaarscongres van
FECC, en in eigen land vergaderde de Commissie
Milieu & Veiligheid. De met veel bombarie aangekon-
digde Verpakkingenbelasting bleek na vele bezwaren,
ook vanuit het VHCP, door de regering op zijn kop te
worden gezet. Het hoofdpijndossier veranderde plots
in een wetgeving die voor de chemische distributie
minder implicaties met zich zou meebrengen. Een en
ander werd met grote instemming gepresenteerd aan
de aanwezigen tijdens de Klankbordgroepbijeenkomst
deze maand.
December: Het einde van de preregistratieperiode
bracht met zich mee dat meer dan twee miljoen prere-
gistraties door 64.000 bedrijven zijn uitgevoerd. Verder
diende zich het probleem van de CLP-verordening aan,
dat ook al opdoemde tijdens een GHS-workshop in
samenwerking met de VNCI. Los van deze problematiek
bleek met een vraaguitval van meer dan twintig procent
in de chemische sector de mondiale crisis hard om
zich heen te slaan. Het jaar 2008 wordt na aanvankelijk
voorspoedig te zijn verlopen, toch met enig gevoel van
onmacht afgesloten.
20
Sinds kort zijn de gelederen van het VHCP versterkt met Trust Chem Europe BV. Het bedrijf is onderdeel van de Trust Chem Group in China, de belangrijkste Chinese pro-ducent van organische pigmenten met drie productielocaties en een centrale R&D. Director Robert Paul Wielinga en technical director Henk Loonstra runnen gezamenlijk het verkoopkantoor voor Europa vanuit Deventer. Beide heren zijn niet alleen zeer tevreden met de keuze van Trust Chem voor Nederland, maar ook met de kennis die bij het VHCP aanwezig is over onderwerpen als REACH.
Azië dichterbij
In China werken ruim 1.100 medewerkers op de verschil-
lende plants van de Trust Chem Group, die – volgens de
directie in Nederland - voldoen aan de hoogste westerse
milieueisen. In Hanghzhou zit daarnaast het hoofdkan-
toor met het goed geoutilleerde laboratorium (grootste in
China), dat volledig ISO-gecertificeerd is. Deze maand is
de vestiging in de Verenigde Staten geopend en sinds 2005
is er een eigen vestiging in Australië. Andere locaties zijn in
voorbereiding. Waarom Nederland? Henk Loonstra:“Om
de markt in Europa nog beter te bedienen, werd augustus
vorig jaar gestart met een Europese vestiging. Hiermee
kunnen we de Europese markt, waarin Duitsland een
belangrijke markt is, voorzien van onze grondstoffen, die
onder andere worden toegepast in de verf-, drukwerk- en
plasticindustrie.”
Over de keuze qua locatie vult Robert Paul Wielinga aan:
“Voor ons kon de vestiging niet oostelijk genoeg zijn, want
direct over de grens met Duitsland zitten voor ons de gro-
tere spelers in deze branche. Daarnaast hebben we recent
tezamen met onze transporteur een magazijn van 10.000
m2 in Rotterdam in gebruik genomen, zodat we ook dis-
tributiehoeveelheden efficiënt kunnen leveren. Hoewel we
in Nederland nauwelijks commercieel actief zijn, hebben
we toch voor deze locatie gekozen, onder andere vanwege
logistieke en fiscale voordelen die Nederland voor een bui-
tenlandse producent kent. Nederland heeft binnen Europa
hierin een unieke positie.”
Impact REACH
Bij de keuze om lokaal aanwezig te zijn, speelt voor
Trust Chem de Europese stoffenwetgeving REACH een
belangrijke rol. Henk Loonstra: “Inmiddels hebben we
alle REACH-producten gepreregistreerd en gaan we
vervolgens ook de registratiefase in. Hierdoor is het
noodzakelijk om in Europa aanwezig te zijn, want wij zul-
len deel moeten nemen in de diverse SIEF’s (Substance
Information Exchange Forum’s). Daarnaast biedt deze
strategische keuze voor een Europees kantoor ons voor
de toekomst nog meer mogelijkheden tot groei. Het is
de algemene verwachting dat er in onze industrie een
enorme shake-out gaat plaatsvinden vanwege de kosten
die REACH met zich meebrengt.”
Formeel nieuw
“Met een commerciële start van Trust Chem in 1996 is
de afgelopen jaren een mooie positie opgebouwd, die nu
volledig via Trust Chem Europe BV wordt gefactureerd”,
vervolgt Robert Paul Wielinga de kennismaking. “Voor
2009 zien en ervaren wij nog steeds groei, vooral dankzij
nieuwe projecten. Uiteraard hebben ook wij bij bestaande
klanten te maken met afvlakking in de afname van
(bestaande) producten ten gevolge van de wereldwijde
kredietcrisis, maar gelijktijdig zien we juist multinationals
voor grondstoffen de overstap maken van Europese naar
Aziatische producten.”
Henk Loonstra en Robert Paul Wielinga
21
Goed gezelschap
Hoe ervaart u tot nu toe het lidmaatschap van het VHCP?
“In de verantwoordelijkheid voor Europese distributie
voor een producent uit Azië zijn wij binnen het VHCP
in goed gezelschap”, bevestigen beide heren. Robert
Paul Wielinga vervolgt: “Overigens zijn wij volgens mij
het eerste Chinese lid van het VHCP. Voor ons is verder
belangrijk dat het VHCP zoveel kennis in huis heeft over
met name REACH. Weliswaar zijn we verbonden aan
een grote producent, maar toch zijn we in Nederland
een kleine organisatie zonder eigen fulltime-REACH-
specialisten.”
Daarnaast spelen voor hen ook zaken als het
Verpakkingenconvenant een belangrijke rol bij de bedrijfs-
activiteiten. Voor de verplichtingen die voortvloeien uit
het Globally Harmonized System (GHS), is dit wat
minder relevant. Immers, GHS staat wereldwijd op de
agenda en het moederbedrijf heeft dit al vakkundig onder
zijn hoede genomen, is de verklaring van het directieteam
in Deventer.
Milieu en veiligheid
Aan welke andere zaken hecht Trust Chem veel waarde?
Robert Paul Wielinga: “Wij vinden het essentieel dat het
VHCP een actieve rol richting Brussel vervult. Hetgeen
het VHCP in samenwerking met de VNCI ook waarmaakt.
Ook het Responsible Care-programma dragen wij een
warm hart toe. Vandaar dat we zowel de beleidsverklaring
als het Milieuconvenant hebben ondertekend. Binnenkort
zullen ook wij een vrijwillige audit voor Responsible Care
laten uitvoeren in Nederland. Mede gezien de hoge
eisen die ons moederbedrijf stelt aan milieu en veilig-
heid, tonen wij hiermee aan waar we naartoe willen en
waarvoor we ons willen inzetten. Voor dit moment zijn
we vooral bezig onze Europese verkooporganisatie op te
bouwen. De contacten binnen het VHCP zijn voor ons
hierin absoluut nuttig.”
Trust Chem ervaart nu al de meerwaarde van het VHCP,
is de conclusie van beide heren. Robert Paul Wielinga:
“Inderdaad, zo hebben wij samen met onder andere ons
moederbedrijf al een aantal cases voorgelegd die van
belang zijn voor de implementatie van REACH. Via het
VHCP-secretariaat hebben we daarop adequaat en vak-
kundig antwoord gekregen.” Meer informatie over deze
nieuwkomer? Kijk op: www.trustchem.eu.
FECC, die dit jaar 55 jaar bestaat, organiseert weder-
om haar jaarlijkse congres. Dit keer is Helsinki de
plek waar u zich kunt laten inspireren door tal van
FECC Congres – Helsinki 2009
‘REACH-ing excellence in the supply chain’
interessante sprekers. Zij brengen onder meer de vol-
gende onderwerpen in beeld:
• How is the European Chemical Industry dealing with
the global slowdown and other challenges?
• How is the supply chain working together on
REACH?
• The main challenges for ECHA
• Legal, financial and operational issues that will impact
your business in the coming years
• Business opportunities in distribution: new products,
new geographies
En wie jarig is, trakteert. Kijk voor de aantrekkelijke deel-
nametarieven en meer informatie op www.fecc.org.
22
Novolyte kiest voor BarentzMet ingang van 1 februari 2009 is Novolyte Technologies
voor heel Europa een distributieovereenkomst aange-
gaan met grondstoffenleverancier Barentz Europe BV in
Hoofddorp. Novolyte heeft tevens Barentz als zijn belang-
rijkste distributeur voor de Benelux aangewezen.
Exclusieve distributie NederlandPer 1 april 2009 heeft Ashland Aqualon Functional
Ingredients, een divisie van Ashland, Barentz BV aange-
wezen als hun exclusieve distributeur van op cellulose
gebaseerde hydrocolloïden van Aqualon voor de levens-
middelenindustrie in Nederland.
FECC NieuwsFECC uit in een persbericht van februari 2009 haar tevredenheid over de conclusies van de High Level Group
over het concurrerend vermogen van de chemische industrie. Hieruit blijkt dat ook de chemische distributie
sinds 2007 een grote bijdrage heeft geleverd aan dit forum van de Europese Commissie. Zie voor het complete
persbericht: www.fecc.org, de rubriek ‘news’.
Bedrijfsnieuws & Personalia
Wijziging bestuur JIDCPer 1 januari 2009 is Ton Wisseborn niet langer verbonden
aan het JIDC-bestuur, omdat hij zijn carrière buiten de
chemische industrie voortzet. Vanaf die datum heeft het
bestuur van de Jongeren In De Chemie (JIDC) twee nieuwe
leden, namelijk Mischa Andriessen (Quaron) en Martin
Prinsze (Standic Terminal).
Onderdeel Clariant naar Altana Met ingang van 30 december 2008 zijn alle zakelijke activi-
teiten van de Nederlandse producent van wastoevoegingen,
Dick Peters BV in Denekamp, voorheen onderdeel van
Clariant Benelux, overgenomen door Altana. Het nieuw ver-
worven bedrijf wordt geïntegreerd in BYK Cera BV, die ook in
Nederland is gevestigd.
FECC AwardREACH-coördinator Fabrice Delhaise (Brenntag) – foto
midden – ontving eind vorig jaar de FECC Award. Tijdens
de overhandiging van de onderscheiding werd hij namens
Mauro Di Vito in het bijzonder bedankt voor zijn bijdrage
in het ontwikkelen van werkbare communicatieoplossin-
gen voor REACH. Vanaf deze plaats ook van harte gefelici-
teerd namens het VHCP!
23
Agenda
16 maart 2009 Algemene ledenvergadering
7 april 2009 Responsible Care-dag
25 juni 2009 Klankbordgroepbijeenkomst
26 oktober 2009 Lunchbijeenkomst
17 november 2009 Klankbordgroepbijeenkomst
24 september 2009 Stoffendag VHCP/VNCI
25 september 2009 Chemische golfdag
LedenoverzichtAako BV
Akzo Nobel Base Chemicals BV
Van Appeldoorn Chemical Logistics BV (b)
Arch Timber Protection BV
Arkema BV
Barentz BV
BASF Nederland BV
Bax Chemicals BV
Bayer BV Divisie Material Science
Biesterfeld Chemiedistributie BV
Boom BV
Brenntag Nederland BV
Breustedt Chemie BV
Brunschwig Chemie BV
Caldic Chemie BV
Caldic Nederland BV
Cimcool Industrial Products BV
Clariant Benelux NV
Jan Dekker BV
Distributiecentrum Van den Anker BV (b)
ECEM (European Chemical Marketing) BV
ELD BV
Flevo Chemie (Nederland) BV
HCI Chemicals Nederland BV
Helm Chemicals BV
ICH Zaanstad BV
IMCD Benelux BV
In2Food
Interland Chemie BV
Jagt Chemie GmbH
Keyser & Mackay CV
Van der Laan Transport BV (b)
Lanxess BV
L. van der Lee en Zonen BV (b)
Lithos Group BV
Lonza Benelux BV
Loodet BV(b)
Mavom BV
Melspring International BV
De Monchy International BV
Necarbo BV
Noble Chemicals BV
De Noord Chemicals BV
Norkem BV
Oxyde Chemicals BV
Prayon-Benelux NV
QolorTech BV
Quaron
RodaChem BV
Rohm and Haas Nederland
G.C. Rutteman & Co BV
Sasol Benelux NV
C.N. Schmidt BV
Shell Chemicals Europe BV
Standic (b)
Arnold Suhr Netherlands BV
Transmare BV
Triconor Distribution BV
Troy Chemical Company BV
TrustChem Europe BV
Unitrade Kennemerland BV
Univar Benelux
Vestolit GmbH & Co KG
ViVoChem BV
G. Vogler BV
Will & Co. BV
Te Winkel & Oomes BV (b)
Yara Industrial BV
(b) = buitengewoon lid (logistieke dienstverlener)
EindredactieBestuur VHCP
Redactie en productieTextbeeld
VormgevingCarree Vormgevers bv
FotografieJ&M Zweerts Fotografie
DrukDrukkerij Van As
VHCP SecretariaatPostbus 805232508 GM ‘s Gravenhagetel. 070-7503100fax. [email protected]
VHCP FOCUS is het tijdschrift van het Verbond van Handelaren in Chemische Producten en verschijnt drie keer per jaar. Uw eventuele tekst-bijdrage kunt u zenden aan het VHCP secretariaat.
colofon