Notulen GMR- vergadering Dd 12-01-2015

13
1 Notulen GMR- vergadering Dd 12-01-2015 Aanwezigen: Oudergeleding GMR (OGMR) Personeelsgeleding GMR (PGMR) Joeri Sterringa (voorzitter) Franny Kluyver (secretaris) Erik Louwrier (vice-voorzitter) Marie-Cecile Ruwiel Mustafa Kedilioglu Gerard Kruisdijk Sabina Kreuger Linda Mantel Susan van ’t Slot Henk Visscher Esengül Toprak afwezig Meghteld Schermerhorn Baset Kece Marijke Knauff Namens college van bestuur: Niko Persoon (CvB) Annelie van Eck (bestuurssecretaris) 1. Opening De voorzitter opent de vergadering om 19.38 uur. 2. Mededelingen Communicatie cursussen Er zijn tot nu toe 9 aanmeldingen. In de eerstkomende Zaan Primeur komt de aankondiging nogmaals. Nieuwe leden ontvangen Zaan Primeur Ja, zij ontvangen de Zaan Primeur. Reactie vakbonden op stukken CAO Fijn dat er een reactie van de CNV is. Het CNV adviseert duidelijk het basismodel. Er komt naar voren dat het overlegmodel kansen biedt wanneer er eensgezindheid en vertrouwen is. 3. Vaststellen agenda Er zijn zondag nog een tweetal punten via de mail ingebracht voor op de agenda. Deze punten zijn van belang, maar de termijn daarvoor is te kort. De ingebrachte punten worden voor de volgende vergadering geagendeerd. 4. Beleidsstukken ZP vragen voorbereiden en antwoorden CvB Over deze beide beleidsstukken is voorafgaand aan de vergadering een schriftelijke vragenronde geweest. Daarbij heeft het CvB antwoorden gegeven op de door de GMR gestelde vragen. De vragen en antwoorden zijn terug te vinden in bijlage 1 onder aan deze notulen. Reglement werktijden, verlof en inzetbaarheid 1. Er is onduidelijkheid m.b.t. de invoering van het overlegmodel. Wanneer de PGMR instemt met het overlegmodel, moet er op schoolniveau ook nog ingestemd worden. Volgens de CNV moet elke school afzonderlijk instemmen met het overlegmodel en volgens het AOB wordt dit op bestuursniveau ingevoerd. Antwoord CvB: Dat wordt overruled door de wet op de medezeggenschap. In artikel 16 lid 1 wordt beschreven dat de GMR zeggenschap heeft op zaken die betrekking hebben op het algemeen belang van de scholen. Dit heeft het CvB laten toetsen door de huisjurist en deze beaamt dat. 2. Wat valt er precies onder de noemer overwerk? Antwoord CvB: Werk in opdracht van de leidinggevende. Er wordt een jaarplanning gemaakt waarbij er niet vanuit gegaan wordt dat er overwerk is. Is sommige weken worden meer uren gemaakt, bij

Transcript of Notulen GMR- vergadering Dd 12-01-2015

Page 1: Notulen GMR- vergadering Dd 12-01-2015

1

Notulen GMR- vergadering Dd 12-01-2015 Aanwezigen:

Oudergeleding GMR (OGMR) Personeelsgeleding GMR (PGMR) Joeri Sterringa (voorzitter) Franny Kluyver (secretaris) Erik Louwrier (vice-voorzitter) Marie-Cecile Ruwiel Mustafa Kedilioglu Gerard Kruisdijk

Sabina Kreuger Linda Mantel Susan van ’t Slot Henk Visscher Esengül Toprak afwezig Meghteld Schermerhorn

Baset Kece Marijke Knauff Namens college van bestuur: Niko Persoon (CvB) Annelie van Eck (bestuurssecretaris)

1. Opening

De voorzitter opent de vergadering om 19.38 uur.

2. Mededelingen Communicatie cursussen

Er zijn tot nu toe 9 aanmeldingen. In de eerstkomende Zaan Primeur komt de aankondiging nogmaals.

Nieuwe leden ontvangen Zaan Primeur Ja, zij ontvangen de Zaan Primeur.

Reactie vakbonden op stukken CAO Fijn dat er een reactie van de CNV is. Het CNV adviseert duidelijk het basismodel. Er komt naar voren dat het overlegmodel kansen biedt wanneer er eensgezindheid en vertrouwen is.

3. Vaststellen agenda Er zijn zondag nog een tweetal punten via de mail ingebracht voor op de agenda. Deze punten zijn van belang, maar de termijn daarvoor is te kort. De ingebrachte punten worden voor de volgende vergadering geagendeerd.

4. Beleidsstukken ZP vragen voorbereiden en antwoorden CvB Over deze beide beleidsstukken is voorafgaand aan de vergadering een schriftelijke vragenronde geweest. Daarbij heeft het CvB antwoorden gegeven op de door de GMR gestelde vragen. De vragen en antwoorden zijn terug te vinden in bijlage 1 onder aan deze notulen.

Reglement werktijden, verlof en inzetbaarheid 1. Er is onduidelijkheid m.b.t. de invoering van het overlegmodel. Wanneer de PGMR instemt met

het overlegmodel, moet er op schoolniveau ook nog ingestemd worden. Volgens de CNV moet elke school afzonderlijk instemmen met het overlegmodel en volgens het AOB wordt dit op bestuursniveau ingevoerd.

Antwoord CvB: Dat wordt overruled door de wet op de medezeggenschap. In artikel 16 lid 1 wordt beschreven dat de GMR zeggenschap heeft op zaken die betrekking hebben op het algemeen belang van de scholen. Dit heeft het CvB laten toetsen door de huisjurist en deze beaamt dat.

2. Wat valt er precies onder de noemer overwerk? Antwoord CvB: Werk in opdracht van de leidinggevende. Er wordt een jaarplanning gemaakt waarbij er niet vanuit gegaan wordt dat er overwerk is. Is sommige weken worden meer uren gemaakt, bij

Page 2: Notulen GMR- vergadering Dd 12-01-2015

2

bijvoorbeeld bij de oudergesprekken. Dit is vooraf bekend; in de jaarplanning moet in de weken ervoor of erna te zien zijn dat het overwerk van de oudergesprekken gecompenseerd wordt. Scholen moeten zich afvragen of ze bepaalde zaken nog wel willen doen. Daarbij kun je denken aan schoolkampen en schoolkorfbal.

3. Het ontmoedigingsbeleid komt naar het personeel toe niet prettig over. Hoe staat het bestuur hier tegenover?

Antwoord CvB: De puzzel met 4 cijfers achter de komma is zeer ingewikkeld en tijdsrovend voor degenen die betrokken zijn bij het berekenen van de formaties; zowel op school- als op bestuursniveau. Er wordt het personeel nu een overbrugging aangeboden in de vorm van het doorbetalen van de snipper gedurende een bepaalde periode. Toen er eerder wtf’s afgerond werden was daarvan geen sprake.

4. De uren die voor medezeggenschap beschreven worden kloppen niet met hoe we het nu doen. Uren voor GMR zijn 60 uur en wij hadden 80 uur afgesproken.

Antwoord CvB: Het reglement en het statuut gaat bijgesteld worden. Op dat moment wordt er naar de uren gekeken die beschikbaar gesteld worden aan het personeel. Daarbij kunnen we ervoor kiezen de CAO te volgen of onze eigen afspraken te handhaven.

5. Iemand die Bapo had heeft ervoor gekozen om een dag verlof te nemen. Kan er in het overlegmodel nog steeds voor gekozen worden?

Antwoord CvB: Iemand die kiest voor verlof ‘koopt’ als het ware een vrije dag. Dit houdt in dat er tegen inlevering van een stukje salaris een verlofdag toegekend wordt.

6. De opslagfactor is 40% voor lesgebonden taken. Kan hiervan op schoolniveau afgeweken worden? Zowel naar boven als naar beneden? Bijvoorbeeld in het geval van een homogene groep van 23 ll 35% en bij een heterogene groep van 32 leerlingen 45%.

Antwoord CvB: Hiervan kan worden afgeweken, alleen naar beneden. Bij een inventarisatie is gebleken dat die 40% gemiddeld genomen kan. Als je naar boven gaat kan dit vreemde situaties opleveren; juf Janneke krijgt op school A 40% en op school B krijgt ze voor precies hetzelfde werk dan misschien 45%. Het CvB denkt met 40% te moeten starten. Hiervan wordt niet afgeweken, maar het CvB blijft het proces monitoren.

7. De uren voor professionalisering worden opgespaard naar niet-lesdagen. Hoe ziet het CvB dit? Antwoord CvB: Lesuitval moet voorkomen worden. Scholing zal dan bijvoorbeeld plaatsvinden op dagen die onder de vakanties van de leerlingen vallen. Daarnaast kan een scholing ook gegeven worden na schooltijd. De uitdaging wordt aan het begin van het schooljaar bekeken hoeveel uur er waarin gestoken gaat worden.

8. Het lijkt erop dat ZP een deel van de professionalisering voor de leerkracht wil gaan inzetten. De leerkrachten zijn hierin vrij.

Antwoord CvB: Medewerkers hebben binnen een school een functie; het is van belang bezig te blijven met ontwikkeling. Tijdens de functioneringsgesprekken wordt met alle medewerkers besproken op welke gebieden de afzonderlijke medewerkers zich gaan ontwikkelen.

5. Mededelingen CvB Benoeming tweede externe vertrouwenspersoon Conform de klachten regeling is een tweede vertrouwenspersoon aangesteld. Taak is om onder andere klachten op het gebied van seksuele intimidatie en discriminatie af te handelen en mensen verder door te verwijzen wanneer nodig. Wijziging tekst centrale schoolgids Op een aantal plaatsen in de centrale schoolgids zullen wijzigingen plaatsvinden. Hierop heeft de OGMR instemming. Dit stuk wordt op de februari vergadering geagendeerd. BFP 2015-2016

Page 3: Notulen GMR- vergadering Dd 12-01-2015

3

Er zijn gesprekken met de schooldirecteuren bezig. De definitieve cijfers van het ministerie zijn nog niet binnen, dus het CvB weet nog niet hoeveel geld er voor de personele vergoeding beschikbaar zal zijn. Deze hoopt het CvB voor de februari vergadering te hebben, zodat het stuk op tijd ter instemming voorgelegd kan worden. ICT-onderzoek Naar aanleiding van een extern onderzoek wordt er een teamleider ict aangenomen. Er wordt in het functieboek een andere naam gegeven aan de functie van bovenschools ict-coördinator. Tevredenheidsonderzoek Het onderzoek is uitgezet. Met de leerlingen waren er wat problemen met inloggen. Harmonisatie kinderopvang Vlak voor de kerst zijn de locaties verdeeld die overgenomen moeten worden. De bedoeling is dat dat op 1 maart 2015 wordt geëffectueerd. Er moet voor die tijd nog enorm veel werk verzet worden.

6. Beleidsstukken ZP besluitvorming Reglement werktijden, verlof en inzetbaarheid (instemming PGMR)

PGMR: 5 voor, 2 tegen OGMR: positief advies (niet unaniem) De voorzitter gaat contact opnemen met het CvB m.b.t. de wet op de medezeggenschap en de CAO die elkaar tegenspreken op het gebied van PGMR stemt in met overlegmodel of afzonderlijke MR-en moeten gaan instemmen.

Afronden WTF nieuwe CAO (instemming PGMR) PGMR: 7 voor

7. GMR zaken OPR

De OPR heeft een nieuwsbrief uit laten gaan naar alle MR-en. Hierin stellen ze zichzelf heel kort voor. De OPR is nog niet bekend bij de MR-en en er had misschien wat uitgebreider beschreven kunnen worden wat de taken en bevoegdheden van de OPR zijn. Ze zijn bezig zichzelf zichtbaarder te maken en de communicatie met MR-en op gang te brengen.

Aanbesteding bedrijfsgezondheidszorg Er zijn presentaties van 6 partijen geweest. De partij waar Zaan Primair op dit moment zaken mee doet is een goede tweede geworden. Dit houdt in dat er met een nieuwe partij samengewerkt gaat worden en dat er binnen de organisatie zaken gaan veranderen. Een voorbeeld daarvan is dat er een nieuwe bedrijfsarts komt. De samenwerking houdt ook een aanzienlijke kostenbesparing voor Zaan Primair in. De GMR geeft een positief advies op grond van het verslag van het PGMR lid dat aanwezig was bij de aanbesteding.

Binnengekomen post Er is een nieuwsbrief binnengekomen van het VOO. Deze is doorgestuurd naar de leden door de secretaris. Verder zijn er aanmedlingen binnengekomen voor de cursussen.

Copy Zaan Primeur De aankondiging voor de cursussen wordt in de eerstkomende Zaan Primeur nog een keer geplaatst.

Begroting De begroting van Zaan Primair is klaar. Deze zou ter informatie bij deze agenda zitten, maar is niet doorgestuurd. Het CvB heeft hierop al een korte toelichting gegeven en het stuk volgt zo snel mogelijk.

Page 4: Notulen GMR- vergadering Dd 12-01-2015

4

8. Notulen 8-12-2014 Deze zijn goedgekeurd, met daarbij de opmerking dat er scherp op de data gelet moet gaan worden!!

9. Rondvraag Tevredenheidsonderzoek

In het tevredenheidsonderzoek van zowel ouders als leerlingen worden leerkrachten bij naam genoemd. Mag dit wel i.v.m. de wet op de privacy? Dit punt wordt op het volgende DB voorgelegd aan het CvB.

Communicatie GMR middels intranet Op het intranet is een kopje mer GMR. Hieronder is alleen algemene informatie terug te vinden. Door onder dit kopje agenda’s en notulen te plaatsen kan de GMR gemakkelijk communiceren met de personeelsachterban. Op het DB overleggen of het mogelijk is op intranet documenten te plaatsen.

Bijlage 1:

Antwoorden op vragen GMR i.v.m. cao en het overlegmodel van ZP

Werktijdfactoren in het kader van de nieuwe cao PO Vraag 1: hoe gaan we de werktijdsfactor van mensen met Bapo/overgangsrecht ect. regelen? Stel iemand met Bapo werkt: 0,8436. Werktijdsfactor passen we naar beneden aan 0,8. Dan werkt diegene 4 dagen. Maar nu moet er nog Bapo van af ontstaat er dan geen versnippering? Word de werktijdsfactor zo aangepast dat deze werknemer 4 dagen werkt incl. bapo? Dus een hogere werktijdsfactor dan 0,8, zodat er na Bapo 4 dagen over blijft? Antwoord: Ter verduidelijking: BAPO is vervallen per 1 oktober 2014. Medewerkers die BAPO hadden, kunnen gebruik maken van het BAPO-overgangsrecht (130/170 uur p/j). De medewerker kan de uren binnen de werktijd inzetten voor de bestedingsdoelen zoals genoemd in de cao (peerreview, studieverlof oriëntatie op mobiliteit etc.) of ervoor kiezen om verlof op te nemen. Of een medewerker BAPO had of niet, bij de afronding van de wtf moeten we uitgaan van de formele aanstellingsomvang van de medewerker. Bij een medewerker met een wtf van 0,8436 is het voornemen de wtf eerst af te ronden tot wtf 0,8. Binnen wtf 0,8 heeft deze medewerker recht op meer uren aan duurzame inzetbaarheid. Er is geen sprake van versnippering. Het primaire proces (lesgeven) is leidend. Binnen het overlegmodel wordt afgesproken op welke wijze de uren duurzame inzetbaarheid worden ingezet. Het kan betekenen dat de medewerker minder ingezet wordt op overige taken.

Page 5: Notulen GMR- vergadering Dd 12-01-2015

5

Vraag 2: versnipperde WTF heeft dit consequenties voor een andere school? Dit jaar heeft bijvoorbeeld et Buut iemand voor de woensdag erbij gekregen terwijl ze al overhead hadden op de woensdag i.v.m. versnippering. 1 dag Geen band met de school. Vroeg weg, want geen voorbereiding volgende dag. Geen binding met de groepen, ect, ect. Hoe wordt hier in het vervolg mee omgegaan? Een andere school is er nu de dupe (voor 1 dag) van omdat de school waar deze meneer of mevrouw werkt geen drie dagen had. Antwoord: Ter verduidelijking: Een werkdag is 8 uur ongeacht hoe lang de lesdag op een dag duurt. Op een korte lesdag van 4 uur zal een medewerker meer overige taken verrichten. Een medewerker die zijn/haar aanstelling niet naar boven/beneden wil afronden behoudt de huidige wtf met 4 cijfers achter de komma. Op de stamschool werkt de medewerker het aantal dagen dat overeenkomt met het eerste cijfer achter de komma. Voor het restant (de snipper) wordt de medewerker op een andere dag ingezet op vervangingswerkzaamheden. Niet op de eigen school en eventueel buiten Zaan Primair. Dit geldt voor iedere school in het kader van het ontmoedigingsbeleid.

Reglement werktijden, verlof en inzetbaarheid Vraag/opmerking 1: Enkele mogelijkheden om de pauzes te organiseren. Inzet vrijwilligers. Dit hebben verschillende scholen jaren gedaan met bijvoorbeeld overblijven. Vaak zijn de ruzies/conflicten groter bij terugkomst in de klas en kan de leerkracht dit in lestijd oplossen omdat kinderen anders niet tot rust komen en er in blijven hangen! Dit lijkt geen oplossing. Antwoord: De inzet van vrijwilligers is als voorbeeld genoemd tijdens het buiten spelen van de kinderen (onder begeleiding van een leerkracht). Het gaat dan om het toezicht houden. Daarnaast onder gymtijd. Is een hele goede als een leerkracht voor 14.00 uur gym heeft anders gaat dit niet op! Antwoord: Deze redenering klopt. Er worden slechts “mogelijkheden” genoemd om de pauzes te organiseren. De GMR heeft gevraagd om een structurele oplossing voor het pauzeprobleem. Dit houdt in dat de pauzes via een centrale richtlijn geregeld zullen moeten worden. Wat er nu ligt aan voorstel is onvoldoende. Antwoord: Het bestuur heeft inderdaad “enkele mogelijkheden” benoemd. De GMR vraagt om een structurele oplossing van het pauzeprobleem. Het bestuur wil, net zoals de verdeling van de werkzaamheden, het organiseren van de pauze aan het team overlaten. Daarbij deelt het bestuur de mening van de GMR dat er een centrale richtlijn moet worden opgesteld. Daar wordt nu aan gewerkt.

Page 6: Notulen GMR- vergadering Dd 12-01-2015

6

Voorstel pauze:

Geen pauze gehad: half uur eerder naar huis.

1 uur middagpauze. Het eerste half uur vangt de ene helft van de leerkrachten de kinderen op. Het tweede half uur de andere helft. Antwoord: Het bestuur van Zaan Primair neemt deze voorstellen mee in de ontwikkelopdracht. Vraag 2: vakantie verlof volgens het cao is 428 uur per jaar inclusief feestdagen. Dit komt neer op 10,7 weken per jaar. Samen met 51,5 werkweken kom je dan op 1 heel jaar! Schoolvakanties zijn samen 12 weken dit klopt niet dit hangt van de feestdagen en vakanties af! In schooljaar 2015-2016 hebben we 59 dagen verlof (vakanties inclusief feestdagen) dat is 472 uur verlof. Dat is 44 uur verlof te veel. Dat is 5,5 dagen te veel verlof en niet 7,5 dagen (1,5 weken zoals in het stuk beschreven staat.) 2015-2016 59 dagen 472 uur verlof 44 uur te veel 5,5 dagen te veel verlof 2016-2017 61 dagen 488 uur verlof 60 uur te veel 7,5 dagen teveel verlof 2017-2018 het zelfde als schooljaar 2016-2017 2018-2019 60 dagen 480 uur verlof 52 uur te veel 6,5 dagen te veel verlof Het kan dus per jaar verschillen. Dit hangt samen met bijvoorbeeld: valt hemelvaart in de meivakantie of valt koningsdag in deze vakantie. Er wordt van een fulltimer uitgegaan. Een parttimer die op di-woe werkt heeft minder feestdagen op werkdagen dan iemand die op ma-vrijdag werkt. Hoe wordt dit opgelost? Niet alles kan over 1 kam geschoren worden door het gemiddelde te nemen. Kijk naar schooljaar 2015-2017 dan praten we over 2 dagen verlof die ZP er af wil halen door 1,5 weken van de vakantie af te halen. Dit klopt niet! Deze regeling is niet gemaakt om alles gemiddeld te berekenen. Mensen die dan op di-woe werken komen erg ongunstig uit. In dit rekenvoorbeeld is er vanuit gegaan dat de vrijdag na hemelvaart een vakantie/verlofdag blijft. Anders gaat er in de berekening een dag af in alle jaren. Voorbeelden waarom niet alles als het gemiddelde genomen kan worden: Als een medewerker op dinsdag en woensdag werkt heeft hij in 2015-2016 21 dagen verlof dat is 168 uur. Volgens het cao moet deze werknemer (428X0,4) 171,2 verlof hebben. Dus….. 3,2 uur te kort gehad. Volgens de ZP berekeningen met deze werknemer 2 ,5 dagen in de vakantie werken….dat klopt dus niet. Een medewerker die in dat zelfde jaar op maandag-vrijdag werkt heeft 23 dagen verlof. Dat is 184 uur en dat is dan 16 uur te veel verlof. Dan klopt het dat deze medewerker terug moet komen in de vakantie. Het vakantieverlof bedraagt 10,7 weken. In sommige jaren vallen feestdagen in bijvoorbeeld de meivakantie. Bij jaarlijks 1 ½ week in de vakantie terugkomen worden die 10,7 weken niet gehaald. Daarom ligt het voor de hand dat het aantal “terugkomdagen” per jaar worden vastgesteld. Hoe denkt het bestuur hierover? Antwoord: Het klopt dat de schoolvakanties niet altijd 12 weken totaal bedragen. Hangt af van hoeveel algemeen erkende feestdagen er buiten de reguliere schoolvakanties vallen. In het reglement is uitgegaan van afgerond getal. In bijgaand overzicht is voor de komende vier schooljaren het concept vakantieschema uiteengezet. Voorstel bestuur: Goede Vrijdag en dag na Hemelvaart verplichte vrije dag (conform huidige praktijk).

Page 7: Notulen GMR- vergadering Dd 12-01-2015

7

Uitgangspunt is dat er 1659 uur p/j gewerkt wordt. Gedeeld door 40 uur p/w = 41,5 werkweken De rest is vrij. Vakantieverlof is 428 uur p/j. Gedeeld door 40 uur p/w = 10,7 weken verlof. Hier moeten de feestdagen, genoemd in de Algemene Termijnenwet, vanaf gehaald worden. Dit betreft de volgende 8 algemeen erkende feestdagen1: Nieuwjaarsdag, Eerste en tweede Kerstdag, Tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, Tweede Pinksterdag, Koningsdag en 5 mei. We gaan onderzoeken of er verschil ontstaat in het vakantiesaldo voor parttimers: is hun saldo afhankelijk van de dag in de week dat zij werken? Afhankelijk van de uitkomst zullen hier nadere richtlijnen (evt. in de vorm van verlofkaarten) voor worden opgesteld. Vraag 3: Overwerk (punt 5). Daar staat als voorbeeld dat iemand bijvoorbeeld een ouderavond heeft die 2 uur duurt. Dit is geen realistisch voorbeeld. De meeste klassen zijn 30 kinderen groot. Gemiddeld oudergesprek is 10 minuten dus in 5 uur doe je alle 30 oudergesprekken. Natuurlijk doe je ook oudergesprekken onder werktijd bijvoorbeeld van 14.00-16.00 uur. Dan ’s avonds nog 3 uur. Normaal ga je om half 5 naar huis als je om 8 uur begint .Dat is een 8 urige werkdag). Doordat je oudergesprekken na schooltijd doet heb je nog niet je lessen voorbereid en na gekeken. Daarnaast heb je ook nog niet 1 uur duurzame inzetbaarheid gedaan en laat staan je overige uren. Die moeten wel plaats vinden. Hoe gaan we dit doen als leerkrachten? Je kunt niet zeggen dat je niet gaat voorbereiden en na kijken. Natuurlijk kun je je overige taken wel een weekje overslaan. Overwerken van 3 a 4 uur tijdens ouderavonden is veel realistischer. Gevolg is dat je die week erna dit gaat opnemen. Je gaat dus 4 dagen een uur eerder naar huis om half 4 i.p.v. half 5. Je hebt dan alleen je opslagfactor uren gemaakt en niet je duurzame inzetbaarheid en laat staan je overige taken. Hoe gaan wij als leerkrachten hiermee om? Moeten we echt de deur dicht trekken????? Antwoord: Als in een week 25 uur wordt lesgegeven, heb je 10 uur les-gebonden tijd. Binnen die les-gebonden tijd vallen de oudergesprekken. Vervolgens heb je 1 uur duurzame inzetbaarheid en 4 uur overige taken. In het reglement is een voorbeeld genoemd, maar daar kan de medewerker in overleg met de leidinggevende zelf invulling aan geven. Wordt overwerk ook gecompenseerd als in een week het aantal uren voor- en nawerk (40%) of het aantal uren voor Taken wordt overschreden? Antwoord: Als op een dag meer dan 8 uur wordt gewerkt, spreken we van overwerk. Deze uren moeten gecompenseerd worden. Overwerk vindt plaats na goedkeuring door de leidinggevende. MR- en GMR werk. Wat is de compensatie hiervoor? Antwoord: De werkgever stelt aan werknemers die lid zijn van de P(G)MR per schooljaar ten minste de volgende faciliteiten beschikbaar: a. als een werknemer zowel lid is van de PGMR als van de PMR wordt 100 uur ter beschikking gesteld; b. als een werknemer lid is van één van de medezeggenschapsorganen wordt 60 uur ter beschikking gesteld.

1 In de Algemene Termijnenwet wordt de Goede Vrijdag gelijkgesteld met de algemeen erkende feestdagen. Dit

betekent dat de werkgever zelf een keuze kan maken of dit al of niet een werkdag is.

Page 8: Notulen GMR- vergadering Dd 12-01-2015

8

c. als een werknemer de voorzitter van de MR is, worden er 20 uren per jaar toegevoegd aan de in lid a en b ter beschikking gestelde uren; als de voorzitter deel uitmaakt van de oudergeleding, worden deze 20 uren toegekend aan de secretaris indien deze deel uitmaakt van de personeelsgeleding. Vraag 4: taakbeleid cupella…..is dit zo? Niet alle scholen werken hiermee. En elke school kan zelf in Cupella uren en minuten koppelen aan een activiteit. Is dit realistisch? De ene school rekent 4 uur extra voor een meerdaags schoolreisje terwijl een andere school 6 uur rekent….hoe gaan we dit gelijk trekken? Antwoord: Binnen het overlegmodel wordt met elkaar vastgesteld hoeveel tijd nodig is om bepaalde werkzaamheden uit te voeren. Het is aan het team om vast te stellen welke werkzaamheden binnen de vastgestelde formatie gedaan kunnen worden en welke niet. Cupella is een goed instrument om het totaal aan werkzaamheden inzichtelijk te maken. Het kan zijn dat onze scholen andere keuzes maken en er een verschillend aantal uren toegekend wordt voor een vergelijkbare taak. Een bepaalde taak kan dan ook binnen de ene school meer/minder werk zijn dan binnen de andere school. Vraag 5: Lestijd berekening is duidelijk. Les gebonden tijd (opslagfactor), is duidelijk. Tijd overige taken is 4 uur voor 5 dagen, dus ongeveer 45 minuten per dag. Tijd voor professionalisering 2 uur gemiddeld per week. Dit is naast je 40 uur per week die je werkt. Klopt dit wel? Er staat dat je dit doet in de niet lesweken 8 uur per dag Dit is niet duidelijk. Dit is dus in het weekend? Of is dit in je verlofweken? Als dit in je verlof weken is dan gaat dit van je verlof af. Of is het gewoon zo dat het cao eist dat je 2 uur per week naast je 40 uur je professionaliseert. Graag uitleg hierover. Het leek ons dat dit in je werkweek zat. En dus niet in je niet lesweken of in je verlof weken. Antwoord: In het voorbeeld is er voor gekozen om de uren duurzame inzetbaarheid wekelijks op te nemen en de professionaliseringsuren op niet-lesdagen. Het is aan de leidinggevende, in overleg met het team, om te bepalen op welke wijze de werkverdeling wordt vormgegeven. Vanzelfsprekend vallen alle uren binnen de werkweek van 40 uur. Hierbij maakt het niet uit of er wordt lesgegeven of niet. Nee, niet in het weekend en niet tijdens verlofdagen/weken. Vraag 6: startende leerkrachten krijgen 40 uur duurzame inzetbaarheid extra. Dit is even grof weg 1 uur per week. Dat betekend dat dit van je overige taken af gaat. Maar deze taken moeten wel uitgevoerd worden? hoe gaan we dit invullen. Hoe doe je dat als er meer startende leerkrachten in je team zitten? Moeten de anderen dit dan overnemen? De praktijk leert dat leerkrachten veel extra dingen en werkgroepen hebben….. Antwoord: Het is aan het team om het werk te verdelen. Startende leerkrachten hebben 1 uur per week extra ter verlichting van de werkdruk. Als er bovenmatig veel startende leerkrachten in een team zitten, en de uitvoering van overige taken niet geheel lukt, dan overlegt de leidinggevende met de naast-hogere leidinggevende op welke wijze dit op te lossen.

Page 9: Notulen GMR- vergadering Dd 12-01-2015

9

Vraag 7: Overlegmodel: Waarom is het streven van Zaan Primair om het overlegmodel in te voeren ingebed in dit reglement? Is het niet logischer om apart van het reglement aan de GMR de vraag voor te leggen om over te gaan op het overlegmodel i.p.v. het basismodel? Antwoord: Aangezien de afspraken in het onderhandelaarsakkoord onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden, is besloten om direct een samenhangend regelement op te stellen. Het overlegmodel is bij uitstek het model waarbinnen een team in overleg afspraken kan maken over de werkverdeling. Lesgebonden tijd -Waarom schrijft Zaan Primair 40% voor- en nawerk voor, terwijl dit nu juist in het overlegmodel overlegd zou moeten worden: tussen 35% en 45%? Antwoord: Op dit moment is het percentage voor- en nabereiding 35%. Met het oog op de invoering van het passend onderwijs en de inmiddels op veel scholen gegroeide praktijk, stelt het bestuur voor deze factor te verhogen naar 40%. Focus ligt op het primaire proces; lesgeven en opslagfactor. Het bestuur wil hiermee de werkdrukbeleving tegengaan. -Is er over het percentage overleg mogelijk per brinnummer (overleg met de MR van de scholen)? Antwoord: Beoogd wordt 40% vast te stellen. Hier kan per school op individueel niveau bijstelling naar beneden plaatshebben bijvoorbeeld in geval van een zeer ervaren leerkracht of een lage klassengrootte. -Waarom kan in voorkomende gevallen wel een korting van 5% toegekend worden, maar niet in voorkomende gevallen een opslag van 5%? Antwoord: Het bestuur is van mening dat een leerkracht de werkzaamheden kan doen binnen 40%. Startende leerkrachten krijgen 40 extra uren per jaar om de werkdruk te verlichten. -In de rekenvoorbeelden bij 6.2 wordt bij het 5 gelijke dagen model uitgegaan van 25 lesuren per week. Is dit bewust gedaan om studie- of administratiedagen te creëren? Als je 25 lesuren per week draait dan ben je na 37,6 weken klaar met lesgeven 37,6X25=940uur. Er blijven dan 12 dagen over om tussendoor administratie- of studiedagen in te lassen. Klopt dit? (zoveel lesuren per week geven weer werkdruk). Antwoord: Het voorbeeld van 25 lesuren per week is een voorbeeld uit de praktijk. De school moet minimaal 940 uur aan onderwijs bieden. Op niet-lesdagen kunnen andere werkzaamheden verricht worden. -In de voorbeelden is professionalisering weggelaten. Is dit een vergissing? Antwoord: In de voorbeelden is ervoor gekozen de uren duurzame inzetbaarheid wekelijks op te nemen en de professionaliseringsuren op niet-lesdagen (zie tekst boven de voorbeelden). Het is aan de leidinggevende, in overleg met het team, om te bepalen hoe de werkverdeling wordt vormgegeven.

Page 10: Notulen GMR- vergadering Dd 12-01-2015

10

-Is het niet realistischer om uit te gaan van het momenteel gangbare 24,25 uur rooster? 40% voor- en nawerk is omgerekend per week 9,7 uur (bij een lesweek lesgebonden tijd van 24,25uur). Dit is per dag nog geen 2 uur voor- en nawerk. Veel leerkrachten geven aan dat zij in de notitie genoemde activiteiten niet binnen die twee uur kunnen uitvoeren. Voor de hand ligt dat een deel van het personeel in eigen tijd dit werk zal gaan afmaken (dit is niet de bedoeling van het streven naar vermindering van werkdruk). Bij wie dit niet doet zullen directies druk gaan uitoefenen op het personeel om het werk af te krijgen. Antwoord: In het reglement is ook een voorbeeld opgenomen van een lesrooster met het vier-gelijke-dagen model. Op dit moment is het percentage voor- en nabereiding 35%. Met het oog op, onder andere, de invoering van het passend onderwijs heeft het bestuur besloten deze factor op te hogen naar 40%. Als een medewerker te kort tijd heeft dan gaat deze hierover in gesprek met de leidinggevende. - Hoe gaat Zaan Primair dit proces monitoren? Antwoord: De leidinggevende legt verantwoording af aan de naast-hogere leidinggevende. Voor de schooldirecteur is dat de clusterdirecteur. - Welke activiteiten kunnen geschrapt worden om het werk binnen 40 uur af te kunnen krijgen? Antwoord: De normjaartaak van 1659 uur blijft ongewijzigd. Het aantal uren per week neemt af. De werkzaamheden worden verspreid over meer werkbare weken. - Hoe worden directies geïnstrueerd opdat zij ervoor zorgen dat activiteiten geschrapt worden, zoals verkorten van vergaderingen, vermindering van het aantal vergaderingen, vereenvoudigen van leerlingrapporten, vereenvoudiging van rapportages; formulieren; leerlingvolgsystemen, e.d. Antwoord: In het overlegmodel bespreekt de leidinggevende met het team, op basis van de totale beschikbare formatie, welke werkzaamheden er in een jaar worden uitgevoerd en welke uren daarvoor beschikbaar zijn. De leidinggevende legt verantwoording af aan de naast-hogere leidinggevende. Voor de schooldirecteur is dat de clusterdirecteur. Voorstel: Maak er 41,5% van. Bij een lesweek van 24,25uur kom je dan uit op 2 uur voor- en nawerk. Dit is het minimum. Doe je minder dan raak je de kwaliteit van het primaire proces. Voorbeeld wtf 1

LESTIJD

24,25 uur

41,5 % voor en nawerk

10,06375 uur

subtotaal 34,31375 PROFESSIONALISERING

2 uur

subtotaal 36,31375

Page 11: Notulen GMR- vergadering Dd 12-01-2015

11

Duurzame inzetbaarheid

1 uur

subtotaal 37,31375 overige taken

2,68625 uur

totaal 40 uur

Tijd voor overige taken In bovenstaand voorbeeld blijft ongeveer 2,7 uur per week over voor overige taken, naast de uren die in de vakantie gewerkt worden. Antwoord: Het bestuur deelt deze vooronderstelling over het percentage niet. Professionalisering -Kan de tijd voor professionalisering geclusterd worden? Bijvoorbeeld voor studieverlof? Antwoord: Voorafgaand aan ieder schooljaar bespreekt de leidinggevende met de medewerker en het team op welke wijze invulling wordt gegeven aan de professionaliseringsuren. Clusteren is een optie. -Je doet een studie van 3 uur per week. 10 weken lang. Compenseer je dat dan achteraf? Bijvoorbeeld na de studie 10 weken lang 1 uur per week minder werken of 5 weken lang 2 uur per week minder werken? Of compenseer je het in de weken waarin je de cursus hebt? Antwoord: Als je een studie doet dan valt dit onder de uren van duurzame inzetbaarheid en professionalisering. Daar is respectievelijk 40 + 83 = 123 uur voor beschikbaar binnen de normjaartaak van 1659 uur. De besteding en invulling van de studie-uren vindt plaats in overleg met de leidinggevende. -Kan je de tijd voor studie sparen? Bijvoorbeeld: 1 jaar doe je geen studie. Het jaar erop doe je een studie die 4 uur per week kost. Antwoord: De besteding en invulling van de studie-uren vindt plaats in overleg met de leidinggevende. In dit voorbeeld neemt de medewerker in jaar 1 minder uren duurzame inzetbaarheid en professionalisering op. In plaats hiervan verricht de medewerker overige taken. In jaar 2 neemt de medewerker meer uren duurzame inzetbaarheid en professionalisering op. Dit altijd op basis van een vooraf ingediend plan. Duurzame inzetbaarheid -Hoe denkt Zaan Primair om te gaan met de invulling van duurzame inzetbaarheid met betrekking tot de verhouding van lesgebonden tijden, voor- en nawerk, overige taken bij: Startende leraren? Antwoord: Startende leerkrachten krijgen 40 extra uren binnen de normjaartaak van 1659 uur ter verlichting van de werkdruk. Dit betekent dat zij minder overige taken doen. Leraren die recht hebben op 40 uur duurzame inzetbaarheid per jaar?

Page 12: Notulen GMR- vergadering Dd 12-01-2015

12

Antwoord: Alle medewerkers krijgen 40 uur te besteden aan duurzame inzetbaarheid binnen de normjaartaak van 1659 uur. Leraren die BAPO overgangsrecht hebben? Antwoord: Medewerkers met BAPO overgangsrecht krijgen totaal 170/340 uur per jaar binnen de normjaartaak van 1659 uur. De medewerker kan de uren binnen de werktijd inzetten voor de bestedingsdoelen zoals genoemd in de cao (peerreview, studieverlof oriëntatie op mobiliteit etc.). Dit betekent dat zij bijvoorbeeld minder overige taken doen. Medewerkers kunnen ervoor kiezen om verlof op te nemen. De medewerker betaalt hiervoor. Op dat moment kan de medewerker voor een dag(deel) uit geroosterd en vervangen worden. Met name de uitvoering van duurzame inzetbaarheid bij het overlegmodel kan negatieve consequenties hebben voor de werknemer. Bij het basismodel wordt dit uitsluitend in lesgebonden tijd opgenomen, bij het overlegmodel niet altijd. Dit is werkdrukverhogend, want de niet-lesgebonden tijd heb je nodig voor je voor- en nawerk en daar gaat nu juist tijd van af. Hoe ziet Zaan Primair dit? Antwoord: Het bestuur bestrijdt de aanname dat enkel het verminderen van les(gebonden)tijd werkdruk verlagend werkt. Er zijn medewerkers die aangeven graag de lessen en de voor- en nabereiding te willen doen. Zij zeggen juist de overige taken als belastend te ervaren. Er gaat geen tijd af van de les(gebonden)tijd. Het volgende staat op de site van de PO-raad betreffende de invoering van het overlegmodel: Het ligt voor de hand zo’n plan samen met PMR en/of personeel te maken. Het heet niet voor niets het overlegmodel. Het idee is dat met elkaar gezocht wordt naar een inzet en taakverdeling die bijdraagt aan goed onderwijs én aan een beheersing van de werkdruk. Voor invoering van plan op schoolniveau is instemming van de PMR en een meerderheid van het personeel (de helft plus 1) nodig. Na 3 jaar moet de PMR en het personeel opnieuw akkoord gaan met een plan voor het overlegmodel. Indien zij niet akkoord gaan, geldt na 3 jaar weer het basismodel. -Hoe gaat Zaan Primair vormgeven aan het draagvlak onder het personeel? Antwoord: Gebruik van het overlegmodel vergt een besluit van de werkgever met instemming van de p-GMR. Element van het overlegmodel is dat op schoolniveau afspraken worden gemaakt. Per school moet een plan komen waarin uitspraken worden gedaan over de taken die moeten worden verricht, de lessentaak en de opslagfactor. Voor dit plan is instemming van de p-MR en de meerderheid van het personeel vereist. Zaan Primair is een groot schoolbestuur. Het is niet te doen om met iedere school/MR afzonderlijk afspraken te maken. Navraag heeft geleerd dat dit op de volgende wijze ondervangen kan worden: De WMS kent in artikel 12 lid 1 het volgende instemmingsrecht voor de p-(G)MR: vaststelling of wijziging van regels waarover partijen die een collectieve arbeidsovereenkomst hebben gesloten, zijn overeengekomen dat die regels of de wijziging daarvan in het overleg tussen bevoegd gezag en het personeelsdeel van de medezeggenschapsraad tot stand wordt gebracht;

Page 13: Notulen GMR- vergadering Dd 12-01-2015

13

Hierin zit de aansluiting van de regels over het overlegmodel op de WMS. Vervolgens is artikel 16 lid 1 WMS van belang waarin de positie van de GMR staat: De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad treedt, indien het aangelegenheden betreft die van gemeenschappelijk belang zijn voor alle scholen of voor de meerderheid van de scholen, in de plaats van de medezeggenschapsraad van die scholen. De eerste volzin is van overeenkomstige toepassing op de onderscheiden geledingen van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad indien het bevoegdheden van een geleding van de medezeggenschapsraad betreft. Gezien het feit dat Zaan Primair centraal HRM-beleid voert neemt het College van Bestuur volgens artikel 16 lid 1 het initiatief om een centraal reglement op te stellen, dat ter instemming wordt voorgelegd aan de p-GMR. Met het overlegmodel wordt draagvlak gecreëerd omdat medewerkers met elkaar bespreken welke inzet en taakverdeling bijdraagt aan goed onderwijs én aan een beheersing van de werkdruk. Daarnaast vindt Zaan Primair het van belang om meer richting, invulling en helderheid over het begrip duurzame inzetbaarheid te hebben. Het bestuur heeft besloten om medewerkers te raadplegen over dit begrip en wil een peiling doen naar ideeën en behoeften ten aanzien van duurzame inzetbaarheid. Het afgelopen jaar is het meerjarenplan via de zogenaamde Expeditie tot stand gekomen. De participatie vanuit verschillende groepen was succesvol en heeft voor draagvlak gezorgd. Voor het begrip duurzame inzetbaarheid zal iets vergelijkbaars worden ingezet. De inbreng en betrokkenheid van medewerkers en leidinggevenden op het thema willen we op verschillende manieren bevorderen. -Wordt het overlegmodel over 3 jaar weer aan de GMR voorgelegd? Antwoord: Ja, de keuze en toepassing van het overlegmodel wordt elke 3 jaar opnieuw ter instemming aan de GMR voorgelegd.