NOMMER 7

32
In dit nummer o.a. SAWA piekt met 15 partijen 5 O&I initieert grootschalige projecten 8 De Eemshaven bruist! 11 Compensatieorders: complex, maar aantrekkelijk 20 2009 in cijfers 23 NPAL werkt aan verbetering 26 Een jaar Flinc geweest 30

description

NOMMER is een magazine van N.V. NOM en speciaal bedoeld voor relaties en iedereen die geïnteresseerd is in de activiteiten van de investerings- en ontwikkelingsmaatschappij voor het Noorden. NOMMER is open, toekomst en resultaatgericht en beschrijft de economische ontwikkelingen, de ondernemingsgeest, en het leven en werken in Groningen, Friesland en Drenthe.

Transcript of NOMMER 7

Page 1: NOMMER 7

In d

it n

umm

er o

.a. S

AWA

pie

kt m

et 1

5 pa

rtije

n 5

• O

&I in

itiee

rt g

root

scha

lige

proj

ecte

n 8

De

Eem

shav

en b

ruis

t! 1

1 •

Com

pens

atie

orde

rs: c

ompl

ex, m

aar a

antr

ekke

lijk

20

• 2

009

in c

ijfer

s 2

3N

PAL

wer

kt a

an v

erbe

terin

g 2

6 •

Een

jaar

Flin

c ge

wee

st 3

0

Page 2: NOMMER 7

Weontwikkelen,ook inmoeilijketijden

Siem Jansen

[email protected]

De meeste jaarverslagen van bedrijven laten over 2009 een niet al te

florissant beeld zien. Dat is het overall-beeld. Ook voor de NOM lijkt dat

beeld te kloppen. ‘Lijkt’, want de werkelijkheid is complexer. Weliswaar

zijn de harde cijfers diep rood gekleurd, maar daar valt wat op af te

dingen.

Merkwaardig genoeg geven de cijfers aan dat we ons werk goed

hebben gedaan. We zijn blijven investeren in Noord-Nederlandse

bedrijven. En we hebben 42 starters op weg geholpen via ons loket

Flinc. Het resultaat van O&I in de vorm van het starten van nieuwe

projecten op de pieken is meer dan succesvol en ook de afdeling IB

heeft een groot deel van haar doelstelling gehaald.

Ronkende taal? Nee, dat niet, maar het is te eenzijdig om alleen

naar de cijfers van de NOM in de jaarrekening te kijken. Het jaarverslag

(te downloaden via www.nom.nl) geeft een volledig beeld en dat mag

gezien worden. Ontwikkelen doe je ook in moeilijke tijden. Juist dan is

ontwikkelen van cruciaal belang.

En daarvoor heb je mensen nodig. Gedreven professionals die

bereid zijn om een stapje harder te lopen als dat nodig is en die zich

kunnen inleven in de klanten, het bedrijfsleven. Dat geldt ook voor de

mensen achter de NOM. U ziet er een paar op de cover van dit blad. U

vindt ze allemaal terug in het organogram op onze website. Handig

voor u, zo weet u bij wie u moet zijn.

Tegelijkertijd beseffen we dat het nog beter kan. Via klantenonder-

zoek proberen we te achterhalen waar we staan en hoe we ons kunnen

verbeteren. Ook dat is ontwikkelen.

Kortom, met de NOMMER(s) kun je goed vooruit.

Page 3: NOMMER 7

INVESTEREN IN ONTWIKKELING

I N H O U D

Aan het woord

Piek

Ontwikkelingen

Eemshaven

Participaties

Kansen

Uitgerekend

Productiviteit

Clustervorming

Bijpraten

2

5

8

11

14

20

23

26

28

30

Siem Jansen vertelt over het werk van de NOM

Sensor- en watertechnologie hand in hand

NOM O&I: regisseur en aanjager ineen

De grootste bouwput van Nederland is een pareltje

Afspraken maak je in goede en minder goede tijden

Compensatieorders? Ko en Wubbo hebben er kijk op

Onze cijfers over 2009

NPAL, een soort assessment door collega’s

Een kijkje achter de schermen bij DTS2

Flinc doen zit in ondernemers

En verder … Nommer-Shop 4 • Grenzeloos ondernemen door

Andre Varma 7 • NOMMER Chantal Leijendekker 19

8 11

20 28

Page 4: NOMMER 7

4

NOMMER is een magazine van N.V. NOM en speciaal

bedoeld voor relaties en iedereen die geïnteresseerd is

in de activiteiten van de investerings- en ontwikkelings-

maatschappij voor het Noorden. NOMMER is open,

toekomst- en resultaatgericht en beschrijft de economische

ontwikkelingen, de ondernemingsgeest, en het leven

en werken in Groningen, Friesland en Drenthe.

Verspreiding: gratis onder alle relaties van N.V. NOM.

Redactie: Communicatie N.V. NOM, Manisch Creatief.

Eindredactie: Annemarie Atema, [email protected].

Idee, art direction en realisatie: Manisch Creatief.

DTP/pre-press: SYL dtp & vormgeving.

Tekstbijdragen: Annemarie Atema, Manisch Creatief,

Bart Denekamp, Folkert van der Glas, Siem Jansen,

Daniel van de Kamp, Chantal Leijendekker, Jan van de

Maat, Rudy Noordenbos, Andre Varma, Herbert Verheij,

Frits Visser, Machteld van der Werf en Lolle Wijnja.

Fotografie: Koos Boertjens, Manisch Creatief, Lodewijk

ten Have (cover), Andries de la Lande Cremer, Jurgen

Moorlach, Chantal Leijendekker, Machteld van der Werf,

stock, archief NOM.

Drukwerk: Grafische Industrie De Marne.

Oplage: 3.250 exemplaren.

Rechten: Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen,

vermenigvuldigd of geproduceerd zonder schriftelijke

toestemming van de N.V. NOM of andere auteursrecht-

hebbenden. Alle gegevens zijn onder voorbehoud, en er

kunnen geen rechten aan worden ontleend.

NOMMER is een uitgave van N.V. NOM, Investerings-

en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland.

Paterswoldseweg 810, Groningen.

Telefoon (050) 521 44 44, www.nom.nl.

Cover: Nommers op de steiger (met dank aan Gjaltema

Steigers & Hoogwerkers). Van boven naar beneden en

van links naar rechts: Folkert van der Meulen, Jolanda

Stavasius, Jeroen van Onna, Annemieke Wouterse, Jan

Hendrik van Tuil, Aiwi Chiu, Wim A,B., Maarten Goddijn,

Allard van Dijk, Jan-Rienk Timmer en Allette Snijder.

Mei 2010

Nommer-ShopZo, die zit!

Narcissenuit Groningen!

Oh oh wat is ‘ie leuk! En ook zo lekker herkenbaar groen tussen al die saaie

zadels! Voor een kurkdroge zit. Geen overbodige luxe in ons natte kikkerlandje.

Welke fiets wil daar nu niet mee opgezadeld worden?

Kortom, even mailen naar [email protected] en het zadelhoesje komt uw kant op!

Amsterdam heeft z’n tulpen. Maar die verbleken natuurlijk bij de aanblik van de

NOM-narcis. Bij uitstek geschikt om de eigen naam eens extra in het zonnetje te

zetten. Het seizoen is nu weer voorbij, maar volgend jaar mag u van ons rustig

dit idee gratis en voor niks overnemen.

Page 5: NOMMER 7

I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

In geen land ter wereld is het drinkwater van zo’n

sublieme kwaliteit en wordt het onderworpen aan

zoveel kwaliteitscontroles als in Nederland. Een prachtig

resultaat voor de watersector, maar geen reden om

tevreden achterover te leunen. Om de koploperspositie

te versterken wordt permanent geïnvesteerd in nieuwe

methoden en technieken om de waterkwaliteit te borgen

en de procesvoering verder te verbeteren. Het noordelijke

innovatieproject SAWA (Sensors And WAter) geeft dat

verbetertraject een geweldige impuls door de ontwikke-

ling van innovatieve meetmethoden, detectietechnie-

ken en bewakingssystemen op basis van geavanceerde

sensortechnologie.

Uitstekend, maar nog niet perfectDe kwaliteit van drinkwater wordt op dit moment via

een uitgebreid monsternameprotocol getest en gecon-

troleerd in waterlaboratoria. Een systeem dat Nederland

in staat stelt om de uitstekende waterkwaliteiten te

kunnen borgen. Toch kan het volgens Alex Berhitu,

projectmanager NOM O&I, nog beter en efficiënter:

‘Bij het huidige systeem heb je te maken met moment-

opnames. Tussen het nemen van de monsters en de

uiteindelijke resultaten en interpretatie van de analyse

zit vaak een zekere tijdsfactor. Op die manier kun je niet

te allen tijde alles goed detecteren. Vooral microbiolo-

gische elementen zijn slecht snel en continu te meten.

Zo treedt er in het allerschoonste leidingwater altijd

groei van, voor de gezondheid onschuldige, maar voor

het distributiesysteem ongewenste, micro-organismen

op. Omdat die potentiële nagroei niet goed meetbaar

is, wordt er preventief gespuid. Om de processen te

optimaliseren, zodat minimale nagroei optreedt, is een

snelle detectie noodzakelijk van de mate waarin deze

groei kan optreden.’

Beter en efficiënter met sensortechnologieSensortechnologie biedt voor deze ‘beperkingen’ van

het systeem een oplossing. Via sensorsystemen kun je de

drinkwaterkwaliteit realtime meten en op locatie - of in

watertermen: inline - bewaken in de verschillende fasen

van het proces. Dat is veel efficiënter en bovenal veel

sneller dan de huidige manier. Tot nu toe gebeurt dat

echter nog maar weinig. ‘De kennis die daarvoor nodig

is bestaat in feite al, maar is vaak gericht op andere toepas-

singen en bovendien verspreid over allerlei gespecialiseerde

bedrijven en kennisinstituten. SAWA brengt die versnip-

perde kennis voor het eerst samen in een groot project.’

Omvangrijk projectIn SAWA zijn de krachten van 15 partijen gebundeld.

Waterlaboratorium Noord (WLN) is initiatiefnemer en

penvoerder. Specialisten op gebieden als waterkwaliteit,

meettechnieken, sensorontwikkeling en data-analyse gaan

in SAWA samen nieuwe sensorsystemen ontwikkelen om

het complete drinkwaterproces te regelen en te controleren.

Door de data van de verschillende sensoren te koppelen en

te verwerken in modellen kan de kleinste afwijking in de

kwaliteit van het drinkwater veel sneller worden gesigna-

leerd en bovendien nauwkeuriger inzichtelijk worden

gemaakt.

SAWA zal dit jaar van start gegaan en loopt tot medio 2013.

Het project kost ruim 8 miljoen euro. De helft daarvan zal

worden opgebracht door de deelnemers. De andere helft

is via Koers Noord beschikbaar gesteld door het Ministerie

van EZ (Pieken in de Delta), het Europees Fonds Regionale

Ontwikkeling en de drie noordelijke provincies.

SenTec als realistische proeftuinSAWA gaat uit van bestaande meetprincipes. De sensoren

die daarbij ingezet kunnen worden zijn vaak (nog) niet

geschikt voor gebruik in het drinkwaterproces. Daarom is

er veel onderzoek nodig voor de (door)ontwikkeling van

nieuwe sensoren die de volledige range aan waterkwali-

teitsparameters kunnen meten. Voor dit onderzoek wordt

in Glimmen het testcentrum SenTec opgezet. SenTec wordt

gevestigd bij het WLN, op het terrein van Waterbedrijf

Groningen. Het voordeel van deze locatie is de aanwezig-

heid van verschillende waterkwaliteiten en hoogwaardige

laboratoriumfaciliteiten. Daarmee is SenTec een realistische

proeftuin voor het ontwikkelen en kalibreren van nieuwe

sensoren.

Van bron via de waterfabriektot aan de mensen thuisSAWA bestaat uit drie deelprojecten. In het eerste wordt een

continu bewakingssysteem voor de inname van oppervlakte-

water ontwikkeld. Het tweede deelproject richt zich >

geeft de watersector een revolutionaire impulsSAWA

5

Page 6: NOMMER 7

Alex Berhitu:

‘Het momentumvoor SAWAwas perfect’

Het SAWA-project is een mooi voorbeeld van de werkwijze

van NOM O&I als aanjager van innovatieve projecten. Een aan-

pak waarin creativiteit, geduld en flexibiliteit een rol spelen,

maar soms ook een gelukkige samenloop van omstandighe-

den. Alex Berhitu vertelt.

‘Het eerste SAWA-zaadje werd voorjaar 2008 geplant tijdens

een door de NOM en Sensor Universe georganiseerde net-

werkbijeenkomst. Gerrit Veenendaal, directeur WLN, deelde

daar zijn droom met andere ondernemers uit de sensoren-

sector: een toekomst waarin wateranalyses realtime en inline

via sensoren worden uitgevoerd. Dat zaadje vond in de groep

enthousiaste ondernemers natuurlijk een prima voedings-

bodem. Om het een nog grotere kans op ontkiemen te geven

hebben we er vanuit het netwerk van NOM en Sensor Universe

nog een aantal andere specialisten bij betrokken.’

‘De eerste brede bijeenkomst was al in februari 2009: een

workshop bij het WLN in Glimmen. De ruim 25 aanwezige

specialisten bogen zich over zes belangrijke uitdagingen

van WLN en verzamelden voldoende kennis en ideeën om er

serieus werk van te maken. Ter plekke ontstond een coalitie

van bedrijven en instellingen die de intentie uitspraken om

drie van deze uitdagingen (de latere deelprojecten van SAWA)

als concreet project op te pakken.’

‘Begin mei 2009 keek de NOM voorzichtig naar de financie-

ringsbehoefte. Alle deelnemers waren inmiddels erg enthou-

siast en wilden ook financieel serieus bijdragen. De omvang

van het project was echter zo groot dat aanvullende subsidie

nodig was. Die hebben we uiteindelijk gevonden binnen

Koers Noord. Een unieke subsidieregeling die het mogelijk

maakt om provinciale middelen te combineren met landelijke

en Europese middelen.’

‘De uitdaging was wel dat de aanvraag in oktober 2009

ingediend moest worden. Een hectische periode begon,

waarin het team het project binnen enkele maanden tot in

details moest uitwerken en volgens de regels beschrijven.

De subsidiespecialisten van de NOM, provincies, SNN en EZ

waren daarbij een geweldige steun. Ondertussen werd een

arsenaal aan middelen ingezet voor de lobby om iedereen te

overtuigen van de waarde en potentiële opbrengsten van het

project. Ondersteund door onder andere de Water Alliantie

zijn we daar uiteindelijk in geslaagd. In maart 2010 kwam via

SNN het verlossende woord: Koers Noord gaat voor ruim vier

miljoen euro bijdragen in het project. Het ontkiemde zaadje

heeft voldoende voeding om door te groeien!’

‘In april 2010, net een jaar na de eerste bijeenkomst, is SAWA

officieel van start gegaan. Het resultaat van flinke inspannin-

gen en uitstekende samenwerking. Maar ook van een perfect

momentum. SAWA kon worden tot wat het is omdat alles

klopte: de juiste partijen, de juiste ontmoeting, het juiste idee,

het juiste enthousiasme, het juiste moment. Dat geluk heb je

soms nodig. De rol van de NOM als aanjager en facilitator van

een innovatieve impuls zit er nu op. Zelf blijf ik als ‘nieuwsgie-

rige buitenstaander’ nog bij het project betrokken in de rol

van onafhankelijke voorzitter van de stuurgroep.’ ■

AVIC

AquaExplorer BV

Bright Spark BV

Capilix BV

INCAS 3

Interline Systems BV

KWR Watercycle Research Institute

Microdish BV

2M Sensors LTD

MicroLAN

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

Wetsus, centre of excellence for

sustainable water technology

Waterlaboratorium Noord

Waterbedrijf Groningen

Waterleidingmaatschappij Drenthe

op snelle detectie van nagroeipotentie van het

schone water dat de waterfabriek verlaat. In het derde

deelproject wordt een monitoringsysteem ontwikkeld

dat realtime de kwaliteitsparameters van het drink-

water in het distributienet kan meten. ‘Samen dus één

groot sensorsysteem dat metingen doet van bron via

de waterfabriek tot aan de mensen thuis. De marktpo-

tentie is dus enorm. De producten die hier ontwikkeld

worden zijn wereldwijd uniek en kunnen overal worden

afgezet. Niet alleen binnen de drinkwatersector, maar

bijvoorbeeld ook bij de verwerking van industriewater

en afvalwater. Daarnaast wordt een spin-off richting

bijvoorbeeld de voedingsmiddelenindustrie niet

uitgesloten.’ ■

De deelnemers aan SAWA:

6

Page 7: NOMMER 7

7

GRENZELOOSONDERNEMEN,GROEIEN ENINNOVEREN

Andre Varma, directeur MMP

twitter.com/andrevarma

linkedin.com/in/andrevarma

www.mmpsd.com

I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

Ondernemen beperkt zich niet altijd alleen tot de regio waarin je

opereert, maar kan door de globalisering ook in andere continenten

plaatsvinden. Dat heeft te maken met hoe je onderneming ervoor staat

en wat je wilt bereiken. Zeker is dat globalisering steeds vaker een

onderdeel zal uitmaken van de bedrijfsstrategie.

Dat kan te maken hebben met de verschillende fases in het bedrijfs-

proces die dichtbij niet meer uitgevoerd kunnen worden of resources

die niet meer makkelijk te vinden zijn. Of door te produceren op andere

locaties om concurrerend te kunnen zijn in een globale markt. De con-

currentie komt per slot van rekening uit verschillende continenten en

niet meer alleen van naast de deur.

Sinds 2004 heeft MMP dan ook haar eigen softwarebedrijf in India, in

Bangalore, de zogenaamde silicon valley van Azië. Door deze stap is het

mogelijk geweest om zowel in Nederland als in India groei te realiseren.

Daarnaast leverde het ons know how op het gebied van innoveren.

Want door opdrachten uit te voeren voor klanten in Singapore, de VS,

Dubai en Nederland, leren wij wat zich afspeelt op het gebied van inno-

vaties en markten in de verschillende continenten. Een enorm voordeel

van globalisering!

De komende jaren zal duidelijk worden dat ondernemingen die

hun horizon niet verbreden en alleen naar hun huidige werkgebied

kijken, het lastiger zullen krijgen. Dit komt door de vergrijzing en het

tekort aan gekwalificeerd personeel. Het gevecht zal dan ook gaan om

resources. Wie de resources heeft, zal in staat zijn te innoveren en te

groeien.

Waar ondernemingen vroeger alles alleen wilden uitvoeren,

zal men de komende jaren genoodzaakt zijn om samenwerkingen

aan te gaan en kennis te delen om te kunnen innoveren en groeien.

Dat betekent niet alleen intermenselijke samenwerkingen, maar ook

virtuele samenwerkingen waar crowdsourcing kan helpen om snel

kennis te bundelen. Om op een dergelijke manier te ondernemen, zal

de onderneming zich aan moeten passen aan de huidige tijdgeest en

zich klaarmaken voor het nieuwe werken over de grenzen heen.

MMP heeft deze stap gezet richting India. De opgedane kennis en

knowhow delen wij graag met u!

Page 8: NOMMER 7

NOM O&I (Ontwikkeling & Innovatie)

wordt wel de R&D-poot van de NOM

genoemd. Niet in de zin dat het team

zelf de witte jas aantrekt en aan het

experimenteren slaat. Maar NOM O&I

is wel de motor achter vele belangrijke

innovatieve projecten in het noorden.

Afdelingshoofd Eisse Luitjens maakt

dat duidelijk met een voorbeeld.

Projectenmakers met gevoel voor kwaliteit

NOM O&I

8

Page 9: NOMMER 7

9

I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

Projectenmakers met gevoel voor kwaliteit‘Noord-Nederland gaf op 24 maart in Brussel een pre-

sentatie over de ontwikkelingen binnen de noordelijke

pieken. Die maakte grote indruk op de Europese bestuur-

ders. Er waren veel complimenten over de innovatieve

manier waarop Noord-Nederland inspeelt op belangrijke

Europese thema’s. Onder veel van de gepresenteerde

projecten stond prominent het NOM-logo. Dat geeft

een goed beeld van wat O&I doet: we zijn projectenma-

kers! Initiators, aanjagers, regisseurs en ondersteuners

van kwaliteitsprojecten die aansluiten bij nationale en

Europese ontwikkelingen. Initiatieven waar clusters van

bedrijven bij betrokken zijn, vaak over de sectoren en

pieken heen.’

Aansluiten bij actueel beleidDe aanpak van NOM O&I start al bij het genereren van

ideeën. ‘Samen met de piekenorganisaties en andere

partners (zoals VNO-NCW, Syntens, Kamer van Koop-

handel, TCNN) nemen we zelf initiatieven voor groot-

schalige projecten. Maar we zetten onze voelsprieten ook

uit om te horen welke ideeën er spelen in de regio. Ons

team is vertegenwoordigd in veel netwerken en overleg-

organen en we organiseren ook zelf netwerkbijeenkom-

sten waar ondernemers hun kennis en ideeën kunnen

delen. Verder volgen we natuurlijk de internationale

trends en ontwikkelingen op de voet. Maar we kijken

vooral naar het nationale en Europese beleid en de vragen

en thema’s die daaruit voortkomen. Die vertalen we

naar de regio, naar de sterkten van het bedrijfsleven en

de kennisinstellingen. Op die manier kunnen we ideeën

selecteren die kansrijk zijn en uit kunnen groeien tot

projecten van regionaal of nationaal belang.’

Projecten vanuit de speerpuntenDe verbinding tussen actueel beleid en regionale sterkten

hebben geleid tot een aantal krachtige speerpunten waar

de NOM zich specifiek op richt. ‘Dat zijn in de eerste

plaats de zes thema’s Energie, Water, Sensoren, Agri-

business/Food, Healthy Ageing en Chemie/Hernieuwbare

Grondstoffen. Daarnaast besteden we breed aandacht

aan het algemene thema productiviteitsverbetering via

de programma’s NPAL (zie op bladzijde 26 en 27 in deze

NOMMER) en ERIP (internationaal

Lean-project). Vaak ontstaan de beste

projecten op het snijvlak van die the-

ma’s, dus als partijen uit verschillende

sectoren hun krachten bundelen.

Sensoren vormen daarbij steeds vaker

een belangrijke ondersteunende tech-

nologie.’ Dit laatste komt tot uiting

in veel recente projecten waar O&I

nauw bij betrokken is, zoals de IJk-

dijk en het elders in deze NOMMER

omschreven project SAWA (sensoren

en water), Smart Grids, Smart Power

Foundation en Smart Power System

(sensoren en energie), en Smart Dairy

Farming en Sensorview (sensoren en

agro). Andere belangrijke projecten

van O&I zijn bijvoorbeeld het Carbo-

hydrate Competence Center (CCC)

en Smart Factory.

De juiste partijen aan tafelVoordat een goed idee het stadium

heeft bereikt van de projecten

hierboven, is er vaak een lange weg

te gaan. Brede samenwerking is een

voorwaarde om tot een succesvol

resultaat te komen. Daarom is ma-

kelen en schakelen een belangrijke

functie van O&I: ‘Wij zorgen dat

de juiste partijen aan tafel zitten.

Met de juiste kennis en ervaring, de

juiste motivatie, de juiste inbreng.

Meestal is dat een brede mix van

specialistische MKB-bedrijven, grotere

bedrijven en kennisinstellingen. Vaak

uit verschillende sectoren zodat er

kruisbestuiving ontstaat. Ook als een

idee ontstaan is uit contacten tussen

bedrijven is ons grote netwerk nuttig.

Als zo’n idee handen en voeten krijgt

wordt vaak pas duidelijk wat er >

Page 10: NOMMER 7

10

I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

allemaal bij komt kijken: specialistische kennis, nieuwe

technologieën, wetenschappelijk onderzoek, noem maar

op. Ook dan zoeken we vanuit ons netwerk naar ge-

schikte partijen met aanvullende specialismen of andere

toegevoegde waarde.’

Regisseur en aanjagerAls het klikt tussen de partijen en er voldoende enthou-

siasme is om het project samen op te pakken, kan het

eerste concept verder uitgewerkt worden. NOM O&I

neemt vanaf dat moment de rol op zich van aanjager

en regisseur. Een onafhankelijke partij die informeert,

adviseert, coördineert en obstakels uit de weg ruimt. ‘De

NOM-missie is natuurlijk ook onze drijfveer. Dat wil zeggen

dat we duurzaam winstgevende activiteiten stimuleren

die van betekenis zijn voor de werkgelegenheid. Daarom

zetten we ons 100% in voor kansrijke grote projecten.

Niet in de uiteindelijke uitvoeringsfase van een project,

maar in de voorbereiding, om het project op gang te

helpen en van de grond te krijgen. Onze bijdrage kan

dan bijvoorbeeld bestaan uit het ter beschikking stellen

van externe adviseurs of projectbegeleiders.’

Interessante thema’s voor subsidiegevers Bij de meeste grootschalige projecten staan langdurige

experimenten en ontwikkeling van innovatieve techno-

logieën centraal. Dat kost behalve veel tijd ook erg veel

geld. De financieringsbehoefte van dit soort projecten

kan oplopen tot vele miljoenen. Als de participanten in

het ontwikkelcluster dit niet geheel uit eigen middelen

kunnen opbrengen moet aanvullende financiering ge-

zocht worden. Ook op dat punt speelt O&I een belang-

rijke rol: ‘Doordat we onze projecten precies afstemmen

op nationaal en Europees beleid weten we thema’s te

raken waar subsidiegevers in geïnteresseerd zijn. Een

programma als Koers Noord, waarin Europese, nationale

en regionale subsidies gecombineerd zijn, wil kennis

naar kassa brengen, liefst vanuit een zo breed mogelijk

ontwikkelcluster. Dat is ook ons idee.’

De projecten die O&I ondersteunt, sluiten volgens

Luitjens niet alleen thematisch aan bij het economische

beleid, maar werken ook doelgericht toe naar innovaties

met een grote marktpotentie: ‘Dus niet experimenteren

om het experimenteren, maar innoveren om de markt

te veroveren, de werkgelegenheid te vergroten en

daarmee de regio vooruit te helpen. Dat spreekt subsi-

diegevers/financiers aan. Dat wil overigens niet zeggen

dat aanvragen zomaar gehonoreerd worden. Vaak moet

daar een lange weg voor afgelegd worden. Samen met

onze collega’s van subsidieadvies ondersteunen wij dat

complexe traject. We stellen samen met de deelnemers

de aanvraag volgens de eisen op, met een gedetailleerde

projectbeschrijving en begroting. Maar we schakelen ook

onze contacten in om beslissers warm te maken voor

het project. We kennen de weg in Den Haag, Brussel en

Groningen, dat scheelt een stuk.’

Op naar nieuwe projectenAls de aanvraag is toegekend kan het eigenlijke ontwik-

kelproject van start gaan. De rol van de NOM als motor

achter de voorbereiding zit er dan op. ‘Maar dat betekent

niet dat we onze handen er helemaal vanaf trekken.

Vanaf de zijlijn blijven we betrokken en volgen we de

ontwikkelingen. Waar nodig geven we advies of lossen

we problemen op. Soms blijven we ook vertegenwoor-

digd in een stuur- of projectgroep. Maar het grote werk

zit er op. Dat moet ook, want er liggen weer nieuwe

projecten op ons te wachten.’

Grenzeloos samenwerkenSinds kort zijn die nieuwe projecten niet alleen in

Noord-Nederland gesitueerd, maar ook in het Duits-

Nederlandse grensgebied. De nieuwe ronde van Interreg,

het Europees fonds voor regionale ontwikkeling in de

grensregio’s van de Europese Unie, heeft een zelfde

soort insteek als Koers Noord. Dat wil zeggen: de kennis-

economie aan beide zijden van de grens versterken via

samenwerking, kennisoverdracht en ontwikkelings-

projecten. Voor O&I was dat een reden om voor het

eerst een blik over de grens te werpen: ‘Samen met

andere ROM’s hebben wij binnen Interreg 4A ons eerste

grote grensoverschrijdende project geïnitieerd: Food

Future (zie voor een uitgebreid artikel NOMMER 6).

Een project waarmee we de voedingsindustrie langs de

hele Duits-Nederlandse grens nieuwe impulsen willen

geven. We gaan samenwerking tussen bedrijven en

kennisinstituten stimuleren en deelprojecten opzetten

om samen innovatieve producten te ontwikkelen. Ook

de voedingsindustrie in het Noorden kan flink profiteren

van dit project.’ Voor O&I smaakt dit eerste Europese

avontuur naar meer! ■

Page 11: NOMMER 7

11

I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

Het stopcontact van NederlandHet zal niemand zijn ontgaan. De Eemshaven wordt

dé energiehaven van Nederland, misschien zelfs wel

van Noord-West-Europa. Als alle geplande activiteiten

doorgaan en zijn afgerond levert het Energy Parc Eems-

haven zo’n 7.500 MW aan energie. Voldoende om ruim

eenderde van Nederland van stroom te voorzien.

Die enorme capaciteit komt voor een groot deel op het

conto van drie nieuwe centrales die de komende jaren in

gebruik worden genomen. Op dit moment wordt druk

gebouwd aan de multi-fuelcentrale Nuon Magnum en

de kolencentrale van RWE, voor de milieuvriendelijke

gascentrale van het Zwitserse Advanced Power ligt het

bouwterrein klaar. Naast die nieuwkomers is er al een

grote centrale van Electrabel en een modern windpark

met 88 grote turbines. Binnenkort wordt de capaciteit

verder uitgebreid als de NorNed-kabel weer operationeel

wordt. ‘NorNed is een zogenaamde peakshaving faciliteit

die over en weer stroom transporteert tussen Noorwegen

en Nederland’, legt Harm Post uit. ‘Overcapaciteit van

Noorse waterkrachtcentrales wordt op piekmomenten

naar Nederland getransporteerd en overtollige stroom

van Nederlandse centrales gaat naar Noorwegen. Er zijn

vergevorderde plannen voor een vergelijkbare kabel

uit Denemarken, waar bovendien stroom van offshore-

windparken aangekoppeld kan worden. Al met al een erg

aantrekkelijke energiemix.’

WerkgelegenheidsboostVoor het Eemshavengebied en de Noord-Nederlandse

economie zijn die ontwikkelingen van enorm belang.

‘Niet eens zozeer door de directe werkgelegenheid’, stelt

Sander Oosterhof. ‘Als de bouw van de nieuwe centrales

en faciliteiten als een nieuw 3.8 kV-verdeelstation in

volle gang is, is er werk voor duizenden mensen. Die

hebben bovendien onderdak en eten nodig en doen >

Wie de Eemshaven jaren geleden voor het laatst bezocht, zal

versteld staan van de metamorfose. Het gebied bruist van

de activiteiten. Overal wordt gebouwd. Energiecentrales,

een stroomverdeelstation, havenuitbreidingen,

nieuwe kades, nieuwe bedrijven … Er worden

miljarden geïnvesteerd. ‘Een pareltje!’

vindt Sander Oosterhof van NOM

InvesteringsBevordering dan ook.

Samen met Harm Post, directeur

Groningen Seaports, belicht hij

de ontwikkelingen in de grootste

bouwput van Nederland.

Miljardeninvesteringen Eemshavengeven Noorden nieuwe energie

Page 12: NOMMER 7

12

I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

hier hun inkopen. Dat is een mooie impuls voor Noord-

Nederland, maar slechts een tijdelijke. Als de centrales

straks in bedrijf zijn, is het aantal directe banen relatief

beperkt.’

‘De indirecte gevolgen zijn veel groter. Neem de NUON-

centrale. De kern wordt gebouwd door Mitsubishi, dus

daar vloeit geld naar Japan. Maar onderhoud en repa-

raties worden hier uitbesteed. Een stelregel bij grote

centrales is dat jaarlijks zo’n 5 procent van het geïnves-

teerde bedrag wordt uitgegeven aan reparatie, onderhoud

en revisie. Als je bedenkt dat NUON en RWE samen bijna

3 miljard investeren, betekent dat werkgelegenheid voor

1.200 tot 1.400 mensen. Een behoorlijk deel van deze

werkgelegenheid wordt bij noordelijke ondernemingen

uitbesteed. Ook zaken als beveiliging, gezondheidszorg

en schoonmaak worden uitbesteed. Maar de gevolgen

strekken zich veel verder uit. De centrales hebben bij-

voorbeeld brandstof nodig. RWE draait op kolen, die uit

een aantal verschillende landen worden aangevoerd. Dat

leidt tot vele nieuwe scheepsbewegingen en dus extra

werkgelegenheid in de haven.’

Investeringen in de havenstructuur‘De aanvoer van brandstoffen is ook de reden voor

belangrijke aanpassingen en nieuwe ontwikkelingen in

de haven’, vult Harm Post aan, doelend op de kleine 200

miljoen euro die de komende jaren geïnvesteerd wordt

in uitbreidingen van de havenstructuur en -faciliteiten.

Zo wordt eind dit jaar gestart met het uitdiepen van de

vaargeul tussen de Noordzee en de Eemshaven, zodat de

haven toegankelijk wordt voor de enorme bulkschepen

die de centrales gaan bevoorraden. Sommige van deze

zeereuzen hebben een diepgang van 14 meter. In het ver-

lengde daarvan wordt de haven uitgebreid. ‘We doen op

dit moment behoorlijke investeringen in havencapaciteit

en infrastructuur. Het havenbekken wordt met een flink

stuk verlengd en er komt een nieuwe kade van 1.250 me-

ter. Daarnaast zijn we druk bezig met de aanleg van een

shortsea-haven met nieuwe kaden en met het ophogen

en bouwrijp maken van nieuwe bedrijventerreinen. Maar

bijvoorbeeld ook met uitbreiding van de IT- en energie-

infrastructuur. Door al deze verbeteringen wordt het

Energy Parc steeds interessanter voor energiegerelateerde

bedrijven. Dat merken we aan de belangstelling van het

bedrijfsleven.’

Enorme toegevoegde waardeOok Sander Oosterhof ziet de Eemshaven als een krach-

tige magneet voor nieuwe bedrijvigheid. En dat beperkt

zich volgens hem niet tot de energiesector: ‘In de slip-

stream van de energiebedrijven is er bijvoorbeeld veel be-

langstelling van grote energiegebruikers zoals datahotels.

Er is er nu één gevestigd, het TCN-datahotel, maar dat

gaan er door de nieuwe centrales zeker meer worden. Het

belang van dataopslag wordt steeds groter. In de Eemsha-

ven is voor dit soort bedrijven meer dan genoeg energie,

met lage transportkosten en hoge leveringszekerheid.

Bovendien voldoet de Eemshaven aan een aantal andere

belangrijke criteria voor dit soort ondernemingen. Ook

voor veel andere bedrijven is de Eemshaven aantrekkelijk

door de enorme toegevoegde waarde.’

Groningen Seaports beheert naast het havengebied ook

de bedrijventerreinen in verschillende gemeenten in de

regio. Clustervorming en toegevoegde waarde zijn daarbij

kernbegrippen, volgens directeur Post: ‘Als je de Eemshaven

op het gebied van overslag vergelijkt met Rotterdam is

de verhouding ongeveer 1:60. Maar kijk je naar toege-

voegde waarde dan verandert dat cijfer in 1:12. Vrijwel

nergens in Nederland vind je zoveel toegevoegde waarde.

Neem de relatie tussen energie en chemie. De centrales

produceren een grote hoeveelheid stroom. Daarbij komt

CO2 vrij die afgevangen wordt. Dat biedt kansen voor

het bedrijfsleven. CO2 is immers een belangrijke grondstof

voor de chemische industrie. De centrale van NUON

heeft een vergassingsstap, de producten daarvan kunnen

ook als grondstof voor de chemie worden gebruikt. Een

vergelijkbaar verhaal geldt voor biomassa. Daarvan wordt

hier zo’n vijfhonderdduizend ton per jaar aangevoerd.

De nieuwe centrales zijn dus van groot belang voor de

energietransitie, maar ook voor de chemie. Een bedrijf

Page 13: NOMMER 7

I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

als BioMCN maakt bijvoorbeeld van de afvalproducten

groene methanol. Ook de aluminiumindustrie profiteert

van de bulktoevoer en energie van de Eemshaven.’

Leidingstraat voor ondergronds transportDe naderende komst van een ‘leidingstraat’ tussen

Eemshaven en Delfzijl kan volgens Sander Oosterhof de

toegevoegde waarde voor het bedrijfsleven nog verder

vergroten: ‘Het gaat daarbij om een uniek ondergronds

buizenstelsel voor snel en veilig transport van vloeistof-

fen en gassen. Zeeschepen met grote diepgang kun-

nen niet aanleggen in de haven van Delfzijl, wel in de

Eemshaven. Grondstoffen voor de chemische industrie

kunnen straks met grote schepen in de Eemshaven

aangevoerd worden en via de ondergrondse leidingstraat

veilig naar Delfzijl getransporteerd worden.’

De strategie achter de ontwikkelingssprongHet heeft lang geduurd voor het grote succes zich aan-

diende, maar de afgelopen jaren is er opeens een gewel-

dige jump in de ontwikkeling gemaakt. Volgens Harm

Post heeft dat alles te maken met een uitgekiende mix

van activiteiten die vier jaar geleden is ingezet: ‘In de

eerste plaats hebben we ons meer op de communicatie

gestort, met de strategie ’alleen contracten, geen contac-

ten’. Oftewel: alleen zaken naar buiten brengen die zeker

zijn. Als je eerdere aankondigingen moet terugnemen

omdat het tegenvalt, levert dat een negatieve beeldvor-

ming op. Dus alleen positieve berichten die je waar kunt

maken. Daarnaast hebben we het programma ‘zout aan

de broek’ geïntroduceerd. Een leuk dagje Eemshaven

voor ondernemers, met vis en jenever, een tochtje met

een speedboot door de havens en een bedrijfsbezoek.

Daar zijn erg positieve reacties op gekomen. In totaal

zijn er circa 4.000 ondernemers op afgekomen. Verder

hebben we constant onze Haagse contacten gekoesterd

en hebben we geïnfiltreerd in zoveel mogelijk zakelijke

netwerken. Die mix werpt nu zijn vruchten af.’

De jeugd heeft de toekomstOndanks de juichstemming over de recente successen

blijft Harm Post ook realistisch: ‘We zitten nu in een

luxe situatie, maar als je niet alert blijft kan dat ook tot

luxeproblemen leiden. Bijvoorbeeld dat je meer werk

hebt dan de arbeidsmarkt aankan. In het noorden speelt

de krapte op de arbeidsmarkt een minder grote rol

dan elders, maar ook hier wordt het steeds lastiger om

goede techneuten te vinden. Dat zet je aan het denken

over de toekomst. Daarom hebben we een programma

opgezet om het imago van de haven te verbeteren en

lagere schoolkinderen te stimuleren om een technische

richting te kiezen. We geven voorlichting op scholen en

organiseren samen met bouwers werk-leerprojecten. In

het Seaports Experience Center laten we kinderen zien

dat het in een haven draait om geavanceerde techniek

en dat het leuk is om daarmee te werken. Op die manier

hopen we ze warm te maken voor een technisch profiel.

Want als we in dit tempo doorgroeien kunnen we

nieuwe technische talenten straks goed gebruiken!’ ■

Harm Post en Sander Oosterhof zijn eensluidend over de toekomst van de Eemshaven.

13

Page 14: NOMMER 7

1414

ICY B.V., gevestigd in Lemmer, is zo’n 15

jaar geleden ontstaan door een duurzame

uitvinding van algemeen directeur en

oprichter René Nederhoed.

‘De uitvinding, de ICY1845TT Timer

Thermostaat, wordt inmiddels in een

groot deel van bungalowparken in Neder-

land gebruikt en bespaart hen gemiddeld

tussen de 35 en 50% energie. Gerenom-

meerde organisaties als CenterParcs en

Landal behoren tot onze vaste klanten.

De thermostaat heeft geleid tot de ontwik-

keling van een hele serie producten, die

allemaal tijd-, geld- en energiebesparing

als uitgangspunt hebben.’

‘Een van deze producten is ICY Control

Center. Hiermee kunnen bungalows of

bijvoorbeeld kantoren vanuit een centrale

locatie gecontroleerd en aangestuurd

worden. Het gaat dan om zaken als ver-

warming, rookmelding, bewegingsdetectie,

ventilatie, legionellamonitoring, enzovoort

(meer informatie op www.icy.nl).’

‘Ook is ICY actief op de consumenten-

markt. Samen met Essent hebben we de

Slimme Thermostaat op de markt gezet.

Een thermostaat die is uitgerust met

intelligente aanwezigheidsdetectie. Hier-

door besparen particulieren circa 20%

energie. Bovendien is deze thermostaat

gemakkelijk en overzichtelijk met de pc

te programmeren.’

‘De nieuwste ontwikkeling is de ICY

Connect. Hiermee kan een thermostaat,

maar ook andere apparatuur, door het

sturen van een SMS bediend worden.

Dit product komt september 2010 op

de markt.’

‘Mede dankzij financiering door de NOM

is ICY uitgegroeid tot een succesvol en

professioneel bedrijf met 14 medewerkers

en een goede bekendheid en naam in

haar branche. Met name in de begin-

periode heeft de NOM ICY goed op weg

geholpen met haar financiële kennis en

haar uitgebreide netwerk.’

René Nederhoed

Algemeen Directeur

Participaties aan het woord

ICY BV, kwestie van timing

Hoe krijg je als Noord-Nederlands bedrijf

een uitstekende naam bij de Europese

postorganisaties en bij de grootste bloe-

menveiling ter wereld? Klaas Oolders

vertelt: ‘Gewoon door te zeggen wat je

doet, door te doen wat je zegt, vastbijten

en volhouden. Dat is voor Hoza de basis

voor het succesvol opereren bij grote orga-

nisaties als TNT Mail, TNT Pakketservice,

De Post Belgium, La Poste France, Die Post

Bern, Bloemenveiling FloraHolland en vele

anderen. Voor velen is de voor ons van-

zelfsprekende werkwijze een openbaring

en voor anderen is het een vereiste.’

‘Hoza ontwikkelt en produceert al 75 jaar

logistieke middelen en systemen die borg

staan voor een zeer efficiënte collectie,

sortering en distributie van verschillende

producten. Van briefpost tot pakketten en

Effectieve en log ische systemen van Hoza Log istic Solutions

Page 15: NOMMER 7

15

I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

‘In 2004 is CrystalQ opgericht met start-

kapitaal van de NOM. Als eerste ontwik-

kelden we de polijsttechnologie. In 2009

hebben we ook de kristalgroeitechnologie

in huis gehaald. In deze fase zijn drie

nieuwe investeerders bij het bedrijf betrok-

ken. Vandaag heeft CrystalQ een volledige

proeffabriek operationeel. Naast start-

kapitaal levert de NOM een actieve bijdrage

aan het verkrijgen van subsidies en bank-

leningen.’

‘CrystalQ BV maakt en verkoopt dunne

substraten (flinterdunne ‘glas’plaatjes) van

saffier voor de halfgeleiderindustrie. Het

saffier is zeer zuiver en heeft de gewenste

kristalstructuur. CrystalQ maakt de kris-

tallen bij ongeveer 2300°C in vacuüm.

Vervolgens worden cilinders geboord en

substraten gezaagd. Het oppervlak wordt

uiteindelijk extreem vlak gepolijst en ge-

reinigd in een stofvrije omgeving. Saffier

wordt voornamelijk gebruikt als basis om

LED-lampjes op te maken. LED-lampjes

gaan lang mee en gebruiken weinig ener-

gie. De vraag ernaar groeit daarom sterk.

De prestaties van LED-verlichting zullen

verder toenemen en de prijzen zullen

blijven dalen. In de nabije toekomst zal

LED-verlichting een normaal verschijnsel

in onze huiskamers gaan worden.’

‘Ook IC’s (computerchips) die in een

omgeving met veel elektromagnetische

straling werken, worden op substraten

van saffier gemaakt. Deze chips worden

op grote schaal gebruikt in mobiele

telefoons. Met name de toenemende

functionaliteit van de moderne smart-

phones vereisen geavanceerde IC’s.

In 2010 zullen we een agressief groei-

scenario in gang zetten. De productie

wordt stevig opgeschaald om aan de

vraag van onze klanten te kunnen

voldoen. In het businessplan 2010-2014

heeft CrystalQ haar ambities helder ge-

definieerd. Mede dankzij de actieve bij-

drage van de NOM zijn we in staat onze

doelstellingen te blijven verwezenlijken.’

Bart Denekamp

Chief Executive Officer

Participaties aan het woordSucces CrystalQis kristalhelder

van bloemen tot eurobiljetten. De grote

projecten die Hoza voor haar klanten

verzorgt, hebben als bijkomstigheid dat

het projecten zijn die jaren voorbereiding

vergen, zowel technisch als commercieel.

Dit vraagt van de organisatie een groot

doorzettingsvermogen en vasthoudend-

heid. Veel concurrenten haken, lopende

de voorbereidingstrajecten van tussen de

drie en zeven jaar, dan ook af. Onze volks-

aard is ook gelijk de basis voor ons succes

en onze vasthoudendheid. Met deze werk-

wijze hebben we een grote opdracht van

de Zwitserse Post weten binnen te halen:

de inrichting van drie nieuwe postsorteer-

centra in Zwitserland met 70.000 trolleys.

Dit project hebben we inmiddels succesvol

afgerond. Op dit moment werken we aan

de integratie van de logistieke systemen

van zes bloemenveilingen in Nederland

tot één logistiek concept. We bouwen

260.000 bloementrolleys om tot een lan-

delijke standaard.’

‘Zonder ondersteunende aandeelhouders

als de NOM zou het voor Hoza onmogelijk

zijn geweest om zich als noordelijk MKB-

bedrijf te ontwikkelen tot een onderne-

ming die onder internationale concurren-

tie grote internationale projecten van vele

tientallen miljoenen euro’s binnen weet

te halen. Gelukkig beperkt deze onder-

steuning zich niet tot een puur financiële,

maar is de NOM voor de directie ook een

goed klankbord en biedt zij ingangen tot

netwerken.’

Klaas Oolders

Director

Effectieve en log ische systemen van Hoza Log istic Solutions

Page 16: NOMMER 7

16

Financiëlebelangen

Peildatum: mei 2010

5

1

1

11

1

1 2

2

1

1

1

1

2

1

1

1

1

3

1

5

2

1

1

1

1

1

11

11

5

1

1

6

11

3

2

1

3

1

28

4

3

43

Sneek

Lemmer

Joure Heerenveen

Nijehaske

Oranjewoud

Wolvega

Noordhorn

Winsum

Pieterburen

Ten Post

Haren

Sappemeer

Westerbroek

Oude Pekela

Stadskanaal

Vlagtwedde

Hoogeveen

Emmen

Coevorden

Dwingeloo

Wijster

Westerbork

1

Hooghalen

Bruntinge

Nieuweroord

Ter Apel

Veendam

Delfzijl

Eemshaven

Farmsum

Assen

1Annen

Gasselte

EeldeGlimmen

3Leek

1Tolbert

Marum

Kornhorn

Dokkum

Drachten

BeetsterzwaagWaskemeer

LeeuwardenFraneker

Harlingen

GrouZuidlaren

Meppel

Groningen

1

1

1Oosterwolde

2Roden

1

Veenhuizen

1Zuidbroek

Appelscha

1

1Klazienaveen

Annen RB Holding Annen B.V. Appelscha G.H. Welles Holding B.V. Assen Amdico B.V., H.E.S. Heerema Holding B.V., Interwell Holding B.V.Beetsterzwaag NOM/ ABN AMRO Startersfonds B.V. Bruntinge AS Pol B.V.Coevorden Europark Coevorden - Emlichheim GmbHDelfzijl Antheus Magnesium B.V., Koninklijke Wagenborg B.V.Dokkum Prins Holding N.V.Drachten Bair B.V.Dwingeloo R.T. Dwingeloo B.V.Eelde Groningen Airpark Eelde B.V.Eemshaven Holland Malt B.V.Emmen Applied Polymer Innovations Emmen B.V., Catch Holding B.V., More-to.com C.V., Plastinum Polymer Technologies Corp. B.V., Wireless Value Beheer B.V.Farmsum BioMethanol Chemie Holding B.V., Noord Nederlandse Oliemolen B.V.Franeker Alu-Bouw Fryslân B.V., Bijlsma Meubelen Holding B.V., Steinfort Capital B.V.Gasselte Mennega Metaalconstructies B.V. Giethoorn Jorritsma Holding B.V.Glimmen Alobi B.V.Groningen Air Center Europe Aviation Academy B.V., Autotrust Europe B.V., Avesis B.V., Bekent Internet Marketing B.V., Bioclear Holding B.V., Conoship International B.V., CTG Holding B.V., De Verbinding B.V., Dutch Theatre Systems & Services B.V., Enable IT B.V., Gino B.V., IQ Corporation B.V., Kalooga B.V., Kiadis Pharma B.V., Mucosis B.V., Netwiz B.V., Orteq Ltd., Pezy Group B.V., Polyganics B.V., RME B.V., SenzAir B.V., SmartDutch B.V., Solenne B.V., TCN/ SIG Telehousing B.V., Thazza B.V., TSC Holding B.V., Zernike Seed Fund B.V., Zwartwoud Beheer B.V.Grou S. Hoekstra Warten B.V.Haren Domatops B.V.Harlingen Tohil Nederland B.V.Heerenveen Glice International B.V., Health Prevent B.V., LetsStat B.V., Massolt Holding B.V.Hoogeveen HSF Holding B.V., Inlicence B.V., KLS Netherlands B.V., Rovecom Holding B.V., SuperMailServiceHooghalen Large Scale Information Displays B.V.Joure Axes Automotive B.V., Global Environmental Solutions B.V., Trilobes Power International B.V.

Page 17: NOMMER 7

17

I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

5

1

1

11

1

1 2

2

1

1

1

1

2

1

1

1

1

3

1

5

2

1

1

1

1

1

11

11

5

1

1

6

11

3

2

1

3

1

28

4

3

43

Sneek

Lemmer

Joure Heerenveen

Nijehaske

Oranjewoud

Wolvega

Noordhorn

Winsum

Pieterburen

Ten Post

Haren

Sappemeer

Westerbroek

Oude Pekela

Stadskanaal

Vlagtwedde

Hoogeveen

Emmen

Coevorden

Dwingeloo

Wijster

Westerbork

1

Hooghalen

Bruntinge

Nieuweroord

Ter Apel

Veendam

Delfzijl

Eemshaven

Farmsum

Assen

1Annen

Gasselte

EeldeGlimmen

3Leek

1Tolbert

Marum

Kornhorn

Dokkum

Drachten

BeetsterzwaagWaskemeer

LeeuwardenFraneker

Harlingen

GrouZuidlaren

Meppel

Groningen

1

1

1Oosterwolde

2Roden

1

Veenhuizen

1Zuidbroek

Appelscha

1

1Klazienaveen

Klazienaveen Km-Engineering / Liquid Filtration Systems V.oF.Kornhorn Storteboom Group B.V.Leek Data B. Mailservice Holding B.V., Horus Surround Vision B.V., Pendracare Holding B.V. Leeuwarden Advanced Photovoltaic Applications B.V., AquaExplorer B.V., Capilix B.V., Datacenter Fryslân B.V., Grendel Games V.o.F., Living Foods B.V., Paintcube B.V., Professionele Distributiegroep B.V., Technologies88 B.V., Van Ulzen Leeuwarden Beheer B.V., Vergnes Holding B.V.Lelystad Eclair-E N.V.Lemmer Intelligent Controls Ymir V.o.F.Marum Baron-de Boer Beheer B.V., Coöperatieve Vereniging De Nieuwe Band U.A.Meppel Varibel B.V.Nieuweroord Wageco Benelux B.V.Nijehaske F. Bosma Beheer B.V., HuQ Speech Technologies B.V., Newion Investments Management B.V.Noordhorn Micro Key B.V. Oosterwolde Kid Car Company B.V.Oranjewoud Tjaarda Oranjewoud B.V.Oude Pekela Drenth Holland B.V., Hennepverwerkingsbedrijf Dun Agro B.V., Strating Beheer B.V.Pieterburen 4C Holding B.V. Roden Resato Industries Holding B.V., Syntri B.V. Sappemeer Smit Sappemeer Beheer B.V., Studio 4 Beheer B.V.Sneek BrandNew B.V., Lampe Holding B.V., No Noises Holding B.V., PID Stainless Products V.o.F., VIA Drupsteen B.V., WorkCity B.V.Stadskanaal CrystalQ Group B.V.Ten Post Amca Beheer B.V. / Amca Engineering B.V.Ter Apel Indugroep Participaties B.V.Tolbert MW Panel Werkbladen B.V. Veendam ABS Beheer B.V., Kisuma Euro B.V., Nedmag Industries Mining and Manufacturing Holding B.V., Zechstein Minerals B.V. Veenhuizen Bitter & Zoet Veenhuizen B.V.Vlagtwedde Emslandermeer B.V.Waskemeer ZiuZ B.V.Westerbork Intelligent Lectern Systems B.V.Westerbroek Volharding Shipyards Holding B.V.Wijster Hilbrands Laboratorium B.V.Winsum (FR) Miedema Holding B.V.Wolvega R&G Beveiliging B.V., Travaillé Beheer B.V. Zuidbroek Bavin B.V.Zuidlaren Ritinimare B.V.

Page 18: NOMMER 7

18

In 2009 zijn diverse NOM-deelnemingen geconfronteerd met de gevolgen

van de economische recessie. Bij Indugroep Participaties uit Ter Apel, waarvan

onder meer Witronic en Wijdeven (transformatoren en lineaire motoren) deel

uitmaken, heeft de recessie hard toegeslagen. Met belangrijke klandizie in de

semiconductor-industrie is dit niet verwonderlijk.

Directeur Jan van de Maat: ‘We hadden het bedrijf Wijde-

ven samen met de NOM nog maar net overgenomen en

ons de organisatie nog maar nauwelijks eigen gemaakt,

toen de crisis toesloeg. Er was geen tijd om rustig na te

denken, er moest direct fors worden ingegrepen.’

Het jaar 2009 is voor Wijdeven een hectisch jaar gewor-

den. Het ontslag van tientallen werknemers moest direct

ingezet worden. Schrijnend soms, maar noodzakelijk.

Hoewel er ook nieuwe omzet werd gescoord bij nieuwe

klanten, viel de terugloop in omzet bij grote klanten van

90% niet te compenseren.

Van de Maat: ‘En toch loop je dan achter de feiten

aan. De effecten van personeelsreductie komen pas na

máánden. Ondertussen loop je uit je financiële middelen

en kun je niet meer volledig aan je verplichtingen bij de

bank voldoen.’

Het maken van nieuwe afspraken met de bank over de

aflossingsverplichtingen was geen eenvoudige opgave.

Er zat door de overname veel schuld in de onderneming

en de banken waren ondertussen juist zelf op zoek naar

liquiditeiten.

Van de Maat: ‘De NOM heeft zich een goede aandeel-

houder getoond: we zijn samen het gesprek met de bank

aangegaan. Ondertussen wist ik al wel dat de NOM ons

niet zou laten vallen. In alle hectiek van 2009 was dat

een hele geruststelling.’

Dat het snel kan gaan bleek eind 2009. Terwijl de on-

derhandelingen met de bank in de eindfase waren en

de laatste ontslagen werknemers nog maar net waren

vertrokken, begon de semiconductormarkt weer aan te

trekken.

Van de Maat: ‘We hebben letterlijk nét ontslagen mede-

werkers weer opnieuw aangenomen. Dat klinkt ineffi-

ciënt en toch, als we niet rigoureus hadden gereorgani-

seerd, had ons bedrijf het niet gered.’

Het herstel heeft ondertussen fors doorgezet en de

orderportefeuille voor 2010 is goed gevuld. Indugroep

heeft in 2009 een omzetval van ruim 40% overleefd met

steun van de NOM, maar uiteindelijk is een aanvullende

kapitaalinjectie niet nodig gebleken.

NOM Investment Manager Jeroen van Onna: ‘Het banen-

verlies is natuurlijk te betreuren, maar een belangrijk

resultaat is dat er nu een goed gereorganiseerd bedrijf

staat met nieuwe ideeën en een heldere strategie. Het

jaar 2010 ziet er dan ook goed uit.’ ■

2009: Wijdeven in zwaar weer

Page 19: NOMMER 7

1919

Er zijnaltijdemoties

I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

Ik sta voor een keuze, kies ik die tegel met dat mooie glimmende

toplaagje die toch redelijk aan de prijs is, of kies ik die meer eenvoudige

tegel die een stuk goedkoper is en waardoor ik ook nog een mooie

plantenbak zou kunnen kopen? Economie in zijn puurste vorm: welk

nut ontleen ik aan het product en wat heb ik daar voor over.

Tijdens mijn werk moet ik geregeld terugdenken aan mijn studie

en aan alle economische theorieën die ik heb moeten leren. Zijn dit

nou puur theorieën of zijn dit toch een soort waarheden die zich in de

praktijk ook voordoen?

Er zijn zeker een groot aantal theorieën die de werkelijkheid redelijk

dicht benaderen. Het is volgens een economische theorie bijvoorbeeld

efficiënter als men zich specialiseert in waarin hij goed is. En inderdaad,

ik zie vaak dat bedrijven met de beste focus de meest succesvolle

bedrijven zijn.

Er is echter één aspect dat altijd aanwezig is, maar niet te vangen

in een model of theorie, en dat is emotie. Keuzes en beslissingen wor-

den altijd gekleurd door emotie. Hoe rationeel je ook denkt te zijn en te

handelen, emotie speelt een rol. De hoeveelheid emotie hangt af van

de situatie, de keuze of beslissing die gemaakt moet worden. Econo-

mische modellen laten echter (helaas) weinig ruimte voor emotie, aan-

gezien dit moeilijk, zo niet onmogelijk is om te definiëren. Een emotie

is een beleving of gevoel dat ontstaat in een bepaalde situatie en vaak

zelfs spontaan. Toch is dit het meest interessante aspect van een beslis-

sing of keuze. Waarom doe je iets zoals je het doet en waarom doe je

het niet anders? Aan emotie kun je ook nut ontlenen die niet tot uiting

komt in een model. Hoeveel nut ontleen ik aan de keuzes die ik maak?

De kracht van een ondernemer is de financier ervan te overtuigen dat

de keuzes die hij maakt het meeste nut opleveren voor het bedrijf en de

omgeving.

Ik heb ontdekt dat ik toch meer nut ontleen aan een mooie plan-

tenbak met mooie bloemen. Hier werd ik blijkbaar gelukkiger van dan

van een iets mooiere tegel. En ondanks dat het een puur rationele,

financiële beslissing had kunnen zijn, zie je dat emotie toch zeker zo

belangrijk is. Heb ik er een goed gevoel bij? Dus vind je passie, doe waar

je goed in bent en houd in je achterhoofd dat keuzes altijd gekleurd zijn

door emotie, hoe rationeel je ook denkt te zijn.

Chantal Leijendekker

Investment Manager

[email protected]

Page 20: NOMMER 7

‘Je moet er echt bovenop zitten’

In nauwe samenwerking met EZ wijst NOM-IB noordelijke bedrijven de weg in de

markt voor compensatieorders. Een aantrekkelijke markt, maar niet minder complex.

Van bedrijven worden flinke inspanningen gevraagd. ‘Als je eenmaal binnen bent,

dan kom je er bijna niet meer vanaf.’

De kansrijke wereld van compensatieorders

20

Page 21: NOMMER 7

21

I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

Buitenlandse bedrijven die van het Ministerie van

Defensie opdracht krijgen voor de levering van militaire

goederen met een opdrachtwaarde van vijf miljoen euro

of hoger, zijn verplicht om een zgn. compensatieover-

eenkomst te sluiten met het Ministerie van Economische

Zaken (EZ). De overeenkomst geeft de verplichting om

100% van de waarde van de defensieopdracht te com-

penseren bij de industrie en/of kennisinstellingen in

Nederland. Een lucratieve business, dat zeker. Niet zomaar

vormt de compensatiemarkt een wezenlijk onderdeel

van het Nederlandse industriebeleid. Vandaar ook dat

het is ondergebracht bij het Ministerie van Economische

Zaken. De invulling van de compensatieverplichting kan

zowel militair als civiel van aard zijn.

DoorzettingsvermogenRond de millenniumwisseling heerste binnen de NOM

het sterke gevoel dat het Noorden minder van het com-

pensatie-instrument profiteerde dan elders in Nederland.

Daar moest maar eens verandering in komen! Er lagen

voor de regio tenslotte tal van kansen en mogelijkheden.

Wat volgde was een overleg met EZ over het starten van

een specifiek op compensatieorders gericht programma.

Niet veel later, eind 2000 om precies te zijn, werd, bij

wijze van pilot, Ko van Amerongen vanuit EZ (Commis-

sariaat Militaire Productie) bij de NOM gedetacheerd. Ko

is op het ministerie werkzaam als regiocoördinator en al

sinds 1989 actief in de wereld van de compensatieorders.

Aan hem de taak om de NOM te ondersteunen om het

noordelijke bedrijfsleven meer bekend te maken met het

compensatiemechanisme. ‘Compensatieplichtige bedrij-

ven hebben een verscheidenheid aan mogelijkheden’,

legt Ko uit. ‘Denk aan het plaatsen van opdrachten bij de

Nederlandse industrie, het overdragen van technologie

en het helpen van Nederlandse bedrijven bij het penetre-

ren van nieuwe buitenlandse markten. Het is echter niet

eenvoudig om compensatieorders binnen te halen. Inte-

gendeel! Wij zijn tenslotte niet het enige land waarmee

buitenlandse bedrijven verplichtingen moeten aangaan.

De onderlinge concurrentie is enorm. Van de Neder-

landse industrie wordt doorzettingsvermogen gevraagd

en een flinke investering in tijd. Maar die inspanningen

kunnen wel worden beloond met meerjarencontracten,

vervolgorders en ingangen in nieuwe markten.’

Hoge kwalificatiesNiet alle noordelijke bedrijven komen vanzelfsprekend

in aanmerking voor compensatieorders. Er worden

veelal hoge kwalificaties gevraagd op het gebied van

bijvoorbeeld kennis en technologie. De meeste bedrijven

moeten bovendien leveren of kunnen leveren aan de

defensiemarkt. Om die reden trok Ko vier jaar lang, de

duur van zijn detachering, door de regio en bracht in die

periode relevante partijen in kaart en hen in contact met

compensatieplichtige bedrijven. De eerste successen ble-

ven niet uit. Zo wisten o.a. Amca uit Ten Post, een bedrijf

dat hydraulische componenten ontwerpt en fabriceert,

en elektronicabedrijf Neways Leeuwarden al relatief snel

een plaats op de compensatiemarkt te veroveren. Poly-

ganics in Groningen wist zelfs toegang te krijgen op de

Noord-Amerikaanse markt.

Netwerkprogramma Compensatieorders‘Na het pionierswerk van Ko hebben we in 2004 de pilot

een vervolg gegeven in de vorm van een speciaal pro-

gramma, het Netwerkprogramma Compensatieorders’,

vertelt Wubbo Everts, Projectmanager Compensatieor-

ders van de NOM. ‘Dat hebben we gedaan onder de vlag

van de toenmalige stichting TxU. Finca Consulting uit

Amsterdam speelde daarin een belangrijke rol. De orga-

nisatie richt zich uitsluitend op lucht- en ruimtevaart

en de defensiemarkt, een ideale partner dus. Finca heeft

samen met de NOM het definitieve programma opge-

steld. De nadruk lag op een aantal voor compensatie-

opdrachten essentiële zaken. Denk aan contractkennis,

kwaliteitszorg, het leggen en onderhouden van contacten

met compensatieplichtige bedrijven en voorlichting over

de benodigde competenties. Aan het Netwerkprogramma

Compensatieorders namen zo’n 25 voornamelijk regionale

MKB-bedrijven deel, een selectie uit de pool van de door

Ko bezochte bedrijven. Doel was om hen in contact te

brengen met buitenlandse bedrijven en hen te begeleiden

bij de acquisitie. Om zo de toegang tot de compensatie-

markt te vergroten en de mogelijkheden beter te benut-

ten. Naast diverse informatieve activiteiten werden

daarom ook beursbezoeken en matching-bijeenkomsten

verzorgd.’ >

Page 22: NOMMER 7

22

Succesvolle activiteitHet Netwerkprogramma Compensatieorders heeft haar

waarde inmiddels ruimschoots bewezen. Compensatie-

projecten zijn verworden tot een succesvolle activiteit

van NOM-IB, het hoofdonderdeel waar ze zijn onderge-

bracht. Zo verwerven onder meer Machinefabriek Van

der Ploeg uit Leeuwarden, FINN uit Stadskanaal en KMA

Textiles uit Wommels regelmatig opdrachten vanuit de

defensie-industrie. En ook Variass liet met het binnenha-

len van een aantal prestigieuze orders van zich spreken.

Voorbeelden daarvan zijn orders die gegund werden

door het Zweedse bedrijf Saab Aerotech en het Duitse

Rheinmetall Landsysteme. Het betreft compensatieorders

voor de productie en levering van technologisch geavan-

ceerde systemen met een omzet van ruim 5 miljoen

euro. ‘Succes op deze lucratieve, maar bovenal complexe

markt is uitsluitend voorbehouden aan bedrijven die

zich voor de volle 100% inzetten’, benadrukt Ko. ‘Er zijn

genoeg bedrijven die het interessant vinden, maar zich

niet verroeren. Dan lukt het ook niet. Want het is niet zo

dat NOM-IB of EZ de opdrachten binnenhaalt. EZ onder-

steunt, begeleidt en weet welke opdrachten er spelen. De

NOM informeert en stimuleert. De bedrijven zelf moeten

het contact onderhouden en ervoor zorgen dat ze hun

kwaliteitssysteem op orde hebben en goed met hun prijs

zitten. Uiteraard zijn er ook zaken die je niet in de hand

hebt. Er worden soms ‘politieke spelletjes’ gespeeld. Daar

moet je ingroeien, dat is niet iets wat je van vandaag op

morgen begrijpt. Je moet er echt bovenop zitten. Maar

één ding is zeker: als je eenmaal binnen bent, dan kom

je er bijna niet meer vanaf. Dan beschik je over een

bestendige relatie die vaak verder reikt dan alleen een

compensatieopdracht.’

Defensie Innovatie Competitie 2010Sinds enige tijd is het Netwerkprogramma Compensatie-

orders geëindigd, evenals de samenwerking met Finca.

Momenteel richt NOM-IB zich meer en meer op het

informeren van bedrijven en het in stand houden van

de netwerken. ‘De meeste bedrijven in de regio hebben

we wel in kaart’, betoogt Wubbo. ‘Natuurlijk, we willen

graag voeling houden met de sector. Vandaar ook dat we

het netwerkdeel zo belangrijk vinden. We zijn bijvoor-

beeld nauw betrokken bij de Defensie Innovatie Compe-

titie 2010. Een competitie, georganiseerd door Defensie

Research & Development, die MKB-bedrijven uitdaagt

om hun kennis aan te wenden voor nieuwe toepassin-

gen in de defensie-industrie. Het thema is: Energie &

Duurzaamheid. Interessant, vooral omdat Energie één

van de vier pieken van de NOM is. De winnaars van de

competitie mogen op kosten van Defensie een werkend

prototype of demonstrator realiseren van hun beoogde

innovatie. Een aansprekend initiatief, waar we als NOM

maar al te graag aan bijdragen.’ ■

Wubbo Everts en Ko van Amerongen hebben een goede kijk op de markt voor compensatieorders.

Page 23: NOMMER 7

I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

23

I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

De NOM heeft het jaar 2009 afgesloten met een negatief

financieel resultaat van € 7,5 miljoen. Een lelijke tegen-

valler. Bij een aantal bedrijven waarin de NOM partici-

peert, moesten we ons belang afwaarderen. Ook hadden

we te maken met 12 faillissementen. Participaties met

winst verkopen was in 2009 nauwelijks mogelijk. Het

verlies was volledig toe te schrijven aan de economische

crisis die het MKB, de doelgroep van de NOM, hard heeft

getroffen.

Gelukkig hoeven we niet naar ieder afzonderlijk jaar te

kijken, maar beoordelen we het resultaat van de vier-

jaars periode 2007 tot en met 2010. We hebben goede

aanwijzingen dat we aan het eind van 2010 een positief

resultaat over die gehele periode kunnen laten zien.

Dat verlies in 2009, daar staat heel wat tegenover. De

NOM is ook in slechte tijden onverkort doorgegaan met

het uitvoeren van haar opdracht. Zo is ons pre-starters-

project Flinc er hard tegenaan gegaan en heeft voor 42

starters zo’n € 2,7 miljoen op tafel weten te krijgen. Zelf

heeft de NOM daar voor bijna een miljoen risicodragend

aan bijgedragen. Vanuit NOM Finance werd in totaal

€ 16,1 miljoen uitgezet. Dat is ongeveer 80% van wat

we in normale economische omstandigheden mogen

verwachten. Wij zijn onze verantwoordelijkheid dus

bepaald niet uit de weg gegaan, ondanks de risico’s.

Op het gebied van investeringsbevordering werden we

geconfronteerd met veel bedrijven die onder de huidige

omstandigheden hun vestigings- of uitbreidingsplannen

op een laag pitje zetten. We blijven dan ook wat achter

met het creëren van directe arbeidsplaatsen, maar qua

investeringsomvang zitten we ruim op schema. Dat geldt

ook voor de activiteiten op het gebied van Ontwikke-

ling & Innovatie, het ontwikkelen van nieuwe ideeën,

producten en productiemethoden. Bedrijven hebben in

2009 weer laten zien dat ze graag in onze programma’s

participeren en de doelstelling om een innovatie-impuls

van € 50 miljoen te realiseren in vier jaar, is in drie jaar

tijd al bijna bereikt. >

We gaan door met het nemenvan - verantwoorde - risico’s

2009

in c

ijfer

s

Page 24: NOMMER 7

24

Activa

2009 2008

Financiële vaste activa

Participaties 1 23.302 25.749

Vorderingen op participaties 2 11.301 8.529

Overige leningen u/g 3 15.701 13.126

Stimulerings- en innovatiekredieten 4 920 -

Pre Seed Capital Faciliteit 5 503 -

Effecten 6 - 2.162

51.727 49.566

Vlottende activa

Vorderingen op overlopende activa 7 1.653 1.749

Liquide middelen 8 28.467 39.124

30.120 40.873

Totaal activa 81.847 90.439

Groepsvermogen 9 73.968 81.418

Voorzieningen 10 93 84

Langlopende schulden

Staat der Nederlanden / Samenwerkingsverband Noord-Nederland inzake innovatiefaciliteit 11 - 1.941

Kredietinstellingen 12 4.045 3.910

4.045 5.851

Kortlopende schulden 13 3.741 3.086

Totaal passiva 81.847 90.439

Geconsolideerde balans

per 31 december 2009

(x €1000,-)

(voor resultaat

bestemming)

Passiva

Page 25: NOMMER 7

2525

Financieringsbedrijf

2009 2008

Opbrengsten

Rente- en provisiebaten 14 5.649 6.737

Ontvangen dividenden 15 504 886

Opbrengst commissariaten 16 101 150

Resultaat verkopen participaties 17 377 11.043

Bijdrage EU Programma Secretariaat 18 160 1.193

Resultaat Stimuleringskredieten en Innovatie- en Ontwikkelingskredieten 19 690 -522

Resultaat Pre Seed Capital Faciliteit 20 -461 -351

Projectmanagement - 9

7.020 19.145

Kosten

Personeelskosten 24 2.148 1.732

Overige kosten 25 1.342 1.359

Saldo van dotaties aan de voorziening voor financiële vaste activa 9.522 13.753

13.012 16.844

Resultaat Financieringsbedrijf -5.992 2.301

Opbrengsten / vergoedingen

Ministerie van Economische Zaken 21 2.445 2.413

Bijdrage Provincies 22 543 524

Bijdrage Provincies inzake Regionale Netwerken 415 406

Diensten aan derden 23 29 10

3.432 3.353

Kosten

Personeelskosten 24 2.850 2.900

Overige kosten 25 2.040 2.699

4.890 5.599

Resultaat Ontwikkelingsbedrijf -1.458 -2.246

Resultaat voor en na belasting -7.450 55

Geconsolideerde winst- en verliesrekening

over 2009 (x €1000,-)

Ontwikkelingsbedrijf

I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

Page 26: NOMMER 7

NPAL: de Noordelijke ProductiviteitsAlliantie.

Bedoeld om noordelijke bedrijven te helpen

hun productiviteit te verhogen. Hiervoor

organiseert NPAL verschillende activiteiten.

Zoals het NPAL Platform voor

directeuren en plant-

managers. Een plek waar

deelnemers zich kunnen

laten inspireren door

bijzondere sprekers. Sprekers met een lange-

termijnvisie. Sprekers die niet benauwd

zijn om die visie op een wat pittiger manier

onder de aandacht te brengen. Voor het

hogere en middenmanagement worden

ontwikkelclusters georganiseerd die moeten

helpen om strategische keuzes sneller en

beter om te zetten in concrete, meetbare

resultaten op de werkvloer. NPAL organi-

Deelnemers zijn garantie voor succes

26

‘Een eerste stap op weg naar Lean6Sigma is

anders naar je bedrijf en je productieproces-

sen kijken volgens de 6Sigma-aanpak. Stork,

één van de deelnemers, had daar al ervaring

mee. Stork heeft belangrijke verbeteringen

gerealiseerd door simpelweg op een andere

manier naar gegevens te kijken. Toen dat ter

sprake kwam in het netwerk was ik erg geïn-

teresseerd. Daarom heb ik met Eertwijn van

den Dool en Teus Rietveld van Stork afge-

sproken dat ze langs zouden komen. Tijdens

dat bezoek hebben we gekeken welke data

er vastgelegd worden binnen ons bedrijf en

wat je daarmee kunt doen.’

‘Kisuma Veendam is een volcontinu bedrijf

met hoogwaardige technologie. Het hele

productieproces wordt door een man of vijf

aangestuurd. Ons belangrijkste product is

een magnesiumverbinding die de hitte-

bestendigheid van kunststoffen vergroot.

Ons proces heeft een doorlooptijd van circa

2 dagen, met zowel batch- als continuproces-

sen. De procesmetingen vinden deels online

plaats, deels via het lab. Correcties op basis

van metingen vinden daardoor op verschillen-

de tijdstippen plaats. Alle metingen worden

opgeslagen. Dat betekent dat we enorm veel

data hebben. Maar wat doe je daarmee? Hoe

ga je van data naar informatie naar kennis naar

actie en uiteindelijk naar een beter resultaat?’

‘Tot nu toe keken wij altijd naar standaard-

grafieken van productie afgezet tegen de tijd.

Daarmee kun je goed de trends en pieken en

dalen zien, maar je krijgt geen inzicht in wat er

werkelijk gebeurt in de fabriek. Bij 6Sigma kijk

je op een andere manier naar je data. Via sta-

tistische analyses krijg je een duidelijk beeld

van je werkelijk prestaties. Van de positieve en

negatieve uitschieters in je productie en de

afwijkingen op het gemiddelde. Waar komen

die vandaan? Hoe komt het dat je op som-

mige dagen veel meer produceert dan op

andere? Welke correlatie is er met belangrijke

omgevingsfactoren en hoe verhouden die

zich onderling? Ook dat kun je via statistische

analyses onderzoeken. In ons voorbeeld

hebben we het verbruik van gas, water en

elektriciteit bekeken, maar in principe kun

je er alle meetbare factoren bij betrekken.

6Sigma is namelijk universeel toepasbaar in

elk proces. Door analyses ga je verbanden

zien en worden afwijkingen voorspelbaar,

waardoor je tijdig in kunt grijpen.’

‘Door 6Sigma te combineren met Lean heb

je de mogelijkheid om verbeteringen aan te

brengen in je processen en verspillingen te

reduceren. Bij Kisuma gaan we Lean6Sigma

in eerste instantie inzetten om onnodige

verspilling van materiaal en energie te voor-

komen en om de tijdbalans te verbeteren

via een pro-actieve stilstandsplanning en

vermindering van down time. Verder gaan

we uitzoeken welke correlatie er is tussen de

productie en het verbruik van respectievelijk

water, gas en elektra. Uiteindelijk moet dit

leiden tot betere en efficiëntere processen,

producten van hogere kwaliteit en daardoor

een grotere tevredenheid bij onze klanten.’

Jeroen Vogelzang, factory manager van Kisuma Chemicals in Veendam, is

een van de deelnemers aan het Lean6Sigma Cluster van NPAL dat samen met

SBE (Samenwerkende Bedrijven Eemsmond) wordt georganiseerd. Het doel

van dit cluster is om deelnemers kennis te laten maken met methoden om de

productiviteit te verbeteren.

Page 27: NOMMER 7

seert, maar is niet de garantie voor succes.

Dat zijn de deelnemers zelf. Hun ambitie

en inzet bepalen het resultaat.

Sinds vorig jaar zijn veel initiatieven

genomen, een aantal daarvan is nog in

ontwikkeling, maar er is ook een aantal

dat al hele aardige resultaten begint op te

leveren. Van die laatste categorie komen

hier twee personen aan het woord: Joost

Bogers van Hoomark in Hoogeveen en

Jeroen Vogelzang van Kisuma in Veendam.

Beide initiatieven geven de essentie aan

van waar NPAL op uit is: bedrijven anders

laten kijken naar hun bedrijf en hun

bedrijfsprocessen. Bij Kisuma gebeurt dat

door beschikbare gegevens zo te mat-

chen dat ze andere inzichten opleveren.

Bij Hoomark gebeurt het door gebruik

te maken van de kennis en ervaring van

collega-ondernemers. Uiteindelijk moet

het anders kijken resulteren in verbetering

van de productiviteit. In Lean-termen heet

dat: continues improvements. Bedrijven

die dat stadium bereiken beschouwen wij

als de top op innovatiegebied.

Meer weten? Kijk op www.npal.nl ■

Deelnemers zijn garantie voor succes

27

I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

‘Bij mijn vorige werkgever hadden we de

gewoonte om als teams zo nu en dan eens

bij elkaar in de keuken te kijken. Een soort

assessment door collega’s. Van zo’n bezoek

steek je enorm veel op. Ik liep al met het idee

rond om dat bij Hoomark ook te gaan doen,

toen ik mijn oud-collega Jan van Wijk tegen-

kwam, een ervaren assessor. Het leek ons

een leuk idee om een aantal ondernemers te

benaderen voor kijkjes in elkaars keuken. Met

dat idee zijn we naar Folkert van der Meulen

van de NOM gestapt om te zien of het binnen

NPAL zou passen. Folkert was enthousiast en

heeft ons geholpen bij het opstellen van een

shortlist van bedrijven. Uiteindelijk is daaruit

KIEK ontstaan, een assessmentprogramma

met vijf bedrijven. Naast Hoomark doen er

een bakkerij, een glasbedrijf, een elektronica-

producent en een bedrijf in koffieapparatuur

mee.’

‘Een belangrijke vraag was natuurlijk waar je

naar gaat kijken bij vijf totaal verschillende

bedrijven. Uiteindelijk hebben we een brede

methodiek gemaakt die generiek toepasbaar

is. Al met al is het een behoorlijk intensief

programma. Je eigen bedrijf wordt bezocht

en je bezoekt zelf de vier andere bedrijven.

Je hebt interviews van ongeveer een uur met

verschillende mensen op verschillende afde-

lingen. Een belangrijk uitgangspunt is dat het

assessments zijn, geen audits. We spreken

dus geen waardeoordeel uit en je moet zelf

weten of je iets doet met de uitkomsten. Het

doel is dat je van elkaar leert. We hebben

allemaal een eigen ego, een eigen mening

en een eigen praatje, maar in de praktijk

zijn er maar weinig mensen met wie je echt

van gedachten kunt wisselen over je bedrijf.

Met zo’n assessment ga je eindelijk eens het

niveau van het receptiepraatje voorbij.’

‘Onze focus ligt op de interne processen: wat

zijn de doelstellingen? Bereik je die? Wat doe

je als dat niet zo is? Wie is de baas op een

afdeling? Hoe wordt er gecommuniceerd?

Zijn taken en verantwoordelijkheden

duidelijk? Dat soort dingen. Het heeft een

opbouwende functie. Je wilt empowerment

organiseren. Mensen in staat stellen hun

eigen beslissingen te nemen. Goede com-

municatie is daarbij erg belangrijk. Het thema

waar het uiteindelijk vaak om draait is rol-

onduidelijkheid. Hoe komt dat? Je probeert

de processen te ontrafelen zodat je de knopen

ontdekt. Vervolgens kun je aan verbeteringen

gaan werken.’

‘De deelnemers hebben het tot nu toe als erg

nuttig en verhelderend ervaren. Zowel het

bezoek aan het eigen bedrijf als het kijkje in

de keuken bij anderen leverde voor ieder-

een veel meerwaarde op. Bij anderen zie je

dingen die je herkent in je eigen omgeving.

Als directeur heb je niet altijd door dat je in

een ivoren toren zit en gefilterde boodschap-

pen ontvangt. Wat er eigenlijk gebeurt in

het bedrijf en hoe mensen hun werk ervaren

krijg je maar voor een beperkt deel mee. Bij

KIEK wordt dat blootgelegd. Niet door een

externe adviseur die de boel op de schop wil

nemen, maar door vakbroeders met dezelfde

ervaringen. Daardoor werkt het dieper op je

in en ben je eerder geneigd het te accepteren.’

Joost Bogers, directeur van cadeauverpakkingsproducent Hoomark in

Hoogeveen, initieerde binnen NPAL de activiteit KIEK (Kijk In Elkaars

Keuken). Een intensief programma waarin ondernemers elkaars interne

processen onderzoeken, met het doel om van elkaar te leren.

Page 28: NOMMER 7

‘DTS² staat voor Dutch Theatre Systems & Services. Het bedrijf

is vorig jaar juli gestart en bestaat uit een team van specialisten

op het gebied van theatermechanische installaties.

Integron, een bedrijf uit Groningen waarvan ik ook directeur

ben, had een nieuw product voor de theatermarkt ontwikkeld.

Voor het vermarkten van dit product zochten we een distri-

butiepartner. Hiervoor waren we in gesprek met Roden Staal

uit Drachten, maar daar werd geen definitief besluit genomen.

Uiteindelijk ging het bedrijf halverwege vorig jaar failliet.

Dus weg was onze potentiële distributiepartner.’

‘Clustervorming blijkt een schot in de roos’

NOM Finance participeert in kansrijke

ondernemingen in Noord-Nederland.

Eén daarvan is DTS² uit Groningen. Wat is

het voor bedrijf? En hoe is de participatie

nu precies tot stand gekomen?

Directeur Roelof Bakker van DTS² vertelt.

Directeur Roelof Bakker van DTS²

28

Page 29: NOMMER 7

29

I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

Waardevolle partner bij clustervorming‘Het doel was om samen in Noord-Nederland een mooi

cluster te vormen. Roden Staal de distributie, wij de door-

ontwikkeling van de producten. De NOM had ik al in een

vroeg stadium bij het proces betrokken. Waarom? Omdat

ik de NOM zie als een waardevolle partner bij clustervor-

ming. De organisatie richt zich op de lange termijn, niet

op snelle winst. Ze hebben bovendien bewezen dat het

partijen de juiste richting in kan sturen. Na het faillis-

sement van Roden Staal heb ik in samenwerking met de

NOM de curator voorgesteld om hun theateractiviteiten

voort te zetten. Dat is ook gebeurd. Roden Staal hebben

we vervolgens verhuisd van Drachten naar Groningen.

Onder de naam DTS² zijn we nu met dezelfde mensen

op de internationale theatermarkt bezig. Dat betekent

dat we momenteel een eigen distributiepartner in huis

hebben, als zusterorganisatie van Integron.’

Internationaal marktpotentieel‘NOM Finance stond vanaf het eerste contact open voor

mijn idee te penetreren in een specifieke tak van de

theatermarkt. Door Sander Oosterhof en Ruud van Dijk

werd mij gevraagd een businessplan te presenteren. Hoe

bijzonder is het product? Hoe realistisch is het business-

model? Wat zijn de perspectieven? En hoe denk je een

bank bereid te vinden om het werkkapitaal te financie-

ren? Op basis van het plan concludeerde NOM Finance

dat het een interessante business opportunity betrof. De

exclusiviteit van het product en het grote nationale en

internationale marktpotentieel waren daarbij doorslagge-

vend. Vanzelfsprekend in combinatie met het feit dat we

in Noord-Nederland gevestigd zijn en de regio kunnen

voorzien van werkgelegenheid.’

Deal!‘NOM Finance tast zorgvuldig af hoeveel risicodragend

vermogen de onderneming nodig heeft. Ze willen weten

wie er nog meer meefinanciert. En hoe de openings-

balans er nu precies uitziet. Die openingsbalans heb ik

bij zowel NOM Finance als de Rabobank neergelegd.

Onafhankelijk van elkaar ging men akkoord. We hadden

een deal! De NOM is nu minderheidsaandeelhouder van

DTS², wijzelf hebben een meerderheidsbelang. Daarnaast

hebben we twee managers aangetrokken, die we ook een

percentage aandelen hebben gegund. Met NOM Finance

zijn praktische afspraken gemaakt ten aanzien van rap-

portage en het delen van informatie. Zo wordt maande-

lijks een aantal kengetallen uitgewisseld. En zo vaak als

nodig is er een bijeenkomst op aandeelhoudersniveau.

DTS² is sinds juli 2009 gehuisvest in het pand van

Integron. De clustering die we voor ogen hadden is dus

ook daadwerkelijk gerealiseerd. En dat blijkt een schot

in de roos. We draaien tot dusver helemaal conform ver-

wachting.’ ■

‘Clustervorming blijkt een schot in de roos’

Page 30: NOMMER 7

Vrijdag 16 april werd het eerste Magazine ‘Flinc in Beeld, innovatieve starters

presenteren zich’ overhandigd aan de drie gedeputeerden van Groningen, Fries-

land en Drenthe in het bijzijn van de pers en ondernemend Noord-Nederland.

Daarnaast presenteerden zo’n 20 innovatieve ondernemers hun businessideeën,

producten en/of diensten op de daarvoor ingerichte beursvloer.

Zo ontmoetten de aanwezigen de ondernemers van de Drymer, een state-of-

the-art futuristische elektrische fiets, zagen zij een demonstratie van de Mobile-

CarpShelter, een inventieve oplossing voor transport en verblijf aan het water

voor fanatieke karpervissers, luisterden naar de voordelen van het vermeerde-

ren van zeewier (Hortimare), hoorden over slimme applicaties voor webwinkels

(Digiretail) en mogelijkheden om hoger op de zoeklijst van Google te kunnen

komen (Ingoogle). Kortom: ze kwamen ogen en oren tekort.

Gedeputeerde Hans Gerritsen, die na het sprekersgedeelte nog even was blijven

hangen, noemde de bijeenkomst ‘inspirerend’. ‘Ik vind het vooral fascinerend

om te zien waar mensen zo’n idee opdoen en hoe ze dat van de grond krijgen.

Een fonds als Flinc kan startende ondernemers in brede zin van dienst zijn

want de NOM heeft alle kennis in huis en zit midden in een enorm netwerk.

Juist nu, in deze tijd, zijn dit soort impulsen heel hard nodig’, aldus Gerritsen.

Alweer een jaar Flinc in beeld!

Facts and figuresDe voorbereidingen begonnen al in 2008,

maar de officiële startdatum was 1 januari

2009: Flinc kan terugkijken op een productief

eerste jaar. Hoewel 2009 toch wel als hét jaar

van de economische crisis wordt bestempeld

hebben we, ondanks het negatieve sentiment,

veel ondernemers gezien met enthousiasme,

ambitie, inzet en ook de bereidheid zelf risico

te lopen en mee te investeren.

Het aantal leads dat we voorbij hebben zien

komen ligt eind 2009 op 360 ideeën/onder-

nemingen/ projecten. Het aantal (startende)

ondernemers waaraan risicofinanciering is

verstrekt is bijna 50. En het betekent bijna

3 miljoen euro door veelal meerdere financiers!

Momenteel liggen er nog 70 cases die

in behandeling zijn. Het aantal workshops/

presentaties dat we over risicokapitaal hebben

gegeven, komt op 40 en het aantal (startende)

ondernemers dat hieraan heeft deelgenomen

ligt al ver over de 200. Maar dat is nog niet alles …

Om dit alles te kunnen realiseren is met

diverse partijen nauwe samenwerking ge-

zocht. Binnen de groep convenantpartners

zijn er 75 concrete doorverwijzingen aan

de Kamer van Koophandel verstrekt, heeft

Syntens 35 bruikbare leads ontvangen en

hebben we TCNN (TechnologieCentrum

Noord-Nederland) kunnen verrassen met 40

ondernemers die de aanwezige expertise van

TCNN zeer goed konden gebruiken. Via Flinc

zijn door diverse subsidieadviesbureaus 125

subsidieaanvragen bij SNN (Samenwerkings-

verband Noord Nederland) ingediend waarbij

veruit het merendeel is gehonoreerd. Door

de intensieve contacten met ondernemers en

marktpartijen zijn er 140 zakelijke koppelingen

tot stand gebracht en hebben 15 ondernemers

zich gevestigd in diverse incubatorcentra in de

drie noordelijke provincies.

Flinc bestaat alweer ruim een jaar. Een goed moment

om belangstellenden en betrokkenen uit te nodigen

en eens Flinc bij te praten!

Siem Jansen overhandigt de eerste ‘Flinc in beeld’aan gedeputeerden Sjoerd Galema, Hans Gerritsenen Janny Vlietstra.

30

Page 31: NOMMER 7

31

I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

Facts and figuresDe voorbereidingen begonnen al in 2008,

maar de officiële startdatum was 1 januari

2009: Flinc kan terugkijken op een productief

eerste jaar. Hoewel 2009 toch wel als hét jaar

van de economische crisis wordt bestempeld

hebben we, ondanks het negatieve sentiment,

veel ondernemers gezien met enthousiasme,

ambitie, inzet en ook de bereidheid zelf risico

te lopen en mee te investeren.

Het aantal leads dat we voorbij hebben zien

komen ligt eind 2009 op 360 ideeën/onder-

nemingen/ projecten. Het aantal (startende)

ondernemers waaraan risicofinanciering is

verstrekt is bijna 50. En het betekent bijna

3 miljoen euro door veelal meerdere financiers!

Momenteel liggen er nog 70 cases die

in behandeling zijn. Het aantal workshops/

presentaties dat we over risicokapitaal hebben

gegeven, komt op 40 en het aantal (startende)

ondernemers dat hieraan heeft deelgenomen

ligt al ver over de 200. Maar dat is nog niet alles …

Om dit alles te kunnen realiseren is met

diverse partijen nauwe samenwerking ge-

zocht. Binnen de groep convenantpartners

zijn er 75 concrete doorverwijzingen aan

de Kamer van Koophandel verstrekt, heeft

Syntens 35 bruikbare leads ontvangen en

hebben we TCNN (TechnologieCentrum

Noord-Nederland) kunnen verrassen met 40

ondernemers die de aanwezige expertise van

TCNN zeer goed konden gebruiken. Via Flinc

zijn door diverse subsidieadviesbureaus 125

subsidieaanvragen bij SNN (Samenwerkings-

verband Noord Nederland) ingediend waarbij

veruit het merendeel is gehonoreerd. Door

de intensieve contacten met ondernemers en

marktpartijen zijn er 140 zakelijke koppelingen

tot stand gebracht en hebben 15 ondernemers

zich gevestigd in diverse incubatorcentra in de

drie noordelijke provincies.

I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

Flinc in het diepe‘Hortimare vermeerdert zeewier’, vertelt oprichter Job Schipper. ‘Ik maak jonge plant-

jes die ik hoop te verkopen aan toekomstige zeewiertelers. Ik voorspel een enorme

behoefte aan zeewier voor verschillende toepassingen. Een belangrijke toepassing

is de geïntegreerde aquacultuur, bijvoorbeeld zeewierteelt in combinatie met zalm-

kweek op volle zee. Het geproduceerde zeewier kan dienen als vee-/visvoer en bio-

massa voor duurzame energievoorziening.’ Er moet nog van alles onderzocht en

ontwikkeld worden op het gebied van zeewierteelt. Dat kost geld. Gelukkig kreeg

Hortimare een subsidie voor een onderzoekstraject, dankzij Flinc. ‘Bovendien heeft

Flinc mijn businessplan beoordeeld; het is belangrijk om daar kritisch op te zijn. Nu

ben ik klaar voor de volgende ronde, waarvoor ik Flinc opnieuw nodig zal hebben als

kapitaalverstrekker ...’

Kijk voor meer informatie en nog meer flince verhalen op www.f-linc.nl

Deze ondernemers deden Flinc, en hoe!Flinc doen zit in ondernemers. En Flinc is er juist ook voor ondernemers. Dat bewijzen

onder andere de verhalen van Gerdy, Hans en Job. Zij trokken de stoute schoenen aan,

namen contact op met onze Flince collega’s en doorliepen het driestappenplan.

Zij bewijzen dat Flinc werkt. En hoe!

Flinc inspirerendGerdy Geersing, organisatiepsycholoog en oprichtster van &Talent heeft jarenlange

ervaring in het adviseren van organisaties op het gebied van persoonlijke- en loop-

baanontwikkeling. ‘Denk niet vanuit beperkingen, maar vanuit mogelijkheden’,

is haar motto. ‘Doe meer met je talenten!’

Om een aantal innovatieve en onderscheidende producten te kunnen realiseren

en &Talent hiermee in de markt te zetten, heeft Gerdy de hulp van Flinc ingeroepen.

Het Grote Inspiratiedoeboek, geschreven door niemand minder dan Gerdy zelf, is

al een echt succes: het is zowel door de professionele wereld als door de doelgroep

van moderne werkenden enthousiast ontvangen.

Flinc in beeldDe temperatuur aan het strand, de tussenstanden in de voetbalcompetitie, de

aanbiedingen van de week: binnenkort ziet u allerlei informatie op de EventView,

het informatiescherm dat ontwikkeld wordt door LSID in Hooghalen onder bege-

leiding van Hans Jongedijk. Materialen testen, proeven doen, modellen bouwen,

software ontwikkelen: het ontstaan van de EventView was een tijd- en geldrovend

proces. Flinc heeft LSID een achtergestelde lening verstrekt. ‘Het zijn spannende

tijden voor ons. Het product is klaar, we hebben een fabriek op de Filippijnen,

we zijn druk met het aanstellen van resellers en het in kaart brengen van poten-

tiële klanten. Het wordt nu een kwestie van orders binnenhalen en de machines

draaiende houden ...’

Job Schipper

Hortimare

Hans Jongedijk

LSID

Gerdy Geersing

& Talent

Page 32: NOMMER 7

De wereld wordt kleiner, de concurrentie groter. Klanten doen

net zo gemakkelijk zaken in Oost-Europa, of Azië. En tegelijkertijd

worden hun eisen steeds hoger: het moet beter, sneller en als

het even kan óók nog goedkoper. Dat vraagt om ondernemers

die hun horizon willen verbreden en verder willen kijken.

Meer stijg-

vermogen

door minder

ballast

Verhoog uw productiviteit met NPALBij NPAL hebben we één doel: helpen om uw ideeёn en plannen sneller om te

zetten in concrete meetbare resultaten op de werkvloer. Hiervoor organiseren

we bijeenkomsten en netwerken met inspirerende sprekers, wakkere collega’s

en deskundigen van voorbeeldbedrijven, kennisinstellingen en adviesbureaus.

NPAL organiseert, faciliteert en matcht. Maar ú bepaalt, op basis van uw ambitie

en inzet, het uiteindelijke resultaat.

Wilt u meer weten?Neem dan contact op met Folkert van der Meulen.

Bel (050) 521 44 94 of mail naar [email protected].

Kijk ook op www.npal.nl

Postbus 4249700 AK GroningenPaterswoldseweg 8109700 AK GroningenT (050) 521 44 45F (050) 521 45 30E [email protected] www.npal.nl

NPAL concreet:

• NPAL Platform voor aanscherping van

de strategie;

• Ontwikkelclusters voor vertaling in

verbeterplannen;

• Projecten voor implementatie op de

werkvloer.

N PA L i s e e n i n i t i a t i e f va n N .V. N O M e n V N O - N C W N o o r d.