Nieuwsbrief 54 2013-1 - knnv.nl 54... · Nieuwsbrief 54 2013-1 3 Van het Bestuur. Hoewel geologen...
Transcript of Nieuwsbrief 54 2013-1 - knnv.nl 54... · Nieuwsbrief 54 2013-1 3 Van het Bestuur. Hoewel geologen...
Nieuwsbrief 54 2013-1
Nieuwsbrief 54 2013-1
2
Nieuwsbrief 53
2012-2
Redactie:
Dolly Stegink
Jannie Kassies
Ton Stegink
Redactieadres:
Peeskesweg 24
7041 CB ‘s-Heerenberg
Tel. 0314 661608
E-mail: [email protected]
Onze website: www.knnv.nl/geolandwg
Lidmaatschap van de
Werkgroep Geologie en Landschap:
Alleen leden van de KNNV kunnen
ook lid zijn van de werkgroep.
Leden:…………………………€ 15,-
Leden die de Nieuwsbrief
digitaal willen ontvangen:……€12,50
Huisgenootleden: ……………..€ 5,-
Bestuur:
Voorzitter: Vacant
e-mail: [email protected]
Penningmeester en Ledenadministratie:
Hans Grotenhuis
Tel: 0570 656339
Giro nr: 1719582 t.n.v.
KNNV-Werkgroep Geologie en Landschap
Deventer
e-mail: [email protected]
Secretaris : Dolly Stegink
Tel : 0314 661608
e-mail : [email protected]
Lid: Leny Huitzing
Tel: 0317 417943.
Lid: Paula Timmerman
Tel:0229 243173
Webmaster: Ton Stegink
e-mail: [email protected]
Bij de voorplaat: Texel
Enkele oude kaarten van Texel
www.texel.net
http://www.atlas1868.nl
VAN DE REDACTIE
De Nieuwsbrief verschijnt 2x per jaar; in het voorjaar en in het najaar.
Uw kopij voor de Nieuwsbrief ontvangen we graag voor 1 april of
1 november. Wilt u dit, als het kan, digitaal bij ons aanleveren. Graag in platte opmaak
(HOOFDLETTERS en vet wel aangeven) en de illustratie als bijlage toevoe-
gen, dit is voor het opmaken van de Nieuwsbrief handiger.
Voor de excursieverslagen willen we u vragen u te beperken tot maximaal
1½ A4 per dagdeel (exclusief afbeeldingen)
Doelstelling van de werkgroep.
Het doel van de werkgroep is het gezamenlijk beleven en bestuderen van de
niet-levende natuur. We kijken hierbij vooral naar de geologie, die over het
ontstaan van de aarde gaat.
Daarnaast kijken we naar de vorm van het landschap, primair ontstaan door de
geologische processen. De bodemkunde en waterhuishouding spelen hierin
een belangrijke rol.
De niet-levende natuur én levende natuur vormen samen mét het grondgebruik
door de mens, het leefmilieu voor mens, dier en plant.
Voorwaarden voor het lidmaatschap en deelname aan excursies.
Buiten de als normaal geldende voorwaarden voor lidmaatschap van verenigin-
gen, geldt dat leden van de werkgroep tevens lid moeten zijn van de KNNV.
Adresmutaties moeten apart aan de secretaris van de werkgroep worden door-
gegeven. De werkgroep en het bestuur daarvan stellen zich niet aansprakelijk
voor claims van welke aard dan ook, bij problemen tijdens de excursies. Er
worden geen verzekeringen, van welke aard ook, afgesloten. Deelname is dus
een privé verantwoordelijkheid. Verwacht wordt dat deelnemers aan excursies
hun persoonlijke gegevens paraat hebben voor het geval zich onverwachte
incidenten zouden voordoen.
INHOUDSOPGAVE PAG.
Van het bestuur 3
Verslag jaarvergadering 3
Programma 2e helft 2013 4
Weekendexcursie Texel 4
Het landschapsverhaal van Texel 6
Najaarsexcursie “Peelrandbreuk en Maashorst 7
Excursieverslagen 8
De Stuwwal van Groesbeek en Kleef - De Grote Lijn. 8
Lezing en excursie over de geomorfologie van het
Montferland 10
Wandeling op 6 april rond de steengroeve in Win-
terswijk 11
Korte indruk van het boek “De Bosatlas van onder-
gronds Nederland” 12
Een leesteken uit het Landschap. “De Boerenkuil”
12
Bedankbrief van Jan van Doorn
12
Nieuwsbrief 54 2013-1
3
Van het Bestuur.
Hoewel geologen altijd blij zijn als de blaadjes van de bomen zijn, zodat deze onze blik op de geologische verschijn-
selen niet kunnen bederven, zijn we toch wel blij dat na de lange winterperiode het nu toch eindelijk zover is dat we
weer eens zonder jas naar buiten kunnen.
De eerste twee excursie van 2013 zijn al weer achter de rug. De contactdag in februari is goed bezocht geweest. Ver-
der op in deze Nieuwsbrief vindt u het verslag van de jaarvergadering. Een verslag van de excursie ontbreekt. De tem-
peratuur was die dag zodanig dat niemand het waagde om zijn handschoenen uit te trekken om te gaan schrijven.
Op de jaarvergadering hebben we afscheid genomen van Lieke Vullings als voorzitter. Lieke is gedurende 7 jaar onze
voorzitter geweest. In die tijd heeft ze zich ingespannen om iedereen zich thuis te laten voelen binnen de club en om
de leden er zoveel mogelijk bij te betrekken. Daarnaast was ze een goede ambassadeur, die ervoor heeft gezorgd dat er
heel wat nieuwe mensen zich als lid hebben aangemeld. Gelukkig heeft Lieke toegezegd zich wel voor de werkgroep
te willen blijven inzetten met hand en span diensten.
Paula Timmermans heeft Lieke’s plaats in het bestuur in genomen, hoewel niet als voorzitter. De verdeling van de
bestuurstaken zal later in dit jaar gebeuren. Er gaan namelijk nog meer veranderingen komen. Hans Grotenhuis heeft
aangegeven zijn penningmeesterschap per 1 januari te beëindigen. Dit betekent, dat we ook voor hem op zoek moesten
naar vervanging. Hans Crone wil gelukkig zijn plaats in het bestuur overnemen.
Tenslotte wil Leny Huitzing na de volgende contactdag haar bestuursfunctie neerleggen. Voor haar moeten we dus
ook op zoek gaan voor vervanging.
Ook nu weer moet ik u berichten over het overlijden van één van onze trouwe leden. Op 6 april is Ger Vink overleden.
Ger was een actief lid van onze werkgroep. Hij is enkele jaren lid geweest van het bestuur, die functie heeft hij vorig
jaar moeten neerleggen vanwege zijn ziekte. Ger heeft ook verschillende excursie helpen organiseren en geleid. We
verliezen in hem een vriendelijk, erudiet en bescheiden werkgroepgenoot.
Ledenbestand opgezegd:
Geert van Poelgeest, Delft
Doede/Lia de Waij, Hilversum
Els Koopmans-Grommé, Epe
Wil. Melger, Dordrecht
Bep Hensen-Bechtold Wageningen
mevrouw J. van Zomeren Hengelo (overleden)
Nieuwe leden:
Otto van Nispen Hoog Keppel
Sjaan en Jan de Boois Doetinchem
Verslag jaarvergadering 23 februari 2013
De contactdag werd gehouden in herberg het Zwaantje in Mook.
Er waren 34 personen aanwezig.
Lieke Vullings heet iedereen van harte welkom en meldt daarna dat er bericht van afzegging is van Arnold van
Nieuwaal en Hein en Ria Teeseling.
Er wordt kort in gegaan op de gezondheidstoestand van enkele leden. Daarna wordt er afgesproken dat er een bloeme-
tje zal worden verzorgd voor Ger Vink en voor Jan van Doorn. Er wordt een kaart met groeten van de aanwezigen
verstuurd aan Ger en Jan en Wouter en Diny v.d. Bosch.
Daarna komt het financieel overzicht aan bod.
Hans Grotenhuis geeft een korte toelichting op de cijfers. Hij geeft aan dat de financiën voor de werkgroep en die voor
excursies apart worden berekend. Uit de stukken blijkt dat de contributie de kosten voor het bestuur (w.o. onkosten
vergoeding) en de Nieuwsbrief voldoende dekkend zijn er dus niet hoeft worden overgegaan tot contributieverhoging.
Ook de balans van de excursies toont een overschot. Dit wordt onder anderen veroorzaakt doordat de onkosten voor
het weekend in de Boulonnais erg meevielen. (Eén van de excursieleiders heeft geen onkosten voor de voorbereiding
in rekening gebracht). Het overschot zal gebruikt worden voor de kosten van het weekend naar Texel.
De reserves zoals die staan in de balans zijn nodig, omdat de penningmeester gedurende het jaar betalingen moet doen
en er moet voldoende geld in kas zijn om mensen een voorschot te kunnen geven bij voorbereidingen van een excur-
sie.
Hans bedankt de kascommissie leden voor hun ondersteuning.
De kascommissie bestaande uit Riëtte Voorhaar en Paula Timmerman geeft aan dat zij de stukken van de penning-
meester digitaal hebben ontvangen. Zij hebben deze goed bestudeerd en vonden de stukken overzichtelijk en duide-
Nieuwsbrief 54 2013-1
4
lijk. De penningmeester heeft hun vragen naar tevredenheid kunnen beantwoorden. De kascommissie wil de penning-
meester en daarmee het bestuur dan ook decharge verlenen.
Paula Timmerman is aftredend kascommissie lid. Riëtte Voorhaar wil het nog een jaar doen. Greet Boer meldt zich
aan als nieuw kascommissie lid.
Het volgende punt is de samenstelling van het bestuur. Lieke geeft aan dat vandaag haar laatste optreden is als voorzit-
ter.
Het bestuur heeft Paula Timmerman bereid gevonden om het bestuur te versterken. Lieke vraagt of de vergadering
hier mee in kan stemmen en dat gebeurd.
Hans Grotenhuis heeft aangegeven zijn functie na het afronden van de stukken voor 2013, per 1 januari 2014 neer te
willen leggen.
Hans Crone wil zijn plaats wel innemen. Er zal nog gekeken worden hoe de functies in het bestuur het best verdeeld
kunnen worden.
Leny Huitzing wil ook met haar bestuursfunctie stoppen en wel na de volgende contactdag. Er is dus nog iemand no-
dig om het bestuur te versterken. Lieke vraagt wie zich hiervoor op wil geven, daar is nog geen reactie opgekomen.
Tijdens de rondvraag:
Teije van Seyen vraagt aandacht voor een paar krantenartikelen over Texel die hij heeft meegenomen. Hierin staan
allerlei interessante punten die op Texel tijdens de excursies bezocht kunnen worden en wijst ook op de website van
Texel. Hij geeft aan dat dit al de derde keer zal zijn, dat er een excursie naar Texel is. Lieke antwoordt dat de kranten
artikelen ter inzage liggen voor in de pauze. Het excursieprogramma op Texel zal worden verzorgd door Lia Vriend en
zij zal bepalen wat we gaan zien, maar dat de suggesties van Teije o.a. een bezoek aan de vuurtoten worden doorgege-
ven aan de deelnemers en dat het goed zou zijn als Teije hiervoor een kort stukje maakt voor de Nieuwsbrief.
Ton Stegink reageert hier nog op met de mededeling dat er op de website van de werkgroep al heel veel informatie
over Texel staat, met daarbij ook een aantal links.
Aletta van Embden heeft voor geïnteresseerden 2 boekjes bij zich met fietstochten langs aardkundige verschijnselen in
de provincie Utrecht.
Daarnaast wil ze nog aandacht vragen voor haar onderzoek naar de excursiepunten die de werkgroep Geologie en
landschap heeft gemaakt. Daaruit blijkt dat er veel aandacht gaat naar de geologie en de geomorfologie en weinig naar
bijvoorbeeld het veenweidelandschap.
Teije ven Seyen stelt voor om de vertegenwoordiger naar de vergadering van het KNNV door iemand te laten doen die
daar ook al heen gaat voor zijn eigen afdeling, dit om kosten te kunnen besparen.Teije heeft voor de liefhebbers zakjes
met bloemzaad meegenomen.
Tenslotte is er nog aandacht voor het afscheid van Lieke als voorzitter. Dolly Stegink bedankt haar voor haar werk en
inzet. Zij gaat daarbij in op de manier waarop Lieke haar werk deed, vooral op haar inzet om zoveel mogelijk mensen
actief bij de werkgroep te betrekken en de saamhorigheid in de groep goed te houden.
Na een korte pauze hield Hans Crone een presentatie over het gebied waar in de middag excursie zal worden gehou-
den (samenvatting elders in deze Nieuwsbrief).
Leny geeft nog een presentatie over haar wandelvakantie naar het Schwabische Sweis. Een heel bijzonder gebied.
Jammer genoeg wilde de beamer de bij behorende plaatjes niet tevoorschijn toveren.
Programma 2e helft 2013
Weekendexcursie 6, 7 en 8 september 2013 Texel
Excursieleider: Lia Vriend
OPGAVE: Definitieve opgave 1 juni, d.m.v. overma-
king van € 51,00 per persoon op giro 1719582 t.n.v.
KNNV, Werkgroep Geologie en Landschap, Deventer.
Dit met vermelding voor welke excursie en het aantal
deelnemers.
Zoals u in de vorige Nieuwsbrief al hebt kunnen lezen
blijven we dit jaar voor de weekendexcursie in Neder-
land, maar dan wel weer zo dat we eerst met de boot
moeten. We gaan naar Texel en Lia Vriend zal onze
excursieleidster zijn.
Moest ik bij de vorige weekendexcursie nog melden
dat de kosten aan de hoge kant waren, deze keer kan ik
U vertellen dat het mee valt. Dit komt aan de ene kant
omdat we weinig voorbereidingskosten hebben gehad;
ons nieuwe bestuurslid Paula Timmerman heeft het
allemaal via internet kunnen regelen en anderzijds
hadden we nog wat over gehouden van het weekend
naar de Boulonnais.
We hebben er daarom voor gekozen om er op de zater-
dag een busexcursie van te maken. Dit heeft als voor-
deel dat Lia ons onderweg ook nog van allerlei kan
vertellen. Op de zondag blijven we in de buurt van
Den Hoorn, zodat we dan ook geen probleem hebben
met het vervoer.
Nieuwsbrief 54 2013-1
5
We verblijven op Texel met zijn allen op “camping
Loodsmansduin” bij Den Hoorn. De hotelgasten zullen
daar gebruik kunnen maken van een chalet.
Opgave: De kosten voor het weekend zijn nu uitgeko-
men op € 51. Dit is inclusief de maaltijd op vrijdag-
avond en het gebruik van de bus. De kosten
voor de reis en het verblijf zijn zoals gewoonlijk voor
eigen rekening.
Dit bedrag moet uiterlijk 1 juni op de rekening van de
penningmeester staan.
We beginnen op vrijdag om 17:30 uur in het restaurant
van de camping met een welkomstdrankje. Om 18:00
uur is dan de presentatie van Lia Vriend over wat we
allemaal gaan zien tijdens de excursies.
Daarna, dat zal rond 20:00 uur zijn zullen we dan de
maaltijd gebruiken.
Verblijfsgegevens
Camping Loodsmansduin
Rommelpot 19
Den Hoorn.
http://www.texelcampings.nl/nl/loodsmansduin/
T. +31 (0)222-317208 (algemeen telefoonnummer
voor Texel Campings)
Met de auto
Via de A7 en/of N9 bereikt u Den Helder. De route
naar de veerboot staat goed aangegeven. Wanneer u op
Texel van de boot komt, rijdt u bij de verkeerslichten
rechtdoor. U volgt de Pontweg tot aan de eerste roton-
de (afslag nr. 7). Hier gaat u driekwart rond richting
Den Hoorn. U rijdt dan op de Hoornderweg. Deze
eindigt in een T-splitsing. U gaat linksaf en meteen de
eerste weg rechts (Lage Wegje). Deze rijdt u uit, waar-
na u linksaf gaat. Daar ziet u, driehonderd meter voor
u, de camping liggen.
Openbaar vervoer: Neem de trein richting Den Hel-
der. Op het station neemt u bus 33 naar de veerboot.
Op Texel kunt u taxi of bus 29 nemen. Bij de enige
halte in het dorp stapt u uit. Van daar loopt u richting
de plaatselijke supermarkt op het dorpsplein. U gaat
linksaf, de Herenstraat in. Na ongeveer driehonderd
meter lopen (de straatnaam verandert halverwege in
'Klif'), bereikt u de kruising met de Rommelpot. Daar
gaat u linksaf. Driehonderd meter verderop ligt Cam-
ping Loodsmansduin.
De boot:
Vanaf Den Helder is er elk uur een afvaart van 06:30
t/m 21:30 uur. (op zondag vanaf 7:30 uur)
De boot vertrekt op het halve uur.
Vanaf Texel is er elk uur een afvaart van 06:00 t/m
21.00 uur. (op zondag vanaf 7.00 uur). De boot ver-
trekt op het hele uur.
Tarieven:
- retourticket voetganger € 2,50
- retourticket auto (incl. max. 9 personen) € 36,50
- retourticket auto+caravan (incl. max. 9 personen)
€ 7, 80 per strekkende meter.
(€ 11,65 per strekkende meter indien voertuig breder
dan 2,75 m)
Voor alle tarieven zie de website, evenals de mogelijk-
heden om in Den Helder te parkeren.
Er hoeft voor de boot niet gereserveerd te worden.
Kosten verblijf chalet:
De kosten voor het chalet zijn € 75,00 per persoon op
basis van een volledige bezetting van het chalet. Dege-
nen die zich voorlopig hebben opgegeven zijn hier al
van op de hoogte gebracht.
Kosten voor de camping:
Per plaats betaalt u € 17,00 per nacht incl. 2 personen.
Een extra persoon op een plaats kost € 3,00 per nacht.
Voor een caravan geldt hetzelfde tarief. De toeristen-
belasting is ook weer € 1,60 per persoon per nacht. Het
stroomverbruik wordt achteraf berekend. Dit is € 0,55
per Kwh.
Nieuwsbrief 54 2013-1
6
Het landschapsverhaal van Texel
Door: Lia Vriend
Texel is niet een gewoon ‘waddeneiland’.
Het ligt wel aan de Waddenzee en heeft aan die kant
ook wadden en kwelders, maar dit eiland heeft in te-
genstelling tot de andere eilanden een kern van kei-
leem. Deze keileem is met een gletsjer in de ijstijden
aangevoerd en opgestuwd. De opstuwing is nog te
herkennen in de ‘Hoge Berg’ ten zuidoosten van Den
Burg en bij de kliffen bij Den Hoorn. Door deze kei-
leem ligt Texel ‘verankerd’ en verplaatst zich minder
makkelijk dan de andere eilanden.
Het oorspronkelijke Texel is in de kern een keileem-
stuwwal, dus geen waddeneiland.
1 Texel rond 1300 2 Texel rond 1450 3 Texel rond 1630
1000 jaar geleden was het gebied van Texel nog een
onderdeel van het ‘vaste land’ van Noord-Holland. Het
Marsdiep, dat Texel nu van de rest van Noord-Holland
scheidt, ontstond waarschijnlijk pas in de 12e eeuw. In
de late Middeleeuwen bestond het huidige Texel uit
diverse eilandjes, die pas later weer al of niet kunstma-
tig aan elkaar zijn gegroeid.
In het noorden lag het Waddeneilandje
Eyerland.
Het keileemgebied, dat we hier het oude
land noemen, is een glooiend gebied, met
een geheel eigen karakter. Om deze kei-
leembult is door zee en wind zand en klei
aangevoerd, waardoor het gebied steeds
groter werd. Als de opslibbing hoog ge-
noeg was en er begroeide kwelders ont-
stonden, hier ook wel ‘schorren’ genoemd,
hebben de bewoners deze stukken land
bedijkt en ingepolderd.
In de 17e eeuw zijn de eilanden Texel en
Eyerland met elkaar verbonden door de
aanleg van de Zanddijk.
De westzijde van Texel ligt aan de Noord-
zee, een kust van strand en duinen. De
Zuidpunt van Texel groeit nog steeds ver-
der terwijl de westkust veel kustafslag
heeft.
Aan de oostzijde van Texel ligt de Wad-
denzee. De kustlijn bestaat hier uit een op Deltahoogte
gebrachte dijk.
Dit eiland kent een zware strijd tegen de natuurelemen-
ten. Aan de vele dijken en wielen (ontstaan door zee-
doorbraken) kunnen we de activiteiten van de bewo-
ners aflezen. Op oude kaarten zien we de vormen van
Texel steeds veranderen.
Texel heeft door de afwijkende geologische geschie-
denis een grote variatie aan landschappen met elk zijn
eigen specifieke karaktertrekken.
Texel wordt wel ‘Nederland in het klein’ genoemd,
omdat de landschappen van laag West-Nederland hier
aanwezig zijn, maar ook de door het ijs gevormde hoge
delen, zoals in Oost-Nederland.
Programma
Weekend:
Vrijdagavond:
Lia houdt een
powerpoint pre-
sentatie over de
geologische
ontwikkelingen
van het ‘eiland’
Texel. Uitge-
breid zal aan de
hand van di-
verse kaarten
en andere illustraties het veranderende landschap van
Texel bekeken worden.
Zaterdag: We maken een tour met de bus over het
eiland, waarbij we de diversiteit aan landschappen
zullen ervaren. Bij de Hoge Berg zien we wat keileem
is, bij de Wezenputten vertelt Lia het historisch verhaal
over de watervoorziening van de VOC-schepen, we
rijden langs de zeer gevarieerde Waddenkust, bezoe-
ken Eierland waar bij de vuurtoren een opvallend geo-
logisch verschijnsel zichtbaar wordt, gaan naar de
Slufter en zien oude dijken in het binnenland met Wie-
len, de littekens na een dijkdoorbraak. Deze dag maken
we diverse korte wandelingen.
Texel 4 rond 1850 Texel 5 rond 1875
Nieuwsbrief 54 2013-1
7
Zondag
Gaan we met eigen auto’s op pad. We gaan de kei-
leemklif in Den Hoorn ervaren, maken een korte wan-
deling naar het gerestaureerde sluisje bij De Grie
(grens oudland/nieuw land). Verder de zuidpunt voor
een langere wandeling naar de Hors,waar Texel nog
steeds aangroeit.
Najaarsexcursie 12 oktober 2013
Peelrandbreuk en Maashorst
Aanvang 11:30 uur
OPGAVE: Definitieve opgave 1 juni, d.m.v. overmaking van € 8,00 per persoon op giro 1719582 t.n.v. KNNV,
Werkgroep Geologie en Landschap, Deventer. Dit met vermelding voor welke excursie en het aantal deelnemers.
Bereikbaarheid:
Gasterij De Pier
Schansweg 3
5406 TP Uden
tel. 0413-265930
Openbaarvervoer:
Gasterij de Pier is slecht bereikbaar
met het openbaar vervoer. Als u
met de trein komt dan reist u naar
Station Oss. Vanaf 11:00 uur wordt
u daar dan opgehaald.
Wilt u bij de opgave aangeven of u
hiervan gebruik wilt maken.
Dagprogramma
11:30–12:00 uur Welkom met koffie/thee
12:00–12:30 uur Presentatie door Ronald van Balen
over de geomorfologie van dit gebied. (vragenstellen
tot 12.45 uur).
12:45-13:15 uur Presentatie Nico Ettema over de vege-
tatie van de wijstgronden. Nico schreef daarover het
zeer informatieve boek ‘Vijf wijstreservaten in Noord-
Brabant’ (uitgave De Maashorst, januari 2010) dat u
ter plekke voor 6 euro kunt aanschaffen. (vragenstel-
len tot 13.30 uur).
13:30–14:15 uur Lunch koffie/thee
14:20 uur Start excursie bij Parkeerplaats Bedaf, vlak-
bij de De Pier.
14.20 – 16.00 excursie Peelrandbreuk o.l.v. Ronald
van Balen met toelichting op de vegetatie van de
Wijstgronden door Nico Ettema.
Vanaf 16.00 Afsluiting opnieuw in camping/ Gasterij
(Pannenkoekenhuis) De Pier.
Peelrandbreuk en Maashorst Het excursiegebied is als Aardkundig Excursiepunt 28
in Grondboor&Hamer, 2009/6 beschreven door een
van onze excursieleiders Ronald van Balen. U kunt dit
artikel vinden op de volgende website:
http://www.falw.vu/~balr/pubs/PEELRANDBREUK_
1-1.pdf
Onderstaande tekst is de inleiding van die beschrijving.
De Peelrandbreukzone is in het landschap herkenbaar
van Roermond tot aan Oss, en vormt de noordelijke
begrenzing van de Roerdalslenk. De breukzone bestaat
uit meerdere breuken die
zich vertakken door het
landschap.
Ten westen van Uden is
één van deze vertakkin-
gen, de Peelrandbreuk,
uitzonderlijk mooi zicht-
baar. Een tweede, parallel-
le breuk doorsnijdt het
stadje en loopt richting
Nistelrode, waarbij hij het
Maashorstgebied passeert.
De breuken veroorzaken
bijzondere hydrologische
omstandigheden, waardoor op sommige plaatsen de
hogere delen in het landschap moerassig zijn door
kwel van ijzerhoudend grondwater. Deze moerassige
landschappen heten wijstgronden.
De Maashorst is een landschappelijk fraai gebied ten
noordwesten van Uden en ten oosten van Nistelrode.
Dit hoger gelegen natuurgebied draagt sporen van de
laatste ijstijd. Verspreid over de Maashorst liggen dek-
zandruggen en dekzandduinen, en aan de west- en
noordrand ervan komen sneeuwsmeltwaterdalen voor.
De Maashorst is het grootste natuurpark in de provin-
cie, en heeft haar eigen website: www.demaashorst.nl.
Nieuwsbrief 54 2013-1
8
Excursieverslagen
De Stuwwal van Groesbeek en Kleef - De Grote Lijn. 23 februari 2013
Door: Hans Crone
Hans Crone heeft na de jaarvergadering op de contact-
dag een presentatie gehouden over de stuwwal van
Groesbeek als voorbereiding op de excursie van de
middag.
Hieronder leest u de tekst van deze presentatie
De Stuwwal van Groesbeek en Kleef - De Grote
Lijn.
We zijn hier in het heuvellandschap van Groesbeek en
Kleef.
Dat het een prachtig gebied is zullen jullie vanmiddag
zelf zien - als je het gebied niet al kent. Maar het is ook
een geologisch heel interessant gebied.
* We zien hier de gevolgen van meerdere geologische
gebeurtenissen.
* We zien ook de resultaten van geologische gebeurte-
nissen uit verschillende geologische perioden.
* Maar we zien hier ook invloeden uit meerdere gebie-
den, honderden kilometers hiervandaan en ook nog uit
verschillende richtingen.
Maar eerst naar wat we nu zien:
* Als eerste vallen natuurlijk de heuvels op - toch be-
hoorlijk bijzonder voor ons land.
* Als we van een afstandje kijken zien we dat het niet
zomaar wat her en der liggende heuvels zijn, maar dat
we duidelijk de vorm van een wal kunnen herkennen.
* In en soms zelfs dwars dóór die wal zien we dalen en
dalletjes, meestal droog maar soms ook gevuld met een
beekje.
* En als we ons bukken, zien we de bodem waar deze
wallen uit bestaan: vooral zand en grind en soms ook
löss.
Hoe is dit gebied ontstaan? Voordat dit gebied van wallen en dalen gevormd kon
worden, moest het materiaal waaruit die wallen be-
staan hierheen gekomen zijn. Want van niets kun je
geen wallen maken natuurlijk.
Voor de herkomst van het grootste deel van de bodem
hier, het zand en de grinden, moeten we zowel ver
terug in de tijd, als ver weg.
Ontstaan van de Alpen. Ongeveer 40 miljoen jaar geleden begon de vorming
van de Alpen, doordat Afrika tegen Europa botste. En
zoals dat vaak gaat met bergen, ze hadden zich nog
niet boven het maaiveld verheven of wind en water
begonnen direct ze af te breken. En er ontstonden ri-
vieren die het materiaal afvoerden. De bovenloop van
wat nu de Rijn is stroomde toen vanaf de voet van de
Alpen, Basel, via de Saone en Rhone naar de Middel-
landse zee.
Ontstaan Rijnslenk en daardoor veranderde loop
van de Rijn. Maar vanaf ca. 35 miljoen jaar geleden ontstond de
Boven-Rijnslenk of Bovenrijnse laagvlakte, waar bij
ook flankerend gebergte ontstond, de Vogezen en het
Zwarte Woud. Dit was het gevolg van bewegingen in
de aardkorst. Het gevolg was dat de voorloper van de
Rijn in Zwitserland, bij Basel niet meer rechtdoor kon
naar de Saone, maar des te beter naar het Noorden,
door de Rijnslenk naar de voorloper van onze huidige
Rijn, toen nog een klein regenriviertje, dat daardoor
ineens een veel grotere rivier werd.
Onderweg komen er meerdere zijrivieren bij, zoals de
Aar, de Main, de Moezel.
De Rijn stroomt naar onze streek en gaat daar langza-
mer stromen.
En uiteindelijk komt die Rijn dus hier in dit gebied
waar we nu zijn. We hebben het dan dus over een de-
gelijk 5 miljoen jaar geleden. Nederland was toen he-
lemaal vlak - deze stuwwallen waren er nog niet! En
een gevolg van die vlakte was natuurlijk dat de rivier
langzamer ging stromen en meer materiaal ging afzet-
ten.
Dus daarom vinden we hier de afzettingen van de Rijn
en de Maas. En het grootste deel van die afzettingen is
afkomstig uit, nee niet de Alpen, maar vooral Taunus
en Eifel en Ardennen. Want de meeste zanden en grin-
den uit de Alpen zijn hier al zo fijn verpulverd, tot klei
geworden, dat ze nog niet of weinig bezinken.
IJstijd en ontstaan gletsjer in Scandinavië. En dan nu een sprong in de tijd en tegelijk naar het
Noorden. Zoals we weten begon met het Pleistoceen
ongeveer 2,5 miljoen jaar geleden de periode van de
ijstijden. Nou ja, “weten”, zoveel weten we eigenlijk
nog niet. Maar in ieder geval waren er ijstijden en in
die ijstijden was het koud en hoe noordelijker hoe
kouder. Aan het begin van het Saalien lag er in Scan-
dinavië een gletsjer die gestaag groeide en groeide. Op
enig moment was hij waarschijnlijk meer dan 2 kilo-
meter dik! En onder druk van zijn eigen gewicht
stroomde en zakte die ijsmassa naar alle kanten uit en
kwam - zoals we nu denken - aan het eind van het
Saalien, ongeveer 150.000 jaar geleden tot in ons land
en zelfs tot hier!
Stromen en uitzakken van het ijs. Over dat stromen en uitzakken van het ijs is wel wat
meer te zeggen.
Vroeger dachten we dat het ijs over de ondergrond
schoof en als een soort bulldozer materiaal voor zich
uit schoof.
Later werd ontdekt dat ijs ook in zichzelf kan bewe-
gen, omdat de ijskristallen langs elkaar kunnen schui-
Nieuwsbrief 54 2013-1
9
ven. Zoiets als hoe een berg stroop, die ontstaat als je
een pot stroop omkeert, uitzakt. Het ijs schuift dan dus
niet over de ondergrond, maar ‘rolt door’. Bij deze
manier van bewegen ontstaan stuwwallen doordat de
grond onder het ijs door het gewicht van het ijs om-
hoog geperst wordt. Men noemt deze wallen daarom
ook wel ‘perswallen’.
Wanneer stromen, wanneer uitzakken? Of het ijs vooral schuift, of vooral uitzakt, heeft zowel
met de dikte van het ijs als met de aard van de onder-
grond te maken.
Hoe dikker het ijs wordt, hoe zwaarder de druk op de
ondergrond is, waardoor de weerstand toeneemt en
schuiven dus steeds moeilijker wordt. Daarbij scheelt
het ook of de ondergrond bevroren is, dan schuift het
natuurlijk makkelijker.
Aan de andere kan zal dikker ijs door zijn eigen ge-
wicht makkelijker uitzakken.
Schollen. Als de ondergrond bevroren was, werd de grond vaak
in de vorm van schollen omhooggeduwd. De dikte van
die schollen verschilt sterk tussen de verschillende
stuwwal: van 2 tot 25 meter in de ene tot wel 100 me-
ter in andere.
Wat zien we op en in de stuwwal? Zoals ik al heb verteld, bestaat de stuwwal hoofdzake-
lijk uit materiaal dat hier al lag vóórdat het ijs hier
kwam. Er wordt hier bijna geen materiaal uit Scandi-
navië gevonden. We zien vanmiddag een paar grote
zwerfkeien uit het Noorden, maar dat is in scene gezet,
die zijn hier neergelegd.
Verder vinden we op een aantal plaatsen löss. Deze
löss is afkomstig van de bodem van de Noordzee. In de
laatste ijstijd, het Weichselien, lag de Noordzee gro-
tendeels droog en bevroren. De bovenste laag van die
zeebodem bestond uit löss, iets grovere vorm van klei,
die gemakkelijk door de wind kon worden meegeno-
men. In Nederland lag toen geen ijs, maar het was wel
heel koud en er groeide dus weinig tot niets, zodat de
wind vrij spel had. De löss werd neergelegd daar waar
obstakels waren, bijvoorbeeld hier de stuwwallen. Ze
werd afgezet op de flanken, maar ook op de toppen en
in de luwte van dalen. Waarschijnlijk is er véél meer
afgezet dan we nu vinden, want löss wordt erg makke-
lijk weggespoeld door water.
Dalen. In het stuwwalgebied zien we allerlei dalen. Daarbij
onderscheiden we twee hoofdvormen: gletsjer-
smeltwaterdalen en sneeuw-smeltwaterdalen.
Gletsjer-
smeltwaterda-
len zijn ge-
vormd door het
smeltende ijs
van de gletsjer,
vooral natuur-
lijk aan het
eind van de
ijstijd (of van
een tussen-
ijstijd). Het ijs
was op zijn
hoogtepunt
vaak hoger dan
de stuwwal (die
toen hoger was
dan nu!) en
bevatte dus een
geweldig grote
hoeveelheid
water! Het kon vóórkomen dat zich tussen het smel-
tende ijs en de stuwwal een smeltwater-meer vormde
dat in één keer door de stuwwal brak en daarbij met
groot geweld een breed dal vormde. Maar de dalvor-
ming kon zich natuurlijk ook wat geleidelijker volt-
rekken.
Kenmerkend voor een gletsjer-smeltwaterdal is dat het
de stuwwal doorbreekt van de ene naar de andere kant.
Dat is logisch, want het smeltwater moest van de ene
naar de andere kant.
Sneeuw-smeltwaterdalen, de naam zegt het al, zijn
ontstaan door smeltende sneeuw. Kenmerkend is dat ze
op de top of dicht bij de top ontstaan en de wal dus niet
geheel doorbreken. Ze kunnen aan beide kanten van de
wal liggen. De meeste zijn ontstaan in het Weichselien.
Asymmetrische dalen. Regelmatig vinden we dalen met een asymmetrische
vorm. Over het algemeen schrijft men dit toe aan een
verschillende mate van gelifluctie op de twee hellin-
gen. De helling die de meeste zonnewarmte ontvangt
droogt in een tijd van dooi sneller op, waardoor de
helling steil blijft. Wanneer de grond lang nat blijft en
vooral als de ondergrond nog bevroren is, kan de natte
blubber naar beneden glijden, waardoor de helling
flauwer wordt dan aan de opgedroogde kant.
Het Zevendal. Veel mensen, waaronder ik, hebben lange tijd gedacht
dat het Zevendal, waar we vanmiddag doorheen ko-
men, een mooi voorbeeld is van een op deze manier
ontstaan asymmetrisch dal.Maar het Zevendal is in
deze zin een uitzondering. Het is wél asymmetrisch,
maar dit is dus niet veroorzaakt door gelifluctie.
Nieuwsbrief 54 2013-1
10
Zoals we weten woei er in het Weichselien vaak wind
vanuit het Westen naar onze streek en nam die wind
löss van de drooggevallen Noordzeebodem mee. In een
breed dal zoals het Zevendal was een luwte in de scha-
duw van de westelijke helling, zodat daar veel löss
neersloeg; meer dan aan de oostelijke zijde, waardoor
de huidige asymmetrische vorm ontstond. Aan de voet
van de op deze manier gevormde zwak glooiende hel-
ling, dus dicht bij de oostelijke (steile) helling, vinden
we colluvium. Dit zijn vooral de kleinste löss-deeltjes
die het gemakkelijkst door afspoelend water worden
meegevoerd.
Het Zevendal - gletsjer-smeltwaterdal immers - lag in
het Weichselien grotendeels droog (er was geen glet-
sjer meer), zodat de löss daar niet of nauwelijks door
water werd weggevoerd.
Het Startse Dal
Het Startse Dal, waar we ook doorheen lopen, is nau-
welijks asymmetrisch. Dit dal is, zoals we al gezien
hebben, een sneeuw-smeltwaterdal. Het was in het
Weichselien ‘actief’, dat wil zeggen dat het water
voerde. Als er al gelifluctie of afzetting van löss heeft
plaatsgevonden, zijn de resultaten hiervan door het
smeltwater weer (grotendeels) weggevoerd.
Grote Waterscheiding. De stuwwal is ook een duidelijke waterscheiding tus-
sen de Rijn/Waal en de Maas. Ten Noorden van deze
waterscheiding stroomt alle water naar de Waal en ten
Zuiden ervan naar de Maas. Tijdens de excursie komen
we op een punt waar we als het ware op het topje van
deze waterscheiding staan en hem in het landschap
zien.
Samenvatting. Vanuit de geologie bezien is het landschap wat we
ergens aantreffen - de combinatie van materiaal
(grond, stenen, water) en vormen - het gevolg van een
aantal geologische gebeurtenissen, namelijk:
a. Afzetting van materiaal; over het algemeen door
water (zee of rivieren), ijs (gletsjers), wind, of vulka-
nen.
b. Erosie: verwijdering van materiaal meestal door
water, ijs of wind, soms chemisch.
c. Verplaatsing van materiaal door water, ijs, wind,
bewegingen in de aardkorst.
Of anders gezegd:
d. Alle materiaal dat hier is, moet hier ooit op de een of
andere manier zijn afgezet.
e. Er kunnen hier in het verleden materialen zijn afge-
zet die er nú niet meer zijn, omdat ze door erosie zijn
verwijderd. Maar zoals erosie hier de oorzaak is van
het verdwijnen van materiaal hier, is erosie in een án-
der gebied juist de oorzaak van afzetting híer.
f. De vormen in het landschap - heuvels en dalen, bek-
kens en vlakten, gelaagdheden enz. - zijn het gevolg
van verplaatsingen van materiaal door bewegingen op
(door water, ijs en wind) en in de aardkorst (beweging
van continenten).
En bewegingen op en in de aardkorst ergens ánders
kunnen de oorzaak zijn van verschijnselen zoals afzet-
ting bij ons.
Lezing en excursie over de geomorfologie van het Montferland
Door: Albert Mesland
In het kader van het 25-jarig bestaan van de werk-
groep hebben enkele afdelingen in het land extra aan-
dacht besteed aan de geologie bij hun in de buurt. Zo
ook de afdeling Doetinchem. Hoewel het al een heel
tijdje geleden is willen we u toch het verslag hiervan
niet onthouden. Ook al omdat het als voorproefje kan
dienen voor de contactdag van volgend jaar die we
hoogst waarschijnlijk in het Montferland zullen hou-
den.
De afdeling Regio Doetinchem had de fysisch geo-
graaf drs. Hans de Jong uitgenodigd voor een lezing en
een excursie over de geomorfologie van het Montfer-
land.
Op 27 maart hield Hans de Jong de lezing in de ge-
meentezaal voor een tiental leden en een vijftal cursis-
ten van de HOVO-cursus “Stenen vertellen een ver-
haal”. Aan de hand van een power-point presentatie
voerde Hans ons door de ontstaansgeschiedenis van
het Montferland. Met Nederlandse en Duitse geolo-
gische kaarten, die voorzien waren van eigen opmer-
kingen en met eigen fotomateriaal verduidelijkte hij de
verschillende geomorfologische verschijnselen van het
Montferland. Een opvallend aspect in zijn lezing was
dat het oostelijke deel van het gebied met de toppen
Montferland, Galgen- en Mengelenberg in een latere
periode van het Saalien is ontstaan dan het westelijke
deel met Hetten- en Keurvorstenheuvel, Rijs-, Hulzen-
en Eltenerberg. Dit uit zich in een andere stuwingsrich-
ting en ander zwerfsteenmateriaal. De lezing maakte
ons erg enthousiast voor de excursie.
Op 4 april om elf uur verzamelden zich op de parkeer-
plaats bij het Tolhuis in Zeddam een twintigtal deel-
nemers voor de excursie onder leiding van Hans de
Jong. Behalve een aantal KNNV-leden en een vijftal
HOVO-cursisten waren er ook een flink aantal nieuwe
deelnemers, die afgekomen waren op een interview
over de excursie in het dagblad ‘de Gelderlander’.
Bij het eerste punt in Zeddam keken we uit over de
oude, nu helaas begroeide groeve de Snijkuil, en over
het glaciaal smeltwaterdal naar de stuwwal met de
Hettenheuvel. Vanaf het plein bij de grafelijke Toren-
(en koren-)molen keken we in de richting van Zeddam
uit over het glaciaal tongbekken dat hier heeft gelegen
en zich uitstrekte tot Düsseldorf. Iets verderop vanaf
Nieuwsbrief 54 2013-1
11
de Hogeweg wordt het uitzicht over dit glaciaal tong-
bekken minder belemmerd door bebouwing.
Bij het volgende punt op een zandweggetje onder de
Snijkuil richting Bosweg is er uitzicht over een
droogdal, een glaciaal smeltwaterdal. Hierdoor heeft
eens smeltwater van de enorme ijskap in het tongbek-
ken gestroomd richting Stokkum en daar het meege-
voerde materiaal van de stuwwal neergelegd in de
vorm van een spoelzandvlakte (sandr). Opvallend is
dat het dalterrein afhelt naar het zuiden maar ook naar
het noorden (richting rotonde Kilderseweg/ Zeddam-
seweg). Dit laatste is ontstaan nadat het ijs verdwenen
was en water vanaf de stuwwal naar het noorden afge-
voerd kon worden.
Bij de parkeerplaats Klein Beeker Mark is er bij goed
weer zicht op de Veluwezoom, het stuwwalcomplex
dat aan de overkant van het glaciale tongbekken van
Kranenburg-Groesbeek ligt, dat hier tussen het Mont-
ferland en de Veluwe heeft gelegen. De bodem loopt
hier af naar het opgevulde tongbekken. Deze glooiing
is bedekt met gordeldekzand dat in de laatste ijstijd
(Weichselien) vanuit rivieren en de droogliggende
Noordzeebedding werd opgewaaid en rondom de
stuwwallen werd neergelegd. De gordeldekzandlaag
heeft ten opzichte van de normale dekzandlaag wat
meer reliëf. Aan de lijzijde van stuwwallen bij de
overheersende westelijke windrichting wordt het fijn-
ste materiaal neergelegd. Volgens een van de deelne-
mers is ook in het Montferland löss te vinden, namelijk
bij Kilder.
Op de parkeerplaats bij het Peeske kijkt men in noor-
delijke richting tegen een glooiende gordel van dek-
zand aan. Vlak achter de gegraven vijver bij het Peeske
ligt een brongebied. Hier ontspringt een beekje dat
meanderend zijn weg zoekt. Er zijn duidelijk stootoe-
vers te herkennen. Bij dit brongebied dagzoomt een
slecht doorlatende laag van tertiaire klei die door zijn
scheefstelling als gevolg van de glaciale stuwing het
doorsijpelende regenwater van hoger gelegen zand- en
grindlagen aanvoert.
Tijdens de lunchpauze in het restaurant van het Peeske
werd er geanimeerd gediscussieerd over wat men had
gezien.
Bij Stokkum ligt de Oude Eltense Weg op het eind van
het smeltwaterdal, dat ten W. van Zeddam loopt, en
daar een smeltwaterafzetting (sandr) heeft gevormd.
Hier ligt dus materiaal dat door het smeltwater is mee-
gevoerd vanaf de gletsjertong. Er ligt veel grind
(kwarts), maar ook stukjes vuursteen die alleen aange-
voerd kunnen zijn óf via de Maas in een veel vroegere
geologische periode dan de voorlaatste ijstijd of met ijs
vanuit Zuid-Zweden.
Voorbij Stokkum liggen aan de Eltense Weg, even
voorbij de camping Brockhausen, stuifzandduinen. Het
stuifzand is vrij grof en bestaat uit lokaal materiaal dat
maximaal over enkele hondeden meters is verstoven.
Hier werd door Hans uitgelegd dat er bij het dekzand
dat tijdens de laatste ijstijd over grote afstanden werd
verstoven er 4 soorten worden onderscheiden. Zijn
explicatie werd verstoord door het verschijnen van een
grote roofvogel: een rode wouw volgens de aanwezige
kenners.
Rond de stiftskerk van Hoch-Elten werden een aantal
punten bezocht. Bij het eerste punt was er zicht op de
(lage) stuwwallen van Moylandt (Bedburg-Hau). Deze
zijn ooit verbonden geweest met het Montferland. Bij
het tweede punt was er goed zicht op de Sternberg bij
Kleef, onderdeel van de stuwwal van het Reichswald.
Deze stuwwal is ook ooit verbonden geweest met het
Montferland. In de ondergrond voor de Eltenerberg
zijn afzettingen aangetroffen, die in een meer moeten
zijn gevormd. Dit meer lag tegen de stuwwal aan en
kan uiteindelijk de doorbraak van de Rijn ingeleid
hebben. Maar wanneer? Interessant was nog dat er in
de muren van de stiftskerk vulkanisch materiaal
(“Bims”) is verwerkt.
Het laatste punt van de excursie lag aan de voet van de
Eltener berg. Hier stroomt nog een oude loop van de
Rijn, die Wild. Hier is de stuwwal erg steil, ontstaan
door ondermijning van de Rijn. Deze door de Rijn
veroorzaakte erosierand is langs de hele zuidrand van
het Montferland waarneembaar.
Tegen vier uur eindigde de excursie en keek iedereen
terug op een bijzonder leerzame dag. Het was redelijk
aangenaam weer geweest en slechts aan het eind van
de excursie begon het te regenen.
Nieuwsbrief 54 2013-1
12
Wandeling op 6 april met Fred Bos rond de
steengroeve in Winterswijk. door:Lieke Vullings.
Zeer korte rondwandeling rond de groeve – en met
dank aan Fred - door normaal “verboden gebied”. Wil-
links Weust is een Natura 2000 gebied, weust is een
ander woord voor woeste grond. In deze tijd van het
jaar is er natuurlijk nog niet veel te zien. Nini herkende
echter de rozetten van heelkruid en gulden boterbloem.
Soorten gebonden aan (de oppervlakkig gelegen) kalk
waarmee de relatie met oudere tijden gelegd is. Andere
bijzonderheden zijn karwijselie en knoopkruid (maar
nog niet boven degrond). Maar we voelden dat het
voorjaar nu aanwezig is, we genoten ook van de nog
bleke, maar krachtige zon.
Korte indruk van het boek “De Bosatlas van
ondergronds Nederland” door:Lieke Vullings
Wat een prachtige atlas heb ik gekregen bij mijn af-
scheid. Boordevol met allerlei kaartmateriaal die heel
vaak een snelle indruk geven van het onderwerp dat
behandeld wordt. Noodgedwongen is alles klein, voor
de precieze en juiste verschillende bodemkleuren (in
gevarieerde gebieden) had ik wel een loep nodig. Maar
de grote lijn spreekt snel voor zich. Ik heb er met ple-
zier doorheen gebladerd en ik kan me voorstellen dat
het boek laag op mijn boekenplankje komt te staan, dat
is het plankje waar de boeken staan die ik vaak even
pak. De mooiste bladzijde vond ik de geomorfoloische
kaart, in een oogopslag de stuwwallen van heel Neder-
land in beeld. Hartelijk dank voor dit mooie afscheids-
cadeau en het kan wellicht helpen om nu simpelweg
een “ijverig” werkgroeplid te worden.
Een leesteken uit het Landschap
“De Boerenkuil”. door:Lieke Vullings
Omschrijving van “wilde” verveningsputten.
Ontstaan en functie Door omwonenden werden vrij
willekeurig kuilen gegraven in het veen, om brandstof
(turf) te winnen. Daar het veen niet ontwaterd werd,
kwamen deze boerenkuilen al snel onder water te
staan, zodat voortdurend nieuwe kuilen nodig waren.
Wel legde men veenbanen aan in het veen om de kui-
len met karren te kunnen bereiken. Tijdens de Tweede
Wereldoorlog leidde de toenmalige schaarste aan
brandstof hier en daar weer tot het graven van boeren-
kuilen. Ligging en streeknamen Boerenkuilen komen
voor in voormalige oogveengebieden. Mooie voor-
beelden liggen op het Hunerer Veld bij Wierden. In
Twente bestaan zogenaamde kluundellen, meest ronde,
soms ovale platte vloeren die bestraat werden met
veldkeien, maar ook in een onbestrate vorm voorko-
men. Ze dienden om de turf fijn te trappen, zodat het
kon worden gedroogd. Over veenbanen wordt in het
Leestekenboek nog gezegd dat ze soms bezand werden
en dat ze breed genoeg waren om met paard en wagen
te berijden. Was een strook helemaal ontgraven dan
werd een nieuwe strook aangepakt en ook een nieuwe
veenbaan aangelegd. Ze worden ook wel zandbanen
genoemd en in de Peel peelbanen.
Iemand boerenkuilen of veenbanen gezien in het
Woolds Veen op 6 april????
Bedankbrief van Jan van Doorn
Beste mensen,
Even een berichtje van mij. Hartelijk dank voor jullie
kaarten in na- en voorjaar, met goede wensen en harte-
lijke groeten. Op 11maart werd ik verrast met een
prachtig boeket van bestuur en leden. Ook hiervoor
hartelijke dank.
De laatste weken (februari, maart) ben ik aan het reva-
lideren met behulp van enkele hulpmiddelen. Deze
verminderen de pijn bij het lopen. Op dit moment is
het niet te zeggen, wanneer ik weer kan deelnemen aan
de activiteiten van de werkgroep.
Hartelijke groet
Jan van Doorn