Nieuwsbrief 54 2013-1 - knnv.nl 54... · Nieuwsbrief 54 2013-1 3 Van het Bestuur. Hoewel geologen...

12
Nieuwsbrief 54 2013-1

Transcript of Nieuwsbrief 54 2013-1 - knnv.nl 54... · Nieuwsbrief 54 2013-1 3 Van het Bestuur. Hoewel geologen...

Page 1: Nieuwsbrief 54 2013-1 - knnv.nl 54... · Nieuwsbrief 54 2013-1 3 Van het Bestuur. Hoewel geologen altijd blij zijn als de blaadjes van de bomen zijn, zodat deze onze blik op de geologische

Nieuwsbrief 54 2013-1

Page 2: Nieuwsbrief 54 2013-1 - knnv.nl 54... · Nieuwsbrief 54 2013-1 3 Van het Bestuur. Hoewel geologen altijd blij zijn als de blaadjes van de bomen zijn, zodat deze onze blik op de geologische

Nieuwsbrief 54 2013-1

2

Nieuwsbrief 53

2012-2

Redactie:

Dolly Stegink

Jannie Kassies

Ton Stegink

Redactieadres:

Peeskesweg 24

7041 CB ‘s-Heerenberg

Tel. 0314 661608

E-mail: [email protected]

Onze website: www.knnv.nl/geolandwg

Lidmaatschap van de

Werkgroep Geologie en Landschap:

Alleen leden van de KNNV kunnen

ook lid zijn van de werkgroep.

Leden:…………………………€ 15,-

Leden die de Nieuwsbrief

digitaal willen ontvangen:……€12,50

Huisgenootleden: ……………..€ 5,-

Bestuur:

Voorzitter: Vacant

e-mail: [email protected]

Penningmeester en Ledenadministratie:

Hans Grotenhuis

Tel: 0570 656339

Giro nr: 1719582 t.n.v.

KNNV-Werkgroep Geologie en Landschap

Deventer

e-mail: [email protected]

Secretaris : Dolly Stegink

Tel : 0314 661608

e-mail : [email protected]

Lid: Leny Huitzing

Tel: 0317 417943.

Lid: Paula Timmerman

Tel:0229 243173

Webmaster: Ton Stegink

e-mail: [email protected]

Bij de voorplaat: Texel

Enkele oude kaarten van Texel

www.texel.net

http://www.atlas1868.nl

VAN DE REDACTIE

De Nieuwsbrief verschijnt 2x per jaar; in het voorjaar en in het najaar.

Uw kopij voor de Nieuwsbrief ontvangen we graag voor 1 april of

1 november. Wilt u dit, als het kan, digitaal bij ons aanleveren. Graag in platte opmaak

(HOOFDLETTERS en vet wel aangeven) en de illustratie als bijlage toevoe-

gen, dit is voor het opmaken van de Nieuwsbrief handiger.

Voor de excursieverslagen willen we u vragen u te beperken tot maximaal

1½ A4 per dagdeel (exclusief afbeeldingen)

Doelstelling van de werkgroep.

Het doel van de werkgroep is het gezamenlijk beleven en bestuderen van de

niet-levende natuur. We kijken hierbij vooral naar de geologie, die over het

ontstaan van de aarde gaat.

Daarnaast kijken we naar de vorm van het landschap, primair ontstaan door de

geologische processen. De bodemkunde en waterhuishouding spelen hierin

een belangrijke rol.

De niet-levende natuur én levende natuur vormen samen mét het grondgebruik

door de mens, het leefmilieu voor mens, dier en plant.

Voorwaarden voor het lidmaatschap en deelname aan excursies.

Buiten de als normaal geldende voorwaarden voor lidmaatschap van verenigin-

gen, geldt dat leden van de werkgroep tevens lid moeten zijn van de KNNV.

Adresmutaties moeten apart aan de secretaris van de werkgroep worden door-

gegeven. De werkgroep en het bestuur daarvan stellen zich niet aansprakelijk

voor claims van welke aard dan ook, bij problemen tijdens de excursies. Er

worden geen verzekeringen, van welke aard ook, afgesloten. Deelname is dus

een privé verantwoordelijkheid. Verwacht wordt dat deelnemers aan excursies

hun persoonlijke gegevens paraat hebben voor het geval zich onverwachte

incidenten zouden voordoen.

INHOUDSOPGAVE PAG.

Van het bestuur 3

Verslag jaarvergadering 3

Programma 2e helft 2013 4

Weekendexcursie Texel 4

Het landschapsverhaal van Texel 6

Najaarsexcursie “Peelrandbreuk en Maashorst 7

Excursieverslagen 8

De Stuwwal van Groesbeek en Kleef - De Grote Lijn. 8

Lezing en excursie over de geomorfologie van het

Montferland 10

Wandeling op 6 april rond de steengroeve in Win-

terswijk 11

Korte indruk van het boek “De Bosatlas van onder-

gronds Nederland” 12

Een leesteken uit het Landschap. “De Boerenkuil”

12

Bedankbrief van Jan van Doorn

12

Page 3: Nieuwsbrief 54 2013-1 - knnv.nl 54... · Nieuwsbrief 54 2013-1 3 Van het Bestuur. Hoewel geologen altijd blij zijn als de blaadjes van de bomen zijn, zodat deze onze blik op de geologische

Nieuwsbrief 54 2013-1

3

Van het Bestuur.

Hoewel geologen altijd blij zijn als de blaadjes van de bomen zijn, zodat deze onze blik op de geologische verschijn-

selen niet kunnen bederven, zijn we toch wel blij dat na de lange winterperiode het nu toch eindelijk zover is dat we

weer eens zonder jas naar buiten kunnen.

De eerste twee excursie van 2013 zijn al weer achter de rug. De contactdag in februari is goed bezocht geweest. Ver-

der op in deze Nieuwsbrief vindt u het verslag van de jaarvergadering. Een verslag van de excursie ontbreekt. De tem-

peratuur was die dag zodanig dat niemand het waagde om zijn handschoenen uit te trekken om te gaan schrijven.

Op de jaarvergadering hebben we afscheid genomen van Lieke Vullings als voorzitter. Lieke is gedurende 7 jaar onze

voorzitter geweest. In die tijd heeft ze zich ingespannen om iedereen zich thuis te laten voelen binnen de club en om

de leden er zoveel mogelijk bij te betrekken. Daarnaast was ze een goede ambassadeur, die ervoor heeft gezorgd dat er

heel wat nieuwe mensen zich als lid hebben aangemeld. Gelukkig heeft Lieke toegezegd zich wel voor de werkgroep

te willen blijven inzetten met hand en span diensten.

Paula Timmermans heeft Lieke’s plaats in het bestuur in genomen, hoewel niet als voorzitter. De verdeling van de

bestuurstaken zal later in dit jaar gebeuren. Er gaan namelijk nog meer veranderingen komen. Hans Grotenhuis heeft

aangegeven zijn penningmeesterschap per 1 januari te beëindigen. Dit betekent, dat we ook voor hem op zoek moesten

naar vervanging. Hans Crone wil gelukkig zijn plaats in het bestuur overnemen.

Tenslotte wil Leny Huitzing na de volgende contactdag haar bestuursfunctie neerleggen. Voor haar moeten we dus

ook op zoek gaan voor vervanging.

Ook nu weer moet ik u berichten over het overlijden van één van onze trouwe leden. Op 6 april is Ger Vink overleden.

Ger was een actief lid van onze werkgroep. Hij is enkele jaren lid geweest van het bestuur, die functie heeft hij vorig

jaar moeten neerleggen vanwege zijn ziekte. Ger heeft ook verschillende excursie helpen organiseren en geleid. We

verliezen in hem een vriendelijk, erudiet en bescheiden werkgroepgenoot.

Ledenbestand opgezegd:

Geert van Poelgeest, Delft

Doede/Lia de Waij, Hilversum

Els Koopmans-Grommé, Epe

Wil. Melger, Dordrecht

Bep Hensen-Bechtold Wageningen

mevrouw J. van Zomeren Hengelo (overleden)

Nieuwe leden:

Otto van Nispen Hoog Keppel

Sjaan en Jan de Boois Doetinchem

Verslag jaarvergadering 23 februari 2013

De contactdag werd gehouden in herberg het Zwaantje in Mook.

Er waren 34 personen aanwezig.

Lieke Vullings heet iedereen van harte welkom en meldt daarna dat er bericht van afzegging is van Arnold van

Nieuwaal en Hein en Ria Teeseling.

Er wordt kort in gegaan op de gezondheidstoestand van enkele leden. Daarna wordt er afgesproken dat er een bloeme-

tje zal worden verzorgd voor Ger Vink en voor Jan van Doorn. Er wordt een kaart met groeten van de aanwezigen

verstuurd aan Ger en Jan en Wouter en Diny v.d. Bosch.

Daarna komt het financieel overzicht aan bod.

Hans Grotenhuis geeft een korte toelichting op de cijfers. Hij geeft aan dat de financiën voor de werkgroep en die voor

excursies apart worden berekend. Uit de stukken blijkt dat de contributie de kosten voor het bestuur (w.o. onkosten

vergoeding) en de Nieuwsbrief voldoende dekkend zijn er dus niet hoeft worden overgegaan tot contributieverhoging.

Ook de balans van de excursies toont een overschot. Dit wordt onder anderen veroorzaakt doordat de onkosten voor

het weekend in de Boulonnais erg meevielen. (Eén van de excursieleiders heeft geen onkosten voor de voorbereiding

in rekening gebracht). Het overschot zal gebruikt worden voor de kosten van het weekend naar Texel.

De reserves zoals die staan in de balans zijn nodig, omdat de penningmeester gedurende het jaar betalingen moet doen

en er moet voldoende geld in kas zijn om mensen een voorschot te kunnen geven bij voorbereidingen van een excur-

sie.

Hans bedankt de kascommissie leden voor hun ondersteuning.

De kascommissie bestaande uit Riëtte Voorhaar en Paula Timmerman geeft aan dat zij de stukken van de penning-

meester digitaal hebben ontvangen. Zij hebben deze goed bestudeerd en vonden de stukken overzichtelijk en duide-

Page 4: Nieuwsbrief 54 2013-1 - knnv.nl 54... · Nieuwsbrief 54 2013-1 3 Van het Bestuur. Hoewel geologen altijd blij zijn als de blaadjes van de bomen zijn, zodat deze onze blik op de geologische

Nieuwsbrief 54 2013-1

4

lijk. De penningmeester heeft hun vragen naar tevredenheid kunnen beantwoorden. De kascommissie wil de penning-

meester en daarmee het bestuur dan ook decharge verlenen.

Paula Timmerman is aftredend kascommissie lid. Riëtte Voorhaar wil het nog een jaar doen. Greet Boer meldt zich

aan als nieuw kascommissie lid.

Het volgende punt is de samenstelling van het bestuur. Lieke geeft aan dat vandaag haar laatste optreden is als voorzit-

ter.

Het bestuur heeft Paula Timmerman bereid gevonden om het bestuur te versterken. Lieke vraagt of de vergadering

hier mee in kan stemmen en dat gebeurd.

Hans Grotenhuis heeft aangegeven zijn functie na het afronden van de stukken voor 2013, per 1 januari 2014 neer te

willen leggen.

Hans Crone wil zijn plaats wel innemen. Er zal nog gekeken worden hoe de functies in het bestuur het best verdeeld

kunnen worden.

Leny Huitzing wil ook met haar bestuursfunctie stoppen en wel na de volgende contactdag. Er is dus nog iemand no-

dig om het bestuur te versterken. Lieke vraagt wie zich hiervoor op wil geven, daar is nog geen reactie opgekomen.

Tijdens de rondvraag:

Teije van Seyen vraagt aandacht voor een paar krantenartikelen over Texel die hij heeft meegenomen. Hierin staan

allerlei interessante punten die op Texel tijdens de excursies bezocht kunnen worden en wijst ook op de website van

Texel. Hij geeft aan dat dit al de derde keer zal zijn, dat er een excursie naar Texel is. Lieke antwoordt dat de kranten

artikelen ter inzage liggen voor in de pauze. Het excursieprogramma op Texel zal worden verzorgd door Lia Vriend en

zij zal bepalen wat we gaan zien, maar dat de suggesties van Teije o.a. een bezoek aan de vuurtoten worden doorgege-

ven aan de deelnemers en dat het goed zou zijn als Teije hiervoor een kort stukje maakt voor de Nieuwsbrief.

Ton Stegink reageert hier nog op met de mededeling dat er op de website van de werkgroep al heel veel informatie

over Texel staat, met daarbij ook een aantal links.

Aletta van Embden heeft voor geïnteresseerden 2 boekjes bij zich met fietstochten langs aardkundige verschijnselen in

de provincie Utrecht.

Daarnaast wil ze nog aandacht vragen voor haar onderzoek naar de excursiepunten die de werkgroep Geologie en

landschap heeft gemaakt. Daaruit blijkt dat er veel aandacht gaat naar de geologie en de geomorfologie en weinig naar

bijvoorbeeld het veenweidelandschap.

Teije ven Seyen stelt voor om de vertegenwoordiger naar de vergadering van het KNNV door iemand te laten doen die

daar ook al heen gaat voor zijn eigen afdeling, dit om kosten te kunnen besparen.Teije heeft voor de liefhebbers zakjes

met bloemzaad meegenomen.

Tenslotte is er nog aandacht voor het afscheid van Lieke als voorzitter. Dolly Stegink bedankt haar voor haar werk en

inzet. Zij gaat daarbij in op de manier waarop Lieke haar werk deed, vooral op haar inzet om zoveel mogelijk mensen

actief bij de werkgroep te betrekken en de saamhorigheid in de groep goed te houden.

Na een korte pauze hield Hans Crone een presentatie over het gebied waar in de middag excursie zal worden gehou-

den (samenvatting elders in deze Nieuwsbrief).

Leny geeft nog een presentatie over haar wandelvakantie naar het Schwabische Sweis. Een heel bijzonder gebied.

Jammer genoeg wilde de beamer de bij behorende plaatjes niet tevoorschijn toveren.

Programma 2e helft 2013

Weekendexcursie 6, 7 en 8 september 2013 Texel

Excursieleider: Lia Vriend

OPGAVE: Definitieve opgave 1 juni, d.m.v. overma-

king van € 51,00 per persoon op giro 1719582 t.n.v.

KNNV, Werkgroep Geologie en Landschap, Deventer.

Dit met vermelding voor welke excursie en het aantal

deelnemers.

Zoals u in de vorige Nieuwsbrief al hebt kunnen lezen

blijven we dit jaar voor de weekendexcursie in Neder-

land, maar dan wel weer zo dat we eerst met de boot

moeten. We gaan naar Texel en Lia Vriend zal onze

excursieleidster zijn.

Moest ik bij de vorige weekendexcursie nog melden

dat de kosten aan de hoge kant waren, deze keer kan ik

U vertellen dat het mee valt. Dit komt aan de ene kant

omdat we weinig voorbereidingskosten hebben gehad;

ons nieuwe bestuurslid Paula Timmerman heeft het

allemaal via internet kunnen regelen en anderzijds

hadden we nog wat over gehouden van het weekend

naar de Boulonnais.

We hebben er daarom voor gekozen om er op de zater-

dag een busexcursie van te maken. Dit heeft als voor-

deel dat Lia ons onderweg ook nog van allerlei kan

vertellen. Op de zondag blijven we in de buurt van

Den Hoorn, zodat we dan ook geen probleem hebben

met het vervoer.

Page 5: Nieuwsbrief 54 2013-1 - knnv.nl 54... · Nieuwsbrief 54 2013-1 3 Van het Bestuur. Hoewel geologen altijd blij zijn als de blaadjes van de bomen zijn, zodat deze onze blik op de geologische

Nieuwsbrief 54 2013-1

5

We verblijven op Texel met zijn allen op “camping

Loodsmansduin” bij Den Hoorn. De hotelgasten zullen

daar gebruik kunnen maken van een chalet.

Opgave: De kosten voor het weekend zijn nu uitgeko-

men op € 51. Dit is inclusief de maaltijd op vrijdag-

avond en het gebruik van de bus. De kosten

voor de reis en het verblijf zijn zoals gewoonlijk voor

eigen rekening.

Dit bedrag moet uiterlijk 1 juni op de rekening van de

penningmeester staan.

We beginnen op vrijdag om 17:30 uur in het restaurant

van de camping met een welkomstdrankje. Om 18:00

uur is dan de presentatie van Lia Vriend over wat we

allemaal gaan zien tijdens de excursies.

Daarna, dat zal rond 20:00 uur zijn zullen we dan de

maaltijd gebruiken.

Verblijfsgegevens

Camping Loodsmansduin

Rommelpot 19

Den Hoorn.

http://www.texelcampings.nl/nl/loodsmansduin/

T. +31 (0)222-317208 (algemeen telefoonnummer

voor Texel Campings)

Met de auto

Via de A7 en/of N9 bereikt u Den Helder. De route

naar de veerboot staat goed aangegeven. Wanneer u op

Texel van de boot komt, rijdt u bij de verkeerslichten

rechtdoor. U volgt de Pontweg tot aan de eerste roton-

de (afslag nr. 7). Hier gaat u driekwart rond richting

Den Hoorn. U rijdt dan op de Hoornderweg. Deze

eindigt in een T-splitsing. U gaat linksaf en meteen de

eerste weg rechts (Lage Wegje). Deze rijdt u uit, waar-

na u linksaf gaat. Daar ziet u, driehonderd meter voor

u, de camping liggen.

Openbaar vervoer: Neem de trein richting Den Hel-

der. Op het station neemt u bus 33 naar de veerboot.

Op Texel kunt u taxi of bus 29 nemen. Bij de enige

halte in het dorp stapt u uit. Van daar loopt u richting

de plaatselijke supermarkt op het dorpsplein. U gaat

linksaf, de Herenstraat in. Na ongeveer driehonderd

meter lopen (de straatnaam verandert halverwege in

'Klif'), bereikt u de kruising met de Rommelpot. Daar

gaat u linksaf. Driehonderd meter verderop ligt Cam-

ping Loodsmansduin.

De boot:

Vanaf Den Helder is er elk uur een afvaart van 06:30

t/m 21:30 uur. (op zondag vanaf 7:30 uur)

De boot vertrekt op het halve uur.

Vanaf Texel is er elk uur een afvaart van 06:00 t/m

21.00 uur. (op zondag vanaf 7.00 uur). De boot ver-

trekt op het hele uur.

Tarieven:

- retourticket voetganger € 2,50

- retourticket auto (incl. max. 9 personen) € 36,50

- retourticket auto+caravan (incl. max. 9 personen)

€ 7, 80 per strekkende meter.

(€ 11,65 per strekkende meter indien voertuig breder

dan 2,75 m)

Voor alle tarieven zie de website, evenals de mogelijk-

heden om in Den Helder te parkeren.

Er hoeft voor de boot niet gereserveerd te worden.

Kosten verblijf chalet:

De kosten voor het chalet zijn € 75,00 per persoon op

basis van een volledige bezetting van het chalet. Dege-

nen die zich voorlopig hebben opgegeven zijn hier al

van op de hoogte gebracht.

Kosten voor de camping:

Per plaats betaalt u € 17,00 per nacht incl. 2 personen.

Een extra persoon op een plaats kost € 3,00 per nacht.

Voor een caravan geldt hetzelfde tarief. De toeristen-

belasting is ook weer € 1,60 per persoon per nacht. Het

stroomverbruik wordt achteraf berekend. Dit is € 0,55

per Kwh.

Page 6: Nieuwsbrief 54 2013-1 - knnv.nl 54... · Nieuwsbrief 54 2013-1 3 Van het Bestuur. Hoewel geologen altijd blij zijn als de blaadjes van de bomen zijn, zodat deze onze blik op de geologische

Nieuwsbrief 54 2013-1

6

Het landschapsverhaal van Texel

Door: Lia Vriend

Texel is niet een gewoon ‘waddeneiland’.

Het ligt wel aan de Waddenzee en heeft aan die kant

ook wadden en kwelders, maar dit eiland heeft in te-

genstelling tot de andere eilanden een kern van kei-

leem. Deze keileem is met een gletsjer in de ijstijden

aangevoerd en opgestuwd. De opstuwing is nog te

herkennen in de ‘Hoge Berg’ ten zuidoosten van Den

Burg en bij de kliffen bij Den Hoorn. Door deze kei-

leem ligt Texel ‘verankerd’ en verplaatst zich minder

makkelijk dan de andere eilanden.

Het oorspronkelijke Texel is in de kern een keileem-

stuwwal, dus geen waddeneiland.

1 Texel rond 1300 2 Texel rond 1450 3 Texel rond 1630

1000 jaar geleden was het gebied van Texel nog een

onderdeel van het ‘vaste land’ van Noord-Holland. Het

Marsdiep, dat Texel nu van de rest van Noord-Holland

scheidt, ontstond waarschijnlijk pas in de 12e eeuw. In

de late Middeleeuwen bestond het huidige Texel uit

diverse eilandjes, die pas later weer al of niet kunstma-

tig aan elkaar zijn gegroeid.

In het noorden lag het Waddeneilandje

Eyerland.

Het keileemgebied, dat we hier het oude

land noemen, is een glooiend gebied, met

een geheel eigen karakter. Om deze kei-

leembult is door zee en wind zand en klei

aangevoerd, waardoor het gebied steeds

groter werd. Als de opslibbing hoog ge-

noeg was en er begroeide kwelders ont-

stonden, hier ook wel ‘schorren’ genoemd,

hebben de bewoners deze stukken land

bedijkt en ingepolderd.

In de 17e eeuw zijn de eilanden Texel en

Eyerland met elkaar verbonden door de

aanleg van de Zanddijk.

De westzijde van Texel ligt aan de Noord-

zee, een kust van strand en duinen. De

Zuidpunt van Texel groeit nog steeds ver-

der terwijl de westkust veel kustafslag

heeft.

Aan de oostzijde van Texel ligt de Wad-

denzee. De kustlijn bestaat hier uit een op Deltahoogte

gebrachte dijk.

Dit eiland kent een zware strijd tegen de natuurelemen-

ten. Aan de vele dijken en wielen (ontstaan door zee-

doorbraken) kunnen we de activiteiten van de bewo-

ners aflezen. Op oude kaarten zien we de vormen van

Texel steeds veranderen.

Texel heeft door de afwijkende geologische geschie-

denis een grote variatie aan landschappen met elk zijn

eigen specifieke karaktertrekken.

Texel wordt wel ‘Nederland in het klein’ genoemd,

omdat de landschappen van laag West-Nederland hier

aanwezig zijn, maar ook de door het ijs gevormde hoge

delen, zoals in Oost-Nederland.

Programma

Weekend:

Vrijdagavond:

Lia houdt een

powerpoint pre-

sentatie over de

geologische

ontwikkelingen

van het ‘eiland’

Texel. Uitge-

breid zal aan de

hand van di-

verse kaarten

en andere illustraties het veranderende landschap van

Texel bekeken worden.

Zaterdag: We maken een tour met de bus over het

eiland, waarbij we de diversiteit aan landschappen

zullen ervaren. Bij de Hoge Berg zien we wat keileem

is, bij de Wezenputten vertelt Lia het historisch verhaal

over de watervoorziening van de VOC-schepen, we

rijden langs de zeer gevarieerde Waddenkust, bezoe-

ken Eierland waar bij de vuurtoren een opvallend geo-

logisch verschijnsel zichtbaar wordt, gaan naar de

Slufter en zien oude dijken in het binnenland met Wie-

len, de littekens na een dijkdoorbraak. Deze dag maken

we diverse korte wandelingen.

Texel 4 rond 1850 Texel 5 rond 1875

Page 7: Nieuwsbrief 54 2013-1 - knnv.nl 54... · Nieuwsbrief 54 2013-1 3 Van het Bestuur. Hoewel geologen altijd blij zijn als de blaadjes van de bomen zijn, zodat deze onze blik op de geologische

Nieuwsbrief 54 2013-1

7

Zondag

Gaan we met eigen auto’s op pad. We gaan de kei-

leemklif in Den Hoorn ervaren, maken een korte wan-

deling naar het gerestaureerde sluisje bij De Grie

(grens oudland/nieuw land). Verder de zuidpunt voor

een langere wandeling naar de Hors,waar Texel nog

steeds aangroeit.

Najaarsexcursie 12 oktober 2013

Peelrandbreuk en Maashorst

Aanvang 11:30 uur

OPGAVE: Definitieve opgave 1 juni, d.m.v. overmaking van € 8,00 per persoon op giro 1719582 t.n.v. KNNV,

Werkgroep Geologie en Landschap, Deventer. Dit met vermelding voor welke excursie en het aantal deelnemers.

Bereikbaarheid:

Gasterij De Pier

Schansweg 3

5406 TP Uden

tel. 0413-265930

Openbaarvervoer:

Gasterij de Pier is slecht bereikbaar

met het openbaar vervoer. Als u

met de trein komt dan reist u naar

Station Oss. Vanaf 11:00 uur wordt

u daar dan opgehaald.

Wilt u bij de opgave aangeven of u

hiervan gebruik wilt maken.

Dagprogramma

11:30–12:00 uur Welkom met koffie/thee

12:00–12:30 uur Presentatie door Ronald van Balen

over de geomorfologie van dit gebied. (vragenstellen

tot 12.45 uur).

12:45-13:15 uur Presentatie Nico Ettema over de vege-

tatie van de wijstgronden. Nico schreef daarover het

zeer informatieve boek ‘Vijf wijstreservaten in Noord-

Brabant’ (uitgave De Maashorst, januari 2010) dat u

ter plekke voor 6 euro kunt aanschaffen. (vragenstel-

len tot 13.30 uur).

13:30–14:15 uur Lunch koffie/thee

14:20 uur Start excursie bij Parkeerplaats Bedaf, vlak-

bij de De Pier.

14.20 – 16.00 excursie Peelrandbreuk o.l.v. Ronald

van Balen met toelichting op de vegetatie van de

Wijstgronden door Nico Ettema.

Vanaf 16.00 Afsluiting opnieuw in camping/ Gasterij

(Pannenkoekenhuis) De Pier.

Peelrandbreuk en Maashorst Het excursiegebied is als Aardkundig Excursiepunt 28

in Grondboor&Hamer, 2009/6 beschreven door een

van onze excursieleiders Ronald van Balen. U kunt dit

artikel vinden op de volgende website:

http://www.falw.vu/~balr/pubs/PEELRANDBREUK_

1-1.pdf

Onderstaande tekst is de inleiding van die beschrijving.

De Peelrandbreukzone is in het landschap herkenbaar

van Roermond tot aan Oss, en vormt de noordelijke

begrenzing van de Roerdalslenk. De breukzone bestaat

uit meerdere breuken die

zich vertakken door het

landschap.

Ten westen van Uden is

één van deze vertakkin-

gen, de Peelrandbreuk,

uitzonderlijk mooi zicht-

baar. Een tweede, parallel-

le breuk doorsnijdt het

stadje en loopt richting

Nistelrode, waarbij hij het

Maashorstgebied passeert.

De breuken veroorzaken

bijzondere hydrologische

omstandigheden, waardoor op sommige plaatsen de

hogere delen in het landschap moerassig zijn door

kwel van ijzerhoudend grondwater. Deze moerassige

landschappen heten wijstgronden.

De Maashorst is een landschappelijk fraai gebied ten

noordwesten van Uden en ten oosten van Nistelrode.

Dit hoger gelegen natuurgebied draagt sporen van de

laatste ijstijd. Verspreid over de Maashorst liggen dek-

zandruggen en dekzandduinen, en aan de west- en

noordrand ervan komen sneeuwsmeltwaterdalen voor.

De Maashorst is het grootste natuurpark in de provin-

cie, en heeft haar eigen website: www.demaashorst.nl.

Page 8: Nieuwsbrief 54 2013-1 - knnv.nl 54... · Nieuwsbrief 54 2013-1 3 Van het Bestuur. Hoewel geologen altijd blij zijn als de blaadjes van de bomen zijn, zodat deze onze blik op de geologische

Nieuwsbrief 54 2013-1

8

Excursieverslagen

De Stuwwal van Groesbeek en Kleef - De Grote Lijn. 23 februari 2013

Door: Hans Crone

Hans Crone heeft na de jaarvergadering op de contact-

dag een presentatie gehouden over de stuwwal van

Groesbeek als voorbereiding op de excursie van de

middag.

Hieronder leest u de tekst van deze presentatie

De Stuwwal van Groesbeek en Kleef - De Grote

Lijn.

We zijn hier in het heuvellandschap van Groesbeek en

Kleef.

Dat het een prachtig gebied is zullen jullie vanmiddag

zelf zien - als je het gebied niet al kent. Maar het is ook

een geologisch heel interessant gebied.

* We zien hier de gevolgen van meerdere geologische

gebeurtenissen.

* We zien ook de resultaten van geologische gebeurte-

nissen uit verschillende geologische perioden.

* Maar we zien hier ook invloeden uit meerdere gebie-

den, honderden kilometers hiervandaan en ook nog uit

verschillende richtingen.

Maar eerst naar wat we nu zien:

* Als eerste vallen natuurlijk de heuvels op - toch be-

hoorlijk bijzonder voor ons land.

* Als we van een afstandje kijken zien we dat het niet

zomaar wat her en der liggende heuvels zijn, maar dat

we duidelijk de vorm van een wal kunnen herkennen.

* In en soms zelfs dwars dóór die wal zien we dalen en

dalletjes, meestal droog maar soms ook gevuld met een

beekje.

* En als we ons bukken, zien we de bodem waar deze

wallen uit bestaan: vooral zand en grind en soms ook

löss.

Hoe is dit gebied ontstaan? Voordat dit gebied van wallen en dalen gevormd kon

worden, moest het materiaal waaruit die wallen be-

staan hierheen gekomen zijn. Want van niets kun je

geen wallen maken natuurlijk.

Voor de herkomst van het grootste deel van de bodem

hier, het zand en de grinden, moeten we zowel ver

terug in de tijd, als ver weg.

Ontstaan van de Alpen. Ongeveer 40 miljoen jaar geleden begon de vorming

van de Alpen, doordat Afrika tegen Europa botste. En

zoals dat vaak gaat met bergen, ze hadden zich nog

niet boven het maaiveld verheven of wind en water

begonnen direct ze af te breken. En er ontstonden ri-

vieren die het materiaal afvoerden. De bovenloop van

wat nu de Rijn is stroomde toen vanaf de voet van de

Alpen, Basel, via de Saone en Rhone naar de Middel-

landse zee.

Ontstaan Rijnslenk en daardoor veranderde loop

van de Rijn. Maar vanaf ca. 35 miljoen jaar geleden ontstond de

Boven-Rijnslenk of Bovenrijnse laagvlakte, waar bij

ook flankerend gebergte ontstond, de Vogezen en het

Zwarte Woud. Dit was het gevolg van bewegingen in

de aardkorst. Het gevolg was dat de voorloper van de

Rijn in Zwitserland, bij Basel niet meer rechtdoor kon

naar de Saone, maar des te beter naar het Noorden,

door de Rijnslenk naar de voorloper van onze huidige

Rijn, toen nog een klein regenriviertje, dat daardoor

ineens een veel grotere rivier werd.

Onderweg komen er meerdere zijrivieren bij, zoals de

Aar, de Main, de Moezel.

De Rijn stroomt naar onze streek en gaat daar langza-

mer stromen.

En uiteindelijk komt die Rijn dus hier in dit gebied

waar we nu zijn. We hebben het dan dus over een de-

gelijk 5 miljoen jaar geleden. Nederland was toen he-

lemaal vlak - deze stuwwallen waren er nog niet! En

een gevolg van die vlakte was natuurlijk dat de rivier

langzamer ging stromen en meer materiaal ging afzet-

ten.

Dus daarom vinden we hier de afzettingen van de Rijn

en de Maas. En het grootste deel van die afzettingen is

afkomstig uit, nee niet de Alpen, maar vooral Taunus

en Eifel en Ardennen. Want de meeste zanden en grin-

den uit de Alpen zijn hier al zo fijn verpulverd, tot klei

geworden, dat ze nog niet of weinig bezinken.

IJstijd en ontstaan gletsjer in Scandinavië. En dan nu een sprong in de tijd en tegelijk naar het

Noorden. Zoals we weten begon met het Pleistoceen

ongeveer 2,5 miljoen jaar geleden de periode van de

ijstijden. Nou ja, “weten”, zoveel weten we eigenlijk

nog niet. Maar in ieder geval waren er ijstijden en in

die ijstijden was het koud en hoe noordelijker hoe

kouder. Aan het begin van het Saalien lag er in Scan-

dinavië een gletsjer die gestaag groeide en groeide. Op

enig moment was hij waarschijnlijk meer dan 2 kilo-

meter dik! En onder druk van zijn eigen gewicht

stroomde en zakte die ijsmassa naar alle kanten uit en

kwam - zoals we nu denken - aan het eind van het

Saalien, ongeveer 150.000 jaar geleden tot in ons land

en zelfs tot hier!

Stromen en uitzakken van het ijs. Over dat stromen en uitzakken van het ijs is wel wat

meer te zeggen.

Vroeger dachten we dat het ijs over de ondergrond

schoof en als een soort bulldozer materiaal voor zich

uit schoof.

Later werd ontdekt dat ijs ook in zichzelf kan bewe-

gen, omdat de ijskristallen langs elkaar kunnen schui-

Page 9: Nieuwsbrief 54 2013-1 - knnv.nl 54... · Nieuwsbrief 54 2013-1 3 Van het Bestuur. Hoewel geologen altijd blij zijn als de blaadjes van de bomen zijn, zodat deze onze blik op de geologische

Nieuwsbrief 54 2013-1

9

ven. Zoiets als hoe een berg stroop, die ontstaat als je

een pot stroop omkeert, uitzakt. Het ijs schuift dan dus

niet over de ondergrond, maar ‘rolt door’. Bij deze

manier van bewegen ontstaan stuwwallen doordat de

grond onder het ijs door het gewicht van het ijs om-

hoog geperst wordt. Men noemt deze wallen daarom

ook wel ‘perswallen’.

Wanneer stromen, wanneer uitzakken? Of het ijs vooral schuift, of vooral uitzakt, heeft zowel

met de dikte van het ijs als met de aard van de onder-

grond te maken.

Hoe dikker het ijs wordt, hoe zwaarder de druk op de

ondergrond is, waardoor de weerstand toeneemt en

schuiven dus steeds moeilijker wordt. Daarbij scheelt

het ook of de ondergrond bevroren is, dan schuift het

natuurlijk makkelijker.

Aan de andere kan zal dikker ijs door zijn eigen ge-

wicht makkelijker uitzakken.

Schollen. Als de ondergrond bevroren was, werd de grond vaak

in de vorm van schollen omhooggeduwd. De dikte van

die schollen verschilt sterk tussen de verschillende

stuwwal: van 2 tot 25 meter in de ene tot wel 100 me-

ter in andere.

Wat zien we op en in de stuwwal? Zoals ik al heb verteld, bestaat de stuwwal hoofdzake-

lijk uit materiaal dat hier al lag vóórdat het ijs hier

kwam. Er wordt hier bijna geen materiaal uit Scandi-

navië gevonden. We zien vanmiddag een paar grote

zwerfkeien uit het Noorden, maar dat is in scene gezet,

die zijn hier neergelegd.

Verder vinden we op een aantal plaatsen löss. Deze

löss is afkomstig van de bodem van de Noordzee. In de

laatste ijstijd, het Weichselien, lag de Noordzee gro-

tendeels droog en bevroren. De bovenste laag van die

zeebodem bestond uit löss, iets grovere vorm van klei,

die gemakkelijk door de wind kon worden meegeno-

men. In Nederland lag toen geen ijs, maar het was wel

heel koud en er groeide dus weinig tot niets, zodat de

wind vrij spel had. De löss werd neergelegd daar waar

obstakels waren, bijvoorbeeld hier de stuwwallen. Ze

werd afgezet op de flanken, maar ook op de toppen en

in de luwte van dalen. Waarschijnlijk is er véél meer

afgezet dan we nu vinden, want löss wordt erg makke-

lijk weggespoeld door water.

Dalen. In het stuwwalgebied zien we allerlei dalen. Daarbij

onderscheiden we twee hoofdvormen: gletsjer-

smeltwaterdalen en sneeuw-smeltwaterdalen.

Gletsjer-

smeltwaterda-

len zijn ge-

vormd door het

smeltende ijs

van de gletsjer,

vooral natuur-

lijk aan het

eind van de

ijstijd (of van

een tussen-

ijstijd). Het ijs

was op zijn

hoogtepunt

vaak hoger dan

de stuwwal (die

toen hoger was

dan nu!) en

bevatte dus een

geweldig grote

hoeveelheid

water! Het kon vóórkomen dat zich tussen het smel-

tende ijs en de stuwwal een smeltwater-meer vormde

dat in één keer door de stuwwal brak en daarbij met

groot geweld een breed dal vormde. Maar de dalvor-

ming kon zich natuurlijk ook wat geleidelijker volt-

rekken.

Kenmerkend voor een gletsjer-smeltwaterdal is dat het

de stuwwal doorbreekt van de ene naar de andere kant.

Dat is logisch, want het smeltwater moest van de ene

naar de andere kant.

Sneeuw-smeltwaterdalen, de naam zegt het al, zijn

ontstaan door smeltende sneeuw. Kenmerkend is dat ze

op de top of dicht bij de top ontstaan en de wal dus niet

geheel doorbreken. Ze kunnen aan beide kanten van de

wal liggen. De meeste zijn ontstaan in het Weichselien.

Asymmetrische dalen. Regelmatig vinden we dalen met een asymmetrische

vorm. Over het algemeen schrijft men dit toe aan een

verschillende mate van gelifluctie op de twee hellin-

gen. De helling die de meeste zonnewarmte ontvangt

droogt in een tijd van dooi sneller op, waardoor de

helling steil blijft. Wanneer de grond lang nat blijft en

vooral als de ondergrond nog bevroren is, kan de natte

blubber naar beneden glijden, waardoor de helling

flauwer wordt dan aan de opgedroogde kant.

Het Zevendal. Veel mensen, waaronder ik, hebben lange tijd gedacht

dat het Zevendal, waar we vanmiddag doorheen ko-

men, een mooi voorbeeld is van een op deze manier

ontstaan asymmetrisch dal.Maar het Zevendal is in

deze zin een uitzondering. Het is wél asymmetrisch,

maar dit is dus niet veroorzaakt door gelifluctie.

Page 10: Nieuwsbrief 54 2013-1 - knnv.nl 54... · Nieuwsbrief 54 2013-1 3 Van het Bestuur. Hoewel geologen altijd blij zijn als de blaadjes van de bomen zijn, zodat deze onze blik op de geologische

Nieuwsbrief 54 2013-1

10

Zoals we weten woei er in het Weichselien vaak wind

vanuit het Westen naar onze streek en nam die wind

löss van de drooggevallen Noordzeebodem mee. In een

breed dal zoals het Zevendal was een luwte in de scha-

duw van de westelijke helling, zodat daar veel löss

neersloeg; meer dan aan de oostelijke zijde, waardoor

de huidige asymmetrische vorm ontstond. Aan de voet

van de op deze manier gevormde zwak glooiende hel-

ling, dus dicht bij de oostelijke (steile) helling, vinden

we colluvium. Dit zijn vooral de kleinste löss-deeltjes

die het gemakkelijkst door afspoelend water worden

meegevoerd.

Het Zevendal - gletsjer-smeltwaterdal immers - lag in

het Weichselien grotendeels droog (er was geen glet-

sjer meer), zodat de löss daar niet of nauwelijks door

water werd weggevoerd.

Het Startse Dal

Het Startse Dal, waar we ook doorheen lopen, is nau-

welijks asymmetrisch. Dit dal is, zoals we al gezien

hebben, een sneeuw-smeltwaterdal. Het was in het

Weichselien ‘actief’, dat wil zeggen dat het water

voerde. Als er al gelifluctie of afzetting van löss heeft

plaatsgevonden, zijn de resultaten hiervan door het

smeltwater weer (grotendeels) weggevoerd.

Grote Waterscheiding. De stuwwal is ook een duidelijke waterscheiding tus-

sen de Rijn/Waal en de Maas. Ten Noorden van deze

waterscheiding stroomt alle water naar de Waal en ten

Zuiden ervan naar de Maas. Tijdens de excursie komen

we op een punt waar we als het ware op het topje van

deze waterscheiding staan en hem in het landschap

zien.

Samenvatting. Vanuit de geologie bezien is het landschap wat we

ergens aantreffen - de combinatie van materiaal

(grond, stenen, water) en vormen - het gevolg van een

aantal geologische gebeurtenissen, namelijk:

a. Afzetting van materiaal; over het algemeen door

water (zee of rivieren), ijs (gletsjers), wind, of vulka-

nen.

b. Erosie: verwijdering van materiaal meestal door

water, ijs of wind, soms chemisch.

c. Verplaatsing van materiaal door water, ijs, wind,

bewegingen in de aardkorst.

Of anders gezegd:

d. Alle materiaal dat hier is, moet hier ooit op de een of

andere manier zijn afgezet.

e. Er kunnen hier in het verleden materialen zijn afge-

zet die er nú niet meer zijn, omdat ze door erosie zijn

verwijderd. Maar zoals erosie hier de oorzaak is van

het verdwijnen van materiaal hier, is erosie in een án-

der gebied juist de oorzaak van afzetting híer.

f. De vormen in het landschap - heuvels en dalen, bek-

kens en vlakten, gelaagdheden enz. - zijn het gevolg

van verplaatsingen van materiaal door bewegingen op

(door water, ijs en wind) en in de aardkorst (beweging

van continenten).

En bewegingen op en in de aardkorst ergens ánders

kunnen de oorzaak zijn van verschijnselen zoals afzet-

ting bij ons.

Lezing en excursie over de geomorfologie van het Montferland

Door: Albert Mesland

In het kader van het 25-jarig bestaan van de werk-

groep hebben enkele afdelingen in het land extra aan-

dacht besteed aan de geologie bij hun in de buurt. Zo

ook de afdeling Doetinchem. Hoewel het al een heel

tijdje geleden is willen we u toch het verslag hiervan

niet onthouden. Ook al omdat het als voorproefje kan

dienen voor de contactdag van volgend jaar die we

hoogst waarschijnlijk in het Montferland zullen hou-

den.

De afdeling Regio Doetinchem had de fysisch geo-

graaf drs. Hans de Jong uitgenodigd voor een lezing en

een excursie over de geomorfologie van het Montfer-

land.

Op 27 maart hield Hans de Jong de lezing in de ge-

meentezaal voor een tiental leden en een vijftal cursis-

ten van de HOVO-cursus “Stenen vertellen een ver-

haal”. Aan de hand van een power-point presentatie

voerde Hans ons door de ontstaansgeschiedenis van

het Montferland. Met Nederlandse en Duitse geolo-

gische kaarten, die voorzien waren van eigen opmer-

kingen en met eigen fotomateriaal verduidelijkte hij de

verschillende geomorfologische verschijnselen van het

Montferland. Een opvallend aspect in zijn lezing was

dat het oostelijke deel van het gebied met de toppen

Montferland, Galgen- en Mengelenberg in een latere

periode van het Saalien is ontstaan dan het westelijke

deel met Hetten- en Keurvorstenheuvel, Rijs-, Hulzen-

en Eltenerberg. Dit uit zich in een andere stuwingsrich-

ting en ander zwerfsteenmateriaal. De lezing maakte

ons erg enthousiast voor de excursie.

Op 4 april om elf uur verzamelden zich op de parkeer-

plaats bij het Tolhuis in Zeddam een twintigtal deel-

nemers voor de excursie onder leiding van Hans de

Jong. Behalve een aantal KNNV-leden en een vijftal

HOVO-cursisten waren er ook een flink aantal nieuwe

deelnemers, die afgekomen waren op een interview

over de excursie in het dagblad ‘de Gelderlander’.

Bij het eerste punt in Zeddam keken we uit over de

oude, nu helaas begroeide groeve de Snijkuil, en over

het glaciaal smeltwaterdal naar de stuwwal met de

Hettenheuvel. Vanaf het plein bij de grafelijke Toren-

(en koren-)molen keken we in de richting van Zeddam

uit over het glaciaal tongbekken dat hier heeft gelegen

en zich uitstrekte tot Düsseldorf. Iets verderop vanaf

Page 11: Nieuwsbrief 54 2013-1 - knnv.nl 54... · Nieuwsbrief 54 2013-1 3 Van het Bestuur. Hoewel geologen altijd blij zijn als de blaadjes van de bomen zijn, zodat deze onze blik op de geologische

Nieuwsbrief 54 2013-1

11

de Hogeweg wordt het uitzicht over dit glaciaal tong-

bekken minder belemmerd door bebouwing.

Bij het volgende punt op een zandweggetje onder de

Snijkuil richting Bosweg is er uitzicht over een

droogdal, een glaciaal smeltwaterdal. Hierdoor heeft

eens smeltwater van de enorme ijskap in het tongbek-

ken gestroomd richting Stokkum en daar het meege-

voerde materiaal van de stuwwal neergelegd in de

vorm van een spoelzandvlakte (sandr). Opvallend is

dat het dalterrein afhelt naar het zuiden maar ook naar

het noorden (richting rotonde Kilderseweg/ Zeddam-

seweg). Dit laatste is ontstaan nadat het ijs verdwenen

was en water vanaf de stuwwal naar het noorden afge-

voerd kon worden.

Bij de parkeerplaats Klein Beeker Mark is er bij goed

weer zicht op de Veluwezoom, het stuwwalcomplex

dat aan de overkant van het glaciale tongbekken van

Kranenburg-Groesbeek ligt, dat hier tussen het Mont-

ferland en de Veluwe heeft gelegen. De bodem loopt

hier af naar het opgevulde tongbekken. Deze glooiing

is bedekt met gordeldekzand dat in de laatste ijstijd

(Weichselien) vanuit rivieren en de droogliggende

Noordzeebedding werd opgewaaid en rondom de

stuwwallen werd neergelegd. De gordeldekzandlaag

heeft ten opzichte van de normale dekzandlaag wat

meer reliëf. Aan de lijzijde van stuwwallen bij de

overheersende westelijke windrichting wordt het fijn-

ste materiaal neergelegd. Volgens een van de deelne-

mers is ook in het Montferland löss te vinden, namelijk

bij Kilder.

Op de parkeerplaats bij het Peeske kijkt men in noor-

delijke richting tegen een glooiende gordel van dek-

zand aan. Vlak achter de gegraven vijver bij het Peeske

ligt een brongebied. Hier ontspringt een beekje dat

meanderend zijn weg zoekt. Er zijn duidelijk stootoe-

vers te herkennen. Bij dit brongebied dagzoomt een

slecht doorlatende laag van tertiaire klei die door zijn

scheefstelling als gevolg van de glaciale stuwing het

doorsijpelende regenwater van hoger gelegen zand- en

grindlagen aanvoert.

Tijdens de lunchpauze in het restaurant van het Peeske

werd er geanimeerd gediscussieerd over wat men had

gezien.

Bij Stokkum ligt de Oude Eltense Weg op het eind van

het smeltwaterdal, dat ten W. van Zeddam loopt, en

daar een smeltwaterafzetting (sandr) heeft gevormd.

Hier ligt dus materiaal dat door het smeltwater is mee-

gevoerd vanaf de gletsjertong. Er ligt veel grind

(kwarts), maar ook stukjes vuursteen die alleen aange-

voerd kunnen zijn óf via de Maas in een veel vroegere

geologische periode dan de voorlaatste ijstijd of met ijs

vanuit Zuid-Zweden.

Voorbij Stokkum liggen aan de Eltense Weg, even

voorbij de camping Brockhausen, stuifzandduinen. Het

stuifzand is vrij grof en bestaat uit lokaal materiaal dat

maximaal over enkele hondeden meters is verstoven.

Hier werd door Hans uitgelegd dat er bij het dekzand

dat tijdens de laatste ijstijd over grote afstanden werd

verstoven er 4 soorten worden onderscheiden. Zijn

explicatie werd verstoord door het verschijnen van een

grote roofvogel: een rode wouw volgens de aanwezige

kenners.

Rond de stiftskerk van Hoch-Elten werden een aantal

punten bezocht. Bij het eerste punt was er zicht op de

(lage) stuwwallen van Moylandt (Bedburg-Hau). Deze

zijn ooit verbonden geweest met het Montferland. Bij

het tweede punt was er goed zicht op de Sternberg bij

Kleef, onderdeel van de stuwwal van het Reichswald.

Deze stuwwal is ook ooit verbonden geweest met het

Montferland. In de ondergrond voor de Eltenerberg

zijn afzettingen aangetroffen, die in een meer moeten

zijn gevormd. Dit meer lag tegen de stuwwal aan en

kan uiteindelijk de doorbraak van de Rijn ingeleid

hebben. Maar wanneer? Interessant was nog dat er in

de muren van de stiftskerk vulkanisch materiaal

(“Bims”) is verwerkt.

Het laatste punt van de excursie lag aan de voet van de

Eltener berg. Hier stroomt nog een oude loop van de

Rijn, die Wild. Hier is de stuwwal erg steil, ontstaan

door ondermijning van de Rijn. Deze door de Rijn

veroorzaakte erosierand is langs de hele zuidrand van

het Montferland waarneembaar.

Tegen vier uur eindigde de excursie en keek iedereen

terug op een bijzonder leerzame dag. Het was redelijk

aangenaam weer geweest en slechts aan het eind van

de excursie begon het te regenen.

Page 12: Nieuwsbrief 54 2013-1 - knnv.nl 54... · Nieuwsbrief 54 2013-1 3 Van het Bestuur. Hoewel geologen altijd blij zijn als de blaadjes van de bomen zijn, zodat deze onze blik op de geologische

Nieuwsbrief 54 2013-1

12

Wandeling op 6 april met Fred Bos rond de

steengroeve in Winterswijk. door:Lieke Vullings.

Zeer korte rondwandeling rond de groeve – en met

dank aan Fred - door normaal “verboden gebied”. Wil-

links Weust is een Natura 2000 gebied, weust is een

ander woord voor woeste grond. In deze tijd van het

jaar is er natuurlijk nog niet veel te zien. Nini herkende

echter de rozetten van heelkruid en gulden boterbloem.

Soorten gebonden aan (de oppervlakkig gelegen) kalk

waarmee de relatie met oudere tijden gelegd is. Andere

bijzonderheden zijn karwijselie en knoopkruid (maar

nog niet boven degrond). Maar we voelden dat het

voorjaar nu aanwezig is, we genoten ook van de nog

bleke, maar krachtige zon.

Korte indruk van het boek “De Bosatlas van

ondergronds Nederland” door:Lieke Vullings

Wat een prachtige atlas heb ik gekregen bij mijn af-

scheid. Boordevol met allerlei kaartmateriaal die heel

vaak een snelle indruk geven van het onderwerp dat

behandeld wordt. Noodgedwongen is alles klein, voor

de precieze en juiste verschillende bodemkleuren (in

gevarieerde gebieden) had ik wel een loep nodig. Maar

de grote lijn spreekt snel voor zich. Ik heb er met ple-

zier doorheen gebladerd en ik kan me voorstellen dat

het boek laag op mijn boekenplankje komt te staan, dat

is het plankje waar de boeken staan die ik vaak even

pak. De mooiste bladzijde vond ik de geomorfoloische

kaart, in een oogopslag de stuwwallen van heel Neder-

land in beeld. Hartelijk dank voor dit mooie afscheids-

cadeau en het kan wellicht helpen om nu simpelweg

een “ijverig” werkgroeplid te worden.

Een leesteken uit het Landschap

“De Boerenkuil”. door:Lieke Vullings

Omschrijving van “wilde” verveningsputten.

Ontstaan en functie Door omwonenden werden vrij

willekeurig kuilen gegraven in het veen, om brandstof

(turf) te winnen. Daar het veen niet ontwaterd werd,

kwamen deze boerenkuilen al snel onder water te

staan, zodat voortdurend nieuwe kuilen nodig waren.

Wel legde men veenbanen aan in het veen om de kui-

len met karren te kunnen bereiken. Tijdens de Tweede

Wereldoorlog leidde de toenmalige schaarste aan

brandstof hier en daar weer tot het graven van boeren-

kuilen. Ligging en streeknamen Boerenkuilen komen

voor in voormalige oogveengebieden. Mooie voor-

beelden liggen op het Hunerer Veld bij Wierden. In

Twente bestaan zogenaamde kluundellen, meest ronde,

soms ovale platte vloeren die bestraat werden met

veldkeien, maar ook in een onbestrate vorm voorko-

men. Ze dienden om de turf fijn te trappen, zodat het

kon worden gedroogd. Over veenbanen wordt in het

Leestekenboek nog gezegd dat ze soms bezand werden

en dat ze breed genoeg waren om met paard en wagen

te berijden. Was een strook helemaal ontgraven dan

werd een nieuwe strook aangepakt en ook een nieuwe

veenbaan aangelegd. Ze worden ook wel zandbanen

genoemd en in de Peel peelbanen.

Iemand boerenkuilen of veenbanen gezien in het

Woolds Veen op 6 april????

Bedankbrief van Jan van Doorn

Beste mensen,

Even een berichtje van mij. Hartelijk dank voor jullie

kaarten in na- en voorjaar, met goede wensen en harte-

lijke groeten. Op 11maart werd ik verrast met een

prachtig boeket van bestuur en leden. Ook hiervoor

hartelijke dank.

De laatste weken (februari, maart) ben ik aan het reva-

lideren met behulp van enkele hulpmiddelen. Deze

verminderen de pijn bij het lopen. Op dit moment is

het niet te zeggen, wanneer ik weer kan deelnemen aan

de activiteiten van de werkgroep.

Hartelijke groet

Jan van Doorn