Negatieve vragen

2

Click here to load reader

description

Veel mensen 'torpederen' innovaties door ze te bestoken met negatieve vragen. Moet je voorstellen wat dit doet voor de innovatie en de groepsdynamiek. Wat als je de vragen heel anders stelt?

Transcript of Negatieve vragen

Page 1: Negatieve vragen

1/2

Afgelopen week heb ik weer een prachtig voorbeeld meegemaakt van ‘doodslag

op een innovatie door negatieve vragen’. Wat gebeurde er, en u herkent het vast,

bij de presentatie van een mooie innovatie begint een van de bestuurders een

beetje te dralen, er goed voor te zitten, kijkt wijs en zegt: “Ik heb toch wel erg

veel bedenkingen”. Hierna komt er een stroom van ‘kritische vragen’: “W ie zegt

dat dit de goede doelgroep is?”, “Ik zie een groot risico dat de ontwikkeling niet

slaagt” en “Ik twijfel of klanten onze rol hier wel accepteren.” Een golf negatieve

vragen worden afgevuurd op een enthousiaste ondernemer.

Laat ik beginnen met het goede: achter al deze ‘bedenkingen’ zitten volstrekt

legitieme punten; Punten die het idee zelfs verder kunnen aanscherpen. Maar

niet op deze manier. Laten we eens kijken wat deze negatieve benadering

eigenlijk doet. Onze hersenen zijn zo ‘geprogrammeerd’ dat je vindt wat je zoekt.

Oftewel als wij problemen gaan zoeken… dan gaan wij die vinden. In deze stand

zullen we alleen maar problemen zien aan de innovatie, maar we zien de kansen

en mogelijkheden niet. De impact op de groepsdynamiek moeten we ook niet

onderschatten. Zo’n

negatieve sfeer leidt nu niet

direct tot een veilige sfeer

waarin we met elkaar kunnen

bedenken hoe we een

probleem kunnen oplossen.

Het figuur hiernaast (uit de

PRISMA cursus) geeft dit

mooi weer:

Wat als we de vragen nu eens ‘omdraaien’? We benaderen ze niet meer vanuit

het probleem, maar we stellen de vraag vanuit de gewenste situatie. Dus in

plaats van de negatieve probleem-vraag “Is dit wel de gewenste klantengroep?”

een oplossingsvraag als: “Wat worden de criteria voor de selectie van de

klantengroepen?”

Zie je het verschil? De eerste vraag benadrukt het probleem terwijl de tweede

vraag de nadruk legt op een gewenste oplossing. “Ik zie een groot risico dat de

ontwikkeling niet slaagt” zou dan worden “Hoe verhogen we kans op slagen van

ontwikkeling tot boven een acceptabele grens?” en “Ik twijfel of klanten onze rol

hier wel accepteren” zou kunnen worden “Hoe zorgen we ervoor de klanten onze

rol in deze accepteren?”

Door te vragen naar de elementen van de oplossingen gaan onze hersenen op

zoek naar oplossingen. Door de vragen op deze manier te stellen krijgt de

verdere uitwerking van een innovatie nu veel meer richting. Maar het activeert

niet alleen het denken van de innovator, maar van een hele groep. Net als bij

negatieve vragen veranderen positieve vragen ook de groepsdynamiek. Nu zul je

zien dat mensen mee gaan denken in het vinden van oplossingen.

Natuurlijk worden echte slechte ideeën zelfs met deze benadering niet goed.

Maar door consequent toepassen van positieve vragen gericht op de oplossing

Gewenst

Probleem

Tijd

Definieer vanuit

gewenst en niet

vanuit probleem

Page 2: Negatieve vragen

2/2

zul je zien dat ideeën aangescherpt worden en innovatie- en

oplossingsgerichtheid gestimuleerd worden.