NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK NTVD · 2018-02-16 · NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR...

21
NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK Hoe meet je kromme ouderen? pagina 10 Voeding ‘veilig’ maken bij autisme pagina 12 Hoe ver kun je gaan met koolhydraat- beperkt? pagina 28 NUMMER 4 AUGUSTUS 2016 JAARGANG 71 N T VD Angst voor voeding bij eetstoornissen pagina 22 € 12,50

Transcript of NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK NTVD · 2018-02-16 · NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR...

Page 1: NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK NTVD · 2018-02-16 · NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK Hoe meet je kromme ouderen? pagina 10 Voeding ‘veilig’

NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK

Hoe meet je kromme ouderen?● pagina 10

Voeding ‘veilig’ maken bij autisme● pagina 12

Hoe ver kun je gaan met koolhydraat-beperkt?● pagina 28

NUMMER 4AUGUSTUS 2016

JAARGANG 71 NTVD

Angst voor voeding bij eetstoornissen

● pagina 22

€ 12,50

Page 2: NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK NTVD · 2018-02-16 · NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK Hoe meet je kromme ouderen? pagina 10 Voeding ‘veilig’

Sorgente zorgt samen met u en uw patiënt voor

de beste voedingszorg

thuis

Exclusieve voorlichtings-

materialen en de Sorgente

Sondevoeding-app

www.twitter.com/Sorgentebvwww.facebook.com/SorgentebvWWW.SORGENTE.NL

24/7bereikbaarheid

bij spoed

TeamSondevoeding

CareInformatie, advies enondersteuning door

deskundigemedewerkersdeskundige

medewerkers

Sondevoeding

Informatie, advies enondersteuning door

deskundige

Deskundig in

sondevoeding

thuis

Sondevoeding-Kinderkoffertje bij alle eerste aanvragen

van sondevoeding voor kinderen

INTERVIEWMachteld Huber, oprichtster Institute for Positive Health P6

Naar schatting hee� meer dan één procent van alle kinderen in Nederland een stoornis in het autistische spectrum. Meer dan de hel� van deze kinderen vertoont afwijkende eetpatronen. Dit artikel gee� inzicht in autisme en aan autisme gerelateerde eetproblemen, en biedt handvatten voor de begeleiding door de diëtist.

De patiënt moet centraal staan, met daaromheen het totale gezondheidsconcept

“”

Aan autisme gerelateerde eetproblemen P12

NT VD 2016–4

COVERARTIKELEN

EN VERDER...

Kort P4, 18, 26Toegelicht Pepermuntolie biedt verlichting bij het

prikkelbaredarmsyndroom P17Onderzoek in de praktijk Hoe waarderen studenten

het NTVD? P31Maatwerk Hemodialyse en overgewicht P34Winnaar posterprijs HHS P36 Geselecteerd P37Visie Werken aan je talent P38Colofon P38

OVERZICHTSARTIKEL

Praktijk ‘Het woord dieet is bij ons verboden’ P22Onderzoek in de praktijk Hoe meet je lengte bij ouderen? P10Kwestie Is een extreem koolhydraatbeperkt dieet (ethisch)

verantwoord? P28

Machteld Huber, oprichtster Institute for Positive Health P6

daaromheen het totale

Sorgente zorgt samen met u en uw patiënt voor

de beste voedingszorg

thuis

Exclusieve voorlichtings-

materialen en de Sorgente

Sondevoeding-app

www.twitter.com/Sorgentebvwww.facebook.com/SorgentebvWWW.SORGENTE.NL

24/7bereikbaarheid

bij spoed

TeamSondevoeding

CareInformatie, advies enondersteuning door

deskundigemedewerkersdeskundige

medewerkers

Sondevoeding

Informatie, advies enondersteuning door

deskundige

Deskundig in

sondevoeding

thuis

Sondevoeding-Kinderkoffertje bij alle eerste aanvragen

van sondevoeding voor kinderen

Hoe zien bedrijven de rol van de diëtist bij leefstijlbevordering op de werkvloer? Een onderzoek naar de wensen en behoeft en van bedrijven rond de inzet van de diëtist bij leefstijl­bevordering op de werkvloer S1Mirjam Steenstra, Josephine Engels, Yvonne Heerkens

WETENSCHAPPELIJK ARTIKEL

3 NED TIJDSCHR VOOR VOEDING & DIËTETIEK - 2016;71(4)

Page 3: NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK NTVD · 2018-02-16 · NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK Hoe meet je kromme ouderen? pagina 10 Voeding ‘veilig’

De zomervakantie zit erop. Uitgerust en vol inspiratie gaan we weer aan de slag. Nieuwe studenten Voeding & Diëtetiek starten met hun studie, diëtisten volgen scholingen en gaan naar (internationale) congressen.

TrotsBegin september vindt in Granada (Spanje) het Internatio­nal Congress of Dietitians plaats. Diëtisten uit de hele wereld komen hier kennis brengen en halen. Nederland wordt vertegenwoordigd door een krachtige delegatie, die presentaties zal verzorgen over methodisch handelen, diagnostiek, kritisch redeneren, de aanpak van ondervoe­ding, voeding en kanker, de (kosten)eff ectiviteit van diëte­tiek en de Schijf van Vijf. Een bijdrage om trots op te zijn.

Minder trotsMinder trots zijn we op de uitkomsten van ons lezersonder­zoek onder studenten. De resultaten lees je in de rubriek Onderzoek in de Praktijk. Bijna 70% van de studenten kent het NTVD niet; een deel heeft zelfs nog nooit van het tijd­schrift gehoord. Veel ruimte voor verbetering dus, want studenten Voeding & Diëtetiek zijn voor ons een belangrijke doelgroep. Enerzijds kunnen artikelen uit het tijdschrift gebruikt worden bij het onderwijs, anderzijds kan onder­

zoek van studenten gepubliceerd worden in het tijdschrift .

ActieAan de slag dus! Op zoek naar kansen, zoals een studenten wervingsactie, een prominentere plaats van het NTVD op de boekenlijst, een docent in de redactieraad… En volgend jaar voeren we een lezersonderzoek uit onder diëtis­ten. Ook dat zal weer aanknopings punten geven om het NTVD te versterken. Want ons vakblad is hét middel om kennis, ervaring en enthousiasme voor het vak op te doen en te delen: in de congres­ of cursuszaal, in de college banken of gewoon thuis op de bank.

Veel leesplezier!

Dr. ir. Hinke Kruizengahoofdredacteur NTVD

NTVD

@RedactieNTVD

column Trots… en minder trots

KORT

Impuls voor mondzorg kwetsbare ouderenIn het Programma Mondzorg voor kwetsbare ouderen werkt een groot aantal partijen samen aan het verbeteren van de mondgezondheid van thuiswonende kwetsbare ouderen. Het doel is dat zoveel mogelijk mensen oud worden met een goed eigen gebit, of zo lang mogelijk goed kunnen blijven kauwen met een kunstgebit. Dat draagt bij aan een hogere kwaliteit van leven.

Het programma is nodig omdat er steeds meer kwetsbare ouderen komen die vaker en langer thuis wonen. Uit ervaringen en onderzoek blijkt dat de mondgezondheid van kwetsbare ouderen matig tot onvoldoende is. Deze ouderen hebben vaak moeite met de dagelijkse verzorging van hun gebit en lijken uit beeld te raken in de mondzorgpraktijken. Aandachtspunten

zijn: analyse van de belemmeringen die ouderen ervaren voor een goede mondgezondheid, mondzorg invoeren in relevante beroepsopleidingen en optimalisatie van de samen­werking met huisartsen, verpleegkundigen, verzorgenden en apothekers, onder andere door een multidisciplinaire richtlijn op te stellen.

zoek van studenten gepubliceerd worden in

Aan de slag dus! Op zoek naar kansen, zoals een studenten wervingsactie, een

redactieraad… En volgend jaar voeren we een lezersonderzoek uit onder diëtis­ten. Ook dat zal weer aanknopings punten geven om het NTVD te versterken. Want ons vakblad is hét middel om kennis, ervaring en enthousiasme voor het vak op te doen en te delen: in de congres­ of cursuszaal, in de college banken of

NED TIJDSCHR VOOR VOEDING & DIËTETIEK - 2016;71(4) 4

Pakketten voedselbanken voldoen niet aan voedingsrichtlijn

Judith Neter, diëtist­onderzoeker aan de Vrije Universiteit Amsterdam, onderzocht de voedingswaarde van voedselpakketten van verschillende Nederlandse voedselbanken. Haar conclusie is dat de pakketten niet voldoen aan de nationale richtlijnen. Ze bevatten te veel calorieën, eiwitten en verzadigde vetzuren, en te weinig fruit en vis.

Modewereld tekent voor gezonde modellenHet is een discussie die regelmatig terug-keert: wat te doen aan misstanden in de modewereld, zoals ongezond dunne modellen op de catwalk en in magazines?

Een ongezonde leefstijl is niet alleen onwenselijk voor de modellen, maar ook voor jonge meisjes en jongens die graag model willen worden. Om het goede voorbeeld te geven, hebben bekende modellenbureaus, ontwerpers, modemedia, de confectie­industrie en diverse andere partijen de handen ineengeslagen en een ‘pledge’ ondertekend in het programma Alles is gezondheid… Daarmee onderkennen zehun verantwoordelijkheid ten aanzien van (toekomstige) modellen. Ze hebben toege­zegd te zorgen voor goed opdrachtgever­schap en een goede begeleiding van modellen, en dat ze elkaar daar ook op aanspreken. Tevens heb­ben ze meer transparantie beloofd over wat begin­nende modellen mogen verwachten en betrekken ze de ouders meer bij het werk van hun kind. Overkoepelend modenetwerk Fashion Council NL ziet als onafh ankelijke instantie toe op de uitvoering van deze pledge. Ook fungeert het als meldpunt en beoordeelt het verzoeken van nieuwe ondertekenaars.

Moeite met mythes? Geef ze door!Mythes zijn van alle tijden. En het is (toch) altijd weer leuk om erover te lezen.

Wat dat betreft worden we de laatste tijd op onze wenken bediend, onder andere met het onlangs verschenen boek van professor Martijn Katan: Voedingsmythes. Inmiddels is hij alweer bezig om

nieuwe (vermeende) mythes te verzamelen en daar onderzoek naar te doen. Hij roept diëtisten op om nog niet behandelde mythes aan hem door te geven: [email protected].

Nederlanders brengen dagelijks gemiddeld 8,7 uur zittend door. Jongeren van 12 tot 20 jaar scoren met gemiddeld 10,4 uur per dag het hoogst. Kinderen van 4 tot 12 jaar zitten het minst: gemiddeld 7,3 uur per dag. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van de Leefstijlmonitor 2015 van het RIVM.

Lager opgeleiden zitten door de week gemiddeld 2 uur minder dan hoger opgeleiden: 7,7 vs. 10,1 uur. In het weekend zit iedereen zo’n 8 uur per dag. Ouderen zitten in het weekend net zo vaak als door de week. Langdurig zitten heeft risico’s voor de gezondheid. Er zijn aanwijzingen dat veel zitten kan leiden tot bijvoorbeeld overgewicht, diabetes type 2 en vervroegde sterft e, óók als mensen wel voldoende sporten of bewegen. Tot op heden is er in Nederland geen norm voor zitgedrag. De Gezondheidsraad neemt dit wel mee in de evaluatie van de huidige beweegnormen.

Meer informatie: www.rivm.nl

We zitten te veel

5 NED TIJDSCHR VOOR VOEDING & DIËTETIEK - 2016;71(4)

©taniavolobueva

Page 4: NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK NTVD · 2018-02-16 · NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK Hoe meet je kromme ouderen? pagina 10 Voeding ‘veilig’

INTERVIEW

Waarom is de WHO-definitie nooit aangepast?De definitie stamt nog uit de tijd dat het grootste gezond­heidsprobleem was dat mensen overleden aan infectie­ziekten. De tijden zijn echter veranderd; nu zijn chronische ziekten het probleem. Maar die definitie lijkt bijna ‘heilig’ voor de WHO. Het is heel idealistisch geformuleerd: ‘Gezondheid is een toestand van compleet welbevinden, zowel lichame­lijk, geestelijk als maatschappelijk en niet slechts de afwe­zigheid van ziekte.’ Maar onbedoeld medicaliseert die definitie tóch, want het streven is compleet welbevinden; daarom wordt er vaak behandeld als er geen compleet welbevinden is. Daarbij wordt de mens als geheel uit het oog verloren.

In de gezondheidszorg moeten we het al decennia lang doen met de gezond-

heidsdefinitie van de WHO, die stamt uit 1948. Dr. Machteld Huber gaf hier in 2011

een positieve draai aan met een nieuwe definitie, die veerkracht en welzijn van de

patiënt centraal stelt. Met het Institute for Positive Health maakt zij zich sterk voor

de praktische toepassing daarvan.

Staat de WHO dan wel voldoende in contact met de praktijk?De WHO is vooral op de medische kant gericht. Ze hebben wel een praktische uitwerking van de definitie gemaakt, in de International Classification of Functioning, Disability and Health: de ICF. Daar zitten ook wel sociale factoren bij, maar wat ik er als reserve bij heb, is dat het een beoordeling is vanuit ‘de deskundigen’: vooral gericht op functioneren. Bovendien is de dimensie ‘persoonlijke factoren’ niet uitgewerkt. En daar gaat het wat mij betreft juist om: wat beweegt iemand, wat geeft zijn leven zin? Daar wordt niet op beoordeeld, vanuit het idee: dan maak je iemand verantwoordelijk voor zijn eigen situatie. Terwijl dat juist precies is wat je moet doen. Maar wel naar draagkracht. Als een deskundige iemand beoordeelt, komt daar vaak iets heel anders uit dan wanneer je iemand zelf zijn situatie

Dr. Machteld Huber over positieve gezondheid

Gezondheid draait niet om ziekte, maar om welzijn

NED TIJDSCHR VOOR VOEDING & DIËTETIEK - 2016;71(4) 6

laat beoordelen. Dán hoor je namelijk de zaken die mensen daadwerkelijk bewegen.

Wat is een betere insteek? Ziek zijn is niet alleen een kwestie van biomedische aspecten. Een mens, dus ook een ziek mens, is zóveel meer. Er is namelijk een heel groot gebied waar hij of zij wél gezond is. Het gaat om de mate van welbevinden. De belangrijkste vraag is: welke factoren spelen bij deze specifi eke persoon een rol? Hoe kan deze patiënt leren omgaan met zijn situatie? Dáár moet je als zorgverlener op inspelen. Het gaat om de patiënt; die moet centraal staan en om hem heen moet het totale gezondheidsconcept worden gebouwd. Je moet als zorgverlener aansluiten bij zijn belevingswereld, zijn leefstijl en zijn motivatie. Mensen doen niks als ze ‘moeten’, alleen als ‘willen’.

Daarom moet je aandacht besteden aan wat de diepste motivatie is van mensen. Althans, het helpt al als zij zich daar zelf van bewust worden. Dat kan overigens alleen maar in een relatie waarin je elkaar vrij laat. Mensen moeten ervan overtuigd zijn dat het zin heeft wat ze ondernemen. Motivatie en zingeving zijn heel krachtige drijfveren.

Waar haal je zelf je motivatie vandaan?Ik werkte zo’n dertig jaar geleden als huisarts. Toen ik achter elkaar een aantal heft ige ziektes kreeg, was ik ineens zelf de patiënt en kwam ik erachter dat er veel meer zaken van belang zijn dan wat ik in mijn studie geleerd had en in de praktijk deed. Ik realiseerde me dat er een wereld te winnen was als dát toegevoegd zou worden aan de zorg. Daar ben ik mee aan de slag gegaan.

>>

NAAM Machteld HuberGEBOORTEJAAR 1951OPLEIDING Geneeskunde (Universiteit Utrecht) FUNCTIES Tot 1986 huisarts, daarna werk met drugsverslaafden en getraumatiseerden, tot 2015 senior-onderzoeker (Louis Bolk Instituut), in 2014 gepromoveerd (Universiteit Maastricht)BIJZONDERHEDEN Ontving in 2012 een ZonMw Parel, oprichter Institute for Positive Health

7 NED TIJDSCHR VOOR VOEDING & DIËTETIEK - 2016;71(4)

Page 5: NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK NTVD · 2018-02-16 · NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK Hoe meet je kromme ouderen? pagina 10 Voeding ‘veilig’

Uit mijn ervaringen en inspanningen is een nieuw concept van gezondheid ontstaan. We hebben dat als volgt ver­woord: ‘Gezondheid als het vermogen om je aan te passen en je eigen regie te voeren, in het licht van de sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven.’ Dit concept heb­ben we in 2011 gepubliceerd in het British Medical Journal; we haalden er zelfs de cover mee. En voor het werk dat eraan ten grondslag lag én het vervolgonderzoek dat tot ‘Positieve gezondheid’ leidde, heb ik in 2012 een ZonMw Parel ontvangen. Daar ben ik heel trots op.

Wat hield dat vervolgonderzoek in? In opdracht van ZonMw hebben we onderzocht hoe het draagvlak onder verschillende groepen was voor het nieuwe concept van gezondheid. En hoe het te operationaliseren was. Dat hebben we breed aangepakt. We hebben patiënten met uiteenlopende ziektebeelden ondervraagd, maar bij­voorbeeld ook behandelaars, beleidsmakers, burgers en public health werkers. Uit dat onderzoek bleek dat er veel draagvlak is voor het concept, maar dat de verschillende groepen echt heel anders naar de invulling van gezondheid kijken. Dus rees de vraag: met welke invulling van gezond­heid gaan we verder werken? En net als uit mijn eigen ervaring als patiënt, bleek ook uit dit onderzoek dat patiënten gezondheid heel breed bekijken. Ze meten het af aan veel meer dan alleen de medische factoren; ook psychische en sociale factoren zijn voor hen belangrijk. Vooral welbevinden en zingeving springen eruit. Op basis van de resultaten uit dit onderzoek, en het feit dat in de zorg steeds ‘de patiënt centraal’ wordt gesteld, hebben we gekozen voor de brede invulling en die ‘positieve gezond­heid’ genoemd. Dat heb ik in mijn proefschrift uitgewerkt.

Hoe wordt het nieuwe gezondheidsconcept ontvangen? Heel goed. Maar als je het gaat invullen, merk je toch dat beleidsmakers en artsen weer makkelijk terugvallen op de ‘oude’ benadering: de afwezigheid van ziekte. Dat zit er zó ingebakken. Het is niet eenvoudig om die manier van denken en benaderen te veranderen. Daarom heb ik in 2015 het Institute for Positive Health opgericht, met als doel om de nieuwe benadering handen en voeten te geven. Want ook al zeggen behandelaars ‘we stellen de mens centraal’, het is nog geen routine. Het houdt in dat je serieus moet nemen wat de patiënt zelf vindt. Dat vergt een omslag in denken en handelen en heb je niet een­twee­drie voor elkaar.

Wat is ervoor nodig om het nieuwe concept in de praktijk te brengen?Er is meer tijd nodig voor het gesprek. Die tijd moet je vrij­maken. Je moet mensen dus écht de kans geven om te praten over andere zaken dan alleen jouw biomedische stukje. Daarmee kom je tot de vraag achter de vraag. Maar dat is een serieuze en ingrijpende investering. Daarnaast moet je samenwerking gaan zoeken in het sociale domein. Dat kan financieel nog wel eens ingewikkeld zijn. Kortom: de praktische toepassing van het concept staat nog aan het begin. En ook aan de verdere wetenschappelijke onderbou­wing moet nog gewerkt worden. Maar het begin is er, en daar kunnen we nog een tijd mee vooruit. Draagvlak en enthousiasme zijn er in elk geval volop.

Zijn er al praktijkvoorbeelden waarin het goed werkt? Een mooi voorbeeld vind ik een verhaal van een bevriende huisarts. Hij behandelde een vrouw met diabetes die ook flink te zwaar was. Het afvallen wilde echter maar niet lukken. Toen hij vanuit de benadering van positieve gezondheid eens uitgebreid de tijd nam voor een gesprek met deze mevrouw, kwam hij erachter dat de echtgenoot erg hield van dikke vrouwen. Het was voor haar dus van het grootste belang om niet af te vallen. Dat was nooit eerder ter sprake gekomen. Het bleek voor haar een enorme opluchting om dat te kunnen uitspreken. Vervolgens konden ze samen kijken wat, gegeven de omstandigheden, ze konden doen. Daardoor ontstond bij mevrouw ook een sterkere motivatie. Door een net iets langer en dieper gesprek dan gebruikelijk, waren ze ineens een heel stuk verder gekomen. Ik vind dat een mooi voorbeeld van wat een bredere kijk oplevert.

Zijn diëtisten er ook al mee bezig?In de regio Boxmeer hebben een huisarts en diëtist samen met een boswachter ‘biowalking’ geïntroduceerd voor mensen met diabetes. Dat doen ze elke week in een mooi natuurgebied. Eerst wordt de bloedsuiker geprikt, daarna gaan ze stevig wandelen. Daarbij vertelt de boswachter van

concept van positieve gezondheid‘Gezondheid als het vermogen om je aan te passen en je eigen regie te voeren, in het licht van de socia-le, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven.’

NED TIJDSCHR VOOR VOEDING & DIËTETIEK - 2016;71(4) 8

alles over de natuur en de diëtist over voeding. Na de wan­deling wordt de suiker weer gemeten. Zo ervaren die men­sen aan den lijve wat het wandelen met hen doet. De bloedwaarden en de BMI van deze patiënten waren na tien weken sterk verbeterd. Daarnaast werd ook het sociale aspect als zeer waardevol ervaren: het contact tussen de deelnemers bleef bestaan. Dat is die brede benadering waar je onverwachte combinaties mee maakt. Als je breder kijkt dan je eigen vakgebied, kom je door samenwerking tot nieuwe ideeën.

Hoe kunnen diëtisten hiermee aan de slag? Het concept van positieve gezondheid wordt ondersteund door het ‘spinnenwebmodel’. Dat is een praktisch scorings­instrument waarmee je de ervaren gezondheid van een patiënt heel eenvoudig inzichtelijk kunt maken. Daarbij is uitgegaan van de waarden die patiënten volgens het onderzoek belang­rijk vinden. Die zijn vertaald naar zes hoofddimensies (zie kader). Deze zijn weer onderverdeeld in bijbehorende 'aspec­ten'. Het model is door zijn eenvoud goed te gebruiken, ook bij mensen met een lage sociale status, hoewel we ook werken aan eenvoudigere termen. Zowel patiënten als hulpverleners die ermee werken, zijn er enthousiast over. Huisartsen geven aan dat het gesprek meer ‘open gaat’: er komen gemakkelijker zaken aan de orde die in traditionele gesprekken niet aan de orde komen, maar voor de patiënten wel belangrijk zijn.

Wat wil je diëtisten tot slot meegeven?Het model is te vinden op onze website. En binnenkort verschijnt er een digitale versie van. Dus als je wel het belang inziet, maar het moeilijk vindt om de brede range van het sociale domein in je behandeling te betrekken, vul je het model samen met de patiënt in, en bespreek je het met de patiënt: ‘Zo gaat het nu met u, wat zou u eventueel willen veranderen? Oké, dan kijken we of we daarmee aan de slag kunnen!’

auteurwendy van koningsbruggen

Meer informatie is te vinden op www.ipositivehealth.com

“ Zo gaat het nu met u, wat zou u eventueel willen veranderen?”

de zes hoofddimensies van gezondheid • Lichaamsfuncties• Mentale functies en beleving /

mentaal welbevinden• Spirituele-existentiële dimensie /Zingeving• Kwaliteit van leven• Sociaal-maatschappelijke participatie• Dagelijks functioneren

9 NED TIJDSCHR VOOR VOEDING & DIËTETIEK - 2016;71(4)

Page 6: NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK NTVD · 2018-02-16 · NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK Hoe meet je kromme ouderen? pagina 10 Voeding ‘veilig’

Door inzakking van de

wervels neemt de lichaams-

lengte af bij het ouder

worden. Het meten van de

staande lichaamslengte geeft

hierdoor bij ouderen een

onjuist beeld, vooral

bij kyfose en scoliose.

Onderzocht is hoe de

lichaamslengte van ouderen

zo goed mogelijk te bepalen

of te schatten is.

Onderzocht werd met welke alternatieve meetmethode de lichaamslengte bij jongeren het beste in te schatten is. Daarnaast werd gemeten welke alternatieve meetmethodes voor het schatten van de oorspronkelijke lichaamslengte (op 30­jarige leeftijd) het best toepasbaar zijn bij ouderen. METHODEIn een cross­sectioneel observationeel onderzoek werd bij een jongere groep (18­45 jaar) de overeenkomst onderzocht tussen de staande lichaamslengtemeting en vijf alternatieve lichaamslengteschattingen: nagevraagde lengte, kniehoogte, totale arm­span, halve arm­span, en demi­span. De alternatieve methode met de hoogste Intraclass Correlatie Coëfficiënt (ICC) werd vervolgens toegepast op een oudere onderzoeksgroep (≥65 jaar). Ook werden de ICC en 95% limits of agreement met de andere methoden berekend.De dataverzameling werd uitgevoerd door studenten van het vak Nutrition in Clinical Practice van de opleiding Health Sciences aan de Vrije Universiteit (VU) Amsterdam. De jongere groep werd geworven in en rond de VU­campus. De oudere groep werd geworven in zeven verzorgingshuizen, de transferafdeling van het VU medisch centrum en de ANBO­tekenclub in Aalsmeer. Het onderzoek werd goedgekeurd door de Medisch Ethische Toetsingscommissie van het VUmc (niet­WMO verklaring).

Hoe meet je de lengte bij ouderen?

ONDERZOEK IN DE PRAKTIJK

ICC 95% limits of agreement ICC 95% limits of agreement

Nagevraagde huidige lengte 0,99 ­3,7 ­ 2,7 Totale arm-span 0,93 ­7,7 ­ 8,0 0,69 ­13,0 ­ 20,0Kniehoogte rechts 0,89 ­9,9 ­ 9,0 0,74 ­10,1 ­ 16,4Halve arm-span rechts 0,89 ­10,3 ­ 7,9 0,65 ­15,5 ­ 20,7Demi arm-span rechts 0,82 ­11,6 ­ 7,4 0,45 ­5,8 ­ 24,6

Tabel. Overeenstemming met gemeten staande lengte (jongeren) en nagevraagde 30-jarige lengte (ouderen).

Jongeren (n=288) Overeenstemming met gemeten staande lengte

Lengtemeting Ouderen (n=168) Overeenstemming met nagevraagde lengte op 30-jarige leeftijd

NED TIJDSCHR VOOR VOEDING & DIËTETIEK - 2016;71(4) 10

literatuur

1 Han TS, Lean ME. Lower leg length as an index of stature in adults. Int J Obes Relat Metab Disord 1996;20(1):21­7.

2 Kwok T, Whitelaw MN. The use of armspan in nutritional assessment of the elderly. J Am Geriatr Soc 1991;39(5):492­6.

3 http://zakboekdietetiek.nl/nap/.

RESULTATEN288 jongeren (111 mannen, 177 vrouwen, leeftijd gemiddeld 26 jaar, range 23­33) en 218 ouderen (67 mannen, 151 vrouwen, leeftijd gemiddeld 83 jaar, range 75­88) deden mee aan dit onderzoek. In de jongere groep had de nagevraagde huidige lichaamslengte de hoogste mate van overeenkomst met de staande lichaamslengte bij jongeren (ICC=0,99). De nagevraagde 30­jarige lichaamslengte bleek bij 23% van de ouderen niet uitvoerbaar door cognitieve problemen. De totale arm­span bleek moeilijk uitvoerbaar, omdat ondersteuning van de armen nodig was. De kniehoogtemeting (ICC=0,74) bleek het beste alternatief.

DISCUSSIE EN TOEPASSINGBij jongeren blijkt de nagevraagde lengte bijna geheel overeen te komen met de gemeten lengte. De nauwkeurigheid van de alternatieve lengtemetingen is vergelijk­baar. De overeenstemming van deze alternatieve metingen met de nagevraagde lengte bij ouderen is echter minder groot. Als de lengte op 30­jarige leeftijd niet is na te vragen, lijkt de kniehoogtemeting de beste keuze.Dit onderzoek werd uitgevoerd door studenten. Ze waren vooraf goed geïnstrueerd, maar bij de presentatie van de resultaten bleek dat bij enkele ouderen de orthopedi­sche schoenen niet waren uitgetrokken. De dikte van de zool was in deze gevallen gemeten en verrekend met de uitslag van de kniehoogtemeting. Deze metingen waren achteraf niet te excluderen. Een andere kanttekening bij dit onderzoek is dat de onderarmlengte niet werd meegenomen in dit onderzoek. De resultaten zijn daardoor niet volledig en er zijn fouten in de uitvoering gemaakt.De Stuurgroep Ondervoeding en het NVD­netwerk Diëtisten Geriatrie en Ouderen­zorg (DGO) streven naar een consensusafspraak over lengtemeting bij ouderen. Het Nutritional Assessment Platform (NAP) is bezig met het opstellen van Standard Operating Procedures (SOP’s) voor diagnostische metingen.3 Het NAP heeft toegezegd deze studie opnieuw uit te voeren en vervolgens met DGO een SOP lengtemeting op te stellen.

auteursdr. ir. hinke kruizenga stuurgroep ondervoedingagnes grimmerink diëtist amstelring amsterdam, lid van dgode werving van de ouderen werd gedaan door diëtisten van dgo.

[email protected]

formules Kniehoogte1 Mannen: lengte (cm) = 54,9 + (2,30 x kniehoogte) ­ (0,063 x leeftijd)Vrouwen: lengte (cm) = 71,3 + (1,91 x kniehoogte) ­ (0,098 x leeftijd)Halve armspan2

Lengte (cm) = halve armspan x 2

11 NED TIJDSCHR VOOR VOEDING & DIËTETIEK - 2016;71(4)

Page 7: NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK NTVD · 2018-02-16 · NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK Hoe meet je kromme ouderen? pagina 10 Voeding ‘veilig’

OVERZICHTSARTIKEL

Aan autisme gerelateerde eetproblemenNaar schatting heeft meer dan één procent van alle kinderen in Nederland een stoornis in het autismespectrum. Meer dan de helft van deze kinderen vertoont afwijkende eetpatronen. Dit artikel geeft inzicht in autisme en aan autisme gerelateerde eetproblemen, en biedt handvatten voor de begeleiding door de diëtist.

NED TIJDSCHR VOOR VOEDING & DIËTETIEK - 2016;71(4) 12

>>

In de literatuur wordt vaak de verzamelterm Autisme Spec­trum Stoornis (ASS) gebruikt voor verschillende autistische stoornissen, zoals klassiek autisme, PDD­NOS en Asperger. Autisme is een pervasieve (diep doordringende) informatie­verwerkingsstoornis en komt voor op alle begaafdheidni­veaus. Er zijn meerdere theorieën over de beperkingen bij autisme. Vaak worden onderstaande cognitieve theorieën belicht:

• Verminderde centrale coherentie: een beperking in het kunnen komen tot een coherent (samenhangend) beeld

• Verminderde executieve functies: verminderd vermogen om dingen te organiseren, te focussen en impulsen onder controle te houden

• Verminderde theory of mind: verminderd vermogen om zich te verplaatsen in de gedachten, de gevoelens en het gedrag van een ander en indirect van zichzelf (empathie).

InformatieverwerkingsstoornisDeze beperkingen bij autisme hebben tot gevolg dat prikkels anders worden verwerkt. Elke seconde komen er via de zintuigen naar schatting drie miljoen prikkels binnen. Bij iemand met ASS arriveren deze waarnemingen als losse puzzelstukjes in de hersenen; de samenhang is zoek. Nadat deze losse puzzelstukjes tot een puzzel zijn verwerkt, moet er nog betekenis aan worden verleend.1 De duur van de verwerkingstijd van prikkels hangt af van:

• De mate van ASS (op verschillende ontwikkelingsgebieden) • Ervaring (hoeveel samenhang is er al gebracht?)• Intelligentie (hoe snel kan er worden gepuzzeld?)• De hoeveelheid stukjes in het hoofd (hoe vol zit het

hoofd al?)• De mate waarin de omgeving op de persoon kan

afstemmen.

Veelvoorkomende eetproblemenMensen met autisme hebben opvallend vaker eetproblemen dan mensen zonder autisme.2 Het meest gerapporteerd zijn: sterke voorkeur voor bepaalde soorten of merken voeding; selectiviteit in zicht, geur, smaak, structuur of temperatuur; zeer angstig reageren op nieuwe voedingsmiddelen; weinig eten; en vreemde eetgewoonten en/of rituelen. Deze eet­problemen kunnen worden verklaard vanuit verschillende aspecten van ASS.

Contextblindheid De verminderde centrale coherentie en de verminderde executieve functies hebben grote invloed op het eetpatroon. Iemand met autisme heeft moeite om bij een veranderde context hieraan de juiste betekenis te verlenen en het ge­drag daarop aan te passen.3 Door de gefragmenteerde

waarneming en eerder gevormde gedetailleerde koppelin­gen van puzzelstukjes, denkt een persoon met autisme bij bijvoorbeeld een appel mogelijk maar aan één soort appel; een andere kleur of een gesneden appel herkent hij mogelijk niet als zodanig. Deze contextblindheid zorgt er dan voor dat de appel niet als eetbaar wordt beschouwd. Het overzicht is daarvoor te beperkt, of er ontstaan verkeerde koppelingen in waarnemingen: verkeerde één­op­één­associaties.

CommunicatieBij een verminderd spraakvermogen of verminderd begrip van spraak lukt het de persoon met autisme soms niet om voorkeuren en aversies over eten goed te uiten. Dat kan leiden tot frustraties.

Sociale aspectenSociale aspecten rondom het eten kunnen van invloed zijn op het eetgedrag, omdat mensen met ASS soms een verminderd begrip hebben van de heersende sociale regels. Ook de context van een eetsituatie heeft invloed. Denk bijvoorbeeld aan de verschillende eetgewoontes rondom het eten van frietjes. Doe je dit met of zonder bestek? Is dit anders als er visite is? En is dit anders als er thuis of buitenshuis wordt gegeten? Bovendien worden ongeschreven regels veelal verschillend nageleefd en dat is onduidelijk. Wanneer mag iemand bijvoorbeeld van tafel? Dat is vaak onduidelijk; de ene ouder kan daarin strenger zijn dan de andere. Het moeten wachten aan tafel staat gelijk aan niet ingevulde tijd, wat qua structuur een ongewenst gat is in de ketting van taken; dit wordt veelal ingevuld met ongewenst gedrag. Daarnaast kunnen rigide gedragspatronen en routines van het kind zelf ook het sociale eetgedrag beïnvloeden, bijvoorbeeld de be­hoefte aan een vaste volgorde van gewoonten of handelingen.

Hypo- en/of hyperresponsiviteitFondelli verklaart de eetproblemen vanuit de sensorische integratietheorie: zintuigelijke prikkels worden anders ver­werkt, wat kan leiden tot eetproblemen.2 Informatie (prikkels) komt binnen vanuit verschillende zintuigen, zoals het visuele systeem, het smaakzintuig, het reukorgaan, het tastzintuig, het auditieve systeem, het vestibulaire systeem (evenwicht), het proprioceptieve systeem (houding­ en bewegingsge­voel), het interoceptieve systeem (gevoel van de organen: honger, dorst, continentie, slaap), nociceptie (pijn) en thermoceptie (temperatuur). Op alle zintuigen kan men hypo­ en/of hyperresponsief reageren. Ongeveer tachtig tot negentig procent van de mensen met autisme heeft hier problemen mee. Er is een algemeen persoonlijk profiel, maar hypo­ en/of hyperresponsiviteit kunnen ook context­gebonden zijn. Mogelijke copingstrategieën zijn onder andere monoverwerking (prikkels van één bepaald zintuig worden verwerkt, andere worden genegeerd, bijvoorbeeld

13 NED TIJDSCHR VOOR VOEDING & DIËTETIEK - 2016;71(4)

Page 8: NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK NTVD · 2018-02-16 · NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK Hoe meet je kromme ouderen? pagina 10 Voeding ‘veilig’

Figu

ur. O

verz

icht

voo

r dië

tiste

n m

et a

dvie

zen

die

gege

ven

kunn

en w

orde

n bi

j de

Sch

ijf v

an V

ijf a

an m

ense

n di

e m

oeite

heb

ben

met

cen

tral

e co

here

ntie

of

met

exe

cutie

ve fu

nctie

s.

Frui

t:El

ke d

ag

200

gram

Gro

ente

n:El

ke d

ag 2

50 g

ram

Peu

lvru

chte

n:El

ke w

eek

1 po

rtie

Thee

:El

ke d

ag 3

kop

pen

Koffi

e:A

lleen

gefi

lter

de

koffi

e

Vis

:El

ke w

eek

1

port

ie

Not

en e

n pi

nda’

s:15

gra

m p

er d

agA

lcoh

ol:

0 to

t 1 g

las

per d

ag

Zout

:B

eper

k to

t 6 g

ram

pe

r dag

Zuiv

el:

Enke

le p

ortie

s

Vle

es:

Bep

erk

eten

van

ro

od v

lees

en

met

na

me

bew

erkt

vl

ees

Gra

anpr

oduc

ten:

Elke

dag

90

gram

onge

raffi

neer

degr

aanp

rodu

cten

Sui

kerh

oude

nde

dran

ken:

zo

min

mog

elijk

Bot

er:

gebr

uik

altij

d za

chte

mar

gari

ne

en v

loei

bare

ba

kvet

ten

en o

liën

Kies

vast

e da

gen

in d

e w

eek

Gee

f voo

rbee

lden

Gee

f voo

rbee

lden

Gee

f voo

rbee

lden

Gee

f voo

rbee

lden

Gee

f voo

rbee

lden

Gee

f voo

rbee

lden

Gee

f alte

rnat

ieve

n

Gee

f voo

rbee

lden

1 ha

ndje

vol

Kies

vast

tij

dstip

Aant

al g

laze

nof

sch

aaltj

es

Kies

vast

e tij

dstip

pen

Tel n

iet i

n

stuk

ken

fruit

Besp

reek

port

iegr

ootte

Dur

ven

aver

sies

afle

ren?

Dur

ven

aver

sies

afl

eren

?Ra

uwko

st

Kies

vast

e da

g in

de

wee

k

Uitl

eg v

isso

orte

n,sc

help

­ en

scha

aldi

eren

Gen

eral

isee

r tus

sen

vers

, di

epvr

ies

en b

likgr

oent

en

Gen

eral

isee

r alc

ohol

, ge

ef vo

orbe

elde

n

Besp

reek

soc

iale

situ

atie

s

Port

iegr

ootte

van

aant

al o

psch

eple

pels

Kies

vast

e da

g

in d

e w

eek

Besp

reek

po

rtie

groo

tte

Besp

reek

por

tiegr

oo tte

Uitl

eg b

rood

soor

ten,

be

schu

it, c

rack

ers

etc.

Uitl

eg vo

lkor

en p

ast,

zilve

rvlie

srijs

t Ande

r ser

vies

mag

ook

Gee

f voo

rbee

lden

w

anne

er n

iet

toev

oege

n, g

eef

alte

rnat

ieve

n

Bied

t hul

p bi

jm

oeite

met

de

cen

trale

co

here

ntie

Bied

t hul

p bi

jm

oeite

met

de

exec

utie

ve

func

ties

NED TIJDSCHR VOOR VOEDING & DIËTETIEK - 2016;71(4) 14

oogcontact) en ‘stimmen’ (prikkelopwekking, zoals heen en weer wiegen met het hoofd of het hele lichaam).4

Verminderde motoriekMensen met autisme hebben soms een verminderde mond­motoriek, van lippen, tong en/of gebit. Ook de zithouding en de motoriek en/of spierkracht van de ledematen kunnen afwijken. Als gevolg van de veranderde responsiviteit op het proprioceptieve zintuig kunnen kinderen bijvoorbeeld het gevoel hebben dat ze van de stoel vallen als deze geen zij leuningen heeft. Ook kan de knijpkracht om bestek te hanteren of de bijtkracht verstoord zijn als de spieren te veel of te weinig worden aangespannen.

Medicatie Sommige mensen met ASS gebruiken medicijnen om bepaalde problemen – zoals agressie, angsten, depressie, dwangmatig gedrag of hyperactiviteit – te verminderen. Deze medicatie kan ook van invloed zijn op de eetlust. Sommige werken eetlustopwekkend, andere juist eetlustremmend.

Moeilijk eetgedrag of eetprobleem?Wanneer is moeilijk eetgedrag een eetprobleem? Dat is subjectief.2 Het eetgedrag kan zich op allerlei manieren uiten. Fondelli beoordeelt eetgedrag op drie dimensies:

• De hoeveelheiddimensie: van helemaal niets eten tot extreem veel/onverzadigbaar

• Variatiedimensie: zeer selectief eten tot (letterlijk) alles eten• Gedragsdimensie: sociaal onaangepast gedrag vertonen

qua motoriek, tijdsduur van het eten en omgang met de sociale normen.

Door het eetgedrag van een kind te beoordelen op elk van deze drie dimensies, ontstaat er zicht op de aard en de ernst van het eetprobleem. Eetgedrag kan variëren van dag tot dag, van moment tot moment en van context tot context. Een algemene leidraad kan zijn: hoe meer iemands eetge­drag zich situeert op de uitersten, hoe meer aanleiding er is om te spreken van een eetprobleem. Dit is echter geen objectieve maatstaf om te beslissen of bepaald gedrag binnen de grenzen van het ‘normale’ valt. Dat zal per per­soon en per situatie moeten worden beoordeeld.

Ontwikkeling eetgedragWat en hoe een volwassene eet, is geen aangeboren talent, maar een aangeleerde vaardigheid.2 Het leren eten begint al bij de leeftijd van drie maanden, na het verdwijnen van de reflexen. Een kind van vier maanden leert al verschillende smaken, geuren en structuren herkennen. Vervolgens leert het afhappen, maalbewegingen maken, een combinatie van prikkels verdragen en contexten aanvoelen. Ieder kind maakt daarbij de neofobiefase door: een periode

rondom de leeftijd van 2­3 jaar waarin moeilijker gegeten wordt. Als kinderen met autisme een ontwikkelingsleeftijd hebben van 2­3 jaar, kan de kieskeurigheid van eten hierin een rol spelen.

Rol van de diëtist Doel van de diëtetische begeleiding is om het kind met (het vermoeden van) ASS te helpen om de moed en het ver­trouwen te vinden om zo te kunnen eten dat hij/zij medisch gezien gezond blijft en sociaal gezien niet nog meer buiten de boot valt.2 Formuleer hiervoor een hypothese over de moge­lijke kern van het probleem. De eetsituatie, de sensorische integratieproblemen en de leersituaties verdienen hierbij de aandacht. Bij ondervoeding of voedingsstoftekorten kunnen drinkvoeding of suppletie worden ingezet. Zoek bij motorische en/of sensorische problematiek hulp van gespecialiseerde logopedisten, ergotherapeuten of fysiotherapeuten. Autisme­coaches kunnen sensorische aspecten testen, waardoor er meer inzicht ontstaat in het persoonlijke profiel omtrent hypo­ en hyperresponsiviteit van de zintuigen.

100% duidelijke eetsituatieCognitieve problemen door onduidelijkheid en onvoorspel­baarheid geven een kind met ASS stress. Stress en ver­moeidheid hebben directe invloed op sensorische prikkelverwerking. Daarom moet de dagstructuur zeer duidelijk en voorspelbaar zijn. Een methode die hiervoor gebruikt kan worden, is Geef me de 5. Hierin worden alle terugkerende taken, waaronder de eet­ en drinkmomenten, verduidelijkt volgens de vijf basisprincipes Wat, Waar, Hoe, Wanneer en Wie.1 Laat ouders of verzorgers streven naar 100% duidelijkheid over deze basisprincipes rondom maal­tijden en tussendoortjes. Dat geldt ook voor in de klas. Hanteer vaste plekken, borden, bestek, belegkeuze et cetera. Zo wordt de context van de maaltijden herkenbaar en op den duur als veilig ervaren. Daardoor komt er ruimte voor variatie in vormen, structuren en merken van het eten.

handvatten voor een gesprek met de ouder(s) en/of verzorgende(n)

• Als diëtist formuleer je een hypothese• Erkenning en bewustwording is al vijftig procent

van de aanpak • Het kind mag de begeleiding absoluut niet ervaren

als druk (met de ouders de keuze maken of het kind aanwezig moet zijn bij de eerste consulten)

• Neem de tijd: veel tijd• Stel de ouders gerust: hoop is de beste motivator

>>

15 NED TIJDSCHR VOOR VOEDING & DIËTETIEK - 2016;71(4)

Page 9: NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK NTVD · 2018-02-16 · NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK Hoe meet je kromme ouderen? pagina 10 Voeding ‘veilig’

Informeer ouders over eventuele contextblindheid die er bij voedingsmiddelen kan zijn.3 Het niet eten of drinken van de, in de ogen van het kind, onveilige voedingsmiddelen is geen onwil, maar onmacht. Visuele kookboeken die duidelijk zijn en geen hinderlijke versieringen hebben, kunnen bijdragen aan gewenning aan meerdere soorten voedingsmiddelen of gerechten.5, 6

Omgaan met hypo- en hyperresponsiviteitPer zintuig beschrijven Fondelli en Ernsperger mogelijke aanpassingen bij hypo­ en hyperresponsiviteit.2, 7 De aan­bevolen aanpak is het wegnemen of dempen van de prikkel,

het voorspelbaar maken ervan, het geven van controle en het afleiden (eventueel met hulpmiddelen, zoals tv of tablet). Sommige kinderen zoeken andere prikkels om de prikkels van de producten in de mond te verwerken. Het advies is om deze copingstrategieën toe te staan, mits effectief, niet gevaarlijk en niet (te) storend. Indien bij het vestibulaire of proprioceptieve zintuig strategieën nodig zijn, verwerk deze dan in de basis van eetsituaties. Bijvoorbeeld: staan of lopen tijdens de maaltijden toestaan.

Langzaam wennen aan voedselIn een eetsituatie gelden andere regels dan in een leersituatie. Verduidelijk dit op een duidelijke en voorspelbare manier. Gewenning aan voeding begint al met eten durven aanraken, op het bord durven houden, ruiken, tegen de mond houden en afhappen. Durven doorslikken is pas de laatste stap. Belonen en straffen heeft weinig nut bij kinderen met ASS. Ze hebben geen inzicht in het 'waarom' van de straf. Bij een beloning vormen ze een­op­een­associaties, waardoor het gewenste gedrag juist kan stoppen als de beloning wordt weggehaald. In de boeken van Fondelli en Ernsperger staan meerdere voorbeelden van psycho­educatie die kunnen worden toe gepast bij de begeleiding van een kind met autisme.2,7 Verduidelijk bijvoorbeeld de uitleg met tekeningen of creëer samenhang door stroomschema’s of mindmapping.8,9 Deze zijn het meest effectief als ze visueel, logisch en sober zijn.

auteuranja van stijn diëtist en eigenaar pictokilogram

[email protected]

literatuur

1 Bruin C de. Geef me de 5. Doetinchem: Graviant, 2004 (p.188).2 Fondelli T. Autisme en eetproblemen. Tielt: Uitgeverij Lannoo, 2012

(p. 121).3 Vermeulen P. Autisme als context blindheid. Berchem: Uitgeverij

EPO, 2009 (p. 275).4 Leeuw B de. Autisme en onderprikkeling. Praktisch autisme.

Rotterdam, 2016. www.praktischautisme.nl/site/wp­content/uploads/2015/11/Publicatie­autisme­en­onderprikkeling.pdf, geraadpleegd op 28 juni 2016.

5 Dekker K den. Autisme & Koken. Doetinchem: Graviant, 2011 (p. 50).

6 Cornelissen S. Duidelijk koken met Sandra. Amsterdam: Uitgeverij SWP, 2011 (p.123).

7 Ernsperger L, Stegen­Hanson T. Moeilijke eters. Huizen: Pica, 2010 (p.159).

8 Bruin C de. Auti­communicatie. Doetinchem: Graviant, 2012 (p. 320).

9 Degrieck S. Autisme en tijdsbesef. Tielt: Uitgeverij Lannoo, 2014 (p.130).

geef me de 5 in de praktijk

Een jongen van acht jaar heeft veel conflictgedrag rond het plaatsnemen aan tafel. De analyse volgens Geef me de 5: Wat De overgang vanuit activiteiten naar

aan tafel komen is te groot. Hoe Het plots roepen komt onverwachts

en is daardoor onvoorspelbaar.Waar Het kind heeft geen moeite met de

plaats aan tafel. Wanneer Er wordt niet op een vast tijdstip

gegeten.Wie Moeder roept het kind, dat hierdoor

persoonsafhankelijk is en niet structuurafhankelijk.

BehandelniveausDe drie niveaus van behandeling bij ASS in volgorde van belangrijkheid:1. De omgeving aanpassen2. Functionele levensvaardigheden aanleren,

zoals omgaan met hypo- of hyperresponsiviteit3: Specifieke behandelingen en therapieën voor

een bepaald probleem of bepaalde beperking.

AdviesCreëer structuur door vaste tijdstippen, gebruik daarbij klokkijken of zogenoemde time-timers. Op een time-timer is het verstrijken van de tijd door kleur aangegeven. Kind leert dan zelfstandig de ene activiteit te beëindigen om vervolgens door te schakelen naar een volgende activiteit. Hierbij wordt ernaar gestreefd om van persoonsafhanke-lijkheid te gaan naar structuurafhankelijkheid.

NED TIJDSCHR VOOR VOEDING & DIËTETIEK - 2016;71(4) 16

TOEGELICHT

Pepermuntolie bij het prikkelbaredarmsyndroom

Pepermuntolie heeft een spasmolytisch effect op de gladde spiercellen, waardoor het colon zich ontspant.1 Daarnaast is in dierexperimen­teel onderzoek aangetoond dat menthol een remmende werking heeft op de geleiding van pijnsignalen vanuit de darm naar het centraal zenuwstelsel, en dat het een anti­inflammatoire werking heeft.2,3

Verlichting van de klachten Uit recente meta­analyses (Cochrane) blijkt pepermuntolie klachten door het prikkelbare­darmsyndroom (PDS) te verminderen, met name de pijn.1,4 Van de PDS­patiënten die werden behandeld met pepermuntolie ervaarde 69% verlichting van de klachten (tegen 31% in de placebogroep). Het verschil is statistisch significant, met een ‘number needed to treat’ van 2­3 patiënten. Bijwerkingen als zuurbranden, misselijkheid en irritatie en jeuk rond de anus komen niet vaak voor en treden vooral op bij aanvang van de therapie. De geur en smaak van menthol worden echter niet door iedereen als fris en aangenaam ervaren.

Vertaling naar de praktijkPepermuntolie is op veel plaatsen te verkrijgen. Het is een zelfzorgmiddel en wordt niet vergoed door de zorgverzekering. De effectiviteit is alleen onderzocht en aangetoond bij pepermuntolie in capsulevorm (Tempocol­capsules van 182 mg). Aan andere pepermuntoliecapsules, doorgaans lager gedoseerd, of pepermuntolie in druppel­vorm, kan geen wetenschappelijke claim ver­bonden worden. Tempocol is verkrijgbaar bij drogist en apotheek.

Dosering:Volwassenen en kinderen ouder dan 12 jaar182 mg 1­3 keer per dag, zo nodig verhogen tot maximaal 364 mg 3 keer per dag

Pepermunt-

olie kan de

klachten

van het

prikkelbare-

darmsyndroom

verminderen.

De toepassing

in capsulevorm

blijkt effectief.

Kinderen 8-12 jaar182 mg maximaal 3 keer per dag

De behandeling moet voortgezet worden totdat de symptomen zijn verdwenen. Dat is doorgaans binnen vier tot acht weken. Bij aanhoudende symptomen kan het gebruik worden voortgezet tot maximaal drie maanden per kuur.5

Binnenkort start het Maastricht UMC+ een groot onderzoek naar de werking van pepermuntolie bij PDS. Niet alleen de standaardformulering (capsu­le) wordt onderzocht, maar ook een alternatieve toedieningsvorm met afgifte van de pepermunt­olie meer distaal in het colon. Verwacht wordt dat deze toedieningsvorm minder bijwerkingen geeft, waardoor de compliance groter wordt.

auteursjenny brouns diëtist maastricht umc+daniel keszthelyi mdl-arts in opleiding, maastricht umc+

[email protected]

literatuur1 Khanna R, MacDonald JK, Levesque BG. Pepper­

mint oil for the treatment of irritable bowel syndrome: a systematic review and meta­analysis. Journal of Clinical Gastroenterology 2014; 48(6):505­12.

2 Harrington AM, Hughes PA, Martin CM e.a. A novel role for TRMP8 in visceral afferent function. Pain 2011;152(7):1459­68.

3 De Jong PR, Takahashi N, Peiris M e.a. TRPM8 on mucosal sensory nerves regulates colitogenic responses by innate immune cells via CGRP. Mucosal Immunology 2014;8(3):491­504.

4 Ruepert L, Quartero AO, de Wit NJ e.a. Bulking agents, antispasmodids and antidepressants for the treatment of irritable bowel syndrome. Cochrane Database of Systematic Reviews 2011;10(8).

5 Farmacotherapeutisch Kompas, Zorginstituut Nederland, 2016.

Number needed to treat =

het aantal patiënten dat

moet worden behandeld

om één gunstige uitkomst

te behalen

17 NED TIJDSCHR VOOR VOEDING & DIËTETIEK - 2016;71(4)

Page 10: NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK NTVD · 2018-02-16 · NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK Hoe meet je kromme ouderen? pagina 10 Voeding ‘veilig’

Stuurgroep Ondervoeding richt zich op thuiswonende ouderenDe afgelopen jaren waren zorgprofessionals de belangrijkste doelgroep van de projecten rond vroege herkenning en behandeling van ondervoeding. Sinds januari van dit jaar is de Stuurgroep Ondervoeding ook aan de slag met en voor thuiswonende ouderen en mantelzorgers.

Met subsidie van het ministerie van VWS en De Friesland zorgverzeke­raar is de sectie ouderen van de Stuurgroep Ondervoeding gestart met het project Goed gevoed ouder worden. Hierin staan bewustwording en signalering van ondervoeding door ouderen en mantelzorgers centraal. Samenwerkingspartners zijn Unie KBO, Voedingscentrum, Laego, NVD, V&VN, Leven met Kanker en Patiënt en Voeding.

KORT

De zoete smaak van lekkere muziekGeur, smaak, mondgevoel en zelfs het uitzicht hebben invloed op onze smaak. Sinds kort weten we dat we hier muziek aan kunnen toevoegen.

Onderzoekers uit Nederland, België en Enge­land gingen na welke invloed muziek heeft op de smaakbeoordeling, van bier in dit geval. De ene groep deelnemers proefde (zonder dit te weten) tweemaal hetzelfde bier, maar

met verschillende muziek. Een andere groep beoordeelde het bier zonder muziek. Op een

puntenschaal moesten ze aangeven hoe zoet, bitter of zuur zij het bier vonden. Ook werd gevraagd of het bier volgens hen veel of weinig alcohol bevatte. Wanneer deelnemers tijdens het proeven van het bier luisterden naar muziek met hoge tonen (vrolijke, aangename muziek), smaak­te het bier zoeter dan wanneer ze luisterden naar muziek met veel scherpe of bastonen. De muziek met zware bastonen maakte bovendien dat de deelnemers het alcoholpercentage hoger inschatten en het bier bitterder vonden. Meer onder­zoek is nodig, maar restaurateurs kunnen vast experimente­ren met deze eerste bevindingen.

Carvalho FR, Wang QJ, Van Ee R, et al. The influence of soundscapes on the perception and evaluation of beers. Food Quality and Preference 2016;52:32­41.

Zoutmeter.com: check en vind alternatievenNederlanders eten per jaar gemiddeld 1 kg zout te veel. Zoutmeter.com biedt uitkomst. Deze website laat op basis van enkele vragen zien hoeveel zout je eet en hoe je dat kunt verminderen.

Het besef dat we te veel zout eten, begint langzamerhand bij veel mensen door te dringen. Het is echter lastig te achter­halen waar het precies in zit en wat je als alternatieven kunt gebruiken. Zoutmeter.com van de Nierstichting geeft op basis van enkele simpele vragen direct inzicht. Ook biedt de website alternatieven, zoals het gebruik van verse of gedroogde kruiden.

Ter ondersteuning van diëtisten en andere zorgverleners is er ook het Zoutboek. Dat laat met gevulde buisjes zien hoeveel zout er zit in een portie van veel voorko­mende voedingsmiddelen, zoals brood, soep, koek en pizza. Een visueel sterke tool die de hoeveelheid zout op een leuke manier concreet maakt. www.nierstichting.nl/zout en www.zoutmeter.com

NED TIJDSCHR VOOR VOEDING & DIËTETIEK - 2016;71(4) 18

ECCO…!De European Crohn’s and Colitis Organisation (ECCO), organiseert vanaf dit jaar tijdens haar jaarlijkse congres een dagdeel over Inflammatory Bowel Disease (IBD) en voeding. Dit wordt georganiseerd door D-ECCO: Dietitians of ECCO.

Aantal mensen met HVZ zwaar onderschatDe groep mensen met een hoog risico op hart- en vaatziekten blijkt ruim drie keer groter te zijn dan gedacht. Vooral het aantal jonge vrouwen wordt onderschat.

De oorzaak is de manier waarop artsen beoordelen of iemand een klein of groot risico loopt. Dit stelt Harald Jørstad in zijn proefschrift New approaches to the implementation of cardio-vascular disease prevention waarop hij op 30 juni promoveerde bij het AMC. Volgens Jørstad houden de behandelrichtlijnen te weinig rekening met hart­ en vaatziekten waaraan je niet direct overlijdt, bijvoorbeeld lichte hartaanvallen of vaatziekten buiten het hart (zoals etalage­benen en verwijding van de lichaamsslagader). Dit moeten artsen volgens de promovendus wel meenemen als ze mededelingen doen over het voorkómen van hart­ en vaatziekten.

Uit het onderzoek blijkt verder dat de zorg aan deze groep patiënten beter kan. Het bezoek aan een verpleegkundig spreekuur heeft voor mensen die een hartinfarct hebben gehad een positief effect. Patiënten die die het spreekuur bezochten, haalden de streefwaarden voor de risicofactoren van hart­ en vaatziekten 40% vaker dan patiënten die niet op het spreekuur kwamen. Daarom zouden alle patiënten die een hartinfarct hebben gehad zo’n verpleegkundig spreekuur aangeboden moeten krijgen.

In reactie op deze resultaten heeft de European Society of Cardiology haar nieuwe preventieve richtlijn aangepast.

Aldus Canan Ziylan, promovenda Wageningen UR Food & Biobased Research.

Nederland beschikt over uitstekende

richtlijnen voor de monitoring en

behandeling van ondervoeding. Ze worden

alleen niet nageleefd.

Diëtisten kunnen voor 25 euro per jaar lid worden van ECCO en

daarmee toegang krijgen tot het leden­gedeelte van de website. Hier is veel te leren over IBD, bijvoor­beeld via ECCO e­learning modules, een online cursus met

examen, een nieuwsbrief en posters en presentaties van afgelopen congressen. Daarnaast krijgen leden volledig online inzicht in het tijdschrift Journal of Crohn’s and Colitis.

www.ecco­ibd.eu

19 NED TIJDSCHR VOOR VOEDING & DIËTETIEK - 2016;71(4)

Page 11: NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK NTVD · 2018-02-16 · NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK Hoe meet je kromme ouderen? pagina 10 Voeding ‘veilig’

Intramed is een product van Convenient Soft ware

Kij k voor meer informatie op intramed.nl/dietetiek

Uw cliënt minder last van ondergewicht. U minder van de administratie. Gebruik Intramed, de gebruiksvriendelij ke soft ware voor de diëtist voor een effi ciënt, zorgvuldig en zorgeloos beheer van uw dossiers.

Probeer Intramed nu 3 maanden gratis en vrij blij vend: bel 0182 – 621 107 of mail naar [email protected]

www.nutri-medical.com | [email protected] | Tel: 015-7630947www.nutri-medical.com | in.nutri-medical.com | in.nutri-medical.com | [email protected] | .nutri-medical.com | in.nutri-medical.com | in.nutri-medical.com | in

NutriGain Energy, de enige completeenergieverrijkte drinkvoeding met 100%natuurlijke aroma’s en kleurstoffen

Wat heeft Uw voorkeur?

of

Ondervoeding enslikstoornissen,de grote uitdaging!

Ondervoeding is een groot probleembinnen alle segmenten van de zorg en leidttot gewichtsverlies, verlies van spiermassaen vermindering van spierkracht. Met eenbeperking van de mobiliteit en een verliesvan onafhankelijkheid als gevolg. Een snelleopsporing, preventie en behandeling van ondervoeding is daarom een absolute must.

Maaltijd belangrijkste momentOngeacht de leeftijd zou “eten” een positieve ervaring moeten zijn. Voor velen is de maaltijd het belangrijkste moment van de dag. Maar ouderdomsverschijnselen of ziektebeelden kunnen het maaltijdgebeuren negatief beïnvloeden. Een slecht of beschadigd verhemelte, slecht gebit, droge mondsyndroom …Eten wordt dan een lijdensweg.

Oorzaken ondervoedingMensen met slikstoornissen lopen een groter risico en vrouwen zijn gevoeliger dan mannen. Ongeveer 80% van de bejaarden hebben kauw- en slikproblemen en gemiddeld 10% vraagt aangepaste voeding. Na een hersenletsel (bijvoorbeeld een CVA, een ongeval of een hersentumor), een aandoening van het zenuwstelsel (zoals Parkinson of ALS), bij dementie, bij kanker of na een operatie in het hoofd- halsgebied kunnen stoornissen in het slikproces ontstaan. Een onaangepaste maaltijdconsitentie geeft een hoog risico op verslikking, longontsteking, verstikking, uitdroging en ondervoeding.

De Revogan en Prodia eiwit verrijkte graanvlokken tervervanging van de broodmaaltijden kunnen bereid wordenmet melk, fruitsap, yoghurt, platte kaas en soep. De Revogan mixen voor de warme maaltijd worden met water bereid.

De Findus timbalen zijn kant en klare maaltijdcomponenten met een gladde structuur. Ze kunnen koud en warm worden opgediend. Ideaal indien het aanbod van de dag moeilijk geblixt kan worden of voor tijdens het weekend.

Goed kunnen eten en drinken…Een dagelijks voorrecht voor iedereen

BeNelux verdeler: PRTM bvba, tel 0032474992080, [email protected] www.prtm.be • België: Revogan, tel 09 280 90 60, [email protected] www.revogan.be • Nederland: huuskes, [email protected] www.huuskes.nl

Een timbaal pak je vast en eet je met de handen.Een unieke product dat altijd zijn vorm behoud!Koud of warm maakt geen verschil in consistentie.

Finger Food

28800_Findus_insert_Huuskens_NL_05_2016_A4_V2.indd 1 3/06/16 13:56

Page 12: NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK NTVD · 2018-02-16 · NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK Hoe meet je kromme ouderen? pagina 10 Voeding ‘veilig’

Stichting Human Concern heeft zich sinds de oprichting in 2003 ontwikkeld van een vrijwilligersorganisatie tot een volwaardige GGZ­instelling voor de behandeling van eet­stoornissen. Op vier locaties in Nederland kunnen cliënten met anorexia, boulimia nervosa, eetbuistoornissen (binge eating disorder) en eetstoornissen (NAO, niet Anderszins Omschreven) er terecht. Volgens de website onderscheidt de behandeling zich doordat niet alleen de symptomen worden aangepakt, maar primair de kern van het eetpro­bleem, parallel aan het normaliseren van eten en gewicht.

Fantastische missieJoke van Scheers begon als diëtist in een ziekenhuis en had daarna 28 jaar een eigen praktijk. Daarin begeleidde ze veel cliënten met eetstoornissen, die ze kreeg doorverwezen van psychiaters en kinderartsen. "Vanwege mijn expertise werd ik ook af en toe in consult geroepen bij Human Concern; cliën­ten vroegen daarom. ‘Af en toe’ werd ‘vaak’ en uiteindelijk kwam de vraag of Van Scheers bij de organisatie in dienst wilde komen. "Ik heb veel interesse in cliënten met eetproble­matiek. Dat eten je leven zó kan overheersen door emotionele, sociale en psychologische problematiek. Het is mijn missie om als diëtist bij te dragen aan het herstel van deze cliënten.”

ErvaringsprofessionalsDe behandeling is ambulant: één of meerdere keren per week een gesprek met de therapeut. Deze is de centrale

‘ Het woord dieet is bij ons verboden’

DE PRAKTIJK

GGZ­instelling Human Concern riep Joke van Scheers af en toe ‘in consult’ als diëtist voor de begeleiding van cliënten met eetstoornissen. Inmiddels werken er zes diëtisten en is voedingsbegeleiding een vast onderdeel binnen alle zorgpaden.

behandelaar. Alle therapeu­ten zijn (merkgeregistreerde) ‘Ervaringsprofessionals’: ze hadden ooit zelf een eetstoornis of een vergelijkbare psychische aandoening, en zijn daarnaast bijvoorbeeld psycholoog of peda­goog. Van Scheers: "De therapeut zet zijn of haar eigen ervaringen open en eerlijk in bij de behandeling. Cliënten voelen zich daardoor honderd procent begrepen."

Hoe ziet de cliënt de diëtist?“Onze rol begint bij de intake. We nemen een diëtistische anamnese af en stellen de diagnose. Tijdens het multidisciplinair overleg bepalen we welke behandeling we kunnen bieden. In het kennismakingsgesprek vraag ik altijd naar het beeld dat ze hebben van de diëtist. Dat klaart de lucht en geeft de cliënt de kans om zich daarover te uiten. De term ‘diëtist’ roept vaak associaties op van dingen die niet mo­gen, maar moeten en van lijstjes. Maar zo werken wij niet. Cliënten gaan niet naar de diëtist, ze krijgen voedingsbege­leiding: we praten over gezonde voeding en een gezonde leefwijze. En het woord ‘dieet’ is bij ons verboden.”

NED TIJDSCHR VOOR VOEDING & DIËTETIEK - 2016;71(4) 22

Psyche en voeding gaan gelijk opTijdens de behandeling gaat het werken aan de onderlig­gende problematiek gelijk op met het werken aan voeding en gewicht, in kleine stappen. Een eetstoornis heeft voor een cliënt immers altijd een functie. In de eerste fase wordt daarom met de cliënt gekeken naar deze onderliggende problematiek. Ontbreekt de daginvulling? Is er een trauma? Of is er sprake van eenzaamheid of te weinig contacten? Dan is het belangrijk om daar eerst aan te werken. “De cliënt moet zich ook bewust zijn van deze functie. Als de voorwaar­

den niet optimaal zijn, bestaat de kans op een nieuwe teleurstelling.”

De voedingsbegeleiding is gericht op normalisatie van eetgedrag en gewicht, uitgaande van de hulpvraag van de cliënt. Daarbij is er aandacht voor regelmatig, gevarieerd en volwaardig eten, weer genieten van eten en leren je vrij te voelen in je keuzes, en vertrouwen op je eetlust­ en verza­

digingsgevoel. “Eerst moeten daarvoor wel de voorwaarden zijn gecreëerd in de therapie."

Vertrouwen door kleine stappen De diëtist ziet de cliënt niet wekelijks, maar af en toe. Ze

bespreekt dan voedingsonderwerpen waar de therapeut weer op terugkomt. Van Scheers geeft veel educatie. “Waar­om is zuivel belangrijk? En waarom vind jij het zo moeilijk? De cliënten weten vaak al heel veel. Maar soms hebben ze ook allerlei rare ideeën over voedsel (zogenoemde eetstoor­

nisgedachten). Je moet een ingang vinden, maar de cliënt wel eigen regie geven. Als kleine stappen

lukken, geeft dat zelfvertrouwen en vertrou­wen in de diëtist. Zo van: ‘Ik hoor dat je

last hebt van je buik. Ik denk dat het misschien te maken heeft met

vezels. Zullen we het daar de volgende week eens over

hebben? Heb je er zelf ideeën over? Volgende keer hoor ik wel wat je wilt…’ Angst in de

supermarktNaast de ambulante zorg

biedt Human Concern het zogenoemde boost­programma

Be-LeeF!: een intensief vier weken durend klinisch programma in Portugal

voor mensen met een ernstige en/of langdurige eetstoornis waarvoor een ambulante en/of dagbehandeling onvoldoende effectief is gebleken. Tijdens de opname staat alles in het teken van het doorbreken van hardnekkige patronen.

Onder tussen volgen de naaste betrokkenen van de cliënt een parallelprogramma in Nederland. Na de opname volgt een intensieve dagbehandeling en een ambulante doorgroeifase.

Tijdens de TiP­dagen (Therapy in Practice) oefenen de cliënten in groepsverband met de praktijk. Ze gaan bijvoor­beeld naar de supermarkt, waar ze uitdagingen moeten aangaan, bijvoorbeeld met een klein groepje iets voor iedereen bereiden en daar consensus over bereiken. Van Scheers: “Een supermarktbezoek kan veel angst oproepen. Bepaald voedsel is bijvoorbeeld ‘eetbuivoedsel’ geweest. Lekker, maar ze zijn er ook bang voor, omdat het een eetbui kan uitlokken. Denk ook aan angst voor brood. Een uitdaging kan dan zijn om een broodje te kopen, in de diepvries te leggen en daar de volgende keer allebei een hapje van te eten. Dat kan dan weer de aanzet zijn tot iets anders.”

Duurzaam herstelHuman Concern streeft naar duurzaam herstel. En dat is meer dan eten en een goed gewicht. Cliënten komen als het goed is steeds meer in hun eigen kracht, leren zichzelf beter kennen en krijgen meer eigenwaarde en vertrouwen. “Cliënten een eetlijst laten volgen, is vaak niet zo moeilijk. Maar bij herstel hoort eten naar behoefte, vrij van eetstoor­nisgedachten en natuurlijk gezond.” Human Concern doet sinds 2013 doorlopend onderzoek naar de effectiviteit van de behandeling.

Eetstoornissen herkennenVooral in de eerste lijn wordt een beginnende eetstoornis slecht herkend, zowel door artsen en POH­ers, als door diëtisten, aldus Van Scheers. “In de opleiding wordt daar te weinig aandacht aan besteed. Vroegtijdige herkenning kan veel leed voorkomen. Stel je cliënt daarom vragen tijdens de anamnese. Heb je eetbuien? Braak je? Hoe vaak weeg je jezelf? Wat is je beweegpatroon? En let op uiterlijke ken­merken, zoals rode knokkels, opgezette speekselklieren en tandbederf.” Op de website van Human Concern staat onder het kopje eetstoornissen een uitgebreid overzicht waaraan eetstoornissen zijn te herkennen. >>

“ We hebben aangetoond dat we binnen de gespecialiseerde GGZ een waardevolle aanvullende discipline zijn”

23 NED TIJDSCHR VOOR VOEDING & DIËTETIEK - 2016;71(4)

Page 13: NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK NTVD · 2018-02-16 · NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK Hoe meet je kromme ouderen? pagina 10 Voeding ‘veilig’

Do’s en don'tsAls je als diëtist cliënten met een eetstoornis wilt behande­len, moet je je volgens Van Scheers echt verdiepen in de problematiek. “Het is geen kinderachtig probleem dat je zo even oplost. Realiseer je dat een eetstoornis de dodelijkste psychiatrische aandoening is. In de behandeling is het heel belangrijk om niet te oordelen. Daar zijn cliënten erg gevoe­lig voor, want ze veroordelen zichzelf al. Belonen en straffen werkt niet, en ga niet dwingend te werk. Wat wel werkt? Luis­teren, serieus nemen, open staan voor iemands probleem, horen waar de hulpvraag zit, vertrouwen creëren en als diëtist op tijd zien wanneer aanvullende disciplines nodig zijn of je moet doorverwijzen.”

Met psycholoog of psychiaterHet behandelen van cliënten met een eetstoornis vraagt om begeleiding van een bij voorkeur gespecialiseerde psycho­loog of psychiater. Van Scheers: “Dat vond ik in mijn praktijk altijd een dilemma. Cliënten komen laagdrempelig binnen, ze gaan een beetje met je over eten praten. Ik zei vaak: fantastisch dat je deze stap hebt gemaakt, we gaan kijken hoe ver we komen. Ik probeerde een goed contact en ver­trouwen op te bouwen. Maar ik besprak dan ook dat dit een probleem is dat ik als diëtist niet alleen kan behandelen. En waar nodig verwees ik dan – in overleg met de cliënt – terug naar de huisarts.” Voor sommige cliënten is begeleiding door een diëtist en een psycholoog voldoende. Maar bij ernstige en langdurige eetstoornissen, eventuele co­morbi­diteit, somatische of psychische problematiek is doorverwij­zing naar een gespecialiseerde instelling noodzakelijk.

Laat zien wat je kanNaast diëtist is Van Scheers coördinator voedingsbegelei­ding, verantwoordelijk voor kwaliteitsbewaking, ontwikkeling van nieuwe modules en scholing op het gebied van voeding, ook voor de Ervaringsprofessionals. "Maar gelukkig is cliënt­contact het grootste deel van mijn werk.” Protocollair zijn de

diëtetiektaken vastgelegd: van intake tot en met nazorg. Er zijn net twee vacatures vervuld, waardoor het aantal diëtisten op zes is gekomen. “We hebben aangetoond dat we binnen de gespecialiseerde GGZ een waardevolle aanvullende discipline zijn.” De integrale aanpak van Human Concern maakt dat de verschillende disciplines, waaronder voedingsbegeleiding, rondom de zorgvraag van cliënt worden georganiseerd. De cliënt staat centraal en de aansluiting tussen verschillende disciplines onderling is erg belangrijk. Wat kunnen diëtisten binnen de GGZ daarvan leren? “Je moet zelf overtuigd zijn van je meerwaarde. En initiatiefrijk zijn: laat zien wat je in de praktijk kan, niet te nadrukkelijk, maar bescheiden.”

Diëtist ondersteunt therapieHet vervullen van de vacatures viel nog niet mee. Diëtisten moeten aan nogal wat eisen voldoen. Van Scheers: “Je moet beschikken over een gigantisch empathisch vermogen en goede gesprekstechnieken. Daarnaast is het van belang om zelf ook open een eerlijk te zijn en veel geduld te hebben. Verder moet je de cliënt en de eetstoornis van elkaar kunnen scheiden, en je moet kunnen verdragen dat er bij de cliënt sprake kan zijn van angst, agressie, vermijding en allerlei gedachten over eten. Je moet je kunnen inleven, maar ook begrenzen en afspraken zijn belangrijk. Door onderhandelen en samenwerken kom je uiteindelijk tot kleine haalbare stapjes. De motivatie hoog houden is hierbij belangrijk. Als diëtist ben je ondersteunend aan de therapie door de Ervaringsprofessional en je bepaalt samen met de cliënt het tempo. Ten slotte moet je een teamspeler zijn, op gelijk­waardig niveau met de therapeuten. Want samen geef je de behandeling vorm. Nieuwe diëtisten krijgen een intensief inwerkprogramma en maken dan onder andere deel uit van het behandelteam in Portugal, waar je tijdens de op­name pas echt ervaart hoe groot het probleem van een eetstoornis is.”

Meer informatie: www.humanconcern.nl

auteurir. caroelien schuurman

[email protected]

stapsgewijze cliëntgerichte behandeling

1) Inzicht krijgen in de functie van de eetstoornis, de gevolgen en de in stand houdende factoren

2) Werken aan de onderliggende problematiek3) ‘Ik-versterking’ door het opbouwen en vergroten

van autonomie, eigenwaarde en zelfvertrouwen4) Corrigeren van gedrag en gedachten rondom

eten en lichaamsbeeld5) Betrekken van en ondersteunen in sociale

omgeving

“ Je moet beschikken over een gigantisch empathisch vermogen”

NED TIJDSCHR VOOR VOEDING & DIËTETIEK - 2016;71(4) 24 25 NED TIJDSCHR VOOR VOEDING & DIËTETIEK - 2016;71(4)

1. De Luis DA et al. Nutr Hosp 2015;32(1):202-207. 2. Olveira G et al. Clin Nutr 2015;pi:S0261-5614(15)00255-1. 3. Cramer J et al. Eur Geriatr Med 2015;6S1:S32–S156. 4. Deutz NE et al. Clin Nutr 2016;35(1):18-26. 5. Ekinci O et al. Nutr Clin Pract 2016;pii:0884533616629628.

* Tot 90 dagen na ontslag uit het ziekenhuis. NOURISH was een multicenter, gerandomiseerd, placebo-gecontroleerd, dubbelblind onderzoek onder 652 ondervoede patiënten ≥65 jaar met congestief hartfalen, acuut myocardinfarct, pneumonie of chronisch obstructieve longziekte. Het samengesteld primair eindpunt van incidentie van overlijden enniet-electieve heropname tot 90 dagen na ontslag werd niet gehaald.

ACP-2016-AN-186

Ensure Plus Advance. Krachtig van binnen.

Ensure Plus Advance helpt mensen met (risico op) ondervoeding bij het opbouwenen behouden van wat ze nodig hebben om te overleven: spiermassa.1-3

Ensure Plus Advance bevat een unieke mix van HMB, eiwit en vitamine D en heeft laten zien dat het de mortaliteit met 50% kan verlagen. 4*Of het lichaam nu moet herstellen van ziekte of je simpelweg moet helpen opstaan uit een stoel, Ensure Plus Advance geeft de kracht om te leven.

50% mortaliteitsreductie

Voedingsstatus 4 Overleving 4 Kracht 5

Anatomie van HerstelARMLEUNING TRICEPS DIPS1Nr.

Ensure® Plus AdvanceZORG VOOR JE SPIEREN. BEÏNVLOED OVERLEVING.

32422_Abbott_Nourish_Adv_A4_v06.indd 1 03-08-16 12:27

Page 14: NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK NTVD · 2018-02-16 · NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK Hoe meet je kromme ouderen? pagina 10 Voeding ‘veilig’

KORT

Gezonde kinderopvang: gezonde startHet Voedingscentrum en RIVM Centrum Gezond zijn in opdracht van de ministeries van SZW en VWS een programma gestart voor gezonde leefstijl in de kinderopvang.

De website Gezondekinderopvang.nl en de scholing Een Gezonde Start bieden pedagogisch medewerkers actuele kennis en vaardigheden over gezondheids­ en leefstijlthe­ma’s van jonge kinderen. Ook leren ze hen hoe ze zelf het goede voorbeeld geven. Deze cursus leidt pedagogisch medewerkers op tot leefstijlcoach Gezonde Kinderopvang, die vervolgens zelf de scholing in de eigen organisatie geeft. Dit jaar loopt een pilot met de scholing, met twee groepen. Aan de hand van de uitkomsten worden de scholing en de aanpak verbeterd, en vervolgplannen gemaakt voor 2017 en daarna.

De beste apps over gezondheidHoe vind je een goede gezondheidsapp tussen de vele honderden apps die worden aangeboden? De GGD AppStore helpt de consument op weg. Hier staan aller-lei apps die door de GGD’en in Nederland zijn goedge-keurd en voorzien zijn van een vignet. De GGD AppStore is gratis en voor iedere smartphone beschikbaar.

Alle geselecteerde apps zijn beoordeeld aan de hand van de uitgangspunten van positieve gezondheid van Machteld Huber (zie ook het interview op pagina 6). Een team van deskundigen van de GGD’en toetst de apps volgens een vastgestelde methode, voordat deze in de GGD AppStore worden geplaatst. Belangrijke afweging is daarbij dat iedereen zelf de regie kan voeren over zijn eigen gezondheid.

‘Buikgriep’: verdunde appelsap beter dan ORSBij kinderen die veel vocht verliezen via braken en/of diarree werkt verdunde appelsap beter dan ORS om dehydratie te voorkomen. Dit concluderen Canadese onderzoekers uit een onderzoek dat ze uitvoerden onder 647 kinderen tussen de 6 maanden en 5 jaar.

De onderzoekers gaven kinderen die met gastro­enteritis waren opgenomen op de eerste hulp (50%) verdunde appelsap of ORS met appelsmaak. De ouders van de appelsapgroep moesten (in het ziekenhuis) elke 2­5 minuten 5 ml appelsap geven, en na ontslag 2 ml per kg lichaamsgewicht na braken en 10 ml/kg na waterdunne diarree. Daarnaast mochten de kinderen alles drinken wat ze

wilden. De andere groep kreeg volgens protocol ORS met het advies om daarnaast suikerrijke dranken te vermijden.

Van de kinderen die appelsap hadden kregen, werd 16,7% alsnog opgenomen met dehydratieverschijnselen. Bij de ORS groep was dit 25%. Van deze kinderen moest respectievelijk 2,5% en 9% intraveneus gerehydreerd worden. Dit gebeurde vaker bij de jongere kinderen. Het gunstigere effect van appelsap was vooral

zichtbaar bij kinderen van 2 jaar en ouder.

De kinderen vonden de appelsap in elk geval minder vies dan de ORS.

Freedman SB, Willan AR, Boutis K, e.a. Effect of dilute apple juice and preferred fluids vs electrolyte maintenance solution on treatment failure among children with mild gastroenteritis. JAMA 2016; DOI: 10.1001/jama.2016.5352

NED TIJDSCHR VOOR VOEDING & DIËTETIEK - 2016;71(4) 26

Afnemende aandacht voor ondervoeding in verpleeghuizenElk jaar meet de Universiteit van Maastricht de prevalentie van zorgproblemen. De resultaten van de Landelijke Prevalentie­meting Zorgkwaliteit (LPZ) van 2015 zijn gepubliceerd. Eén op de vijf ouderen in de woon­, zorg­, welzijn­instellingen is ondervoed. LPZ signaleert een afnemende aandacht voor het zorgprobleem ondervoeding. Screening en scholing worden als eerste prioriteiten genoemd.

Het rapport is te vinden op http://bit.ly/2bkS3kp.

Twintig miljoen voor e-healthMinister Schippers van Volksgezondheid trekt de komende vier jaar twintig miljoen euro uit voor de stimulering van e-health. Hiermee kunnen MKB-ondernemers worden ondersteund en begeleid bij de opschaling van goede e-health initiatieven.

Het doel is veelbelovende innovaties sneller bij de patiënt te brengen en een plek te geven in de gezondheidszorg. Dit FastTrack eHealth initiatief gaat uit van publiek­private samenwerking. Naast de bijdrage van de overheid worden ook afspraken gemaakt met private partijen, zoals banken, pensioenfondsen, investeerders en zorgverzekeraars. In oktober gaat het programma van start.

Lijnen goed voor het gemoedLijnen heeft een positief eff ect op stemming, stress, libido en slaapduur bij niet-obese volwassenen (gemiddelde leeft ijd 38, BMI 22-28, 152 vrouwen). Dat blijkt uit de Amerikaanse Calerie 2-studie.

Het onderzoek werd uitgevoerd onder 217 volwassenen, van wie de helft een voeding met 25% minder energie kreeg dan in hun normale eetpatroon; de andere helft mocht ad libitum eten. De dieetgroep werd ook intensief begeleid. Na een jaar was de dieetgroep gemiddeld 8,3 kilo afgevallen, na twee jaar 7,6 kilo. De controlegroep was na twee jaar 0,4 kilo lichter.De stemming van de dieetgroep was signifi cant toegenomen: er was minder spanning en depressie, de slaapkwaliteit ging vooruit, evenals de ervaren gezondheid en de seksuele drive. Degenen die na twee maanden het meest waren afgevallen, voelden zich het beste.

Martin CK, Bhapkar M, Pittas AG. Eff ect of calorie restriction on mood, quality of life, sleep, and sexual function in healthy nonobese adults: The CALERIE 2 randomized clinical trial. JAMA Intern Med 2016 1;176(6):743­52. doi: 10.1001/jamainternmed.2016.1189.

Gezonder voedingsaanbod op voortgezet onderwijs Ongeveer 80% van de scholen in het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs zegt de afgelopen jaren meer aandacht aan gezonde voeding te hebben besteed. Ook is het voedingsaanbod volgens de scholen verbeterd: in de kantines worden bijvoorbeeld meer gezonde producten (uit de Schijf van Vijf) aangeboden dan ongezonde, zoals snacks en fris­drank. Dit blijkt uit een onderzoek van het RIVM onder 450 scholen, dat in opdracht van staatssecretaris Van Rijn (VWS) is gedaan.

Het document Meer aandacht voor gezonde voeding op scholen in het voortgezet onderwijs is te vinden op www.rivm.nl.

27 NED TIJDSCHR VOOR VOEDING & DIËTETIEK - 2016;71(4)

Page 15: NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK NTVD · 2018-02-16 · NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK Hoe meet je kromme ouderen? pagina 10 Voeding ‘veilig’

Is een extreem koolhydraatbeperkt dieet (ethisch) verantwoord?

DE KWESTIE

In nummer 2 van dit jaar stond het artikel Overgewicht: energiebeperkt dieet of laag-koolhydratendieet? Naar aanleiding daarvan rees in de redactieraad de vraag of een koolhydraatbeperking van maximaal 25 gram per dag nog wel (ethisch) verantwoord is.

Stelling – Een dieet met maximaal 25 gram koolhydraten per dag is ethisch onverantwoord.

Janneke SchuppertTien mensen hebben acht weken lang een dieet gevolgd met maximaal 25 gram koolhydraten per dag (NTVD nr. 2, mei 2016). Mijn eerste gedachte was: ik lees dat niet goed. Mijn tweede gedachte ging naar een jonge vrouw die ik een week eerder op het spreekuur had gezien. Zij had op advies van haar personal coach drie maanden een dieet gevolgd met zeer weinig koolhydraten in combinatie met intensieve training. Het resultaat was verbluffend: zeventien

kilo lichter en dagelijks complimenten uit haar omgeving. Fitter was ze er helaas niet op geworden. Ze trok haar haren bij bossen uit het hoofd. Bovendien was ze bij haar baas op het matje geroepen, omdat haar gebrek aan concentratie was opgevallen. N is hier weliswaar 1, maar het laat zien dat zij niet heeft geleerd hoe je een gezond dieet samenstelt. Wie zich verdiept in de menselijke biologie en fysiologie, weet dat 25 gram koolhydraten per dag volslagen onzinnig is. Onze hersenen en rode bloedcellen stellen dat niet op prijs. Stel je voor dat je niet eens dagelijks twee stuks fruit en een normale portie groente mag eten. En dat acht weken lang. Hoeveel van je geloofwaardigheid wil je verliezen?

janneke schuppertdiëtist bij diëtistengroep

eetid (alkmaar), docent bij ncoi / pro-education, lid van

de ntvd-redactieraad

dr. hanna zijlstradiëtist, psycholoog, onderzoeker en docent (hogeschool van amsterdam), mede-auteur van het artikel

NED TIJDSCHR VOOR VOEDING & DIËTETIEK - 2016;71(4) 28

Hanna Zijlstra Het koolhydraatbeperkt dieet met maximaal 25 gram kool­hydraten per dag valt in de categorie ‘streng koolhydraatbe­perkte diëten’. Het is een ketogeen dieet dat wetenschappelijk wordt aangeduid met ‘very low­carbohy­drate ketogenic diet’ (VLCKD). Het wordt vaak gebruikt in driefasendiëten voor gewichtsverlies, zoals het Atkins­dieet en Dr. Frank­dieet. In de eerste fase, bestaande uit het streng koolhydraatbeperkte dieet aangevuld met multivita­minen, vindt veel gewichtsverlies plaats. In de tweede fase wordt de hoeveelheid koolhydraten verhoogd tot een matig koolhydraatbeperkt dieet; dan gaat het gewichtsverlies langzamer. In de derde fase, gericht op gewichtsbehoud en een goede leefstijl, wordt geleerd om volgens de Schijf van Vijf te eten.Ruim tien jaar geleden werkte ik samen met internist dr. Van Berkum. We hebben toen een behandeling opgezet voor patiënten met overgewicht, obesitas en diabetes type 2 die vanwege insulineresistentie niet goed afvielen met een energiebeperkt dieet. Het werd het bovenstaande driefasen­dieet. Wel moest ik eerst een mentale knop omzetten, want ik had geleerd dat een ketogeen dieet niet goed was. Maar dat ging vrij snel: dankzij het bestuderen van wetenschappe­lijk literatuur en de positieve reacties van patiënten. Ze vertelden hoe prettig ze het driefasendieet vonden. Eindelijk ging hun gewicht naar beneden. Voor het eerst hadden ze tijdens het afvallen geen honger en ervaarden ze rust in hun hoofd doordat ze niet meer de hele dag aan eten dachten. Jaren later werd dr. Van Berkum bij het grote publiek bekend als dr. Frank en werd het dieet populair.

Stelling – Het koolhydraatbeperkte dieet is een wetenschappelijk onder-bouwde methode voor de behandeling van overgewicht en obesitas.

Janneke SchuppertDe wetenschappelijke onderbouwing van het koolhydraat­beperkt dieet is flinterdun. Dat begint al bij de definitie. Wat ís precies het koolhydraatbeperkt dieet? De omschrijvingen lopen uiteen: van 20 tot 60 gram koolhydraten per dag, tot 20 of minder dan 40 energieprocent per dag. Er zijn meerdere studies gedaan, maar het gaat helaas meestal om korte interventies. Het wordt ook al snel appels met peren vergelijken. Voor wie het werkt en waarom het werkt, is ook nog lang niet duidelijk. Mogelijk is koolhydraatbeperking geschikt voor mensen met obesitas en diabetes type 2. Dat zien wij in onze praktijk ook. Maar hoe gezond en hoe leefbaar is een voeding met 25 gram koolhydraten per dag? Behalve van de wetenschap kunnen we ook leren van de geschiedenis. Koolhydraatbeperking is niet heel hip. In 1863

schreef de Engelse begrafenisondernemer William Banting een beroemd geworden boekje. Hij had na diverse afval­pogingen eindelijk resultaat met zijn zelfbedachte dieet met zeer weinig koolhydraten. Later bedacht dr. Atkins een moderne variant en dichter bij huis heeft dr. Frank zijn steentje bijgedragen. Ondanks dat alles blijft het aantal mensen met obesitas wereldwijd toenemen.We moeten ons goed blijven realiseren dat voeding slechts een onderdeel is van het complexe probleem van obesitas. Een sterk koolhydraatbeperkt dieet is dan ook een schijnoplossing.

Hanna Zijlstra Meer dan de helft van de volwassenen heeft overgewicht. Preventie en behandeling van overgewicht zijn van groot belang. Wetenschappelijk onderbouwde behandelingen variëren: eten volgens de Schijf van Vijf en meer bewegen, een energiebeperkt dieet, een koolhydraatbeperkt dieet, een eiwitrijk dieet, diëten met maaltijdvervangers, psychologi­sche interventies, gezinsinterventies, maatschappelijke interventies, bariatrische chirurgie... Al deze methoden hebben voor­ en nadelen. Als je als diëtist mensen met overgewicht begeleidt, krijg je ook mensen die ontmoedigd zijn geraakt door eerdere afvalpogingen. Hun motivatie stijgt als je ze weer hoop kunt geven. Dit kan door ze een andere aanpak voor hun probleem te bieden. Overweeg ook eens het koolhydraatbeperkte dieet. Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat een laag koolhydraatbeperkt dieet (50­130 gram KH/dag of <10­26 En%) bij mensen met overgewicht even effectief is als het energiebeperkt dieet. Mensen met insulineresistentie of diabetes type 2 vallen met een koolhy­draat beperkt dieet zelfs beter af dan met een energiebe­perkt dieet. Door verlaging van de hoeveelheid koolhydraten in de voeding wordt de productie van insuline minder, waar­door de insulineresistentie afneemt en de lipolyse toeneemt. Een koolhydraatbeperkt dieet leidt hierdoor tot meer ge­wichtsverlies en meer verlies van vetmassa, en heeft het gunstige effect dat er minder spiermassa verloren gaat.

leestips

Janneke Schuppert• Renate Dorrestein. Zeven soorten honger. Uitgeverij Podium, ISBN

978905798012.• Hashimoto Y, Fukuda T, Oyabu C, e.a. Impact of low­carbohydrate

diet on body composition: meta­analysis of randomized controlled studies. Obes Rev 2016;17:499­509.

Hanna Zijlstra• Feinman RD, Pogozelski WK, Astrup A, e.a. Dietary carbohydrate

restriction as the first approach in diabetes management: critical review and evidence base. Nutrition 2015;31:1­13.

• Paoli A, Rubini A, Volek JS, e.a. Beyond weight loss: a review of the therapeutic uses of very­low­carbohydrate (ketogenic) diets. Eur J Clin Nutr 2013;67:789­96.

29 NED TIJDSCHR VOOR VOEDING & DIËTETIEK - 2016;71(4)

Page 16: NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK NTVD · 2018-02-16 · NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK Hoe meet je kromme ouderen? pagina 10 Voeding ‘veilig’

INZICHT in ZORG en UITKOMSTEN

www.eurocept-homecare.nl

• Contracten met alle zorgverzekeraars

• Leverancier van drinkvoeding, sondevoeding en TPV

• Dienstverlening op maat

• Werk eenvoudig transmuraal samen

• Monitor behandeluitkomsten via Eurocept Plaza

Studenten van de

oplei dingen Voeding en

Diëtetiek zijn een belangrijke

doelgroep voor het NTVD.

In een lezersonderzoek

(uitgevoerd door studenten)

is onderzocht hoe zij het

NTVD waarderen.

METHODEDit tevredenheidsonderzoek werd zowel kwantitatief als kwalitatief uitgevoerd. Hiervoor werd een online enquête (Surveymonkey) verstuurd naar studenten van de vier opleidingen Voeding en Diëtetiek. Dit werd gedaan via e­mail, Blackboard, Facebook en Twitter. Daarnaast werden twintig studenten uit alle leerjaren van de Haagse Hogeschool geïnterviewd.

RESULTATEN VAN DE ENQUÊTE115 studenten vulden de enquête in: 90% was vrouw, 90% studeerde voltijd, 61% deed dat in Den Haag, 14% in Amsterdam, 12% in Groningen en 13% in Nijmegen; 16% was eerstejaars, 21% tweedejaars, 29% derdejaars en 34% vierdejaars. Van deze studenten had 6% een abonnement op het NTVD, 25% had het tijdschrift wel eens gelezen, 53% had ervan gehoord maar kende het niet, en 16% had er nog nooit van gehoord.

Beschikbaarheid via de opleidingDrie procent van de studenten wist dat ze via de hogeschool kunnen inloggen op de website van het NTVD. Volgens 17% van de studenten was het tijdschrift nooit genoemd tijdens de opleiding. Bij 10% was het NTVD meer dan zes keer gebruikt of genoemd gedurende de opleiding. 67% had wel eens een NTVD­artikel als bron gebruikt.

InteressesMeer dan de helft van de studenten was geïnteresseerd in de onderwerpen: allergieën, eetstoornissen, diabetes, kanker, resultaten uit onderzoek, ondervoeding, hart­ en vaatziekten en voeding en sport. De rubriek Kort en het wetenschappelijk katern werden het best gewaardeerd. De studenten wilden daarnaast graag informatie over stageplaatsen en vacatures.

Wat mag het NTVD kosten?Op de vraag wat studenten willen betalen voor een NTVD­abonnement noemden ze bedragen tussen de € 15 en € 50 per jaar, gemiddeld werd € 35 genoemd (SD 8,2). 20% van de studenten vond de huidige studentenprijs van € 47 per jaar acceptabel.

RESULTATEN VAN DE INTERVIEWSDe geïnterviewde studenten waren goed verdeeld over de verschillende leerjaren. 14 van de 20 studenten (70%) hadden nog nooit van het NTVD gehoord. De ant­woorden zijn gebaseerd op twee recente nummers die de studenten voorafgaand

Hoe waarderen studenten het NTVD?

ONDERZOEK IN DE PRAKTIJK

>>

31 NED TIJDSCHR VOOR VOEDING & DIËTETIEK - 2016;71(4)

Page 17: NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK NTVD · 2018-02-16 · NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK Hoe meet je kromme ouderen? pagina 10 Voeding ‘veilig’

Het Nederlands Tijdschri� voor Voeding & Diëtetiek (NTVD) is een uitgave van de Nederlandse Vereniging van Diëtisten (NVD). Het is gericht op

alle professionals die zich bezighouden met voeding en diëtetiek.

Een ona� ankelijke en kritische redactie staat garant

voor praktijkgerichte vakinformatie die op objectieve

wijze gepresenteerd wordt. Wetenschappelijke

bevin dingen vormen daarbij nadrukkelijk het uitgangs-

punt. Het NTVD hee� een bladformule waarin ‘voeding

en diëtetiek’ over de volle breedte de ruimte krijgt. Daardoor

worden alle professionals in het vakgebied bediend.

Het tijdschri� hee� een eigentijdse en uitnodigende

opzet, die een hoge informatie dichtheid combineert

met een grote leesbaarheid. Op die manier wordt

de vertaalslag van wetenschap naar praktijk op een

plezierige wijze gemaakt.

Prijs studentenabonnement €47,- per jaar.

Een actieabonnement kan worden afgesloten door een mail met je naam, adres en woonplaats gegevens te sturen naar [email protected]. Vergeet niet een kopie van je studentenkaart / inschrijving mee te zenden.

Als abonnee heb je bovendien toegang tot www.ntvd-site.nl.Alle artikelen, inclusief archief, zijn daar voor abonnees online te lezen. Daarnaast is alles heel eenvoudig op trefwoord terug te vinden.

Voordelig lid worden van de Nederlandse vereniging van Diëtisten?

Als student lid van de NVD geniet je van veel voordelen en sluit je je aan bij meer dan 2800 collega’s. Met je lidmaat-schap ondersteun je alle activiteiten van de NVD om de diëtist goed te positioneren en te profi leren. Hoe meer leden de vereniging hee� , hoe sterker de diëtist staat! Kijk op www.nvdietist.nl/lid-worden voor de voordelige studententarieven!

Na het afsluiten van een actieabonnement ontvang je binnen enkele weken een factuur voor het abonnement NTVD 2017. Je abonneert je tenminste voor 1 jaar. Het abonnement wordt na het eerste jaar automatisch verlengd. Na je eerste abonnementstermijn is je abonnement per kwartaal opzegbaar, maar kan alleen worden opgezegd uiterlijk 3 maanden vóór het einde van je abonnement.

Neem nu

een studenten-

abonnement voor

2017 en lees het

NTVD de rest van

2016 gratis!

aan het interview hebben gelezen. 40% van de studenten zou het NTVD willen lezen als onderdeel van de studie, maar niet in de vrije tijd. 80% wil het blad wel in de opleiding gebruiken. De best gewaardeerde rubrieken zijn Interview en Praktijk. TOEPASSING VOOR DE PRAKTIJKHet NTVD wordt bijna niet gelezen door studenten. Onbekendheid met het blad lijkt hiervoor de belangrijkste oorzaak. Het NTVD komt weinig ter sprake gedurende de opleiding, en studenten gebruiken het zelden voor studieopdrachten. Inhoudelijk sluit het tijdschrift wel aan op de behoefte: als aanvulling op de studie, maar niet als vrijetijdsbesteding.Deze resultaten geven aanknopingspunten voor verhoging van de bekendheid van het NTVD bij studenten: direct via de studenten zelf of indirect via docenten en de opleiding. De kosten van het abonnement lijken passend. Onder studenten zal een leden­wervingsactie gestart worden, met een aantal gratis nummers bij een abonnement. Deze actie zal worden uitgezet op social media en via de intranetomgevingen van de opleidingen.Uit de NVD­ledenadministratie blijkt dat slechts enkele docenten van de opleidin­gen Voeding en Diëtetiek een abonnement hebben op het NTVD of lid zijn van de NVD. Dit is wellicht de reden dat artikelen uit het NTVD weinig worden ingezet als studiemateriaal of voor achtergrondinformatie. De redactie van het NTVD en de NVD zullen de barrières en mogelijkheden verkennen om artikelen uit het NTVD op te nemen als studiemateriaal. Ook zal binnen de opleidingen gezocht worden naar een docent voor de redactieraad van het NTVD.

auteursde redactie van het ntvd

Het onderzoek werd uitgevoerd door Collin van Almkerk, Ellen Bouwman,

Leonie Berndsen, Ivor Driesens, Pravesh Harkhoe, Manny Singh (studenten van

de Haagse Hogeschool).

Figuur. Antwoord op de vraag: 'Ben je bekend met het Nederlands Tijdschrift voor Voeding & Diëtetiek?'

Ja, ik ben abonnee

Ja, ik heb hettijdschrift gelezen

Ja, ik heb ervangehoord

Nee, ik heb er nog niet van gehoord

perc

enta

ge

0

20

40

60

In welk jaar van de studie zit je?

1

3

2

4

33 NED TIJDSCHR VOOR VOEDING & DIËTETIEK - 2016;71(4)

Page 18: NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK NTVD · 2018-02-16 · NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK Hoe meet je kromme ouderen? pagina 10 Voeding ‘veilig’

MAATWERK: HEMODIALYSE EN OVERGEWICHT

Man met nierinsufficiëntie, morbide obesitas, hoge bloedglucosewaarden, vermoeidheid door onderdialyse. Hij moet afvallen om in aanmerking te komen voor een niertransplantatie.

BEHANDELDOELEN• Verminderen gewicht met minimaal 30 kg (advies

chirurg) in 2 jaar• Verminderen IDG (<3500 ml) binnen 1 maand• Normaliseren serum kalium (<5,5mmol/l)) en fosfaat

(<1,50 mmol/l) binnen 1 maand• Verminderen natrium­ en kaliuminname door verbeteren

motivatie en kennis binnen 1 maand• Normaliseren bloedsuikerwaarden.

DIEETADVIEZEN• Dieet bij hemodialyse: 90­110 gram eiwit, max. 2000 mg

natrium, max. 3000 mg kalium, vochtbeperkt max. 1500 ml1

• Energiebeperkt dieet met maaltijdvervangers: intensief programma 500 kcal per dag, 3 maaltijden vervangen, tussendoor rauwkost, koffie/thee/water, light frisdrank, schaaltje magere kwark ter aanvulling van eiwitten, tevens laag natriumgehalte, 1ste fase minimaal 4 weken, 2de fase minimaal 4 weken.

Tevens advies van het multidisciplinaire team (arts, ver­pleegkundig specialist, verpleegkundige, maatschappelijk werk, diëtist) om over te gaan op intensieve nachtelijke hemodialyse (NCHD) zodra er plek is. Het NCHD­schema bestaat uit om de nacht 8 uren dialyse.

EVALUATIE Na 1 week: 147 kg, dalende bloedglucosewaarden, alleen nog langwerkende insuline, fosfaat bleef verhoogd. IDG daalde flink door minder natriuminname. Na 6 weken: lunch herstart, 142,5 kg, geen insuline meer. Na 2,5 maand: herstart warme maaltijd, dialyseschema uitgebreid. Na 3,5 maand met goed succes gestart met NCHD. Na 2 weken noodgedwongen overdag dialyse op katheter en vervanging van shunt. Gedurende deze periode extreem vermoeid, maar in staat om gewicht stabiel te houden op 139,5 kg. Na paar maanden herstart NCHD, labwaarden verbeterd en hij gemotiveerd om op eigen kracht verder af te vallen. Tijdens polibezoek vertelt meneer weer een paar dagen te werken en het afvallen goed vol te kunnen houden. Na ruim 1 jaar: 134 kg, kalium 5,2 mmol/l, fosfaat 1,60 mmol/l, glucose 6,5 mmol/l (zonder insuline). IDG wisselend 2 tot 5 liter, maar ’s nachts meestal goed te onttrekken.

CONCLUSIE De patiënt was in een vicieuze cirkel terechtgekomen van overgewicht, hoge bloedsuikers, vermoeidheid door onder­dialyse en moeten afvallen voor transplantatie. Het inzetten van maaltijdvervangers heeft deze cirkel doorbroken. Door de intensievere NCHD voelde hij zich fitter en gemotiveerder. De adviezen voor energiebeperkte voeding zijn bij het over­gaan van een maaltijdvervanger naar een ‘normale’ maaltijd goed ingepast in het eetpatroon. Ondertussen is hij 17 kg afgevallen in ruim 1 jaar, ondanks de tegenslagen.

DIËTISTISCHE DIAGNOSE49­jarige man, getrouwd, sinds 2004 bekend met familiaire cystenieren, diabetes mellitus en morbide obesitas (1,82 m, 151 kg, BMI 45). Heeft chronische nierinsufficiëntie waarvoor hemodialyse. Komt niet aanmerking voor niertransplantatie door over­gewicht. Wil geen bariatrische chirurgie. Dialyseert onvoldoende door matig functionerende shunt. Heeft door onderdialyse slechte laboratoriumuitslagen, met grootste knelpunten: een hoog kalium (6,3 mmol/l) en fosfaat (2,76 mmol/l). Is insuline­resistent. Gebruikt fosfaatbinders op juiste manier, maar met onvoldoende resultaat. Hoge interdialytische gewichtstoename (IDG). Natriumbeperking ter ondersteuning van vochtbeperking wordt onvoldoende nageleefd; echtgenote biedt weinig steun, wil niet zonder zout koken. Vermoeide man met een gesloten karakter. Heeft weinig contact gehad met de diëtist in fase voor dialyse. Patiënt wil afvallen om voor transplantatie in aanmerking te komen, heeft eigen donor.

NED TIJDSCHR VOOR VOEDING & DIËTETIEK - 2016;71(4) 34

MAATWERK: HEMODIALYSE EN OVERGEWICHT

LEERPUNTHet overgewicht is vanaf begin diagnose niet adequaat benaderd door zowel hulpverleners als de patiënt. Door de combinatie van externe factoren (slechte toegang bloedbaan, onderdialyse, insulineresistentie en weinig steun uit sociale omgeving) was het lastig om de juiste behandeling en dialysevorm te vinden. Het inzetten van maaltijdvervangers doorbreekt in zo’n situatie de vicieuze cirkel en is onder strikte laboratoriumcontrole goed haalbaar bij dialysepatiënten.

Ziekte / aandoening

Hemodialyse bij familiaire cystenieren en CNI­stadium 5, diabetes bij overgewicht

Functies / anatomische eigenschappen(stoornissen)

Voorgeschiedenis2004: familiaire cystenieren, hypertensie, diabetes bij overgewicht2012: chronische nierinsufficiëntie (CNI) stadium 4, Echo­cor fors

gedilateerde linker ventrikel met matige functie2014: juni aanleg shunt links, juli CNI­stadium 5, start hemodia­

lyse, occlusie shunt2015: chirurgisch­technisch niet transplantabel, augustus

shuntocclusie, hemodialyse op centraal veneuze katheter overdag, aanleg shunt rechts

Antropometrie en voedingLengte 1,82 m, gewicht 151 kg, BMI 45,6

Goede eetlust, hoge interdialytische gewichtstoename, weinig aandacht voor overgewicht tot nu toe

KlachtenNiet transplantabel door morbide obesitas, overvulling door hoge

interdialytische gewichtstoename, vermoeidheid

Laboratorium maart 2015Hemoglobine: 6,0 (6,8­7,4 mmol/l)

Ureum: 29,8 (2,5­7,5 mmol/l)Kreatinine: 1413 (0­100 µmol/l)

Na (serum): 141 (135­145 mmol/l)Kalium: 6,3 (3,5­5,5 mmol/l)

Calcium: 2,35 (2,20­2,60 mmol/l)Fosfaat: 2,76 (0,70­1,50 mmol/l)

Albumine: 40 (35­50 g/l)Glucose: 10,8 (4,4­5,5 mmol/l)

HbA1C: 7,7 (<7%)

Externe factoren(positief / negatief)

Echtgenote biedt weinig steun: wil niet zonder zout koken30­40­50EH Novorapid, 80EH Levemir (hoog)

Onderdialyse (slechte toegang bloedbaan, geen plek nachtdialyse)Fosfaatbinders

Weinig contact met diëtist tot nu toe

Persoonlijke factoren(positief / negatief)

Man, 49 jaar, getrouwd, twee thuiswonende kinderen, moeizaam in communiceren, gesloten

Hulpvraag: wens voor nier­ transplantatie (heeft eigen donor), waarvoor afvallen noodzakelijk is, wil geen bariatrische chirurgie

Activiteiten(beperkingen)

Voedingsinname: ca. 2000 kcal, 90 gram eiwit, 3000 mg

natrium, 3600 mg kalium, 1700 mg fosfaat

Weinig beweging, maakt regelmatig klein ommetje met

de hond

Participatie(participatieproblemen)

Weinig sociale activiteiten, afgekeurd vanwege knieën en

rug, werkt als zzp’er in de bouw op eigen tempo, niet

meer haalbaar

Figuur. Gegevens in ICF-schema.

auteurdr. karin ipema diëtist dialyse centrum groningen

[email protected]

literatuur

1 Diëtisten Nierziekten Nederland. Richtlijn dieet hemodialyse versie 3, 11/2014, beschikbaar via www.dietistennierziekten.nl.

35 NED TIJDSCHR VOOR VOEDING & DIËTETIEK - 2016;71(4)

Page 19: NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK NTVD · 2018-02-16 · NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK Hoe meet je kromme ouderen? pagina 10 Voeding ‘veilig’

POSTERPRIJS

Jentske Wertwijn, student Voeding en Diëtetiek aan de Haagse Hogeschool, won met deze poster de publieksprijs tijdens het HHS-symposium Foodture of technology. De prijs is een publicatie van de poster in het NTVD en een gratis jaarabonnement.

Foodture of technology: de winnende poster

NED TIJDSCHR VOOR VOEDING & DIËTETIEK - 2016;71(4) 36

GESELECTEERD

Samenvattingen van proefschrift en over voor diëtisten relevante onderwerpen

Lichaamssamenstelling en gezond oud wordenOp 4 juli promoveerde Ilse Reinders aan de Vrije Univer­siteit op haar proefschrift Role of muscle and fat in physical functioning and survival. Reinders is onderzoeker bij de afdeling Diëtetiek & Voedingswetenschappen van het VUmc en bij het EMGO­instituut.

ConclusieIn haar proefschrift heeft ze de relatie beschreven tussen verschillende maten van lichaamssamenstelling, opslag­ruimtes voor vet en spiersamenstelling met fysiek functio­neren en overleving bij ouderen. Haar conclusie: een betere lichaamssamenstelling (gedefi nieerd als meer spier­massa), een grotere spierkracht en minder vet in de spier zijn geassocieerd met beter fysiek functioneren en een lager overlijdensrisico.

VervolgonderzoekDaarnaast heeft ze de relatie tussen meervoudig onver­zadigde vetzuren en spiersamenstelling en functioneren onderzocht. Daarbij heeft ze geen eenduidige associaties gevonden. Dit kan wellicht worden toegeschreven aan de onderzoeksmethodologie. Aangeraden wordt om vervolg­onderzoek te doen naar de eff ecten van verandering in consumptie van meervoudig onverzadigde vetzuren op spiersamenstelling en fysiek functioneren.

AdviesWat is nu de beste interventie om de lichaamssamenstel­ling te verbeteren en het risico op functionele beperkingen en vroegtijdig overlijden te verkleinen? Reinders adviseert op basis van haar bevindingen om bij obese ouderen de nadruk te leggen op calorierestrictie en krachttraining. Voor ouderen met een normaal gewicht adviseert ze alleen krachttraining.

▶ Reinders I. Role of muscle and fat in physical functioning and survival. Proefschrift Vrije Universiteit Amsterdam, 4 juli 2016.

▶ http://dare.ubvu.vu.nl/handle/1871/54480

Bloedtest en pinda­allergie De diagnostiek van pinda­allergie in Nederland kan verbe­terd worden. Bij zestig procent van de kinderen die worden verdacht van pinda­allergie kan de allergie met een bloed­test worden aangetoond of uitgesloten. Dat toont Francine van Erp, arts­onderzoeker bij het UMCU, aan in haar proefschrift Diagnosing food allergy in children, peanuts? waarop ze op 24 mei promoveerde.

BloedtestOp dit moment is een dubbelblinde voedselprovocatie de best beschikbare test voor voedselallergie: tijdens een voedselprovocatie krijgen kinderen het voedingsmiddel in het ziekenhuis te eten. Voedselprovocaties zijn echter intensief en duur, en ze kunnen ernstige reacties geven. Van Erp onderzocht daarom of een bloedtest (sIgE tegen het pinda­eiwit Ara h 2) gebruikt kan worden om pinda­ allergie aan te tonen of uit te sluiten. Bij zestig procent van de kinderen was dit mogelijk. Bij deze kinderen is dan geen belastende provocatietest meer nodig om pinda­allergie vast te stellen.

Niet nauwkeurigDaarnaast laat het onderzoek zien dat een voedselprovoca­tie niet altijd nauwkeurig is. Experts verschillen bovendien regelmatig in hun oordeel over de uitslag. Ook bleek er bij tien procent van de kinderen na het eten van hele pinda's toch sprake van een allergie. En bij ruim een kwart van de kinderen lukte het niet om thuis weer pinda’s te eten.

AdviesEen voedselprovocatie blijft bij een gedeelte van de kinde­ren nodig. Naar aanleiding van dit onderzoek is het aan te bevelen om na een negatieve voedselprovocatie altijd een open provocatie met het hele voedingsmiddel uit te voeren, met begeleide thuisintroductie.

▶ Van Erp FC. Diagnosing food allergy in children, peanuts? Proefschrift Universiteit van Utrecht, 24 mei 2016.

▶ Het proefschrift is nog onder embargo tot alle artikelen zijn geplaatst in weten-schappelijke tijdschrift en.

37 NED TIJDSCHR VOOR VOEDING & DIËTETIEK - 2016;71(4)

Page 20: NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK NTVD · 2018-02-16 · NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK Hoe meet je kromme ouderen? pagina 10 Voeding ‘veilig’

COLOFON

Werken aan je talentEen student die met lof slaagt, heeft talent. Je bent echter pas succesvol als je je talent ontwikkelt. En dat is hard werken.

Voor de NVD Diëtistendagen (NVDD) is het niet anders. We zijn met elkaar geslaagd, met een prachtige 8,4 als beoor­deling en woorden als ‘overweldigend’, ‘inspiratie’ en ‘energie’. Woorden waar je blij van wordt, woorden waar je stil van wordt en woorden die je zelfgenoegzaam zouden kunnen maken. De NVDD heeft potentie.

Het kan altijd beterPotentie betekent niet dat we op onze lauweren kunnen rusten. Het kan en moet altijd beter, zo blijkt ook uit de evaluatie. Het grote aanbod van zeer diverse onderwerpen werd zeer gewaardeerd. De verschillen in kwaliteit tussen de verschillende presentaties zijn echter een serieus punt van aandacht.

Wat is je talent?Ik ben ervan overtuigd dat de presentaties interessanter worden en het niveau van NVDD verder stijgt als meer diëtisten weten wat hun talent is, het benoemen en het ontwikkelen. Talent onderscheidt je van collega’s, wees daar vooral trots op. Jij biedt immers iets bijzonders en van

collega’s mag je ook iets bijzonders verwachten. Het maakt je als team completer en sterker. De kunst is om heel breed naar talent te kijken. Munt je uit met de pen? Heb je bijzonder zakelijk inzicht? Of heb je bijvoorbeeld bijzondere culinaire of sportieve aanleg? Zorg dat je de beste wordt en laat anderen ervan profi teren.

Spreek je uitMijn oproep is daarom om naar je collega’s uit te spreken wat jouw kracht is, hoe je deze gaat ontwikkelen en wat deze kan bijdragen aan het verbeteren van de zorg. Wellicht een mooi terugkerend agendapunt voor teamvergaderingen. Talent hebben is geen verdienste, je talent ontwikkelen wel.

De NVDD2016 zijn een succes geworden dankzij diëtisten die goed zijn in hun vak. Diëtisten die excelleren, zullen de NVDD2021 onvergetelijk maken.

ir. arine de ridder partner pit actieF [email protected]

@PITactief

Het Nederlands Tijdschrift voor Voeding & Diëtetiek (NTVD) is een uitgave van de Nederlandse Vereniging van Diëtisten (NVD). Het verschijnt zeven keer per jaar.

VISIE

REDACTIE Dr. ir. Hinke Kruizenga, hoofdredacteur Wendy van Koningsbruggen, redacteurIr. Caroelien Schuurman, redacteur

REDACTIERAAD S. Huisman, K. Oolbekkink, J. Schuppert, N. van Winden en Sytske Runia (Maatwerk)

WETENSCHAPPELIJKE ADVIESRAAD Prof. dr. L. de Groot, dr. T. Hoekstra, dr. H. Jager­ Wittenaar, dr. F. Kneepkens, prof. dr. L. Mathus­Vliegen, dr. N. Reijven, dr. N. de Roos, dr. M. de van der Schueren, prof. dr. ir. I. Steenhuis

REDACTIEADRES Nederlands Tijdschrift voor Voeding & Diëtetiek, De Molen 93, 3995 AW Houten, tel. 030­6346222, e­mail [email protected]

MET MEDEWERKING VANAna­Maria Marin: illustratie cover en p. 22­23 Annemieke van der Togt: fotografi e p. 6­9Saskia Kerkhof: fotografi e p. 29 (links)Jo Boot: fotografi e p. 29 (rechts)Shutterstock: p. 5, 11­12, 19, 27

UITGEVERPerformis BV, Postbus 2396, 5202 CJ ’s­Hertogenbosch, www.performis.nlBladmanagement: Geert Janus Vormgeving: Studio Jorrit van RijtEindredactie: Texperts

ADVERTENTIESPerformis, tel. 073­6895889, e­mail [email protected] ABONNEMENTENHet NTVD maakt deel uit van het lidmaatschap van de NVD. Aanmelding, adreswijziging en opzegging van het lidmaatschap van de NVD: NVD, De Molen 93, 3995 AW Houten, tel. 030­6346222, e­mail [email protected]. Niet­leden kunnen een abonnement op het NTVD afsluiten, meer informatie op www.performis.nl/titel/ntvd.

ONLINEwww.ntvd­site.nl

www.facebook.com/NederlandsTijdschrift ­voor Voe dingenDietetiek

www.twitter.com/redactieNTVD

ISSN 0166–7203

NED TIJDSCHR VOOR VOEDING & DIËTETIEK - 2016;71(4) 38

www.fresubin.nl

Breed assortiment

Uitstekende smaken

Duidelijke informatie

... voor optimale therapietrouw

20

16-0

6-2

0/1

0

178.139 A4_AdvFresubin_5oprij.indd 1 22-06-16 10:31

Page 21: NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK NTVD · 2018-02-16 · NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING & DIËTETIEK Hoe meet je kromme ouderen? pagina 10 Voeding ‘veilig’

Nutridrink® Compact, dat gaat er wel in.

Referenti es : 1. Lombard K et al. J Nutr Health Aging 2014; 18(7):649-53 2. Hubbard GP et al. Proc Nutr Soc 2010; 69:E164. 3. Volkert D et al. Clinical Nutriti on 2006; 25; 330-360. 4. Zandstra EH et al. Appeti te 2000; 35: 113-119.

Wilt u meer informati e of advies ? Neem dan contact op met onze diëti sten van Nutricia Medische Voedingsservice : internet : www.nutriciamedischevoeding.nl of via 0800 - 022 33 22 (grati s, op werkdagen van 8.30 tot 17.00 uur) of [email protected] Nederland B.V., Postbus 445, 2700 AK Zoetermeer

Dez

e in

form

ati e

is u

itslu

itend

bes

tem

d vo

or (p

ara)

med

ici

Verandering van smaak voor een betere therapietrouw.

Dez

e in

form

ati e

is u

itslu

itend

bes

tem

d vo

or (p

ara)

med

ici

Ook variati e in smaak kan de therapietrouw verbeteren en smaakverveling verminderen. 3,4

Nutridrink® Compact is er in 8 smaken: vanille, aardbei, mokka, banaan, abrikoos, bosvruchten, chocolade en neutraal.

Dez

e in

form

ati e

is u

itslu

itend

bes

tem

d vo

or (p

ara)

med

ici

Dez

e in

form

ati e

is u

itslu

itend

bes

tem

d vo

or (p

ara)

med

ici

Elke slok is er een. Daarom is er Nutridrink® Compact. In verschillende studies is bewezen dat Nutridrink® Compact een betere therapietrouw heeft dan (standaard) 200 ml drinkvoeding. 1,2

Verandering van smaak voor een smaak voor een smaakbetere therapietrouw.

Adv. ND Compact NTvD 2016 def.indd 1 05-08-16 13:32