Nait Soez'n 35-5

16
Nait Soez’n Nait Soez’n is het opinieblad van de Groninger Studentenbond tel: 050-3634675 www.groningerstudentenbond.nl Opinieblad voor studerend Groningen juni 2007 35e jaargang No. 5 Oplage 1500 pagina 8 pagina 6 Straten voor studenten op slot Fiep Westendorp (bekend van onder andere Jip en Janneke) heeft jarenlang prenten voor Het Parool getekend. Dit leverde haar mooiste werken op, die helaas nauwelijks bekend zijn. De illustraties zijn nu te zien in het Grafisch Museum in Groningen. En dát is een bezoek- je waard. De verkiezingen voor de medezeggen- schapsraden zitten erop. Nait Soez’n vertelt je onder andere hoe de opkomst was. Ook stellen we de voorzitters van de VOS-fracties aan je voor. Boeddhisme Zetels Legendarisch Kale hoofden en feloranje gewaden kom je er niet tegen. Wel staan medi- tatie, symboliek en verlichting centraal. Maar wat doen ze nou eigenlijk en waarom? In de serie “Geloven in Gro- ningen”: een kijkje in de keuken bij Groningse diamantwegboeddhisten. pagina 12 Lees in het artikel op pagina 3 waarom dit geen goed idee is

description

Opinieblad voor studerend Groningen. Editie van juni 2007. Een uitgave van de GSb.

Transcript of Nait Soez'n 35-5

Page 1: Nait Soez'n 35-5

Nait Soez’n

Nait Soez’n is het opinieblad van

de GroningerStudentenbond

tel: 050-3634675www.groningerstudentenbond.nl

Opinieblad voor studerend Groningen juni 2007 35e jaargang No. 5 Oplage 1500

pagina 8

pagina 6

Straten voor studenten op slot

Fiep Westendorp (bekend van onder andere Jip en Janneke) heeft jarenlang prenten voor Het Parool getekend. Dit leverde haar mooiste werken op, die helaas nauwelijks bekend zijn. De illustraties zijn nu te zien in het Grafisch Museum in Groningen. En dát is een bezoek-je waard.

De verkiezingen voor de medezeggen-schapsraden zitten erop. Nait Soez’n vertelt je onder andere hoe de opkomst was. Ook stellen we de voorzitters van de VOS-fracties aan je voor.

Boeddhisme ZetelsLegendarischKale hoofden en feloranje gewaden kom je er niet tegen. Wel staan medi-tatie, symboliek en verlichting centraal. Maar wat doen ze nou eigenlijk en waarom? In de serie “Geloven in Gro-ningen”: een kijkje in de keuken bij Groningse diamantwegboeddhisten.

pagina 12

Lees in het artikel op pagina 3 waarom dit geen goed idee is

Page 2: Nait Soez'n 35-5

Nait Soez’n 2 Nummer 5 35e jaargang

Wijken gaan op slotStudent dupe van ondoordacht beleid Subroutine recordsJong platenlabel

Uitslag verkiezingenVOS lacht, VOS huilt

Interview Nieuwe VOSsenThe next generation

Fiep Westendorp expoVergeten juweeltjes

Zeespiegel stijgt niet vanzelfKlimaat leidt tot verhitte discussies

Het nieuwe RUG-logo Is dit alles?

DiamantwegboeddhismeVerlicht Groningen

Verdeeld onderwijsveldGeen leerrechten, wat nu?

3

5

6

7

8

RedactioneelVlak voor aanvang van het weekend waarin we deze Nait Soez’n in elkaar gezet hebben ben ik geïnterviewd door een journalist van de Groninger Gezinsbode; Hans Berens. De Nait Soez’n viert dit jaar haar zevende lustrum, wat voor de Gezinsbode een aanleiding vormde om daar wat aandacht aan te besteden. Hans bleek zelf ook ooit voor de Nait Soez’n geschreven te hebben, in het begin van de jaren ’80. Het was een leuk interview en ik kijk er dan ook naar uit om het resultaat te lezen. Het herinnert me er aan dat de Nait Soez’n een rijke traditie heeft die flink met de stad verweven is. En dat het heel erg tof is om hoofdredacteur te zijn. Nog wel. Sinds eind 2005 ben ik de hoofdredacteur van dit blad en het is tijd om daar een eind aan te gaan breien. Mijn opvolgster, Anna van der Meulen, staat met heel veel enthousiasme klaar om het over te nemen. Ik heb er veel vertrouwen in dat ze het goed gaat doen. Onder elke nieuwe hoofdredacteur veranderen er weer een aantal zaken in de Nait Soez’n. Ik ben heel benieuwd welke dat de komende tijd zullen zijn. -de redactie zegt: paultje bedankt!-

In dit nummer:Toen de deurbel zo ongeveer voor de vijftiende keer ging be-dacht ik dat iemand anders waarschijnlijk niet open zou doen. Zestien. Vooruit dan maar. Ik weekte mezelf los van het beeld-scherm waarop de letters die samen een briljant essay moes-ten gaan vormen maar niet wilden verschijnen. Ik opende mijn kamerdeur en direct was duidelijk waarom mijn huisgenoot niet open deed. Er stond zo hard muziek op dat de beller een ongelijke strijd voerde. Ondertussen stonden de tuindeuren wagenwijd open. Het was voor mij dan ook geen verassing dat de vrouw, die toch al een tijdje vol overtuiging tegen de deurbel stond te duwen, de achterbuurvrouw was. Ik trok de deur open en begreep uit de paar lettergrepen die net boven de klanken van Vera Lynn uitkwamen, dat ze iets wou melden over de muziek. Opnieuw geen grote verassing. Na een tijdje geamuseerd naar de wild gebarende persoon te hebben gekeken, besloot ik maar eens naar binnen te lopen om het volume naar beneden te draaien. Eindelijk kon de buurvrouw, ondertussen met bloedend wijsvingertje van het vele bellen, dan toch haar verhaal doen.Dat de muziek zo mooi was. Vera Lynn toch? En of we dat niet even voor haar konden branden, want het was zo mooi. Niet helemaal wat ik verwacht had.Misschien ben ik een beetje te veel beïnvloed door zaken als het voor studenten op slot gooien van wijken. Alsof de stad bestaat uit twee kampen. De studenten, die er uiteraard op uit zijn de stad tot de grond toe af te breken en de stadjers, die daar dan weer van balen. Mensen moeten het laten weten wanneer ze last hebben van buurtgenoten, in plaats van een gehele groep hier op af te rekenen. Meld het gewoon even als de muziek te hard staat. Meld het zeker wanneer je de muziek waardeert. De kloof tussen studen-ten en stadjers zou wel eens kleiner kunnen zijn dan gevreesd.

Marcels Trip

Verder nog:Read all about it 4Vraag en antwoord 14Moar Doun 14Wieke’s filmblik 15Versus 16Earl & Meyer 16

10

12

11

13

Page 3: Nait Soez'n 35-5

3Nait Soez’n Nummer 5 35e jaargang

door Nicolette Woestenburg

Deze maatregel zal niets ver-anderen aan de bestaande overlastgevoelens van buurt-bewoners. Het is niet veel meer dan een zoethoudertje voor de klagers. De bestaande kamerverhuurpanden en daarmee de overlast die ver-oorzaakt wordt, verdwijnen niet. De norm geldt alleen voor kamerverhuurpanden waar meer dan drie studen-ten wonen omdat voor deze panden een vergunning beno-digd is. Studenten mogen wel in de desbe-treffende straten wonen als ze in panden met minder studenten wonen en ook studentenflats worden niet meegerekend. Echt toezicht op het aantal studenten in een straat is het dus niet. Verder is het niet ondenkbaar dat de situatie van studenten door deze norm zal verslechteren. Huisjesmelkers vinden altijd wel een manier om kamers te verhu-ren en velen schrikken niet terug om dit op illegale basis te doen. Tot een paar jaar geleden bestond er in Groningen ook al een norm voor de maximale hoeveelheid studentenpanden: de 9%-norm. Hierdoor gingen veel pandeigenaren hun panden illegaal verhuren. Controle is daar niet mogelijk, waardoor er meer wanpraktij-ken zullen ontstaan, zoals kamers waar de brandveiligheid niet van gewaarborgd kan worden. De gemeente zou meer energie moeten steken in het gericht aanpakken van overlast. Denk hierbij bijvoorbeeld aan positieve activiteiten in een straat waar

Norm gaat overlast niet tegenHet college van burgemeester en wethouders heeft besloten het aantal kamerverhuurpanden in de stad aan banden te leggen. Per straat mag niet meer dan een kwart van de woningen gebruikt worden voor kamerverhuur. Het college heeft dit besloten na maandenlange gesprekken met buurtbewoners over de overlast die zij ervaren van studenten in hun straat. Door de maatregel zullen er in ongeveer dertig straten in Groningen geen kamerverhuurpanden meer bij mogen komen.

veel overlast voorkomt, zoals meer contact tussen inwoners. Het gaat niet alleen om geluidsoverlast, maar ook om rondzwer-vende vuilniszakken en fietsen die her en der verspreid staan. Daar zou de gemeente wat aan moeten doen, in plaats van een repressieve maatregel als het opnieuw invoeren van een norm. De nieuwe norm stigmatiseert studenten onnodig. Geluids-overlast wordt niet door alle studenten veroorzaakt, het is slechts een kleine groep die ’s nachts lawaai maakt. Ten onrechte wordt de hele studentenpopulatie hierop aangesproken. Daarnaast worden over-lastgevoelens mede veroorzaakt door de slechte staat waarin veel studentenhuizen verkeren. Buurtbewoners klagen over de verloedering van het straatbeeld. Dit heeft onder meer te maken met het feit dat stu-denten nooit lang op één plek wonen en daardoor niet echt betrokken zijn bij hun buurt. Daarnaast is de pandeigenaar dik-wijls niet geïnteresseerd in het bijhouden of opknappen van de studentenwoningen. Voor veel huisbazen gaat het enkel om

zoveel mogelijk winst maken. Zij bekommeren zich minder om het onderhoud van hun panden. Verhuurders zouden daarom meer aan controle van de gemeente onderworpen moeten zijn. Zij zijn uiteindelijk verant-woordelijk voor het onderhoud en het lijkt wel of de gemeente deze kant van de problematiek grotendeels negeert. De bestaande overlast in een aantal wijken en straten van Groningen is dan ook een geza-menlijk probleem van omwo-nenden, studenten, de gemeente

en de verhuurders. Dit probleem moeten zij gezamenlijk oplossen. Met de nieuwe maatregelen schuift het college de schuld echter volledig af op de student. Dit is niet alleen oneerlijk, maar doet ook de naam van de student geen goed. Door hen aan te wijzen als probleemfactor daag je meer geklaag over studenten uit. Het is nog niet zo lang geleden dat de gemeente met een plan kwam om zonder gebruikmaking van enige norm de overlast aan te pakken; het zogenaamde flankerend beleid. Dat beleid zou de gemeente meer moeten uitbouwen. Meer overleg tussen buurtbewoners stimuleren, meer fietsen-stallingen plaatsen en meer controle op huisbazen. Dit moet gebeuren op een voor ieder aansprekende manier. Ook studen-ten moeten hierbij betrokken worden. Niet door ze te weren uit de stad, maar door ze mee te laten praten en ze te behandelen zoals andere stadjers.

Nicolette Woestenburg is coördinator van de huisvestingswerkgroep van de GSb.

De Nait Soez’n is het onafhankelijke opinieblad van de Gro-ninger Studentenbond (GSb). Leden krijgen het blad thuisgestuurd. Reacties en artikelen kunnen naar het redactieadres gestuurd wor-den. De redactie behoudt zich het recht voor artikelen te weigeren of in te korten. Ingezonden brieven zijn bij voorkeur niet langer dan 350 woorden. Advertentietarieven zijn op te vragen via het redactieadres.Nait Soez’n verschijnt zes maal per jaar en wordt gratis verspreid in alle gebouwen van de Hanzehogeschool Groningen en de Rijks-universiteit GroningenOplage: 1500 stuks (4200 stuks voor de KEI)De deadline voor de volgende editie van de Nait Soez’n is dinsdag 3 juli.

Redactieadres: St. Walburgstraat 22a 9712 HX Groningen Tel.: 050 363 46 75, fax: 050 363 69 04 [email protected]: Paul Klein LankhorstAdjunct-hoofdredacteur: Marcel TripEindredactie: Anna van der MeulenRedactie: Ruben Veldhuis, Wimar Hebels en Thomas EbbenIllustraties: Annelies Stern, Ellen Deckwitz, Paul de Vreede en Bas de VriesColumnisten: Ellen Deckwitz en Marcel TripUitlegger: Annelies SternDuplicatie: ’t Hartje

Colofon

Page 4: Nait Soez'n 35-5

Nait Soez’n 4 Nummer 5 35e jaargang

Op de Rijksuniversiteit Groningen en de Hanzehogeschool schuiven studenten samen met perso-neel en bestuur aan om nijpende zaken te bespreken. Op de universiteit gebeurt dit in de Universi-teitsraad (U-Raad), en op de Hanze in de Hogeschool Medezeggenschapsraad (HMR). In beide raden wordt de Groninger Studentenbond vertegenwoordigd door het Vooruitstrevend Overleg Studen-ten (VOS). De Nait Soez’n bericht (naast andere nieuwswaardige weetjes) elke editie over het reilen en zeilen van deze raden.

read all about it!

Het VOS heeft op de HG een notitie ingediend over studentac-tivisme. Het doel hiervan is om de studenten aan de HG meer te stimuleren zich buiten de studie actief in te zetten. In de no-titie worden daartoe een aantal praktische suggesties gedaan. Zo vindt het VOS dat de studieloopbaanbegeleider een taak heeft om studenten te adviseren over wat ze naast hun studie voor activiteiten kunnen ontplooien. Een boekje bij aanvang van de studie met informatie over wat er voor studenten zoal te doen is in Groningen behoort ook tot de plannen. De andere studentenfractie in de HMR, de HSV, is toevalligerwijs met een soortgelijke notitie gekomen. Hun voorstel om vijftien studie-punten van elk curriculum te besteden aan activiteiten buiten de studie werd echter afgewimpeld.

Studentactivisme HG

Het is inmiddels al een tijdje geleden, maar op 20 april heeft de ministerraad ingestemd met de instelling van een nieuw innovatieplatform. Het oorspronkelijke innovatieplatform was in 2003 opgericht onder het tweede kabinet Balkenende. Doelstelling: “Plannen opstellen en een visie ontwikkelen teneinde een impuls te geven aan innovatie in Nederland als motor van productiviteitsgroei en economische ontwikke-ling”. Het innovatieplatform is door de jaren heen geregeld bekritiseerd, onder andere door de Tweede Kamer. Men vond dat er maar weinig concrete resultaten uit voort kwamen. Het platform krijgt in zijn nieuwe vorm een breder werkterrein. Daarnaast bestaat het uit een aantal nieuwe leden, waaron-der de gelauwerde wetenschapper Robbert Dijkgraaf. Onlangs heeft de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) een rapport opgesteld over het hoger onderwijs in Nederland waarin de rol van het innovatieplat-form voorzichtige lof ontvangt. Premier Balkenende zei tegen Scienceguide dat “belangrijk” te vinden.

Nieuw innovatieplatform

Voor een aantal wetenschappelijke onderzoeken op de RUG worden dieren gebruikt. Ter regulering van dit type onder-zoek bestaat er een aparte commissie op de universiteit, de Dierexperimentencommissie (DEC). Elk jaar brengt deze com-missie verslag uit van haar activiteiten en onlangs is haar jaar-verslag 2006 gepubliceerd. Daar valt in te lezen dat het aantal aanvragen voor proeven met dieren is gestegen, een trend die al jaren gaande is. Toch is de totale hoeveelheid benodigde proefdieren sterk gedaald ten opzich-te van vorig jaar, maar 2005 was dan ook wel weer een uitschieter. Al met al is er een daling te zien in de hoe-veelheid proefdieren per onderzoek. Een andere trend is de verschuiving naar steeds kleinere dieren.

Dierproeven

De afgelopen tijd is er grote commotie ontstaan rondom de salarisverhoging van het CvB van de RUG. Deze is met een toe-name van zo’n dertig procent ook fors te noemen. Vakbonden, politieke partijen en de minister vielen over de RUG heen. Het salarisplan komt van de Raad van Toezicht (RvT), die met het zicht op het vertrek van collegevoorzitter Simon Kuipers het voor potentiële opvolgers aantrekkelijker wil maken zijn rol over te nemen. Bij de afgelopen universiteitsraadsvergadering is de RvT het besluit komen toelichten. Zij beredeneerden dat zelfs met de verhoging het salaris van het CvB in vergelijking met andere universiteiten laag blijft. Daarnaast staat dit sala-ris niet vast, het is namelijk niet gezegd dat Kuipers’ opvolger dit daadwerkelijk gaat verdienen. De reden waarom deze ver-hoging nu en niet bij aantreding van de nieuwe collegevoorzit-ter wordt doorgevoerd is om de opvolger niet meteen met een schandaal op te zadelen. Ook heeft de RvT aangegeven dat als de minister regels zou opstellen voor de salariëring van col-legebestuurders ze daar graag gehoor aan zouden geven. Ove-rigens heeft Kuipers salarisverhogingen in het verleden zelf tegengehouden. In de universiteitsraad waren de personeels-fractie en het VOS ontstemd over de salarisverhoging. De SOG en Calimero leken het wat minder hoog op te nemen.

Salaris CvB

Reclame op de RUG Drie jaar geleden is er op de universiteit een com-promis gesloten over fa-cilitaire sponsoring, waar ook reclame onder valt. Desalniettemin hebben de afgelopen tijd reclameposters van onder andere Coca-Cola op het harmoniecomplex gehangen. Het beleid zegt dat faculteiten in principe zelf mogen bepalen wat ze ophangen, mits het gaat om non-profitorganisaties. Coca-Cola zou je daar moeilijk toe kunnen rekenen. Het is on-duidelijk om hoeveel geld het gaat. Het VOS is in de univer-siteitsraad altijd fel tegen facilitaire sponsoring geweest. Dit tast volgens de studentenfractie de onafhankelijkheid van de instelling aan. De SOG is echter een voorstander. Collegevoor-zitter Simon Kuipers had er het volgende over te zeggen: “Drie jaar geleden hebben we een afspraak gemaakt. Daar houden we ons aan”. De reclameposters worden dus weggehaald.

Page 5: Nait Soez'n 35-5

5Nait Soez’n Nummer 5 35e jaargang

door Thomas van den Berg

De essentieDe definitie van subroutine is: “proces dat een groter geheel dient, maar ook op zichzelf kan staan”. Dit is wat de man-nen dan ook ambiëren met hun platenla-bel: zelfstandig functioneren binnen de Nederlandse muziekindustrie. Twee jaar geleden startten Koen (25)en Niek (28) sa-men met Tjalling (30) Subroutine Records uit hun passie voor muziek met als doel bandjes onder de aandacht te brengen die zij zelf de moeite waard vinden. Er wordt persoonlijk contact onderhouden met de bands, alles om een zo goed mo-gelijke samenwerking te creëren. “Door dingen als Myspace worden jonge band-jes steeds sneller ontdekt en opgenomen door grote labels. Hierdoor kunnen podia als Vera ze vaak al bijna niet meer betalen en dat is jammer voor zowel de band als hun publiek.” Subroutine wil bands juist gestaag verder helpen en ze stimuleren zodat ze zichzelf op eigen tempo te kun-nen ontplooien. Alles mag, niets moet.

Positie versus locatieSubroutine is zowel vervloekt als geze-gend met haar locatie. “Het is af en toe wel lastig om te opereren vanuit Gronin-gen,” geven de mannen toe. “In het wes-ten van het land heb je gewoon sneller de aandacht als band omdat daar meer men-sen van de (Nederlandse) muziekwereld rondlopen.” Toch vinden ze het ook leuk om te zien hoe bands daar worden gehy-ped maar vervolgens al snel overwaaien of het amper tot het nuchtere Groningen redden. Subroutine Records probeert een line-up vol consistente kwaliteit neer te zetten. Ze houden de Nederlandse mu-ziekbranche goed in de gaten, en hebben ook een uitgesproken mening over de hui-dige gang van zaken. Volgens de mannen ligt het feit dat het niet goed gaat met de muziekindustrie dan ook niet zozeer aan de consument, maar zijn labels meer ge-focused op cijfers dan op kwaliteit. “De echte liefhebbers blijven wel kopen en wij proberen natuurlijk ook leuke dingen te doen zoals muziek op zeven inch gekleurd vinyl uitbrengen. Dat houdt het leuk.”

De muziek vooropOp een semi-zonnige woensdag nemen Koen ter Heegde en Niek Hofstetter, twee van de drie mannen achter Subroutine Re-cords, plaats op een bankje aan het Harmonieplein. Subroutine Records is twee jaar geleden opgezet, met als streven onbekende bandjes een stap verder helpen.

Een interview met Subroutine Records

Vlees in de kuipDe line-up van Subroutine illustreert nieuwe blikken op conventionele concep-ten. “Het is 2007, echt innoveren kan niet meer. Maar op het moment dat een band een frisse kijk heeft op dingen en lekker zijn eigen gang gaat, springt hij er voor ons uit,” aldus Koen. Zo streven ze naar een band met “hun” artiesten en hopen ze ook dat demo’s die ze binnen krijgen echt voor Subroutine zijn, omdat mensen bij de Subroutine-familie willen horen. “Waar wij het waard moeten vinden men-sen te vertegenwoordigen, moeten zij het ook fijn vinden om met ons geassocieerd te worden.” Of zoals op de website staat: “It is just as important that you like us as is that we like you”. Zo hebben ze ook de verzamelaar Little Next Big Things uitge-bracht, waarmee zij zeventien bands die zij zelf de moeite waard vinden aan het Nederlandse (en Duitse) publiek presen-teerden. Door middel van het uitbrengen van de cd in een grote oplage illustreren zij de diversiteit van de hedendaagse Nederlandse indie-scene. Ook duiden ze hiermee aan dat “indie” niet zo zeer een genre is, maar meer een overkoepelende term voor diverse stromingen in de mu-ziek. Op de cd zijn de rock ‘n rollers Green Hornet te vinden, maar ook de electropop van Flux én Subroutine’s huidige stok-

paardje: songwriter Fuck The Writer. Op moment van schrijven is zijn tweede en zeer veelzijdige, full-length twee weken uit. Op de plaat is nagenoeg alles van de hand van Emil van Steenwijk zelf, van composities en instrumentarium tot het afmixen aan toe. Daarnaast heeft hij ook nog eens een zeer goede en veelzijdige plaat geproduceerd, waardoor hij nu ook in de belangstelling staat bij 3voor12.

De toekomstDe mannen weten dat leven van de mu-ziek in Nederland niet aan de orde van de dag is. Toch worden nagenoeg alle persoonlijke verdiensten in het label gepompt. Intrinsieke waarde van de mu-ziek overstijgt voor hen het financieel gewin. Zo zegt Niek: “De bands die wij onder onze hoede nemen vinden wij zelf echt te gek. We willen ze graag aan een groter publiek voor stellen”. Daarnaast “hoeven we echt geen supergroot label te worden, maar als we dit voort kunnen zetten en over een paar jaar terug kun-nen kijken op een stuk of wat releases die wat hebben betekend voor muziek-liefhebbers, dan zou onze taak voltooid zijn.” Koen vult aan: “Goede bands ko-men wel boven drijven. En als wij daar een schakel in kunnen zijn, dan zou dat heel mooi zijn.”

Page 6: Nait Soez'n 35-5

Nait Soez’n 6 Nummer 5 35e jaargang

(advertentie)

door Paul Klein Lankhorst

Voor het Vooruitstrevend Overleg Studenten (VOS) was het een

wisselend resultaat. Een mooie winst in de Hogeschool Mede-zeggenschapsraad (HMR), waar ze vijf van de negen zetels behaalden. De Hanze Studen-tenbelangen Vereniging (HSV) kreeg de andere vier. Maar er was een tegenvallende uitslag binnen de Universi-

teitsraad. Daar haalde het VOS slechts drie van

de twaalf zetels, een historisch dieptepunt. De Studentenorga-

De drukte voor de wannabe-studentenvertegenwoordigers is weer voorbij. Gedurende tien dagen op de Hanzehogeschool en twee weken op de Rijksuniversiteit hebben stu-denten met veel enthousiasme geprobeerd zetels te veroveren.

Verkiezingen wisselend voor VOS

nisatie Groningen (SOG) liep weg met zeven zetels, Calimero met twee. De opkomst aan de universiteit was met 38,33 procent lager dan voorgaande jaren. Misschien dat het er mee te maken heeft dat de verkiezingsduur teruggebracht was van drie naar twee weken. Of met de nieu-we afspraken over het wildplakken. In het verleden was het gebruikelijk dat de hele stad volhing met (gele en oranje) posters. Vanwege de overlast die dit opleverde hebben de verschillende partijen dit jaar afgesproken daar vanaf te zien. Op de Hanzehogeschool is de opkomt weer iets gestegen; die kwam met 12,8 procent nog steeds fors lager uit dan die op de universiteit. De universiteitsraadsvergaderingen worden voorgezeten door het presidium. Een van de presidiumleden is een student. Dit wordt naar alle waarschijnlijkheid de nummer drie van de toekomstige SOG-fractie, Jiska Rutteman. Een presidiumlid heeft overigens een neutrale rol en dient “boven de partijen te staan”. Binnen de

HMR werken ze met een soortgelijk orgaan wat de naam dagelijks bestuur heeft. Hier zitten twee studenten en twee personeels-leden in. De posten worden nog verdeeld, maar het is waarschijnlijk dat VOS en HSV beiden een plek krijgen. Voor het VOS is Egbert de Boer daar kandidaat voor.

Page 7: Nait Soez'n 35-5

7Nait Soez’n Nummer 5 35e jaargang

De hoofdVOS in de universiteitsraad

door Egbert de Boer

Desi, wat was je eerste reactie toen je het nieuws hoorde?Ik weet nog dat ik heel hard in de hand van mijn vriend kneep en zei: “Is het echt waar?”. En toen het besef kwam vond ik het zo erg voor Bart (de nummer 4 op de lijst, red.). Toen de campagne begon, had ik het gevoel dat we best eens een klap zouden kunnen krijgen, maar tijdens het flyeren op de faculteiten kregen we hele leuke reacties. Zulke leuke reacties dat dat gevoel al snel omsloeg en ik dacht dat we nog best wel eens een vijfde zetel zouden kunnen halen. Het verlies kwam daardoor nog harder aan.

Ooit overwogen om je zetel op te geven voor Bart? Als ik ‘m voor iemand zou opgeven, dan zou het voor Bart zijn. Hij is loyaal, hard-werkend en weet precies waar het om gaat. Ik heb natuurlijk wel even nagedacht of Bart het niet beter zou doen, dat ben

Bij de universiteitsraadsverkiezingen is het VOS er een zetel op achteruit gegaan, van vier naar drie. Nait Soez’n sprak met de nieuwe fractievoorzitter van het VOS: Desi Boesveld.

je elkaar verschuldigd. Maar ik denk dat ik zelf ook veel heb toe te voegen aan dit team. Gelukkig blijft Bart voor de fractie behouden, hij wordt gewoon fractielid zonder zetel.

Wat zijn de plannen voor komend jaar?Teveel om op te noemen eigenlijk. We willen bijvoorbeeld dat slechte docenten die na meerdere cursussen nog steeds slecht doceren geen les meer mogen geven. Plus meer (kortere) uitwisselings-mogelijkheden en beter studieadvies. En mijn persoonlijke favoriet: een duur-zamer beleid van de universiteit, door minder afval te produceren, CO2 uit te stoten en een onderzoek naar de mogelijk-heid van zonnepanelen op de gebouwen van de RUG.

Op het hbo had de VOS-fractie een zetel winst, ooit nagedacht of je misschien liever hbo wil gaan doen?Haha. Nou…ik wou heel vroeger wel jour-nalistiek gaan studeren. Maar nee, zeker

De man van 420 stemmenDe verkiezingen voor de Hogeschool Medezeggenschapsraad zijn glorieus gewonnen door het VOS (zie vorige pagina). Reden te meer om eens met de lijsttrekker aan tafel te gaan zitten.

door Marcel Trip

Gerben Brands was dit jaar lijsttrekker voor het VOS. Het kiezerskanon is ge-boren op vijf mei 1981. Na een periode in het bedrijfsleven gewerkt te hebben, miste hij het sociale aspect en ging maat-schappelijk werk en dienstverlening studeren. Hij heeft maar liefst 420 voor-keurstemmen vergaard.

Wat vond je van de verkiezingen?Ik moet zeggen dat ik me goed heb ver-maakt. Het is natuurlijk wel zwaar en je bent ‘s avonds heel erg blij dat je in bed ligt, maar ik had het er wel voor over. Ik was helemaal euforisch toen bleek dat we de grootste partij waren geworden.

Had je verwacht zoveel stemmen te krijgen?Eigenlijk had ik wel gerekend op het dub-bele! Ik wist namelijk niet hoe laag het opkomstpercentage gemiddeld was. Maar voor de werkelijke opkomst vind ik het verbazingwekkend, echt waar.

Hoe bevalt het in de nieuwe fractie?Nou, het echte inwerkprogramma moet nog beginnen. Dat traject zijn we nu aan het opstellen, maar de samenwerking verloopt goed. Het is een leuke groep. De precieze functieverdeling is nog niet helemaal rond en er is (ten tijde van dit interview) nog geen fractievoorzitter. We denken er over het voorzitterschap op te delen tussen een interne en een externe voorzitter, een soort woordvoerder.

Wat zijn de belangrijkste VOS-punten komend jaar?We willen een betere studieloopbaanbege-leiding, door gekwalificeerde begeleiders en zonder onzinnige opdrachten. Verder gaan we inzetten op kleinschalige inter-nationalisering. Denk hierbij aan kortere uitwisselingsprojecten die aantrekkelijk en toegankelijk zijn voor studenten die het geld of de tijd niet hebben om lang naar het buitenland te vertrekken. Ook de samenwerking met de universiteitsraad, de School Medezeggenschapsraden en studieverenigingen zijn belangrijk.

Wat wil je dat de mensen verder nog weten?Gebruik roomboter in plaats van halva-rine! En suiker, suiker is slecht. Bakken en braden doe je het beste in plantaardige olie. (Hou de Nait Soez’n in de gaten voor een uitgebreid Gerben Brands-dieet).

niet om een zetel meer. Zo’n carrièrejager ben ik niet.

Tot slot: wil je nog iets kwijt aan je ach-terban?Aan alle studenten die op ons hebben gestemd en nog meer aan de mensen die mee hebben geholpen met de campagne: hartstikke bedankt, we zullen er voor zorgen dat jullie er geen spijt van zullen krijgen!

Page 8: Nait Soez'n 35-5

Nait Soez’n 8 Nummer 5 35e jaargang

Met een grote gehuurde bus zijn ze uit Amsterdam gehaald: de illustraties die Fiep Westendorp maakte voor Het Parool. Nu staan ze tussen blikken verf, ophangsyste-men en dozen te wachten op een plekje aan de muren van het Grafisch Museum in Groningen. Deze werken, de mooiste die Fiep ooit maakte, zijn de minst bekende. Hoogste tijd om daar eens verandering in te brengen.

Uit de krant en aan de muur

door Anna van der Meulen

Waarschijnlijk ken je de illustraties van Fiep Westendorp wel uit de boeken van Annie M.G. Schmidt. Wie groeide er immers niet op met Jip en Janneke? De Parool-tekeningen die Fiep (1916-2004) maakte zijn echter minder bekend. Jaren-lang maakte ze wekelijks de illustraties bij artikelen voor de rubriek “Voor de vrouw (maar voor haar niet alléén...)”. Deze illustraties bewaarde ze allemaal, waarna ze vergeten werden. De ruim 1500 tekeningen werden door kunsthis-torica Gioia Schmid teruggevonden in plastic tasjes, dozen, badkamerkastjes, onder het bed of achter wandkastjes, en ze archiveerde ze. Na te zijn uitgegeven in een boek en te zijn geëxposeerd in het Persmuseum in Amsterdam zijn ze nu in Groningen: de werken die Fiep tussen 1949 en 1968 maakte. En dát is een bezoek waard.

TopstukkenDe kracht van de tekeningen die Fiep maakte is dat ze heel geestig en her-kenbaar zijn. Met name de illustraties voor Het Parool zijn ook nog eens heel verhalend, bijzonder en actueel. Ze lijken in de verste verten niet op de (politieke) cartoons die we tegenwoordig zien - de meeste van de moderne illustraties zijn na verloop van tijd niet meer zonder het bijbehorende artikel te interpreteren. Het Grafisch Museum ziet de kracht van Fieps tekeningen ook, daarom ligt de nadruk van de expositie op de illustraties voor de vrouwenrubriek van de krant. Zonder al te veel uitleg hangen ze aan de muur, de tekeningen op zich zeggen immers genoeg. Het “topstuk” is hier een goed voorbeeld van: “Het volk in het museum” laat museumbezoekers in grappige en herkenbare poses naar kunstwerken kij-ken. Zo staat een enorme vrouw breeduit voor een naaktportret om te voorkomen

dat het kleine jongetje dat voor haar staat met zijn nieuwsgierige ogen iets opvangt van de intieme delen van het naakt. Ook een uitgebreid geeuwende suppoost ont-breekt niet. Op dit origineel is te zien hoe Fiep de illustratie gemaakt heeft: eerst knipte ze stukjes uit kunstreproducties, waarna ze de verschillende scenes er omheen tekende. De afzonderlijk van elkaar op papier gezette scenes knipte ze vervolgens uit om ze tenslotte in een compositie op een groot vel papier te plakken. De tipp-ex en potloodstrepen zijn zelfs nog zichtbaar. Voor de krant is de plaat sterk verkleind, toch besloeg deze prent nog een hele pagina.

“Voor de vrouw...”De illustraties die Fiep Westendorp van 1949 tot 1968 maakte voor de vrouwen-pagina van Het Parool hoorden bij arti-kelen die geschreven werden door onder andere Hella S. Haasse, Mies Bouhuys, Harriët Freezer, Hedy D’Ancona en An-nie M.G. Schmidt. De artikelen gingen niet alleen over uiterlijk, koken en de last van het huishouden, maar ook over literatuur, cultuur, vrouwenemancipatie, feminisme en de problemen die vrouwen hadden op de arbeidsmarkt. De essentie van de artikelen was: “reis, lees, leer, werk”, zoals Christien Brinkgreve (soci-oloog en publiciste) zegt in het boek dat Gioia Schmid liet uitgeven over Westen-dorps werk. Hella S. Haase omschrijft het als volgt: “Eindelijk een vrouwenpagina die over andere dingen ging dan breipa-tronen”. Ook al waren de onderwerpen modern en vooruitstrevend, de teksten waren vaak heel serieus. Sommige van Fieps illustraties waren slechts gebaseerd

Page 9: Nait Soez'n 35-5

9Nait Soez’n Nummer 5 35e jaargang

“Eindelijk iets anders dan

breipatronen”

op een klein fragment uit deze artikelen. Ze wilde namelijk vooral leuke tekenin-gen maken. Dat zorgt ervoor dat de platen soms niet helemaal bij de tekst lijken te passen. Aan de andere kant; blijken de ar-tikelen nu vaak gedateerd, de tekeningen van Fiep zijn nog steeds actueel. Fieps stijlVooral de grappige toon en het eigen verhaal van Fieps illustraties maakt ze bijzonder. Wanneer je iets preciezer gaat kijken naar bijvoorbeeld de vrouwen die ze tekende, vallen met name de absurd kleine voetjes in de puntige, hooggehakte schoenen op. Ook stonden de ogen van Fieps karakters vaak ver uit elkaar en waren de kopjes van haar poezen bui-tensporig breed. Fieps scherpe lijnen zijn haar handelsmerk. In Gioia Schmid’s boek (Voor de vrouw (maar voor haar niet alléén...), Fiep Westendorp in de krant) prijst tekenaar Joost Swarte vooral haar lijnen- en kleurenspel. Hij benadrukt dat Fiep heel knap onderwerpen kon accentueren door met verschillende lijndiktes te werken. Ook de kracht van kleur wist ze goed in te zetten: soms maakte ze illustraties in zwart-wit waarin ze alleen de meest belangrijke elementen in kleur neerzette. De “suggestie van loopjes” bij de verschillende karakters is legendarisch.

Vóór Het ParoolAl op jonge leeftijd besloot Fiep Wes-tendorp dat ze wilde tekenen. Op de steun van haar ouders kon ze rekenen, al waarschuwde haar vader haar wel: “Een kunstenaar moet sappelen en woont zijn hele leven op zolderkamertjes”. Dit laatste zou ze inderdaad de rest van haar leven doen. Tijdens haar jaren aan de hbs in Zaltbommel tekende ze vooral karika-turen van haar docenten en klasgenoten. Wanneer ze op school een tekenopdracht kreeg, moest er altijd in perspectief gete-kend worden. Daar had ze een vreselijke hekel aan. Des te blijer was ze toen ze

een vrije tekenopdracht kreeg. Vlijtig sloeg ze aan het werk met houtskool en veer. Een leraar ging achter haar staan, bekeek haar werk en het enige dat hij wist uit te brengen, was: “Fiepie neemt een kloek besluit en veegt de hele rom-mel uit!”. We mogen blij zijn dat ze dat advies in de wind sloeg, anders hadden we heel wat moois nooit gekend. Na haar eindexamen voor de hbs begon Fiep haar studietijd aan de Koninklijke School voor Kunst, Techniek en Ambacht in Den Bosch. Daar volgde ze – zoals de naam al doet vermoeden – een aantal technische vakken, die haar niet bijzonder goed lagen. Toch rondde ze de opleiding af, waarna ze inpakte om naar Rotterdam te gaan. In die stad was ze in 1939 aangenomen voor de Kunst-academie. Hier werd ze breed opgeleid - tot haar grote blijdschap: “Pas als je precies weet hoe de zaken anatomisch en perspectivisch in elkaar steken, kun je chargeren. Dat heb ik daarna dan ook veelvuldig gedaan”. Ze stortte zich vooral op etsen, waar ze werkelijk ieder vrij moment aan besteedde. Tot haar grote verdriet gingen al haar etsplaten verloren in de bombardementen op Rotterdam, in 1940. Het grootste deel van de oorlog pro-duceerde Fiep niet bijzonder veel. Tegen het einde ervan zette ze haar talenten overigens wel in om persoonsbewijzen te vervalsen en situatietekeningen te ma-ken voor de geallieerden. Door dit werk kwam ze als illustratrice bij Vrij Neder-land terecht, waar ze tot 1948 voor bleef tekenen. Tijdens deze periode ging ze ook tekenen voor Het Parool. Redactrice Wim Hora Adema zag een groot talent in Fiep en haalde haar in 1949 binnen voor de rubriek “Voor de vrouw (maar voor haar niet alléén…)”.

KinderprentenNa haar tijd bij de krant tekende Wes-tendorp enkele platen voor Opzij, maar dat vond ze eigenlijk te serieus. Ook heeft ze een paar reclamecampagnes op haar naam staan: ze werkte aan de regenkleding van Big Ben en voor KLM, Rynbende-jenever, De Spaarbank en Bic-pennen. Tijdens de Paroolperiode maakte Fiep al kindertekeningen, dat vond ze het allerleukst. Zo illustreerde ze verhalen van Jip en Janneke en Ik ben lekker stout van Annie M.G. Schmidt en Pim en Pom van Mies Bouhuys. Ook verschillende andere verhaaltjes en gedichten voorzag ze van een passende prent. Veel van deze

verhaaltjes zijn in boekjes gebundeld. Tot ver na haar tijd bij de krant richtte Fiep zich op het tekenen voor kinde-ren. Vooral de samenwerking met haar

goede vriendin Annie M.G. Schmidt maakte haar bekend bij het grote publiek. Het duo bracht talloze kinder-boeken uit: Floddertje, Ibbeltje, Pluk van de

Petteflet, Otje en ga zo maar door. Ook in haar kindertekeningen zorgde ze er-voor dat er een verhaaltje te zien was: ze creëerde haar eigen wereld die nergens lijkt te kloppen en daarmee heel geestig en vrolijk oogt. De mensen, de huizen, de autobussen, de meubels…allemaal typische Fiep-creaties. Het is dan ook te begrijpen dat ze het jammer vond dat ze zelf nooit kinderen kreeg. Ze had na de Tweede Wereldoorlog enkele verhoudin-gen en is zelfs een paar keer ten huwelijk gevraagd. Dat ze niet trouwde heeft te maken met het feit dat ze niet “de vrouw van” wilde worden, wat in die tijd wel heel gebruikelijk was. Fiep wilde financi-eel onafhankelijk blijven en (belangrijker nog) ze wilde het tekenen voor geen man aan de wilgen hangen. In die tijd was het logische gevolg van die instelling dat je geen kinderen kreeg.De illustraties van Fiep Westendorp zijn erg bijzonder, maar vooral de prenten uit haar Parooljaren zijn meesterlijk. Ze zijn verhalend, actueel, herkenbaar en grappig maar belangrijker misschien nog: ze laten een ander beeld zien dan de meesten van ons van Fiep gewend zijn. Door deze collectie ga je haar bekendere werk anders bekijken. Daarom moet je hem gaan bekijken, aan de muren van het Grafisch Museum.

De expositie “Fiep in de krant loopt van 8 juni tot en met 30 september in het Grafisch Museum Groningen. Meer infor-matie: www.grafischmuseum.nl.

Page 10: Nait Soez'n 35-5

Nait Soez’n 10 Nummer 5 35e jaargang

door Robert Ramaker

Bas schaart zich met zijn stuk aan de zijde van de klimaat-sceptici, die vinden dat we onze euro’s beter aan meer reële problemen op deze we-reld kunnen besteden, zoals bestrijding van epidemieën en armoede. Op zich een punt waar goed over nagedacht dient te worden. Wat nou als straks toch blijkt dat het hele klimaatverhaal onzin is en we daar net een heleboel miljar-den aan hebben uitgegeven? Dat zou inderdaad jammer zijn. Waar iedereen het echter over eens is, is dat over honderd jaar onze fossiele brandstoffen op zijn en we dan waarschijnlijk nog steeds graag elektriciteit willen gebruiken. Daarnaast is het economisch gezien belangrijk om minder afhankelijk te zijn van de prijs van fossiele brandstof-fen. Die kunnen de komende jaren nog flink gaan stijgen. Investeringen die nu gedaan worden in duurzame energie zijn dus geen weggegooid geld. Ook derdewereldlanden hebben baat bij duurzame energie, maar ik geef Bas gelijk als hij zegt dat dat niet altijd de meest praktische optie is. Windmolens zijn nog steeds niet zo onderhoudsarm en betrouwbaar als we graag zouden willen. En we moeten de derde wereld niet de rekening laten betalen van onze proble-men. Meer moeite had ik met de alinea waarin milieuactivisten worden neergezet als marxisten die de milieuproblema-tiek gebruiken om hun geloofwaardig-heidsvacuüm op te vullen. Milieuactivisme heeft de mens-heid talloze diensten bewezen door het op te nemen voor mensen die bedreigd worden door de vervuiling die grote en vaak machtige bedrijven veroorzaken. Zonder klimaatverandering blijven er nog genoeg dingen over om je zorgen over te maken. Ik denk niet dat iemand het erg zou vinden om te horen dat klimaatver-

“Er moet nú actie worden ondernomen”

In de vorige Nait Soez’n stond een stuk van Bas de Vries over de manier waarop klimaatverandering wordt opgeblazen in de media als zijnde het einde van de aarde, terwijl volgens hem de feitelijke waarnemingen dit beeld niet onderschrijven. Robert Ramaker van het Studenten Milieu Overleg Groningen (SMOG) is het niet met hem eens.

Discussie over klimaatverandering in volle gang

andering niet bestaat en dat we fijn door kunnen gaan met het gebruiken van fos-siele brandstoffen. Het liefst zou ik het in dit verhaal hebben over waar en onwaar. Het probleem met klimaatwetenschap is dat het ontzettend ingewikkeld is, omdat er zo ongelooflijk veel factoren een rol spelen. Ook voor wetenschappers zelf kan het bij zulke ingewikkelde materie een probleem wor-den om objectief te oordelen over de waarnemingen. Soms worden (onbewust) conclusies getrokken die gekleurd zijn door de mening van de wetenschapper. Om wat helderheid te verschaffen in de discussie rondom de klimaatproblema-

tiek heeft het SMOG laatst een debat ge-organiseerd tussen klimaatwetenschap-per professor Harro

Meijer van de RUG en Hans Labohm, een klimaatscepticus. Meijer legde uit hoe klimaatverandering in zijn werk gaat en Labohm vertelde wat de zwakke plek-ken in die redenering waren. Zijn kritiek bestond uit een aantal punten, waarop in zijn ogen het klimaatonderzoek tekort schoot. Meijer kwam daarop aan het woord en veegde alle kritiek van tafel met

een duidelijke wetenschappelijke onder-bouwing. Het verhaal van Labohm miste in mijn ogen deze onderbouwing en hoe graag ik ook gewild had dat hij gelijk had, ik vond professor Meijer geloofwaardiger. Hetzelfde heb ik gehoord over het Dwars-diep-debat dat kort voor het SMOG-debat plaatsvond. De daar aanwezige klimaat-scepticus had een hoop kritiek, maar kon dit niet goed onderbouwen. Gevoelsmatig lijkt het ook niet te kloppen: vergeleken met de enorme CO2-stromen die van nature al op aarde voorkomen is de hoe-veelheid die de mensheid toevoegt door het verbranden van fossiele brandstoffen verwaarloosbaar. Daarnaast is CO2 ook nog eens weinig effectief als broeikasgas. Maar het feit dat we dit jaar in, jaar uit doen, zorgt voor een verstoring van het evenwicht, waardoor de CO2-concentratie in de atmosfeer stijgt. Debat tussen voor- en tegenstanders moet blijven bestaan, maar we moeten niet gaan zitten wachten tot alle wetenschappers het eens zijn. Er zijn nu duidelijke aan-wijzingen dat de temperatuur op aarde in een versnelt tempo stijgt. Daarnaast is het economisch verstandig om te investeren in duurzame energie. We moeten daar nu mee beginnen.

We moeten niet wachten tot alle wetenschappers

het eens zijn.

Page 11: Nait Soez'n 35-5

11Nait Soez’n Nummer 5 35e jaargang

(advertentie)

Vloerkleden en andere belangrijke zakenDe RUG heeft een nieuw logo en een nieuwe huisstijl. De instelling vindt het belangrijk om met het nieuwe logo een uitstraling te hebben waarmee internationale studenten aangetrokken worden. Daarnaast wil een instelling als de universiteit natuurlijk bij de tijd blijven. De veranderingen zijn echter niet zo groot als je zou verwachten bij een project waar zoveel geld aan is uitgegeven.

door Wimar Hebels

Voor het nieuwe RUG-logo zijn niet zulke duidelijke redenen te noemen als je zou verwach-ten. Op zich kun je zeggen dat het vorige logo, hoewel het pas vijftien jaar geleden werd ingevoerd, al erg oud is. Deze bestaat uit het traditionele wapen van de Ommelanden en de stad Groningen, rode harten op een blauwwitte achtergrond (zeer goed te verwarren met het “Fryske pompeblêd”) en de Keizerlijke tweekoppige adelaar. Daaronder staat meestal de afkorting RuG of wordt Rijksuniversiteit Groningen erachter gezet. Al met al geen slecht logo. Het doet recht aan het aca-demisch karakter en de geschiedenis van de universiteit (de op één na oudste nog bestaande van Nederland) en de positie van de instelling in de stad. Daarom is het niet iets dat per se aan vervanging toe is.Universiteitsraadsfractie Calimero dacht daar klaarblijkelijk anders over. Tijdens een debat tijdens de universiteitsraads-verkiezingen van vorig jaar stelden zij dat de afkorting RUG erg

ongelukkig uitpakt, aangezien het in het Engels “vloerkleed” betekent. Tóén werd er door de meeste aanwezigen nogal la-cherig over gedaan. Iedereen had wel zo’n beetje de gedachte dat een dergelijke afkorting niet echt afbreuk doet aan de uitstraling van de universiteit, laat staan dat het mensen zou afschrikken om aan de RUG te studeren of er te werken. Boven-dien zijn er veel meer universiteiten met vreemde afkortingen, zoals bijvoorbeeld de Radboud Universiteit Nijmegen (afgekort “RUN”, ook niet erg bevorderlijk voor de beeldvorming in het buitenland). Daarom had natuurlijk níemand verwacht dat er iets mee gedaan zou worden.Maar wat schetst onze verbazing bijna een jaar later? De RUG heeft een nieuwe huisstijl gekozen en wel om de reden dat de afkorting in het Engels “vloerkleed” betekent. Daarom werd er een nieuw logo ontworpen en een nieuwe huisstijl bedacht. Niet alleen is het verschrikkelijk dat de RUG, overigens net zoals bij “rankings”, gezwicht is voor dit soort niet-inhoudelijke nonsens. Het is misschien nog wel erger dat de veranderin-gen in het logo zo minimaal zijn dat ze nauwelijks voor het predikaat “verandering” in aanmerking kunnen komen. De grootste verandering is dat het oude logo wordt aangevuld met een drietal “slashes”, die de instelling, de faculteit en de afdeling aangeven, en dat het logo in het vervolg in het rood op het briefpapier zal verschijnen. Natuurlijk prijzen wij het feit dat de RUG voor de kleur rood heeft gekozen, elk logo moet immers in die prachtige kleur worden uitgevoerd. Maar als dít en de toevoeging van de “slash” de enige veranderingen zijn, lijkt het mij niet héél zinvol dat daar zoveel geld aan wordt besteed. Zeker aangezien de hoofdreden iets triviaals als een vloerkleed betreft.We mogen de Calimerofractie dus bedanken dat zij het College van Bestuur de gedachte hebben gegeven om de huisstijl te veranderen en en passant de RUG daarmee een flink bedrag aan iets betrekkelijk nutteloos hebben laten uitgeven. Daarom wil ik iedereen, en in het bijzonder Calimero en het CvB, uit-nodigen bovenstaande puzzel te maken en nog eens goed over hun daden na te denken. Voor de meesten onder hen zal het gelukkig niet een al te moeilijke opgave zijn. Het is dan ook niet zo heel erg waarschijnlijk dat veel mensen zullen moeten wennen aan de nieuwe huisstijl. Laat de RUG dan liever iets nieuws kiezen, zoals, om maar een organisatie te noemen, de GSb heeft gedaan.

Page 12: Nait Soez'n 35-5

Nait Soez’n 12 Nummer 5 35e jaargang

Waar zijn defeloranje gewaden?

door Ellen Deckwitz enPaul Klein Lankhorst

Op een zonnige maandagavond bellen we aan bij het centrum voor diamantwegboed-dhisme aan de Petrus Hendrikszstraat. Er wordt opengedaan door Joost Palenstijn (23), vijfdejaars student filosofie. Hij ziet er niet uit als de stereotype boeddhist: in plaats van een kaal hoofd heeft hij weelderige blonde lokken en draagt hij gympen. Ook medeboeddhist Maarten Winkel (26) ziet er vrij normaal uit. Waar zijn de feloranje gewaden? We lopen de meditatieruimte binnen: nergens stoelen of tafels maar comfortabel, saffraangeel tapijt met kussentjes. De ruimte hangt vol met symboliek, hoe zit dat? Afgo-derij? Joost lacht. “De functie van deze symboliek is om te laten zien wat je ook in jezelf hebt, in jezelf ziet. Alle beelden zijn uitdrukkingen van de eigen geest.” Joost laat een tekening zien met een vrij drukke afbeelding erop en een wat duis-tere uitstraling. “Binnen elke afbeelding worden vele aspecten aangeroerd. Hier komt bijvoorbeeld buskruit in voor, wat staat voor beschermende kracht.” In het midden van de kamer staat een “altaar”, een houten kastje met daarop een beeld van de Boeddha en een foto van een breed lachende, Europees uitziende man. Dat is Ole Nydahl, een van de meest vooraan-staande geestelijken van het diamant-wegboeddhisme in Europa. Dankzij zijn inspanningen zijn er in enkele decennia meer dan vijfhonderd centra gesticht. Maar wat is dat, diamantwegboeddhisme? We nemen plaats op een van de kussentjes en krijgen een kop kruidenthee voorgezet terwijl Joost en zijn collega Maarten ons van tekst en uitleg voorzien.

Diamantwegboeddhisme In Groningen kun je meer doen dan alleen studeren. Je kunt lid worden van een studentenvereniging, of je zelfs spiritueel verdiepen. Eerder kwamen in de serie “Geloven in Groningen” de vrijmetselaars en de rozenkruisers aan bod. Dit keer gaan reporters Paul en Ellen op bezoek bij de diamantwegboeddhisten.

In het boeddhisme draait alles om het be-reiken van verlichting door het uitschake-len van lijden. Veel leed wordt veroorzaakt doordat we verlangen naar dingen die we niet kunnen krijgen. En vaak overkomt het ons dat als we krijgen wat we ver-langen, we daar helemaal niet zo gelukkig van worden. In het boeddhisme draait het erom dit verlangen te laten uitdoven en een einde aan het lijden te maken. De methode hiervoor is het “achtvoudige pad” en op gezette tijden mediteren.Binnen het boeddhisme zijn er een boel stromingen. Joost: “Het verschil tussen boeddhistische stromingen is veelal methodologisch, dus de manier waarop je mediteert en verlichting wil bereiken. Bij het diamantwegboeddhisme is er een andere manier van mediteren dan bij bijvoorbeeld bij het zenboeddhisme. Wanneer wij gaan mediteren, ont-spannen we ons en gaan we in de kleermakerszit zitten. Dit is eigenlijk het fun-dament van meditatie. Vervolgens stellen we ons een afbeelding van de Boeddha voor en daar concentreren we ons op. Door je tijdens de meditatie, die een kwartier tot een uur kan duren, te identifi-ceren met de Boeddha, zie je het verschil tus-sen je huidige, onver-lichte, toestand en het einddoel, verlichting. Hierdoor leer je hoe ver je bent.” Maarten vult

hem aan: “Als zenboeddhist mediteer je weer anders: daarbij stel je je niet de Boed-dha voor maar concentreer je je op je eigen ademhaling. Het gaat er daarbij om om te

zien welke emoties en welke associaties er bij je naar boven komen. Hierdoor zie je je ver-

langen en het lijden wat daardoor wordt veroorzaakt en kun je je gedrag aanpas-sen.” Zodat je uiteindelijk verlicht wordt? Maarten knikt. “Verlichting zorgt ervoor dat je een openheid van geest ontwikkelt waarin je absolute vrijheid vindt. Je hoeft niet meer bang te zijn en doordat je een inzicht krijgt in je eigen én andermans grenzeloosheid ontwikkel je meer mede-dogen en wijsheid.” In je ééntje verlichting bereiken is niet makkelijk. Je moet aller-eerst de discipline hebben om iedere dag te mediteren. Ten tweede is het handiger om iemand om je heen te hebben die al

Page 13: Nait Soez'n 35-5

13Nait Soez’n Nummer 5 35e jaargang

Het gebeurt geregeld dat er een yak van een bergrichel afdondert

wat meer ervaring heeft. Dit is de reden waarom het diamantwegboeddhisme werkt met een meester-leerling systeem. Joost: “Een leraar is in de eerste plaats be-langrijk omdat hij of zij gewoonweg meer weet. Daar-naast heeft je leraar een diepgaandere ervaring met ver-lichting. Het doel van de verhouding tus-sen de leraar en zijn of haar leerling is de overdracht van de verlichte toestand.” Dat klinkt allemaal leuk en aardig, maar is dat niet een wat autoritaire verstandhouding? “Leerlingen kiezen ook hun leraren; het is geen eenrichtingsverkeer. Boeddha heeft zelf ook ooit gezegd dat we collega’s van elkaar zijn. Binnen elke situatie waarin er een meester-leerling verhouding bestaat loop je het risico op machtsmisbruik. Het is dan ook verstandig om als leerling een beetje voorzichtig te zijn. Uiteindelijk dient verlichting een eigen ervaring te zijn. Je leraar is hierbij je gids.” Om verlichting te bereiken krijg je hulp van een leraar. Maar uiteindelijk moet je het uit jezelf halen door te mediteren. Joost: “Je mediteert dagelijks, en dat kost wel wat inzet. Maar mediteren is heerlijk,

Leerrechten zijn dood, lang leve…?

door Marcel Trip

Minister Plasterk heeft het onderwijs-veld gevraagd met een voorstel tot een nieuw bekostigingsstelsel te komen. De vereniging van universiteiten (VSNU) en de vereniging van hogescholen (hbo-raad) zouden samen met de landelijke studentenvakbonden over dit nieuwe sy-steem overleggen.Nu is het onderwijsveld direct betrek-ken bij het opstellen van zo’n systeem een goed idee. Zeker omdat de minister anders bij dezelfde ambtenaren terecht moet die met de leerrechten op de prop-pen kwamen. Helaas zijn de VSNU en de hbo-raad zonder de studentenvakbonden aan tafel gegaan om een bekostigings-voorstel te produceren. Wat hebben studenten nu met onderwijs te maken, nietwaar?De Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) heeft daarom besloten zelf met een be-kostigingsplan te komen. Graag had ik dit plan naast de ideeën van bovenge-noemde verenigingen afgezet, maar deze

De leerrechten lijken voorgoed afgeschoten. Er moet wel een betere manier komen om overheidsgeld tussen instellingen van het hoger onderwijs te verdelen. Maar hoe? Het onderwijsveld is er in ieder geval niet over uit.

ideeën zijn nog in nevelen gehuld. De LSVb heeft besloten wel al naar buiten te treden met een voorstel om zo een con-structief debat te stimuleren. De inzet van het voorstel is het voor-komen van “perverse prikkels” en het belonen van kwaliteitsonderwijs. Een bekostigingssysteem is uiteraard meer dan een manier om overheidsgeld te ver-delen aangezien het een sterk sturende werking heeft. Daarom is in het plan nog steeds een substantieel deel (25 procent) van de bekostiging gebaseerd op het aan-tal diploma’s dat in een jaar behaald is. Op die manier beloon je onderwijsin-stellingen die studenten succesvol door een studie heen loodsen. Om de conti-nuïteit te waarborgen zou een kwart uit “vaste voet” bestaan. Daarnaast zou een instelling 35 procent van de bekostiging ontvangen voor iedere student die inge-schreven staat op de instelling. Zo heb-ben instellingen eerder financiële ruimte om een groeiend studentenaantal op te vangen, maar door dit deel niet te groot te maken komt de nadruk niet te liggen

op het “vast houden” van studenten.Het meest in het oog springende is de overige vijftien procent “dynamische component”. Het idee is dat getoetst wordt hoe een instelling scoort op zaken als kwaliteit van onderwijs en contactu-ren tussen docenten en studenten en uit te keren naar resultaat. Zo is er een financiële prikkel om het onderwijs te verbeteren. Om de pijn voor instellingen enigszins te verzachten zou deze “dyna-mische component” opgedeeld kunnen worden in drie delen. Zo voorkom je dat een slecht scorende instelling de finan-ciële middelen mist om zich te gaan ver-beteren. Een ambitieus plan van de LSVb, al blijft de invulling van de dynamische compo-nent nog wat vaag. Toch is het op zich een goed idee om de kwaliteit van het onderwijs te stimuleren door financiële prikkels. Naar alle waarschijnlijkheid zal het voorstel van VSNU en hbo-raad wat minder ambitieus en studentgericht zijn. Zo blijven er duidelijk twee teams spelen op het onderwijsveld.

zeker als je er een gewoonte van maakt. Het geeft rust en inzicht. Boeddhisme is geen werk, maar een levensvisie. Je gebruikt het juist bij de normale dingen

die je doet. Ik kan bijvoorbeeld za-ken om me heen nu beter plaatsen. Vroeger had ik een vrij mechanisch

wereldbeeld, maar dat leverde geen bevredigende antwoorden op. Ik was begonnen met de studie filosofie om de wereld te snappen. Dat was echter veel te conceptueel. Bij boeddhisme heb je een veel sterkere ervaring van de inzichten die je wint.” Maarten: “Het is lastig om deze ervaring te plaatsen in het Westers denkkader.” En hoe verlicht is Joost zelf eigenlijk? Op die vraag schiet hij even in de lach. “Het is erg moeilijk om je eigen positie te beoordelen, en als ik dat wel zou moeten doen dan zal ik zeggen dat ik nog niet zo ver ben.”Het boeddhisme heeft een heel humane en vredelievende uitstraling. Als boed-dhist mag je toch geen alcohol en vlees? Laat staan nachtelijke uitspattingen! Maarten glimlacht. “Dat valt allemaal wel mee. Het boeddhisme laat je in de eerste

plaats vrij om je eigen keuzes en fouten te maken.” Joost: “Ook in een land als Tibet gaan deze regels niet altijd op hoor. Het gebeurt geregeld dat er ‘opeens’ een yak van een bergrichel afdondert. Dieren doden mag niet, maar ja, het is toch zonde om dat vlees verloren te laten gaan.”In Groningen heeft het centrum, dat eind jaren ’80 is opgericht, zo’n veertig leden. Op een bijeenkomst, die elke dinsdag-avond plaats vinden, zijn tien tot vijftien man aanwezig. Hier zitten ook een aantal studenten tussen. “Elders in Nederland is het percentage jongeren wel wat hoger dan in Groningen. Hier zitten er een boel ouderen bij.” Naast de reguliere bijeen-komsten worden er ook meditatiecur-sussen in het buitenland georganiseerd. Bij deze grotere bijeenkomsten zijn ook mensen als Ole aanwezig.

Een keertje langskomen bij de diamant-wegboeddhisten? Je kunt ze vinden aan de Petrus Hendrikszstraat 1. Op dinsdag-avond om 20.00 uur kun je als leek binnen komen lopen, aanschuiven en mediteren. Je krijgt er dan meteen wat uitleg bij over het diamantwegboeddhisme. Zondagmid-dag om 14.00 is er ook een sessie, maar dan zonder uitleg.

Page 14: Nait Soez'n 35-5

Nait Soez’n 14 Nummer 5 35e jaargang

Vraag en antwoord

www.groningerstudentenbond.nl

Voor al je vragen over:

050 318 78 98

- Studiefinanciering - Onderwijs- Huisvesting - Bijbaantjes

GSb-Studenten-steunpunt

Moar Doun!Verkiezingen, enzoSteun ons en word lid! De Groninger Studentenbond (GSb) be-hartigt de belangen van alle studenten in Groningen. Nieuwsgierig? Kom een keer langs! Actief worden is heel makkelijk. Je kan schrijven voor de Nait Soez’n, maar je kunt je ook bezig houden met studentenhuisvesting, milieu of mede-zeggenschap.De GSb is van maandag tot en met don-derdag geopend van 12 tot 17 uur. St. Walburgstraat 22, 1e verdieping, 1x bellen.

Algemene LedenvergaderingHoud de website in de gaten voor de volgende ALV-datum

ALV’s beginnen om 19.30 uur te pande. Alle leden wordt aangeraden aanwezig te zijn. Na afloop is er altijd een KV met bier voor € 0,50 en fris voor € 0,25!

Dreigend bindend studieadvies

Vraag:Zoals het er nu naar uitziet ga ik binnen-kort een bindend studieadvies krijgen van mijn opleiding. Ik wil echter helemaal niet stoppen met mijn studie! Wat kan ik hier tegen doen?

Antwoord:Tot je daadwerkelijk een bindend studiead-vies (BSA) ontvangt, kun je helaas weinig doen. Je kunt namelijk pas bezwaar maken wanneer er een beslissing is genomen. Voor nu betekent dat dus dat je heel hard moet gaan studeren om te voorkomen dat je een BSA krijgt. Ga ook een gesprek aan met je studieloopbaanbegeleider, want er kan rekening gehouden worden met persoonlijke omstandigheden.Mocht je onverhoopt toch een BSA krij-gen, dan kun je hier altijd bezwaar tegen maken. In eerste instantie vraag je een gesprek aan met je studieadviseur. Als de adviseur je niet kan helpen, kun je in beroep gaan tegen de beslissing bij

het College van Beroep voor de Examens (COBEX). Wij kunnen je hierbij helpen. Een BSA moet aan een hoop eisen voldoen om geldig te zijn. Hieronder staan ze voor je op een rij.Allereerst mag je opleiding alleen een BSA geven als ze daarvoor toestemming heeft van het bestuur van de instelling. Aan deze eis wordt eigenlijk altijd voldaan. Ten tweede mag de opleiding slechts een BSA geven als ze ervoor gezorgd heeft dat de studiebegeleiding en de studeerbaar-heid van het programma niets te wensen overlaten. Op dit punt is het vaak mogelijk om bezwaar te maken. In de derde plaats moet je tijdig in het collegejaar een waar-schuwing krijgen. Het is belangrijk dat er genoeg tijd zit tussen deze waarschuwing en het uitbrengen van het definitieve studieadvies. Je moet namelijk de gele-genheid krijgen om te laten zien dat je wel geschikt bent voor de studie en dus genoeg studiepunten kan halen om door te mogen gaan. Ten vierde is het bestuur

van de instelling verplicht om je de gele-genheid te geven om gehoord te worden. Mocht je niet in deze gelegenheid gesteld worden, dan is het BSA niet geldig. Tenslotte is het verplicht dat de opleiding vanaf het begin heel duidelijk aangeeft dat er wordt gewerkt met een BSA. Studenten moeten dit al weten vóór ze de keuze heb-ben gemaakt voor een de desbetreffende opleiding.

het over “zes straten op slot”. Nu gaan er in één keer een-en-dertig straten op slot. Eerst met zijn allen afspreken wat te gaan doen en dan lekker in je eentje iets anders gaan doen? Ach, de bewoners zijn er toch wel blij mee. Tót blijkt dat de overlast hiermee niet wordt opgelost.Nu zitten we alleen nog met het nieuwe bestuur, je weet nooit helemaal hoe dat gaat verlopen. Of er genoeg mensen zijn, wat het nieuwe bestuur komend jaar allemaal wil gaan doen en hoe we ze gaan inwerken. Maar, lieve lezers, we zijn nog steeds op zoek naar mensen voor het nieuwe bestuur! Denk nog een keertje na of je nog iemand kent die hier geschikt voor zou kunnen zijn. En als de deadline al voorbij is: men-sen die bestuur willen gaan doen kunnen niet vroeg genoeg aankloppen voor de volgende ronde.

Dus de verkiezingen zijn voorbij, het pand is weer een keer schoon gemaakt en de routine is er. En wat een drukke weken zijn het weer geweest, elke ochtend mensen op het pand die acties voorbereiden, flyeren en gezellig met zijn allen eten. Eigenlijk wel weer een hele leuke tijd. Het is helaas niet helemaal geworden wat we hadden gewild met de zetelverdeling, maar we hebben wel weer een leuke club actieve mensen bijeen in de fracties. En de HVOS-fractie heeft er weer een zetel bij, dus eigenlijk is het zo erg allemaal nog niet. De campagne was erg geslaagd. Veel dank aan iedereen die hier tijd in heeft gestoken en in het bijzonder aan Michiel Stornebrink, onze campagne-coördinator. Ik zie het wel goed komen met deze mensen volgend jaar.Dan is er natuurlijk nog de huisvestings-problematiek in onze mooie stad. Bij de hoorzitting van de gemeente hadden ze Ons nieuwe logo:

Page 15: Nait Soez'n 35-5

15Nait Soez’n Nummer 5 35e jaargang

Audition Wieke’s filmblikRelaties zijn moeilijk voor som-mige mensen, dat begrijp ik. Het kan heel ingewikkeld worden om tussen alle bezette mensen en gestoorden een fatsoenlijk per-soon te vinden om je leven mee te delen. Wat ik niet snap is dat sommige mensen hun wederhelft in een hol vol onbekende bezopen mensen denken te kunnen halen. Volgens mij zijn de beste bronnen voor enigszins aanspreekbare toekomstige (e)ega’s nog altijd de vrienden van je eigen vrienden. Als het vrienden van je vrienden zijn, kunnen ze nooit zo vreselijk zijn (anders waren je vrienden er niet mee bevriend) en bovendien heb je iemand om de schuld te geven als je nieuwe ex toch een onverklaarbare drang tot taxider-mie bleek te hebben. Iets beginnen met iemand wiens achtergrond je niet kent, kan een slecht idee zijn. Neem nou de hoofdpersoon uit Audition (Takashi Miike, 1999), Aoyama. Fatsoen-lijke man, aardige zoon, echtgenote en moeder is jaren geleden op dramatische wijze overleden. Tijd voor een nieuw, jong blaadje. Blijkbaar is het vinden van een vrouw zó moeilijk als je de vijftig nadert, dat de hoofdpersoon een plan bedenkt samen met een vriend: ze houden een auditie voor een film. De auditie is echter een soort valstrik: het is voornamelijk bedoeld om een reservoir aan te leggen vol aantrekkelijke jonge vrouwen die wel eens een goede nieuwe echtgenote zou-den kunnen worden. Ook zonder dat je iets van Takashi Miike (Zebraman, Ichi the Killer) hebt gezien, kun je al bedenken dat het een dom plan

is. Als je Miike echter wel kent, weet je dat het niet zomaar een dom plan is, maar een achterlijk plan. Het begint leuk: hordes sexy vrouwen dienen zich aan. Velen zijn een beetje bizar, maar hee, het is Japan, daar is dat normaal. Ofzo. Eén vrouw blijft echter hangen in de gedachten van Aoyama: een jonge vrouw, Asami, die zegt dat ze haar passie, ballet, ooit heeft moeten opgeven. Dit fascineert Aoyama: blijkbaar kent Asami, ondanks haar jonge jaren, verlies. Hij begint met haar af te spreken. Vanaf hier wordt de film onduidelijk: het wordt nooit écht helder wat er echt gebeurt en wat niet. De jonge vrouw blijkt een afschuwelijk verleden te hebben en totaal verknipt te zijn. Als ze opeens verdwijnt, gaat Aoyama haar zoeken. Zo vindt hij niet alleen uit wat haar gemaakt heeft tot wat ze is, hij komt er ook achter dat ze dingen doet

(advertentie)

waar concentratiekampbeulen zich bijna voor zouden schamen. Of is het allemaal Ayoama’s eigen bizarre droom en speelt zijn schuld-gevoel over de verzonnen auditie hem parten?Ha, dacht ik, Takashi Miike. Dat moet leuk worden. En inderdaad, de film boeit. Hij is goed afgewerkt, het camerawerk is origineel, de wending in het plot is goed uitge-voerd. Hij fascineert ook op een nare manier. Audition, of Miike, begon me te irriteren. Het lijkt wel of Takashi Miike in zijn films steeds hetzelfde trucje uithaalt en daar houd ik niet zo van. Misschien ligt het aan mij en moet ik alle bizarre vormen van sadisme die je kunt verzinnen niet op één hoop gooien, maar als ik de zoveelste

martelscène zie heb ík een beetje het gevoel dat ik dat al eerder heb gezien. Japanse horror is anders dan de Westerse, dat moge duidelijk zijn. Een sterk punt van Aziatische horror vond ik altijd de suggestie. In Audition zijn de beelden echter zelden suggestief te noemen. Als je excessief geweld als regisseur een paar keer in je films wilt verwerken vind ik dat prima, maar wat is er aan de hand als het je handelsmerk wordt? Is sadisme om het sadisme nog op enige manier charmant of vernieuwend? Gore horror-fans komen aan hun trekken, tegen anderen zou ik zeggen dat je met één Miike-film wellicht genoeg hebt gezien.

Page 16: Nait Soez'n 35-5

Nait Soez’n 16 Nummer 5 35e jaargang

www.groningerstudentenbond.nl

GedenkOp 20 mei ben ik vijfentwintig geworden. Mijn vrienden grapten dat ik binnenkort kennis zou gaan maken met de quarterlifecrisis: de gehalveerde versie van de midlife waarbij je als oudere jongere op-eens last krijgt van prestatiedrang, depressie of de neiging je kroeg-bezoek te verviervoudigen. Alternatief als ik ben, kreeg ik een crisis over mijn sterfelijkheid. Op zich vreemd, ik bedoel, vijf-en-twintig, dat is toch nog eeuwen verwijderd van het sterfbed? Maar in mijn achter-hoofd weerklonken de beroemde regels van dichter Philip Larkin: “Most things won’t happen, this one will”. En om dat te onderschrijven ging hij daarna ook nog eens dood. De afgelopen jaren heb ik leeftijdsgenoten verloren aan ziekte en verkeersongelukken. Mijn God, ik zou zelfs, mocht er op dít moment een bloedpropje in mijn hersenen komen, deze column niet af kunnen schrijven! Overal daken waar pannen van af kunnen waaien, bussen die de verkeerde kant op zwenken, miljoenen cellen die stuk voor stuk opeens gek kunnen gaan doen…Memento mori, maar mijn vrienden halen hun schouders op. “Joh, dat overkomt jóú nog niet, die kans is zo klein…” Maar dat die kans klein is betekent dat, om die kans te laten bestaan, er toch iemand de pijp uit zal moeten gaan! Zwetend lig ik ’s nachts in bed. Zelfs de wetenschap dat iedereen in mijn familie stokoud wordt helpt niet, zeg dat maar tegen die onoplettende automobilist die door rood rijdt en mij schept - of jou. En ook al word ik stokoud: dat maakt me niet minder sterfelijk.Wat me opvalt is dat er in de huidige cultuur een soort “castratie van de dood” lijkt te hebben plaatsgevonden. De reactie van mijn vrienden spreekt boekdelen. We doen alsof we allemaal stokoud worden en plannen onze toekomst een jaar of zestig vooruit. We laten ons volspuiten met bo-tox zodat alleen de binnenkant van ons lichaam veroudert. De dood is letterlijk de ver-van-ons-bed-show nu er geen mensen meer thuis worden opgebaard. Wat we niet zien, bestaat niet. Ons toekomstbeeld is een filmscript met een very happy ending. De dood komt ooit, maar nu nog niet. We zijn nog geen helden geweest…en lijken het verschil tussen ooit en nooit te zijn vergeten.Toen ik twaalf was, leek het moment dat ik ooit op kamers zou gaan lichtjaren ver weg en sprak ik erover in termen van “later”. Nu ben ik bijna afgestudeerd. Ik wilde dat mijn crisis zich uitte in prestatiedrang of desnoods verviervou-digd kroegbezoek. Maar dat zal mij straks echt niet minder dood laten zijn. Misschien ben ik te negatief. Misschien zie ik het leven als een drama omdat het zal eindigen met de dood. Ik weet het niet. Ik wilde alleen dat ik nog wat jaren van mijn quarterlifecrisis afzat.

VERSUS