Muiswerk spelling voor de bovenbouw

29
Spelling voor de bovenbouw bestrijkt alle regels van de Nederlandse spelling. Spelling voor de bovenbouw

description

Spelling voor de bovenbouw bestrijkt alle regels van de Nederlandse spelling.

Transcript of Muiswerk spelling voor de bovenbouw

Page 1: Muiswerk spelling voor de bovenbouw

Spelling voor de bovenbouw

bestrijkt alle regels van de

Nederlandse spelling.

Spelling voor de bovenbouw

Page 2: Muiswerk spelling voor de bovenbouw

Spelling voor de bovenbouw

4 toetsen

90 oefeningen

3400 verschillende vragen

230 gesproken uitlegschermen

Oefenprogramma’s

Page 3: Muiswerk spelling voor de bovenbouw

Spelling voor de bovenbouw

Diagnostische toetsen.

Persoonlijk oefenprogramma.

Uitgebreide uitleg voor de oefening.

Feedback met extra uitleg.

Ongelimiteerd oefenen.

Uitgangspunten

Page 4: Muiswerk spelling voor de bovenbouw

Spelling voor de bovenbouw

De hoogste klassen van havo en vwo.

Remediërend voor hbo.

Doelgroep

Page 5: Muiswerk spelling voor de bovenbouw

Spelling voor de bovenbouw

Aandacht voor alle onderwerpen die in

spellingmethodes voor basisonderwijs

en voortgezet onderwijs behandelen.

- De alfabetische strategie.

- De orthografische strategie.

- De morfologische strategie.

- De logografische strategie.

Omschrijving

Page 6: Muiswerk spelling voor de bovenbouw

Spelling voor de bovenbouw

Na het maken van een deeltoets

beslist het programma of welke

stof de student beheerst en welke

niet.

Over de stof die de student

onvoldoende beheerst selecteert

het programma maximaal 20

oefeningen.

Hoe werkt het?

Page 7: Muiswerk spelling voor de bovenbouw

Spelling voor de bovenbouw

De oefeningen beginnen met een korte

toelichting van het deelgebied van de

stof, direct daarna wordt geoefend in

één van de oefenvormen.

Hoe werkt het?

Page 8: Muiswerk spelling voor de bovenbouw

Spelling voor de bovenbouw

Bij ieder antwoord krijgt de leerling

directe feedback, waar mogelijk wordt

een fout antwoord verklaard en de

correcte methode aangegeven.

Hoe werkt het?

Page 9: Muiswerk spelling voor de bovenbouw

Spelling voor de bovenbouw

Bij een voldoende hoge score

verdwijnen de steeds variërende

oefeningen.

Hoe werkt het?

Oefeningenlijst in Spelling

voor de bovenbouw

wanneer een oefening is

geselecteerd verschijnt

rechts in het scherm

informatie over de

oefening.

Page 10: Muiswerk spelling voor de bovenbouw

Spelling voor de bovenbouw

Voortgangsoverzicht:

- Behaalde niveau t.o.v. doel.

- Hoe lang is er geoefend.

- Situatie nu en eerder.

Voortgang

Page 11: Muiswerk spelling voor de bovenbouw

De lesstof

Spelling voor de bovenbouw

Page 12: Muiswerk spelling voor de bovenbouw

Spelling voor de bovenbouw

Enkele of Dubbel

De regels voor het schrijven van enkele of

dubbele klinkers en enkele of dubbele

medeklinkers.

De begrippen ‘open en gesloten

lettergreep’.

De bijzondere positie van de ‘e-klank’.

Rubriek A

Page 13: Muiswerk spelling voor de bovenbouw

Spelling voor de bovenbouw

F of V, S of Z

De omzetting van F naar V.

De omzetting van S naar Z inclusief

vele uitzonderingen.

Rubriek B

Page 14: Muiswerk spelling voor de bovenbouw

Spelling voor de bovenbouw

I, IE of Y

Het schrijven van een IE-klank in een

open en gesloten lettergreep.

De klemtoonregel met de

uitzonderingen.

Leenwoorden met Griekse Y.

Rubriek C

Page 15: Muiswerk spelling voor de bovenbouw

Spelling voor de bovenbouw

Leenwoorden

Franse en Engelse leenwoorden.

De Franse en Engelse klinkers,

medeklinkers en de combinaties

daarvan, in combinatie met de uitspraak.

Rubriek D

Page 16: Muiswerk spelling voor de bovenbouw

Spelling voor de bovenbouw

C of K

Het gebruik van C of K in spelling.

Het inprenten van de juiste spelling.

Rubriek E

Page 17: Muiswerk spelling voor de bovenbouw

Spelling voor de bovenbouw

Trema & apostrof

Spellingtekens.

Het gebruik van de trema bij

klinkercombinaties.

Het gebruik van de apostrof bij

meervoud, bezitsverhoudingen en als

teken van weglatingen.

Rubriek F

Page 18: Muiswerk spelling voor de bovenbouw

Spelling voor de bovenbouw

Opbouwspelling

De verlengingsregel.

De verkleinwoorduitgangen.

Stilstaan bij samenstellingen.

Woorddelen die veel voorkomen.

Rubriek G

Page 19: Muiswerk spelling voor de bovenbouw

Spelling voor de bovenbouw

Met of zonder N

De uitgang van bijvoeglijke

naamwoorden, soms met N en soms

zonder N.

Al dan niet zelfstandig gebruikte

persoonlijke voornaamwoorden.

Rubriek H

Page 20: Muiswerk spelling voor de bovenbouw

Spelling voor de bovenbouw

Afbreken

De regels voor het afbreken van

meerlettergrepige woorden.

Rubriek I

Page 21: Muiswerk spelling voor de bovenbouw

Spelling voor de bovenbouw

Aaneenschrijven

De regels voor het aaneenschrijven.

Woorden koppelen met een streepje.

Het al dan niet koppelen van getallen en

voorzetsels.

Rubriek J

Page 22: Muiswerk spelling voor de bovenbouw

Spelling voor de bovenbouw

Tussenletters

De regels voor het spellen van

tussenletters in samenstellingen.

Het al dan niet gebruiken van S als

tussenletter en van E of EN.

Rubriek K

Page 23: Muiswerk spelling voor de bovenbouw

Spelling voor de bovenbouw

Hoofdletters

Het gebruik van hoofdletters in

eigennamen van mensen, plaatsen,

producten, organisaties etc.

De hoofdletters bij zinnen, citaten

en afkortingen.

Rubriek L

Page 24: Muiswerk spelling voor de bovenbouw

Spelling voor de bovenbouw

Tegenwoordige tijd

De spelling van de werkwoordsvormen.

De spelling van de tegenwoordige tijd.

Uitlegschermen bevatten regels, een

ezelsbruggetje en een schema.

Rubriek M

Page 25: Muiswerk spelling voor de bovenbouw

Spelling voor de bovenbouw

Verleden tijd

Het herkennen van het onderwerp voor

de spelling van de verleden tijd.

Het onderscheid tussen regelmatige en

onregelmatige werkwoorden, de spelling

van de regelmatige werkwoorden en de

regel van ’T KOFSCHIP aan de orde.

Rubriek N

Page 26: Muiswerk spelling voor de bovenbouw

Spelling voor de bovenbouw

Andere vormen

Werkwoordsvormen die geen

persoonsvorm zijn.

Infinitief, voltooid deelwoord en voltooid

deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Homofonen spellen en weten wat een

persoonsvorm is.

Rubriek O

Page 27: Muiswerk spelling voor de bovenbouw

Spelling voor de bovenbouw

Werkwoorden totaal

Complete algoritme van de

woordspelling toepassen.

De verschillende werkwoordsvormen

door elkaar.

Rubriek P

Page 28: Muiswerk spelling voor de bovenbouw

Spelling voor de bovenbouw

In Muiswerk Spelling voor de bovenbouw wordt aandacht besteed aan

onderwerpen die in alle spellingmethodes voor basisonderwijs en voortgezet

onderwijs behandeld worden. Vier strategieën zijn voor het spellen belangrijk. Op

de eerste plaats de alfabetische strategie, het omzetten van klanken naar letters.

Als tweede is er de orthografische strategie, het toepassen van regels waarbij

gekeken moet worden naar de volgorde en positie van de letters. Hier vallen de

regels voor klinkerverenkeling en medeklinkerverdubbeling onder. De derde

strategie is de morfologische, het toepassen van het gelijkvormigheidsprincipe:

woorden of woorddelen houden in verschillende contexten vaak dezelfde vorm.

Hier vallen bijvoorbeeld de verlengingsregel en de regels voor de

werkwoordspelling onder. Tot slot is er de logografische strategie, het inprenten

van woordbeelden met een specifieke spelling, die niet gebonden is aan

Nederlandse klanktekenkoppelingen of regels. Grote aantallen leenwoorden waar

het Nederlands zo rijk aan is, moeten ingeprent worden.

Bijzonder geschikt voor het bevorderen van inprenting zijn de flitsoefeningen. We

hebben deze oefeningen ontwikkeld omdat vooral visuele previews belangrijk

blijken te zijn voor het verbeteren van de spellingvaardigheid. Zelfs kort oefenen

met visuele woordbeelden levert een aanzienlijke vooruitgang op (Proefschrift

Maartje Hilte 2009: Optimizing computer-based spelling exercises).

Achtergrond

Page 29: Muiswerk spelling voor de bovenbouw

Spelling voor de bovenbouw

Voor meer informatie en een demo:

www.muiswerk.nl

Telefoon 0297 – 361 664

E-mail [email protected]

Contact