PERWINKOEMAR MOHAN 1

Het prestatietraject van de leerlingen van de

basisschool in leerjaar 1 van het MULO uit voor

het vak rekenen en wiskunde die voor het vak

rekenen een onvoldoende hadden op de

toelatingsexamen

Mohan Perwinkoemar ICT in Education IOL

PARTCIPATIEF

ACTIE

ONZERZOEK

PAO

PERWINKOEMAR MOHAN 2

Voorwoord

Ter afronding van module 16, moeten wij studenten van ICT in Education van het IOL een paper schrijven.

Deze paper handelt over een onderzoek dat wij studenten van de bovengenoemde opleiding moesten

uitvoeren volgens het PAR onderzoek (Participatory Action Reasearch). Voor deze module heb ik besloten om een onderzoek te doen naar de prestatie van leerlingen op het

MULO die met een onvoldoende voor het vak rekenen slaagden voor de toets (toelating tot het secundair

onderwijs). Dit onderwerp heeft mij altijd bezig gehouden, maar om echt een onderzoek daaraan te

koppelen bleef ik steeds uitstellen. Ik heb vaker discussies gevoerd met collega’s, waarbij ik mijn eigen

mening had, maar conclusies trekken op basis van meningen zou uit den boze zijn. Module 16 heeft een

droom, een wens tot werkelijkheid doen veranderen. Voorts wil ik een aantal personen die meegewerkt hebben aan dit onderzoek bedanken voor hun geweldige bijdrage en participatie aan het onderzoek. Aan dit onderzoek hebben meegewerkt de volgende personen te weten: Mevr. Chietra Bandhoe, leerkracht Handelswetenschappen Mevr. Marilah Amatdanoeri, Leerkracht Wiskunde Verder nog de leerlingen Yash Sabiran, Joel Dorn, Jean Pierre Hartman, Florence Graanoogst, Geniva Haakmat, Chanesva With en Jastine Sussenbach. Ook wil ik de directeur van de R. D. Simonsschool, mevr. Consuela Schutte, bedanken voor haar verleende medewerking om het onderzoek op de bovengenoemde school te mogen uitvoeren. Ik hoop dat de resultaten van dit onderzoek andere onderzoekers kunnen inspireren om tot een vervolgonderzoek te komen.

Paramaribo, 9 juni 2017 Perwinkoemar Mohan

PERWINKOEMAR MOHAN 3

Inhoudsopgave

Pagina Voorwoord 1. Inleiding 4 2. Eye Openers 5 3 Uiteenzetting PAR Onderzoek 6 4 The Story of My Action Research Project 8

5 Conclusie 11

6 Bronnen 12

7 Bijlagen 13

PERWINKOEMAR MOHAN 4

1.Inleiding Het Participatief Actie Onderzoek (PAO), waarbij de respondenten ook mede-onderzoekers zijn en

mee kunnen beslissen om tot het eindproduct te komen, is de rode draad in dit werkstuk.

Dat het rekenonderwijs door leerlingen van de basisschool als moeilijk wordt ervaren is publiek geheim.

Leerlingen die moeite hebben met het vak rekenen vanwege allerlei redenen, komen op het MULO terecht

zonder dat het probleem verholpen is. In de wandelgangen hoor ik vaak de leerkrachten van de vakken

rekenen en wiskunde klagen, dat leerlingen die van de basisschool komen met een onvoldoende voor het

vak rekenen, minder presteren in vergelijking tot leerlingen met een voldoende. Als leerkracht

geschiedenis op het MULO wordt ik al zeker 10 jaren geconfronteerd met dit geklaag, zonder dat er een

officieel onderzoek daartoe is geweest. Tijdens module 16 konden wij, studenten van ICT in Education van

het IOL, kennis maken met het PAO onderzoek van Professor Randy Zichem en Professor Bieke

Abelhausen. Dit was voor mij een unieke kans om dit jarenlang geklaag te gaan onderzoeken middels de

richtlijnen van het PAO onderzoek.

Mijn onderzoeksvraag voor deze paper luidt alsvolgt: Hoe ziet het prestatietraject van de leerlingen van de basisschool in leerjaar 1 van het MULO uit voor het vak rekenen en wiskunde die voor het vak rekenen een onvoldoende hadden op de toelatingsexamen?

Om deze vraag beantwoord te krijgen moest ik het veld in voor onderzoek. Gelukkig kon ik dit onderzoek

op de school, waar ik zelf aan verbonden ben als leerkracht geschiedenis, uitvoeren. Ik kreeg alle

medewerking van de directeur om dit onderzoek te mogen doen. Echter werd ik geconfronteerd met een

aantal zaken die voor vertraging zorgden. De lerarenstaking van de onderwijsbonden m.n. de BVL en de

ALS, waarbij het onderwijsproces op de R. D. Simonsschool stil lag, was zeker een obstakel tijdens dit

onderzoek. Om tijd te winnen ben ik toen begonnen met een vooronderzoek, waarbij ik de

studentenadministratie van de leerlingen heb door genomen en data ten behoeve van mijn onderzoek heb

kunnen verzamelen. Deze data wordt in het hoofdstuk The Story of My Action Research Project

uitgebreid gedeeld met u. Nadat het onderwijsproces rond 15 mei 2017 genormaliseerd was, was het een

uitdaging om de juiste participanten te vinden. Leerlingen die slecht werken voor de vakken rekenen en

wiskunde weigerden te participeren in het onderzoek. Uiteindelijk heb ik alleen met leerlingen moeten

werken die over het algemeen goed werken voor de bovengenoemde vakken. Van oorsprong was ik

voorstander van een video interview, hetgeen ik met de leerlingen heb kunnen doen. Echter ben ik niet

helemaal tevreden met de antwoorden die voortgevloeid zijn uit de interviews. De leerkrachten hebben

geparticipeerd door te antwoorden op vragen die in de vorm van een enquéte was overhandigd.

Daarnaast hebben zij ook hun gedachten op papier gezet met betrekking tot het onderzoek, hetgeen een

aanzienlijke bijdrage is bij het onderzoek.

PERWINKOEMAR MOHAN 5

2. Eye Openers

Tijdens het onderzoek hebben de collega’s van handelswetenschappen en wiskunde enkele belangrijke

opmerkingen gemaakt. Chietra zei: “Je moet vakbekwame leerkrachten op de basisschool plaatsen voor

het vak rekenen”. Hierin kan ik me terugvinden, omdat het overgroot deel van de studenten die zich op de

pedagogisch instituten inschrijven, in de meeste gevallen zelf geen ster zijn geweest in het vak rekenen.

Om dan het vak rekenen op de basisschool te verzorgen als onderwijzer, heeft gevolgen voor het

rekenonderwijs op de basisschool. Dat het ministerie van onderwijs en cultuur in 2012 een nieuwe instapeis opperde voor de pedagogische

instituten, n.l. minimaal HAVO of gelijkwaardig, zou een belangrijke stap zijn naar vernieuwing van het

onderwijs. Dit zou volgens een artikel van Starnieuws (gedateerd 17 augustus 2015 in 2017) een feit

moeten zijn. Wat er met dit voorstel gebeurd is,is niet bekend. Voorts maakte Marilah een opmerking tijdens ons gesprek n.l. ”het rekenonderwijs van de basisschool

sluit niet aan op het wiskundeonderwijs op het MULO”. Ze haalde een voorbeeld aan dat het maken van

staartdelingen op de basisschool verschilt met die van het MULO. Ook het oplossen van breuken is zowel

bij wiskunde als bij rekenen een groot struikelblok.

PERWINKOEMAR MOHAN 6

3. Uiteenzetting van mijn PAR project Mijn onderzoek gaat over het prestatietraject van de leerlingen van de basisschool in leerjaar 1 van het

MULO uit voor het vak rekenen en wiskunde. Bij dit onderzoek heb ik 2 leerkrachten en 7 leerlingen van de

R.D. Simonsschool bereid gevonden om deelgenoot te zijn van het onderzoek. De personen die betrokken

waren bij dit onderzoek zijn: Mw. Chietra Bandhoe, leerkracht Handelswetenschappen

Mw. Marilah Amatdanoeri, leerkracht Wiskunde Verder nog de leerlingen Yash Sabiran, Joel Dorn, Jean Pierre Hartman, Florence Graanoogst, Geniva Haakmat, Chanesva With en Jastine Sussenbach.

De hoofdvraag van dit onderzoek luidt alsvolgt: Hoe ziet het prestatietraject van de leerlingen van de basisschool in leerjaar 1 van het MULO uit voor het vak rekenen en wiskunde die voor het vak rekenen een onvoldoende hadden op de toelatingsexamen?

Het onderzoek heeft plaatsgevonden op de R. D. Simonsschool. De R. D. Simonsschool is een

openbare MULOschool gelegen te Paramaribo aan de Simonsweg 7, een zijstraat van de Mw.

Scheidnert Howardstraat. De periode voor dit onderzoek vanaf data verzamelen tot het leveren van de paper was 20 maart 2017 t/m 5

juni 2017. Op 5 juni 2017 moest ik mijn final paper submitten in Canvas. Dit was niet haalbaar vanwege

onderwijsstakingen. Bij de terugkomdag van Module 16 hebben wij, studenten van ICT in Education cohort 1,

dit voorgelegd aan professor Randy Zichem. Hij had begrip voor de ontstane situatie,waarna wij uitstel kregen

om onze paper op 26 juni 2017 in te leveren. Om niet achter te blijven besloot ik in de periode van de

stakingen een vooronderzoek te doen, met name data te verzamelen van alle 98 leerlingen die in het eerste

leerjaar van de R. D. Simonsschool zitten. Hierbij heb ik data verzameld van de volgende zaken:

1. Toetscijfer van de 6e klas basisschool

2. Schoolcijfer van de 6e klas basisschool 3. Het gemiddelde rekencijfer op de Mulo 4. Het gemiddelde wiskunde cijfer op de Mulo

Deze datacollectie heb ik gemaakt in de periode 2 mei – 15 mei 2017. Nadat het onderwijsproces op 15 mei 2017 weer hersteld was, ben ik opzoek gegaan naar participanten voor het onderzoek. Hier werd ik geconfronteerd met het volgend probleem: De leerlingen die slecht werken voor het vak rekenen en wiskunde of een onvoldoende hadden op de toets

van het 6e leerjaar van basisschool waren niet bereid om deelgenoot te zijn van dit onderzoek. Uiteindelijk heb ik 6 leerlingen bereid gevonden voor het onderzoek. De prestatie van deze leerlingen bij de bovengenoemde vakken zijn goed tot matig te noemen. Bij de eerste ontmoeting met de leerlingen op 19 mei 2017 heb ik de leerlingen voorgehouden wat het

onderzoek inhoud en wat hun rol zal zijn binnen het onderzoek. Ook hield ik ze voor dat zij ook mede-

onderzoekers zijn. De leerkrachten heb ik tijdens de leswisseling gesproken op de gang vanwege de werk

PERWINKOEMAR MOHAN 7

drukte. De leerkrachten wilden hun bijdrage op papier zetten en inleveren. Bij de tweede ontmoeting

met de leerlingen op 25 mei 2017 heb ik ze aantal vragen op papier gegeven die zij thuis mochten

meenemen om zich voor te bereiden op een video interview. Hieronder enkele foto’s van onze

ontmoeting.

Voorts heb ik op maandag 25 mei een interview gedaan met de leerlingen. Alhoewel ik niet helemaal tevreden ben over de interviews, kan ik zeggen dat ik voldoende materiaal had voor het schrijven van deze paper.

De vragen voor de leerlingen 1. Hoe werk je voor het vak rekenen en wiskunde?

2. Indien goed of niet goed, wat zijn de cijfers die je gescoord hebt voor het vak rekenen in het eerste

en het tweede kwartaal? 3. Had je vanaf de lagere school moeite met het vak rekenen? 4. Wanneer heb je ondekt dat je veel meer tijd nodig had/hebt voor het vak rekenen? 5. Wat heb je er zelf gedaan om het vak te beheersen? 6. Heb je hulp gezocht om het vak beter te kunnen begrijpen? 7. Waar ligt volgens jou het probleem? 8. Hoeveel tijd besteed je per dag of per week aan het vak rekenen? 9. Wat was het cijfer dat je kreeg op de toets in vergelijking tot je schoolcijfer?

10. Doordat je slecht werkte op de lagere school voor het vak rekenen, heeft dat enig invloed op het

vak rekenen en wiskunde op de MULO? 11. Wat denk je zelf dat je zou moeten doen om beter te worden in de vakken rekenen en wiskunde? 12. Wat zou je anders doen om goed/beter te worden in deze vakken?

De vragen voor de leerkrachten Onderzoeksvraag: Hoe ziet het prestatietraject van de leerlingen van de basisschool in leerjaar 1 van het

MULO uit voor het vak rekenen en wiskunde die voor het vak rekenen een onvoldoende hadden op de

toelatingsexamen?

1. Hebben de bovengenoemde leerlingen moeite met uw vak? 2. Wat zijn de problemen die u ervaart met deze leerlingen?

3. Sluit het rekenonderwijs van de lagere school wel aan op het reken- of wiskundeonderwijs van

de MULO?

4. Wat zou volgens u de oplossing moeten zijn, om dit probleem tot het minimum te kunnen beperken?

5. Heeft u andere aanbevelingen ?

PERWINKOEMAR MOHAN 8

4.The Story of My Action Research Project

Officieel ben ik met mijn onderzoek gestart op 2 mei 2017, vanwege allerlei vertragingen die optraden

als gevolg van de stakingen van de onderwijsbonden. Toen ik op 2 mei door had, dat de school nog lang

niet zou aanvangen, begon ik met een vooronderzoek. In feite Ik heb de volgorde van het onderzoek

veranderd. Ik had mij voorgenomen om eerst de interviews te doen samen met de leerlingen, voordat ik

over zou gaan tot het maken van een analyse van de toetscijfers en de schoolcijfers, hetgeen vanwege

tijdnood niet gelukt is. In de periode 2 tot 12 mei heb ik de toetscijferlijsten van de leerlingen die dit

schooljaar op het MULO zijn ingeschreven, bekeken. Tot mijn verbazing kwam erachter dat uit de 98

leerlingen die ingeschreven zijn voor dit schooljaar op de R. D. Simonsschool in leerjaar 1, slechts 42

leerlingen een voldoende hadden op de toets voor het vak rekenen en 56 leerlingen een onvoldoende

hadden voor het vak rekenen. In procenten uitgedrukt hadden 43% een voldoende en 57% een

onvoldoende. Zie cijfers en cirkel diagram hieronder

Toets

Cijfers

Voldoende Onvoldoende

42 56

Na dit geconstateerd te hebben was ik benieuwd naar de schoolcijfers van deze leerlingen. Het gemiddelde cijfer van de leerlingen voor de gemaakte repetities. Het onderzoek wees uit dat 76

leerlingen uit de groep van 98 een voldoende hadden voor het vak rekenen en slechts 22 leerlingen een

onvoldoende. In procenten uitgedrukt hadden 78% van de leerlingen een voldoende. Dit resultaat

vertoonde een sterk contrast in vergelijking tot de toetscijfers.

Zie cijfers en cirkeldiagram

Schoolcijfers Basisschool

Voldoende Onvoldoende

76 22

PERWINKOEMAR MOHAN 9

Nu was het tijd om te kijken naar de cijfers (prestatie) van de leerlingen op de R.D. Simonsschool voor het vak rekenen en wiskunde. Uit de 56 leerlingen die een onvoldoende voor het vak rekenen hadden op de toets, blijkt 39 een onvoldoende te hebben voor het vak rekenen en slechts 17 leerlingen een voldoende. Zie hieronder de cijfers en cirkeldiagram

Rekencijfer MULO

Voldoende Omvoldoende

17 39

Het vooronderzoek was voor mij al een openbaring dat aantoonde dat hetgeen er reeds vooraf gesuggereerd werd, uitkwam. Het resultaat m.b.t. het vak wiskunde viel mee. Bij wiskunde bleek 30 leerlingen uit de groep van 56 een voldoende te hebben. Dat is 54% van het aantal leerlingen die op de toets een onvoldoende hebben.

Wiskundecijfer MULO

Voldoende Onvoldoende

30 26

Het onderzoek gaf mij een indicatie dat er voor het vak wiskunde veel beter gewerkt wordt dan voor het vak rekenen. Uit de interviews met de leerlingen kwam naar voren dat leerlingen die moeite hebben met het vak

rekenen en wiskunde vaak genoeg niet opletten in de klas. Ook stellen deze leerlingen geen vragen

tijdens de les. De aantekeningen worden ook niet correct overgenomen. Volgens Yash (respondent) lijkt

het alsof de leerlingen faalangst hebben. Mw. Chietra zegt:” de leerlingen moeten vanaf de lagere

aangepakt worden, door ze extra te laten oefenen en proberen middels de VPN methode het antwoord

uit de leerlingen te halen”.

Mevr. Chietra, de rekenleerkracht, geeft ook aan dat het zelfvertrouwen bij deze leerlingen terug

gebracht dient te worden.

Als aanbeveling geeft zij de volgende zaken mee:

Leerkrachten moeten leerlingen vaker becomplimenteren indien een zwakke leerling zich inzet. Volgens haar gebeurt dit te weinig.

Leerlingen plaatsen in differentiatiegroepen zodat de sterke leerlingen de zwakke leerlingen kunnen helpen.

PERWINKOEMAR MOHAN 10

Mevr. Marilah geeft aan dat de leerlingen die het vak rekenen slecht beheersen, vaak genoeg slecht zijn

met wiskunde, afhankelijk van het wiskundig onderwerp. Hieruit concludeer ik dat er bij wiskunde

onderwerpen zijn die veel rekenwerk vereisen terwijl andere onderwerpen meer over de theorie

handelen. Vandaar dat de leerlingen wat beter werken voor wiskunde in het 1e leerjaar van het MULO. Zowel de wiskunde- als de rekenleerkracht geven aan dat het rekenonderwijs van de lagere school niet

aansluit op die van het MULO. Op de basisschool werkt men met de nieuwe methode terwijl op de

MULO er nog steeds gewerkt wordt met de oude methode. Mevr. Chietra haalde een aantal zaken aan die zij als problemen ziet bij de

leerlingen van 1e leerjaar van het MULO m.b.t. het rekenonderwijs. 1. De leerlingen hebben moeite om breuken tot decimalen te maken.

2. Staartdelingen op de basisschool volgens de nieuwe manier introduceren, terwijl op het MULO nog

steeds op de oude manier wordt gehanteerd. 3. Slordigheidsfouten bij optellen, aftrekken en vermenigvuldigen. 4. De leerlingen hebben moeite met redactiesommen. 5. Aantekeningen en formules worden niet bestudeerd. 6. Leerlingen maken geen huiswerk.

Opmerkelijk is dat punt 1, 2, 4 en 6 ook door de wiskunde leerkracht als problemen wordt ervaren. Beide

leerkrachten zijn van oordeel dat de veranderingen binnen het onderwijs liever vandaag dan morgen

moet komen, gezien de resultaten boekdelen spreken. Chietra:”Dit kan alleen als de overheid een luisterend oor heeft voor het onderwijs” Volgens beide leerkrachten moeten de volgende zaken op korte termijn gerealiseerd worden:

Vakbekwame leerkrachten op de basisschool.

Kleinere klassen op de basisschool.

Vernieuwing van het onderwijs.

Tenslotte zegt Florence als respondent, dat de leerlingen meer tijd moeten besteden aan het studeren en minder met hun mobiel bezig moeten zijn.

PERWINKOEMAR MOHAN 11

5. Conclusie

Na het onderzoek te hebben gedaan kwam ik tot de volgende conclusie.

Gezien het feit dat er op de basisscholen niet met vakbekwame leerkrachten gewerkt wordt,

scheelt het aan de overdracht van de leerstof, hetgeen op lange termijn grote gevolgen heeft voor

de leerlingen. Onderdelen zoals breuken, staartdelingen, redactiesommen, die door de leerlingen

als moeilijk worden ervaren, zouden door de vakbekwame leerkracht op de basisschool

opgevangen kunnen worden. Het mobielgebruik door leerlingen op de scholen die als negatief

wordt ervaren zou juist geïncorporeerd moeten worden in het onderwijs als ICT tool, om het

onderwijs aangenamer te maken voor de leerlingen en de leerlingen te leren hoe hun mobiel

nuttig te gebruiken.

Uit het het onderzoek blijkt dat heel veel leerlingen op de toets slecht werken voor het vak rekenen

terwijl hun schoolcijfer (gemiddeld repetitiecijfer) heel hoog is. Dit roept vragen op met name:

worden de repetities makkelijker opgesteld of wordt de leerstof alleen voor de repetitie

bestudeerd? Is de leerstof van de toets teveel voor de leerlingen? Dit is zeker een verder onderzoek

op landelijke niveau waard. Vast staat dat het rekenprobleem doorwerkt naar de MULOschool. Dat

er voor het vak wiskunde wat beter wordt gewerkt, komt omdat er in het 1e leerjaar van het MULO

wiskundige onderdelen voorkomen met veel theorie. Bij deze onderdelen wordt er goed gewerkt

terwijl er veel wordt geknoeid bij de onderdelen met heel veel rekenwerk. Omdat er een gemiddeld

cijfer wordt gehanteerd bij de overgang lukt het de leerlingen wel om een matig cijfer te behalen

voor deze vakken.

Ik spreek de hoop uit dat dit onderzoek aangegrepen wordt voor een verder onderzoek in het

belang van het kind.

PERWINKOEMAR MOHAN 12

6.Bronnen

Literatuur

Artikel:

Hogere instroomeisen Pedagogische Instituten in planning

http://www.starnieuws.com/index.php/welcome/index/nieuwsitem/30755

Video Interview

Respondenten:Yash, Chanesva, Geniva, Joel, Jean-Pierre en Florence

Datum: maandag 25 mei 2017

Locatie: R. D. Simonsschool

Enquête respondenten

Mevr. Marilah Amatdanoeri

Mevr. Chietra Bandhoe

PERWINKOEMAR MOHAN 13

7. Bijlagen

Compilatievideo van het interview met de leerlingen

Youtube link:

https://youtu.be/YBeKkj0Q01c

Enkele foto’s van sterke statements uit het onderzoek

PERWINKOEMAR MOHAN 14