Mijn stage bij antonuishof
description
Transcript of Mijn stage bij antonuishof
Mijn stage bij Mijn stage bij antonuishofantonuishof
Naam: sharon van neijhofNaam: sharon van neijhof
Klas: bruinKlas: bruin
Jaar: 2005Jaar: 2005
Typ bij * de naam van het bedrijf
Typ hier je eigen naam
Typ de klas waar je nu zit
Typ het jaar waarin je stage loopt
Woonzorgcentrum antoniushofWoonzorgcentrum antoniushof
Adres: vredesplein 100
Plaats: waalwijk
**Wat voor bedrijf is het ?
Een bouwbedrijfEen magazijnEen autobedrijfEen bedrijf in de groenvoorzieningEen technisch bedrijfEen winkelEen bedrijf in de horecaEen schoonmaakbedrijfEen tuinbouwbedrijfEen hotelEen bakkerijEen ziekenhuisEen bedrijf voor technisch onderhoudEen klussenbedrijfEen timmerbedrijfEen schildersbedrijfEen kitbedrijfEen drukkerijEen produktiebedrijf
Hier kun je een foto van het bedrijf invoegen
* Typ de naam van
het bedrijf
Mijn stagedagen: donderdag & vrijdag
Mijn eerste stagedag: 1 sep
Mijn werktijden: van 8:15 / 17:00
Mijn pauzes: 10:00 / 12:15 / 15:00 vrijdag 10:00 12:00
Mijn werkzaamheden:
-schoon maken
-werken met ouderen
-reinigen van badkamers
-helpen met mensen naar benden te brengen
-brood rond brengen enz .
Waarom is deze stageplaats gekozen ?
Ik het wel leuk zou vinden om met oudere mensen te werken
Ik help graag mensen
Omdat dit de beste stage plek was voor mij
Bedenk 3 eerlijke antwoorden
Hierop let mijn stagebegeleider:
- Of ik alles op tijd vraag
- Of ik goed samen werk
-Of ik goed kan luisteren
Noem 3 dingen
Bijvoorbeeld:- of ik op tijd kom- of ik nauwkeurig werk- of ik vraag als ik iets niet weet- of ik al zelfstandig kan werken- of ik goed kan samenwerken- of ik goede werkkleding heb- of ik op tempo kan werken- of ik klanten goed help- of ik goed kan luisteren
Misschien mag je hier een fotovan je stagebegeleider invoegen.(wel eerst aan hem/haar vragenof het goed is)
Welke nieuwe vaardigheden heb ik geleerd ?
Ik weet nu, hoe ik met collega’s moet om gaan
Ik weet nu, hoe ik het allemaal moet schoonmaken
Ik weet nu, hoe het daar allemaal aan toe gaat .
Denk aan het gebruik van
-Computers
-Machines
-Gereedschap
-Codes
-Bonnen
-Afspraken op het werk
-Omgaan met de collega’s
-Werkkleding
Einde