Men of the World - WordPress.com › 2016 › 11 › ... · 1056 Harry: ‘Boer zoekt vrouw’....

Wereldburgers

(Men of the World)

Van John Godber (Vertaling: Gie Beullens)

Dit werk mag slechts worden opgevoerd na voorafgaande schriftelijke toelating van

AUTEURSBUREAU ALMO bvba

Jan Van Rijswijcklaan 282

B-2020 Antwerpen

Tel 03/ 260.68.16 - Fax: 03/2169532

E-mail [email protected]

www.almo.be

mailto:[email protected]

http://www.almo.be/

Wereldburgers – John Godber (vert. Gie Beullens)

1

PERSONAGES

Harry een oude mannelijke buschauffeur

Frank een vrouwelijke buschauffeur van middelbare leeftijd

Tutte een mannelijke buschauffeur van middelbare leeftijd.

Die onderling ook de volgende rollen spelen:

Saskia dame, 79

Doris oude dame, 80

Jeanne zieke dame, 79

Ward gepensioneerde mijnwerker, 68

Leon gepensioneerde mijnwerker, 70

Bernard gepensioneerde mijnwerker, 67

Henri gepensioneerde mijnwerker, 72

Lieve herstellend van een open-hart-operatie, 72

Martijn man van middelbare leeftijd.

Maria moeder van Martijn, 63

Martine chique ex-zaakvoerster

Caroline chique ex-zaakvoerster

Edmond homoseksuele bell-boy

Claude homoseksuele bell-boy

Belle een animatrice uit een club

Het stuk werd voor de eerste keer opgevoerd in het ‘Lyceum theater’ te Sheffield in

september 2002. De première in België gebeurde in “Theater Korenmarkt” in 2007.


2

1e BEDRIJF

(Een grote vierkante opzet, die wat hoogbouw eromheen suggereert. Achteraan

zijn er twee deuren. Op de ganse scènevloer zien we een zelfde tekening. Deze

tekening suggereert een landkaart van het Europese wegennet, waarop

plaatsnamen slechts met moeite te lezen zijn en de snelwegen lichtjes zijn

opgelicht. De scène staat vol met koffers en op sommigen ligt er ook een

overjas.)

(Muziek. Frank komt op. Ze is een aantrekkelijke vrouw van in de 40. Ze

draagt twee koffers de scène op. Als ze de koffers neerzet begint ze vrij en

vrank tegen het publiek te spreken.)

1001 Frank: Verrassingsreizen! Ge zou verwachten dat ze de wereld zouden rondreizen.

Bekijk me die groep maar eens! Het is enkel: één nachtje in Blankenberge!

Iedereen op de bus weet dat al, dus zo’n verrassing zal het wel nooit meer

worden. Er was zelfs een vrouw uit Herentals die belde om te vragen waar die

verrassingsreis naartoe ging. Ze wou niet boeken tot Danny het haar verteld

had!

1002 Tutte: (op, een smalle, maar handige man, ook in de veertig. Hij gooit twee koffers

neer.) Klootzakken! (draait zich om en verdwijnt weer.)

1003 Frank: Dat is Tutte. Hij zegt niet veel, maar toch weet ge dat hij er is. Hij houdt niet

zo van die ‘verrimpelde’ groepsreizen, Ik denk dat Danny hem er daarom

speciaal voor uitkiest. Gewoon om hem de duivel aan te doen. Zijn maat

Johnny Chippendale doet gewoonlijk de Spaanse tours. En dat zou Tutte

eigenlijk ook wel willen, zo’n bus vol zestienjarige meisjes en ongetrouwde

moeders. Dat is je van het voor Tutte!

1004 Harry: (komt op. Hij draagt twee koffers en nog een reistas onder zijn arm. Hij rookt

een sigaret en zweet al.) We zijn er bijna, Frank... (Hij zet zijn koffers neer en

blijft even staan voor een lange trek aan zijn sigaret.)

1005 Frank: Dat is Harry. Happy Harry noemen we hem... Ik weet wel niet waarom!

Misschien omdat hij zo’n ouwe brombeer is. Hij rijdt al zo lang dat niemand

nog weet van wanneer. Vroeger heeft hij nog bij Lauwers gewerkt. Hij deed er

de schoolbussen. Geen gezever bij Harry. Ze zeggen dat hij nog bij de Para’s

geweest is, maar volgens mij heeft hij dat zelf uitgevonden, zodat ze hem met

rust laten.


3

1006 Harry: (trekkend aan zijn sigaret) Mmm...

1007 Frank: Hij heeft maar één zwakte onze Harry,... hij dweept met Koen Crucke. Als hij

echt bij de Para’s was dan moet hij bij de amusementsdivisie gezeten hebben,

als zoiets bestond. Hij zou er zanger of zo kunnen geweest zijn. Waarschijnlijk

was hij dan “Don Quichot”, een spokenjager uit de musical “de man van La

Mancha”. Wat die man allemaal voor onzinnigs over Koen Crucke weet te

vertellen... Hij is geen kwade kerel, onze Harry, voor iemand die denkt dat hij

“Don Quichot” is!

1008 Harry: (trekt nog eens aan zijn sigaret) Prachtig... (Tot Frank) We zijn er bijna... (Hij

gaat nog wat koffers halen)

1009 Frank: We zijn er bijna? Ze hadden hem beter zo genoemd, want dat is wat hij altijd

zegt!

1010 Harry: (afgaande) We zijn er bijna... (af.)

1011 Frank: De firma heet nu Klauwaerts, voor het geval ge zoudt willen reserveren.

Voorheen was dat ‘Omega Travel’, daarvoor ‘East Coach Travel’ en daarvoor

dan weer ‘Danny Willekens Cars’. En ‘Danny cars’ daar dan nog eens voor.

Oh ja, en ik ben Frank... neen, vraag het me niet, ge zou het toch niet willen

weten! Vroeger ben ik ondermeer vijf jaar bij de marine geweest. Van alles aan

het leren en me nergens in aan het bekwamen.

1012 Tutte: (op met nog meer koffers. Hij smijt ze neer.) Wat steken die daar allemaal in,

zeg?

1013 Frank: Maar het is gewoon een job als een andere. Met honderd en één verhalen!

Sommige raken je… en andere niet…

1014 Tutte: (met de valiezen) Wat denken ze wel dat we zijn?

1015 Frank: Zo was er die reis naar Praag, waar we die kerel kwijt raakten in Dresden...

Daar was dat toch, hé Tutte?

1016 Tutte: Wat?

1017 Frank: Die vrijgezellentrip naar Praag, waar we die kerel kwijt zijn geraakt?

1018 Tutte: Dat was verdomme één van op mijn bussen! Men dacht dat het een soort spion

of zo was.

1019 Frank: Maar dat was hij niet, hé?

1020 Tutte: Bijlange niet, hij werkte voor een plastiekfabriek in Tessenderlo, voor zover ik

weet.


4

1021 Frank: Tutte heeft dat altijd voor. Wat was er weer met die vrouw op die reis naar

Canterbury?

1022 Tutte: Wel, die blies haar laatste adem uit toen ze de ferry opslofte. Van de

inspanning…

1023 Frank Hij krijgt altijd de “specialekes”!

1024 Tutte: Ik wist niet wat ik met haar moest doen. Dus we dragen haar terug naar de lift

en gaan terug naar de check-in… Wij staan daar met haar in onze armen, de

deuren van de lift gaan open en wie staat daar? Haar zuster. En die was

tweeëntachtig. Die kreeg daar ter plaatse een hartaanval. Ze hebben ze samen

begraven.

1025 Frank: Hey, ik heb vrouwen van zestig gezien die met moeite op de bus naar Parijs

geraakten, maar die er de tijd van hun leven beleefden. Ze dachten dat ze

nieuwe Pamela Anderson waren of zoiets… maar ik zal nog eens wat zeggen:

ik heb daar respect voor!

1026 Tutte: Hun leeftijd, dat is er maar één ding van!

1027 Frank: Ja, ‘t is raar, er gebeurt altijd wel iets... zoals verleden keer... “Een week naar

de Rijnvallei”.

1028 Tutte: Sociale gevallen...

1029 Frank: Zo noemt hij ze...

1030 Tutte: Mensen die niks hebben...!

1031 Frank: Die graag goedkoop op vakantie willen...

1032 Tutte: Een bende onnozelaars als ge ‘t mij vraagt, maar als zij zo hun geld willen op

doen…

1033 Frank: Ze zorgen voor uw loon…

1034 Tutte: Ze zouden ze moeten afmaken, vind ik!

1035 Frank: Dat meent hij niet, hoor!

1036 Tutte: Toch wel…. Ge moet alles voor hen doen. Ze doen niets anders dan klagen en

als het warm weer is stinken ze… echt waar! Ze vervelen u te pletter tot

voorbij Keulen met hun gezang. Het lijkt wel het Vlaams nationaal zangfeest.

Ze zagen allemaal op die reizen naar de Rijnvallei. Danny zou dat zo moeten

adverteren, als “Vijf dagen zagen in Duitsland”. Er komt een punt waarop ge

zegt: genoeg is genoeg. Drieënzeventig of vierenzeventig, afschieten!

1037 Frank: Dan moet ge de helft van het parlement afschieten.

1038 Tutte: Die moeten het eerst afgeschoten worden.


5

1039 Frank: Dat had Harry zijn laatste reis moeten worden.

1040 Tutte: Hem mogen ze ook afschieten…

1041 Harry: (op met nog een paar koffers. Hij smijt ze neer.) We zijn er bijna, Tutte.

1042 Frank: Een vijfdaagse naar Heidelberg, met een opvoering van de operette “de

bedelstudent” inbegrepen, hé Harry.

1043 Harry: Dat vond ik nu nog eens een goede reis, zie! Wat anders dan zo’n klote

verrassingsreis.

1044 Tutte: Ik zou hen eens graag een echte verrassingsreis bezorgen... Ik zou naar de zee

rijden, maar ik zou er niet stoppen. Ik zou ze er recht in rijden. Dat zou pas een

verrassing voor ze zijn.

1045 Harry: Oh ja, dat was een goede reis... met fantastische mensen,... die verdomme nog

eens goede smaak hadden. Er waren een paar toffe bij. Lieve en Henri van

Heverlee bijvoorbeeld. Daar kon ik heel goed mee opschieten. ‘Carmen en

Xavier’ noemde ik die twee. En dan die drie oude kerels uit Genk?

1046 Frank: Ward, Leon en Bernard, gepensioneerde mijnwerkers!

1047 Harry: ‘De Marx brothers’ noemde ik hen. Die Ward was een “echte”; er was niets

goed voor hem!

1048 Tutte: Verdomde klagers, allemaal...

1049 Harry: Wie was er nog?

1050 Frank: Saskia, Jeanne en Doris van Beveren!

1051 Harry: ‘De Beverse K3’...

1052 Frank: En wie nog...?

1053 Tutte: Die kleine met zijn moeder …

1054 Frank: Martijn!

1055 Tutte: Hij was ouder dan ik! En nog met zijn moeder op reis? Daar zijn kosten aan,

aan de die!

1056 Harry: ‘Boer zoekt vrouw’. Wanhopig op zoek.

1057 Tutte: Maar hij heeft het toch maar voor elkaar gekregen; dat is meer dan van

sommigen kan gezegd worden!

1058 Frank: En dan waren er die twee van Wijnegem, wiens boetiek failliet was gegaan.

Martine en Caroline.

1059 Tutte: Dat waren Lesbo’s, die twee!

1060 Harry: ‘Mooi en meedogenloos’!

1061 Frank: Ja, dat was lachen geblazen!


6

1062 Tutte: Het was een reis zoals alle anderen...

1063 Harry: (nagenietend) Dat was een goede, de die. Ik heb veel nagedacht op die reis.

1064 Tutte: Dat was dan ook voor de eerste keer!

1065 Frank: We waren al te laat op de eerste opstapplaats.

1066 Harry: Hij was nog wat met Danny blijven discuteren over de Spaanse ritten …

1067 Tutte: Och ja, dat herinner ik me... Er was Saskia, die maar één long had, maar nog

rookte als een turk. En die twee anderen hingen aan haar lippen bij elk woord

dat ze sprak…

(Een streep muziek. De lichten veranderen en brengen de voorscène in beeld.

Frank, Tutte en Harry dragen nu sjaals op hun hoofd en handtassen. Ze

kunnen ook een paar overjassen dragen van diegene die eerst over de koffers

lagen. Ze zijn nu de drie oude vrouwen waarover ze spraken. Frank speelt

Saskia. Tutte speelt Jeanne en Harry speelt Doris. Ze zijn aan het wachten op

de Klauwaerts-bus. Saskia rookt. De andere twee kakelen en kijken rond

terwijl de muziek outfade)

1068 Saskia: Weeral te laat.!

1069 Doris: Mmmm...

1070 Jeanne: Al twintig minuten...

1071 Doris: Mmmm...

1072 Jeanne: Mijn voeten zwellen op... Ik kan ook niet zo lang recht staan!

1073 Saskia: Wellens cars zijn nooit te laat...

1074 Doris: Neen...

1075 Jeanne: Neen! Die zijn nooit te laat, de die...

1076 Saskia: Wellens cars, ja die zijn nooit te laat!

1077 Doris: Neen, hé, die zijn dat niet,?

1078 Jeanne: Wel, ik heb toch nooit geweten dat ze te laat gekomen zijn.

1079 Saskia: Maar deze is wel te laat...

1080 Jeanne: Al twintig minuten!

1081 Doris: We overnachten in Rotterdam, hé?

1082 Saskia: Ja, we slapen eerst in Rotterdam...

1083 Jeanne: Ik ben al eens in Rotterdam geweest, vroeger, met Marcel…

1084 Saskia: Ja!

1085 Jeanne: Ik vond het maar niks...

1086 Saskia: Neen...?


7

1087 Doris: Och, ‘t is maar voor één nacht.

1088 Saskia: Ze zijn toch maar weer eens te laat.

1089 Jeanne: (alsof ze het zich juist bedenkt) Ja, hé?

1090 Saskia: Ach ja, mijn Tom zei altijd, als ge ouder wordt moogt ge u langzamer haasten.

1091 Doris: Zo is dat!

1092 Saskia: U langzaam haasten, zei hij altijd!

1093 Doris: Dat is waar!

1094 Saskia: Wij moeten ons voor niks haasten...

1095 Doris: Dat is waar!

1096 Saskia: Ik bedoel maar, waar zouden wij ons nog voor moeten haasten, hé?

1097 Doris: Vandaag zeker niet!

1098 Saskia: We moeten ons voor niks haasten...

1099 Jeanne: (Jeanne ziet in de verte de bus aankomen) Is ze dat?

1100 Saskia: Ja, dat is ze…

1101 Doris: Daar is ze dan!

1102 Saskia: Dat is die van ons, meisjes… Vijf dagen Heidelberg. Als ik geen koekoeksklok

meebreng, eet ik mijn hoed op.

1103 Jeanne: Is dat die van ons?

1104 Saskia: Dat is die van ons, Jeanne, ja…

1105 Jeanne: Mijn voeten zijn al dik en we zijn nog niet vertrokken.

1106 Saskia: O, ze zit al over haar voeten bezig en we zitten nog niet op de bus, verdomme!

(Een streep muziek. Het licht gaat helemaal op. Saskia, Jeanne en Doris doen

hun sjaaltjes en handtassen af. Harry, Tutte en Frank komen weer te

voorschijn.)

1107 Tutte: Het was hun eerste keer met Klauwaerts en het waren gepatenteerde klagers,

dat kondt ge zo aan ze zien.

1108 Harry: Ze zaten bovenop de wielen, dat was het eerste probleem... En het tweede

probleem was...

1109 Frank: We waren Wellens Cars niet!

1110 Harry: We pikten de Marx brothers op aan het winkelcentrum van Genk.

(Een streep muziek. Het licht verandert weer en brengt een andere plaats op de

scène in beeld. Hier zien we Harry, Frank en Tutte Ward, Leon en Bernard

worden. Dit gebeurt door de drie mannen een pet te bezorgen. Ze zitten op de

bus te wachten. Frank speelt Leon. Harry speelt Ward. Tutte speelt Bernard.)


8

1111 Ward: ‘t Is maar, Bernard, dat het uw spaarcenten zijn. Hé Leon? Daar hebt ge heel

uw leven moeten voor werken….

1112 Leon: Ge moogt gerust zijn!

1113 Ward: Zo hadt ge dat gepland en kijk nu wat er van gekomen is…Dat wil ik alleen

maar zeggen…

1114 Bernard: Het draait altijd om geld, Ward!

1115 Ward: Zo is dat! Ik bedoel maar, kijk naar mij. Ik moet niets meer verwachten. Niets

om verder te leven! Ik heb sinds die van ons is gegaan, het huis afbetaald, heb

een beetje opzij gelegd zodat ze me kunnen begraven en een beetje om de hort

op te gaan, zoals dit hier… en dat is alles!

1116 Leon: Wel ja...

1117 Ward: Ge hebt er uw hele leven voor gewerkt, maar dat betekent niets meer? We

tellen niet meer mee, zeg ik je.

1118 Bernard: Ja ja, maar zo zijn er velen,Ward...

1119 Ward: En dat bedoel ik nu juist, zie. Het gaat over het verenigen van het werkvolk. Er

zijn er veel van ons in dezelfde situatie, maar we hebben niks meer te zeggen,

hé...

1120 Leon: De bus is daar...

1121 Ward: Dat is toch zo, hé?

(De drie mannen staan langzaam recht. Dit is duidelijk een pijnlijke beweging

voor hen, als ze een lange tijd gezeten hebben en daardoor verstijfd zijn

geraakt. )

1122 Bernard: Ja, dat is ze! O god...

1123 Leon: Ooooo!

1124 Ward: En dat is verdomd nog een ander ding? Niemand heeft u gewaarschuwd voor al

die verrekte probleempjes of pijnen die er nog bijkomen. ’t Is, godverdomme,

een samenzwering, zeg ik je.

1125 Bernard: Awel ja, dat zou best wel eens kunnen, Ward!

1126 Ward: Ik zeg u dat het een samenzwering is. De werkman moet alles geven, maar

krijgt er de kloten voor terug!

1127 Bernard: Inderdaad, zo is dat!

1128 Ward: Ik bedoel maar, zoudt ge twintig jaar geleden blij geweest zijn als ge met zo’n

busreis kon vertrekken? Ja, mijn voeten. Daar zouden we niet voor gespaard

hebben, hé?


9

1129 Bernard: Twintig jaar geleden gingen we nog met de mutualiteit op reis...

1130 Ward: Dat weet ik ook wel, maar we hebben geen zekerheid meer, wil ik maar

zeggen... Het draait altijd om geld… Als het aan mij lag, zou ik de intresten

niet zo laag houden!

(Het licht verandert. Harry, Tutte en Frank nemen hun pet af en zijn weer

zichzelf.)

1131 Tutte: We moeten die drie in het oog houden. Ik heb tegen Harry gezegd: "Als we

niet oppassen komen die aan in Duitsland en willen ze van daar de rest van

Europa veroveren". Het waren zogezegd goede vrienden, maar ze hadden een

rare manier om dat te tonen!

1132 Harry: Van Genk tot Heverlee, één van onze oudste haltes, om twee koppels op te

pikken...

1133 Frank: Maria en haar zoon Martijn.

1134 Tutte: Martijn was vierenzestig jaar en zei nooit iets, maar aan de opstapplaats sprak

zijn moeder over hem alsof hij zo grappig was als Jacques Vermeiren!

1135 Frank: (zet een hoed op) Ik vond het een schatje!

1136 Tutte: (trekt een muts over zijn oren) Ik geloofde geen woord van wat ze zei en zijn

anorak kon mij ook al niet overtuigen!

(De lichten veranderen.)

1137 Maria: O, ik weet dat hij er een stille uitziet, maar ge zoudt nog eens kunnen

verschieten als hij op de bus zit. Zet hem in godsnaam niet in gang, want als hij

begint kan hij niet meer stoppen. Is ’t niet waar, jongen?

1138 Martijn: Neen!

1139 Maria: Hij doet u in uw broek pissen van het lachen, hé?

1140 Martijn: Ja ja!

1141 Maria: Hij heeft op het gemeentehuis van Heverlee gewerkt, hé?


1143 Maria: En de verhalen waar hij mee thuis kwam, olala.


1145 Maria: Dan liggen we plat van het lachen, is het niet?

1146 Martijn: Ja ja.

1147 Maria: En eten? Hij eet twee keer zoveel als een varken. Is het niet waar?

1148 Martijn: Ja ja, ik kan goed eten!

1149 Maria: Vierenzestig... en ik was zijn haar nog altijd zelf. Allez, af en toe, hé? .


10

(Maria en Martijn gaan naar achter. Harry pakt hun koffers op en gaat ook

naar achter.)

1150 Harry: Dan hadden we Lieve en Henri nog, beiden in de zeventig! Dit was de eerste

keer sinds jaren dat ze nog eens op een busreis zaten. Het was ook de eerste

keer dat ze ergens naartoe gingen sinds negen maanden! Ze waren net als

Carmen en Xavier; zij gooide naar hem enkel bloemen… maar met de potten

nog aan vast…

(Als het licht verandert, worden Tutte en Frank Lieve en Henri. Henri draagt

een baseballpetje waarop “San Francisco" staat. Lieve draagt een bril en

beweegt uiterst behoedzaam. Ze zijn in de zeventig.)

1151 Lieve: Ik wou eigenlijk niet komen, om eerlijk te zijn. Sinds de laatste keer dat we

weggingen, twee jaar geleden naar Fuengirola, ben ik nog niet van het een en

ander bekomen. Als het mijn hart niet is, is het mijn maag...

1152 Henri: Begin niet over al uw kwalen te vertellen, Lieve, we willen vandaag nog

aankomen...

1153 Lieve: Hebt ge met ons Annick gebeld?

1154 Henri: Ik heb met haar gebeld, ik heb haar gezegd dat we hier zijn...

1155 Lieve: Zij wou dat we dit deden.

1156 Harry: Zullen we maar eens instappen?

1157 Lieve: Ik hoop dat ik niet op het wiel zit. Ik kan dat niet verdragen. Ik heb eens op een

wiel gezeten als ik naar Oostende ben gereden en ik ben er nog niet goed van.

Mijn evenwicht is er door aangetast!

1158 Harry: Ge zit helemaal vooraan. Maar we hebben maar één toilet, dus als ge kunt

zorgen dat ge niet teveel moet…

1159 Lieve: Wel, dat is maar goed ook, want als hij erop gaat kunt ge hem er met geen

stokken vanaf krijgen!

1160 Henri: Dat wil hij toch allemaal niet weten...

1161 Lieve: Hoe weet gij nu wat hij niet wil weten?

1162 Henri: Ik weet dat ook niet...

1163 Lieve: Hoe lang moeten we rijden?

1164 Harry: Minder lang dan ge denkt...

1165 Lieve: Drie bussen? We moeten zeker nog heel wat andere mensen gaan oppikken?

1166 Harry: Ga nu maar zitten en geniet van de video. We zullen er zijn voor ge het weet...

1167 Lieve: Welke is het?


11

1168 Harry: The sound of music.

1169 Lieve: The sound of music? Ik zou erin meegespeeld kunnen hebben! Ik heb die al

zoveel keer gezien!

1170 Harry: Dat is toch niet erg, het is toch een goede, hé?

1171 Lieve: Het is een triestige!

1172 Henri: Leven met jou is dat ook! Komaan, stap nu al maar op!

1173 Lieve: We mogen niks dragen, we zijn er allebei slecht aan toe! Ik had nooit gedacht

dat het ooit zo ver zou komen, maar…

(Het licht verandert weer. Lieve en Henri verdwijnen en Frank en Tutte komen

tevoorschijn, als Harry hun koffers opneemt en ermee naar achter gaat en ze

in bagagehouder rangschikt.)

1174 Harry: We zijn er bijna... nog één en we zijn weg…

1175 Tutte: O ja, op de mijne is de koffiemachine kapot; dus dat moeten we nog oplossen...

1176 Frank: We reden door naar Roeselare en pikten steeds maar meer mensen op.

1177 Harry: Ik heb zelfs ooit eens tot Tongeren mensen opgepikt voor een shoppingsreis

naar Maasmechelen.

1178 Frank: In Wijnegem haalden we de laatste twee op... nadat we ze met moeite hadden

gevonden.

1179 Tutte: Men zegt dat er elke minuut wel één geboren wordt. In dit geval bleken dat er

twee te zijn geweest.

(Gedurende het volgende wordt Tutte Martine en Frank Caroline, door beiden

een mooi hoedje op te zetten)

1180 Harry: Martine en Caroline waren zussen. Ze dachten dat ze iets beter waren dan de

anderen… maar we ontdekten dat hun winkeltje failliet was gegaan en dat alles

wat ze bezaten, dat was wat ze aanhadden...

(Martine en Caroline spreken mooi Nederlands met een dialectische

ondertoon.)

1181 Caroline: Ik dacht dat we moesten wachten bij Jespers!

1182 Harry: Aan de bushalte!

1183 Martine: Ik had het nog zo gezegd... maar Caroline dacht bij Jespers…

1184 Caroline: Ik had met die madame van het bureau gesproken...

1185 Martine: Ze dacht dat het bij Jespers was.

1186 Caroline: Wel ja... maar dat was omdat dat mens mij dat gezegd had en zodoende dacht

ik dat jullie daar op ons zouden wachten…


12

1187 Martine: Op welke zitten wij...?

1188 Harry: Jullie zitten bij den Tutte... Derde bus, daar achteraan. Hij is een toffe kerel,

den Tutte. Ge zult u bij hem goed amuseren.

1189 Caroline: Is er al koffie? Ik ben uitgedroogd.

(Tutte en Frank worden weer zichzelf. Harry zet weer een paar koffers in het

kofferrek.)

1190 Tutte: Bedankt voor die twee! Zo zot als een achterdeur, alle twee!

1191 Harry: En wij de snelweg op! Langs de Antwerpse ring en dan de richting Holland,

naar waar de Rijn in de Noordzee stroomt.

1192 Frank: Eerste stop: het tankstation Hazeldonk west...

1193 Tutte: We reden als konvooi over de E19 met drie volle bussen …

1194 Frank: Terwijl de passagiers zich installeerden in hun ongemakkelijke zeteltjes...

1195 Harry: Op de mijne begonnen de Beverse K3-meisjes te zingen. Ge weet altijd dat het

een goede reis gaat worden als ze rap beginnen te zingen!

(Het licht verandert. Harry, Tutte en Frank zitten in een spot. Ze beginnen te

zingen: “We reden met een zucht”, zoals de personages op Harry’s bus

hadden gedaan. Ze amuseren zich rot. Gedurende de volgende

lichtverandering gaat Frank af. We zijn nu in het tankstation van Hazeldonk.

Harry steekt een sigaret op. Tutte staat recht…)

1196 Tutte: Uw laatste tour, dus?

1197 Harry: Ja, mijn laatste!

1198 Tutte: Al gedacht wat ge daarna gaat doen?

1199 Harry: Ik denk dat ik en die van ons eens met zo’n bus ga meegaan!

1200 Tutte: Tof.

1201 Harry: Oh ja, alleen het beste van het beste is goed genoeg...

1202 Tutte: Een echte vakantie voor een buschauffeur, hé?

1203 Harry: Ik weet nog niet wat ik ga doen, om eerlijk te zijn. Ik heb de hele wereld al

gezien, er blijft niets meer over. Ik zal uiteindelijk nog in Nieuwpoort

belanden, om er wat te gaan vissen.

(Een kleine pauze.)

1204 Tutte: Waar is diegene die ge nog mist?

1205 Harry: Frank is gaan kijken op de toiletten!

1206 Tutte: Er is altijd wel één van jouw bus verloren gelopen, hé? Wat doet ge er toch

mee, Harry? Zingt ge voor hen?


13

1207 Harry: Het zou het tankstation te Hazeldonk West niet zijn, als ik er geen miste, hé?'

1208 Tutte: (kijkt naar het voorbijrazende verkeer.) Hebt ge al eens gezien hoe laag ze hier

allemaal vliegen, de onnozele zotten? En de helft zit dan nog te telefoneren.

Altijd en overal racen. (Frank is Saskia geworden, achteraan, en komt nu op.)

Daar is ze, zie... Ze heeft zichzelf tienduizend sigaretten gekocht! De onnozele

trut….

1209 Harry: Gij zult ook nog zo worden...

1210 Tutte: Ik maak me waarschijnlijk eerder van kant...

1211 Harry: Komaan, Saskia liefje, we staan hier!

1212 Saskia: Ik zat op de verkeerde bus…

1213 Harry: Probeerde ge te ontsnappen?

1214 Saskia: Ik zat op de verkeerde bus… Ik ging eventjes naar het toilet en ik stapte op de

verkeerde bus.

1215 Harry: Allez, wat ge nu zegt?

1216 Saskia: Ze wachten nooit op mij!

1217 Harry: Wij anders wel...

1218 Saskia: Ik dacht dat Jeanne er nog was, zie je. Ik dacht dat ze iets gekregen had, dus

keek ik onder de deuren om haar voeten te kunnen zien. Omdat ze gezegd had

dat die aan het opzwellen waren, hé. Dus boog ik me voorover om te kijken,

maar al die voeten leken mij opgezwollen. Ik was zelfs duizelig geworden van

zo voorover gebogen te staan. Ik stond recht en wist zelfs niet meer waar ik

was…

1219 Harry: Maar alles is nu weer goed?

1220 Saskia: Ik zat op de bus naar Disneyland...

1221 Harry: Dat had ge wel gewillen...

1222 Saskia: Ik kan me zo verdomd slecht oriënteren…

1223 Harry: En ik wilde u nog vragen of ge niet wou rijden.

1224 Saskia: Ik? Ik heb nog nooit gereden. Ik heb dat nooit willen doen!

1225 Harry: Allez, dat is spijtig...

1226 Saskia: ’t Was daar aanschuiven...

1227 Harry: Ach zo...

1228 Saskia: Allemaal Chinezen... Ge kunt er uw gat niet keren...

1229 Harry: Wat zou Brugge zijn zonder hen...


14

1230 Saskia: Allez, dan zat ik op die bus naar Disneyland. Ik ben aan het dementeren. En

konden zij niet even wachten, neen? Oude mensen kunnen zo verdomd lastig

zijn, weet je. Ik ben wel begonnen met te zingen, hé… kunnen ze dan niet even

wachten. Wacht tot ik op de bus zit, dan zullen ze eens wat horen, zie.

(Saskia wordt Frank achteraan de scene.)

1231 Tutte: Als ik ooit zo wordt, schiet me dan af….

1232 Harry: Ze is niet te schatten, maat...

1233 Tutte: Ik ben blij dat ze op de jouwe zit...

1234 Harry: We zijn er bijna, Tutte maat!

1235 Tutte: We hebben nog maar honderd kilometer gereden...

1236 Harry: We zijn er bijna.

1237 Tutte: We reden terug de snelweg op en de zangmicroob moet zich hebben verspreid,

want tien minuten later zat iedereen op mijn bus te zingen.

(Ze beginnen "Hoog op de gele wagen" te zingen. Muziek. De lichten

veranderen. Tutte komt langzaam in de spotlight. De sfeer is gewijzigd.)

1238 Tutte: Vijf kilometer na Breda beginnen de wegversperringen. We moeten allemaal

op één baanvak, zoals schoolkinderen die naar de prijsuitreiking gaan. En aan

de andere kant ligt, alsof het een filmdecor is, een auto en een caravan

ondersteboven!

1239 Frank: En alleman kijken...

1240 Tutte: Getold als een speelgoedje, splinternieuw, pas uitgepakt, volledig verwrongen

en ineengedrukt door die stoute autosnelwegen…

1241 Harry: Zoals we al zoveel keer gezien hebben.

1242 Tutte: We volgen langzaam de stroom en passeren als een bende rouwenden, die onze

laatste groet brengen, aan twee frigoboxtoeristen onderweg naar het paradijs,

maar dan omgekeerd. Hun gezichten lijkbleek, hoe erger kunnen ze nog

geschokt zijn! Hij heeft zijn hele leven moeten sparen voor die caravan die hij

zo graag wilde. Zij, het kleine vrouwtje, wou een plaatsje in de zon en een

cocktail in de hand, zoals iedereen.

1243 Frank: De droom de kop ingeslagen door een camion uit Zaventem die een staalplaat

maakte van hun mooie Skoda.

1244 Tutte: En achter mij zit de bejaarde K3, die hun openingsnummer vervolgen met een

medley van liedjes uit hun laatste shows...

1245 Harry: Ik vond dat wel schoon...


15

1246 Tutte: Het zal nog een lange rit naar Rotterdam worden...

1247 Harry: We zijn er bijna...

(Het licht verandert. Tutte, Frank en Harry pakken een aantal koffers van het

bagagerek en zetten ze weg.)

1248 Frank: We stoppen gewoonlijk in het Bastion Hotel. Ze hebben daar een goede

parking, een show en zicht op de Waal, een uitloper van de Rijn.

1249 Harry: Hoewel, de parking is de straat.

1250 Frank: En de show is gewoon waardeloos…

1251 Tutte: En als ge op de brandtrap aan de achterkant van het gebouw gaat staan, kunt ge

de Waal bijna zien. Het is nog wel 3 kilometer verder, maar met de bus bent ge

er zo…

1252 Harry: Het is er niet slecht. Een twee sterren budgethotel dat denkt dat het de Hilton

is. Het wordt uitgebaat door Bob en Belle, die vroeger nog in het

amusementsteam van een club Med gewerkt hebben. We zetten gewoonlijk

alle koffers naast elkaar voor deur en Edmond en Claude...

1253 Tutte: Twee Antwerpse jeannetten!

1254 Harry: ...komen ze halen en houden ons op de hoogte van de nieuwste roddels...

(Tutte en Frank worden respectievelijk Edmond en Claude. Ze doen hun jassen

uit om hun personage uit te beelden. Edmond en Claude pakken een paar

koffers op.)

1255 Edmond: Goed, laat ons deze even wegdoen, dan is dat zo gepiept!

1256 Claude: Als ge had willen lachen had ge gisteren hier moeten zijn. Er was hier een

groep Zweden, die naar Parijs op doorreis waren. Ze dansten op de tafels.

1257 Edmond: Bangelijk. Sommigen van hen zijn de hele nacht opgebleven. O, let maar niet

op mij... Wat hebben die hier allemaal in zitten, zeg? Voor hoelang zijn jullie

weg?

1258 Harry: Ik weet het, zelfs Phileas Fogg nam zoveel zelfs niet mee op zijn reis rond de

wereld in tachtig dagen.

1259 Edmond: Maar ja, die ging dan ook met een ballon op reis.

1260 Claude: O, hou op…

1261 Edmond: Ik kan het niet laten!

1262 Claude: . En hoe ziet deze groep eruit?

1263 Harry: De meeste zijn gepensioneerden

1264 Edmond: Ex-dokwerkers... ?


16

1265 Harry: Ex-mijnwerkers...!

1266 Edmond: Juist, op de afvalhoop gegooid, zoals al die anderen. Ik bedoel maar, kijk naar

mij. Ik heb voor Renault in Vilvoorde gewerkt voor ik naar hier kwam en dat is

ook al gesloten.

1267 Harry: Ja, dat had ge me al verteld.

1268 Edmond: Als ge tegenwoordig niet met een computer kunt werken of geen telefoons wilt

beantwoorden op een call center willen ze u niet meer.

1269 Claude: Och, er is sowieso niemand die u wilt...

1270 Edmond: Och, houdt gij uw mond, gij ... is hij niet verschrikkelijk? Het is allemaal de

schuld van de liberalen, hé?

1271 Claude: O neen, laat hem daar niet over beginnen.

1272 Edmond: Het is iemands schuld en het is niet de mijne...

1273 Claude: Hij is een communistische extremist, of zoiets! Hij is in ieder geval een

extremistische weet ik veel!

1274 Edmond: Hey zeg!

1275 Claude: Ik ga gillen als gij niet over politiek ophoudt. Politiek gaat over de mensen,

zegt hij altijd, maar ik heb hem gezegd dat het niet over de arbeiders gaat. Nu

niet meer. We hebben niks meer te zeggen. Ik heb gestemd voor Filip de

Winter, kunt ge nagaan…

1276 Harry: Oh god...

1277 Claude: Wel ja, hij heeft zo’n vriendelijk snoeteke, daar val ik op!

(Claude en Edmond nemen de koffers en dragen ze af.)

1278 Harry: Ik oordeel niet. Dat heb ik nooit gedaan. Ik vind ze toffe jongens. Ze maken

het me nooit moeilijk, want ze weten dat ze daar niet beter van worden. Tutte

kan ze niet uitstaan! Hij vindt dat we ergens zouden moeten stoppen, waar de

mensen normaal zijn. Hij zegt dat hij niet begrijpt wat ze er aan kunnen

hebben…. Als hij er één was, zei hij, zou hij diegene zijn die bovenop zat. Het

is een speciale, den Tutte. Ik zou niet graag met hem alleen op een onbewoond

eiland stranden.

(Muziek als Saskia en Jeanne binnenkomen. Harry wordt Doris.)

1279 Saskia: We eten niet in dit hotel, Doris.

1280 Doris: Neen?

1281 Saskia: Ik had het nog zo gezegd… en dan zit ik toch nog op de wielen zeker...

1282 Doris: Ik weet het.


17

1283 Jeanne: Ge had iets moeten zeggen!

1284 Saskia: Ik doe dat niet graag... .

1285 Doris: Neen...

1286 Saskia: ...allez, ambetant doen... Dat doe ik niet graag... Maar als ge ervoor betaald

hebt, dan moogt ge toch verwachten…

1287 Jeanne: En dan die twee voor ons… van Heverlee…

1288 Doris: Ik denk dat die er een paar missen...

1289 Jeanne: En die drie mannen alleen...

1290 Saskia: Weduwnaars...

1291 Jeanne: Dat heb ik toch horen vertellen...

1292 Saskia: Oh gottekes...

1293 Doris: Gaan we terug voor de koffie?

1294 Saskia: Wel, ik in ieder geval niet...

1295 Doris: Nee, Ik ook niet...

1296 Saskia: Ik doe dat nooit, ergens anders iets eten. Ik heb special een paar sandwiches

voor ons gemaakt. Jullie mogen doen wat jullie willen, maar ge weet maar

nooit wat ge hier allemaal naar binnen speelt. Zo denk ik daar over! Ik pak

altijd iets in. Kaas en hesp, kaas en tomaten of alleen kaas. Ik zeg maar: met

kaas kunt ge niets verkeerd doen.

1297 Doris: Awel ja!

1298 Jeanne: Ik eet sowieso niet veel als ik in ‘t buitenland ben.

1299 Saskia: Ik heb er zo’n vijfenzeventig bij.

1300 Doris: Ze zijn erg stil, hé? Die van vooraan in de bus! Ze ziet er zenuwachtig uit.

1301 Saskia: De eerste keer dat ze weg zijn...

1302 Jeanne: Ik denk dat ze niet goed is.

1303 Doris: Ze zal niet goed zijn!

1304 Jeanne: Ik denk het ook…

1305 Saskia: Ze zagen er allebei slecht uit!

1306 Jeanne: Pas op, ik voel mij ook een beetje...

1307 Saskia: Beginnen uw voeten weer op te zwellen?

1308 Jeanne: ‘t Zijn niet zozeer mijn voeten... Ik heb altijd zo’n draaierig gevoel...

1309 Saskia: Oh, Ik heb dat ook gehad, eet een sandwich met kaas, dan zult ge u beter

voelen!

1310 Jeanne: Neen, Ik denk dat het de kaas is die me draaierig maakt.


18

1311 Saskia: Zoudt ge denken. Ik kan kilo’s kaas eten, dat doet me niks!

1312 Doris: Zeg, ik was zo aan het denken: er zijn hier drie mannen alleen en wij zijn ook

met drie, ‘t is misschien onze geluksdag…

1313 Saskia: Dat zou het zeker zijn; ze slapen in dezelfde kamer.

(Muziek. De lichten veranderen. Saskia, Doris en Jeanne worden Ward, Leon

en Bernard. De lichten duiden aan dat we in de slaapkamer van de mannen

zijn. Ward kijkt naar buiten langs de vierde wand.)

1314 Ward: Ik kan de Rijn niet zien…

1315 Bernard: We hebben een kat in een zak gekocht, Ward

1316 Ward: Ik zou ze hier in iedere geval niet hebben kunnen verzuipen.

1317 Leon: De rit naar hier viel eigenlijk wel mee. Mijn benen zijn wel wat opgezwollen,

maar…

1318 Ward: In de brochure stond met zicht op de Rijn. Ge zoudt ze daarvoor voor de

geschillencommissie kunnen brengen.

1319 Leon: Ik zit precies nog op de bus...

1320 Ward: Ik ben helemaal niet preuts, maar met drie op één kamer. Ze hebben zich zeker

vergist?

1321 Bernard: Amaai ja… allez, stel dat we eens “touche” zouden hebben?

1322 Ward: De laatste keer dat ik “touche” heb gehad, Bernard, was dertig jaar geleden, ik

zit daar niet meer op te wachten.

1323 Bernard: Ik ook niet! Ik heb mijn gerief

1324 Ward: Ik zou het allemaal niet opnieuw willen beleven.

1325 Bernard: Ik ook niet.

1326 Leon: Er zijn ook wel een paar goeie kanten aan, Ward.

1327 Ward: Ja, dat is zo.

1328 Leon: Een paar goeie kanten!

1329 Ward: Alleen duren ze niet lang, hé Leon?

1330 Leon: ‘t Hangt ervan af, hoe ge het doet, Bernard?

1331 Bernard: Ja, dat klopt, ja... Pas op, ik zou het niet meer zo goed met de vrouwtjes

kunnen, nu mijn knieën het hebben begeven!

1332 Ward: Wel, ik wil me er niet mee bemoeien, hé, maar…

1333 Bernard: Neen, met die van ons gaat het allemaal nog goed... maar ik heb geleerd om

met minder content te zijn naarmate ik ouder werd.


19

1334 Ward: Wel, ik zou dit hotel nooit zo gebouwd hebben. Allez, er is geen parking of een

tuin, of iets anders!

(Een stilte.)

1335 Bernard: Oh godverdomme, Leon?

1336 Leon: Wat?

1337 Ward: Oh ja... Ik heb er ook van...

1338 Bernard: Staat uw beerput open?

1339 Leon: Wat?

1340 Ward: Hebt ge er één laten vliegen?

1341 Leon: Natuurlijk, ge denkt toch niet dat ik altijd zo riek, zeker?

1342 Ward: Het zal een lange nacht worden, Leon, als ge dat blijft doen!

(Muziek. Terwijl de lichten veranderen gaat Leon af. Ward en Bernard worden

weer Tutte en Harry en bewegen naar vooraan scene. Ze staren met open

mond naar de Rijn.)

1343 Tutte: Hij moet daar ergens zijn…

1344 Harry: Wat dan?

1345 Tutte: De Rijn…

1346 Harry: Ik kan nog altijd niet geloven dat we er al onder zijn gereden! Gewoon

verbazend…

1347 Tutte: We moeten oppassen dat we niet met meer thuiskomen, dan we zijn

vertrokken. Ze doen alles om het ons landje binnen te smokkelen, hé? Ge wilt

toch geen kleine pakjes wit poeder onder uw bus vinden, hé Harry. Wat zou

Danny daar van zeggen?

1348 Harry: Die zou er niet gelukkig mee zijn, hé?

(Een stilte.)

1349 Tutte: Gaat ge mee naar de brug kijken?

1350 Harry: Niet opnieuw, Ik heb ze als zes keer gezien.

1351 Tutte: Ze kan veranderd zijn.

1352 Harry: Ze was in ieder geval nog niet veranderd de laatste zes jaar.

1353 Tutte: Ge zou er eens op moeten kruipen...

1354 Harry: Ge zou nog verbaasd kunnen staan...

1355 Tutte: Dat zeggen ze allemaal...

1356 Harry: Neen... Ik laat dat aan de professionelen... Ik wil niemand bang maken.

1357 Tutte: Gaat ge niet naar de Bingo?


20

1358 Harry: Nee, ik blijf liever hier. Ik sta hier de laatste zes jaar al elke keer! Waarom een

succesformule wijzigen?

1359 Tutte: ‘t Is nochtans niet moeilijk, zo’n Bingo.

1360 Harry: Ik weet het, maar ik win toch nooit iets!

(Muziek. De lichten veranderen. De deuren in het midden slaan open en door

een rookgordijn komt Belle, een vrouwelijke zangeres/komiek, op. Ze loopt

naar voor in een spotlight en zingt een refreintje van "In de stille kempen")

1361 Belle: Is everybody happy? Vandaag allemaal Belgen, hé? Uit het land van melk en

honing. Ik ben hier vijftien jaar geleden aangekomen. Ik dacht dat hier geen

Nederlanders woonden. Nee echt, dat dacht ik! En dat is nog waar ook! Hier in

Rotterdam begraven ze de mensen met hun gat omhoog. Weten jullie waarom?

Dan kunnen ze er hun fiets in parkeren. Neen, even serieus nu. Dus jullie zijn

Belgen? O neen, Vlamingen. Het land van Brederode. .Ge weet toch hoe ge

Vlaamse humor kunt herkennen, nietwaar? Er is een komiek bezig in een

zaaltje en er staan twee Vlamingen aan de toog. En de ene zegt tegen de

andere: Hoe vindt ge die komiek? En de andere antwoord: Hij valt wel mee, als

ge zin hebt om te lachen.

1362 Harry: Normaal gezien houden ze een stukje chocoladetaart voor me over en dan krijg

ik dat later….

1363 Belle: Dus jullie gaan de Rijn afvaren. Jullie zijn gelukzakken! Neen! Ik dacht

nochtans van wel! Het is er heel mooi. En jullie gaan er ook naar “de

bedelstudent” zien. Wat dat is? “Komaan, jongens, allemaal jannetten onder

elkaar”. Dat is hier in! Nee, serieus. Neen, ik zeg het maar om te lachen. Drink,

drink, bruderlein drink. Daar gaat het daar om, hé? Neem uw stenen bierpot

vast en zuip, dat is wat hij de hele nacht zal doen, dus kunnen jullie het ook

maar beter doen.

1364 Tutte: Ik krijg het zuur van chocoladetaart...

1365 Harry: Oh ja...

1366 Tutte: Dat doet me denken aan de oude tijd...

1367 Harry: Ik vind het lekker...

1368 Belle: Jullie zien er stralend uit, echt! Kennen jullie deze! Ze staat ‘s morgens op en

zegt tegen haar man: "Wat heb ik nieuw aan?" En hij zit zijn krant te lezen of

met een glas te spelen, zoals jij… en hij zegt: “Ik weet niet; een nieuwe


21

blouse?” En zij zegt: "Neen", en hij weer "Hebt ge uw haar laten doen?" En zij

zegt: "Neen" en hij zegt: "Ik weet het niet, wat hebt ge nieuw aan" En zij zegt:

1369 Allen: “Een gasmasker!”

1370 Harry: Altijd dezelfde moppen…

1371 Tutte: Geen slechte response vanavond. Meestal roepen ze nu: “die kennen we al”!

1372 Harry: Juist, meestal zijt gij dat

1373 Tutte: Dat is toch wat ze willen. Grappen die ze al eens ooit gehoord hebben.

1374 Harry: Ze zouden ze beter hun taart laten opeten.

1375 Tutte: Laat ze hun chocoladetaart opeten!

1376 Belle: Dus ze zegt tegen de dokter "Ik krijg geen orgasme tenzij mijn man iets bizar

doet". O, zegt de dokter, dan moet ik u naar een specialist sturen".

1377 Harry: Dit lijkt op een nieuwe...

1378 Tutte: Shhh, luister...

1379 Belle: Dus ze gaat naar de specialist...

1380 Tutte: Ik denk niet dat Carmen en Xavier dit leuk gaan vinden...

1381 Harry: Boer zoekt vrouw is één en al oor, kijk maar eens...

1382 Belle: En de specialist zegt: "Oké, doe al uw kleren uit, ga op mijn zetel liggen. Ik ga

het licht uitdoen en ik ga de volgende twintig minuten iets heel bizar doen.'

1383 Harry: We zullen hier een ambulance nodig hebben, denk ik...!

1384 Belle: Ze gaat dus heel verlangend op de zetel liggen... kijk hem hier eens, ge zou

zeggen dat hij er van geniet, hé. Gij ziet het al helemaal voor je, hé schatje...

Enfin, ze ligt daar op de zetel, het licht gaat uit en twintig minuten later gaat

het weer terug aan. Hij heeft haar niet aangeraakt. Dus zegt ze tegen hem:

"Awel, ik dacht dat ge iets bizars ging doen?” Ja, zeg hij, dat heb ik gedaan. Ik

heb in uw chacoche gescheten ...

1385 Tutte: Dat is inderdaad iets nieuws...

1386 Belle: Jullie waren een fantastisch publiek, maar dit moet ik jullie nog vertellen.

Verleden week, nadat ik mijn act had gedaan, bood iemand me een glas aan,

aan de bar. Jullie gaan dit niet begrijpen, vermits jullie uit Vlaanderen komen,

maar die Hollander betaalt me dus een pint en zegt: Weet je, dat was de beste

Drag Queen-act, die ik ooit gezien heb.” Ik zeg: "Drag Queen? Ik ben

verdomme wel een echte vrouw, klootzak!" Dat is misschien niet echt grappig,

maar het is wel de waarheid… Dank u voor uw aandacht en nog een prettige

vakantie.


22

(Muziek. Het licht verandert. Belle verdwijnt in een rookgordijn. Tutte en

Harry zakken naar rechts vooraan af.)

1387 Harry: Om vijf uur in de morgen klopt er iemand op mijn deur. Eén van de Beverse

K3 had het hard te pakken.

1388 Tutte: Edmond was nachtportier en alleen.

1389 Harry: Wel, ik heb er niet bij stil gestaan dat ik daar beneden alleen met hem was,

maar ge moet doen wat ge moet doen in die omstandigheden. Hij deed wat hij

kon, maar ‘t zag er niet goed voor haar uit.

1390 Tutte: Eerst werd gedacht dat het om voedselvergiftiging ging, maar ze had niet in het

hotel gegeten, dus dat was uitgesloten...

1391 Harry: Zij dacht dat het kwam door een sandwich met kaas die ze gegeten had! We

lieten in ieder geval een dokter komen, maar die daagde pas op om tien voor

zes de volgende morgen.

1392 Tutte: Ik had u toch gezegd dat ge op die mannen niet kunt rekenen!

(De lichten veranderen weer. Harry en Tutte brengen de koffers weer buiten.)

1393 Harry: Het ziet er naar uit dat het een snikhete dag gaat worden!

1394 Tutte: Met het geluk dat ik heb, regent het waarschijnlijk in Duitsland! ’t Komt me

goed uit, want ik zit al een week ‘boompje wieze’ te spelen met de Marx-

brothers...

1395 Harry: Ik zou maar nooit in een club gaan waar ze jou als lid zouden aanvaarden,

Tutte.

1396 Tutte: Wat bedoelt ge daarmee?

1397 Frank: (komt op me enkele koffers.) De dokter is nog steeds bij haar...

1398 Harry: Wel, we kunnen niet langer meer wachten! Als we niet op tijd vertrekken ligt

onze C4 waarschijnlijk al klaar.

1399 Tutte: We zullen haar hier achter moeten laten als ze niet beter is tegen dan!

1400 Harry: Ik wil niet te laat komen op mijn laatste rit, het zou niet fair zijn tegenover de

anderen.

1401 Tutte: Wat heeft de dokter gezegd?

1402 Frank: Ik weet het niet... Het is een Nigeria of zoiets, Ik kan er niks van maken. Hij

spreekt als een muizeke...

1403 Harry: Laat mij maar eens met hem spreken….

1404 Tutte: Ja, Harry spreekt muis... Hij is meestal Mickey Mouse zelf.


23

1405 Harry: Ze zoeken hier nog enkele komieken als ge wilt, Tutte. Edmond zei me dat hij

al een oogje op u heeft!

1406 Tutte: We zijn gezien als we de Eurotunnel niet door zijn voor het spitsuur Dan

zullen we er nog niet bijna zijn, Harry… Dan zullen we er bij lange nog niet

zijn…

(Harry af. Frank helpt Tutte met de valiezen.)

1407 Frank: Ze zag er niet goed uit, om eerlijk te zijn!

1408 Tutte: ‘t Is wat ik gisterennacht nog zei: we krijgen al die asielzoekers hier binnen en

wat brengen die allemaal mee? Het ziet er wel niet naar uit dat het er allemaal

zo perfect aan toe gaat, nietwaar?

1409 Frank: Haar beide enkels waren opgezwollen! Ze zegt dat ze pijn in de borst heeft!

1410 Tutte: Mijn moeder wacht al twee jaar op een heupoperatie en nu zeggen ze dat het

langer gaat duren, want ze vinden geen donors…

1411 Frank: Ge hebt toch geen donor nodig voor een heupoperatie, onnozelaar.

1412 Tutte: Ik wil maar bewijzen dat het hier allemaal niet gaat zoals het zou moeten! Kijk

eens naar die man uit Hemiksem; hij had een hartaanval, maar ze konden er

niet bij. Hij stierf in die verdomde ziekenwagen, de arme stakker. Als die

asielzoekers eens zouden weten hoe slecht het hier gaat...

1413 Frank: Waarschijnlijk is het ginder nog slechter, hé dommerik...

1414 Harry: (komt op. Hij steekt een sigaret aan. De overige koffers zijn gepakt. Het

gesprek is bitsig, maar toch vriendelijk). De dochter van Jeanne zal haar hier

komen halen. Ze mag in die kamer blijven liggen tot ze daar aankomt.

1415 Tutte: Dan kan ze sterven van de luchtverontreiniging, als het al van niets anders is.

1416 Harry: Saskia's hart is gebroken, maar ze gaat niet mee terug. Ze zegt dat ze de Rijn

afgaat, wat er ook gebeurt. Ge zou denken dat ze op een bedevaart is...

1417 Frank: Ze is de heilige maagd zelf.

1418 Tutte: Dat is zoals die vrouw die die GI tegenkwam die ze in de oorlog had gekend.

Ze moet negenenzeventig geweest zijn, maar ze is toch nooit meer naar haar

man teruggegaan. En dat is de verdomde waarheid.

1419 Harry: Natuurlijk wel!

1420 Tutte: Neen, echt niet!

1421 Harry: Ze zat op mijn bus.

1422 Tutte: Harry, ze is nooit meer naar huis gegaan!


24

1423 Harry: Dat deed ze wel. Ik zal het godverdomme toch weten, ik ken haar... Ik heb haar

in de Delhaize gezien! Ik heb toen met haar gesproken. Ze was er met haar

man. Ze hadden samen die fietsenwinkel op de Prins Boudewijnlaan.

1424 Tutte: Hij zit al te lang op deze route, hij verliest de pedalen!

1425 Harry: Gij zult eindigen als ik, wees daar maar gerust in. Jullie zullen allemaal

eindigen als ik.

1426 Tutte: Ik hoop godverdomme van niet!

1427 Harry: Ik rij op al die verdomde autostrades. Kilometer na kilometer, op die

vervloekte tarmac. En als ik dan ’s morgens opsta en ik heb er geen idee van

waar ik ben!

1428 Tutte: Ik dacht dat ge niet kon slapen?

1429 Harry: Dat is als ik dan als eens kan slapen, contraire zot!

1430 Frank: (over Tutte) Hij is kregelig omdat hij de tours van Johnny Chippendale wil, hé?

1431 Harry: Ik wed dat het dat is.

1432 Tutte: Waarom krijgt hij trouwens al die goede ritten? Kijk maar weer eens deze

week! Tossa de Mar!

1433 Harry: Ja, alle onnozelaars gaan daar naartoe!

1434 Tutte: Hij heeft een bus vol middelbare studenten van Kortrijk. De meeste zijn

meisjes, die op een taalcursus gaan, of zoiets. Ik heb hem gisterennacht nog

gesproken, hij vertelde me dat ze bijna allemaal half naakt waren bij de tijd dat

ze in Lyon aankwamen!

1435 Frank: Hij zal dan wel zot van goesting zijn geweest!

1436 Harry: Hij zal nogal moeite gehad hebben om zijn ogen op de weg te houden, als dat

zo was…

1437 Tutte: Wel, het is beter dan deze kloterij. Met het geluk dat ik heb zitten we nog vast

in de Eurotunnel, verdomme!

1438 Harry: (tot het publiek) En dat gebeurde ook, we zaten twee uur muurvast ergens in

het midden. De Marx brothers zaten gewoon naar buiten te kijken naar al die

duisternis. Wel, ik veronderstel dat ze dat gewoon waren!

(Ze worden Ward, Leon en Bernard, starend in de vierde wand)

1439 Leon: Nu is er niet veel te zien, hé Ward...

1440 Ward: En ik heb nog altijd geen Rijn gezien...

1441 Bernard: Die is hier ergens boven ons...

1442 Ward: Verdomd donker hier buiten...


25

1443 Leon: Ik denk dat sommige van de vrouwen dachten dat ze hier een vis zouden zien.

1444 Ward: Te donker, hier buiten…

1445 Leon: Een van die oude vrouwen zei: “Zou het water hier niet kunnen inlopen? Ik zei

haar dat als het water hier zou in geraken, het hier al duizenden jaren geleden

volgelopen zou zijn...

1446 Bernard: Inderdaad!

1447 Ward: Zoals in 1967 in Waterschei, weet ge nog?

1448 Bernard: Het is hier wel niet zo diep.

1449 Leon: Daar had ge negen ton water voor elke ton kolen die we eruit haalden!

1450 Ward: Ze moeten een verdomde grote drilboor gehad hebben om zo’n gat te hebben

uitgehakt. Ik denk toch niet dat ik het zo zou geboord hebben…

1451 Bernard: Hoe zoudt gij het dan geboord hebben, Ward...?

1452 Ward: Wel, het ziet er niet uit, het lijkt wel of we te dicht bij de kant zitten.

1453 Leon: Gek, hé? We hebben ons heel leven in de grond gezeten en nu betalen we om

er doorheen te gaan!

1454 Bernard: Ze hebben u nooit geld gevraagd om in Waterschei naar beneden te gaan, hé

Leon?

1455 Leon: Van Acker was juist... Er zitten nog duizenden ton daar beneden en wij

importeren godverdomme kolen uit Polen.

1456 Ward: Wel, ik zeg u dat ik die tunnel hier zo niet zou hebben gemaakt, het trekt op

niks. Het is allemaal tegen de grond te gooien en opnieuw te doen, als ge ’t mij

vraagt!

1457 Bernard: Awel, stapt dan maar uit en begint er maar aan, Ward. Oké?

1458 Leon: Hoe lang zitten we hier al?

1459 Bernard: Een goed uur...

1460 Leon: O ja... Dat zetten ze wel niet in de brochure, hé? Zo’n uur vastzitten in een

verdomde tunnel…

1461 Bernard: Misschien doen ze dit alleen voor ons, Leon, omdat we ex-mijnwerkers zijn.

1462 Leon: Ja, misschien denken ze dat we dat graag hebben!

1463 Ward: Wel, ik zou die tunnel nooit zo geboord hebben!

1464 Leon: Zeg, wat als we hier blijven vastzitten?

1465 Bernard: Zullen we iets zingen?

1466 Ward: Denkt ge dat ze ons hierboven kunnen horen?

(Ze beginnen te zingen: fade in op de chauffeurs.)


26

1467 Allen: So ein tag, so wunderschön wie heute

So ein tag, die wirde nie vergehen.

1468 Tutte: Vier uren van zinloos gewauwel van de Sisters of Murder uit Wijnegem later

hebben we alle liedjes uit ons repertoire gezongen. We komen rond de tweeën

in Boppard aan!

(De lichten veranderen. Frank, Tutte en Harry gaan verder met hun verhaal)

1469 Frank: We waren geboekt in een hotel met zicht op de rivier...

1470 Harry: Prachtig, met al die hangende bloembakken! En de Rijn was even druk als een

autostrade... Het is een propere rivier. Ik bedoel, zoals een rivier zou moeten

zijn.

1471 Frank: Het hotel is vriendelijk genoeg, iedereen spreekt er Nederlands. De trappen

zijn er voor vele van ons teveel aan en de lift wil zich niet gedragen.

(Frank en Harry worden Saskia en Doris.)

1472 Tutte: Hier kunnen ze koekoeksklokken kopen en er is ook Duitse zuip: Riesling;

Voor mij is dat gelijk pis, maar uiteindelijk koopt iedereen minstens één fles,

alsof het om een zaak van nationaal belang gaat. Op de promenade hangt de

Duitse jeugd rond gekleed in ruige T-shirts en met twee ton ijzerwerk in hun

gezicht. Ze staan daar wat te lummelen en kijken hoe onze groep uitstapt.

Sommige van die kinderen hebben blauw haar en rode lippen. Andere hebben

rood haar en blauwe lippen. Terwijl ze kijken hoe onze bus de bende uitspuwt,

zeg ik tegen Frank: "Ik weet niet wie hier het meeste verschrikt kijkt."

(Het licht verandert. Saskia en Doris komen vooraan scene. Ze zijn beide even

stijf.)

1473 Saskia: Verdomme... Stijf...

1474 Doris: Oh Inderdaad…

1475 Saskia: Dat verdomde wiel. Ik heb nu één been dat langer is dan het andere.

1476 Doris: Wat zeg je?

1477 Saskia: Dat ik nu één been heb dat langer is dan het andere!

1478 Doris: Als ge niet oppast loopt ge rond in cirkeltjes.

1479 Saskia: Ik doe dat al door deze heup!

1480 Doris: Ik heb een goeie tas koffie nodig…

1481 Saskia: Wel, ik heb nog een sandwich over, als...

1482 Doris: Ik denk dat ik iets warms wil…

1483 Saskia: Ze hebben hier worst...


27

1484 Doris: Ik mag geen worst eten.

1485 Saskia: Als ge een worst wilt, kunt ge die hier zeker krijgen…

1486 Doris: Ik mag dat niet aanraken!

1487 Saskia: Ze hebben hier heel veel worst.

1488 Doris: Ik mag geen worst eten, maar af en toe wil ik wel graag een stukje. Als ge een

goeie worst wilt moet ge bij Renmans zijn.

1489 Saskia: Ik wil ook wel eens een klein stukje worst af en toe, om eerlijk te zijn…

1490 Tutte: (neemt een aantal koffers en draagt ze de scene af.) Kamer 216. Pas op voor de

lift. Die heeft kuren.

1491 Saskia: We zouden eens moeten horen hoe het met Jeanne is!

1492 Doris: Kan er niet eens iemand bellen?

1493 Saskia: Ze was niet goed, hé!

1494 Doris: Neen, absoluut niet!'

1495 Saskia: Ik had het haar nog gezegd: “ge ziet er niet goed uit, zoudt ge wel meegaan”,

maar zij...

1496 Doris: Ze wou niet luisteren...

1497 Saskia: Absoluut niet...

1498 Doris: En kont ge er niets aan doen…

1499 Saskia: Ze wou er niets van weten... En zie waar ze nu is...

1500 Doris: Waar is ze dan?

1501 Saskia: Awel, dat weten we niet, hé? Maar hier is ze niet!

1502 Doris: Neen, dat is zo... Maar waar is ze dan wel?

1503 Saskia: Terug thuis zeker!

1504 Doris: En haar dochter moest die hele weg over en weer om haar op te halen...?

1505 Saskia: Ja, ik weet het. En ze is een pedicure!

1506 Doris: Dat doet een mens er toch efkens bij stilstaan, hé?'

1507 Saskia: Ja hé... Dat doet een mens zich afvragen wat er nog allemaal komt.

(Een stilte.)

1508 Doris: Awel, om eerlijk te zijn heb ik wel zin in een stukje worst.

(Als Doris en Saskia af gaan komt Tutte op en neemt nog een paar koffers op.)

1509 Tutte: De meeste mensen willen eerst hun kamers wel eens zien als we aankomen.

“Boer zoekt vrouw” besluit om een cruise op de Rijn te gaan doen om de

Lorelei te gaan zien. Drie uur later kwamen ze terug en Maria, zijn moeder,

was haar tanden kwijt. Naar het schijnt wou Martijn niet dat ze te ver over de


28

boord van de boot ging hangen en hield haar zo stevig vast dat de onderste

helft van haar gebit eruit vielen toen een Rijnaak, op weg naar Hamburg, hun

passeerde. Martijn had een vettig lachje toen ik hem vertelde dat Interpol nog

tien jaar naar de rest van het lichaam zou blijven zoeken.

(Frank en Harry op en ze nemen enkele koffers op.)

1510 Frank: Er zijn elk uur meestal drie, vier klachten. Maar het hotel vangt het goed op en

het is meestal toch hetzelfde liedje…

1511 Tutte: Het is te warm in onze kamer!

1512 Harry: Het is te koud in de onze!

1513 Tutte: Ik kan het venster niet dicht krijgen!

1514 Frank: En ik krijg het niet open...!

1515 Tutte: Ze hebben hier geen VTM!

1516 Harry: Het beste wat ik gehoord heb was wel van die dame uit Hasselt die aan de

receptioniste zei dat ze die kamer niet wilde. Het tapijt was smerig, het toilet

rook verschrikkelijk, er was geen slot op de deur en het papier paste niet bij de

gordijnen…

1517 Frank: Juist, ze kreeg een gratis Baileys en dat was het laatste dat we daar van hoorde!

(Muziek. Het licht verandert. Tutte, Frank en Harry worden Ward, Leon en

Bernard. Ze staan centraal, de koffers vormen een klein kamertje, waarin ze

acteren. Lichteffecten isoleren hun kamer.)

1518 Bernard: Dat is een rivier zie, Ward...

1519 Ward: Dat is een rivier.

1520 Leon: Inderdaad, dat is een rivier.

1521 Ward: Juist, dat is een rivier waarop gewerkt wordt...

1522 Bernard: Ze weten hoe ze hier de dingen moeten doen werken, hé.

1523 Ward: O ja...

1524 Bernard: Ze moesten ook alles herbouwen, hé?

1525 Ward: De rivier toch niet...

1526 Bernard: Neen, de rivier niet...

1527 Leon: Ze schijnen in staat om de dingen beter te doen dan wij. Wij sluiten alleen

maar fabrieken!

1528 Ward: Zij hebben nu ook werklozen, hoor...

1529 Bernard: Het zal hun leren!


29

1530 Leon: Allez, kijk de Amerikanen, die doen het ook beter dan wij. Hebt ge gezien hoe

ze met die shuttle landen? Juist als een gewoon vliegtuig. Ik heb er 6 uur naar

zitten kijken.

1531 Ward: Ik heb dat ook gezien!

1532 Leon: Was het niet geweldig?

1533 Ward: Welja, maar ik ga eens wat zeggen... Ik zou die nooit zo geland hebben!

1534 Leon: Wat?

1535 Ward: Ik zou die Shuttle nooit zo geland hebben...

1536 Bernard: Godverdomme, Ward, ze hebben er twintig jaar aan gewerkt om dat uit te

dokteren.

1537 Ward: Dat kan me niet schelen. Ik zou die nooit zo geland hebben...

1538 Leon: Verdekke, Ward... hoe heeft die van u het zo lang met u uitgehouden, jong?

1539 Ward: Wat bedoel je?

1540 Leon: Ik wed dat ze nooit iets goed kon doen! Toen zijn vrouw in verwachting was,

het schaap, en hun Tony eruit kwam, en de vroedvrouw zei: “mijnheer Ward,

het is een jongen”, was alles wat hij tegen zijn vrouw kon zeggen: "Wel, Ik zou

zo niet bevallen zijn...!"

(Pianomuziek. Het licht verandert. Leon, Bernard en Ward worden terug Tutte,

Frank en Harry. Ze stappen terug in het verhaal, terwijl ze hun sandwiches

eten.)

1541 Harry: Beneden in het restaurant worstelt een pianist zich door Chopin. We weten niet

of hij goed is, slecht is of zomaar iets uit zijn mouw schudt, maar het voelt erg

cultureel aan...

1542 Tutte: Het is eigenlijk dikke shit, want onze groep zit apart in een zaal aan de

achterkant van het hotel. Als ze zich al niet derde-rangsreizigers voelden, dan

doen ze het nu! Hoewel, ze zijn zelfs te stom om het verschil te merken.

1543 Harry: En bij de koffie hoorden we dezelfde oude verhalen.

1544 Frank: Mijnwerkers werken harder dan vissers...

1545 Tutte: Drie jaar op een wachtlijst...

1546 Frank: Wij stemmen niet meer...

1547 Tutte: Wat doen de socialisten nog voor ons...

1548 Frank: Wel, ons Sandra is een lerares...

1549 Tutte: En ons Janet is een verpleegster...

1550 Frank: En onze Kenny won de lotto...


30

1551 Harry: En alle politiekers zitten in onze zakken en geven zichzelf opslag.

1552 Tutte: Iedereen is niet gelijk voor de wet!

1553 Frank: Een heel leven gespaard en kijk eens hoeveel rente dat heeft opgeleverd...

1554 Tutte: Ik heb niets over om te leven, ik… maar zij geven zichzelf een beter

pensioen...

1555 Frank: En ergens daar tussen, terwijl we de tomaat-kaas sandwiches van Saskia

verorberden, kont ge Ward tegen de pianist horen zeggen:…

1556 Tutte: Ik zou dat nooit zo spelen!

(Muziek. De lichten veranderen. Frank wordt Saskia; Tutte staat achteraan op

de scene met een biertje en luistert naar een radio. We horen de muziek van de

radio. Harry steekt een sigaret op. Lichteffecten vertellen ons dat het een

zachte Septemberavond is.)

1557 Harry: Ik denk dat ik de Rijn nooit zo kalm gezien heb! Opeens keek ik naar de

bloemen en mijn gemoed schoot vol. Ik begon me zelfs zorgen te maken over

eventueel dierenleed. Komaan zeg, we hadden een hond die ik van ’s morgens

tot ’s avonds tegen zijn kont schopte!

1558 Saskia: (komt op. Ze is aan het roken.) Een zalige nacht... Het koelt wat af.

1559 Harry: Inderdaad!

1560 Saskia: Ich hab mein Hertz in Heidelberg verloren, es war ein schönen

Sommernacht…

1561 Harry: Ja, zo is dat... Gaat ge morgen naar de Bedelstudent kijken?

1562 Saskia: Zeker en vast... Ik heb dat nog in Gent gezien.

1563 Harry: Met Koen Crucke?

1564 Saskia: Absoluut!

1565 Harry: Ik ook! Ik hou van alles wat hij heeft gedaan. Ik verkies zijn moderne dingen

boven zijn klassieke, maar de Bedelstudent is iets speciaal…

1566 Saskia: Mijn voeten zwellen op door de warmte, maar...

1567 Harry: Beter nu dat het afkoelt, dan…

1568 Saskia: Ik sprak zojuist met die van Heverlee. Die heeft haar zenuwen niet meer onder

controle, hoor. Ze is al jaren niet meer van huis geweest… Ze kan er niet van

genieten, ze denkt dat ze weer gaat hervallen.

1569 Harry: Oh god…


31

1570 Saskia: Ze zegt dat ze zichzelf een bezoek aan Heidelberg had beloofd! Ik mag hopen

dat ze het haalt! Ik denk niet dat het feit dat Jeanne slecht is geworden haar

zenuwen goed hebben gedaan.

1571 Harry: Neen.

1572 Saskia: Pas op. Ik heb haar gezegd dat pas als het haar tijd is, ze zal gaan!

1573 Harry: Ja, dat wel…

1574 Saskia: En als ge dood bent, dan is dat voor een lange tijd, nietwaar?

1575 Harry: Inderdaad, dat is waar!

1576 Saskia: Ik heb me verdorie nooit gespaard, ik. Ik heb mijn hele leven gerookt, ik dronk

mezelf regelmatig lazarus, at wat ik wou... en toch denk ik hetzelfde.

1577 Harry: Is ‘t waar?'

1578 Saskia: Ge zult het wel weten als uw tijd om is!

1579 Harry: Denkt ge dat?

1580 Saskia: Oh ja!

1581 Harry: Awel ja, dan moet ge het er maar van pakken, zolang het kan?

(Een stilte.)

1582 Saskia: Hebt ge al iets gehoord van hoe het met Jeanne is?

1583 Harry: Ja, dat hebben we

1584 Saskia: Oh ja?

1585 Harry: Ja... ze is...

(Stilte.)

1586 Saskia: Oh gottekes!

1587 Harry: Ja!

1588 Saskia: Oh gottekes toch!

1589 Harry: Ik zou het jullie morgenvroeg pas vertellen! Haar dochter heeft het bureau

gebeld.

1590 Saskia: Oh jongens toch!

1591 Harry: Oh jongens, inderdaad!

(Een stilte.)

1592 Saskia: Het zullen die sandwiches toch niet geweest zijn, zeker?

1593 Harry: Ik denk het niet...

(Een stilte.)

1594 Saskia: Ze wist dat ze niet goed was. Ze vertelde het me in de toiletten in Hazeldonk

al. Ik dacht eerst dat ze geconstipeerd was, maar ze zei: "Saskia, het is mijn


32

tijd... Ik ga er niet geraken, Saskia, ze komen me eerder halen, want het is mijn

tijd". Ik zei dat ze niet zo onnozel moest doen… Maar ik wist dat ze gelijk

had….

1595 Harry: Oh gottekes toch...

1596 Saskia: Die verdomde sandwiches toch...

1597 Harry: Inderdaad...'

1598 Saskia: ‘t Is raar... ze wist dat haar tijd gekomen was… Ze wist het gewoon.

(Saskia wandelt naar achteraan en af. Tutte komt vooraan scene en komt bij

Harry staan.)

1599 Harry: Voor zoiets wordt ge niet betaald, hé?

1600 Tutte: Ik zou het haar wel verteld hebben, als ge dat had gewild!

1601 Harry: Och, ze zat op mijn bus, dus…?

1602 Tutte: Zo’n dingen gebeuren.

1603 Harry: Ja, maar ik had zonder gekund op deze trip, weet je! Ge weet nooit wat u nog

te wachten staat, nietwaar?

1604 Tutte: Ik zou me maar niet druk maken over dat oudje, de helft staat sowieso al met

één been in het graf.

1605 Harry: Wel, ik hoop van niet! Ik hoop dat ik terug ga met iets dat op zijn minst lijkt op

waarmee ik ben vertrokken.

1606 Tutte: Ge hebt er in ieder geval al één minder.

1607 Harry: Inderdaad, maar ik wil er godverdomme niet nog meer verliezen.

(Een stilte.)

1608 Tutte: Waar is Frank?

1609 Harry: Ze is naar het café op het einde van de straat…

1610 Tutte: Ik denk dat ik er ook maar eens binnen spring en er met haar één ga pakken!

1611 Harry: En dat is nog zoiets, godverdomme.

1612 Tutte: Wat?

1613 Harry: Frank!

1614 Tutte: Ge ziet haar wel zitten, hé?

1615 Harry: Ik word er soms zot van.

1616 Tutte: Awel, wat houdt u tegen...?

1617 Harry: Hoe lang is ze nu al bij ons? En niemand die het bij haar gehaald heeft.

1618 Tutte: Ik heb twee jaar gedacht dat ze lesbisch was, dus ik hield afstand!

1619 Harry: Dat zou dan pas echt een uitdaging zijn geweest!


33

1620 Tutte: Johnny Chippendale denkt dat ze een gast heeft in “de Begijnenstraat”. Naar

het schijnt staat hij helemaal zot van haar! Waarom? Denkt ge dat ge uw kans

eens moet wagen?

1621 Harry: Ik heb die van ons nog, hé Tutte?

1622 Tutte: Vooruit, kerel, ga er voor! Wat hebt ge te verliezen?

1623 Harry: Ik zou er niets mee inzitten, om eerlijk te zijn…

1624 Tutte: Hey, iedereen ligt al in bed. Ga naar dat café, Harry, en geef haar een serenade,

dat is een bevel! Komaan! Gij ziet uzelf als een romanticus, wel ga dan naar

dat café en zing iets voor haar!

1625 Harry: Neen, niet vannacht...

1626 Tutte: Ik zeg u dat ge deze reis geluk gaat hebben! Geloof me nu maar! Als we in

Heidelberg aankomen, doe dan iets romantisch met haar. Neem haar mee om

de show te zien, ga daarna iets met haar eten en probeer haar binnen te doen!

1627 Harry: Ik denk het niet. De bedelstudent is niet de goede show om haar mee naartoe te

nemen, om eerlijk te zijn!

1628 Tutte: Waarom niet?

1629 Harry: Wel, op het einde moet ik altijd wenen!

1630 Tutte: Waarom dan?

1631 Harry: Wel, hij kan met zijn ware liefde niet trouwen, omdat hij niet rijk is. Begrijpt

ge dat dan niet, onnozelaar.

1632 Tutte: Ik vroeg het alleen maar!

1633 Harry: Daar is dan een scene in de operette waar ik zo Koen Crucke’s stem kan horen

en dan smelt ik weg, verdomme...

1634 Tutte: Wel, misschien smelt Frank ook? Dat moet ge maar denken. (Hij begint naar

de uitgang te bewegen)

1635 Harry: Waar gaat ge naartoe?

1636 Tutte: Ik ga naar dat café, er één pakken met Frank. Ik kan onderweg toch niet

slapen... (af)

1637 Harry: (Een spot komt langzaam op hem.) Hij had gelijk, niemand kon onderweg

slapen. Ik weet niet of het door het vreemde bed kwam of wat? Ik stond buiten

naar de rivier te staren. Ik kon zien hoe ze daarbinnen door hun

slaapkamervenster stonden te kijken… Mensen die bang zijn in het donker.

Carmen en Xavier waren nog steeds op. Hij was al twee keer naar beneden

gegaan voor warme melk voor haar… Zij zat wat door haar raam te kijken…


34

(Muziek. De lichten veranderen. We zien Frank als Lieve en Tutte als Henri.

Lieve kijkt door het raam. Henri is gekleed in zijn pyjama die hoog

opgetrokken op zijn borst vast hangt, hij heeft een glas warme melk vast.)

1638 Lieve: Ik krijg geen signaal op die telefoon... Het moeten de bergen zijn!

1639 Henri: Ga slapen!

1640 Lieve: Ik kan niet...

1641 Henri: Ge zult ziek worden...

1642 Lieve: We zijn zo ver van huis... Hoe krijgen ze die ambulance naar hier?

1643 Henri: Gij hebt geen ambulance nodig.

1644 Lieve: Ik voel me duizelig.

1645 Henri: Probeer wat te slapen!

1646 Lieve: Ik wil niet opnieuw ziek worden.

1647 Henri: Dat zult ge pas worden, als ge niet gaat slapen!

1648 Lieve: Het drukt hier in mijn borst.

1649 Henri: Dat is niet waar...

1650 Lieve: Kijk al die bootjes...

1651 Henri: Wat houdt u nu wakker, die bootjes of uw borst?

1652 Lieve: Hebben we er wel goed aan gedaan?

1653 Henri: Probeer nu maar te slapen...!

1654 Lieve: Ik weet niet of ik nog terug ga geraken...

1655 Henri: Ge bent er op gefixeerd! Er is niets om u zorgen over te maken. Ik ben

godverdomme in groter gevaar dan gij, met al die kilometers en die stress.

1656 Lieve: Och zeg, begint niet, hé?...

1657 Henri: Gij denkt dat ge het monopolie hebt op ziek worden, zeker...?

1658 Lieve: Zo ver van huis. Stel dat er eens iets gebeurt?

1659 Henri: Hou er nu eens over op, zeg...

1660 Lieve: Wat zitten we hier te doen? In the middle of nowhere?

(De lichten veranderen weer. Harry zit in een spot, als het licht op Lieve en

Henri verdwijnt.)

1661 Harry: We noemen Boppard "halverwege thuis", maar in feite hebben we al drie kwart

van de reis achter de rug. Ik denk dat het nieuws over Jeanne al is rond gegaan

en dat brengt donkere wolken over iedereen. Volgens hen is het hele leven een

reis en hangt het er van af hoeveel kilometers ge doet… Ik moest aan Johnny

Chippendale in Spanje denken. Tutte had me verteld dat die kinderen elkaar


35

plat neukten, en hoewel Johnny er niets mee te maken had, zat hij er toch

middenin… De volgende morgen stonden we vroeg op om te vertrekken. We

moesten eerst nog wijnproeven in Rudesheim alvorens we naar Heidelberg

doorreden... (Muziek: een song uit “De man van La Mancha”) Ik voelde me

een beetje neerslachtig door Jeanne die morgen. Om dit af te schudden speelde

ik Koen Crucke volle bak in mijn bus. "Toreador" uit “Carmen”. Ge kon het in

de hele verdomde Rijnvallei horen. De pot op, dacht ik, dat houdt ze bezig... In

vijftig minuten hadden we alle wijn geproefd in Rudesheim, en het was

absoluut normaal voor ‘Don Quichot’ om terug op de weg te zitten…

(De muziek zwelt aan. De lichten beginnen te dimmen. Harry begint de koffers

te sorteren als Frank en Tutte op komen met nog meer koffers. De marsmuziek

zorgt voor een soort routine als de chauffeurs alle bagage terug op de scene

brengen, klaar voor het voortzetten van de reis. De lichten gaan uit.

"Toreador" speelt uit.)

DOEK


36

2e BEDRIJF

(Muziek. Frank Harry en Tutte op. Ze zitten op een aantal koffers. Ze zitten

duidelijk te wachten op mensen die terug naar de bus moeten komen. De

lichten veranderen. )

2001 Tutte: Hoe lang denkt ge dat het deze keer gaat duren?

2002 Frank: Ze zijn toch al bijna allemaal terug?

2003 Harry: Die van mij nog niet.

2004 Tutte: Hij voedt ze niet goed op. Ik vertel wel drie of vier keer om welk uur we weer

vertrekken voor ze afstappen. En ik zeg dat ze een boete krijgen als ze niet op

tijd terug zijn, of dat ik ze achter laat.

2005 Frank: Hij zou het nog doen ook!

2006 Tutte: Ge moogt gerust zijn!

2007 Harry: Een academisch kwartiertje kan toch geen kwaad, hé?

2008 Tutte: Ik versta, eerlijk gezegd, niet wat ze hier kunnen doen.

2009 Harry: Ze slenteren zo maar wat rond, zeker?

2010 Tutte: Er zijn maar twintig winkels in de hele stad. Maar ge ziet ze godverdomme

voor de vitrine van die speelgoedwinkel staan alsof ze er nog nooit één gezien

hebben.

2011 Frank: Oh, hij is weer vertrokken!

2012 Harry: Inderdaad, ik denk toch dat wij het goed doen!

2013 Tutte: Wij wel...

2014 Frank: “Ze moesten ze afschieten!”

2015 Tutte: Wel, hebt ge ze al eens goed bekeken? De vrouwen kwijlen omdat ze legitiem

mogen gaan shoppen, omdat er niks anders te doen is en de mannen lopen er

achter gelijk vaatdoeken zonder hersens! Ze staan erbij..."Ummmm! Oh ja,

schat, dat is schoon dat. Laat ons iets van die nutteloze Duitse rommel kopen,

die ons Clarisse toch nooit zal gebruiken, ze zal dat schoon vinden!" "Oh ziet

daar, schatje, een pot Duitse augurken, kunt ge dat geloven. Ik pak er ineens

maar twee, mein herr! Danke schön!

2016 Harry: Hij is een verzuurde sukkel

2017 Tutte: Als ge goed keek zoudt ge het ook zien! Ze staan daar in hun C&A pakken te

kijken alsof ze hun wil om te leven al verloren zijn.


37

2018 Harry: Dat heet ‘het huwelijk’. Herkent ge dat dan niet?

2019 Frank: Zeg, schei eens uit!

2020 Tutte: Komaan zeg, wat zoudt gij liever doen? Naar een zestienjarige in monokini

staan te kijken in Tossa de Mar, die zich met Ambre Solaire inwrijven, of met

uw madam staan kijken naar gebeeldhouwde bierpotten?

2021 Harry: Awel zie...

2022 Tutte: Ach kerel, wees eens eerlijk met uzelf!

2023 Harry: Awel ja, maar...

2024 Tutte: Awel ja wat? Wat wilt ge zeggen?

2025 Harry: Awel ja, ’t is waar, maar…

2026 Tutte: En gij, Frank?

2027 Frank: Wel, vrouwen in monokini doen me niet echt iets!

2028 Tutte: Ik had het over de mannen?

2029 Frank: Pas op, soms vraagt ge u af wat ge allemaal gemist hebt in uw leven!

2030 Tutte: Inderdaad, en dat bedoel ik nu juist...!.

2031 Frank: Dat is toch wat ge doet, hé?

2032 Tutte: Verbaasd staan over wat ge allemaal hebt gemist? Absoluut, we staan altijd op

een ander kruispunt, makker!

2033 Frank: Ik kan me nog herinneren hoe we naar Zeebrugge gingen als kind. Het leek

alsof we altijd hetzelfde deden, jaar in, jaar uit! We wandelden altijd op de

dijk, speelden op het strand, aten mosselen met friet, een spelletje petanque,

naar het lunapark en weer terug naar het strand. Daarna moesten we in ’t bad

en daarna weer een wandeling in de koude wind, voordat we naar bed gingen.

En de volgende dag deden we hetzelfde. Het hoogtepunt van de vakantie was

toen mama mij of ons Tina nieuwe teenslippers ging kopen! O, verdomme…

als ge daar aan denkt!

2034 Harry: Wij gingen altijd naar Heist-aan-zee! Als ik een euro kreeg voor elke keer dat

ik met de quistax heb gereden...

2035 Frank: Wij dachten dat Zeebrugge een badplaats was, maar toen ik eens in Oostende

logeerde begreep ik dat ik alle vakanties aan een riviermonding had

doorgemaakt!

2036 Tutte: Ik weet echt niet wat ze hier komen zoeken. Eigenlijk vraag ik me af waarom

we deze trips sowieso aanbieden! Ze lijken verschrikkelijk zinloos.


38

2037 Frank: En toen we naar Palma begonnen te gaan, hadden we daar ook al een soort

routine. We stonden op, dronken steeds koffie in hetzelfde cafeetje, we

kochten een Belgische gazet in dezelfde winkel. Daarna gingen we op dezelfde

plaats in het zand op de strand! We kwamen er enkel af voor de siësta, gingen

altijd op hetzelfde moment zwemmen; neukten op hetzelfde moment, enfin het

hing er van af hoeveel Leo had gezopen... en of hij een zonnesteek had of

niet...

2038 Tutte: We fietsen rond in onze dromen, maar de realiteit is waardeloos!

2039 Harry: Wat is er nog nieuw onder de zon…?

2040 Tutte: Wel, de kans op wat opwinding, verdomme. Daar doen we het toch voor,

Harry. Ik ben helemaal niet zoals jij, dat is zeker. Ik wil niet naar de

zonsondergang blijven staren. Dat doet me er aan herinneren dat de tijd

vliegt….

2041 Frank: Vandaag is wat telt, dat is zeker!

2042 Harry: Alles is zinloos, tenzij hij van bil kan gaan!

2043 Tutte: Het is zelfs niet het feit dat ik van bil ga. Het is de mogelijkheid dat ik van bil

kan gaan wat mij op de been houdt. Het kan me zelfs niet schelen met wie...

2044 Frank: Hoor dit toch weer eens aan... Gij zijt niet goed bezig, Tutte!

2045 Tutte: Ik vind nochtans van wel...

2046 Frank: Gij had eens moeten leven met die mannen waar ik mee samen ben geweest...

2047 Tutte: Neen, dank je…

2048 Frank: Dan zoudt ge godverdomme wel heel anders piepen. Er is een groot verschil

tussen balletdansen en naar de pijpen dansen, dat kan ik u wel zeggen, ook al is

het alle twee een vorm van dansen!

2049 Harry: Als ge in ‘t buitenland bent is er toch het cultuurverschil. Dat is een deel van

de aantrekkingskracht!

2050 Tutte: Dat is pas de hel! Als ge met het kabelspoor naar de top gaat, waar die

Kerstmiswinkel staat, ziet ge ze vechten voor een kerstbal! En zeggen dat ge ze

voor dezelfde prijs kan kopen in de Brico van Lier!

2051 Frank: Inderdaad, hij heeft gelijk, want wij hebben onze kerstballen in de Brico van

Lier gekocht en het waren dezelfde!

(Een stilte)

2052 Harry: Zijn we allemaal dan wel niet “niet goed bezig”?


39

2053 Tutte: Dit is in ieder geval niet normaal, het is gelijk wachten op het verdomde

spuitje!

(Harry spreek het publiek toe. Nadien doen Tutte en Frank dat ook.)

2054 Harry: We hadden twee uur nodig om van Boppard tot Rudesheim te rijden. Normaal

hadden we maar vijftig minuten nodig gehad, maar we moesten drie keer

stoppen omdat die dikke Julia van Ganshoren niet in de wc van de bus kon…

2055 Frank: En omdat het kalfsvlees niet met haar verder wilde …

2056 Tutte: Het was altijd het zelfde liedje. Parkeren beneden bij het station, ze snel over

de spoorweg en de weg sturen, om de kerk te zien, het bierhof, enkele knick-

knack- winkeltjes en nog even wat geld uit de muur te halen. Daarvoor alleen

al hadden ze drie uur nodig!

2057 Frank: Er zijn daar van die kleine toeristische treintjes, die u de stad rondrijden!

2058 Harry: Ik zag Saskia en Doris erop zitten terwijl ze hun sandwiches aan het opeten

waren.

2059 Tutte: Martijn en zijn moeder en vader bleven beneden bij de bus en hielden er een

picknick...

2060 Frank: Ze fascineerden den Tutte...

2061 Tutte: Dat is zo, ze zaten daar maar en spraken twee uren lang over… grind. En

ondanks ze vertelde dat hij zo grappig was heb ik haar toch niet één keer zien

lachen!

2062 Harry: Er staat een monument helemaal bovenaan op de heuveltop. En als ge de

kabelbaan neemt kunt ge daar de hele Rijnvallei zien, het is een prachtig zicht.

Het duurt veertig minuten en ge hangt vlak boven enkele enorme

druivenvelden…

2063 Frank: De Marx brothers waren in zo ééntje naar boven gegaan… Ge kont ze in de

verte naar beneden zien komen…

(Muziek. De lichten veranderen. Frank, Tutte en Harry worden Ward, Leon en

Bernard. Ze zitten samen en houden zich vast, terwijl hun kabelbaankarretje

naar beneden schokt.)

2064 Leon: Ik heb nooit van de hoogte gehouden...

2065 Bernard: Neen?

2066 Leon: Neen nooit.

2067 Bernard: We zijn zo hoog toch niet, Leon?


40

2068 Leon: Onze jongste vroeg altijd om eens op het Atomium te gaan, maar ik wilde

nooit.

2069 Bernard: Ik ben er eens op geweest, maar... nooit meer...

2070 Leon: Die van ons is er mee naar boven gegaan. Ik stond daar beneden te vergaan van

de schrik, bang dat ze niet meer naar beneden zouden geraken. Achteraf had ik

het gevoel dat ik hem bedrogen had.

2071 Bernard: Ja, zo voelt ge dat dan aan, hé! Kinderen!

2072 Leon: Oh ja!

2073 Bernard: Ze denken dat ge een soort superman bent... en dan zien ze u zo. Ik bedoel

maar, ik had onze Kevin verteld dat ik ooit nog voetbal gespeeld had in de

nationale ploeg, toen we in dat pension zaten in Brussel ging hij dat aan iedere

tafel vertellen…

2074 Leon: Zo zijn kinderen nu eenmaal, Bernard...

2075 Bernard: Ik vind dat niet zo erg, maar de kerel die het hotel openhield en voorzitter was

van Jette sportif, bekeek me alsof ik een halve zachte was of zo!

2076 Leon: Die verdomde kinderen!

2077 Bernard: O ja...

(Een stilte)

2078 Leon: Ge zijt zo stil, Ward.

2079 Ward: Ik zeg niks.

2080 Bernard: Hij is slecht gezind!

2081 Leon: Waarom, wat scheelt er met jou?

2082 Ward: ‘t is juist alsof ik met die van ons weg ben. Elke keer als ik mijn mond open

doe is het verkeerd, dus heb ik maar besloten om helemaal niks meer te

zeggen!

2083 Bernard: Ik had u gezegd dat hij slecht gezind was!

2084 Leon: Ge gaat dat toch zeker niet de rest van de reis volhouden, Ward?

2085 Ward: Ge zult wel zien.

(Een stilte)

2086 Leon: Het is goed dat het zo eens stil is, hé Bernard?

2087 Bernard: Wel ja, dat is waar! Hij is zo stil dat ik dacht dat hij eraf gevallen was...

2088 Ward: Ik ben er niet van af gevallen!

2089 Leon: Oh, kijk, nu praat hij toch!

2090 Ward: Ik dacht alleen hardop...


41

2091 Leon: Oh, oké dan...

2092 Bernard: Dat is verdomme gevaarlijk…

2093 Leon: Ja, ge moet niet denken op uw leeftijd, Ward.

2094 Bernard: Ge zult verdomme eindigen in een zothuis...

2095 Leon: Waar hebt ge dan over gedacht?'

2096 Ward: Wel, als we naar boven gingen vroeg ik mij af waarom de kabelbaan zo laag

over de velden hing.

2097 Leon: Gij zou ze zeker niet zo laag gehangen hebben, hé?

2098 Ward: Awel nee, dat zou ik niet gedaan hebben!

2099 Bernard: Hoor, hij is opnieuw vertrokken...

2100 Ward: Wel, ge hebt er om gevraagd...

2101 Bernard: Hij is weer vertrokken.

2102 Ward: Onnozelaars...

2103 Leon: Weer vertrokken...

2104 Ward: Oké, deze keer is het gedaan. Ik doe mijn mond, godverdomme, niet meer

open!

2105 Leon: Ik geloof niet in mirakels, en gij Bernard?

2106 Bernard: Neen, Ik ook niet!

2107 Ward: Jullie zijn onnozelaars, alle twee...

2108 Bernard: Komaan, Ward, we lachen er toch maar wat mee, hé Leon?

2109 Leon: Bha ja, anders zou ik toch zo niet gereageerd hebben, hé Bernard?

(De lichten veranderen. Muziek. Bernard, Leon en Ward worden opnieuw

Frank, Tutte en Harry.)

2110 Harry: Beneden bij de bus staan we nog steeds te wachten op de laatste twee.

Typisch,hé? Het waren er weer twee uit mijn bus.

2111 Tutte: Dit is al te gek, Harry? Dat is nu al bijna twee uren! Een academisch

kwartiertje had ge gezegd. Iedereen is er al behalve die twee onnozele geiten!

2112 Frank: En dan is het nog zo warm.

2113 Tutte: Ik weet, eerlijk gezegd, ook niet waarom die allemaal braaf op de bus blijven

zitten. Ge zou denken dat ze, na twee uren in die warmte te hebben gezeten,

wel zouden doorhebben dat er iets mis is, denkt ge ook niet? Over stom

gesproken!

2114 Harry: Ik kon ook niet weten dat er iemand zou verdwaald geraken, hé?


42

2115 Tutte: Hebt ge hen al eens goed bekeken? Ze zitten daar maar en kijken gewoon uit

het venstertje. Ze kijken alsof ze aan het wegkwijnen zijn.

2116 Frank: Het is ook warm, hé?

2117 Tutte: Vooral daarbinnen. Ik heb de airconditioning niet opgezet... Ze moeten daar

aan het koken zijn.

2118 Harry: (kijkt rond in de blinde muur.) Waar zitten ze godverdomme?

2119 Tutte: Ik wed dat het stinkt op die bus!

2120 Frank: Weten ze waar we op hen zouden wachten?

2121 Harry: Ik heb het hen gezegd als ik ze heb afgezet, maar ge weet hoe ze zijn, hé. Eén

en één is godverdomme nooit twee bij deze gasten. God weet, misschien zitten

ze op zo’n riviercruise!

2122 Tutte: Ik heb u nog gezegd dat ge nooit met een volle bus zou teruggaan!

2123 Harry: Zal ‘t gaan, ja?

2124 Tutte: Ze vallen als vliegen tegenwoordig!

2125 Harry: Zal ‘t gaan?

2126 Frank: Als het zo verder gaat kom ge thuis met een lege bus.

2127 Harry: Zal ‘t gaan, zeg ik?

2128 Tutte: O, hij zou het nog niet erg vinden, dan kan hij zingen wat hij wil!

2129 Frank: Hij zou de bus hier kunnen achterlaten en met jou terug kunnen rijden.

2130 Tutte: Ah ja, maar dat gaat hem geld kosten en er wordt absoluut niet gezongen op

mijn bus. Zeker geen Koen Crucke…

2131 Harry: Ge zoudt goeie muziek niet herkennen, zelfs al beet het in uw gat!

2132 Tutte: Dat ken ik nog niet. Hoe klinkt dat dan?

2133 Frank: Dit is niet meer voor te lachen.

2134 Tutte: Het was al niet meer voor te lachen in Hazeldonk; toen ze op de Disneylandbus

stapte. Misschien is ze naar huis beginnen wandelen om op tijd te zijn voor de

begrafenis?

2135 Frank: Och, stopt daarmee...

2136 Tutte: Misschien dat ze hier ergens zijn ingestort… ze zagen er al niet zo goed uit,

hé?

2137 Frank: Niemand deze morgen!

2138 Tutte: Ze zullen er niet beter uitzien nadat ze daarbinnen twee uur hebben zitten

wachten... Ze zullen wel drijfnat zijn!

2139 Frank: Zet dan de airconditioning op.


43

2140 Tutte: Neen, tegen hun kloten!

2141 Frank: Tutte!

2142 Tutte: Staat die van u op?

2143 Frank: Neen!

2144 Tutte: Awel dan! Laat maar, ze zullen nu toch al wel gaar zijn!

2145 Frank: Ga de airconditioning opzetten!

2146 Tutte: Gij hebt die van jou ook niet opstaan!

2147 Frank: Wij staan in de schaduw geparkeerd.

2148 Tutte: Alles gaat goed met hen, ze zijn alleen lichtjes gebarbecued! Trouwens, dat

consumeert diesel, hé? Danny zal op mij kop zitten als ik hem maar blijft

volgooien.

2149 Frank: Ze zullen allemaal ziek worden op die bus.

2150 Tutte: Ze zien er al lang slecht uit, als ge het mij vraagt!

2151 Harry: Inderdaad, Carmen en Xavier zagen er verschrikkelijk uit bij het ontbijt. Ze

hadden de hele nacht niet geslapen, zoals gewoonlijk! Ik zei hen dat ze een

oogje moesten dicht doen op de reis hier naartoe, maar ze kan niet slapen op

een bus, zei ze.

2152 Tutte: Wat zit ze hier dan te doen? Het is compleet ongelooflijk!

2153 Harry: Ze zegt dat ze dat ook niet op een vliegtuig kan, of op een boot, of in de auto,

want ze heeft het aan haar hart...

2154 Tutte: Nog beter, allez!

2155 Harry: En ze zit niet op haar gemak op een bus, want ze heeft schrik dat er een

accident zal gebeuren!

2156 Tutte: Dat is wat ik bedoel, we zitten godverdomme precies in een zothuis...

2157 Harry: Ze maakte van haar oren tegen haar dochter over de GSM; die had haar hierop

geboekt en had gezorgd dat ze was vertrokken!

2158 Tutte: Awel, dat is godverdomme slim. Wat als er iets gebeurt? Dan zitten wij ermee.

2159 Frank: Daar dienen we voor!

2160 Tutte: Op deze reizen hebt ge alleen maar kloterij! Zie eens naar Johnny

Chippendale...

2161 Frank: Oh, hij gaat weer beginnen, hou het in ‘t oog...

2162 Tutte: Die heeft het wel begrepen...

2163 Frank: Als ge zo wanhopig bent…

2164 Tutte: Ik zeg u maar, hij is tien jaar jonger geworden door die Spaanse tours te doen.


44

2165 Frank: Wel, ik vind dat hij er ouder uitziet...

2166 Tutte: Hij krijgt er op zijn minst een schoon kleurtje van...

2167 Frank: Maar hij krijgt er ook rimpels van. Hij ziet er uit als een versleten handtas!

2168 Tutte: Ik zeg u dat hij er tien jaar jonger is van geworden.

2169 Harry: Wel, dan weet ge wat ge moet doen, hé….

2170 Tutte: Ik wil wel. Het is niet alleen al dat rijden, maar we spelen hier godverdomme

voor verpleegster.

2171 Frank: Op die Spaanse trips zijn er ook veel problemen, hoor?

2172 Tutte: De deze hier zouden ze moeten afschieten!

2173 Harry: Dat zal ik met deze twee ook doen, als ze godverdomme ooit opdagen!

2174 Tutte: Wel, als ge ze toch gaat afschieten, laten we dan nu aannemen dat ze niet meer

komen en laat ons deze wagons in gang zetten, Harry. Allez, we hebben het

over “Heidelberg in de zomer"! Zoals de dingen er nu uitzien zal het al bijna

herfst zijn tegen dat we vertrekken!

2175 Frank: Waar zitten ze godverdomme...?

2176 Tutte: (tot het publiek) We hebben nog een half uur staan wachten in de verzengende

hitte, als Frank hen opmerkte. Saskia en Doris! Ze zaten daar als twee vrouwen

op een tekening van Delvaux, achteraan op het toeristische treintje van

Rudesheim. Ze gingen voor de tiende keer rond, terwijl ze nog meer

sandwiches met tomaat en kaas aten en het zelfde gesprek voerden…

(Muziek. De lichten veranderen. Harry wordt Doris. Frank wordt Saskia. Ze

zitten op een koffer en kijken face naar het publiek.)

2177 Saskia : Verschrikkelijk!

2178 Doris: Zeg dat wel.

2179 Saskia: Och arme Jeanne...

2180 Doris: Inderdaad...

2181 Saskia: Het enige wat ze wilde was er eens tussenuit zijn…

2182 Doris: Inderdaad!

2183 Saskia: Juist er eens tussenuit zijn...


2185 Saskia: Dat is toch niet teveel gevraagd, hé?

2186 Doris: Neen, dat is het niet.

2187 Saskia: Het is helemaal niet teveel gevraagd!

2188 Doris: Neen, bijlange niet.


45

2189 Saskia: Ze zou dit graag hebben gedaan, dit treintje…

2190 Doris: Ja, dat is juist...

2191 Saskia: Het is eigenlijk niet serieus dat wij nog verder naar Heidelberg zijn gegaan,

maar...

2192 Doris: Wat kunt ge er aan doen?

2193 Saskia: Ja, wat kunt ge er aan doen...

2194 Doris: Ik bedoel maar, we kunnen toch zomaar niet naar huis gaan...

2195 Saskia: Neen, naar huis gaan kan toch niet, hé?

2196 Doris: Neen.

2197 Saskia: Ik denk dat ze zou gewild hebben dat we naar hier zouden gekomen zijn,

maar...

(Een stilte.)

2198 Doris: Pas op, ze was soms een raar kieken, die Jeanne!

2199 Saskia: Ja, dat is waar...

2200 Doris: Ja, dat was ze soms...

2201 Saskia: Ja, ze kon een raar kieken zijn…

2202 Doris: We moeten niet doen alsof, want ze kon echt een raar kieken zijn!

2203 Saskia: Dat is zo!

2204 Doris: Zoals toen Maurice gestorven is. Ik had een luchtige cake voor haar gemaakt.

Ik moest er geen stuk van krijgen, hé, maar denkt ge dat ze het mij heeft

gevraagd?

2205 Saskia: Neen?

2206 Doris: Ze heeft me nooit gevraagd of ik een stuk wou!

2207 Saskia: Allez!

2208 Doris: En toch, als haar dochter van Ronse haar komt bezoeken, betaalde ze haar de

naft terug.

2209 Saskia: ‘t Is niet waar!

2210 Doris: Ze gaf haar dat geld voor de naft terug!

2211 Saskia: Het arme schaap!

2212 Doris: Allez, ze gaf haar eigen dochter het geld voor de naft, omdat ze haar zou

komen bezoeken.

2213 Saskia: En die is een pedicure?


(Een stilte.)


46

2215 Saskia: Oh ja, ze was soms een rare, Jeanne.

2216 Doris: Dat is juist.

2217 Saskia: Dat het soms een rare was.

(Een stilte.)

2218 Doris: In ieder geval, nu is ze op een betere plaats.

2219 Saskia: Dat is zo...

2220 Doris: Op een betere plaats!

2221 Saskia: Ik heb nog een sandwich met kaas en tomaat, als ge er nog één wil.

2222 Doris: O neen, ik...?

2223 Saskia: Moet ge er geen meer hebben?

2224 Doris: Neen, ik...

2225 Saskia: Er zijn er nog genoeg over…

2226 Doris: Liever niet, ik heb die worst gegeten en nu heb ik het zuur.

2227 Saskia: Ik heb nog gezegd dat ge er beter geen nam.

2228 Doris: De beste worst is die van Renmans, het was de enige die ik kon eten zonder er

een indigestie van te krijgen.

2229 Saskia: Ja, die is nu op een betere plaats, Jeanne!

(Een stilte.)

2230 Doris: Denkt ge dat we al moeten terug gaan?

2231 Saskia: Wat?

2232 Doris: Awel ja, iedereen zal wel zitten te wachten, hé? Ik bedoel maar, we zitten hier

nu al drie uur op, mijn benen beginnen stijf te worden! Ik krijg er de bibber

van, om eerlijk te zijn.

2233 Saskia: O, laat ze nog maar wat wachten, Doris!

2234 Doris: Ik ben er aan toe om af te stappen, mijn rug speelt me parten!

2235 Saskia: Laat ze nog wat wachten.

2236 Doris: Zeg...

2237 Saskia: Hoe rap of traag ge ook gaat, hé, ge komt op het einde altijd op dezelfde plek

terecht.

2238 Doris: Dat wel...

2239 Saskia: We doen nog één keer de toer voor Jeanne, oké?

2240 Doris: Awel ja, ik ben blij dat ik nog één keer de toer kan doen voor Jeanne!

2241 Saskia: Laat ze wachten! We moeten nergens rap zijn, hé?

(Muziek. De lichten veranderen. Doris wordt Harry en Saskia wordt Frank.)


47

2242 Tutte: Ze verontschuldigden zich omdat ze te laat waren, maar ze hadden het expres

gedaan. Mij houden ze niet voor de gek... Als ik ooit zo wordt moogt ge me

afschieten!

2243 Frank: Dat meent hij niet!

2244 Tutte: Jawel! Als ge me ooit ergens achteraan op zo’n toeristentreintje ziet zitten,

zo’n onnozel gesprek hoort voeren over de prijs van de worsten, terwijl ik op

een muntje zit te sabbelen, waar het ook is, schiet me dan af, want het wil

zeggen dat ik mijn verstand kwijt ben!

2245 Frank: Hij meent het niet!

2246 Tutte: Ik meen het godverdomme wel!

(De lichten veranderen. Tutte, Harry en Frank worden weer terug leden van de

groep en zingen krachtig mee. Ze zijn al bijna in Heidelberg. Ze zingen "En

hedde gij meubelen" De lichten veranderen.)

2247 Harry: Het kasteel van Heidelberg rijst uit boven de stad. Het is zonder meer de meest

populaire bestemming in Duitsland.

2248 Frank: Door naar dezelfde plaats steeds weer te keren, pikt ge over de jaren heen een

aantal feiten over deze toeristische trekpleisters op! Zo denken ze dat ze hier,

in de buurt van Heidelberg, de oudste beenderen van Europa hebben gevonden.

Het was hier dus al eeuwen geleden een populaire plaats.

2249 Tutte: Inderdaad, voor geraamten!

2250 Frank: Hier is ook de oudste universiteit van Duitsland.

2251 Tutte: Steek dat maar op een plaats waar de zon nooit schijnt...

2252 Frank: Dat meent hij niet!

2253 Tutte: Toch wel!

2254 Frank: En er zijn bijgevolg veel studenten.

2255 Tutte: Juist, maar ge ziet ze nooit, want ze zijn er nogal zuinig op.

2256 Harry: Mario Lanza, de grote Italiaanse tenor, heeft de operette "de bedelstudent” in

Gent nooit gedaan, zoals ge weet. Veel mensen dachten dat het was omdat hij

te dik was, en dat was hij ook, hij zou nooit in één van onze toiletten gekund

hebben; maar eigenlijk had hij ruzie met de regisseur, liep weg van de repetitie

en kwam nooit meer terug. Enfin, Koen mocht toen die rol spelen. Mario

Lanza stierf toen hij achtendertig was! De ene zijn dood is de andere zijn

brood!


48

2257 Tutte: Juist, de interessanten gaan en wat blijft zijn allemaal vervelende oude

zageventen!

(Gedurende het volgende wordt Tutte Martine, en Frank Caroline).

2258 Harry: Toen we in het hotel incheckten, hadden “Mooi en meedogenloos” heel wat

kritiek op Tutte, alsof het mijn fout was?

2259 Caroline: Hij is de slechtste chauffeur waar we ooit mee gereden hebben!

2260 Martine: We zaten daar bijna drie uur en niet één keer stelde hij voor om de

airconditioning op te zetten!

2261 Caroline: Er zaten mensen op die bus naar adem te happen... gelijk goudvissen!

2262 Martine: Ik had gehoopt dat deze trip relaxerend zou zijn geweest, maar als ge wordt

gekookt aan de Rijn en naar adem zit te snakken, is dat eerlijk gezegd helemaal

niet relaxerend. En we hadden al zo’n moeilijk jaar!

2263 Caroline: Laat maar zitten, Martine, want de hele reis is al een nachtmerrie.

2264 Harry: Wel, het spijt me dat u er zo over denkt...

2265 Martine: Ik had zo gedacht om hier nog eens terug te komen… maar als ik dat doe zal

het niet met Klauwaerts zijn!

2266 Harry: Wel, het spijt me dat u er zo over denkt...

2267 Martine: En om absoluut eerlijk te zijn, de rest van de mensen op deze reis zijn

onbeleefd en vulgair...

2268 Caroline: Martine!

2269 Martine: Neen, doe geen moeite. Ik heb stilletjes genoeg van die hele bende! Ge kunt

met niemand spreken op deze reis, zonder dan ze u iets vertellen over de

problemen met hun water of wanneer ze de laatste keer een dikke-darmoperatie

hebben gehad.

2270 Caroline: Martine!

2271 Martine: Ik had gedacht dat we mensen zouden ontmoet hebben waarmee we zouden

kunnen discussiëren over de Duitse romantiek en Wagner, maar we hadden het

eerlijk gezegd al moeilijk genoeg om voorbij de politiek van Di Rupo of de

punten van de Delhaize te geraken! En dan dat taaltje... Luister, ik ben niet

preuts, maar...

2272 Harry: Jullie zullen dus niet meegaan naar de bierkelder, als we daar naartoe gaan?

Gewoonlijk gaan we daar de eerste avond in Heidelberg samen naartoe voor

een zangavond. Zet ik u op de lijst of gaat u zelf voor uw amusement zorgen?


49

(Het licht verandert. Muziek: "Het drinklied" uit de “Bedelstudent”. Harry,

Tutte en Frank bewegen naar achteraan scène. Iedereen staat in een speciale

overhead spot. De muziek blijft doorspelen.)

2273 Frank: In het achterzaaltje van ‘der wildeman’ zitten we gewoonlijk met hen aan

lange houten tafels "Drink, drink, bröderlein drink!" te zingen. Dat is waar ze

voor gekomen zijn!

2274 Harry: Opeens zijn het allemaal studenten. Ze wanen zich dan allemaal op de

bierfeesten te Wieze…

2275 Tutte: Ze serveren schnitzels op een houten bord, een aardappel in de schil, in

zilverpapier gebakken en wat ranzige sauerkraut. Het is zo Duits als

partijleider Mao, maar ze lepelen het gulzig naar binnen...

2276 Harry: Iedereen amuseert zich rot, ge moet ze eens horen!

2277 Frank: Naast de deur, “beim Sepp”, een echte studentenkroeg, beleven echte

Heidelbergers het echte ding!

2278 Harry: Maar dat kan de pret in onze groep niet bederven, zij zijn nu allemaal

Westphaliers!

2279 Frank: Wij staan gewoonlijk aan de bar, te zien hoe ze teveel drinken!

2280 Harry: De Marx Brothers waren in absolute topvorm, maar daar had ik wel op durven

wedden!

2281 Frank: Mooi en meedogenloos forceerde zich om drie bierpotten naar binnen te

kappen en waren duizelig op de terugweg!

2283 Tutte: Saskia en Doris deelden een halve bierpot en toonden daar geen spijt over!

2284 Harry: Carmen en Xavier namen elk een limonade, godverdomme... Ik kon er wel om

wenen!

2285 Tutte: En Martijn dronk één pintje, at de schnitzel van mama op en ook nog de helft

van alle houten borden die hij tegenkwam..

2286 Frank: Wel, zijn moeder kreeg toch over een ding gelijk!

2287 Tutte: Hij kan vreten als een varken!

(De muziek stopt. De lichten gaan uit op Tutte en Frank. Tutte gaat af en wordt

Henri met een gebreid vestje aan en een baseballpet op.)

2288 Harry: Het was de nacht dat ik met Henri sprak. We stonden buiten in de

Hauptstrasse... een luchtje te scheppen. Lieve zat bij Martijn en Maria sprak

over de tijd dat “de Zoete Waters” bevroren waren en dat drie mensen door het

ijs zakten en stierven. Geen wonder dat ze zich niet goed voelde...


50

(De lichten veranderen. We staan buiten en het is avond. Gedempt lichteffect:

Lichte Duitse muziek zwelt aan en fade weer weg. Henri op.)

2289 Henri: Hier buiten is het koeler!

2290 Harry: Absoluut! Voelt ze zich wat beter?

2291 Henri: Ze heeft niet veel geslapen verleden nacht!

2292 Harry: Ik denk dat niemand dat deed! . .

2293 Henri: Ze heeft de meeste nachten niet geslapen, deze laatste dagen; maar dat is zo

met haar, als ze van huis is! Ze denk steeds dat ze misschien opnieuw ziek gaat

worden! Ze heeft pas zeven maanden geleden een open hartoperatie gehad.

2294 Harry: Ik heb dat ook meegemaakt, met mijn vader!

2295 Henri: Kloterij, hé?

2296 Harry: Niet plezant!

2297 Henri: Voor mij is het een verdomd wonder wat die dokters doen...

2298 Harry: Het is een routine geworden, hé? Ze zeggen dat ze er tegenwoordig twaalf in

een dozijn doen!

2299 Henri: Dat lijkt alleen maar zo, als het bij iemand anders gebeurt.

2300 Harry: Ze kreeg een nieuwe start. Er steekt nu een nieuwe motor in, dus kan ze er

weer tegen voor een paar jaar! Ze kan nog met honderden van deze reizen mee,

ge moet aan de toekomst denken… meer is er eigenlijk niet, weet je?

2301 Henri: Ze heeft er twee jaar op moeten wachten...

2302 Harry: Het is toch een succesverhaal geworden, vindt gij niet?

2303 Henri: Gelukkig dat hij bestaat, hé: de pacemaker! .

2304 Harry: Voor mij heeft het nochtans gewerkt…

2305 Henri: O ja?

2306 Harry: Ik had bloedklonters; acht jaar geleden... Door die lange afstandsritten naar

Italië. Ik was een jaar buiten strijd! Nu zijn ze in de mode, maar toen ik er één

kreeg had niemand ervan gehoord.

2307 Henri: Dan zult ge wel voorzichtig moeten zijn, met een job als deze?

2308 Harry: Ja, dit is dan ook mijn laatste tour! Ik stap eruit, nu het nog kan. Naar het

schijnt kan het altijd weer terugkomen, zodoende. Ik droom de laatste tien jaar

zelfs over die verdomde snelwegen, kan ik u wel zeggen!

2309 Henri: Ik heb in de brouwerij van Stella Artois gewerkt, ik droom al twintig jaar over

bierflesjes!

2310 Harry: Verleden maand ben ik geslipt, ik was er bijna geweest...


51

2311 Henri: En het zijn grote bussen, hé?

2312 Harry: Begin maart ben ik door de ijzel van de baan geraakt. Ik heb het gevoel dat

mijn geluk op raakt!

2313 Henri: Ge zou goed overeenkomen met die van ons, zij heeft hetzelfde gevoel!

2314 Harry: Het komt wel goed met haar! Nu ze dit heeft doorgemaakt, kan ze alles aan,

hé?

2315 Henri: Zoudt ge denken?'

2316 Harry: O ja!

2317 Henri: Was dat zo bij uw vader?

2318 Harry: Voor mijn vader was het te laat... maar...

(Een stilte.)

2319 Henri: Ge wilt toch mijn problemen niet horen, hé? Ik kan maar beter terug

binnengaan en zien wat ze aan het doen is. Als ik te lang wegblijf dan

panikeert ze en dat is niet goed voor haar. En dan begint ze te roepen en dat

doet mij dan weer geen goed.

2320 Harry: Het lijkt erop dat jullie voor elkaar gemaakt zijn.

2321 Henri: Inderdaad, we maken altijd ruzie! Ik zeg altijd tegen ons Annick: “in relaties

waar geen ruzie is, doet er iemand teveel zijn goesting...”

2322 Harry: Inderdaad, daar zit veel waarheid in.

2323 Henri: Ik hoop dat we een goede plaats voor haar hebben, voor de show morgen of dat

is een ander probleem. Indien niet, dan weet ik al wat ze zal zeggen: “al die

moeite om tot hier te komen en dan hebben we nog geen goeie plaats!”

(Henri verdwijnt achteraan scene. De lichten veranderen. Frank stapt in de

scene bij Harry.)

2324 Frank: We zijn er bijna!

2325 Harry: Nog één nacht hier en nog één in Luxemburg en het zit er voor mij op.

2326 Frank: ‘t Gaat godverdomme snel, hé?

2327 Harry: O, ge moet het mij niet vertellen!

2328 Frank: Ik herinner me nog wanneer ik ben begonnen, het lijkt alsof het gisteren was en

hoelang is dat al?

2329 Harry: Zes jaar geleden...

2330 Frank: Zes jaar!

2331 Harry: Op de week na!

2332 Frank: Inderdaad, dat klopt. Hebt ge dat bijgehouden?


52

2333 Harry: Sommige dingen onthoudt ge nu eenmaal. Morgen de Bedelstudent, gaat ge

mee?

2334 Frank: Dat is niks voor mij.

2335 Harry: Neen?

2336 Frank: Niet echt.

2337 Harry: Hebt ge het al ooit eens gezien?

2338 Frank: O ja. Ik vind het onnozel. Te slijmerig voor mij! Er zit niet genoeg drama in!

2339 Harry: Wel, ik krijg er kippenvel van.

2340 Frank: Dat komt omdat gij een softie bent, hé? Dat is zo, weet je. Echt!

2341 Harry: Wel, als ge er naartoe wilt gaan om het te zien, laat het me dan weten.

2342 Frank: Het is niet echt mijn ding.

2343 Harry: Ik had gedacht dat het wel tof zou zijn, als we daarna misschien samen ook

nog iets zouden kunnen gaan eten…

2344 Frank: Wel...

2345 Harry: …Op de goeie ouwe tijd...

2346 Frank: Hoezo?

2347 Harry: Wel ja...

2348 Frank: Harry?

2349 Harry: Wat?

2350 Frank: Harry?

2351 Harry: Wat is er?

(Een stilte.)

2352 Frank: Probeert ge me binnen te doen?

2353 Harry: Wie?

2354 Frank: Jij!

2355 Harry: Ik dacht gewoon dat het tof zou zijn…

2356 Frank: Ja, ge probeert het, hé?

(Stilte.)

2357 Harry: Vergeet het, want het was gewoon...

2358 Frank: Ge probeerde, hé?

2359 Harry: Zeg! Ik weet niet meer hoe het moet, werk eens wat mee...

2360 Frank: Harry!?

2361 Harry: Godverdomme...

2362 Frank: Harry!?


53

2363 Harry: Waar ben ik mee bezig?

2364 Frank: Ik weet niet of ik mij gevleid moet voelen of wat?

2365 Harry: Vergeet het gewoon...

2366 Frank: Verdomme, jong...

2367 Harry: Oké, ik heb een steentje opgegooid; op het verkeerde moment, op de verkeerde

plaats, bij de verkeerde persoon, dat is het verhaal van mijn leven!

2368 Frank: Awel, ge hebt er de tijd voor genomen, zeg! Wat is het, een laatste oprisping?

Ik probeer het even bij Francaatje, ze denkt misschien dat het de week is van

de liefdadigheid?

2369 Harry: Dat is niet eerlijk!

2370 Frank: Godverdomme, Harry, ik dacht dat gij anders waart.

2371 Harry: Awel, dat dacht ik ook!

2372 Frank: Ik dacht dat we maten waren?

2373 Harry: Ge hebt gelijk, dat zijn we! Ik had het niet mogen zeggen. Ik voel me een

onnozelaar, nu. Maar ik moest het voor één keer proberen, verdomme...

(Een stilte.)

2374 Frank: Wel, ge hebt er lang over gedaan, hé?

2375 Harry: Ik weet het, ik ben een beetje een trage starter. Ik heb de andere gasten op het

depot hitsig zien worden als ze jou zagen. En ik wou daar geen deel van

uitmaken...

2376 Frank: Wel, ik ben geflatteerd, dat kan ik u wel zeggen...

2377 Harry: Ge moet er niet mee lachen.

2378 Frank: Dat doe ik niet. Gij bent op zijn minst een gentleman; maar zes jaar wachten is

wel een beetje te extreem.

2379 Harry: Laat maar zitten. Het heeft toch geen zin. Ik heb gedronken. Ik vertel altijd

onzin als ik gedronken heb!

2380 Frank: Ik wil maar zeggen dat ge niet op Johnny Chippendale lijkt!

2381 Harry: Dat weet ik wel.

2382 Frank: Die liet er geen gras over groeien!

2383 Harry: Euh?

2384 Frank: Hij probeerde me al te versieren de eerste week dat ik er was.

2385 Harry: Dat kan ik me voorstellen...

2386 Frank: Het was in ieder geval een vergissing... Ik had nooit iets met hem moeten

beginnen, maar ge leert van uw vergissingen, nietwaar?


54

2387 Harry: Met Johnny Chippendale?

2388 Frank: Ja, ik weet het, het is zielig.

2389 Harry: Zo’n zak...

2390 Frank: Dat is zo, maar het is wel een mooie zak.

(Frank verdwijnt achteraan. Harry blijft verdwaasd en teleurgesteld achter.)

2391 Harry: Dat kan wel, maar ik heb daar nooit last van gehad!

(Muziek: Gaudeamus Igitur. De lichten veranderen. Tutte komt vooraan op de

scene en pikt het verhaal op.)

2392 Tutte: De volgende nacht reden we al die triestige planten naar het kasteel van

Heidelberg om er een enthousiaste groep amateurs “de bedelstudent” te zien

slachten. Mij kan het geen kloten schelen, maar ik had nog nooit zo’n slechte

voorstelling gezien...

2393 Frank: Harry had er voor gezorgd dat Carmen en Xavier goeie plaatsen hadden

helemaal vooraan.

2394 Tutte: Juist, en om ervoor te zorgen dat ze zich goed amuseerden zat hij tussen hen

in... Dat is het probleem met Harry, hij laat zich zo gemakkelijk meeslepen!

(Tutte wordt Henri, Frank wordt Lieve. Ze vinden een plaats op een koffer en

kijken naar de voorstelling, die zich in de blinde muur afspeelt. Harry komt er

bij zitten. Ze kijken vol belangstelling naar het spel.)

2395 Harry: Geniet ge ervan?

2396 Lieve: Sshh...

2397 Harry: Zitten we dicht genoeg voor jullie...

2398 Henri: Sssh!

2399 Harry: Ge moet visogen hebben als ge zo dicht zit, hé?

2400 Lieve: Ssshhh!

2401 Harry: Is het warm genoeg?

2402 Lieve: Sssh!

2403 Harry: Ik hoop dat er geen luide knallen zijn, of zoiets...

2404 Henri: Ssshhh...!

2405 Harry: Oh, dit is een goed stukje, ik smelt als ik dit hoor...

(Muziek: "de Bedelstudent" speelt. Het is duidelijk dat Lieve en Henri genieten

van het gezang. Als het refrein van het liedje start kan Harry zich niet meer

bedwingen en zingt mee, waardoor hij het bederft voor Lieve, Henri en het hele

publiek. Als hij begint te zingen proberen Lieve en Henri hem te doen zwijgen,


55

maar zonder effect. Harry zingt een couplet van het liedje. De muziek speelt

verder, maar iets zachter. Tutte komt naar voor als zichzelf. Lieve wordt

Frank.)

2406 Tutte: Ik kon het, godverdomme, niet geloven! De onnozele zot stond gewoon recht

en begon voor de rest van de show mee te zingen.

2407 Frank: Iedereen stond hem met de mond open aan te staren, vooral de cast... maar het

ergste was: Harry was beter dan eender wie van hen…

2408 Harry: Ik kon het niet helpen! Ik was daar, begrijp je? Ik was in Heidelberg. Ik was in

de opera en het was mijn laatste nacht!

2409 Frank: En het grappige was dat Carmen en Xavier opstonden en meezongen. Om te

gieren! Die drie stonden daar te zingen alsof ze juist ontsnapt waren uit iets

waar het erg mis was!

2410 Tutte: En op het einde, om het af te ronden, duwde onnozele Harry Carmen en Xavier

op de scene om met de andere acteurs te buigen.

2411 Frank: En voor ge het wist stond het hele publiek op de scene en wij applaudisseerden

voor hen!

2412 Tutte: Het was een zothuis. Ik zweer het... Hij zou opgesloten moeten worden!

2413 Harry: Ik was zo content voor hen, omdat ze het toch maar gedaan hadden. Ik wou ze

terug naar het hotel brengen, maar dat wilden ze absoluut niet, ze waren klaar

om het nachtje door te doen.!

(Gedurende het volgende gaan Tutte en Harry naar achter.)

2414 Tutte: Ik zal deze nacht nooit vergeten. We reden met de drie bussen terug naar

Heidelberg en parkeerden op de Bismark-platz. Daar was het drummen om in

het café “Gustav’s Haus” binnen te geraken.

2415 Frank: Ik wist niet of ik moest lachen of moest wenen als we daar binnen kwamen! Ze

waren er allemaal. Saskia, Doris, Mooi en meedogenloos. The Marx Brothers,

Carmen en Xavier, ze waren allemaal present; lachen, drinken, ze deden

godverdomme zelfs de vogeltjesdans. En toen Martijn een paar euro’s in de

jukebox gooide en begon te dansen met Doris, dacht ik dat ik helemaal gek aan

het worden was!

(Muziek: Model Kraftwerk Doris en Martijn. Dansen samen. Ze zijn beide

onstuimig, grappig, en handtastelijk. Het effect zou ontzettend grappig moeten

zijn door het goed slecht dansen. Frank komt meedansen. Terwijl ze slecht

dansen wordt Martijn's hoed afgenomen en zo wordt hij Tutte, Doris danst met


56

Frank, die nu Saskia wordt. Als de muziek en het licht wegzakt, zitten Doris en

Saskia bij hun koffers. Het is de volgende morgen en ze zijn klaar om naar huis

te vertrekken. Tutte staat aan de andere kant van de scene en kijkt naar hen.)

2416 Saskia: Wel, wij zijn klaar, hé?

2417 Doris Wij wel!

2418 Saskia: Ze zeiden dat we vroeg zouden vertrekken.

2419 Doris: Ja, vroeg zeiden ze.

2420 Tutte: De volgende morgen zat de Beverse K3 te wachten op de bus, een uur voor

iedere andere. Ik versta die mensen echt niet!

2421 Saskia: Hebt ge geen spijt dat het voorbij is?

2422 Doris: Ik vind het reizen zelf altijd beter dan het er aankomen.

2423 Saskia: O, ik weet het nog zo niet, toen ik nog in de twintig was wou ik er met plezier

eens aan komen.

2424 Doris: Ik ben daar, eerlijk gezegd, nooit zo mee bezig geweest. Het was nogal veel

stompen en trekken, vond ik.

2425 Saskia: Pas op, tegenwoordig zijn ze er allemaal teveel mee bezig, hé? Gelijk de

beesten! Ze kennen mekaar twee minuten en ze trouwen al. En daarna staan ze

in de Story…

2426 Doris: Ze zouden ze moet verplichten om er weer samen mee te stoppen!

2427 Saskia: Inderdaad.

2428 Doris: Eens zien hoe ze dat zouden vinden.

2429 Saskia: Daar hebben ze ballen niet voor.

2430 Doris: Vandaag de dag toch niet meer.

2431 Saskia: Kijk naar mij! Tweeënveertig jaar heb ik het uitgehouden!

2432 Doris: Allez!

2433 Saskia: Tweeënveertig jaar!

2434 Doris: Nu ge het zegt.

2435 Saskia: Tweeënveertig jaar!

2436 Doris: Tweeënveertig jaar?

2437 Saskia: Met dezelfde man!

2438 Doris: Amaai, tweeënveertig jaar!

2439 Saskia: Met dezelfde man, hé!

2440 Doris: Dat willen ze vandaag de dag niet meer. ’t Is allemaal te gemakkelijk voor hen.


57

2441 Saskia: Tweeënveertig jaar was ik getrouwd met de dezelfde man. Het is niet

verbazend dat ik ontspoord ben, als ik erover nadenk!

2442 Doris: Neen!

2443 Saskia: En ik zeg het nog, ik heb hem nooit graag genoeg gezien...

2444 Doris: En dat tweeënveertig jaar.

(Een stilte.)

2445 Saskia: O, verdomme Jeanne…

2446 Doris: Ge vraagt u daardoor wel af wat ons nog allemaal te wachten staat, nietwaar?

(De lichten veranderen. Doris wordt Harry. Saskia wordt Frank. Tutte komt

naar voor en pikt het verhaal weer op)

2447 Tutte: Later die morgen reden we uit Heidelberg weg met de “goeie oude tijd”, die

zachtjes zaten te neuriën. Goddank!

2448 Frank: Geen enkele plaats ziet er goed uit in de regen en de Rijnstreek is daar geen

uitzondering op. Een natte weg zorgt ervoor dat ge op uw hoede zijt en het is

nog een lange weg tot in Luxemburg...

2449 Harry: En het is bergop, de hele weg lang!

2450 Frank: Dat zegt hij altijd!

2451 Tutte: We komen aan in het Ibis Hotel om zes uur.

2452 Frank: Iedereen afladen en ze wijzen waar de “Grand place” is...

2453 Tutte: En dan zien we de triestige zotten in de mistige nacht verdwijnen, op zoek naar

goedkope flessen Luxemburgse wijn of sterke drank.

2454 Harry: Opgepast, de Marx brothers hadden een andere locatie in gedachten.

2455 Tutte: Ze gingen richting station op zoek naar de rode lichtjes. Het is shit vergeleken

met wat ze in Hamburg of Amsterdam te bieden hebben, maar...

2456 Harry: En hij kan het weten, hé?

2457 Tutte: Iedereen gaat er wel eens een kijkje nemen. Er zijn allerlei shows te zien. Ik

denk dat ge er zelfs de “bedelstudent” kunt zien, Harry!

(Muziek. De lichten veranderen. Harry wordt Ward, Tutte wordt Bernard en

Frank wordt Leon. Ze gaan naar voren in drie spots staan. Ze zetten hun

petten op. Rookpluimen worden door de spots gevangen.)

2458 Bernard: Waar zijn we nu in terecht gekomen, nondeju?

2459 Leon: Amaai!

2460 Ward: Al dat vlees en geen groenten, hé Leon!

2461 Leon: Wablief.


58

2462 Ward: Ik zei, al dat vlees en…

2463 Leon: Ik heb u wel gehoord!

2464 Bernard: Wat een job, hé?

2465 Leon: Die job zoudt gij zo niet doen, hé Ward?

2466 Ward: Neen, dat zou ik zo niet doen!

2467 Leon: Het stinkt hier, verdomme!

2468 Ward: Hier ligt overal hondenstront. Ik denk dat ik er in gestapt ben.

2469 Bernard Kunt ge niet zien waar ge loopt?

2470 Ward: Het ligt hier overal!

2471 Leon: Ge gaat dat mee terugnemen! En dan kunnen we er nog eens van genieten!

2472 Bernard: Wel, ik denk dat ik genoeg heb gezien!

2473 Ward: We zijn pas begonnen!

2474 Bernard: Ik ben beter gewoon dan dit!

2475 Ward: Hebt ge er al genoeg van?

2476 Bernard: Ik heb dit niet nodig. Allez, die van ons zit thuis met haar suiker en ik zit hier.

2477 Ward: We kijken toch alleen maar.

2478 Bernard: We zijn hier toch te goed voor!

2479 Leon: O, ik denk dat ik nu in iets gestapt ben!

2480 Bernard: Wel, jullie doen jullie goesting, maar ik ben hier te goed voor!

2481 Leon: Daar zit een kerel te schijten, zie!

(Ward en Bernard kijken face in de zaal. En zeggen samen.)

2482 Allen Godverdomme!

2483 Ward: De laatste keer dat ik dat gezien heb was beneden in de mijn van Waterschei!

2484 Bernard: Waar hebt ge ons naartoe gebracht, Ward?

2485 Leon: En dit zou een gesofistikeerde stad moeten zijn!

2486 Bernard: Wel, ze kunnen het van mijn part in hun gat steken.

2487 Ward: Sommige zullen het hier ook wel doen, denk ik!

2488 Leon: Awel hé, ze spreken over de Marollen, over de Seefhoek en over heel Bachten

de kupe, maar zoiets ziet ge daar toch niet!

2489 Ward: Tenzij ze gezopen hebben, hé Leon!'

2490 Bernard: Ik ben er mee weg, Ik heb dit niet nodig. Ge zou denken dat we ongelooflijk

wanhopig zijn om naar hier af te zakken! Komaan zeg, ik heb meer pijlen op

mijn boog, dan met deze marginalen uit te hangen! Ik weet dat we van de

lagere klasse zijn, Ward, maar verdomme jong...


59

(Bernard vertrekt uit zijn spotlight.)

2491 Leon: Het is waar!

2492 Ward: Ach ja, het is de mensheid met zijn gat bloot.

2493 Leon: Ik weet niet hoe dat bij jou is, Ward, maar mij doet dit niks, hoor!

2494 Ward: Neen, ik weet wat ge bedoelt!

2495 Leon: Zijn we dan weg?

2496 Ward: Laat ons tot aan het einde van de straat lopen, misschien dat we dan iets anders

tegenkomen.

(Tutte komt de spotlight in, hij draagt het hoedje van Martijn.)

2497 Tutte: Ze dweilden de hele straat af, op zoek naar iets anders. Als ze aan het einde

kwamen zagen ze iets heel anders, ze zagen Martijn.

(Hij zet het hoedje op en lacht dom)

2498 Leon: Wat doet gij hier, Martijn?

2499 Martijn: Wat doen jullie hier?

2500 Ward: Gewoon kijken!

2501 Martijn: Waar kijken jullie dan naar?

2502 Ward: Naar hetzelfde als jij, waarschijnlijk!

2503 Martijn: O, juist!

2504 Ward: Wat gaat ge doen, Martijn?

2505 Martijn: Ik heb het al gedaan. Twee keer zelfs!

2506 Leon: Nondeju!

2507 Ward: Dat kan niet? Dat hebt gij toch niet gedaan?

2508 Martijn: Die ene op einde daar is een goeie, ze doet twee voor de prijs van één

vanavond, dus ben ik twee keer gegaan.

2509 Leon: Wat zou uw moeder zeggen als ik haar vertel wat gij zoal doet?

2510 Ward: Dat zou ze niet prettig vinden, hé?

2511 Martijn: Ze zou u niet geloven, denkt ge ook niet?

(Martijn lach breeduit, wandelt weg uit zijn licht en gaat achteraan af. Muziek

verzwakt. Het licht verandert. Harry en Frank blijven vooraan.)

2512 Harry: Op de terugweg in Luxemburg is het altijd hetzelfde. Er verdwijnt altijd wel

iemand in de richting van de rosse buurt om daar wat rond te snuffelen. Soms

maken we er zelfs een excursie van. Op een keer reden we voorbij deze

vrouwen in hun vitrines en ik hoorde een oude vrouw uit Wakkerzeel tegen


60

haar man zeggen: "Kijk eens, hier zijn de coiffeurs laat open”... We stonden

vroeg op, de volgende morgen. Iedereen wou nu snel naar huis, zeker wij!

(De lichten veranderen. Frank en Harry beginnen weer koffers te verplaatsen.

Ze zijn moe en hebben niet genoeg energie.)

2513 Harry: We zijn er nu bijna, Frank!

2514 Frank: (Over de koffers) Zijn deze zwaarder aan het worden of ligt het aan mij?

2515 Harry: We zijn er bijna! ’t Is de moeite niet meer.

2516 Frank: Allez, gij hebt op zijn minst jouw feestje gehad.

2517 Harry: Ik kan nog altijd niet geloven dat ik dat heb gedaan! Niemand durft me

sindsdien nog in de ogen te kijken, ze denken dat ik een vijs los heb. Het zou

nog kunnen ook, voor zover ik kan zien! Het spijt me van dat domme gedoe, ik

heb me daar mooi voor joker gezet, hé?

2518 Frank: Trek het u niet aan.

2519 Harry: O God, Frank.

2520 Frank: Wat?

2521 Harry: Ik ga u missen, meisje!

2522 Frank: Doe niet onnozel....

2523 Harry: Ik bedoel maar, gij blijft hier achter met die halve zachte. Ik altijd gedacht dat

ik een beetje op jou moest passen.

2524 Frank: Dat dacht ge wel niet in Heidelberg, hé?

2525 Harry: Dat was stom van mij, ik geef dat toe! Ik was alleen verbaasd over jou en

Johnny Chippendale. Verbaasd en ontgoocheld, als ge de waarheid wilt weten.

2526 Frank: Ik ben ook maar een mens, Harry.

2527 Harry: Ik niet misschien?

2528 Frank: Wel wat laat.

2529 Harry: Hij is zo’n ongelooflijke kwal, die Johnny Chippendale... Ik weet dat ik er niks

mee te maken heb, maar sinds ge het mij vertelde kan ik dat beeld van jou en

hem, rollebollend op de achterbank van de nieuwe bus, niet uit mijn hoofd

halen, godverdomme.

2530 Frank: Het was zes jaar geleden! Komaan Harry, ge hebt een vrouw en ge gaat op

pensioen om Don Quichot te kunnen spelen in het musicalgezelschap van uw

dorp. Verman u toch eens een beetje!

2531 Harry: Ik had nochtans een hoge dunk van jou.

2532 Frank: O, komaan!


61

2533 Harry: Ik weet dat het stom klinkt, maar… O God, Franca meisje, door jou kon ik het

allemaal aan, de laatste zes jaar.

2534 Frank: Wat zegt ge toch allemaal, ouwe zot...?

(Tutte komt van achteren op.)

2535 Tutte: Hebt ge deze morgen het bureau gebeld?

2536 Harry: Euh?

2537 Tutte: Ge hebt niet gebeld, zeker?

2538 Harry: Nog niet, waarom? Hoe is het op de weg?

2539 Tutte: Dan hebt ge het nog niet gehoord?

2540 Frank: Over wat?

2541 Tutte: Johnny Chippendale…

2542 Harry: Ge gaat me toch weer niet vertellen dat die lul iets geflikt heeft met die jonge

meisjes. Anders trek ik, godverdomme, mijn haar uit!

2543 Tutte: Awel, hij is van de weg afgegaan.

2544 Frank: Wat?

2545 Tutte: Drie van die kinderen zijn nog in kritieke toestand, naar het schijnt.

2546 Harry: O, nondeju...

2547 Tutte: Hij heeft niks, maar…

2548 Harry: Hij had beter wel wat gehad, godver…

2549 Tutte: Wat heb je?

2550 Frank: Wat is er gebeurd?

2551 Tutte: Danny wist het niet goed; hij is een veld in gereden of zoiets.

2552 Harry: Hij reed weer te rap, zeker? Ik wed dat hij weer aan het vliegen was, hij rijdt

altijd veel te rap, de stomme kloot, godverdomme!

2553 Frank: Wow kalm, Harry, rustig...

2554 Harry: Het zijn nog kinderen en toch vliegt hij gelijk een verdomde maniak, wil ik

wedden...

2555 Frank: Wow rustig.

2556 Harry: Hij zal ze wel zitten te beloeren hebben in zijn achteruitkijkspiegel, zeker?

2557 Frank: Wow, Harry, wow...

2558 Tutte: Wat heb je?

2559 Harry: Hij vroeg er gewoon om...

(Tutte en Harry beginnen agressief tegen elkaar te doen.)

2560 Tutte: Wat weet gij daar van?


62

2561 Harry: Hij had zijn wellustige ogen beter op de weg gehouden, als ge ’t mij vraagt…

2562 Frank: O, rustig, nu! Wooow!

2563 Tutte: Dat is wel mijn vriend...

2564 Harry: Goed zot...

2565 Tutte: Wat scheelt er met jou?

2566 Harry: Alle twee...

2567 Frank: Hey, hey, hey!

2568 Tutte: Wat is ‘t, zoekt ge boel, Harry, of moet ik die grote smoel van u sluiten!

2569 Harry: O ja?

2570 Tutte: Ja!

2571 Harry: Ja?

2572 Tutte: Ja!

2573 Harry: Kom maar op, ik veeg godverdomme de vloer met u op...

2574 Frank: Hey komaan zeg, hey, godverdomme...

2575 Harry: Kom maar op, ik ben een oude man, maar toch maak ik u af… Ik ben niet voor

niks bij de para’s geweest, wij aten twee zo’n sullen, als jij, als ontbijt... Kom

maar op...

2576 Tutte: Gij zijt nooit bij de para’s geweest, onnozele zak!

2577 Harry: Kom dan maar af, dan zult ge wel merken of ik er bij geweest ben. Ik heb al de

hele reis genoeg van je, er moet eens iemand u een beetje manieren leren!

2578 Tutte: Van u zeker, ge laat scheten en ge boert na elke zin!

2579 Harry: Als ge het hier niet goed vindt, trap het dan af en gaat naar Spanje, drink uzelf

onnozel, daar moet ge al geen moeite voor doen...'

2580 Frank: Harry, laat dat nu, kalmeer… komaan zeg...

2581 Harry: Hij heeft geen greintje respect!

2582 Frank: Hey zeg, in Godsnaam, hou het godverdomme eens rustig of ik klop jullie alle

twee in elkaar, para’s of geen para’s. Ik zal eens laten zien wat een goed pak

rammel is als jullie niet ophouden. Ik ben bij de Marine geweest en dat is wel

waar, dus schei er nu mee uit, onnozelaars! Alle twee. Stop ermee... We

moeten nog een lange weg afleggen, als jullie willen vechten, doe dat dan in de

depot, maar niet hier! (Stilte.) Er is een ongeval gebeurd. Het heeft geen zin om

daar over door te drammen. Wat goed zal ons dat doen? Godverdomme,

kalmeer, nondeju, we moeten nog de hele weg terug. Het laatste wat we willen

is dat er nog één gebeurt!


63

2583 Harry: Ge hebt gelijk!

2584 Tutte: Hij is begonnen met die zever.

2585 Harry: Kijk, hij begint weer, hij kan hem niet dicht houden!

2586 Tutte: Het is maar goed dat ge vertrekt, Harry, want gij zijt een verdomde

ambrasmaker...

2587 Harry: Frank, hij begint weer!

2588 Tutte: Met Johnny Chippendale vergeleken zijt gij maar een shit-chauffeur.

2589 Harry: Ik ben even goed als iedere andere chauffeur bij Klauwaerts. Dat kan ik wel

zeggen. En ik zal nog eens wat zeggen, Wellens cars zat achter mij aan, twee

jaar geleden, luller!

2590 Tutte: Ja, dat weet ik, maar ze hebben u niet aangenomen omdat ge bloedklonters had

en omdat ge ze waarschijnlijk terugkrijgt, met wat ge allemaal vreet.

2591 Harry: Nu begint hij zelfs te zagen over wat ik eet.

2592 Frank: Tutte, laat hem met rust...

2593 Tutte: En roken zal u ook geen goed doen!

2594 Harry: Ik doe wat ik wil, godverdomme…

2595 Frank: Tutte, ‘t is genoeg nu…

2596 Tutte: En hoe zit dat mentaal? Komaan zeg, uw leven is precies een musical. Iedereen

in het depot denkt dat ge een vijs mankeert en als ik ze nu nog vertel dat ge op

de scene zijt gesprongen in Heidelberg om mee te zingen, zullen ze weten dat

ge ze niet alle vijf meer op een rij hebt.

2597 Harry: Ik heb dat voor Carmen en Xavier gedaan, sarcastische zot!

2598 Tutte: Carmen en Xavier, die heten Lieve en Henri, of zoiets.

2599 Harry: Hij weet niet eens hun namen, verdomme, kijk!

2600 Tutte: Gij ook niet. Gij vindt ze uit! Ik zal content zijn als ge weg zijt. Absoluut. We

zullen tenminste geen uitgevonden namen meer hebben en geen gezang.

2601 Harry: Ge weet, in ieder geval, geen sikkepit van mijn gezondheid af!

2602 Tutte: Toch wel.

2603 Harry: Helemaal niet!

2604 Frank: Harry, laat dat nu...

2605 Tutte: Ge hebt het me allemaal verteld van die bloedklonters en dat uw vader er van

gestorven is en hoe het in de familie zit, of zijt ge dat al vergeten? Ouwe zot!

We mogen van geluk spreken dat we geraakt zijn waar we moesten zijn, als hij


64

voor ons reed, want hij kan zich zelfs niet herinneren wat hij heeft gezegd of

niet!

2606 Harry: Ik kan me, eerlijk gezegd, niet herinneren dat ik u dat zou hebben verteld.

2607 Tutte: Zie je, zie je!

2608 Frank: Laat dat nu, godverdomme, in Godsnaam... jullie zijn net kleine kinderen,

jullie twee.

(De lichten veranderen. Tutte, Harry en Frank beginnen “En we gaan nog niet

naar huis” te zingen. Frank pikt het verhaal weer op als zij het publiek

toespreekt.)

2609 Frank: We reden weg uit Luxemburg en het goot nog steeds. Er was een

ongemakkelijke wapenstilstand tussen Harry en Tutte. En ik denk dat ze mijn

suggestie gaan opvolgen en het gaan uitvechten in het depot. Dat is niet erg,

want er zou een verrassingsfeestje voor het vertrek van Harry voorzien zijn!

2610 Tutte: We stopten nog snel even aan de onvermijdelijke supermarkt en iedereen kocht

zijn laatste geld op aan sigaretten en wijn. En voor we het wisten waren we

terug in Antwerpen!

2611 Harry: We dropten Mooi en meedogenloos in de buurt van Jespers zodat ze niet

verloren liepen in hun eigen stad. Ge kon zien dat ze zich hadden geamuseerd

bij Tutte, want ze gaven hem allebei vijf euro!

2612 Frank: Dan stopten we in Heverlee. Martijn en zijn moeder gaven Harry vijf euro,

voor hen samen. En toen Martijn afstapte had hij een kamerbrede glimlach op

de lippen! Maar dat had niets te maken met de fooi.

2613 Tutte: Carmen en Xavier stapten af, zonder een fooi te geven. Dat vond ik nu juist zo

typisch. Ze hadden genoeg van hem en dat lieten ze zien ook, wie kon het hun

kwalijk nemen, nadat hij zo hun avond had verknoeid.

2614 Harry: Nee, dat is niet waar... Zie je, het waren goeie mensen. Ze maakten er geen

show van om me iets te geven, zoals sommige anderen doen. Henri stak

twintig euro in mijn hand achter de bus en bedankte mij omdat ik zo goed voor

hen gezorgd had! Door hem bedacht ik: ik hou van deze mensen, waarom zou

ik er mee stoppen. Ze hebben mij nodig...

2615 Frank: En uw gezondheid?

2616 Harry: Twintig euro, nondeju, zoveel krijgen ze per week nog niet van het OCMW!

2617 Frank: Enfin, daarna zetten we de Marx brothers af in Genk.


65

(Muziek. De lichten veranderen. Harry wordt Ward. Frank wordt Leon, Tutte

wordt Bernard.)

2618 Bernard: O, wat ben ik stijf. Godverdomme, wat een reis, hé?

2619 Leon: Dat was verdomme nogal een reis.

2620 Ward: Hij had langs de E40 moeten komen, dat zou beter geweest zijn, hij zou zo’n

twintig kilometers gewonnen hebben.

2621 Bernard: Gaan we dat nog eens doen of niet?

2622 Ward: Ik wel, maar ik wil de kamer niet meer delen. Dat was gewoon om zot van te

worden.

2623 Leon: Awel, ik ga ook nog eens, maar ik ga niet meer mee als Ward meegaat! Als het

het één niet is, dan is het iets ander.

2624 Bernard: Awel, dat vind ik ook!

2625 Leon: Het was godverdomme non-stop en mijn zenuwen konden het niet aan. Ik

kreeg alles te horen over de lage intresten de laatste drie uur. Maar ik weet

alles al over lage intresten. Daarom zitten we verdomme op zo’n verdomde

busreis. We kunnen ons niks anders veroorloven. Ik heb een klein kapitaaltje

opzij staan en het brengt niets op.

2626 Bernard: Ja, ge gaat er wel op door, Ward...

2627 Ward: Sorry als ik zo doordram, maar ‘t is zoals ik gezegd heb: jullie hebben allebei

iemand om tegen te praten als ge thuiskomt. Ik heb niemand! Als ik thuiskom

ga ik zitten en kijk naar de open haard. Daarom ga ik er soms op door. Ik wil

daar niks mee zeggen. Ik ben alleen blij dat ik eens tegen iemand kan spreken.

(Muziek onderlijnt. De lichten veranderen. Harry wordt Doris en Frank wordt

Saskia. Ze proberen met moeite om hun bagage bij elkaar te houden. Ze staan

weer waar ze stonden als ze opgepikt werden. Tutte kijkt toe als hij een paar

koffers aan hen afgeeft.)

2628 Saskia: Dat was het dan, Doris.

2629 Doris: Dat was het dan.

2630 Saskia: ‘t Is weer gedaan.

2631 Doris: Ja, we kunnen zeggen dat we dat weer gezien hebben.

2632 Saskia: En ik heb geen verdomde koekoeksklok. Gij weet wat dat wilt zeggen, hé?

2633 Doris: Neen.

2634 Saskia: Awel, dat ik nog eens terug moet gaan, hé?

2635 Doris: Awel, dan ga ik mee, als ge wilt!


66

2636 Saskia: Ik voel me veel beter als ik naar een plaats ga waar ik me thuis voel, Doris. Ik

ga graag naar iets. Het is veel beter naar iets te gaan als ge negenenzeventig

bent, dan naar niets te gaan.

2637 Doris: Ja, dat is zo, hé?

2638 Saskia: Zeg, ik denk juist….

2639 Doris: Wat is er?

2640 Saskia: Hoe geraken we nu thuis…?

(Muziek. De lichten veranderen. Doris en Saskia doen hun sjaaltjes traag af en

brengen zo Harry en Frank terug. Tutte komt erbij. We zijn terug bij de start

van hun verrassingsreisje. Ze beginnen de koffers te verzetten.)

2641 Harry: Ja, het was een goede reis. Er zaten een paar toffe mensen op deze trip!

2642 Tutte: Verdomde klagers, allemaal…

2643 Harry: Ik heb zitten denken op deze reis!

2644 Tutte: Dat is pas een verandering!

2645 Frank: Ik noem ze de “Johnny Chippendale reis”...

2646 Harry: O ja.

2647 Frank: Hij kon maar niet over Johnny Chippendale zwijgen, hé jong?

2648 Harry: Hij heeft geluk gehad met die kinderen…

2649 Frank: Ge moogt gerust zijn...

2650 Harry: Hij heeft geluk gehad dat ze erdoor zijn gekomen!

2651 Tutte: Ik zal eens wat zeggen, het is altijd een verademing als die rimpelreizen

voorbij zijn.

2652 Frank: Dat is voor iedereen hetzelfde!

2653 Tutte: Ik bedoel maar, als er niemand dood valt komen ze op zijn minst terug met het

vliegend schijt!

2654 Frank: Dat is wat het leven is op uw vijfentachtig, hé Harry?

2655 Harry: Inderdaad, het wacht jou ook nog, Tutte jong. ’t Zal niet lang meer duren en

het wacht al achter de hoek.

2656 Tutte: Ach ja, na deze verrassingsreis zit ik op de Spaanse route! Danny wil dat ik

Johnny Chippendale bijsta... O, ik kan haast niet wachten! Tossa De Mar. Here

I come!

2657 Harry: Dan zult ge een echte zak zijn!

2658 Tutte: Ge moogt gerust zijn!

2659 Harry: Geen beginneling meer.


67

2660 Tutte: Dat zal me jong houden. Het maakte Johnny tien jaar jonger!

2661 Harry: Ik haal het nog van u op het eind!

2662 Tutte: Neen, dat zult ge niet.

2663 Harry: En als de ouderdom begint binnen te sluipen hoop ik dat het een ravage

aanricht bij jou en dat ge de meest miserabele, jeukende, kreupele bastaard

wordt die ooit op deze aarde rondliep.

2664 Tutte: Dat is wat ik aan jou zo apprecieer, Harry, waarom één woord gebruiken als ge

het met veertig kunt doen.

2665 Harry: En dat is wat ik aan jou goed vind!

2666 Tutte: Wat dan?

2667 Harry: Niks!

2668 Tutte: Awel, ge hebt er veel tijd voor nodig gehad om het te vertellen!

2669 Harry: Ja, maar ik neem mijn tijd, want ik weet dat ik het op het einde toch ga halen!

2670 Tutte: Doe voort, ouwe zak!

2671 Harry: We zijn er bijna, Frank... (Hij haalt wat koffers en draagt ze naar achteren om

dan af te gaan) We zijn er bijna...

(Harry af. Tutte haalt een aantal koffers en brengt ze bij Frank.)

2672 Tutte: Ze moesten ze afschieten als ze zo worden, vindt ge ook niet?

2673 Frank: Ge zult een olifantengeweer nodig hebben voor Harry! Volgens de gegevens is

hij wel degelijk bij de para’s geweest, zotte Jakke heeft met hem samen

gediend, dus ge hebt wel geluk gehad, daar in Luxemburg.

2674 Tutte: Ik dacht dat hij op pensioen ging gaan, wat is daar nog mee gebeurd?

2675 Frank: Hij heeft Danny gezegd dat hij wou blijven. Hij zei dat hij het nog plezant

vond! Hij zou niet zonder kunnen leven, zei hij. Hij houdt van die mensen,

heeft hij mij verteld!

2676 Tutte: Hij is goed zot... (Hij vecht met een koffer, die hij wil oppakken) Wat hebben

die daar inzitten, zeg? {Hij vecht verder met dezelfde koffer en gaat naar

achter) Klootzakken!

(Tutte af. Frank pakt enkele koffers op en draait om te vertrekken, maar draait

terug naar het publiek.)

2677 Frank: Verrassingsreizen! Ge zou verwachten dat ze de wereld zouden rondreizen.

Bekijk me die groep maar eens! Het is enkel: één nachtje in Blankenberge!

Iedereen op de bus weet dat…

2678 Harry: (op en neemt nog enkele koffers.) We zijn er bijna. . .


68

2679 Frank: Ik bedoel maar, dat is toch geen echte verassing meer, hé?

(Tutte op om nog wat koffers op te nemen.)

2680 Harry: Ik heb die twee van Beveren gezien, Tutte. De Beverse K3, Saskia en Doris.

2681 Tutte: Die zitten toch niet op deze, hé?

2682 Harry: Ja, zal ik ze op jouw bus zetten? Ik weet dat ge van wat gezang houdt! (Hij

neemt nog wat koffers) We zijn er bijna...

(Als Harry afgaat pakt Tutte nog wat koffers.)

2683 Tutte: Klootzakken... (neemt zijn koffers en gaat af.)

2684 Frank: Ge weet hoe het zal gaan, hé? Verdomde chaos! Ik hoop maar dat niemand

sterft! Maar Harry is erbij, hé? En ge kent Harry, hij zal Koen Crucke spelen

op de weg ernaartoe. Hij zal ze mee doen zingen en als er iemand problemen

maakt in het schoenenfabriekje hebt ge daar een paracommando voor je. Het is

zoals hij zegt: live begins at sixty...

(Muziek: Koen Crucke zingt “Toreador”. Frank begint te bewegen en brengt

de koffers weg, Harry komt op, terwijl hij meezingt. Tutte sleept zich naar het

einde van de scène. Als het licht fade, zwelt de muziek aan en Harry blijft

verder zingen als Koen Crucke, terwijl hij Tutte ergert en Frank plezier doet.)

DOEK

Men of the World - WordPress.com › 2016 › 11 › ... · 1056 Harry: ‘Boer zoekt vrouw’....

Documents

Transcript of Men of the World - WordPress.com › 2016 › 11 › ... · 1056 Harry: ‘Boer zoekt vrouw’....